AL-KO 112 823 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de AL-KO 112 823 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
nl
Gebruiksaanwijzing
20 SUB 10000-13000 DS / TWIN 11000-14000
GEBRUIKSAANWIJZING
Inhoudsopgave
Over dit handboek............................................20
Productbeschrijving.......................................... 20
Inhoud van de levering.................................... 21
Veiligheidsvoorschriften....................................21
Montage............................................................22
Inbedrijfstelling..................................................22
Onderhoud........................................................23
Opslag.............................................................. 23
Afvoeren........................................................... 24
Storingen oplossen.......................................... 24
Garantie............................................................25
EG-conformiteitsverklaring............................... 26
OVER DIT HANDBOEK
Lees deze documentatie vóór ingebruikname
door. Dit is een voorwaarde voor veilig wer-
ken en storingsvrij gebruik.
Neem de veiligheidsvoorschriften en waar-
schuwingen in deze documentatie en op het
product in acht.
Deze documentatie is permanent onderdeel
van het beschreven product en dient bij ver-
koop aan de koper te worden overgedragen.
Legenda
LET OP!
Het nauwkeurig in acht nemen van deze
waarschuwingen kan verwondingen en/
of materiële schade voorkomen.
ADVICE
Speciale aanwijzingen voor een beter
begrip en gebruik.
PRODUCTBESCHRIJVING
In deze documentatie worden diverse modellen
dompelpompen beschreven. U kunt uw model
identificeren aan de hand van het typeplaatje.
Productoverzicht
TWIN (Afb. A)
1 Aansluitkabel met lichtnetstekker
2 Draaggreep
3 Motorbehuizing
4 Combinippel
5 Verstelbare voet
6 Aanzuigsleuf
7 Elleboogstuk
8 Pomphuis
9 Borgschroeven
10 Vlotterschakelaar
SUB (Afb. C)
1 Aansluitkabel met lichtnetstekker
2 Draaggreep
3 Motorbehuizing
4 Combinippel
5 Verstelbare voet
6 Aanzuigsleuf
7 Behuizing niveauschakelaar
8 Niveauschakelaar
Werking
De dompelpomp zuigt de te verpompen vloeis-
tof rechtstreeks aan via de aanzuigsleuf en ver-
pompt deze via de pompuitgang naar de combi-
nippel. Het apparaat wordt via een vlotterscha-
kelaar in- en uitgeschakeld. De schakelweg van
de vlotterschakelaar kan worden aangepast door
de kabellengte te verstellen aan de vlotterscha-
kelaar of door de niveauschakelaar aan de behui-
zing te verstellen.
Stand van verstelbare voet
TWIN-pompen SUB-pompen
„U“ -
onder
verpompen van
zowel schoon als
vuil water
„O“ -
boven
alleen verpom-
pen van schoon
water
water kan zeer
vlak worden af-
gezogen
Productbeschrijving
467 772_a 21
Reglementair gebruik
De dompelpomp is bestemd voor particulier ge-
bruik in huis en tuin. Hij mag alleen worden ge-
bruikt binnen de grenswaarden en overeenkoms-
tig de technische gegevens.
De dompelpomp is geschikt voor:
afvoeren van water na een overstroming
het rond- en leegpompen van reservoirs (bijv.
zwembassins)
uitpompen van water uit bronnen en schach-
ten
ontwateren van draineringen en zinkputten.
De dompelpomp is uitsluitend geschikt voor het
verpompen van de volgende vloeistoffen:
schoon water, regenwater
chloorhoudend water (zoals in zwembassins)
gebruikswater
Uitsluitend bij TWIN-modellen:
Vuil water met max. 5 % gehalte aan
zwevende deeltjes
Maximale korrelgrootte: zie technische
gegevens
Elke andere of verder strekkende toepassing
wordt beschouwd als niet overeenkomstig het ge-
bruiksdoel.
Mogelijk foutief gebruik
De dompelpomp mag niet worden ingezet voor
continubedrijf. De pomp is niet geschikt voor het
verpompen van:
drinkwater
zout water
vloeibare levensmiddelen
bijtende vloeistoffen, chemicaliën
agressieve, brandbare, explosieve of gas
producerende chemicaliën of vloeistoffen
vloeistoffen die warmer zijn dan 35 °C
zandhoudend water of schurende vloeistof-
fen.
INHOUD VAN DE LEVERING
Thermische beveiliging
Het apparaat is uitgerust met een thermische be-
veiliging die de motor uitschakelt bij oververhit-
ting. Na een afkoelfase van circa 15 - 20 minuten
schakelt de pomp weer automatisch in.
Gebruik de dompelpomp uitsluitend wanneer
deze volkomen is ondergedompeld.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP!
Risico op letsel!
Gebruik het apparaat en de verlengkabel
uitsluitend in onbeschadigde toestand!
Beschadigde apparaten mogen niet wor-
den gebruikt.
Veiligheidsfuncties en beveiligingen mo-
gen niet buiten werking worden gesteld!
Kinderen of personen die de gebruikshand-
leiding niet hebben gelezen, mogen het ap-
paraat niet gebruiken.
Het apparaat mag nooit aan de aansluitkabel
worden opgetild, vervoerd of bevestigd.
Het eigenhandig aanbrengen van verande-
ringen of ombouwen van het apparaat is ver-
boden.
Elektrische veiligheid
VOORZICHTIG!
Risico bij het aanraken van stroom-
voerende onderdelen!
Haal de stekker meteen uit het stopcon-
tact wanneer de verlengkabel werd be-
schadigd of is doorgesneden! Wij raden
aan het apparaat aan te sluiten via een
FI-aardlekschakelaar met een nominale
lekstroom van < 30 mA.
De spanning van het lichtnet in huis moet
overeenstemmen met de vermeldingen voor
netspanning in de Technische Gegevens; ge-
bruik geen andere voedingsspanning.
Het apparaat mag uitsluitend worden ge-
bruikt met een elektrische inrichting die vol-
doet aan de vereisten vermeld in DIN/VDE
0100, Paragraaf 737, 738 en 702 (zwemba-
den). Ter beveiliging moet een hoofdscha-
kelaar van 10 A en een aardlekschakelaar
met een nominale lekstroom van 10/30 mA
worden geïnstalleerd.
Gebruik alleen een verlengingskabel die ge-
schikt is voor gebruik buitenshuis en met een
minimale doorsnede van 1,5 mm
2
. Wikkel
een kabeltrommel altijd helemaal af.
Beschadigde of sterk verslechterde verlen-
gingskabels mogen niet gebruikt worden.
Controleer vooraf aan de ingebruikname
de conditie van uw verlengingskabels.
nl
Montage
22 SUB 10000-13000 DS / TWIN 11000-14000
MONTAGE
Monteren van drukleiding
TWIN-pompen
zie Afb. A
1. Draai het elleboogstuk (7) in de pompuitgang.
2. Draai de combinippel (4) op het elleboogstuk.
3. Bevestig een slang aan de combinippel.
SUB-pompen
zie Afb. C
1. Draai de combinippel (4) op het elleboogstuk.
2. Bevestig een slang aan de combinippel.
ADVICE
De combinippel kan worden afgesneden
naargelang de gekozen slangaansluit-
ing. Gebruik een zo groot mogelijke
slangdiameter.
Instellen van verstelbare voet
zie Afb. E
TWIN-pompen
1. Draai de verstelbare voet (6) naar rechts.
De verstelbare voet klikt los.
2. Zet de verstelbare voet in de positie "O" of "U".
3. Draai de verstelbare voet naar links.
De verstelbare voet klikt weer vast.
SUB-pompen
1. Draai de verstelbare voet 90° naar links, zodat
deze in de bovenste positie komt.
2. Draai de verstelbare voet 90° naar rechts, zo-
dat deze in de onderste positie komt.
ADVICE
De combinippel kan worden afgesneden
naargelang de gekozen slangaansluit-
ing. Gebruik een zo groot mogelijke
slangdiameter.
INBEDRIJFSTELLING
Veiligheid
LET OP!
Voorkom door passende maatregelen
dat bij een storing aan de dompel-
pomp gevolgschade door overstroming
zou kunnen optreden.
Zorg dat de dompelpomp stevig wordt ge-
plaatst of gebruik de pomp hangend aan een
touw.
Houd voldoende afstand aan ten opzichte
van de ondergrond.
Laat de dompelpomp nooit draaien tegen een
gesloten drukleiding in.
Let bij gebruik in zinkputten steeds op de af-
doende dimensionering.
Zorg dat de put voor lopende mensen en die-
ren steeds veilig is afgedekt.
Aanzetten van de pomp
zie Afb. A - C
LET OP!
De dompelpomp mag geen vaste sub-
stanties aanzuigen. Door zand en an-
dere schurende stoffen in de verpompte
vloeistof raakt de dompelpomp defect.
1. Rol de aansluitkabel (1) helemaal af.
2. Controleer of elektrische aansluitpunten veilig
zijn aangebracht en niet nat kunnen worden.
Modellen met vlotterschakelaar
3. Wijzig de vastklempositie en stel het schakel-
punt van de vlotterschakelaar (10) afzonder-
lijk in.
4. Klem de kabel van de vlotterschakelaar aan
het pomphuis (4) vast.
Aanbevolen kabellengte van vlotterscha-
kelaar ca. 100 mm.
Modellen met niveauschakelaar
5. Schuif de niveauschakelaar (8) op de ge-
wenste hoogte en stel zo het schakelpunt in.
ADVICE
Gebruik bij een modderige, zandige
of steenachtige ondergrond een ge-
schikte plaat om de dompelpomp
veilig op te plaatsen.
6. Laten de dompelpomp langzaam zakken in
de te verpompen vloeistof. Houd de dompel-
pomp daarbij iets schuin, zodat eventueel in-
gesloten lucht kan ontwijken.
7. Steek de stekker aan de aansluitkabel in het
stopcontact.
De dompelpomp schakelt via de vlot-
terschakelaar bij het bereiken van een
bepaalde waterstand automatisch in en
bij het dalen van de waterstand tot uit-
schakelhoogte automatisch uit.
Uitschakelen van de pomp
1 Trek de lichtnetstekker uit het stopcontact.
Inbedrijfstelling
467 772_a 23
Automatisch bedrijf
1. Stel in automatisch bedrijf de verstelbare voet
in op de positie „U“ (onder), om een zo groot
mogelijke pompcapaciteit te verkrijgen.
2. Steek de stekker aan de aansluitkabel in het
stopcontact.
Modellen met vlotterschakelaar
3. Zet de bedrijfskeuzeschakelaar op de licht-
netstekker in de stand „AUTO“ (Afb. G).
Modellen met niveauschakelaar
4. Schuif de niveauschakelaar naar boven naar
de gewenste inschakelhoogte (Afb. I).
De pomp schakelt bij het bereiken
van een bepaalde waterstand (inscha-
kelhoogte) dankzij de vlotterschakelaar
automatisch in en bij het dalen van de
waterstand tot de uitschakelhoogte weer
uit; zie de technische gegevens op pa-
gina 5.
Handmatig bedrijf
In handmatig bedrijf kan het water worden afge-
pompt tot op een zeer lage restwaterhoogte.
Laagste waterstand bij ingebruikname: zie de
technische gegevens.
Afpompen tot op restwaterhoogte
LET OP!
Bij het afpompen tot restwaterhoogte
moet de pomp voortdurend worden ge-
controleerd om te voorkomen dat de
pomp droog loopt. Zet de pomp bij
het bereiken van de restwaterhoogte
door omzetten van de bedrijfskeuze-
schakelaar op „AUTO“ buiten bedrijf. De
pomp schakelt bij het bereiken van de
inschakelhoogte automatisch weer in.
Voor afpompen tot op restwaterhoogte de verstel-
bare voet in de positie "O" (boven) zetten:
1. Trek de lichtnetstekker uit het stopcontact.
Modellen met vlotterschakelaar
2. Zet de bedrijfskeuzeschakelaar in de stand
„MAN“ (Afb. G). De pomp schakelt in en be-
gint te pompen.
Modellen met niveauschakelaar
3. Schuif de niveauschakelaar naar boven in de
positie „MAN“ (Afb. I)
ADVICE
Zodra het waterniveau onder de rest-
waterhoogte komt, zal de pomp lucht
gaan aanzuigen. In dat geval moet de
pomp bij stijgende waterstand en alvor-
ens in te schakelen eerst worden ont-
lucht.
ONDERHOUD
Reinigen van de pomp
ADVICE
Na het verpompen van chloorhoudend
zwembadwater of vloeistoffen die resten
achterlaten, moet de pomp met schoon
water worden doorgespoeld.
1. Reinig de aanzuigsleuf van de zuigvoet zo
nodig met schoon water.
Niveauschakelaar demonteren/monteren
zie Afb. H
1. Bevestigingsschroef (2) los draaien en vlot-
terbehuizing (1) eerst naar boven en dan naar
voren klappen.
2. Vlotter (4) en de geleiders (3) reinigen.
3. Vlotter weer inbouwen in de geleiders.
4. Vlotterbehuizing weer terugplaatsen en naar
beneden drukken.
5. Bevestigingsschroef vastdraaien.
Verstelbare voet demonteren/monteren
TWIN-pompen
zie Afb. F
1. Borgschroeven (7) losdraaien en de verstel-
bare voet (6) uit het pomphuis (8) trekken.
2. Reinig de verstelbare voet en het pomphuis.
3. Verstelbare voet terug in het pomphuis
plaatsen, uitlijnen en borgschroeven weer
vastdraaien.
OPSLAG
ADVICE
Als er kans is op bevriezing moet het sys-
teem helemaal geleegd worden.
nl
Afvoeren
24 SUB 10000-13000 DS / TWIN 11000-14000
AFVOEREN
Gebruikte apparaten, batterijen of
accu´s niet afvoeren via de vuilnisop-
haaldienst!
Verpakking, apparaat en accessoires zijn
gemaakt van recyclebare materialen en
moeten ook als zodanig worden afgevo-
erd.
STORINGEN OPLOSSEN
VOORZICHTIG!
Haal bij werkzaamheden voor het verhelpen van storingen altijd eerst de stekker los. Laat een
storing in de elektrische installatie verhelpen door een deskundig elektrotechnicus.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Pomprotor geblokkeerd. Verwijder de vervuiling aan de aanzu-
igzijde. Reinig met geschikt gereed-
schap via de opening aan de achter-
kant van de motorbehuizing.
Thermische beveiliging ging over tot
uitschakeling.
Wacht tot de thermische beveiliging de
pomp weer inschakelt. Let op de ma-
ximale temperatuur van de te verpom-
pen vloeistof. Laat de dompelpomp
controleren.
Geen netspanning aanwezig. Controleer de zekeringen; laat de
stroomvoorziening controleren door
een deskundig elektrotechnicus.
Motor loopt niet.
Vlotterschakelaar schakelt niet bij stij-
gende waterstand.
Lever de pomp af bij een AL-KO on-
derhoudsdealer.
Lucht in pomphuis, drooggelopen,
pomp schakelt na 90 seconden auto-
matisch uit
Ontlucht de pomp door deze schuin te
houden. Verstelbare voet verkeerd in-
gesteld.
Verstopping in de aanzuigzijde. Verwijder de vervuiling aan de aanzu-
igzijde.
Drukleiding gesloten. Open de drukleiding.
Pomp draait maar
verpompt geen
vloeistof.
Drukslang afgekneld. Breng de drukslang in orde.
Slangdiameter te gering. Gebruik een drukslang met grotere
diameter.
Verstopping in de aanzuigzijde. Verwijder de vervuiling aan de aanzu-
igzijde.
Verpompte water-
hoeveelheid is ge-
ring
Hoogte pomptraject te groot. Let op de max. pomptrajecthoogte; zie
de technische gegevens op pagina 5.
Alleen pompen met niveauschakelaar
Garantie
467 772_a 25
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Pomp blijft doorlo-
pen.
Vlotter geblokkeerd.
Schakelaar verkeerd ingesteld.
Vlotter reinigen.
Schakelaar correct instellen.
De pomp is altijd
uit.
Vlotter geblokkeerd.
Waterniveau te laag
Vlotter reinigen.
ADVICE
Neem contact op met onze deskundige klantenservice wanneer storingen niet kunnen worden
verholpen.
GARANTIE
Eventuele materiaal- of fabricagefouten aan het apparaat verhelpen we gedurende de wettelijke termijn
voor garantieaanspraken naar onze keuze door reparatie of een vervangende levering. Deze garantie-
termijn wordt bepaald door de wetgeving in het land, waar het apparaat is gekocht.
Onze garantietoezegging geldt enkel bij:
correcte behandeling van het apparaat
inachtneming van de bedieningshandleiding
gebruik van originele reserveonderdelen
De garantie vervalt bij:
pogingen tot reparatie van het apparaat
technische wijzigingen aan het apparaat
gebruik dat niet in overeenstemming is met de
bestemming
Uitgesloten van de garantie zijn:
lakschade die is veroorzaakt door normale slijtage
slijtageonderdelen, die op de kaart met reserveonderdelen zijn gekenmerkt met de omkadering [xxx
xxx (x)]
verbrandingsmotoren (hiervoor gelden de aparte garantiebepalingen van de betreffende motorfabri-
kant)
De garantieperiode begint op de aankoop door de eerste eindgebruiker. Bepalend is de datum van het
ontvangstbewijs. Bij garantieaanspraken kunt u zich met deze garantieverklaring en het aankoopbewijs
wenden tot de distributeur of de bevoegde klantenservice bij u in de buurt. Met deze garantietoezegging
blijven de wettelijke aanspraken bij gebreken van de koper tegenover de verkoper onverkort van kracht.
nl
EG-conformiteitsverklaring
26 SUB 10000-13000 DS / TWIN 11000-14000
EG-CONFORMITEITSVERKLARING
Hierbij verklaren wij dat dit product in de door ons uitgebrachte uitvoering voldoet aan de eisen neerge-
legd in de geharmoniseerde EU-richtlijnen, de EU-veiligheidsnormen en de standaardproductspecifica-
ties.
Product Fabrikant Type
Dompelpomp, elektrisch
Serienummer
G3023025
AL-KO Geräte GmbH
Ichenhauser Str. 14
D-89359 Kötz
SUB 10000 DS / SUB 12000 DS
SUB 13000 DS
TWIN 11000 / TWIN 14000
Gevolmachtigde EU-richtlijnen Geharmoniseerde normen
Anton Eberle
Ichenhauser Str. 14
D-89359 Kötz
2006/95/EG
2004/108/EG
2000/14/EG (13)
Kötz, 25.05.2012
Antonio De Filippo; Managing Director
EN 60335-1; VDE 0700-1:2007-02
EN 60335-2-41; VDE 0700-41:2004-12
EN 60335-2-41/A2; VDE 0700-41/A2:2009-02
EN 55014-1; VDE 0875-14-1:2007-06
EN 55014-1/A1; VDE 0875-14-1/A1:2008-12
EN 55014-2; VDE 0875-14-2:2009-06
EN 61000-3-2; VDE 0838-2:2006-10
EN 61000-3-2/A1; VDE 0838-2/A1:2007-05
EN 61000-3-2/A7; VDE0838-2/A7:2007-06
EN 61000-3-2/A4; VDE 0838-2/A4:2007-06
EN 61000-3-3; VDE 0838-3:2009-06
/