Nikon COOLPIX S9200 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Nl
Naslaggids
DIGITALE CAMERA
Informatie over handelsmerken
Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn handelsmerken van Apple Inc., die zijn
geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het iFrame logo en het iFrame
symbool zijn handelsmerken van Apple Inc.
Adobe en Acrobat zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Inc.
SDXC, SDHC en SD logo's zijn handelsmerken van SD-3C, LLC.
PictBridge is een handelsmerk.
HDMI, logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken
resp. geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
Alle andere handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie bij uw
Nikon product worden vermeld, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken
van hun respectieve eigenaars.
AVC Patent Portfolio License
Dit product is gelicentieerd onder de AVC Patent Portfolio License voor het persoonlijk en
niet-commercieel gebruik door een consument om (i) video te coderen in
overeenstemming met de AVC-standaard (“AVC-video”) en/of (ii) AVC-video te decoderen die
door een consument werd gecodeerd in het kader van een persoonlijke en niet-
commerciële activiteit en/of werd verkregen van een videoleverancier die over een licentie
beschikt om AVC-video aan te bieden. Er wordt geen licentie verleend of gesuggereerd voor
enig ander gebruik. Voor meer informatie kunt u terecht bij MPEG LA, L.L.C.
Zie http://www.mpegla.com.
i
Inleiding
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
De beginselen van opnames en weergave
Opnamefuncties
Weergavefuncties
Films opnemen en afspelen
GPS/elektronisch kompas gebruiken
(alleen COOLPIX S9300)
Basisinstellingen
Referentiegedeelte
Technische opmerkingen en index
ii
Inleiding
Inleiding
Lees dit eerst
Gefeliciteerd met de aanschaf van een Nikon COOLPIX S9300/S9200 digitale
camera.
Lees de informatie onder “Voor uw veiligheid” (Avi) en maak uzelf vertrouwd met
de informatie in deze handleiding. Houd deze handleiding na het lezen bij de hand
en gebruik deze als naslagwerk om nog meer plezier aan uw nieuwe camera te
beleven.
De inhoud van het pakket controleren
In het geval dat er items ontbreken, dient u contact op te nemen met de winkel
waar u de camera heeft aangeschaft.
* Een verloopstekker wordt meegeleverd als de camera in een land of regio is aangeschaft
waar een verloopstekker nodig is. De vorm van de verloopstekker verschilt per land of regio
van aankoop.
N.B.: Er wordt geen geheugenkaart bij de camera meegeleverd.
COOLPIX S9300
Digitale Camera
COOLPIX S9200
Digitale Camera
Camerariem
Oplaadbare Li-ion
batterij EN-EL12
(met afdekkapje)
Lichtnetlaadadapter EH-69P* USB-kabel UC-E6
Audio/video-kabel EG-CP16 ViewNX 2 Installer CD
(ViewNX 2 installations-CD)
Reference Manual CD
(Cd met Naslaggids)
Garantie
of
iii
Lees dit eerst
Inleiding
Over deze handleiding
Als u de camera direct wilt gebruiken, zie dan “De beginselen van opnames en
weergave” (A13).
Voor meer informatie over onderdelen van de camera of de basisbediening, zie
“Onderdelen van de camera en standaardfuncties” (A1).
Overige informatie
Symbolen en conventies
De volgende symbolen en conventies worden in deze handleiding gebruikt om
u in staat te stellen snel de informatie te vinden die u zoekt:
Met “geheugenkaarten” worden in deze handleiding SD-, SDHC- en
SDXC-geheugenkaarten bedoeld.
Met “standaardinstelling” wordt de instelling bij aankoop bedoeld.
De namen van de menuopties die op de cameramonitor verschijnen en de
namen van knoppen of meldingen die op een computermonitor verschijnen,
worden vet weergegeven.
In sommige schermvoorbeelden in deze handleiding zijn afbeeldingen
weggelaten om aanduidingen op de monitor en de zoeker duidelijker weer te
geven.
De illustraties en monitorteksten in deze handleiding kunnen afwijken van het
daadwerkelijke product.
In deze handleiding is de COOLPIX S9300 gebruikt voor de illustraties en de
monitorinhoud. Illustraties voor zowel de COOLPIX S9300 als de COOLPIX S9200 worden
waar nodig weergegeven.
Pictogram Beschrijving
B
Dit pictogram duidt waarschuwingen en informatie aan die vóór het
gebruik van de camera gelezen moeten worden
C
Dit symbool staat bij opmerkingen die moeten worden gelezen voordat u
de camera gaat gebruiken.
A/E/F
Deze pictogrammen duiden andere pagina's met relevante informatie
aan; E: “Referentiegedeelte”, F: “Technische opmerkingen en index.”
iv
Lees dit eerst
Inleiding
Informatie en voorzorgsmaatregelen
Permanente kennisoverdracht
Als onderdeel van Nikon's streven naar permanente kennisoverdracht via continue productondersteuning en -
informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende websites:
Voor gebruikers in de VS:
http://www.nikonusa.com/
Voor gebruikers in Europa en Afrika:
http://www.europe-nikon.com/support/
Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten:
http://www.nikon-asia.com/
Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en
algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor meer informatie contact op met de
dichtstbijzijnde Nikon vertegenwoordiging. Bezoek de website voor de contactgegevens:
http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon
Nikon COOLPIX-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en bevatten complexe
elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon (inclusief batterijladers, batterijen,
lichtnetlaadadapters en lichtnetadapters), die door Nikon speciaal zijn ontwikkeld om binnen de operationele
eisen en veiligheidseisen van deze elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest
en goedgekeurd.
H
ET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR
N
IKON ZIJN VERVAARDIGD KAN DE CAMERA
BESCHADIGEN EN DE
N
IKON GARANTIE DOEN VERVALLEN.
Het gebruik van oplaadbare Li-ion batterijen van derden zonder het Nikon hologram kan de werking van de
camera negatief beïnvloeden en/of resulteren in overhitting, ontbranding, breuk of lekkage van de batterijen.
Neem voor meer informatie over originele Nikon accessoires contact op met een door Nikon
goedgekeurde leverancier.
Voordat u belangrijke foto's gaat maken
Voordat u foto's gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of reis), kunt u het beste enkele
proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor schade of
gederfde inkomsten als gevolg van een defect aan de camera.
Over deze gebruikshandleiding
Geen enkele onderdeel van de bij dit product geleverde documentatie mag worden gereproduceerd,
overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in enige vorm worden vertaald
naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon.
Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product.
Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de hardware en
software die in de documentatie worden beschreven op elk gewenst moment te wijzigen.
Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in de documentatie juist en volledig is
en zou het op prijs stellen dat u de Nikon importeur op de hoogte brengt van eventuele onjuistheden of
omissies (zie de overige documentatie voor de adresgegevens).
Holografisch zegel:
Dit zegel duidt aan dit
apparaat een origineel Nikon product is.
v
Lees dit eerst
Inleiding
Mededelingen aangaande het verbod op kopiëren of reproduceren
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of
gereproduceerd met behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar
kan zijn.
Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd
Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van (plaatselijke)
overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van een stempel “Voorbeeld”
of “Specimen. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het
buitenland in omloop zijn, is verboden. Tenzij vooraf door de overheid toestemming is verleend, is
het kopiëren of reproduceren van ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of
briefkaarten verboden.
Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post)zegels en gecertificeerde
wettelijke documenten is verboden.
Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties
De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren
van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques,
cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve wanneer het gaat om een
minimaal benodigd aantal kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Eveneens niet toegestaan
is het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven paspoorten, door
overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes,
zoals pasjes en maaltijdbonnen.
Auteursrechten
Het kopiëren of reproduceren van auteursrechterlijk beschermde creatieve werken, zoals boeken,
muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto's, wordt gereguleerd door de
nationale en internationale auteurswetgeving. Gebruik dit product niet voor het maken van illegale
kopieën of voor andere activiteiten die het auteursrecht schenden.
Wegwerpen van opslagmedia
Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto's of het formatteren van opslagmedia, zoals
geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig
worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk
verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van
persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de
privacybescherming met betrekking tot dergelijke gegevens.
Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te werpen of
aan een ander over te doen. U kunt het medium ook eerst formatteren en vervolgens geheel vullen
met beelden die geen persoonlijke informatie bevatten (bijvoorbeeld foto's van de lucht). Vergeet
niet eventuele foto's die u voor de optie Selecteer beeld in het Welkomstscherm (A100) hebt
geselecteert te vervangen. Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van opslagmedia en voorkom
letsel en beschadiging van eigendommen.
Bij de COOLPIX S9300 wordt er op dezelfde manier met de loggegevens op de geheugenkaart
gewerkt als met andere gegevens. U kunt niet-opgeslagen loggegevens van de geheugenkaart
wissen met Log aanmaken Log beëindigen Log wissen.
vi
Inleiding
Voor uw veiligheid
Om schade aan het Nikon product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen,
verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens
dit product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats
waar alle gebruikers van dit product deze kunnen lezen.
WAARSCHUWINGEN
Zet de camera bij storing uit
Indien er rook of een ongewone geur uit de
camera of de lichtnetlaadadapter komt,
koppel de lichtnetlaadadapter dan los en
verwijder de batterij onmiddellijk. Let
hierbij op dat u geen brandwonden
oploopt. Als u de camera blijft gebruiken,
kan dit tot letsel leiden. Nadat de batterij is
verwijderd, dient het apparaat door een
door Nikon erkende servicedienst te
worden nagekeken.
Demonteer het apparaat niet
Het aanraken van de interne delen van de
camera of de lichtnetlaadadapter kan
leiden tot letsel. Reparaties mogen
uitsluitend door bevoegde technici worden
uitgevoerd. Als de camera of de
lichtnetlaadadapter door een val of ander
ongeluk openbreekt, haalt u de stekker uit
het stopcontact en/of verwijder u de
batterij en laat u het product nakijken door
een door Nikon erkende servicedienst.
Gebruik de camera of
lichtnetlaadadapter niet in de
buurt van ontvlambare gassen
Het gebruik van de camera in de buurt van
brandbare gassen zoals propaan en
benzine, en brandbare sprays of stof kan
leiden tot een explosie of brand.
Wees voorzichtig met de
camerariem
Hang de camerariem nooit om de nek van
een baby of kind.
Buiten bereik van kinderen
houden
Bewaar de producten niet binnen het
bereik van kinderen. Dit kan namelijk tot
letsel leiden. Zorg ervoor dat kleine
kinderen de batterij of andere kleine
onderdelen niet in hun mond kunnen
stoppen.
Vermijd langdurig contact met de
camera, lichtnetlaadadapter of
lichtnetadapter terwijl de
apparaten zijn ingeschakeld of in
gebruik zijn.
Delen van de apparaten worden heet. Laat
u de apparaten voor langere tijd in direct
contact komen met de huid, dan kan dit
lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit Nikon
product in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt voorkomen.
vii
Voor uw veiligheid
Inleiding
Ga voorzichtig om met de batterij
Bij onjuist gebruik kan de batterij gaan lekken,
oververhit raken of ontploffen. Let op de
volgende punten bij het gebruik van de
batterij in combinatie met dit product:
Schakel het apparaat uit voordat u
de batterij verwisselt. Als u de
lichtnetlaadadapter / lichtnetadapter
gebruikt, haalt u eerst de stekker uit
het stopcontact.
Gebruik alleen een oplaadbare Li-ion
batterij EN-EL12 (meegeleverd). Laad de
batterij op door deze in de camera te
plaatsen en de laddadapter EH-69P
(meegeleverd) aan te sluiten.
Probeer de batterij niet ondersteboven of
achterstevoren in de camera te plaatsen.
U mag de batterij niet kortsluiten of uit
elkaar halen, of de isolatie of het omhulsel
verwijderen of openbreken.
Stel de batterij niet bloot aan vuur of
bovenmatige hitte.
Dompel de batterij niet onder in water en
zorg dat deze niet vochtig wordt.
Plaats het afdekkapje wanneer de
batterij getransporteerd wordt. Vervoer
of bewaar de batterij niet bij metalen
voorwerpen, zoals halskettingen of
haarspelden.
Een volledig ontladen batterij kan gaan
lekken. Om schade aan het product te
voorkomen, dient u de batterij te
verwijderen wanneer deze leeg is.
Stop onmiddellijk met het gebruik van
de batterij wanneer zich een verandering
voordoet, zoals verkleuring of
vervorming.
Spoel kleding of huid die in contact is
gekomen met vloeistof uit een
beschadigde batterij onmiddellijk af met
ruim water.
Als gelekte batterijvloeistof in uw ogen
komt, spoel uw ogen dan direct uit met
schoon stromend water en schakel
medische hulp in.
Probeer geen batterijen op te laden die
niet oplaadbaar zijn.
Neem de onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht bij
het gebruik van de
lichtnetlaadadapter
Houd de batterijlader droog. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dit leiden tot brand of een
elektrische schok.
Verwijder stof op of bij de metalen
onderdelen van de stekker met een
droge doek. Als u dit nalaat en het
product blijft gebruiken, kan dit brand
veroorzaken.
Raak de stekker niet aan en blijf uit de
buurt van de lichtnetlaadadapter tijdens
onweer. Als u deze voorzorgsmaatregel
niet in acht neemt, kan dit leiden tot een
elektrische schok.
Voorkom beschadigingen of
veranderingen aan de USB-kabel. Trek de
kabel niet met kracht los en buig deze
niet. Plaats geen zware voorwerpen op
de kabel en stel de kabel niet bloot aan
hitte of vuur. Trek verder het snoer niet
met kracht los, plaats geen zware
voorwerpen op het snoer en stel het niet
bloot aan hitte of vuur. Als de isolatie
beschadigd raakt en de draden bloot
komen te liggen, laat het netsnoer dan
door een door Nikon erkende
servicedienst nakijken. Als u deze
voorzorgsmaatregelen niet in acht
neemt, kan dit brand of een elektrische
schok veroorzaken.
viii
Voor uw veiligheid
Inleiding
Raak de stekker of de
lichtnetlaadadapter niet met
natte handen aan. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dit leiden tot een elektrische schok.
Niet gebruiken in combinatie met
reistekkers, adapters bedoeld om de ene
spanning om te vormen naar de andere
of met DC/AC-omvormers. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dat leiden tot schade aan het
product resp. overhitting of zelfs brand.
Gebruik de juiste kabels
Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de
voor dit doel meegeleverde of bij Nikon
verkrijgbare kabels, zodat wordt voldaan
aan de productvoorschriften.
Wees voorzichtig met de
bewegende delen
Pas op dat uw vingers of andere
voorwerpen niet bekneld raken tussen
de objectiefbescherming of andere
bewegende delen.
Cd-rom's
Speel de cd-rom's die bij dit apparaat
worden geleverd niet af op een audio-cd-
speler. Als u cd-rom's afspeelt op een audio-
cd-speler, kan dit leiden tot gehoorverlies of
beschadiging van de apparatuur.
Wees voorzichtig met gebruik van
de flitser
Als u een flitser dicht bij de ogen van een te
fotograferen persoon gebruikt, kan dit tijdelijk
oogletsel veroorzaken. Wees extra voorzichtig
bij het fotograferen van kleine kinderen; de
flitser mag niet dichterbij worden gehouden
dan 1 meter van het onderwerp.
Flits niet als het flitsvenster met
een persoon of voorwerp in
aanraking komt
Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dit brand of brandwonden veroorzaken.
Vermijd contact met vloeibare
kristallen
Als de monitor beschadigd raakt, zorg dan
dat u zich niet verwondt aan de glassplinters
en dat uw huid, ogen of mond niet in
aanraking komen met de vloeibare kristallen.
Zorg dat de camera uit staat in een
vliegtuig of ziekenhuis
Zet de camera uit als u zich in een vliegtuig
bevindt en dit gaat opstijgen of landen.
Zorg voordat u aan boord van het vliegtuig gaat
ook ervoor dat de GPS-volginformatiefunctie
uitgeschakeld wordt (COOLPIX S9300). Volg de
instructies van het ziekenhuis bij gebruik binnen
de muren daarvan. De elektromagnetische
straling veroorzaakt door deze camera kan de
elektronische systemen van het vliegtuig resp.
de instrumenten in het ziekenhuis van slag
brengen.
3D-beelden
Geef 3D-beelden die met dit apparaat zijn
opgenomen niet langere periodes continu
weer, ongeacht of deze op een televisie,
monitor of ander display worden
weergegeven. Neem in het geval van
kinderen van wie het gezichtsvermogen nog
steeds in ontwikkeling is, voor gebruik a.u.b.
contact op met een kinderarts of oogarts en
volg hun instructies op.
Het langdurig bekijken van 3D-beelden kan
ogen overmatig belasten en misselijkheid of
ongemak veroorzaken. Stop het gebruik
indien een van deze symptomen optreedt en
neem zo nodig contact op met een arts.
ix
Inleiding
Mededelingen
Mededelingen voor klanten in
Europa
WAARSCHUWINGEN
GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS
BATTERIJ WORDT VERVANGEN
VOOR EEN ONJUIST TYPE.
VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE
INSTRUCTIES.
Dit symbool geeft aan dat dit
product via gescheiden
inzameling moet
worden afgevoerd.
Het volgende is uitsluitend
van toepassing voor gebruikers in
Europese landen:
Dit product dient apart te worden
ingeleverd bij een aangewezen
inzamelingspunt. Werp dit product
niet weg als huishoudelijk afval.
Neem voor meer informatie contact
op met de leverancier of de
gemeentelijke reinigingsdienst.
Dit symbool op de batterij
duidt aan dat de batterij
afzonderlijk moet
ingezameld worden.
Het volgende is alleen van toepassing
op gebruikers in Europese landen:
Alle batterijen, al dan niet voorzien
van dit symbool, moeten
afzonderlijk worden ingezameld op
een geschikt inzamelpunt. Gooi niet
samen met het huishoudelijk afval
weg.
Neem voor meer informatie contact
op met de leverancier of de
gemeentelijke reinigingsdienst.
x
Inleiding
<Belangrijk> Opmerkingen over GPS/elektronisch kompas (alleen COOLPIX S9300)
Gegevens van kaarten/informatie over locaties van deze camera
Lees “GEBRUIKERSLICENTIE-OVEREENKOMST VOOR LOCATIENAAMGEGEVENS
(alleen COOLPIX S9300)” (F7) en ga akkoord met de voorwaarden voordat de GPS-
functie gebruikt kan worden.
De locatieinformatie (Point of Interest: POI) voor Japan geldt vanaf juni 2011; de
locatieinformatie voor landen buiten Japan geldt vanaf september 2011.
De kaarten en informatie over locaties wordt niet bijgewerkt.
Gebruik de kaart- en plaatsnaaminformatie puur als richtlijn.
Opmerkingen over GPS/elektronisch kompas
Gebruik de GPS-functie/het elektronische kompas niet als u in een auto rijdt.
Gebruik informatie (zoals richting) gemeten door de camera alleen als richtlijn.
Deze informatie kan niet worden gebruikt voor navigatiedoeleinden in een vliegtuig
of auto, persoonlijke toepassingen of landmetingen.
Als u de camera gebruikt tijdens bergbeklimmen of een trektocht, moet u altijd een
aparte kaart, navigatiesysteem of meetinstrument gebruiken.
Als het objectief van de camera omhoog wijst, wordt het elektronische kompas niet
weergegeven.
Personen kunnen herkend worden aan de hand van foto's of films die zijn
opgenomen met informatie over de locatie.
Wees daarom altijd voorzichtig als u foto's of films met informatie over de locatie of
GPS-logbestanden naar een derde verzendt of als u ze wilt uploaden naar een
netwerk zoals internet waar iedereen ze kan bekijken.
Lees
“Wegwerpen van opslagmedia” (Av).
Als de optie GPS-geg. opnemen uit het menu GPS-opties op Aan is ingesteld
en een log wordt opgeslagen met Log aanmaken, blijven de GPS-functies
continu werken, ook al wordt de camera uitgezet.
De elektromagnetische golven van de camera kunnen de meetinstrumenten in een
vliegtuig of medische apparatuur beïnvloeden.
Als het gebruik van een camera verboden is tijdens het opstijgen of landen van een
vliegtuig of in een ziekenhuis, moet u de optie GPS-geg. opnemen op Uit zetten en
de camera uitschakelen.
De camera in het buitenland gebruiken
Raadpleeg uw reisbureau of de ambassade van het land waar u naar toegaat om te
controleren of er restricties gelden voor het gebruik van camera's, voordat u de
camera met GPS-functie meeneemt naar het buitenland.
Zo mag u in China bijvoorbeeld geen loggegevens vastleggen met informatie over
locaties, zonder toestemming van de Chinese regering.
Stel de optie GPS-geg. opnemen uit het menu GPS-opties in op Uit.
Het is mogelijk dat GPS niet correct werkt in China en de grensgebieden tussen
China en de omliggende landen (vanaf september 2011).
xi
Inleiding
Inhoudsopgave
Inleiding.................................................................................................................................................. ii
Lees dit eerst........................................................................................................................................... ii
De inhoud van het pakket controleren ................................................................................................... ii
Over deze handleiding...................................................................................................................................... iii
Informatie en voorzorgsmaatregelen..................................................................................................... iv
Voor uw veiligheid............................................................................................................................... vi
WAARSCHUWINGEN.......................................................................................................................................... vi
Mededelingen....................................................................................................................................... ix
<Belangrijk> Opmerkingen over GPS/elektronisch kompas
(alleen COOLPIX S9300)...................................................................................................................... x
Onderdelen van de camera en standaardfuncties.................................................................. 1
Onderdelen van de camera............................................................................................................... 2
Camerabody ............................................................................................................................................................ 2
Bedieningsknoppen voor de opnamestand ....................................................................................... 4
Bedieningsknoppen voor de weergavestand .................................................................................... 5
De monitor ............................................................................................................................................................... 6
Basisfuncties ........................................................................................................................................... 9
Schakelen tussen opnamestand en weergavestand ..................................................................... 9
De draaibare multi-selector gebruiken................................................................................................. 10
Menu's gebruiken (de d knop)............................................................................................................ 11
De camerariem bevestigen.......................................................................................................................... 12
De beginselen van opnames en weergave............................................................................. 13
Voorbereiding 1 De batterij plaatsen .......................................................................................... 14
Voorbereiding 2 De batterij opladen........................................................................................... 16
Voorbereiding 3 Een geheugenkaart plaatsen ........................................................................ 18
Intern geheugen en geheugenkaarten................................................................................................ 19
Goedgekeurde geheugenkaarten ........................................................................................................... 19
Stap 1 De camera aanzetten........................................................................................................... 20
De camera aan- en uitzetten....................................................................................................................... 21
Taal, datum en tijd instellen ......................................................................................................................... 22
Stap 2 Een opnamestand selecteren ........................................................................................... 24
Beschikbare opnamestanden ..................................................................................................................... 25
Stap 3 Het beeld kadreren............................................................................................................... 26
De zoom gebruiken .......................................................................................................................................... 27
Stap 4 Scherpstellen en afdrukken............................................................................................... 28
Stap 5 Foto's weergeven .................................................................................................................. 30
De weergave van foto's wijzigen.............................................................................................................. 31
Stap 6 Ongewenste foto's wissen ................................................................................................. 32
xii
Inhoudsopgave
Inleiding
Opnamefuncties ............................................................................................................................... 35
A (auto) stand..................................................................................................................................... 36
Instellingen A (auto) stand wijzigen .................................................................................................... 36
Beschikbare opties in het opnamemenu (A (auto) stand)..................................................... 36
Onderwerpstand (aangepast op onderwerp fotograferen)................................................ 38
Instellingen onderwerpstand wijzigen................................................................................................. 39
Eigenschappen van elke onderwerpstand......................................................................................... 39
Slim portret-stand (glimlachende gezichten fotograferen) ................................................ 50
Instellingen slim portret-stand wijzigen .............................................................................................. 51
Beschikbare opties in het menu slim portret.................................................................................... 51
Huid verzachten gebruiken.......................................................................................................................... 52
Continu-opnamestand (serieopname) ....................................................................................... 53
Instellingen continu-opnamestand wijzigen.................................................................................... 54
Beschikbare opties in het continu-opnamemenu......................................................................... 55
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname) .......................................... 57
Eigenschappen van Elk Speciale effecten........................................................................................... 57
Instellingen speciale effecten-stand wijzigen................................................................................... 58
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector .......................................... 59
Beschikbare functies......................................................................................................................................... 59
De flitser gebruiken (flitsstanden) ............................................................................................................ 60
Zelfontspanner gebruiken............................................................................................................................ 63
Macro-stand gebruiken .................................................................................................................................. 64
Helderheid (Belichtingscompensatie), Levendigheid en kleurtoon
(creatieve schuifbalk) instellen ................................................................................................................... 65
Helderheid instellen (belichtingscompensatie) .............................................................................. 68
Lijst met standaardinstellingen.................................................................................................................. 69
Het beeldformaat wijzigen (beeldmodus)................................................................................. 71
Beeldmodusinstellingen (beeldformaat en beeldkwaliteit) .................................................... 71
Functies die niet tegelijkertijd gebruikt kunnen worden..................................................... 73
Scherpstellen op het onderwerp .................................................................................................. 74
Gezichtsdetectie gebruiken......................................................................................................................... 75
Scherpstelvergrendeling................................................................................................................................ 76
xiii
Inhoudsopgave
Inleiding
Weergavefuncties............................................................................................................................. 77
Bepaalde soorten foto's selecteren om weer te geven......................................................... 78
Beschikbare weergavestanden.................................................................................................................. 78
Schakelen tussen weergavestanden...................................................................................................... 78
Beschikbare functies in de weergavestand (weergavemenu)............................................ 80
Camera aansluiten op een tv, computer of printer................................................................. 82
ViewNX 2 gebruiken .......................................................................................................................... 83
Installeren van ViewNX 2 ............................................................................................................................... 83
Foto's naar een computer kopiëren........................................................................................................ 85
Foto's bekijken...................................................................................................................................................... 86
Films opnemen en afspelen ......................................................................................................... 87
Films opnemen.................................................................................................................................... 88
Instellingen voor filmopname wijzigen (filmmenu) ..................................................................... 91
Films afspelen....................................................................................................................................... 92
GPS/elektronisch kompas gebruiken (alleen COOLPIX S9300) ....................................... 93
GPS-gegevensopname starten...................................................................................................... 94
Instellingen GPS of elektronisch kompas wijzigen (GPS-optiesmenu) ........................... 97
Basisinstellingen ............................................................................................................................... 99
Het setup-menu ............................................................................................................................... 100
Referentiegedeelte ..................................................................................................................... E1
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave).............................................. E2
Foto's maken met eenvoudig panorama...................................................................................... E2
Eenvoudig panorama weergeven (scrollen) ............................................................................... E4
3D-fotografie gebruiken.............................................................................................................. E5
Foto's gemaakt in continu-opnamestand (reeks) weergeven en wissen.................. E7
Foto's in een reeks weergeven............................................................................................................. E7
Foto's in een reeks wissen....................................................................................................................... E8
Stand favoriete beelden.............................................................................................................. E9
Beelden aan albums toevoegen......................................................................................................... E9
Beelden in albums weergeven ......................................................................................................... E10
Beelden uit albums verwijderen ...................................................................................................... E11
Pictogram favorietenalbum wijzingen......................................................................................... E12
Stand automatisch sorteren.................................................................................................... E13
Stand sorteer op datum............................................................................................................ E15
xiv
Inhoudsopgave
Inleiding
Foto's bewerken .......................................................................................................................... E16
Bewerkingsfuncties.................................................................................................................................. E16
k Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren............................................ E18
I D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren.............................................................. E18
e Huid verzachten: Voor zachte huidtinten ........................................................................... E19
p Filtereffecten: Effecten toepassen m.b.v. digitaal filter.................................................. E20
g Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen ........................................................... E21
a Bijsnijden: Een bijgesneden kopie maken........................................................................... E22
Camera aansluiten op een tv (foto's op een tv bekijken)............................................. E23
Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen)............................................ E25
Camera aansluiten op een printer .................................................................................................. E26
Afzonderlijke foto's afdrukken ........................................................................................................... E27
Meerdere fotos afdrukken.................................................................................................................... E28
Films bewerken............................................................................................................................ E31
Alleen de gewenste delen van de film kopiëren................................................................... E31
Het opnamemenu (voor A (auto) stand, continu-opnamestand)........................... E33
Witbalans (kleurinstelling aanpassen) .......................................................................................... E33
Lichtmeting................................................................................................................................................... E35
Continu-opname ....................................................................................................................................... E36
ISO-waarde .................................................................................................................................................... E36
AF-veldstand................................................................................................................................................. E37
Autofocus-stand......................................................................................................................................... E40
Het menu slim portret............................................................................................................... E41
Beeldmodus (beeldformaat en beeldkwaliteit)...................................................................... E41
Huid verzachten ......................................................................................................................................... E41
Glimlachtimer .............................................................................................................................................. E41
Knipperdetectie.......................................................................................................................................... E42
Het weergavemenu.................................................................................................................... E43
a Afdrukopdracht (Een DPOF-afdrukopdracht maken).................................................. E43
b Diashow................................................................................................................................................... E46
d Beveiligen.............................................................................................................................................. E47
Het fotoselectiescherm.......................................................................................................................... E48
f Beeld draaien ........................................................................................................................................ E49
E Spraakmemo........................................................................................................................................... E50
h Kopiëren (Kopiëren tussen het interne geheugen en de
geheugenkaart).......................................................................................................................................... E51
C R
eeksweergaveopties ..................................................................................................................... E52
x Kies hoofdfoto ...................................................................................................................................... E52
xv
Inhoudsopgave
Inleiding
Het filmmenu................................................................................................................................ E53
Filmopties....................................................................................................................................................... E53
Openen met HS-beelden ..................................................................................................................... E54
Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film)................................................ E55
Autofocus-stand......................................................................................................................................... E57
Windruisreductie........................................................................................................................................ E57
GPS-opties (alleen COOLPIX S9300)..................................................................................... E58
GPS-instellingen ......................................................................................................................................... E58
Points of interest (POI) (Locatieinformatie opslaan en weergeven)........................... E60
Log aanmaken (log met reisinformatie opnemen).............................................................. E61
Log weergeven........................................................................................................................................... E63
Elektronisch kompas................................................................................................................................ E64
Het setup-menu .......................................................................................................................... E66
Welkomstscherm....................................................................................................................................... E66
Tijdzone en datum.................................................................................................................................... E67
Monitorinstellingen.................................................................................................................................. E70
Datumstempel (Datum en tijd afdrukken op foto's) ........................................................... E72
Vibratiereductie........................................................................................................................................... E73
Bewegingsdetectie................................................................................................................................... E74
AF-hulplicht................................................................................................................................................... E75
Digitale zoom............................................................................................................................................... E76
Geluidsinstellingen................................................................................................................................... E77
Automatisch uit .......................................................................................................................................... E77
Geheugen formatteren/Geheugenkaart formatteren........................................................ E78
T
aal/Language............................................................................................................................................. E78
Tv-instellingen ............................................................................................................................................. E79
Opladen via de computer.................................................................................................................... E80
Knipperwaarschuwing........................................................................................................................... E82
Uploaden via Eye-Fi.................................................................................................................................. E83
Filmstrip........................................................................................................................................................... E84
Standaardwaarden.................................................................................................................................... E84
Firmware-versie........................................................................................................................................... E88
Bestands- en mapnamen ......................................................................................................... E89
Optionele accessoires................................................................................................................ E91
Foutmeldingen............................................................................................................................ E92
xvi
Inhoudsopgave
Inleiding
Technische opmerkingen en index......................................................................................... F1
Verzorgen van de producten...................................................................................................... F2
De camera.......................................................................................................................................................... F2
De batterij........................................................................................................................................................... F3
Lichtnetlaadadapter..................................................................................................................................... F4
De geheugenkaarten.................................................................................................................................. F5
Verzorgen van de camera ............................................................................................................ F6
Reinigen............................................................................................................................................................... F6
Opslag................................................................................................................................................................... F6
GEBRUIKERSLICENTIE-OVEREENKOMST VOOR LOCATIENAAMGEGEVENS
(alleen COOLPIX S9300)................................................................................................................ F7
Problemen oplossen.................................................................................................................... F11
Specificaties .................................................................................................................................... F19
Ondersteunde standaards ..................................................................................................................... F22
Index.................................................................................................................................................. F23
1
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
Onderdelen van de camera
en standaardfuncties
In dit hoofdstuk worden de onderdelen van de camera beschreven en de
voornaamste functies van de onderdelen en de standaardcamerafuncties
toegelicht.
Onderdelen van de camera....................................2
Camerabody....................................................................................................2
Bedieningsknoppen voor de opnamestand........................................4
Bedieningsknoppen voor de weergavestand.....................................5
De monitor.......................................................................................................6
Basisfuncties ...........................................................9
Schakelen tussen opnamestand en weergavestand........................9
De draaibare multi-selector gebruiken .............................................. 10
Menu's gebruiken (de d knop) ........................................................ 11
De camerariem bevestigen..................................................................... 12
Als u de camera meteen wilt gebruiken, zie “De beginselen van opnames en
weergave” (A13).
2
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
Onderdelen van de camera
Camerabody
123454 6
7891011121314
1234 4 6
78121314
91011
Objectiefbescherming gesloten
Flitser omhoog gezet
Objectiefbescherming gesloten
Flitser omhoog gezet
COOLPIX S9300
COOLPIX S9200
1 Keuzeknop........................................................24
2 Ontspanknop.............................................4, 28
3
Hoofdschakelaar/camera-aan-
lampje
..................................................................21
4
Microfoon (stereo)................................... 81, 88
5
GPS-antenne
(alleen COOLPIX S9300)
................................
95
6 Flitser....................................................................60
7
Objectiefbescherming
8 Objectief
9
Zelfontspannerlampje............................... 63
AF-hulpverlichting.................................... 101
10
Zoomknop........................................................27
f : Groothoek.......................................27
g : Tele......................................................27
h: Miniatuurweergave ..................31
i : Zoomweergave...........................31
j : Help....................................................38
11 Afdekking aansluiting ........................16, 82
12
Oogje voor camerariem
.............................12
13
USB/audio/video-uit-
aansluiting.................................................16, 82
14 HDMI mini-aansluiting (type C)...........82
3
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
123456789
10
111213141516
1 Monitor..........................................................6, 24
2 d (menu) knop........................................11
3
Draaibare multi-selector
(multi-selector)...............................................10
4 k (selectie toepassen) knop................10
5
Oplaadlampje.................................17, E81
Flitserlampje ....................................................60
6 c (weergave) knop .............................9, 30
7 Luidspreker.....................................81, 92, 101
8 b (e filmopname) knop.........9, 30, 88
9 l (wissen) knop ...................................32, 92
10 Kaartsleuf...........................................................18
11 Batterijvergrendeling..........................14, 15
12 Batterijvak..........................................................14
13 Dekselvergrendeling ..........................14, 18
14 Deksel batterijvak/kaartsleuf .........14, 18
15
Deksel voedingsaansluiting (voor het
aansluiten van een optionele
lichtnetadapter)................................... E91
16 Statiefaansluiting
4
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
Bedieningsknoppen voor de opnamestand
Bedieningsknop Naam Hoofdfunctie A
Keuzeknop De opnamestand wijzigen. 24
Zoomknop
Naar g (i) (telezoomstand) draaien om in
te zoomen en naar f(h)
(groothoekstand) om uit te zoomen.
27
Draaibare
multi-selector
Zie “De draaibare multi-selector
gebruiken” voor meer informatie.
10
d (menu)
knop
Het menu weergeven en verbergen. 11
Ontspanknop
Half ingedrukt (d.w.z. stoppen met
indrukken zodra u weerstand voelt):
Scherpstelling en belichting instellen.
Volledig ingedrukt: Ontspanknop
indrukken.
28
Weergave-
knop
Foto's weergeven.
9,
30
Wissen-knop De laatst opgeslagen foto wissen. 32
b (e
filmopname)
knop
Filmopname starten en stoppen. 88
5
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
Bedieningsknoppen voor de weergavestand
Bedieningsknop Naam Hoofdfunctie A
Weergave-
knop
Als de camera uit staat, moet u deze
knop ingedrukt houden om de camera
in de weergavestand te zetten.
Terug naar de opnamestand.
21
9
Zoomknop
Het beeld vergroten als de knop naar
g
(
i
) gedraaid wordt en miniatuur- of
kalenderweergave als de knop naar
f
(
h
Miniatuurweergave) gedraaid
wordt.
Het volume voor spraakmemo's en het
afspelen van films instellen.
31
81,
92
Draaibare
multi-selector
Zie “De draaibare multi-selector
gebruiken” voor meer informatie.
10
Knop selectie
toepassen
Het histogram en de opname-
informatie weergeven of terug naar de
schermvullende weergave.
Een reeks continu gemaakte foto's
schermvullend weergeven.
Een foto gemaakt met eenvoudig
panorama scrollen.
Films afspelen.
Overschakelen van miniatuurweergave
of ingezoomde weergave naar
schermvullende weergave.
30
30,
E7
47,
E4
92
31
d (menu)
knop
Het menu weergeven en verbergen. 11
Wissen-knop Foto's verwijderen. 32
Ontspanknop
Terug naar de opnamestand.
b (e
filmopname)
knop
6
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
De monitor
De informatie op de monitor tijdens opname en weergave verandert,
afhankelijk van de instellingen en de status van de camera. In de
standaardinstelling wordt de informatie weergegeven als de camera wordt
ingeschakeld en als u de camera bedient, en wordt na twee seconden
uitgeschakeld (als Foto-informatie in Monitorinstellingen (A100) is
ingesteld op Automatische info).
Opnamestand
1/250
1/250
999
999
F3.
F3.5
F3.5
29m 0s
29m 0s
29m 0s
1/250
29m 0s
29m 0s
1140
1 1 40
1140
999
999
999
9999
9999
9999
32
33
36
37
34
39
35
3
21
45
6
20
21
17
18
8
9
10 11
19
14
12 13
16
15
31
22
2829 27 26 25
30 2324
41
42
43
40
38
46
44
45
7
7
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
1
Opnamestand.........................................24, 25
2
Macro-stand.....................................................64
3
Zoomaanduiding..................................27, 64
4
AF-aanduiding................................................28
5
AE/AF-L-aanduiding..............................E5
6
Flitsstand............................................................61
7
Aanduiding batterijniveau......................20
8
Eye-Fi communicatie-
aanduiding.................................... 102, E83
9
Pictogram vibratiereductie..................101
10
GPS-ontvangst
(alleen COOLPIX S9300).....................................96
11
Logweergave
(alleen COOLPIX S9300).....................................98
12
Pictogram bewegingsdetectie..........101
13
Windruisreductie...........................................91
14
Datumstempel ............................................100
15
Aanduiding
datum niet ingesteld”....................23, 100
16
Reisbestemming aanduiding.............100
17
Filmopties
(films op normale snelheid) ...................91
18
Filmopties (HS-films)...................................91
19
Filmduur.....................................................88, 90
20
Beeldstand ........................................................71
21
Eenvoudig panorama ................................47
22
Aantal resterende opnamen
(foto's) ..........................................................20, 72
23
Aanduiding intern geheugen...............20
24
Diafragmawaarde.........................................28
25
Scherpstelveld (voor handmatig,
voor centrum)......................................... 28,
37
26
Scherpstelveld
(voor automatisch)...................................... 37
27
Scherpstelveld (voor gezichtsdetectie,
huisdierdetectie) ...........................37, 48, 75
28
Scherpstelveld (voor onderwerp
volgen)................................................................ 37
29
Centrumgericht meetveld .............E35
30
Sluitertijd ........................................................... 28
31
ISO-waarde................................................26, 37
32
Belichtingscompensatie-
waarde.........................................................67, 68
33
Levendigheid.................................................. 67
34
Kleurtoon.......................................................... 67
35
Huid verzachten ........................................... 51
36
Witbalans
.................................................................. 37
37
Knipperdetectie ............................................ 51
38
Tegenlicht (HDR)
................................................ 41
39
Uit de hand/Statief
................................... 40, 43
40
Continu-opnamestand
......................... 48,
53
41
Zelfontspanner.............................................. 63
42
Glimlachtimer
....................................................... 50
43
Dierenp. autom. ontsp.............................. 48
44
Kompasweergave (richtingsmeter)
(alleen COOLPIX S9300)........................... 98
45
Kompasweergave (kompas)
(alleen COOLPIX S9300)........................... 98
46
Locatieinformatie (POI-informatie)
(alleen COOLPIX S9300)...............................97
8
Onderdelen van de camera
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
Weergavestand
* Een histogram is een grafiek waarin de verdeling van tinten in het beeld wordt aangeduid. De
horizontale as geeft het helderheidsniveau van de pixels aan, van links naar rechts oplopend van
donker naar licht. De verticale as geeft aan hoeveel pixels van elk helderheidsniveau er in het
beeld voorkomen.
Schermvullende weergave (A30) Opname-informatie (A30)
1324
100NIKON
0004.JPG
200
ISO
1/250 F3.5
+1.0
999/999
999/999
0004.JPG
0004.JPG
15/05/2012
12:00
12:00
999/999
15/05/2012
1m 0s
1m 0s
0004/9999
9999/9999
999/999
999/999
9999/9999
999/999
1m 0s
1m 0s
1m 0s
1m 0s
21
5
10
13
11
12
7
8
9
6
34 27
28
26
29
30
31
15 32331617
b
a
14
23
21
18
22
26
19
20
24
25
1
Opnamedatum.............................................. 22
2
Opnametijdstip ............................................. 22
3
Aanduiding spraakmemo....................... 81
4
Eye-Fi upload-
aanduiding....................................102, E83
5
Albumpictogram in stand favoriete
beelden.................................................78, E9
Categoriepictogram in stand
automatisch sorteren ................78, E13
Stand sorteren op datum .......78, E15
6
Aanduiding batterijniveau ..................... 20
7
Pictogram beveiliging............................... 80
8
Aanduiding opgenomen GPS-informatie
(alleen COOLPIX S9300)...................................96
9
Kompasweergave (opnamerichting)
(alleen COOLPIX S9300)........................... 98
10
Pictogram afdrukopdracht..................... 80
11
Beeldstand ....................................................... 71
12
Eenvoudig panorama................................ 47
13
Filmopties..................................................88, 91
14
(a) Nummer huidige foto/
totaal aantal foto's................................ 30
(b) Filmduur..................................................... 92
15
Aanduiding intern geheugen .............. 30
16
Eenvoudig panorama
weergavesjabloon................................. E4
Sjabloon weergave reeks .................. E7
Sjabloon weergave film............................ 92
17
Aanduiding volume............................ 81, 92
18
Locatieinformatie (POI-informatie)
(alleen COOLPIX S9300)...............................96
19
D-Lighting pictogram ...............................80
20
Pictogram snel retoucheren.................. 80
21
Pictogram filtereffecten............................ 80
22
Kleine afbeelding .........................80, E21
23
Pictogram huid verzachten.................... 80
24
Reeksweergave..............................................81
25
Aanduiding 3D-foto ................................... 49
26
Bestandsnaam........................................E89
27
Mapnaam..................................................E89
28
Diafragmawaarde......................................... 28
29
Sluitertijd ........................................................... 28
30
Belichtingscompensatiewaarde ......... 68
31
ISO-waarde....................................................... 26
32
Nummer huidige foto/
totaal aantal foto's....................................... 30
33
Histogram *
9
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
Basisfuncties
Schakelen tussen opnamestand en weergavestand
De camera heeft twee standen: de opnamestand om foto's te maken en de
weergavestand om foto's te bekijken.
Druk op de c (weergave) knop om te wisselen tussen de opnamestand en de
weergavestand.
In de weergavestand kunt u ook overschakelen naar de opnamestand door op
de ontspanknop of de
b (e filmopname) knop te drukken.
Draai de keuzeknop en lijn het pictogram met de markering uit om
verschillende opnamestanden (A24, 25) te kiezen.
29m 0s
29m 0s
29m 0s
1 1 40
1140
Autostand
Opnamestand Weergavestand
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
C Foto's voor weergave selecteren
De weergavestand kan gewijzigd worden op basis van het soort foto's dat u wilt bekijken. Zie
“Bepaalde soorten foto's selecteren om weer te geven” (A78) voor meer informatie.
10
Basisfuncties
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
De draaibare multi-selector gebruiken
Bedien de draaibare multi-selector door deze omhoog (H), omlaag (I), naar links
(J) of naar rechts (K) te drukken of door op de k knop te drukken.
De draaibare multi-selector wordt in deze handleiding ook wel de multi-selector
genoemd.
In de opnamestand
* Door op omhoog of omlaag te drukken kan ook een item geselecteerd worden.
In de weergavestand
1
Vorige of volgende foto's kunnen ook worden geselecteerd door de draaibare multi-selector te
bedienen.
2
In de miniatuurweergave of bij een vergroting wordt deze knop gebruikt om de camera naar de
schermvullende weergave te schakelen.
Als menu's worden weergegeven
* U kunt items erboven of eronder ook selecteren door de draaibare multi-selector te bedienen.
Weergeven m (flitserstand)
(A60) menu
Selectie toepassen
Weergeven D (macro-stand) menu (A64)
Weergeven n
(zelfontspanner)
menu (A63)
Automatisch
Creatieve schuifbalk
weergeven (A65),
Weergeven o
(belichtingscompensatie)
sjabloon (A68)
Draaien om een optie te
selecteren*
Vorige foto
selecteren
1
/
Weergavegebied
verplaatsen als de
foto vergroot wordt
(A31).
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
Histogram en
opname-informatie weergeven
(A30)/Films afspelen (A92)
2
Volgende foto
selecteren
1
/
Weergavegebied
verplaatsen als de foto
vergroot wordt (A31).
Selectie toepassen
ISO-waarde
Beeldmodus
Witbalans
Lichtmeting
AF-veldstand
Autofocus-stand
Opnamemenu
Onderstaand item
selecteren*
Item links selecteren/
Terug naar vorige
scherm
Item rechts
selecteren/Submenu
weergeven (selectie
toepassen)
B
ovenstaan
d
i
tem
selecteren*
11
Basisfuncties
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
Menu's gebruiken (de d knop)
Als de d knop wordt ingedrukt terwijl het opname- of weergavescherm wordt
getoond, wordt het menu voor de desbetreffende stand geopend. Zodra het
menu is geopend, kunnen diverse instellingen gewijzigd worden.
C Als een tab niet wordt weergegeven
Als u op de d knop drukt en het scherm voor het wijzigen
van de beeldstand wordt weergegeven, druk dan op J om
de tabs weer te geven.
29m 0s
29m 0s
29m 0s
1 1 40
1140
ISO-waarde
Beeldmodus
Witbalans
Lichtmeting
AF-veldstand
Autofocus-stand
Opnamemenu
4
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
Filtereecten
Snel retoucheren
D-Lighting
Huid verzachten
Afdrukopdracht
Diashow
Beveiligen
Weergavemenu
Opnamestand Weergavestand
TabsTabs
A tab:
Toont de instellingen die gewijzigd kunnen
worden voor de huidige opnamestand
(A24). Afhankelijk van de huidige
opnamestand worden verschillende
pictogrammen van de tab weergegeven.
D tab:
Toont de instellingen voor filmopname.
z tab (alleen COOLPIX S9300):
Toont het GPS-opties menu (A
97).
z tab:
Toont het setup-menu waar u algemene
instellingen kunt wijzigen.
N tab:
Selecteert de weergavestand (A78).
c tab:
Toont de beschikbare instellingen voor de
huidige weergavestand (A78).
z tab (alleen COOLPIX S9300):
Toont het GPS-opties menu (A97).
z tab:
Toont het setup-menu waar u algemene
instellingen kunt wijzigen.
Opnamemenu Weergavemenu
Beeldmodus
4608×3456
4608×3456
3264×2448
2272×1704
1600×1200
640×480
4608×2592
12
Basisfuncties
Onderdelen van de camera en standaardfuncties
Wisselen tussen de tabs
Menu-items selecteren
C Als het menu twee of meer pagina’s beslaat
De schuifbalk wordt weergeven voor de huidige pagina.
De camerariem bevestigen
Datumstempel
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Vibratiereductie
Bewegingsdetectie
AF-hulplicht
Set-up
ISO-waarde
Beeldmodus
Witbalans
Lichtmeting
AF-veldstand
Autofocus-stand
Opnamemenu
ISO-waarde
Beeldmodus
Witbalans
Lichtmeting
AF-veldstand
Autofocus-stand
Opnamemenu
Druk op J van de
draaibare multi-selector
om de tab te markeren.
Druk op H of I van de
draaibare multi-selector om
een tab te selecteren en druk
vervolgens op de k knop of K.
Het geselecteerde menu
wordt weergegeven.
Autofocus-stand
Enkelvoudige AF
Fulltime-AF
Druk op
H
of
I
van de
draaibare multi-selector om een
item te selecteren en druk
vervolgens op de
K
of
k
knop.
Druk op
H
of
I
om
een item te kiezen en
druk op de
k
knop.
Als u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen, moet u op de
d
(menu) knop drukken om
het menu te verlaten.
ISO-waarde
Beeldmodus
Witbalans
Lichtmeting
AF-veldstand
Autofocus-stand
Opnamemenu
Datumstempel
Welkomstscherm
Tijdzone en datum
Monitorinstellingen
Vibratiereductie
Bewegingsdetectie
AF-hulplicht
Set-up
13
De beginselen van opnames en weergave
De beginselen van opnames
en weergave
Voorbereiding
Voorbereiding 1 De batterij plaatsen...........................................................................14
Voorbereiding 2 De batterij opladen ...........................................................................16
Voorbereiding 3 Een geheugenkaart plaatsen.........................................................18
Opname
Stap 1 De camera aanzetten............................................................................................20
Taal, datum en tijd instellen (alleen bij eerste gebruik).....................................22
Stap 2 Een opnamestand selecteren ............................................................................24
Stap 3 Het beeld kadreren................................................................................................26
Stap 4 Scherpstellen en afdrukken................................................................................28
Weergave
Stap 5 Foto's weergeven...................................................................................................30
Stap 6 Ongewenste foto's wissen..................................................................................32
14
De beginselen van opnames en weergave
De beginselen van opnames en weergave
Voorbereiding 1 De batterij plaatsen
1 Open het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf.
2 Plaats de meegeleverde
EN-EL12 batterij (oplaadbare
Li-ion batterij).
Duw met de batterij de oranje
batterijvergrendeling in de door
de pijl aangegeven richting (1)
en duw de batterij (2) volledig in
de camera.
Als de batterij correct is geplaatst,
dan wordt de batterij door de
batterijvergrendeling op zijn
plaats gehouden.
B De batterij correct plaatsen
Als u probeert de batterij ondersteboven of achterstevoren te plaatsen, kan dit
schade aan de camera veroorzaken. Controleer of de batterij correct is geplaatst.
3 Sluit het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf.
Laad de batterij op voordat deze voor het eerst wordt
gebruikt of wanneer de batterij leegraakt (A16).
Batterijvergrendeling
15
Voorbereiding 1 De batterij plaatsen
De beginselen van opnames en weergave
De batterij verwijderen
Schakel de camera uit (A21) en controleer of het
camera-aan-lampje en de monitor uit zijn voordat u het
deksel van het batterijvak/de kaartsleuf opent.
U verwijdert de batterij door het deksel van het
batterijvak/de kaartsleuf te openen en de oranje
batterijvergrendeling in de aangegeven richting te
drukken (1). Verwijder de batterij vervolgens
recht (2).
B Waarschuwing voor hoge temperaturen
De camera, batterij of geheugenkaart kunnen heet zijn direct na gebruik van de camera. Ga
voorzichtig te werk bij het verwijderen van de batterij of geheugenkaart.
B Opmerkingen over batterij
Lees, voordat u de batterij gaat gebruiken, de waarschuwingen over “Voor uw veiligheid” (Avi)
grondig en neem deze in acht.
Lees, voordat u de batterij gaat gebruiken, de waarschuwingen over “De batterij” (F3) en neem
deze in acht.
16
De beginselen van opnames en weergave
Voorbereiding 2 De batterij opladen
1 Bereid de meegeleverde lichtnetlaadadapter
EH-69P voor.
Als een lader met losse plugadapter* is bijgeleverd bij uw
camera, verbind de plugadapter dan met de
lichtnetlaadadapter. Duw de plugadapter stevig aan totdat
deze goed vast zit. Zodra beiden met elkaar zijn verbonden,
probeer dan niet om de plugadapter met kracht te
verwijderen, om beschadiging te voorkomen.
* De vorm van de plugadapter varieert afhankelijk van het
land of regio waar de camera is gekocht.
De lichtnetlaadadapter wordt met aangegoten
plugadapter geleverd in Argentinië en Korea.
2
Zorg dat de batterij in de camera is geplaatst en sluit de camera
vervolgens aan op de lichtnetlaadadapter in de volgorde van
1
naar
3
.
Schakel de camera niet in.
Zorg bij het aansluiten van de kabel dat de stekker op de juiste manier in de aansluiting
wordt gestoken. Gebruik geen kracht bij het aansluiten van de kabel op de camera. Zorg er
bij het loskoppelen van de stekker voor dat u deze recht uit de aansluiting trekt.
Wanneer het opladen begint, knippert het oplaadlampje langzaam (groen).
Het opladen van een volledig lege batterij duurt ongeveer 3 uur en 50 minuten.
Als de batterij volledig opgeladen is, gaat het oplaadlampje uit.
Zie “Uitleg van het oplaadlampje” (A17) voor meer informatie.
3 Ontkoppel de lichtnetlaadadapter van het stopcontact en koppel
vervolgens de USB-kabel los.
Als de camera met een lichtnetlaadadapter op een stopcontact is aangesloten, kan de
camera niet worden ingeschakeld.
Oplaadlampje
Stopcontact
USB-kabel UC-E6 (meegeleverd)
17
Voorbereiding 2 De batterij opladen
De beginselen van opnames en weergave
Uitleg van het oplaadlampje
B Opmerkingen over lichtnetlaadadapter
Lees, voordat u de lichtnetlaadadapter gaat gebruiken, de waarschuwingen over “Voor uw
veiligheid” (Avi) grondig en neem deze in acht.
Lees voor gebruik de waarschuwingen over “Lichtnetlaadadapter” (F4) grondig door en neem
deze in acht.
B Opladen met computer of batterijlader
U kunt de COOLPIX S9300/S9200 oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12 ook opladen door de camera
aan te sluiten op een computer (A82, A102).
De EN-EL12 kan opgeladen worden zonder de camera te gebruiken door middel van de
batterijlader MH-65 (apart verkrijgbaar; E91).
C Lichtnetvoedingsbron
U kunt foto's maken en foto's weergeven terwijl u de lichtnetadapter EH-62F (apart verkrijgbaar;
E91) gebruikt voor de voeding van de camera via een stopcontact.
Gebruik nooit een ander merk of model lichtnetadapter dan de EH-62F. Als u deze waarschuwing
negeert, kan dit leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
Status Beschrijving
Knippert langzaam
(groen)
De batterij wordt opgeladen.
Uit
De batterij wordt niet opgeladen. Als het opladen voltooid is, stopt
het groene oplaadlampje met knipperen en wordt uitgeschakeld.
Knippert snel (groen)
De omgevingstemperatuur is niet geschikt voor opladen. Laad
de batterij binnen op bij een omgevingstemperatuur tussen
5 en 35 °C.
De USB-kabel of lichtnetlaadadapter is niet correct aangesloten
of er is een storing met betrekking tot de batterij. Maak de USB-
kabel los of ontkoppel de lichtnetlaadadapter en sluit deze
vervolgens weer correct aan, of vervang de batterij.
18
De beginselen van opnames en weergave
Voorbereiding 3 Een geheugenkaart plaatsen
1 Controleer of het camera-aan-lampje en de
monitor uit zijn en open het deksel van het
batterijvak/de kaartsleuf.
Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld voordat het
deksel wordt geopend.
2 Plaats de geheugenkaart.
Duw de geheugenkaart in de sleuf tot
deze op zijn plaats klikt.
B De geheugenkaart correct
plaatsen
Als u de geheugenkaart ondersteboven
of achterstevoren plaatst, kan dit de
camera of de kaart beschadigen.
Controleer of de geheugenkaart correct is
geplaatst.
3 Sluit het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf.
B Een geheugenkaart formatteren
Wanneer u een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het eerst in deze camera
plaatst, moet u deze kaart voor gebruik in combinatie met deze camera formatteren.
Alle gegevens die opgeslagen zijn op de geheugenkaart, worden permanent gewist als
de kaart geformatteerd wordt. Maak daarom kopieën van de gegevens die u wilt bewaren,
voordat u de geheugenkaart gaat formatteren.
Plaats de geheugenkaart in de camera, druk op de d knop en kies Geheugenkaart form. uit
het setup-menu (A100) om de kaart te formatteren.
B Opmerking over geheugenkaarten
Zie de documentatie bij de geheugenkaart en “De geheugenkaarten” (F5) in “Verzorgen van de
producten”.
Kaartsleuf
19
Voorbereiding 3 Een geheugenkaart plaatsen
De beginselen van opnames en weergave
Een geheugenkaart verwijderen
Voordat u het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf opent,
zet u de camera uit en controleert u of het camera-aan-
lampje en de monitor uit zijn.
Duw de geheugenkaart voorzichtig met uw vinger (
1
)naar
binnen om deze gedeeltelijk naar buiten te laten komen en
trek de kaart vervolgens recht uit de camera (
2
).
B Waarschuwing voor hoge temperaturen
De camera, batterij of geheugenkaart kunnen heet zijn direct na gebruik van de camera. Ga
voorzichtig te werk bij het verwijderen van de batterij of geheugenkaart.
Intern geheugen en geheugenkaarten
De gegevens op de camera, inclusief foto's en films, kunnen opgeslagen worden in
het interne geheugen van de camera (COOLPIX S9300: ca. 26 MB; COOLPIX S9200:
ca. 25 MB) of op een geheugenkaart. Verwijder de geheugenkaart om het intern
geheugen te gebruiken voor opname en weergave.
Goedgekeurde geheugenkaarten
De volgende Secure Digital (SD) geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd
voor gebruik in deze camera.
Wanneer een film wordt opgenomen op een geheugenkaart, wordt een
geheugenkaart aanbevolen met een SD snelheidsklasse van “Class 6” of hoger.
Wanneer de overdrachtsnelheid van de kaart te langzaam is, kan de
filmopname plotseling worden onderbroken.
1
Voordat u een kaartlezer of vergelijkbaar apparaat gebruikt, controleer of dat geschikt is
voor 2 GB kaarten.
2
SDHC-compatibel. Voordat u een kaartlezer of vergelijkbaar apparaat
gebruikt, controleer of dat geschikt is voor SDHC.
3
SDXC-compatibel. Voordat u een kaartlezer of vergelijkbaar apparaat
gebruikt, controleer of dat geschikt is voor SDXC.
Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over
bovenvermelde kaarten.
SD geheugenkaarten
SDHC
geheugenkaarten
2
SDXC
geheugenkaarten
3
SanDisk 2 GB
1
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
TOSHIBA 2 GB
1
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Panasonic 2 GB
1
4 GB, 8 GB, 12 GB,
16 GB, 32 GB
48 GB, 64 GB
Lexar - 4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB, 128 GB
20
De beginselen van opnames en weergave
Stap 1 De camera aanzetten
1 Druk op de hoofdschakelaar om de camera aan
te zetten.
Als u de camera voor het eerst aanzet, zie “Taal,
datum en tijd instellen” (A22).
Het objectief schuift uit en de monitor wordt
ingeschakeld.
2 Controleer het batterijniveau en het aantal resterende opnamen.
Batterijniveau
Aantal resterende opnamen
Het aantal resterende opnamen wordt weergegeven.
Als geen geheugenkaart is geplaatst, wordt C weergegeven en worden foto’s in het
interne geheugen opgeslagen (COOLPIX S9300: ca. 26 MB; COOLPIX S9200: ca. 25 MB).
Het aantal foto’s dat kan worden opgeslagen is afhankelijk van de capaciteit van het
interne geheugen of de geheugenkaart en de instelling van de beeldstand (A72).
Het aantal resterende opnamen dat op de afbeelding te zien, verschilt van het
werkelijke aantal.
Weergave Beschrijving
b Batterijniveau hoog.
B
Batterijniveau laag. U moet de batterij binnenkort opladen of
vervangen.
N
Batterij is leeg.
Kan geen foto's maken. Laad de batterij op of vervang deze.
Aanduiding batterijniveau
Aantal resterende
opnamen
29m 0s
29m 0s
29m 0s
1 1 40
1140
21
Stap 1 De camera aanzetten
De beginselen van opnames en weergave
De camera aan- en uitzetten
Als de camera wordt aangezet, brandt het camera-aan-lampje (groen) en wordt
de monitor aangezet (het camera-aan-lampje gaat uit als de monitor wordt
aangezet).
U zet de camera uit door op de hoofdschakelaar te drukken. Zowel de monitor
als het camera-aan-lampje worden uitgeschakeld.
Houd de
c (weergave) knop ingedrukt om de camera in de weergavestand te
zetten. Het objectief schuift hierbij niet uit.
C Energiespaarstand (Automatisch uit)
Als de camera een tijdje niet wordt bediend, gaat de monitor uit, gaat de camera naar de stand-
bystand en gaat het camera-aan-lampje knipperen. Als de camera hierna nog 3 minuten lang niet
bediend wordt, schakelt de camera zichzelf uit.
Ga als volgt te werk om de monitor weer in de stand-bystand te zetten.
Druk op de hoofdschakelaar, ontspanknop, de
c
knop of
b
(
e
filmopname) knop.
Verdraai de keuzeknop.
De tijdsduur waarna de camera zichzelf in de stand-bystand zet, kan worden gewijzigd via de
instelling Automatisch uit in het setup-menu (A101).
De camera wordt standaard in de stand-bystand gezet na ongeveer één minuut als u de opname-
of weergavestand gebruikt.
Als u de optionele lichtnetadapter EH-62F gebruikt, wordt de camera na 30 minuten in de stand-
bystand gezet. Deze instelling kan niet gewijzigd worden.
4
4
4
4
0004.JPG
000 4.JP G
0004.JPG
15:30
15: 30
15:30
2012/05/15
201 2/05 /15
2012/05/15
1140
114 0
1140
29m 0s
29m 0s
29m 0s
K
n
i
ppert
Niet bediend. Niet bediend.
3 min
De camera wordt in de
stand-bystand gezet.
Camera wordt
uitgeschakeld.
22
Stap 1 De camera aanzetten
De beginselen van opnames en weergave
Taal, datum en tijd instellen
De eerste keer dat u de camera aanzet, wordt een dialoogvenster voor taalselectie
en voor instelling van de cameraklok weergegeven.
1 Druk op H of I op de multi-
selector om de gewenste taal te
kiezen en druk vervolgens op de
k knop.
2 Druk op H of I om Ja te kiezen en druk op de
k knop.
3 Druk op J of K om uw eigen
tijdzone te kiezen (Tijdzone) en
druk vervolgens op de k knop.
Zie “Zomertijd” (A23) voor meer
informatie.
4 Druk op H of I om de volgorde van de
datumweergave te selecteren en druk op de
k knop of K.
5 Druk op H, I, J of K om de datum en tijd in
te stellen en druk vervolgens op de k knop.
Kies een item: Druk op K of J (te selecteren in de
volgende volgorde: D (dag) M (maand) J (jaar)
uur minuut).
Stel de inhoud in: Druk op H of I. De datum en tijd
kunnen ook worden ingesteld met de multi-selector.
Instellingen bevestigen: Selecteer het veld minuut en druk op de k knop of K.
Taal/Language
Italiano
Magyar
Français
Indonesia
Nederlands
Norsk
Annuleren
Multi-selector
Tijdzone en datum
Annuleren
Tijdzone kiezen en datum en
tijd instellen?
Nee
Ja
London
Casablanca
Terug
Datumnotatie
Jaar/maand/dag
Maand/dag/jaar
Dag/maand/jaar
15
05 2012
15 10
Bewerk.
Datum en tijd
D
M
J
23
Stap 1 De camera aanzetten
De beginselen van opnames en weergave
6 Druk op H of I om Ja te kiezen en druk op
de k knop.
Zodra u klaar bent met instellen, schuift het objectief
iets uit en het opnamescherm wordt weergegeven.
Zomertijd
Als het zomertijd is, moet u op de multi-selector H
drukken om de zomertijdfunctie in te schakelen terwijl
de regio bij stap 3 ingesteld wordt.
W
verschijnt aan de bovenzijde van de monitor.
Druk op I om de zomertijdfunctie uit te schakelen.
C De taalinstelling en de datum- en tijdinstelling wijzigen
U kunt deze instellingen wijzigen met de instellingen van Taal/Language en Tijdzone en
datum in het z setup-menu (A100).
In de Tijdzone instelling van Tijdzone en datum in het z setup-menu, als de zomertijd-optie is
geactiveerd, wordt de klok 1 uur vooruitgezet, en als deze gedeactiveerd is, één uur teruggezet.
Wanneer de x reisbestemming ingesteld is, berekent de camera automatisch het tijdsverschil
tussen de reisbestemming en de w eigen tijdzone en slaat de beelden op aan de hand van de
datum en tijd van de reisbestemming.
Als u het scherm verlaat zonder de datum en tijd op te slaan, knippert O als het opnamescherm
wordt getoond. Gebruik de instelling Tijdzone en datum in het setup-menu (A100) om de
datum en tijd in te stellen.
C De klokbatterij
De klok van de camera wordt gevoed door een aparte back-up batterij.
De back-up batterij is opgeladen na ongeveer tien uur laden als de hoofdbatterij in de camera is
geplaatst of als de camera op een optionele lichtnetadapter is aangesloten en kan gedurende
enkele dagen de ingestelde datum en tijd opslaan.
Als de back-up batterij van de accu leegraakt, wordt het instelscherm voor de datum en tijd
weergegeven als de camera wordt ingeschakeld. Stel de datum en tijd opnieuw in. Zie stap 2 in of
“Taal, datum en tijd instellen” (A22) voor meer informatie.
C De opnamedatum afdrukken op foto's
Stel de datum en tijd in voor de opname.
U kunt de opnamedatum afdrukken op foto's door Datumstempel in het setup-menu (A100) in
te stellen.
Als u de opnamedatum wilt afdrukken zonder de instelling Datumstempel te gebruiken, kunt u
de foto's afdrukken met behulp van de meegeleverde ViewNX 2 software (A83).
15:10
15/05/2012
Datum en tijd
Nee
Ja
OK?
London
Casablanca
Terug
24
De beginselen van opnames en weergave
Stap 2 Een opnamestand selecteren
Draai de keuzeknop om de opnamestand te kiezen.
Hierna wordt beschreven hoe u bijvoorbeeld foto's kunt maken in de A (auto)
stand. Draai de keuzeknop naar A.
De camera schakelt naar de stand A (automatisch) en het pictogram van de
opnamestand wijzigt naar A.
Zie “De monitor” (A6) voor meer informatie.
Autostand
29m 0s
29m 0s
1140
Pictogram van de
opnamestand
25
Stap 2 Een opnamestand selecteren
De beginselen van opnames en weergave
Beschikbare opnamestanden
C Beschikbare functies in opnamestand
De functies van de multi-selector H (m), I (p), J (n) of K (o) kunnen worden ingesteld.
Zie “Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector” (A59) voor meer informatie.
Druk op d om het menu voor de geselecteerde opnamestand weer te geven. Zie
“Opnamefuncties” (A35) voor meer informatie over de beschikbare instellingen in het menu
voor de huidige opnamestand.
A (auto) stand (A36)
Fotograferen met standaard-
functies van de camera.
Instellingen kunnen in het
opnamemenu (A36)
aangepast worden aan de
opnamecondities en het
type opname dat u wilt
maken.
C Continu-
opnamestand (A53)
Maak een continu-
opnamereeks of gebruik
BSS (Best Shot Selector).
Onderwerpstand (A38)
Als een van de onderwerpstanden is geselecteerd, worden foto's gemaakt met
instellingen die optimaal zijn voor het geselecteerde onderwerp.
x (Autom. scènekeuzekn.): Zodra u een foto kadreert, kiest de camera automatisch het
meest optimale onderwerp en kunt u op eenvoudige wijze fotograferen.
y (onderwerp): Gebruik het menu om het gewenste onderwerp uit 17
verschillende onderwerptypen te kiezen. De instellingen van de camera worden
automatisch geoptimaliseerd voor het geselecteerde onderwerp.
- Om een onderwerp te selecteren, draait u de keuzeknop eerst naar y en drukt
u op de d knop.
Druk op de multi-selector H of I om het gewenste onderwerp te selecteren en
druk vervolgens op de k knop.
j (Nachtlandschap): Legt de sfeer van nachtlandschappen vast.
W (Tegenlicht): De flitser ontsteekt zodra tegenlicht wordt gedetecteerd, om te
voorkomen dat het onderwerp in de schaduw blijft of maakt gebruik van de HDR-
functie voor het fotograferen van onderwerpen met hoog contrast.
u Speciale effecten stand (A57)
U kunt speciale effecten voor opnamen
toevoegen. Er zijn zes verschillende effecten
beschikbaar.
F Slim portret stand
(A50)
De camera herkent de
camera glimlachende
gezichten en laat
automatisch de sluiter
ontspannen.
26
De beginselen van opnames en weergave
Stap 3 Het beeld kadreren
1 Houd de camera gereed.
Zorg dat vingers, haar en andere zaken niet voor
objectief, flitser, AF-hulpverlichting en microfoon
komen.
Als de flitser wordt gebruikt bij het maken van foto's in
portretrichting (“staand”), draait u de camera zodanig
dat de flitser zich boven het objectief bevindt.
2 Kadreer het beeld.
Als de camera een gezicht van een persoon herkent, wordt
een gele dubbele rand (scherpstelveld) weergegeven om het
gezicht (standaardinstelling).
Als de camera meer dan 1 gezicht herkent, wordt op het
gezicht dat zich het dichtst bij de camera gekadreerd met een
dubbele rand, terwijl de overige een enkele rand krijgen.
Wanneer geen foto's van mensen worden gemaakt of geen gezichten worden herkend, wordt
het scherpstelveld niet weergegeven. Plaats het hoofdonderwerp ongeveer in het midden van
het kader.
C ISO-waarde
Het is mogelijk dat E (ISO-waarde, A6) wordt weergegeven in de opnamestand. Als E wordt
weergegeven, wordt de ISO-waarde automatisch verhoogd.
C Een statief gebruiken
In de volgende situaties wordt aangeraden om een statief te gebruiken om trillingen van de
camera tegen te gaan.
- Bij fotograferen op een donkere plaats of met de flitsstand (A61) ingesteld op W (uit)
- Bij fotograferen in de telezoomstand
Als u een foto wilt maken met de camera op een statief, moet u Vibratiereductie in het setup-
menu (A100) instellen op Uit.
Flitser (A60)
29m 0s
29m 0s
29m 0s
1 1 40
1140
27
Stap 3 Het beeld kadreren
De beginselen van opnames en weergave
De zoom gebruiken
Verdraai de zoomknop om de optische zoom te activeren.
Draai de knop naar g (telezoomstand) om in te
zoomen en het onderwerp een groter deel van het
beeld vult.
Draai de knop naar f (groothoekstand) om uit te
zoomen, waardoor het zichtbare gebied rondom het
onderwerp groter wordt.
Als de camera wordt aangezet, staat de zoom in de
maximale groothoekstand.
Door de zoomknop snel volledig naar links of rechts te
draaien, zal de zoom snel worden ingesteld; draait u de
knop slechts deels, dan wordt de zoom langzaam
ingesteld (behalve tijdens opname van film).
Een zoomaanduiding verschijnt aan de bovenzijde op
de monitor zodra de zoomknop wordt verdraaid.
Digitale zoom
Als de camera is ingezoomd tot de maximale optische zoom, kunt u de digitale zoom
activeren door de zoomknop in de richting van
g
(telezoomstand) te draaien.
Bij gebruik van digitale zoom kan het onderwerp tot 4× extra worden vergroot
bovenop de optische zoom.
Wanneer digitale zoom van kracht is, wordt scherpgesteld op het midden van
het beeld en wordt het scherpstelveld niet weergegeven.
C Digitale zoom en interpolatie
In tegenstelling tot optische zoom, wordt bij digitale zoom gebruik gemaakt van een techniek die
interpolatie wordt genoemd om beeld te vergroten; deze techniek resulteert in een geringe afname van
de beeldkwaliteit afhankelijk van de beeldstand (
A
71) naarmate verder digitaal wordt ingezoomd.
V
geeft de zoomstand aan waar interpolatie wordt gebruikt bij het maken van foto's. Als de zoomfactor
verder wordt verhoogd dan de
V
stand, wordt interpolatie geactiveerd en wordt de zoomindicatie geel.
V
gaat naar rechts naarmate het beeldformaat kleiner wordt en biedt de gebruiker de mogelijkheid de zoomstand te
kiezen om te fotograferen zonder verlies van beeldkwaliteit bij de actuele instelling van de beeldstand.
Digitale zoom kan uitgeschakeld worden via de
Digitale zoom
optie in het setup-menu (
A
100).
Optische
zoom
Digitale
zoom
Uitzoomen
Inzoomen
Maximale optische zoom Digitale zoom geactiveerd
Als het beeldformaat te klein is
28
De beginselen van opnames en weergave
Stap 4 Scherpstellen en afdrukken
1 Druk de ontspanknop half in, d.w.z. druk de knop iets in totdat u
weerstand voelt.
Zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt, worden
de scherpstelling en de belichting (sluitertijd en
diafragmawaarde) ingesteld. De scherpstel- en
belichtingsinstellingen blijven geblokkeerd zolang u de
ontspanknop half ingedrukt houdt.
Als er een gezicht wordt herkend:
De camera stelt scherp op het gezicht waar een
dubbele rand (scherpstelveld) omheen wordt
weergegeven (zie “Gezichtsdetectie gebruiken” (A75)
voor meer informatie). Wanneer de camera op het
gezicht heeft scherpgesteld, wordt de dubbele rand
groen.
Als er geen gezicht wordt herkend:
Selecteert de scherpstelvelden (maximaal negen
velden) met het onderwerp dat zich het dichtst bij de
camera bevindt. Als het onderwerp is scherpgesteld,
wordt het scherpstelveld (actieve scherpstelveld)
groen (maximaal negen velden).
Als digitale zoom wordt toegepast, stelt de camera
scherp op het onderwerp in het midden van het
scherm; het scherpstelveld wordt niet weergegeven. Zodra er op het onderwerp is
scherpgesteld, licht de scherpstelaanduiding (
A6) groen op.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt en het scherpstelveld of de
scherpstelaanduiding rood knippert, kan er niet op het onderwerp worden
scherpgesteld. Wijzig de compositie en druk de ontspanknop opnieuw half in.
Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt als het onderwerp onderbelicht is, kan
de AF-hulpverlichting (A101) oplichten.
2 Druk de ontspanknop helemaal in om de foto
te maken.
De sluiter wordt ontspannen en de foto wordt gemaakt.
Als u de ontspanknop te hard indrukt, kan de camera
trillen, waardoor de foto's onscherp worden. Druk de
knop rustig in.
Sluitertijd
Diafragma-
waarde
1/250
1/250
1/250 F3.5
F3.5
F3.5
F 3.5
F 3.5
1 / 25 0
1/250
29
Stap 4 Scherpstellen en afdrukken
De beginselen van opnames en weergave
B Opmerking over foto's maken en films opnemen
De aanduiding voor het aantal resterende foto's of de aanduiding voor de maximale filmduur terwijl
er foto's worden gemaakt of een film wordt opgenomen. Open het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf niet en verwijder de batterij of geheugenkaart niet terwijl er een aanduiding
knippert. Gebeurt dit wel, dan kunnen gegevens verloren gaan, of de camera of geheugenkaart
beschadigd raken.
B Autofocus
Autofocus levert in de volgende situaties mogelijk niet het gewenste resultaat op. Het kan soms
voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp ondanks het feit dat het actieve
scherpstelveld of scherpstelaanduiding groen oplicht:
Het onderwerp is zeer donker.
Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in beeld (bijvoorbeeld wanneer de zon
achter het onderwerp staat en het onderwerp zelf daardoor erg donker wordt).
Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld wanneer de persoon op
de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat).
Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera (bijvoorbeeld het
onderwerp bevindt zich in een kooi).
Onderwerpen met herhalende patronen (zoals zonneschermen, gebouwen met meerdere rijen
ramen van gelijke afmetingen, etc.).
Het onderwerp beweegt snel.
Druk in deze situaties de ontspanknop enkele malen half in om opnieuw scherp te stellen of stel
scherp op een ander onderwerp op dezelfde afstand en gebruik de scherpstelvergrendeling (A76).
B Wanneer het onderwerp zich dicht bij de camera bevindt
Indien de camera niet kan scherpstellen, probeer dan te fotograferen in de macro-stand of Close-up
onderwerpstand (A45).
C Zorgen dat u geen foto mist
Als u denkt dat u een foto niet snel genoeg kunt maken, kunt u de ontspanknop volledig indrukken,
zonder deze eerst half in te drukken.
C Flitser
Als het onderwerp onderbelicht is, wordt de flitser automatisch
geactiveerd wanneer u de ontspanknop half indrukt en de
flitsstand is ingesteld op U (auto; standaardinstelling). De flitser
treedt in werking als u de ontspanknop volledig indrukt. Zie “De
flitser gebruiken (flitsstanden)” (A60) voor meer informatie.
Druk de flitser rustig omlaag. Wanneer u geen foto's maakt, drukt
u de flitser omlaag.
C Meer informatie
Zie “Scherpstellen op het onderwerp” (A74) voor meer informatie.
30
De beginselen van opnames en weergave
Stap 5 Foto's weergeven
1 Druk op de c (weergave) knop.
Als u vanuit de opnamestand
overschakelt naar de weergavestand,
wordt de laatst opgeslagen foto
weergegeven in de schermvullende
weergave.
2 Gebruik de multi-selector om de vorige of de volgende foto te
bekijken.
Vorige foto bekijken: H of J
Volgende foto bekijken: I of K
Foto's kunnen ook geselecteerd worden door de multi-selector te draaien.
Verwijder de geheugenkaart om de foto's weer te
geven die in het interne geheugen zijn opgeslagen.
C wordt tussen haakjes weergegeven voor “Nummer
huidige foto/totaal aantal foto's” op het
weergavescherm.
Druk nogmaals op de c knop, druk op de
ontspanknop of druk op de b(efilmopname) knop
om te terug te keren naar de opnamestand.
C Opname-informatie weergeven
Druk op de k knop in de schermvullende weergave om het
histogram en de opname-informatie weer te geven (A8). Druk
nogmaals op de k knop om terug te keren naar schermvullende
weergave.
C Foto's weergeven
Foto's die zijn gemaakt met gezichtsdetectie (
A
75) of huisdierdetectie (
A
48), worden tijdens
schermvullende weergave automatisch gedraaid afhankelijk van de richting waarin het gezicht kijkt.
De richting van een foto kan worden gewijzigd met
Beeld draaien
in het weergavemenu (
A
80).
Als foto's die zijn gemaakt met continu-opname worden weergegeven, dan wordt elke reeks foto's als een
groep beschouwd en wordt alleen de “hoofdfoto” van de groep weergegeven zie “Reeksweergaveopties”
(
A
81) voor meer informatie). Als de hoofdfoto in van een reeks in de schermvullende weergave wordt
getoond, druk dan op de
k
knop om elke foto in de reeks afzonderlijk weer te geven. Druk op de multi-
selector
H
om terug te keren naar de weergave van alleen de hoofdfoto.
Foto’s kunnen kort met een lage resolutie worden weergegeven direct nadat is gewisseld naar de vorige
resp. volgende foto.
Multi-selector
c
(weergave)
knop
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
Nummer huidige foto/
totaal aantal foto's
1324
100NIKON
0004.JPG
200
ISO
1/250 F3.5
+1.0
31
Stap 5 Foto's weergeven
De beginselen van opnames en weergave
De weergave van foto's wijzigen
Als de weergavestand wordt gebruikt, kunt u de weergave van foto's
wijzigen door de zoomknop naar
f
(
h
)/
g
(
i
) te draaien.
Zoomweergave
Draai de zoomknop naar
f
(
h
)/
g
(
i
) om de zoomfactor in te stellen. De zoom neem to
ca. 10× toe.
Druk op de multi-selector
H
,
I
,
J
of
K
om een ander gedeelte van de foto te bekijken.
Foto's die zijn gemaakt met gezichtsdetectie (
A
75) of huisdierdetectie (
A
48) worden
vergroot in het midden van het gezicht dat herkend is tijdens het maken van de opname. Als
de camera meerdere gezichten heeft herkend tijdens de opname, moet u
H
,
I
,
J
en
K
gebruiken om een ander gezicht weer te geven. Wijzig de zoomfactor en druk op
H
,
I
,
J
of
K
om in te zoomen op een gedeelte van de foto zonder gezichten.
U kunt de foto bijsnijden en het weergegeven gedeelte van de foto opslaan als een apart
bestand door op de
d
knop (
E
22) te drukken.
Druk op de
k
knop om terug te keren naar schermvullende weergave.
Miniatuurweergave, kalenderweergave
U kunt meerdere foto's op een scherm bekijken, waardoor u de gewenste foto eenvoudig
kunt vinden.
U kunt de weergave van foto's wijzigen door de zoomknop naar
f
(
h
)/
g
(
i
) te draaien.
Draai de multi-selector of druk op
H
,
I
,
J
of
K
om een foto te selecteren en druk
vervolgens op de
k
knop om deze foto in de schermvullende weergave te bekijken.
Als 72 foto's worden weergegeven, moet de zoomknop naar
f
(
h
) gedraaid worden om
over te schakelen naar de kalenderweergave.
Draai de multi-selector of druk op
H
,
I
,
J
of
K
om een datum te selecteren in de
kalenderweergave en druk vervolgens op de
k
knop om de eerste foto te bekijken die op
deze datum is gemaakt.
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
g
(i)
f
(h)
De foto wordt
ingezoomd.
Foto wordt weergegeven in de
schermvullende weergave.
Positie-aanduiding
weergeven
1
1 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
1 132/
3
2012 05
8910 11 1276
13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26
27 28 29
21 345
30 31
Miniatuurweergave van foto
(4, 9, 16 en 72 foto's per scherm)
Schermvullende
weergave
Kalenderweergave
g
(i)
f
(h)
g
(i)
f
(h)
32
De beginselen van opnames en weergave
Stap 6 Ongewenste foto's wissen
1 Druk op de l knop om de foto te
wissen die op de monitor wordt
weergegeven.
2 Druk op H of I op de multi-selector om de
gewenste wismethode te kiezen en druk
vervolgens op de k knop.
Huidig beeld: Alleen de huidige foto wordt gewist. Als
de hoofdfoto van een reeks geselecteerd is, worden
alle foto's in de reeks gewist.
Wis gesel. beeld(en): Er kunnen meerdere foto's
geselecteerd en gewist worden. Zie “Het scherm Geselecteerde beelden wissen
bedienen” (A33) voor meer informatie.
Alle beelden: Alle beelden worden gewist.
Druk op de d knop als u wilt annuleren zonder te wissen.
3 Druk op H of I om Ja te selecteren en druk
op de k knop.
Gewiste foto's kunnen niet worden hersteld.
Druk op H of I om Nee te kiezen en druk op de k
knop om te annuleren.
B Opmerkingen over wissen
Gewiste foto's kunnen niet worden hersteld. Zet belangrijke foto’s over naar de computer voordat u
foto’s wist.
Beveiligde foto's kunnen niet worden gewist (A80).
C Foto's in een reeks wissen
Als foto's zijn gemaakt met continu-opname, dan wordt elke reeks foto's als een groep beschouwd
(fotoreeks) en wordt alleen de “hoofdfoto” van de groep weergegeven in de standaardinstelling
(
E
7).
Als u op de l knop drukt tijdens de weergave van de hoofdfoto, dan kunnen alle foto's in de reeks
van de hoofdfoto worden gewist (E8).
Om elke foto in een reeks te wissen, drukt u eerst op de k knop om elke foto in de reeks
afzonderlijk weer te geven voordat u op de l knop drukt.
C Laatst gemaakte beelden wissen in opnamestand
Druk in de opnamestand op l om het laatste beeld te wissen dat opgeslagen is.
Alle beelden
Wis gesel. beeld(en)
Huidig beeld
Wissen
1 beeld wissen?
Ja
Nee
33
Stap 6 Ongewenste foto's wissen
De beginselen van opnames en weergave
Het scherm Geselecteerde beelden wissen bedienen
1 Druk op J of K van de multi-selector om een
foto te selecteren die u wilt wissen en druk
vervolgens op H om y weer te geven.
Om de selectie te annuleren, drukt u op I om y te
verwijderen.
Draai de zoomknop (A27) naar g (i) om terug te
keren naar de schermvullende weergave of naar
f(h) om miniaturen weer te geven.
2 Voeg y toe aan alle foto's die u wilt wissen en druk vervolgens op de
k knop om de selectie toe te passen.
Er wordt een bevestigingsdialoogvenster weergegeven. Volg de instructies die op de
monitor worden weergegeven.
C Bepaalde soorten foto's selecteren om te wissen
In de stand favoriete beelden, automatisch sorteren of sorteren op datum (A78), kunnen foto's in
hetzelfde album of dezelfde categorie, of foto's die op dezelfde datum zijn gemaakt, gewist worden.
ON/OFF
Wis gesel. beeld(en)
Terug
34
35
Opnamefuncties
Opnamefuncties
In dit hoofdstuk worden de opnamestanden en de beschikbare functies tijdens de
opnamestanden beschreven.
Als u deze informatie raadpleegt, leert u hoe u verschillende opnamestanden kunt
selecteren en instellingen kunt aanpassen aan de opnamecondities en het soort
foto's dat u wilt maken.
Autostand
ISO-waarde
Beeldmodus
Witbalans
Lichtmeting
AF-veldstand
Autofocus-stand
Opnamemenu
29m 0s
29m 0s
29m 0s
1 14 0
1140
38
38
29m 9s
29m 9s
29m 0s
29m 0s
29m 0s
1 14 0
1140
Automatisch
36
Opnamefuncties
Opnamefuncties
A (auto) stand
Fotograferen met standaard camerafuncties is
beschikbaar. Stel de opties in het automatische
opnamemenu (A36) in op basis van de
opnamecondities en het soort foto's dat u wilt maken.
Het scherpstelveld verschilt, afhankelijk van de
instelling van AF-veldstand (A37) die kan worden
geselecteerd in de A tab nadat u hebt gedrukt op de d knop.
Wanneer AF-veldstand is ingesteld op Gezichtprioriteit
(standaardinstelling), stelt de camera als volgt scherp:
- De camera herkent en stelt scherp op gezichten (zie “Gezichtsdetectie
gebruiken” (A75) voor meer informatie).
- Als er geen gezichten worden herkend, selecteert de camera automatisch de
scherpstelvelden (maximaal negen) met daarin het onderwerp dat zich het
dichtst bij de camera bevindt. Als het onderwerp is scherpgesteld, wordt het
scherpstelveld (actieve scherpstelveld) groen (maximaal negen velden).
Instellingen A (auto) stand wijzigen
Zie “Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector“(A59) voor
meer informatie over flitsstand (A60), zelfontspanner (A63), macro-stand
(A64) en creatieve schuifbalk (o helderheid (belichtingscompensatie),
G levendigheid, F kleurtoon) (A65).
Zie “Beschikbare opties in het opnamemenu (A (auto) stand)” (hieronder) voor
meer informatie over functies die ingesteld kunnen worden met de d knop.
Beschikbare opties in het opnamemenu (A (auto) stand)
In de A (auto) stand kunnen de volgende instellingen worden gewijzigd.
Dezelfde opties kunnen worden ingesteld in de
continu-opnamestand (A53). De instellingen voor
andere opties dan Continu worden ook toegepast
op de A (auto) stand. De instellingen worden
opgeslagen in het geheugen van de camera en
blijven ook bewaard als de camera wordt
uitgeschakeld.
Selecteer A (auto) stand M d knop M A tab (A11)
ISO-waarde
Beeldmodus
Witbalans
Lichtmeting
AF-veldstand
Autofocus-stand
Opnamemenu
37
A (auto) stand
Opnamefuncties
C Functies die niet tegelijkertijd gebruikt kunnen worden
Deze functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt in combinatie met sommige andere functies
(A73).
Optie Beschrijving A
Beeldmodus
Stel de combinatie van het beeldformaat en de
beeldkwaliteit van de opname in (
A71). De
standaardinstelling is P 4608×3456. Deze instelling
wordt ook toegepast bij andere opnamestanden.
71
Witbalans
Stel de kleuren van de foto in op natuurlijke kleuren.
Hoewel u voor de meeste soorten licht Automatisch
(standaardinstelling) kunt gebruiken, kunt u voor het beste
resultaat ook de witbalans voor de lucht of een bepaalde
lichtbron instellen als de standaardinstelling onvoldoende
resultaat oplevert.
Als de witbalans niet is ingesteld op Automatisch of
Flitser, stel de flitsstand (A60) dan in op W (uit).
E33
Lichtmeting
Kies de methode die de camera gebruikt om de helderheid
van het onderwerp te meten. De camera stelt de
belichting, een combinatie van sluitertijd en
diafragmawaarde, in op basis van de helderheidmeting. De
standaardinstelling is Matrix.
E35
ISO-waarde
Met een hogere ISO-waarde kunt u donkere onderwerpen
fotograferen. Bovendien kunt u nu zelfs van onderwerpen
met vergelijkbare helderheid foto's maken met snellere
sluitertijden, waarbij onscherpte veroorzaakt door
cameratrilling en beweging van het onderwerp kunnen
worden gereduceerd. Als de ISO-waarde ingesteld is op
Automatisch (standaardinstelling), stelt de camera de
ISO-waarde automatisch in.
Bij de instelling Automatisch, wordt E (A26) in he
opnamescherm weergegeven wanneer de ISO-waarde
automatisch wordt verhoogd.
E36
AF-veldstand
Kies hoe het scherpstelveld wordt bepaald vanuit
Gezichtprioriteit (standaardinstelling), Automatisch,
Handmatig, Centrum of Onderwerp volgen.
E37
Autofocus-stand
Als Enkelvoudige AF (standaardinstelling) is gekozen,
stelt de camera alleen scherp als de ontspanknop half
ingedrukt wordt. Als Fulltime-AF is gekozen, stelt de
camera ook scherp als de ontspanknop niet half is
ingedrukt. U kunt het geluid van het scherpstellen van de
camera horen.
E40
38
Opnamefuncties
Onderwerpstand (aangepast op onderwerp fotograferen)
Als een van de volgende onderwerpen is geselecteerd met de keuzeknop of het
onderwerpmenu, worden foto's gemaakt met instellingen die optimaal zijn voor het
geselecteerde onderwerp.
C Een beschrijving (helpinformatie) van elk onderwerp bekijken
Kies het gewenste onderwerp in het onderwerpmenu en draai de zoomknop (A4) naar g (j) om
de beschrijving (help) van dat onderwerp weer te geven. Om terug te keren naar het vorige scherm,
draait u de zoomknop nogmaals naar g (j).
y (Onderwerp)
Druk op de d knop om het onderwerpmenu weer te geven en een van de volgende
onderwerpen te kiezen.
b Portret (standaardinstelling) (A42) k Close-up (A45)
c Landschap (A42) u Voedsel (A45)
d Sport (A42) l Museum (A46)
e Nachtportret (A43) m Vuurwerk (A46)
f Party/binnen (A44) n Zwart-wit-kopie (A46)
Z Strand (A44) V Eenvoudig panorama (A47)
z
Sneeuw (A44)
O
Dierenportret (A48)
h Zonsondergang (A44)
s
3D-fotografie (A49)
i Schemering (A44)
Nachtportret
Party/binnen
Strand
Sneeuw
Portret
Landschap
Sport
Onderwerpmenu
j Nachtlandschap (A40)
W Tegenlicht (A41)
Draai de keuzeknop naar j of
W en maak foto's.
x (Autom. scènekeuzekn.)
(A39)
Zodra u een foto kadreert,
kiest de camera
automatisch het meest
optimale onderwerp en
kunt u op eenvoudige wijze
fotograferen.
39
Onderwerpstand (aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
Instellingen onderwerpstand wijzigen
“Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector” (A59)
verschillen per onderwerpstand. Zie “Lijst met standaardinstellingen” (A69)
voor meer informatie.
Functies die ingesteld kunnen worden met de
d knop: De combinatie van
beeldformaat en beeldkwaliteit (beeldstand) (A71) (behalve voor Eenvoudig
panorama en 3D-fotografie).
Eigenschappen van elke onderwerpstand
Aanbevolen wordt om een statief te gebruiken in onderwerpstanden waarbij O
wordt weergegeven. Stel Vibratiereductie in het setup-menu (A100) in op
Uit wanneer gebruik wordt gemaakt van een statief om de camera te
stabiliseren.
x Autom. scènekeuzekn.
Zodra u een foto kadreert, kiest de camera automatisch het meest optimale onderwerp en
kunt u op eenvoudige wijze fotograferen.
e: Portret, f: Landschap, h: Nachtportret, g: Nachtlandschap, i: Close-up, j:
Tegenlicht, d: Andere onderwerpen
Als de camera automatisch een onderwerpstand selecteert, wijzigt het opnamestand-
pictogram naar de actueel gekozen onderwerpstand.
De camera selecteert automatisch het scherpstelveld voor autofocus op basis van de
compositie. De camera herkent automatisch het gezicht dat naar de camera kijkt en stelt
hierop scherp (zie “Gezichtsdetectie gebruiken” (A75) voor meer informatie).
Afhankelijk van de opnamecondities is het mogelijk dat de camera niet altijd de
gewenste onderwerpstand kiest. Indien dit het geval is, ga dan naar stand A (auto)
(A24) of kies de optimale onderwerpstand handmatig.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
C Als nachtlandschap of nachtportret is geselecteerd bij opnamen met
automatische scènekeuzeknop
Als de camera naar g (Nachtlandschap) schakelt, wordt de flitser uitgeschakeld (W (uit))
ongeacht de instelling van de flitsstand, en maakt de camera een enkele opname met een lange
sluitertijd.
Als de camera naar h (Nachtportret) schakelt, wordt de flitsstand ingesteld op invulflits met
lange sluitertijd en rode-ogenreductie, en maakt de camera een enkele opname met een lange
sluitertijd.
40
Onderwerpstand (aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
j Nachtlandschap
Gebruik deze stand om de sfeer van nachtlandschappen vast te
leggen.
Druk op de d knop om Uit de hand of Statief in
Nachtlandschap te selecteren.
Uit de hand (standaardinstelling): Hiermee kunt u opnamen maken met minimale
cameratrillingen en ruis, zelfs wanneer de camera met de hand wordt vastgehouden.
- Het pictogram Y wordt weergegeven op het opnamescherm.
- Wanneer het j pictogram in de linker bovenhoek van de monitor groen oplicht en de
ontspanknop half wordt ingedrukt, worden continu foto's gemaakt. De camera
combineert deze foto's en slaat deze op als één beeld.
- Zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, moet u de camera goed stil houden
totdat een foto wordt weergegeven. Zet de camera niet uit direct nadat u de foto heeft
gemaakt maar wacht totdat de monitor weer het opnamescherm weergeeft.
- De beeldhoek (opnamegebied) die op de opgeslagen afbeelding zichtbaar is, is kleiner
dan die op de monitor zichtbaar is op het moment van opname.
•Statief: Selecteer deze stand wanneer de camera gestabiliseerd wordt, bijvoorbeeld met
een statief.
- Het pictogram Z wordt weergegeven op het opnamescherm.
- Vibratiereductie (A101) wordt automatisch ingesteld op Uit, ongeacht de
geselecteerde optie in het setup-menu.
- Druk de ontspanknop helemaal in om een enkele opname bij langere sluitertijden te
maken.
Als de ontspanknop half is ingedrukt, licht het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding
(A6) altijd groen op.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
41
Onderwerpstand (aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
o Tegenlicht
Gebruik deze stand wanneer het licht van achter het onderwerp komt, waardoor een gezicht
of andere belangrijke details in de schaduw liggen.
Druk op de d knop om in te stellen of een beeld al dan niet met een HDR (high dynamic
range)-compositie moet worden opgeslagen met de HDR-instelling onder Teg enli ch t.
Als HDR is ingesteld op Uit (standaardinstelling): De flitser
treedt in werking om te voorkomen dat het onderwerp in
de schaduw blijft.
- De camera stelt scherp op het midden van het beeld.
- Druk de ontspanknop helemaal in om een enkele
opname te maken.
Wanneer HDR is ingesteld op Aan: Gebruik deze stand als
er zeer heldere delen en zeer donkere delen in eenzelfde
beeld zijn.
- Het pictogram P wordt weergegeven op het
opnamescherm.
- De camera stelt scherp op het midden van het beeld.
- Wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt,
maakt de camera continu foto's en slaat deze de
volgende twee beelden op.
- Niet-HDR samengesteld beeld
- HDR samengesteld beeld (verlies aan detail in de hoge lichten en schaduwpartijen
wordt gereduceerd)
- Het tweede beeld dat wordt opgeslagen, is een HDR samengesteld beeld. Als er
slechts genoeg geheugen beschikbaar is voor het opslaan van één beeld, dan wordt
alleen een beeld opgeslagen dat bij de opname via D-Lighting (A80) is verwerkt,
waarbij de donkere delen van het beeld gecorrigeerd zijn.
- Zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, moet u de camera goed stil houden
totdat een foto wordt weergegeven. Zet de camera niet uit direct nadat u de foto
heeft gemaakt maar wacht totdat de monitor weer het opnamescherm weergeeft.
- De beeldhoek (d.w.z. het zichtbare deel in het beeld) die op de opgeslagen afbeelding
zichtbaar is, is kleiner dan die op de monitor zichtbaar is op het moment van opname.
- Aanbevolen wordt om een statief te gebruiken. Stel Vibratiereductie in het setup-
menu (A100) in op Uit wanneer gebruik wordt gemaakt van een statief om de
camera te stabiliseren.
- Digitale zoom is niet beschikbaar.
42
Onderwerpstand (aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
y M b Portret
Gebruik deze stand voor portretten.
De camera herkent automatisch een gezicht dat naar de
camera kijkt en stelt hierop scherp (zie “Gezichtsdetectie
gebruiken” (A75) voor meer informatie).
Nadat de functie voor het verzachten van huidtinten ervoor
heeft gezorgd dat de huid van mensen zachter wordt,
wordt de foto opgeslagen (A52).
Als de camera geen gezicht herkent, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het
midden van het beeld.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
y M c Landschap
Gebruik deze stand voor levendige landschappen en
stadsgezichten.
Als de ontspanknop half is ingedrukt, licht het
scherpstelveld of de scherpstelaanduiding (A6) altijd
groen op.
y M d Sport
Gebruik deze stand om opnamen te maken van
sportgebeurtenissen. De camera maakt een reeks foto's
waarop u gedetailleerde bewegingen van een bewegend
onderwerp kunt zien.
De camera stelt scherp op het midden van het beeld.
Houd de ontspanknop volledig ingedrukt om een reeks
foto's te maken. Er worden ca. zes foto's gemaakt met een snelheid van twee beelden per
seconde (bps) (als de beeldstand is ingesteld op P 4608×3456).
De camera stelt scherp op een onderwerp zelfs als de ontspanknop niet half ingedrukt is.
U kunt het geluid van het scherpstellen van de camera horen.
Bij alle opnamen uit de reeks wordt de scherpstelling, belichting en kleurinstelling
aangehouden die de camera voor de eerste opname uit de reeks heeft ingesteld.
Het aantal beelden per seconde bij continu-opnamen kan laag zijn, afhankelijk van de
instelling voor beeldstand, beeldformaat, de gebruikte geheugenkaart of
opnamecondities.
43
Onderwerpstand (aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
y M e Nachtportret
Gebruik deze stand voor het maken van portretten bij
zonsondergang of 's avonds/'s nachts. De flitser wordt gebruikt
om het onderwerp te verlichten terwijl de sfeer van de
achtergrond behouden blijft.
Selecteer Uit de hand of Statief op het scherm dat wordt
weergegeven wanneer de e Nachtportret onderwerpstand
geselecteerd is.
Uit de hand
:
- Het pictogram Y wordt weergegeven op het opnamescherm.
- Wanneer het e pictogram in de linker bovenhoek van de monitor groen oplicht en de
ontspanknop voleldig wordt ingedrukt, dan worden continu foto's gemaakt. De
camera combineert deze foto's en slaat deze op als één beeld.
- Zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, moet u de camera goed stil houden
totdat een foto wordt weergegeven. Zet de camera niet uit direct nadat u de foto
heeft gemaakt maar wacht totdat de monitor weer het opnamescherm weergeeft.
- Als het onderwerp beweegt terwijl de camera continu foto's maakt, kan het beeld
vervormen, overlappen of onscherp worden.
- De beeldhoek (d.w.z. het zichtbare deel in het beeld) die op de opgeslagen afbeelding
zichtbaar is, is kleiner dan die op de monitor zichtbaar is op het moment van opname.
Statief
(standaardinstelling): Selecteer deze stand wanneer de camera gestabiliseerd
wordt, bijvoorbeeld met een statief.
- Het pictogram Z wordt weergegeven op het opnamescherm.
- Vibratiereductie (A101) wordt automatisch ingesteld op Uit, ongeacht de
geselecteerde optie in het setup-menu.
- Druk de ontspanknop helemaal in om een enkele opname bij langere sluitertijden te
maken.
De camera herkent automatisch een gezicht dat naar de camera kijkt en stelt hierop
scherp (zie “Gezichtsdetectie gebruiken” (A75) voor meer informatie).
Nadat de functie voor het verzachten van huidtinten ervoor heeft gezorgd dat de huid
van mensen zachter wordt, wordt de foto opgeslagen (A52).
Als de camera geen gezicht herkent, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het
midden van het beeld.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
44
Onderwerpstand (aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
y M f Party/binnen
Geschikt voor het maken van foto’s tijdens feestjes. Het effect
van kaarslicht en andere achtergrondverlichting binnenshuis
wordt vastgelegd.
De camera stelt scherp op het midden van het beeld.
Als u opnamen maakt op een donkere plaats, moet u de
camera stabiel houden om trillingen tegen te gaan. Als u
een foto wilt maken met de camera op een statief, moet u Vibratiereductie instellen in
het setup-menu (A100) op Uit.
y M Z Strand
Voor heldere onderwerpen, zoals stranden of watervlakten.
De camera stelt scherp op het midden van het beeld.
y M z Sneeuw
Voor heldere beelden van zonovergoten sneeuw.
De camera stelt scherp op het midden van het beeld.
y M h Zonsondergang
De diepe kleuren van zonsondergangen en zonsopgangen
blijven behouden.
De camera stelt scherp op het midden van het beeld.
y M i Schemering
De kleuren van het zwakke, natuurlijke licht vóór zonsopgang
en na zonsondergang blijven behouden.
Als de ontspanknop half is ingedrukt, licht het
scherpstelveld of de scherpstelaanduiding (A6) altijd
groen op.
O
O
45
Onderwerpstand (aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
y M k Close-up
Voor het fotograferen van bloemen, insecten en andere kleine
voorwerpen op korte afstand.
Macro-stand (A64) is ingesteld op AAN en de camera zal
automatisch de zoomstand kiezen waarmee op de kortste
afstand kan worden scherpgesteld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen waarop de camera
scherpstelt. Druk op de k knop en draai de multi-selector of druk op H, I, J of K om
het scherpstelveld te verplaatsen. Om de volgende instellingen aan te passen, druk op de
k knop om tijdelijk het gekozen scherpstelveld te annuleren, en pas vervolgens elke
instelling aan.
- Flitsstand
- Zelfontspanner
- Belichtingscompensatie
De camera stelt scherp op een onderwerp zelfs als de ontspanknop niet half ingedrukt is.
U kunt het geluid van het scherpstellen van de camera horen.
y M u Voedsel
Gebruik deze stand voor het maken van foto’s van voedsel.
Macro-stand (A64) is ingesteld op AAN en de camera zal
automatisch de zoomstand kiezen waarmee op de kortste
afstand kan worden scherpgesteld.
U kunt de kleurtoon aanpassen door de multi-selector H of
I in te drukken. De kleurinstellingen worden opgeslagen in
het geheugen van de camera en blijven ook bewaard als de
camera wordt uitgeschakeld.
U kunt het scherpstelveld verplaatsen waarop de camera
scherpstelt. Druk op de k knop en draai de multi-selector of
druk op H, I, J of K om het scherpstelveld te verplaatsen.
Om de volgende instellingen aan te passen, druk op de k
knop om tijdelijk het gekozen scherpstelveld te annuleren, en pas vervolgens elke
instelling aan.
- Kleurtoon
- Zelfontspanner
- Belichtingscompensatie
De camera stelt scherp op een onderwerp zelfs als de ontspanknop niet half ingedrukt is.
U kunt het geluid van het scherpstellen van de camera horen.
1140
1140
1140
29m 0s
29m 0s
29m 0s
46
Onderwerpstand (aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
y M l Museum
Gebruik deze stand binnen als flitsen verboden is
(bijvoorbeeld in musea en galeries), of in andere gevallen
waarin u geen flitser wilt gebruiken.
De camera stelt scherp op het midden van het beeld.
De camera maakt maximaal tien foto's als de ontspanknop
volledig wordt ingedrukt en de scherpste foto uit de reeks
wordt automatisch geselecteerd en opgeslagen (BSS (Best
Shot Selector) (A56)).
y M m Vuurwerk
Er worden lange sluitertijden gebruikt om de lichtsporen van
vuurwerk vast te leggen.
De camera stelt scherp op oneindig.
Als de ontspanknop half is ingedrukt, licht de
scherpstelaanduiding (A6) altijd groen op.
Alleen de vijf rechts afgebeelde optische zoomstanden
kunnen worden toegepast. Wanneer de zoomknop wordt
gedraaid, stopt de zoom alleen op de vijf aangeduide
posities (digitale zoom is beschikbaar).
y M n Zwart-wit-kopie
Voor scherpe opnamen van teksten of tekeningen op een
whiteboard of in drukwerk.
De camera stelt scherp op het midden van het beeld.
Voor opnamen van onderwerpen dichtbij de camera moet
u fotograferen met de macro-stand.
O
47
Onderwerpstand (aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
B Opmerking over panoramafoto's afdrukken
Bij het afdrukken van panoramafoto's kan, afhankelijk van de printerinstellingen, mogelijk geen
volledige weergave worden afgedrukt. Bovendien kan de afdrukfunctie, afhankelijk van de printer,
mogelijk niet beschikbaar zijn.
Zie de handleiding van uw printer of neem contact op met een digitale fotoservice voor meer
informatie.
y M V Eenvoudig panorama
Maakt panoramafoto's die op de camera kunnen worden weergegeven door de camera in
de richting te bewegen waarvan u een panoramafoto wilt maken.
Wanneer de V Eenvoudig panorama onderwerpstand geselecteerd is, kan voor het
opnamebereik gekozen worden uit Normaal (180°) (standaardinstelling) of Breed (360°).
Druk de ontspanknop volledig in, laat de knop los en beweeg de camera langzaam in
horizontale richting. De opname wordt automatisch beëindigd wanneer het
geselecteerde opnamebereik is vastgelegd.
Wanneer de opname begint, stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden
van het beeld.
De zoom is vast ingesteld op de groothoekstand.
Geef de foto gemaakt met eenvoudig panorama weer in de schermvullende weergave
en druk op de k knop. De camera toont de korte zijde van de foto in de schermvullende
weergave en scrollt de foto automatisch.
Zie “Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave)” (E2).
48
Onderwerpstand (aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
y M O Dierenportret
Gebruik deze stand voor het maken van foto's van honden of
katten.
Selecteer Enkelvoudig of Continu op het scherm dat
wordt weergegeven wanneer de O Dierenportret
onderwerpstand geselecteerd is.
- Enkelvoudig: Er wordt één foto tegelijk gemaakt.
- Continu (standaardinstelling): Als de camera scherpstelt
op het gezicht in stand Dierenp. autom. ontsp. (standaardinstelling), worden drie
opeenvolgende foto's gemaakt (beeldsnelheid met continu-opname: ca. 1,9 beelden
per seconde als de beeldstand is ingesteld op P 4608×3456). Als dierenportret
automatisch ontspannen niet wordt gebruikt, worden ca. zes foto's gemaakt met een
beeldsnelheid van ongeveer 1,9 beelden per seconde als de ontspanknop volledig
ingedrukt wordt (als de beeldstand is ingesteld op P 4608×3456).
De camera detecteert dan het gezicht van een hond of kat en stelt vervolgens daarop
scherp. Zodra er op het onderwerp scherpgesteld is, in de standaardinstelling, ontspant
de sluiter automatisch (Dierenportret automatisch ontspannen).
De camera kan maximaal 5 gezichten van huisdieren tegelijkertijd herkennen. Als de
camera meer dan één huisdiergezicht herkent, stelt de camera scherp op het grootste
gezicht.
Als de camera geen gezicht van een huisdier herkent, moet de ontspanknop half
ingedrukt worden om scherp te stellen op het onderwerp in het midden van het beeld.
Druk op J (n) van de multi-selector om de instellingen van dierenportret automatisch
ontspannen te wijzigen.
- Dierenp. autom. ontsp. (standaardinstelling): Als de camera een gezicht detecteert,
ontspant de sluiter automatisch. Als Dierenp. autom. ontsp. is ingesteld, wordt het
pictogram d weergegeven op het opnamescherm.
- OFF: Druk op de ontspanknop om de sluiter te bedienen.
In de volgende situaties wordt Dierenp. autom. ontsp. automatisch ingesteld op OFF.
- Wanneer het maken van een reeks foto's met continu-opname en dierenportret
automatisch ontspannen vijf keer is herhaald
- Bij een lage capaciteit van het interne geheugen of de geheugenkaart
Druk om door te kunnen fotograferen op de multi-selector J (n) om te resetten.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
Onder bepaalde opnamecondities zoals de afstand tussen huisdier en camera, de snelheid
van bewegende huisdieren, de richting waarin de huisdieren kijken en de helderheid van de
koppen kan het gebeuren dat de camera geen hond of kat detecteert of dat een kader om
iets anders dan een hond of kat wordt getoond.
B Foto's met huisdierdetectie bekijken
Tijdens de weergave draait de camera foto's automatisch, afhankelijk van de richting waarin het
gezicht van het huisdier kijkt tijdens de opname (behalve voor foto's gemaakt in de Continu
(A55) stand).
Als ingezoomd wordt op een foto in schermvullende weergave door de zoomknop naar g (i) te
draaien, wordt de foto vergroot in het midden van het gezicht van het huisdier dat tijdens de
opname herkend is (A31) (behalve voor foto's gemaakt in de Continu (A55) stand).
49
Onderwerpstand (aangepast op onderwerp fotograferen)
Opnamefuncties
B
Opmerking over 3D-fotografie
De camera kan mogelijk geen tweede foto maken of foto's opslaan, afhankelijk van diverse factoren, zoals bijvoorbeeld het maken
van een foto van een onderwerp dat beweegt of onder omstandigheden met weinig licht of een laag contrast.
B
3D-fotografie weergeven
3D-foto's kunnen niet in 3D worden weergegeven op de cameramonitor. Bij de weergave wordt alleen de foto voor het
linkeroog getoond.
Voor de weergave van 3D-foto's in 3D is een 3D-compatibele televisie of monitor nodig. 3D-foto's kunnen in 3D worden
weergegeven door de camera met een 3D-compatibele HDMI-kabel (
A
82) aan te sluiten op een 3D-compatibele
televisie of monitor.
Wanneer de camera met een HDMI-kabel wordt aangesloten, stel dan het volgende in voor de
TV-instellingen
in het
setup-menu (
A
100).
-
HDMI
:
Automatisch
(standaardinstelling) of
1080i
-
HDMI 3D-uitvoer
:
Aan
(standaardinstelling)
Wanneer de camera met een HDMI-kabel voor weergave wordt aangesloten, dan kan het enige tijd duren om te schakelen tussen
de weergave van 3D-foto's en standaardfoto's. De foto's die in 3D worden weergegeven, kunnen niet vergroot worden.
Zie de documentatie van uw televisie of monitor om de instellingen van de televisie of monitor uit te voeren.
B
Opmerking over 3D-foto's weergeven
Het langdurig bekijken van 3D-beelden op een 3D-compatibele televisie of monitor kan ongemakken zoals overmatige belasting
van de ogen en misselijkheid veroorzaken. Lees voor correct gebruik van uw televisie of monitor de documentatie a.u.b.
zorgvuldig.
y M s 3D-fotografie
Gebruik deze stand voor het maken van 3D-foto's die driedimensionaal weergegeven kunnen worden op een 3D-
compatibele televisie of monitor. De camera neemt één foto voor elk oog om een driedimensionaal beeld te
simuleren.
Foto's die in deze stand worden gemaakt, worden opgeslagen met
m
(beeldformaat: 1920 × 1080 pixels) als beeldstand.
Beweeg na de eerste opname met de ontspanknop de camera horizontaal naar rechts, zodat het onderwerp
lijnt met de sjabloon. De camera maakt de tweede foto automatisch.
Het scherpstelveld waarop de camera scherpstelt kan verplaatst worden naar andere delen dan het midden van
het beeld. Druk voordat de eerste foto wordt gemaakt op de
k
knop en draai de multi-selector of druk op
H
,
I
,
J
of
K
om het scherpstelveld te verplaatsen.
Om de volgende instellingen aan te passen, drukt u op de
k
knop om de status te annlueren waarin het
scherpstelveld geselecteerd kan worden en voert u vervolgens elke instelling uit.
-Macro-stand
- Belichtingscompensatie
De telezoomstand kan niet verder worden ingesteld dan 124 mm (equivalent aan kleinbeeldformaat [135]).
De beeldhoek (d.w.z. het zichtbare deel in het beeld) die op de opgeslagen foto zichtbaar is, is kleiner dan die
op de monitor zichtbaar is op het moment van opname.
De camera kan geen 3D-films opnemen.
De twee gemaakte foto's worden opgeslagen als een 3D-foto (MPO-bestand) die bestaat uit een foto voor het
linker- en een foto voor het rechteroog. De eerste foto (de foto voor het linkeroog) wordt ook opgeslagen als
een JPEG-bestand.
Zie “3D-fotografie gebruiken“ (
E
5) voor meer informatie.
50
Opnamefuncties
Slim portret-stand (glimlachende gezichten fotograferen)
Als de camera glimlachende gezichten herkent, wordt de sluiter
automatisch ontspannen zonder dat de ontspanknop wordt
ingedrukt (Glimlachtimer). De functie huid verzachten (
A
52
)
maakt
huidtinten van gezichten zachter.
1
Kadreer de foto en wacht tot de persoon glimlacht.
Als de camera een gezicht van een persoon herkent, wordt een gele
dubbele rand (scherpstelveld) weergegeven om het gezicht. Als de
camera scherpgesteld heeft op het gezicht, wordt de dubbele rand even
groen en wordt de scherpstelling vergrendeld.
De camera kan maximaal 3 gezichten herkennen. Als meer dan 1
gezicht wordt herkend, wordt op het gezicht dat zich het dichtst bij
het midden van het beeld bevindt, gekadreerd met een dubbele
rand, terwijl de overige een enkele rand krijgen.
Zodra de camera detecteert dat een glimlach verschijnt op het gezicht van degene die zich in het kader
met dubbele rand bevindt, dan wordt de functie
Glimlachtimer
(
A
51) geactiveerd en ontspant de
sluiter automatisch.
Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, wordt automatisch fotograferen met gezichtsdetectie
en glimlachdetectie herhaald.
2
Het fotograferen stopt.
Voer een van de volgende handelingen uit om automatisch fotograferen met gezichtsdetectie te stoppen.
- Zet de camera uit.
-Stel de
Glimlachtimer
in op
Uit
.
- Draai de keuzeknop om te schakelen naar een andere opnamestand dan
F
(Slim portret) stand.
B
\
Opmerkingen over slim portret-stand
Digitale zoom is niet beschikbaar.
Onder bepaalde opnamecondities is het mogelijk dat gezichten en glimlachende gezichten niet correct worden herkend.
Zie “Opmerkingen over gezichtsdetectie” (
A
75) voor meer informatie.
C
Automatisch uit in glimlachttimerstand
Als de
Glimlachtimer
wordt gebruikt, is de functie automatisch uit (
A
101) geactiveerd en wordt de camera uitgeschakeld
in een van de onderstaande gevallen mits er geen andere handelingen worden uitgevoerd.
De camera herkent geen gezichten.
De camera herkent een gezicht, maar kan geen glimlach herkennen.
C
Als het zelfontspannerlampje knippert
Zodra de camera een gezicht herkent, gaat het zelfontspannerlampje knipperen. De lamp knippert snel meteen nadat de
sluiter is ontspannen.
1/25
1/250
1/250 F3.5
F3.5
F3.5
51
Slim portret-stand (glimlachende gezichten fotograferen)
Opnamefuncties
C De sluiter handmatig bedienen
De sluiter kan ook worden bediend door de ontspanknop in te drukken. Als de camera geen gezicht
herkent, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het midden van het beeld.
Instellingen slim portret-stand wijzigen
Zie “Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector” (A59) voor
meer informatie over flitsstand (A60), zelfontspanner (A63) en
belichtingscompensatie (A68).
Zie “Beschikbare opties in het menu slim portret” (hieronder) voor meer
informatie over functies die ingesteld kunnen worden met de d knop.
Beschikbare opties in het menu slim portret
In de slim portret-stand kunnen de volgende instellingen worden gewijzigd.
C Functies die niet tegelijkertijd gebruikt kunnen worden
Enkele opnameinstellingen kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere functies (
A
73).
Weergave van het opnamescherm in de slim portret-stand M d knop M F tab
Optie Beschrijving
A
Beeldmodus
Hiermee kunt u de combinatie van beeldformaat en
beeldkwaliteit selecteren die gebruikt wordt bij het opslaan van
foto's (
A
71). De standaardinstelling is
P
4608×3456
. Deze
instelling wordt ook toegepast bij andere opnamestanden.
71
Huid verzachten
Schakel huid verzachten in. De camera maakt de huidtint van
gezichten zachter voordat de foto's worden opgeslagen. De mate
van het toegepaste effect kan geselecteerd worden. De
standaardinstelling is
Normaal
.
E
41
Glimlachtimer
Wanneer
Aan
(standaardinstelling) is ingesteld, herkent de camera
gezichten van mensen en laat vervolgens automatisch de sluiter
ontspannen als er een glimlach wordt vastgesteld. De zelfontspanner
kan niet worden gebruikt bij deze functie.
E
41
Knipperdetectie
Wanneer
Aan
wordt geselecteerd, laat de camera de sluiter
automatisch tweemaal ontspannen als er een foto wordt
gemaakt. Van de twee gemaakte foto's, wordt de foto
opgeslagen waarop het onderwerp de ogen open heeft.
De flitser kan niet gebruikt worden wanneer
Aan
geselecteerd is.
De standaardinstelling is
Uit
.
E
42
Knipperdetectie
Beeldmodus
Huid verzachten
Glimlachtimer
Slim portret
52
Slim portret-stand (glimlachende gezichten fotograferen)
Opnamefuncties
Huid verzachten gebruiken
In de volgende opnamestanden herkent de camera maximaal drie gezichten
terwijl de sluiter ontspant en bewerkt de camera de foto om de huid van de
gezichten te verzachten voordat de foto wordt opgeslagen.
x (Autom. scènekeuzekn.) (A39), Portret (A42) of Nachtportret (A43) in
onderwerpstand
Slim portret (A50)
Huid verzachten kan ook toegepast worden op opgeslagen foto's (A80).
B Opmerkingen over huid verzachten
Het kan langer duren om de foto's op te slaan.
Onder bepaalde omstandigheden kunnen de gewenste resultaten niet bereikt worden of kan
huid verzachten toegepast worden op delen van de foto zonder gezichten. Als de gewenste
resulaten niet verkregen worden, selecteer dan een andere opnamestand of stel in de slim
portret-stand Huid verzachten in op Uit en maak de opname opnieuw.
De mate van huid verzachten kan niet worden aangepast bij de x (Autom. scènekeuzekn.),
Portret of Nachtportret onderwerpstand.
53
Opnamefuncties
Continu-opnamestand (serieopname)
Gebruik deze stand om de details van een bewegend
onderwerp vast te leggen door een continue reeks
beelden te maken.
1 Druk op de d knop en bevestig of wijzig de
instellingen in het continu-opnamemenu.
Zie “Continu-opnamemenu” (A55) voor meer
informatie.
Druk op de d knop na het wijzigen van de
instellingen en keer terug naar het opnamescherm.
2 Kadreer het onderwerp en druk af.
Het scherpstelveld verschilt, afhankelijk van de
instelling van AF-veldstand (A37) die kan worden
geselecteerd in de A tab nadat u hebt gedrukt op de
d knop.
Wanneer AF-veldstand is ingesteld op
Gezichtprioriteit (standaardinstelling), dan
detecteert de camera gezichten en stelt hierop scherp,
of selecteert automatisch de scherpstelvelden (maximaal negen) met daarin het
onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt (A28). (Zie “Gezichtsdetectie
gebruiken” (A75) voor meer informatie.)
Druk de ontspankknop half in om de scherpstelling en belichting te vergrendelen.
Wanneer Continu H, Continu L, Vooropnamecache of BSS in het continu-
opnamemenu is ingesteld, dan worden foto's gemaakt terwijl de ontspanknop
volledig wordt ingedrukt.
Wanneer Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps of Multi-shot 16 wordt
geselecteerd in het continu-opnamemenu, dan wordt het ingestelde aantal foto's
gemaakt wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. Het is niet nodig om de
ontspanknop ingedrukt te blijven houden.
De scherpstelling, belichting en witbalans worden op vast ingesteld op de waarden
voor de eerste opname uit de reeks.
Na het maken van een foto keert de camera terug naar het opnamescherm. Als O
wordt weergegeven, schakel de camera dan niet uit.
ISO-waarde
Beeldmodus
Witbalans
Lichtmeting
Continu
AF-veldstand
Autofocus-stand
Continu
1 1 40
1140
29m 0s
54
Continu-opnamestand (serieopname)
Opnamefuncties
B Opmerkingen over stand continu-opname
Het opslaan van een foto nadat deze is gemaakt, kan enige tijd in beslag nemen. De tijd vereist om
de gemaakte foto's op te slaan, hangt af van het aantal foto's, de beeldstand, de schrijfsnelheid
van de geheugenkaart, etc.
Naarmate de ISO-waarde hoger wordt, kan ruis verschijnen in de foto's.
De snelheid van de continu-opname kan afnemen, afhankelijk van de beeldstand, het gebruikte
geheugenkaarttype en de opnamecondities.
Wanneer Continu is ingesteld op Vooropnamecache, Continu H: 120 bps, Continu H: 60 bps
of Multi-shot 16, kunnen strepen of afwijkingen in helderheid of kleurinstelling optreden bij
foto's die zijn gemaakt bij lichtbronnen die snel knipperen, zoals tl-lampen, kwikdamplampen of
natriumlampen.
C Foto's gemaakt in continu-opnamestand
Elke keer wanneer foto's worden gemaakt met Continu H, Continu L, Vooropnamecache,
Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps, worden de gemaakte foto's opgeslagen als een “reeks”
(E7).
Instellingen continu-opnamestand wijzigen
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector (A59): macro-
stand (A64), creatieve schuifbalk (o helderheid (belichtingscompensatie),
G levendigheid, F kleurtoon) (A65)
Functies die ingesteld kunnen worden door op de d knop te drukken: Zie
“Beschikbare opties in het continu-opnamemenu” (A55).
C Functies die niet tegelijkertijd gebruikt kunnen worden
Enkele opnameinstellingen kunnen niet worden gebruikt in combinatie met andere functies
(A73).
55
Continu-opnamestand (serieopname)
Opnamefuncties
Beschikbare opties in het continu-opnamemenu
Naast dezelfde opties (A37) die beschikbaar zijn in de A (auto) stand, zoals
beeldstand en witbalans, kunt u in continu-opnamemenu het type continu-
opname selecteren.
Voor andere opties dan de opties voor
Continu
, zie
“Beschikbare opties in het opnamemenu (
A
(auto) stand)”
(
A
36).
De instellingen voor andere opties dan
Continu
worden
ook toegepast op de
A
(auto) stand. De instellingen
worden opgeslagen in het geheugen van de camera en
blijven ook bewaard als de camera wordt uitgeschakeld.
Continu-opname (opties)
Weergave van het opnamescherm in de continu-opnamestand M d knop M V tab
Optie Beschrijving
k
Continu H
(standaardinstelling)
Terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, worden continu
foto's genomen met een snelheid van ca. 6,9 bps (wanneer de
beeldstand is ingesteld op
P
4608×3456
).
De opname wordt gestopt wanneer de ontspanknop wordt
losgelaten of er zeven foto's zijn gemaakt.
m
Continu L
Terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, worden zes foto's
continu genomen met een snelheid van ca. 2 bps (wanneer de
beeldstand is ingesteld op
P
4608×3456
). De opname wordt
beëindigd als de ontspanknop wordt losgelaten.
q
Vooropnamecache
Vooropnamecache maakt het gemakkelijker om het perfecte
moment vast te leggen, door reeds beelden op te slaan voordat de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt. Vooropnamecache begint
zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt en de camera blijft
opnamen maken zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt
(
A
56).
Beeldsnelheid: tot ca. 10,6 bps
Aantal beelden: maximaal 5 beelden (inclusief maximaal 2 beelden
gemaakt in het vooropnamecache)
Het fotograferen wordt beëindigd zodra de ontspanknop wordt
losgelaten of zodra het max. aantal beelden is gemaakt.
V n
Continu H: 120 bps
Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, worden
50 beelden gemaakt met een sluitersnelheid van ca. 1/120 s of
sneller. De beeldstand is vast ingesteld op
O
(beeldformaat:
640 × 480 pixels).
V j
Continu H: 60 bps
Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt,
worden 25 beelden gemaakt met een sluitersnelheid van ca. 1/60 s
of sneller. De beeldstand is vast ingesteld op
M
(beeldformaat:
1280 × 960 pixels).
ISO-waarde
Beeldmodus
Witbalans
Lichtmeting
Continu
AF-veldstand
Autofocus-stand
Continu
56
Continu-opnamestand (serieopname)
Opnamefuncties
C Vooropnamecache
Als
Vooropnamecache
wordt geselecteerd, begint het fotograferen zodra de ontspanknop half wordt
ingedrukt gedurende 0,5 sec. of langer en worden de foto's die gemaakt zijn voordat de ontspanknop volledig
wordt ingedrukt opgeslagen samen met foto's die gemaakt zijn nadat de ontspanknop volledig wordt
ingedrukt . Er kunnen max. twee beelden worden opgenomen in vooropnamecache.
De huidige vooropnamecache-instelling wordt aangeduid met een pictogram bij het fotograferen (
A
6). Het
vooropnamecache-pictogram licht groen op zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Als het resterend aantal opnamen minder dan vijf is, worden foto's gemaakt met
vooropnamecache niet opgeslagen. Controleer dan ook voor het fotograferen of er nog vijf of
meer opnamen mogelijk zijn.
D
BSS (Best Shot Selector)
De “best shot selector” wordt aanbevolen wanneer u fotografeert zonder
flitser of terwijl de camera inzoomt, of in andere situaties waarbij
onbedoelde bewegingen tot onscherpe foto's kunnen leiden.
De camera maakt een reeks van 10 foto's terwijl de ontspanknop volledig
wordt ingedrukt en de scherpste foto van de reeks wordt automatisch
geselecteerd en opgeslagen.
BSS is bedoeld voor het fotograferen van stilstaande onderwerpen. BSS
kan misschien niet de gewenste resultaten opleveren als het onderwerp
beweegt of de compositie verandert.
W
Multi-shot 16
Elke keer dat de ontspanknop wordt
ingedrukt, neemt de camera 16 foto's met
een snelheid van ca. 30 bps, waarna de
foto's worden samengevoegd tot één
beeld.
De beeldstand is vast ingesteld op
L
(beeldformaat: 2560 × 1920 pixels).
Digitale zoom is niet beschikbaar.
Optie Beschrijving
Half indrukken Volledig indrukken
Foto's opgeslagen door
ontspanknop half in te drukken
Foto's opgeslagen door ontspanknop
volledig in te drukken
57
Opnamefuncties
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname)
U kunt speciale effecten voor opnamen toevoegen. Er kan een van de zes
verschillende effecten geselecteerd worden.
Voor het selecteren van een effect, drukt u op de d knop om het speciale
effecten-menu weer te geven.
De camera stelt scherp op het midden van het beeld.
Eigenschappen van Elk Speciale effecten
Optie Beschrijving
O Zacht
(standaardinstelling)
Zorg voor een verzachting van de scherpte van de hele
foto om een rustige sfeer te creëren.
P Nostalgisch sepia
Voeg een sepiatint met een laag contrast toe om een
oude foto na te bootsen.
F Hoogcontrast monochr.
Maak een zwart/wit foto met een duidelijk contrast.
G High-key
Voeg een heldere tint aan de hele foto toe.
H Low-key
Geef een donkere tint aan de hele foto.
I Selectieve kleur
Maak een zwart/wit foto waarin alleen de aangegeven
kleur bewaard wordt.
Speciale eecten
Speciale eecten
Beeldmodus
Speciale eecten
Beeldmodus
Speciale eecten
Speciale eecten
Selectieve kleur
Low-key
High-key
Hoogcontrast monochr.
Selectieve kleur
Low-key
High-key
Hoogcontrast monochr.
Nostalgisch sepia
Nostalgisch sepia
Zacht
B Instellingen Stand speciale effecten
Als Filmopties (A91) is ingesteld op h, kunnen HS 120 bps (640×480), Zacht of
Nostalgisch sepia niet worden geselecteerd.
58
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname)
Opnamefuncties
Als Selectieve kleur is ingesteld, selecteer dan een kleur die
u wilt behouden via de schuifbalk door op H of I te
drukken. Om de volgende instellingen aan te passen, druk op
de k knop om tijdelijk de gekozen kleur te annuleren, en
pas vervolgens elke instelling aan.
- Flitsstand (A60)
- Zelfontspanner (A63)
- Macro-stand (A64)
- Belichtingscompensatie (A68)
Om terug te keren naar het scherm met kleuren, drukt u
nogmaals op de k knop.
Instellingen speciale effecten-stand wijzigen
Zie “Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector” (A59) voor
meer informatie over de flitsstand (A60), zelfontspanner (A63), macro-stand
(A64) en belichtingscompensatie (A68).
Functies die ingesteld kunnen worden met de d knop: de combinatie van
beeldformaat en beeldkwaliteit (Beeldmodus) (A71).
.
Opslaan
Opslaan
Opslaan
Schuifbalk
59
Opnamefuncties
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Druk op de multi-selector H (m), J (n), I (D) of K (o) tijdens het fotograferen
om de volgende functies te gebruiken.
Beschikbare functies
De beschikbare functies verschillen per opnamestand.
Zie “Lijst met standaardinstellingen” (A69) voor meer informatie over de
standaardinstellingen in elke opnamestand.
1
De instelling verschilt per onderwerpstand. Zie “Lijst met standaardinstellingen” (A69)
voor meer informatie.
2
De insteling verschilt per instelling van slim portret. Zie “Lijst met standaardinstellingen”
(A69) voor meer informatie.
Functie A
x, y,
j, o
F V u
m Flitsstand (A60) w
1
w
2
- w
n Zelfontspanner (A63) ww
2
- w
D Macro-stand (A64) w - ww
o
Creatieve schuifbalk
(o Helderheid
(belichtingscompensatie)/
GLevendigheid /
F Kleurtoon (A65)
w - w -
Belichtingscompensatie
(A68)
- w - w
Zelfontspanner
Macro-stand
Automatisch
0.0
0.0
0.0
Helderheid (Bel. +/-)
n Zelfontspanner (A63)
D Macro-stand (A64)
m Flitsstand (A60)
Belichtingscompensatie
(A68)
o
Creatieve schuifbalk (
A
65)/
60
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
De flitser gebruiken (flitsstanden)
U kunt een flitsstand kiezen die het best past bij de opnamecondities.
1 Druk op H (flitsstand m) op de multi-selector.
2 Gebruik de multi-selector om de gewenste
stand te selecteren en druk op de
k knop.
Zie “Beschikbare flitserstanden” (A61) voor meer
informatie.
Als u niet op de k knop drukt binnen een paar
seconden, wordt de selectie geannuleerd.
Als u U (auto) instelt, wordt D slechts een paar
seconden weergegeven, ongeacht de Foto-
informatie instellingen (A100).
3 Kadreer het onderwerp en maak de foto.
Het flitserlampje geeft de status van de flitser aan
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
- Aan: De flitser treedt in werking als u de
ontspanknop volledig indrukt.
- Knippert: De flitser is aan het laden. De camera kan
geen foto's maken.
- Uit: De flitser werkt niet wanneer de foto wordt
gemaakt.
Als de batterij bijna leeg is, gaat de monitor uit terwijl
de flitser wordt opgeladen.
C Effectief bereik van de flitser
De flitser heeft een bereik van ca. 0,5 tot 5,1 m voor de groothoekstand en ca. 1,5 tot 3,0 m voor de
telezoomstand (als ISO-waarde is ingesteld op Automatisch).
Automatisch
61
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
De flitser activeren
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, wordt de flitser automatisch geactiveerd als er aan
de vereiste voorwaarden voor fotograferen met flitser is voldaan.
Automatisch flitsen (
U
automatisch,
V
automatisch met rode-ogencorrectie of
Y
automatisch met lange sluitertijd): Als er
onvoldoende licht is, wordt de flitser automatisch
geactiveerd wanneer u de ontspanknop half indrukt.
De camera bepaalt of de flitser al dan niet
geactiveerd moet worden op basis van de
helderheid van het onderwerp en de gebruikte instellingen bij het fotograferen.
W
uit: De flitser wordt niet geactiveerd, ook niet wanneer de ontspanknop half wordt
ingedrukt. De camera kan foto's maken zonder flitser.
X
invulflits: De flitser wordt geactiveerd wanneer de ontspanknop bij het fotograferen
half wordt ingedrukt.
Flitser inklappen
Als u de flitser niet wilt gebruiken, duw deze dan voorzichtig omlaag
totdat deze vastklikt.
Beschikbare flitserstanden
U
Automatisch
Bij weinig licht wordt automatisch de flitser gebruikt.
V
Autom. met rode-ogenred.
Beste keuze voor portretten. Vermindert rode ogen in flitsfoto's (
A
62).
W
Uit
Flitser treedt niet in werking.
Aangeraden wordt om een statief te gebruiken om trillingen van de camera tegen te gaan bij
fotograferen op een donkere plaats.
X
Invulflits
De flitser treedt in werking zodra u een foto maakt, ongeacht de helderheid van het onderwerp.
Gebruik deze stand om schaduwen en onderwerpen met tegenlicht “in te vullen” (te verlichten).
Y
Lange sluitertijd
Automatisch wordt gecombineerd met lange sluitertijd. Geschikt voor portretten van personen die
in het donker of bij weinig licht worden gemaakt. De flitser verlicht het hoofdonderwerp. De lange
sluitertijd wordt gebruikt om de achtergrond vast te leggen.
62
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
C Flitsstandinstelling
De instelling verschilt per opnamestand. Zie “Beschikbare functies” (A59) en “Lijst met
standaardinstellingen” (A69) voor meer informatie.
Deze functie mag niet gebruikt worden in combinatie met bepaalde andere functies. Zie “Functies
die niet tegelijkertijd gebruikt kunnen worden” (A73).
In de A (auto) stand blijft de gewijzigde flitsstandinstelling ook na het uitschakelen van de
camera in het geheugen van de camera opgeslagen.
C Automatisch met rode-ogenreductie
Deze camera heeft een functie voor geavanceerde rode-ogenreductie (“In-Camera Red-Eye Fix”).
Als de camera rode ogen detecteert zodra de foto is genomen, wordt het betreffende beeld door de
camera met rode-ogenreductie bewerkt voordat dit wordt opgeslagen.
Let op het volgende wanneer u foto's maakt:
De tijd vereist om de foto op te slaan, neemt iets toe.
Deze geavanceerde rode-ogenreductie zal in sommige situaties niet het gewenste resultaat
opleveren.
In sporadische gevallen zullen ook andere gebieden dan alleen rode ogen door de camera
worden nabewerkt. Gebruik in zo’n geval een andere opnamestand en probeer het opnieuw.
63
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
Zelfontspanner gebruiken
De camera is uitgerust met een zelfontspanner die de sluiter tien of twee seconden
na het indrukken van de ontspanknop ontspant. De zelfontspanner is handig
wanneer u zelf op de foto wilt die u maakt en wanneer u de effecten van
cameratrillingen door het indrukken van de ontspanknop wilt voorkomen.
Bij gebruik van de zelfontspanner wordt een statief aanbevolen. Stel
Vibratiereductie
in het setup-menu (
A
100) in op
Uit
wanneer gebruik wordt
gemaakt van een statief om de camera te stabiliseren.
1 Druk op J (n zelfontspanner) op de multi-
selector.
2 Gebruik de multi-selector om n10s of n2s
te selecteren en druk op de k knop.
n10s (tien seconden): geschikt voor groepfoto's.
n
2s
(twee seconden): geschikt voor het voorkomen van
cameratrilling.
Als de opnamestand is ingesteld op
Dierenportret
in
de onderwerpstand, wordt
Y
(Dierenp. autom. ontsp.)
weergegeven (
A
48). De zelfontspanner
n
10s
en
n
2s
zijn niet beschikbaar.
Als u niet op de k knop drukt binnen een paar seconden, wordt de selectie
geannuleerd.
3 Kader het beeld en druk de ontspanknop half in.
Stel de scherpstelling en belichting in.
4 Druk de ontspanknop helemaal in om
de foto te maken.
Het aantal seconden tot de opname wordt
weergegeven. Het zelfontspannerlampje
knippert terwijl de timer aftelt. Ongeveer 1
seconde voordat de sluiter wordt geopend,
gaat het lampje continu branden.
Nadat de opname is gemaakt, wisselt de
zelfontspanner OFF.
Als u de zelfontspanner wilt stoppen voordat
de foto is genomen, drukt u nogmaals op de
ontspanknop.
Zelfontspanner
9
9
64
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
Macro-stand gebruiken
In de macro-stand kan de camera scherpstellen op onderwerpen tot op een
afstand van 4 cm tot het objectief.
Deze functie is handig bij het maken van close-up foto's van bloemen en andere kleine
onderwerpen.
1 Druk op I (p macro-stand) op de multi-
selector.
2 Druk op de multi-selector om ON te
selecteren en druk op de k knop.
Het pictogram macro-stand (F) wordt weergegeven.
Als een instelling niet wordt toegepast door binnen
een paar seconden op de k knop te drukken, wordt
de selectie geannuleerd.
3 Draai de zoomknop naar de zoomstand waarbij
F en de zoomaanduiding groen oplichten.
Hoe dicht u het onderwerp bij het fotograferen kunt
benaderen, hangt af van de zoomstand.
Als de zoom is ingesteld op een stand waarbij F en de
zoomaanduiding groen oplichten, kan de camera scherpstellen op onderwerpen tot
op een afstand van 10 cm tot het objectief.
In de maximale groothoekstand (de G zoomstand) kan de camera scherpstellen op
onderwerpen tot op een afstand van 4 cm tot het objectief.
Macro-stand
B
Opmerkingen over de flitser gebruiken
De flitser kan misschien niet het volledige onderwerp verlichten op afstanden van minder dan 50 cm tot de camera.
C
Autofocus
Als de macro-stand wordt gebruikt in de
A
(auto) stand of continu-opnamestand, kunt u scherpstellen zonder de ontspanknop half in
te drukken door
Autofocus-stand
(
A
37) in het opnamemenu (
A
36) in te stellen op
Fulltime-AF
.
Wanneer andere opnamestanden worden gebruikt, wordt automatisch
Fulltime-AF
geactiveerd wanneer de macro-stand
ingeschakeld is (behalve als
O
(dierenportret) wordt gebruikt).
U kunt het geluid van het scherpstellen van de camera horen.
C
De macro-standinstelling
Macro-stand kan in bepaalde opnamestanden niet worden gebruikt. Zie ““Lijst met standaardinstellingen” (
A
69)” voor meer
informatie.
De
A
(auto) stand en continu-opnamestand delen dezelfde macro-standinstelling. In de
A
(auto) stand of continu-
opnamestand blijft de macro-standinstelling ook na het uitschakelen van de camera in het geheugen van de camera opgeslagen.
65
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
Helderheid (Belichtingscompensatie), Levendigheid en
kleurtoon (creatieve schuifbalk) instellen
Wanneer de opnamestand (A24) is ingesteld op de A (auto) stand (A36) of
continu-opnamestand (A53), gebruik de creatieve schuifbalk dan om de
helderheid (belichtingscompensatie), levendigheid en kleurtoon voor het maken
van foto's in te stellen.
De creatieve schuifbalk bedienen
1 Druk op de multi-selector K (o).
2 Druk op de multi-selector J of K om o, G of F te selecteren.
o: Helderheid (Bel. +/-) (belichtingscompensatie)
G: Levendigheid (verzadigingsinstelling)
F: Kleurtoon (witbalansinstelling)
3 Stel de helderheid, levendigheid of kleurtoon
in.
Gebruik de multi-selector zoals hieronder beschreven.
- HI: De instelknop wordt verplaatst. Het effect kan
worden ingesteld terwijl de resultaten op de
monitor bevestigd worden. Het effect kan ook
ingesteld worden door de multi-selector te draaien.
- J K: Schakelt tussen Helderheid (Bel. +/-)
(belichtingscompensatie), levendigheid en
kleurtoon.
Voor meer informatie over elk item, zie:
- o: “Helderheid instellen (belichtingscompensatie)” (A67)
- G: “Levendigheid instellen (verzadigingsinstelling)” (A67)
- F: “Kleurtoon instellen (witbalansinstelling)” (A67)
Voor het uitschakelen van de creatieve schuifbalk, drukt u op J of K om P te
selecteren, en drukt u vervolgens op de k knop.
0.0
0.0
0.0
Helderheid (Bel. +/-)
Schuif
+0.3
+0.3
+0.3
Helderheid (Bel. +/-)
66
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
4 Wanneer de instelling voltooid is, drukt u op
J of K om y te selecteren, en drukt u
vervolgens op de k knop.
Wanneer de k knop (behalve als P geselecteerd is) of
de ontspanknop wordt ingedrukt bij stap 3, dan wordt
de geselecteerde hoeveelheid effect toegepast.
Wanneer het effect is toegepast, keert de camera terug
naar het opnamescherm.
Wanneer de helderheid wordt ingesteld, worden H en
de compensatiewaarde weergegeven.
Wanneer de levendigheid wordt ingesteld, wordt a
weergegeven.
Wanneer de kleurtoon wordt ingesteld, wordt b
weergegeven.
5 Druk op de ontspanknop om een foto te maken.
Sluiten
+0.3
+0.3
1 1 40
1140
2 9 m 0 s
29m 0s
C Instellingen creatieve schuifbalk
Deze functie mag niet gebruikt worden in combinatie met bepaalde andere functies. Zie “Functies
die niet tegelijkertijd gebruikt kunnen worden” (A73) voor meer informatie.
De
A
(auto) stand en continu-opnamestand delen dezelfde instellingen voor Helderheid (Bel. +/-)
(belichtingscompensatie), Levendigheid en Kleurtoon; deze instellingen worden in het geheugen
van de camera opgeslagen en blijven ook bewaard als de camera wordt uitgeschakeld.
67
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
Helderheid instellen (belichtingscompensatie)
Stel de helderheid van het complete beeld in.
Om het beeld lichter te maken, past u positieve (+)
belichtingscompensatie toe.
Om het beeld donkerder te maken, past u negatieve
(–) belichtingscompensatie toe.
C Het histogram gebruiken
Een histogram is een grafiek waarin de verdeling van tinten in het beeld wordt aangeduid. Gebruik
dit als een richtlijn bij het gebruik van belichtingscompensatie en bij het fotograferen zonder flitser.
De horizontale as geeft het helderheidsniveau van de pixels aan, van links naar rechts oplopend
van donker naar licht. De verticale as geeft aan hoeveel pixels van elk helderheidsniveau er in het
beeld voorkomen.
Bij een toename van de belichtingscompensatie verschuift de tintverdeling naar rechts en bij een
afname verschuift de tintverdeling naar links.
Levendigheid instellen (verzadigingsinstelling)
Stel de levendigheid van het complete beeld in.
De levendigheid van het complete beeld neemt toe
als de schuifbalk omhoog wordt geschoven. De
levendigheid van het complete beeld neemt af als
de schuifbalk omlaag wordt geschoven.
Kleurtoon instellen (witbalansinstelling)
Stel de kleurtoon van het complete beeld in.
Het complete beeld wordt roder als de schuifbalk
omhoog wordt geschoven. Het complete beeld
wordt blauwer als de schuifbalk omlaag wordt
geschoven.
0.0
0.0
0.0
Helderheid (Bel. +/-)
Schuifbalk
Histogram
Belichtings-
compensatie-
waarde
Levendigheid
Schuifbalk
Kleurtoon
Schuifbalk
B Opmerkingen over witbalansinstelling
Wanneer de kleurtoon wordt aangepast met de creatieve schuifbalk, kan
Witbalans
in het opnamemenu
(
A
37) niet worden ingesteld. Voor het instellen van
Witbalans
, selecteert u
P
in het instelscherm voor de
creatieve schuifbalk om de helderheid, levendigheid en kleurtoon te resetten.
68
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
Helderheid instellen (belichtingscompensatie)
Wanneer de opnamestand (A24) is ingesteld op de onderwerpstand (A38), de
slim portret-stand (A50) of de speciale effecten-stand (A57), kunt u de
helderheid (belichtingscompensatie instellen).
1 Druk op K (o belichtingscompensatie) op de
multi-selector.
2 Druk op de multi-selector om een
compensatiewaarde te selecteren.
Om het beeld lichter te maken, past u positieve
(+) belichtingscompensatie toe.
Om het beeld donkerder te maken, past u
negatieve (–) belichtingscompensatie toe.
3 Druk op de k knop om de
compensatiewaarde toe te passen.
Als u niet op de k knop drukt binnen een paar
seconden, wordt de selectie ingesteld en verdwijnt het
instelmenu.
Wanneer een andere compensatiewaarde dan 0.0
wordt toegepast, wordt de waarde met het pictogram
H op de monitor weergegeven.
4 Druk op de ontspanknop om een foto te maken.
Ga terug naar stap 1 en verander de waarde in 0.0 om de belichtingscompensatie uit
te schakelen.
C Belichtingscompensatiewaarde
Als voor de opnamestand de onderwerpstand Vuurwerk (A46) is gekozen, kan de
belichtingscompensatie niet worden gebruikt.
C Histogram
Zie “Het histogram gebruiken” (A67) voor meer informatie.
+0.3
+0.3
+0.3
Belichtingscompensatie
Histogram
Belichtingscompensatiesjabloon
Belichtings-
compensatiewaarde
1 1 40
29m 0s
1140
29m 0s
69
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
Lijst met standaardinstellingen
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hieronder beschreven.
Op de volgende pagina staat vergelijkbare informatie over de onderwerpstand.
1
Kan niet worden gebruikt als Knipperdetectie is ingesteld op Aan.
2
Kan worden ingesteld als Glimlachtimer is ingesteld op Uit.
3
Deze instelling kan niet worden gewijzigd.
De toegepaste instellingen in de A (auto) stand en continu-opnamestand
worden opgeslagen in het geheugen van de camera en blijven ook bewaard als
de camera wordt uitgeschakeld (behalve voor de zelfontspanner).
Opnamestand
Flitsstand
(A60)
Zelfont-
spanner
(A63)
Macro-
stand
(A64)
Creatieve
schuifbalk
(A65)
Belichtings-
compensatie
(A67,A68)
A (auto)
(A36)
U OFF OFF OFF 0.0
F (slim portret)
(A50)
U
1
OFF
2
OFF
3
-0.0
V (continu)
(A53)
W
3
OFF
3
OFF OFF 0.0
u
(speciale
effecten) (A57)
W OFF OFF - 0.0
70
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Opnamefuncties
De standaardinstellingen per onderwerpstand worden hieronder beschreven.
1
U (automatisch) of W (off) kunnen worden geselecteerd. Als U (automatisch) wordt
toegepast, kiest de camera automatisch de meest optimale flitsstand voor de scène die de
camera zelf heeft gekozen.
2
Deze instelling kan niet worden gewijzigd.
3
Flitser is vast ingesteld op X (invulflits) als HDR is ingesteld op Uit, en is vast ingesteld op
W (uit) als HDR is ingesteld op Aan.
4
Deze instelling kan niet worden gewijzigd. De invulflits gaat af voor rode-ogenreductie.
5
De lange sluitertijd met rode-ogenreductie kan gebruikt worden. Andere instellingen
kunnen geselecteerd worden.
6
De zelfontspanner is niet beschikbaar. Dierenportret automatisch ontspannen (A48) kan
ingesteld worden op aan of uit.
Flitsstand
(A60)
Zelfontspanner
(A63)
Macro-stand
(A64)
Belichtings-
compensatie
(A68)
x (A39) U
1
OFF OFF
2
0.0
j (A40) W
2
OFF OFF
2
0.0
R (A41) X/W
3
OFF OFF
2
0.0
b (A42) V OFF OFF
2
0.0
c (A42) W
2
OFF OFF
2
0.0
d (A42) W
2
OFF
2
OFF
2
0.0
e (A43) V
4
OFF OFF
2
0.0
f (A44) V
5
OFF OFF
2
0.0
Z (A44) U OFF OFF
2
0.0
z (A44) U OFF OFF
2
0.0
h (A44) W
2
OFF OFF
2
0.0
i (A44) W
2
OFF OFF
2
0.0
k (A45) W OFF ON
2
0.0
u (A45) W
2
OFF ON
2
0.0
l (A46) W
2
OFF OFF 0.0
m (A46) W
2
OFF
2
OFF
2
0.0
2
n (A46) W OFF OFF 0.0
V (A47) W
2
OFF
2
OFF
2
0.0
O (A48) W
2
Y
6
OFF 0.0
s (A49) W
2
OFF
2
OFF 0.0
C Functies die niet tegelijkertijd gebruikt kunnen worden
Deze functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt in combinatie met sommige andere functies
(A73).
71
Opnamefuncties
Het beeldformaat wijzigen (beeldmodus)
U kunt de combinatie van beeldformaat en compressieverhouding selecteren die
gebruikt wordt bij het opslaan van beelden.
Selecteer de meest geschikte beeldstand voor de manier waarop de beelden
gebruikt worden en voor de capaciteit van het interne geheugen of de
geheugenkaart. Hoe hoger de beeldstandinstelling, hoe groter het formaat
waarop afgedrukt kan worden, maar het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen is lager.
Beeldmodusinstellingen (beeldformaat en beeldkwaliteit)
* Het totale aantal pixels en het aantal pixels horizontaal en verticaal.
Voorbeeld: Q 4608×3456 = ca. 16 megapixels, 4608 × 3456 pixels
Het pictogram voor de geselecteerde instelling wordt weergegeven op de
monitor in de opname- en weergavestanden (A6, 8).
Weergave van het opnamescherm M d knop (A11) M Beeldmodus
Optie* Beschrijving
Q 4608×3456P
Beelden zijn van hogere kwaliteit dan P. De
compressieverhouding is ca. 1:4.
P 4608×3456
(standaardinstelling)
Goede balans tussen bestandsformaat en beeldkwaliteit, geschikt
voor de meeste situaties. De compressieverhouding is ca. 1:8.R 3264×2448
r 2272×1704
q 1600×1200
Kleiner dan P, R en r; voor het opslaan van meer foto’s.
De compressieverhouding is ca. 1:8.
O 640×480
Geschikt voor weergave op een televisie met een beeldverhouding
van 4:3, of voor gebruik als e-mailbijlage. De compressieverhouding
is ca. 1:8.
l 4608×2592
Er kunnen foto's met een beeldverhouding van 16:9 worden
gemaakt. De compressieverhouding is ca. 1:8.
C Opmerkingen over beeldstand
De instelling wordt ook toegepast bij andere opnamestanden.
De functie kan niet worden gebruikt in combinatie met sommige andere functies. Zie “Functies
die niet tegelijkertijd gebruikt kunnen worden” (A73) voor meer informatie.
Wanneer de onderwerpstand (A38) is ingesteld op Eenvoudig panorama of 3D-fotografie,
dan is de beeldstand niet beschikbaar.
72
Het beeldformaat wijzigen (beeldmodus)
Opnamefuncties
C Aantal resterende opnamen
In de onderstaande tabel ziet u hoeveel foto’s er ongeveer in het interne geheugen en op een
geheugenkaart van 4 GB kunnen worden opgeslagen. Let op: het aantal foto’s dat kan worden
opgeslagen, hangt af van de compositie van de foto (vanwege JPEG-compressie). Het aantal is
bovendien afhankelijk van het merk van de geheugenkaart, zelfs bij gelijke capaciteit.
1
Als het aantal resterende opnamen 10.000 of meer is, wordt “9999” weergegeven.
2
Het printformaat bij een uiteindelijke resolutie van 300 dpi. De printformaten worden
berekend door het aantal pixels te delen door de printerresolutie (dpi) en te
vermenigvuldigen met 2,54 cm. Bij hetzelfde beeldformaat worden foto’s die worden
afgedrukt met een hogere resolutie echter kleiner afgedrukt dan het aangegeven formaat,
terwijl foto’s die worden afgedrukt met een lagere resolutie groter worden afgedrukt dan
het aangegeven formaat.
Beeldstand
Intern geheugen
Geheugen-
kaart
1
(4 GB)
Afdrukformaat
2
(cm)
COOLPIX
S9300: 26 MB
COOLPIX
S9200: 25 MB
Q 4608×3456P 2 2 590 39 × 29
P 4608×3456 4 4 1.140 39 × 29
R 3264×2448
9 8 2.230 28 × 21
r 2272×1704 20 18 4.560 19 × 14
q 1600×1200 43 40 8.610 13 × 10
O 640×480 140 132 24.100 5 × 4
l 4608×2592 5 5 1.470 39 × 22
73
Opnamefuncties
Functies die niet tegelijkertijd gebruikt kunnen worden
Enkele opnameinstellingen kunnen niet worden gebruikt in combinatie met
andere functies.
B Opmerkingen over digitale zoom
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in combinatie met bepaalde opnamestanden.
Als de digitale zoom in werking is, worden de te selecteren opties voor de AF-veldstand of de
lichtmetingstand beperkt (E76).
Beperkte functie Instelling Beschrijving
Flitsstand
Knipperdetectie
(
A
51)
Wanneer
Knipperdetectie
is ingesteld op
Aan
, kan de flitser niet
worden gebruikt.
Zelfontspanner
AF-veldstand
(
A
37)
Wanneer
Onderwerp volgen
is ingesteld, is de zelfontspanner
niet beschikbaar.
Glimlachtimer
(
A
50)
Wanneer met
Glimlachtimer
gefotografeerd wordt, kan de
zelfontspanner niet worden gebruikt.
Macro-stand
AF-veldstand
(
A
37)
Wanneer
Onderwerp volgen
is ingesteld, kan de macro-stand
niet worden gebruikt.
Beeldmodus
Continu (
A
53)
Beeldmodus
is vast ingesteld op de volgende waarden,
afhankelijk van de instellingen voor continu-opname.
Continu H: 120 bps
:
O
(beeldformaat: 640 × 480 pixels).
Continu H: 60 bps
:
M
(beeldformaat: 1280 × 960 pixels).
Multi-shot 16
:
L
(beeldformaat: 2560 × 1920 pixels).
ISO-waarde
Continu (
A
53)
Bij opname met
Vooropnamecache
,
Continu H: 120 bps
,
Continu H: 60 bps
of
Multi-shot 16
, wordt de
ISO-waarde
automatisch ingesteld op basis van de lichtomstandigheden.
Witbalans
Kleurtoon (met de
creatieve schuifbalk)
(
A
67)
Wanneer de kleurtoon wordt aangepast met de creatieve
schuifbalk, kan
Witbalans
in het opnamemenu niet worden
ingesteld. Voor het instellen van
Witbalans
, selecteert u
P
in het
instelscherm voor de creatieve schuifbalk om de helderheid,
levendigheid en kleurtoon te resetten.
Datum
afdrukken
Continu (
A
53)
Bij opname met
Vooropnamecache
,
Continu H: 120 bps
of
Continu H: 60 bps
, wordt de opnamedatum niet afgedrukt.
Bewegingsde-
tectie
AF-veldstand
(
A
37)
Bewegingsdetectie
wordt uitgeschakeld bij opname met
Onderwerp volgen
.
ISO-waarde (
A
37)
Bewegingsdetectie
is uitgeschakeld wanneer de ISO-waarde
niet op
Automatisch
is ingesteld.
Continu (
A
53)
Bewegingsdetectie
is noeit geactiveerd bij opname met een
andere optie dan
BSS
.
Digitale zoom
AF-veldstand
(
A
37)
De digitale zoom kan niet worden gebruikt als
AF-veldstand
is
ingesteld op
Onderwerp volgen
.
Continu (
A
53)
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in combinatie met
Multi-shot 16
.
74
Opnamefuncties
Scherpstellen op het onderwerp
Het scherpstelveld of scherpstelbereik voor de weergave van een scherpstelveld is
afhankelijk van de opnamestand.
Het onderwerp te dicht bij de camera. Probeer om een opname te maken met
de macro-stand (A64) of Close-up onderwerpstand (A45).
Wanneer er in de A (auto) stand of continu-opnamestand gefotografeerd
wordt, kunt u de manier waarop het scherpstelveld wordt bepaald met de
AF-veldstand (A37) instellen.
De camera kan mogelijk niet scherpstellen op de onderwerpen waarbij
automatische scherpstelling niet uitziet als wordt verwacht(A29). Wanneer de
camera niet scherpstelt, probeer dan de ontspanknop enkele malen half in te
drukken of gebruik te maken van scherpstelvergrendeling (A76).
75
Scherpstellen op het onderwerp
Opnamefuncties
Gezichtsdetectie gebruiken
In de volgende opnamestanden gebruikt de camera
gezichtsdetectie om automatisch scherp te stellen op
gezichten. Als de camera meer dan één gezicht
herkent, wordt een dubbele rand weergegeven om het
gezicht waarop de camera scherpstelt en enkele
randen om de andere gezichten.
Als
Gezichtprioriteit
wordt gebruikt en u de ontspanknop half indrukt terwijl geen gezichten herkend
worden of terwijl een opname gekadreerd wordt zonder gezicht, selecteert de camera automatisch de
scherpstelvelden (maximaal negen) met daarin het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt.
Als
x
(Autom. scènekeuzekn.)
,
is geselecteerd, verandert het scherpstelveld, afhankelijk van het onderwerp
dat de camera selecteert.
Als de camera geen gezichten herkent als u de ontspanknop half indrukt in de onderwerpstand
Portret
of
Nachtportret
, of de slim portret-stand, zal de camera scherpstellen op het onderwerp in het midden van het
beeld.
B
Opmerkingen over gezichtsdetectie
Of de camera gezichten herkent, hangt af van diverse factoren, bijvoorbeeld of het gezicht van de persoon
naar de camera is gericht. In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen gezichten herkennen:
- Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
Als het kader meer dan één gezicht bevat, zijn de door de camera herkende gezichten en het gezicht waarop
de camera scherpstelt afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de richting waarin het onderwerp kijkt.
In sommige gevallen, zoals beschreven onder “Autofocus” (
A
29), kan het gebeuren dat het onderwerp niet
scherpgesteld is, zelfs als de dubbele rand groen wordt. Wanneer de camera niet scherpstelt, probeer dan
“Scherpstelvergrendeling” (
A
76).
C
Foto's met gezichtsdetectie bekijken
Tijdens de weergave draait de camera foto's automatisch, afhankelijk van de richting waarin de gezichten
kijken tijdens de opname (behalve voor foto's gemaakt met continu-opname (
A
53)).
Als ingezoomd wordt op een foto in schermvullende weergave door de zoomknop naar
g
(
i
) te draaien,
wordt de foto vergroot in het midden van het gezicht van dat tijdens de opname herkend is (
A
31
)
(behalve voor foto's gemaakt met continu-opname (
A
53)).
Opnamestand
Aantal gezichten die
herkend kunnen
worden
Scherpstelveld (dubbele rand)
Gezichtprioriteit
wordt
geslecteerd voor
AF-veldstand
(
A
37) in de
A
(auto) stand of
continu-opname stand
Maximaal 12
Het gezicht dat zich het dichtst bij
de camera bevindt
x
(Autom. scènekeuzekn.),
Portret
,
Nachtportret
onderwerpstand
(
A
38)
F
Slim portret-stand (
A
50) Maximaal 3
Het gezicht dat zich het dichtst bij
het midden van het beeld bevindt
1140
1140
1140
29m 0s
29m 0s
29m 0s
76
Scherpstellen op het onderwerp
Opnamefuncties
Scherpstelvergrendeling
Gebruik de scherpstelvergrendeling als centrum is geselecteerd voor AF-veldstand
en u wilt scherpstellen op een onderwerp dat zich niet in het midden van het
beeld bevindt.
Om scherp te stellen op onderwerpen die zich niet in het midden van het beeld
bevinden als AF-veldstand (A37) is ingesteld op Centrum in de A (auto)
stand of continu-opnamestand, gebruikt u de scherpstelvergrendeling zoals
hieronder beschreven.
1 Positioneer het onderwerp in het midden
van het beeld.
2 Druk de ontspanknop half in.
Het onderwerp is scherpgesteld en het
scherpstelveld licht groen op.
Tevens is de belichting vergrendeld.
3 Blijf de ontspanknop half ingedrukt
houden en pas de kadrering aan.
Zorg dat dezelfde afstand tussen de camera en het
onderwerp wordt aangehouden.
4 Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te
maken.
1 1 40
1140
2 9 m 0 s
29m 0s
1/25
1/250
1/250 F3.5
F3.5
F3.5
1/2501/250
F3.5
F3.5
F3.5
77
Weergavefuncties
Weergavefuncties
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe bepaalde soorten foto's geselecteerd
kunnen worden voor weergave en wat de beschikbare functies zijn tijdens de
weergave van foto's.
Filtereecten
Snel retoucheren
D-Lighting
Huid verzachten
Afdrukopdracht
Diashow
Beveiligen
Weergavemenu
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
4
4 132
132
132
78
Weergavefuncties
Weergavefuncties
Bepaalde soorten foto's selecteren om weer te geven
De weergavestand kan gewijzigd worden op basis van het soort foto's dat u wilt bekijken.
Beschikbare weergavestanden
Schakelen tussen weergavestanden
1 Druk bij de weergave van foto's op de d knop.
2 Druk op de multi-selector J.
De tabselectie wordt geactiveerd.
3 Druk op H of I om de N tab te kiezen en
druk vervolgens op k knop of K.
c
Afspelen
A
30
Alle beelden worden weergegeven zonder het type beelden te selecteren. Wanneer u
schakelt van opnamestand naar weergavestand, dan wordt deze stand geselecteerd.
h
Favoriete beelden
E
9
Alleen de beelden weergeven die aan een album zijn toegevoegd. Voordat er naar deze
stand geschakeld wordt, moeten beelden worden toegevoegd aan het album (
A
81,
E
9).
F
Automatisch sorteren
E
13
De gemaakte foto's worden automatisch gesorteerd in categorieën zoals portret, landschap
en films. Alleen foto's van dezelfde categorie worden weergegeven.
C
Sorteer op datum
E
15
Alleen foto's gemaakt op dezelfde datum worden weergegeven.
Filtereecten
Snel retoucheren
D-Lighting
Huid verzachten
Afdrukopdracht
Diashow
Beveiligen
Weergavemenu
Sorteer op datum
Afspelen
Favoriete beelden
Automatisch sorteren
Weergavestand
79
Bepaalde soorten foto's selecteren om weer te geven
Weergavefuncties
4 Druk op H of I om een stand te kiezen en
druk op de k knop.
Als u Afspelen selecteert, wordt het weergavescherm
getoond.
Als u oiets anders dan Afspelen selecteert, ga dan naar
stap 5.
5 Selecteer een album, categorie of opnamedatum en druk vervolgens
op de k knop.
h Zie “Stand favoriete beelden” (E9) voor meer
informatie.
F Zie “Stand automatisch sorteren” (E13) voor meer
informatie.
C Zie “Stand sorteer op datum” (E15) voor meer
informatie.
Om album, categorie of opnamedatum opnieuw te
selecteren, herhaalt u de handeling vanaf stap 1.
Sorteer op datum
Afspelen
Favoriete beelden
Automatisch sorteren
Weergavestand
Andere onderwerpen
Portretten
Stand automatisch
sorteren
80
Weergavefuncties
Beschikbare functies in de weergavestand (weergavemenu)
U kunt de volgende functies configureren.
*
Selecteer de h (favoriete beelden), F (automatisch sorteren) of C (sorteren op datum)
tab wanneer op de weergavestand favoriete beelden, automatisch sorteren of sorteren op
datum wordt overgeschakeld.
Druk op de c knop (in de schermvullende weergave of miniatuurweergave) M d
knop M c (weergavemenu) tab (A11) *
Optie Beschrijving A
k
Snel
retoucheren
1, 2
Maak geretoucheerde foto’s waarin contrast en
verzadiging zijn verhoogd.
E18
I D-Lighting
1, 2
Kan worden gebruikt om kopieën te maken met een
verbeterde helderheid en contrast, waardoor donkere
gedeeltes van een foto lichter worden.
E18
e
Huid verzachten
1, 2
Als deze functie geactiveerd is, herkent de camera
gezichten op foto's en maakt vervolgens een kopie met
zachtere huidtinten.
E19
p Filtereffecten
1, 2
Meerdere effecten toepassen m.b.v. digitaal filter. De
beschikbare effecten zijn Zacht, Selectieve kleur, Ster,
Fisheye, Miniatuureffect en Schilderij.
E20
a
Afdrukopdracht
3, 4
Als een printer word gebruikt om foto's af te drukken die
op een geheugenkaart zijn opgeslagen, kan de
printopdrachtfunctie worden gebruikt om te selecteren
welke foto's afgedrukt moeten worden en hoeveel
afdrukken gemaakt moeten worden.
E43
b Diashow
Bekijk de foto’s in het interne geheugen of op een
geheugenkaart in een automatische diashow.
E46
d Beveiligen
3
Geselecteerde foto’s of films tegen ongewild wissen
beveiligen.
E47
f Beeld draaien
2, 4
Geef aan in welke richting de opgeslagen foto's in de
weergavestand getoond moeten worden.
E49
g Kleine
afbeelding
1, 2
Maak een klein beeld van de gemaakte foto. Deze
functie is handig om kopieën te maken voor websites of
emailbijlagen.
E21
Filtereecten
Snel retoucheren
D-Lighting
Huid verzachten
Afdrukopdracht
Diashow
Beveiligen
Weergavemenu
81
Beschikbare functies in de weergavestand (weergavemenu)
Weergavefuncties
1
Deze functie wordt toegepast om de momenteel geselecteerde foto te bewerken en het
resultaat als een azonderlijk bestand op te slaan. Neem echter in acht dat de volgende
foto's niet bewerkt kunnen worden.
Foto's gemaakt met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9
Foto's gemaakt met Eenvoudig panorama of 3D-fotografie
Neem ook in acht dat het retoucheren van bewerkte foto's beperkt is (E16, E17).
2
Deze functie kan niet worden gebruikt voor foto's in een reeks als alleen de hoofdfoto
wordt weergegeven. Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u de k knop indrukken
om afzonderlijke foto's weer te geven alvorens het menu op te roepen.
3
Druk in de datumsorteerstand op de d knop in het datumsorteervenster om dezelfde
instelling te gebruiken voor alle foto's die op de geselecteerde datum gemaakt zijn.
4
De functie kan niet worden toegepast op foto's gemaakt in de onderwerpstand
3D-fotografie.
5
Deze functie kan niet geselecteerd worden in de stand favoriete beelden, automatisch
sorteren of sorteren op datum.
Zie “Foto's bewerken” (E16) en “Het weergavemenu” (E43) in het
referentiegedeelte voor meer informatie over elke functie.
E Spraakmemo
2
Gebruik de microfoon van de camera om spraakmemo's
op te nemen en voeg ze als bijlage toe aan een foto.
Spraakmemo's kunnen ook afgespeeld of gewist
worden.
E50
h Kopiëren
5
Kopieer foto’s tussen het interne geheugen en een
geheugenkaart. Deze functie kan ook gebruikt worden
om films te kopiëren.
E51
C
Reeksweergaveopties
Geef een reeks continu gemaakte foto's als afzonderlijke
beelden weer of geef alleen de hoofdfoto van een reeks
weer.
E52
x Kies hoofdfoto
Wijzig de hoofdfoto voor de reeks continu gemaakte
foto's (Foto's in een reeks, E7).
Als deze instelling wordt gewijzigd, selecteer dan de
gewenste reeks voordat het menu wordt
weergegeven.
E52
h Favoriete beelden
Foto's selecteren en aan een album toevoegen.
Deze optie wordt niet weergegeven in de stand
favoriete beelden.
E9
h Verwijderen uit
favor.
Foto uit een album verwijderen.
Deze optie wordt alleen weergegeven in de stand
favoriete beelden.
E11
Optie Beschrijving A
82
Weergavefuncties
Camera aansluiten op een tv, computer of printer
U kunt meer plezier hebben van foto's en films door de camera aan te sluiten op
een tv, computer of printer.
Voordat de camera op een extern apparaat wordt aangesloten, moet u
controleren of het batterijniveau voldoende is en moet u de camera uitzetten.
Zie voor informatie over aansluitmethodes en procedures de documentatie die
bij het externe apparaat hoort.
Foto's op een tv bekijken E23
U kunt foto's en films die gemaakt zijn met de camera op een tv
bekijken.
Aansluitmethode: Sluit de video- en audiopluggen van de bijgeleverde
AV-kabel EG-CP16 aan op de aansluitingen van de tv. Of sluit een apart
verkrijgbare HDMI-kabel (type C) aan op de HDMI-aansluiting van de tv.
Foto's bekijken en beheren op een computer A83
Als u foto's kopieert naar een computer, kunt u foto's retoucheren,
fotogegevens beheren en foto's en films bekijken en afspelen.
Aansluitmethode: Sluit de camera aan op de USB-aansluiting van de
computer met de bijgeleverde USB-kabel UC-E6.
Installeer eerst ViewNX 2 op de computer met behulp van de
meegeleverde ViewNX 2 installatie-cd, voordat u de camera op een
computer aansluit. Zie A85 voor meer informatie over de ViewNX 2
installatie-cd en het kopiëren van beelden naar een computer.
Als USB-apparaten aangesloten zijn die gevoed worden door de
computer, moeten ze losgekoppeld worden van de computer
voordat u de camera aansluit. Als de camera en andere USB-gevoede
apparaten tegelijkertijd op dezelfde computer zijn aangesloten, kan
dit leiden tot een functiestoring van de camera of een overmatige
voeding door de computer, wat schade aan de camera of de
geheugenkaart tot gevolg kan hebben.
Foto's afdrukken zonder computer E26
Als u de camera op een PictBridge-compatibele printer aansluit, kunt u
foto's afdrukken zonder een computer te gebruiken.
Aansluitmethode: Sluit de camera rechtstreeks op de USB-aansluiting
van de printer aan met de bijgeleverde USB-kabel UC-E6.
HDMI-mini-aansluiting (type C)
USB/AV-aansluiting
Plug recht in apparaat steken
83
Weergavefuncties
ViewNX 2 gebruiken
ViewNX 2 is een alles-in-één softwarepakket waarmee u foto's kunnen kopiëren,
bekijken, bewerken en delen.
Installeer ViewNX 2 met behulp van de ViewNX 2 installatie-cd.
Installeren van ViewNX 2
Een internetaansluiting is vereist.
Compatibele besturingssystemen
Windows
Windows 7 Home Basic/Home Premium/Professional/Enterprise/Ultimate
(Service Pack 1)
Windows Vista Home Basic/Home Premium/Business/Enterprise/Ultimate
(Service Pack 2)
Windows XP Home Edition/Professional (Service Pack 3)
Macintosh
Mac OS X (versie 10.5.8, 10.6.8, 10.7.2)
Raadpleeg de Nikon website voor de meest recente informatie over compatibele
besturingssystemen.
1 Start de computer op en plaats de ViewNX 2 installatie-cd in het
cdromstation.
Mac OS: Als het ViewNX 2 venster verschijnt, moet u dubbelklikken op het Welcome
pictogram.
Uw toolbox voor beeldbewerking ViewNX 2™
84
ViewNX 2 gebruiken
Weergavefuncties
2 Kies een taal in het taalkeuzedialoogvenster om het installatievenster
te openen.
Als de gewenste taal niet beschikbaar is, kunt u op Regiokeuze klikken om een
andere regio en vervolgens de gewenste taal te kiezen (de Regiokeuze knop is niet
beschikbaar in de Europese versie).
Klik op Volgende om het installatiescherm weer te geven.
3 Start het installatieprogramma.
Wij raden u aan om op Installatiehandleiding in het installatievenster te klikken om
de helpinformatie over de installatie en de systeemeisen te raadplegen voordat u
ViewNX 2 installeert.
Klik op Standaardinstallatie (aanbevolen) in het installatievenster.
4 Download de software.
Zodra het Software Download scherm wordt weergegeven, klik op Akkoord -
Begin met downloaden.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te installeren.
5 Verlaat het installatieprogramma als het eindscherm voor installatie
verschijnt.
Windows: Klik op Ja.
Mac OS: Klik op OK.
De volgende software wordt geïnstalleerd:
ViewNX 2 (bestaat uit de drie onderstaande modules)
- Nikon Transfer 2: Voor het kopiëren van foto's naar een computer
- ViewNX 2: Voor het bekijken, bewerken en afdrukken van foto's
- Nikon Movie Editor: Voor de standaard bewerking van overgespeelde films
Panorama Maker 6 (voor het maken van een panoramafoto van een reeks gemaakte
foto's, bijvoorbeeld van een landschap)
QuickTime (alleen voor Windows)
6 Verwijder de ViewNX 2 installatie-cd uit het cd-romstation.
85
ViewNX 2 gebruiken
Weergavefuncties
Foto's naar een computer kopiëren
1 Kies hoe foto's naar een computer gekopieerd worden.
Kies van de onderstaande methodes:
Rechtstreekse USB-aansluiting: Schakel de camera uit en zorg dat de geheugenkaart
in de camera zit. Sluit de camera aan op de computer met de meegeleverde USB-kabel
UC-E6. De camera wordt automatisch ingeschakeld. Verwijder voordat de camera op de
computer wordt aangesloten eerst de geheugenkaart uit de camera om de foto's in het
interne geheugen van de camera te kopiëren.
SD-kaartsleuf: Als uw computer een SD-kaartsleuf heeft, kan de geheugenkaart
rechtstreeks in de sleuf geplaatst worden.
SD-kaartlezer: Sluit een kaartlezer (apart verkrijgbaar bij derden) aan op de
computer en plaats de geheugenkaart in de lezer.
Als een bericht verschijnt met de vraag om een programma te kiezen, selecteer dan
Nikon Transfer 2.
Voor Windows 7
Als het dialoogvenster rechts verschijnt,
moet u de onderstaande stappen volgen
om Nikon Transfer 2 te selecteren.
1 Klik onder Afbeeldingen en video’s
importeren op Ander programma.
Er verschijnt Een
programmakeuzedialoogvenster.
Bestand importeren met Nikon Transfer 2 en klik op OK.
2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal foto's bevat, kan het even duren voordat Nikon
Transfer 2 wordt opgestart. Wacht totdat Nikon Transfer 2 is opgestart.
B De USB-kabel aansluiten
De verbinding wordt mogelijk niet herkend als de camera via een USB-hub op de computer is
aangesloten.
86
ViewNX 2 gebruiken
Weergavefuncties
2 Kopieer de foto's naar de computer.
Bevestig dat de naam van de aangesloten camera of verwisselbare schijf wordt
aangeduid als de “Bron” op de titelbalk “Opties” van Nikon Transfer 2 (
1
).
Klik op Overspelen starten (
2
).
Als de standaardinstellingen zijn ingesteld, worden alle foto's op de geheugenkaart
naar de computer gekopieerd.
3 Verbreek de verbinding.
Als de camera is aangesloten op de computer, moet de camera uitgezet worden en
de USB-kabel losgetrokken worden.
Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, moet u de juiste optie kiezen in het
besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf te verwijderen die bij
de geheugenkaart hoort en vervolgens moet u de kaart uit de kaartlezer of kaartsleuf
verwijderen.
Foto's bekijken
Start ViewNX 2.
Foto's worden weergegeven in ViewNX 2 als het
kopiëren voltooid is.
Raadpleeg de on-line helpfunctie voor meer
informatie over het gebruik van ViewNX 2.
C ViewNX 2 handmatig starten
•Windows: Dubbelklik op de ViewNX 2 snelkoppeling op het bureaublad.
Mac OS: Klik op het ViewNX 2 pictogram op het bureaublad.
1
2
87
Films opnemen en afspelen
Films opnemen en afspelen
U kunt films opnemen door gewoon op de b (D filmopname) knop te drukken.
Druk in de weergavestand op de
k knop om een film af te spelen.
7m23s
7m23s
7m23s
29m 0s
38
38
38
29m 9s
29m 9s
29m 9s
29m 0s
29m 0s
29m 0s
1 14 0
1140
10m16s
10m16s
10m16s
0004.MOV
0004.MO V
15:30
15:30
15:30
0004.MOV
15/05/2012
7m42s
7m42s
7m42s
88
Films opnemen en afspelen
Films opnemen en afspelen
Films opnemen
U kunt films opnemen door gewoon op de b (e filmopname) knop te drukken.
Kleurtinten, witbalans en andere instellingen zijn hetzelfde als bij het maken van
foto's.
1 Schakel de camera in en geef het
opnamescherm weer.
Het pictogram voor filmopties geeft het filmtype aan
dat wordt opgenomen. De standaardinstelling is d
HD 1080pP (1920×1080) (A90).
Bij het opnemen van films is de beeldhoek (d.w.z. het
zichtbare deel in het beeld) kleiner dan bij foto's.
Wanneer Foto-informatie onder
Monitorinstellingen in het setup-menu (A100) is
ingesteld op Filmbeeld+autom. info, kunt u het
zichtbare deel in het beeld bevestigen voordat u films
opneemt.
* De maximale filmduur die op de afbeelding te zien, verschilt van de werkelijke duur.
2 Druk op de b (e filmopname) knop om de
filmopname te starten.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het
midden van het beeld. Scherpstelvelden worden
tijdens de opname niet weergegeven.
Als er in de filmopties van een hoogte/breedte-
verhouding van 16:9 wordt opgenomen (bijv.,
Filmopties is d HD 1080pP (1920×1080)),
verandert de monitorweergave naar een hoogte/
breedte-verhouding van 16:9 (de film wordt
opgenomen in het bereik dat rechts op het scherm
wordt weergegeven).
De bij benadering resterende filmduur wordt
weergegeven op de monitor. C wordt weergegeven terwijl wordt opgeslagen naar
het interne geheugen.
Wanneer de multi-selector K wordt ingedrukt tijdens een filmopname, dan wordt de
opname gepauzeerd (behalve bij p iFrame 540 (960×540) of HS-films). Druk
nogmaals op K om de opname te hervatten. Als de opname langer dan vijf minuten
gepauzeerd wordt of de b (e filmopname) knop wordt ingedrukt, dan wordt de
opname beëindigd.
De opname stopt automatisch zodra de maximale filmduur is opgenomen.
3 Druk op de b (e filmopname) knop om de filmopname te
beëindigen.
Filmoptie
Maximale filmduur*
2 9 m 0 s
29m 0s
1 1 40
1140
7m23s
7m23s
7m23s
89
Films opnemen
Films opnemen en afspelen
B
Opmerking over foto's maken en films opnemen
De aanduiding voor het aantal resterende foto's of de aanduiding voor de maximale filmduur terwijl er
foto's worden gemaakt of een film wordt opgenomen.
Open het deksel van het batterijvak/de
kaartsleuf niet en verwijder de batterij of geheugenkaart niet terwijl er een aanduiding knippert.
Gebeurt dit wel, dan kunnen gegevens verloren gaan, of de camera of geheugenkaart beschadigd raken.
B
Opmerkingen over films opnemen
Wanneer een film wordt opgeslagen op een geheugenkaart, wordt een geheugenkaart aanbevolen
met een SD snelheidsklasse van “Class 6” of hoger (
A
19). Wanneer de overdrachtsnelheid van de kaart
te langzaam is, kan de filmopname plotseling worden onderbroken.
Bij gebruik van de digitale zoom zal de beeldkwaliteit afnemen. Nadat het opnemen is beëindigd,
wordt de digitale zoom uitgeschakeld.
Het geluid van de zoomknop, zoom, autofocus, vibratiereductie of diafragmaregeling als de helderheid
wijzigt, kan worden opgenomen.
De volgende zaken kunnen tijdens het opnemen van films op de monitor zichtbaar zijn. Deze zaken
worden in de opgenomen films opgeslagen.
- Er kunnen strepen optreden in opnamen die in de buurt van tl-lampen, kwikdamplampen of
natriumlampen zijn gemaakt
- Onderwerpen die snel van de ene naar de andere zijde van het beeld bewegen, zoals een
bewegende trein of auto, kunnen vervormd lijken
- De hele film kan vervormd lijken als de camera bewogen wordt
- Verlichting of andere heldere delen kunnen restbeelden achterlaten wanneer de camera bewogen
wordt
B
Opmerkingen over cameratemperatuur
Het is mogelijk dat de camera warm wordt tijdens het opnemen van films gedurende een langere tijd
resp. bij gebruik van de camera in een warme omgeving.
Als de temperatuur in de camera extreem hoog wordt tijdens het
opnemen van een film, stopt de opname na 30 seconden
automatisch. De resterende opnametijd (
B
30s) wordt op de
monitor getoond. De camera wordt vijf seconden na het
automatisch stopzetten van de filmopname uitgeschakeld.
Laat de camera uitgeschakeld totdat de binnenkant van de camera is
afgekoeld en schakel de camera dan weer in.
B
Opmerkingen over scherpstelling voor films
opnemen
Als
Autofocus-stand
(
A
91) in het filmmenu is ingesteld op
A
Enkelvoudige AF
(standaardinstelling), wordt de scherpstelling vergrendeld wanneer de
b
(
e
filmopname) knop
wordt ingedrukt om de filmopname te starten.
Het is mogelijk dat autofocus niet werkt zoals verwacht (
A
29). Mocht dit het geval zijn, probeer dan
het volgende:
1. Zet voordat u gaat opnemen de
Autofocus-stand
in het filmmenu op
A
Enkelvoudige AF
(standaardinstelling).
2. Plaats een ander onderwerp op dezelfde afstand in het midden van het scherm. Druk op de
b
(
e
filmopname) knop om de filmopname te starten en wijzig de compositie.
7m23s
7m23s
7m23s
90
Films opnemen
Films opnemen en afspelen
C Maximale filmduur
Alle vermelde waarden zijn bij benadering. De maximum filmduur varieert per geheugenkaart en de
bitrate van de film die wordt gemaakt.
*
De maximale filmduur voor een enkele film is 4 GB of 29 minuten, zelfs wanneer er voldoende
vrije ruimte op de geheugenkaart beschikbaar is. De maximale fimopnametijd voor een enkele
film wordt tijdens de opname op de monitor weergegeven.
C Beschikbare functies in filmopname
De instellingen van de creatieve schuifbalk, de witbalans (voor A (autostand) en de continu-
opnamestand) en de belichtingscompensatie worden ook toegepast bij filmopname. De
instellingen voor de kleurtoon in de speciale effecten-stan (A57) en onderwerpstand (A38)
worden ook toegepast bij films. Wanneer de macro-stand wordt ingeschakeld, kunnen films of
onderwerpen dichter bij de camera worden opgenomen. Bevestig de instellingen voordat de
filmopname wordt gestart.
De zelfontspanner (A63) kan gebruikt worden. Als de zelfontspanner is ingesteld en de
b (e filmopname) knop ingedrukt wordt, dan start de camera de filmopname na tien of
twee seconden.
De flitser ontsteekt niet.
Druk op de
d knop voordat de filmopname wordt gestart om de e (film) tab weer te geven
en selecteer de instellingen in het filmmenu (A91).
C HS (high speed)-films opnemen
Als Filmopties in het filmmenu is ingesteld op h HS 120 bps (640×480), i HS 60 bps
(1280×720) of
j HS 15 bps (1920×1080), kunnen films worden opgenomen die in slow
motion of fast motion kunnen worden weergegeven (E55).
C Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E89) voor meer informatie.
Filmopties (A91)
Intern geheugen
Geheugenkaart
(4 GB)*
COOLPIX S9300:
26 MB
COOLPIX S9200:
25 MB
d HD 1080pP
(1920×1080)
12 s 11 s 35 min
e HD 1080p
(1920×1080)
14 s 14 s 40 min
f HD 720p (1280×720)
27 s 25 s 50 min
p iFrame 540 (960×540)
7 s 7 s 25 min
g VGA (640×480)
59 s 56 s 2 u 30 min
91
Films opnemen
Films opnemen en afspelen
Instellingen voor filmopname wijzigen (filmmenu)
De volgende instellingen kunnen gewijzigd worden.
Weergave van het opnamescherm M d knop M e tab (A11)
Optie Beschrijving A
Filmopties
Selecteer het filmtype dat wordt opgenomen. De camera
kan films opnemen op normale snelheid en op hoge
snelheid (HS), die vertraagd of versneld kunnen worden
weergegeven.
De standaardinstelling is d HD 1080pP (1920 × 1080).
E53
Openen met HS-
beelden
Wanneer HS-fillmopname is geselecteerd onder Filmopties,
selecteer dan of vanaf het begin de opname al dan niet HS-
films moeten worden gemaakt. De standaardinstelling is
Aan.
Wanneer Uit is geselecteerd, worden vanaf het begin van de
opname films op normale snelheid gemaakt. Wanneer de k
knop tijdens de opname wordt ingedrukt, dan wordt op HS-
filmopname overgeschakeld.
E54
Autofocus-stand
Selecteer hoe de camera bij het opnemen van films op
normale snelheid moet scherpstellen.
Enkelvoudige AF
(standaardinstelling), waarbij de
scherpstelling vergrendeld wordt wanneer de filmopname
begint, of
Fulltime-AF
, waarbij de camera tijdens de
filmopname continu scherpstelt, kan geselecteerd worden.
Als Fulltime-AF is geselecteerd, kan het geluid van de
scherpstelling te horen zijn tijdens de opname. Als u niet wilt
dat het geluid van de scherpstelling wordt opgenomen,
moet u Enkelvoudige AF kiezen.
E57
Windruisreductie
Stel in of windruis wel of niet onderdrukt moeten worden
tijdens de opname. Tijdens het afspelen, zijn niet alleen de
windruis, maar ook andere geluiden moeilijk te horen. De
standaardinstelling is Uit.
Wanneer HS-filmopname geselecteerd is in Filmopties,
dan kan windruisreductie niet gebruikt worden. De
instelling is vast ingesteld op Uit.
E57
Windruisreductie
Filmopties
Openen met HS-beelden
Autofocus-stand
Film
92
Films opnemen en afspelen
Films afspelen
1 Druk op de c (weergave) knop om de
weergavestand te kiezen.
Druk op de multi-selector om een film te selecteren.
Films zijn te herkennen aan het pictogram voor
filmopties (A90).
2 Druk op de k knop om een film af te spelen.
Volume instellen
Druk op de zoomknop
g
/
f
(
A
2) tijdens het afspelen.
Beschikbare functies tijdens het afspelen van
een film
Boven op de monitor worden bedieningsknoppen
weergegeven.
Druk op J of K van de multi-selector om een
pictogram van een afspeelknop te selecteren en druk
op de k knop om de volgende functies uit te voeren.
* De film kan ook vooruit- of teruggespoeld worden door de multi-selector te draaien.
Gebruik als u een film wilt wissen de schermvullende weergave (
A
30) of de miniatuurweergave
(
A
31) om een film te selecteren en druk vervolgens op de
l
knop (
A
32).
B
Opmerking over films afspelen
Films opgenomen op andere camera's dan de COOLPIX S9300/S9200 kunnen niet op deze camera worden afgespeeld.
Functie Knop Beschrijving
Terugspoelen
A
De film wordt teruggespoeld zolang u de
k
knop ingedrukt houdt.*
Vooruits-
poelen
B
De film wordt vooruitgespoeld zolang u de
k
knop ingedrukt houdt.*
Pauzeren
E
In de pauzestand kunnen de volgende handelingen worden uitgevoerd met de
weergaveknoppen boven de monitor.
C
Film één beeld terugspoelen. Houd de
k
knop ingedrukt om continu
terug te spoelen.*
D
Film één beeld vooruitspoelen. Houd de
k
knop ingedrukt om
continu vooruit te spoelen.*
I
Alleen de gewenste delen uit de film knippen en deze opslaan (
E
31).
F
Afspelen hervatten.
Stoppen
G
Terug naar de schermvullende weergave.
10m16s
10m16s
10m16s
0004.MOV
0004.MOV
15:30
15:30
15:30
0004.MOV
15/05/2012
7m42s
7m42s
7m42s
Tijdens
afspelen
Aanduiding
volume
Pauzeren
93
GPS/elektronisch kompas gebruiken (alleen COOLPIX S9300)
GPS/elektronisch kompas gebruiken
(alleen COOLPIX S9300)
Het Global Positioning System (GPS) is een navigatiesysteem op satellietbasis dat
gebruik maakt van elektromagnetische golven afkomstig van een netwerk van
GPS-satellieten in een baan rond de aarde. Hiermee kunnen gebruikers hun locatie
overal in de wereld bepalen.
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de positie-informatie met behulp van het
GPS op de afbeelding wordt opgeslagen.
94
GPS/elektronisch kompas gebruiken (alleen COOLPIX S9300)
GPS/elektronisch kompas gebruiken (alleen COOLPIX S9300)
GPS-gegevensopname starten
Het ingebouwde GPS-systeem van de camera ontvangt signalen van de GPS-
satellieten en berekent de actuele positie.
Het berekenen van de positie wordt ook wel positionering genoemd.
De positie-informatie (breedtegraad en lengtegraad) kan worden opgenomen op
de foto's die gemaakt worden.
Om het opnemen van de positie-informatie te starten, moet GPS-opties op GPS-
geg. opnemen worden ingesteld.
Stel de Tijdzone en datum (A100) van de camera in voordat de GPS-functie
wordt gebruikt.
1 Gebruik de multi-selector om GPS-geg.
opnemen te selecteren en druk op de k
knop.
2 Selecteer Aan en druk op de k knop.
Zodra signalen worden ontvangen van de GPS-
satelliet, begint de positionering.
De standaardinstelling is Uit.
3 Druk op de d knop.
De camera keert terug naar het opnamescherm.
Bedien in de open lucht als er met het ontvangen van signalen vanaf GPS-satellieten
begonnen wordt.
Druk op de d knop Mz (GPS-opties) tab (A11) M GPS-opties
A-GPS-best. bijwerken
Synchroniseren
GPS-geg. opnemen
GPS-opties
Uit
Aan
GPS-geg. opnemen
95
GPS-gegevensopname starten
GPS/elektronisch kompas gebruiken (alleen COOLPIX S9300)
B Opmerkingen over GPS
Wanneer de positionering voor het eerst wordt uitgevoerd nadat dit ca. 2 uur niet mogelijk was of
na het vervangen van de batterij, dan duurt het enkele minuten om de positie-informatie te
verkrijgen.
Als GPS-geg. opnemen is ingesteld op Aan terwijl een log wordt opgenomen met Log
aanmaken (A98), werkt GPS zelfs als de camera is uitgeschakeld.
De posities van de GPS-satellieten veranderen voortdurend. U kunt de positie mogelijk niet
bepalen of dit duurt enige tijd afhankelijk van uw locatie en het tijdstip. Voor het gebruik van de
GPS-functie dient de camera zo veel mogelijk in de open lucht gebruikt te worden met slechts een
paar obstakels in de lucht. De signaalontvangst verloopt soepeler als de GPS-antenne (A2)
omhoog gericht is.
Als de camera moet worden uitgeschakeld in een vliegtuig of ziekenhuis, stel GPS-geg.
opnemen dan in op Uit.
De volgende locaties die signalen blokkeren of reflecteren, kunnen resulteren in een mislukte of
onnauwkeurige positionering.
-In gebouwen of kelders van gebouwen
-Tussen hoge gebouwen
-Onder bruggen
-In tunnels
-Bij hoogspanningskabels
-Tussen een groep bomen
-Onderwater
Het gebruik van een mobiele telefoon op een 1,5 GHz band in de buurt van deze camera kan de
positionering verstoren.
Als u deze camera met u meedraagt tijdens de positionering, plaats deze dan niet in een metalen
behuizing. De positionering kan niet worden uitgevoerd als de camera wordt afgedekt met
metalen materialen.
Als er een aanzienlijk verschil in de signalen van de GPS-satelliet is, kan dit resulteren in een
afwijking van honderden meters.
Neem uw omgeving in acht bij de positionering.
De datum en tijd van de interne cameraklok op het moment van de opname wordt geregistreerd
op de datum en tijd van de opname-aanduidingen die tijdens de weergave op de camera worden
getoond. De tijd die wordt verkregen door de positie-informatie en op foto's wordt opgenomen,
wordt niet op de camera weergegeven.
De positie-informatie wordt opgenomen op het eerste beeld van foto's die in de continu-
opnamestand zijn gemaakt.
Als geodetisch systeem voor de GPS-functie van deze camera is WGS 84 (World Geodetic System
1984) toegepast.
96
GPS-gegevensopname starten
GPS/elektronisch kompas gebruiken (alleen COOLPIX S9300)
C GPS-ontvangstaanduiding en POI-informatie (point of interest)
Bedien in de open lucht als er met het ontvangen van signalen
vanaf GPS-satellieten begonnen wordt. De GPS-ontvangst kan op
het weergavescherm gecontroleerd worden.
-
n: De signalen worden ontvangen van vier of meer
satellieten en de positiebepaling wordt uitgevoerd. De positie-
informatie wordt op de foto opgenomen.
-
o: De signalen worden ontvangen van drie satellieten en de
positiebepaling wordt uitgevoerd. De positie-informatie wordt
op de foto opgenomen.
-z: De signalen worden ontvangen van één satelliet, maar
positionering is niet mogelijk. De positie-informatie wordt niet
op de foto opgenomen.
-y: De signalen kunnen niet van de satelliet worden ontvangen en positionering is niet
mogelijk. De positie-informatie wordt niet op de foto opgenomen.
POI-informatie is locatieinformatie voor de dichtstbijzijnde herkenningspunten (faciliteiten) en
andere gegevens.
-Wanneer POI weergeven onder Points of interest (POI) van het GPS-optiesmenu (A97) is
ingesteld op Aan, wordt de locatieinformatie van de dichtstbijzijnde locatie weergegeven bij de
opname.
-Wanneer POI inbedden is ingesteld op Aan, kan locatieinformatie op de foto worden
opgeslagen (de informatie kan niet in films worden opgeslagen).
-Wanneer POI weergeven is ingesteld op Aan, wordt de locatieinformatie voor foto's met de
opgeslagen locatieinformatie tijdens de weergave getoond.
Er kan “----” voor de locatieinformatie weergegeven worden afhankelijk van het instellingsniveau in
Detailleringsniveau van Points of interest (POI). Daarnaast kunnen bepaalde namen van
herkenningspunten mogelijk niet geregistreerd worden, of kan de naam van het herkenningspunt
verschillen.
C Foto's met opgeslagen positie-informatie
Het z pictogram wordt weergegeven tijdens de weergave van foto's met positie-informatie
(
A8).
Positie-informatie die op een foto opgenomen is, kan met ViewNX 2 op een kaart worden
gecontroleerd nadat de foto op een computer gekopieerd is (A83).
De daadwerkelijke plaats van opname kan afwijken van de GPS-informatie die op de
afbeeldingsbestanden is opgenomen door de nauwkeurigheid van de verkregen positie-
informatie en een verschil in het gebruikte geodetische systeem.
2 9 m 0 s
1 1 40
1140
29m 0s
GPS-ontvangst
POI-informatie
(point of interest)
97
GPS/elektronisch kompas gebruiken (alleen COOLPIX S9300)
Instellingen GPS of elektronisch kompas wijzigen (GPS-optiesmenu)
De volgende optie-instellingen kunnen gewijzigd
worden in het GPS-opties menu.
dknop Mz (GPS-opties) tab (A11)
Optie Beschrijving A
GPS-opties
GPS-geg. opnemen: Indien ingesteld op Aan, worden
signalen van de GPS-satelliet ontvangen en begint de
positionering (A94). De standaardinstelling is Uit.
Synchroniseren: De signalen van de GPS-satelliet
worden gebruikt om de datum en tijd van de interne
cameraklok in te stellen (alleen als GPS-geg. opnemen
in GPS-opties van het GPS-opties menu is ingesteld op
Aan).
A-GPS-best. bijwerken: Voor het updaten van het A-
GPS (assist GPS) bestand wordt een geheugenkaart
gebruikt. Door gebruik te maken van het meest recente
A-GPS bestand kan de tijd voor het volgen van de positie-
informatie worden ingekort.
E58
Points of interest
(POI)
Instellingen maken voor POI (points of interest,
locatieinformatie).
POI inbedden: Indien ingesteld op Aan, wordt de
locatieinformatie op de gemaakte foto's vastgelegd (met
uitzondering van films). De standaardinstelling is Uit.
POI weergeven: Indien ingesteld op Aan, wordt de
locatieinformatie weergegeven in het opnamescherm of
weergavescherm. Wanneer POI inbedden is ingesteld
op Aan en er een foto wordt gemaakt, wordt de
locatieinformatie voor de foto op het weergavescherm
weergegeven. De standaardinstelling is Uit.
Detailleringsniveau: Stel het weergaveniveau van de
locatieinformatie in. Bij een hoger weergaveniveau wordt
specifiekere regionale informatie weergegeven en bij
een lager weergaveniveau wordt regionale informatie
voor een groter gebied (zoals namen van landen)
weergegeven.
POI bewerken: Het niveau van de locatieinformatie dat
op de foto wordt opgeslagen, kan gewijzigd worden, en
de regionale informatie kan gewist worden.
E60
Elektronisch kompas
Log weergeven
Log aanmaken
Points of interest (POI)
GPS-opties
GPS-optiesmenu
98
Instellingen GPS of elektronisch kompas wijzigen (GPS-optiesmenu)
GPS/elektronisch kompas gebruiken (alleen COOLPIX S9300)
Log aanmaken
Wanneer Log starten is geselecteerd, wordt de
gemeten volginformatie voor een bepaalde duur
opgenomen tot een vooraf ingestelde tijd is verstreken
(alleen als GPS-geg. opnemen onder GPS-opties
van het GPS opties-menu is ingesteld op Aan).
Om de loggegevens weer te geven, selecteert u Log
beëindigen en slaat u de loggegevens op een
geheugenkaart op.
E61
Log weergeven
U kunt op een geheugenkaart opgeslagen loggegevens
wissen via Log beëindigen in Log aanmaken.
Om loggegevens te wissen, selecteert u deze en drukt
u op l.
E63
Elektronisch
kompas
Kompasweergave: Indien ingesteld op Aan, wordt de
richting waarin de kamera wijst op het opnamescherm
weergegeven. Wanneer de monitor naar boven gericht
is, schakelt de aanduiding van het compas over op een
cirkelkompas met een rode pijl die het noorden aanduidt.
De standaardinstelling is Uit.
Kompascorrectie: Corrigeert het kompas wanneer de
kompasrichting niet correct wordt weergegeven. Zwaai
de camera dan in de vorm van een acht in de lucht rond
terwijl u uw pols draait om de camera vooruit en
achteruit, op en neer en heen en weer te bewegen.
E64
Optie Beschrijving A
99
Basisinstellingen
Basisinstellingen
In dit hoofdstuk worden de verschillende instellingen beschreven die kunnen
worden ingesteld in het z setup-menu.
Zie “Menu's gebruiken (de d knop)” (A11) voor meer informatie over de
cameramenu's.
Voor meer informatie over elke instelling, raadpleegt u “Het setup-menu” in het
naslaggedeelte (E66).
Vibratiereductie
Bewegingsdetectie
AF-hulplicht
Datumstempel
Monitorinstellingen
Tijdzone en datum
Welkomstscherm
Set-up
29m 0s
29m 0s
29m 0s
1 14 0
1140
100
Basisinstellingen
Basisinstellingen
Het setup-menu
Selecteer vanuit het menuscherm de z tab voor
weergave van het set-up menu waarna u de volgende
instellingen kunt wijzigen.
Druk op de d knop M z (setup) tab (A11)
Optie Beschrijving
A
Welkomstscherm
Selecteer de foto die wordt weergegeven op het
welkomstscherm als de camera wordt ingeschakeld. Selecteer
COOLPIX
om het COOLPIX logo weer te geven. Selecteer
Selecteer beeld
om een foto die met de camera genomen is, te
gebruiken als welkomstscherm. De standaardinstelling is
Geen
.
E
66
Tijdzone en datum
Instellen van instellingen m.b.t. de datum en tijd van de camera.
Met de
Tijdzone
instelling kunt u de de tijdzone opgeven waarin
de camera hoofdzakelijk wordt gebruikt en of zomertijd wel of
niet van toepassing is. Wanneer de
x
reisbestemming ingesteld
is, berekent de camera automatisch het tijdsverschil tussen de
reisbestemming en de
w
eigen tijdzone en slaat de beelden op
aan de hand van de datum en tijd van de reisbestemming.
E
67
Monitorinstellingen
Selecteer in
Foto-informatie
het type informatie dat op de
monitor wordt weergegeven in de opnamestand en de
weergavestand. Als u
Raster+autom. info
selecteert, wordt een
raster weergegeven als hulp bij het kadreren van het beeld. Stel
ook de beeldweergave na het maken van de foto, de
schermhelderheid en of er al dan niet histogrammen op de
monitor moeten worden weergegeven in.
E
70
Datumstempel
Afdrukken van de opnamedatum en -tijd op foto's tijdens het
fotograferen. De standaardinstelling is
Uit
.
De datum kan niet worden opgenomen in het fotobestand in de
volgende gevallen.
- Wanneer de onderwerpstand is ingesteld op
Nachtlandschap
(met
Uit de hand
geselecteerd),
Nachtportret
(met
Uit de hand
geselecteerd),
Eenvoudig
panorama
of
3D-fotografie
- Wanneer de
Continu
optie (
A
55) in de continu-
opnamestand is ingesteld op
Vooropnamecache
of
Continu H: 120 bps
of
Continu H: 60 bps
- Tijdens een filmopname
E
72
Vibratiereductie
Bewegingsdetectie
AF-hulplicht
Datumstempel
Monitorinstellingen
Tijdzone en datum
Welkomstscherm
Set-up
101
Het setup-menu
Basisinstellingen
Vibratiereductie
Verminderen van onscherpte als gevolg van cameratrilling tijdens
fotograferen. De standaardinstelling is
Aan
.
Als u een statief gebruikt om de camera stil te houden, stel
deze functie dan in op
Uit
om storing van deze functie te
voorkomen.
E
73
Bewegingsdetectie
Als de camera registreert dat de camera trilt of het onderwerp
beweegt tijdens het fotograferen, worden de ISO-waarde en de
sluitertijd automatisch verhoogd om onscherpte te voorkomen.
De standaardinstelling is
Auto
.
De
r
aanduiding licht groen op zodra de camera
cameratrillingen of beweging van het onderwerp detecteert en
de sluitertijd verhoogt.
Bij gebruik van bepaalde opnamestanden of instellingen,
wordt beweging niet gedetecteerd. In dit geval wordt de
r
aanduiding niet weergegeven.
E
74
AF-hulplicht
In de instelling
Auto
(standaardinstelling) licht de AF-
hulpverlichting (
A
29) op tijdens het fotograferen op donkere
plekken om de camera te helpen bij scherpstellen.
De hulpverlichting heeft een bereik van circa 3,0 m in de
uiterste groothoekstand en van 2,0 m in de uiterste telestand.
Ook wanneer
Auto
geselecteerd is, kan het zijn dat de AF-
hulpverlichting niet oplicht afhankelijk van het scherpstelveld
of de geselecteerde onderwerpstand.
E
75
Digitale zoom
Als deze functie ingesteld is op
Aan
(standaardinstelling), kunt u,
als de optische zoom in de uiterste telestand staat, door de
zoomknop naar
g
(
i
) te draaien, de digitale zoom (
A
27)
activeren.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt tegelijk met
bepaalde instellingen zoals de opnamestand.
E
76
Geluidsinstellingen
In- en uitschakelen van de verschillende camerageluiden. In de
standaardinstelling zijn de pieptoongeluiden geactiveerd.
Het bedieningsgeluid is in bepaalde instellingen
gedeactiveerd, zoals in de opnamestand.
E
77
Automatisch uit
Instellen van de lengte van de tijd voor de monitor uitschakelt
om energie te besparen. De standaardinstelling is
1 min.
.
E
77
Geheug. formatteren/
Geheugenkaart form.
Formatteren van het interne geheugen (uitsluitend als geen
geheugenkaart is geplaatst) of de geheugenkaart (als een
geheugenkaart is geplaatst).
Alle gegevens in het interne geheugen of op de
geheugenkaart worden gewist tijdens het formatteren
en kunnen niet worden hersteld.
Zet daarom belangrijke
beelden over naar de computer en sla deze op voordat u gaat
formatteren.
E
78
Optie Beschrijving
A
102
Het setup-menu
Basisinstellingen
Taal/Language
Wijzigen van de taal van de camera.
E
78
TV-instellingen
Instellingen voor aansluiting op televisie instellen.
Als de camera op een televisie is aangesloten met een audio/
video-kabel, maar er geen beeld op de televisie wordt
weergegeven, stel de
Videostand
dan in op
NTSC
of
PAL
afhankelijk van het signaaltype dat compatibel is met de
televisie.
HDMI-instellingen kunnen aangepast worden.
E
79
Opladen via computer
Als
Automatisch
(standaardinstelling) is ingesteld, kunt u de
batterij van de camera opladen door de camera op een computer
aan te sluiten (mits de computer geschikt is om de camera van
voeding te voorzien).
Indien de batterij via de computer geladen wordt, kan dit
langer duren dan wanneer de lichtnetlaadadapter EH-69P
wordt gebruikt. Bovendien duurt het langer om de batterij op
te laden als er naast het laden via de computer ook foto's naar
de computer gekopieerd worden.
E
80
Knipperwaarsch.
Als de camera registreert dat een persoon zijn ogen gesloten
heeft meteen na het nemen van een foto met
gezichtsherkenning tijdens fotograferen in standen anders dan
de continu-opnamestand of slim portret-stand (
A
75), wordt
het
Knipperde er iemand?
scherm op de monitor
weergegeven om de genomen foto te controleren. De
standaardinstelling is
Uit
.
E
82
Uploaden via Eye-Fi
Instellen van het activeren of te deactiveren van de functie voor
het zenden van beelden naar een computer met een normaal in
de handel verkrijgbaar Eye-Fi-kaart. De standaardinstelling is
Uitschakelen
.
E
83
Filmstrip
Als
Aan
is geselecteerd, worden de miniatuurweergaven van de
vorige en volgende foto's onder op de monitor weergegeven als
u de multi-selector snel draait terwijl u een foto bekijkt in de
schermvullende weergave (
A
30). De standaardinstelling is
Uit
.
E
84
Standaardwaarden
Resetten van de camera-instellingen naar de standaardwaarden.
Sommige instellingen zoals
Tijdzone en datum
en
Taal/
Language
worden niet gereset.
E
84
Firmware-versie
Weergeven van de huidige firmware-versie van de camera.
E
88
Optie Beschrijving
A
E1
Referentiegedeelte
E Referentiegedeelte
Het referentiegedeelte bevat gedetailleerde informatie en hints voor het gebruik
van de camera.
Opname
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave) .......................... E2
3D-fotografie gebruiken.......................................................................................... E5
Weergave
Foto's gemaakt in continu-opnamestand (reeks)
weergeven en wissen ............................................................................................... E7
Stand favoriete beelden........................................................................................... E9
Stand automatisch sorteren.................................................................................E13
Stand sorteer op datum.........................................................................................E15
Foto's bewerken........................................................................................................E16
Camera aansluiten op een tv (foto's op een tv bekijken) ..........................E23
Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen) .........................E25
Films bewerken.........................................................................................................E31
Menu
Het opnamemenu (voor A (auto) stand, continu-opnamestand)........E33
Het menu slim portret ............................................................................................E41
Het weergavemenu.................................................................................................E43
Het filmmenu.............................................................................................................E53
GPS-opties (alleen COOLPIX S9300) ..................................................................E58
Het setup-menu........................................................................................................E66
Aanvullende informatie
Bestands- en mapnamen.......................................................................................E89
Optionele accessoires.............................................................................................E91
Foutmeldingen..........................................................................................................E92
E2
Referentiegedeelte
Referentiegedeelte
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave)
Foto's maken met eenvoudig panorama
1 Selecteer het opnamebereik in W Normaal
(180°) of
X Breed (360°) en druk op de k
knop.
Als de camera in de liggende stand wordt gehouden,
zijn de beeldformaten (b × h) als volgt.
- W Normaal (180°):
3200 × 560 wanneer de camera horizontaal wordt
bewogen,
1024 × 3200 wanneer de camera verticaal wordt bewogen
- X Breed (360°):
6400 × 560 wanneer de camera horizontaal wordt bewogen,
1024 × 6400 wanneer de camera verticaal wordt bewogen
Als de camera in de staande stand wordt gehouden, zijn de combinaties voor de
bewegingsrichting en b × h voor de beeldformaten het tegenovergestelde van die
hierboven.
2 Kadreer het eerste gedeelte van het
panorama en druk de ontspanknop half in om
de scherpstelling aan te passen.
De zoom is vast ingesteld op de groothoekstand.
Het kadreerkader wordt op de monitor weergegeven.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het
midden van het beeld.
De belichtingscompensatie (A67) kan worden aangepast.
Als de scherpstelling of belichting niet kan worden ingesteld voor het
hoofdonderwerp, probeer de scherpstelvergrendeling (A76).
3 Druk de ontspanknop helemaal in om de foto
te maken.
De I pictogrammen worden weergegeven die de
panoramarichting aangeven.
Draai de keuzeknop naar y M d knop M V Eenvoudig panorama.
Eenvoudig panorama
Normaal (180°)
Breed (360°)
1342
1342
1342
29m 0s
29m 0s
29m 0s
E3
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave)
Referentiegedeelte
4 Beweeg de camera recht en langzaam in een
van de vier richtingen om met de opname te
beginnen.
Als de camera de panoramarichting herkent, begint de
opname.
De aanduiding, die de actuele opnamepositie
aangeeft, wordt weergegeven.
Wammeer de aanduiding van de opnamepositie het
einde bereikt, wordt de opname gestopt.
Voorbeeld van camerabeweging
De gebruiker beweegt de camera, zonder van positie te veranderen, horizontaal of verticaal in een
boog van de ene zijde de andere zijde van de aanduiding.
Als er ca. 15 seconden (in
W Normaal (180°)) of 30 seconden (in X Breed (360°))
verstrijken vanaf het begin van de opname, en voordat de aanduiding van de opnamepositie het
einde heeft bereikt, wordt de opname gestopt.
B Opmerkingen over opname met eenvoudig panorama
Het opnamegebied dat op de opgeslagen afbeelding zichtbaar is, is kleiner dan dat op de monitor
zichtbaar is op het moment van opname.
Bij een te snelle camerabeweging, overmatig veel cameratrilling of te weinig verandering in het
onderwerp (zoals een muur of in het donker), wordt de opname gestopt.
Panoramafoto's worden niet opgeslagen als de opname wordt gestopt voordat de helft van het
panoramabereik is bereikt.
Wanneer de opname meer dan de helft van het panoramabereikt heeft bereikt, maar voor het
eindpunt wordt gestopt, dan wordt het bereik dat niet is opgenomen als grijs gebied opgeslagen.
Aanduiding
E4
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave)
Referentiegedeelte
Eenvoudig panorama weergeven (scrollen)
Schakel naar de weergavestand (A30), geef de foto
gemaakt met eenvoudig panorama weer in de
schermvullende weergave en druk op de
k knop. De
camera toont de korte zijde van de foto in de
schermvullende weergave en scrollt het weergegeven
gebied automatisch.
Foto's gemaakt met eenvoudig panorama kunt u
herkennen aan het pictogram W of X dat tijdens de weergave wordt
getoond.
De foto wordt in de richting van de panorama-
opname gescrolld.
Draai de multi-selector om vooruit of terug te
spoelen.
Bovenaan op de monitor worden tijdens de weergave
bedieningsknoppen getoond. Als u met de multi-
selector J of K een weergaveknop kiest en op de k
knop drukt, kunnen de volgende handelingen worden uitgevoerd.
* Het scrollen kan ook worden uitgevoerd door door de multi-selector te draaien.
B Opmerking over foto's gemaakt met eenvoudig panorama weergeven
Panoramafoto's die gemaakt zijn met andere functies dan eenvoudig panorama van de COOLPIX
S9300/S9200, kunnen niet op deze camera gescrolld of ingezoomd worden.
Functie Knop Beschrijving
Terugspoelen A Snel terugscrollen terwijl de
k
knop wordt ingedrukt.
Vooruitspoelen
B Snel vooruitscrollen terwijl de
k
knop wordt ingedrukt.
Pauzeren E
In de pauzestand kunnen de volgende handelingen worden
uitgevoerd met de weergaveknoppen boven de monitor.
C Terugspoelen terwijl de
k
knop wordt ingedrukt.*
D Scrollen terwijl de
k
knop wordt ingedrukt.*
F Automatisch scrollen opnieuw starten.
Stoppen G Terug naar de schermvullende weergave.
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
2011/05/15
2011/05/15
15/05/2012
E5
Referentiegedeelte
3D-fotografie gebruiken
De camera neemt één foto voor elk oog om een driedimensionaal beeld op een
3D-compatibele televisie of monitor te simuleren.
1 Kadreer het onderwerp.
Het scherpstelveld waarop de camera scherpstelt kan
verplaatst worden naar andere delen dan het midden
van het beeld. Druk voordat de eerste foto wordt
gemaakt op de k knop en draai de multi-selector of
druk op H, I, J of K om het scherpstelveld te
verplaatsen.
Om de volgende instellingen aan te passen, druk op
de k knop om tijdelijk het gekozen scherpstelveld te annuleren, en pas vervolgens
elke instelling aan.
Macro-stand
Belichtingscompensatie
2 Druk op de ontspanknop om de eerste foto
te maken.
De scherpstelling, belichting en witbalans worden na
de eerste foto vergrendeld, en er wordt R op
de monitor weergegeven.
3 Beweeg de camera horizontaal naar rechts
tot de doorschijnende aanduiding is
uitgelijnd met het onderwerp.
Druk op de k knop om te stoppen met fotograferen.
4 Wacht tot de camera de sluiter automatisch ontspant.
De camera maakt de tweede foto automatisch als wordt herkend dat het onderwerp
met de aanduiding is uitgelijnd.
Het fotograferen wordt gestopt als het onderwerp niet binnen 10 seconden met de
aanduiding is uitgelijnd.
Draai de keuzeknop naar y M d knop M s 3D-fotografie
8610
8610
8610
29m 0s
29m 0s
29m 0s
Annuleren
Annuleren
Annuleren
E6
3D-fotografie gebruiken
Referentiegedeelte
B 3D-foto's maken
Bewegende onderwerpen zijn niet geschikt voor 3D-fotografie. We raden aan stilstaande
onderwerpen hiervoor te gebruiken.
Foto's hebben een minder duidelijk 3D-gevoel als de afstand tussen de camera en de achtergrond
wordt vergroot.
Foto's kunnen een minder duidelijk 3D-gevoel hebben bij een donker onderwerp of wanneer de
tweede foto niet nauwkeurig is uitgelijnd.
Voorkom cameratrillingen bij opnamen in de telezoomstand.
De telezoomstand kan niet verder worden ingesteld dan 124 mm (beeldhoek equivalent aan
kleinbeeldformaat [135]).
De beeldhoek (d.w.z. het zichtbare deel in het beeld) die op de opgeslagen foto zichtbaar is, is
kleiner dan die op de monitor zichtbaar is op het moment van opname.
Foto's die gemaakt zijn bij weinig licht kunnen er korrelig uitzien en ruis vertonen.
Als decamera de tweede foto niet maakt en de opname stopt ondanks dat u de aandujiding met
het onderwerp uitlijnt, probeer de foto dan met de ontspanknop te maken.
B Opmerkingen over 3D-foto's weergeven
3D-foto's kunnen niet in 3D worden weergegeven op de cameramonitor.
Zie “3D-fotografie weergeven” (A49) voor meer informatie.
Het langdurig bekijken van 3D-beelden op een 3D-compatibele televisie of monitor kan
ongemakken zoals overmatige belasting van de ogen en misselijkheid veroorzaken. Lees voor
correct gebruik van uw televisie of monitor de documentatie a.u.b. zorgvuldig.
E7
Referentiegedeelte
Foto's gemaakt in continu-opnamestand (reeks) weergeven en wissen
De foto's die in de volgende continu-opnamestand zijn gemaakt, worden elke
keer dat u fotografeert als een groep (een “reeks” genoemd).
•Continu H, Continu L, Vooropnamecache, Continu H: 120 bps of Continu
H: 60 bps in het continu-opnamemenu (A55)
•Sport (A42) of Continu in de Dierenportret (A48) onderwerpstand
Foto's in een reeks weergeven
In de schermvullende weergave of miniatuurweergave
(A31) wordt de eerste foto van een reeks als de
“hoofdfoto” gebruikt, d.w.z. deze wordt weergegeven
om de foto's in de reeks aan te duiden.
Als de hoofdfoto in van een reeks in de schermvullende
weergave wordt getoond, druk dan op de k knop om
elke foto in de reeks afzonderlijk weer te geven. Druk op
de multi-selector H om terug te keren naar de weergave
van alleen de hoofdfoto.
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd als elke foto in een reeks
afzonderlijk wordt weergegeven.
Selecteer beeld: Draai de multi-selector of druk op J of K.
Inzoomen: Draai de zoomknop naar g (i) (A31).
B Reeksweergaveopties
Selecteer Reeksweergaveopties (E52) in het weergavemenu om in te stellen dat alle reeksen
met hun hoofdfoto worden weergegeven of dat ze als afzonderlijke foto's worden weergegeven.
Als een foto in de reeks geselecteerd wordt als Reeksweergaveopties is ingesteld op
Individuele foto's, wordt het pictogram F op de monitor weergegeven.
Een reeks foto's die met de continu-opname van een andere camera dan de COOLPIX S9300/
S9200 zijn gemaakt, kunnen niet als een reeks worden weergegeven.
C Hoofdfoto in reeks wijzigen
De hoofdfoto van een reeks kan gewijzigd worden met Kies hoofdfoto (E52) in het
weergavemenu.
4 132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
05/15/2012
05/15/2012
15/05/2012
Reeksweergave
1
1
6
6
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
Terug
Terug
E8
Foto's gemaakt in continu-opnamestand (reeks) weergeven en wissen
Referentiegedeelte
C Beschikbare opties in het weergavemenu bij het gebruik van een reeks
Als de d knop wordt ingedrukt tijdens de weergave van een fotoreeks, dan zijn de volgende
menufuncties beschikbaar.
1
Druk na het weergeven van afzonderlijke foto's op de d knop. Instellingen kunnen op
afzonderlijke foto's worden toegepast.
2
Als de d knop wordt ingedrukt wanneer alleen de hoofdfoto wordt weergegeven, kunnen
dezelfde instellingen op alle foto's in die reeks worden toegepast. Druk na het weergeven van
afzonderlijke foto's op de d knop om de instellingen op afzonderlijke foto's toe te passen.
Foto's in een reeks wissen
Als Reeksweergaveopties (E52) is ingesteld op Enkel hoofdfoto in het
weergavemenu, dan worden de volgende foto's gewist wanneer de knop l
ingedrukt en de wismethode geselecteerd wordt.
Als een reeks alleen met de hoofdfoto wordt weergegeven:
- Huidig beeld: Als de reeks geselecteerd wordt, worden alle foto's in de reeks
gewist.
- Wis gesel. beeld(en): Als de hoofdfoto geselecteerd wordt in het scherm
Geselecteerde beelden wissen (A33), worden alle foto's in de reeks gewist.
- Alle beelden: Alle foto's inclusief de weergegeven reeks worden gewist.
Als de hoofdfoto geselecteerd is en de k knop ingedrukt wordt om
afzonderlijke foto's in de reeks weer te geven voordat de l knop wordt
ingedrukt:
De wismethoden kunnen als volgt worden gewijzigd.
- Huidige foto wissen: Wis de foto die wordt
weergegeven.
- Wis gesel. beeld(en): Selecteer meerdere foto's
in de reeks om te wissen in het scherm
Geselecteerde beelden wissen (A33).
- Volledige reeks wissen: Alle foto's in de reeks
inclusief de weergegeven foto worden gewist.
Snel retoucheren
1
E18
D-Lighting
1
E18
Huid verzachten
1
E19
Filtereffecten
1
E20
Afdrukopdracht
2
E43
Diashow
E46
Beveiligen
2
E47
Beeld draaien
1
E49
Kleine afbeelding
1
E21
Spraakmemo
1
E50
Kopiëren
2
E51
Reeksweergaveopties
E52
Kies hoofdfoto
E52
Favoriete beelden
2
E9
Volledige reeks wissen
Wis gesel. beeld(en)
Huidige foto wissen
Wissen
E9
Referentiegedeelte
Stand favoriete beelden
U kunt uw favoriete foto's aan een van de negen albums toevoegen op categorie
(niet voor films). Nadat er foto's zijn toegevoegd, kunnen ze eenvoudig worden
weergegeven in de stand favoriete beelden.
Het is makkelijk om de foto's te vinden als ze aan afzonderlijke albums op basis
van gebeurtenissen of onderwerptypen worden toegevoegd.
Dezelfde foto kan aan meerdere albums worden toegevoegd.
Er kunnen maximaal 200 foto's aan een album worden toegevoegd.
Beelden aan albums toevoegen
* Foto's kunnen aan een album worden toegevoegd in de stand normale
weergave, automatisch sorteren of sorteren op datum. Foto's kunnen niet
worden toegevoegd in de weergavestand favoriete beelden.
1 Druk op J of K van de multi-selector, kies
vervolgens een foto en druk op H om y
weer te geven.
Herhaal deze stap indien nodig om meer foto's aan
hetzelfde album toe te voegen.
Om de selectie te annuleren, drukt u op I om y te
verwijderen.
Draai de zoomknop (A27) naar g (i) om terug te keren naar de stand
schermvullende weergave of naar f(h) om miniaturen weer te geven.
2 Geef y weer voor alle foto's die aan een album worden toegevoegd
en druk op de k knop om de gekozen foto's in te stellen.
3 Gebruik de multi-selector om het album te
kiezen waar de foto's aan toegevoegd
moeten worden en druk op de k knop.
De geselecteerde foto's worden toegevoegd en de
camera keert terug naar het weergavemenu.
Om dezelfde foto aan meerdere albums toe te voegen,
selecteert u h Favoriete beelden en herhaalt u de
procedure vanaf stap 1.
Druk op de c knop (weergavestand*) M d knop M c of F of C tab (A80) M
h Favoriete beelden
ON/OFF
Favoriete beelden
Terug
Terug
Favoriete beelden
Toev.
E10
Stand favoriete beelden
Referentiegedeelte
Beelden in albums weergeven
Gebruik de multi-selector om een album te selecteren en
druk op de
k
knop om alleen de foto's weer te geven die
aan hetzelfde album zijn toegevoegd.
De volgende handelingen kunnen uitgevoerd
worden in het scherm albumlijst.
- l (wissen) knop: Wis alle foto's in het geselecteerde
album.
- d knop: Albumpictogram wijzigen (kleur en ontwerp) (E12).
Als foto's in de schermvullende weergave of miniatuurweergave worden bekeken
en u op de d knop drukt om het menu te openen en vervolgens de h tab
(menu favoriete beelden) selecteert, kunt u een functie uit het weergavemenu
(A80) selecteren.
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop M N tab (A78) M h Favoriete
beelden
Kies pictogram
Favoriete beelden
B Opmerking over wissen
Wanneer er foto's aan een album worden toegevoegd, dan worden ze niet naar het album
verplaatst of gekopieerd. Alleen de bestandsnamen van de foto's worden aan het album
toegevoegd. In de stand favoriete beelden worden foto's weergegeven door de foto's die
overeenkomen met de aan de albums toegevoegde bestandsnamen op te vragen.
Als een foto wordt gewist in de stand favoriete beelden, dan wordt de foto uit het album
verwijderd en permanent uit het interne geheugen of van de geheugenkaart gewist.
E11
Stand favoriete beelden
Referentiegedeelte
Beelden uit albums verwijderen
1 Druk op J of K van de multi-selector, kies
vervolgens een foto en druk op H om y
weer te geven.
Herhaal deze stap indien nodig om meer foto's uit
hetzelfde album te verwijderen.
Om de selectie te annuleren, drukt u op I om y te
verwijderen.
Draai de zoomknop (A27) naar g (i) om terug te keren naar de stand
schermvullende weergave of naar f(h) om miniaturen weer te geven.
2 Geef y weer voor alle foto's die verwijderd moeten worden en druk
op de k knop om de gekozen foto's in te stellen.
3 Selecteer Ja en druk op de k knop.
Selecteer Nee om het verwijderen te annuleren.
Selecteer de stand favoriete beelden M Selecteer een album waar de foto's uit verwijderd
worden (E10) M k knop M d knop M h Verwijderen uit favor.
ON/OFF
Verwijderen uit favor.
Terug
E12
Stand favoriete beelden
Referentiegedeelte
Pictogram favorietenalbum wijzingen
1 Druk op de multi-selector J of K om een
pictogramkleur te kiezen en druk op de k
knop.
2 Druk op H, I, J of K om een pictogram te
kiezen en druk op de k knop.
Het pictogram wordt gewijzigd en de monitor keert
terug naar het scherm albumlijst.
B Opmerkingen over albumpictogrammen
Stel de albumpictogrammen afzonderlijk in voor het interne geheugen en voor de geheugenkaart.
Om de albumpictogrammen voor het interne geheugen te wijzigen, dient u eerst de
geheugenkaart uit de camera te verwijderen.
De standaardinstelling voor het pictogram is het nummerpictogram (zwart).
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop M N tab (A78) M h Favoriete
beelden M Kies het gewenste album M d knop
Kies pictogram
Terug
Kies pictogram
Terug
E13
Referentiegedeelte
Stand automatisch sorteren
Beelden worden automatisch in categorieën gesorteerd, zoals portretten,
landschap en film.
Gebruik de multi-selector om een categorie te
selecteren en druk vervolgens op de k knop om de
beelden in de geselecteerde categorie weer te geven.
De volgende handeling kan worden uitgevoerd
wanneer het scherm categorieselectie wordt
weergegeven.
- l (wissen) knop: Wis alle foto's in de
geselecteerde categorie.
Als beelden in de schermvullende weergave of miniatuurweergave worden
bekeken en u op de d knop drukt om het menu te openen en vervolgens de
F tab (menu stand automatisch sorteren) selecteert, kunt u een functie uit het
weergavemenu (A80) selecteren.
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop M N tab (A78) M F Automatisch
sorteren
Andere onderwerpen
Portretten
E14
Stand automatisch sorteren
Referentiegedeelte
Categorieën stand automatisch sorteren
* Beelden gemaakt in de x stand automatische scènekeuzeknop (A38) worden ook in de betreffende
categorieën gesorteerd.
Optie Beschrijving
Z Glimlach
Beelden gemaakt in de
F Slim portret-stand (A50) met de
glimlachtimer ingesteld op Aan
Y Portretten
Beelden gemaakt in de A (auto) stand (A36) met de
gezichtsdetectie (A75)
Beelden gemaakt in de volgende onderwerpstanden (A38):
R (Tegenlicht)*
Portret*, Nachtportret* of Party/binnen
Beelden gemaakt in de
F Slim portret-stand (A50) met de
glimlachtimer ingesteld op Uit
u Voedsel Beelden gemaakt in de Voedsel onderwerpstand (A38)
U Landschap Beelden gemaakt in de Landschap* onderwerpstand (A38)
V Zonsop-
ondergang
Beelden gemaakt in de volgende onderwerpstanden (A38):
j (Nachtlandschap) *
Zonsondergang, Schemering of Vuurwerk
D Close-ups
Beelden gemaakt in de A (auto) stand met macro-stand (A64)
Beelden gemaakt in de Close-up* onderwerpstand (A38)
O Dierenportret Beelden gemaakt in de Dierenportret onderwerpstand (A38)
D Film Films (E53)
X Geretoucheer
de kopieën
Kopieën gemaakt met de bewerkingsfunctie (E16)
W Andere
onderwerpen
Alle andere beelden die niet gedefinieerd kunnen worden door de
hierboven beschreven categorieën
B Opmerkingen over stand automatisch sorteren
In de stand automatisch sorteren, kunnen maximaal 999 beeld- en filmbestanden in elke categorie
gesorteerd worden. Als er reeds 999 beeld- of filmbestanden in een specifieke categorie zijn
gesorteerd, kunnen nieuwe beelden en films niet in die categorie gesorteerd worden of in de
stand automatisch sorteren weergegeven worden. U kunt beelden en films weergeven die niet in
een categorie gesorteerd kunnen worden door de stand normale weergave (A30) of sorteren op
datum (E15) te gebruiken.
Beelden of films die van het interne geheugen of een geheugenkaart gekopieerd zijn, kunnen niet in de
stand automatisch sorteren worden weergegeven.
Beelden of films die door een andere camera dan de COOLPIX S9300/S9200 zijn opgeslagen,
kunnen niet in de stand automatisch sorteren worden weergegeven.
E15
Referentiegedeelte
Stand sorteer op datum
Gebruik de multi-selector om een datum te selecteren
en druk vervolgens op de k knop om de foto's weer te
geven die op de geselecteerde datum zijn gemaakt.
De eerste foto die op de geselecteerde datum is
gemaakt, wordt weergegeven.
In het scherm opnamedatumlijst kunt u de volgende
functies uitvoeren.
- d knop: Als u de C tab (datumsorteermenu) uit het menuscherm
selecteert om het weergavemenu (A80) weer te geven, kunt u een van de
volgende functies selecteren en toepassen op de foto's die op de
geselecteerde datum zijn gemaakt.
Afdrukopdracht, Diashow of Beveiligen
- l (wissen) knop: Alle foto's wissen die op de geselecteerde datum zijn
gemaakt.
Als foto's in de schermvullende weergave of miniatuurweergave worden
bekeken en u op de d knop drukt om het menu te openen en vervolgens de
C tab (datumsorteermenu) selecteert, kunt u een functie uit het
weergavemenu (A80) selecteren.
De stand kalenderweergave (A31) kan niet worden gebruikt in de stand
sorteren op datum.
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop M N tab (A78) M C Sorteer op
datum
4
11
8
4
20/05/2012
18/05/2012
16/05/2012
15/05/2012
Sorteer op datum
B Opmerkingen over stand sorteer op datum
U kunt maximaal 29 data selecteren. Als er foto's van meer dan 29 data zijn, worden alle beelden
die eerder dan de meest recente 29 data zijn opgenomen onder Overige gecombineerd.
De 9.000 meest recente foto’s kunnen worden weergegeven in de stand sorteren op datum.
Foto's die worden gemaakt terwijl geen cameradatum is ingesteld, worden gemarkeerd als foto's
gemaakt op 1 januari 2012.
E16
Referentiegedeelte
Foto's bewerken
Bewerkingsfuncties
Foto's kunnen bij deze camera eenvoudig worden bewerkt m.b.v. de volgende
functies. Bewerkte foto's worden als aparte bestanden opgeslagen (E89).
B Opmerkingen over foto’s bewerken
De onderstaande foto's kunnen niet worden bewerkt.
- Foto's gemaakt met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9
- Foto's gemaakt met Eenvoudig panorama of 3D-fotografie
- Foto's gemaakt met andere camera's dan de COOLPIX S9300/S9200
Als geen gezichten in de foto worden herkend, dan kan huid verzachten niet worden toegepast
(E19).
Als u een kopie die is gemaakt met de COOLPIX S9300/S9200 op een andere digitale camera wilt
bekijken, wordt de foto mogelijk niet weergegeven of kan deze niet naar een computer worden
overgespeeld.
De bewerkingsfuncties zijn niet beschikbaar als er onvoldoende vrije ruimte is in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
Voor een reeks die wordt weergegeven met alleen de hoofdfoto (E7), voert u voor de
bewerking een van de volgende handelingen uit.
- Druk op de
k knop om afzonderlijke foto's weer te geven en selecteer vervolgens een foto in
de reeks
- Stel de Reeksweergaveopties (E52) in op Individuele foto's, zodat elke foto afzonderlijk
wordt weergegeven en selecteer vervolgens een foto
Bewerkingsfunctie Toepassing
Snel retoucheren
(E18)
Maak eenvoudig een kopie met hoger contrast en verbeterde
kleuren.
D-Lighting (E18)
Maak van de geselecteerde foto een kopie met een verbeterde
helderheid en contrast, waardoor donkere gedeeltes van de
foto lichter worden.
Huid verzachten (E19) Huidtinten zachter maken.
Filtereffecten (E20)
Meerdere effecten toepassen m.b.v. digitaal filter. De
beschikbare effecten zijn Zacht, Selectieve kleur, Ster,
Fisheye, Miniatuureffect en Schilderij.
Kleine afbeelding
(E21)
Maak van foto’s een kleiner beeld dat bijvoorbeeld geschikt is
als e-mailbijlage.
Uitsnede (E22)
Snijd een gedeelte van de foto bij. Zoom in op een onderwerp
of voeg een compositie samen.
E17
Foto's bewerken
Referentiegedeelte
C Beperkingen m.b.t. foto’s bewerken
De volgende beperkingen zijn van toepassing bij het bewerken van beelden die zijn opgeslagen na
een eerdere bewerkingsfunctie.
Kopieën die zijn opgeslagen na een bewerking kunnen niet opnieuw worden bewerkt met
dezelfde bewerkingsfunctie.
Wanneer u een bewerkingsfunctie wilt toepassen in combinatie met kleine afbeelding of
bijsnijden, gebruik dan eerst de andere bewerkingsfunctie en pas vervolgens kleine afbeelding of
bijsnijden toe als laatste bewerkingsfunctie op die foto.
Foto's die genomen zijn met de functie huid verzachten, kunnen worden bewerkt met huid
verzachten.
C Originele en bewerkte foto’s
Kopieën die met bewerkingsfuncties zijn gemaakt, worden niet gewist als de originele foto wordt
gewist. De originele foto’s worden niet gewist als kopieën die met bewerkingsfuncties zijn
gemaakt, worden gewist.
Bewerkte kopieën worden met dezelfde opnamedatum en -tijd opgeslagen als het origineel.
Zelfs als de foto’s gemarkeerd voor Afdrukopdracht (E43) or Beveiligen (E47) worden
gebruikt voor bewerken, hebben deze instellingen geen effect op de bewerkte kopieën.
Gebruikte
bewerkingsfuncties
Bewerkingsfuncties om toe te voegen
Snel retoucheren
D-Lighting
Filtereffecten
Huid verzachten, Kleine afbeelding of Bijsnijden kunnen
worden gebruikt.
Snel retoucheren, D-Lighting en Filtereffecten kunnen niet
worden gebruikt in combinatie met elkaar.
Huid verzachten
Snel retoucheren, D-Lighting, Filtereffecten, Kleine afbeelding
of Bijsnijden kan gebruikt worden.
Kleine afbeelding
Bijsnijden
Er kunnen geen andere bewerkingsfuncties worden gebruikt.
E18
Foto's bewerken
Referentiegedeelte
k Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren
Druk op H of I op de multi-selector om het
instellingniveau te kiezen en druk vervolgens op
de k knop.
Het origineel wordt weergegeven aan de linkerzijde en
de bewerkte versie aan de rechterzijde.
Druk op J om te annuleren.
Met Snel retoucheren gemaakte kopieën kunt u
herkennen aan het pictogram s dat tijdens weergave
op de monitor verschijnt.
I D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren
Druk op de multi-selector H of I om Uitvoeren
te kiezen en druk vervolgens op de k knop.
Het origineel wordt weergegeven aan de linkerzijde en
de bewerkte versie aan de rechterzijde.
Kies Annuleren en druk op de k knop om te
annuleren.
Met D-Lighting gemaakte kopieën kunt u herkennen
aan het pictogram c dat tijdens weergave op de
monitor verschijnt.
C Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E89) voor meer informatie.
Selecteer een foto (A30) M d knop M k Snel retoucheren
Selecteer een foto (A30) M d knop M
I D-Lighting
Snel retoucheren
Normaal
Waarde
4
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
D-Lighting
Uitvoeren
Annuleren
4
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
E19
Foto's bewerken
Referentiegedeelte
e Huid verzachten: Voor zachte huidtinten
1 Druk op H of I op de multi-selector om het
instellingniveau te kiezen en druk vervolgens
op de k knop.
Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven en de
foto wordt weergegeven waarbij ingezoomd is op het
gezicht dat bewerkt is met huid verzachten.
Druk op J om te annuleren.
2 Bevestig de resultaten.
Maximaal 12 gezichten, gerekend vanaf de nabijheid
tot het midden van het beeld, kunnen worden
verbeterd.
Wanneer meerdere gezichten worden verbeterd met
huid verzachten, gebruik dan van de multi-selector J
of K om te wisselen tussen de gezichten die worden
weergegeven.
Druk op de d knop om de mate van huid verzachten af te stellen en keer terug
naar stap 1.
Druk op de k knop om een kopie te maken die bewerkt is met huid verzachten.
Met huid verzachten gemaakte kopieën kunt u
herkennen aan het pictogram E dat tijdens de
weergave op de monitor verschijnt.
B Opmerkingen over huid verzachten
Het is mogelijk dat het gezicht niet correct gedetecteerd wordt, afhankelijk van bepaalde
omstandigheden, zoals de richting waarheen het onderwerp kijkt of de helderheid van het
gezicht; ook kan de bewerking niet resulteren in het gewenste effect.
Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd op de foto, wordt een waarschuwing
weergegeven en keert het scherm terug naar het weergavemenu.
C Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E89) voor meer informatie.
Selecteer een foto (A30) M d knop M e Huid verzachten
Huid verzachten
Normaal
Waarde
Voorbeeld
OpslaanTerug
OpslaanTerug
4
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
E20
Foto's bewerken
Referentiegedeelte
p Filtereffecten: Effecten toepassen m.b.v. digitaal filter
1 Druk op de multi-selector H of I om het
filtereffect t selecteren en druk op de k knop.
Als Ster, Fisheye, Miniatuureffect of Schilderij is
geselecteerd, gaat u verder met stap 3.
2 Pas het effect aan en druk op de k knop.
•Zacht: Druk op H ofI om de mate van het effect te
selecteren.
Selectieve kleur: Druk op H of I om de kleur die u
wilt houden, te selecteren.
Selecteer een foto (A30) M d knopM p Filtereffecten
Optie Beschrijving
Zacht
Verzacht de scherpte vanuit het midden van de foto naar de
rand toe. Bij foto's gemaakt met gezichtsdetectie (A75) of
huisdierdetectie (A48) geselecteerd, worden de delen om de
gezichten heen onscherp.
Selectieve kleur
Behoudt alleen de geselecteerde beeldkleur en maakt andere
kleuren zwart-wit.
Ster
Maak oplichtende lichtstralen die van heldere onderwerpen
zoals zonreflecties en verlichting af straalt. Geschikt voor
nachtlandschappen.
Fisheye
Maak foto's die uitzien of ze zijn gemaakt met een fisheye lens.
Geschikt voor foto's gemaakt in macro-stand.
Miniatuureffect
Maak foto's die op close-up foto's van een diorama lijken.
Geschikt voor foto's gemaakt u vanaf een hoge locatie omlaag
met het hoofdonderwerp in het midden van het beeld.
Schilderij Maak foto's met de uitstraling van schilderijen.
Schilderij
Miniatuureect
Fisheye
Zacht
Filtereecten
Selectieve kleur
Ster
Intensiteit
Normaal
Zacht
Zacht
E21
Foto's bewerken
Referentiegedeelte
3 Bevestig het resultaat en druk op de k knop.
Er wordt een nieuwe, bewerkte kopie gemaakt.
Druk op J om te annuleren.
Kopieën gemaakt met filtereffecten kunt u herkennen
aan het pictogram c dat tijdens de weergave wordt
getoond.
g Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen
1 Druk op de multi-selector H of I om het
gewenste kopieformaat te kiezen en druk
vervolgens op de k knop.
De beschikbare formaten zijn 640×480, 320×240 en
160×120.
2 Selecteer Ja en druk op de k knop.
Er wordt een nieuwe, kleinere kopie gemaakt.
De compressieverhouding van het gemaakte beeld is
1:16.
Kopieën gemaakt met de bewerkingsfunctie Kleine
afbeelding worden met een zwarte rand weergegeven.
C Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E89) voor meer informatie.
Selecteer een foto (A30) M d knop M g Kleine afbeelding
Voorbeeld
OpslaanTerug
OpslaanTerug
4
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
Kleine afbeelding
160×120
320×240
640×480
Kleine kopie maken?
Ja
Nee
E22
Foto's bewerken
Referentiegedeelte
a Bijsnijden: Een bijgesneden kopie maken
Maak een kopie van slechts het op de monitor zichtbare deel van het beeld terwijl
u wordt weergegeven als inzoomen bij weergave (A31) is geactiveerd.
Bijgesneden kopieën worden als aparte bestanden opgeslagen.
1 Vergroot de foto om bij te snijden (A31).
2 Pas de compositie van de kopie aan.
Om de zoomfactor in te stellen, draait u de zoomknop
naar g (i) of f (h).
Druk op de multi-selector H, I, J of K om alleen het
gedeelte van de foto dat u wilt kopiëren op de monitor
weer te geven.
3 Druk op de d knop.
4 Gebruik de multi-selector om Ja te selecteren
en druk op de k knop.
Er wordt een nieuwe, bijgesneden kopie gemaakt.
C Beeldformaat
Hoe kleiner de bijgesneden kopie wordt, hoe kleiner het formaat (aantal pixels) van de bijgesneden
kopie. Wanneer de instelling voor beeldkwaliteit/-formaat voor de bijgesneden kopie 320×240 of
160×120 is, dan worden deze foto's weergegeven met een zwarte rand en wordt het C pictogram
voor klein beeld weergegeven aan de linkerzijde van de monitor.
C De foto bijsnijden in de actuele “staande” stand
Gebruik de Beeld draaien optie (E49) om de foto zo te draaien, dat deze in liggende stand wordt
weergegeven. Draai de foto na bijsnijden terug naar de “staande” stand. De foto weergegeven in de
“staande” stand kan worden bijgesneden door in te zoomen op het beeld tot de zwarte randen aan
de beide zijden van de monitor verdwijnen. De bijgesneden foto wordt liggend weergegeven.
C Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E89) voor meer informatie.
4.0
4.0
4.0
Dit beeld opslaan als
getoond?
Ja
Nee
E23
Referentiegedeelte
Camera aansluiten op een tv (foto's op een tv bekijken)
Sluit de camera aan op een televisie om foto's te bekijken.
Als uw televisie een HDMI-aansluiting heeft, kunt u deze op de camera aansluiten
met een HDMI-kabel (normaal in de handel verkrijgbaar) om foto's weer te geven.
1 Zet de camera uit.
2 Sluit de camera aan op de televisie.
Bij aansluiting via de meegeleverde audio/video-kabel
Sluit de gele plug aan op de video-in-aansluiting van de televisie en de rode en witte
pluggen op de audio-in-aansluiting.
Bij aansluiting met een normaal in de handel verkrijgbare HDMI-
kabel
Sluit de plug aan op de HDMI-aansluiting op de televisie.
WitGeel Rood
HDMI mini-aansluiting (type C)
Naar de HDMI-
aansluiting
E24
Camera aansluiten op een tv (foto's op een tv bekijken)
Referentiegedeelte
3 Stem de televisie af op het videokanaal.
Raadpleeg de Gebruikshandleiding van uw televisie voor meer informatie.
4 Houd de c knop ingedrukt om de camera
aan te zetten.
De camera schakelt over naar de weergavestand en de
opgeslagen foto’s worden op de televisie
weergegeven.
Als de camera op de televisie is aangesloten, blijft de
monitor uit.
B Opmerkingen over aansluiten van HDMI-kabel
Er wordt geen HDMI-kabel meegeleverd. Gebruik een normaal in de handel verkrijgbare HDMI-kabel
om de camera op een televisie aan te sluiten. De uitgang op deze camera is een HDMI-mini-
aansluiting (type C). Als u een HDMI-kabel koopt, let dan op dat het apparaatuiteinde van de kabel is
voorzien van een HDMI-ministekker.
B Opmerkingen over aansluiten van kabel
Zorg ervoor dat u de stekker op de juiste manier op de camera is aangesloten. Gebruik geen kracht
om de stekker in de camera te steken. Zorg er bij het loskoppelen van de stekker voor dat u deze
recht uit de aansluiting trekt.
Sluit niet tegelijk kabels aan op de HDMI mini connector en de USB/Audio video connector.
B Indien niets verschijnt op de televisie
Controleer of de TV-instellingen (E79) in het setup-menu geschikt zijn voor uw televisie.
C De afstandsbediening van de TV gebruiken (regeling HDMI-apparaat)
De afstandsbediening van een TV die voldoet aan de HDMI-CEC norm kan worden gebruikt om de
camera te bedienen tijdens weergave.
In plaats van de draaibare multi-selector of zoomknop, kan de afstandsbediening worden gebruikt
om foto's te selecteren, films af te spelen/te pauzeren, te schakelen tussen schermvullende
weergave en 4-miniatuurweergave, etc.
Stel de HDMI-apparaatbesturing (E79) of TV-instellingen in op Aan (standaardinstelling) in
het setup-menu, en sluit de camera met een HDMI-kabel aan op de televisie aan.
Richt de afstandsbediening op de TV om te gebruiken.
Zie de Gebruikshandleiding van uw TV of andere gerelateerde documentatie om te controleren of
de TV de HDMI-CEC norm ondersteunt.
E25
Referentiegedeelte
Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen)
Gebruikers van een PictBridge-compatibele (F22) printer kunnen de camera
rechtstreeks op de printer aansluiten en foto's afdrukken zonder gebruik te maken
van een computer. Ga als volgt te werk om een afdruk te maken.
B Opmerkingen over voedingsbron
Gebruik een volledig opgeladen batterij wanneer u de camera op een printer aansluit; zo
voorkomt u dat de camera onverwachts wordt uitgeschakeld.
Als de lichtnetadapter EH-62F (apart verkrijgbaar) (E91) wordt gebruikt, kan de COOLPIX
S9300/S9200 gevoed worden via een stopcontact. Gebruik nooit een andere lichtnetadapter
dan de EH-62F. Als u deze waarschuwing negeert, kan dit leiden tot oververhitting van of schade
aan de camera.
C Foto’s afdrukken
U kunt uw foto’s met een printer afdrukken nadat u ze naar een computer hebt overgezet of via een
rechtstreekse aansluiting van de camera op een printer. Daarnaast kunt u uit de volgende opties
kiezen voor het afdrukken van foto's die op een geheugenkaart staan:
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van een DPOF-compatibele printer.
Breng een geheugenkaart naar een digitale fotoservice.
Als u uw foto’s op bovenstaande manieren wilt afdrukken, kunt u de foto’s en het gewenste aantal
afdrukken per foto opgeven via de Afdrukopdracht (E43) optie in het weergavemenu.
Maak foto's
Sluit de camera aan op de printer (E26)
Druk meerdere fotos af
(E27)
Druk meerdere fotos af (E28)
Zodra het afdrukken gereed is, kunt u de camera uitzetten en de USB-kabel lostrekken.
Selecteer de foto’s die u wilt afdrukken
met de afdrukopdrachtoptie
(Afdrukopdracht:
E
43)
E26
Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen)
Referentiegedeelte
Camera aansluiten op een printer
1 Zet de camera uit.
2 Zet de printer aan.
Controleer de printerinstellingen.
3 Sluit de camera aan op de printer met de meegeleverde USB-kabel.
Let erop dat u de plug correct plaatst. Zorg er bij het loskoppelen van de plug voor
dat u deze recht uit de aansluiting trekt.
4 De camera wordt automatisch ingeschakeld.
Als de camera correct is aangesloten, wordt het PictBridge opstartscherm (1)
weergegeven op de cameramonitor. Vervolgens wordt het Afdrukselectie venster
(2) weergegeven.
B Als het PictBridge venster niet wordt weergegeven
Zet de camera uit en koppel de USB-kabel los. Stel de Opladen via computer optie (E80) in het
setup-menu van de camera in op Uit en sluit de kabel opnieuw aan.
12
32
NO.
15/05
2012
32
Afdrukselectie
E27
Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen)
Referentiegedeelte
Afzonderlijke foto's afdrukken
Nadat u de camera op de juiste manier op de printer hebt aangesloten (E26),
kunt u als volgt foto’s afdrukken.
1 Gebruik de multi-selector om de af te drukken
foto te selecteren en druk op de k knop.
Draai de zoomknop naar f (h) om 12 miniaturen
weer te geven, of naar g (i) om terug te keren naar de
schermvullende weergave.
2 Selecteer Kopieën en druk op de k knop.
3 Selecteer het aantal afdrukken (maximaal
negen) en druk op de k knop.
4 Selecteer Papierformaat en druk op de k
knop.
32
32
NO.
15/05
2012
Afdrukselectie
001
PictBridge
afdrukken
Afdrukken starten
Kopieën
Papierformaat
4
Kopieën
004
PictBridge
afdrukken
Afdrukken starten
Kopieën
Papierformaat
E28
Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen)
Referentiegedeelte
5 Selecteer het gewenste papierformaat en
druk op de k knop.
Als u het papierformaat via de printerinstellingen wilt
selecteren, kiest u Standaard in het menu
papierformaat.
6 Selecteer Afdrukken starten en druk op de
k knop.
7 Het afdrukken begint.
Wanneer het afdrukken is voltooid, wordt het scherm
uit stap 1 weer op de monitor weergegeven.
Als u wilt annuleren voordat alle foto’s zijn afgedrukt,
drukt u op de k knop.
Meerdere foto’s afdrukken
Nadat u de camera op de juiste manier op de printer hebt aangesloten (E26),
kunt u als volgt foto’s afdrukken.
1 Als het Afdrukselectie scherm wordt
weergegeven, drukt u op de d knop.
2 Gebruik de multi-selector om Papierformaat
te selecteren en druk op de k knop.
Druk op de d knop om het printmenu te verlaten.
Papierformaat
Standaard
3,5×5 in.
5×7 in.
4×6 in.
8×10 in.
Letter
100×150 mm
004
PictBridge
Afdrukken starten
Kopieën
Papierformaat
afdrukken
Huidige afdruk/totaal
aantal afdrukken
002 / 004
Afdrukken
Annuleren
Afdrukmenu
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
DPOF-afdrukken
Papierformaat
E29
Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen)
Referentiegedeelte
3 Selecteer het gewenste papierformaat en
druk op de k knop.
Als u het papierformaat via de printerinstellingen wilt
selecteren, kiest u Standaard in het menu
papierformaat.
4 Selecteer Afdrukselectie, Druk alle beelden
af of DPOF-afdrukken en druk op de k
knop.
Afdrukselectie
Selecteer de foto’s (max. 99) en het aantal
afdrukken per foto (maximaal negen).
Druk op J of K van de multi-selector om foto’s
te selecteren en druk daarna op H of I om
het gewenste aantal per foto aan te geven.
Foto’s die zijn geselecteerd voor afdrukken,
herkent u aan het pictogram (vinkje) en een
getal dat het gewenste aantal afdrukken
aangeeft. Het pictogram wordt niet weergegeven bij foto’s waarvoor nul
exemplaren zijn opgegeven. Deze foto’s worden niet afgedrukt.
Draai de zoomknop naar g (i) om terug te keren naar de schermvullende
weergave of naar f(h) om 12 miniaturen weer te geven.
Wanneer u alle instellingen hebt voltooid, drukt u op de k knop.
Wanneer het menu zoals rechts afgebeeld
wordt weergeven, kiest u Afdrukken starten
en drukt u vervolgens op de k knop om het
afdrukken te starten.
Selecteer Annuleren en druk op k om terug
te keren naar het printmenu.
Papierformaat
Standaard
3,5×5 in.
5×7 in.
4×6 in.
8×10 in.
Letter
100×150 mm
Afdrukmenu
Afdrukselectie
Druk alle beelden af
DPOF-afdrukken
Papierformaat
10
Afdrukselectie
Terug
010
Afdrukselectie
Afdrukken starten
Annuleren
afdrukken
E30
Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen)
Referentiegedeelte
5 Het afdrukken begint.
Wanneer het afdrukken is voltooid, wordt het scherm
uit stap 2 weer op de monitor weergegeven.
Als u wilt annuleren voordat alle foto’s zijn afgedrukt,
drukt u op de k knop.
C Papierformaat
De camera ondersteunt de volgende papierformaten: Standaard (het standaard papierformaat
voor de huidige printer), 3,5×5 in., 5×7 in., 100×150 mm, 4×6 in., 8×10 in., Letter, A3, en A4.
Alleen de formaten die door de huidige printer worden ondersteund, worden weergegeven.
Druk alle beelden af
Alle foto’s die in het interne geheugen of op de
geheugenkaart zijn opgeslagen, worden een
voor een afgedrukt.
Wanneer het menu zoals rechts afgebeeld
wordt weergeven, kiest u Afdrukken starten
en drukt u vervolgens op de k knop om het
afdrukken te starten.
Selecteer Annuleren en druk op k om terug
te keren naar het printmenu.
DPOF-afdrukken
Foto's waarvoor een afdrukopdracht is gegeven
in de Afdrukopdracht optie (E43) kunnen
worden afgedrukt.
Wanneer het menu zoals rechts afgebeeld
wordt weergeven, kiest u Afdrukken starten
en drukt u vervolgens op de k knop om het
afdrukken te starten.
Selecteer Annuleren en druk op k om terug
te keren naar het printmenu.
Als u de huidige printopdracht wilt bekijken,
selecteert u Bek. beelden en drukt u op de k
knop. Om het afdrukken te starten, drukt u
nogmaals op de k knop.
018
Druk alle beelden af
Afdrukken starten
Annuleren
afdrukken
010
DPOF-afdrukken
Afdrukken starten
Bek. beelden
Annuleren
afdrukken
10
Terug
Bek. beelden
Huidige afdruk/totaal
aantal afdrukken
002 / 010
Afdrukken
Annuleren
E31
Referentiegedeelte
Films bewerken
Alleen de gewenste delen van de film kopiëren
De gewenste delen van een opgenomen film kunnen als apart bestand worden
opgeslagen (behalve voor films opgenomen met
p iFrame 540 (960×540)).
1 Speel de te bewerken film af en stop op het beginpunt van het
gedeelte dat moet worden gekopieerd (A92).
2 Gebruik de multi-selector J of K om I op
het weergavepaneel te kiezen en druk op de
k knop.
Het filmbewerkingsscherm verschijnt.
3 Druk op H of I om J (Kies beginpunt) te
kiezen op het bewerkingspaneel.
Draai de multi-selector of druk op J of K om de
startpositie in te stellen.
Druk op H of I om L (Terug) te kiezen en druk op
de k knop om te annuleren.
4
Druk op
H
of
I
om
K
(Kies eindpunt) te kiezen.
Draai de multi-selector of druk op
J
of
K
om het eindpunt
rechts op het eindpunt van het gewenste deel in te stellen.
Kies
c
(Voorbeeld) en druk op de
k
knop om de weergave
van de film binnen het opgegeven bereik te controleren,
voordat deze wordt opgeslagen. Tijdens de weergave van het
voorbeeld kan het volume worden aangepast met de
zoomknop
g
/
f
. Gebruik de multi-selector om snel vooruit of terug te spoelen. Druk nogmaals
op de
k
knop om de weergave van het voorbeeld te stoppen.
5 Druk op H of I om m (Opslaan) te kiezen en druk op de k knop
nadat de instellingen zijn afgerond.
6 Selecteer Ja en druk op de k knop.
De bewerkte film wordt opgeslagen.
Als u het opslaan wilt annuleren, selecteert u Nee.
7m42s
7m42s
7m42s
8m48s
8m48s
8m48s
Kies beginpunt
5m52s
5m52s
5m52s
Kies eindpunt
Opslaan OK?
Ja
Nee
E32
Films bewerken
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over films bewerken
Gebruik een volledig opgeladen batterij: zo voorkomt u dat de camera wordt uitgeschakeld
tijdens bewerken. Als de batterij bijna leeg is B, is filmbewerking niet mogelijk.
Als een film is bewerkt, kan deze niet opnieuw worden gebruikt om delen uit een film te
selecteren. Selecteer en bewerk de originele film om een ander bereik te selecteren.
Omdat bewerkte films worden onderverdeeld in 1 sec. units, is het mogelijk dat het ingestelde
begin- en eindpunt iets afwijken. Secties korter dan twee seconden kunnen niet worden
geselecteerd.
De bewerkingsfuncties zijn niet beschikbaar als er onvoldoende vrije ruimte is in het interne
geheugen of op de geheugenkaart.
C Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E89) voor meer informatie.
E33
Referentiegedeelte
Het opnamemenu (voor
A
(auto) stand, continu-opnamestand)
Zie “Beeldformaat wijzigen (beeldstand)” (
A
71) voor meer informatie over
Beeldmodus
.
Behalve
Continu
(
E
36), delen alle items dezelfde instellingen in de
A
(auto) stand en
continu-opnamestand, en worden de instellingen opgeslagen in het geheugen van de
camera, zelfs als de camera uitgeschakeld wordt.
Continu
kan alleen geselecteerd worden wanneer de continu-opnamestand gebruikt wordt.
Zie “Continu-opname (opties)” (
A
55) voor meer informatie.
Witbalans (kleurinstelling aanpassen)
De kleur van het licht dat door een voorwerp wordt weerkaatst, is afhankelijk van de kleur van de
lichtbron.
De hersenen van de mens passen zich aan wanneer de kleur van de lichtbron verandert. Hierdoor
zijn witte voorwerpen in onze ogen altijd wit, of we ze nu in de schaduw, in de zon, bij tl-licht of
bij het licht van een gloeilamp zien. Digitale camera’s doen iets vergelijkbaars door beelden te
bewerken overeenkomstig de kleur van de lichtbron. Dit wordt de “witbalans” genoemd.
Voor de meeste soorten licht kunt u de standaardinstelling
Automatisch
gebruiken, maar voor
het beste resultaat kunt u ook de witbalans voor een bepaalde lichtbron instellen.
Het pictogram voor de geselecteerde instelling wordt weergegeven op de monitor (
A
6). Als
Automatisch
is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
B
Opmerkingen over witbalans
De functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet
tegelijkertijd gebruikt kunnen worden” (
A
73) voor meer informatie.
Als de witbalans niet is ingesteld op
Automatisch
of
Flitser
, zet de flitser op
W
(uit) (
A
61).
Selecteer de A (auto) stand of continu-opnamestand (A25) M d knop M A of
C tab (A11) M Witbalans
Optie Beschrijving
a Automatisch
(standaardinstelling)
De witbalans wordt automatisch aan de
lichtomstandigheden aangepast. Dit is in de meeste
omstandigheden de beste keuze.
b Handm. voorinstelling
Handig tijdens het fotograferen onder ongewone
lichtomstandigheden. Zie “Handmatige voorinstelling
gebruiken” voor meer informatie (E34).
c Daglicht Witbalans wordt afgestemd op direct zonlicht.
d Gloeilamplicht Voor opnamen bij gloeilamplicht.
e TL-licht Voor opnamen bij tl-licht.
f Bewolkt Voor het fotograferen bij een bewolkte hemel.
g Flitser Voor opnamen in flitsstand.
E34
Het opnamemenu (voor A (auto) stand, continu-opnamestand)
Referentiegedeelte
Handmatige voorinstelling gebruiken
Gebruik deze optie als u foto's die gemaakt zijn onder ongebruikelijke
lichtomstandigheden (bijv. lampen met roodachtig licht) er wilt laten uitzien alsof
ze bij normaal licht zijn genomen.
Volg de onderstaande procedure om de witbalanswaarde te meten onder het
opnamelicht.
1 Plaats een wit of grijs referentievoorwerp onder de verlichting die voor
de foto wordt gebruikt.
2 Ga naar het opnamemenu (A36), gebruik de
multi-selector om Witbalans op b Handm.
voorinstelling in te stellen en druk
vervolgens op de
k knop.
Het objectief schuift uit in de zoomstand voor de
meting.
3 Kies Meten.
Om de meest recent gemeten witbalanswaarde toe te
passen, selecteert u Annuleren en drukt u op de k
knop. De meest recent gemeten witbalanswaarde
wordt ingesteld zonder de witbalanswaarde opnieuw
te meten.
4 Kadreer een wit of grijs referentievoorwerp in
de kadrering van het referentievoorwerp.
5 Druk op de k knop om de witbalanswaarde te meten.
De sluiter ontspant en de witbalans wordt ingesteld op de nieuwe waarde (er wordt
geen foto opgeslagen).
B Opmerking over handmatige voorinstelling
De camera kan geen witbalans meten bij gebruik van de flitser. Bij gebruik van de flitser, stel
Witbalans in op Automatisch of Flitser.
Witbalans
Flitser
Bewolkt
TL-licht
Gloeilamplicht
Daglicht
Automatisch
Flitser
Bewolkt
TL-licht
Gloeilamplicht
Daglicht
Handm. voorinstelling
Automatisch
Handm. voorinstelling
Meten
Annuleren
Kadrering referentievoorwerp
Handm. voorinstelling
Meten
Annuleren
E35
Het opnamemenu (voor A (auto) stand, continu-opnamestand)
Referentiegedeelte
Lichtmeting
Het proces waarbij de helderheid van het onderwerp wordt gemeten om de
belichting te bepalen wordt "lichtmeting" genoemd.
Gebruik deze optie om te bepalen hoe de camera de belichting meet.
B Opmerkingen over lichtmeting
Wanneer de digital zoom is ingeschakeld, schakelt Lichtmeting automatisch over op Centrum-
gericht of spotmeetveld (waarbij het midden van het beeld gemeten wordt).
C Lichtmeetveld
Als Centrum-gericht is geselecteerd voor Lichtmeting, wordt de aanduiding van het
lichtmetingsbereik (A6) weergegeven (behalve wanneer digitale zoom wordt gebruikt).
Selecteer de A (auto) stand of continu-opnamestand (A25) M d knop M A of
C tab (A11) M Lichtmeting
Optie Beschrijving
G
Matrix
(standaardinstelling)
De camera gebruikt een groot deel van het scherm voor de
meting.
De meetmethode levert de gewenste belichting op voor een
groot aantal opname-omstandigheden. Aanbevolen voor
fotograferen onder normale omstandigheden.
q
Centrum-gericht
De camera meet het hele beeld maar houdt vooral rekening met
het onderwerp in het midden van het beeld. Deze stand is ideaal
voor portretten, omdat de achtergronddetails behouden blijven
terwijl de lichtomstandigheden in het midden van het beeld de
belichting bepalen. Deze stand kunt u bij
scherpstelvergrendeling (A76) ook gebruiken om de
belichting van onderwerpen te meten die zich niet in het
midden van het beeld bevinden.
E36
Het opnamemenu (voor A (auto) stand, continu-opnamestand)
Referentiegedeelte
Continu-opname
U kunt het type continu-opname selecteren. Zie “Continu-opname (opties)” (
A
55) voor meer
informatie.
ISO-waarde
Hoe hoger de ISO-waarde, hoe minder licht nodig is voor het maken van foto's.
Hoe hoger de ISO-waarde, hoe donkerder onderwerp kan worden gefotografeerd. Bovendien kunt u
nu zelfs van onderwerpen met vergelijkbare helderheid foto's maken met snellere sluitertijden, waarbij
onscherpte veroorzaakt door cameratrilling en beweging van het onderwerp kunnen worden
gereduceerd.
De ISO-waarde instellen op een hoog niveau is effectief bij het fotograferen van donkere
onderwerpen zonder flitser, als gefotografeerd wordt in de telestand en vergelijkbare situaties, maar
de gemaakte foto's kunnen korrelig zijn.
Het pictogram voor de geselecteerde instelling wordt weergegeven op de monitor (
A
6).
Als
Automatisch
is geselecteerd, wordt het
E
pictogram niet weergegeven bij ISO 125, maar
wel zodra de ISO-waarde automatisch wordt verhoogd naar meer dan ISO 125 (
A
26).
Wanneer
Vast bereik automatisch
is geselecteerd, worden het
U
pictogram en de maximale
ISO-waarde weergegeven.
B
Opmerking over ISO-waarde
De functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet tegelijkertijd
gebruikt kunnen worden” (
A
73) voor meer informatie.
Selecteer continu-opnamestand M d knop M C tab (A11) M Continu
Selecteer de A (auto) stand of continu-opnamestand (A25) M d knop M A of
C tab (A11) M ISO-waarde
Optie Beschrijving
Automatisch
(standaardinstelling)
De ISO-waarde voor fotografie op lichte plaatsen is ISO 125; op donkere plaatsen
verhoogt de camera de ISO-waarde automatisch tot een maximum van ISO 1600.
Vast bereik
automatisch
Kies het bereik waarbinnen de camera automatisch de ISO-waarde moet instellen, d.w.z.
ISO 125-400
(standaardinstelling) en
ISO 125-800
. De camera zal de ISO-waarde niet
verhogen boven de maximum waarde van het ingestelde bereik.
Stel de maximale ISO-waarde in om de mate van “korrel” in afbeeldingen te regelen.
125, 200, 400, 800,
1600, 3200
De ISO-waarde wordt vergrendeld op de vastgestelde waarde.
E37
Het opnamemenu (voor A (auto) stand, continu-opnamestand)
Referentiegedeelte
AF-veldstand
U kunt instellen hoe het scherpstelveld moet worden bepaald bij automatisch
scherpstellen.
Selecteer de A (auto) stand of continu-opnamestand (A25) M d knop M A of
C tab (A11) M AF-veldstand
Optie Beschrijving
a
Gezichtprioriteit
(standaard
instelling)
De camera herkent en stelt scherp
op het gezicht dat naar de camera
kijkt (zie “Gezichtsdetectie
gebruiken” (A75) voor meer
informatie).
Als de camera meerdere gezichten
herkent, wordt scherpgesteld op
het gezicht dat zich het dichtst bij
de camera bevindt.
Als onderwerpen anders dan
mensen worden gefotografeerd, of een onderwerp wordt
gekozen waarbij geen gezicht kan worden herkend, wordt de AF-
veldstand ingesteld op Automatisch. De camera kiest
automatisch de scherpstelvelden (max. negen velden) met het
onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt.
w Automatisch
De camera kiest automatisch de
scherpstelvelden (max. negen
velden) met het onderwerp dat
zich het dichtst bij de camera
bevindt.
Druk de ontspanknop half in om
het scherpstelveld te activeren.
Wanneer de ontspanknop half
wordt ingedrukt, dan wordt het
door de camera geselecteerde
scherpstelveld weergegeven op de monitor (max. negen velden).
Scherpstelveld
29m 0s
29m 0s
29m 0s
1140
1140
1140
29m 0s
29m 0s
29m 0s
1140
1140
1140
Scherpstelvelden
E38
Het opnamemenu (voor A (auto) stand, continu-opnamestand)
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over AF-veldstand
Als de digitale zoom actief is, stelt de camera altijd scherp op het onderwerp in het midden van
het beeld, ongeacht de geselecteerde AF-veldstand optie.
In uitzonderlijke gevallen als onderwerpen worden gefotografeerd waarbij de autofocus niet
werkt zoals verwacht (A29), is het onderwerp misschien niet scherpgesteld.
De functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies
die niet tegelijkertijd gebruikt kunnen worden” (A73) voor meer informatie.
x Handmatig
Kies de scherpstelpositie uit 99
velden op het scherm. Deze optie is
geschikt in situaties waarin het
beoogde onderwerp relatief stil
staat en zich niet in het midden van
het beeld bevindt.
Draai de multi-selector of druk op
H, I, J of K om het
scherpstelveld te verplaatsen naar
de plaats van het onderwerp en
een foto te maken.
Om de volgende instellingen aan te passen, druk op de k
knop om tijdelijk het gekozen scherpstelveld te annuleren, en
pas vervolgens elke instelling aan.
- Flitsstand, macro-stand, zelfontspanner of creatieve
schuifbalk
Om terug te keren naar het scherm met scherpstelvelden,
drukt u nogmaals op de k knop.
y Centrum
De camera stelt scherp op het
onderwerp in het midden van het
beeld.
Het scherpstelveld wordt altijd in
het midden van het beeld
weergegeven.
s
Onderwerp
volgen
Onderwerp volgen begint zodra u
heeft scherpgesteld op een
onderwerp, waarna het scherpveld
het onderwerp zal verplaatsen en
het onderwerp zal volgen. Zie
“Onderwerp volgen gebruiken”
(E39).
Optie Beschrijving
Te kiezen velden
Scherpstelveld
Scherpstelveld
1140
1140
1140
29m 0s
29m 0s
29m 0s
Start
Start
E39
Het opnamemenu (voor A (auto) stand, continu-opnamestand)
Referentiegedeelte
Onderwerp volgen gebruiken
Kies deze stand om bewegende onderwerpen te fotograferen. Onderwerp volgen
begint zodra u heeft scherpgesteld op een onderwerp, waarna het scherpveld het
onderwerp zal verplaatsen en het onderwerp zal volgen.
1 Draai de multi-selector, selecteer
s Onderwerp volgen en druk op de k
knop.
Druk op de d knop na het wijzigen van de
instellingen en keer terug naar het opnamescherm.
2 Kadreer het onderwerp in het midden van de
rand en druk op de k knop.
Het onderwerp wordt geregistreerd.
Als de camera niet kan scherpstellen op het
onderwerp, licht de rand rood op. Wijzig de compositie
en probeer het opnieuw.
Zodra het onderwerp is geregistreerd, wordt het
omkaderd door een geel scherpstelveld, waarna het
volgen van het onderwerp start.
Druk op de k knop om de registratie van het
onderwerp te annuleren.
Als de camera het onderwerp uit beeld verliest,
verdwijnt het scherpstelveld; registreer het onderwerp
opnieuw.
3 Druk de ontspanknop helemaal in om de foto
te maken.
Als de camera scherpstelt binnen het scherpstelveld
wanneer de ontspanknop half is ingedrukt, wordt het
scherpstelveld groen en wordt de scherpstelling
vergrendeld.
Als de ontspanknop half wordt ingedrukt terwijl geen
rand wordt weergegeven, stelt de camera scherp op
het onderwerp in het midden van het beeld.
Selecteer de A (auto) stand (A25) of continu-opnamestand M d knop M A of
C tab (A11) M AF-veldstand
AF-veldstand
Gezichtprioriteit
Automatisch
Handmatig
Centrum
Onderwerp volgen
Start
Start
Einde
Einde
1/250 F3.5
1/250 F3.5
1/250 F3.5
E40
Het opnamemenu (voor A (auto) stand, continu-opnamestand)
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over onderwerp volgen
Digitale zoom is niet beschikbaar.
Stel de instellingen voor zoomstand, creatieve schuifbalk, scherpstelstand of het menu in voordat
u een onderwerp registreert. Als een van deze standen wijzigt nadat een onderwerp is
geregistreerd, wordt de registratie geannuleerd.
Onder bepaalde condities, zoals bij snel bewegende onderwerpen, bij overmatig veel
cameratrilling, of bij meerdere onderwerpen die op elkaar lijken, is het mogelijk dat de camera een
onderwerp niet kan registreren of volgen of dat de camera een ander onderwerp volgt. Bovendien
is het mogelijk dat het onderwerp niet correct wordt gevolgd t.g.v. de afmeting resp. helderheid
daarvan.
In uitzonderlijke gevallen zien foto’s met automatische scherpstelling er niet uit als werd verwacht
(A29). Het onderwerp is niet scherp ondanks het feit dat het scherpstelveld groen oplicht. Als
scherpstellen niet lukt, stel de AF-veldstand in op Handmatig of Centrum, of probeer een foto
te maken met scherpstelvergrendeling (A76) door op een ander onderwerp op dezelfde afstand
scherp te stellen.
De functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies
die niet tegelijkertijd gebruikt kunnen worden” (A73) voor meer informatie.
Autofocus-stand
Selecteer de manier waarop de camera scherpstelt.
C Autofocus-stand voor Filmopname
De autofocus-stand voor filmopname kan worden ingesteld met Autofocus-stand (E57) in het
filmmenu.
Selecteer de A (auto) stand of continu-opnamestand (A25) M d knop M A of
C tab (A11) M Autofocus-stand
Optie Beschrijving
A
Enkelvoudige AF
(standaardinstelling)
De camera stelt scherp wanneer u de ontspanknop half indrukt.
B
Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp tot de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Gebruik deze optie voor bewegende onderwerpen. De camera geeft een
geluidssignaal bij het scherpstellen.
E41
Referentiegedeelte
Het menu slim portret
Beeldmodus (beeldformaat en beeldkwaliteit)
Zie “Het beeldformaat wijzigen (beeldmodus)” (
A
71) voor meer informatie over de instellingen
Beeldmodus
.
Huid verzachten
Schakel huid verzachten in.
Wanneer huid verzachten ingeschakeld is, wordt het pictogram voor de geselecteerde instelling
weergegeven op de monitor (
A
6). Als
Uit
is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling
weergegeven. De effecten van huid verzachten zijn niet zichtbaar bij het kadreren van het beeld voor de
opname. Controleer de mate van huid verzachten die in de weergavestand wordt toegepast.
Glimlachtimer
De camera herkent gezichten van mensen en laat vervolgens automatisch de sluiter ontspannen als er
een glimlach wordt vastgesteld.
Wanneer de glimlachtimer ingeschakeld is, wordt het pictogram voor de geselecteerde instelling
weergegeven op de monitor (
A
6). Als
Uit
is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele
instelling weergegeven.
Geef het opnamescherm in de slim portret-stand weer (
A
50)
M
d
knop
M
F
tab (
A
51)
M
Huid
verzachten
Optie Beschrijving
S
Hoog
Wanneer de sluiter ontspannen wordt, herkent de camera maximaal drie
gezichten terwijl de sluiter ontspant en bewerkt de camera de foto om de huid
van de gezichten te verzachten voordat de foto wordt opgeslagen. De
toegepaste mate van huid verzachten kan geselecteerd worden.
R
Normaal
(standaardinstelling)
Q
Laag
k
Uit
Schakel huid verzachten uit.
Geef het opnamescherm in de slim portret-stand weer (
A
50)
M
d
knop
M
F
tab (
A
51)
M
Glimlachtimer
Optie Beschrijving
a
Aan
(standaardinstelling)
Schakelt glimlachtimer in.
k
Uit
Schakelt glimlachtimer uit.
E42
Het menu slim portret
Referentiegedeelte
Knipperdetectie
De camera laat de sluiter automatisch tweemaal ontspannen als er een foto wordt
gemaakt. Van de twee gemaakte foto's, wordt de foto opgeslagen waarop het
onderwerp de ogen open heeft.
Wanneer de knipperdetectie ingeschakeld is, wordt het pictogram voor de
geselecteerde instelling weergegeven op de monitor (A6). Als Uit is gekozen,
wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
Geef het opnamescherm in de slim portret-stand weer (A50) M d knop M F tab
(A51) M Knipperdetectie
Optie Beschrijving
y Aan
Schakelt knipperdetectie in.
De flitser kan niet gebruikt
worden wanneer Aan
geselecteerd is.
Als de camera een foto heeft
opgeslagen waarop het
onderwerp de ogen mogelijk
gesloten heeft, wordt het
rechts afgebeelde
dialoogvenster enkele seconden weergegeven.
k
Uit
(standaardinstelling)
Schakelt knipperdetectie uit.
Er werd geknipperd op de foto
die zojuist werd genomen.
E43
Referentiegedeelte
Het weergavemenu
Voor meer informatie over de beeldbewerkingsfuncties; (Snel retoucheren,
D-Lighting, Huid verzachten, Filtereffecten en Kleine afbeelding), zie
“Foto's bewerken” (E16).
Voor meer informatie over Favoriete beelden en Verwijderen uit favor., zie
“Stand favoriete beelden” (E9).
a Afdrukopdracht (Een DPOF-afdrukopdracht maken)
Wanneer u een van de volgende methodes kiest om foto's af te drukken die
opgeslagen zijn op een geheugenkaart, kunnen de foto's en het aantal foto's dat
moet worden afgedrukt van tevoren worden ingesteld op de geheugenkaart.
Afdrukken op een DPOF-compatibele (F22) printer die voorzien is van een
kaartsleuf.
De afdrukken bestellen bij een digitale fotoservice met een DPOF-service.
Afdrukken door de camera aan te sluiten op een PictBridge-compatibele (F22)
printer (E26). (Wanneer de geheugenkaart uit de camera wordt gemaakt, kan
de afdrukopdracht ook worden uitgevoerd voor de foto's die zijn opgeslagen
op het intern geheugen.)
1 Gebruik de multi-selector om Beelden
selecteren te selecteren en druk op de k
knop.
Wanneer de stand favoriete beelden, automatisch
sorteren of sorteren op datum is geselecteerd, wordt
het rechts afgebeelde menu niet weergegeven. Ga
verder met stap 2.
2 Selecteer de foto’s (max. 99) en het aantal
afdrukken per foto (maximaal negen).
Verdraai de multi-selector of druk op J of K om foto's
te selecteren en druk daarna op H of I om het
gewenste aantal per foto aan te geven.
Foto’s die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent u
aan het pictogram (vinkje) en een getal dat het
gewenste aantal afdrukken aangeeft. Als er geen
afdrukken zijn opgegeven, wordt de selectie geannuleerd.
Draai de zoomknop naar g (i) om terug te keren naar de schermvullende weergave
of naar f (h) om 12 miniaturen weer te geven.
Druk op de k knop wanneer u alle instellingen hebt voltooid.
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A11) M a Afdrukopdracht
Afdrukopdracht
Beelden selecteren
Afdrukopdracht wissen
Afdrukselectie
Terug
E44
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
3 Geef aan of u de opnamedatum en -informatie
wilt afdrukken.
Selecteer Datum en druk op de k knop om de
opnamedatum af te drukken op alle foto’s binnen de
afdrukopdracht.
Selecteer Info en druk op de k knop om de foto-
informatie (sluitertijd en diafragmawaarde) af te
drukken op alle foto’s binnen de afdrukopdracht.
Selecteer Gereed en druk op de k knop om de afdrukopdracht af te ronden.
Foto's die zijn geselecteerd voor afdrukken, kunt u
tijdens weergavestand herkennen aan het pictogram
w.
Afdrukopdracht
Gereed
Datum
Info
4
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
B Opmerkingen over afdrukken van opnamedatum en -informatie
Als u in het menu Afdrukdracht de opties Datum en Info hebt geactiveerd, kunnen de
opnamedatum en -informatie op de foto's afgedrukt worden indien u een DPOF-compatibele
(F22) printer gebruikt die het afdrukken van de opnamedatum en -informatie ondersteunt.
Bij DPOF (E30) kan opname-informatie niet worden afgedrukt als de camera via de
meegeleverde USB-kabel rechtstreeks is aangesloten op de printer.
•Datum en Info worden gereset telkens wanneer het Afdrukopdracht-menu wordt
weergegeven.
De datum en tijd die op de foto worden afgedrukt, zijn de datum
en tijd die ingesteld waren op de camera toen de foto werd
gemaakt. De datum en tijd die via deze optie worden afgedrukt,
veranderen niet als de Tijdzone en datum-instellingen in het
setup-menu van de camera worden aangepast nadat de foto is
opgeslagen.
15/05/2012
15 /05/ 20 12
15/05/2012
E45
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over afdrukopdracht
C Alle printopdrachten wissen
Selecteer bij stap 1 van de printopdrachtprocedure (E43) Afdrukopdracht wissen en druk op de
k knop om de printopdrachten voor alle foto's te wissen.
C Datumstempel
De opnamedatum en -tijd kunnen tijdens de opname worden afgedrukt op foto's door
Datumstempel (E72) in te stellen in het setup-menu. Deze gegevens kunnen ook worden
afgedrukt op printers die het afdrukken van datum en tijd niet ondersteunen. Alleen de datum en
tijd van de datumstempel op foto's wordt afgedrukt, ook al is Afdrukopdracht geactiveerd door
datum te selecteren in het afdrukopdrachtscherm.
Als u een afdrukopdracht geeft in de stand favoriete beelden, automatisch sorteren of sorteren op
datum, dan wordt het onderstaande scherm weergegeven indien andere foto's dan in het
geselecteerde album, in de geselecteerde categorie of met de betreffende opnamedatum voor
afdrukken zijn geselecteerd.
Selecteer Ja om de afdrukopdrachtinstelling aan de bestaande afdrukopdracht toe te voegen.
Selecteer Nee om de bestaande afdrukopdracht te verwijderen en de afdrukopdrachtinstelling
te behouden.
Bovendien wordt het hieronder afgebeelde scherm weergegeven wanneer er meer dan 99 foto's
zijn na het toevoegen van de actuele afdrukopdrachtinstelling.
Selecteer Ja om de bestaande afdrukopdracht te verwijderen en de afdrukopdrachtinstelling te
behouden.
Selecteer Annuleren om de bestaande afdrukopdracht te behouden en de
afdrukopdrachtinstelling te verwijderen.
Afdrukopdracht
Afdrukmarkering voor andere
beelden opslaan?
Ja
Nee
Afdrukopdracht
Afdrukmarkering voor
andere data opslaan?
Ja
Nee
Stand favoriete beelden
of automatisch sorteren
Stand sorteren op datum
Afdrukopdracht
Teveel geselecteerde beelden.
Afdrukmarkering van andere
beelden verwijderen?
Ja
Annuleren
Afdrukopdracht
Teveel geselecteerde
beelden. Afdrukmarkering voor
andere data verwijderen?
Ja
Annuleren
Stand favoriete beelden
of automatisch sorteren
Stand sorteren op datum
E46
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
b Diashow
Bekijk de fotos in het interne geheugen of op een geheugenkaart in een
Automatisch afspelen.
1 Gebruik de multi-selector om Start te
selecteren en druk op de k knop.
Als u de pauze tussen foto’s wilt aanpassen, selecteer
Tussenpauze, druk vervolgens op de k knop en
selecteer de gewenste duur voordat u Start selecteert.
Om de diashow automatisch te herhalen, activeert u
Herhalen en drukt u op de k knop alvorens Start te
kiezen. Als de optie herhalen is geactiveerd, wordt er een vinkje (w) in het
selectievakje weergegeven.
2 De diashow begint.
Druk op de multi-selector K om de volgende foto weer
te geven of op J om de vorige foto weer te geven.
Houd K ingedrukt om snel vooruit te spoelen of J om
snel terug te spoelen.
Als u halverwege wilt afbreken of pauzeren, druk dan
op de k knop.
3 Selecteer Einde of Herstarten.
Nadat de laatste foto weergegeven is of tijdens pauze in
weergave, verschijnt het scherm aan de rechterzijde.
Kies G en druk op de k knop om naar stap 1 terug te
keren.
Kies F om de diashow nogmaals af te spelen.
B Opmerkingen over diashows
Van films (A92) die in een diashow zijn opgenomen, wordt alleen het eerste beeld weergegeven.
Bij reeksen (E7) waarvan de weergaveopties zijn ingesteld op Enkel hoofdfoto, wordt alleen de
hoofdfoto weergegeven.
Foto's die gemaakt zijn tijdens eenvoudig panorama worden schermvullend weergegeven
wanneer deze worden weergegeven in een diashow. Deze worden niet gescrolld.
Diashows worden max. 30 minuten weergegeven, ook als Herhalen is geselecteerd (E77).
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A11) M b Diashow
3s
Diashow
Pauze
Start
Herhalen
Tussenpauze
E47
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
d Beveiligen
Geselecteerde fotos tegen ongewild wissen beveiligen.
Selecteer in het fotoselectiemenu een foto en stel beveiligen in of annuleer dit. Zie
“Het fotoselectiescherm” (E48) voor meer informatie.
Let op: wanneer het interne geheugen van de camera of de geheugenkaart
(E78) wordt geformatteerd, worden beveiligde bestanden permanent gewist.
Beveiligde fotos zijn te herkennen aan het pictogram s in de weergavestand
(A8).
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A11) M d Beveiligen
E48
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
Het fotoselectiescherm
Het fotoselectiescherm wordt weergegeven in de volgende menu's.
Er kan voor een aantal menu's slechts één beeld worden geselecteerd, terwijl voor
andere menu-items meerdere beelden tegelijk kunnen worden gekozen.
Volg de onderstaande procedure om beelden te selecteren.
1 Verdraai de multi-selector of druk op J of K
om het gewenste beeld te selecteren.
Draai de zoomknop naar g (i) om terug te keren naar
de schermvullende weergave of naar f(h) om
12 miniaturen weer te geven.
Voor functies waarbij slechts 1 beeld wordt geselecteerd,
gaat u verder met stap 3.
2 Druk op H of I om ON of OFF beelden in te
stellen (of het aantal afdrukken).
Als ON geselecteerd is, verschijnt een vinkje (y) naast
het beeld. Herhaal stap 1 en 2 als u nog meer beelden
wilt selecteren.
3 Druk op de k knop om de beeldselectie toe te passen.
Bij selecties zoals Geselecteerde beelden, wordt het bevestigingsvenster
weergegeven. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Functies waarvoor slechts één beeld kan
worden geselecteerd
Functies waarvoor meerdere beelden
tegelijk kunnen worden geselecteerd
Weergavemenu:
Beeld draaien (E49),
Kies hoofdfoto (E52)
Setup-menu:
Selecteer beeld in Welkomstscherm
(E66)
Weergavemenu:
Beelden selecteren in Afdrukopdracht
(E43),
Beveiligen (E47),
Geselecteerde beelden in Kopiëren
(E51)
Favoriete beelden
Verwijderen uit favor.
Wis gesel. beeld(en) in Wissen (A32)
ON/OFF
Wis gesel. beeld(en)
Terug
ON/OFF
Wis gesel. beeld(en)
Terug
E49
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
f Beeld draaien
Wijzig de beeldoriëntatie van fotos die worden weergegeven op de
cameramonitor na opname. Fotos kunnen 90° met de klok mee en 90° tegen de
klok worden geroteerd.
Fotos die in “staande” portretstand zijn gemaakt, kunnen 180° omhoog worden
gedraaid in beide richtingen.
Kies een foto in het fotoselectiescherm (E48) om het scherm Beeld draaien weer
te geven. Verdraai de multi-selector of druk op J of K om de foto 90° te roteren.
Druk op de k knop om de weergegeven oriëntatie in te stellen en bewaar deze
informatie samen met de foto.
B Opmerkingen over beeld draaien
Foto's die gemaakt zijn met een andere camera dan de COOLPIX S9300/S9200 kunnen niet
worden gedraaid.
Foto's die gemaakt zijn met 3D-fotografie kunnen niet worden geroteerd.
Terwijl alleen de hoofdfoto van een reeks wordt weergegeven, kunnen beelden niet worden
gedraaid. Pas de instelling toe na de weergave van afzonderlijke foto's (E7, E52).
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A11) M f Beeld draaien
Beeld draaien
Terug Draaien
Beeld draaien
Terug Draaien
Beeld draaien
Terug Draaien
90°
linksom gedraaid
90° rechtsom
gedraaid
E50
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
E Spraakmemo
Met de microfoon in de camera kunt u spraakmemo's opnemen voor foto's.
Het spraakopnamescherm wordt weergegeven voor een foto zonder spraakmemo, terwijl het scherm voor het
afspelen van een spraakmemo wordt weergegeven voor een foto met spraakmemo (een foto gemarkeerd met
p
in de schermvullende weergave).
Spraakmemo’s opnemen
Spraakmemo kan worden opgenomen tot max. 20 seconden terwijl de
k
knop wordt ingedrukt.
Raak de microfoon tijdens de opname niet aan.
Tijdens de opname knipperen
o
en
p
op de monitor.
Nadat het opnemen is beëindigd, wordt het scherm voor het afspelen van
een spraakmemo weergegeven.
Spraakmemo’s afspelen
Foto's waarvoor een spraakmemo is opgenomen zijn te herkennen
aan
p
in de schermvullende weergave.
Druk op de
k
knop en houd deze ingedrukt om een spraakmemo weer te
geven. Om het afspelen te beëindigen, drukt u nogmaals op de
k
knop.
Gebruik de zoomknop naar
g
of
f
tijdens de weergave om het
afspeelvolume aan te passen.
Druk op de multi-selector
J
voor of na het afspelen van een spraakmemo
om terug te keren naar het weergavemenu. Druk op de
d
knop om het weergavemenu te verlaten.
Spraakmemo’s wissen
Druk op de
l
knop op het scherm voor het afspelen van een
spraakmemo. Druk op multi-selector
H
of
I
om
Ja
te selecteren en
druk op de
k
knop om alleen de spraakmemo te wissen.
B Opmerkingen over spraakmemos
Wanneer een foto met een spraakmemo wordt gewist, worden
zowel de foto als de spraakmemo gewist.
Spraakmemos kunnen niet worden opgenomen bij een foto waaraan reeds een spraakmemo is
gekoppeld. De actuele spraakmemo moet eerst worden gewist voordat een nieuwe spraakmemo
kan worden opgenomen.
Spraakmemo's kunnen niet worden aan foto's die gemaakt zijn met camera's anders dan de
COOLPIX S9300/S9200.
Spraakmemo's bij beelden met de Beveiligen instelling (E47) kunnen niet worden gewist.
C Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E89) voor meer informatie.
Druk op de c knop (weergavestand) M Selecteer een foto M d knop (A11) M
E Spraakmemo
17s
17s
17s
12s
12s
12s
Bestand wordt gewist. OK?
Ja
Nee
E51
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
h Kopiëren (Kopiëren tussen het interne geheugen en de
geheugenkaart)
Kopieer fotos tussen het interne geheugen en een geheugenkaart.
1 Selecteer met de multi-selector de gewenste
optie in het kopieermenu en druk vervolgens
op de
k knop.
Camerakaart: Foto’s kopiëren van het interne
geheugen naar de geheugenkaart.
Kaartcamera: Foto’s kopiëren van de
geheugenkaart naar het interne geheugen.
2 Selecteer een kopieeroptie en druk op de
k knop.
Geselecteerde beelden: Geselecteerde foto's van het
beeldselectiescherm kopiëren (E48). Als een reeks
wordt geselecteerd waarvoor alleen een hoofdfoto
wordt weergegeven (E7), dan worden alle foto's in de
weergegeven reeks gekopieerd.
Alle beelden: Alle foto’s kopiëren. Als een foto in een reeks wordt geselecteerd, wordt
deze optie niet weergegeven.
Huidige reeks: Deze optie wordt weergegeven als een foto in een reeks geselecteerd
is voordat het weergavemenu wordt weergegeven. Alle foto's in de actuele reeks
worden gekopieerd.
B Opmerkingen over kopiëren van foto’s
Bestanden van het JPEG-, MOV-, WAV- en MPO-formaat kunnen worden gekopieerd. Bestanden die
in een andere indeling zijn opgenomen, kunnen niet worden gekopieerd.
Spraakmemo (E50) toegevoegd aan foto's en Beveiligen instelling (E47) worden ook
samen met de foto's gekopieerd.
Fotos die met een camera van een ander merk of ander model zijn gemaakt of op een computer
zijn bewerkt, kunnen niet worden gekopieerd.
•Afdrukopdracht instellingen (E43) worden niet samen met de foto's gekopieerd.
Als Reeksweergaveopties (E52) is ingesteld op Enkel hoofdfoto, een foto in de reeks
geselecteerd wordt en de
k knop wordt ingedrukt om afzonderlijke foto's (E7) weer te geven,
dan is alleen Kaartcamera foto kopiëren beschikbaar.
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A11) M h Kopiëren
Camera kaart
Kaart camera
Kopiëren
Camera kaart
Geselecteerde beelden
Alle beelden
E52
Het weergavemenu
Referentiegedeelte
C Bericht: “Geheugen bevat geen beelden.”
Als u de weergavestand selecteert terwijl er geen fotos op de geheugenkaart staan, wordt het bericht
Geheugen bevat geen beelden.
weergegeven. Druk op de
d
knop en selecteer
Kopiëren
in het
weergavemenu om de fotos in het interne geheugen van de camera naar de geheugenkaart te kopiëren.
C Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E89) voor meer informatie.
C Reeksweergaveopties
Kies de methode die gebruikt wordt voor het weergeven van een serie continu
gemaakte foto's (reeks, E7) wanneer ze in de schermvullende weergave (A30)
of in miniatuurweergave bekeken worden (A31).
De instellingen worden op alle reeksen toegepast en de instelling wordt
opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als de camera uitgeschakeld
wordt.
x Kies hoofdfoto
Als Reeksweergaveopties is ingesteld op Enkel hoofdfoto, kan de hoofdfoto in
de schermvullende weergave (A30) of miniatuurweergave (A31) voor elke
reeks foto's worden ingesteld.
Als deze instelling wordt gewijzigd voordat
d wordt ingedrukt, selecteer dan
eerst de gewenste reeks met behulp van de schermvullende weergave of de
miniatuurweergave.
Als het selectiescherm voor de hoofdfoto wordt weergegeven, selecteert u een
foto. Zie “Het fotoselectiescherm” (E48) voor meer informatie.
Druk op de
c
knop (weergavestand)
M
d
knop (
A
11)
M
C
Reeksweergaveopties
Optie Beschrijving
Individuele foto's
Elke foto in een reeks wordt weergegeven.
Enkel hoofdfoto
(standaardinstelling)
Verander de weergave van een reeks waarbij foto's afzonderlijk worden
weergegeven naar de weergave van alleen de hoofdfoto.
Druk op de c knop (weergavestand) M Selecteer de gewenste reeks M d knop
(A11) M x Kies hoofdfoto
E53
Referentiegedeelte
Het filmmenu
Filmopties
U kunt het type film kiezen dat moet worden opgenomen.
De camera kan films opnemen op normale snelheid en op hoge snelheid (HS)
(E55), die vertraagd of versneld kunnen worden weergegeven.
Hoe groter het beeldformaat en de bitsnelheid, hoe hoger de beeldkwaliteit; het
bestandsformaat wordt echter ook groter.
Films op normale snelheid
B Opmerking over p iFrame 540 (960×540)
De filmbewerkingsfuncties kunnen niet worden gebruikt.
C Meer informatie
Zie “Maximale filmduur” (A90) voor meer informatie.
Geef het opnamescherm weer M d knop M e (film) tab (A11) M Filmopties
Optie Beschrijving
d
HD 1080p
P
(1920×1080)
(standaardinstelling)
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9 worden opgenomen.
Filmbitsnelheid: 14,7 Mbps
Beeldsnelheid: ca. 30 beelden per seconde
e
HD 1080p (1920×1080)
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9 worden opgenomen.
Filmbitsnelheid: 12,3 Mbps
Beeldsnelheid: ca. 30 beelden per seconde
f
HD 720p (1280×720)
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9 worden opgenomen.
Filmbitsnelheid: 6,1 Mbps
Beeldsnelheid: ca. 30 beelden per seconde
p
iFrame 540 (960×540)
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9 worden opgenomen.
Dit is een van de formaten die ondersteund worden door Apple Inc.
Filmbitsnelheid: 20,8 Mbps
Beeldsnelheid: ca. 30 beelden per seconde
Wanneer het interne geheugen van de camera wordt gebruikt voor
opname, is het mogelijk dat de filmopname plotseling stopt afhankelijk
van de samenstelling van het beeld. Geadviseerd wordt om een
geheugenkaart (Class 6 of hoger) te gebruiken voor belangrijke films.
g
VGA (640×480)
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 4:3 worden opgenomen.
Filmbitsnelheid: 2,9 Mbps
Beeldsnelheid: ca. 30 beelden per seconde
E54
Het filmmenu
Referentiegedeelte
HS-films
Zie “Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film)” (
E
55) voor meer informatie.
* De maximale opnametijd heeft uitsluitend betrekking op het gedeelte dat wordt opgenomen voor slow motion of fast
motion weergave.
De filmbitsnelheid geeft de hoeveelheid gegevens die per seconde wordt opgenomen aan. Omdat een variabele
bitsnelheid (VBR)-systeem wordt toegepast, zal de bitrate van de film automatisch variëren afhankelijk van het onderwerp,
waardoor meer gegevens per seconde worden opgenomen voor films waarin onderwerpen regelmatig bewegen;
hierdoor zal de totale bestandsgrootte van een dergelijke film hoger zijn.
B
Opmerkingen over instelling van stand HS-filmopname en speciale effecten
h
HS 120 bps (640×480)
voor
Filmopties
kan niet worden geselecteerd wanneer
Zacht
of
Nostalgisch sepia
is
geselecteerd als speciale effecten-stand.
Zelfs als u
h
HS 120 bps (640×480)
voor een andere opnamestand selecteert terwijl
Zacht
of
Nostalgisch sepia
is
geselecteerd als speciale effecten-stand, dan wordt automatisch
i
HS 60 bps (1280×720)
geselecteerd voor
Filmopties
als de keuzeknop naar
u
wordt gedraaid.
Openen met HS-beelden
Selecteer voor het opnemen van HS-films of er vanaf het begin van de opname al dan niet slow motion
of fast motion films moeten worden opgenomen.
Optie Beschrijving
h
HS 120 bps
(640×480)
Slow motion films die op 1/4 van de snelheid moeten worden afgespeeld, worden
opgenomen in een beeldverhouding van 4:3.
Max. filmduur*: 10 s (afspeeltijd: 40 s)
Filmbitsnelheid: 2,9 Mbps
Beeldsnelheid: ca. 120 beelden per seconde
i
HS 60 bps
(1280×720)
Slow motion films die op 1/2 van de snelheid moeten worden afgespeeld, worden
opgenomen in een beeldverhouding van 16:9.
Max. filmduur*: 30 s (afspeeltijd: 1 min)
Filmbitsnelheid: 6,1 Mbps
Beeldsnelheid: ca. 60 beelden per seconde
j
HS 15 bps
(1920×1080)
Fast motion films op 2× de normale snelheid met een hoogte/breedte-verhouding van
16:9 worden opgenomen.
Max. filmduur*: 2 min (afspeeltijd: 1 min)
Filmbitsnelheid: 12,3 Mbps
Beeldsnelheid: ca. 15 beelden per seconde
Geef het opnamescherm weer
M
d
knop
M
e
(film) tab (
A
11)
M
Openen met HS-beelden
Optie Beschrijving
Aan (standaardinstelling)
Vanaf het begin van de opname worden HS-films opgenomen.
Uit
Vanaf het begin van de opname worden films op normale snelheid opgenomen.
Druk op de
k
knop om op HS-filmopname over te gaan op het punt waarbij de
camera voor slow motion- of fast motion-weergave moet opnemen.
E55
Het filmmenu
Referentiegedeelte
Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film)
HS (high speed)-films kunnen worden opgenomen. Films opgenomen met HS-film kunnen
in slow motion worden afgespeeld op 1/4 of 1/2 van de normale afspeelsnelheid, of
worden afgespeeld in fast motion op twee keer de normale snelheid.
1 Gebruik de multi-selector om HS-film te
selecteren (E54) en druk op de
k knop.
Druk op de d knop na het wijzigen van de
instellingen en keer terug naar het opnamescherm.
2 Druk op de b (e filmopname) knop om de
filmopname te starten.
Wanneer Openen met HS-beelden (E54) in het
filmmenu is ingesteld op Aan, dan worden vanaf het
begin van de opname HS-films opgemomen.
Wanneer Openen met HS-beelden (E54) in het
filmmenu is ingesteld op Uit, dan worden vanaf het
begin van de opname films op normale snelheid
opgemomen. Druk op de k knop om op HS-
filmopname over te gaan op het punt waarbij de
camera voor slow motion- of fast motion-weergave
moet opnemen.
Als de beschikbare opnametijd voor HS-films (E54)
opraakt of op de k wordt gedrukt, dan schakelt de
camera over op het opnemen van een film op normale
snelheid. Elke keer dat de k knop wordt ingedrukt,
wisselt de camera tussen het opnemen van een film op
normale snelheid en het opnemen van een HS-film.
Bij het opnemen van HS-films, verandert de weergave
van de maximale filmduur en wordt de hoeveelheid
beschikbare opnametijd voor de opname van HS-films
weergegeven.
Het pictogram voor filmopties wisselt tussen HS-
filmopname en filmopname op normale snelheid.
3 Druk op de b (e filmopname) knop om de filmopname te
beëindigen.
Geef het opnamescherm weer M d knop M e (film) tab (A11) M Filmopties
Filmopties
HS 60 bps (1280×720)
HS 120 bps (640×480)
VGA (640×480)
iFrame 540 (960×540)
HD 720p (1280×720)
HD 1080p (1920×1080)
HD 1080p (1920×1080)
Opnemen van HS-films
Opnemen van films op
normale snelheid
30s
30s
30s
22m 10s
22m 10s
22m 10s
E56
Het filmmenu
Referentiegedeelte
B Opmerkingen over HS-film
Het geluid wordt niet opgenomen.
De zoomstand, scherpstelling, belichting en witbalans worden vastgezet wanneer de
b (e filmopname) knop ingedrukt wordt om de film op te nemen.
C HS-film
Opgenomen films worden weergegeven op een snelheid van ca. 30 beelden per seconde.
Als Filmopties (E53) in het filmmenu is ingesteld op
h HS 120 bps (640×480) of i HS
60 bps (1280×720), kunnen films worden opgenomen die in slow motion kunnen worden
weergegeven.
Indien ingesteld op
j HS 15 bps (1920×1080) kunnen films worden opgenomen die in fast
motion kunnen worden afgespeeld met twee keer de normale snelheid.
Delen opgenomen met
h HS 120 bps (640×480):
Films worden opgenomen tot max. 10 seconden op hoge snelheid en worden weergegeven in slow
motion op een snelheid vier keer langzamer dan de normale snelheid.
Delen opgenomen met
j HS 15 bps (1920×1080):
Een film van max. 2 minuten wordt opgenomen wanneer er wordt opgenomen met als doel een
weergave in fast motion. Films worden afgespeeld op twee keer de normale snelheid.
Opnemen
10 s
Slow motion weergave
(geen geluid)
Weergave 40 s
Opnemen
2 min
Fast motion weergave
(geen geluid)
Weergave 1 min
E57
Het filmmenu
Referentiegedeelte
Autofocus-stand
Kies hoe de camera bij het opnemen van films op normale snelheid moet
scherpstellen (E53).
Windruisreductie
Stel in of windruis wel of niet onderdrukt moeten worden tijdens de opname van
films op normale snelheid (E53).
Als Aan geselecteerd is, wordt tijdens de filmopname een pictogram voor deze
instelling op de monitor weergegeven (A6).
Wanneer HS-filmopname geselecteerd is in Filmopties, dan kan
windruisreductie niet gebruikt worden. De instelling is vast ingesteld op Uit.
Geef het opnamescherm weer M d knop M e (film) tab (A11) M Autofocus-stand
Optie Beschrijving
A
Enkelvoudige
AF
(standaard-
instelling)
De scherpstelling is vergrendeld als op de b (e filmopname) knop
wordt gedrukt om de opname te starten. Kies deze optie als de
afstand tussen de camera en het onderwerp nagenoeg gelijk blijft.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp tijdens de filmopname.
Geschikt voor het maken van opnamen als de afstand tussen de
camera en het onderwerp verandert. Het is mogelijk dat het
camerageluid, wanneer de camera scherpstelt, mee wordt
opgenomen. Geadviseerd wordt om Enkelvoudige AF te selecteren
als dit hoorbaar is op de opname.
Geef het opnamescherm weer M d knop M e (film) tab (A11)
M Windruisreductie
Optie Beschrijving
Y Aan
De windruis op de ingebouwde cameramicrofoon tijdens de
opname wordt geminimaliseerd. Deze instelling is geschikt voor
opnamen bij harde wind. Andere geluiden kunnen moeilijk te
horen zijn in de weergavestand.
k Uit
(standaard-
instelling)
Windruis is niet verminderd.
E58
Referentiegedeelte
GPS-opties (alleen COOLPIX S9300)
GPS-instellingen
Druk op de d knop M z (GPS-opties) tab (A11) M GPS-opties
Optie Beschrijving
GPS-geg.
opnemen
Indien ingesteld op Aan, worden signalen van de GPS-satelliet
ontvangen en begint de positionering (A94).
De standaardinstelling is Uit.
Synchroniseren
De signalen van de GPS-satelliet worden gebruikt om de datum en
tijd van de interne cameraklok in te stellen (alleen als GPS-geg.
opnemen in GPS-opties van het GPS-optiesmenu is ingesteld op
Aan). Controleer de positioneringsstatus voordat het synchroniseren
wordt gestart.
A-GPS-best.
bijwerken
Voor het updaten van het A-GPS (assist GPS) bestand wordt een
geheugenkaart gebruikt. Door gebruik te maken van het meest
recente A-GPS bestand kan de tijd voor het volgen van de positie-
informatie worden ingekort.
B Opmerkingen over synchroniseren
De aanpassing van de datum/tijd door Synchroniseren wordt ingesteld op basis van de tijdzone
die is ingesteld in Tijdzone en datum (A22, E67) van het setup-menu. Controleer de tijdzone
voordat Synchroniseren wordt ingesteld.
De datum/tijd die met Synchroniseren is ingesteld, is niet zo nauwkeurig als een radiografische
klok. Gebruik Tijdzone en datum in het setup-menu om de tijd in te stellen als deze in
Synchroniseren niet nauwkeurig is.
E59
GPS-opties (alleen COOLPIX S9300)
Referentiegedeelte
A-GPS bestand updaten
Download het meest recente A-GPS bestand van de onderstaande website en
gebruik dit om het bestand te updaten.
http://nikonimglib.com/agps/index.html
Het A-GPS bestand voor COOLPIX S9300 is alleen beschikbaar op
bovenvermelde website.
1 Download het meest recente A-GPS bestand van de website naar uw
computer.
2 Gebruik een kaartlezer of andere apparaten om het gedownloade
bestand naar de “NCFL” map op de geheugenkaart te kopiëren.
De “NCFL” map bevindt zich direct onder de hoofddirectory van de geheugenkaart.
Als de geheugenkaart niet over een “NCFL” map beschikt, maak dan een nieuwe map
aan.
3 Plaats de geheugenkaart met het gekopieerde bestand in de camera.
4 Zet de camera aan.
5 Druk op de d knop om het GPS-optiesmenu weer te geven en
gebruik de multi-selector om GPS-opties te selecteren.
6 Selecteer A-GPS-best. bijwerken en update het bestand.
B Opmerkingen over A-GPS bestand updaten
Het A-GPS bestand is niet geactiveerd wanneer de positionering, na het aanschaffen van de
camera, voor het eerst wordt uitgevoerd. Het bestand wordt geactiveerd als de positionering voor
de tweede keer wordt uitgevoerd.
De geldigheidsperiode van het A-GPS bestand is zeven dagen. De geldigheidsperiode kan op het
updatescherm gecontroleerd worden.
Als de geldigheidsperiode van het A-GPS bestand verlopen is, wordt het volgen van de positie-
informatie niet ingekort. Geadviseerd wordt om het A-GPS bestand bij te werken voordat de GPS-
functie wordt gebruikt.
E60
GPS-opties (alleen COOLPIX S9300)
Referentiegedeelte
Points of interest (POI) (Locatieinformatie opslaan en
weergeven)
Hier wordt het instellen van POI aangeduid (point of interest, locatieinformatie).
C POI-weergave
Als er geen locatieinformatie voor het ingestelde weergaveniveau is, wordt “---” weergegeven.
Druk op de d knop M z (GPS-opties) tab (A11) M Points of interest (POI)
Optie Beschrijving
POI inbedden
Indien ingesteld op Aan, wordt de locatieinformatie op de gemaakte
foto's vastgelegd (met uitzondering van films).
De standaardinstelling is Uit.
POI weergeven
Indien ingesteld op Aan, wordt de locatieinformatie weergegeven in
het opnamescherm of weergavescherm (A6, A8).
Wanneer POI inbedden is ingesteld op Aan en er een foto wordt
gemaakt, wordt de locatieinformatie voor de foto op het
weergavescherm weergegeven.
De standaardinstelling is Uit.
Detailleringsniveau
Stel het weergaveniveau van de locatieinformatie in. Bij een hoger
weergaveniveau wordt specifiekere regionale informatie
weergegeven.
Indien ingesteld op niveau 1: landnamen worden weergegeven.
Indien ingesteld op niveau 2 tot 5: de weergegeven informatie verschilt
per land.
Indien ingesteld op niveau 6: namen van herkenningspunten
(faciliteiten) worden weergegeven.
POI bewerken
Als POI bijwerken wordt geselecteerd in de weergavemodus, dan
kan de vastgelegde locatieinformatie op de foto worden gewijzigd.
Selecteer de foto waarvan u de locatieinformatie wilt bewerken,
voordat u op de d knop drukt.
Wanneer niveau 6 wordt geselecteerd, drukt u op de multi-selector J of
K om de naam van het herkenningspunt te wijzigen.
Om het POI-informatieniveau te wijzigen, drukt u op de multi-selector H
of I.
Als POI verwijderen wordt geselecteerd, wordt de vastgelegde
locatieinformatie op de foto gewist.
E61
GPS-opties (alleen COOLPIX S9300)
Referentiegedeelte
Log aanmaken (log met reisinformatie opnemen)
Wanneer de logopname start, wordt de gemeten volginformatie voor een
bepaalde duur opgenomen tot een vooraf ingestelde tijd is verstreken.
Het is niet mogelijk de loggegevens te gebruikten door deze gewoon op te
slaan. Om de gegevens te gebruiken, selecteer Log beëindigen en sla deze op
een geheugenkaart op.
1 Gebruik de multi-selector om Log starten te
selecteren en druk op de k knop.
2 Selecteer de duur dat de log moet worden
opgenomen en druk vervolgens op de k
knop.
Het opnemen van de log wordt gestart.
De loggegevens worden met intervallen van 1 minuut
opgenomen tot de vooraf ingestelde tijd verstreken is.
Tijdens het opnemen van de log wordt D op het
scherm weergegeven.
3 Wanneer het opnemen van de log voltooid is,
selecteer dan Log beëindigen in Log
aanmaken in het GPS-optiesmenu en druk
op de k knop.
Druk op de d knop M z (GPS-opties) tab (A11) M Log aanmaken
Log beëindigen
Log aanmaken
Log starten
Gegev. vr. volg. 24 uur loggen
Gegev. voor volg. 6 uur loggen
Log starten
Gegev. vr. volg. 12 uur loggen
2 9 m 0 s
1 1 40
1140
29m 0s
Log aanmaken
Log starten
Log beëindigen
E62
GPS-opties (alleen COOLPIX S9300)
Referentiegedeelte
4 Selecteer Log opslaan en druk op de k
knop.
De loggegevens worden opgeslagen op een
geheugenkaart.
B Opmerkingen over log opnemen
Als de datum en tijd niet zijn ingesteld, kan de log niet worden opgenomen.
Gebruik een volledig opgeladen batterij: zo voorkomt u dat de camera onverwacht wordt
uitgeschakeld tijdens log opnemen. Als de batterij bijna leeg is, wordt log opnemen beëindigd.
Log opnemen wordt beëindigd tengevolge van de volgende handeling, ook al is er voldoende
tijd over voor log opnemen
- De USB-kabel wordt aangesloten.
- De batterij wordt verwijderd.
- GPS-geg. opnemen onder GPS-opties wordt ingesteld op Uit (hetzelfde als wanneer
Standaardwaarden wordt uitgevoerd).
- De instelling van de interne klok (tijdzone of datum en tijd) wordt gewijzigd.
Log opnemen wordt door de onderstaande handelingen gepauzeerd.
- Tijdens een continu-opname
- Tijdens een filmopname
Als er nog tijd over is voor log opnemen wanneer de camera uitgezet is, gaat Log opnemen door
tot de vooraf ingestelde tijd verstreken is.
De loggegevens worden tijdelijk in de camera opgeslagen. Nieuwe logs kunnen niet opgenomen
worden als de loggegevens in de camera achterblijven. Na het opnemen van de loggegevens
moeten deze op een geheugenkaart worden opgeslagen.
Er kunnen maximaal 36 items met loggegevens op één dag worden opgenomen.
Er kunnen maximaal 100 items met loggegevens op één geheugenkaart worden opgeslagen.
C Loggegevens wissen
Om tijdelijk in de camera opgeslagen loggegevens te wissen, selecteert u Log wissen bij stap 4.
Om de op de geheugenkaart opgeslagen loggegevens te wissen, drukt u op de l knop in Log
weergeven (E63).
C Loggegevens
De loggegevens voldoen aan het NMEA-formaat. Weergave wordt echter niet gegarandeerd voor
elke NMEA formaat-compatible software of elke NMEA formaat-compatible camera.
Log wissen
Log opslaan
Log beëindigen
E63
GPS-opties (alleen COOLPIX S9300)
Referentiegedeelte
Log weergeven
Bevestig of wis de loggegevens die opgeslagen zijn op
de geheugenkaart met Log aanmaken (E61).
Loggegevens wissen
Druk op de l knop en selecteer een van de functies.
Geselecteerd log: De geselecteerde loggegevens worden gewist.
Alle logs: Alle loggegevens op de geheugenkaart worden gewist.
Druk op de d knop M z (GPS-opties) tab (A11) M Log weergeven
[3]
[2]
[1]
2012/05/25
2012/05/26
2012/05/27
2012/05/22
2012/05/22
2012/05/22
2012/05/24
Log weergeven
E64
GPS-opties (alleen COOLPIX S9300)
Referentiegedeelte
Elektronisch kompas
Druk op de d knop M z (GPS-opties) tab (A11) M Elektronisch kompas
Optie Beschrijving
Kompasweergave
Als Aan is ingesteld, wordt een kompas op het opnamescherm
weergegeven.
De standaardinstelling is Uit.
De richting waarin de camera wijst, wordt weergegeven op basis
van de gemeten richitngsinformatie.
Wanneer de monitor naar boven gericht is, schakelt de aanduiding
van het compas over op een cirkelkompas met een rode pijl die het
noorden aanduidt.
- Weergavestijl: noord, oost, zuid en west
- Weergavebereik: 16 kompasstreken
Kompascorrectie
Corrigeer het kompas wanneer de kompasrichting niet correct wordt
weergegeven.
Wanneer het rechts afgebeelde
scherm wordt weergegeven, zwaai de
camera dan in de vorm van een acht in
de lucht rond terwijl u uw pols draait
om de camera vooruit en achteruit, op
en neer en heen en weer te bewegen.
Camera in vorm van acht
verplaatsen
Kompascorrectie
E65
GPS-opties (alleen COOLPIX S9300)
Referentiegedeelte
B Opmerking over het gebruik van het elektronische kompas
Het elektronische kompas wordt niet weergegeven wanneer het objectief van de camera naar
boven is gericht.
Gebruik het elektronische kompas in deze camera niet voor bergbeklimmen en andere
gespecialiseede toepassingen. De weergegeven informatie is slechts als algemene referentie
bedoeld.
De richting wordt mogelijk niet correct gemeten in de buurt van: magneten, metalen,
elektromotoren, elektrische huishoudelijke apparatuur of stroomkabels.
De richting wordt mogelijk niet correct gemeten in: auto's, treinen, schepen, vliegtuigen,
gebouwen en ondergrondse ruimtes.
De richting wordt mogelijk niet correct gemeten als de positie-informatie niet opgeslagen is.
E66
Referentiegedeelte
Het setup-menu
Welkomstscherm
Kies of het welkomstscherm op de monitor wel of niet moet worden getoond als
de camera wordt ingeschakeld.
Druk op de d knop M z tab (A11) M Welkomstscherm
Optie Beschrijving
Geen
(standaard-
instelling)
Toon het opname- of weergavescherm zonder het welkomstscherm
te tonen.
COOLPIX
Toon het welkomstscherm voordat het opname- of weergavescherm
wordt getoond.
Selecteer beeld
Kies een gemaakte foto als welkomstscherm. Bekijk het
fotoselectiescherm, kies een beeld (E48) en druk op de k knop om
de foto te registreren.
Het geselecteerde beeld wordt opgeslagen op de camera; het beeld
wordt ook nog op het welkomstscherm wanneer het originele beeld
gewist is.
De onderstaande foto's kunnen niet worden geregistreerd.
- Foto's gemaakt met een Beeldmodus (A71) van
g 4608×2592
- Foto's verkleind naar 320 × 240 of kleiner met gebruik van de
bewerkingsfunctie kleine afbeelding (E21) of bijgesneden
kopie (E22)
- Foto's gemaakt met Eenvoudig panorama
- Foto's gemaakt met 3D-fotografie
E67
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Tijdzone en datum
Druk op de d knop M z tab (A11) M Tijdzone en datum
Optie Beschrijving
Datum en tijd
Stel de cameraklok in op de huidige datum en tijd.
Gebruik de multi-selector om de datum
en tijd in te stellen.
Kies een item: Druk op K of J (te
selecteren in de volgende volgorde:
D (dag) M (maand) J (jaar)
uur minuut).
Stel de inhoud in: Druk op H of I.
De datum en tijd kunnen ook
worden ingesteld met de multi-
selector.
Instelling afsluiten: Selecteer minuut en druk op de k knop of K.
Datumnotatie
Kies de volgorde waarin de dag, de maand en het jaar worden
weergegeven (Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/
jaar).
Tijdzone
w (eigen tijdzone) kan worden ingesteld en de zomertijd in- en
uitgeschakeld.
Wanneer x (bestemming) is geselecteerd, wordt automatisch het
tijdsverschil (E69) met w (eigen tijdzone) berekend en worden de
datum en de tijd in de geselecteerde regio opgeslagen. Dit is erg
handig wanneer u op reis bent.
15
05 2012
15 10
Datum en tijd
D
M
J
Bewerk.
E68
Het setup-menu
Referentiegedeelte
De tijdzone van uw bestemming instellen
1 Gebruik de multi-selector om Tijdzone te
selecteren en druk op de k knop.
Het scherm Tijdzone wordt weergegeven.
2 Selecteer x Reisbestemming en druk op de
k knop.
De datum en tijd die op de monitor worden
weergegeven, zijn afhankelijk van de geselecteerde
regio.
3 Druk op K.
Het tijdzonekeuzemenu wordt weergegeven.
4 Druk op J of K om de bestemming te kiezen
(Tijdzone).
Het tijdverschil tussen thuis en de reisbestemming wordt
weergegeven.
Als de camera wordt gebruikt in een andere tijdzone waarin
zomertijd van kracht is, kunt u zomertijd kiezen met
H
. Als de
zomertijd is ingeschakeld, wordt het
W
pictogram getoond
bovenaan het scherm en wordt de klok een uur vooruit gezet.
Druk op
I
om deze weer uit te schakelen.
Druk op de
k
knop om de tijdzone van uw bestemming in
te voeren.
Zolang de tijdzone van de bestemming is geselecteerd,
wordt het pictogram
Z
in de opnamestand op de monitor
weergegeven.
C w Eigen tijdzone
Om terug te schakelen naar uw eigen tijdzone, selecteert u
w
Eigen tijdzone
bij stap 2 en drukt u op de
k
knop.
Als u de eigen tijdzone wilt wijzigen, selecteert u
w
Eigen tijdzone
bij stap 2 en voert u de stappen voor
x Reisbestemming
uit voor de eigen tijdzone.
15:30
15/05/2012
London, Casablanca
Tijdzone en datum
Datum en tijd
Datumnotatie
Tijdzone
16/05/2012
Tokyo, Seoul
0:30
Tijdzone
Eigen tijdzone
Reisbestemming
Tokyo, Seoul
16/05/2012
0:30
Tijdzone
Eigen tijdzone
Reisbestemming
Tijdsverschillen
10:30 -5:00
EDT:
New York
Toronto
Lima
Terug
EDT:New York
Toronto, Lima
Tijdzone
Eigen tijdzone
Reisbestemming
10:30
15/05/2012
E69
Het setup-menu
Referentiegedeelte
C Tijdzones
De camera ondersteunt de onderstaande tijdzones.
Voor de tijdsverschillen die niet hieronder worden vermeld, dient de cameraklok te worden ingesteld
via Tijdzone en datum.
UTC +/- Locatie UTC +/- Locatie
-11 Midway, Samoa +1 Madrid, Paris, Berlin
-10 Hawaii, Tahiti +2 Athens, Helsinki, Ankara
-9 Alaska, Anchorage +3
Moscow, Nairobi, Riyadh,
Kuwait, Manama
-8
PST (PDT): Los Angeles,
Seattle, Vancouver
+4 Abu Dhabi, Dubai
-7 MST (MDT): Denver, Phoenix +5 Islamabad, Karachi
-6
CST (CDT): Chicago,
Houston, Mexico City
+5,5 New Delhi
-5
EST (EDT): New York,
Toronto, Lima
+6 Colombo, Dhaka
-4,5 Caracas +7 Bangkok, Jakarta
-4 Manaus +8
Beijing, Hong Kong,
Singapore
-3 Buenos Aires, Sao Paulo +9 Tokyo, Seoul
-2 Fernando de Noronha +10 Sydney, Guam
-1 Azores +11 New Caledonia
±0 London, Casablanca +12 Auckland, Fiji
E70
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Monitorinstellingen
Foto-informatie
Selecteer of er al dan niet foto-informatie op de monitor wordt weergegeven.
Zie “De monitor” (A6) voor meer informatie over aanduidingen die op de
monitor worden weergegeven.
Druk op de d knop M z tab (A11) M Monitorinstellingen
Optie Beschrijving
Foto-informatie
Selecteer de informatieweergave op de monitor tijdens opname en
weergave.
Beeld terugspelen
Aan (standaardinstelling): De foto wordt direct na de opname
weergegeven op de monitor en de monitor keert terug naar het
opnamescherm.
Uit: De foto wordt na de opname niet direct weergegeven.
Helderheid
Kies uit vijf instellingen voor de helderheid van de monitor. De
standaardinstelling is 3.
Opnamestand Weergavestand
Info tonen
Automatische
info
(standaard-
instelling)
Dezelfde informatie als in Info tonen wordt weergegeven. Als erna een paar
seconden geen bewerkingen worden uitgevoerd, dan is de weergave
hetzelfde als Info verbergen. De informatie wordt opnieuw weergegeven
wanneer een bewerking wordt uitgevoerd.
Info
verbergen
2 9 m 0 s
1 1 40
1140
29m 0s
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
E71
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Raster+autom.
info
Naast de informatie die met
Automatische info hierboven wordt
weergegeven, wordt ook een raster
weergegeven als hulp bij het
kadreren van beelden.
Het wordt niet weergegeven tijdens
het opnemen van films.
Dezelfde informatie als in
Automatische info wordt
weergegeven.
Filmbeeld+
autom. info
Naast de informatie die met
Automatische info hierboven wordt
weergegeven, wordt ook het
filmbeeld voordat films worden
opgenomen.
Dezelfde informatie als in
Automatische info wordt
weergegeven.
Opnamestand Weergavestand
2 9 m 0 s
1 1 40
1140
29m 0s
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
2 9 m 0 s
1 1 40
1140
29m 0s
4
4 132
132
132
0004.JPG
0004.JPG
0004.JPG
15:30
15:30
15:30
15/05/2012
15/05/2012
15/05/2012
E72
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Datumstempel (Datum en tijd afdrukken op foto's)
De datum en tijd van een opname kan worden
weergegeven op foto's op het moment van opname.
Deze gegevens kunnen ook worden afgedrukt via
printers die het afdrukken van datum en tijd niet
ondersteunen (E44).
Het pictogram voor de actuele instelling, anders dan Uit, wordt weergegeven op
de monitor (A6).
B Opmerkingen over datumstempel
De opgenomen data kunnen niet worden gewist van de foto en er kunnen geen data worden
opgenomen nadat de foto is gemaakt.
De datum kan niet worden opgenomen in het fotobestand in de volgende gevallen.
- Wanneer de onderwerpstand (A38) is ingesteld op Nachtlandschap (met Uit de hand
geselecteerd), Nachtportret (met Uit de hand geselecteerd), Eenvoudig panorama of
3D-fotografie
- Wanneer Continu in de continu-opnamestand (A53) is ingesteld op Vooropnamecache,
Continu H: 120 bps of Continu H: 60 bps
- Tijdens een filmopname
Data die worden opgenomen in een foto met de instelling Beeldmodus (A71) voor
O 640×480 kunnen moeilijk leesbaar zijn. Stel de beeldstand in op q 1600×1200 of groter.
De datum wordt vastgelegd op de manier die is geselecteerd in de optie Tijdzone en datum van
het setup-menu (A22, E67).
C Datumstempel en Afdrukopdracht
Bij het afdrukken op DPOF-compatibele printers die het afdrukken van de opnamedatum en -
informatie ondersteunen, kunt u op foto’s waarvoor geen datum en tijd zijn vastgelegd deze
informatie alsnog afdrukken met Datumstempel, waarbij u gebruik maakt van de opties in het
Afdrukopdracht menu (E43).
Druk op de d knop M z tab (A11) M Datumstempel
Optie Beschrijving
f Datum
De datum wordt afgedrukt op foto's.
S Datum en tijd Datum en tijd worden op foto's afgedrukt.
k Uit
(standaardinstelling)
Datum en tijd worden op foto's afgedrukt.
15/05/2012
15 /05/ 20 12
15/05/2012
E73
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Vibratiereductie
Als u een statief gebruikt om de camera stil te houden, stel de vibratiereductie
dan in op Uit.
Als Aan geselecteerd is, wordt een pictogram voor deze instelling op de
monitor weergegeven (A6).
B Opmerkingen over vibratiereductie
Zodra de camera wordt aangezet of deze naar opnamestand wordt gezet vanuit weergavestand,
moet u even wachten totdat de monitor een stabiel beeld weergeeft voordat u een foto maakt.
Vanwege de kenmerken van de functie voor vibratiereductie kunnen foto’s die direct na de
opname op de cameramonitor worden weergegeven wazig lijken.
In sommige gevallen kan vibratiereductie de effecten van cameratrilling niet helemaal opheffen.
Als de j (Nachtlandschap) of Nachtportret onderwerpstand wordt ingesteld op Statief, wordt
vibratiereductie ingesteld op Uit.
Druk op de d knop M z tab (A11) M Vibratiereductie
Optie Beschrijving
g
Aan
(standaard-
instelling)
Compenseert cameratrillingen. Onscherpte komt veel voor bij het
maken van opnamen in de telestand of bij lange sluitertijd.
Cameratrillingen worden zowel bij het opnemen van films als het
maken van foto's gecompenseerd.
k Uit
Vibratiereductie is niet ingeschakeld.
E74
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Bewegingsdetectie
Schakel bewegingsdetectie in om de effecten van cameratrillingen en beweging
van het onderwerp te beperken bij het maken van foto’s.
Als Automatisch geselecteerd is, wordt een pictogram voor deze instelling op de
monitor weergegeven (A6).
Het pictogram Bewegingsdetectie licht groen op telkens wanneer de camera
beweging detecteert en de sluitertijd wordt verkort.
B Opmerkingen over bewegingsdetectie
Bewegingsdetectie is niet altijd in staat om de gevolgen van cameratrillingen en beweging van het
onderwerp volledig te reduceren.
Bewegingsdetectie werkt soms niet als het onderwerp flink beweegt of het te donker is.
De foto’s kunnen in die gevallen korrelig worden.
Druk op de d knop M z tab (A11) M Bewegingsdetectie
Optie Beschrijving
U
Automatisch
(standaard-
instelling)
Als de camera registreert dat het onderwerp beweegt of de
camera trilt, worden de ISO-waarde en de sluitertijd verhoogd om
het effect hiervan te beperken.
Bewegingsdetectie werkt echter niet in de volgende gevallen.
Wanneer de flitser ontsteekt
Wanneer ISO-waarde is ingesteld op een andere stand dan
Automatisch
Wanneer AF-veldstand is ingesteld op Onderwerp volgen
In de volgende onderwerpstanden:
- j (Nachtlandschap)
- W (Tegenlicht)
-Sport
- Nachtportret
- Schemering
- Museum
- Vuurwerk
- Eenvoudig panorama
- Dierenportret
- 3D-fotografie
In C (continu) opnamestand
k Uit
Bewegingsdetectie wordt niet ingeschakeld.
E75
Het setup-menu
Referentiegedeelte
AF-hulplicht
Schakel de AF-hulpverlichting in of uit. De AF-hulplichtverlichting assisteert de
autofocus als het licht slecht is.
Druk op de d knop M z tab (A11) M AF-hulplicht
Optie Beschrijving
Automatisch
(standaardinstelling)
Het AF-hulplicht gaat automatisch branden bij weinig licht. De
hulpverlichting heeft een bereik van circa 3,0 m in de uiterste
groothoekstand en van 2,0 m in de uiterste telestand.
In sommige scherpstelvelden en onderwerpstanden zoals
Museum (A46), Dierenportret (A48) gaat de AF-
hulpverlichting niet aan ook al is Automatisch ingesteld.
Uit
AF-hulpverlichting brandt niet. De camera kan mogelijk niet
scherpstellen bij weinig licht.
E76
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Digitale zoom
Schakel de digitale zoom in of uit.
B Opmerkingen over digitale zoom
Als digitale zoom geactiveerd is, stelt de camera scherp in het midden van het kader.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de volgende opnamestanden.
- Opnamestand x (Autom. scènekeuzekn.), Portret, Nachtportret, j (Night landscape),
o (tegenlicht) met HDR ingesteld op Aan, Eenvoudig panorama, Dierenportret of
3D-fotografie.
- Slim portret-stand
De functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies
die niet tegelijkertijd gebruikt kunnen worden” (A73) voor meer informatie.
Wanneer de digital zoom is ingeschakeld, schakelt Lichtmeting automatisch over op Centrum-
gericht of spotmeetveld (waarbij het midden van het beeld gemeten wordt).
Druk op de d knop M z tab (A11) M Digitale zoom
Optie Beschrijving
Aan
(standaardinstelling)
Als de camera is ingezoomd tot de maximale optische zoom,
kunt u door de zoomknop naar g (i) te draaien, in te drukken en
ingedrukt te houden de digitale zoom (A27) activeren.
Uit Digitale zoom is niet geactiveerd.
E77
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Geluidsinstellingen
U kunt de volgende geluidsinstellingen aanpassen.
B Opmerkingen over geluidsinstellingen
Het knopgeluid en sluitergeluid zijn uitgeschakeld in de onderwerpstand Dierenportret.
Het sluitergeluid is uitgeschakeld in de continu-opnamestand.
Het sluitergeluid is uitgeschakeld tijdens filmopname.
Automatisch uit
Als geen handelingen worden uitgevoerd gedurende een bepaalde tijd terwijl de
camera aan staan, gaat de monitor uit om stroom te sparen en gaat de camera
naar stand-by stand (A21).
Met deze optie wordt de tijd ingesteld voordat de camera in de standby-stand
wordt gezet.
Kies uit 30 sec., 1 min. (standaardinstelling), 5 min. en 30 min..
Druk op de d knop M z tab (A11) M Geluidsinstellingen
Optie Beschrijving
Knopgeluid
Stel de volgende geluidsinstellingen in op Aan
(standaardinstelling) of Uit.
Pieptoon instelling (één pieptoon zodra de instellingen correct
zijn uitgevoerd)
Scherpstelpieptoon (twee pieptonen als de camera heeft
scherpgesteld op het onderwerp)
Fout-pieptoon (drie pieptonen als er een fout wordt
geconstateerd)
Opstartgeluiden
Sluitergeluid
Kies of u het sluitergeluid wilt instellen op Aan
(standaardinstelling) of Uit.
Druk op de d knop M z tab (A11) M Automatisch uit
C Automatisch uit stand
In de volgende gevallen is de tijd waarna de camera naar stand-by stand gaat, vast.
- Menu’s worden weergegeven: drie minuten
- Tijdens weergave diashow: max. 30 minuten
- Als de lichtnetadapter EH-62F is aangesloten: 30 minuten
De camera gaat niet naar stand-bystand tijdens het kopiëren van foto's met de Eye-Fi-kaart.
E78
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Geheugen formatteren/Geheugenkaart formatteren
Formatteer het interne geheugen of een geheugenkaart.
Als u het interne geheugen of een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens
voorgoed gewist.
De gewiste foto's kunnen niet meer worden hersteld. Zet daarom
belangrijke foto’s over naar de computer voordat u gaat formatteren.
Het interne geheugen formatteren
Als u het interne geheugen wilt formatteren, moet u de geheugenkaart uit de camera
verwijderen. De optie
Geheug. formatteren
wordt in het setup-menu weergegeven.
Geheugenkaarten formatteren
Als een geheugenkaart in de camera is geplaatst, kan de geheugenkaart worden geformatteerd.
De optie
Geheugenkaart form.
wordt in het setup-menu weergegeven.
B
Intern geheugen en geheugenkaart formatteren
Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet tijdens het formatteren.
Wanneer u een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het eerst in deze camera plaatst, moet u
deze kaart voor gebruik in combinatie met deze camera formatteren.
Wanneer het interne geheugen of de geheugenkaart van de camera wordt geformatteerd, worden de
albumpictogrammen (
E
12) gereset naar de standaardpictogrammen (nummerpictogram).
Taal/Language
Kies een van de 29 talen voor cameramenu’s en berichten.
Druk op de d knop M z tab (A11) M Geheug. formatteren/Geheugenkaart form.
Druk op de d knop M z tab (A11) M Taal/Language
Tsjechisch Hongaars Vietnamees
Deens Nederlands Turks
Duits Noors Oekraïens
(standaardin
stelling)
Pools Arabisch
Spaans
Braziliaans
Portugees
Vereenvoudi
gd Chinees
Grieks Portugees
Traditioneel
Chinees
Frans Russisch Japans
Indonesisch Roemeens Koreaans
Italiaans Fins Thai
Zweeds Hindi
E79
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Tv-instellingen
Stel de instellingen in voor het aansluiten op een televisie.
C HDMI en HDMI-CEC
“HDMI” is een afkorting van High-Definition Multimedia Interface, een bepaald type multimedia-
interface.
“HDMI-CEC” is een afkorting van HDMI-Consumer Electronics Control, waarmee bewerkingen
kunnen worden gekoppeld tussen compatibele apparaten.
Druk op de d knop M z tab (A11) M TV-instellingen
Optie Beschrijving
Videostand
Selecteer het analoge video-uitgang systeem uit NTSC of PAL
overeenkomstig uw televisie.
HDMI
Selecteert een beeldresolutie voor de HDMI-uitgang uit
Automatisch (standaardinstelling), 480p, 720p of 1080i.
Wanneer Automatisch is ingesteld, wordt de meest geschikte
uitgangsresolutie voor de aangesloten televisie automatisch
geselecteerd uit 480p, 720p of 1080i.
HDMI-
apparaatbesturing
Kies of de camera al dan niet signalen moet ontvangen van een
TV wanneer een TV die voldoet aan de HDMI-CEC norm is
aangesloten m.b.v. een HDMI kabel. Indien ingesteld op Aan
(standaardinstelling), kan de afstandsbediening van de televisie
worden gebruikt om de camera te bedienen tijdens weergave.
Zie “De afstandsbediening van de TV gebruiken (regeling HDMI-
apparaat)” (E24) voor meer informatie.
HDMI 3D-uitvoer
Stel de methode die gebruikt wordt voor de uitvoer van 3D-
foto's in op HDMI apparaten.
Selecteer Aan (standaardinstelling) om 3D-foto's die genomen
zijn met deze camera driedimensionaal weer te geven op een
televisie of monitor die aangesloten is via HDMI.
E80
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Opladen via de computer
Selecteer of de batterij wel of niet worden opgeladen als de camera via een USB-
kabel (A82) wordt aangesloten op een computer.
B Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een printer
De batterij kan niet worden opgeladen als de camera is aangesloten op een printer, zelfs al
voldoet de printer aan de PictBridge norm.
Als Automatisch is geselecteerd voor Opladen via computer, kan het onmogelijk zijn om foto's
af te drukken met een directe aansluiting van de camera op bepaalde printers. Als het PictBridge
startscherm niet wordt getoond op de monitor nadat de camera is aangesloten op een printer en
wordt ingeschakeld, moet u de camera uitzetten en de USB-kabel loskoppelen. Stel Opladen via
computer in op Uit en sluit de camera weer aan op de printer.
B Opmerkingen over opladen door aansluiting op een computer
De batterij kan niet worden opgeladen en er kunnen geen gegevens worden uitgewisseld, als de
camera is aangesloten op een computer voordat de taal en de datum en tijd van de camera waren
ingesteld (A22). Als de batterij van de cameraklok (A23) leeg is, moeten de datum en tijd
gereset worden voordat de batterij kan worden opgeladen of foto's kunnen worden overgezet via
de aansluiting op de computer. Gebruik in dit geval de lichtnetlaadadapter EH-69P (A16) om de
batterij op te laden en stel vervolgens de datum en tijd van de camera in.
Als de camera is uitgeschakeld, stopt het opladen ook.
Als de computer overschakelt naar de slaapstand tijdens het opladen, wordt het laadproces
gestopt en kan de camera uitgeschakeld worden.
Als de camera wordt ontkoppeld van de computer, moet de camera eerst worden uitgeschakeld
en vervolgens moet de USB-kabel worden losgemaakt.
Het opladen van de batterij via een computer kan langer duren dan het opladen m.b.v. de
lichtnetlaadadapter EH-69P. De laadtijd neemt toe als foto's worden overgezet tijdens het opladen
van de batterij.
Als de camera wordt aangesloten op een computer, kan een programma zoals Nikon Transfer 2
worden opgestart. Als de camera alleen maar op de computer wordt aangesloten om de batterij
op te laden, kunt u het programma afsluiten.
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als er 30 min. lang geen communicatie heeft
plaatsgevonden tussen camera en computer nadat de batterij is opgeladen.
Afhankelijk van de specificaties, instellingen en voeding van de computer, kan het onmogelijk zijn
om de batterij op te laden via een aansluiting op de computer terwijl de batterij in de camera zit.
Druk op de d knop M z tab (A11) M Opladen via computer
Optie Beschrijving
Automatisch
(standaardinstelling)
Als de camera wordt aangesloten op een computer die ingeschakeld is,
wordt de batterij in de camera automatisch opgeladen via de voeding
die wordt geleverd door de computer.
Uit
De batterij in de camera wordt niet opgeladen als de camera is
aangesloten op een computer.
E81
Het setup-menu
Referentiegedeelte
C Het oplaadlampje
In de volgende tabel wordt de status van het oplaadlampje toegelicht als de camera is aangesloten
op een computer.
Optie Beschrijving
Knippert langzaam
(groen)
Batterij laadt op.
Uit
Batterij laadt niet op.
Als het oplaadlampje verandert van langzaam knipperen (groen)
naar uit terwijl het camera-aan-lampje brandt, is het opladen
voltooid.
Knippert snel (groen)
De omgevingstemperatuur is niet geschikt voor opladen. Laad
de batterij binnen op bij een omgevingstemperatuur tussen 5
en 35 °C.
De USB-kabel is verkeerd aangesloten of de batterij is defect.
Controleer of de USB-kabel correct is aangesloten en vervang
de batterij indien nodig.
De computer staat in de slaapstand en levert geen voeding.
Haal de computer uit de slaapstand.
De batterij kan niet worden opgeladen omdat de computer
geen stroom kan leveren naar de camera, t.g.v. de instellingen
van de computer of de specificaties daarvan.
E82
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Knipperwaarschuwing
Kies of de knipperdetectie wel of niet wordt ingeschakeld bij gezichtsdetectie
(A75) in de volgende opnamestanden.
A (auto) stand (wanneer Gezichtprioriteit (E37) is geselecteerd voor AF-
veldstand)
In de volgende onderwerpstanden:
- x (Autom. scènekeuzekn.) (A39)
-Portret (A42)
-Nachtportret (wanneer Statief is geselecteerd) (A43)
Het Knipperde er iemand? scherm
Draai de zoomknop naar g (i) om in te zoomen op
het gezicht waarin knipperende ogen zijn
gedetecteerd. Draai de zoomknop naar f (h) om
terug te keren naar schermvullende weergave.
Als de camera registreert dat een of meerdere
personen hun ogen hebben gesloten, druk dan op
J of K tijdens de weergavezoom om andere
gezichten te bekijken.
Druk op de l knop om de gemaakte foto te wissen.
Druk op de k knop of de ontspanknop om terug te keren naar het
opnamescherm.
Als gedurende enkele seconden geen handelingen worden uitgevoerd, wordt
automatisch teruggegaan naar het scherm voor de opnamestand.
Druk op de d knop M z tab (A11) M Knipperwaarsch.
Optie Beschrijving
Aan
Het Knipperde er iemand? scherm wordt weergegeven op de
monitor als de camera registreert dat een persoon zijn ogen
heeft gesloten meteen nadat een foto gemaakt is met
gezichtsherkenning. Het gezicht van de persoon die de ogen
dicht heeft, wordt gemarkeerd met een geel kader. U kunt de
genomen foto controleren en bepalen of u nog een foto moet
maken.
Uit
(standaardinstelling)
De camera herkent knipperen met de ogen niet.
Sluiten
Sluiten
Sluiten
Knipperde er iemand?
E83
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Uploaden via Eye-Fi
B Opmerkingen over Eye-Fi-kaarten
Houd er rekening mee dat beelden niet worden geüpload als de signaalsterkte onvoldoende is,
ook al is Inschakelen geselecteerd.
Selecteer Uitschakelen op plaatsen waar draadloze apparaten verboden zijn.
Raadpleeg de handleiding van uw Eye-Fi-kaart voor meer informatie. Neem in geval van een
storing contact op met de kaartfabrikant.
De camera kan worden gebruikt om Eye-Fi-kaarten in en uit te schakelen, maar niet om andere
Eye-Fi-functies te ondersteunen.
De camera is niet compatibel met de endless memory functie. Als deze functie is ingesteld op een
computer, schakel deze dan uit. Als de endless memory functie geactiveerd is, kan het zijn dat het
aantal genomen foto's niet correct weergegeven wordt.
Eye-Fi-kaarten mogen alleen worden gebruikt in het land van aanschaf. Neem alle plaatselijke
regelgeving m.b.t. draadloze apparaten in acht.
Door de instelling op Inschakelen te laten staan, raakt wel de batterij sneller leeg.
C Eye-Fi communicatie-adapter
De communicatiestatus van de Eye-Fi-kaart in de camera kan worden bevestigd op de monitor
(A6).
w: Uploaden via Eye-Fi is ingesteld op Uitschakelen.
x (brandt): Eye-Fi upload ingeschakeld; wachten op start upload.
x (knippert): Eye-Fi upload ingeschakeld; bezig met uploaden gegevens.
y: Eye-Fi upload ingeschakeld maar geen beelden aanwezig voor upload.
z: Een fout is opgetreden. De camera kan de Eye-Fi-kaart niet regelen.
C Ondersteunde Eye-Fi-kaarten
Vanaf november 2011 kunnen de volgende Eye-Fi-kaarten worden gebruikt. Controleer of de
firmware van de Eye-Fi-kaart is geüpdatet op de meeste recente versie.
Eye-Fi Connect X2 SDHC 4GB
Eye-Fi Mobile X2 SDHC 8GB
Eye-Fi Pro X2 SDHC 8GB
Druk op de d knop M z tab (A11) M Uploaden via Eye-Fi
Optie Beschrijving
Inschakelen
Uploaden van beelden gemaakt met de camera naar een vooraf
bepaalde bestemming.
Uitschakelen
(standaardinstelling)
Beelden worden niet geüpload.
E84
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Filmstrip
Laat u selecteren of filmstrips wel of niet worden weergegeven als u snel de multi-
selector draait tijdens de schermvullende weergave (A30).
B Opmerking over de filmstripweergave
Om de filmstrip weer te kunnen geven, moeten tenminste tien foto's opgeslagen zijn in het
interne geheugen van de camera of op de geheugenkaart.
Voor de weergavestand favoriete beelden, automatisch sorteren of sorteren op datum, moeten
zich minimaal tien beelden in de album-, categorie- of opnamedatumselectie bevinden.
Standaardwaarden
Als
Standaard
geselecteerd is, worden de camera-instellingen gereset naar de
standaardwaarden.
Basis opnamefuncties
Druk op de d knop M z tab (A11) M Filmstrip
Optie Beschrijving
Aan
Miniatuurweergaven worden onder op
de monitor weergegeven als u de
multi-selector snel draait terwijl u een
foto bekijkt in de schermvullende
weergave.
U kunt miniaturen van vorige en
volgende foto's bekijken en een foto
selecteren.
Als de filmstrip wordt weergegeven,
kunt u deze verbergen door de
k
knop in te drukken.
Uit
(standaardinstelling)
Schakelt de filmstrip uit.
Druk op de d knop M z tab (A11) M Standaardwaarden
Optie Standaardwaarde
Flitsstand (A60) Automatisch
Zelfontspanner (A63) OFF
Macro-stand (A64) OFF
Instellen met creatieve schuifbalk (A65) OFF
Belichtingscompensatie (A68) 0.0
10
10
10
10
E85
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Opnamemenu/Continu-opnamemenu
Onderwerpstand
Nachtlandschapmenu
Tegenlichtmenu
Menu slim portret
Optie Standaardwaarde
Beeldmodus (A71) P 4608×3456
Witbalans (E33) Automatisch
Lichtmeting (E35) Matrix
Continu (A55) Continu H
ISO-waarde (E36) Automatisch
AF-veldstand (E37) Gezichtprioriteit
Autofocus-stand (E40) Enkelvoudige AF
Optie Standaardwaarde
Onderwerpmenu (A38) Portret
Nachtportret (A43) Statief
Kleurinstelling in stand voedselfotografie (A45) Centrum
Eenvoudig panorama (A47) Normaal (180°)
Dierenportret (A48)
Dierenp. autom. ontsp.: ON
Continu: Continu
Optie Standaardwaarde
Nachtlandschap (A40) Uit de hand
Optie Standaardwaarde
HDR (A41) Uit
Optie Standaardwaarde
Huid verzachten (E41) Normaal
Glimlachtimer (E41) Aan
Knipperdetectie (E42) Uit
E86
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Speciale Effecten Menu
Filmmenu
GPS-optiesmenu (alleen COOLPIX S9300)
Setup-menu
Optie Standaardwaarde
Speciale effecten (A57) Zacht
Optie Standaardwaarde
Filmopties (E53) d HD 1080pP (1920×1080)
Openen met HS-beelden (E54) Aan
Autofocus-stand (E57) Enkelvoudige AF
Windruisreductie (E57) Uit
Optie Standaardwaarde
GPS-data opslaan (E58) Uit
POI inbedden (E60) Uit
POI weergeven (E60) Uit
Detailleringsniveau (E60) Niveau 6 (gedetailleerd)
Duur logopname (E61) Gegev. voor volg. 24 uur loggen
Kompasweergave (E64) Uit
Optie Standaardwaarde
Welkomstscherm (E66) Geen
Foto-informatie (E70) Automatische info
Beeld terugspelen (E70) Aan
Helderheid (E70) 3
Datumstempel (E72) Uit
Vibratiereductie (E73) Aan
Bewegingsdetectie (E74) Automatisch
AF-hulplicht (E75) Automatisch
Digitale zoom (E76) Aan
Knopgeluid (E77) Aan
Sluitergeluid (E77) Aan
Automatisch uit (E77) 1 min.
HDMI (E79) Automatisch
HDMI-apparaatbesturing (E79) Aan
E87
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Overige
Als u Standaardwaarden kiest, wordt ook het huidige bestandsnummer
(E89) uit het geheugen gewist.
Na een reset gaat de nummering verder bij het laagst beschikbare nummer in
het interne geheugen of op de geheugenkaart. Als Standaardwaarden wordt
uitgevoerd nadat alle foto's zijn gewist in het intern geheugen of op de
geheugenkaart (A32), start de bestandsnummering voor de volgende foto's
bij 0001.
De volgende instellingen blijven ongewijzigd, ook als Standaardwaarden
wordt uitgevoerd.
- Opnamemenu: Handmatige preset-waarden voor Witbalans (E34)
- Weergavemenu: Inhoud favoriete beelden (E9) en Hoofdfoto kiezen
(E52)
- Setup-menu: Tijdzone en datum (E67), Taal/Language (E78) en
Videostand (E79) in TV-instellingen
HDMI 3D-uitvoer (E79) Aan
Opladen via computer (E80) Automatisch
Knipperwaarsch. (E82) Uit
Uploaden via Eye-Fi (E83) Uitschakelen
Filmstrip (E84) Uit
Optie
Standaardwaarde
Papierformaat (E27, E28)
Standaard
Tussenpauze voor Diashow (E46)
3 sec.
Reeksweergaveopties (E52)
Alleen hoofdfoto
Optie Standaardwaarde
E88
Het setup-menu
Referentiegedeelte
Firmware-versie
Geeft de huidige firmware-versie van de camera weer.
Druk op de d knop (A11) M z tab M Firmware-versie
COOLPIX S9300 Ver.X.X
Terug
E89
Referentiegedeelte
Bestands- en mapnamen
De namen van foto's, films en spraakmemo’s zijn op de volgende manier
opgebouwd.
Er wordt automatisch een map aangemaakt om bestanden in op te slaan met
de volgende naamregels: “Mapnummer + NIKON” (bijv., “100NIKON”). Als er 200
bestanden in de map staan, wordt een nieuwe map gemaakt. (De naam van de
map die volgt op “100NIKON” is bijvoorbeeld “101NIKON”). Er wordt ook een
nieuwe map aangemaakt als het bestandsnummer in een map 9999 bereikt
heeft. Het volgende bestandsnummer wordt automatisch ingesteld op “0001”.
Spraakmemo-bestandsnamen hebben dezelfde identificatie en hetzelfde
bestandsnummer als de foto’s waartoe deze behoren.
Als beeldbestanden of spraakbestanden naar of van het interne geheugen of de
geheugenkaart (E51) worden gekopieerd, zijn de naamgevingregels als volgt:
- Geselecteerde beelden:
Bestanden die worden gekopieerd m.b.v. gesel. beeld(en), worden naar de
huidige map gekopieerd (of de map voor daaropvolgende foto's), waar ze
bestandsnummers krijgen toegewezen in oplopende volgorde, volgend op
het hoogste bestandsnummer in het geheugen.
- Alle beelden:
Bestanden die worden gekopieerd m.b.v. alle foto's, worden samen met hun
map gekopieerd. Mapnummers worden in oplopende volgorde toegewezen,
volgend op het hoogste mapnummer op het doelmedium.
De bestandsnamen worden niet gewijzigd.
DSCN0001.JPG
Identificatie
(wordt niet weergegeven op de monitor)
Originele foto’s (inclusief
spraakmemo), films
DSCN
Kleine kopieën (inclusief
spraakmemo)
SSCN
Bijgesneden kopieën
(inclusief spraakmemo)
RSCN
Foto's gemaakt met
fotobewerking anders dan
bijsnijden en kleine
afbeelding en gekoppelde
spraakmemo's, films
gemaakt met filmbewerking
FSCN
Extensie
(verwijst naar het bestandstype)
Fotos .JPG
Films .MOV
Spraakmemo's .WAV
3D foto´s .MPO
Bestandsnummer (wordt automatisch
toegewezen in oplopende volgorde,
vanaf “0001”)
E90
Bestands- en mapnamen
Referentiegedeelte
Als de huidige map nummer 999 heeft, de map 200 bestanden bevat of een
bestand nummer 9999 heeft, kunt u geen foto’s meer maken totdat u het
interne geheugen of de geheugenkaart hebt geformatteerd (E78) of een
nieuwe geheugenkaart hebt geplaatst.
E91
Referentiegedeelte
Optionele accessoires
1
Meegeleverd met de camera bij aankoop. (Zie “De inhoud van het pakket
controleren” (
Aii) voor meer informatie.)
2
Indien u deze in andere landen wilt gebruiken, is het mogelijk dat u een
verloopstekker (normaal in de handel verkrijgbaar) nodig heeft. Neem contact op
met uw reisbureau voor meer informatie over verloopstekkers.
Zie onze websites of productcatalogus voor up-to-date informatie over accessoires
voor de COOLPIX S9300/S9200
.
Oplaadbare batterij Oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12
1
Lichtnetlaadadapter
Lichtnetlaadadapter EH-69P
1, 2
Batterijlader
Batterijlader MH-65
(Oplaadtijd wanneer de batterij helemaal leeg is: ca. 2 uur en
30 minuten)
Lichtnetadapter
Lichtnetadapter EH-62F (aansluiten zoals hieronder afgebeeld)
Lijn het snoer van de stroomaansluiting correct uit in de
stroomaansluiting en sluit dit vervolgens aan op de lichtnetadapter.
Zorg dat het snoer van de stroomaansluiting correct is uitgelijnd in
de gleuf van het batterijvak voordat u het deksel van het batterijvak/
de kaartsleuf sluit.
Als een deel van het snoer niet in de gleuf zit, kunnen het deksel en/
of snoer beschadigd raken als het deksel wordt gesloten.
USB-kabel USB-kabel UC-E6
1
Audio/video-kabel Audio/video-kabel EG-CP16
1
12 3
E92
Referentiegedeelte
Foutmeldingen
In de volgende tabel vindt u een overzicht van de foutmeldingen en andere
waarschuwingen die op de monitor kunnen worden weergegeven en wordt
uitgelegd wat u kunt doen.
Weergave Oorzaak/Oplossing A
O
(knippert)
Klok niet ingesteld.
Wijzig de datum en tijd.
E67
Batterij is leeg.
Batterij bijna leeg.
Laad de batterij op of vervang deze.
14, 16
Batterijtemperatuur
hoog
De temperatuur van de batterij is hoog.
Zet de camera uit en laat de batterij afkoelen alvorens deze
weer te gebruiken. Vijf seconden nadat dit bericht is
verschenen, gaat de monitor uit en knipperen het camera-aan-
lampje en het flitserlampje snel. Nadat het lampje drie minuten
knippert, wordt de camera automatisch uitgezet, maar u kunt
ook op de hoofdschakelaar drukken om de camera handmatig
uit te zetten.
21
De camera schakelt
uit om oververhitting
te voorkomen.
De binnenkant van de camera is te warm geworden. De camera
schakelt automatisch uit.
Laat de camera uitgeschakeld totdat de binnenkant van de
camera is afgekoeld en schakel de camera dan weer in.
Q
(knippert rood)
Camera kan niet scherpstellen.
Stel opnieuw scherp.
Gebruik scherpstelvergrendeling.
28
76
Wacht tot camera
klaar is met
opnemen.
Camera kan geen andere bewerkingen uitvoeren voordat de
opname is voltooid.
Wacht tot de melding automatisch verdwijnt nadat de opname
is voltooid.
Geheugenkaart
beschermd tegen
overschrijven.
Schrijfbeveiligingsschuif van de geheugenkaart is vergrendeld.
Schuif de beveiligingsschakelaar in de “schrijfstand”.
Niet beschikbaar als
Eye-Fi-kaart is
vergrendeld.
Schrijfbeveiligingsschuif van de van de Eye-Fi-kaart is
vergrendeld.
Schuif de beveiligingsschakelaar in de “schrijfstand”.
Fout bij toegang Eye-Fi-kaart.
Gebruik een goedgekeurde kaart.
Controleer of de aansluiting schoon is.
Controleer of de geheugenkaart correct is geplaatst.
19
18
18
Deze kaart kan niet
gebruikt worden.
Fout bij toegang tot geheugenkaart.
Gebruik een goedgekeurde kaart.
Controleer of de aansluiting schoon is.
Controleer of de geheugenkaart correct is geplaatst.
19
18
18
Deze geheugenkaart
kan niet gelezen
worden.
E93
Foutmeldingen
Referentiegedeelte
Ongeformatteerde
kaart. Kaart
formatteren?
Ja
Nee
Geheugenkaart is niet geformatteerd voor gebruik in de
camera.
Alle gegevens op de geheugenkaart worden gewist tijdens het
formatteren. Als u bepaalde gegevens op de kaart wilt bewaren,
selecteer dan Nee en maak een back-up van de gegevens naar
een computer, voordat u de geheugenkaart formatteert.
Selecteer Ja en druk op de k knop om de geheugenkaart te
formatteren.
18
Geen geheugen
meer.
Geheugenkaart is vol.
De beeldstand wijzigen.
Wis foto's en films.
Plaats een andere geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart en gebruik het interne
geheugen.
71
32, 92
18
19
Beeld kan niet
worden opgeslagen.
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het opslaan van de
foto.
Formatteer het interne geheugen of de geheugenkaart.
18
Camera kan geen nieuwe bestandsnummers genereren.
Vervang de geheugenkaart of formatteer het interne geheugen/
de geheugenkaart.
18
Foto kan niet worden gebruikt voor welkomstscherm. E66
Er is onvoldoende ruimte om een kopie op te slaan.
Verwijder fotos van het doelmedium.
32
Album is vol. Er
kunnen geen foto's
worden toegevoegd.
Er zijn reeds 200 foto's aan het album toegevoegd.
Foto's uit het album verwijderen
Foto aan ander album toevoegen
E9
Er werd knipperen
met de ogen
gedetecteerd bij de
zojuist gemaakte foto.
Iemand had mogelijk de ogen dicht toen de foto werd gemaakt.
Controleer de foto in de weergavestand.
51, E42
Kan geen panorama
maken.
Opname met eenvoudig panorama kan niet worden
uitgevoerd.
Eenvoudig panorama kan niet beschikbaar zijn in de volgende
gevallen.
Als de opname na een bepaalde periode niet voltooid is
Als de beweging van de camera te snel is
Als de camera niet recht t.o.v. de panoramarichting is
E2
Kan geen panorama
maken. Zwenk de
camera slechts in een
richting.
Kan geen panorama
maken. Zwenk de
camera langzamer.
Opname mislukt
Maken van eerste foto voor 3D-fotografie mislukt.
Probeer de opname opnieuw te maken.
In sommige opnameomstandigheden, bijv. wanneer het
onderwerp beweegt, donker is of er weinig contrast is, kan de
foto mogelijk niet gemaakt worden.
E5
Weergave Oorzaak/Oplossing A
E94
Foutmeldingen
Referentiegedeelte
Tweede opname kon
niet worden gemaakt
Bij het maken van 3D-foto's, kon de tweede opname niet
correct worden gemaakt na de eerste opname.
Probeer de opname opnieuw te maken. Beweeg na de eerste
opname de camera horizontaal en kader het onderwerp
zodanig, dat dit met de aanduiding is uitgelijnd.
In sommige opnameomstandigheden, bijv. wanneer het
onderwerp beweegt of donker is, of wanneer er weinig
contrast is, kan de tweede opname niet worden gemaakt.
E5
3D-beeld kon niet
worden opgeslagen
3D-foto's konden niet worden opgeslagen.
Probeer de opname opnieuw te maken.
Overbodige fotos wissen.
Afhankelijk van het onderwerp of de
opnameomstandigheden, bijv. wanneer het onderwerp
beweegt of donker is, of wanneer er weinig contrast is,
kunnen geen 3D-opnamen worden gemaakt en kunnen de
opnamen niet worden opgeslagen.
E5
32
Geluidsbestand kan
niet worden
opgeslagen.
Het is niet mogelijk om een spraakmemo aan dit bestand te
koppelen.
Spraakmemos kunnen niet worden toegevoegd aan films.
Kies een foto die is gemaakt met deze camera.
E50
Beeld kan niet
worden gewijzigd.
Geselecteerde foto kan niet worden bewerkt.
Bevestig de voorwaarden die nodig zijn voor bewerking.
Deze opties werken niet bij filmopnamen.
E16
Kan film niet
opnemen.
Time-out tijdens opname van film.
Gebruik een snellere geheugenkaart.
19
Geheugen bevat
geen beelden.
Geen fotos in het interne geheugen of op de geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart om de in het interne geheugen
opgeslagen foto's te bekijken.
Als u bestanden wilt kopiëren van het interne geheugen naar
de geheugenkaart, moet u op de d knop drukken en
Kopiëren in het weergavemenu selecteren.
18
E51
Bestand bevat geen
beeldgegevens.
Bestand niet gemaakt met COOLPIX S9300/S9200.
Bestand kan niet worden bekeken op deze camera.
Bekijk het bestand op de computer of het apparaat waarop dit
is gemaakt of bewerkt.
Dit bestand kan niet
weergegeven
worden.
Alle beelden zijn
verborgen.
Geen foto's beschikbaar voor een diashow.
Dit beeld kan niet
gewist worden.
Foto is beveiligd.
Schakel de beveiliging uit.
E47
Reisbestemming is in
de huidige tijdzone.
Bestemming ligt in dezelfde tijdzone als de eigen tijdzone. E69
Weergave Oorzaak/Oplossing A
E95
Foutmeldingen
Referentiegedeelte
De keuzeknop staat
niet in de juiste
positie.
De keuzeknop staat tussen twee standen in.
Draai de keuzeknop naar de gewenste stand.
24
GPS-gegevens
konden niet worden
verkregen.
alleen COOLPIX S9300
De cameraklok is niet correct ingesteld.
Wijzig de locatie of tijd en bepaal de locatie opnieuw.
Geen A-GPS-bestand
gevonden op de
kaart
alleen COOLPIX S9300
Er is geen A-GPS bestand op de geheugenkaart gevonden voor
een update.
Controleer de volgende items.
Of de geheugenkaart geplaatst is
Of het A-GPS bestand op de geheugenkaart is
opgeslagen
Of het A-GPS bestand op de geheugenkaart recenter is
dan het A-GPS bestand in de camera
Of het A-GPS bestand nog geldig is
Bijwerken mislukt
alleen COOLPIX S9300
Update van A-GPS bestand kan niet worden uitgevoerd.
Het A-GPS bestand is mogelijk corrupt. Download het bestand
nogmaals van de website.
E59
Opslaan op kaart niet
mogelijk
Er is geen geheugenkaart geplaatst.
Plaats een geheugenkaart.
18
alleen COOLPIX S9300
Er zijn reeds 100 items met loggegevens opgeslagen of 36
items met loggegevens op één dag opgeslagen.
Wis de loggegevens die niet meer nodig zijn van de
geheugenkaart of plaats een nieuwe geheugenkaart.
E62
Kan kompas niet
corrigeren
alleen COOLPIX S9300
Niet mogelijk om het elektronische kompas correct te
corrigeren.
Zwaai de camera dan in de vorm van een acht buiten in de
lucht rond terwijl u uw pols draait om de camera vooruit en
achteruit, op en neer en heen en weer te bewegen.
E64
Flitser is niet volledig
omhooggeklapt.
De flitser wordt omlaag gehouden door een vinger of een
ander voorwerp.
Houd de flitser niet ingedrukt.
60
Lensfout
Objectief werkt niet correct.
Zet de camera uit en weer aan. Als de fout zich blijft voordoen,
neemt u contact op met de leverancier of met een door Nikon
erkende servicedienst.
21
Communicatiefout
Fout opgetreden tijdens communicatie met de printer.
Zet de camera uit en sluit de USB-kabel weer aan.
E26
Weergave Oorzaak/Oplossing A
E96
Foutmeldingen
Referentiegedeelte
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
Systeemfout
Er is een fout opgetreden in de interne schakelingen van de
camera.
Zet de camera uit, verwijder de batterij, plaats deze weer terug
en zet de camera aan. Als de fout zich blijft voordoen, neemt u
contact op met de leverancier of met een door Nikon erkende
servicedienst.
21
Printerfout: controleer
printerstatus
Printerfout
Controleer de printer. Los het probleem op, selecteer
Hervatten en druk op de k knop om het afdrukken te
hervatten.*
Printerfout: controleer
papier
De printer bevat niet het gespecificeerde papierformaat.
Plaats het gespecificeerde papierformaat, selecteer Hervatten
en druk op de k knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout:
papierstoring
Het papier is vastgelopen in de printer.
Verwijder het vastgelopen papier, selecteer Hervatten en druk
op k om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: geen
papier
Er zit geen papier in de printer.
Plaats het gespecificeerde papierformaat, selecteer Hervatten
en druk op de k knop om het afdrukken te hervatten.*
Printerfout: controleer
inkt
Inktfout
Controleer de inkt, selecteer Hervatten en druk op k om het
afdrukken te hervatten.
*
Printerfout: geen inkt
Inktcartridge is leeg.
Vervang de inkt, selecteer Hervatten en druk op de k knop
om het afdrukken te hervatten.
*
Printerfout:
beschadigd bestand
Het beeldbestand heeft een fout veroorzaakt.
Selecteer Annuleren en druk op de k knop om het afdrukken
te annuleren.
Weergave Oorzaak/Oplossing A
Technische opmerkingen en index
F1
Technische opmerkingen en index
Verzorgen van de producten....................................F2
De camera ...............................................................................................................F2
De batterij ...............................................................................................................F3
Lichtnetlaadadapter............................................................................................F4
De geheugenkaarten ..........................................................................................F5
Verzorgen van de camera .........................................F6
Reinigen...................................................................................................................F6
Opslag.......................................................................................................................F6
GEBRUIKERSLICENTIE-OVEREENKOMST VOOR
LOCATIENAAMGEGEVENS
(alleen COOLPIX S9300) ............................................F7
Problemen oplossen................................................F11
Specificaties .............................................................F19
Ondersteunde standaards ............................................................................. F22
Index .........................................................................F23
Technische opmerkingen en index
F2
Technische opmerkingen en index
Verzorgen van de producten
De camera
Als u lang plezier van dit Nikon product wilt hebben, is het belangrijk dat u de
volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt wanneer u het apparaat gebruikt
of opbergt.
Lees voordat u de producten in gebruik neemt de waarschuwingen onder “Voor
uw veiligheid” (Avi tot Aviii).
B Houd de camera droog
Als de camera in water wordt ondergedompeld of aan vocht wordt blootgesteld, raakt deze beschadigd.
B Laat de camera niet vallen
Als de camera wordt blootgesteld aan sterke schokken of trillingen, kan deze defect raken.
B Wees voorzichtig bij het hanteren van het objectief en alle bewegende
onderdelen
Oefen geen kracht uit op het objectief, de objectiefbescherming, de monitor, de kaartsleuf of het
batterijvak. Deze onderdelen raken gemakkelijk beschadigd. Als u kracht uitoefent op de lensdop, kan
dit tot gevolg hebben dat de camera niet meer goed werkt of dat het objectief beschadigd raakt. Als
de monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en te
voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
B Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke lichtbron wanneer u
de camera gebruikt of opbergt. Door intens licht kan de kwaliteit van de beeldsensor afnemen,
waardoor er een witte waas op de foto's kan ontstaan.
B Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een sterke
elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Sterke statische ladingen en sterke
magnetische velden die worden geproduceerd door bijvoorbeeld een radio of televisie, kunnen
storingen veroorzaken in de monitor en gegevens op de geheugenkaart of de interne schakelingen
van de camera beschadigen.
B Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een koude dag een
verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de camera veroorzaken. U
voorkomt condensatie door de camera in de cameratas of in een plastic tas te doen voordat u deze
aan plotselinge temperatuurverschillen blootstelt.
B Schakel de camera uit voordat u de batterij verwijdert, de lichtnetadapter
loskoppelt of de geheugenkaart verwijdert
Verwijder de batterij niet terwijl de camera aanstaat of terwijl beelden worden opgeslagen of gewist.
Het onderbreken van de stroom kan in dit geval leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de
interne schakelingen of het geheugen.
F3
Verzorgen van de producten
Technische opmerkingen en index
B Opmerkingen over de monitor
Monitoren en elektronische zoekers worden met een extreme mate van precisie gemaakt;
minimaal 99,99% van de pixels zijn werkende, en minder dan 0,01% ontbreekt of is defect. Het kan
voorkomen dat deze schermen pixels bevatten die altijd oplichten (wit, rood, blauw of green) of
altijd uitstaan (zwart), dit is geen defect en heeft geen effect op de afbeeldingen vastgelegd door
het apparaat.
Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien.
De monitor wordt verlicht via een LED-verlichting. Neem contact op met de servicedienst van
Nikon als de monitor zwakker gaat branden of begint te flikkeren.
De batterij
Lees voordat u de batterij in gebruik neemt de waarschuwingen onder
“Voor uw veiligheid” (Avi tot Aviii).
Controleer het batterijniveau wanneer u de camera gaat gebruiken en laad de
batterij zo nodig op. Verwijder de batterij uit de lader zodra deze volledig is
opgeladen. Doet u dat niet, dan is dit nadelig voor de prestaties van de batterij.
Neem zo mogelijk een volledig opgeladen reservebatterij mee als u foto's
maakt van belangrijke gelegenheden.
Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur lager is dan 0 °C of hoger
dan 40 °C.
Laad de batterij voor gebruik binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur
tussen 5 en 35 °C.
Wanneer de temperatuur van de batterij tussen 45 °C en 60 °C ligt, dan kan de
laadcapaciteit afnemen.
De batterij laadt niet op als de omgevingstemperatuur lager dan 0 °C of hoger
dan 60 °C is.
Neem in acht dat de batterij tijdens gebruik heet kan worden; wacht tot de
batterij afgekoeld is voordat deze opgeladen wordt. Als u deze
voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, dan kan dit tot beschadiging van de
batterij leiden, de prestaties ervan negatief beïnvloeden of normaal opladen
van de batterij voorkomen. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dit leiden tot een elektrische schok.
Op koude dagen neigt de capaciteit van batterijen af te nemen. Zorg ervoor dat
de batterij volledig is opgeladen voordat u bij koud weer naar buiten gaat om te
fotograferen. Houd reservebatterijen bij de hand op een warme plaats en
verwissel ze zo nodig. Een koude batterij die weer op temperatuur is gekomen,
kan soms een deel van de lading terugkrijgen.
Vuil op de aansluitingen van de batterij kan voorkomen dat de camera werkt.
Als de aansluitingen van de batterij vuil zijn, veeg deze dan voor gebruik met
een schone, droge schoon.
F4
Verzorgen van de producten
Technische opmerkingen en index
Als de batterij enige tijd niet gebruikt wordt, laat de batterij dan in de camera
zitten voordat deze verwijderd wordt om opgeborgen te worden. Bewaar de
batterij op een koele plaats bij een omgevingstemperatuur tussen 15 °C en
25 °C. Bewaar de batterij niet op hete of extreem koude plekken.
Verwijder altijd de batterij uit de camera of batterijlader als het apparaat niet
wordt gebruikt. Als de batterij blijft zitten, worden er zelfs als het apparaat niet
wordt gebruikt geringe hoeveelheden stroom van de batterij verbruikt. Dit kan
ertoe leiden dat de batterij zover leeg raakt dat deze niet meer kan worden
gebruikt. Als u de camera aan- of uitzet terwijl de batterij leeg is, kan dit de
gebruiksduur van de batterij verkorten. Wanneer het batterijniveau laag is, laad
de batterij dan voor gebruik op.
Laad de batterij tenminste eenmaal per zes maanden op en maak de batterij
volledig leeg voordat u deze weer opbergt.
Verwijder de batterij uit de camera of batterijlader, bevestig het meegeleverde
afdekkapje op de batterij en berg deze op een koele plek op.
Als de tijd die nodig is voordat een volledig opgeladen batterij leeg is aanzienlijk
afneemt bij gebruik op kamertemperatuur betekent dit dat de batterij moet
worden vervangen. Koop een nieuwe EN-EL12 batterij.
Vervang de batterij als deze niet meer kan worden opgeladen. Gebruikte
batterijen bevatten kostbare grondstoffen. Recycle gebruikte batterijen volgens
de plaatselijke voorschriften voor klein chemisch afval.
Lichtnetlaadadapter
Lees voordat u de lichtnetlaadadapter in gebruik neemt de waarschuwingen
onder “Voor uw veiligheid” (Avi tot Aviii).
De lichtnetlaadadapter EH-69P kan alleen worden gebruikt met compatibele
apparaten. Gebruik deze niet met een apparaat van een ander merk of model.
De EH-69P is geschikt voor AC 100-240 V, 50/60 Hz. Indien u deze in andere
landen wilt gebruiken, is het mogelijk dat u een stekkeradapter (normaal in de
handel verkrijgbaar) nodig heeft. Neem contact op met uw reisbureau voor
meer informatie over stekkeradapters.
Gebruik nooit een adapter van een ander merk of model dan de
lichtnetlaadadapter EH-69P of USB-adapter. Als u deze waarschuwing negeert,
kan dit leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
F5
Verzorgen van de producten
Technische opmerkingen en index
De geheugenkaarten
Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital). Zie “Goedgekeurde
geheugenkaarten” (A19).
Zorg dat de voorzorgsmaatregelen in de documentatie van de geheugenkaart
in acht worden genomen bij het gebruik van de geheugenkaart.
Plak geen labels of stickers op de geheugenkaart.
Formatteer de geheugenkaart niet met behulp van een computer.
Wanneer een geheugenkaart voor het eerst wordt gebruikt, dan wordt
aanbevolen deze met behulp van de camera te formatteren. Vooral wanneer u
een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het eerst in deze
camera plaatst, moet u deze kaart voor gebruik met behulp van deze camera
formatteren.
Wanneer u een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het
eerst in deze camera plaatst, moet u deze kaart voor gebruik met behulp van
deze camera formatteren.
Wanneer een nieuwe geheugenkaart wordt gebruikt, dan wordt aanbevolen
deze eerst met behulp van deze camera te formatteren.
Als het foutbericht “Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren” wordt
weergegeven wanneer u een geheugenkaart in de camera plaatst, dan moet de
geheugenkaart geformatteerd worden. Als u beelden op de kaart wilt bewaren,
selecteer dan Nee en sla de beelden op uw computer op voordat u de
geheugenkaart formatteert. Selecteer Ja en druk op de k knop om de kaart te
formatteren.
Tijdens het formatteren, het schrijven en wissen van gegevens en het
overzetten van gegevens van de geheugenkaart naar de computer mag u de
onderstaande handelingen niet uitvoeren.
Als u deze waarschuwing negeert, kunnen de volgende handelingen leiden
tot gegevensverlies of beschadiging van de geheugenkaart:
- Open het batterijvak / het deksel van de geheugenkaartsleuf om de batterij
of geheugenkaart te verwijderen.
- De camera uitzetten
- De lichtnetadapter loskoppelen
Technische opmerkingen en index
F6
Verzorgen van de camera
Reinigen
Gebruik geen vluchtige, organische oplosmiddelen, zoals alcohol of thinner,
chemische schoonmaakmiddelen of anticondensmiddelen.
Opslag
Verwijder de batterij als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt. Berg de
camera niet op in de buurt van mottenballen op basis van nafta of kamfer of
op plaatsen:
In de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren,
zoals televisie- of radiotoestellen
Waar het kouder wordt dan –10 °C of warmer dan 50 °C
Plaatsen die slecht geventileerd zijn of waar de luchtvochtigheid hoger is dan 60%
Haal de camera minstens eenmaal per maand uit de opslag om schimmel
tevoorkomen. Schakel de camera in en druk een aantal malen op de ontspanknop
alvorens de camera weer op te bergen.
Lees voordat ude camera opbergt de waarschuwingen onder “De batterij” (F3)
van “Verzorgen van de producten”.
Objectief
Raak glazen onderdelen niet met uw vingers aan. Verwijder stof of pluisjes met
een blaasbalgje (gewoonlijk een rubberen bal met een spuitmondje waaruit
lucht wordt geblazen). Verwijder vingerafdrukken, olieachtige substabties en
andere vlekken op de lens, die niet met lucht verwijderd kunnen worden, door
een draaiende beweging vanuit het midden van de lens met een droge
zachte doek of een brillendoekje te maken en naar de rand toe te werken.
Oefen geen druk op de lens uit en gebruik geen harde materialen. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot beschadigingen of
storingen. Als u het objectief op deze manier niet kunt reinigen, veegt u het
schoon met een doek die licht is bevochtigd met lensreiniger.
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder
vingerafdrukken, olieachtige substanties en andere vlekken op de monitor
met een droge zachte doek of een brillendoekje. Oefen geen druk uit op de
monitor en gebruik geen harde materialen. Als u deze voorzorgsmaatregel
niet in acht neemt, kan dit leiden tot beschadigingen of storingen.
Camerabody
Verwijder vuil, stof of zand met behulp van een blaasbalgje en veeg de
camerabody voorzichtig af met een zachte, droge doek. Na gebruik van de
camera aan het strand of in een andere zanderige of stoffige omgeving,
dient u zand, stof of zout te verwijderen met een droge doek die licht is
bevochtigd met water. Droog de camera daarna grondig af. Let erop dat
vuil of stof in de camera schade kan veroorzaken die niet door de
garantie wordt gedekt.
Technische opmerkingen en index
F7
GEBRUIKERSLICENTIE-OVEREENKOMST VOOR LOCATIENAAMGEGEVENS (alleen COOLPIX S9300)
De kaartgegevens en locatienaamgegevens die op deze
digitale camera zijn opgeslagen (“Gegevens”) zijn
uitsluitend bedoeld voor persoonlijk, intern gebruik en
niet voor wederverkoop. Deze gegevens zijn beschermd
door copyright en zijn onderworpen aan de volgende
algemene voorwaarden die door u, enerzijds, en door
Nikon Corporation (“Nikon”) en haar licentiegevers (met
inbegrip van hun licentiegevers en leveranciers)
anderzijds, zijn overeengekomen.
Voorwaarden
Uitsluitend voor persoonlijk gebruik. U komt overeen
deze Gegevens in combinatie met deze digitale camera
en de fotogegevens die door deze digitale camera zijn
vastgelegd uitsluitend te gebruiken voor de
persoonlijke, niet-commerciële doeleinden waarvoor u
een licentie hebt gekregen en niet voor servicebureau-
activiteiten, gezamenlijke of andere soortgelijke
doeleinden. Dienovereenkomstig, maar onderworpen
aan de hiernavolgende bepalingen, komt u overeen
niets van deze Gegevens te verveelvoudigen, te
kopiëren, te wijzigen, te decompileren, te
disassembleren of daarop reverse-engineering toe te
passen, noch mag u de Gegevens in enige vorm of voor
enig doel, anders dan in zoverre toegestaan door
toepasselijk recht, overdragen of verspreiden.
Beperkingen.
Tenzij u hiertoe uitdrukkelijk toestemming
hebt gekregen door Nikon en zonder afbreuk te doen
aan hetgeen hiervoor is bepaald, mag u deze Gegevens
niet gebruiken (a) met producten, systemen of
toepassingen die zijn geïnstalleerd of anderszins zijn
aangesloten op of in verbinding staan met
vervoermiddelen met autonavigatie, positiebepaling,
zendmogelijkheden, realtime routebegeleiding, beheer
van wagenparken of soortgelijke toepassingen; of (b)
met of wanneer deze in verbinding staan met apparaten
voor positiebepaling of mobiele of draadloze
elektronische of computerapparatuur, met inbegrip van,
maar niet beperkt tot mobiele telefoons, palmtops en
handhelds, pagers en PDA's.
Waarschuwing.
De Gegevens kunnen onnauwkeurige of
onvolledige informatie bevatten doordat het verstrijken
van tijd, veranderende omstandigheden, gebruikte
bronnen en het verzamelen van complexe geografische
gegevens, factoren zijn die op zichzelf onjuiste
resultaten kunnen opleveren.
Geen garantie.
Deze Gegevens worden aan u verstrekt
“zoals ze zijn” en u komt overeen deze voor eigen risico
te gebruiken. Nikon en haar licentiegevers (en hun
licentiegevers en leveranciers) geven geen garanties,
verklaringen of waarborgen van enig soort, uitdrukkelijk
of impliciet, op grond van de wet of anderszins, met
inbegrip van, maar niet beperkt tot, de inhoud, kwaliteit,
nauwkeurigheid, volledigheid, doeltreffendheid,
betrouwbaarheid, geschiktheid voor een specifiek doel,
bruikbaarheid of toepassing of ten aanzien van de
resultaten die op basis van de Gegevens kunnen worden
verkregen of dat de Gegevens of server ononderbroken
of vrij van fouten zal zijn.
Uitsluiting van garantie:
NIKON EN HAAR
LICENTIEGEVERS (MET INBEGRIP VAN HUN
LICENTIEGEVERS EN LEVERANCIERS) SLUITEN ALLE
GARANTIES UIT, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, TEN
AANZIEN VAN DE KWALITEIT, PRESTATIES,
VERHANDELBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN
SPECIFIEK DOEL OF VAN NIET-INBREUK. In sommige
staten, staatsgebieden en landen is uitsluiting van
garantie niet toegestaan en indien zulks het geval is, is
bovengenoemde uitsluiting mogelijk niet op u van
toepassing.
Uitsluiting van aansprakelijkheid:
NIKON EN HAAR
LICENTIEGEVERS (MET INBEGRIP VAN HUN
LICENTIEGEVERS EN LEVERANCIERS) ZIJN NIET
AANSPRAKELIJK JEGENS U: MET BETREKKING TOT ELKE
CLAIM, EIS OF RECHTSVORDERING, ONGEACHT DE AARD
VAN DE AANLEIDING VAN DE CLAIM, EIS OF
RECHTSVORDERING, VOOR VERMEENDE VERLIEZEN,
LETSEL OF SCHADE, DIRECT OF INDIRECT, DIE KAN
VOORTVLOEIEN UIT HET GEBRUIKEN OF HET BEZITTEN
VAN DE INFORMATIE, OF VOOR VERLIES VAN WINST,
INKOMSTEN, CONTRACTEN OF OPBRENGSTEN OF VOOR
ELKE ANDERE DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE,
SPECIFIEKE SCHADE OF GEVOLGSCHADE DIE
VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIKEN VAN OF HET NIET
KUNNEN GEBRUIKEN VAN DEZE INFORMATIE, UIT EEN
OMISSIE IN DE INFORMATIE OF HET SCHENDEN VAN
DEZE ALGEMENE VOORWAARDEN, HETZIJ IN EEN
CONTRACTUELE VORDERING, EEN ONRECHTMATIGE
DAAD OF GEBASEERD OP EEN GARANTIE, ZELFS ALS
NIKON OF HAAR LICENTIEGEVERS ZIJN GEWEZEN OP DE
MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE. In sommige
staten, staatsgebieden en landen is uitsluiting van
aansprakelijkheid niet toegestaan en indien zulks het
geval is, is bovengenoemde uitsluiting mogelijk niet op
u van toepassing.
F8
GEBRUIKERSLICENTIE-OVEREENKOMST VOOR LOCATIENAAMGEGEVENS (alleen COOLPIX S9300)
Technische opmerkingen en index
Exportbeperking. U komt overeen om vanaf geen enkele
locatie niets van de Gegevens of een rechtstreeks
afgeleid product uit te voeren, tenzij in
overeenstemming met, en met alle vereiste licenties en
goedkeuringen, onder toepasselijke exportwetten,
regels en voorschriften, met inbegrip van, maar niet
beperkt tot de wetten, regels en voorschriften die zijn
gepubliceerd door de Office of Foreign Assets Control
van de U.S. Department of Commerce en het Bureau of
Industry and Security van de U.S. Department of
Commerce. Indien Nikon en de licentiegevers van Nikon
op grond van exportwet- en regelgeving niet kunnen
voldoen aan hun verplichtingen, zijn zij gevrijwaard
tegen aansprakelijkheid en houdt het niet-nakomen van
hun verplichtingen, geen schending in van deze
Overeenkomst.
Volledige Overeenkomst
Deze voorwaarden vormen de
volledige overeenkomst tussen Nikon (en haar
licentiegevers, met inbegrip van hun licentiegevers en
leveranciers) en u ten aanzien van het onderhavige
onderwerp, en vervangen in hun volledigheid elke en
alle schriftelijke of mondelinge overeenkomst(en)
tussen ons met betrekking tot dit onderwerp.
Heersend recht.
Bovengenoemde voorwaarden worden
beheerst door Japans recht en zijn niet (i) strijdig met
wettelijke bepalingen of (ii) het Verdrag der Verenigde
Naties inzake internationale koopovereenkomsten
betreffende roerende zaken, dat uitdrukkelijk wordt
uitgesloten; op voorwaarde dat, indien om enige reden
Japans recht niet van toepassing wordt geacht voor
deze Overeenkomst in het land waar u de Gegevens
hebt verkregen, deze Overeenkomst zal worden
beheerst door het land waar u de Gegevens hebt
verkregen. U verklaart zich te zullen onderwerpen aan
de jurisdictie van Japan voor elk(e) en alle geschillen,
claims en rechtsvorderingen die voortvloeien uit of in
verband staan met de Gegevens die ingevolge deze
overeenkomst aan u zijn verstrekt.
Eindgebruikers overheid. Als de door NAVTEQ
verstrekte Gegevens worden verkregen door of
namens de overheid van de Verenigde Staten,
of door een andere entiteit die rechten zoekt of
toepast die vergelijkbaar zijn met de rechten
die gewoonlijk door de overheid van de
Verenigde Staten worden geclaimd, dan
worden de Gegevens beschouwd als een
"commercieel item" zoals gedefinieerd in 48
C.F.R. ("FAR") 2.101, en gelicentieerd in
overeenstemming met de
Eindgebruikersvoorwaarden waaronder deze
Gegevens zijn verstrekt, en elke verstrekte of
anderszins ingerichte kopie van de Gegevens
moet desbetreffend worden gemarkeerd en
aangeduid met de volgende
"Gebruiksaankondiging", en moet
dienovereenkomstig behandeld worden
Aankondiging:
Als de Contracterende Functionaris, het
federale overheidsagentschap of de federale
functionaris weigert om de legenda hierin te
gebruiken, dan moet de Contracterende
Functionaris, het federale overheidsagentschap
of de federale functionaris NAVTEQ inlichten
voorafgaand aan het zoeken van aanvullende
of alternatieve rechten op de Gegevens.
Gebruiksaankondiging
Naam contracterende instantie
(fabrikant/ leverancier):
NAVTEQ
Contracterende instantie
(fabrikant/ leverancier):
Adres:
425 West Randolph Street, Chicago, Illinois
60606
Deze Gegevens zijn een commercieel item
zoals gedefinieerd in FAR 2.101 en zijn
onderhevig aan de
Eindgebruikersvoorwaarden waaronder
deze Gegevens zijn verstrekt.
© 2011 NAVTEQ - Alle rechten
voorbehouden.
F9
GEBRUIKERSLICENTIE-OVEREENKOMST VOOR LOCATIENAAMGEGEVENS (alleen COOLPIX S9300)
Technische opmerkingen en index
Aankondigingen m.b.t. gelicentieerde software copyright-
houders
Locatienaamgegevens voor Japan
© 2011 ZENRIN CO., LTD.. Alle rechten voorbehouden.
Deze dienst maakt gebruik van POI-gegevens van
ZENRIN CO., LTD. "ZENRIN" is een gergistreerd
handelsmerk van ZENRIN CO., LTD.
Locatienaamgegevens behalve voor Japan
© 1993-2011 NAVTEQ. Alle rechten voorbehouden.
NAVTEQ Maps is a trademark of NAVTEQ.
Austria © Bundesamt für Eich- und Vermessungswesen
Croatia
Cyprus
Estonia
Latvia
Lithuania
Moldova
Poland
Slovenia
Ukraine
© EuroGeographics
France source: © IGN France - BD TOPO
®
Germany
“Die Grundlagendaten wurden mit Genehmigung der zuständigen
Behörden entnommen”
Great Britain
Contains Ordnance Survey data © Crown copyright and database right
2010
Contains Royal Mail data © Royal Mail copyright and database right 2010
Greece Copyright Geomatics Ltd.
Hungary Copyright © 2003; Top-Map Ltd.
Italy
La Banca Dati Italiana è stata prodotta usando quale riferimento anche
cartografia numerica ed al tratto prodotta e fornita dalla Regione
Toscana.
Norway Copyright © 2000; Norwegian Mapping Authority
Portugal Source: IgeoE - Portugal
Spain Información geográfica propiedad del CNIG
F10
GEBRUIKERSLICENTIE-OVEREENKOMST VOOR LOCATIENAAMGEGEVENS (alleen COOLPIX S9300)
Technische opmerkingen en index
Sweden Based upon electronic data © National Land Survey Sweden.
Switzerland Topografische Grundlage: © Bundesamt für Landestopographie
Canada
This data includes information taken with permission from Canadian
authorities, including © Her Majesty, © Queen’s Printer for Ontario, ©
Canada Post, GeoBase
®
, © Department of Natural Resources Canada. All
rights reserved.
Mexico Fuente: INEGI (Instituto Nacional de Estadística y Geografía.)
Australia
© Hema Maps Pty. Ltd, 2011.
Copyright. Based on data provided under license from PSMA Australia
Limited (www.psma.com.au).
Product incorporates data which is © 2011 Telstra Corporation Limited,
GM Holden Limited, Intelematics Australia Pty Ltd, NAVTEQ International
LLC, Sentinel Content Pty Limited and Continental Pty Ltd.
Israel © Survey of Israel data source
Jordan © Royal Jordanian Geographic Centre
Mozambique
Certain Data for Mozambique provided by Cenacarta © 2011 by
Cenacarta
Réunion source: © IGN 2009 - BD TOPO
®
Ecuador
INSTITUTO GEOGRAFICO MILITAR DEL ECUADRO AUTORIZACION N° IGM-
2011-01- PCO-01 DEL 25 DE ENERO DE 2011
Guadeloupe source: © IGN 2009 - BD TOPO
®
Guatemala
Aprobado por el INSTITUTO GEOGRAFICO NACIONAL - Resolución del
IGN N° 186-2011
French Guiana source: © IGN 2009 - BD TOPO
®
Martinique source: © IGN 2009 - BD TOPO
®
Mexico Fuente: INEGI (Instituto Nacional de Estadística y Geografía)
Technische opmerkingen en index
F11
Problemen oplossen
Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst het volgende
overzicht met de meest voorkomende problemen voordat u zich tot de
leverancier of tot een door Nikon erkende servicedienst wendt. Raadpleeg de
pagina’s in de rechterkolom voor meer informatie.
Zie “Foutmeldingen” (E92) voor meer informatie.
Voeding, monitor, instellingen
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
De batterij die is
geplaatst in de camera
kan niet worden
opgeladen.
Bevestig alle aansluitingen.
16,
18
De batterij kan niet
worden geladen door
de camera op een
computer aan te
sluiten.
Uit
is ingesteld op
Opladen via computer
in het setup-menu.
Als de camera wordt opgeladen via een computer, dan stopt het opladen
zodra de camera uit wordt gezet.
Als de camera wordt opgeladen via een computer, dan stopt het opladen
zodra de computer naar slaapstand gaat; het is mogelijk dat de camera dan
automatisch uit gaat.
Afhankelijk van de computerspecificaties, instellingen en status, is het
mogelijk dat de batterij die is geplaatst in de camera niet kan worden
opgeladen via een directe aansluiting op de computer.
102,
E
80
E
80
E
80
Camera kan niet
worden uitgezet.
Batterij is leeg.
De camera kan niet worden ingeschakeld als deze met de lichtnetlaadadapter
is aangesloten op een stopcontact.
20
16
Camera gaat zonder
waarschuwing uit.
Batterij is leeg.
Als de camera gedurende een tijdje niet wordt bediend, schakelt deze
automatisch uit via de automatische uitschakeling) om energie te besparen.
De camera gaat uit zodra deze wordt verbonden met de lichtnetlaadadapter.
De camera gaat uit zodra de USB kabel waarmee deze is verbonden met een
computer of printer, wordt losgekoppeld. Sluit de USB kabel opnieuw aan.
De binnenkant van de camera is te warm geworden. Laat de camera
uitgeschakeld totdat de binnenkant van de camera is afgekoeld.
Bij lage temperaturen is het mogelijk dat de camera en de batterij niet
normaal functioneren.
20
21
16
82, 85,
E
26
F
3
Monitor geeft geen
beeld.
Camera staat uit.
Batterij is leeg.
Stand-bystand om energie te besparen: Druk op de hoofdschakelaar,
ontspanknop, de
c
knop of
b
(
e
filmopname) of draai aan de
keuzeknop.
Als het flitserlampje knippert, wacht u tot de flitser is opgeladen.
De camera is op de computer aangesloten via de USB-kabel.
De camera is op de televisie aangesloten via de audio/video-kabel of HDMI-
kabel.
21
20
21
60
82, 85
82,
E
23
F12
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
b Elektronisch gestuurde camera’s
In zeer uitzonderlijke gevallen kunnen er ongewone tekens op de monitor worden weergegeven
en functioneert de camera niet meer. Meestal is dit het gevolg van een sterke externe statische
lading. Zet de camera uit, verwijder de batterij, plaats deze terug en zet de camera weer aan. Als u
de stroomvoorziening van de camera onderbreekt, zoals hierboven wordt beschreven, kan dit
ertoe leiden dat gegevens die op het moment dat de storing optrad nog niet in het interne
geheugen of op de geheugenkaart waren opgeslagen, verloren gaan. Dit is niet van invloed op
gegevens die al zijn opgeslagen. Neem contact op met de leverancier of met een door Nikon
erkende servicedienst als de storing zich blijft voordoen.
Beeld op monitor is niet
goed te zien.
Pas de helderheid van de monitor aan.
Monitor is vuil. Reinig de monitor.
100,
E
70
F
6
Datum en tijd van de
opname zijn onjuist.
Als de cameraklok niet in ingesteld (“Datum niet ingesteld” aanduiding
knippert tijdens het fotograferen), krijgen foto's het datumstempel “00/00/
0000 00:00”; terwijl films worden gedateerd met “01/01/12 00:00.” Stel de juiste
datum en tijd in via
Tijdzone en datum
in het setup-menu.
De cameraklok is niet zo nauwkeurig als een normaal uurwerk, zoals een
horloge. Controleer af en toe de tijdsaanduiding van uw camera en stel zo
nodig de tijd bij.
22, 100,
E
67
100,
E
67
Er zijn geen
aanduidingen op de
monitor te zien.
Info verbergen
is ingesteld op
Foto-informatie
onder
Monitorinstellingen
in het setup-menu.
100,
E
70
Datumstempel
niet
beschikbaar.
Tijdzone en datum
is niet ingesteld.
22, 100,
E
67
Datum wordt niet op
foto's weergegeven,
zelfs wanneer
Datumstempel
ingeschakeld is.
Een opnamestand zonder datum afdrukken is geselecteerd.
Een andere functie die nu wordt ingesteld is de beperking op het afdrukken
van de datum.
De datum kan niet worden afgedrukt op een film.
100,
E
72
73
Het instelscherm voor
de datum en tijd wordt
weergegeven als de
camera wordt
ingeschakeld.
Klokbatterij is leeg; alle standaardwaarden zijn hersteld. 23
Standaardwaarden zijn
hersteld.
De monitor schakelt uit
en het camera-aan-
lampje knippert snel.
De temperatuur van de batterij is hoog. Zet de camera uit en laat de batterij
afkoelen alvorens deze weer te gebruiken. Nadat het lampje drie minuten
knippert, wordt de camera automatisch uitgezet, maar u kunt ook op de
hoofdschakelaar drukken om de camera handmatig uit te zetten.
21
Camera-temperatuur
stijgt.
Als functies zoals een filmopname of versturen van foto's m.b.v. een Eye-Fi-kaart
lange tijd worden gebruikt of als de camera wordt gebruikt op een plaats met
een hoge omgevingstemperatuur, kan de temperatuur van de camera oplopen.
Dit is geen storing.
89
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F13
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
Opnameproblemen
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
Kan de
opnamestand niet
instellen.
Maak de HDMI- of USB-kabel los.
82, 85,
E23,
E26
Er kan geen foto
worden gemaakt.
Als de camera in de weergavestand staat, druk dan op de c
knop, de ontspanknop of de b (e filmopname) knop.
Als menu’s worden weergegeven, drukt u op d knop.
Batterij is leeg.
Als het flitserlampje langzaam knippert, wordt de flitser
opgeladen.
30
11
20
60
Kan geen 3D-foto's
maken
In sommige opnameomstandigheden, bijvoorbeeld als het
onderwerp beweegt of het onderwerp donker is of er weinig
contrast is, kan de tweede opname niet correct worden gemaakt
of de 3D-foto niet worden opgeslagen.
Camera kan niet
scherpstellen.
Onderwerp te dicht bij de camera. Probeer om een opname te
maken met x (Autom. scènekeuzekn.) of Close-up
onderwerpstand.
Autofocus werkt niet goed met het onderwerp dat u wilt
fotograferen.
Stel AF-hulplicht in het setup-menu in op Automatisch.
Het onderwerp bevindt zich niet binnen het scherpstelveld op
het moment dat de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Zet de camera uit en weer aan.
39, 45
29
101, E75
28, 37
21
Gekleurde strepen
verschijnen op de
monitor bij het
fotograferen.
Gekleurde strepen kunnen verschijnen wanneer onderwerpen
worden gefotografeerd met herhalende patronen ( zoals
zonneschermen); dit is geen storing.
De gekleurde strepen zijn niet te zien op gemaakte foto's of
opgenomen films. Echter, bij gebruik van de standen Continu H:
120 bps of HS 120 bps (640×480) kunnen de gekleurde
strepen wel te zien zijn op de gemaakte foto's of opgenomen
films.
Foto’s zijn
onscherp.
Gebruik de flitser.
Gebruik de vibratiereductie of bewegingsdetectie.
Gebruik D (Best Shot Selector).
Gebruik een statief om de camera stevig neer te zetten
(gebruik de zelfontspanner voor betere resultaten).
Specificeer een hogere ISO-waarde en hervat de opname.
60
101,
E73,
E74
56
63
37, E36
F
otos die met
flitslicht zijn
gemaakt bevatten
heldere vlekken.
Flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht. Zet de
flitsstand op W (uit).
61
F14
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
Flitser treedt niet in
werking.
De flitsstand wordt op W gezet (uit).
U hebt een opnamestand geselecteerd waarbij de flitser niet
werkt.
Een andere functie die nu wordt ingesteld, zorgt ervoor dat de
flitser niet werkt.
61
59
73
Digitale zoom is
niet beschikbaar.
•Uit is ingesteld op Digitale zoom in het setup-menu.
Wanneer x (Autom. scènekeuzekn.), j (nachtlandschap), o
(tegenlicht) met HDR ingesteld op Aan, Portret,
Nachtportret, Eenvoudig panorama, Dierenportret of
3D-fotografie is geselecteerd in de onderwerpstand, kan de
digitale zoom niet gebruikt worden.
Wanneer de slim portret-stand is geselecteerd, kan de
digitale zoom niet gebruikt worden.
Andere functies waarbij gebruik van de digitale zoom niet
mogelijk is.
101, E76
39, 40, 41,
42, 43, 47,
48, 49
50
73
Beeldmodus is
niet beschikbaar.
Een andere functie die nu is ingesteld, zorgt ervoor dat de
Beeldmodus niet werkt.
71
Geen geluid
wanneer de sluiter
ontspant.
•Uit is ingesteld op Sluitergeluid onder Geluidsinstellingen
in het setup-menu.
•Sport, Museum of Dierenportret is geselecteerd als
onderwerpstand.
Continu-opnamestand is geselecteerd.
Andere functies waarbij gebruik van het sluitergeluid niet
mogelijk is.
Blokkeer de luidspreker niet.
101,E77
42, 46, 48
E77
3
AF-hulpverlichting
brandt niet.
Uit is ingesteld op
AF-hulplicht in het setup
-menu. Zelfs als
Automatisch is ingesteld, is het mogelijk dat de AF-
hulpverlichting niet gaat branden, afhankelijk van de positie van
het scherpstelveld of de opnamestand.
101, E75
Foto’s zijn
vlekkerig.
Objectief is vuil. Reinig het objectief. F6
Kleuren zijn
onnatuurlijk.
Witbalans of kleurtoon komt niet overeen met lichtbron.
37, 45, 65,
E33
Ringvormige of
regenboogkleurig
e strepen zijn
zichtbaar op het
scherm of in de
opname.
Als een onderwerp van achter wordt verlicht of wanneer een
opname wordt gemaakt met een extreem heldere lichtbron in
beeld, zoals de zon, is het mogelijk dat ringvormige of
regenboogkleurige strepen verschijnen in het beeld.
Verander de positie van de lichtbron of zorg dat deze buiten
beeld valt en probeer nogmaals om de opname te maken.
Willekeurig
verspreide pixels
(“ruis”) worden in
het beeld
weergegeven.
Het onderwerp is donker, waardoor de sluitertijd te kort wordt of
de ISO-waarde te hoog.
Gebruik de flitser.
Een lagere ISO-waarde instellen.
60
37, E36
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F15
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
Weergaveproblemen
Fotos zijn te
donker
De flitsstand wordt op W gezet (uit).
Flitsvenster is afgedekt.
Onderwerp bevindt zich buiten flitsbereik.
Pas belichtingscompensatie aan.
Verhoog de ISO-waarde.
Onderwerp is gefotografeerd met tegenlicht. Selecteer
onderwerpstand o (Tegenlicht) of stel de flitsstand in op
X (invulflits).
61
26
60
68
37, E36
41, 60
Foto’s zijn te licht Pas belichtingscompensatie aan. 68
Delen van de foto
waarin geen rode
ogen voorkomen,
worden ook
gecorrigeerd.
Als V (automatisch met rode-ogenreductie) of “invulflits met
rode-ogenreductie” van de onderwerpstand Nachtportret
wordt toegepast tijdens de opname, kan de ingebouwde rode-
ogencorrectie in zeer zeldzame gevallen worden toegepast op
delen van de foto waarin geen rode ogen voorkomen. Zet de
flitsinstelling op een andere stand dan V (automatisch met
rode-ogencorrectie), kies een onderwerpstand anders dan
Nachtportret en maak vervolgens de opname.
43, 60
De resultaten van
huid verzachten
zijn niet zoals
verwacht.
Huid verzachten levert niet de gewenste resultaten op,
afhankelijk van de opnamecondities.
Voor foto's met vier of meer gezichten, probeer Huid
verzachten in het weergavemenu.
52
80,
E19
Het opslaan van
foto's kost tijd.
Het kan zelfs langer duren om foto's op te slaan in de volgende
omstandigheden:
Wanneer de geluidsreductiefunctie automatisch geactiveerd
wordt bij fotograferen op een donkere plaats.
Als de flitser is ingesteld op V (automatisch met rode-
ogenreductie)
Als foto's worden gemaakt in de volgende onderwerpstanden.
- Uit de hand in j(Nachtlandschap)
- HDR ingesteld op een andere instelling dan Uit in
o (Tegenlicht)
- Uit de hand in Nachtportret
- Eenvoudig panorama
Wanneer continu-opname wordt gebruikt
61
40
41
43
47
55
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
Bestand kan niet
worden
weergegeven.
Het bestand is overschreven of de naam is gewijzigd met de
computer of een camera van een ander merk.
Films opgenomen op andere camera's dan de COOLPIX
S9300/S9200 kunnen niet worden afgespeeld.
92
Reeks kan niet
worden
weergegeven.
Een reeks foto's die met de continu-opname van een andere
camera dan de COOLPIX S9300/S9200 zijn gemaakt, kunnen
niet als een reeks worden weergegeven.
Controleer de Reeksweergaveopties instelling.
81, E52
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F16
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
Kan niet op beeld
inzoomen.
Zoomweergave kan niet worden gebruikt bij films, kleine
afbeeldingen of bijgesneden kopieën van 320 × 240 pixels of
minder.
Zoomweergave is mogelijkerwijs niet beschikbaar bij foto's die
zijn gemaakt op een andere camera dan de COOLPIX S9300/
S9200.
3D-foto's kunnen niet worden vergroot als de camera
aangesloten is via HDMI en deze worden weergegeven in 3D.
E5
Kan geen
spraakmemo
opnemen of
weergeven.
Spraakmemos kunnen niet worden toegevoegd aan films.
Spraakmemo's kunnen niet worden toegevoegd aan foto's die
met camera's anders dan de COOLPIX S9300/S9200 zijn
gemaakt, terwijl het ook niet mogelijk is om spraakmemo's af
te spelen die met een andere camera zijn gemaakt.
81
Foto's en films
kunnen niet
worden bewerkt.
Bevestig de voorwaarden die nodig zijn voor bewerking van
foto's of films.
Foto's gemaakt met andere camera's dan de COOLPIX S9300/
S9200 kunnen niet worden bewerkt.
80,E16,
E31
Beelden worden
niet weergegeven
op een televisie.
Videostand of HDMI is niet correct ingesteld in het TV-
instellingen setup-menu.
Kabels worden aangesloten op zowel de HDMI-mini-
aansluiting als de USB/audio/video-aansluiting.
Geheugenkaart bevat geen beelden. Plaats een andere
geheugenkaart. Verwijder de geheugenkaart om fotos in het
interne geheugen weer te geven.
102,
E79
82
18
Albumpictogram
men worden
gereset op de
standaardpictogra
mmen, of beelden
die aan albums zijn
toegevoegd
kunnen niet
worden
weergegeven in
de stand favoriete
beelden.
Opgeslagen gegevens in het interne geheugen of op de
geheugenkaart kunnen mogelijk niet worden weergegeven
indien ze door een computer overschreven zijn.
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F17
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
De opgeslagen
beelden worden
niet weergegeven
in de stand
automatisch
sorteren.
Het gewenste beeld is in een andere categorie gesorteerd dan
de momenteel weergegeven categorie.
Beelden die door een andere camera dan de COOLPIX S9300/
S9200 zijn opgeslagen en beelden die met de optie Kopiëren
zijn gekopieerd, kunnen niet worden weergegeven in de
stand automatisch sorteren.
Opgeslagen beelden in het interne geheugen of op de
geheugenkaart kunnen mogelijk niet correct worden
weergegeven indien ze door een computer overschreven zijn.
Er kunnen in totaal maximaal 999 beelden en films aan elke
categorie worden toegevoegd. Als de gewenste categorie
reeds 999 beelden of films bevat, kunnen geen nieuwe
beelden of films worden toegevoegd.
Nikon Transfer 2
wordt niet gestart
wanneer de
camera wordt
aangesloten op
een computer.
Camera staat uit.
Batterij is leeg.
USB-kabel is niet correct aangesloten.
Camera wordt niet herkend door de computer.
Controleer of het besturingssysteem dat wordt gebruikt,
compatibel is met de camera.
De computer is niet zodanig ingesteld dat Nikon Transfer 2
automatisch wordt gestart.
Voor meer informatie over Nikon Transfer 2 raadpleegt u de
help in ViewNX 2.
21
20
82
83
Het PictBridge
opstartscherm
wordt niet
weergegeven als
de camera is
aangesloten op
een printer.
Bij sommige PictBridge-compatibele printers wordt het
PictBridge startvenster niet weergegeven en kunnen geen foto's
worden afgedrukt als Automatisch is geselecteerd voor de
Opladen via computer optie in het setup-menu. Stel de
Opladen via computer optie in op Uit en sluit de camera weer
aan op de printer.
102,
E80
De af te drukken
fotos worden niet
weergegeven.
Geheugenkaart bevat geen beelden. Plaats een andere
geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart om foto’s in het interne
geheugen af te drukken.
Foto's genomen met 3D-fotografie kunnen niet worden
afgedrukt.
18
19
E5
Kan het
papierformaat niet
selecteren in de
camera.
Papierformaat kan niet worden gekozen vanuit de camera in de
volgende gevallen, zelfs niet bij gebruik van PictBridge
compatibele printers. Selecteer het papierformaat met de
printer.
Het via de camera gekozen papierformaat is niet compatibel
met de printer.
Een printer die automatisch het papierformaat instelt, wordt
gebruikt.
E27,
E28
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
F18
Problemen oplossen
Technische opmerkingen en index
GPS (alleen COOLPIX S9300)
Probleem Oorzaak/Oplossing
A
De locatie kan niet
worden bepaald of
het duurt lang
voordat de locatie
kan worden
bepaald.
De camera kan de locatie in sommige omgevingen mogelijk
niet bepalen. Voor het gebruik van de GPS-functie dient de
camera zo veel mogelijk in de open lucht gebruikt te worden.
Wanneer de positionering voor het eerst wordt uitgevoerd
nadat dit ca. 2 uur niet mogelijk was of na het vervangen van
de batterij, dan duurt het enkele minuten om de positie-
informatie te verkrijgen.
95
95
De positie-
informatie kan niet
op gemaakte foto's
worden
opgenomen.
Als z of y op het opnamescherm wordt weergegeven, dan
wordt de positie-informatie niet opgenomen. Voordat er foto's
worden gemaakt, moet gecontroleerd worden of de camera een
voldoende sterk GPS-signaal ontvangt.
96
Verschil tussen de
actuele
opnamelocatie en
opgeslagen
positie-informatie.
De verkregen positie-informatie kan in sommige omgevingen
afwijken. Als er een aanzienlijk verschil in de signalen van de GPS-
satelliet is, kan dit resulteren in een afwijking van honderden
meters.
95
Er wordt een
onjuiste
locatienaam
geregistreerd of de
juiste locatienaam
wordt niet
weergegeven.
De gewenste naam van het herkenningspunt wordt niet
geregistreerd of er wordt een onjuiste naam van het
herkenningspunt weergegeven.
Update van A-GPS
bestand kan niet
worden
uitgevoerd.
Controleer de volgende items.
- Of de geheugenkaart geplaatst is
- Of het A-GPS bestand op de geheugenkaart is opgeslagen
- Of het A-GPS bestand op de geheugenkaart recenter is dan
het A-GPS bestand in de camera
- Of het A-GPS bestand nog geldig is
Het A-GPS bestand is mogelijk corrupt. Download het bestand
nogmaals van de website.
E59
Loggegevens
kunnen niet
worden
opgeslagen.
Controleer of de geheugenkaart in de camera is geplaatst.
Er kunnen maximaal 36 items met loggegevens op één dag
worden opgenomen.
Er kunnen maximaal 100 items met loggegevens op één
geheugenkaart worden opgeslagen. Wis de loggegevens die
niet meer nodig zijn van de geheugenkaart of plaats een
nieuwe geheugenkaart.
E63
Technische opmerkingen en index
F19
Specificaties
Nikon COOLPIX S9300/S9200 Digitale camera
Type
Digitale compactcamera
Effectieve pixels
16,0 miljoen
Beeldsensor
1/2,3-inch CMOS; ca. 16,79 miljoen pixels
Objectief
18× optische zoom, NIKKOR-objectief
Brandpuntsafstand
4,5-81,0 mm (beeldhoek equivalent aan die van een 25-450mm lens
bij kleinbeeldformaat [135])
f-waarde
f/3.5-5.9
Constructie
11 elementen in 10 groepen (2 ED objectiefelementen)
Digitale zoom
Max. 4
×
(beeldhoek equivalent aan die van een ca. 1800 mm lens
bij kleinbeeldformaat [135])
Vibratiereductie
Lensverschuiving
Autofocus (AF)
AF met contrastdetectie
Scherpstelbereik
(afstand tot objectief)
[Groothoek]: Circa 50 cm tot
,
[Tele]: Circa 1,5 m tot
Macro-stand: Circa 4 cm (groothoekzijde) tot
Selectie scherpstelveld
Gezichtsprioriteit, automatisch (automatische 9-velds selectie),
centrum, handmatig met 99 scherpstelvelden, onderwerp volgen
Monitor
7,5-cm (3-inch), ca. 921.000 beeldpunten, TFT LCD monitor met brede
beeldhoek anti-reflectiecoating en helderheidsaanpassing met 5
niveaus
Beelddekking
(opnamestand)
Circa 98% horizontaal en 98% verticaal (vergeleken met werkelijke
beeld)
Beelddekking
(weergavestand)
Circa 100% horizontaal en 100% verticaal (vergeleken met werkelijke
beeld)
Opslag
Media
Intern geheugen
(COOLPIX S9300: ca. 26 MB)
(COOLPIX S9200: ca. 25 MB)
SD/SDHC/SDXC geheugenkaart
Bestandssysteem
DCF, Exif 2.3, DPOF, MPF-compatibel
Bestandsindelingen
Foto’s: JPEG
3D foto´s: MPO
Geluidsbestanden (spraakmemo): WAV
Films: MOV (Video: H.264/MPEG-4 AVC, Audio: AAC stereo)
Beeldformaat
(pixels)
16 M (Hoog)
4608×3456
P
16 M
4608×3456
8 M
3264×2448
4 M
2272×1704
2 M
1600×1200
VGA
640×480
16:9 12M
4608×2592
F20
Specificaties
Technische opmerkingen en index
ISO-waarde
(standaard
uitvoergevoeligheid)
ISO 125, 200, 400, 800, 1600, 3200
Automatisch (automatische gevoeligheidsinstelling van ISO 125 tot
1600)
Vast bereik automatisch (ISO 125 tot 400, 125 tot 800)
Belichting
Lichtmeting
256-segments matrixmeting, centrumgericht, spotmeting (wanneer
digitale zoom 2× of hoger is)
Belichtingsregeling
Geprogrammeerd automatische belichting, bewegingsdetectie,
belichtingscompensatie (-2,0 tot +2,0 EV in stappen van 1/3 LW)
Sluiter
Mechanische en CMOS elektronische sluiter
Sluitertijd
1/2000 - 1 s
1/4000 - 1/120 s (
Continu H: 120 bps
)
1/4000 - 1/60 s (
Continu H: 60 bps
)
4 s (
Vuurwerk
onderwerpstand)
Diafragma
Selectiestand elektronisch geregeld ND-filter (-2 AV)
Bereik
2 (f/3.5, f/7 [Groothoek])
Zelfontspanner
Tijden van 2 of 10 seconden kunnen worden geselecteerd
Ingebouwde flitser
Bereik (circa)
(ISO-waarde:
Automatisch)
[Groothoek]: 0,5 tot 5,1 m
[Tele]: 1,5 tot 3 m
Flitsinstelling
TTL auto flits met monitor voorflits
Interface
Hi-Speed USB
Gegevensoverdrachtpro
tocol
MTP, PTP
Video-uitgang
Keuze tussen NTSC en PAL
HDMI-uitgang
Er kan worden gekozen tussen Auto, 480p, 720p en 1080i
In-/uitgang
Audio/video-uitgang (AV); digitale in-/uitgang (USB);
HDMI-mini-aansluiting (type C) (HDMI-uitgang)
Elektronisch kompas
(alleen COOLPIX S9300)
16 kompasstreken (positiecorrectie met behulp van 3-assige
versnellingssensor, automatische correctie voor de afwijkingshoek en
automatische afwijkingsaanpassing)
GPS
(alleen COOLPIX S9300)
Ontvangstfrequentie 1.575,42 MHz (C/A-code), geodesiesysteem
WGS 84
Ondersteunde talen
Arabisch, Braziliaans Portugees, Chinees (Vereenvoudigd en
Traditioneel), Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks, Hindi, Hongaars,
Indonesisch, Italiaans, Japans, Koreaans, Nederlands, Noors, Oekraïens,
Pools, Portugees, Roemeens, Russisch, Spaans, Thai, Tsjechisch, Turks,
Vietnamees, Zweeds
Voedingsbronnen
Eén oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12 (meegeleverd)
Lichtnetadapter EH-62F (apart verkrijgbaar)
Oplaadtijd
Ca. 3 uur 50 minuten (bij het gebruik van lichtnetlaadadapter EH-69P
en als de batterij volledig leeg is)
Gebruiksduur batterij
(EN-EL12)
Foto’s
1
: Ca. 200 foto's
Films
2
: Ca. 50 min (
HD 1080p
P
(1920×1080)
)
F21
Specificaties
Technische opmerkingen en index
Tenzij anders wordt vermeld, hebben alle getallen betrekking op een camera met een volledig
opgeladen oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12 bij een omgevingstemperatuur van 25 °C.
1
Gebaseerd op de CIPA-standaarden (Camera and Imaging Products Association) waarmee de gebruiksduur
voor camerabatterijen wordt gemeten. Gemeten bij 23 (±2) °C; zoom is aangepast bij elke opname, flitser is
gebruikt om de andere opname, beeldstand ingesteld op
P
4608×3456
. De gebruiksduur van de batterij is
afhankelijk van het opname-interval en de tijd dat menu’s en beelden worden weergegeven.
2
Bij het maken van een enkele film bedraagt het max. bestandsformaat 4 GB of de maximale opnametijd 29
minuten, ook al is er voldoende ruimte op de geheugenkaart.
Oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12
Lichtnetlaadadapter EH-69P
B Specificaties
Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze handleiding.
Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Statiefaansluiting
1/4 (ISO 1222)
Afmetingen
(B × H × D)
COOLPIX S9300
108,7 × 62,3 × 30,6 mm (exclusief uitstekende delen)
COOLPIX S9200
108,7 × 59,8 × 30,6 mm (exclusief uitstekende delen)
Gewicht
COOLPIX S9300
Ca. 215 g (met batterij en SD-geheugenkaart)
COOLPIX S9200
Ca. 209 g (met batterij en SD-geheugenkaart)
Gebruiksomstandigheden
Temperatuur
0 °C tot 40 °C
Luchtvochtigheid
85% of lager (niet-condenserend)
Type
Oplaadbare Li-ion batterij
Capaciteit
DC 3,7 V, 1050 mAh
Gebruikstemperatuur
0 °C tot 40 °C
Afmetingen
(B × H × D)
Circa 32 × 43,8 × 7,9 mm
Gewicht
Circa 22,5 g (zonder afdekkapje)
Invoer
100-240 V AC, 50/60 Hz, 0,068-0,042 A
Uitvoer
5,0 V gelijkstroom, 550 mA
Gebruikstemperatuur
0 °C tot 40 °C
Afmetingen
(B × H × D)
Circa 55 × 22 × 54 mm (exclusief plug adapter)
Gewicht
Ca. 55 g (exclusief plugadapter)
F22
Specificaties
Technische opmerkingen en index
Ondersteunde standaards
•DCF: DCF (Design Rule for Camera File System) is een algemeen erkende
standaard voor digitale camera’s waarmee de compatibiliteit tussen de
verschillende cameramerken wordt gewaarborgd.
•DPOF: Het Digital Print Order Format (digitaal afdrukformaat voor digitale
camera's) is een industriestandaard die het mogelijk maakt foto’s af te drukken
op basis van een afdrukopdracht die is opgeslagen op de geheugenkaart.
Exif versie 2.3: Deze camera ondersteunt Exif (Exchangeable Image File
Format for Digital Still Cameras) versie 2.3, een standaard die het mogelijk maakt
gegevens bij foto's op te slaan. Deze gegevens leveren een optimale
kleurreproductie op bij afdrukken met Exif-compatibele printers.
Zie het instructieboekje van de printer voor gedetailleerde informatie.
•PictBridge: Een standaard die is ontwikkeld in samenwerking met fabrikanten
van digitale camera’s en printers en die het mogelijk maakt foto’s rechtstreeks
vanuit de camera naar een printer te sturen zonder de camera op een computer
aan te sluiten.
Technische opmerkingen en index
F23
Index
Symbolen
R E5
A Autostand 24, 36, E33
o Tegenlicht 41
C Continu-opnamestand 53, 55
j Nachtlandschap 40
x Automatische scènekeuzeknop 39
y Onderwerpstand 38
F Slim portret-stand 50
u Speciale effecten-stand 57
k Knop selectie toepassen 5, 10
o Belichtingscompensatie 68
b (e filmopname) knop 88
m Flitsstand 60
f Groothoek 27
p Macro-stand 64
d Menu-knop 4, 5, 11
h Miniatuurweergave 5, 31
F Stand automatisch sorteren 78,
E13
h Stand favoriete beelden 78
C Stand sorteren op datum 78
g Tele 27
c Weergaveknop 4, 5, 30
l Wissen-knop 4, 5, 32, E50
n Zelfontspanner 63
i Zoomweergave 31
.JPG E89
.MOV E89
.MPO E89
.WAV E89
Cijfers
3D-fotografie s 49, E5
A
Aantal resterende opnamen 20, 72
Afdrukken E27, E28
Afdrukopdracht 80, E43, E44
Afdrukopdrachtoptie E44
AF-hulplicht 101, E75
AF-veldstand 37, E37
Album E9, E12
Audio/video-in-aansluiting E23
Audio/video-kabel 82, E23, E91
Autofocus 29, 64, 89
Autofocus-stand 37, E40
Automatisch 61
Automatisch met rode-ogenreductie 61,
62
Automatisch uit 101, E77
Automatische scènekeuzeknop 39
AV-kabel 82, E23, E91
B
Batterij 14, 16, E91
Batterijlader 17, E91
Batterijniveau 20
Batterijvak 3
Batterijvergrendeling 14
Beeld draaien 80, E49
Beeldstand 37, 71, 72
Belichtingscompensatie 65, 68
Best Shot Selector 46, 56
Bestands- en mapnamen E89
Bestandsnaam E89
Bestandsnummer E89
Beveiligen 80, E47
Bewegingsdetectie 101, E74
Bewerken E16
Bijsnijden 31, E22
BSS 56
C
Cache-geheugen voor-opname 55
Camera-aan-lampje 21
Camerariem 12
Close-up k 45
Compressieverhouding 71
Computer 82
Continu 53, 55
Continu H 55
Continu-opname E36
Continu-opnamemenu 55
Continu-opnamestand 53, E33
Contrast E18
Creatieve schuifbalk 65
F24
Index
Technische opmerkingen en index
D
Datum afdrukken 23, 100, E72
Datum en tijd E67
Datum- en tijdinstelling 22, E67
Datumnotatie E67
Deksel batterijvak/kaartsleuf 14, 18
Diafragmawaarde 28
Diashow 80, E46
Dierenportret O 48
Dierenportret automatisch ontspannen
48
Digitaal filter E20
Digitale zoom 27, 101, E76
D-Lighting 80, E18
DPOF-printen E30
Draaibare multi-selector 10, 59
DSCN E89
E
Een geheugenkaart formatteren 18,
E78
Eenvoudig panorama V 47, E2
Effecten toepassen m.b.v. digitaal filter
E20
Elektronisch kompas E64
Enkelvoudige AF E40, E57
Extensie E89
Eye-Fi uploaden 102, E83
F
Fast motion E55
Favoriete beelden 81, E9
Filmbeeld E71
Filmmenu 91
Filmopties 91, E53
Films afspelen 92
Films bewerken E31
Films opnemen 88
Filmstrip 102, E84
Filtereffecten 80, E17, E20
Firmware-versie 102, E88
Flitser 60
Flitserlampje 60
Flitsstand 60
Formatteren 18, 101, E78
Foto kopiëren E51
Foto's E16
Foto's bewerken E16
Foto’s selecteren E48
Foto-informatie 100, E70
Fotoselectiescherm E48
FSCN E89
Fulltime-AF 91, E57
G
Geheugencapaciteit 20
Geheugenkaart 18, 19, 72
Geheugenkaart formatteren 101, E78
Geluidsinstellingen E77
Gezichtprioriteit 75, E37
Glimlachtimer 51, E41
GPS-instellingen E58
Groothoek 27
H
Handmatige voorinstelling E34
HDMI 49, E79
HDMI 3D-uitvoer E79
HDMI-mini-aansluiting 82, E23
Helderheid 65, E70
Helderheid monitor 100, E70
Help 38
Histogram 30, 67
Histogrammen weergeven/verbergen
100
Hoofdfoto kiezen 81
Hoofdschakelaar 20, 21
HS-beelden 91
HS-film E54, E55
Huid verzachten 51, 52, 80, E19,
E41
I
Identificatie E89
Intern geheugen 19, 20, 30
Intern geheugen formatteren 101,
E78
Invulflits 61
ISO-waarde 26, 37, E36
Index
Technische opmerkingen en index
F25
K
Kaartsleuf 18
Kalenderweergave 31
Keuzeknop 2, 38
Kies hoofdfoto E52
Kleine afbeelding 80, E21
Kleurtoon 65
Knipperdetectie 51, E42
Knipperwaarschuwing 102, E82
Knop selectie toepassen 5
Knopgeluid 101, E77
Kopiëren 81, E51
L
Lader 16, 17, E91
Landschap c 42
Lange sluitertijd 61
Levendigheid 65
Lichtmeting 37, E35
Lichtnetadapter 17, 21, E91
Lichtnetlaadadapter 16, E91
Lithium-ion type batterij 14
Log aanmaken E61
Log weergeven E63
M
Macro 64
Mapnaam E89
Maximale filmduur 88, 90
Menu slim portret 51, E41
Microfoon 2, 81, E50
Miniatuurweergave 31
Monitor 6, 8, F6
Monitorinstellingen 100, E70
Multi-selector 10, 59
Multi-shot 16 56
Museum l 46
N
Nachtlandschap j 40
Nachtportret e 43
O
Objectief 2, F19
Objectiefbescherming 2
Onderwerp volgen E38, E39
Onderwerpstand 38, 39
Ontspanknop 4, 5, 28
Openen met HS-beelden 91, E54
Oplaadbare batterij E91
Oplaadbare Li-ion batterij 14, 16, E91
Oplaadlampje 16, 17
Opladen via de computer 102
Opnamedatum E44
Opname-informatie 10, 30, E44
Opnamemenu 36
Opnamestand 24
Optionele accessoires E91
Optische zoom 27
P
Papierformaat E27, E28
Party/binnen f 44
PictBridge E25, F22
Points of interest E60
Portret b 42
Printen E25, E27, E28
Printer 82, E25
R
Raster E71
Rechtstreeks printen E25
Reeks E7
Reeksweergaveopties 81, E52
Regeling HDMI-apparaat E79
RSCN E89
S
Schemering/dageraad i 44
Schermhelderheid 100
Schermvullende weergave 30
Scherpstelling 28, E37, E40
Scherpstelveld E37
Scherpstelvergrendeling 76
Scrollen E4
Setup-menu 100, E66
Slim portret-stand 51
Slow motion E55
Slow motion movies opnemen E55
Sluitergeluid E77
F26
Index
Technische opmerkingen en index
Sluitertijd 28
Sneeuw z 44
Snel retoucheren 80, E18
Sport d 42
Spraakmemo 81, E50
SSCN E89
Stand automatisch sorteren 78, E13
Stand favoriete beelden 78, E9
Stand sorteren op datum 78, E15
Stand speciale effecten 25, 57, E54
Standaardwaarden 102, E84
Statiefaansluiting 3
Strand Z 44
T
Taal 102, E78
Tegenlicht 41
Televisie 82
Telezoomstand 27
Tijdsverschillen E68, E69
Tijdzone 22, E67, E69
Tijdzone en datum 22, 100, E67
Tv-instellingen 102, E79
U
Uit 61
USB/audio/video-uit-aansluiting E23,
E26
USB/AV-aansluiting 16, 82
USB-kabel 16, 82, E26, E91
V
Vast bereik automatisch E36
Verwijderen uit favorieten 81, E11
Vibratiereductie 101, E73
Videostand E79
ViewNX 2 83
Voedsel u 45
Volgorde datumweergave 22, E67
Volume 92
Vuurwerk m 46
W
Weergave 30, 78, 92, E43, E50
Weergaveknop 4, 5
Weergavemenu 80, E43
Weergavestand 30
Weergavestanden 78
Welkomstscherm 100, E66
Windruisreductie 91, E57
Wissen 32, E8, E47, E50
Wissen-knop 4, 5
Witbalans 37, E33
Z
Zelfontspanner 63
Zelfontspannerlampje 63
Zomertijd 23, E68
Zonsondergang h 44
Zoom 27
Zoomknop 4, 5, 27, 31
Zoomweergave 31
Zwart-wit kopie n 46
F27
© 2011 Nikon Corporation
FX2C02(1F)
6MM2001F-02
© 2012 Nikon Corporation
Niets uit deze handleiding mag geheel of gedeeltelijk, in welke
vorm dan ook (behalve via korte citaten in productbesprekingen
of recensies), worden overgenomen zonder schriftelijke
toestemming van NIKON CORPORATION.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244

Nikon COOLPIX S9200 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor