Ruck EL 500 EC O 01 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

EL...EC O
INHOUD
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
Nederlands
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Str. 5
D-97944 Boxberg-Windischbuch
Tel. +49 7930 9211-300
Fax. +49 7930 9211-166
www.ruck.eu
De oorspronkelijke instructies zijn in het Duits opge-
steld.
Informatiestand
print 29.11.2023
Wijzigingen voorbehouden
Voorbeeldconfiguratie afgebeeld
Buisventilator voor venti-
latietoepassingen
1. VOORWOORD ............................................................................. 2
2. BELANGRIJKE INFORMATIE .................................................................. 2
3. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ......................................................... 3
4. BELANGRIJKE VOORSCHRIFTEN .............................................................. 6
5. PRODUCTINFORMATIE ...................................................................... 6
6. LEVERINGSOMVANG ........................................................................ 7
7. TECHNISCHE GEGEVENS ..................................................................... 7
8. AFMETINGEN .............................................................................. 8
9. TRANSPORT EN OPSLAG .................................................................... 8
10. OPSTELLING EN MONTAGE .................................................................. 9
11. ELEKTRISCHE AANSLUITING .................................................................. 9
12. INGEBRUIKNAME .......................................................................... 12
13. ONDERHOUD EN REINIGING ................................................................. 12
14. LEVENSDUUR EN WEGGOOIEN .............................................................. 13
15. OPSPOREN EN VERHELPEN VAN STORINGEN .................................................. 14
Made in EU
2| EL...EC O
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
2. BELANGRIJKE INFORMATIE
1. VOORWOORD
Geachte klant,
Hartelijk dank dat u voor ons apparaat gekozen heeft.
Lees deze installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies zorgvuldig voordat u het apparaat in gebruik neemt. Als u
vragen heeft, neem dan contact op met: (Contactgegevens zie pagina 1)
De gegevens in deze installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies zijn alleen bedoeld als productbeschrijving.
Uitspraken over een bepaalde specificatie of geschiktheid voor een bepaald doel kunnen niet worden afgeleid uit onze
informatie. De informatie ontslaat de gebruiker niet van zijn eigen beoordelingen en controles.
Alle rechten liggen bij de ontwikkelaar, inclusief in geval van het aanvragen van industriële eigendomsrechten.
Elke rechten, zoals kopieer- en overdrachtsrechten, zijn ons eigendom.
Deze Gebruikshandleiding bevat belangrijke informatie om het toestel veilig en vakkundig te monteren, te transporteren,
in gebruik te nemen, te bedienen, te onderhouden en te demonteren, en eenvoudige storingen zelf te verhelpen.
Het toestel is volgens de algemeen erkende regels van de techniek geproduceerd.
Toch bestaat er gevaar voor persoonlijk letsel of beschadiging van het toestel, indien u geen rekening houdt met de volgen-
de elementaire veiligheidsvoorschriften en waarschuwingsinstructies in deze handleiding.
Gelieve de handleiding nauwgezet en volledig te lezen voordat u met het toestel aan het werk gaat.
Bewaar de handleiding op een plaats die op elk moment voor elke gebruiker toegankelijk is.
Geef het toestel altijd samen met de gebruikshandleiding door aan derden.
2.1. Andere toepasselijke documenten
Naast de installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies moeten de volgende documenten en informatie over de
ventilator in acht worden genomen:
Overige toepasselijke normen
DIN VDE 0100-100
DIN EN 60204-1
DIN EN ISO 13857
DIN EN ISO 12100
VDMA 24186-1
Beschikbare documenten op www.ruck.eu
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
Conformiteitsverklaringen
EG-Inbouwverklaring (RL 2006/42/EG)
Inbedrijfstellingsprotocol (formulier)
Bestekteksten
Maattekeningen
Technisch tekening DWG-formaat
Technisch tekening DXF-formaat
3D-tekening STEP-formaat
Typeplaatje
3
NL
2.3. Garantie en aansprakelijkheid
Onze apparaten worden geproduceerd volgens de hoogste technische vereisten in overeenstemming met de algemeen
aanvaarde regels van de technologie. Ze worden voortdurend onderworpen aan kwaliteitscontroles. Omdat de produc-
ten voortdurend verder worden ontwikkeld, behouden we ons het recht voor om op elk moment en zonder voorafga-
ande aankondiging wijzigingen aan de producten aan te brengen. Wij stellen ons niet aansprakelijk voor de juistheid of
volledigheid van deze installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies.
Om zeker te zijn van uw aanspraak op garantie, bent u verplicht een inbedrijfstellingsrapport en een onderhoudsrap-
port te overleggen.
Garantie- en aansprakelijkheidsclaims voor persoonlijk letsel en materiële schade zijn uitgesloten als deze zijn terug te
voeren op één of meer van de volgende oorzaken:
Oneigenlijk gebruik
Onjuiste montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud
Gebruik van het apparaat met defecte en/of niet-werkende veiligheids- en beschermingsapparatuur
Het niet in acht nemen van de instructies met betrekking tot transport, installatie, bediening en onderhoud
Ongeautoriseerde wijzigingen in de constructie van het apparaat
Gebrekkige controle en vervanging van slijtagedelen
Ondeskundig uitgevoerde reparaties
Rampen en overmacht
3. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Ontwerpers, ingenieurs en operatoren zijn verantwoordelijk voor montage en bedrijf volgens de voorschriften.
Gebruik onze apparaten alleen in technisch goede staat.
Controleer het apparaat op duidelijke gebreken, zoals bijvoorbeeld barsten in de behuizing of ontbrekende klinkna-
gels, schroeven, afdekkingen of andere gebruiksrelevante gebreken.
Gebruik het product uitsluitend voor het toepassingsgebied dat in de technische gegevens en op het typeplaatje
staat vermeld.
Houdt de instructies m.b.t. aarding, aanzuigbeveiliging en veiligheidsafstanden conform DIN EN 13857 in acht.
De klant draagt zorg voor de aanwezigheid c.q. installatie van algemeen voorgeschreven elektrische en mechani-
sche veiligheidsvoorzieningen.
Veiligheidscomponenten mogen noch verwijderd noch buiten werking gesteld worden.
De bediening van het toestel door personen met een lichamelijke, sensorische of geestelijke handicap mag uitslui-
tend gebeuren onder toezicht van of na instructie door verantwoordelijke personen.
Het toestel moet uit de buurt van kinderen gehouden worden.
2.2. Voorschriften en regelgeving
Als het apparaat correct wordt geïnstalleerd en voor de betreffende doeleinden wordt gebruikt, voldoet het aan de
geldende normen en EU-richtlijnen op het moment dat het op de markt wordt gebracht.
Neem bovendien de algemeen geldende wettelijke en andere bindende voorschriften van de Europese of nationale
wetgeving in acht, evenals de voorschriften in uw land voor ongevallenpreventie en milieubescherming.
www.ruck.eu |
4| EL...EC O
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
3.2. Onjuist gebruik
Onjuist gebruik houdt vooral in dat u het toestel anders gebruikt dan beschreven in het hoofdstuk „Gebruik volgens de
voorschriften“.
Voorbeelden van onjuist en gevaarlijk gebruik zijn::
Het vervoeren van explosieve en brandbare stoffen evenals het gebruik van de installatie in explosieve omgevin-
gen.
Het transport van vettige en vochtige media (meer dan 90% relatieve vochtigheid).
Het vervoeren van agressieve en abrasieve stoffen.
Gebruik van de installatie zonder kanaalsysteem.
Gebruik van de installatie met afgesloten ventilatieaansluitingen.
Gebruik op voertuigen, vliegtuigen en schepen.
3.3. Kwalificatie van het personeel
De montage, ingebruikname en bediening, demontage en instandhouding (incl. onderhoud en zorg) vereisen fundamen-
tele mechanische en elektrische kennis evenals kennis van de bijhorende vakbegrippen. Om de veiligheid te kunnen
garanderen, mogen deze werkzaamheden uitsluitend door of onder leiding van een vakman worden uitgevoerd. Een
vakman is iemand die – op grond van zijn vakopleiding, zijn kennis en ervaring en zijn kennis van de desbetreffende be-
palingen –de aan hem opgedragen werkzaamheden kan beoordelen, mogelijke gevaren kan onderkennen en geschikte
veiligheidsmaatregelen kan nemen. Een vakman moet de desbetreffende vakspecifieke regels in acht nemen.
In deze handleiding wordt gewezen op en gewaarschuwd voor handelingen waarbij gevaar bestaat voor letsel of be-
schadiging aan toestellen. De genoemde veiligheidsmaatregelen moeten in acht genomen worden.
De waarschuwingen zijn als volgt opgebouwd:
Waarschuwingssignaal - Het symbool maakt attent op het gevaar.
Aard van het gevaar! - Benoemt de aard of bron van het gevaar.
»Gevolgen - Beschrijft de gevolgen van het veronachtzamen van het gevaar.
→ Tegenactie - Geeft aan hoe men het mogelijke gevaar kan voorkomen.
3.4. Waarschuwingen en symbolen in deze gebruiksaanwijzing
3.1. Gebruik volgens de voorschriften
Onze apparaten zijn onvolledige machines zoals gedefinieerd in de EU-machinerichtlijn 2006/42/EG (machineonder-
delen). Het toestel is geen gebruiksklare machine volgens de EU-machinerichtlijn.
Het is uitsluitend bestemd om in een machine respectievelijk luchttechnisch toestel of installatie ingebouwd te worden
of met andere componenten tot een machine resp. installatie samengevoegd te worden. Het toestel mag pas in gebru-
ik genomen worden wanneer het in de machine / de installatie waarvoor het bestemd is, ingebouwd is en deze geheel
voldoet aan de verplichtingen van de EU-machinerichtlijn.
Neem de in de technische gegevens genoemde gebruiksvoorwaarden en vermogensgrenzen in acht!
Transport- en omgevingstemperaturen volgens de technische gegevens en het typeplaatje moeten in acht worden
genomen.
Beoogd gebruik houdt ook in, dat u deze handleiding volledig hebt gelezen en begrepen.
Onjuist gebruik kan leiden tot levensgevaar en gevaar voor de gebruiker of derden of schade aan het sys-
teem of andere eigendommen.
5
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
NL
Waarschuwing voor een gevaarlijke situatie!
Duidt mogelijke gevaarlijke situaties aan. Het niet in acht nemen van de waarschuwingen kan
leiden tot letsel en beschadiging van toestellen.
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
Duidt mogelijke gevaren door elektriciteit aan. Het niet in acht nemen van de waarschuwin-
gen kan leiden tot de dood, verwondingen en/of beschadigingen aan toestellen.
Waarschuwing voor hete oppervlakken!
Duidt mogelijke gevaren aan door hoge oppervlaktetemperaturen. Het niet in acht nemen
van de waarschuwingen kan leiden tot letsel of beschadigingen aan toestellen.
Waarschuwing voor verwondingen aan de handen!
Duidt op gevaren die kunnen ontstaan door bewegende of roterende delen. Het niet in acht
nemen van de waarschuwingen kan leiden tot letsel.
Waarschuwing voor zwevende lasten!
Duidt op gevaren die kunnen ontstaan door zwevende lasten. Het niet in acht nemen van
waarschuwingen kan leiden tot de dood, verwondingen en/of beschadigingen aan toestellen.
Belangrijke aanwijzingen opvolgen!
Gebruiksaanwijzingen voor een veilig en optimaal gebruik van het toestel.
WaarschuwingssignaalBetekenis
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
»Het veronachtzamen van gevaar kan leiden tot mate-
riële schade, verwondingen of de dood.
→ Vóór alle werkzaamheden aan stroomvoerende delen
moet het toestel altijd volledig spanningsvrij worden
geschakeld en moet het tegen opnieuw inschakelen
worden beveiligd!
Nooit in het loopwiel en andere roterende en bewe-
gende onderdelen grijpen!
»Het negeren van de gevaarlijke situatie kan leiden tot
zwaar letsel.
→ Werkzaamheden mogen pas worden uitgevoerd nadat
het loopwiel volledig tot stilstand is gekomen!
Reinig het binnendeel in geen geval met water of een
hogedrukreiniger. Voor de reiniging (loopwielen/be-
huizing) mogen geen agressieve of licht ontvlambare
reinigingsmiddelen gebruikt worden.
Gebruik uitsluitend milde zeepoplossingen. De reiniging
van het loopwiel moet gebeuren door middel van een
doek, borstel of kwast.
Waarschuwing voor een gevaarlijke situatie!
»Het niet in acht nemen van waarschuwingssignalen
kan leiden tot letsel of materiële schade.
→ Bij onderhoud door onbevoegde personen bestaat ge-
vaar voor letsel of materiële schade, terwijl de garan-
tie van de producent vervalt.
Voorzichtig! Spanningsgevaar!
»Het niet alert zijn op mogelijke gevaarlijke situaties
kan leiden tot de dood, verwondingen of materiële
schade.
→ Raak het oppervlak pas aan nadat de motor en de
verwarming zijn afgekoeld!
Nooit in het loopwiel en andere roterende en bewe-
gende onderdelen grijpen!
»Het negeren van de gevaarlijke situatie kan leiden tot
zwaar letsel.
→ Werkzaamheden mogen pas worden uitgevoerd nadat
het loopwiel volledig tot stilstand is gekomen!
www.ruck.eu |
6| EL...EC O
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
4. BELANGRIJKE VOORSCHRIFTEN
4.1. Algemene aanwijzingen
Personen die onze apparatuur monteren, bedienen, demonteren of onderhouden mogen niet onder invloed zijn van
alcohol, drugs of geneesmiddelen die de waarneming en reactiesnelheid beïnvloeden.
De verantwoordelijkheid voor de bediening, het onderhoud en de regeling van het toestel moet duidelijk vastgelegd
en in acht genomen worden, zodat er op het gebied van de veiligheid geen onduidelijke competenties optreden.
4.2. Instructies voor montage
Houd rekening met de geldende voorschriften. Koppel het toestel altijd helemaal af van de netstroom alvorens het
product te monteren respectievelijk de stekker aan te sluiten of af te koppelen. Beveilig het toestel steeds tegen
opnieuw inschakelen.
Leg kabels en leidingen zo dat ze niet beschadigd kunnen worden en niemand erover kan struikelen.
Waarschuwingstekens mogen niet veranderd of verwijderd worden.
4.3. Instructies voor inbedrijfstelling
Zorg ervoor dat alle elektrische aansluitingen bedekt of afgesloten zijn en beveiligd tegen aanraking. Neem uitslui-
tend een volledig geïnstalleerd product in gebruik.
De AAN/UIT-schakelaar moet altijd goed functioneren en makkelijk toegankelijk zijn!
Alleen bevoegd personeel mag in het kader van het reglementaire gebruik van het toestel instellingen aan compo-
nenten veranderen en onderdelen bedienen.
Schakel in een noodsituatie, bij een foutmelding of bij andere onregelmatigheden het toestel uit en beveilig het
tegen opnieuw inschakelen.
De technische gegevens zoals aangegeven op het typeplaatje mogen niet overschreden worden.
4.4. Instructies tijdens gebruik
5. PRODUCTINFORMATIE
Beschrijving:
Buisventilator voor ventilatietoepassingen
De transportmiddeltemperatuur van de afzonderlijke types staat in de technische gegevens
Diagonale waaier en behuizing van aluminium.
ermische motorbewaking geïntegreerd (Neem de informatie onder 11.2 in acht!)
Binneninstallatie (buitenopstelling beschermd tegen weersinvloeden)
Montagepositie horizontaal en verticaal
EC-motor + besturingselektronica
Inclusief montagebeugels
7
EL 450 EC O 01 164261 400V 3~ 50 2320 3,6 60 60 96 100 165884 16,8
EL 500 EC O 01 164353 400V 3~ 50 1844 2,8 60 60 87 89 165884 18,6
EL 560 EC O 01 164094 400V 3~ 50 2547 3,9 60 60 90 96 165884 32,9
EL 630 EC O 01 164218 400V 3~ 50 2329 3,6 60 60 89 89 165884 36,2
EL 710 EC O 01 163102 400V 3~ 50 3830 5,9 60 60 91 92 165888 56,5
NL
5.1. Typeplaatje
WAARSCHUWING! De informatie op het typeplaatje moet altijd in acht worden genomen!
Legende:
Imax Max. opgenomen stroom
tA / tMMax. omgevingstemp. / Max. omgevingstemperatuur.
P1N Nominaal vermogen
nNNominaal toerental
ErP Data ErP-conformiteit, indien volgens verordening 327/2011
vereist
η Algehele efficiëntie
N Efficiëntie bij optimale energie-efficiëntie
ID Artikelnummer
SN Serienummer
Luchtrichtingspijl
ErP 2015
Productomschrijving
Keuringsdatum
CE-markering
UKCA-markering
6. LEVERINGSOMVANG
1 x pijpventilator
1 x installatie-, bedienings- en onderhoudshandleiding
EC-controller
Conformiteitsverklaringen
EG-Inbouwverklaring (RL 2006/42/EG)
EAC-markering
Isolatieklasse motor
7. TECHNISCHE GEGEVENS
Productomschrijving
Artikelnummer
Spanning UN
Frequentie fN
Nominaal vermogen PN
Max. motorstroom Imax
Max. omgevingstemp. tA
Max. omgevingstemperatuur. tM
Geluidsemissie aanzuiging
Geluidsemissie luchtafvoer
IP-beveiligingsklasse volledig
apparaat
Schakelschema
Gewicht
VHz W A °C °C dB(A) dB(A) kg
Beschermingsklasse
www.ruck.eu |
8
A B C D E F G
mm mm mm mm mm mm mm
E
G
F
B
A
C
D
| EL...EC O
EL 450 EC O 01 164261 Ø450 467 467 457 310 250 4x Ø9
EL 500 EC O 01 164353 Ø500 515 512 507 360 250 4x Ø9
EL 560 EC O 01 164094 Ø560 582 573 568 440 250 4x Ø9
EL 630 EC O 01 164218 Ø630 654 643 638 490 290 4x Ø9
EL 710 EC O 01 163102 Ø710 731 723 717 550 290 4x Ø9
EL...EC O
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
8. AFMETINGEN
Productomschrijving
9. TRANSPORT EN OPSLAG
Transport en opslag mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel in overeenstemming met de ins-
tallatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies en de geldende voorschriften.
De volgende punten moeten in acht worden genomen en nageleefd:
De levering volgens de afleverbon moet nagekeken worden op juistheid, volledigheid en beschadigingen. Laat
ontbrekende hoeveelheden of beschadigingen tijdens het transport schriftelijk door de transporteur bevestigen. Bij
niet nakoming vervalt de aansprakelijkheid.
Gewicht zie techn. specificaties.
Het transport moet worden uitgevoerd met geschikte hefapparatuur in de originele verpakking of met de hiervoor
bestemde transportapparaten.
Zorg er bij het transport met een vorkheftruck voor dat het apparaat volledig op een pallet rust en dat het zwaar-
tepunt zich tussen de vorken bevindt.
De bestuurder moet voor het besturen van de vorkheftruck bevoegd zijn.
Loop niet onder een zwevende last door.
Vermijd beschadiging en vervorming van de behuizing.
De opslag moet droog en weerbestendig in de originele verpakking gebeuren. Open pallets moeten worden afge-
dekt met dekzeilen. Ook weerbestendige modules moeten worden afgedekt, omdat hun weerbestendigheid pas
na volledige montage gegarandeerd kan worden. Mocht er vocht in de originele verpakking zijn binnengedrongen,
moet dit direct worden verwijderd.
Opslagtemperatuur tussen +5°C en +40°C. Vermijd sterke temperatuurschommelingen.
Bij langdurige opslag (meer dan een jaar) moet de soepele bediening van de schoepenwielen en de ventielen met
de hand worden gecontroleerd.
Artikelnummer
9
NL
10. OPSTELLING EN MONTAGE
Montagewerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door vaklieden, met inachtneming van de montage- en
gebruikshandleiding en de geldende voorschriften en normen.
De volgende punten moeten in acht worden genomen en nageleefd:
Gebruik uitsluitend geschikte montagehulpmiddelen die beantwoorden aan de voorschriften.
Het apparaat moet op een zodanige manier worden geïnstalleerd, dat het gemakkelijk toegankelijk is voor onder-
houd en reiniging.
Het toestel mag uitsluitend met goedgekeurde en daarvoor geschikte bevestigingsmiddelen aan alle bevestigings-
punten worden gemonteerd.
Zet het toestel bij het inbouwen niet vast.
Behalve voor het vastzetten van het apparaat op de aangegeven posities, mogen er geen schroef- of boorgaten in
de behuizing worden gemaakt.
Het gewicht van het kanaalsysteem mag niet rusten op de behuizing.
Voor het ontkoppelen van mechanische trillingen wordt bij montage op een kanaalsysteem een elastische steun
geadviseerd.
Ten minste 2,5-voudige diameter aan lengte van het rechte kanaal voor en na de ventilator
Gebruik alleen afgeschermde kabel (max. lengte 10m) tussen ventilator en EC controller.
De elektrische installatie mag alleen worden gemonteerd door gekwalificeerde elektriciens in overeenstemming met de
installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies en de geldende landelijk voorschriften, normen en richtlijnen:
ISO, DIN, EN en VDE-voorschriften, inclusief alle veiligheidsregels.
Technische aansluitingsvoorwaarden (TAV).
Arbeidsbeschermingsvoorschriften en voorschriften ter voorkoming van ongevallen (ABV, VVO).
Deze opsomming maakt geen aanspraak op volledigheid.
Bepalingen moeten onder eigen verantwoordelijkheid worden toegepast.
De elektrische aansluiting moet gebeuren volgens de bijbehorende schakel- en klemmenschema‘s.
Het soort kabel, de kabeldoorsnede en de wijze van leggen moeten worden bepaald door een gediplomeerd elekt-
romonteur.
Zorg ervoor dat kabels van verschillende spanning gescheiden worden geïnstalleerd.
Indien er geen werkschakelaar in het apparaat is geïntegreerd, moet in de leiding een omnipolaire mogelijkheid
voorhanden zijn om het apparaat los te koppelen van het lichtnet. Deze moet een contactopening van minimaal 3
mm hebben.
Voor elke kabel moet een afzonderlijke kabeldoorvoer gebruikt worden.
Niet gebruikte kabeldoorvoeren moeten luchtdicht afgesloten worden.
Alle kabeldoorvoeren moeten zijn voorzien van een trekontlasting.
Er moet een potentiaalvereffening tussen het toestel en het kanaalsysteem worden aangebracht.
Na de elektrische aansluiting moeten alle veiligheidsmaatregelen gecontroleerd worden (aardingsweerstand enz.).
Motorstroom en motorvermogen mogen de waarden op het typeplaatje van de motor niet overschrijden. Het
opgegeven max. ventilatortoerental mag in geen geval worden overschreden omdat anders de motor en de venti-
lator door deze overbelasting beschadigd raken en losgeraakte of rondvliegende onderdelen andere componenten
kunnen beschadigen.
11. ELEKTRISCHE AANSLUITING
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
»Onvoorzichtigheid kan leiden tot materiële schade, lichamelijk letsel of de dood.
→ Voordat werkzaamheden aan stroomvoerende delen worden uitgevoerd, moet het toestel altijd volledig
spanningsvrij geschakeld worden en moet het beveiligd worden tegen opnieuw inschakelen!
www.ruck.eu |
10
Bl.
Blatt
Ursp.
Norm
Gepr.
Bearb.
Datum
Name
Datum
Änderung
Zustand
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Strasse 5
D-97944 Boxberg
Tel +49 (0) 7930 9211-300
165888
Schaltplan
EC-p
Schaltbilder
24.05.2018
S. Kuhbach
26
E
D
C
B
F
A
E
D
C
B
F
A
8765
4
3
2
1
PE
L2 L3
PE
U
V
W
A
B
GND
+10V
GND
Input 0-10V
D2 / Fire Mode
OJ-Drive
D1 / Start/Stop
D0
GND
BR-
BR+
gnye
165888
165888_ecp_00
A
B
GND
+10V
GND
Input 0-10V
D0
GND
D2 / Fire Mode
D1 / Start/Stop
A
B
GND
+10V
GND
Input 0-10V
D0
GND
D2 / Fire Mode
D1 / Start/Stop
V
Potentiometer
0-10V Signal
A
B
GND
+10V
GND
Input 0-10V
D0
GND
D2 / Fire Mode
D1 / Start/Stop
Alarm
Alarm Output
max. 24V DC
Pull-Up
L1
ECM
21 3
| EL...EC O
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
11.1. Toevoerleiding van het toestel / Elektrisch stroomschema
De aansluitkabel moet worden aangesloten volgens het schakelschema. Voor het kalibreren van de leiding moet re-
kening worden gehouden met het typeplaatje van het toestel en de desbetreffende richtlijnen. Er moet een beveiliging
zijn aangebracht met stroomonderbrekers van de correcte waarde.
Het apparaat moet volgens het stroomschema worden aangesloten. Voor ventilatoren die worden aangestuurd door
externe besturingsapparaten, moeten de betreffende gebruiksinstructies van de fabrikant in acht worden genomen.
Aansluiting potentiometer Aansluiting 0-10 V signaal Aansluiting alarmuitgang
Fire Mode:
Als dit contact wordt geopend, bevindt de ventilator zich in de activeermodus.
Dat betekent dat er geen storingsbewaking meer plaatsvindt.
Bij een gesloten „Start/Stop“ contact en bij een gecreëerd 0-10 V signaal, loopt de ventilator tot de motor of de EC
controller defect raakt.
Start/Stop:
Gesloten → Start
Open → Stop
Alarm Output
De alarmuitgang is een „Open Collector“-uitgang
11
NL
11.2. ermische motorbeveiliging
Tijdens gebruik worden elektrische motoren warm. Onder bepaalde omstandigheden (te hoge omgevings- of vloeis-
toftemperaturen, zware vervuiling, enz.), kan de motortemperatuur de veiligheidslimiet van de elektrisch geïsoleerde
componenten overschrijden. Om motorschade te voorkomen zijn verschillende vormen van temperatuurbewaking mo-
gelijk, waarvan er ten minste één op de locatie moet worden geïnstalleerd.
Bij een EC-motoren is een elektronische temperatuurbewaking aanwezig.
12. INGEBRUIKNAME
De ingebruikname door deskundig vakpersoneel mag pas gebeuren als elk risico is uitgesloten. De volgende
tests moeten worden uitgevoerd met inachtneming van de montage- en gebruikshandleiding en de geldende
voorschriften:
Toestel en kanaalsysteem moeten zijn gemonteerd volgens de voorschriften.
Het kanaalsysteem, het toestel en mediumleidingen (indien voorhanden) moeten gecontroleerd worden op
de aanwezigheid van vreemde objecten, die zonodig moeten worden verwijderd (spoelen).
De aanzuigopening en toevoerleiding naar het toestel moeten vrij zijn.
Alle mechanische en elektrische beschermingsmaatregelen moeten worden gecontroleerd (bijv. aarding).
Spanning, frequentie en stroomsoort van de netaansluiting moeten met het typeplaatje overeenstemmen.
Als een aardlekschakelaar wordt gebruikt, zijn alleen AC/DC-gevoelige aardlekbeveiligingen (type B of B+) toegestaan.
11.3. Aardlekschakelaar
Ook als het apparaat is uitgeschakeld staat er spanning op de klemmen en aansluitingen. U mag het apparaat
pas aanraken nadat alle polen gedurende 5 minuten van het netwerk zijn losgekoppeld.
Onderhoud, foutenherstel en reiniging mogen uitsluitend worden uitgevoerd door vakpersoneel, met
inachtneming van de montage- en gebruikshandleiding en de geldende voorschriften.
Zorg ervoor dat geen verbindingen van leidingen, aansluitingen en onderdelen losgemaakt worden
zolang het toestel niet volledig is afgesloten van de netstroom. Beveilig het toestel tegen opnieuw
inschakelen.
Afzonderlijke onderdelen mogen niet met elkaar worden verwisseld, d.w.z. dat bijvoorbeeld de voor
een bepaald product bestemde onderdelen niet voor andere producten gebruikt mogen worden.
Door regelmatig onderhoud van onze apparatuur zorgt u voor een goede werking, waardebehoud en
vermijdt u schade. Houd een onderhoudsprotocol bij.
Voer het gespecificeerde onderhoud aan het apparaat uit met de aangegeven intervallen.
13. ONDERHOUD EN REINIGING
www.ruck.eu |
12 | EL...EC O
NL
Installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies
Onze apparaten vereisen weinig onderhoud wanneer ze correct worden gebruikt.
De volgende werkzaamheden moeten met inachtneming van de veiligheids- en arbeidsveiligheidsvoorschriften op re-
gelmatige tijdstippen worden uitgevoerd:
Het functioneren van de regeling en de veiligheidsinrichtingen moet worden gecheckt.
Elektrische aansluitingen en bedrading moeten worden gecontroleerd op beschadigingen.
Vervuilingen van de rotor(en) van de ventilator moeten worden verwijderd om onevenwichtige belasting en vermo-
gensvermindering tegen te gaan.
Voor het schoonmaken (rotoren/behuizing) mogen geen agressieve of licht ontvlambare reinigingsmiddelen
worden gebruikt.
Gebruik bij voorkeur uitsluitend water (geen stromend water) of een zachte zeepoplossing.
De reinigen van de rotor moet door middel van een doek, borstel of kwast gebeuren.
Gebruik in geen geval een hogedrukreiniger!
Balansklemmen mogen niet verschoven of verwijderd worden.
De rotor en de inbouwdelen mogen in geen geval beschadigd worden.
Voer na onderhoudswerkzaamheden een veiligheidscontrole volgens hoofdstuk 11. en 12. uit alvorens het apparaat
weer in gebruik te nemen!
14. LEVENSDUUR EN WEGGOOIEN
14.1. Levensduur van het product
De motoren zijn uitgerust met onderhoudsvrije, permanent gesmeerde kogellagers. Onder normale bedrijfsomstandig-
heden is de verwachte levensduur ongeveer 30.000 bedrijfsuren.
De hier gegeven informatie is sterk afhankelijk van de betreffende gebruiksomgeving en de omgevingsomstandighed-
en. We adviseren deze apparaten na ongeveer 30.000 bedrijfsuren of 5 jaar te vervangen.
13.1. Checklist onderhoud en service
Beschrijving Controle-interval
Schakelmechanisme Maandelijks
Ventilator
Controleer of de ventilator goed werkt en klaar is voor gebruik (ten minste 15 minuten proefdraai-
en)
Elke 6 maanden
Controleer of de ventilator goed werkt en klaar is voor gebruik (ten minste 1 uur proefdraaien) Jaarlijks
Controleer op verontreiniging, beschadiging, corrosie en bevestiging Elke 6 maanden
Reiniging voor functiebehoud Elke 6 maanden
Controleer de draairichting van de waaier Jaarlijks
Controleer flexibele verbindingen op lekken Jaarlijks
Controleer de waaier op onbalans Jaarlijks
Controleer de werking van het beveiligingsmechanisme Jaarlijks
Motor
Controleer de buitenkant op vuil, beschadiging, corrosie en bevestiging Elke 6 maanden
Reiniging voor functiebehoud Jaarlijks
Controleer lagers op bijgeluiden Jaarlijks
Controleer of de de aansluitingen goed zijn bevestigd Jaarlijks
Meet de spanning Jaarlijks
13
NL
14.2. Buitenbedrijfstelling en weggooien
Bij demontage komen stroomvoerende delen bloot te liggen, deze leiden bij aanraking tot een elektri-
sche schok. Ontkoppel vóór het demonteren de ventilator van alle elektriciteitspunten en beveilig deze
tegen opnieuw inschakelen!
Componenten en modules van het apparaat die hun levensduur hebben bereikt, bijv. vanwege slijtage, corrosie, me-
chanische stress, metaalmoeheid en/of andere, niet direct herkenbare redenen, moeten na demontage correct en
overeenkomstig de nationale en internationale wet- en regelgeving worden afgevoerd. Hetzelfde geldt voor gebruikte
hulpstoffen zoals olie en vet of andere stoffen. Het bewust of onbewust hergebruik van gebruikte componenten zoals
bijv. waaiers, walslagers, motoren, enz. kan leiden tot gevaar voor personen, het milieu en machines en installaties. De
geldende plaatselijke gebruiksvoorschriften moeten worden nageleefd en toegepast.
14.3. Reserveonderdelen (motor + waaier)
Vervanging mag alleen worden uitgevoerd door opgeleid en geautoriseerd personeel.
15. OPSPOREN EN VERHELPEN VAN STORINGEN
Storing Mogelijke oorzaak Oplossingen
Ventilator start
niet
Geen voeding Controleer de stroomvoorziening/aansluitin-
gen
Waaier draait niet vrij Spoor de oorzaken op en verhelp de storing
indien mogelijk. Neem contact op met de leve-
rancier als dit niet mogelijk is.
Motor overver-
hit/thermische
beveiliging is
geactiveerd
Kogellager defect Neem contact op met de leverancier
Te hoge bedrijfstemperatuur Neem de gegevens op het typeplaatje in acht
Luchtstroom is te gering, motor kan niet
aoelen
Zie storing „Lage luchtcapaciteit“
Apparaat maakt
teveel lawaai/
trillingen in de
behuizing
Vuilafzettingen op de waaier Zie hoofdstuk Onderhoud en reiniging
Onbalans van de waaier Neem contact op met de leverancier
Verbinding met de aanzuig- of afzuigbui-
zen veroorzaakt trillingen/vibraties
Installeer de ventilator met trillingsisolatie
Bevestigingsschroeven losgeraakt Schroeven vastdraaien
Kogellager defect Neem contact op met de leverancier
Losgeraakt waaierblad Neem contact op met de leverancier
Lage luchtcapa-
citeit
Waaier draait in de verkeerde richting (ver-
keerde richting van de luchtverplaatsing)
Let op de markering op het apparaat/type-
plaatje. Controleer de elektrische aansluitingen
Hoge drukverliezen in het systeem Verbeter de leidingconfiguratie of kies een
krachtigere ventilator
Terugstroomkleppen gesloten of slechts
gedeeltelijk open
Controleer de aansturing/inbouwpositie van
de terugslagklep
Kanaalsysteem verstopt Verstopping verwijderen / Beschermrooster
schoonmaken
Toerentalregeling verkeerd ingesteld /
onjuist aangesloten
Controleer instellingen/schakelapparaat en
evt. opnieuw instellen/aansluiten
Als de ventilator door een storing blijft staan, moet u alle polen van de ventilator loskoppelen van de stroomvoorzi-
ening.
Controleer vervolgens of er een zichtbare fout is (verstopte waaier, schade, enz.) en verhelp deze. Als er geen duidelijke
storingen zijn, kunt u de ventilator na ongeveer 1 minuut wachttijd weer op de stroomvoorziening aansluiten.
Als er nog steeds geen functie is, gaat u te werk volgens de onderstaande tabel:
www.ruck.eu |
Informatiestand
print 29.11.2023
merus_pb_02k_k10001_nl
Onder voorbehoud van wijzigingen
Taal:
Nederlands
ruck Ventilatoren GmbH
Max-Planck-Str. 5
D-97944 Boxberg-Windischbuch
Tel. +49 7930 9211-300
Fax. +49 7930 9211-166
www.ruck.eu
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14

Ruck EL 500 EC O 01 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor