Miller XMS 425 MPA CE de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Lasstroombron
XMS 425 MPa
CE
OM-274462C/dut 2017-02
Processen
Beschrijving
Multiproces Lassen
Bestand: MULTIPROCES
Ga voor productinformatie,
vertalingen van de handleiding
voor de gebruiker, enz. naar
www.MillerWelds.com
HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan
de slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om
het anders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn
producten lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u
nu konden zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De
producten van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten
gewoon het allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verko-
pen die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service
te bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die
in 1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te bescher-
men tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor ge-
zorgd, dat u de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij
Miller kunt u rekenen op jarenlange betrouwbare service en goed onder-
houd. En mocht uw apparatuur om wat voor reden dan ook ooit moeten
worden gerepareerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud & Storin-
gen precies nagaan wat het probleem is. Aan de hand van de onderdelen-
lijst kunt u bepalen welk onderdeel u precies nodig hebt om het pro-
bleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie en de onderhoudsinformatie
voor uw specifieke model bijgesloten.
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie over
de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en
afzonderlijke productleaflets voor u.
Elke krachtbron van
Miller gaat vergezeld
de meest probleemlo-
ze garantie in onze
bedrijfstak u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
3
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3..............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5....................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES 7................................................................
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities 7.............................................
2-2. Diverse symbolen en definities 9.........................................................
HOOFDSTUK 3 TECHNISCHE GEGEVENS 10..................................................
3-1. Locatie van label met serienummer en technische gegevens 10................................
3-2. Technische gegevens van het apparaat 10..................................................
3-3. Afmetingen en gewicht 10................................................................
3-4. Omstandigheden gebruik en opslag 11.....................................................
3-5. Inschakelduur en oververhitting 12.........................................................
3-6. StroomSpanninggrafieklijnen 13.........................................................
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE 14..............................................................
4-1. Een locatie selecteren 14.................................................................
4-2. Keuze van kabeldiameters* 15............................................................
4-3. Klemmen voor lasuitgangsvermogen 15....................................................
4-4. Informatie over de 14pens stekkerdoos 16.................................................
4-5. 115 volt AC duplex stekkerdoos en bijhorende beveiligingen 16.................................
4-6. Optionele gasklepbediening en beschermgasaansluiting 17....................................
4-7. Aansluitingen koeler 18..................................................................
4-8. Informatie over de 8pens stekkerdoos 18..................................................
4-9. Aansluitingen draadaanvoerunit 19.........................................................
4-10. Informatie over de 6pens stekkerdoos 19..................................................
4-11. TIGaansluitingen 20....................................................................
4-12. Aansluitingen voor beklede elektrodelassen 21..............................................
4-13. MIGaansluitingen 22....................................................................
4-14. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud 23................................................
4-15. De 3fasen voeding aansluiten 24.........................................................
4-15. Aansluiten op driefasenvoeding (vervolg) 25................................................
HOOFDSTUK 5 BEDIENING 26................................................................
5-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel 26....................................................
5-2. LiftArcTIG met trekkerhoudfunctie 27.....................................................
5-3. Startprocedure met beklede elektrode 27...................................................
HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD & PROBLEMEN VERHELPEN 28..................................
6-1. Routineonderhoud 28....................................................................
6-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen 28............................................
6-3. Problemen oplossen 29..................................................................
HOOFDSTUK 7 ELEKTRISCH DIAGRAM 30....................................................
HOOFDSTUK 8 ONDERDELENLIJST 32.......................................................
GARANTIE
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
voor producten in de Europese Gemeenschap (gemarkeerd met EC).
ITW Welding Italy S.r.l Via Privata Iseo 6/E, 20098 San Giuliano M.se, (MI) Italy verklaart dat het
product of de producten in deze verklaring voldoen aan de basisvereisten van de genoemde
richtlijn(en) en norm(en).
Product-/apparaatidentificatie:
Product
Serienummer
XMS 425 MPa, CE 029015507
Richtlijnen:
2014/35/EU Low Voltage
2014/30/EU Electromagnetic Compatibility
2011/65/EU Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment
Normen:
IEC 60974-1:2012 Arc Welding Equipment - Part 1: Welding Power Sources
IEC 60974-10:2014+A1:2015 Arc Welding Equipment - Part 10: Electromagnetic Compatibility Requirements
Ondertekenaar:
November 8
th
, 2016
__________________________________________________________________________________
_
Massimigliano Lavarini Date of Declaration
ITW WELDING ITALY PRODUCTION MANAGER
956 172 249
EMV-GEGEVENSBLAD VOOR LASSTROOMBRON
Product-/apparaatidentificatie
Product
Serienummer
XMS 425 MPa 029015507
Overzicht nalevingsinformatie
Toepasbare richtlijn Richtlijn 2014/35/EU
Referentielimieten Richtlijn 2013/35/EU, aanbeveling 1999/519/EG
Toepasselijke normen IEC 62822-1:2016, IEC 62822-2:2016
Bedoeld gebruik voor bedrijfsmatig gebruik voor gebruik door leken
Voor werkplekbeoordeling moet rekening worden gehouden met niet-thermische effecten JA NEE
Voor werkplekbeoordeling moet rekening worden gehouden met thermische effecten JA NEE
Gegevens zijn gebaseerd op maximaal voedingsvermogen (geldig tenzij firmware/hardware wordt gewijzigd)
Gegevens zijn gebaseerd op slechtste-gevalinstelling/-programma (alleen geldig tot instelopties/lasprogramma
s
worden gewijzigd)
Gegevens zijn gebaseerd op meerdere instellingen/-programma's (alleen geldig tot instelopties/lasprogramma
s
worden gewijzigd)
Beroepsmatige blootstelling is beneden de blootstellingsgrenswaarden (ELV's) JA NEE
voor gezondheidseffecten bij standaardconfiguraties (indien NEE gelden specifieke
vereiste minimale afstanden)
Beroepsmatige blootstelling is beneden de blootstellingsgrenswaarden (ELV's) n.v.t. JA NEE
voor sensorische effecten bij standaardconfiguraties (indien van toepassing en bij NEE zijn
specifieke maatregelen nodig)
Beroepsmatige blootstelling is beneden de n.v.t. JA NEE
actieniveaus (AL's) bij standaardconfiguraties (indien van toepassing en bij NEE zijn
specifieke waarschuwingsborden nodig)
EMV-gegevens voor niet-thermische effecten
Blootstellingsindices (EI's) en afstanden tot lasstroomkring (voor de diverse gebruiksmodi, voor zover van toepassing)
Hoofd
Romp
Ledematen
(handen)
Ledematen
(dijen)
Sensorische
effecten
Gezondheids
effecten
Genormeerde afstand 10 cm 10 cm 10 cm 3 cm 3 cm
ELV EI op genormeerde afstand 0,16 0,12 0,19 0,11 0,24
Vereiste minimumafstand
1 cm 1 cm 1 cm 1 cm 1 cm
Afstand waarop alle beroepsmatige ELV-blootstellingsindices vallen onder 0,20 (20%) 9 cm
Afstand waarop alle ELV-blootstellingsindices voor het algemene publiek vallen onder 1,00 (100 %) 185 cm
Getest door:
Miller Milan. Datum van test: 2016-03-03
XXXXXX-A
OM-274462 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_201509
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
LET OP Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd aan
persoonlijk letsel.
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
1-5. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven
tijdens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen wissel(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
D Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semiautomatisch
gelijkstroom (draad) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
D Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor-
schriften.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Controleer de ingaande voedingskabel en de massakabel
regelmatig op beschadigingen of blootliggende bedrading en
vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is blootlig-
gende bedrading kan dodelijk zijn.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggen-
de bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
D Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur
gebruikt in vochtige of natte locaties.
OM-274462 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de
voedingsspanning nog een AANZIENLIJKE
GELIJKSPANNING op het voedingsgedeelte van de
inverter lasstroombronnen.
D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan
gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden. De aanbevolen manier om te
bepalen of er voldoende ventilatie is, is monsters te nemen van de
dampen en gassen waaraan het personeel wordt blootgesteld en
deze te analyseren op samenstelling en hoeveelheid.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen, een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
hoge schoenen en een pet.
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
D Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei-
ligheidsvoorschriften).
D Las nooit waar de lucht brandbaar stof, gas of vloeistofdamp (bij-
voorbeeld benzinedamp) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe-
scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen, een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
hoge schoenen en een pet.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
OM-274462 Pagina 3
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE
VELDEN kunnen van invloed zijn op
geïmplanteerde medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze
niet kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroom-
kringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toe-
passing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai uw gezicht weg van de uitgang van het ventiel wanneer u
het cilinderventiel opent. Niet vóór of achter de regelaar gaan
staan wanneer u het ventiel opent.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zit-
ten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor ge-
bruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een vol-
doende aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd
gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veilig-
heidsvoorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit om het apparaat
op te tillen en te ondersteunen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant
onder het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren
niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of
apparatuur de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation
(Publication No. 94–110).
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
OM-274462 Pagina 4
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
D Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer installatie, onderhoud en service uit in overeenstemming
met de gebruikershandleidingen, de industriële normen en de
landelijke en ter plekke geldende regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
D Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektroni-
sche apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagne-
tisch compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels
zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op
de vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
OM-274462 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com-
bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global
Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184,
website: www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite
103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cga-
net.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Mississauga, Ontario, Canada L4W 5NS
(phone: 800-463-6727, website: www.csagroup.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org).
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30329-4027 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). De stroom bij booglassen
(en verwante processen zoals puntlassen, gutsen, plasmasnijden
en inductieverwarmingsprocessen) zorgt voor een elektromagnetisch
veld rondom het lascircuit. Elektromagnetische velden (EMV) kunnen
invloed hebben op medische implantaten, zoals pacemakers. Voor per-
sonen die medische implantaten hebben moeten beschermende
maatregelen worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor pas-
santen of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk
bijvoorbeeld de toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risico-
beoordelingen uit voor lassers. Alle lassers moeten de volgende
procedures naleven om zo blootstelling aan elektromagneti-
schevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-274462 Pagina 6
OM-274462 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities
Waarschuwing! Let op! Kans op gevaar, zie de symbolen.
Safe1 201205
Draag droge isolerende handschoenen. Raak de elektrode niet met blote handen aan. Draag geen natte of
beschadigde handschoenen.
Safe2 201205
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en aarde.
Safe3 201205
Haal de stekker van de machine uit de wandcontactdoos, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe5 201205
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
Safe6 201205
Gebruik actieve ventilatie of een afvoersysteem om de rookgassen van de werkplek af te voeren.
Safe8 201205
Gebruik een ventilator om de rookgassen af te voeren.
Safe10 201205
Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen.
Safe12 201205
Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat er een
toezichthouder is die klaarstaat om dit te gebruiken.
Safe14 201205
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 201205
OM-274462 Pagina 8
Als er stroom komt te staan op defecte onderdelen, kunnen deze exploderen of andere onderdelen laten
exploderen.
Safe26 201205
Draag altijd lange mouwen en knoop uw kraag dicht, als u onderhoud pleegt aan een apparaat.
Safe28 201205
Nadat u de nodige voorzorgsmaatregelen hebt genomen, kunt u de machine aansluiten op de
stroomvoorziening.
Safe29 201205
Het apparaat niet aan één handgreep optillen of ondersteunen.
Safe31 201205
Niet op vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe16 201205
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Voer het af naar een
daarvoor aangewezen inleverstation.
Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Safe37 201205
Haal de stekker van de machine uit de wandcontactdoos, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe30 201205
Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren en
knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm met de
juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam.
Safe38 201205
Lees eerst de handleiding door voordat men aan de machine gaat
werken of mee gaat lassen.
Safe40 201205
=
<
60
Til het apparaat altijd aan beide handgrepen op en ondersteun het.
Houd de hoek van het hefapparaat kleiner dan 60 graden.
Gebruik een geschikt wielonderstel om het apparaat te verplaatsen.
Safe44 201205
>60s
V
V
V
Op de ingangscondensatoren blijft gevaarlijke elektrische spanning
aanwezig nadat zij zijn uitgeschakeld. Raak volledig geladen
condensatoren niet aan. Wacht na het uitschakelen altijd 60 seconden
voordat u aan het apparaat gaat werken. Of, controleer eerst de
spanning op de ingangscondensatoren en zorg dat deze vrijwel nul is
voordat u onderdelen aanraakt.
Safe42 201205
OM-274462 Pagina 9
2-2. Diverse symbolen en definities
A
Stroomsterkte
Wisselstroom
(AC)
V
Spanning
Aan
Ingangsspanning
Aarding
Netaansluiting
Driefasen vaste
frequentie inver-
tertransformator
gelijkrichter
X
Inschakelduur
%
Percentage
Driefasen
MIG/MAG lassen
Afstandsbediening
Negatief
Temperatuur
Beklede
elektrodelassen
TIGlassen
(Tungsten Inert
Gas)
U
2
Conventionele be-
lastingsspanning
I
2
Nominale
lasstroom
Enkelfase
Automatische ze-
kering
Positief
Constante
spanning
U
1
Primaire spanning
IP
Beschermings-
graad
I
1eff
Maximale
effectieve
netstroom
Uitgang
Uit
Gelijkstroom (DC)
I
1max
Maximale nomina-
le netstroom
OM-274462 Pagina 10
HOOFDSTUK 3 TECHNISCHE GEGEVENS
3-1. Locatie van label met serienummer en technische gegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens staan voor dit product op het achterpaneel. Gebruik het label met technische gegevens om de vereisten
voor de voeding en /of de nominale uitgangsbelasting te bepalen. Noteer het serienummer in de ruimte op de achterkaft van deze handleiding voor
later gebruik.
3-2. Technische gegevens van het apparaat
. Gebruik niet de informatie in de tabel met de technische gegevens van het apparaat om vereisten ten aanzien van de elektra te bepalen. Zie de
Hoofdstukken 4-14 en 4-15 voor informatie over het aansluiten van de voeding.
. Deze apparatuur genereert nominale uitgangsbelasting bij een omgevingstemperatuur van maximaal 405C (1045F).
Voeding Nominale
uitgangs
belasting
Spannings
bereik in de
CVkeuze
stand
Bereik
stroomsterkte in
CCkeuzestand
(constante
stroom)
Max.
open
spanning
Ingangsstroom (effectieve waarde) bij
nominale belasting, 50/60 Hz driefasen,
uitgangsspanning volgens NEMA en
klasse Ibeschermingsgraad
kVA kW
230 V 380 V 400 V 460 V
Driefasen 350 A bij 34 V
DC, 60% in-
schakelduur
1038 V 5425 A 75 V DC 36,1 22,3 20,6 17,8 14,2 13,6
* Zie hoofdstuk 3-5 voor de inschakelduur.
3-3. Afmetingen en gewicht
. De totaalafmetingen (A, B en C) zijn inclusief het hefoog, de handvatten, het bevestigingsmateriaal, enz.
A. Lasstroombron
Afmetingen
956172246_3-A
A 597 mm (23,5 inch)
B 349 mm (133/4 inch)
C 560 mm (22 inch)
D 521 mm (20,5 inch)
E 25,3 mm (1 inch)
F 298,5 mm (113/4 inch)
G 12,7 mm (0,5 inch)
Gewicht
52,5 kg (115,7 lb)
B. Lasstroombron met wagen en koeler
Afmetingen
956172246_4-A
A 1510 mm (59,5 inch)
B 810 mm (31,9 inch)
C 1110 mm (43,7 inch)
Gewicht
130 kg (287 lb)
OM-274462 Pagina 11
3-4. Omstandigheden gebruik en opslag
A. IPgraad
IPgraad
IP23S
Deze apparatuur is gemaakt voor buitengebruik. Het kan worden opgeslagen, maar het is niet bedoeld om buiten te worden gebruikt om te
lassen tijdens neerslag, tenzij onder een afdak.
IP23S 201406
B. Temperatuurspecificaties
Temperatuurbereik tijdens werking Temperatuurbereik tijdens opslag
14 tot 104F (10 tot 40C) 4 tot 131F (20 tot 55C)
Temp_2016- 07
C. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bestemd voor gebruik in residentiële locaties waar de elektrische voeding wordt geleverd door
middel van het openbare laagspanningsnet. Elektromagnetische compatibiliteit in deze locaties is mogelijk problematisch door
geleide en uitgestraalde storingen.
Deze apparatuur voldoet aan IEC61000-3-11 en IEC 61000312 en kan worden aangesloten op openbare laagspanningsnetten op voorwaarde
dat dit net op het gemeenschappelijk koppelpunt een impedantie Z
max
heeft van minder dan 183 mW (of het kortsluitvermogen S
sc
groter is dan
873.042,200 VA). Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of gebruiker van de apparatuur om, zo nodig door raadpleging van de
netwerkbeheerder, zeker te stellen dat de systeemimpedantie aan de eisen voldoet.
ce-emc 1 2014-07
. De correctiefactor op het koelvermogen bij een omgevingstemperatuur van 405C (1045F) is 0,625.
Aantekeningen
OM-274462 Pagina 12
6 minuten lassen 4 minuten rust
3-5. Inschakelduur en oververhitting
De inschakelduur is het
percentage van 10 minuten
dat het apparaat kan lassen
met nominaal vermogen
zonder oververhit te raken.
Als het apparaat oververhit
raakt, dan stopt de werking,
verschijnt er een
Helpmelding en is de
koelventilator actief. Wacht
vijftien minuten om het
apparaat te laten afkoelen.
Verminder vóór het lassen de
stroomsterkte of spanning of
de inschakelduur.
LET OP Door
overschrijding van de
inschakelduur kan het
apparaat beschadigen en
daarmee komt de garantie te
vervallen.
60% inschakelduur
Oververhitting
0
15
A of V
OF
verkort de inschakelduur
Minuten
Ref. 219 523-A
% INSCHAKELDUUR
DRIEFASEN
BEDIENING
Aantekeningen
OM-274462 Pagina 13
3-6. StroomSpanninggrafieklijnen
217 836-A/217 837-B
StroomSpanninggrafieklijnen
tonen de minimale en maximale
outputmogelijkheden voor
spanning en stroomsterkte van
lasstroombronnen. Grafieklijnen
van andere instellingen vallen
tussen de getoonde grafieklijnen.
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 100 200 300 400 500
50%
75%
100 %
25%
0%
STROOMSTERKTE
VOLT
A. CCkeuzestand
TIG
MAX
“BEKLEDEELEKTRODE”
LASSEN MAX
“BEKLEDEELEKTRODE”
LASSEN 80A
BOOGREGELING
TIG
MIN
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 100 200 300 400 500
VOLT
B. CVkeuzestand
STROOMSTERKTE
MAX
MIN
Aantekeningen
OM-274462 Pagina 14
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE
! Mogelijk is een speciale installatie
nodig, wanneer er benzine of
vluchtige vloeistoffen aanwezig
zijn zie het Amerikaanse NEC
Article 511 (National Electrical
Code) of het Canadese CEC
hoofdstuk 20 (Canadian Electrical
Code) en equivalente Europese
voorschriften.
1 Hijsoog
2 Hefvorken
Gebruik het hijsoog of hefvorken om het
apparaat te verplaatsen.
Let bij het gebruik van hefvorken op dat ze
lang genoeg zijn om tot aan de andere kant
van het apparaat uit te steken, zodat het
apparaat volledig ondersteund wordt.
3 Werkschakelaar
Plaats het apparaat in de buurt van een
juiste netaansluiting.
4-1. Een locatie selecteren
3
460 mm
(18 inch)
460 mm
(18 inch)
OF
1
2
Verplaatsing
Locatie en luchtstroom
loc_large 2015-04
! Verplaats of bedien het
apparaat niet waar het kan
kantelen.
Aantekeningen
OM-274462 Pagina 15
4-2. Keuze van kabeldiameters*
LET OP De totale kabellengte in lascircuit (zie onderstaande tabel) is de totale lengte van beide laskabels. Als de stroombron bijvoorbeeld 30 m
van het werkstuk staat, dan is de totale kabellengte in het lascircuit 60 m (2 kabels x 30 m). Gebruik de kolom voor 60 m om de kabelafmeting te
bepalen.
Laskabeldikte** en totale lengte van de kabel (koper) in de lasstroomkring
Niet langer dan***
30 m (100 ft) of minder
45 m (150
ft)
60 m (200 ft)
70 m (250
ft)
90 m (300
ft)
105 m (350
ft)
120 m (400
ft)
Las-
stroomst
erkte
1060%
In-
schakeld-
uur
mm
2
(AWG)
60100%
In-
schakeld-
uur
mm
2
(AWG)
10100% Inschakelduur
mm
2
(AWG)
100 20 (4) 20 (4) 20 (4) 30 (3) 35 (2) 50 (1) 60 (1/0) 60 (1/0)
150 30 (3) 30 (3) 35 (2) 50 (1) 60 (1/0) 70 (2/0) 95 (3/0) 95 (3/0)
200 30 (3) 35 (2) 50 (1) 60 (1/0) 70 (2/0) 95 (3/0) 120 (4/0) 120 (4/0)
250 35 (2) 50 (1) 60 (1/0) 70 (2/0) 95 (3/0) 120 (4/0) 2x70 (2x2/0) 2x70 (2x2/0)
300 50 (1) 60 (1/0) 70 (2/0) 95 (3/0) 120 (4/0) 2x70 (2x2/0) 2x95 (2x3/0) 2x95 (2x3/0)
350 60 (1/0) 70 (2/0) 95 (3/0) 120 (4/0) 2x70 (2x2/0) 2x95 (2x3/0) 2x95 (2x3/0) 2x120 (2x4/0)
400 60 (1/0) 70 (2/0) 95 (3/0) 120 (4/0) 2x70 (2x2/0) 2x95 (2x3/0) 2x120 (2x4/0) 2x120 (2x4/0)
500 70 (2/0) 95 (3/0) 120 (4/0) 2x70 (2x2/0) 2x95 (2x3/0) 2x120 (2x4/0) 3x95 (3x3/0) 3x95 (3x3/0)
600 95 (3/0) 120 (4/0) 2x70 (2x2/0) 2x95 (2x3/0) 2x120 (2x4/0) 3x95 (3x3/0) 3x120 (3x4/0) 3x120 (3x4/0)
* Deze grafiek is een algemene richtlijn en is mogelijk niet geschikt voor alle toepassingen. Gebruik een kabel die een maat groter is als de
kabel oververhit raakt.
**De laskabeldikte is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 circular mils per ampère.
***Raadpleeg voor afstanden die langer zijn dan de afstanden in deze gids een vertegenwoordiger van de fabriek. Milan Ref. S-0007-L 201502
4-3. Klemmen voor lasuitgangsvermogen
! Schakel apparaat uit voordat men
de laskabels aansluit op de
lasuitgangsklemmen.
! Gebruik geen versleten,
beschadigde, te dunne of
herstelde kabels.
1 Positieve (+) klem lasuitgang
2 Negatieve () klem lasuitgang
1
2
Ref. 956172246_14-A
OM-274462 Pagina 16
4-4. Informatie over de 14pens stekkerdoos
AJ
B
K
I
C
L
NH
D
M
G
E
F
Stekker-
bussen*
Informatie over stekkerbussen
24 volt AC
A 24 volt AC Beschermd door extra beveiliging CB2.
B Verbinding met contact A activeert het uit-
gangsvermogen van 24 volt AC.
REGELING
DOOR
AFSTANDS
BEDIENING
C Uitgangsspanning naar afstandsbediening: 0 tot
+10 volt DC, +10 volt DC in MIGkeuzestand.
D Massa van de afstandsbediening.
E 0 tot + 10 volt DC inkomend stuursignaal vanaf
afstandsbediening.
A/V
STROOMST
ERKTE
SPANNING
F Stroomterugkoppeling; +1 volt DC per 100 lasam-
père.
H Terugkoppeling spanning; +1 volt DC per 10 las-
volt.
GND
G Nulleiding voor 24 volt en 115 volt AC circuits.
K Massa van behuizing.
*De overige contacten worden niet gebruikt.
1 115 V AC duplex stekkerdoos
10 Amp.
2 Extra beveiliging CB1
3 Extra beveiliging CB2
CB1 beveiligt de duplex
stekkerdoos tegen overbelasting.
CB2 beveiligt de 24 volt AC van de
14pens stekkerdoos en de XMS
MPa koeler tegen overbelasting.
Druk op de knop om de beschermer
weer op de beginstand te zetten.
1
4-5. 115 volt AC duplex stekkerdoos en bijhorende beveiligingen
956172246_5-A
2
3
OM-274462 Pagina 17
4-6. Optionele gasklepbediening en beschermgasaansluiting
Bevestig de gasfles met een ketting
aan het wielonderstel, de wand of een
andere vaste ondersteuning, zodat de
cilinder niet kan vallen en de kraan kan
afbreken.
1 Cilinder
2 Drukregelaar/gasstromingsmeter
Installeer deze zodanig dat de
voorzijde verticaal zit.
3 Aansluiting gasslang
Aansluiting heeft een 5/818
rechtsdraaiende schroefdraad. Plaats
de gasslang.
4 Aansluiting voor gas in
5 Aansluiting voor gas uit
De aansluitingen voor gas in en gas uit
hebben 5/8-18 rechtsdraaiende
schroefdraden. Schaf een slang aan
van het juiste formaat, type en lengte
en sluit deze als volgt aan:
Sluit de slang vanaf de
gasdrukregelaar/flowmeter van de
beschermgastoevoer aan op de
’gasin’fitting.
Sluit de slangkoppeling aan op de
toorts. Sluit een uiteinde van de
gasslang aan op de slangkoppeling.
Sluit het andere uiteinde van de
gasslang aan op de aansluiting voor
gas uit.
Bediening
De gasklep regelt de gasstroom tijdens
het TIGproces als volgt:
Afstandsbediend TIG
De gasstroom start met de
afstandsbediende contactor aan.
De gasstroom stopt aan het einde van
de gasnastroom als er lasstroom werd
gedetecteerd, of met de
afstandsbediende contactor uit als er
geen lasstroom werd gedetecteerd.
LiftArcTIG met trekkerhoudfunctie
De gasstroom start wanneer de
uitvoerschakelaar wordt ingedrukt.
De gasstroom stopt aan het einde van
de gasnastroom.
TIGlassen met strijkstart
De gasstroom start wanneer er
lasstroom wordt gedetecteerd.
De gasstroom stopt aan het einde van
de gasnastroom.
De nastroomtijd is in de fabriek
ingesteld op 5 seconden per 100 A
lasstroom. De minimale nastroomtijd is
5 seconden. De maximale nastroomtijd
is 20 seconden (nagasinstellingen
kunnen niet door de eindgebruiker
worden aangepast).
. Bij gebruik van een
draadaanvoerunit moet de
gastoevoer direct op de
aansluiting Gasin op de
draadaanvoerunit worden
aangesloten.
3
1
2
5
956172246_6-A
Benodigd gereedschap:
17 mm
4
OM-274462 Pagina 18
4-7. Aansluitingen koeler
1 115 V 10 A AC stekkerdoos
2 115 VAC snoer
Levert 115 V AC voeding voor de
koeler.
37pens snoer (zie
hoofdstuk 4-8)
Levert 23 VAC om de koeler te
activeren, controleert of de
vloeistofstroom en de koeler
aanwezig zijn.
956172246_7-A
1
2
3
4-8. Informatie over de 8pens stekkerdoos
956172246_8-B
REMOTE 7PE
N
Stekker-
bussen*
Informatie over stekkerbussen
23 VAC
(ACTIVERING
VAN KOELER)
B 23 VAC
C 23 VAC com
STROOM
SCHAKELAAR
(AANWEZIG
HEID VAN
VLOEISTOF
STROOM)
A Flowmeter 1
D Flowmeter 2
KOELER
AANWEZIG
(JA/NEE)
E Koeler aanwezig 1
F Koeler aanwezig 2
*De overige contacten worden niet gebruikt.
OM-274462 Pagina 19
4-9. Aansluitingen draadaanvoerunit
1 Gascilinder (zie hoofdstuk 4-6)
2 Gasaansluiting (zie
hoofdstuk 4-6)
3 Draadaanvoerunit
. De lasstroombron kan alleen
worden gebruikt met de
XMS 425 draadaanvoerunit.
46pens snoer (zie hoofdstuk 4-8)
Levert 23 VAC om de
draadaanvoerunit en de
CANbussignaaloverdracht aan het
aanvoerapparaat te voeden.
5 Kabel, positief
Aansluiten op de klemmen van de
lasuitgangen voor MIGlassen op
het achterpaneel van de
lasstroombron.
6 Aansluitingen
Waterin/Wateruit
Aansluiten op snelaansluitingen
voor waterin/wateruit op het
achterpaneel van de koeler.
7 Lasstroombron
8 Koeler
956172246_9-A
1
2
3
Benodigd gereedschap:
17 mm
4
5
6
7
8
4
5
6
4-10. Informatie over de 6pens stekkerdoos
956172246_10-A
REMOTE 6PE
N
Stekker-
bussen*
Informatie over stekkerbussen
23 VAC
(VOEDING
VAN
DRAADAAN
VOERUNIT)
A 23 VAC
B 23 VAC com
CANBUS
SIGNALEN
(COMMUNI
CATIE MET
DRAADAAN
VOERUNIT)
D CH-L
E CH-H
F CH-GND
*De overige contacten worden niet gebruikt.
OM-274462 Pagina 20
4-11. TIGaansluitingen
1 Positieve klem lasuitgang
Sluit de werkstukkabel aan op de
positieve klem lasuitgang.
2 Negatieve klem lasuitgang
Sluit de TIG toorts aan op de
negatieve klem lasuitgang.
3 Aansluiting voor gas uit
Sluit de gasslang voor de toorts aan
op de aansluiting voor gas uit.
414polige stekkerdoos voor
afstandsbediening
Indien gewenst,de
afstandsbediening aansluiten op
de afstandsbediende 14pens
stekkerdoos (zie hoofdstuk 4-4).
5 Aansluiting gasinvoer
Sluit de gasslang van de
gastoevoer aan op de
gasinvoerfitting (zie hoofdstuk 4-6).
956172246_11-A
1
2
3
Benodigd gereedschap:
17 mm
4
5
OM-274462 Pagina 21
4-12. Aansluitingen voor beklede elektrodelassen
1 Positieve klem lasuitgang
Sluit de elektrodehouder aan op de
positieve klem lasuitgang.
2 Negatieve klem lasuitgang
Sluit de werkstukkabel aan op de
negatieve klem lasuitgang.
314polige stekkerdoos voor
afstandsbediening
Indien gewenst,de
afstandsbediening aansluiten op
de afstandsbediende 14pens
stekkerdoos (zie hoofdstuk 4-4).
956172246_12-A
1
2
3
OM-274462 Pagina 22
4-13. MIGaansluitingen
1 Koeler
2 Lasstroombron
3 Draadaanvoerunit
4 Gascilinder
5 Gasslang
Aansluiten op gasaansluiting op
achterzijde van draadaanvoerunit.
6 Kabel van draadaanvoerunit
Zie hoofdstuk 4-9.
7 Laspistool
Aansluiten op lastoortsconnector
op draadaanvoerunit.
8 Werkstukkabel
Sluit de werkstukkabel aan op de
negatieve klem lasuitgang.
956172246_13-A
1
2
3
4
5
6
7
8
OM-274462 Pagina 23
4-14. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
Elec Serv 201701
LET OP INCORRECTE VOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. Fase naar grondspanning mag niet meer zijn dan +10% van de nominale
voedingsspanning.
LET OP De feitelijke voedingsspanning mag niet 10% minder zijn dan de minimale en/of 10% meer dan de maximale voedingsspanningen in de
tabel. Als de feitelijke voedingsspanning buiten dit bereik valt, dan kan de werking uitblijven.
Het niet naleven van de aanbevelingen in deze servicehandleiding voor elektra kan leiden tot een elektrische schok of tot brandgevaar.
Deze aanbevelingen zijn voor een speciaal circuit dat afgestemd is op de nominale uitgangsbelasting en de inschakelduur van de
lasstroombron.
In installaties van speciale circuits, mogen de stekkerdoos of de geleidingswaarden volgens de National Electrical Code (NEC) minder
zijn dan de waarde van de circuitbeveiliging. Alle onderdelen van het circuit moeten fysiek geschikt zijn. Zie NECartikelen 210.21,
630.11, en 630.12.
60 Hz driefasen
Voedingsspanning (V) 230 380 400 460
Nominale maximale aanvoerstroom I
1max
(A) 47,0 27,6 26,8 22,8
Maximale effectieve aanvoerstroom I
1eff
(A) 28,8 17,3 16,3 14,0
Maximaal aanbevolen standaardzekeringklasse in ampères
1
Tijdvertragingszekeringen
2
40 25 25 20
Normale zekeringen
3
50 30 30 25
Min. afmeting ingangsgeleider in AWG (mm
2
)
4
10 (6) 12 (4) 12 (4) 14 (2,5)
Max. aanbevolen lengte ingangsgeleider in meter 96 (29) 158 (48) 175 (53) 150 (46)
Min. afmeting aardedraad in AWG (mm
2)
4
10 (6) 12 (4) 12 (4) 14 (2,5)
Referentie: 2017 National Electrical Code (NEC) (inclusief artikel 630)
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met
tijd/stroomgrafieklijnen die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.
2 De tijdvertragingszekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL 248.
3 De normale zekeringen (algemeen gebruik geen opzettelijke vertraging) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).
4 De geleidergegevens in dit hoofdstuk hebben betrekking op het geleiderformaat (exclusief flexibel snoer of kabel) tussen de zekeringkast en de
apparatuur conform NECtabel 310.15(B)(16). Ze zijn gebaseerd op de toegestane maximale stroomsterkte van geïsoleerde koperen geleiders met
een temperatuurkwalificatie van 75C met niet meer dan drie enkele stroomdragende geleiders in een doorstroomsysteem. Als een flexibele snoer of
kabel gebruikt wordt, dan kan de minimale geleidingsdikte toenemen. Zie NEC Tabel 400.5(A) voor vereisten aan flexibele snoeren en kabels.
Aantekeningen
OM-274462 Pagina 24
4-15. De 3fasen voeding aansluiten
Input2 201205 Ref. 956172246_1-A
Benodigd gereedschap:
1
= GND/PE veiligheidsaarde
L1
2
1
L2
L3
3
3
4
5
6
7
OM-274462 Pagina 25
Input2 201205
! De installatie moet voldoen aan alle
nationale en lokale regels en
voorschriften alleen daartoe
bevoegde personen mogen deze
installatie uitvoeren.
! Ontkoppel en vergrendel de voeding
voordat u de ingangsgeleiders van de
unit aansluit. Volg de bestaande
procedures ten aanzien van het
installeren en vergrendelen van
lockout/tagoutmaatregelen.
! Sluit altijd eerst de groene of
groengele geleider aan op een
aardeklem en nooit op een
faseaansluitklem.
LET OP Het Auto-Line circuit in dit apparaat
stelt de stroombron automatisch in op de
primaire spanning die wordt toegepast.
Controleer de voedingsspanning die op de
werkplek beschikbaar is. Dit apparaat kan
worden aangesloten op elke voeding tussen
208 en 575 VAC zonder de kap te hoeven
verwijderen om de stroombron opnieuw te
koppelen.
Kijk op het label met technische gegevens op
het apparaat voor de voedingsspanning en
controleer de aansluitspanning die op de
werkplek beschikbaar is.
Voor driefasenbediening
1 Voedingskabel.
2 Werkschakelaar (schakelaar getoond in
de UITstand)
3 Groene of groengele aardedraad
4 Aardeklem van werkschakelaar
5 Ingangsgeleiders (L1, L2 en L3)
6 Netaansluitklemmen van
werkschakelaar
Sluit eerst de groene of groengele geleider
aan op de aardeklem van de werkschakelaar.
Sluit de ingangsgeleiders L1, L2 en L3 aan op
de netaansluitklemmen van de
werkschakelaar.
7 Beveiliging tegen overbelasting
Selecteer het type en de maat van de
maximale stroombeveiliging aan de hand van
Hoofdstuk 4-14 (afgebeeld: gezekerde
werkschakelaar).
Sluit en vergrendel de deur op de
werkschakelaar. Volg de gangbare
procedures voor wat betreft
vergrendeling/uitschakeling bij het in gebruik
nemen van de unit.
4-15. Aansluiten op driefasenvoeding (vervolg)
Aantekeningen
Werk als een
professional!
Professionals lassen
en snijden veilig.
Lees de
veiligheidsvoor-
schriften aan
het begin van
deze handleiding.
OM-274462 Pagina 26
HOOFDSTUK 5 BEDIENING
5-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel
1 Aanuitschakelaar
Gebruik deze schakelaar om het apparaat
aan en uit te zetten.
2 Automatische zekering CB1
Zie hoofdstuk 4-5.
3 Automatische zekering CB2
Zie hoofdstuk 4-5.
4 115V 10A AC stekkerdoos
Zie hoofdstuk 4-5.
5 6-pens paneelstekkerdoos
Zie hoofdstuk 4-10.
6 MIG Positieve klem lasuitgang
7 Aansluiting gasin
8 7-pens paneelstekkerdoos
Zie hoofdstuk 4-8.
914pens paneelstekkerdoos
Zie hoofdstuk 4-4.
10 TIG/Beklede elektrode/Positieve klem
lasuitgang
11 Aansluiting voor gas uit
12 Negatieve klem lasuitgang
13 Indicatorlampje lasuitgangsvermogen
(blauw ledlampje)
Brandt wanneer het uitgangsvermogen is
ingeschakeld.
14 Stroomingeschakeldlampje (witte
LED)
Brandt wanneer het ingangsvermogen is
ingeschakeld.
15 Hogetemperatuurlampje (geel
ledlampje)
Gaat branden als het apparaat overhit raakt.
Lassen kan worden hervat wanneer het
apparaat is afgekoeld (zie hoofdstuk 3-5).
2
3
4
5
7
6
1
956172246_14-A
Achterzijde van machine
Voorzijde van machine
8
9
10
11
12
13
14
15
OM-274462 Pagina 27
5-2. LiftArcTIG met trekkerhoudfunctie
1 TIGelektrode
2 Werkstuk
. Vereisten voor procedure:
Startvolgorde:
Raak met de wolfraamelektrode
het werkstuk aan bij het
beginpunt.
Druk de uitvoerschakelaar heel
even in.
Laat de elektrode langzaam
omhoog komen. Er ontstaat een
boog wanneer de elektrode
omhoog komt.
Om te stoppen met lassen moet
u de uitvoerschakelaar heel
even indrukken, waarna de
uitvoer wordt uitgeschakeld.
Opmerking: als de
uitvoerschakelaar heel even
wordt ingedrukt en het wolfraam
raakt het werkstuk niet:
Het te lassen object niet met het
wolfraam aanraken.
De uitvoer wordt na 3 seconden
uitgeschakeld.
De startvolgorde is voorbij.
1
”Aanraken”
NIET aanstrijken als een lucifer!
2
Ref. S-156 279
Regeling
12 seconden
5-3. Startprocedure met beklede elektrode
Start na keuze van “Beklede
elektrode” de boog als volgt:
1 Elektrode
2 Werkstuk
3 Boog
Strijk met de elektrode over het
werkstuk zoals met een lucifer, laat
de elektrode iets omhoog komen
nadat u het werkoppervlak hebt
aangeraakt. Als de elektrode te ver
omhoog kwam gaat de boog uit. Als
de elektrode aan het werkstuk blijft
plakken, geef er dan een snelle
draai aan om hem los te maken.
Beklede Elektrode met lage OCV
Het apparaat kan optioneel worden
geconfigureerd voor bediening bij
lage spanning in open circuit (OCV).
Wanneer het apparaat
geconfigureerd is voor bediening bij
lage OCV, is slechts een lage
detectiespanning (ongeveer 15
VDC) aanwezig tussen de elektrode
en het werkstuk voordat de
elektrode het werkstuk aanraakt.
Raadpleeg een door de fabrikant
erkende serviceagent voor
informatie over het configureren van
het apparaat voor
bekledeelektrodelassen bij lage
OCV.
1
2
3
OM-274462 Pagina 28
HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD & PROBLEMEN
VERHELPEN
6-1. Routineonderhoud
. Geef vaker een onderhoudsbeurt
als het apparaat zwaar belast wordt.
! Ontkoppel de netvoeding
voordat u onderhoud uitvoert.
3 maanden
Vervang
beschadigde
of onleesbare
labels
Vervang
toortsbehuizing
waar scheurtjes
in zitten
Repareer of
vervang
kapotte kabels
Repareer of
vervang kapotte
kabels en snoeren
Schoonmaken en
vastzetten van
lasaansluitingen
6 maanden
De binnenzijde
schoonblazen
6-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen
! Om het inwendige van het apparaat
schoon te blazen hoeft de behuizing er
niet eerst af.
U blaast de lucht door de ventilatieroosters aan
de voor en achterzijde. Zie de afbeelding.
956172246_1-A / Ref. 956172246_5-A
OM-274462 Pagina 29
6-3. Problemen oplossen
Probleem Oplossing
Geen lasuitgangsvermogen; apparaat
volledig inactief.
Zet de werkschakelaar op Aan (zie Hoofdstuk 4-15).
Controleer de netzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of reset de automatische zekering
(zie Hoofdstuk 4-15).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Hoofdstuk 4-15).
Geen lasuitgangsvermogen; meterdis-
play Aan.
De voedingsspanning is buiten het toegestane variatiebereik (zie Hoofdstuk 4-15 en 4-14).
Controleer, repareer of vervang de afstandsbediening.
Apparaat oververhit. Laat het apparaat afkoelen met de ventilator Aan (zie Hoofdstuk 3-5).
Onregelmatige of onjuiste lasuit-
gangsvermogen.
Gebruik een laskabel van de juiste dikte en type (zie Hoofdstuk 4-2).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
Controleer of de polariteit juist is.
Geen 115 volt AC uitgangsspanning bij
duplex stekkerdoos of de 14pens ste-
kkerdoos voor de afstandsbediening.
Reset extra beveiliging CB1 (zie Hoofdstuk 4-5).
Geen 24 volt AC uitgangsspanning bij
de 14pens stekkerdoos voor de
afstandsbediening.
Reset extra beveiliging CB2 (zie Hoofdstuk 4-5).
Aantekeningen
OM-274462 Pagina 30
HOOFDSTUK 7 ELEKTRISCH DIAGRAM
Afbeelding 7-1. Stroomkringschema
OM-274462 Pagina 31
956172195-B
OM-274462 Page 32
HOOFDSTUK 8 ONDERDELENLIJST
79
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
6061
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
4
42
91
51
75
56
86
84
83
87
76
78
956172246_15-B
Afbeelding 8.1. Montage van onderdelen
OM-274462 Page 33
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8.1. Montage van onderdelen
Quantity
1 213073 Seal, Lift Eye 1... ............... .. ..................................................
2 117031033 Wrapper 1... ............ .. ......................................................
3 PC1 274574 Circuit Card Assy, Control W/Prgm 1... ..... ..... .. ...............................
4 083147 Grommet, Scr No 8/10 Panel Hol 6... ............... .. ................................
5 216113 StandOff Support, PC Card .187 2... ................ .. ................................
6 212072 Bracket, Mtg Capacitor/PC Board 1... ............... .. ................................
7 C12, 13 245614 Capacitor, Elctlt 1800uF 500VDC 2... ... ... .. ................................
8 RC2 604176 Receptacle, 115V Duplex 1... ..... ..... .. .......................................
9 CB2 083432 Supplementary Pro, Man Reset 1P 10A 250VAC Frict 2... ..... ..... .. ..............
10 CB1 083432 Supplementary Pro, Man Reset 1P 2... ..... ..... .. ...............................
11 +116118185 Panel, Rear 1... ........... .. ...................................................
12 316029735 Nameplate, Rear 1... ............ .. ...............................................
13 217297 Cover, Receptacle Weatherproof 1... ............... .. ................................
14 156033034 Boot, Rubber 2... ............ .. ..................................................
15 219842 Label, Warning Input Connections 1... ............... .. ................................
16 215980 Bushing, Strain Relief .709/.98 1... ............... .. ...................................
17 244628 Cable, Power 12ft 8ga 4c (Non-stripped End) 1... ............... .. ......................
18 207895 Insulator, Switch Power 1... ............... .. .........................................
19 S1 056067291 Switch, Rotary 2 Posn 32A 690VAC 90 Deg 1... ...... .. .. .......................
20 156005197 Bracket, Mtg CE Filter Ground P 1... ............ .. .................................
21 PC4 229989 Circuit Card Assy, Filter 1... ..... ..... .. .........................................
22 056052013 Bracket, Mtg Filter Board 1... ............ .. .......................................
23 L5, L7 199122 Core,Toroidal .750 ID X 1.45 2... .... .... .. ....................................
24 218566 Gasket, Inductor Mounting E70 F 1... ............... .. ................................
25 L2 218018 Inductor, PreRegulator 1... ...... ...... .. .........................................
26 234126 Nut, Conduit 1.000 Npt Pld 1.6 1... ............... .. ...................................
27 057028129 Cable Kit, 7 Pin Rcpt Rear Gen 1... ............ .. ..................................
28 GSV 228036 Valve, 24VAC 1 Way 1... ..... ..... .. ...........................................
29 156120007 Windtunnel, RH 1... ............ .. ................................................
30 196330 Heat Sink, Power Module 1... ............... .. .......................................
31 L1 212091 Inductor, Input 1... ...... ...... .. .................................................
32 156011024 Plate, Mtg Toroid Xfmr & Golfare 1... ............ .. .................................
33 T2 270095 Xfmr, Control Toroidal 665 VAC 1... ...... ...... .. .................................
34 T1 212132 Xfmr, HF Litz/Litz W/Boost 1... ...... ...... .. ......................................
35 L3 212150 Inductor, Output 1... ...... ...... .. ...............................................
36 L4 218020 Inductor, Boost 1... ...... ...... .. ................................................
37 010546 Bushing, SnapIn Nyl .375 ID X 1... ............... .. ..................................
38 227746 Gasket, Inductor Mounting E55 F 1... ............... .. ................................
39 L6 131447 Core, Toroidal 1.332 ID X 1. 1... ...... ...... .. .....................................
40 227927 Label, Warning Electric Shock/Exploding PartsWdl 1... ............... .. ................
41 224516 Insulator, Side 2... ............... .. .................................................
42 216878 Panel, Side 2... ............... .. ...................................................
43 R3/C4 233052 Resistor/Capacitor 1... .... .... .. .............................................
44 HD1 182918 Transducer, Current 400A Module 1... ..... ..... .. ................................
45 056050166 Bus Bar, Output 1... ............ .. ...............................................
46 196355 Insulator, Screw 4... ............... .. ...............................................
47 156120008 Windtunnel, LH 1... ............ .. ................................................
48 211503 Insulator, Heat Sink 1... ................ .. ............................................
49 C5, 6, 7 233668 Capacitor Assy, W/Plug & Leads 1... ... ... .. ................................
50 170647 Bushing, SnapIn Nyl 1.312 ID X 1... ............... .. ................................
51 179276 Bushing, SnapIn Nyl 1.000 ID X 3... ............... .. ................................
52 225097 Heat Sink, LH Rect 1... ............... .. .............................................
53 057028128 Cable Kit, 14 Pin Rcpt Front Gen 1... ............ .. .................................
54 FM1 196313 Fan, Muffin 115V 50/60Hz 3000 R 1... ..... ..... .. ................................
55 116006136 Base 1... ............ .. .........................................................
+Als u een onderdeel bestelt waarop een waarschuwingslabel staat, moet u dit label ook bestellen.
VERMELD ALTIJD HET MODEL EN SERIENUMMER ALS U VERVANGENDE ONDERDELEN BESTELT.
OM-274462 Page 34
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8.1. Montage van onderdelen
Quantity
56 261556 Kit, Input/PreRegulator And Inverter Module (Includes) 1... ............... .. .............
Mod 1, Skiip 83 Hec 1.................................. ..........................................
Mod 2, Skiip 83 Ec 1.................................. ...........................................
57 RM1 205751 Module, Power Resistor W/Plug 1... ..... ..... .. .................................
58 219335 Label, Warning Electric Shock C 2... ............... .. .................................
59 153403 Bushing, SnapIn Nyl .750 ID X 2... ............... .. ..................................
60 PC2 +224661 Circuit Card Assy, Power Interconnect 1... ..... .... .. ............................
61 RT2 199798 Thermistor, Ntc 30k Ohm @ 2 1... ..... ..... .. ...................................
62 219472 Bracket, Mtg Capacitor Series 1... ............... .. ...................................
63 C15 196143 Capacitor, Polyp Met Film 16. 1... ..... ..... .. ...................................
64 CT1 196231 Xmfr, Current Sensing 200/1 1... ..... ..... .. ....................................
65 199840 Bus Bar, Diode 2... ............... .. ................................................
66 C8 219191 Capacitor, Polyp Film .001 1... ..... ..... .. ......................................
67 SR1 201530 Kit, Diode Fast Recovery Bridge 1... ..... ..... .. .................................
68 D1, D2 201531 Kit, Diode Power Module 2... .... .... .. ........................................
69 RT1 219343 Thermistor, Ntc 30k Ohm @ 2 1... ..... ..... .. ...................................
70 CR1 198549 Relay, Encl 24VDC Spst 35A/300 1... ..... ..... .. ................................
71 213053 Panel, Louver Cover 1... ............... .. ...........................................
72 213051 Plastic, Upper 1... ............... .. .................................................
73 316029734 Nameplate, Front, Connection 1... ............ .. ...................................
74 316029733 Nameplate, Front 1... ............ .. ..............................................
75 188192 Receptacle, Panel Mount Male Ga 1... ............... .. ...............................
76 208968 Rcpt, Tw Lk Insul W/O Ring 3... ............... .. ....................................
77 186228 ORing, 0.739 ID X 0.070 H 2... ............... .. .....................................
78 185712 Insulator, Bulkhead Front 3... ............... .. .......................................
79 185718 ORing, 0.989 ID X 0.070 H 3... ............... .. .....................................
80 116118184 Panel, Front 1... ............ .. ...................................................
81 PC3 057084206 Process Control Board 1... ..... .. .. ..........................................
82 PC5 057084205 Front Panel LED Board 1... ..... .. .. .........................................
83 185713 Insulator, Bulkhead Rear 3... ............... .. ........................................
84 185714 Washer, Tooth 22mm ID X 31.5mm OD 3... ............... .. ...........................
85 178548 Terminal, Connector Friction 2... ............... .. .....................................
86 185717 Nut, M201,5 1.00hex .19h Brs L 3... ............... .. ................................
87 156005146 Corner Seal, Plastic 2... ............ .. ............................................
88 057028130 Cable Kit, 6 Pin Rcpt Rear Gen 1... ............ .. ..................................
89 220805 Nut, 750-14 Nps 1.48 Hex .41 H Nyl 1... ............... .. ..............................
90 316029736 Nameplate, Rear Connection 1... ............ .. ....................................
91 058066057 Gas Connection, Kit 1... ............ .. ............................................
92 057014150 Cable, Ground Clamp, 400A, L. 3mt 1... ............ .. ..............................
93 028066298 Connector Kit, 2 Plug, 70 Mm 1... ............ .. ....................................
+Als u een onderdeel bestelt waarop een waarschuwingslabel staat, moet u dit label ook bestellen.
VERMELD ALTIJD HET MODEL EN SERIENUMMER ALS U VERVANGENDE ONDERDELEN BESTELT.
Geldig vanaf 1 januari 2017
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MH” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder
andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE Afhankelijk van de onderstaande
bepalingen en voorwaarden garandeert ITW Weldiing
Products Italy S.r.l., zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller
installaties die verkocht zijn na de geldende datum van deze
beperkte garantie geen materiaal- en/of fabricagefouten
hebben. DEZE GARANTIE VERVANGT UITDRUKKELIJK
ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET OF IMPLICIET,
VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle
onderdelen of componenten die niet meer functioneren door
dergelijke fabricage- en materiaalfouten met garantie repare-
ren of vervangen. Miller moet binnen dertig (30) dagen schrif-
telijk op de hoogte worden gebracht van een dergelijke fout of
storing, waarop Miller instructies zal geven over de garantie-
claim-procedure die hierop volgt. Wanneer een melding wordt
ingediend als een online garantieclaim, moet de claim een ge-
detailleerde omschrijving bevatten van de storing en de
stappen die zijn genomen om de defecte onderdelen en de
oorzaak van het defect te identificeren.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperi-
ode zal MILLER garantiesclaims toestaan op installaties met
garantie die hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden
gelden vanaf de dag dat de installatie geleverd werd aan de
oorspronkelijke kleinhandelkoper, of één jaar nadat een in-
stallatie naar een Europese distributeur gezonden is, of twaalf
maanden nadat de installatie naar een internationaal dis-
tributeur gezonden is.
1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon
* De thyristoren, diodes en afzonderlijke gelijkrichtmo-
dules in de originele hoofdstroom gelijkrichters met
uitzondering van de STR, SI, STi, STH en MPi series.
2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon
* Lasaggregaten met aandrijfmotor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte
garantie, bij de fabrikant van de motor.)
* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)
* Procesbeheersingsapparatuur
* Semiautomatische en automatische draadaanvoer-
eenheden
* Transformator/gelijkrichterstroombronnen
3. 2 jaar — op onderdelen
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(geen arbeidsloon)
* Migmatic 175
* HF Units
4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders aan-
gegeven
* Automatisch bewegende apparatuur
* Inbouwopties
(OPMERKING: Inbouwopties zijn gedekt onder
True Blue) voor de resterende garantieperiode
van het product waarin ze in geïnstalleerd zijn, of
voor een minimum van één jaar — afhankelijk van
welke van de twee het langste duurt.)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
en elektronische regelapparatuur/recorders
* Motoraangedreven laspistolen (m.u.v. de Spoolmate
laspistolen)
* Positionerings en regelapparatuur
* Powered Air Purifying Respirator (PAPR) de venti-
latorunit (geen arbeidsloon)
* Rekken
* Wielonderstellen en trailers
* Onderpoederdekdraadaanvoersystemen
* Waterkoelsystemen
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Kabels en dekens voor inductieverwarming
* MIGpistolen
* Afstandsbedieningen
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Spoolmate pistolen
* Kabels en niet-elektronische regelingen
Millers True Blue beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars, koolborstels, schakelaars,
sleepringen, relais of andere onderdelen die niet
meer goed werken als gevolg van normale slijtage.
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd
door anderen, zoals motoren of handelsaccessoires.
Deze onderdelen vallen onder de eventuele garanties
door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door
andere partijen dan Miller, of installaties die onjuist
geïnstalleerd of verkeerd gebruikt zijn volgens industrie-
richtlijnen, of installaties die geen redelijk en noodzake-
lijk onderhoud hebben gehad, of installaties die gebruikt
zijn voor andere dan de aangegeven toepassingen voor
de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP
EN GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE
GEBRUIKERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN
ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDER-
HOUD VAN LASINSTALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,
zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of
(2) vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan
in bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of
vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of
(4) krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij
het retourneren van de goederen op risico en kosten van de
klant. Millers optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn
(met inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de
fabriek in ITW Welding Products Group Europe of f.o.b. naar
een door Miller goedgekeurd onderhoudsbedrijf zoals
bepaald is door Miller. Daarom zal er geen compensatie of
terugbetaling voor transportkosten worden toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN
ANDERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN
DEGENE DIE HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL
MILLER CONTRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD,
OF ANDERSZINS, AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR
RECHTSTREEKSE, ONRECHTSTREEKSE, BIJZONDE-
RE, INCIDENTELE, OF GEVOLGSCHADE (HIERIN
BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE
GEREEDSCHAP DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT,
ELKE UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET
VOORZIEN IS, EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF
VERKLARING M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP
GROND VAN CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT
ONRECHTMATIGE DAAD, OF DAT, WARE DEZE
BEPALING NIET OPGENOMEN, IMPLICIET, VAN
RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE OF NAAR
AANLEIDING VAN DE CONCRETE OMSTANDIGHEDEN
VAN DE TRANSACTIE ZOU VOORTVLOEIEN UIT GELIJK
WELKE ANDERE RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN
ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T.
VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Deze originele garantie is in Engelse juridische begrippen ge-
schreven. Bij klachten of onenigheid heeft de betekenis van
de woorden in het Engels voorrang.
milan_warr_dut201701
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. 2017 Miller Electric Mfg. Co 2017-01
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
Volledig invullen en goed bewaren a.u.b.
Eigendomspapieren
ITW Welding Italy S.r.l.
Via Privata Iseo, 6/E
20098 San Giuliano
Milanese, Italy
Tel: 39 (0) 2982901
Fax: 39 (0) 298290-203
email: miller@itwwelding.it
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Handleiding
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Service
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens transport.
Neem contact op met de transportafdeling van uw distribu-
teur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het
indienen en afhandelen van schadeclaims.
Neem contact op met een distributeur of servicebedrijf
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Miller XMS 425 MPA CE de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor