Aiwa AV-D58 Handleiding

Categorie
Dvd spelers
Type
Handleiding
2
NEDERLANDS
NEDERLANDS
WAARSCHUWING
STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN
REGEN OF VOCHT OM GEVAAR VOOR
BRAND OF EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE
VOORKOMEN.
VOORZORGSMAATREGELEN
Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig en volledig alvorens het
toestel in gebruik te nemen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat
u ze achteraf nog kunt raadplegen. Alle waarschuwingen en
veiligheidsinstructies in de gebruiksaanwijzing en op het toestel
zelf moeten strikt worden nageleefd.
Installatie
1 Water en vocht — Gebruik dit toestel niet in de buurt van
water zoals bijvoorbeeld een bad, een lavabo, een zwembad
of dergelijke.
2 Warmte — Gebruik dit toestel niet in de buurt van
warmtebronnen zoals blazers, kachels, of andere
verwarmingstoestellen. Het toestel mag niet worden
blootgesteld aan temperaturen van minder dan 5°C en meer
dan 35°C.
3 Ondergrond — Plaats het toestel op een vlakke, effen
ondergrond.
4 Ventilatie — Rond het toestel moet voldoende ruimte zijn
voor een afdoende ventilatie. Laat 10 cm vrij achteraan en
bovenaan, en 5 cm aan weerszijden van het toestel.
- Plaats het toestel niet op een bed, een tapijt of dergelijke
waardoor de ventilatiegaten kunnen worden afgesloten.
- Plaats het toestel niet in een boekenrek, een kast of
dergelijke waar de ventilatie wordt bemoeilijkt.
5 Vreemde voorwerpen en vloeistof — Zorg ervoor dat er via
de ventilatiegaten gaan vreemde voorwerpen noch vloeistof
in het toestel terechtkomen.
6 Wagentjes en onderstellenWanneer het toestel op een
wagentje of onderstel is geplaatst, moet het voorzichtig worden
verplaatst.
Door bruuske bewegingen, overdreven kracht en een oneffen
ondergrond kan het toestel of wagentje kantelen of vallen.
7 Installatie op een muur of plafond — Het toestel mag niet
op een muur of plafond worden geïnstalleerd, tenzij dat
vermeld staat in de gebruiksaanwijzing.
Stroomvoorziening
1 Stroombronnen — Sluit dit toestel enkel aan op
stroombronnen die vermeld staan in de gebruiksaanwijzing
en op het toestel zelf.
2 Netsnoer
- Trek voor het verbreken van de aansluiting op het stopcontact
altijd aan de stekker zelf en nooit aan het snoer.
- Raak de stekker van het netsnoer nooit aan met natte
handen om brand of elektrocutie te voorkomen.
- Netsnoeren mogen niet sterk worden gebogen, geklemd of
belopen. Let vooral op het snoer tussen het toestel en het
stopcontact.
- Zorg ervoor dat stopcontacten en verlengsnoeren niet
overbelast raken om brand of elektrocutie te voorkomen.
3 Buiten gebruikTrek de stekker uit het stopcontact wanneer
het toestel enkele maanden of nog langer niet wordt gebruikt.
Zolang de stekker in het stopcontact zit, vloeit er altijd een
kleine hoeveelheid stroom naar het toestel, ook al is dat
uitgeschakeld.
OPMERKING
AIWA CO. LTD. - JAPAN - VERKLAART ONDER ZIJN EIGEN
VERANTWOORDELIJKHEID DAT HET PRODUCT DAT IN
DEZE HANDLEIDING BESCHREVEN WORDT, IN
OVEREENSTEMMING IS MET DE RICHTLIJNEN VAN D.M.
28.8.95 NR. 548, VILGENS DE BEPALINGEN VAN
PARAGRAAF 3 VAN BIJLAGE 1 VAN D.M. 27.8.87
(VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT
FREQUENTIES).
De bovenstaande informatie geldt uitsluitend voor Italië.
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
LET OP: VERMINDER DE KANS OP BRAND OF EEN
ELEKTRISCHE SCHOK EN VERWIJDER DERHALVE
DE BEHUIZING (OF HET ACHTERPANEEL) NIET.
ER BEVINDEN ZICH GEEN DOOR DE GEBRUIKER
TE REPAREREN ONDERDELEN IN HET TOESTEL.
LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN
ERKEND ONDERHOUDSPERSONEEL.
NEDERLANDS
3
NL
Onderhoud
Reinig het toestel zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing.
Problemen die u niet zelf kunt oplossen
Laat het toestel nakijken door een vakbekwaam technicus als:
- Het netsnoer of de stekker zijn beschadigd
- Vreemde voorwerpen of vloeistof in het toestel terecht zijn
gekomen
- Het toestel is blootgesteld aan regen of water
- Het toestel niet naar behoren functioneert
- Het toestel beduidend minder goed werkt
- Het toestel is gevallen of de behuizing is beschadigd
PROBEER HET TOESTEL NIET ZELF TE REPAREREN.
INHOUD
VOORZORGSMAATREGELEN .......................................... 2
VOORBEREIDINGEN
AANSLUITINGEN ............................................................... 4
VOOR U AAN DE SLAG GAAT .......................................... 8
DE KLOK INSTELLEN........................................................ 9
GELUID
PERSOONLIJKE KLANKINSTELLING ........................... 10
DSP SURROUND .............................................................. 11
BASISHANDELINGEN
AUDIO-/VIDEOBRON KIEZEN .........................................12
OPNEMEN VAN EEN AUDIOBRON ................................. 13
RADIO-ONTVANGST
ZENDERS VOORINSTELLEN .......................................... 14
VOORINGESTELDE ZENDERS BELUISTEREN ............ 15
ZOEKEN OP RDS CODE.................................................. 16
DOLBY SURROUND EN DTS SURROUND
DOLBY SURROUND SELECTEREN ............................... 18
LUIDSPREKERNIVEAU REGELEN ................................. 19
INSTELLEN VAN DE LFE EN HET DYNAMISCH BEREIK .... 21
DTS SURROUND SELECTEREN .................................... 22
TIMER
DE SLUIMERTIMER INSTELLEN .................................... 23
ALGEMEEN
TECHNISCHE GEGEVENS .............................................. 24
ZORG EN ONDERHOUD ..................................................25
VERHELPEN VAN STORINGEN ...................................... 25
ONDERDELEN ..................................................................25
Controleer het toebehoren
Afstandsbediening
FM antenne AM/LG antenne
Gebruiksaanwijzing, enz.
Nieuwe dynamische geïntegreerde versterker
Dit is een splinternieuw versterkersysteem dat een heldere
weergave geeft van de midden-tot-hoge tonen en een rijke
weergave van de lage tonen zodat de luisteraar kan profiteren
van een weergave die het oorspronkelijke geluid zo dicht mogelijk
benadert, met minder vervorming, zowel bij hoge als bij lage
volumeniveaus.
4
NEDERLANDS
TOESTELLEN AANSLUITEN
Aansluitingen en stekkers hebben de volgende kleurcode:
Rode aansluitingen en stekkers: voor het rechter kanaal van
audiosignalen
Witte aansluitingen en stekkers: voor het linker kanaal van
audiosignalen
Gele aansluitingen en stekkers: Voor videosignalen
OPMERKING
Steek de stekkers volledig in de aansluitingen. Loszittende
stekkers kunnen gebrom of andere storingen veroorzaken.
AANSLUITINGEN
Alvorens het netsnoer aan te sluiten
De nominale voedingsspanning van het toestel bedraagt 230 V
wisselstroom, zoals vermeld op het achterpaneel. Controleer of
de nominale spanning overeenstemt met de lokale netspanning.
BELANGRIJK
Sluit eerst de luidsprekers, antennes en alle los verkrijgbare
apparatuur aan. Steek pas dan de stekker in het stopcontact.
VOORBEREIDINGEN
*
1
Verbind de VIDEO OUT aansluiting van een DVD rechtstreeks
met een TV, en niet via dit toestel, zoniet kan het beeld zijn
gestoord bij het afspelen van kopieerbeveiligde DVDs.
*
2
Ingangssignalen die binnenkomen via de digitale
ingangsaansluitingen (VIDEO 2 COAXIAL IN, VIDEO 1
OPTICAL IN), kunnen niet worden opgenomen. Om het geluid
van een DVD, CD, MD of LD-speler op te nemen, verbindt u
AUDIO OUT van de speler met AUDIO IN van de receiver.
*
3
Sluit een mono videorecorder aan met een stereo-monokabel
(niet meegeleverd).
*
4
Gebruik een RF demodulator bij aansluiting van een LD-speler
met AC-3 RF OUT aansluiting. Verbind ook de analoge AUDIO
OUT aansluitingen van de LD-speler met de receiver om alle
bronnen af te spelen. Meer informatie vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de LD-speler.
TV
Video 2*
3
of
LD*
4
/Kabel TV
DVD of Video 1*
3
/MD-speler
naar VIDEO IN (Video 1)
naar AUDIO IN (Video 1/MD)
naar VIDEO IN
naar AUDIO OUTPUT
naar AUDIO OUT
naar COAXIAL
DIGITAL OUT
Coaxiaalkabel
Optische
verbindingskabel
naar OPTICAL
DIGITAL OUT
(DVD)
naar VIDEO OUT
RF demodulator*
4
CD-speler
Platenspeler
Cassettedeck
naar OUTPUT
naar LINE OUT
naar LINE IN
naar VIDEO OUT (Video 1)*
naar AUDIO OUT
1
*
2
*
2
ACHTERZIJDE
VOORZIJDE
Camcorder
naar
VIDEO OUT
naar AUDIO OUT
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
o
NEDERLANDS
5
NL
LUIDSPREKERS AANSLUITEN1
Luidsprekeraansluitingen
Sluit voorluidsprekers, een middenluidspreker, surround
luidsprekers en subwoofer aan op het toestel:
- de voorluidsprekerkabels op FRONT SPEAKERS.
Steek het uiteinde van het luidsprekersnoer in de opening van
de aansluiting en zet de aansluiting vervolgens vast. Controleer
of het snoer goed vast zit.
- de middenluidsprekerkabel op CENTER SPEAKER.
- de surround luidsprekerkabels op SURROUND SPEAKERS.
Wikkel het uiteinde van het snoer rond de aansluitklem. Draai
de klem vervolgens vast. Controleer of het snoer stevig
vastzit.
- voor een krachtiger bass-geluid, de subwoofer (met ingebouwde
versterker) op SUB WOOFER 3.
Wanneer een subwoofer is aangesloten moet u altijd de
SUBW ON (subwoofer aan) stand kiezen (zie pagina 6).
Luidsprekerimpedantie
Gebruik in alle gevallen luidsprekers van 8 Ohm of meer.
Verbind + met + en – met –
Voor een goed geluidseffect moet de polariteit van de
aansluitingen op het toestel en de luidspreker worden
gerespecteerd; de + aansluiting op het toestel moet worden
verbonden met de + aansluiting op de luidspreker (en met ).
OPMERKING
Sluit de luidsprekerkabels correct aan zoals de afbeelding in
de rechter kolom laat zien. Een foutieve aansluiting kan
kortsluiting veroorzaken in de SPEAKERS aansluitingen.
Breng geen magnetische voorwerpen in de buurt van de
luidsprekers.
VOORBEREIDINGEN
1, 2 en 3 in de afbeelding komen overeen met het volgende:
1Surround luidsprekers
Rechts Links
1Middenluidspreker
1Subwoofer
3FM antenne
3AM/LG antenne
2Netstroomaansluitingen
1Voorluidsprekers
Rechts Links
Subwoofer
Surround luidsprekers
Voorluidsprekers
Middenluidspreker
6
NEDERLANDS
DE MEEGELEVERDE ANTENNES
AANSLUITEN 3
Sluit de FM antenne aan op de FM 75 aansluiting en de AM/
LG antenne op de MW/LW LOOP aansluiting.
De AM/LG kaderantenne opstellen
Bevestig de klauw in de gleuf zoals de afbeelding laat zien.
De antennes richten
Eenpolige FM antenne:
Volledig uitstrekken en richten voor een optimale ontvangst.
Voor een betere FM ontvangst is het gebruik van een
buitenantenne aan te raden.
AM/LG kaderantenne:
Richten voor een optimale ontvangst.
OPMERKING
Breng de FM antenne niet in de buurt van metalen voorwerpen
of gordijnrails.
Breng de AM/LG antenne niet in de buurt van los verkrijgbare
apparatuur, de stereo installatie zelf, het netsnoer of de
luidsprekerkabels om ruis te voorkomen.
Wikkel de AM/LG antennedraad niet af.
EEN BUITENANTENNE AANSLUITEN
Voor een betere FM ontvangst is het gebruik van een
buitenantenne aan te raden. Sluit de buitenantenne aan op FM
75 .
DE LUIDSPREKERS OPSTELLEN
Stel de luidsprekers zo op dat u het meeste profijt kunt trekken
van de Dolby, DTS of DSP surroundeffecten.
Voorluidsprekers (L/R)
Middenluidspreker (C)
In het midden van beide voorluidsprekers. Op of onder een TV
wanneer een TV op het toestel is aangesloten.
Surround luidsprekers (LS/RS)
Plaats de surround luidsprekers vlak naast of iets achter de
luisterpositie. Zorg ervoor dat ze elk ongeveer 1 meter boven
oorhoogte zitten.
Subwoofer (SW)
Plaats de subwoofer ergens tussen de voorluidsprekers in.
Wanneer een subwoofer is aangesloten
Kies SUBW ON.
1. Druk op eenmaal de MANUAL SELECT toets op de
afstandsbediening zodat SUBW OFF verschijnt in het
uitleesvenster.
2. Druk binnen de 4 seconden op de TUNING DOWN M
toets of draai de MULTI JOG knop naar links om SUBW
ON te laten verschijnen.
Wanneer geen subwoofer is aangesloten, moet u SUBW
OFF kiezen.
Laat SUBW ON verschijnen in stap 1 en druk op de TUNING
UP N toets of draai de MULTI JOG knop naar rechts in stap 2.
OPMERKING
De weergave via de surround-luidsprekers of de midden-
luidspreker hangt af van de instelling voor Dolby, DTS of DSP
surround.
Gebruiken van de netstroom-aansluitingen
op het toestel 2
Het toestel is voorzien van netstroom-aansluitingen. Deze kunt
u gebruiken wanneer het toestel zelf eenmaal is aangesloten op
een stopcontact.
Sluit geen apparatuur die het opgegeven vermogen van de
aansluitingen (120 W maximaal en in totaal) te boven gaat.
AM/LG antenne
FM antenne
NEDERLANDS
7
NL
AFSTANDSBEDIENING
Batterijen aanbrengen
Maak het batterijdeksel achter op de afstandsbediening los en
plaats twee R6 (AA) batterijen.
Wanneer de batterijen vervangen
De maximum afstand tussen de afstandsbediening en de sensor
op het toestel bedraagt ongeveer 5 meter. Als die afstand korter
wordt, moet u de batterijen vervangen.
Gebruik van de afstandsbediening
De instructies in deze gebruiksaanwijzing hebben in hoofdzaak
betrekking op de toetsen op het hoofdtoestel. In principe hebben
de toetsen op de afstandsbediening en die op het hoofdtoestel
dezelfde werking als ze voorzien zijn van identieke of soortgelijke
aanduidingen.
Sommige toetsen hebben twee functies.
Om de functie te gebruiken die vermeld staat op de toets of op
het zwarte paneel, drukt u gewoon op de toets.
Om de functie te gebruiken die vermeld staat op het groene
paneel, drukt u op de toets en tegelijkertijd op de SHIFT toets.
Belangrijk
De ENTER toets op de afstandsbediening vervangt niet
de ENTER toets op het hoofdtoestel. Deze toets dient
alleen om de DVD-speler te bedienen (zie rechterkolom).
Een functie (audiobron) kiezen met de afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op de FUNCTIE toets. De functie verandert
cyclisch.
OPMERKING
Als het toestel gedurende lange tijd niet wordt gebruikt, verwijder
dan de batterijen om elektrolietlekken te voorkomen.
De werking van de afstandsbediening kan zijn verstoord
wanneer:
- De sensor in het uitleesvenster blootstaat aan sterke
zonnestraling.
- Andere afstandsbedieningen in de buurt worden gebruikt
(bijvoorbeeld van een televisie, enz.).
VOORBEREIDINGEN
AIWA CD- of DVD-spelers bedienen met de
afstandsbediening
Basisfuncties van AIWA CD- of DVD-spelers kunnen worden
bediend met de afstandsbediening. In principe hebben de toetsen
die hieronder beschreven staan dezelfde functie als die op de
DVD- of CD-spelers.
Meer details vindt u in de gebruiksaanwijzing van de speler.
CD-spelers bedienen
Druk op de volgende toets.
c/a(CD) - Weergave starten of stoppen.
f,g - Om te zoeken. Houd de toets ingedrukt.
r(CD),t(CD) - Muziekstuk overslaan. Druk herhaaldelijk
op de toets.
s - Om de weergave te stoppen.
DISC SKIP (CD) - Om een disc in de CD-wisselaar over te slaan.
Bediening van DVD-spelers
Druk op de volgende toets terwijl u de SHIFT toets ingedrukt
houdt.
c - Weergave starten.
f,g - Muziekstuk zoeken.
s - Weergave stoppen.
i,k,j,l (op, neer, links of rechts) - Verplaatst de cursor om
een programma enz. te kiezen.
AUDIO - Om te veranderen van muziekstuk (taal, enz.)
ENTER - Om over te schakelen naar het gekozen programma,
enz.
TITLE of MENU - Om over te schakelen naar het titel- of
menuscherm.
RETURN - Om terug te keren naar de vorige stand, enz.
DVD PAUSE - Om de weergave van een DVD tijdelijk te
onderbreken.
OPMERKING
Met bepaalde AIWA COMPACT DISC SPELERS kunnen niet
alle functies van de afstandsbediening goed werken.
8
NEDERLANDS
VOOR U AAN DE SLAG GAAT
Het toestel aanzetten
Druk op de POWER 6STANDBY/ON toets.
Bediening is mogelijk na vier seconden. De VOL (volume)
aanduiding of de functienaam verschijnen eerst achtereenvolgens
in het uitleesvenster.
De gekozen functie-indicator licht rood op.
Om de helderheid van het uitleesvenster te wijzigen.
1 Druk herhaaldelijk op de ECO toets tot DIM MODE verschijnt.
2 Druk binnen de 4 seconden op de ENTER toets.
3 Draai binnen de 4 seconden aan MULTI JOG om de dimmer
mode te kiezen zoals hieronder beschreven.
Na 4 seconden wordt de stand automatisch geactiveerd. Hij
wordt ook geactiveerd wanneer na stap 3 binnen de 4
seconden op ENTER wordt gedrukt.
-
DIM-OFF: Normale verlichting.
DIMMER 1: Het uitleesvenster is minder verlicht dan
normaal.
DIMMER 2: Het uitleesvenster is minder goed verlicht dan
in de stand DIMMER 1. De functie-indicator
dooft.
Gebruik van een hoofdtelefoon
Sluit een hoofdtelefoon aan op PHONES met behulp van een
standaard stereo stekker (ø6,3 mm). Zorg ervoor dat de FRONT
SPEAKERS toetsen op h OFF staan, zoniet wordt geluid
weergegeven via de luidsprekers.
OPMERKING
Wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten:
- Wordt Dolby Pro Logic of DSP automatisch uitgeschakeld.
- De Dolby Digital of DTS surroundfunctie zal worden veranderd
in 2chSTEREO (2CH DOWNMIX).
Druk op de POWER 6STANDBY/ON toets om het toestel af te
zetten.
STROOMSPAARSTAND (ECO MODE)
Door dit toestel in de ECO stand te zetten, kunt u het
stroomverbruik wanneer het toestel uit (standby) staat
verminderen.
De stroomspaarstand is normaal geactiveerd.
Wanneer de huidige tijd is ingesteld, verdwijnt de tijdaanduiding
meteen.
Wanneer de stroom is uitgeschakeld zullen alle lichtjes op het
display doven en zal alleen de ECO indicator rood oplichten.
De stroomspaarstand uitschakelen
1 Druk op de ECO toets om ECO MODE te laten verschijnen
terwijl het toestel is uitgeschakeld.
2 Druk binnen de 4 seconden op de ENTER toets.
3 Draai binnen de 4 seconden aan MULTI JOG om ECO OFF
te kiezen.
Na 4 seconden wordt de stand automatisch geactiveerd. Hij
wordt ook geactiveerd wanneer na stap 3 binnen de 4
seconden op ENTER wordt gedrukt.
NEDERLANDS
9
NL
DE KLOK INSTELLEN
Wanneer de stekker de eerste maal in een stopcontact wordt
gestoken, knippert de tijdaanduiding in het uitleesvenster.
Stel de tijd als volgt in terwijl het toestel uit staat.
1 Druk op de ENTER toets.
Het uitleesvenster licht iets meer op.
2 Draai binnen de 4 seconden aan de MULTI JOG
knop om de uren en de minuten in te voeren.
De tijd loopt op door naar rechts te draaien en af door naar
links te draaien.
De N / M toets op het hoofdtoestel zijn ook beschikbaar.
Druk herhaaldelijk op de toets. Houd de toets ingedrukt om
de tijd snel te laten op- of aflopen in stappen van 10 minuten.
3 Druk op de ENTER toets.
De klok begint te lopen vanaf 00 seconden.
OPMERKING
Wanneer de klok voor het eerst na aankoop wordt
ingesteld
Alles in het uitleesvenster verdwijnt.
Dit komt doordat de stroomspaarfunctie van het toestel is
geactiveerd en wijst niet op een defect.
De stroomspaarfunctie kan worden geannuleerd. Zie pagina 8
voor meer details.
De huidige tijd corrigeren
Druk op POWER 6STANDBY/ON om het toestel uit te schakelen.
Voer stap 1 tot 3 hierboven uit.
De huidige tijd weergeven
Druk op de CLOCK toets en tegelijk op de SHIFT toets op de
afstandsbediening. De tijd verschijnt gedurende 4 seconden.
Wanneer u deze handeling via het hoofdtoestel uitvoert, dient u
op CLOCK te drukken terwijl de stroom is ingeschakeld, of op
ENTER terwijl de stroom is uitgeschakeld (standby).
Overschakelen naar het 24-urensysteem
Toon de huidige tijd en druk binnen de 4 seconden op de BAND/
DIGITAL/ANALOG toets op het toestel.
Herhaal dezelfde procedure om terug te keren naar het 12-
urensysteem.
In het 12-urensysteem staat AM 12:00 voor middernacht en
PM 12:00 voor middag.
Als de tijdindicatie knippert
Dit is het gevolg van een stroomonderbreking. De klok moet dan
opnieuw worden ingesteld.
Als de voeding gedurende meer dan ongeveer 24 uren wordt
onderbroken, moeten alle instellingen die na aankoop in het
geheugen werden opgeslagen, opnieuw worden uitgevoerd.
VOORBEREIDINGEN
10
NEDERLANDS
PERSOONLIJKE
KLANKINSTELLING
VOLUMEREGELING
Draai aan VOLUME op het hoofdtoestel, of druk op VOL op de
afstandsbediening.
Het volume verschijnt gedurende vier seconden in het
uitleesvenster. Het kan worden ingesteld van 0 tot MAX (50).
Vanaf 44 gaat de indicatie knipperen.
De volume-instelling blijft behouden, ook wanneer het toestel
wordt afgezet. Wanneer echter de stroom wordt uitgeschakeld
met het volume op 21 of hoger, zal het volume automatisch op
20 gezet worden wanneer de stroom de volgende keer wordt
ingeschakeld.
De links/rechts-balans van de voorluidsprekers regelen
Druk op de BALANCE toets om L/R 0dB te laten verschijnen.
Druk vervolgens binnen de vier seconden herhaaldelijk op de
N / M toets of draai aan de MULTI JOG knop.
Vergeet niet dat de balans tussen de voor-luidsprekers bij Dolby
en DTS ook wordt veranderd.
Het geluid tijdelijk onderdrukken
Druk op de MUTING (MUTE) toets (20 dB).
MUTE ON verschijnt gedurende vier seconden in het
uitleesvenster. Terwijl het geluid is onderdrukt, knippert de
gekozen functie-indicator. Druk nogmaals op de MUTING toets
om het geluid te herstellen.
TOONREGELING
U kunt de weergave van de lage en hoge tonen regelen.
1 Druk op TREBLE of op BASS.
2 Druk binnen 4 seconden herhaaldelijk op M/N
of verdraai MULTI JOG om het gewenste niveau
in te stellen.
Beide niveaus kunnen worden ingesteld in een bereik tussen
-10 dB en +10 dB in stappen van 2 dB.
TONE zal op het display verschijnen terwijl u de TREBLE
(hoge tonen) of BASS (lage tonen) regelt.
Regelen met de afstandsbediening
1 Druk herhaaldelijk op GEQ terwijl u SHIFT ingedrukt houdt
zodat TREBLE of BASS op het display verschijnt.
2 Druk op TUNING DOWN of UP terwijl u SHIFT ingedrukt houdt
om het niveau in te stellen.
SUPER T-BASS SYSTEM
Het T-BASS systeem verbetert de weergave van lage frequenties.
Druk op de T-BASS toets.
Bij elke druk verandert het niveau. Kies één van de drie niveaus
of schakel de functie uit, naargelang van uw persoonlijke
voorkeur.
OPMERKING
Laagfrequent geluid kan zijn vervormd wanneer het T-BASS
systeem wordt gebruikt bij een disc of cassette waarvan het
laagfrequente geluid al is geaccentueerd. Schakel dan het
T-BASS systeem uit.
DIRECTE WEERGAVEFUNCTIE
U kunt alle geluidsinstellingen (behalve het volume) ongebruikt
laten, maar in het geheugen opgeslagen laten, zodat u naar het
oorspronkelijke, onveranderde geluid van de signaalbron kunt
luisteren.
Druk op SOURCE DIRECT.
De melding SOURCE DIRECT loopt over het display en de
indicator licht op.
Druk nog eens op deze toets om de geluidsinstellingen weer te
activeren.
OPMERKING
Terwijl de directe weergavefunctie in werking is kunt u TAPE
MONITOR en alle verdere toetsen die invloed hebben op de
geluidsweergave niet gebruiken.
De directe weergavefunctie kan niet worden gebruikt bij
weergave van een digitaal signaal.
KLANKINSTELLING TIJDENS HET OPNEMEN
Volume en toon van de luidsprekers of hoofdtelefoon kunnen
naar wens worden ingesteld zonder dat dit het opnameniveau
beïnvloedt.
GELUID
NEDERLANDS
11
NL
GELUID
DSP SURROUND
De DSP (Digital Signal Processor) surround schakelingen kunnen
het effect van geluid dat door muren of plafonds wordt weerkaatst
nabootsen, wat de weergave levensechter maakt. Het toestel
werkt met 5 DSP voorinstelstanden.
1 Druk op DSP.
2 Druk binnen 4 seconden herhaaldelijk op M/N
of verdraai MULTI JOG om de gewenste DSP
functie te selecteren.
De DSP en S (surround-luidsprekers) indicators lichten op.
Als de muziekbron mono is
Het DSP systeem werkt eventueel niet efficiënt.
De geselecteerde instelling annuleren
Druk op de DSP toets om de DSP-stand te laten verschijnen en
druk vervolgens binnen de vier seconden nogmaals op de toets.
DSP OFF verschijnt in het uitleesvenster.
Kiezen met de afstandsbediening
1 Druk op de DSP toets.
2 Druk binnen de 4 seconden herhaaldelijk op de TUNING UP
of DOWN toets terwijl u de SHIFT toets ingedrukt houdt tot
de gewenste DSP stand verschijnt.
Er is keuze uit 5 voorinstellingen.
Gekozen instelling
Volume en balans van de surround luidsprekers regelen
1 Druk driemaal op de MANUAL SELECT toets op de
afstandsbediening om S 0dB te laten verschijnen met het
DSP systeem ingeschakeld.
2 Druk binnen 4 seconden op TUNING DOWN of UP terwijl u
SHIFT op de afstandsbediening ingedrukt houdt.
Om deze handeling via het hoofdtoestel uit te voeren, dient u
herhaaldelijk op N / M te drukken of MULTI JOG te
verdraaien.
OPMERKING
Het DSP surround system wordt automatisch uitschakeld en
kan niet worden ingeschakeld:
- Wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten.
- Wanneer de Dolby Digital of DTS surround bitstroom het
toestel binnenkomt in de DIGITAL functie.
- Wanneer de SOURCE DIRECT directe weergavefunctie in
werking is.
Het DSP surroundsysteem zal automatisch worden
geannuleerd wanneer het Dolby Pro Logic systeem wordt
ingeschakeld, en andersom.
12
NEDERLANDS
BASISHANDELINGEN
AUDIO-/VIDEOBRON KIEZEN
1 Kies de programmabron.
Draai aan de FUNCTION keuzeschakelaar of druk op de TAPE
MONITOR toets. De geselecteerde functie-indicator licht rood
op.
Luisteren of kijken naar Rode indicator
Een cassette TAPE MONITOR
De radio TUNER
Een plaat PHONO
Een compact disc CD
Televisie, enz. AUX
Video VIDEO 1/DVD/MD,
VIDEO 2/LD/TV, VIDEO 3
Een LD of kabel-TV VIDEO 2/LD/TV
Een MD of DVD VIDEO 1/DVD/MD
Welke functie moet worden geselecteerd (behalve PHONO)
hangt af van de apparatuur die is aangesloten op de ingangen
achter op het toestel.
Kiezen met de afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op de TAPE MONITOR of FUNCTIE toets.
OPMERKING
Bij het gebruik van een platenspeler met ingebouwde
equalizer-versterker, zet u de schakelaar van de equalizer-
versterker af. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de
platenspeler voor meer informatie.
2 Start de geselecteerde programmabron.
3 Regel het geluid.
Betreffende de videobron en de monitor of TV
De geselecteerde video signaalbron zal worden aangegeven op
het display en het videosignaal zal worden gereproduceerd naar
de TV via de MONITOR VIDEO OUT aansluiting.
De videobron kiezen
1 Draai aan FUNCTION om PHONO, CD of AUX te kiezen.
2 Druk op de ENTER toets om VIDEO 1 te laten verschijnen.
3 Draai aan MULTI JOG om VIDEO 2 of VIDEO 3 te selecteren.
Veranderen van de naam op het display voor
de VIDEO 1 en VIDEO 2 functies
Wanneer VIDEO 1 is geselecteerd, verschijnt VIDEO 1 eerst. Dit
kan worden veranderd in DVD of MD.
Druk de BAND/DIGITAL/ANALOG toets en de ENTER toets
tegelijk in,
en laat vervolgens eerst de ENTER toets los.
De naam die verschijnt voor de VIDEO 2 functie kan worden
veranderd in VIDEO 2, LD of TV; druk terwijl de VIDEO 2 functie
is geselecteerd de BAND/DIGITAL/ANALOG toets en de ENTER
toets tegelijk in,
en laat vervolgens eerst de ENTER toets los.
Selecteren van “ANALOG” of “DIGITAL (auto)
voor de VIDEO 1 of VIDEO 2 functie
Druk op BAND/DIGITAL/ANALOG terwijl VIDEO 1, VIDEO 2 is
geselecteerd. De geselecteerde stand - ANALOG of DIGITAL
- verschijnt in het uitleesvenster.
In de DIGITAL stand: Apparatuur die is aangesloten op VIDEO
1 OPTICAL IN wordt als bron gekozen voor de VIDEO 1 functie,
en apparatuur die is aangesloten op VIDEO2 COAXIAL IN voor
de VIDEO 2 functie.
In de ANALOG stand: Apparatuur die is aangesloten op VIDEO
1/DVD/MD IN wordt als bron gekozen voor de VIDEO 1 functie,
en apparatuur die is aangesloten op VIDEO 2/LD/TV voor de
VIDEO 2 functie.
OPMERKING
DIGITAL verandert in ANALOG wanneer de TAPE MONITOR
toets wordt ingedrukt.
Wanneer de “OVER LEVEL indicator oplicht
Dit toestel is uitgerust met een OVER LEVEL indicator. Wanneer
het analoge ingangssignaal van de aangesloten apparatuur te
hoog is om weergegeven te worden, zal deze indicator oplichten.
Regel dan het ingangsniveau tot de indicator verdwijnt, zoals
hieronder beschreven.
Het geluidsniveau van een aangesloten bron regelen
Het ingangsgevoeligheidsniveau van elke functie kan worden
geregeld (behalve TUNER, VIDEO 1 (DIGITAL) en VIDEO 2
(DIGITAL)).
Wanneer het geluidsniveau van de aangesloten bron hoger of
lager is dan dat van de TUNER, regelt u dat als volgt.
1 Kies de functie die moet worden geregeld.
Draai aan FUNCTION of druk op de TAPE MONITOR toets
en laat de bron spelen. U moet de directe weergavefunctie
uitschakelen.
2 Druk twee keer op M om het niveau te verlagen.
Om het oorspronkelijke niveau te herstellen, dient u twee keer
op N te drukken zodat 0dB op het display verschijnt.
V1: VIDEO 1, V2: VIDEO 2, V3: VIDEO 3
Geselecteerde videobron
NEDERLANDS
13
NL
OPNEMEN VAN EEN AUDIOBRON
1 Kies de programmabron die u wilt opnemen.
Verander de FUNCTIE.
2 Breng het cassettedeck of de MD recorder in de
opnamestand.
3 Start de gekozen programmabron.
Het opnamegeluid beluisteren (wanneer het aangesloten
cassettedeck is uitgerust met drie koppen)
Druk op de TAPE MONITOR toets. TAPE ON verschijnt
gedurende vier seconden in het uitleesvenster, waarna de
bronnaam die in stap 1 werd geselecteerd opnieuw verschijnt.
Om de opnamecontrole af te zetten, drukt u er nogmaals op zodat
TAPE OFF verschijnt.
OPMERKING
TAPE MONITOR kan niet worden gebruikt wanneer de directe
weergavefunctie is ingeschakeld.
De opname wordt niet beïnvloed door om het even welke
geluidsregeling (zie pagina 10).
Ingangssignalen die binnenkomen via de digitale
ingangsaansluitingen kunnen niet worden opgenomen. Bij
opname van geluid van een DVD, CD, MD of LD-speler verbindt
u de analoge AUDIO OUT aansluitingen van de speler met de
corresponderende AUDIO IN aansluitingen van de receiver.
Het geluid wordt opgenomen in 2ch stereo.
Bij het opnemen van audiobronnen met een MD recorder
aangesloten op VIDEO 1/DVD/MD AUDIO OUT moet V2 of V3
als videobron (zie pagina 12) worden geselecteerd. Er kan niet
worden opgenomen wanneer V1 (VIDEO 1) is geselecteerd en
aangegeven in het uitleesvenster.
Opnemen kan niet wanneer V1 verschijnt in het uitleesvenster.
Het ingangsgeluid van het cassettedeck aangesloten op TAPE
MONITOR IN kan niet worden opgenomen.
EEN DVD of LD OPGENOMEN IN DOLBY
DIGITAL of DTS SURROUND AFSPELEN
Deze receiver is uitgerust met een Dolby Digital decoder en een
DTS decoder en beschikt over digitale ingangsaansluitingen
(zowel OPTICAL als COAXIAL). Wanneer er een DVD- of LD-
speler is aangesloten op een van de digitale ingangsaansluitingen
van de receiver, kunt u gewoon in uw eigen huiskamer profiteren
van geluidsweergave met bioscoop-kwaliteit, wanneer u discs
afspeelt die zijn opgenomen met Dolby Digital of DTS surround.
Voor u begint
Controleer of TAPE MONITOR of SOURCE DIRECT niet zijn
ingeschakeld.
Gebruik een RF demodulator bij aansluiting van een LD-speler
met AC-3 RF OUT aansluiting. Verbind ook de analoge AUDIO
OUT aansluitingen van de LD-speler met de receiver om alle
bronnen af te spelen. Meer informatie vindt u in de
gebruiksaanwijzing van de LD-speler.
1 Verdraai FUNCTION, selecteer de VIDEO 1 (VIDEO
2) functie en druk net zo vaak op BAND/DIGITAL/
ANALOG tot “DIGITAL (auto) op het display
verschijnt.
De DVD (LD) speler die is aangesloten op de VIDEO 1
OPTICAL (VIDEO 2 COAXIAL) IN aansluiting zal als
signaalbron worden geselecteerd.
2 Start de weergave van een DVD (LD) opgenomen
in Dolby Digital of DTS surround.
De DOLBY DIGITAL indicator licht op in het uitleesvenster
wanneer de Dolby Digital surround bitstroom het toestel
binnenkomt.
Om de Dolby Digital surround stand te kiezen volgens uw
luidsprekers, zie DOLBY SURROUND SELECTEREN op
pagina 18.
De dts indicator licht op in het uitleesvenster wanneer de
bitstroom van DTS surround in het toestel komt.
Om de DTS surround mode te kiezen volgens uw
luidsprekers, zie DTS SURROUND SELECTEREN op
pagina 22.
OPMERKING
U kunt DIGITAL niet selecteren wanneer TAPE MONITOR of
SOURCE DIRECT is ingeschakeld.
Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen de Dolby
Digital of DTS surroundfuncties automatisch overschakelen
naar 2chSTEREO en zal de STEREO indicator op het display
oplichten. Deze functie zal ook niet veranderd kunnen worden
als u op SURROUND drukt terwijl er een hoofdtelefoon is
aangesloten.
Dit toestel is compatibel met ingangssignalen van Dolby Digital
surround bitstroom, DTS surround bitstroom en linear PCM met
een bemonsteringsfrequentie van 32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz.
Bij het aansluiten van sommige DVD-spelers op de digitale
aansluitingen van de receiver, is het mogelijk dat u ruis kunt
horen bij gebruik van de DVD, bijvoorbeeld bij het opzoeken
van een bepaald stuk op een disc, of bij het overslaan van een
hoofdstuk.
BASISHANDELINGEN
Selecteren van de DTS digitale functie
Sommige audio CDs zijn opgenomen met DTS surround. U
kunt DTS audio CDs afspelen op dezelfde manier als DVDs,
maar aan het begin van de disc kan er wat ruis klinken.
Wanneer u DTS audio CDs afspeelt, kunt u het beste de DTS
digitale functie selecteren.
1 Selecteer de ANALOG functie.
2 Houd BAND/DIGITAL/ANALOG ingedrukt tot DTS op het
display verschijnt.
Om de automatische DIGITAL functie te herstellen, dient u
bovenstaande procedure te herhalen zodat DIGITAL op het
display verschijnt.
OPMERKING
Wanneer u de digitale DTS functie selecteert, kunt u geen
discs weergeven die zijn opgenomen als lineair PCM met
een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Dit zal slechts resulteren in ruis.
14
NEDERLANDS
HANDMATIGE VOORINSTELLING
1 Draai aan de FUNCTION keuzeschakelaar om de
TUNER functie te selecteren en druk herhaaldelijk
op de BAND/DIGITAL/ANALOG toets om een band
te selecteren.
FM
MW LW
2 Druk op de N / M toets om een zender te
kiezen (handmatige afstemming).
De frequentie verandert bij elke druk op de toets.
a
Bij het afstemmen op een FM RDS zender
Nadat TUNE in het uitleesvenster is verdwenen,
verschijnt de Program Service zendernaam (*
3
PS) en licht
de RDS indicator op.
b Bij het afstemmen op andere zenders
Nadat TUNE in het uitleesvenster is verdwenen,
verschijnt de band.
Bij FM stereo ontvangst licht 1 op.
3 Druk op de ENTER toets om de zender op te slaan.
Het gekozen voorinstelnummer verschijnt.
4 Herhaal stap 1 tot 3 om de zenders op te slaan.
De volgende zender wordt niet opgeslagen wanneer er al 32
zenders voor alle banden zijn vooringesteld.
Bij gebruik van de afstandsbediening
Druk op de TUNER/BAND toets en tegelijk op de SHIFT toets in
stap 1, en op de TUNING DOWN of UP toets en tegelijk op de
SHIFT toets in stap 2.
RADIO-ONTVANGST
ZENDERS VOORINSTELLEN
Er kunnen in totaal 32 zenders worden vooringesteld. Dankzij
voorinstelling kunt u rechtstreeks op een zender afstemmen. Aan
de zenders worden voorinstelnummers toegekend, te beginnen
met 1 in volgorde voor elke band (FM, AM, LG).
Automatische voorinstelling:
Dit toestel kan *
1
RDS (Radio Data System) en andere zenders
ontvangen.
Als er meer dan 32 ontvangbare zenders zijn, hebben FM RDS
zenders voorrang op andere FM zenders.
Handmatig voorinstellen met handmatig of automatisch
afstemmen:
Zenders kunnen op elke band worden geselecteerd om te worden
vooringesteld.
AUTOMATISCHE VOORINSTELLING
De tuner overloopt het ontvangbare frequentiebereik en slaat
zenders automatisch op.
1 Draai aan de FUNCTION keuzeschakelaar om de
TUNER functie te selecteren.
2 Houd de RT toets gedurende drie seconden
ingedrukt tot AUTO PRESET verschijnt.
3 Druk op de ENTER toets terwijl AUTO PRESET
verschijnt.
De tuner zoekt een zender, te beginnen met de FM band.
Wanneer een ontvangen zender wordt opgeslagen, knippert
het gekozen voorinstelnummer in het uitleesvenster.
Zenders met een zwak signaal worden eventueel niet
opgeslagen.
Het zoeken gaat door op de AM- en LG-band indien er nog
voorinstelnummers beschikbaar zijn.
Wanneer de automatische voorinstelling is voltooid, verschijnt
de eerste voorinstelzender weer in het uitleesvenster.
Als de tuner *
2
identieke RDS zenders met alternatieve
frequenties detecteert
Alleen de zender met het sterkste signaal wordt opgeslagen.
Alvorens een RDS zender op te slaan, controleert de tuner eerst
of dezelfde zender met andere frequenties is vooringesteld en
slaat dan de zender met de beste ontvangst op.
OPMERKING
Bij automatische voorinstelling worden alle reeds opgeslagen
zenders gewist.
NEDERLANDS
15
NL
VOORINGESTELDE ZENDERS
BELUISTEREN
1 Selecteer een band.
2 Draai aan MULTI JOG om een voorinstelnummer
te kiezen.
Een vooringestelde zender wissen
Kies het voorinstelnummer van de zender die u wilt wissen. Druk
vervolgens op ENTER en druk vervolgens binnen de 4 seconden
nogmaals op ENTER.
De hogere voorinstelnummers van alle zenders in de band
worden ook met één verminderd.
Met de afstandsbediening
Selecteer een band en druk vervolgens op de cijfertoetsen om
een voorkeuzenummer te selecteren.
Voorbeeld:
Om voorinstelnummer 25 te kiezen, drukt u op 2 en 5.
Om voorinstelnummer 7 te kiezen, drukt u op 7.
Afstemmen op een zender die niet is vooringesteld
Draai aan de FUNCTION keuzeschakelaar om de TUNER functie
te selecteren en druk herhaaldelijk op de BAND/DIGITAL/
ANALOG toets om een band te kiezen. Druk vervolgens op de
N / M toets om de zender te kiezen (handmatige afstemming).
Als een FM stereo uitzending is gestoord.
Druk op de MONO TUNER toets en tegelijk op de SHIFT toets
op de afstandsbediening zodat MONO verschijnt in het
uitleesvenster.
Weinig ruis bij mono ontvangst.
Om stereo ontvangst te herstellen, herhaalt u de bovenstaande
procedure zodat STEREO verschijnt.
Wanneer de ontvangst is gestoord
Plaats het toestel verder af van andere elektrische
toestellen, in het bijzonder digitale audio-apparatuur, of
zet de apparatuur die de ruis veroorzaakt uit.
OPMERKING
RDS functies kunnen eventueel niet naar behoren werken als
de RDS gegevens van de zender te sterk zijn gestoord of als het
ontvangstsignaal te zwak is.
Snel een zender zoeken met de N / M toets
(automatische zoekafstemming)
Houd één van de toetsen ingedrukt tot de tuner een zender begint
te zoeken. Het zoeken stopt wanneer op een zender is afgestemd.
Druk op één van de toetsen om automatische zoekafstemming
te stoppen.
Wanneer u gebruik maakt van de afstandsbediening, houd dan
de TUNING UP of DOWN toets ingedrukt en druk tegelijk op de
SHIFT toets.
Automatische zoekafstemming stopt eventueel niet bij zenders
met een zeer zwak signaal.
RADIO-ONTVANGST
16
NEDERLANDS
ZOEKEN OP RDS CODE
Elke RDS zender geeft aan welk programmatype (*
5
PTY) wordt
uitgezonden. Als u een PTY opgeeft,
kan het toestel automatisch
een geschikte zender uit de vooringestelde zenders kiezen.
Bovendien kunt u in sommige gebieden gebruik maken van de
*
6
EON (Enhanced Other Networks) service, waarmee het zoeken
nog sneller gaat.
DE PTY LATEN VERSCHIJNEN
Druk op de PTY toets tijdens RDS ontvangst.
Programmas zijn als volgt geklasseerd:
TRAFFIC, NEWS, AFFAIRS (actualiteit), INFO (informatie),
SPORT, EDUCATE (educatie), DRAMA, CULTURE,
SCIENCE, VARIED, POP M (popmuziek), ROCK M
(rockmuziek), EASY M (middle of the road muziek), LIGHT
M (licht klassiek), CLASSICS (zwaar klassiek), OTHER M
(andere muziek), WEATHER, FINANCE, CHILDREN
(kinderprogrammas), SOCIAL (sociale aangelegenheden),
RELIGION, PHONE IN (opinie), TRAVEL, LEISURE, JAZZ
(jazzmuziek), COUNTRY (countrymuziek), NATION M
(volksmuziek), OLDIES, FOLK M (folkmuziek),
DOCUMENT (documentaire), TEST (alarmtest), ALARM
OPMERKING
Als er geen programmatype-informatie wordt meegestuurd,
verschijnt NO PTY.
Als ongedefinieerde programmatype-informatie wordt
meegestuurd, verschijnt UNDEFINE.
Het toestel identificeert TRAFFIC met één van de
programmatypes.
Radiotext (*
4
RT) laten verschijnen bij RDS ontvangst
Druk op de RT toets.
Als een zender waarop is afgestemd RT codes meestuurt,
verschijnt tekst in het uitleesvenster.
Als de afgestemde zender geen RT codes meestuurt, verschijnt
NO RT.
Druk nogmaals op RT om terug te keren naar het gewone
uitleesvenster.
*
1
RDS
Vandaag de dag sturen veel zenders samen met de
gewone geluidssignalen RDS (Radio Data System) codes
mee die diverse aanvullende informatie bevatten.
*
2
Identieke RDS zenders met alternatieve
frequenties (AF)
Dit is een lijst van alternatieve frequenties voor
verschillende zenders die hetzelfde programma in
hetzelfde ontvangstgebied uitzenden. Receivers met
geheugen kunnen de lijst opslaan zodat sneller naar een
andere zender kan worden overgeschakeld.
*
3
Program service zendernaam (PS)
Dit is een naam bestaande uit maximum 8 alfanumerieke
tekens die aangeeft welk programma door een zender
wordt uitgezonden.
Voorbeeld: BBC 1
Tekens
Als een teken niet door de ontvanger kan worden
weergegeven, verschijnt een blanco.
*
4
Radiotext (RT)
In het uitleesvenster verschijnt informatie zoals de acteurs
van een toneelstuk of de titel van een liedje.
Radiotext
NEDERLANDS
17
NL
ZOEKEN NAAR EEN BEPAALD PTY
1 Druk op de PTY toets.
Het programmatype van de afgestemde zender verschijnt.
2 Druk binnen de 4 seconden op de toets N / M
om een programmatype te kiezen.
3 Druk binnen de 4 seconden nogmaals op de PTY
toets.
Elke voorkeuzezender zal worden afgezocht. Als er een
geschikte zender gevonden wordt, zal daar op worden
afgestemd.
EON service voor PTY zoeken
Als PTY wordt overgebracht via EON, wordt een geschikte zender
gedetecteerd zonder dat elke vooringestelde zender wordt
gecontroleerd. Als een zender EON informatie verstuurt, neemt
het decoderen van de EON informatie 15 tot 30 seconden in
beslag. Daarna licht EON op in het uitleesvenster.
Als geen zender wordt gevonden
NOT FOUND verschijnt en het toestel keert terug naar de vorige
zender.
Wanneer het TRAFFIC programmatype wordt
geselecteerd
Het toestel zoekt naar een zender die een *
7
TP code verstuurt.
Het is mogelijk dat er nog geen verkeersinformatie wordt
uitgezonden. Wacht een tijdje. De zender verstuurt regelmatig
verkeersinformatie.
EON SEARCH
Bij FM ontvangst schakelt het toestel over naar radioprogrammas
met het opgegeven PTY van zodra die beginnen.
1 Druk op de PTY toets.
Het programmatype van de afgestemde zender verschijnt.
2 Druk binnen de 4 seconden op de toets N / M
om een programmatype te kiezen.
3 Druk binnen de 4 seconden op de ENTER toets.
EON ON verschijnt gedurende 3 seconden. Daarna begint
EON te knipperen en het toestel schakelt over naar de EON
zoekwachtstand.
Als er een radioprogramma van het opgegeven PTY op een
andere zender begint, wordt het huidige programma
onderbroken en speelt het programma met het opgegeven
PTY. EON knippert dan snel.
Na afloop van het radioprogramma met het opgegeven PTY
wordt weer afgestemd op de vorige FM zender.
De EON zoekwachtstand wordt hersteld tot hij wordt
geannuleerd, zelfs wanneer het toestel is uitgeschakeld.
De EON zoekstand annuleren
Houd PTY ingedrukt. (Laat PTY nog niet los.) EON PTY en het
opgegeven programmatype zullen om en om getoond worden.
Druk nu op ENTER terwijl u PTY ingedrukt houdt. EON OFF
verschijnt en de EON zoekwachtstand wordt geannuleerd.
OPMERKING
De EON zoekfunctie werkt niet wanneer:
- Geen FM zenders zijn vooringesteld.
- De signalen van de zenders met het opgegeven PTY zwak zijn.
RADIO-ONTVANGST
ANDERE FUNCTIE VAN RDS CODES
Clock-time (*
8
CT)
De CT functie geeft de plaatselijke tijd. Wanneer de CT functie
eenmaal is ingeschakeld, zal de ingestelde tijd elk heel uur
worden bijgewerkt wanneer u heeft afgestemd op een CT zender.
Inschakelen van de CT functie
Houd CT ingedrukt tot CT ON op het display verschijnt. Als de
klok verkeerd wordt ingesteld vanwege een incorrect kloksignaal,
dient u CT ingedrukt te houden tot CT OFF verschijnt om deze
functie uit te schakelen.
*
5
Program type identification (PTY)
PTY biedt u keuze uit 30 of meer programmas in plaats
van zenders.
*
6
Enhanced other networks informatie (EON)
EON informatie bezorgt de ontvanger een verwijzing
naar andere zenders zodat hij kan overschakelen naar
een andere RDS zender.
*
7
Traffic program identificatie (TP)
Dit is een code die aangeeft dat een zender regelmatig
verkeersinformatie uitzendt.
*
8
Clock-time (CT)
De CT functie zorgt voor een nauwkeurig kloksignaal
dat automatisch wordt aangepast volgens de tijdzone
en het seizoen.
De AM afsteminterval wijzigen
De AM afsteminterval is standaard ingesteld op 9 kHz/stap.
In een gebied waar de frequenties in stappen van 10 kHz
verspringen, moet u de afsteminterval als volgt wijzigen.
Hou de BAND/DIGITAL/ANALOG toets ingedrukt en druk op de
POWER 6STANDBY/ON toets.
Herhaal deze procedure om de interval terug te stellen.
OPMERKING
Als de AM afsteminterval wordt gewijzigd, worden alle
vooringestelde zenders gewist. De zenders moeten dan opnieuw
worden vooringesteld.
18
NEDERLANDS
Dit toestel is uitgerust met een Dolby Pro Logic decoder, Dolby
Digital decoder en DTS decoder.
Het toestel en de midden- en surround luidsprekers (standaard)
staan borg voor een echt huisbioscoopgeluid. Bij het afspelen
van discs of video software die werden opgenomen in Dolby Pro
Logic, Dolby Digital of DTS surround wordt de luisteraar omgeven
door een verbluffend levensecht geluid, wat resulteert in een heel
bijzondere kijk- en luisterervaring.
Dankzij de onafhankelijke regeling van de vijf geluidskanalen kan
de luisteraar genieten van echt bioscoopgeluid. Stemmen
weerklinken in het voorste en centrale geluidsveld terwijl
omgevingsgeluid zoals autos en een menigte langs alle kanten
wordt weergegeven voor een ongelooflijk levensechte audio/
video-ervaring. Lees de onderstaande instructies aandachtig om
het systeem perfect af te stemmen op uw luisterruimte.
Controleer het volgende:
Voor u kunt profiteren van Dolby Digital of DTS
surroundweergave, dient u de volumeniveaus van de
luidsprekers op de juiste manier met elkaar in balans te
brengen (zie pagina 19).
Zorg ervoor dat de meegeleverde luidsprekers correct zijn
aangesloten en opgesteld (zie pagina 5 en 6).
Zorg ervoor dat de TV en videorecorder correct zijn aangesloten
(zie pagina 4).
Controleer of de disc, de videocassette, enz., compatibel zijn
met Dolby Pro Logic, Dolby Digital of DTS surround.
DOLBY SURROUND SELECTEREN
Een optimale werking van Dolby Digital Surround en Dolby Pro
Logic hangt af van het type en de opstelling van de luidsprekers.
Controleer type en opstelling van de huidige luidsprekers en kies
de aanbevolen stand.
Aanbevolen stand
[Dolby Digital surround]
[Dolby Pro Logic]
PHANTOM stand: Gebruik deze stand wanneer geen
middenluidspreker is aangesloten. De signalen van het
middenkanaal worden weergegeven via de linker en rechter
luidspreker.
3 STEREO stand: Gebruik deze stand wanneer geen surround
luidsprekers zijn aangesloten.
EEN DOLBY SURROUND STAND KIEZEN
Voorbereidingen
Bij het kiezen van een Dolby Digital surround stand, kiest u de
VIDEO 1 (DIGITAL) of VIDEO 2 (DIGITAL) functie (zie pagina
13) en speelt u een disc opgenomen in Dolby Digital
surround alvorens de stand te kiezen.
Wanneer u een Dolby Pro Logic functie selecteert, kunt u niet
kiezen uit VIDEO 1 (DIGITAL) en VIDEO 2 (DIGITAL).
1 Druk op de SURROUND toets en draai aan de
MULTI JOG knop om de geschikte stand te kiezen.
De naam van de gekozen stand verschijnt in het uitleesvenster.
[Dolby Digital surround]
Om de 2chSTEREO stand te kiezen, drukt u herhaaldelijk op
de SURROUND toets tot 2chSTEREO verschijnt.
OPMERKING
Kies Dolby Digital surround bij weergave van een bron die
werd opgenomen met Dolby Digital surround.
[Dolby Pro Logic]
DOLBY SURROUND EN DTS SURROUND
Middenluidspreker
Surround
luidspreker
(achterluidspreker)
Geen surround
luidspreker
Kleiner
DOLBY
D-NORMAL
3 STEREO-
NORMAL
Groter
DOLBY
D-WIDE
3 STEREO-
WIDE
Geen
luidspreker
PHANTOM
2chSTEREO
Middenluidspreker
Surround
luidspreker
(achterluidspreker)
Geen surround
luidspreker
Kleiner
PRO LOGIC-
NORMAL
3 STEREO-
NORMAL
Groter
PRO LOGIC-
WIDE
3 STEREO-
WIDE
Geen
luidspreker
PHANTOM
DOLBY D PHANTOM 3 STEREO
PRO LOGIC PHANTOM 3 STEREO
NEDERLANDS
19
NL
DOLBY SURROUND EN DTS
SURROUND
2 Druk nogmaals op de SURROUND toets en
houd ze ingedrukt tot de gewenste
middenluidsprekerstand verschijnt. (Behalve
2chSTEREO en PHANTOM.)
NORMAL en WIDE verschijnen achtereenvolgens.
Bij gebruik van de afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op de SURROUND toets om de mode te
kiezen en houd ze ingedrukt om de middenluidspreker mode te
kiezen.
OPMERKING
Afhankelijk van de geluidsbron en/of luisteromstandigheden,
kan eventueel geen surround effect worden bekomen, ook al is
Dolby Digital surround of Dolby Pro Logic ingeschakeld.
Een echt Dolby Digital surround of Dolby Pro Logic effect kan
niet worden bekomen met software die niet is opgenomen in
Dolby Digital surround of Dolby Pro Logic. Gebruik dan DSP
surround (zie pagina 11).
Wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten:
- wordt Dolby Pro Logic automatisch uitgeschakeld.
- wordt Dolby Digital surround automatisch omgeschakeld naar
2chSTEREO.
Wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten:
- kan Dolby Pro Logic niet worden ingeschakeld.
- kan Dolby Digital surround niet worden omgeschakeld.
LUIDSPREKERNIVEAU REGELEN
Het toestel is uitgerust met een ingebouwde testsignaalgenerator
(noise sequencer) waarmee de balans van de 5 kanalen makkelijk
kan worden geregeld. De sequencer produceert een signaal dat
van kanaal naar kanaal loopt, zodat het geluidsniveau
eenvoudig vanaf de luisterpositie kan worden geregeld waardoor
elk kanaal even luid lijkt te klinken.
Voorbereiding
Zet het DSP surround-systeem af alvorens de luidsprekerbalans
te regelen.
Bedien het toestel terwijl u een Dolby Digital surround of Dolby
Pro Logic gecodeerd bronsignaal afspeelt.
1 Kies Dolby Digital surround (behalve
2chSTEREO) of Dolby Pro Logic afhankelijk van
het type en de opstelling van uw luidsprekers.
(Zie pagina 18.)
2 Hou de MANUAL SELECT toets op de
afstandsbediening ongeveer twee seconden
ingedrukt tot L of L/R 0dB begint te knipperen.
Een ruissignaal wordt in de onderstaande volgorde
achtereenvolgens naar elk kanaal gestuurd.
DOLBY D (PRO LOGIC) NORMAL of WIDE stand
(Linker voorluidspreker)*
(Middenluidspreker)
(Rechter voorluidspreker)*
(Rechter surround luidspreker)
(Linker surround luidspreker)
Wordt Vervolgd
20
NEDERLANDS
Wijzigen van de vertraging van de weergave van de
surround-luidsprekers of midden-luidspreker in de Dolby
Digital surround of Dolby Pro Logic functie.
1 Druk herhaaldelijk op MANUAL SELECT op de
afstandsbediening terwijl Dolby Digital surround (behalve
2chSTEREO) of Dolby Pro Logic is ingeschakeld, zodat C
0ms, of S 5mS (S 20mS) op het display verschijnt.
2 Druk binnen 4 seconden op TUNING DOWN of UP terwijl u
SHIFT op de afstandsbediening ingedrukt houdt.
Om deze handeling via het hoofdtoestel uit te voeren, dient u
herhaaldelijk op N / M te drukken of MULTI JOG te
verdraaien.
[Middenluidspreker]
Regel de vertragingstijd zo dat stemgeluid duidelijk en natuurlijk
klinkt.
De vertragingstijd van de middenluidspreker is oorspronkelijk
ingesteld op 0 ms (milliseconden) en kan in stappen van 1 ms
worden geregeld van 0 tot 5 ms.
[Surround luidsprekers]
Regel de vertragingstijd naar believen.
Dolby Digital surround
De vertragingstijd van de luidsprekers is oorspronkelijk ingesteld
op 5 ms en kan in stappen van 5 ms worden geregeld van 0 tot
15 ms.
Dolby Pro Logic
De vertragingstijd van de luidsprekers is oorspronkelijk ingesteld
op 20 ms en kan in stappen van 5 ms worden geregeld van 15
tot 30 ms.
OPMERKING
Bij het regelen van de vertragingstijd van de surround
luidsprekers of middenluidspreker voor Dolby Digital surround
wordt ook die voor Dolby Pro Logic gewijzigd en vice versa.
Wanneer de vertragingstijd van de surround luidsprekers voor
Dolby Digital surround wordt ingesteld op 0 ms (5 ms, 10 ms
of 15 ms), wordt die voor Dolby Pro Logic ingesteld op 15 ms
(20 ms, 25 ms of 30 ms) en vice versa.
Het luidsprekerniveau regelen terwijl u naar de bron
luistert
Het luidsprekerniveau kan worden gewijzigd nadat het werd
ingesteld met de noise sequencer. Dit kan terwijl Dolby Digital
surround of Dolby Pro Logic is ingeschakeld.
1 Speel een disc of videocassette opgenomen in Dolby Pro
Logic of Dolby Digital surround.
2 Druk herhaaldelijk op MANUAL SELECT op de
afstandsbediening zodat L/R, C, RS of LS verschijnt in
het uitleesvenster.
3 Druk binnen 4 seconden op TUNING DOWN of UP terwijl u
SHIFT op de afstandsbediening ingedrukt houdt.
Om deze handeling via het hoofdtoestel uit te voeren, dient u
herhaaldelijk op N /M te drukken of MULTI JOG te
verdraaien.
PHANTOM stand
3 STEREO NORMAL of WIDE stand
* L of R knippert om aan te geven welke voorluidspreker
een ruissignaal produceert.
3 Regel het geluidsniveau van de midden- en
surround luidsprekers.
Druk terwijl C, RS of LS knippert in het uitleesvenster op
op
de TUNING UP of DOWN toets en tegelijk op de SHIFT
toets op de afstandsbediening zodat de midden-of surround
luidsprekers even luid klinken als de voorluidsprekers.
De balans van de voorluidsprekers kan ook worden geregeld
wanneer L/R verschijnt.
OPMERKING
De N / M toets op het toestel kan niet worden gebruikt.
4 Druk nogmaals op de MANUAL SELECT toets om
het ruissignaal te stoppen.
OPMERKING
Bij het regelen van het luidsprekerniveau met Dolby Digital
surround wordt ook dat van Dolby Pro Logic gewijzigd en vice
versa.
Omtrent de kanalen
De linker en rechter luidsprekers zorgen voor het stereo effect.
De middenluidspreker draagt bij tot een precisie
geluidspositionering bij een breed geluidsveld.
De achterste surround luidsprekers geven het geluidsveld
meer diepte.
NEDERLANDS
21
NL
DOLBY SURROUND EN DTS
SURROUND
INSTELLEN VAN DE LFE EN HET
DYNAMISCH BEREIK
LAAGFREQUENT GELUIDSEFFECT (LFE)
REGELEN
Discs die zijn opgenomen in Dolby Digital en DTS surround
bevatten speciale signalen die LFE (Lage Frequentie Effecten)
genoemd worden. Deze LFE signalen zijn opgenomen op
bepaalde plekken op de disc en worden gereproduceerd via een
aangesloten subwoofer om een verbazingwekkend krachtige
weergave van de zeer lage tonen te verkrijgen.
Het volumeniveau van de LFE signalen kan worden afgestemd
op uw luidsprekers terwijl Dolby Digital of DTS surround is
ingeschakeld.
Voorbereiding
Kies SUBW ON wanneer een subwoofer is aangesloten
(zie pagina 6).
Speel een Dolby Digital of DTS surround gecodeerde disc af.
1 Hou N/M ingedrukt tot LFE verschijnt.
2 Druk herhaaldelijk op de N/M toets of draai
aan de MULTI JOG knop om het LFE-niveau te
regelen.
Het toestel is oorspronkelijk ingesteld op 0 dB (maximum) en
kan worden geregeld zoals hieronder beschreven.
Wanneer u het LFE niveau uit (OFF) zet, zal de LFE indicator
uit gaan.
Wanneer u SUBW OFF kiest, worden de LFE signalen naar
andere luidsprekers gestuurd.
DE DYNAMIEK REGELEN
De dynamiek van Dolby Digital surround geluid kan worden
geregeld. Het toestel is oorspronkelijk ingesteld op STD
(standaard).
1 Met Dolby Digital surround ingeschakeld houdt
u ENTER ingedrukt tot MID NIGHT THEATER in
het uitleesvenster loopt.
2 Druk op N/M of draai aan de MULTI JOG knop
om MAX, STD of MIN te selecteren.
[MIN]
U kunt profiteren van het volledige dynamische bereik van de
weergave, net als in de bioscoop.
[STD]
Oorspronkelijke stand, door softwareproducenten aanbevolen
voor weergave in de huiskamer.
[MAX]
Kies deze stand bij weergave met laag volume. Dit is de
nachtstand.
22
NEDERLANDS
DTS SURROUND SELECTEREN
De optimale DTS surround standen en instellingen hangen af
van het type en de opstelling van de luidsprekers.
Controleer type en opstelling van uw luidsprekers en kies de
aanbevolen stand op basis hiervan.
Aanbevolen stand
4 ch mode: kies deze stand wanneer er geen middenluidspreker
is aangesloten. Alle middenkanaalsignalen worden naar de linker-
en rechterluidsprekerkanalen gestuurd.
3 STEREO mode: kies deze stand wanneer er geen surround
luidsprekers zijn aangesloten.
EEN DTS SURROUND STAND KIEZEN
Voorbereiding
Wanneer u een DTS surroundfunctie wilt kiezen, dient u eerst
de DIGITAL functie te selecteren en dan de DTS surround
gecodeerde disc af te spelen voor u de surroundfunctie
selecteert.
1 Druk op de SURROUND toets en draai aan de
MULTI JOG knop om de geschikte stand te kiezen.
De naam van de gekozen stand verschijnt in het
uitleesvenster.
Om de 2chSTEREO stand te kiezen, drukt u herhaaldelijk op
de SURROUND toets tot 2chSTEREO verschijnt.
Alvorens een disc af te spelen, regelt u de luidsprekerbalans
in de Dolby Digital of Dolby Pro Logic stand zoals beschreven
op pagina 19.
Om de balans te regelen terwijl u de bron beluistert, zie de
rechterkolom op pagina 20 en volg de stappen 2 en 3. De
vertragingstijd van de midden- en surround luidsprekers kan in
de DTS surround stand niet worden geregeld.
OPMERKING
Afhankelijk van de geluidsbron of de luisteromstandigheden
kan geen surround effect worden verkregen, ook al is DTS
surround gekozen.
Bij software die niet is opgenomen in DTS surround kan geen
volwaardig DTS surround effect worden verkregen. Gebruik in
dat geval het DSP surround system (zie pagina 11).
Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, verandert de DTS
surround mode automatisch in 2chSTEREO.
Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, kan de DTS surround
mode niet worden gewijzigd.
HET OORSPRONKELIJKE DTS GELUID
BELUISTEREN
Wanneer dts op het display verschijnt, kunnen alle
geluidsinstellingen worden geannuleerd.
1 Terwijl DTS surround is ingeschakeld, dient u op
ENTER te drukken zodat BYPASSOFF op het
display verschijnt.
2 Druk nogmaals op de ENTER toets om BYPASS
ON te laten verschijnen.
De geluidsinstellingen herstellen
Herhaal stap 1 en 2 zodat BYPASSOFF verschijnt.
Middenluidspreker
5.1ch
3 STEREO
Surround luidspreker
(achterluidspreker)
Geen surround
luidspreker
Geen middenluidspreker
4 ch
2chSTEREO
NEDERLANDS
23
NL
DOLBY SURROUND EN DTS
SURROUND/TIMER
DE SLUIMERTIMER INSTELLEN
U kunt het toestel op een bepaald tijdstip laten uitschakelen.
Druk op de SLEEP toets en tegelijk op de SHIFT toets op
de afstandsbediening.
Het toestel wordt na ongeveer 60 minuten uitgeschakeld.
De tijd opgeven waarna het toestel moet worden
uitgeschakeld
Druk binnen de 4 seconden na de bovenstaande handeling
herhaaldelijk op de TUNING DOWN of UP toets en tegelijk op
de SHIFT toets.
De tijd kan in stappen van 5 minuten worden ingesteld van 5 tot
240 minuten.
De resterende tijd controleren waarna het toestel
uitschakelt
Druk eenmaal op de SLEEP toets en tegelijk op de SHIFT toets.
De resterende tijd verschijnt gedurende vier seconden.
De sluimertimer annuleren
Druk tweemaal op de SLEEP toets en tegelijk op de SHIFT toets
zodat SLEEPoFF verschijnt in het uitleesvenster.
TIMER
Opgegeven tijd
24
NEDERLANDS
TECHNISCHE GEGEVENS
FM tuner-gedeelte
Afstembereik 87,5 MHz tot 108 MHz
Bruikbare
gevoeligheid (IHF) 16,8 dBf
Antenne-
aansluitingen 75 Ohm (ongebalanceerd)
AM tuner-gedeelte
Afstembereik 531 kHz tot 1602 kHz (stappen van
9kHz)
530 kHz to 1710 kHz (stappen van
10 kHz)
Bruikbare
gevoeligheid 350 µV/m
Antenne Kaderantenne
LG tuner-gedeelte
Afstembereik 144 kHz tot 290 kHz
Bruikbare
gevoeligheid 1400 µV/m
Antenne Kaderantenne
Versterkergedeelte
Uitgangsvermogen Voor
Nominaal: 70 W + 70 W (8 Ohm, T.H.D.
1%, 1 kHz/DIN 45500)
Referentie: 85 W + 85 W (8 Ohm,
T.H.D. 10%, 1 kHz/DIN 45324)
DIN MUZIEKVERMOGEN: 180 W +
180 W
Rear (Surround)
Nominaal: 70 W + 70 W (8 Ohm, T.H.D.
1%, 1 kHz/DIN 45500)
Referentie: 85 W + 85 W (8 Ohm,
T.H.D. 10%, 1 kHz/DIN 45324)
DIN MUZIEKVERMOGEN: 180 W +
180 W
Center
Nominaal: 70 W (8 Ohm, T.H.D. 1%,
1 kHz/DIN 45500)
Referentie: 85 W (8 Ohm, T.H.D. 10%,
1 kHz/DIN 45324)
DIN MUZIEKVERMOGEN: 180 W
Totale harmonische 0,1 % (50 W, 1 kHz, 8 Ohm, voor)
vervorming
Ingangen AUDIO IN
PHONO: 2,5 mV, regelbaar (47
kOhm)
VIDEO 1/DVD/MD, VIDEO 2/LD/TV,
VIDEO 3, CD: 300 mV, regelbaar
(47 kOhm)
TAPE MONITOR: 350 mV, regelbaar
(47 kOhm)
AUX: 300 mV, regelbaar (47 kOhm)
DIGITAL IN
COAXIAL (VIDEO 2):
OPTICAL (VIDEO 1):
geschikt voor linear PCM signalen
en bitstroom van Dolby Digital en
DTS surround (32 kHz, 44,1 kHz en
48 kHz)
VIDEO IN: 1 Vp-p (75 Ohm)
Uitgangen AUDIO OUT (REC OUT): 300 mV
(1 kOhm)
VIDEO OUT (MONITOR): 1 Vp-p
(75 Ohm)
SUB WOOFER: 1,5 V
FRONT SPEAKERS IMP: 8 Ohm
accepteert luidsprekers van 8 Ohm of
meer.
SURROUND SPEAKERS IMP:
8 Ohm
accepteert luidsprekers van 8 Ohm of
meer.
CENTER SPEAKER IMP: 8 Ohm
accepteert een luidspreker van 8 Ohm
of meer.
PHONES (stereo aansluiting):
geschikt voor een hoofdtelefoon van
32 Ohm of meer.
Muting 20 dB
Algemeen
Voeding 230 V wisselstroom, 50 Hz
Stroomverbruik 185 W
Stroomverbruik in ECO OFF: 35,6 W
gebruiksklaar-stand ECO ON: 1,3 W
Afmetingen 430 × 155 × 402 mm
(B × H × D)
Gewicht 8,7 kg
Wijzigingen aan technische gegevens en ontwerp
voorbehouden, zonder voorafgaande kennisgeving.
Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories.
DOLBY, Pro Logic en het dubbele D-symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories. Confidential
Unpublished Works. ©1992-1997 Dolby Laboratories, Inc. Alle
rechten voorbehouden.
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc.
US Pat. No. 5,451,942 en andere wereldwijde patenten
verkregen en aangevraagd. DTS en DTS Digital Surround
zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. ©1996
Digital Theater systems, Inc. Alle rechten voorbehouden
ALGEMEEN
NEDERLANDS
25
NL
ALGEMEEN
ZORG EN ONDERHOUD
Voor optimale prestaties dienen het toestel en de software goed
te worden verzorgd en onderhouden.
De behuizing reinigen
Gebruik een zachte en droge doek.
Hardnekkig vuil kunt u verwijderen met een zachte doek die
lichtjes is bevochtigd met een mild zeepsopje. Gebruik geen
krachtige opiosmiddelen zoals alcohol, benzine of thinner die
het oppervlak kunnen aantasten.
VERHELPEN VAN STORINGEN
Als het toestel niet functioneert zoals beschreven staat in de
gebruiksaanwijzing, volg dan de storingzoekprocedure.
ALGEMEEN
Er is geen geluid.
Is het netsnoer goed aangesloten?
Is er een slechte aansluiting? ( pagina 4, 5)
Misschien is er een kortsluiting in de luidsprekeraansluitingen.
Trek de stekker uit het stopcontact en corrigeer de
luidsprekeraansluitingen.
Werd een verkeerde functietoets ingedrukt?
Werd de TAPE MONITOR toets ingedrukt?
Zijn de FRONT SPEAKERS toetsen correct ingesteld?
( pagina 8)
Geluid komt slechts uit één luidspreker.
Is BALANCE correct ingesteld?
Is de andere luidspreker losgekoppeld?
Het geluid is zeer stil.
Werd de MUTING toets ingedrukt?
Verkeerde aanduiding of storing.
Stel het toestel terug zoals hieronder beschreven.
TUNER-GEDEELTE
Constante, golfvormige storing.
Is de antenne goed aangesloten? ( pagina 6)
Is het signaal zwak?
Sluit een buitenantenne aan.
Het ontvangstgeluid is gestoord.
Externe ruis of multipath-storing?
Richt de antenne.
Plaats het toestel verder uit de buurt van elektrische
apparatuur.
Terugstellen
Als er iets ongewoons verschijnt in het uitleesvenster of de
werking van het toestel is verstoord, moet u het toestel
terugstellen als volgt.
1 Druk op de POWER 6STANDBY/ON toets om het toestel af
te zetten.
2 Druk op de POWER 6 STANDBY/ON toets en houd
tegelijkertijd de ENTER toets ingedrukt. Alle gegevens die na
aankoop in het geheugen zijn opgeslagen, worden gewist.
Als het toestel door een storing niet kan worden uitgeschakeld
in stap 1, moet u het terugstellen door de stekker uit te trekken
en weer in te steken. Ga dan door met stap 2.
ONDERDELEN
Instructies omtrent elk onderdeel van het toestel of de
afstandsbediening vindt u op de onderstaande paginas.
(in alfabetische volgorde)
AUDIO 7
BALANCE 10
BAND/DIGITAL/ANALOG 9, 12-15, 17
BASS 10
CLOCK 9
CT 17
DISC SKIP (CD) 7
DSP 11
DVD PAUSE 7
ECO 8
ENTER 7-9, 12, 14-17, 21, 22
FRONT SPEAKERS 8
FUNCTION 7, 12-15
GEQ 10
MANUAL SELECT (TEST) 6, 11, 19, 20
MENU 7
MONO TUNER 15
MULTI JOG 6, 8-12, 15, 18, 20-22
MUTING (MUTE) 10
PHONES 8
POWER 6STANDBY/ON 8, 9, 17, 25
PTY 17
RETURN 7
RT 14-16
SHIFT 7, 9-11, 14, 15, 19, 20, 23
SLEEP 23
SOURCE DIRECT 10
SURROUND 18, 19, 22
TAPE MONITOR 12, 13
T-BASS 10
TITLE 7
TREBLE 10
TUNER/BAND 14
TUNING DOWN (M ) 6, 9-12, 14-17, 20, 21, 23
TUNING UP (N ) 6, 9-12, 14-17, 20, 21, 23
VOLUME 10

Documenttranscriptie

NEDERLANDS WAARSCHUWING STEL HET APPARAAT NIET BLOOT AAN REGEN OF VOCHT OM GEVAAR VOOR BRAND OF EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN. RISK OF ELECTRIC SHOCK DO NOT OPEN LET OP: VERMINDER DE KANS OP BRAND OF EEN ELEKTRISCHE SCHOK EN VERWIJDER DERHALVE DE BEHUIZING (OF HET ACHTERPANEEL) NIET. ER BEVINDEN ZICH GEEN DOOR DE GEBRUIKER TE REPAREREN ONDERDELEN IN HET TOESTEL. LAAT ONDERHOUD EN REPARATIE OVER AAN ERKEND ONDERHOUDSPERSONEEL. VOORZORGSMAATREGELEN Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig en volledig alvorens het toestel in gebruik te nemen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u ze achteraf nog kunt raadplegen. Alle waarschuwingen en veiligheidsinstructies in de gebruiksaanwijzing en op het toestel zelf moeten strikt worden nageleefd. Installatie 1 Water en vocht — Gebruik dit toestel niet in de buurt van water zoals bijvoorbeeld een bad, een lavabo, een zwembad of dergelijke. 2 Warmte — Gebruik dit toestel niet in de buur t van war mtebronnen zoals blazers, kachels, of andere verwarmingstoestellen. Het toestel mag niet worden blootgesteld aan temperaturen van minder dan 5°C en meer dan 35°C. 3 Ondergrond — Plaats het toestel op een vlakke, effen ondergrond. 4 Ventilatie — Rond het toestel moet voldoende ruimte zijn voor een afdoende ventilatie. Laat 10 cm vrij achteraan en bovenaan, en 5 cm aan weerszijden van het toestel. - Plaats het toestel niet op een bed, een tapijt of dergelijke waardoor de ventilatiegaten kunnen worden afgesloten. - Plaats het toestel niet in een boekenrek, een kast of dergelijke waar de ventilatie wordt bemoeilijkt. 5 Vreemde voorwerpen en vloeistof — Zorg ervoor dat er via de ventilatiegaten gaan vreemde voorwerpen noch vloeistof in het toestel terechtkomen. 6 Wagentjes en onderstellen — Wanneer het toestel op een wagentje of onderstel is geplaatst, moet het voorzichtig worden verplaatst. Door bruuske bewegingen, overdreven kracht en een oneffen ondergrond kan het toestel of wagentje kantelen of vallen. 7 Installatie op een muur of plafond — Het toestel mag niet op een muur of plafond worden geïnstalleerd, tenzij dat vermeld staat in de gebruiksaanwijzing. Stroomvoorziening OPMERKING AIWA CO. LTD. - JAPAN - VERKLAART ONDER ZIJN EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID DAT HET PRODUCT DAT IN DEZE HANDLEIDING BESCHREVEN WORDT, IN OVEREENSTEMMING IS MET DE RICHTLIJNEN VAN D.M. 28.8.95 NR. 548, VILGENS DE BEPALINGEN VAN PARAGRAAF 3 VAN BIJLAGE 1 VAN D.M. 27.8.87 (VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT FREQUENTIES). De bovenstaande informatie geldt uitsluitend voor Italië. 2 NEDERLANDS 1 Stroombronnen — Sluit dit toestel enkel aan op stroombronnen die vermeld staan in de gebruiksaanwijzing en op het toestel zelf. 2 Netsnoer - Trek voor het verbreken van de aansluiting op het stopcontact altijd aan de stekker zelf en nooit aan het snoer. - Raak de stekker van het netsnoer nooit aan met natte handen om brand of elektrocutie te voorkomen. - Netsnoeren mogen niet sterk worden gebogen, geklemd of belopen. Let vooral op het snoer tussen het toestel en het stopcontact. - Zorg ervoor dat stopcontacten en verlengsnoeren niet overbelast raken om brand of elektrocutie te voorkomen. 3 Buiten gebruik — Trek de stekker uit het stopcontact wanneer het toestel enkele maanden of nog langer niet wordt gebruikt. Zolang de stekker in het stopcontact zit, vloeit er altijd een kleine hoeveelheid stroom naar het toestel, ook al is dat uitgeschakeld. Onderhoud Reinig het toestel zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing. Problemen die u niet zelf kunt oplossen Laat het toestel nakijken door een vakbekwaam technicus als: - Het netsnoer of de stekker zijn beschadigd - Vreemde voorwerpen of vloeistof in het toestel terecht zijn gekomen - Het toestel is blootgesteld aan regen of water - Het toestel niet naar behoren functioneert - Het toestel beduidend minder goed werkt - Het toestel is gevallen of de behuizing is beschadigd PROBEER HET TOESTEL NIET ZELF TE REPAREREN. INHOUD VOORZORGSMAATREGELEN .......................................... 2 VOORBEREIDINGEN AANSLUITINGEN ............................................................... 4 VOOR U AAN DE SLAG GAAT .......................................... 8 DE KLOK INSTELLEN ........................................................ 9 GELUID PERSOONLIJKE KLANKINSTELLING ........................... 10 DSP SURROUND .............................................................. 11 BASISHANDELINGEN AUDIO-/VIDEOBRON KIEZEN ......................................... 12 OPNEMEN VAN EEN AUDIOBRON ................................. 13 RADIO-ONTVANGST ZENDERS VOORINSTELLEN .......................................... 14 VOORINGESTELDE ZENDERS BELUISTEREN ............ 15 ZOEKEN OP RDS CODE .................................................. 16 DOLBY SURROUND EN DTS SURROUND DOLBY SURROUND SELECTEREN ............................... 18 LUIDSPREKERNIVEAU REGELEN ................................. 19 INSTELLEN VAN DE LFE EN HET DYNAMISCH BEREIK .... 2 1 DTS SURROUND SELECTEREN .................................... 22 TIMER DE SLUIMERTIMER INSTELLEN .................................... 23 ALGEMEEN TECHNISCHE GEGEVENS .............................................. 24 ZORG EN ONDERHOUD .................................................. 25 VERHELPEN VAN STORINGEN ...................................... 25 ONDERDELEN .................................................................. 25 NL Nieuwe dynamische geïntegreerde versterker Controleer het toebehoren Afstandsbediening FM antenne Dit is een splinternieuw versterkersysteem dat een heldere weergave geeft van de midden-tot-hoge tonen en een rijke weergave van de lage tonen zodat de luisteraar kan profiteren van een weergave die het oorspronkelijke geluid zo dicht mogelijk benadert, met minder vervorming, zowel bij hoge als bij lage volumeniveaus. AM/LG antenne Gebruiksaanwijzing, enz. NEDERLANDS 3 VOORBEREIDINGEN AANSLUITINGEN TOESTELLEN AANSLUITEN Alvorens het netsnoer aan te sluiten Aansluitingen en stekkers hebben de volgende kleurcode: Rode aansluitingen en stekkers: voor het rechter kanaal van audiosignalen Witte aansluitingen en stekkers: voor het linker kanaal van audiosignalen Gele aansluitingen en stekkers: Voor videosignalen De nominale voedingsspanning van het toestel bedraagt 230 V wisselstroom, zoals vermeld op het achterpaneel. Controleer of de nominale spanning overeenstemt met de lokale netspanning. BELANGRIJK Sluit eerst de luidsprekers, antennes en alle los verkrijgbare apparatuur aan. Steek pas dan de stekker in het stopcontact. OPMERKING Steek de stekkers volledig in de aansluitingen. Loszittende stekkers kunnen gebrom of andere storingen veroorzaken. *1 Verbind de VIDEO OUT aansluiting van een DVD rechtstreeks met een TV, en niet via dit toestel, zoniet kan het beeld zijn gestoord bij het afspelen van kopieerbeveiligde DVD’s. *2 Ingangssignalen die binnenkomen via de digitale ingangsaansluitingen (VIDEO 2 COAXIAL IN, VIDEO 1 OPTICAL IN), kunnen niet worden opgenomen. Om het geluid van een DVD, CD, MD of LD-speler op te nemen, verbindt u AUDIO OUT van de speler met AUDIO IN van de receiver. *3 Sluit een mono videorecorder aan met een stereo-monokabel (niet meegeleverd). *4 Gebruik een RF demodulator bij aansluiting van een LD-speler met AC-3 RF OUT aansluiting. Verbind ook de analoge AUDIO OUT aansluitingen van de LD-speler met de receiver om alle bronnen af te spelen. Meer infor matie vindt u in de gebruiksaanwijzing van de LD-speler. VOORZIJDE Camcorder naar VIDEO OUT naar AUDIO OUT DVD of Video 1*3/MD-speler TV naar VIDEO IN naar AUDIO IN (Video 1/MD) o naar OPTICAL DIGITAL OUT (DVD) naar VIDEO IN (Video 1) o naar AUDIO OUT Optische verbindingskabel naar AUDIO OUTPUT o 1 o naar VIDEO OUT (Video 1)* o *2 ACHTERZIJDE o *2 o o Coaxiaalkabel naar COAXIAL DIGITAL OUT RF demodulator* 4 o CD-speler o o o o naar AUDIO OUT Video 2* 3 of LD* 4 /Kabel TV Platenspeler o naar VIDEO OUT 4 NEDERLANDS naar OUTPUT naar LINE IN Cassettedeck naar LINE OUT 3AM/LG antenne 3FM antenne 1Voorluidsprekers Rechts 1Subwoofer VOORBEREIDINGEN 1, 2 en 3 in de afbeelding komen overeen met het volgende: Links 2Netstroomaansluitingen Rechts Links 1Middenluidspreker 1Surround luidsprekers LUIDSPREKERS AANSLUITEN1 Voorluidsprekers Luidsprekeraansluitingen Sluit voorluidsprekers, een middenluidspreker, surround luidsprekers en subwoofer aan op het toestel: - de voorluidsprekerkabels op FRONT SPEAKERS. Steek het uiteinde van het luidsprekersnoer in de opening van de aansluiting en zet de aansluiting vervolgens vast. Controleer of het snoer goed vast zit. - de middenluidsprekerkabel op CENTER SPEAKER. - de surround luidsprekerkabels op SURROUND SPEAKERS. Wikkel het uiteinde van het snoer rond de aansluitklem. Draai de klem vervolgens vast. Controleer of het snoer stevig vastzit. - voor een krachtiger bass-geluid, de subwoofer (met ingebouwde versterker) op SUB WOOFER 3. Wanneer een subwoofer is aangesloten moet u altijd de “SUBW ON” (subwoofer aan) stand kiezen (zie pagina 6). Surround luidsprekers Luidsprekerimpedantie Gebruik in alle gevallen luidsprekers van 8 Ohm of meer. Verbind + met + en – met – Voor een goed geluidseffect moet de polariteit van de aansluitingen op het toestel en de luidspreker worden gerespecteerd; de + aansluiting op het toestel moet worden verbonden met de + aansluiting op de luidspreker (en – met –). NL OPMERKING • Sluit de luidsprekerkabels correct aan zoals de afbeelding in de rechter kolom laat zien. Een foutieve aansluiting kan kortsluiting veroorzaken in de SPEAKERS aansluitingen. • Breng geen magnetische voorwerpen in de buurt van de luidsprekers. Subwoofer Middenluidspreker NEDERLANDS 5 DE LUIDSPREKERS OPSTELLEN Stel de luidsprekers zo op dat u het meeste profijt kunt trekken van de Dolby, DTS of DSP surroundeffecten. Voorluidsprekers (L/R) Middenluidspreker (C) In het midden van beide voorluidsprekers. Op of onder een TV wanneer een TV op het toestel is aangesloten. Surround luidsprekers (LS/RS) Plaats de surround luidsprekers vlak naast of iets achter de luisterpositie. Zorg ervoor dat ze elk ongeveer 1 meter boven oorhoogte zitten. Subwoofer (SW) Plaats de subwoofer ergens tussen de voorluidsprekers in. DE MEEGELEVERDE ANTENNES AANSLUITEN 3 Sluit de FM antenne aan op de FM 75 Ω aansluiting en de AM/ LG antenne op de MW/LW LOOP aansluiting. FM antenne AM/LG antenne Wanneer een subwoofer is aangesloten Kies “SUBW ON”. 1. Druk op eenmaal de MANUAL SELECT toets op de afstandsbediening zodat “SUBW OFF” verschijnt in het uitleesvenster. 2. Druk binnen de 4 seconden op de TUNING DOWN M toets of draai de MULTI JOG knop naar links om “SUBW ON” te laten verschijnen. Wanneer geen subwoofer is aangesloten, moet u “SUBW OFF” kiezen. Laat “SUBW ON” verschijnen in stap 1 en druk op de TUNING UP N toets of draai de MULTI JOG knop naar rechts in stap 2. De AM/LG kaderantenne opstellen Bevestig de klauw in de gleuf zoals de afbeelding laat zien. OPMERKING De weergave via de surround-luidsprekers of de middenluidspreker hangt af van de instelling voor Dolby, DTS of DSP surround. De antennes richten Eenpolige FM antenne: Volledig uitstrekken en richten voor een optimale ontvangst. Voor een betere FM ontvangst is het gebruik van een buitenantenne aan te raden. AM/LG kaderantenne: Richten voor een optimale ontvangst. OPMERKING • Breng de FM antenne niet in de buurt van metalen voorwerpen of gordijnrails. • Breng de AM/LG antenne niet in de buurt van los verkrijgbare apparatuur, de stereo installatie zelf, het netsnoer of de luidsprekerkabels om ruis te voorkomen. • Wikkel de AM/LG antennedraad niet af. EEN BUITENANTENNE AANSLUITEN Gebruiken van de netstroom-aansluitingen op het toestel 2 Het toestel is voorzien van netstroom-aansluitingen. Deze kunt u gebruiken wanneer het toestel zelf eenmaal is aangesloten op een stopcontact. Sluit geen apparatuur die het opgegeven vermogen van de aansluitingen (120 W maximaal en in totaal) te boven gaat. 6 NEDERLANDS Voor een betere FM ontvangst is het gebruik van een buitenantenne aan te raden. Sluit de buitenantenne aan op FM 75 Ω. AFSTANDSBEDIENING AIWA CD- of DVD-spelers afstandsbediening Batterijen aanbrengen Basisfuncties van AIWA CD- of DVD-spelers kunnen worden bediend met de afstandsbediening. In principe hebben de toetsen die hieronder beschreven staan dezelfde functie als die op de DVD- of CD-spelers. Meer details vindt u in de gebruiksaanwijzing van de speler. met de VOORBEREIDINGEN Maak het batterijdeksel achter op de afstandsbediening los en plaats twee R6 (AA) batterijen. bedienen Wanneer de batterijen vervangen De maximum afstand tussen de afstandsbediening en de sensor op het toestel bedraagt ongeveer 5 meter. Als die afstand korter wordt, moet u de batterijen vervangen. Gebruik van de afstandsbediening De instructies in deze gebruiksaanwijzing hebben in hoofdzaak betrekking op de toetsen op het hoofdtoestel. In principe hebben de toetsen op de afstandsbediening en die op het hoofdtoestel dezelfde werking als ze voorzien zijn van identieke of soortgelijke aanduidingen. Sommige toetsen hebben twee functies. • Om de functie te gebruiken die vermeld staat op de toets of op het zwarte paneel, drukt u gewoon op de toets. • Om de functie te gebruiken die vermeld staat op het groene paneel, drukt u op de toets en tegelijkertijd op de SHIFT toets. Belangrijk De ENTER toets op de afstandsbediening vervangt niet de ENTER toets op het hoofdtoestel. Deze toets dient alleen om de DVD-speler te bedienen (zie rechterkolom). Een functie (audiobron) kiezen met de afstandsbediening Druk herhaaldelijk op de FUNCTIE toets. De functie verandert cyclisch. OPMERKING • Als het toestel gedurende lange tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan de batterijen om elektrolietlekken te voorkomen. • De werking van de afstandsbediening kan zijn verstoord wanneer: - De sensor in het uitleesvenster blootstaat aan sterke zonnestraling. - Andere afstandsbedieningen in de buurt worden gebruikt (bijvoorbeeld van een televisie, enz.). CD-spelers bedienen Druk op de volgende toets. c/a(CD) - Weergave starten of stoppen. f,g - Om te zoeken. Houd de toets ingedrukt. r(CD),t(CD) - Muziekstuk overslaan. Druk herhaaldelijk op de toets. s - Om de weergave te stoppen. DISC SKIP (CD) - Om een disc in de CD-wisselaar over te slaan. Bediening van DVD-spelers Druk op de volgende toets terwijl u de SHIFT toets ingedrukt houdt. c - Weergave starten. f,g - Muziekstuk zoeken. s - Weergave stoppen. i,k,j,l (op, neer, links of rechts) - Verplaatst de cursor om een programma enz. te kiezen. AUDIO - Om te veranderen van muziekstuk (taal, enz.) ENTER - Om over te schakelen naar het gekozen programma, enz. TITLE of MENU - Om over te schakelen naar het titel- of menuscherm. RETURN - Om terug te keren naar de vorige stand, enz. DVD PAUSE - Om de weergave van een DVD tijdelijk te onderbreken. OPMERKING Met bepaalde AIWA COMPACT DISC SPELERS kunnen niet alle functies van de afstandsbediening goed werken. NEDERLANDS 7 NL VOOR U AAN DE SLAG GAAT STROOMSPAARSTAND (ECO MODE) Door dit toestel in de ECO stand te zetten, kunt u het stroomverbruik wanneer het toestel uit (standby) staat verminderen. De stroomspaarstand is normaal geactiveerd. • Wanneer de huidige tijd is ingesteld, verdwijnt de tijdaanduiding meteen. • Wanneer de stroom is uitgeschakeld zullen alle lichtjes op het display doven en zal alleen de ECO indicator rood oplichten. De stroomspaarstand uitschakelen Het toestel aanzetten Druk op de POWER 6STANDBY/ON toets. Bediening is mogelijk na vier seconden. De VOL (volume) aanduiding of de functienaam verschijnen eerst achtereenvolgens in het uitleesvenster. De gekozen functie-indicator licht rood op. Om de helderheid van het uitleesvenster te wijzigen. 1 Druk herhaaldelijk op de ECO toets tot “DIM MODE” verschijnt. 2 Druk binnen de 4 seconden op de ENTER toets. 3 Draai binnen de 4 seconden aan MULTI JOG om de dimmer mode te kiezen zoals hieronder beschreven. Na 4 seconden wordt de stand automatisch geactiveerd. Hij wordt ook geactiveerd wanneer na stap 3 binnen de 4 seconden op ENTER wordt gedrukt. DIM-OFF: Normale verlichting. DIMMER 1: Het uitleesvenster is minder verlicht dan normaal. DIMMER 2: Het uitleesvenster is minder goed verlicht dan in de stand DIMMER 1. De functie-indicator dooft. Gebruik van een hoofdtelefoon Sluit een hoofdtelefoon aan op PHONES met behulp van een standaard stereo stekker (ø6,3 mm). Zorg ervoor dat de FRONT SPEAKERS toetsen op h OFF staan, zoniet wordt geluid weergegeven via de luidsprekers. OPMERKING Wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten: - Wordt Dolby Pro Logic of DSP automatisch uitgeschakeld. - De Dolby Digital of DTS surroundfunctie zal worden veranderd in “2chSTEREO (2CH DOWNMIX)”. Druk op de POWER 6STANDBY/ON toets om het toestel af te zetten. 8 NEDERLANDS 1 Druk op de ECO toets om “ECO MODE” te laten verschijnen terwijl het toestel is uitgeschakeld. 2 Druk binnen de 4 seconden op de ENTER toets. 3 Draai binnen de 4 seconden aan MULTI JOG om “ECO OFF” te kiezen. Na 4 seconden wordt de stand automatisch geactiveerd. Hij wordt ook geactiveerd wanneer na stap 3 binnen de 4 seconden op ENTER wordt gedrukt. De huidige tijd corrigeren Druk op POWER 6STANDBY/ON om het toestel uit te schakelen. Voer stap 1 tot 3 hierboven uit. De huidige tijd weergeven Druk op de CLOCK toets en tegelijk op de SHIFT toets op de afstandsbediening. De tijd verschijnt gedurende 4 seconden. Wanneer u deze handeling via het hoofdtoestel uitvoert, dient u op CLOCK te drukken terwijl de stroom is ingeschakeld, of op ENTER terwijl de stroom is uitgeschakeld (standby). Overschakelen naar het 24-urensysteem Toon de huidige tijd en druk binnen de 4 seconden op de BAND/ DIGITAL/ANALOG toets op het toestel. Herhaal dezelfde procedure om terug te keren naar het 12urensysteem. In het 12-urensysteem staat “AM 12:00” voor middernacht en “PM 12:00” voor middag. Wanneer de stekker de eerste maal in een stopcontact wordt gestoken, knippert de tijdaanduiding in het uitleesvenster. Stel de tijd als volgt in terwijl het toestel uit staat. 1 Druk op de ENTER toets. VOORBEREIDINGEN DE KLOK INSTELLEN Als de tijdindicatie knippert Dit is het gevolg van een stroomonderbreking. De klok moet dan opnieuw worden ingesteld. Als de voeding gedurende meer dan ongeveer 24 uren wordt onderbroken, moeten alle instellingen die na aankoop in het geheugen werden opgeslagen, opnieuw worden uitgevoerd. Het uitleesvenster licht iets meer op. 2 Draai binnen de 4 seconden aan de MULTI JOG knop om de uren en de minuten in te voeren. De tijd loopt op door naar rechts te draaien en af door naar links te draaien. De N / M toets op het hoofdtoestel zijn ook beschikbaar. Druk herhaaldelijk op de toets. Houd de toets ingedrukt om de tijd snel te laten op- of aflopen in stappen van 10 minuten. 3 Druk op de ENTER toets. De klok begint te lopen vanaf 00 seconden. OPMERKING Wanneer de klok voor het eerst na aankoop wordt ingesteld Alles in het uitleesvenster verdwijnt. Dit komt doordat de stroomspaarfunctie van het toestel is geactiveerd en wijst niet op een defect. De stroomspaarfunctie kan worden geannuleerd. Zie pagina 8 voor meer details. NL NEDERLANDS 9 GELUID PERSOONLIJKE KLANKINSTELLING SUPER T-BASS SYSTEM Het T-BASS systeem verbetert de weergave van lage frequenties. Druk op de T-BASS toets. Bij elke druk verandert het niveau. Kies één van de drie niveaus of schakel de functie uit, naargelang van uw persoonlijke voorkeur. OPMERKING Laagfrequent geluid kan zijn vervormd wanneer het T-BASS systeem wordt gebruikt bij een disc of cassette waarvan het laagfrequente geluid al is geaccentueerd. Schakel dan het T-BASS systeem uit. VOLUMEREGELING DIRECTE WEERGAVEFUNCTIE Draai aan VOLUME op het hoofdtoestel, of druk op VOL op de afstandsbediening. Het volume verschijnt gedurende vier seconden in het uitleesvenster. Het kan worden ingesteld van 0 tot MAX (50). Vanaf 44 gaat de indicatie knipperen. De volume-instelling blijft behouden, ook wanneer het toestel wordt afgezet. Wanneer echter de stroom wordt uitgeschakeld met het volume op 21 of hoger, zal het volume automatisch op 20 gezet worden wanneer de stroom de volgende keer wordt ingeschakeld. U kunt alle geluidsinstellingen (behalve het volume) ongebruikt laten, maar in het geheugen opgeslagen laten, zodat u naar het oorspronkelijke, onveranderde geluid van de signaalbron kunt luisteren. De links/rechts-balans van de voorluidsprekers regelen Druk op de BALANCE toets om “L/R 0dB” te laten verschijnen. Druk vervolgens binnen de vier seconden herhaaldelijk op de N / M toets of draai aan de MULTI JOG knop. Vergeet niet dat de balans tussen de voor-luidsprekers bij Dolby en DTS ook wordt veranderd. Het geluid tijdelijk onderdrukken Druk op de MUTING (MUTE) toets (–20 dB). “MUTE ON” verschijnt gedurende vier seconden in het uitleesvenster. Terwijl het geluid is onderdrukt, knippert de gekozen functie-indicator. Druk nogmaals op de MUTING toets om het geluid te herstellen. TOONREGELING U kunt de weergave van de lage en hoge tonen regelen. 1 Druk op TREBLE of op BASS. 2 Druk binnen 4 seconden herhaaldelijk op M/N of verdraai MULTI JOG om het gewenste niveau in te stellen. Beide niveaus kunnen worden ingesteld in een bereik tussen -10 dB en +10 dB in stappen van 2 dB. “TONE” zal op het display verschijnen terwijl u de TREBLE (hoge tonen) of BASS (lage tonen) regelt. Regelen met de afstandsbediening 1 Druk herhaaldelijk op GEQ terwijl u SHIFT ingedrukt houdt zodat “TREBLE” of “BASS” op het display verschijnt. 2 Druk op TUNING DOWN of UP terwijl u SHIFT ingedrukt houdt om het niveau in te stellen. 10 NEDERLANDS Druk op SOURCE DIRECT. De melding “SOURCE DIRECT” loopt over het display en de indicator licht op. Druk nog eens op deze toets om de geluidsinstellingen weer te activeren. OPMERKING • Terwijl de directe weergavefunctie in werking is kunt u TAPE MONITOR en alle verdere toetsen die invloed hebben op de geluidsweergave niet gebruiken. • De directe weergavefunctie kan niet worden gebruikt bij weergave van een digitaal signaal. KLANKINSTELLING TIJDENS HET OPNEMEN Volume en toon van de luidsprekers of hoofdtelefoon kunnen naar wens worden ingesteld zonder dat dit het opnameniveau beïnvloedt. De DSP (Digital Signal Processor) surround schakelingen kunnen het effect van geluid dat door muren of plafonds wordt weerkaatst nabootsen, wat de weergave levensechter maakt. Het toestel werkt met 5 DSP voorinstelstanden. Volume en balans van de surround luidsprekers regelen 1 Druk driemaal op de MANUAL SELECT toets op de afstandsbediening om “S 0dB” te laten verschijnen met het DSP systeem ingeschakeld. 2 Druk binnen 4 seconden op TUNING DOWN of UP terwijl u SHIFT op de afstandsbediening ingedrukt houdt. Om deze handeling via het hoofdtoestel uit te voeren, dient u herhaaldelijk op N / M te drukken of MULTI JOG te verdraaien. GELUID DSP SURROUND OPMERKING • Het DSP surround system wordt automatisch uitschakeld en kan niet worden ingeschakeld: - Wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten. - Wanneer de Dolby Digital of DTS surround bitstroom het toestel binnenkomt in de DIGITAL functie. - Wanneer de SOURCE DIRECT directe weergavefunctie in werking is. • Het DSP surroundsysteem zal automatisch worden geannuleerd wanneer het Dolby Pro Logic systeem wordt ingeschakeld, en andersom. 1 Druk op DSP. 2 Druk binnen 4 seconden herhaaldelijk op M/N of verdraai MULTI JOG om de gewenste DSP functie te selecteren. De “DSP” en “S” (surround-luidsprekers) indicators lichten op. Gekozen instelling Als de muziekbron mono is Het DSP systeem werkt eventueel niet efficiënt. De geselecteerde instelling annuleren Druk op de DSP toets om de DSP-stand te laten verschijnen en druk vervolgens binnen de vier seconden nogmaals op de toets. “DSP OFF” verschijnt in het uitleesvenster. Kiezen met de afstandsbediening 1 Druk op de DSP toets. 2 Druk binnen de 4 seconden herhaaldelijk op de TUNING UP of DOWN toets terwijl u de SHIFT toets ingedrukt houdt tot de gewenste DSP stand verschijnt. Er is keuze uit 5 voorinstellingen. NL NEDERLANDS 11 BASISHANDELINGEN AUDIO-/VIDEOBRON KIEZEN De videobron kiezen 1 Draai aan FUNCTION om PHONO, CD of AUX te kiezen. 2 Druk op de ENTER toets om VIDEO 1 te laten verschijnen. 3 Draai aan MULTI JOG om VIDEO 2 of VIDEO 3 te selecteren. Veranderen van de naam op het display voor de VIDEO 1 en VIDEO 2 functies Wanneer VIDEO 1 is geselecteerd, verschijnt VIDEO 1 eerst. Dit kan worden veranderd in DVD of MD. Druk de BAND/DIGITAL/ANALOG toets en de ENTER toets tegelijk in, en laat vervolgens eerst de ENTER toets los. De naam die verschijnt voor de VIDEO 2 functie kan worden veranderd in VIDEO 2, LD of TV; druk terwijl de VIDEO 2 functie is geselecteerd de BAND/DIGITAL/ANALOG toets en de ENTER toets tegelijk in, en laat vervolgens eerst de ENTER toets los. Selecteren van “ANALOG” of “DIGITAL” (auto) voor de VIDEO 1 of VIDEO 2 functie 1 Kies de programmabron. Draai aan de FUNCTION keuzeschakelaar of druk op de TAPE MONITOR toets. De geselecteerde functie-indicator licht rood op. Luisteren of kijken naar Rode indicator Een cassette TAPE MONITOR De radio TUNER Een plaat PHONO Een compact disc CD Televisie, enz. AUX Video VIDEO 1/DVD/MD, VIDEO 2/LD/TV, VIDEO 3 Een LD of kabel-TV VIDEO 2/LD/TV Een MD of DVD VIDEO 1/DVD/MD Welke functie moet worden geselecteerd (behalve PHONO) hangt af van de apparatuur die is aangesloten op de ingangen achter op het toestel. Kiezen met de afstandsbediening Druk herhaaldelijk op de TAPE MONITOR of FUNCTIE toets. OPMERKING Bij het gebruik van een platenspeler met ingebouwde equalizer-versterker, zet u de schakelaar van de equalizerversterker af. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de platenspeler voor meer informatie. 2 Start de geselecteerde programmabron. 3 Regel het geluid. Betreffende de videobron en de monitor of TV Geselecteerde videobron V1: VIDEO 1, V2: VIDEO 2, V3: VIDEO 3 De geselecteerde video signaalbron zal worden aangegeven op het display en het videosignaal zal worden gereproduceerd naar de TV via de MONITOR VIDEO OUT aansluiting. 12 NEDERLANDS Druk op BAND/DIGITAL/ANALOG terwijl VIDEO 1, VIDEO 2 is geselecteerd. De geselecteerde stand - “ANALOG” of “DIGITAL” - verschijnt in het uitleesvenster. In de DIGITAL stand: Apparatuur die is aangesloten op VIDEO 1 OPTICAL IN wordt als bron gekozen voor de VIDEO 1 functie, en apparatuur die is aangesloten op VIDEO2 COAXIAL IN voor de VIDEO 2 functie. In de ANALOG stand: Apparatuur die is aangesloten op VIDEO 1/DVD/MD IN wordt als bron gekozen voor de VIDEO 1 functie, en apparatuur die is aangesloten op VIDEO 2/LD/TV voor de VIDEO 2 functie. OPMERKING “DIGITAL” verandert in “ANALOG” wanneer de TAPE MONITOR toets wordt ingedrukt. Wanneer de “OVER LEVEL” indicator oplicht Dit toestel is uitgerust met een OVER LEVEL indicator. Wanneer het analoge ingangssignaal van de aangesloten apparatuur te hoog is om weergegeven te worden, zal deze indicator oplichten. Regel dan het ingangsniveau tot de indicator verdwijnt, zoals hieronder beschreven. Het geluidsniveau van een aangesloten bron regelen Het ingangsgevoeligheidsniveau van elke functie kan worden geregeld (behalve TUNER, VIDEO 1 (DIGITAL) en VIDEO 2 (DIGITAL)). Wanneer het geluidsniveau van de aangesloten bron hoger of lager is dan dat van de TUNER, regelt u dat als volgt. 1 Kies de functie die moet worden geregeld. Draai aan FUNCTION of druk op de TAPE MONITOR toets en laat de bron spelen. U moet de directe weergavefunctie uitschakelen. 2 Druk twee keer op M om het niveau te verlagen. Om het oorspronkelijke niveau te herstellen, dient u twee keer op N te drukken zodat “0dB” op het display verschijnt. OPNEMEN VAN EEN AUDIOBRON BASISHANDELINGEN EEN DVD of LD OPGENOMEN IN DOLBY DIGITAL of DTS SURROUND AFSPELEN Deze receiver is uitgerust met een Dolby Digital decoder en een DTS decoder en beschikt over digitale ingangsaansluitingen (zowel OPTICAL als COAXIAL). Wanneer er een DVD- of LDspeler is aangesloten op een van de digitale ingangsaansluitingen van de receiver, kunt u gewoon in uw eigen huiskamer profiteren van geluidsweergave met bioscoop-kwaliteit, wanneer u discs afspeelt die zijn opgenomen met Dolby Digital of DTS surround. Voor u begint • Controleer of TAPE MONITOR of SOURCE DIRECT niet zijn ingeschakeld. • Gebruik een RF demodulator bij aansluiting van een LD-speler met AC-3 RF OUT aansluiting. Verbind ook de analoge AUDIO OUT aansluitingen van de LD-speler met de receiver om alle bronnen af te spelen. Meer infor matie vindt u in de gebruiksaanwijzing van de LD-speler. 1 Verdraai FUNCTION, selecteer de VIDEO 1 (VIDEO 2) functie en druk net zo vaak op BAND/DIGITAL/ ANALOG tot “DIGITAL” (auto) op het display verschijnt. De DVD (LD) speler die is aangesloten op de VIDEO 1 OPTICAL (VIDEO 2 COAXIAL) IN aansluiting zal als signaalbron worden geselecteerd. 2 Start de weergave van een DVD (LD) opgenomen in Dolby Digital of DTS surround. • De “DOLBY DIGITAL” indicator licht op in het uitleesvenster wanneer de Dolby Digital surround bitstroom het toestel binnenkomt. Om de Dolby Digital surround stand te kiezen volgens uw luidsprekers, zie “DOLBY SURROUND SELECTEREN” op pagina 18. • De “dts” indicator licht op in het uitleesvenster wanneer de bitstroom van DTS surround in het toestel komt. Om de DTS surround mode te kiezen volgens uw luidsprekers, zie “DTS SURROUND SELECTEREN” op pagina 22. OPMERKING • U kunt “DIGITAL” niet selecteren wanneer TAPE MONITOR of SOURCE DIRECT is ingeschakeld. • Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen de Dolby Digital of DTS surroundfuncties automatisch overschakelen naar “2chSTEREO” en zal de “STEREO” indicator op het display oplichten. Deze functie zal ook niet veranderd kunnen worden als u op SURROUND drukt terwijl er een hoofdtelefoon is aangesloten. • Dit toestel is compatibel met ingangssignalen van Dolby Digital surround bitstroom, DTS surround bitstroom en linear PCM met een bemonsteringsfrequentie van 32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz. • Bij het aansluiten van sommige DVD-spelers op de digitale aansluitingen van de receiver, is het mogelijk dat u ruis kunt horen bij gebruik van de DVD, bijvoorbeeld bij het opzoeken van een bepaald stuk op een disc, of bij het overslaan van een hoofdstuk. 1 Kies de programmabron die u wilt opnemen. Verander de FUNCTIE. 2 Breng het cassettedeck of de MD recorder in de opnamestand. 3 Start de gekozen programmabron. Het opnamegeluid beluisteren (wanneer het aangesloten cassettedeck is uitgerust met drie koppen) Druk op de TAPE MONITOR toets. “TAPE ON” verschijnt gedurende vier seconden in het uitleesvenster, waarna de bronnaam die in stap 1 werd geselecteerd opnieuw verschijnt. Om de opnamecontrole af te zetten, drukt u er nogmaals op zodat “TAPE OFF” verschijnt. OPMERKING • TAPE MONITOR kan niet worden gebruikt wanneer de directe weergavefunctie is ingeschakeld. • De opname wordt niet beïnvloed door om het even welke geluidsregeling (zie pagina 10). • Ingangssignalen die binnenkomen via de digitale ingangsaansluitingen kunnen niet worden opgenomen. Bij opname van geluid van een DVD, CD, MD of LD-speler verbindt u de analoge AUDIO OUT aansluitingen van de speler met de corresponderende AUDIO IN aansluitingen van de receiver. Het geluid wordt opgenomen in 2ch stereo. • Bij het opnemen van audiobronnen met een MD recorder aangesloten op VIDEO 1/DVD/MD AUDIO OUT moet V2 of V3 als videobron (zie pagina 12) worden geselecteerd. Er kan niet worden opgenomen wanneer V1 (VIDEO 1) is geselecteerd en aangegeven in het uitleesvenster. Opnemen kan niet wanneer V1 verschijnt in het uitleesvenster. • Het ingangsgeluid van het cassettedeck aangesloten op TAPE MONITOR IN kan niet worden opgenomen. NL Selecteren van de DTS digitale functie Sommige audio CD’s zijn opgenomen met DTS surround. U kunt DTS audio CD’s afspelen op dezelfde manier als DVD’s, maar aan het begin van de disc kan er wat ruis klinken. Wanneer u DTS audio CD’s afspeelt, kunt u het beste de “DTS” digitale functie selecteren. 1 Selecteer de “ANALOG” functie. 2 Houd BAND/DIGITAL/ANALOG ingedrukt tot “DTS” op het display verschijnt. Om de automatische “DIGITAL” functie te herstellen, dient u bovenstaande procedure te herhalen zodat “DIGITAL” op het display verschijnt. OPMERKING Wanneer u de digitale DTS functie selecteert, kunt u geen discs weergeven die zijn opgenomen als lineair PCM met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz. Dit zal slechts resulteren in ruis. NEDERLANDS 13 RADIO-ONTVANGST ZENDERS VOORINSTELLEN HANDMATIGE VOORINSTELLING Er kunnen in totaal 32 zenders worden vooringesteld. Dankzij voorinstelling kunt u rechtstreeks op een zender afstemmen. Aan de zenders worden voorinstelnummers toegekend, te beginnen met 1 in volgorde voor elke band (FM, AM, LG). Automatische voorinstelling: Dit toestel kan *1RDS (Radio Data System) en andere zenders ontvangen. Als er meer dan 32 ontvangbare zenders zijn, hebben FM RDS zenders voorrang op andere FM zenders. Handmatig voorinstellen met handmatig of automatisch afstemmen: Zenders kunnen op elke band worden geselecteerd om te worden vooringesteld. AUTOMATISCHE VOORINSTELLING 1 Draai aan de FUNCTION keuzeschakelaar om de TUNER functie te selecteren en druk herhaaldelijk op de BAND/DIGITAL/ANALOG toets om een band te selecteren. De tuner overloopt het ontvangbare frequentiebereik en slaat zenders automatisch op. FM MW LW 2 Druk op de N / M toets om een zender te kiezen (handmatige afstemming). De frequentie verandert bij elke druk op de toets. 1 Draai aan de FUNCTION keuzeschakelaar om de TUNER functie te selecteren. a Bij het afstemmen op een FM RDS zender Nadat “TUNE” in het uitleesvenster is verdwenen, verschijnt de Program Service zendernaam (*3PS) en licht de RDS indicator op. b Bij het afstemmen op andere zenders Nadat “TUNE” in het uitleesvenster is verdwenen, verschijnt de band. 2 Houd de RT toets gedurende drie seconden ingedrukt tot “AUTO PRESET” verschijnt. 3 Druk op de ENTER toets terwijl “AUTO PRESET” verschijnt. De tuner zoekt een zender, te beginnen met de FM band. Wanneer een ontvangen zender wordt opgeslagen, knippert het gekozen voorinstelnummer in het uitleesvenster. Zenders met een zwak signaal worden eventueel niet opgeslagen. • Bij FM stereo ontvangst licht 1 op. 3 Druk op de ENTER toets om de zender op te slaan. Het gekozen voorinstelnummer verschijnt. 4 Herhaal stap 1 tot 3 om de zenders op te slaan. De volgende zender wordt niet opgeslagen wanneer er al 32 zenders voor alle banden zijn vooringesteld. Het zoeken gaat door op de AM- en LG-band indien er nog voorinstelnummers beschikbaar zijn. Wanneer de automatische voorinstelling is voltooid, verschijnt de eerste voorinstelzender weer in het uitleesvenster. Als de tuner *2identieke RDS zenders met alternatieve frequenties detecteert Alleen de zender met het sterkste signaal wordt opgeslagen. Alvorens een RDS zender op te slaan, controleert de tuner eerst of dezelfde zender met andere frequenties is vooringesteld en slaat dan de zender met de beste ontvangst op. OPMERKING Bij automatische voorinstelling worden alle reeds opgeslagen zenders gewist. 14 NEDERLANDS Bij gebruik van de afstandsbediening Druk op de TUNER/BAND toets en tegelijk op de SHIFT toets in stap 1, en op de TUNING DOWN of UP toets en tegelijk op de SHIFT toets in stap 2. Houd één van de toetsen ingedrukt tot de tuner een zender begint te zoeken. Het zoeken stopt wanneer op een zender is afgestemd. Druk op één van de toetsen om automatische zoekafstemming te stoppen. Wanneer u gebruik maakt van de afstandsbediening, houd dan de TUNING UP of DOWN toets ingedrukt en druk tegelijk op de SHIFT toets. • Automatische zoekafstemming stopt eventueel niet bij zenders met een zeer zwak signaal. VOORINGESTELDE ZENDERS BELUISTEREN RADIO-ONTVANGST Snel een zender zoeken met de N / M toets (automatische zoekafstemming) 1 Selecteer een band. 2 Draai aan MULTI JOG om een voorinstelnummer te kiezen. Een vooringestelde zender wissen Kies het voorinstelnummer van de zender die u wilt wissen. Druk vervolgens op ENTER en druk vervolgens binnen de 4 seconden nogmaals op ENTER. De hogere voorinstelnummers van alle zenders in de band worden ook met één verminderd. Met de afstandsbediening Selecteer een band en druk vervolgens op de cijfertoetsen om een voorkeuzenummer te selecteren. Voorbeeld: Om voorinstelnummer 25 te kiezen, drukt u op 2 en 5. Om voorinstelnummer 7 te kiezen, drukt u op 7. Afstemmen op een zender die niet is vooringesteld Draai aan de FUNCTION keuzeschakelaar om de TUNER functie te selecteren en druk herhaaldelijk op de BAND/DIGITAL/ ANALOG toets om een band te kiezen. Druk vervolgens op de N / M toets om de zender te kiezen (handmatige afstemming). Als een FM stereo uitzending is gestoord. Druk op de MONO TUNER toets en tegelijk op de SHIFT toets op de afstandsbediening zodat “MONO” verschijnt in het uitleesvenster. NL Weinig ruis bij mono ontvangst. Om stereo ontvangst te herstellen, herhaalt u de bovenstaande procedure zodat “STEREO” verschijnt. Wanneer de ontvangst is gestoord Plaats het toestel verder af van andere elektrische toestellen, in het bijzonder digitale audio-apparatuur, of zet de apparatuur die de ruis veroorzaakt uit. OPMERKING RDS functies kunnen eventueel niet naar behoren werken als de RDS gegevens van de zender te sterk zijn gestoord of als het ontvangstsignaal te zwak is. NEDERLANDS 15 Radiotext (*4 RT) laten verschijnen bij RDS ontvangst Druk op de RT toets. Als een zender waarop is afgestemd RT codes meestuurt, verschijnt tekst in het uitleesvenster. Als de afgestemde zender geen RT codes meestuurt, verschijnt “NO RT”. Radiotext ZOEKEN OP RDS CODE Elke RDS zender geeft aan welk programmatype (*5 PTY) wordt uitgezonden. Als u een PTY opgeeft, kan het toestel automatisch een geschikte zender uit de vooringestelde zenders kiezen. Bovendien kunt u in sommige gebieden gebruik maken van de *6 EON (Enhanced Other Networks) service, waarmee het zoeken nog sneller gaat. Druk nogmaals op RT om terug te keren naar het gewone uitleesvenster. *1 RDS Vandaag de dag sturen veel zenders samen met de gewone geluidssignalen RDS (Radio Data System) codes mee die diverse aanvullende informatie bevatten. *2 Identieke RDS zenders met alternatieve frequenties (AF) Dit is een lijst van alternatieve frequenties voor verschillende zenders die hetzelfde programma in hetzelfde ontvangstgebied uitzenden. Receivers met geheugen kunnen de lijst opslaan zodat sneller naar een andere zender kan worden overgeschakeld. DE PTY LATEN VERSCHIJNEN Druk op de PTY toets tijdens RDS ontvangst. *3 Program service zendernaam (PS) Dit is een naam bestaande uit maximum 8 alfanumerieke tekens die aangeeft welk programma door een zender wordt uitgezonden. Voorbeeld: BBC 1 Tekens Als een teken niet door de ontvanger kan worden weergegeven, verschijnt een blanco. *4 Radiotext (RT) In het uitleesvenster verschijnt informatie zoals de acteurs van een toneelstuk of de titel van een liedje. Programma’s zijn als volgt geklasseerd: TRAFFIC, NEWS, AFFAIRS (actualiteit), INFO (informatie), SPORT, EDUCATE (educatie), DRAMA, CULTURE, SCIENCE, VARIED, POP M (popmuziek), ROCK M (rockmuziek), EASY M (middle of the road muziek), LIGHT M (licht klassiek), CLASSICS (zwaar klassiek), OTHER M (andere muziek), WEATHER, FINANCE, CHILDREN (kinderprogramma’s), SOCIAL (sociale aangelegenheden), RELIGION, PHONE IN (opinie), TRAVEL, LEISURE, JAZZ (jazzmuziek), COUNTRY (countrymuziek), NATION M (volksmuziek), OLDIES, FOLK M (folkmuziek), DOCUMENT (documentaire), TEST (alarmtest), ALARM OPMERKING • Als er geen programmatype-informatie wordt meegestuurd, verschijnt “NO PTY”. • Als ongedefinieerde programmatype-infor matie wordt meegestuurd, verschijnt “UNDEFINE”. • Het toestel identificeer t “TRAFFIC” met één van de programmatypes. 16 NEDERLANDS ZOEKEN NAAR EEN BEPAALD PTY 1 Druk op de PTY toets. Het programmatype van de afgestemde zender verschijnt. 2 Druk binnen de 4 seconden op de toets N / M om een programmatype te kiezen. 3 Druk binnen de 4 seconden nogmaals op de PTY toets. Elke voorkeuzezender zal worden afgezocht. Als er een geschikte zender gevonden wordt, zal daar op worden afgestemd. Clock-time (*8 CT) De CT functie geeft de plaatselijke tijd. Wanneer de CT functie eenmaal is ingeschakeld, zal de ingestelde tijd elk heel uur worden bijgewerkt wanneer u heeft afgestemd op een CT zender. Inschakelen van de CT functie Houd CT ingedrukt tot “CT ON” op het display verschijnt. Als de klok verkeerd wordt ingesteld vanwege een incorrect kloksignaal, dient u CT ingedrukt te houden tot “CT OFF” verschijnt om deze functie uit te schakelen. RADIO-ONTVANGST ANDERE FUNCTIE VAN RDS CODES EON service voor PTY zoeken Als PTY wordt overgebracht via EON, wordt een geschikte zender gedetecteerd zonder dat elke vooringestelde zender wordt gecontroleerd. Als een zender EON informatie verstuurt, neemt het decoderen van de EON informatie 15 tot 30 seconden in beslag. Daarna licht EON op in het uitleesvenster. Als geen zender wordt gevonden “NOT FOUND” verschijnt en het toestel keert terug naar de vorige zender. Wanneer het TRAFFIC geselecteerd programmatype wordt Het toestel zoekt naar een zender die een *7TP code verstuurt. Het is mogelijk dat er nog geen verkeersinformatie wordt uitgezonden. Wacht een tijdje. De zender verstuurt regelmatig verkeersinformatie. *5 Program type identification (PTY) PTY biedt u keuze uit 30 of meer programma’s in plaats van zenders. *6 Enhanced other networks informatie (EON) EON informatie bezorgt de ontvanger een verwijzing naar andere zenders zodat hij kan overschakelen naar een andere RDS zender. *7 Traffic program identificatie (TP) Dit is een code die aangeeft dat een zender regelmatig verkeersinformatie uitzendt. *8 Clock-time (CT) De CT functie zorgt voor een nauwkeurig kloksignaal dat automatisch wordt aangepast volgens de tijdzone en het seizoen. EON SEARCH Bij FM ontvangst schakelt het toestel over naar radioprogramma’s met het opgegeven PTY van zodra die beginnen. 1 Druk op de PTY toets. Het programmatype van de afgestemde zender verschijnt. 2 Druk binnen de 4 seconden op de toets N / M om een programmatype te kiezen. 3 Druk binnen de 4 seconden op de ENTER toets. “EON ON” verschijnt gedurende 3 seconden. Daarna begint EON te knipperen en het toestel schakelt over naar de EON zoekwachtstand. Als er een radioprogramma van het opgegeven PTY op een andere zender begint, wordt het huidige programma onderbroken en speelt het programma met het opgegeven PTY. EON knippert dan snel. Na afloop van het radioprogramma met het opgegeven PTY wordt weer afgestemd op de vorige FM zender. • De EON zoekwachtstand wordt hersteld tot hij wordt geannuleerd, zelfs wanneer het toestel is uitgeschakeld. De AM afsteminterval wijzigen De AM afsteminterval is standaard ingesteld op 9 kHz/stap. In een gebied waar de frequenties in stappen van 10 kHz verspringen, moet u de afsteminterval als volgt wijzigen. Hou de BAND/DIGITAL/ANALOG toets ingedrukt en druk op de POWER 6STANDBY/ON toets. Herhaal deze procedure om de interval terug te stellen. OPMERKING Als de AM afsteminter val wordt gewijzigd, worden alle vooringestelde zenders gewist. De zenders moeten dan opnieuw worden vooringesteld. NL De EON zoekstand annuleren Houd PTY ingedrukt. (Laat PTY nog niet los.) “EON PTY” en het opgegeven programmatype zullen om en om getoond worden. Druk nu op ENTER terwijl u PTY ingedrukt houdt. “EON OFF” verschijnt en de EON zoekwachtstand wordt geannuleerd. OPMERKING De EON zoekfunctie werkt niet wanneer: - Geen FM zenders zijn vooringesteld. - De signalen van de zenders met het opgegeven PTY zwak zijn. NEDERLANDS 17 DOLBY SURROUND EN DTS SURROUND Dit toestel is uitgerust met een Dolby Pro Logic decoder, Dolby Digital decoder en DTS decoder. Het toestel en de midden- en surround luidsprekers (standaard) staan borg voor een echt huisbioscoopgeluid. Bij het afspelen van discs of video software die werden opgenomen in Dolby Pro Logic, Dolby Digital of DTS surround wordt de luisteraar omgeven door een verbluffend levensecht geluid, wat resulteert in een heel bijzondere kijk- en luisterervaring. Dankzij de onafhankelijke regeling van de vijf geluidskanalen kan de luisteraar genieten van echt bioscoopgeluid. Stemmen weerklinken in het voorste en centrale geluidsveld terwijl omgevingsgeluid zoals auto’s en een menigte langs alle kanten wordt weergegeven voor een ongelooflijk levensechte audio/ video-ervaring. Lees de onderstaande instructies aandachtig om het systeem perfect af te stemmen op uw luisterruimte. EEN DOLBY SURROUND STAND KIEZEN Controleer het volgende: Voorbereidingen • Voor u kunt profiteren van Dolby Digital of DTS surroundweergave, dient u de volumeniveaus van de luidsprekers op de juiste manier met elkaar in balans te brengen (zie pagina 19). • Zorg ervoor dat de meegeleverde luidsprekers correct zijn aangesloten en opgesteld (zie pagina 5 en 6). • Zorg ervoor dat de TV en videorecorder correct zijn aangesloten (zie pagina 4). • Controleer of de disc, de videocassette, enz., compatibel zijn met Dolby Pro Logic, Dolby Digital of DTS surround. • Bij het kiezen van een Dolby Digital surround stand, kiest u de VIDEO 1 (DIGITAL) of VIDEO 2 (DIGITAL) functie (zie pagina 13) en speelt u een disc opgenomen in Dolby Digital surround alvorens de stand te kiezen. • Wanneer u een Dolby Pro Logic functie selecteert, kunt u niet kiezen uit VIDEO 1 (DIGITAL) en VIDEO 2 (DIGITAL). 1 Druk op de SURROUND toets en draai aan de MULTI JOG knop om de geschikte stand te kiezen. De naam van de gekozen stand verschijnt in het uitleesvenster. [Dolby Digital surround] DOLBY SURROUND SELECTEREN Een optimale werking van Dolby Digital Surround en Dolby Pro Logic hangt af van het type en de opstelling van de luidsprekers. Controleer type en opstelling van de huidige luidsprekers en kies de aanbevolen stand. Aanbevolen stand DOLBY D PHANTOM 3 STEREO Om de 2chSTEREO stand te kiezen, drukt u herhaaldelijk op de SURROUND toets tot “2chSTEREO” verschijnt. OPMERKING Kies Dolby Digital surround bij weergave van een bron die werd opgenomen met Dolby Digital surround. [Dolby Digital surround] Middenluidspreker Surround luidspreker (achterluidspreker) Groter Kleiner Geen luidspreker DOLBY D-WIDE DOLBY D-NORMAL PHANTOM 3 STEREOWIDE 3 STEREONORMAL PRO LOGIC Geen surround luidspreker 2chSTEREO [Dolby Pro Logic] Middenluidspreker Surround luidspreker (achterluidspreker) Groter Kleiner Geen luidspreker PRO LOGICWIDE PRO LOGICNORMAL PHANTOM 3 STEREOWIDE 3 STEREONORMAL – Geen surround luidspreker PHANTOM stand: Gebruik deze stand wanneer geen middenluidspreker is aangesloten. De signalen van het middenkanaal worden weergegeven via de linker en rechter luidspreker. 3 STEREO stand: Gebruik deze stand wanneer geen surround luidsprekers zijn aangesloten. 18 [Dolby Pro Logic] NEDERLANDS PHANTOM 3 STEREO LUIDSPREKERNIVEAU REGELEN “NORMAL” en “WIDE” verschijnen achtereenvolgens. Bij gebruik van de afstandsbediening Druk herhaaldelijk op de SURROUND toets om de mode te kiezen en houd ze ingedrukt om de middenluidspreker mode te kiezen. OPMERKING • Afhankelijk van de geluidsbron en/of luisteromstandigheden, kan eventueel geen surround effect worden bekomen, ook al is Dolby Digital surround of Dolby Pro Logic ingeschakeld. • Een echt Dolby Digital surround of Dolby Pro Logic effect kan niet worden bekomen met software die niet is opgenomen in Dolby Digital surround of Dolby Pro Logic. Gebruik dan DSP surround (zie pagina 11). • Wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten: - wordt Dolby Pro Logic automatisch uitgeschakeld. - wordt Dolby Digital surround automatisch omgeschakeld naar “2chSTEREO.” • Wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten: - kan Dolby Pro Logic niet worden ingeschakeld. - kan Dolby Digital surround niet worden omgeschakeld. DOLBY SURROUND EN DTS SURROUND 2 Druk nogmaals op de SURROUND toets en houd ze ingedrukt tot de gewenste middenluidsprekerstand verschijnt. (Behalve 2chSTEREO en PHANTOM.) Het toestel is uitgerust met een ingebouwde testsignaalgenerator (noise sequencer) waarmee de balans van de 5 kanalen makkelijk kan worden geregeld. De sequencer produceert een signaal dat van kanaal naar kanaal “loopt”, zodat het geluidsniveau eenvoudig vanaf de luisterpositie kan worden geregeld waardoor elk kanaal even luid lijkt te klinken. Voorbereiding • Zet het DSP surround-systeem af alvorens de luidsprekerbalans te regelen. • Bedien het toestel terwijl u een Dolby Digital surround of Dolby Pro Logic gecodeerd bronsignaal afspeelt. 1 Kies Dolby Digital surround (behalve “2chSTEREO”) of Dolby Pro Logic afhankelijk van het type en de opstelling van uw luidsprekers. (Zie pagina 18.) 2 Hou de MANUAL SELECT toets op de afstandsbediening ongeveer twee seconden ingedrukt tot “L” of “L/R 0dB” begint te knipperen. Een ruissignaal wordt in de onderstaande volgorde achtereenvolgens naar elk kanaal gestuurd. DOLBY D (PRO LOGIC) NORMAL of WIDE stand NL (Linker voorluidspreker)* (Middenluidspreker) (Rechter voorluidspreker)* (Rechter surround luidspreker) (Linker surround luidspreker) Wordt Vervolgd NEDERLANDS 19 PHANTOM stand 3 STEREO NORMAL of WIDE stand * “L” of “R” knippert om aan te geven welke voorluidspreker een ruissignaal produceert. 3 Regel het geluidsniveau van de midden- en surround luidsprekers. Druk terwijl “C,” “RS” of “LS” knippert in het uitleesvenster op op de TUNING UP of DOWN toets en tegelijk op de SHIFT toets op de afstandsbediening zodat de midden-of surround luidsprekers even luid klinken als de voorluidsprekers. Wijzigen van de vertraging van de weergave van de surround-luidsprekers of midden-luidspreker in de Dolby Digital surround of Dolby Pro Logic functie. 1 Druk herhaaldelijk op MANUAL SELECT op de afstandsbediening terwijl Dolby Digital surround (behalve “2chSTEREO”) of Dolby Pro Logic is ingeschakeld, zodat “C 0ms”, of “S 5mS” (S 20mS) op het display verschijnt. 2 Druk binnen 4 seconden op TUNING DOWN of UP terwijl u SHIFT op de afstandsbediening ingedrukt houdt. Om deze handeling via het hoofdtoestel uit te voeren, dient u herhaaldelijk op N / M te drukken of MULTI JOG te verdraaien. [Middenluidspreker] Regel de vertragingstijd zo dat stemgeluid duidelijk en natuurlijk klinkt. De vertragingstijd van de middenluidspreker is oorspronkelijk ingesteld op 0 ms (milliseconden) en kan in stappen van 1 ms worden geregeld van 0 tot 5 ms. De balans van de voorluidsprekers kan ook worden geregeld wanneer “L/R” verschijnt. OPMERKING De N / M toets op het toestel kan niet worden gebruikt. 4 Druk nogmaals op de MANUAL SELECT toets om het ruissignaal te stoppen. OPMERKING Bij het regelen van het luidsprekerniveau met Dolby Digital surround wordt ook dat van Dolby Pro Logic gewijzigd en vice versa. Omtrent de kanalen De linker en rechter luidsprekers zorgen voor het stereo effect. De middenluidspreker draagt bij tot een precisie geluidspositionering bij een breed geluidsveld. De achterste surround luidsprekers geven het geluidsveld meer “diepte”. [Surround luidsprekers] Regel de vertragingstijd naar believen. Dolby Digital surround De vertragingstijd van de luidsprekers is oorspronkelijk ingesteld op 5 ms en kan in stappen van 5 ms worden geregeld van 0 tot 15 ms. Dolby Pro Logic De vertragingstijd van de luidsprekers is oorspronkelijk ingesteld op 20 ms en kan in stappen van 5 ms worden geregeld van 15 tot 30 ms. OPMERKING • Bij het regelen van de ver tragingstijd van de surround luidsprekers of middenluidspreker voor Dolby Digital surround wordt ook die voor Dolby Pro Logic gewijzigd en vice versa. • Wanneer de vertragingstijd van de surround luidsprekers voor Dolby Digital surround wordt ingesteld op 0 ms (5 ms, 10 ms of 15 ms), wordt die voor Dolby Pro Logic ingesteld op 15 ms (20 ms, 25 ms of 30 ms) en vice versa. Het luidsprekerniveau regelen terwijl u naar de bron luistert Het luidsprekerniveau kan worden gewijzigd nadat het werd ingesteld met de noise sequencer. Dit kan terwijl Dolby Digital surround of Dolby Pro Logic is ingeschakeld. 1 Speel een disc of videocassette opgenomen in Dolby Pro Logic of Dolby Digital surround. 2 Druk herhaaldelijk op MANUAL SELECT op de afstandsbediening zodat “L/R,” “C,” “RS” of “LS” verschijnt in het uitleesvenster. 3 Druk binnen 4 seconden op TUNING DOWN of UP terwijl u SHIFT op de afstandsbediening ingedrukt houdt. Om deze handeling via het hoofdtoestel uit te voeren, dient u herhaaldelijk op N /M te drukken of MULTI JOG te verdraaien. 20 NEDERLANDS DE DYNAMIEK REGELEN De dynamiek van Dolby Digital surround geluid kan worden geregeld. Het toestel is oorspronkelijk ingesteld op “STD” (standaard). 1 Met Dolby Digital surround ingeschakeld houdt u ENTER ingedrukt tot “MID NIGHT THEATER” in het uitleesvenster loopt. 2 Druk op N/M of draai aan de MULTI JOG knop om “MAX,” “STD” of “MIN” te selecteren. LAAGFREQUENT GELUIDSEFFECT (LFE) REGELEN Discs die zijn opgenomen in Dolby Digital en DTS surround bevatten speciale signalen die LFE (Lage Frequentie Effecten) genoemd worden. Deze LFE signalen zijn opgenomen op bepaalde plekken op de disc en worden gereproduceerd via een aangesloten subwoofer om een verbazingwekkend krachtige weergave van de zeer lage tonen te verkrijgen. Het volumeniveau van de LFE signalen kan worden afgestemd op uw luidsprekers terwijl Dolby Digital of DTS surround is ingeschakeld. DOLBY SURROUND EN DTS SURROUND INSTELLEN VAN DE LFE EN HET DYNAMISCH BEREIK [MIN] U kunt profiteren van het volledige dynamische bereik van de weergave, net als in de bioscoop. [STD] Oorspronkelijke stand, door softwareproducenten aanbevolen voor weergave in de huiskamer. [MAX] Kies deze stand bij weergave met laag volume. Dit is de nachtstand. Voorbereiding • Kies “SUBW ON” wanneer een subwoofer is aangesloten (zie pagina 6). • Speel een Dolby Digital of DTS surround gecodeerde disc af. 1 Hou N/M ingedrukt tot “LFE” verschijnt. 2 Druk herhaaldelijk op de N/M toets of draai aan de MULTI JOG knop om het LFE-niveau te regelen. Het toestel is oorspronkelijk ingesteld op 0 dB (maximum) en kan worden geregeld zoals hieronder beschreven. NL • Wanneer u het LFE niveau uit (OFF) zet, zal de “LFE” indicator uit gaan. • Wanneer u “SUBW OFF” kiest, worden de LFE signalen naar andere luidsprekers gestuurd. NEDERLANDS 21 DTS SURROUND SELECTEREN De optimale DTS surround standen en instellingen hangen af van het type en de opstelling van de luidsprekers. Controleer type en opstelling van uw luidsprekers en kies de aanbevolen stand op basis hiervan. Aanbevolen stand Surround luidspreker (achterluidspreker) Geen surround luidspreker Middenluidspreker Geen middenluidspreker 5.1ch 4 ch 3 STEREO 2chSTEREO 4 ch mode: kies deze stand wanneer er geen middenluidspreker is aangesloten. Alle middenkanaalsignalen worden naar de linkeren rechterluidsprekerkanalen gestuurd. 3 STEREO mode: kies deze stand wanneer er geen surround luidsprekers zijn aangesloten. EEN DTS SURROUND STAND KIEZEN Alvorens een disc af te spelen, regelt u de luidsprekerbalans in de Dolby Digital of Dolby Pro Logic stand zoals beschreven op pagina 19. Om de balans te regelen terwijl u de bron beluistert, zie de rechterkolom op pagina 20 en volg de stappen 2 en 3. De vertragingstijd van de midden- en surround luidsprekers kan in de DTS surround stand niet worden geregeld. OPMERKING • Afhankelijk van de geluidsbron of de luisteromstandigheden kan geen surround effect worden verkregen, ook al is DTS surround gekozen. • Bij software die niet is opgenomen in DTS surround kan geen volwaardig DTS surround effect worden verkregen. Gebruik in dat geval het DSP surround system (zie pagina 11). • Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, verandert de DTS surround mode automatisch in “2chSTEREO.” • Als er een hoofdtelefoon is aangesloten, kan de DTS surround mode niet worden gewijzigd. HET OORSPRONKELIJKE DTS GELUID BELUISTEREN Wanneer “dts” op het display verschijnt, kunnen alle geluidsinstellingen worden geannuleerd. 1 Terwijl DTS surround is ingeschakeld, dient u op ENTER te drukken zodat “BYPASSOFF” op het display verschijnt. 2 Druk nogmaals op de ENTER toets om “BYPASS ON” te laten verschijnen. Voorbereiding Wanneer u een DTS surroundfunctie wilt kiezen, dient u eerst de DIGITAL functie te selecteren en dan de DTS surround gecodeerde disc af te spelen voor u de surroundfunctie selecteert. 1 Druk op de SURROUND toets en draai aan de MULTI JOG knop om de geschikte stand te kiezen. De naam van de gekozen stand verschijnt in het uitleesvenster. Om de 2chSTEREO stand te kiezen, drukt u herhaaldelijk op de SURROUND toets tot “2chSTEREO” verschijnt. 22 NEDERLANDS De geluidsinstellingen herstellen Herhaal stap 1 en 2 zodat “BYPASSOFF” verschijnt. TIMER DOLBY SURROUND EN DTS SURROUND/TIMER DE SLUIMERTIMER INSTELLEN U kunt het toestel op een bepaald tijdstip laten uitschakelen. Druk op de SLEEP toets en tegelijk op de SHIFT toets op de afstandsbediening. Het toestel wordt na ongeveer 60 minuten uitgeschakeld. De tijd opgeven waarna het toestel moet worden uitgeschakeld Druk binnen de 4 seconden na de bovenstaande handeling herhaaldelijk op de TUNING DOWN of UP toets en tegelijk op de SHIFT toets. De tijd kan in stappen van 5 minuten worden ingesteld van 5 tot 240 minuten. Opgegeven tijd De resterende tijd controleren waarna het toestel uitschakelt Druk eenmaal op de SLEEP toets en tegelijk op de SHIFT toets. De resterende tijd verschijnt gedurende vier seconden. De sluimertimer annuleren Druk tweemaal op de SLEEP toets en tegelijk op de SHIFT toets zodat “SLEEPoFF” verschijnt in het uitleesvenster. NL NEDERLANDS 23 ALGEMEEN TECHNISCHE GEGEVENS Uitgangen FM tuner-gedeelte Afstembereik Bruikbare gevoeligheid (IHF) Antenneaansluitingen 87,5 MHz tot 108 MHz 16,8 dBf 75 Ohm (ongebalanceerd) AM tuner-gedeelte Afstembereik Bruikbare gevoeligheid Antenne 531 kHz tot 1602 kHz (stappen van 9kHz) 530 kHz to 1710 kHz (stappen van 10 kHz) 350 µV/m Kaderantenne LG tuner-gedeelte Afstembereik Bruikbare gevoeligheid Antenne 144 kHz tot 290 kHz 1400 µV/m Kaderantenne Versterkergedeelte Uitgangsvermogen Totale harmonische vervorming Ingangen 24 NEDERLANDS Voor Nominaal: 70 W + 70 W (8 Ohm, T.H.D. 1%, 1 kHz/DIN 45500) Referentie: 85 W + 85 W (8 Ohm, T.H.D. 10%, 1 kHz/DIN 45324) DIN MUZIEKVERMOGEN: 180 W + 180 W Rear (Surround) Nominaal: 70 W + 70 W (8 Ohm, T.H.D. 1%, 1 kHz/DIN 45500) Referentie: 85 W + 85 W (8 Ohm, T.H.D. 10%, 1 kHz/DIN 45324) DIN MUZIEKVERMOGEN: 180 W + 180 W Center Nominaal: 70 W (8 Ohm, T.H.D. 1%, 1 kHz/DIN 45500) Referentie: 85 W (8 Ohm, T.H.D. 10%, 1 kHz/DIN 45324) DIN MUZIEKVERMOGEN: 180 W 0,1 % (50 W, 1 kHz, 8 Ohm, voor) AUDIO IN PHONO: 2,5 mV, regelbaar (47 kOhm) VIDEO 1/DVD/MD, VIDEO 2/LD/TV, VIDEO 3, CD: 300 mV, regelbaar (47 kOhm) TAPE MONITOR: 350 mV, regelbaar (47 kOhm) AUX: 300 mV, regelbaar (47 kOhm) DIGITAL IN COAXIAL (VIDEO 2): OPTICAL (VIDEO 1): geschikt voor linear PCM signalen en bitstroom van Dolby Digital en DTS surround (32 kHz, 44,1 kHz en 48 kHz) VIDEO IN: 1 Vp-p (75 Ohm) Muting AUDIO OUT (REC OUT): 300 mV (1 kOhm) VIDEO OUT (MONITOR): 1 Vp-p (75 Ohm) SUB WOOFER: 1,5 V FRONT SPEAKERS IMP: 8 Ohm accepteert luidsprekers van 8 Ohm of meer. SURROUND SPEAKERS IMP: 8 Ohm accepteert luidsprekers van 8 Ohm of meer. CENTER SPEAKER IMP: 8 Ohm accepteert een luidspreker van 8 Ohm of meer. PHONES (stereo aansluiting): geschikt voor een hoofdtelefoon van 32 Ohm of meer. –20 dB Algemeen Voeding Stroomverbruik Stroomverbruik in gebruiksklaar-stand Afmetingen (B × H × D) Gewicht 230 V wisselstroom, 50 Hz 185 W ECO OFF: 35,6 W ECO ON: 1,3 W 430 × 155 × 402 mm 8,7 kg Wijzigingen aan technische gegevens en ontwerp voorbehouden, zonder voorafgaande kennisgeving. • Gefabriceerd onder licentie van Dolby Laboratories. “DOLBY”, “Pro Logic” en het dubbele D-symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. Confidential Unpublished Works. ©1992-1997 Dolby Laboratories, Inc. Alle rechten voorbehouden. • Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc. US Pat. No. 5,451,942 en andere wereldwijde patenten verkregen en aangevraagd. “DTS” en “DTS Digital Surround” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. ©1996 Digital Theater systems, Inc. Alle rechten voorbehouden ONDERDELEN Voor optimale prestaties dienen het toestel en de software goed te worden verzorgd en onderhouden. Instructies omtrent elk onderdeel van het toestel of de afstandsbediening vindt u op de onderstaande pagina’s. De behuizing reinigen (in alfabetische volgorde) AUDIO BALANCE BAND/DIGITAL/ANALOG BASS CLOCK CT DISC SKIP (CD) DSP DVD PAUSE ECO ENTER FRONT SPEAKERS FUNCTION GEQ MANUAL SELECT (TEST) MENU MONO TUNER MULTI JOG MUTING (MUTE) PHONES POWER 6STANDBY/ON PTY RETURN RT SHIFT SLEEP SOURCE DIRECT SURROUND TAPE MONITOR T-BASS TITLE TREBLE TUNER/BAND TUNING DOWN (M ) TUNING UP (N ) VOLUME Gebruik een zachte en droge doek. Hardnekkig vuil kunt u verwijderen met een zachte doek die lichtjes is bevochtigd met een mild zeepsopje. Gebruik geen krachtige opiosmiddelen zoals alcohol, benzine of thinner die het oppervlak kunnen aantasten. VERHELPEN VAN STORINGEN Als het toestel niet functioneert zoals beschreven staat in de gebruiksaanwijzing, volg dan de storingzoekprocedure. ALGEMEEN Er is geen geluid. • Is het netsnoer goed aangesloten? • Is er een slechte aansluiting? (➞ pagina 4, 5) • Misschien is er een kortsluiting in de luidsprekeraansluitingen. ➞ Trek de stekker uit het stopcontact en corrigeer de luidsprekeraansluitingen. • Werd een verkeerde functietoets ingedrukt? • Werd de TAPE MONITOR toets ingedrukt? • Zijn de FRONT SPEAKERS toetsen correct ingesteld? (➞ pagina 8) Geluid komt slechts uit één luidspreker. • Is BALANCE correct ingesteld? • Is de andere luidspreker losgekoppeld? Het geluid is zeer stil. • Werd de MUTING toets ingedrukt? Verkeerde aanduiding of storing. ➞ Stel het toestel terug zoals hieronder beschreven. TUNER-GEDEELTE 7 10 9, 12-15, 17 10 9 17 7 11 7 8 7-9, 12, 14-17, 21, 22 8 7, 12-15 10 6, 11, 19, 20 7 15 6, 8-12, 15, 18, 20-22 10 8 8, 9, 17, 25 17 7 14-16 7, 9-11, 14, 15, 19, 20, 23 23 10 18, 19, 22 12, 13 10 7 10 14 6, 9-12, 14-17, 20, 21, 23 6, 9-12, 14-17, 20, 21, 23 10 Constante, golfvormige storing. • Is de antenne goed aangesloten? (➞ pagina 6) • Is het signaal zwak? ➞ Sluit een buitenantenne aan. Het ontvangstgeluid is gestoord. • Externe ruis of multipath-storing? ➞ Richt de antenne. ➞ Plaats het toestel verder uit de buurt van elektrische apparatuur. ALGEMEEN ZORG EN ONDERHOUD NL Terugstellen Als er iets ongewoons verschijnt in het uitleesvenster of de werking van het toestel is verstoord, moet u het toestel terugstellen als volgt. 1 Druk op de POWER 6STANDBY/ON toets om het toestel af te zetten. 2 Druk op de POWER 6 STANDBY/ON toets en houd tegelijkertijd de ENTER toets ingedrukt. Alle gegevens die na aankoop in het geheugen zijn opgeslagen, worden gewist. Als het toestel door een storing niet kan worden uitgeschakeld in stap 1, moet u het terugstellen door de stekker uit te trekken en weer in te steken. Ga dan door met stap 2. NEDERLANDS 25
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98

Aiwa AV-D58 Handleiding

Categorie
Dvd spelers
Type
Handleiding