NL
Snelle Referentiegids
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN
BAUKNECHT PRODUCT
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren
op www.bauknecht.eu/register
Lees de instructies aandachtig voordat u het apparaat
gebruikt.
EERSTE GEBRUIK
Wacht minstens twee uren na de installatie vooraleer het apparaat aan
te sluiten op het stopcontact.
Nadat u de stekker in het stopcontact gestoken hebt, draai aan de
thermostaatknop om het apparaat aan te zetten.
Na het inschakelen van het apparaat dient u 4-6 uur te wachten tot
de juiste opslagtemperatuur voor een normaal gevuld apparaat is
bereikt. Breng het antibacteriële lter tegen onaangename geuren
op de ventilator aan, zoals aangeduid in de lterverpakking (indien
aanwezig).
BEDIENINGSPANEEL
1. Controlelampje temperatuur (rood
alarmlicht)
2. Controlelampje werking (groen licht)
3. Alarm open deur
4. Temperatuurregelknop (thermostaat)
1. 2. 3. 4.
CONTROLELAMPJE TEMPERATUUR EN WERKING (GROEN EN ROOD
LICHT)
Controleer of het voltage dat wordt aangegeven op het typeplaatje
in het compartiment overeenkomt met het voltage in uw huis.
Het is wettelijk verplicht om het apparaat te aarden. De fabrikant
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor persoonlijk letsel of schade aan
voorwerpen die het gevolg zijn van het niet naleven van deze eis.
Als de stekker van het apparaat in het stopcontact zit en de
thermostaatknop niet op het symbool
• staat, branden het groene
en rode lampje (punten 1 en 2 bedieningspaneel). Het groene
controlelampje blijft altijd branden en geeft aan dat het apparaat in
werking is. Het rode controlelampje blijft branden totdat de ingestelde
temperatuur is bereikt. Het gaat opnieuw branden wanneer de
temperatuur in de vriezer stijgt doordat de deur vaak of langdurig
wordt geopend, of wanneer het apparaat wordt gevuld met verse
etenswaren die moeten worden ingevroren.
ALARM OPEN DEUR
Dit apparaat is uitgerust met een geluidsalarm dat klinkt als de deur
open blijft staan.
TEMPERATUURREGELKNOP (THERMOSTAAT)
De thermostaat regelt de temperatuur in het apparaat.
Stand
• geeft aan dat de werking van het apparaat is onderbroken.
Bij normale omgevingstemperaturen (tussen +20 °C en +25 °C)
raden we u aan de thermostaatknop in het midden te zetten.
Voor temperaturen van minder of meer dan -18 °C draait u de
thermostaatknop respectievelijk naar de hoogste of laagste stand. De
binnentemperatuur wordt beïnvloed door de plek van het apparaat,
door de temperatuur van de omgevingslucht en door de frequentie
waarmee de deur wordt geopend. De stand van de thermostaat
moet mogelijk aan deze factoren worden aangepast. Om de
temperatuur van de opgeslagen etenswaren te controleren, plaatst u
de thermometer (indien meegeleverd) onder de etenswaren. Als u de
thermometer op de etenswaren plaatst, zal deze de temperatuur van
de lucht en niet van de etenswaren aangeven.
Aanbevolen instellingen:
Diepvriescompartiment: GEMIDDELD
Raadpleeg de aanbevolen instelling en bewaartijden in de online
gebruikershandleiding om voedselverspilling tegen te gaan.
OPSLAAN VAN VERSE ETENSWAAR
Legenda
LADEN VRIESVAK
LADE DIEPVRIESGEDEELTE
(Max koelzone)
Aanbevolen voor het invriezen van verse/gekookte
levensmiddelen
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
DIEPVRIESCOMPARTIMENT
Invriezen van verse levensmiddelen
1. Het wordt aanbevolen de temperatuur kouder in te stellen of Fast
Freeze/Fast Cool* te selecteren minstens vier uur vooraleer het voedsel
uit het diepvriescompartiment te halen, om de bewaartijd in de
ontdooiingsfase te verlengen.
2. Om het compartiment te ontdooien, trekt u de stekker uit het
stopcontact en verwijdert u de laden. Laat de deur open, zodat het
ijs kan smelten. Om te voorkomen dat er tijdens het ontdooien water
wegloopt, wordt geadviseerd een absorberende doek onderin het
diepvriescompartiment te leggen en regelmatig uit te wringen.
3. Maak de binnenkant van het diepvriescompartiment schoon en
zorgvuldig droog.
4. Schakel het apparaat weer in en berg de levensmiddelen er weer in op.
Zie de procedure hieronder om ijs van het STOP FROST*-accessoire te
verwijderen.
IJsblokjes*
Vul het ijsbakje voor 2/3 met water en plaats het in het
diepvriescompartiment. Gebruik NOOIT puntige of scherpe voorwerpen
om het ijs te verwijderen.
De hoeveelheid verse etenswaar die in een bepaalde periode kan worden
ingevroren, staat aangegeven op het typeplaatje.
De laadlimieten zijn bepaald door manden, appen, lades, schappen enz.
Zorg ervoor dat deze onderdelen nog altijd gemakkelijk kunnen sluiten na
het laden.
Lichtsysteem (afhankelijk van model)
Dit product bevat een lichtbron van energie-
eciëntieklasse G
Dit product bevat 4 lichtbronnen aan de
zijkant van energie-eciëntieklasse A
Dit product bevat een lichtbron van energie-
eciëntieklasse G
Dit product bevat 4 lichtbronnen aan de
zijkant van energie-eciëntieklasse A en een
lichtbron bovenin van energieklasse G
Dit product bevat een lichtbron bovenin van
energie-eciëntieklasse G
ALGEMENE INFORMATIE
De laden, manden en schappen moeten in hun huidige positie worden
gehouden, tenzij anders is aangegeven in deze snelgids. Het koelvak
wordt verlicht door ledlampen, die beter verlichten dan met traditionele
gloeilampen en minder energie verbruiken.
Deuren en deksels van de koelkast moeten worden verwijderd voordat het
apparaat wordt afgevoerd, om te voorkomen dat kinderen of dieren erin
vast komen te zitten.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
400011502469
Regelgeving, standaarddocumentatie en aanvullende productinformatie vindt u op:
• Bezoek onze website docs . bauknecht . eu
• Gebruik makend van de QR-Code
• Anders, contacteer onze Klantenservice (Het telefoonnummer staat in het garantieboekje). Wanneer u
contact neemt met de Klantenservice, gelieve de codes te vermelden die op het identicatieplaatje van het
apparaat staan.
De modelinformatie kan gevonden worden aan de hand van de QR-Code die op het energielabel aangegeven
is. Het label bevat ook de model-ID die kan worden gebruikt om het portaal van de database te raadplegen op
https://eprel.ec.europa.eu.
PROBLEEMOPLOSSING
Wat moet u doen als... Mogelijke oorzaken Oplossingen
Het apparaat werkt niet. Er kan een probleem zijn met de
stroomtoevoer naar het apparaat zijn.
Controleer of:
• de stroom niet is uitgevallen;
• de stekker correct in het stopcontact zit en de tweepolige
schakelaar (indien aanwezig) in de correcte stand is (on);
• de beschermingstoestellen voor huishoudelijke elektrische
systemen correct werken;
• de voedingskabel niet is gebroken;
• de thermostaatknop niet op “
•
” staat.
Het interieurlampje werkt
niet.
Het lampje moet mogelijk vervangen
worden.
Koppel het apparaat los van het elektriciteitsnet en neem contact op
met het Technische Servicecentrum als u een vervanging nodig hebt.
De interne temperatuur van
de compartimenten is niet
laag genoeg.
De redenen kunnen variëren (zie
"Oplossingen).
Ga na of:
• de deuren goed gesloten zijn;
• het apparaat niet is geïnstalleerd in de buurt van een
warmtebron;
• de ingestelde temperatuur voldoende is;
• de circulatie van lucht door de ventilatieroosters onderin het
apparaat niet belemmerd wordt.
Het apparaat maakt veel
lawaai.
Het apparaat is niet correct
geïnstalleerd.
Controleer of het apparaat waterpas staat.
Overmatige
hoeveelheid ijs in het
diepvriescompartiment.
De deur van het diepvriescompartiment
is niet goed gesloten.
• Ga na of niets verhindert dat de deur goed sluit.
• Ontdooi het diepvriescompartiment.
• Ga na of het apparaat correct geïnstalleerd is.
De voorste rand van
het apparaat, bij de
afdichtingen van de deur,
is heet.
Dit is geen probleem. Hierdoor wordt de
vorming van condens voorkomen.
Een oplossing is niet nodig.
Als het rode lampje
voortdurend brandt
of knippert, is de
binnentemperatuur te
hoog.
Het apparaat is niet correct
geïnstalleerd.
Ga na of:
• de deur goed is gesloten;
• de thermostaatknop correct is ingesteld (zie hoofdstuk "De
temperatuur aanpassen");
• de vriezer niet in de buurt van een warmtebron staat;
• zich veel ijs op de binnenwanden heeft gevormd;
• de luchtstroom niet is geblokkeerd.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
-
1
-
2
-
3
