22
9. Het ontsteken van de gasbrander (fig. 1)
1. Kraan van de gasfles resp. drukregelaar openen.
2. Gasthermostaat (F) op nr. 6 zetten.
3. Knop (B) linksom in de max-positie draaien, indrukken en ingedrukt houden.
4. Ongeveer 10 seconden brander ontsteken door de knop meerdere keren in te drukken (E). Na een langere
bedrijfsonderbreking of na het aansluiten van een nieuwe gasfles kan het langer dan 10 seconden duren
voordat de brander aangaat. (Oorzaak: lucht in de leiding). Knop (B) tijdens het ontsteken en nadat de vlam
brandt, nog 20-30 seconden ingedrukt houden. De vlam kan door het kijkgat (c) worden gecontroleerd.
5. Als de ontsteking van de gasvlam niet is gelukt, mag het ontsteken pas na afloop van een wachttijd van
ongeveer 1 minuut worden herhaald.
6. Nadat de koelruimte voldoende gekoeld is in positie 6 dient er bij lage buitentemperatuur een
thermostaatpositie tussen 3-4 te worden ingesteld.
10. Gastoepassing uitschakelen (fig. 1 +5)
1. Kraantje van de gasfles resp. drukregelaar sluiten.
2. Gasregelknop (B) in positie = dicht draaien.
11. Het bewaren van te koelen produkten
- levensmiddelen en dranken steeds gesloten in het apparaat bewaren. Hierdoor voorkomt u een nadelige
beïnvloeding van de smaak en geur.
- Te koelen produkten bij voorkeur zo bewaren dat de lucht in de koelkast in de koelruimte van het apparaat
kan circuleren.
- Geen hete gerechten of dranken in de koelkast plaatsen!
- In geen geval brandbare vloeistoffen en/of gassen in de koelkast bewaren! Ontploffingsgevaar!
12. Ontdooien en maatregelen voor langdurige bedrijfsonderbrekingen
Een te sterke ijsvorming van de verdamper bemoeilijkt het overbrengen van de koellucht naar de koelruimte van
het apparaat waardoor de koelcapaciteit wordt verminderd. Als er dus een ca. 5 mm dikke ijslaag is gevormd,
verdient het aanbeveling de koelkast te ontdooien. Hiervoor wordt het apparaat uitgezet en het te koelen produkt
verwijderd. Om het ontdooien eventueel te versnellen mag u nooit verwarmingstoestellen, hoogtezonnen en
dergelijke gebruiken! Indien noodzakelijk kan er een in heet water verhitte doek als hulpmiddel worden opgelegd.
Na het ontdooien dient u het dooiwater met een schone doek af te nemen en de koeleenheid zoals onder
hoofdstuk 4 beschreven te reinigen.
Als het apparaat gedurende een langere periode niet wordt gebruikt, dan wordt het uitgeschakeld en het te
koelen produkt verwijderd. Na het ontdooien moet de koelruimte zorgvuldig worden gereinigd en worden
afgedroogd.
Om ervoor te zorgen dat er geen onaangename geurtjes in de koelruimte kunnen ontstaan, dient men de deur
op een kiertje te laten staan.
13. Maatregelen na langdurige bedrijfsonderbrekingen
Als de koelkast na een langdurige bedrijfspauze na het inschakelen niet koelt, zet het apparaat dan ZONDER
AANGESLOTEN ENERGIETOEVOER op de kop. Na enkele minuten zet u de koelkast weer op de poten en
schakelt hem opnieuw in.
Als het resultaat dan nog niet beter is, dient u deze procedure eventueel meerdere keren te herhalen.
14. Onderhoud (fig. 4)
Verwisselen van de gasfilter: de gasfilter van cellulose bevindt zich achter in de gasaansluitopening (D). Als de
gasfilter dient te worden vervangen, dient u de filter uit de boring te trekken en door een nieuwe te vervangen.
Verdere onderhouds- resp. reparatiewerkzaamheden, in het bijzonder aan het koelaggregaat en het
gasbrandersysteem, mogen uitsluitend door geautoriseerde klantenservice-diensten worden uitgevoerd.
NL