Documenttranscriptie
Welkom !
Voorzorgsmaatregelen
Dank u voor uw aankoop van deze Sony
Compact Disc Player. Dit toestel biedt u tal van
mogelijkheden die u kunt benutten met behulp
van de volgende bedieningsaccessoires:
Los verkrijgbare accessoires
Bedieningssatelliet RM-X4S
Afstandsbedieningskaart RM-X91
•Laat de speler voor gebruik afkoelen, als u in
de zon hebt geparkeerd en de temperatuur in
de auto hoog is opgelopen.
•Als de speler geen voedingsspanning krijgt,
controleert u eerst de verbindingen. Als de
verbindingen in orde zijn controleert u de
zekering.
•Als uw auto voorzien is van een
motorantenne, zal deze automatisch
uitschuiven zodra het apparaat wordt
ingeschakeld.
Bovenop CD en radio, kunt u uw systeem nog
uitbreiden door extra CD/MD-apparatuur aan
te sluiten*1.
Bij het bedienen van dit toestel of aangesloten
los verkrijgbare CD-apparatuur met CD TEXT
functie, verschijnt de CD TEXT informatie in
het uitleesvenster bij weergave van een CD
TEXT disc*2.
*1 U kunt MD-wisselaars, CD-wisselaars, MD-spelers
of CD-spelers aansluiten.
*2 Een CD TEXT disc is een audio CD met daarop
informatie zoals de discnaam, de artiestennaam
en muziekstuknamen.
Deze informatie is op de disc opgenomen.
Als u vragen of problemen hebt die niet in
deze handleiding aan de orde komen, neemt u
contact op met de dichtstbijzijnde Sonyleverancier.
Condensvorming
Op een regenachtige dag of in een zeer
vochtige omgeving kan op de lenzen in het
toestel vocht condenseren. Hierdoor kan de
werking van het toestel worden verstoord.
Verwijder in dat geval de disc en wacht
ongeveer een uur tot alle condensvocht is
verdampt.
Behoud van een optimale
geluidskwaliteit
Indien er bekerhouders in de buurt van het
audiosysteem zitten, moet u opletten dat u
geen vloeistof op het toestel noch de CD morst.
Suikerhoudende dranken kunnen de lensen
bevuilen en de geluidskwaliteit verminderen
of zelfs geluidsweergave onmogelijk maken.
2
Opmerkingen betreffende
compact discs
Bij een vuile of beschadigde disc kan het
weergavegeluid soms wegvallen. Voor een
optimale weergave behandelt u de disc als
volgt.
Pak een compact disc altijd bij de rand vast, en
raak het oppervlak zonder label niet aan.ce.
Opmerkingen bij discs
Als u discs gebruikt zoals hieronder
beschreven, kunnen de kleverige resten de CD
doen stoppen met draaien waardoor het toestel
defect of de disc beschadigd kunnen raken.
Gebruik geen gebruikte of gehuurde CD’s met
kleverig oppervlak (bijvoorbeeld afkomstig
van stickers of inkt of lijm die van onder de
stickers komt).
Lijmresten.
Kleverige inkt.
Plak geen papier of plakband op een compact
disc.
Gebruik geen gehuurde CD’s met oude labels
die loskomen.
Stickers die loskomen laten
kleverige resten achter.
Gebruik geen CD’s waarop labels of stickers
zijn gekleefd.
Vastgeklefde labels.
Stel compact discs niet bloot aan direkt
zonlicht of de warmte van een kachel of
radiator. Laat ze ook niet liggen in een
geparkeerde auto in de volle zon, aangezien
hierin de temperatuur bijzonder hoog kan
oplopen.
Veeg de disc schoon met een los verkrijgbaar
reinigingsdoekje, alvorens deze af te spelen.
Veeg vanuit het midden naar de rand.
Opmerkingen bij CD-R discs
• U kunt CD-R’s (opneembare CD’s) afspelen
met dit toestel. Met sommige CD-R’s lukt dat
echter niet, afhankelijk van de
omstandigheden waarin ze werden
opgenomen.
• U kunt geen CD-R afspelen die niet is
gefinaliseerd (finalisatie is nodig om een CDR te kunnen afspelen met een audio CDspeler).
• U kunt geen CD-RW’s (herschrijfbare CD’s)
afspelen met dit toestel.
8 cm Cd-singles afspelen
Gebruik de los verkrijgbare Sony compact disc
single adapter (CSA-8) om de CD-speler niet te
beschadigen.
Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine,
verdunner of in de handel verkrijgbare
reinigingsmiddelen en anti-statische spray
voor konventionele grammofoonplaten.
3
Inhoud
Plaats van de bedieningsorganen ...................... 5
Aan de slag
Instellingen wissen .............................................. 7
Het bedieningspaneel verwijderen ................... 7
Het toestel aan-/uitschakelen ............................ 8
Gebruik van het menu ......................................... 8
De klok instellen ................................................... 8
CD-speler
Los verkrijgbare CD/MD-apparatuur
Een CD beluisteren .............................................. 9
Muziekstukken herhaald afspelen
— Herhaald afspelen .................................... 11
Muziekstukken in willekeurige volgorde
afspelen
— Shuffle play ............................................... 11
Een CD een naam geven
— Disc memo* .............................................. 12
Een disc zoeken op naam
— List-up* ..................................................... 13
Bepaalde muziekstukken voor weergave
uitkiezen
— Bank* ......................................................... 14
* Beschikbare functiets met los verkrijgbare CD/
MD-apparatuur.
Radio
Stations automatisch opslaan
— Best Tuning Memory (BTM) ................... 15
Uitsluitend bepaalde stations vastleggen ....... 15
Ontvangst van de opgeslagen stations ........... 16
RDS
Overzicht van de RDS-functie .......................... 17
De naam van het station weergeven ............... 17
Automatisch opnieuw afstemmen op eenzelfde
programma
— Alternative Frequencies (AF)
(alternatieve frequenties) ............................. 17
Luisteren naar verkeersinformatie .................. 18
De RDS-stations instellen met de AF- en
TA-gegevens .................................................. 19
Een station zoeken aan de hand van het
programmatype ............................................ 20
De klok automatisch instellen .......................... 21
4
Andere functies
Etiketten aanbrengen op de
bedieningssatelliet (los verkrijgbaar) ......... 21
Werken met de bedieningssatelliet
(los verkrijgbaar) ........................................... 22
De geluidskenmerken aanpassen .................... 23
Het geluid dempen ............................................ 24
De instellingen voor het geluid en het
uitleesvenster wijzigen ................................. 24
Voor een krachtiger bass-geluid
— D-bass ........................................................ 25
Overige informatie
Onderhoud .......................................................... 25
Verwijderen van het gehele apparaat .............. 26
Specificaties ......................................................... 27
Problemen oplossen ........................................... 28
Plaats van de bedieningsorganen
D I SC +
OPEN
-P R PTY DSPL
+
ST
MENU
D-BASS
LIST
SOURCE
TA
-SEEK/AMS
AF
SOUND
ENTER
PR
ST
OFF
--
D ISC –
REP
SHUF
1
2
MODE
3
4
5
6
CDX-C5000RX/C5000RV
/C5000R/C4900R
Zie de aangegeven pagina’s voor meer informatie.
1 Volumeregelknop 19
2 MENU knop 8, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 18,
19, 21, 24
3 Z (uitwerp) knop (op de voorzijde van
het toestel achter het frontpaneel)
9
4 DISC/PRST +/– (cursor op/neer) toetsen
8, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 18, 19, 20, 21, 24
Tijdens CD/MD-weergave:
Disc wisselen 10, 13
Tijdens radio-ontvangst:
Voorkeuzestations kiezen 16
5 DSPL/PTY (instelling uitleesvenster /
programmatype) knop 9, 10, 12, 17, 20
6 LIST knop 12
List-up 13
7 SOURCE (TUNER/CD) knop
8, 9, 10, 13, 15, 16, 19
8 Uitleesvenster
9 OPEN knop 7, 9, 26
q; D-BASS knop 25
qa SOUND knop 23
qs Reset-knop (op de voorzijde van het
toestel achter het frontpaneel) 7
qd OFF knop* 7, 8, 9
qf SEEK/AMS –/+ (cursor links/rechts)
toetsen
8, 10, 12, 14, 15, 16, 18, 19, 21, 23, 24
Automatic Music Sensor 10, 14
Handmatig zoeken 10
Seek 15, 16, 18
qg ENTER knop 8, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 18,
19, 20, 21, 24
qh MODE knop 19
Tijdens afspelen CD/MD:
Keuze CD/MD-toestel 9, 13
Tijdens radio-ontvangst:
Bandkeuze 15, 16
qj Ontvanger voor de
afstandsbedieningskaart
qk Cijfertoetsen
Tijdens radio-ontvangst:
Voorkeuzestation kiezen
15, 16, 18, 19
Tijdens CD/MD-weergave:
(1) REP 11
(2) SHUF 11
ql AF knop 17, 18, 19
w; TA knop 18, 19
* Opgelet bij het monteren in een auto
waarvan het contactslot geen ACC
(accessory) stand heeft
Druk (OFF) op het toestel gedurende
twee seconden in om de klokweergave uit
te schakelen na het afzetten van de
motor.
Indien u slechts even op (OFF) drukt,
verdwijnt de tijdindicatie niet waardoor de
batterij uitgeput raakt.
5
Plaats van de bedieningsorganen
Draadloze afstandsbediening RM-X91 (los verkrijgbaar)
OPEN/CLOSE
OFF
MENU
DISC
LIST
SEEK
SEEK
SOURCE
SOUND
DISC
ENTER
DSPL
ATT
MODE
VOL
De knoppen op de draadloze
afstandsbediening hebben dezelfde
functie als de overeenkomstige
knoppen op het toestel.
1 OFF-knop
2 MENU knop
3 SOURCE-knop
4 SEEK/AMS knoppen
5 SOUND-knop
6 DSPL (DSPL/PTY)-knop
7 ATT-knop
8 LIST knop
9 DISC/PRST knoppen
q; ENTER knop
qa MODE-knop
qs VOL knoppen
Opmerkingen
• Een toestel dat is afgezet door gedurende 2 seconden op (OFF) te drukken, kan niet worden bediend
met de afstandsbedieningskaart tenzij eerst op ommander unless (SOURCE) op het toestel wordt gedrukt
of een disc wordt ingebracht om het toestel te activeren.
• Leg de afstandsbedieningskaart niet op een plek waar ze bloot staat aan directe zonnestraling, zoals
bijvoorbeeld op het dashboard of het stuur, enz. Door de warmte kan de afstandsbedieningskaart
immers vervormen.
• Het toestel kan niet naar behoren functioneren met de afstandsbedieningskaart in de volle zon. Hou de
afstandsbedieningskaart dan dichter bij het toestel.
Vervangen van de lithiumbatterij
Wanneer de batterij uitgeput raakt, wordt het
bereik van de draadloze afstandsbediening
korter. Vervang de batterij dan door een
nieuwe CR2025 lithiumbatterij.
Opmerkingen over de
lithiumbatterij
•Hou de lithiumbatterij buiten het bereik van
kinderen. Bij inslikken van de batterij moet u
onmiddellijk een dokter raadplegen.
•Veeg de batterij schoon met een droge doek
om een goed contact te verzekeren.
•Hou bij het plaatsen van de batterij rekening
met de juiste polariteit.
•Houd de batterij niet vast met een metalen
pincet, anders kan er kortsluiting ontstaan.
OPGELET
x
+ kant naar boven
Bij verkeerde behandeling kan de batterij
ontploffen.
Probeer de batterij niet op te laden, uit
elkaar te nemen of te verbranden.
Bij dit produkt zijn batterijen
geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u
ze niet weggooien maar
inleveren als KCA.
6
Het bedieningspaneel bevestigen
Aan de slag
Instellingen wissen
Voordat u het apparaat voor de eerste keer
gebruikt, of na het vervangen van de accu van
de auto, dient u de instellingen van het
apparaat te wissen.
Druk met een puntig voorwerp, bijvoorbeeld
een balpen, op de reset-knop.
Reset-knop
Opmerking
Door op de reset-knop te drukken, worden alle
klokinstellingen en bepaalde geheugenfuncties
gewist.
Plaats opening A in het frontpaneel op spil B,
zoals aangegeven in de illustratie, en duw de
linkerzijde dan vast.
A
B
x
Het bedieningspaneel
verwijderen
Het voorpaneel van dit toestel kan worden
afgenomen ter beveiliging tegen diefstal.
1
Druk op (OFF).
2
Druk op (OPEN), schuif het voorpaneel
iets naar rechts en trek het linkerdeel
van het voorpaneel naar u toe.
Opmerkingen
• Bevestig het frontpaneel niet ondersteboven.
• Druk het bedieningspaneel bij het bevestigen
niet te stevig tegen het apparaat.
• Druk nooit hard op de uitleesvensters van het
bedieningspaneel bij het bevestigen.
• Stel het bedieningspaneel niet bloot aan direct
zonlicht of andere warmtebronnen, zoals
uitstroomopeningen voor hete lucht. Bewaar het
paneel niet op een vochtige plaats. Laat het
paneel nooit op een dashboard liggen dat is
blootgesteld aan direct zonlicht, omdat de
temperatuur daarbij aanzienlijk kan oplopen.
Waarschuwingstoon
1
2
Opmerkingen
• Plaats niets aan de binnenkant van het
bedieningspaneel.
• Laat het bedieningspaneel niet vallen als u het
losmaakt van het apparaat.
• Als u het voorpaneel losmaakt terwijl het toestel
nog is aangeschakeld, wordt het automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de
luidsprekers worden beschadigd.
• Neem het voorpaneel mee in het meegeleverde
etui.
Als u het autocontact uitschakelt zonder het
frontpaneel te verwijderen, zal gedurende
enkele seconden een waarschuwingstoon
klinken.
Als u een los verkrijgbare eindversterker
aansluit en de ingebouwde versterker niet
gebruikt, wordt de waarschuwingstoon
uitgeschakeld.
7
Het toestel aan-/uitschakelen
De klok instellen
Het toestel aanschakelen
De klok beschikt over een 24-uurs digitale
aanduiding.
Druk op (SOURCE) of breng een CD in het
toestel. Zie pagina 9 (CD/MD) en pagina 15
(radio) voor details omtrent de bediening.
Voorbeeld: De klok instellen op 10:08
1
Het toestel uitschakelen
Druk op (OFF) om de CD/MD-weergave of
radio-ontvangst te stoppen (de toetsen en het
uitleesvenster blijven verlicht).
Druk gedurende twee seconden op (OFF) om
het toestel volledig uit te schakelen.
Druk op (MENU) en vervolgens
herhaaldelijk op een van beide zijden
van (DISC/PRST) tot “CLOCK” verschijnt.
1 Druk op (ENTER).
Opmerking
Indien het contactslot van uw auto geen ACC
stand heeft, moet u het toestel afzetten door
(OFF) twee seconden lang ingedrukt te houden
om te voorkomen dat de batterij uitgeput raakt.
De uren knipperen.
2 Druk op een kant van (DISC/PRST) om
de uren in te stellen.
Gebruik van het menu
Dit toestel wordt bediend door items uit een
menu te kiezen.
Daartoe schakelt u eerst over naar de
menustand en kiest u op/neer ((+)/(–) of
(DISC/PRST)), of links/rechts ((–) /(+) of
(SEEK/AMS)).
3 Druk op de (+) zijde van (SEEK/AMS).
(DISC/PRST)
De minuten knipperen.
(+): om naar omhoog te
kiezen
4 Druk op een kant van (DISC/PRST) om
de minuten in te stellen.
SOURCE
(–): om naar omlaag te
kiezen
(SEEK/AMS)
(–): om naar links
te kiezen
2
SOURCE
(+): om naar
rechts te
kiezen
Opmerking
In de menustand geeft de “v” links in het
uitleesvenster de selecteerbare toetsen van
(DISC/PRST) en (SEEK/AMS) aan.
Druk op (ENTER).
De klok is nu ingeschakeld.
Na het gelijkzetten van de klok, keert het
uitleesvenster terug naar de normale
weergavestand.
Tip
U kunt de klok automatisch gelijkzetten met
behulp van de RDS functie (zie pagina 17).
Opmerking
Als D.INFO op ON staat, wordt de tijd altijd
weergegeven, op voorwaarde dat M.DSPL op OFF
staat (pagina 24).
8
CD-speler
Los verkrijgbare CD/
MD-apparatuur
Met dit toestel kunt u niet alleen een CD
afspelen maar ook externe CD/MDapparatuur bedienen.
Als u CD-apparatuur met CD TEXT functie
aansluit, verschijnt de CD TEXT informatie in
het uitleesvenster bij weergave van een CD
TEXT disc.
Een CD beluisteren
(alleen met dit toestel)
1
Druk op (OPEN) en plaats de CD.
De zijde met het label omhoog
Z
Na afloop van het laatste
muziekstuk op de CD
Het muziekstuknummer komt weer op “1” te
staan en de weergave zal weer beginnen vanaf
het eerste nummer op de CD.
Functie
Afspelen stoppen
Uitnemen van de CD
Druk op
(OFF)
(OPEN) en daarna op
Z
Een CD of MD afspelen (met los
verkrijgbare CD/MD-apparatuur)
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om
“CD” of “MD” te kiezen.
2
Druk op (MODE) tot de gewenste
wisselaar verschijnt.
CD/MD-apparatuur start.
Alle discs in de huidige CD/MD-apparatuur
worden vanaf het begin weergegeven.
De weergave in het uiteesvenster
wijzigen
Telkens wanneer u tijdens de weergave van
een MD, CD of CD TEXT disc op (DSPL/PTY)
drukt, verandert het uitleesvenster als volgt:
2
Sluit het bedieningspaneel.
De cassette wordt automatisch afgespeeld.
Indien er al een CD is ingebracht, druk dan
herhaaldelijk op (SOURCE), tot “CD”
verschijnt om de weergave te beginnen.
CD indicatie
Muziekstuknummer
Verstreken speeltijd
V
Discnummer*1/Muziekstuknummer/
Verstreken speelduur
V
Disc-naam*2/artiestennaam*3
V
Muziekstuk-naam*4
V
FM1 Frequentie of stationsnaam*5
*1 Met los verkrijgbare CD/MD apparatuur
aangesloten.
*2 Indien u de CD of CD TEXT disc nog niet hebt
benoemd (“Een CD benoemen” op pagina 12)
of indien er geen disc-naam is opgenomen op
de MD, verschijnen “DISC” en “NO NAME” in
het uitleesvenster.
*3 Bij het afspelen van een CD TEXT disc verschijnt
de artiestennaam achter de disc-naam in het
uitleesvenster. (Alleen voor CD TEXT discs met
de artiestennaam.)
*4 Als de muziekstuknaam van een CD TEXT disc of
MD niet is opgenomen, verschijnen “TRACK” en
“NO NAME” in het uitleesvenster.
*5 Met de AF/TA-functie geactiveerd.
9
Nadat u het gewenste item hebt gekozen, keert
het uitleesvenster na enkele seconden
automatisch terug naar de Motion Display
mode.
In de Motion Display mode, rollen alle
bovenstaande items achtereenvolgens in het
uitleesvenster.
Opmerking
Gepersonaliseerde labels hebben altijd voorrang
op de originele CD TEXT informatie bij weergave
van dergelijke informatie.
Tip
De Motion Display mode kan worden afgezet. (Zie
“De instellingen voor het geluid en het
uitleesvenster wijzigen” op pagina 24.)
De titel van een CD of MD
automatisch verschuiven
— Auto Scroll
Als de disc-naam, artiestennaam of
muziekstuknaam op een MD of CD TEXT disc
langer is dan 8 tekens en de Auto Scroll functie
aan is, rolt de informatie automatisch over het
uitleesvenster als volgt:
• De discnaam verschijnt wanneer u van disc
verandert (als de discnaam is geselecteerd als
weer te geven item).
• De muziekstuknaam verschijnt wanneer u van
muziekstuk verandert (als de muziekstuknaam is
geselecteerd als weer te geven item).
• De disc- of muziekstuknaam verschijnt
afhankelijk van de instelling wanneer u op
(SOURCE)drukt om een MD of CD TEXT disc te
kiezen.
Als u op (DSPL/PTY) drukt om de indicatie op
het uitleesvenster te wijzigen, rolt de disc- of
muziekstuknaam-naam van de MD of CD
TEXT disc automatisch met aan- of
uitgeschakelde functie.
1
Druk tijdens het afspelen op (MENU).
2
Druk herhaaldelijk op een van de zijden
van (DISC/PRST) tot “A.SCRL-OFF”
verschijnt.
3
Druk op de (+) zijde van (SEEK/AMS) om
“A.SCRL-ON” te selecteren.
4
Druk op (ENTER).
Kies “A.SCRL-OFF” in stap 3 om Auto Scroll te
annuleren.
10
Opmerking
Bij sommige CD TEXT discs met zeer veel tekens
kan het volgende zich voordoen:
— Sommige tekens verschijnen niet in het
uitleesvenster.
— De functie Auto Scroll werkt niet.
Een bepaald muziekstuk zoeken
— Automatic Music Sensor (AMS)
Druk tijdens het afspelen even op een
van de zijden van (SEEK/AMS)voor elk
muziekstuk dat u wilt overslaan.
Een vorig
muziekstuk
zoeken
SOURCE
Een volgend
muziekstuk
zoeken
Een bepaald punt in een
muziekstuk zoeken — Handmatig
zoeken
Hou tijdens het afspelen een van de
zijden van (SEEK/AMS) ingedrukt. Laat
los wanneer u het gewenste punt hebt
gevonden.
Achteruit
zoeken
SOURCE
Vooruit
zoeken
Opmerking
” of “
” in het
Als “
uitleesvenster verschijnt, heeft u het begin of het
einde van de disc bereikt en kunt u niet meer
verder.
Een disc zoeken
— Disc-selectie
Als los verkrijgbare CD/MD-apparatuur is
aangesloten, drukt u op een van de
zijden van (DISC/PRST) om de gewenste
disc te selecteren.
De gewenste disc in de huidige los
verkrijgbare CD/MD-apparatuur begint te
spelen.
Muziekstukken herhaald
afspelen
— Herhaald afspelen
De CD in het hoofdtoestel wordt aan het eind
automatisch herhaald. Voor herhaalde
weergave is er keuze uit:
•REP-1 — om een muziekstuk te herhalen.
•REP-2 — om een disc in de los verkrijgbare
CD/MD-apparatuur te herhalen.
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (1) (REP) tot de gewenste instelling
in het uitleesvenster verschijnt.
B REP-1
B REP-2*
* “REP-2” is alleen beschikbaar wanneer één of
meer los verkrijgbare CD-toestellen zijn
aangesloten of wanneer u twee of meer los
verkrijgbare MD-toestellen aansluit.
DSPL
LIST
-SEEK/AMS
ENTER
MODE
U kunt kiezen uit de volgende instellingen:
• SHUF-1 — speelt de muziekstukken op de
huidige disc af in willekeurige volgorde.
• SHUF-2 — om de muziekstukken in de
huidige CD/MD-apparatuur in willekeurige
volgorde af te spelen.
• SHUF-ALL — om alle muziekstukken in alle
los verkrijgbare CD/MD-apparatuur in
willekeurige volgorde af te spelen.
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (2) (SHUF) tot de gewenste instelling
in het uitleesvenster verschijnt.
REP-OFF b
PTY
Muziekstukken in
willekeurige volgorde
afspelen — Shuffle play
B SHUF-1
B SHUF-2*
B SHUF -ALL*
SHUF-OFF b
* “SHUF-2” en “SHUF-ALL” zijn alleen
beschikbaar wanneer één of meer los
verkrijgbare CD-toestellen zijn aangesloten of
wanneer u twee of meer los verkrijgbare MDtoestellen aansluit.
PTY
DSPL
REP
SHUF
1
2
3
4
5
6
LIST
-SEEK/AMS
De muziekstukken worden herhaald
afgespeeld.
Kies “REP-OFF” om terug te keren naar
normale weergave.
ENTER
MODE
REP
SHUF
1
2
3
4
5
6
Shuffle play begint.
Kies “SHUF-OFF” om terug te keren naar
normale weergave.
11
Een CD een naam geven
— Disc memo (Voor CD-apparatuur met
CUSTOM FILE functie)
U kunt elke CD een eigen titel geven. U kunt
per disc 8 tekens gebruiken. U kunt vervolgens
discs op titel zoeken (pagina 13) en bepaalde
muziekstukken selecteren voor weergave
(pagina 14).
1
Start de weergave van de disc die u wilt
benoemen.
2
Druk op (MENU) en vervolgens
herhaaldelijk op een van de zijden van
(DISC/PRST) tot “NAME EDIT” verschijnt.
3
Druk op (ENTER).
5
Om terug te keren naar de gewone CDafspeelstand, drukt (ENTER).
Tips
• Om een naam te wissen of te corrigeren, voert u
voor elk teken “_” (onderstreping) in.
• Het benoemen van een CD kan nog op een
andere manier worden gestart. Druk op (LIST)
gedurende twee seconden in plaats van stap 2 en
3. U kunt de handeling ook beëindigen door
(LIST) gedurende twee seconden in te drukken
in plaats van stap 5.
• U kunt CD’s benoemen met een toestel zonder
CUSTOM FILE functie indien het is aangesloten
op CD-apparatuur die wel met deze functie is
uitgerust. De discnaam worden opgeslagen in
het geheugen van de CD-apparatuur met
CUSTOM FILE functie.
De disc memo tonen
Druk op (DSPL/PTY) tijdens het afspelen
van een CD of CD TEXT disc.
Benoemingsstand
Het toestel herhaalt de disc tijdens de
benoemingsprocedure.
4
Voer de gewenste tekens in.
1 Druk herhaaldelijk op de (+) zijde van
(DISC/PRST)om de gewenste tekens
te kiezen.
(A t B t C t ··· Z t 0 t 1 t 2 t
··· 9 t + t – t * t / t \ t > t <
t.t_)
Telkens wanneer u tijdens de weergave van
een CD of CD TEXT op (DSPL/PTY) drukt,
verandert het uitleesvenster als volgt:
V
Discnummer*1/Muziekstuknummer/
Verstreken speelduur
V
Disc memo naam
V
Muziekstuk-naam*2
V
FM1 Frequentie of stationsnaam*3
Als u herhaaldelijk op de (–) kant van
(DISC/PRST) drukt, verschijnen de
tekens in omgekeerde volgorde.
Als u na een teken een lege ruimte wilt
invoegen, kiest u “_” (onderstreping).
2 Druk op de (+) kant van (SEEK/AMS)
zodra u het gewenste teken hebt
gevonden.
Het volgende teken knippert.
Als u op de (–) kant van (SEEK/AMS)
drukt, knippert het vorige teken.
12
3 Herhaal voor het opgeven van de
volledige titel de stappen 1 en 2.
*1 Met los verkrijgbare CD-apparatuur
aangesloten.
*2 Als u optionele CD-apparatuur met CD TEXT
functie aansluit, verschijnt de CD TEXT
informatie in het uitleesvenster bij het
afspelen van een CD TEXT disc.
*3 Met de AF/TA-functie geactiveerd.
De disc memo wissen
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
“CD” te kiezen.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om het
CD-toestel met CUSTOM FILE functie te
kiezen.
3
Druk op (MENU) en vervolgens
herhaaldelijk op een van de zijden van
(DISC/PRST) tot “NAME DEL” verschijnt.
4
Druk op (ENTER).
5
Druk herhaaldelijk op een van de zijden
van (DISC/PRST) om de discnaam te
kiezen die u wilt wissen.
6
Druk tenminste twee seconden op
(ENTER).
De titel is gewist.
Herhaal indien gewenst stap 5 en 6.
7
Druk tweemaal op (MENU).
De speler komt weer in de gewone CD
afspeelstand.
Opmerkingen
• Om de disc memo te wissen, speelt u een CD met
de CD-toestel waarin de disc memo die u wilt
wissen is opgeslagen.
• Wanneer een gepersonaliseerd label van een CD
TEXT disc wordt gewist verschijnt de originele CD
TEXT informatie in het uitleesvenster.
Een disc zoeken op naam
— List-up (Voor een CD-toestel met CD
TEXT functie/CUSTOM FILE functie of een
MD-toestel)
U kunt deze functie gebruiken voor zelf
benoemde discs of voor CD TEXT discs.
U kunt een disc zoeken op
— gebruikersnaam: als u zelf een CD of MD
benoemt met een CD-toestel met CUSTOM
FILE functie of een MD-toestel. (Voor
informatie omtrent de discnaam, zie “Een
CD benoemen” op pagina 12).
— CD TEXT informatie: bij het afspelen van
een CD TEXT disc op een CD-toestel met
CD TEXT functie.
1
Druk op (LIST).
De naam van de huidige disc verschijnt in
het uitleesvenster.
Een disc memonaam die u aan een CD
TEXT disc toekent heeft altijd voorrang op
de originele CD TEXT informatie.
2
Druk herhaaldelijk op een van de zijden
van (DISC/PRST) tot u de gewenste disc
vindt.
3
Druk op (ENTER) om de disc af te
spelen.
Opmerkingen
• Druk op (LIST) op de afstandsbedieningskaart
om terug te keren naar de normale
weergavestand. Wanneer u het toestel zelfs
bedient, keert het uitleesvenster na 5 seconden
weer terug naar de normale weergavestand.
• Tijdens het afspelen van een MD of CD TEXT disc
kunnen de namen van de muziekstukken niet
worden weergegeven.
• Als er geen discs in de CD/MD-apparatuur zitten,
verschijnt “NO DISC”0 in het uitleesvenster.
• Als een disc geen eigen naam heeft gekregen,
wordt “********” in het uitleesvenster
weergegeven.
• Het is mogelijk dat bepaalde letters niet kunnen
worden weergegeven tijdens het afspelen van
een MD of een CD TEXT disc.
• Wanneer de disc-informatie nog niet werd
uitgelezen door het toestel, verschijnt “NOT
READ”.
13
Bepaalde muziekstukken
voor weergave uitkiezen
Uitsluitend de uitgekozen
muziekstukken afspelen
Als u een disc benoemt, kunt u bepaalde
muziekstukken laten spelen of overslaan.
U kunt de volgende instellingen selecteren:
•“BANK-ON” — om muziekstukken af te
spelen met de instelling “PLAY”.
•“BANK-INV” (Inverse, omkeren) — om
muziekstukken af te spelen met de instelling
“SKIP”.
1
Begin de disc af te spelen die u wilt
benoemen.
1
2
Druk op (MENU) en vervolgens
herhaaldelijk op een van de zijden van
(DISC/PRST) tot “BANK SEL” verschijnt.
Druk tijdens het afspelen op (MENU) en
vervolgens herhaaldelijk op een van de
zijden van (DISC/PRST) tot “BANK-ON”,
“BANK-INV”, of “BANK-OFF” verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op de (+) zijde van
(SEEK/AMS) tot de gewenste instelling
verschijnt.
— Bank (Voor CD-apparatuur met
gebruikersbestandsfunctie)
3
Druk op (ENTER).
B BANK-ON
De stand Bank bewerken
B BANK-INV
BANK-OFF b
4
Muziekstukken benoemen.
1 Druk herhaaldelijk op een van de zijden
van(SEEK/AMS) om het muziekstuk te
kiezen waaraan u een naam wilt geven.
2 Druk herhaaldelijk op (ENTER) om
“PLAY” of “SKIP” te kiezen.
5
Herhaal stap 4 om “PLAY” of “SKIP” in te
stellen voor alle muziekstukken.
6
Druk tweemaal op (MENU).
De speler keert terug in de gewone CDafspeelstand.
Opmerkingen
• “PLAY” of “SKIP” kan voor maximum 24
muziekstukken worden ingesteld.
• “SKIP” kan niet worden ingesteld voor alle
muziekstukken op een CD.
14
3
Druk op (ENTER).
Vanaf het eerstvolgende muziekstuk is de
functie Bank ingeschakeld.
Om terug te keren naar de gewone
weergavestand, kiest u “BANK-OFF” in stap 2.
Radio
Stations automatisch
opslaan
— Best Tuning Memory (BTM)
Deze functie selecteert de stations met de
sterkste signalen en legt deze vast in de
volgorde van hun frequentie. U kunt
maximum 6 stations per band opslaan (FM1,
FM2, FM3, MW en LW).
Opmerkingen
• Stations met zwakke frequenties zullen niet
onder de voorkeuzetoetsen worden opgeslagen.
Indien slechts enkele stations kunnen worden
ontvangen, zal voor een aantal
voorkeuzetoetsen de vroegere instelling
behouden blijven.
• Indien een voorkeuzestation in het uitleesvenster
wordt weergegeven, zullen stations worden
opgeslagen op alle voorkeuzetoetsen vanaf het
huidig weergegeven voorkeuzestation.
• Als er geen CD in het toestel zit, verschijnt alleen
de tuner band wanneer u (SOURCE) indrukt.
Uitsluitend bepaalde
stations vastleggen
VOORKOM ONGEVALLEN!
Wilt u tijdens het rijden afstemmen op een
station, gebruik dan Best Tuning Memory om
ongevallen te voorkomen.
U kunt maximum 18 FM-stations (telkens 6
voor FM1, FM2 en FM3), 6 MW-stations en 6
LW-stations in de volgorde van uw keuze.
1
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
tuner te kiezen.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
band te kiezen.
3
Druk op een van de zijden van
(SEEK/AMS) om af te stemmen op het
station dat u wilt opslaan onder de
cijfertoets.
4
Druk gedurende twee seconden op de
gewenste cijfertoets ((1) tot (6)) tot
“MEM” verschijnt.
Het nummer van de voorkeuzetoets wordt
weergegeven in het uitleesvenster.
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
tuner te kiezen.
Bij elke druk op (SOURCE) verandert de
geluidsbron als volgt:
B Tuner
B CD
B MD*
* Het item verschijnt niet als de betreffende
optionele apparatuur niet is aangesloten.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
band te kiezen.
Bij elke druk op (MODE) verandert de band
als volgt:
B FM1
B FM2
LW b
B FM3
MW b
3
Druk op (MENU) en druk daarna
herhaaldelijk op een van de zijden van
(DISC/PRST) tot “BTM” verschijnt.
4
Druk op (ENTER).
De stations worden in volgorde van hun
frequentie onder de voorkeuzetoetsen
opgeslagen.
Wanneer de instelling is opgeslagen
weerklinkt een pieptoon.
Opmerking
Als u opnieuw een station opslaat onder dezelfde
voorkeuzetoets, zal het eerder opgeslagen station
worden gewist.
15
Ontvangst van de
opgeslagen stations
1
Druk herhaaldelijk op (SOURCE) om de
tuner te kiezen.
2
Druk herhaaldelijk op (MODE) om de
band te kiezen.
3
Druk op de cijfertoets ((1) tot (6))
waaronder het gewenste station is
opgeslagen.
Tip
Druk op een van de zijden van (DISC/PRST) om de
stations te ontvangen in de volgorde waarin ze in
het geheugen zijn opgeslagen (voorinstelzenders
zoeken).
Indien u niet kunt afstemmen op
een voorkeuzestation
Druk op een van de zijden van
(SEEK/AMS) om naar een station te
zoeken (automatisch afstemmen).
Het zoeken stopt van zodra een station
wordt ontvangen. Druk herhaaldelijk op
een van de zijden van (SEEK/AMS) tot het
gewenste station wordt ontvangen.
Opmerking
Als tijdens automatisch afstemmen te vaak wordt
gestopt, drukt u op (MENU) en vervolgens
herhaaldelijk op een van de zijden van
(DISC/PRST) tot “LOCAL” (stand lokaal zoeken)
wordt weergegeven. Druk dan op de (+) zijde van
(SEEK/AMS) om “LOCAL-ON” te kiezen. Druk op
(ENTER).
In deze stand zal uitsluitend worden afgestemd op
stations met relatief sterke signalen.
Tips
• Als u de stand “LOCAL-ON” kiest, verschijnt
“L.SEEK” terwijl het toestel naar een station
zoekt.
• Als u de frequentie kent van het station dat u
wilt beluisteren, hou dan een van de zijden van
(SEEK/AMS) ingedrukt tot de gewenste
frequentie verschijnt (handmatig afstemmen).
16
Bij slechte FM stereo-ontvangst
— Stand mono
1
Druk tijdens radio-ontvangst op (MENU)
en vervolgens herhaaldelijk op een van
de zijden van (DISC/PRST) tot “MONOOFF” verschijnt.
2
Druk op de (+) zijde van (SEEK/AMS) tot
“MONO-ON” verschijnt.
De geluidskwaliteit verbetert, maar de
weergave wordt mono (de “ST”aanduiding is niet meer zichtbaar).
3
Druk op (ENTER).
Om terug te keren naar de normale
weergavestand, kiest u “MONO-OFF” in stap
2.
RDS
Overzicht van de RDSfunctie
Radio Data System (RDS) is een zenderservice
waarmee FM-stations digitale informatie
kunnen meezenden met het reguliere radioprogrammasignaal. Hiermee beschikt u via uw
autoradio over een aantal extra diensten, zoals
automatisch opnieuw afstemmen op eenzelfde
programma, het luisteren naar
verkeersinformatie en het zoeken naar stations
met een bepaald type programma’s.
Opmerkingen
• In bepaalde landen of gebieden zijn mogelijk
niet alle RDS-functies beschikbaar.
• RDS zal mogelijk niet goed werken als het
ontvangen signaal zwak is, of als het station
waarop u hebt afgestemd geen RDS-gegevens
uitzendt.
De naam van het station
weergeven
Nadat u het gewenste item hebt gekozen,
wordt na enkele seconden overgeschakeld
naar Motion Display mode.
In de Motion Display mode rollen alle items
achter elkaar over het uitleesvenster.
Tip
De Motion Display mode kan worden afgezet. (Zie
“De instellingen voor het geluid en het
uitleesvenster wijzigen” op pagina 24.)
Opmerking
“NO NAME” verschijnt indien het ontvangen
station geen RDS-gegevens uitzendt.
Automatisch opnieuw
afstemmen op eenzelfde
programma — Alternative
Frequencies (AF) (alternatieve frequenties)
De AF-functie (alternatieve frequenties) kiest
uit een netwerk automatisch het station met
het sterkste signaal, en stemt hierop af.
Dankzij deze functie kunt u tijdens het
afleggen van langere afstanden blijven
luisteren naar eenzelfde programma, zonder
het station handmatig opnieuw te hoeven
instellen.
Frequenties worden automatisch ingesteld.
98,5MHz
De naam van het huidige station verschijnt in
het uitleesvenster.
Kies een FM-station (pagina 16).
Zodra u afstemt op een FM-station dat
RDS-gegevens uitzendt, zal de naam van
het station worden weergegeven in het
uitleesvenster.
96,0MHz
Station
102,5MHz
Opmerking
Het teken “*” geeft aan dat een RDS-station wordt
ontvangen.
De weergave in het uitleesvenster
wijzigen
1
2
Kies een FM-station (pagina 16).
Druk herhaaldelijk op (AF) tot “AF-ON”
wordt weergegeven.
Er wordt vervolgens gezocht naar een
alternatief station met een sterker signaal in
hetzelfde netwerk.
Telkens als u op (DSPL/PTY) drukt, verandert
het uitleesvenster als volgt:
Stationsnaam (Frequentie) y PTY gegevens
17
Opmerkingen
• Als er geen alternatief station is in de omgeving,
en er is geen noodzaak tot het zoeken van
alternatieve stations, schakelt u de AF-functie uit
door herhaaldelijk op (AF) te drukken, totdat
“AF-OFF” wordt weergegeven.
• Wanneer “NO AF” en de stationsnaam
afwisselend knipperen, betekent dit dat het
toestel geen alternatief station in het netwerk
kan vinden.
• Als de stationsnaam gaat knipperen nadat u een
station hebt gekozen met de AF-functie,
betekent dit dat er geen alternatieve frequentie
beschikbaar is.
Druk op een van de zijden van (SEEK/AMS)
terwijl de stationsnaam knippert (binnen de acht
seconden). Het toestel gaat dan op zoek naar
een andere frequentie met dezelfde PI
(Programme Identification) gegevens (“PI SEEK”
verschijnt en het geluid is uitgeschakeld). Als het
toestel geen andere frequentie kan vinden,
verschijnt “NO PI” en keert het terug naar de
eerst gekozen frequentie.
Lokale verbindingsfunctie
(Uitsluitend voor Groot-Brittannië)
Een regionaal programma
beluisteren
Luisteren naar
verkeersinformatie
De functie “REG-ON” (regionaal) maakt het
mogelijk dat u blijft afgestemd op een
plaatselijk programma, zonder dat het
apparaat overschakelt naar een ander station
in het gebied. (Hierbij dient de functie AF te
zijn ingeschakeld.) De standaardinstelling van
het apparaat is “REG-ON”. U kunt deze
functie als volgt uitschakelen.
1
Druk tijdens radio-ontvangst op (MENU)
en vervolgens herhaaldelijk op een van
de zijden van (DISC/PRST) tot “REG”
verschijnt.
2
Druk op de (+) zijde van (SEEK/AMS) tot
“REG-OFF” verschijnt.
3
Druk op (ENTER).
Met de instelling “REG-OFF” kan het
apparaat overschakelen naar een andere
zender in hetzelfde netwerk.
Om terug te keren naar regionale ontvangst,
kiest u “REG-ON” in stap 2.
Opmerking
Deze functie kan niet worden gebruikt in GrootBrittannië en in bepaalde andere gebieden.
18
De Lokale verbindingsfunctie maakt het
mogelijk dat u andere plaatselijke zenders in
het gebied kiest, zonder dat deze zijn
opgeslagen onder de voorkeuzetoetsen.
1
Druk op een voorkeuzetoets waaronder
een plaatselijk station is opgeslagen.
2
Druk binnen vijf seconden nogmaals op
deze toets.
3
Herhaal deze procedure tot het
gewenste lokale station wordt
ontvangen.
Met Traffic Announcement (TA) en Traffic
Programme (TP) wordt automatisch afgestemd
op een FM-station dat verkeersinformatie
uitzendt, zelfs als u op dat moment naar een
andere programmabron luistert.
Druk herhaaldelijk op (TA) tot “TA-ON”,
verschijnt.
Het apparaat gaat zoeken naar een station
dat verkeersinformatie uitzendt. Wanneer
een station met verkeersinformatie wordt
gevonden, wordt “TP” weergegeven in het
uitleesvenster.
Wanneer het verkeersbericht begint,
knippert “TA”. Het knipperen stopt
wanneer het bericht is afgelopen.
Tip
Als het verkeersbericht begint terwijl u naar een
andere programmabron luistert, wordt
automatisch overgeschakeld naar het
verkeersbericht. Na het verkeersbericht wordt
automatisch teruggeschakeld naar de
oorspronkelijke programmabron.
Opmerkingen
• Als het ontvangen station geen
verkeersinformatie uitzendt, knippert “NO TP”
vijf seconden lang. Vervolgens wordt gezocht
naar een station dat wel doet.
• Wanneer behalve “TP” ook de aanduiding
“EON” in het uitleesvenster verschijnt, maakt het
huidige station gebruik van verkeersinformatie
die wordt uitgezonden door andere stations in
hetzelfde netwerk.
Het huidige verkeersbericht
annuleren
Druk op (TA), (SOURCE) of (MODE).
Als u alle verkeersberichten wilt annuleren,
schakelt u de functie uit door op (TA) te
drukken totdat “TA-OFF” verschijnt.
De RDS-stations instellen
met de AF- en TAgegevens
Wanneer u de RDS-stations instelt, worden
voor elk station de gegevens en de frequentie
opgeslagen, zodat u de functie AF of TA niet
steeds hoeft in te schakelen wanneer u afstemt
op het ingestelde station. U kunt voor elk
voorkeuzestation een andere instelling
opgeven (AF, TA of beide) of alle
voorkeuzestations dezelfde instelling geven.
Alle voorkeuzestations op dezelfde
wijze instellen
Het volume van de
verkeersinformatie vooraf instellen
1
Selecteer een FM-band (pagina 15).
U kunt het volume van de verkeersinformatie
vooraf instellen, zodat u geen bericht mist.
Wanneer een verkeersbericht begint, wordt dit
automatisch weergegeven met het volume dat
u hebt ingesteld.
2
Druk op (AF) en/of op (TA) om “AF-ON”
en/of “TA-ON” te selecteren.
Merk op dat wanneer u “AF-OFF” of “TAOFF” selecteert, niet alleen RDS-stations
maar ook niet-RDS-stations worden
opgeslagen.
3
Druk op (MENU) en vervolgens
herhaaldelijk op een van de zijden van
(DISC/PRST) tot “BTM” verschijnt.
4
Druk op de (+) zijde van (SEEK/AMS) tot
“BTM” knippert.
5
Druk op (ENTER).
1
Regel het volume met de volumeknop.
2
Druk twee seconden op (TA).
“TA” verschijnt en de instelling wordt
opgeslagen.
Noodberichten ontvangen
Indien er een noodbericht binnenkomt terwijl
u naar de radio luistert, wordt daar
automatisch naar overgeschakeld. Als u naar
een andere programmabron dan de radio
luistert, hoort u het noodbericht wanneer u AF
of TA hebt ingeschakeld. Het toestel schakelt
automatisch over naar deze berichten, welke
bron u op dat ogenblik ook beluistert.
Voor elk voorkeuzestation een
andere instelling opgeven
1
Selecteer een FM-band en stem af op het
gewenste station (pagina 16).
2
Druk op (AF) en/of op (TA) om “AF-ON”
en/of “TA-ON” te selecteren.
3
Druk op de gewenste voorkeuzetoets tot
“MEM” verschijnt.
Herhaal vanaf stap 1 als u andere stations
wilt instellen.
19
Een station zoeken aan de
hand van het
programmatype
1
U kunt het gewenste station zoeken door een
van de volgende programmatypen te
selecteren.
Programmatypen
Nieuws
Actualiteiten
Informatie
Sport
Educatieve programma’s
Toneel
Cultuur
Wetenschap
Diversen
Populaire muziek
Rock-muziek
Easy Listening
Licht klassiek
Klassiek
Ander type muziek
Weerberichten
Financiën
Kinderprogramma’s
Sociale zaken
Religie
Phone In
Reizen
Ontspanning
Jazz-muziek
Country-muziek
Nationale muziek
Oldies
Folk-muziek
Documentaires
Niet opgegeven
Uitleesvenster
NEWS
AFFAIRS
INFO
SPORT
EDUCATE
DRAMA
CULTURE
SCIENCE
VARIED
POP M
ROCK M
EASY M
LIGHT M
CLASSICS
OTHER M
WEATHER
FINANCE
CHILDREN
SOCIAL A
RELIGION
PHONE IN
TRAVEL
LEISURE
JAZZ
COUNTRY
NATION M
OLDIES
FOLK M
DOCUMENT
NONE
Opmerking
U kunt deze functie niet gebruiken in een aantal
landen waar geen gegevens over PTY (selectie
programmatype) beschikbaar zijn.
20
Druk op (DSPL/PTY) tijdens FMontvangst totdat “PTY” in het
uitleesvenster wordt weergegeven.
De aanduiding voor het huidige
programmatype wordt weergegeven als het
station de PTY-gegevens uitzendt. Als het
ontvangen station geen RDS-station is of als
de RDS-gegevens niet worden ontvangen,
wordt “- - - - -” weergegeven.
2
Druk herhaaldelijk op (DISC/PRST) totdat
het gewenste programmatype wordt
weergegeven.
De programmatypes verschijnen in
dezelfde volgorde als in de voorgaande
tabel. U kunt niet “NONE” (Niet
opgegeven) opgeven om te zoeken.
3
Druk op (ENTER).
Er wordt gezocht naar een station dat het
geselecteerde programmatype uitzendt.
De klok automatisch
instellen
Met de CT-gegevens (Clock Time, kloktijd) van
de RDS-uitzending wordt de klok automatisch
ingesteld.
1
Druk tijdens radio-ontvangst op (MENU)
en vervolgens herhaaldelijk op een van
de zijden van (DISC/PRST) tot “CT”
verschijnt.
2
Druk herhaaldelijk op de (+) zijde van
(SEEK/AMS) tot “CT-ON” verschijnt.
De klok is ingesteld.
3
Druk op (ENTER) om terug te keren naar
het normale uitleesvenster.
Andere functies
U kunt het toestel ook besturen met een
bedieningssatelliet.
Etiketten aanbrengen op
de bedieningssatelliet (los
verkrijgbaar)
Breng het passende etiket aan zoals hieronder
afgebeeld en hou hierbij rekening met de
manier waarop u de bedieningssatelliet
installeert.
SOUND
MODE
DSPL
De CT-functie annuleren
Kies “CT-OFF” in stap 2.
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat de CT-functie niet werkt, ook
al wordt wel een RDS-station ontvangen.
• Er kan een verschil bestaan tussen de tijd van de
CT-functie en de werkelijke tijd.
DSPL
MODE
SOUND
21
Werken met de
bedieningssatelliet (los
verkrijgbaar)
Door aan de bedieningssatelliet te
draaien (SEEK/AMS)
U bestuurt de bedieningssatelliet door op de
knoppen te drukken en/of aan de
bedieningselementen te draaien.
U kunt ook optionele CD/MD-apparatuur
besturen met de bedieningssatelliet.
Door op toetsen te drukken
(SOURCE en MODE)
(SOURCE)
(MODE)
Bij elke druk op (SOURCE) verandert de
bron als volgt:
Draai even aan de knop en laat hem los
om:
•Een bepaald muziekstuk op een disc te
zoeken. Draai aan het bedieningselement
en houd het in die positie om een bepaald
punt in een muziekstuk te zoeken, en laat
het vervolgens los om de weergave te
starten.
•Automatisch af te stemmen op stations.
Draai aan het bedieningssatelliet en houd
het in die positie om af te stemmen om
een bepaald station te vinden.
Door de bedieningssatelliet in te
drukken en te verdraaien (PRESET/
DISC)
Tuner t CD t MD*
* Als de betreffende optionele apparatuur niet
is aangesloten, verschijnt het item niet.
Door op (MODE) te drukken, verandert
de werkingsstand als volgt:
• Tuner: FM1 t FM2 t FM3 t MW t LW
• CD-apparatuur*: CD1 t CD2 t …
• MD-apparatuur*: MD1 t MD2 t …
* Als de betreffende los verkrijgbare
apparatuur niet is aangesloten, verschijnt het
item niet.
22
Draai aan het bedieningselement en
druk het tegelijkertijd in als u:
•Stations wilt ontvangen die zijn
opgeslagen onder de voorkeuzetoetsen.
•De disc wilt wijzigen.
Andere bewerkingen
OFF
Draai aan het bedieningselement
VOL als u het volume wilt
aanpassen.
Druk op (ATT)
als u het geluid
wilt dempen.
Druk op (OFF) als
u het apparaat
wilt uitschakelen.
Druk op (SOUND) als u
het volume en het
surround-menu wilt
wijzigen.
Tip
U kunt ook de werkingsrichting van deze
bedieningselementen met het toestel wijzigen (zie
“De instellingen voor het geluid en het
uitleesvenster wijzigen” op pagina 24).
De geluidskenmerken
aanpassen
U kunt de hoge en lage tonen, de balans en de
fader instellen.
U kunt de lage en hoge tonen voor elke bron
afzonderlijk regelen.
1
Druk op (DSPL) om de gememoriseerde
namen weer te geven.
Tip
Als het contactslot van uw auto geen ACC
(accessory) stand heeft, moet u gedurende twee
seconden op (OFF) drukken om de klokweergave
uit te schakelen na het afzetten van de motor.
De werkingsrichting wijzigen
De werkingsrichting van de
bedieningselementen is af fabriek ingesteld
zoals hieronder aangegeven.
verhogen
Selecteer het onderdeel dat u wilt
aanpassen door een aantal malen op
(SOUND) te drukken.
Telkens wanneer u op (SOUND) drukt,
worden de items als volgt gewijzigd:
BAS (lage tonen) t TRE (hoge tonen) t BAL
(inks-rechts) t FAD (voor-achter)
2
Regel het gekozen item door op één van
de zijden van (SEEK/AMS) te drukken.
Bij het regelen met de bedieningssatelliet
drukt u op (SOUND) en draait u aan de
volumeregelaar.
Opmerking
Stel de items in binnen de drie seconden nadat ze
werden geselecteerd.
verlagen
Als u de bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom moet monteren, kan de
werkingsrichting worden omgekeerd.
Druk twee seconden op (SOUND)terwijl
u het bedieningselement VOL ingedrukt
houdt.
23
Het geluid dempen
(met de bedieningssatelliet of de
afstandsbedieningskaart-los verkrijgbaar)
1
Druk op (MENU).
2
Druk herhaaldelijk op een van de zijden
van (DISC/PRST) tot het gewenste
onderdeel verschijnt.
Telkens wanneer u op de (–) zijde van
(DISC/PRST) drukt, verandert het
onderdeel als volgt:
Druk op (ATT) op de bedieningssatelliet
of de afstandsbedieningskaart.
“ATT-ON” knippert even.
CLOCK t CT t BEEP t RM t AMBER/
GREEN*1 t D.INFO t DIMMER*2 t M.DSPL
t A.SCRL*3
Als u het vorige geluidsniveau wilt herstellen,
drukt u nogmaals op (ATT).
*1 alleen CDX-C5000R/C4900R
*3 alleen CDX-C5000RV
*3 Dit verschijnt niet wanneer geen CD TEXT
disc of MD speelt.
Tip
Wanneer de interfacekabel van een autotelefoon
is aangesloten op de ATT-kabel, wordt het volume
automatisch verlaagd wanneer een
telefoongesprek binnenkomt (functie Telephone
ATT). (alleen CDX-C5000RX/C5000RV/C5000R)
Opmerking
De weergave in het uitleesvenster hangt af van
de geluidsbron.
Tip
U kunt gemakkelijk van categorie (“SET”,
“DIS”, “P/M” (weergavestand) en “EDT”
(montagestand)) veranderen door één van
beide zijden van (DISC/PRST) gedurende twee
seconden in te drukken.
De instellingen voor het
geluid en het
uitleesvenster wijzigen
De volgende instellingen zijn mogelijk:
3
Druk op de (+) zijde van (SEEK/AMS) om
de gewenste instelling te selecteren
(Voorbeeld: ON of OFF).
4
Druk op (ENTER).
Na het kiezen van de stand, keert het
uitleesvenster terug naar de normale
weergavestand.
SET (instelling)
•CLOCK (Klok) (pagina 8)
•CT (Clock Time, Kloktijd) (pagina 21)
•BEEP — schakelt het geluidsignaal in en uit.
•RM (bedieningssatelliet) — wijzigt de
werkingsrichting van de bedieningssatelliet.
— Kies “NORM” om de bedieningssatelliet
te gebruiken met de fabrieksinstelling.
— Kies “REV” wanneer u de
bedieningssatelliet rechts op de
stuurkolom monteert.
DIS (uitleesvenster)
•AMBER/GREEN — schakelt het
uitleesvenster tussen groen en amber. (alleen
CDX-C5000R/C4900R)
•D.INFO (dubbele informatie ) — om klok en
weergavestand samen weer te geven (ON).
•DIMMER — om het uitleesvenster te
dimmen (ON) of niet (OFF). (alleen
CDX-C5000RV)
•M.DSPL (Bewegings Display) — om motion
display aan of af te zetten.
•A.SCRL (Automatisch verschuiven)
(pagina 10)
Opmerking
Als u een optionele eindversterker aansluit en u de
ingebouwde versterker niet gebruikt, werkt de
pieptoon niet.
24
Voor een krachtiger bassgeluid — D-bass
Met de D-bass functie kan u een extra helder
en krachtig bass-geluid bekomen.
Voor een extra helder en krachtig bass-geluid.
De D-bass functie versterkt het lage- en hogefrequentiesignaal met een scherpere curve dan
bij een conventioneel bass boost-systeem.
Zo kunt u het bass-geluid helderder maken,
zelfs bij een identiek vocaal volume. Met de DBASS knop kunt u het bass-geluid makkelijk
accentueren en aanpassen.
D-BASS 3
Niveau
D-BASS 2
D-BASS 3
D-BASS 1
Overige informatie
Onderhoud
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd door een indentiek
exemplaar. Als de zekering doorbrandt,
controleert u de aansluiting van de
voedingsspanning en vervangt u de zekering.
Als de zekering vervolgens nogmaals
doorbrandt, kan er sprake zijn van een defect
in de speler. Raadpleeg in dat geval de
dichtstbijzijnde Sony-leverancier.
D-BASS 2
D-BASS 1
0dB
Frequentie (Hz)
De bass-curve aanpassen
Druk herhaaldelijk op (D-BASS) tot het
gewenste bass-niveau (1, 2, of 3) in het
uitleesvenster verschijnt.
B D.BASS 1
B D.BASS 2
B D.BASS 3
D.BASS-OFF b
Kies “D.BASS-OFF” om te annuleren.
Zekering (10 A)
Waarschuwing
Gebruik nooit een zekering die zwaarder is
dan de standaardzekering van het apparaat.
Het gebruik van een te zware zekering kan
leiden tot beschadiging van de speler.
Opmerking
Als het bass-geluid vervormd is, moet u een lager
niveau van “D.BASS” kiezen of het volume
regelen.
25
Aansluitingen schoonmaken
2
Herhaal stap 1 aan de rechterkant.
Het frontpaneel is verwijderd.
3
Druk met een dunne schroevedraaier het
clipje aan de linkerkant van het apparaat
in en trek vervolgens aan de linkerkant
van het apparaat totdat het loslaat.
De juiste werking van de speler kan worden
belemmerd als de aansluitingen tussen de
speler en het bedieningspaneel niet schoon
zijn. Voorkom dit als volgt: maak het
voorpaneel los met een druk op (OPEN), neem
het af en maak de aansluitingen schoon met
een in alcohol gedrenkt wattenstaafje. Gebruik
hierbij niet teveel kracht, zodat de
aansluitingen niet worden beschadigd.
Speler
4 mm
Achterzijde van het frontpaneel
4
Herhaal stap 3 aan de rechterkant.
5
Schuif het apparaat uit de houder.
Opmerkingen
• Voor alle veiligheid dient u de motor af te zetten
en de sleutel uit het contactslot te halen alvorens
de aansluitingen te reinigen.
• Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks met de
vingers of met een metalen voorwerp aan.
Verwijderen van het
gehele apparaat
1
26
Verwijder het frontpaneel door met een
kleine schroevendraaier op de clip aan
de binnenkant te drukken en wrik het
voorzichtig los.
Specificaties
CD-speler
Algemeen
Signaal-ruis verhouding 90 dB
Frequentiebereik
10 – 20.000 Hz
Wow en flutter
Minder dan meetbare
waarden
Uitgangen
Radio
FM
Toonregeling
Afstembereik
Antenneaansluiting
87,5 – 108,0 MHz
Aansluiting voor externe
antenne
Tussenfrequentie
10,7 MHz/450 kHz
Minimale gevoeligheid
8 dBf
Selectiviteit
75 dB bij 400 kHz
Signaal-ruisverhouding 66 dB (stereo),
72 dB (mono)
Harmonische vervorming bij 1 kHz
0,6 % (stereo),
0,3 % (mono)
Scheiding
35 dB bij 1 kHz
Frequentierespons
30 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik
Antenne-aansluiting
Tussenfrequentie
Gevoeligheid
MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Aansluiting voor externe
antenne
10,7 MHz/450 kHz
MW: 30 µV
LW: 40 µV
Versterker
Uitgangen
Luidsprekeruitgangen
(sure seal-connectors)
Luidsprekerimpedantie 4 – 8 ohm
Maximum uitgangsvermogen
50 W × 4 (bij 4 ohm)
Voeding
Afmetingen
Inbouwafmetingen
Gewicht
Meegeleverde accessoires
Audio-uitgangen*1
Besturingskabel
motorantenne
Besturingskabel
eindversterker
Besturingskabel telefoon
ATT*2
Bas ±9 dB bij 100 Hz
Hoge tonen ±9 dB bij
10 kHz
12 volt gelijkstroom
(autoaccu, negatieve aarde)
Ongeveer
178 × 50 × 183 mm
(w/h/d)
Ongeveer
182 × 53 × 162 mm
(w/h/d)
Ongeveer 1,2 kg
Onderdelen voor installatie
en aansluitingen (1 set)
Beschermhoes frontpaneel
(1)
Los verkrijgbare accessoires
Bedieningssatelliet
RM-X4S
Draadloze
afstandsbediening
RM-X91
BUS-kabel (met RCA-pen)
RC-61 (1 m), RC-62 (2 m)
Los verkrijgbare onderdelen
CD-wisselaar (10 CD’s)
CDX-828, CDX-737
MD-wisselaar (6 CD’s)
MDX-65
Geluidsbronkiezer
XA-C30
*1 Voorzien van uitgangen voor en achter:
alleen CDX-C5000RX/C5000RV/C5000R
Voorzien van uitgangen achter: CDX-C4900R
*2 Alleen CDX-C5000RX/C5000RV/C5000R
Het ontwerp en de specificaties kunnen zonder
kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
27
Problemen oplossen
De onderstaande checklist kan u helpen bij het oplossen van problemen die zich met dit toestel
kunnen voordoen.
Lees voor u de onderstaande controlelijst doorloopt, eerst de aanwijzingen voor aansluiting en
gebruik.
Algemeen
Probleem
Oorzaak/oplossing
Geen geluid.
•De ATT-functie uitschakelen.
•Stel de faderinstelling voor systemen met twee luidsprekers
in op de middelste stand.
•Draai de knop naar rechts om het volume te wijzigen.
Het geheugen is gewist.
•De verbinding van de voedingskabel of de accu is
onderbroken.
•De reset-knop is ingedrukt.
t Sla opnieuw op in het geheugen.
Er verschijnen geen
aanduidingen in het
uitleesvenster.
Verwijder het frontpaneel en maak de aansluitingen schoon.
Zie “Aansluitingen schoonmaken” (pagina 26) voor meer
informatie.
Geen pieptoon.
•De pieptoon is uitgeschakeld (pagina 24).
•Als u een los verkrijgbare versterker aansluit en de
ingebouwde versterker niet gebruikt, wordt de pieptoon
uitgeschakeld.
Weergeven van CD of MD
28
Probleem
Oorzaak/oplossing
Er kan geen disc worden
geladen.
•Er is al een CD in de speler geplaatst.
•De CD is verkeerd-om ingestoken (ondersteboven of de
verkeerde kant voor).
Het afspelen begint niet.
Defecte MD of vuile CD.
Een disc wordt automatisch
uitgeworpen.
De omgevingstemperatuur bedraagt meer dan 50°C.
De CD wordt niet uitgeworpen.
U hebt het voorpaneel gesloten of de disc in het toestel
geforceerd terwijl ze werd uitgeworpen nadat u op Z hebt
gedrukt.
t Druk op de terugsteltoets.
De bedieningsknoppen werken
niet.
Druk op de reset-knop.
Het geluid valt weg bij
trillingen.
•De speler is gemonteerd onder een hoek van meer dan 60°.
•De speler is niet op een stabiele plaats in de auto gemonteerd.
Het geluid verspringt.
Vuile of defecte disc.
De aanduiding “--------” kan niet
worden uitgezet.
U kunt geen CD’s benoemen als er geen CD-apparatuur met
de functie gebruikersbestanden is aangesloten.
t Druk twee seconden op (LIST).
Radio-ontvangst
Probleem
Oorzaak/oplossing
Voorkeuze-afstemming is niet
mogelijk.
•Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
•De zender is te zwak.
De stations kunnen niet worden Sluit een elektrische antennebedieningskabel (blauw) of
ontvangen.
hulpvoedingskabel (rood) aan op de voedingskabel van de
Het geluid is gestoord.
auto-antenneversterker. (Alleen indien uw wagen is uitgerust
met een FM/MW/LW-antenne in de achterruit/zijruit.)
Automatisch afstemmen is niet
mogelijk.
De zender is te zwak.
t Gebruik handmatige afstemming.
De aanduiding “ST” knippert.
•Stem nauwkeurig af op de juiste frequentie.
•De zender is te zwak.
t Schakel MONO-weergave in (pagina 16).
RDS-functies
Probleem
Oorzaak/oplossing
SEEK (zoeken) begint na enkele
seconden weergave.
Het station is niet van het TP type of heeft een zwak signaal.
t Druk herhaaldelijk op(AF) of (TA) tot “AF-OFF” of “TAOFF” verschijnt.
Geen verkeersinformatie.
•Schakel “TA” in.
•Ondanks TP zendt het station geen verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft “NONE” weer.
De zender geeft het programmatype niet door.
29
Foutberichten (met los verkrijgbare CD/MD-apparatuur)
De volgende aanduidingen zullen ongeveer vijf seconden knipperen, waarbij een
waarschuwingstoon wordt weergegeven.
Uitleesvenster
Oorzaak
Oplossing
Er bevindt zich geen disc-magazijn in
het CD/MD-toestel.
Plaats het disc-magazijn in het CD/
MD-toestel.
Er bevindt zich geen disc in het CD/
MD-toestel.
Plaats een disc in het CD/MDtoestel.
Een CD/MD kan niet worden
afgespeeld.
Breng een andere CD/MD in.
De CD is vuil of omgekeerd
geplaatst.*2
Maak de CD schoon of plaats de
CD op de juiste wijze.
De MD kan niet worden afgespeeld
vanwege een probleem.*2
Plaats een andere MD.
BLANK*
Er zijn geen muziekstukken
opgenomen op de MD.*2
Speel een MD met opgenomen
muziekstukken af.
RESET
Het CD/MD-toestel kan in verband
met een probleem niet worden
gebruikt.
Druk op de reset-knop van het
toestel.
NO MAG
NO DISC
NG DISCS
*1
ERROR
1
deksel van het MD-toestel is open
NO READY Het
of MD’s zijn niet correct geplaatst.
HI TEMP
De omgevingstemperatuur is hoger
dan 50°C.
Sluit het deksel of plaats de MD’s
op de juiste manier.
Wacht tot de temperatuur onder
50°C is gedaald.
*1 Als er een fout optreedt tijdens het afspelen van een MD of CD, wordt het nummer van de MD of CD
niet in het uitleesvenster aangegeven.
*2 Het nummer van de disc die de fout veroorzaakt wordt aangegeven in het uitleesvenster.
Neem contact op met de dichtstbijzijnde Sony-leverancier als deze oplossingen niet werken.
30