Miller XMT 350 C de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Lasstroombron
XMT 350 CC/CV
Auto-Line CE
OM-233 865Q/dut
201507
Processen
Beschrijving
Multiproces Lassen
www.MillerWelds.com
HANDLEIDING
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan
de slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om
het anders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn
producten lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u
nu konden zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De
producten van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten
gewoon het allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verko-
pen die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service
te bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die
in 1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te bescher-
men tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor ge-
zorgd, dat u de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij
Miller kunt u rekenen op jarenlange betrouwbare service en goed onder-
houd. En mocht uw apparatuur om wat voor reden dan ook ooit moeten
worden gerepareerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud & Storin-
gen precies nagaan wat het probleem is. Aan de hand van de onderdelen-
lijst kunt u bepalen welk onderdeel u precies nodig hebt om het pro-
bleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie en de onderhoudsinformatie
voor uw specifieke model bijgesloten.
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie over
de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en
afzonderlijke productleaflets voor u.
Elke krachtbron van
Miller gaat vergezeld
de meest probleemlo-
ze garantie in onze
bedrijfstak u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES 7...............................................................
2-1. Meer veiligheidssymbolen en definities 7..................................................
2-2. Diverse symbolen en definities 9.........................................................
HOOFDSTUK 3 TECHNISCHE GEGEVENS 10..................................................
3-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens 10..............................
3-2. Technische gegevens 10.................................................................
3-3. Afmetingen en gewicht 10................................................................
3-4. Omstandigheden gebruik en opslag 10.....................................................
3-5. Inschakelduur en oververhitting 12........................................................
3-6. Stroom-spanningscurves 13..............................................................
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE 14..............................................................
4-1. Een locatie kiezen 14....................................................................
4-2. Keuze van kabeldiameters* 15............................................................
4-3. Klemmen lasuitgangen 15................................................................
4-4. Informatie over de 14-pin contrastekker 16..................................................
4-5. 115 V/AC duplex contrastekker en bijhorende beveiligingen 16.................................
4-6. Optionele gasklepbediening en beschermgasaansluiting 17....................................
4-7. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud 18...............................................
4-8. Aansluiten van driefasen netvoeding 20....................................................
HOOFDSTUK 5 WERKING 22.................................................................
5-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel 22...................................................
5-2. Meterfuncties 23........................................................................
5-3. Functie-instellingen op de schakelaar 23...................................................
5-4. TIG-booglassen met ingedrukte trekker 24..................................................
5-5. Startprocedure vuldraad (Stick) 24........................................................
HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD EN STORINGEN VERHELPEN 25.................................
6-1. Routineonderhoud 25...................................................................
6-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen 25...........................................
6-3. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter 26.....................................................
6-4. Storingen 26...........................................................................
HOOFDSTUK 7 ELECTRISCH SCHEMA 28.....................................................
HOOFDSTUK 8 ONDERDELENLIJST 30.......................................................
GARANTIE
DECLARATION OF CONFORMITY
for European Community (CE marked) products.
ITW Welding Italy S.r.l Via Privata Iseo 6/E, 20098 San Giuliano M.se, (MI) Italy declares that the
product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of the
stated Council Directive(s) and Standard(s).
Product/Apparatus Identification:
Product Stock Number
XMT 350 CC/CV AUTOLINE, CE 907371
Council Directives:
2006/95/EC Low Voltage
2004/108/EC Electromagnetic Compatibility
2011/65/EU Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment
Standards:
IEC 60974-1:2012 Arc Welding Equipment - Part 1: Welding Power Sources
IEC 60974-10:2007 Arc Welding Equipment - Part 10: Electromagnetic Compatibility Requirements
EU Signatory:
July 17
th
, 2015
___________________________________________________________________________________
Massimigliano Lavarini Date of Declaration
ITW WELDING ITALY PRODUCTION MANAGER
956 172 219
OM-233 865 pagina 1
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_201309
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
OPGELET Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd
aan persoonlijk letsel.
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
{+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tij-
dens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen wissel(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
D Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semiautomatisch
gelijkstroom (draad) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
D Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor-
schriften.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Controleer de ingaande voedingskabel en de massakabel regel-
matig op beschadigingen of blootliggende bedrading en vervang
de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is blootliggende be-
drading kan dodelijk zijn.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openlig-
gende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
D Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur
gebruikt in vochtige of natte locaties.
OM-233 865 pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspan-
ning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING
op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroom-
bronnen.
D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan
gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete on-
derdelen beet te pakken en/of draag zware
geïsoleerde lashandschoenen en kleding om
brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden. De aanbevolen manier om te
bepalen of er voldoende ventilatie is, is monsters te nemen van de
dampen en gassen waaraan het personeel wordt blootgesteld en
deze te analyseren op samenstelling en hoeveelheid.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbes-
cherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren handschoenen,
een zwaar overhemd, een broek zonder omslag, hoge schoenen
en een pet.
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
D Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei-
ligheidsvoorschriften).
D Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,
gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbes-
cherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren handschoenen,
een zwaar overhemd, een broek zonder omslag, hoge schoenen
en een pet.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
OM-233 865 pagina 3
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE
VELDEN kunnen van invloed zijn op
geïmplanteerde medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze
niet kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroom-
kringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toe-
passing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai uw gezicht weg van de uitgang van het ventiel wanneer u
het cilinderventiel opent. Niet vóór of achter de regelaar gaan
staan wanneer u het ventiel opent.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zit-
ten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor ge-
bruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een vol-
doende aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd
gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veilig-
heidsvoorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit om het apparaat
op te tillen en te ondersteunen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant
onder het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren
niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of
apparatuur de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation
(Publication No. 94–110).
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
OM-233 865 pagina 4
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
D Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming voor ogen en ge-
zicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.
Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaams-
bescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidin-
gen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke gelden-
de regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
D Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektroni-
sche apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagne-
tisch compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels
zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op
de vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
OM-233 865 pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com-
bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global
Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184,
website: www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite
103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cga-
net.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:
800-463-6727, website: www.csa-international.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). De stroom bij booglassen
(en verwante processen zoals puntlassen, gutsen, plasmasnijden
en inductieverwarmingsprocessen) zorgt voor een elektromagnetisch
veld rondom het lascircuit. Elektromagnetischevelden kunnen interfe-
rentie veroorzaken bij bepaalde medische implantaten zoals
pacemakers. Voor personen die medische implantaten hebben moeten
beschermende maatregelen worden genomen, bijv. toegangsbeper-
king voor passanten of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke
lasser. Beperk bijvoorbeeld de toegang voor omstanders of voer afzon-
derlijke risicobeoordelingen uit voor lassers. Alle lassers moeten de
volgende procedures naleven om zo blootstelling aan elektromagneti-
schevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-233 865 pagina 6
OM-233 865 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES
2-1. Meer veiligheidssymbolen en definities
. Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE-producten.
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen).
Safe1 201205
Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode niet met de blote hand aanraken. Geen natte of kapotte
handschoenen dragen.
Safe2 201205
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde.
Safe3 201205
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe5 201205
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
Safe6 201205
Gebruik actieve ventilatie of een afvoersysteem om de dampen van de werkplek af te voeren.
Safe8 201205
Gebruik een ventilator om de dampen af te voeren.
Safe10 201205
Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen.
Safe12 201205
Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat
er een toezichthouder is die klaarstaat om dit gebruiken.
Safe14 201205
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 201205
OM-233 865 Pagina 8
Bij ingeschakeld apparaat kunnen defecte onderdelen exploderen of andere onderdelen doen exploderen.
Safe26 201205
Draag altijd lange mouwen en knoop uw kraag dicht, als u onderhoud pleegt aan een apparaat.
Safe28 201205
Nadat u de nodige voorzorgsmaatregelen hebt genomen, kunt u het apparaat aansluiten op de stroomvoorziening.
Safe29 201205
Het apparaat niet aan één handgreep optillen of ondersteunen.
Safe31 201205
Niet aan vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe16 201205
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA-regels). Voer de apparaten
af naar een daarvoor bestemd inleverstation.
Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Safe37 201205
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe30 201205
Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren
en knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm met
de juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam.
Safe38 201205
Zorg dat u geoefend raakt en lees de aanwijzingen,
voordat u aan de machine gaat werken of gaat lassen.
Safe40 201205
=
<
60°
Til het apparaat altijd aan beide handgrepen op en ondersteun het.
Houd de hoek van het heftoestel altijd kleiner dan 60 graden.
Gebruik een geschikte wagen om het apparaat te verplaatsen.
Safe44 201205
V
V
V
Op de ingangscondensatoren blijft gevaarlijke elektrische spanning
aanwezig, ook nadat de elektrische voeding is uitgeschakeld.
Raak geen geladen condensatoren aan. Wacht na het uitschakelen
van de voeding eerst 60 seconden voordat u aan het apparaat gaat
werken. Of controleer eerst de spanning over de condensatoren,
zodat u zeker weet dat die vrijwel 0 is, voordat u iets aanraakt.
Safe42 201205
OM-233 865 Pagina 9
2-2. Diverse symbolen en definities
A
Stroomsterkte
Wisselstroom
(AC)
V
Spanning
Aan
Ingangsspanning
Beschermende
aarde (massa)
Lijnverbinding
Driefasen
statische
frequentieomzette
r-transformator-ge
lijkrichter
X
Inschakelduur
%
Percent
Driefasen
Hefboog (TIG)
Afstandsbediend
Negatief
Inductantie
Voetbediening
MIG/MAG lassen
U
2
Normaal
boogspanning
I
2
Nominale
lasstroom
Paneel
Monofase
Automatische
zekering
Gasbooglassen
(TIG) met
wolfraam
Positief
Constante
spanning
Beklede
elektrodelassen
U
1
Primaire spanning
IP
Beschermings-
graad
Hefboog
(Lift-Arc)-schakela
ar met
houdfunktie (TIG)
I
1eff
Maximale
effectieve
voedingsstroom
Voeding via
spanningsdetectie
Uitgangsspanning
Uit
Gelijkstroom (DC)
Constante stroom
Boogkracht
U
0
Nominale
nullastspanning
(gemiddeld)
Hz
Hertz
Pulserend
I
1max
Maximale
nominale
voedingsstroom
TIG-lassen met
strijkstart
Verhogen
OM-233 865 Pagina 10
HOOFDSTUK 3 TECHNISCHE GEGEVENS
3-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voorzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het
vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van
deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.
3-2. Technische gegevens
. Gebruik niet de informatie in de tabel met specificaties voor de eenheid om de elektrische onderhoudsvereisten te bepalen. Zie hoofdstukken 4-7
en 4-8 voor meer informatie over het aansluiten van de ingangsspanning.
Ingangsvermo-
gen
Nominale
opbrengst
Spanningsbe-
reik in de CV-
functie
Bereik stroom-
sterkte in de CC-
functie (constan-
te stroom)
Max. spanning
open circuit
RMS Amp ingangsvermogen
bij de nominale opbrengst:
60 Hz 3-fasen bij NEMA-last-
spanningen en Klasse I
KVA KW
230 V 380 V 400 V 460 V
3-fasen 350 A bij 34
V/DC, 60% in-
schakelduur
1038 V 5425 A 75 V/DC 36.1 22.3 20.6 17.8 14.2 13.6
*Zie sectie 3-5 voor de inschakelduur.
3-3. Afmetingen en gewicht
Gamaten
610 mm
432 mm
318 mm
804 801-A
A
D
C
B
E
G
F
A 298 mm
B 42 mm
C 400 mm
D 485 mm
E 221 mm
F 39 mm
G 1/4-20 UNC -2B draad
Gewicht
43 kg
3-4. Omstandigheden gebruik en opslag
A. IP graad
IP graad
IP23
Deze apparatuur is ontworpen voor buitengebruik. Opslag is toegestaan, maar buiten lassen bij regen of andere neerslag mag alleen onder
een afdak.
IP23 201406
OM-233 865 Pagina 11
B. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 609741 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die
hiertoe is opgeleid.
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog en stabilisatieapparatuur) die onderdeel
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de
lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.
S De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
S Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.
ce-emf 1 2010-10
C. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van
het openbaar laagspanningsnetwerk. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagnetische
compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.
Deze apparatuur voldoet aan IEC 61000311 en IEC 61000312 en kan worden aangesloten op het openbare laagspanningsnet, op
voorwaarde dat dit net op het gemeenschappelijk koppelpunt een systeemimpedantie Z
max
heeft van minder dan 77.84 mW (of het
kortsluitvermogen S
sc
is groter dan 2,055,437.437 VA). Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of gebruiker van de apparatuur om,
zo nodig door raadpleging van de netwerkbeheerder, zeker te stellen dat de systeemimpedantie aan de eisen voldoet.
ceemc 1 2014-07
Aantekeningen
OM-233 865 Pagina 12
6 minuten lassen 4 minuten rusten
3-5. Inschakelduur en oververhitting
De inschakelduur is het percentage
van 10 minuten dat het apparaat kan
lassen op nominale belasting zonder
oververhit te raken.
Als het apparaat oververhit raakt, is er
geen uitgangsspanning meer,
verschijnt er een Help-melding en gaat
de koelventilator draaien. Wacht
vijftien minuten om het apparaat te
laten afkoelen. Verlaag de
stroomsterkte, de spanning of de
inschakelduur voor u gaat lassen.
OPGELET Door overschrijding van
de inschakelduur kan het apparaat be-
schadigen en daarmee komt de ga-
rantie te vervallen.
60% inschakelduur
Oververhitting
0
15
OF
verlaag de inschakelduur
Minuten
Ref. 219 523-A
DRIEFASEN
% INSCHAKELDUUR
LASSTROOM
A of V
Aantekeningen
OM-233 865 Pagina 13
3-6. Stroom-spanningscurves
217 836-A / 217 837-B
De stroom/spanning grafieklijnen
geven de minimaal en de maximaal
mogelijke uitgangsspanning en
-stroom aan van de voedingsbron
voor het lasapparaat. De grafieklijnen
van de andere instellingen vallen
tussen de aangegeven krommen.
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 100 200 300 400 500
50%
75%
100 %
25%
0%
STROOMSTERKTE
VOLT
A. CC-functie (constante stroomsterkte)
TIG
MAX
BEKLEDE-
ELEKTRODE-
LASSEN MAX
BEKLEDE-ELEKTRODE-
LASSEN 80A
BOOGREGELING
TIG
MN
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
0 100 200 300 400 500
VOLT
B. CV-functie (constante spanning)
STROOMSTERKTE
MAX
MIN
OM-233 865 Pagina 14
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE
! Mogelijk is een speciale in-
stallatie nodig, wanneer er benzi-
ne of vluchtige vloeistoffen aan-
wezig zijn zie NEC artikel 511 of
CEC sectie 20.
1 Hefvorken
Steek de vorken zo ver in, dat ze aan de
andere kant onder het apparaat uit-
steken.
2 Hefgrepen
Gebruik de hefgrepen om het apparaat
op te tillen.
3 Handkar
Gebruik een kar of een soortgelijk
vervoermiddel om het apparaat te
verplaatsen.
4 Lijnscheidingsmechanisme
Plaats het apparaat in de buurt van een
stroombron die de juiste voeding biedt.
4-1. Een locatie kiezen
4
18 inch
(460 mm)
18 in.ch
(460 mm)
OF
1
Locatie en luchtstroom
2
3
2
loc_med_dut 2015-04
Verplaatsing
! Verplaats het apparaat niet naar en gebruik
het niet op plaatsen waar het kan omvallen.
Aantekeningen
OM-233 865 Pagina 15
4-2. Keuze van kabeldiameters*
OPGELET De totale kabellengte in de lasstroomkring (zie onderstaande tabel) is de lengte van beide laskabels tezamen. Als bijvoorbeeld de
stroombron 30 meter van het laswerkstuk is, dan is de totale kabellengte in de lasstroomkring 60 meter (2 kabels x 30 meter). Neem de 60mkolom
voor het bepalen van de kabelafmetingen.
Laskabelformaat** en maximale totale lengte van de kabel (koper) in de lasstroomkring
net groter dan***
30 m of minder 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m
Lasstroom
mm
2
(AWG)
10 60% in-
schakelduu
r
mm
2
(AWG)
60 100%
inschakel-
duur
mm
2
(AWG)
10 100% inschakelduur
mm
2
(AWG)
100 20 (4) 20 (4) 20 (4) 30 (3) 35 (2) 50 (1) 60 (1/0) 60 (1/0)
150 30 (3) 30 (3) 35 (2) 50 (1) 60 (1/0) 70 (2/0) 95 (3/0) 95 (3/0)
200 30 (3) 35 (2) 50 (1) 60 (1/0) 70 (2/0) 95 (3/0) 120 (4/0) 120 (4/0)
250 35 (2) 50 (1) 60 (1/0) 70 (2/0) 95 (3/0) 120 (4/0) 2x70 (2x2/0) 2x70 (2x2/0)
300 50 (1) 60 (1/0) 70 (2/0) 95 (3/0) 120 (4/0) 2x70 (2x2/0) 2x95 (2x3/0) 2x95 (2x3/0)
350 60 (1/0) 70 (2/0) 95 (3/0) 120 (4/0) 2x70 (2x2/0) 2x95 (2x3/0) 2x95 (2x3/0) 2x120 (2x4/0)
400 60 (1/0) 70 (2/0) 95 (3/0) 120 (4/0) 2x70 (2x2/0) 2x95 (2x3/0) 2x120 (2x4/0) 2x120 (2x4/0)
500 70 (2/0) 95 (3/0) 120 (4/0) 2x70 (2x2/0) 2x95 (2x3/0) 2x120 (2x4/0) 3x95 (3x3/0) 3x95 (3x3/0)
600 95 (3/0) 120 (4/0) 2x70 (2x2/0) 2x95 (2x3/0) 2x120 (2x4/0) 3x95 (3x3/0) 3x120 (3x4/0) 3x120 (3x4/0)
* Dit schema is een algemene richtlijn en is mogelijk niet geschikt voor alle toepassingen. Als de kabel oververhit raakt, gebruik dan een kabel
die één maat groter is.
** Het laskabelformaat is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 cm/A.
***Voor afstanden die langer zijn dan de afstanden in deze gids moet u een vertegenwoordiger van de fabriek raadplegen op telefoonnr.
. Milan Ref. S-0007-L 201502
! Schakel de elektrische voeding uit
vóór aansluiting op de klemmen
van de lasuitgangen.
! Gebruik geen versleten,
beschadigde, te dunne of
herstelde kabels.
1 Positieve (+) klem lasuitgang
2 Negatieve () klem lasuitgang
4-3. Klemmen lasuitgangen
Ref. 803 692-B / output term1 201502
1
2
OM-233 865 Pagina 16
4-4. Informatie over de 14-pin contrastekker
AJ
B
K
I
C
L
NH
D
M
G
E
F
OP AFSTAND
14
Contact-
doos*
Contactdoosinformatie
24 VOLT AC
UITGANG
(CONTACTOR)
A 24 Volt AC, beschermd door extra beveiliging
CB2.
B Het sluiten van het contact naar A maakt het 24 V
AC contactorstuurcircuit volledig en zorgt dat er
uitgangsspanning mogelijk is.
AFSTANDS-
BEDIENDE
UITGANGS-
SPANNING
C Uitgangsspanning naar afstandsbediening: 0 tot
+10 V/DC, +10 V/DC in MIG.
D Gemeenschappelijke van het afstandsbedienings-
circuit.
E 0 tot +10 volt DC invoercommandosignaal van
afstandsbediening.
M CC/CV-keuze
A/V
STROOMSTERKTE
(AMPERAGE)
SPANNING
(VOLTAGE)
F Stroomterugkoppeling; +1V gelijkstroom per
100lasampères.
H Terugkoppeling spanning; +1V gelijkstroom per
10 lasvolt.
GND
G Gemeenschappelijke voor 24V en 115V AC
circuits.
K Gemeenschappelijke chassis.
* De overige contactdozen worden niet gebruikt.
1 115 V 10 Amp. AC contrastekker
2 Extra beveiliging CB1
3 Extra beveiliging CB2
CB1 beveiligt de duplex contrastekker
en het 115-volt AC deel van de
“Remote 14”-contrastekker tegen
overbelasting.
CB2 beveiligt het 24-volt AC deel van
de “Remote 14”-contrastekker tegen
overbelasting.
Druk op de knop om de extra
beveiliging weer te resetten
4-5. 115 V/AC duplex contrastekker en bijhorende beveiligingen
Ref. 803 879-B
2 3
1
OM-233 865 Pagina 17
4-6. Optionele gasklepbediening en beschermgasaansluiting
Schaf een gascilinder aan en bevestig
hem met een ketting aan de laswagen,
de wand of een andere vaste
ondersteuning, zodat de cilinder niet
kan vallen en de klep kan afbreken.
1 Cilinder
2 Gasontspanner/stroommeter
Installeer deze zodanig dat de voorzijde
verticaal zit.
3 Aansluiting gasslang
De fitting heeft 5/8-18 rechtsdraaiend
schroefdraad. Schaf een gasslang aan
en installeer deze.
4 Fitting Gas-in
5 Fitting Gas-uit
De gas-in en gas-uit fittingen hebben
5/8-18 rechtsdraaiend schroefdraad.
Schaf een slang aan van het juiste
formaat en type en met de juiste lengte
en maak de aansluitingen als volgt:
Sluit de slang vanaf de gasontspanner/
flowmeter van de beschermgastoevoer
aan op de gas-in fitting.
Sluit de slangkoppeling aan op de
toorts. Sluit één uiteinde van de
gasslang aan op de slangkoppeling.
Sluit het andere uiteinde van de
gasslang aan op de gas-uit fitting.
Bediening
De gasklep regelt de gasstroom tijdens
het TIG-proces als volgt:
Afstandsbediende TIG
De gasstroom start met de
afstandsbediende contactor aan.
De gasstroom stopt aan het einde van
de nastroom als er elektrische stroom
werd gedetecteerd, of met de
afstandsbediende contactor uit als er
geen elektrische stroom werd
gedetecteerd.
TIG-booglassen met ingedrukte
trekker
De gasstroom start wanneer de
uitvoerknop wordt ingedrukt.
De gasstroom stopt aan het einde van
de nastroom.
TIG-lassen met strijkstart
De gasstroom stopt wanneer er
elektrische stroom wordt gedetecteerd.
De gasstroom stopt aan het einde van
de nastroom.
De nastroomtijd is in de fabriek
ingesteld op 5 seconden per 100 A
lasstroom. De minimum nastroomtijd is
5 seconden. De maximum nastroomtijd
is 20 seconden (nastroominstellingen
kunnen niet worden bijgesteld door de
eindgebruiker).
4
3
1
2
GAS IN
GAS UIT
5
Ref. 803 705-B / Ref. 803 879-B
OM-233 865 Pagina 18
4-7. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
. ONJUISTE VOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. De fase-naar-massa spanning mag niet meer bedragen dan +10% van de nominale
ingangsspanning.
. De aansluitspanning mag niet meer afwijken dan 10% van de waarde, die is aangegeven in de lijst. Indien de voedingsspanning buiten dit bereik
valt, dan is mogelijk geen lasvermogen beschikbaar.
Het niet opvolgen van deze elektrische service adviezen, kan leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn voor
een bepaald gedeelte van het circuit dat zorgt voor het nominale uitgangsvermogen en inschakelduur van de lasstroombron.
In bepaalde installatie circuits, staat de National Electrical Code (NEC) toe om lagere waardes voor stekkerdozen en geleiders te
gebruiken dan de waarde van de circuitbeveiliging. Alle onderdelen van het circuit moeten op elkaar zijn afgestemd. Zie NEC artikel
210.21, 630.11, en 630.12.
60 Hz driefasen
Ingaande spanning (V) 230 380 400 460
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning (A) 36.1 22.3 20.6 17.8
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onder-
breker in ampères
1
Met vertraging
2
40 25 25 20
Normaal
3
50 30 30 25
Min. afmeting invoerconductor in mm
2
,
4
6 4 4 2,5
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 29 48 53 46
Min. afmeting aardingsconductor in mm
2
,
4
6 4 4 2,5
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2014 (bevat ook artikel 630)
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een tijd/stroomkromme
die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.
2 De “vertragende” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL 248.
3 De normale zekeringen zijn van klasse UL “K5” (tot 60A), en UL “H” (65A en meer).
4 De geleidergegevens in deze sectie geven de afmetingen aan van de geleider (m.u.v. snoer of kabel) tussen de paneelkaart en de apparatuur
conform NEC-tabel 310.15(B)(16). Als er een snoer of kabel wordt gebruikt, dan zijn de minimumafmetingen van de geleider mogelijk groter. Zie
NEC-tabel 400.5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.
Aantekeningen
OM-233 865 Pagina 19
Aantekeningen
OM-233 865 Pagina 20
4-8. Aansluiten van driefasen netvoeding
Benodigde gereedschappen:
= GND/PE aarding
Input2 201205 Ref. 803 766-C / Ref. 802 136-A / Ref. 803 879-B
1
L1
2
1
L2
L3
3
3
4
5
6
7
OM-233 865 Pagina 21
Input2 201205
4-8. Aansluiten van driefasen netvoeding (vervolg)
! De installatie moet voldoen aan alle
nationale en lokale regels en
voorschriften alleen daartoe
bevoegde personen mogen deze
installatie uitvoeren.
! Neem de voeding los en blokkeer deze
voordat u de ingaande draden van
de unit aansluit. Volg de gangbare
procedures voor wat betreft de
installatie en het verwijderen van
uitschakel/blokkeer-voorzieningen.
! Sluit altijd eerst de groene of
groengele draad aan op een
aardeklem en nooit op een faseklem.
OPGELET Het Auto-Line-circuit in deze
unit past de stroombron zich automatisch
aan, aan de gebruikte primaire spanning.
Controleer de ingangsspanning die op de
werkplek voorhanden is. Deze unit kan
worden aangesloten op elke voeding tussen
208 en 575 V AC zonder dat de behuizing
hoeft te worden verwijderd om de stroombron
opnieuw aan te sluiten.
Kijk op het label op het apparaat voor de
stroomvereisten en controleer de
aansluitspanning die op de werkplek
beschikbaar is.
Voor driefase-bedrijf
1 Voedingskabel.
2 Werkschakelaar (schakelaar getoond
in de UIT-stand)
3 Groene of groengele aardedraad
4 Aardeklem van de werkschakelaar
5 Fasedraden (L1, L2 en L3)
6 Fasedraden van de werkschakelaar
Sluit eerst de groene of groengele
aardedraad aan op de aardeklem van de
werkschakelaar.
Sluit de drie fasedraden L1, L2 en L3 aan
op faseklemmen van de werkschakelaar.
7 Stroombeveiliging
Bepaal het type en het ampèrage van de
stroombeveiliging via hoofdstuk 4-7
(afgebeeld: gezekerde werkschakelaar).
Sluit en vergrendel de behuizing van
de werkschakelaar. Volg de vastgelegde
ontkoppel/blokkeer-procedures om het
apparaat in gebruik te nemen.
Aantekeningen
Werk als een
professional!
Professionals lassen
en snijden veilig.
Lees de
veiligheidsregels
in het begin van
deze handleiding.
OM-233 865 Pagina 22
HOOFDSTUK 5 WERKING
BOOGREGE-
LING
ELEKTRODE HEET
5-1. Bedieningsfuncties op het voorpaneel
1 Aan/uit schakelaar
. De motor van de ventilator wordt
thermostatisch bestuurd en draait alleen
wanneer er afkoeling nodig is.
2 Voltmeter
3 Ampèremeter
4 V/A (Voltage/Ampèrage) afstellen
5 Functieschakelaar
De instelling van de functieschakelaar bepaalt
zowel het proces als de aan/uit-regeling van
de uitvoer (zie sectie 5-3).
Voor luchtkoolboog (CAC-A) snijden en
gutsen moet u de schakelaar op de
vuldraadstand (Stick) zetten. Zet de
boogregeling op de maximum stand voor de
beste resultaten.
6 14-pens contrastekker voor
afstandsbediening
Voor afstandsbediening moet u de aansluiting
maken op de 14-pens contrastekker voor de
afstandsbediening. Bij TIG en vuldraadlassen
via afstandsbediening (REMOTE STICK) is de
afstandsbediening een percentage van de
V/A-afstelling (de waarde die wordt gekozen
op de V/A-schakelaar is het maximum dat op
de afstandsbediening beschikbaar is). Bij
ELECTRODE HOT STICK lassen wordt de af-
standsbediening niet gebruikt. Bij MIG-lassen
biedt de afstandsbediening het volledige
bereik van de uitvoer van het systeem. onge-
acht de instelling van de V/A-schakelaar.
7 Boogregeling
De regeling stelt de DIG in wanneer de
vuldraadlas- (Stick) of CC-methode wordt
geselecteerd met de functieschakelaar. Als de
kortsluitstroomsterkte in de buurt van het
minimum wordt ingeschakeld, is deze bij lage
boogspanning gelijk aan normale lasstroom.
Wanneer de kortsluitstroomsterkte in de buurt
van het maximum wordt ingesteld, dan wordt
deze bij lage boogspanning verhoogd om te
helpen het starten van de boog en om ’kleven’
tijdens het lassen te voorkomen.
Kies de instelling die het meest geschikt is voor
de toepassing.
De regeling stelt de inductantie in bij de keuze
van de MIG-stand of de Vsense-stand op de
functieschakelaar. De inductantie bepaalt de
“natheid” van het lasbad. Bij een inductantie-
instelling in de buurt van het maximum, neemt de
“natheid” (vloeibaarheid van het lasblad) toe.
Bij de keuze van pulserend MIG-lassen of een
van de TIG-instellingen heeft deze schakelaar
geen functie.
23
4
5
7
6
1
Ref. 803 692-B / Ref. 219 341-A
OM-233 865 Pagina 23
5-2. Meterfuncties
. De meters geven circa drie seconden lang nadat de boog is verbroken de werkelijke lasuitgangswaarden aan.
Keuzestand (Mode) Aangegeven meterwaarden bij leegloop Meterwaarden tijdens het lassen
TIG-lassen met strijkstart
VA
Werkelijke spanning Vooringestelde
(OCV) stroomsterkte
71.7 85
Werkelijke spanning Werkelijke stroomsterkte
VA
10.3 85
TIG-booglassen met
ingedrukte trekker
Leeg Vooringestelde stroomsterkte
VA
85
Werkelijke spanning Werkelijke stroomsterkte
VA
10.3 85
TIG
Leeg Vooringestelde stroomsterkte
VA
85
Werkelijke spanning Werkelijke stroomsterkte
VA
10.3 85
MIG
Vooringestelde spanning Leeg
VA
24.5
Werkelijke spanning Werkelijke stroomsterkte
VA
24.5 250
Pulserend MIG
Pulsweergave Pulsweergave
VA
PPP PPP
Werkelijke spanning Werkelijke stroomsterkte
VA
24.5 250
CC (constante stroom)
Leeg Vooringestelde stroomsterkte
VA
85
Werkelijke spanning Werkelijke stroomsterkte
VA
24.5 85
Stick (vuldraad)
Werkelijke spanning Vooringestelde
(OCV) stroomsterkte
VA
71.7 85
Werkelijke spanning Werkelijke stroomsterkte
VA
24.5 85
Vsense
Knippert OCV en vooringesteld Leeg
VA
71.7
Werkelijke spanning Werkelijke stroomsterkte
VA
24.5 250
5-3. Functie-instellingen op de schakelaar
. Met de vuldraad- en de CC-functie kunt u de Adaptive Hot Start-voorziening gebruiken. Hiermee wordt automatisch de uit-
gaande stroomsterkte verhoogd bij de start van een las, als de start dat vereist. Dit voorkomt dat de elektrode blijft kleven bij
de start van de boog.
Functie-instelling op de schakelaar Proces Uitgangsspanning aan/uit
TIG-lassen met strijkstart TIG Electrode Hot
TIG-booglassen met ingedrukte trekker TIG Zie sectie 5-4 Op 14-pens contrastekker voor afstandsbediening
TIG
TIG met HF-unit, pulsapparaat of
afstandsbediening
Op 14-pens contrastekker voor afstandsbediening
MIG TIG Op 14-pens contrastekker voor afstandsbediening
Pulserend MIG
TIG-P (extern pulseerapparaat
vereist.)
Op 14-pens contrastekker voor afstandsbediening
CC (constante stroom)
Vuldraad (beklede elektrode) met
afstandsbediening aan/uit
Op 14-pens contrastekker voor afstandsbediening
Stick (vuldraad) Beklede elektrode Electrode Hot
Vsense
MIG (beklede elektrode) met
spanningdetecterende draadtoevoer
Electrode Hot
OM-233 865 Pagina 24
5-4. TIG-booglassen met ingedrukte trekker
1 TIG-elektrode
2 Lasobject
. De procedure vereist:
Startvolgorde:
Raak met de wolfraam elektrode het
lasobject aan bij het beginpunt van de las.
Druk de knop voor de uitgangsspanning
kort in.
Til de elektrode langzaam op. Wanneer de
elektrode wordt opgetild, vormt zich een
boog.
Druk de knop voor de uitgangsspanning
kort in om te stoppen met lassen. De
uitgangsspanning wordt uitgeschakeld.
Opmerking: Als de knop voor de
uitgangsspanning kort wordt ingedrukt en
het wolfraam maakt op dat moment geen
contact met het lasobject:
Raak het object niet aan met het wolfraam.
De uitgangsspanning wordt na 3 seconden
uitgeschakeld.
Begin weer met de startprocedure.
1
GEEN lucifers aansteken!
2
Ref. S-156 279
regeling
“Aanraken”
1 2 seconden
5-5. Startprocedure vuldraad (Stick)
Start na keuze van “Stick” de boog als volgt:
1 Elektrode
2 Lasobject
3 Boog
Trek de elektrode over het lasobject alsof u een
lucifer aansteekt. Til de elektrode een klein
stukje op nadat u het object heeft aangeraakt.
Als de boog verdwijnt, dan is de elektrode te
hoog opgetild. Als de elektrode aan het
lasobject blijft kleven, haal hem dan met een
snelle draai los.
Vuldraad (Stick) met laag OCV
Als optie kan het systeem worden
geconfigureerd voor werken met een lage open
circuitspanning (open circuit voltage (OCV)).
Als het systeem worden geconfigureerd voor
lage OCV, dan is er slechts een lage
detectiespanning (ca. 15 V/DC) aanwezig
tussen de elektrode en het lasobject voordat de
elektrode het lasobject raakt. Raadpleeg een
door de fabriek erkend servicebedrijf voor
informatie over hoe u het systeem kunt
configureren voor vuldraadlassen met een lage
OCV.
1
2
3
OM-233 865 Pagina 25
HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD EN STORINGEN
VERHELPEN
6-1. Routineonderhoud
! Ontkoppel de voeding voordat
u met het onderhoud begint.
. Geef vaker een onderhoudsbeurt
als het apparaat zwaar belast wordt.
3 maanden
Vervang
beschadigde
of onleesbare
labels
Vervang behuizing waar
scheurtjes in zitten
Reparen of
vervangen
van kapotte
kabels
Repareer of
vervang kapotte
kabels en snoeren
Schoonmaken en
vastzetten van
lashulpstukken
6 maanden
De binnenzijde
schoonblazen
6-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen
! De kast niet verwijderen als u
de binnenzijde van het appa-
raat schoon blaast.
Om het apparaat schoon te blazen
moet u de luchtstroom op de
afgebeelde wijze door het
ventilatiekanaal blazen.
Ref. 803 879-B
OM-233 865 Pagina 26
6-3. Hulpscherm voltmeter/ampèremeter
. Alle richtingen zijn t.o.v. de voorzijde van
het apparaat. Alle schakelingen
waarnaar wordt verwezen bevinden zich
in het apparaat.
1 Hulpscherm 1
Geeft een storing aan in de primaire
stroomkring. Als dit scherm te zien is, neem
dan contact op met een door de fabrikant
erkend servicebedrijf.
2 Hulpscherm 2
Geeft een storing aan in het thermische
beveiligingscircuit. Als dit scherm te zien is,
neem dan contact op met een door de
fabrikant erkend servicebedrijf.
3 Hulpscherm 3
Geeft aan dat de linkerkant van het apparaat
oververhit is. Het apparaat is gestopt om de
ventilator de gelegenheid te geven om het af
te koelen (zie Sectie 3-5). Wanneer het
apparaat is afgekoeld, kunt u verder werken.
4 Hulpscherm 5
Geeft aan dat de rechterkant van het
apparaat oververhit is. Het apparaat is
gestopt om de ventilator de gelegenheid te
geven om het af te koelen (zie Sectie 3-5).
Wanneer het apparaat is afgekoeld, kunt u
verder werken.
5 Hulpscherm 6
Geeft aan dat er op maximale ingaande
stroomsterkte wordt gewerkt. Het apparaat
heeft een maximaal toegestane ingaande
stroomsterkte. Naarmate de lijnspanning
toeneemt, neemt ook de vereiste ingaande
stroomsterkte toe. Als de lijnspanning te laag
is, wordt het uitgangsvermogen beperkt door
de ingaande stroomsterkte. Wanneer deze
grens wordt bereikt, verlaagt het apparaat
automatisch het uitgangsvermogen teneinde
door te kunnen werken. Als dit op het display
te zien is, laat dan een gediplomeerde
elektricien de ingaande spanning
controleren.
6 Hulpscherm 8
Duidt op een storing in de secundaire
stroomkring van het apparaat. Als dit scherm
te zien is, neem dan contact op met een door
de fabrikant erkende serviceagent.
1
AV
2
AV
HE.L P1
HE.L P2
3
AV
HE.L P3
4
AV
5
AV
HE.L P5
HE.L P6
6
AV
HE.L P8
6-4. Storingen
Probleem Oplossing
Geen uitgangsspanning voor het lassen; het
apparaat werkt totaal niet.
Zet de lijnscheidingsschakelaar aan (zie Sectie 4-8).
Controleer de lijnzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of stel de
stroomonderbreker weer in (zie Sectie 4-8).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Sectie 4-8).
Geen uitgangsspanning om te lassen; de meter
staat op ON.
De ingaande spanning is buiten het toegestane variatiebereik (zie Secties 4-8 en 4-7).
Kijk de afstandsbediening na, repareer hem of vervang hem.
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen met de ventilator aan (zie Sectie
3-5).
Onregelmatige of onjuiste lasuitgangsspanning. Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie Sectie 4-2).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
Controleer of de polariteit juist is.
Geen 115V AC uitgangsspanning bij de duplex
contrastekker of de “14”-contrastekker voor de
afstandsbediening.
Reset extra beveiliging CB1 (zie Sectie 4-5).
Geen 24 volt AC uitgangsspanning bij de
“14”-contrastekker voor de afstandsbediening.
Reset extra beveiliging CB2 (zie Sectie 4-5).
OM-233 865 Pagina 27
Aantekeningen
OM-233 865 Pagina 28
HOOFDSTUK 7 ELECTRISCH SCHEMA
Figuur 7-1. Stroomkringschema
OM-233 865 Pagina 29
219 484-E
OM-233 865 Pagina 30
HOOFDSTUK 8 ONDERDELENLIJST
Ref. 803 850-F
1
2
3
4
5
6
8
9
10
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
42
43
45
47
46
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
63
64
66
68
67
69
70
71
72
11
44
65
73
41
75
74
49
62
62
MOD 1
MOD 2
40
76
77
82
81
79
80
78
17
83
Afbeelding 8.1. Hoofdassemblage
OM-233 865 Pagina 31
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8.1. Hoofdassemblage
Quantity
1 216034 Wrapper (Includes Insulators and Safety Labels) 1... ............... .. ...................
175256 Insulator, Side Rh (Not Shown) 1..................... .. ..................................
178551 Insulator, Side (Not Shown) 1..................... .. .....................................
2 179310 Label, General Precautionary Wordless, Intl, Small 2... ............... .. .................
3 179309 Label, Caution Falling Equipment Can Injurewordles 2... ............... .. ...............
4 208015 Handle, Rubberized Carrying 2... ............... .. ....................................
5 135483 Label, Important Remove These Two Handle Screws 2... ............... .. ...............
6 R3/C4 233052 Resistor/Capacitor 1... .... .... .. .............................................
7 Deleted... ............... ..................................................................
8 SR1 201530 Kit, Diode Fast Recovery Bridge 1... ..... ..... .. .................................
9 199840 Bus Bar, Diode 2... ............... .. ................................................
10 196355 Insulator, Screw 4... ............... .. ...............................................
11 D1,D2 201531 Kit, Diode Power Module 2... .... .... .. ........................................
12 RT1 219343 Thermistor, NTC 30K Ohm @ 25 Deg C 18in Lead 1... ..... ..... .. .................
13 CR1 198549 Relay, Encl 24VDC Spst 35A/300VAC 4Pin Flange Mtg 1... ..... ..... .. .............
14 227927 Label, Warning Electric Shock/Exploding Partswdles 1... ............... .. ...............
15 010546 Bushing, Snap-In Nyl .375 Id X .500 Mtg Hole 1... ............... .. .....................
16 L4 218020 Inductor, Boost 1... ...... ...... .. ................................................
17 179276 Bushing, Snap-In Nyl 1.000 Id X 1.375 Mtg Hole Cent 3... ............... .. ..............
18 170647 Bushing, Snap-In Nyl 1.312 Id X 1.500 Mtg Hole 1... ............... .. ...................
19 L3 212150 Inductor, Output 1... ...... ...... .. ...............................................
20 T1 212132 XFMR, HF Litz/Litz W/Boost 1... ...... ...... .. .....................................
21 225097 Heat Sink, Lh Rect 1... ............... .. .............................................
22 L1 212091 Inductor, Input 1... ...... ...... .. .................................................
23 083147 Grommet, Scr No 8/10 Panel Hole .312 Sq .500 High 4... ............... .. ...............
24 PC1 265280 Circuit Card Assy, Control W/Program 1... ..... ..... .. ............................
216113 Stand-Off Support, PC Card .187 Dia W/P&l .375 2...................... .. ..................
PLG1 115091 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC1 1.......... ..... .. .............................
PLG2 201665 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC2 1.......... .... .. .............................
PLG3 131056 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC3 1.......... .... .. .............................
PLG5 131204 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC5 1.......... .... .. .............................
PLG7 131054 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC7 1.......... .... .. .............................
PLG8 131054 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC8 1.......... .... .. .............................
PLG9 115093 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC9 1.......... ..... .. .............................
PLG10 115094 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC10 1.......... ..... .. ............................
PLG11 115094 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC11 1.......... ..... .. ............................
PLG12 115092 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC12 1.......... ..... .. ............................
25 212072 Bracket, Mtg Capacitor/Pc Board 1... ............... .. .................................
26 C12, 13 245614 Capacitor, Elctlt 1800 Uf 500 VDC Can 2.52 Dia 2... ... ... .. ...................
27 RC2 604176 Rcpt, Str Dx Grd 2P3W 15A 125V *515R 1... ..... ..... .. ........................
28 CB2 083432 Circuit Breaker, Man Reset 1P 10A 250VAC Frict 1... ..... ..... .. ..................
29 CB1 083432 Circuit Breaker, Man Reset 1P 10A 250VAC Frict 1... ..... ..... .. ..................
30 +219 470 Panel, Rear CE W/Aux 1... .............. .. .........................................
31 219335 Label, Warning Electric Shock Can Kill CE Wordless 1... ............... .. ................
32 Nameplate, Rear Aux/Gas/CE (Order by Model and Serial Number) 1... .......................... ..
33 217297 Cover, Receptacle Weatherproof Duplex Rcpt 1... ............... .. .....................
34 212945 Label, Warning Incorrect Connections CE Wordless 1... ............... .. ................
35 215980 Bushing, Strain Relief .709/.984 Id X1.375 Mtg Hole 1... ............... .. ................
36 244628 Cable, Power 12Ft 8Ga 4C (NonStripped End) 1... ............... .. ....................
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
BE SURE TO PROVIDE MODEL AND SERIAL NUMBER WHEN ORDERING REPLACEMENT PARTS.
OM-233 865 Pagina 32
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 8.1. Hoofdassemblage (vervolg)
Quantity
37 234126 Nut, Conduit 1.000 Npt Knurled 1... ............... .. ..................................
38 T2 270095 XFMR, Control Toroidal 665 VAC Pri 1536 Va 60 Hz 1... ...... ...... .. ................
212947 Plate, Mtg Toroid XFMR 1..................... .... .......................................
39 L2 218018 Inductor, Pre-Regulator 1... ...... ...... .. .........................................
40 218566 Gasket, Inductor Mounting 1... ............... .. ......................................
41 CT1 196231 XMFR, Current Sensing 200/1 1... ..... ..... .. ...................................
42 C15 196143 Capacitor, Polyp Met Film 16. Uf 400 VAC 10% 1... ..... ..... .. ....................
43 219472 Bracket, Mtg Capacitor Series 1... ............... .. ...................................
44 RT2 199798 Thermistor, NTC 30K Ohm @ 25 Deg C 18in Lead 1... ..... ..... .. .................
45 PC2 224661 Circuit Card Assy, Power Interconnect (Includes) 1... ..... ..... .. ...................
46 219335 Label, Warning Electric Shock Can Kill Ce Wordless 1... ............... .... ..............
223343 Clip, Wire Stdf .40.50 Bndl .156Hole .031.078Thk 2..................... .... ..............
PLG13 130203 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC1 1.......... .... .. .............................
PLG14 201665 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC2 1.......... .... .. .............................
PLG15 115092 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC3 1.......... ..... .. .............................
PLG20 115093 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC6 1.......... ..... .. .............................
47 153403 Bushing, Snap-In Nyl .750 Id X 1.000 Mtg Hole Cent 3... ............... .. ................
48 RM1 205751 Module, Power Resistor W/Plug 1... ..... ..... .. .................................
49 261556 Kit, Input/Pre-Regulator And Inverter Module (Includes) 1... ............... .. .............
MOD 1, SKiip 83 HEC 1.................................. ........................................
MOD 2, SKiip 83 EC 1.................................. ..........................................
50 212206 Windtunnel, Rh 1... ............... .. ................................................
51 196330 Heat Sink, Power Module 1... ............... .. .......................................
52 +175 132 Base 1... .............. .. .........................................................
53 229325 Foot, Mtg Unit 4... ............... .. .................................................
54 176736 Screw, Mtg Foot 4... ............... .. ...............................................
55 212073 Label, Warning Exploding Parts Can CE Wordless 1... ............... .. ..................
56 212074 Bus Bar, Output 1... ............... .. ...............................................
57 HD1 182918 Transducer, Current 400A Module Supply V +/ 15V 1... ..... ..... .. ................
58 PC3 243654 Circuit Card Assy, Front Panel & Display W/Program 1... ..... ..... .. ...............
PLG18 131204 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC2 1.......... .... .. .............................
RC50 210233 Rcpt, W/Pins (Service Kit) 1.......... .... .. .......................................
PLG21 212088 Plug, W/Leads 1.......... .... .. .................................................
RC21 167640 Housing Plug+Pins (Service Kit) 1.......... .... .. .................................
59 S1 244920 Switch, Tgl 3pst 40A 600VAC SCR Term Wide Tgl 1... ...... ..... .. .................
60 176226 Insulator, Switch Power 1... ............... .. .........................................
61 FM1 196313 Fan, Muffin 115V 50/60Hz 3000 RPM 6.378 Mtg Holes 1... ..... ..... .. ..............
PLG16 131054 Housing Plug+Pins (Service Kit) 1.......... .... .. .................................
RC16 135635 Housing Plug+Pins (Service Kit) 1.......... .... .. .................................
62 208967 Rcpt Assy, Tw Lk Insul Fem (Dinse Type) 50/70 Series (Includes) 2... ............... .. ....
208968 Rcpt, Tw Lk Insul W/O-Ring 1..................... .... ...................................
185712 Insulator, Bulkhead Front 1..................... .... ......................................
185713 Insulator, Bulkhead Rear 1..................... .... ......................................
185714 Washer, Tooth 22mmid X 31.5mmod 1.310-1mmt Intern 1..................... .... ...........
185717 Nut, M20-1.5 1.00Hex .19H Brs Locking 1..................... .... .........................
185718 O-Ring, 0.989 Id X 0.070 H 1..................... .... ....................................
186228 O-Ring, 0.739 Id X 0.070 H 1..................... .... ....................................
63 212070 Panel, Front Standard 1... ............... .. ..........................................
64 C5,6,7 233668 Capacitor Assy, W/Plug & Leads (Voltage Feedback) 1... .... .... .. ...............
65 216112 Fastener, Panel Receptacle Quick Access 2... ................ .. ........................
66 Nameplate (Order by Model and Serial Number) 1... .......................... ...................
67 Nameplate, Connection (Order by Model and Serial Number) 1... .......................... ........
68 Nameplate, Power (Order by Model and Serial Number) 1... .......................... .............
69 174991 Knob, Pointer 1.250 Dia X .250 Id W/Spring Clip.21 2... ............... .. ...............
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
BE SURE TO PROVIDE MODEL AND SERIAL NUMBER WHEN ORDERING REPLACEMENT PARTS.
OM-233 865 Pagina 33
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No. Quantity
Afbeelding 8.1. Hoofdassemblage (vervolg)
70 174992 Knob, Pointer .840 Dia X .250 Id W/Spring Clip.21 1... ............... .. ................
71 218041 Door, W/Quick Access Ball Fasteners 1... ............... .. ............................
72 175138 Box, Louver 1... ............... .. ...................................................
73 Label (Order by Model and Serial Number) 1... .......................... ........................
74 +212 207 Windtunnel, Lh 1... .............. .. ................................................
75 211503 Insulator, Heat Sink 1... ................ .. ............................................
76 C8 219191 Capacitor, Polyp Film .001 Uf 2000V W/Terms 1... ..... ..... .. .....................
77 L6 131447 Core, Toroidal 1.332 Id X 1.932 Od X .625 Thk 1... ...... ...... .. .....................
78 L5,L7 199122 Core, Toroidal .750 Id X 1.450 Od X .544 Thk 2... .... .... .. ......................
79 083147 Grommet, Scr No 8/10 Panel Hole .312 Sq .500 High 2... ............... .. ...............
80 219471 Bracket, Mtg Filter Board 1... ............... .. .......................................
81 219473 Bracket, Mtg CE Filter Ground Plane 1... ............... .. .............................
82 PC4 229989 Circuit Card Assy, Filter 1... ..... ..... .. .........................................
83 227746 Gasket, Inductor Mounting 1... ............... .. ......................................
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
BE SURE TO PROVIDE MODEL AND SERIAL NUMBER WHEN ORDERING REPLACEMENT PARTS.
Aantekeningen
Geldig vanaf 1 januari 2015
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MF” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder
andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE Afhankelijk van de onderstaande
bepalingen en voorwaarden garandeert ITW Weldiing
Products Italy S.r.l., zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller
installaties die verkocht zijn na de geldende datum van deze
beperkte garantie geen materiaal- en/of fabricagefouten
hebben. DEZE GARANTIE VERVANGT UITDRUKKELIJK
ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET OF IMPLICIET,
VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle
onderdelen of componenten die niet meer functioneren door
dergelijke fabricage- en materiaalfouten met garantie repare-
ren of vervangen. Miller moet binnen dertig (30) dagen schrif-
telijk op de hoogte worden gebracht van een dergelijke fout of
storing, waarop Miller instructies zal geven over de garantie-
claim-procedure die hierop volgt. Wanneer een melding wordt
ingediend als een online garantieclaim, moet de claim een ge-
detailleerde omschrijving bevatten van de storing en de
stappen die zijn genomen om de defecte onderdelen en de
oorzaak van het defect te identificeren.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperi-
ode zal MILLER garantiesclaims toestaan op installaties met
garantie die hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden
gelden vanaf de dag dat de installatie geleverd werd aan de
oorspronkelijke kleinhandelkoper, of één jaar nadat een in-
stallatie naar een Europese distributeur gezonden is, of twaalf
maanden nadat de installatie naar een internationaal dis-
tributeur gezonden is.
1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon
* De thyristoren, diodes en afzonderlijke gelijkrichtmo-
dules in de originele hoofdstroom gelijkrichters met
uitzondering van de STR, SI, STi, STH en MPi series.
2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon
* Lasaggregaten met aandrijfmotor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte
garantie, bij de fabrikant van de motor.)
* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)
* Procesbeheersingsapparatuur
* Semiautomatische en automatische draadaanvoer-
eenheden
* Transformator/gelijkrichterstroombronnen
3. 2 jaar — op onderdelen
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(geen arbeidsloon)
* Migmatic 175
* HF Units
4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders aan-
gegeven
* Automatisch bewegende apparatuur
* Inbouwopties
(OPMERKING: Inbouwopties zijn gedekt onder
True Blue) voor de resterende garantieperiode
van het product waarin ze in geïnstalleerd zijn, of
voor een minimum van één jaar — afhankelijk van
welke van de twee het langste duurt.)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
en elektronische regelapparatuur/recorders
* Motoraangedreven laspistolen (m.u.v. de Spoolmate
laspistolen)
* Positionerings en regelapparatuur
* Powered Air Purifying Respirator (PAPR) de venti-
latorunit (geen arbeidsloon)
* Rekken
* Wielonderstellen en trailers
* Onderpoederdekdraadaanvoersystemen
* Waterkoelsystemen
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Kabels en dekens voor inductieverwarming
* MIGpistolen
* Afstandsbedieningen
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Spoolmate pistolen
* Kabels en niet-elektronische regelingen
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars, koolborstels, schakelaars,
sleepringen, relais of andere onderdelen die niet
meer goed werken als gevolg van normale slijtage.
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd
door anderen, zoals motoren of handelsaccessoires.
Deze onderdelen vallen onder de eventuele garanties
door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door
andere partijen dan Miller, of installaties die onjuist
geïnstalleerd of verkeerd gebruikt zijn volgens industrie-
richtlijnen, of installaties die geen redelijk en noodzake-
lijk onderhoud hebben gehad, of installaties die gebruikt
zijn voor andere dan de aangegeven toepassingen voor
de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP
EN GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE
GEBRUIKERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN
ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDER-
HOUD VAN LASINSTALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,
zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of
(2) vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan
in bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of
vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of
(4) krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij
het retourneren van de goederen op risico en kosten van de
klant. Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn
(met inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de
fabriek in ITW Welding Products Group Europe of f.o.b. naar
een door Miller goedgekeurd onderhoudsbedrijf zoals
bepaald is door Miller. Daarom zal er geen compensatie of
terugbetaling voor transportkosten worden toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN
ANDERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN
DEGENE DIE HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL
MILLER CONTRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD,
OF ANDERSZINS, AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR
RECHTSTREEKSE, ONRECHTSTREEKSE, BIJZONDE-
RE, INCIDENTELE, OF GEVOLGSCHADE (HIERIN
BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE
GEREEDSCHAP DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT,
ELKE UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET
VOORZIEN IS, EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF
VERKLARING M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP
GROND VAN CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT
ONRECHTMATIGE DAAD, OF DAT, WARE DEZE
BEPALING NIET OPGENOMEN, IMPLICIET, VAN
RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE OF NAAR
AANLEIDING VAN DE CONCRETE OMSTANDIGHEDEN
VAN DE TRANSACTIE ZOU VOORTVLOEIEN UIT GELIJK
WELKE ANDERE RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN
ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T.
VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Deze originele garantie is in Engelse juridische begrippen ge-
schreven. Bij klachten of onenigheid heeft de betekenis van
de woorden in het Engels voorrang.
milan_warr_dut201501
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. © 2015 Miller Electric Mfg. Co 2015-01
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
Volledig invullen en goed bewaren a.u.b.
Eigendomspapieren
ITW Welding Italy S.r.l.
Via Privata Iseo, 6/E
20098 San Giuliano
Milanese, Italy
Tel: 39 (0) 2982901
Fax: 39 (0) 298290-203
email: miller@itwwelding.it
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Handleiding
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Service
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens transport.
Neem contact op met de transportafdeling van uw distribu-
teur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het
indienen en afhandelen van schadeclaims.
Neem contact op met een distributeur of servicebedrijf
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Miller XMT 350 C de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor