Wacker Neuson Frequency Converters FUH70/4/042 SC Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Handleiding
Frequentieomvormer
FUH
Machinetype FUH35, FUH70
Materiaalnummer 5100056261
Versie 4.0
Datum 09/2020
Taal [nl]
5100056261
Impressum
Uitgever en rechthebbende:
Wacker Neuson Produktions GmbH & Co. KG
Wackerstrasse 6
85084Reichertshofen Germany
Zetel van het bedrijf: Reichertshofen
Rechtbank en nummer: Amtsgericht Ingolstadt, HRA3195
USt.-Id.-nr./BTW-nummer: DE277138620
Telefoon: +49 (0) 8453-3403200
www.wackerneuson.com
Originele gebruiksaanwijzing
Alle rechten voorbehouden, vooral het auteursrecht, het recht tot verveelvoudiging en het reproductierecht.
Dit document mag door de ontvanger uitsluitend voor het hiervoor bedoelde doel worden gebruikt. Het mag zon-
der voorafgaande schriftelijke toestemming op geen enkele wijze geheel of gedeeltelijk worden vermenigvuldigd
of vertaald.
Nadruk of vertaling, zij het geheel of gedeeltelijk, is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van Wacker
Neuson Produktion GmbH & Co. KG.
Elke overtreding van de wettelijke bepalingen met in het bijzonder voor de bescherming van het auteursrecht
wordt civiel- en strafrechtelijk vervolgd.
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG behoudt zich het recht voor om zijn producten en de technische spe-
cificaties ervan te allen tijde voor verdere technische ontwikkeling te wijzigen zonder dat daaruit een claim op wij-
zigingen aan reeds geleverde machines kan worden afgeleid. De informatie in de technische documentatie van
het product is te allen tijde van toepassing.
De machine op de omslagfoto dient ter illustratie en kan derhalve speciale uitrusting (opties) hebben.
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wijzigingen en fouten voorbehouden, printed in Germany
Copyright © 2020
Inhoudsopgave
iii
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
Inhoudsopgave
1 EG-conformiteitsverklaring
2 Voorwoord
2.1 Inleiding ............................................................................................................................................ 6
2.2 Gebruiksaanwijzing bewaren............................................................................................................ 6
2.3 Ongevallenpreventievoorschriften .................................................................................................... 8
2.4 Wacker Neuson-contactpersoon ...................................................................................................... 8
2.5 Aansprakelijkheidsbeperking ............................................................................................................ 8
2.6 Identificatie van de machine ............................................................................................................. 8
2.7 Gebruik van de gebruikshandleiding ................................................................................................ 9
3 Gebruik
3.1 Reglementair gebruik...................................................................................................................... 10
3.2 Niet beoogd gebruik........................................................................................................................ 10
4 Veiligheid
4.1 Veiligheidssymbolen en signaalwoorden........................................................................................ 11
4.2 Principe........................................................................................................................................... 11
4.3 Constructieve wijzigingen ............................................................................................................... 12
4.4 Verantwoordelijkheid van de exploitant .......................................................................................... 12
4.5 Plichten van de exploitant............................................................................................................... 13
4.6 Personeelskwalificatie .................................................................................................................... 13
4.7 Algemene veiligheidsvoorschriften ................................................................................................. 13
4.8 Specifieke veiligheidsinstructies bij het gebruik van elektrische apparaten.................................... 15
4.9 Onderhoud...................................................................................................................................... 18
5 Beschrijving van de machine
5.1 Componenten ................................................................................................................................. 19
5.2 Bedieningselementen ..................................................................................................................... 20
5.3 Veiligheids- en informatiestickers ................................................................................................... 21
6 Transport
6.1 Machine optillen.............................................................................................................................. 22
6.2 Machine transporteren.................................................................................................................... 22
7 inbedrijfstelling
7.1 Eerste inbedrijfstelling..................................................................................................................... 23
7.2 Controles vóór inbedrijfstelling........................................................................................................ 23
7.3 Variant met frequentieverstelling SC (optioneel) ............................................................................ 23
8 Bediening
8.1 In bedrijf nemen .............................................................................................................................. 24
9 Onderhoud
9.1 Onderhoud...................................................................................................................................... 25
10 Bedrijfsstoringen
Inhoudsopgave
iv
Handleiding | | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
10.1 Verhelpen van storingen................................................................................................................. 26
11 Opslag
11.1 Machine .......................................................................................................................................... 29
11.2 Accu................................................................................................................................................ 29
12 Stilleggen
12.1 Definitieve stillegging ...................................................................................................................... 30
13 Technische gegevens
13.1 Algemene informatie....................................................................................................................... 31
13.2 Geluidsinformatie............................................................................................................................ 31
13.3 FUH................................................................................................................................................. 31
13.4 Verlengkabel................................................................................................................................... 33
Hiermee verklaren wij dat dit product voldoet aan de desbetreffende bepalingen en voorschriften
van de volgende richtlijnen en normen:
Directeur
__FUH35, FUH70_CE_nl
2014/35/EU, 2014/30/EU, 2011/65/EU, EN 61558-1:2005 + AC:2006 + A1:2009, EN 61558-2-
16:2009 + A1:2013, EN 61558-2-23:2010, EN 61800-3:2004 + A1:2012
Verantwoordelijke persoon voor technische documenten
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Reichertshofen, 16.07.2020
Helmut Bauer
Originele Verklaring van Overeenstemming
EG-Verklaring van Overeenstemming
Fabrikant
Wacker Neuson Produktion GmbH & Co. KG, Wackerstraße 6, D-85084 Reichertshofen
Het opstellen van deze conformiteitsverklaring valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de
fabrikant.
Product
FUH35, FUH70
Richtlijnen en normen
Productsoort
Omvormer
Productfunctie
Omvormen van spanning en frequentie
Materiaalnummer
5100047262, 5100047263, 5100047264, 5100047265
Voorwoord
2.1 Inleiding
6
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
2 Voorwoord
2.1 Inleiding
Deze gebruikshandleiding bevat belangrijke informatie en procedures
voor het veilige, correcte en economische gebruik van deze Wacker Neu-
son-machine. Zorgvuldig lezen, begrijpen en de inachtneming ervan helpt
gevaren te voorkomen, reparatiekosten en stilstandstijden te verlagen en
daarmee de betrouwbaarheid en levensduur van de machine te verho-
gen.
Deze gebruikshandleiding is geen handleiding voor uitgebreide instand-
houdings- of reparatiewerkzaamheden. Dergelijke werkzaamheden moe-
ten door Wacker Neuson Service of door erkend vakpersoneel worden
uitgevoerd. De Wacker Neuson-machine moet worden bediend en onder-
houden in overeenstemming met de instructies in deze gebruikshandlei-
ding. Onjuiste bediening of onjuist onderhoud kan risico's met zich mee-
brengen.
Defecte machineonderdelen moeten onmiddellijk worden vervangen!
Wacker Neuson-contactpersonen staan altijd klaar om vragen over de
bediening of het onderhoud te beantwoorden.
2.2 Gebruiksaanwijzing bewaren
Deze gebruiksaanwijzing moet in de onmiddellijke nabijheid van de ma-
chine worden bewaard en te allen tijde voor het personeel toegankelijk
zijn.
In geval van verlies of noodzaak van een tweede exemplaar van deze
gebruiksaanwijzing zijn er twee mogelijkheden:
Gebruiksaanwijzing downloaden via internet - http://www.wackerneu-
son.com
Contact opnemen met uw contactpersoon bij Wacker Neuson.
2.2.1 Deze handleiding begrijpen
Dit hoofdstuk helpt u bij het begrijpen van de handleiding en de bijbeho-
rende afbeeldingen.
doelgroep
Personen, die met deze machine werken, moeten regelmatig worden ge-
schoold over de gevaren in de omgang met de machine.
Deze gebruikshandleiding is bedoeld voor:
Bedienend personeel:
Deze personen zijn aan de machine geïnstrueerd en over moge-
lijke gevaren bij onjuist gedrag geïnformeerd.
Vakpersoneel:
Deze personen hebben een vaktechnische opleiding en aanvul-
lende kennis en ervaring. Zij zijn in staat om de hun toegewezen
taken te beoordelen en mogelijke gevaren te herkennen.
Voorwoord
Gebruiksaanwijzing bewaren 2.2
7
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
Verklaring van symbolen
symbool Verklaring
1., 2., 3… Aanduiding voor een handeling die moet worden uitgevoerd. De aangegeven volgorde moet
nageleefd worden.
kenmerkt het resultaat of het tussenresultaat van een handeling.
kenmerkt voorwaarden waaraan voor het begin van het werk moet worden voldaan.
Kenmerkt een opsomming, bijvoorbeeld als meerdere componenten na elkaar genoemd
worden.
- Kenmerkt een subopsomming, bijvoorbeeld als een component uit meer onderdelen bestaat
I
Kenmerkt een positie in een grafiek, meestal een component of een besturingselement. De
nummering kan doorlopend of in Romeinse cijfers worden aangegeven.
1; A Kenmerkt in een toelichting de naam van de component. Dit is identiek met de hiernaast
staande posities in grafieken.
III
III
kenmerkt de richting van een beweging of verschillende mogelijkheden bij het schakelen.
Kenmerkt het vermijden van gevaren door middel van waarschuwingen.
[52] Kenmerkt een kruisverwijzing in tabellen. Hier bijvoorbeeld verwijzing op bladzijde 52
Symboolverklaring
Symbool voor waarschuwingen
Dit symbool geeft een waarschuwing aan. Het wordt ge-
bruikt om voor mogelijke gevaren te waarschuwen. Op het
veiligheidssymbool volgt altijd een signaalwoord dat het ge-
vaar kenmerkt. Met deze waarschuwingen moet altijd reke-
ning worden gehouden. Zo worden de bediener en derden
tegen persoonlijk letsel en materiële schade beschermd.
Symbool voor milieuinformatie
Dit symbool geeft aanwijzingen voor het milieu aan. Het
wordt gebruikt om voor mogelijke gevaren te waarschuwen.
Symbool voor informatie
Dit symbool geeft informatie aan. Deze informatie kan bij-
voorbeeld tips voor besturing bevatten. Ze helpen om de
machine beter te begrijpen en te bedienen.
Symbool doorgestreepte afvalton
Dit symbool betekent dat de machine niet met het normale
huisafval maar gescheiden op een milieuvriendelijke manier
moet worden afgevoerd.
Symbool voor het voldoen aan de EG-richtlijn
Door het CE-teken wordt gedocumenteerd dat de machine
voldoet aan de geldende EG-richtlijnen.
Symbool voor de naleving van de Euraziatische richtlij-
nen
Door de EAC-markering wordt gedocumenteerd, dat de ma-
chine voldoet aan de technische regelgevingen van de Eur-
aziatische Economische Unie.
2
Voorwoord
2.3 Ongevallenpreventievoorschriften
8
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
2.3 Ongevallenpreventievoorschriften
Naast de aanwijzingen en veiligheidsinstructies in deze gebruikshandlei-
ding gelden de plaatselijke ongevallenpreventievoorschriften en de natio-
nale bepalingen voor arbeidsveiligheid.
2.4 Wacker Neuson-contactpersoon
Afhankelijk van het land is de Wacker Neuson-contactpersoon een Wac-
ker Neuson-service, een dochteronderneming van Wacker Neuson of
een Wacker Neuson-dealer.
Op het internet onder - http://www.wackerneuson.com.
2.5 Aansprakelijkheidsbeperking
Bij de volgende overtredingen wijst de fabrikant elke aansprakelijkheid
voor letselschade en materiële schade van de hand:
Handelingen die in strijd zijn met deze gebruiksaanwijzing.
Niet-reglementair gebruik.
Inzet van niet-opgeleid personeel.
Het gebruik van niet-toegestane of niet-vrijgegeven toebehoren.
Onjuiste behandeling.
Structurele veranderingen van welke aard dan ook.
Het niet in acht nemen van de algemene voorwaarden.
2.6 Identificatie van de machine
Gegevens van het typeplaatje
Het typeplaatje bevat informatie die deze machine eenduidig identificeert.
Deze informatie is nodig voor het bestellen van reserveonderdelen en
voor technische vragen.
Voer de gegevens van de machine in de volgende tabel in:
Aanduiding Uw gegevens
Groep - type
Materiaalnummer (mat.nr.)
Machineversie (versie)
Machinenummer (mach.nr.)
Bouwjaar
Voorwoord
Gebruik van de gebruikshandleiding 2.7
9
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
2.7 Gebruik van de gebruikshandleiding
Deze handleiding:
moet worden beschouwd als een integraal onderdeel van de machine
en moet gedurende de gehele levensduur ervan op een veilige plaats
worden bewaard.
moet aan iedere volgende eigenaar of bediener van deze machine
worden doorgegeven.
is van toepassing op verschillende machinetypen uit één product-
reeks. Om deze reden kunnen sommige afbeeldingen afwijken van
het uiterlijk van de gekochte machine. Variantafhankelijke componen-
ten die niet in de leveringsomvang zijn opgenomen, kunnen ook wor-
den beschreven.
Wacker Neuson behoudt zich het recht voor om deze handleiding zonder
voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Er moet voor worden gezorgd dat eventuele wijzigingen of toevoegingen
van de fabrikant onmiddellijk in deze handleiding worden opgenomen.
Het volgende wordt beschreven:
Groep - machinetype Materiaalnummer (mat.nr.)
FUH35/2/042 5100047262
FUH70/4/042 5100047263
FUH70/6/42 SC 5100047264
FUH70/4/42 SC 5100047265
2
Gebruik
3.1 Reglementair gebruik
10
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
3 Gebruik
3.1 Reglementair gebruik
Tot het gebruik volgens de voorschriften behoren ook het in acht nemen
van alle aanwijzingen en veiligheidsinstructies in deze gebruikshandlei-
ding en het in acht nemen van de voorgeschreven onderhouds- en repa-
ratie-instructies.
Deze machine mag alleen worden gebruikt om interne en externe vibra-
tors te bedienen. De aan te sluiten machines moeten de juiste specifica-
ties (spanning, frequentie, aantal fasen) hebben voor de aansluiting.
Elk ander gebruik of gebruik dat verder gaat dan dit wordt beschouwd als
onreglementair gebruik. Aansprakelijkheid en garantie van de fabrikant
vervallen voor de daaruit voortvloeiende schade. Het risico is uitsluitend
voor de exploitant.
3.2 Niet beoogd gebruik
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die het
gevolg is van niet beoogd gebruik. De volgende werkzaamheden zijn on-
der andere onreglementair:
De machine gebruiken buiten de prestatiegegevens, inclusief overbe-
lasting door onjuiste of te veel apparaten aan te sluiten.
Aansluiten van defecte apparaten.
Werkzaamheden in explosiegevaarlijke omgevingen.
Gebruik in strijd met de instructies en veiligheidsaanwijzingen die op
de machine zijn aangebracht en in de gebruikshandleiding zijn opge-
nomen.
Structurele veranderingen, inclusief het sluiten van ventilatiesleuven.
Reinigen met hogedrukreiniger.
Veiligheid
Veiligheidssymbolen en signaalwoorden 4.1
11
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
4 Veiligheid
4.1 Veiligheidssymbolen en signaalwoorden
Het volgende symbool kenmerkt veiligheidsaanwijzingen aan. Het wordt
gebruikt om te waarschuwen voor mogelijke persoonlijke gevaren.
GEVAAR
GEVAAR staat voor een situatie die leidt tot ernstig letsel of zelfs de
dood als deze niet wordt vermeden.
Gevolgen bij het niet in acht nemen ervan.
Vermijden van (dodelijk) letsel.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING staat voor een situatie die kan leiden tot ernstig
letsel of zelfs de dood als deze niet wordt vermeden.
Gevolgen bij het niet in acht nemen ervan.
Vermijden van (dodelijk) letsel.
LET OP
VOORZICHTIG geeft een situatie aan die kan leiden tot letsel wan-
neer deze niet wordt vermeden.
Gevolgen bij het niet in acht nemen ervan.
Vermijden van verwondingen.
AANWIJZING
AANWIJZING staat voor een situatie die bij niet-naleving kan leiden
tot materiële schade.
Gevolgen bij het niet in acht nemen ervan
Vermijden van materiële schade.
4.2 Principe
De machine is gebouwd volgens de laatste stand der techniek en voldoet
aan de geldende veiligheidseisen. Desondanks kunnen bij onjuist gebruik
ervan gevaren voor lijf en leven van de gebruiker, derden of schade aan
de machine en andere goederen ontstaan.
Opmerkingen en veiligheidsaanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing le-
zen en opvolgen. Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot
elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel alsmede schade aan de
machine en/of andere voorwerpen.
Veiligheidsaanwijzingen en instructies voor de toekomst bewaren.
4
Veiligheid
4.3 Constructieve wijzigingen
12
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
4.3 Constructieve wijzigingen
Constructieve wijzigingen mogen niet worden aangebracht zonder schrif-
telijke toestemming van de fabrikant. Ongeoorloofde constructieve veran-
deringen kunnen leiden tot risico's voor de bediener en/of derden en tot
schade aan de machine.
Ook bij ongeoorloofde constructieve wijzigingen vervallen de aansprake-
lijkheid en garantie van de fabrikant.
Als constructieve wijziging geldt met name:
Openen van de machine en permanente verwijdering van onderde-
len.
Installatie van reserveonderdelen die niet van Wacker Neuson afkom-
stig zijn of die qua ontwerp en kwaliteit niet gelijkwaardig zijn aan de
originele onderdelen.
Opbouw van alle soorten accessoires die niet van Wacker Neuson af-
komstig zijn.
Reserveonderdelen of accessoires van Wacker Neuson kunnen veilig
worden in- of opgebouwd. Meer informatie op het internet onder - http://
www.wackerneuson.com.
4.4 Verantwoordelijkheid van de exploitant
Exploitant is die persoon, die deze machine voor industriële of commerci-
ële doeleinden zelf exploiteert of aan een derde het gebruik/de toepas-
sing overlaat en tijdens het gebruik de wettelijke productaansprakelijkheid
draagt voor de bescherming van het personeel of derden.
De exploitant moet de gebruikshandleiding te allen tijde toegankelijk ma-
ken voor het personeel en ervoor zorgen dat de gebruiker deze gebruiks-
handleiding gelezen en begrepen heeft.
De gebruiksaanwijzing moet bij de machine of op de plaats van gebruik
bij de hand worden gehouden.
De exploitant moet de gebruiksaanwijzing aan een andere bediener of
volgende eigenaar van de machine overhandigen.
Bovendien moeten de landspecifieke voorschriften, normen en richtlijnen
voor ongevallenpreventie en milieubescherming in acht worden geno-
men. De gebruikshandleiding moet worden aangevuld met verdere in-
structies voor de naleving van de operationele, officiële, nationale of alge-
meen geldende veiligheidsaanwijzingen.
Veiligheid
Plichten van de exploitant 4.5
13
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
4.5 Plichten van de exploitant
Geldende bepalingen voor arbeidsveiligheid kennen en implemente-
ren.
In een risicoanalyse moeten de gevaren die voortvloeien uit de werk-
omstandigheden op de plaats van gebruik worden bepaald.
Bedrijfsinstructies voor het gebruik van deze machine maken.
Regelmatig controleren of de bedrijfsinstructies aan de actuele stand
van de regels en voorschriften voldoen.
Verantwoordelijkheden voor de installering, bediening, het oplossen
van storingen, het onderhoud en de reiniging eenduidig regelen en
vastleggen.
Personeel regelmatig scholen en over mogelijke gevaren informeren.
Instructies regelmatige opfrissen.
Gegevens van de ontvangen instructies bewaren en op verzoek ter
beschikking van de verantwoordelijke autoriteit stellen.
Het personeel de vereiste beschermingsmiddelen ter beschikking
stellen.
4.6 Personeelskwalificatie
Deze machine mag alleen door opgeleid personeel in gebruik worden ge-
nomen en bediend.
In geval van verkeerd gebruik, misbruik of bediening door ongeschoold
personeel bestaat er gevaar voor de gezondheid van de bedieners en/of
derden alsmede schade aan of volledige uitval van de machine.
Daarnaast gelden de volgende eisen voor de exploitant:
Fysiek en mentaal geschikt.
Minimumleeftijd van 18 jaar.
Geen invloed op het reactievermogen door drugs, alcohol of medicij-
nen.
Vertrouwd met de veiligheidsinstructies in deze gebruikshandleiding.
Vertrouwd met het beoogde gebruik van deze machine.
Geïnstrueerd in de zelfstandige bediening van de machine.
4.7 Algemene veiligheidsvoorschriften
De veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk bevatten de "Algemene veilig-
heidsinstructies", die volgens de van toepassing zijnde normen in de ge-
bruikshandleiding moeten worden vermeld. Het kan instructies bevatten
die niet relevant zijn voor deze machine.
4
Veiligheid
4.7 Algemene veiligheidsvoorschriften
14
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
4.7.1 Werkplek
Maak u voor het begin van de werkzaamheden vertrouwd met de
werkomgeving, bijv. het draagvermogen van de vloer of obstakels in
de omgeving.
Werkgebied naar het openbare verkeersgebied beveiligen.
Noodzakelijke bescherming van muren en plafonds, bijv. in sloten.
Houd kinderen en andere personen bij werkzaamheden met deze
machine op afstand. Afleiding kan leiden tot verlies van controle over
de machine.
Machine altijd tegen kantelen, rollen, glijden en vallen beveiligen. Let-
selgevaar!
Werkgebied netjes houden. Wanorde of onverlichte werkplekken kun-
nen leiden tot ongelukken.
4.7.2 Veiligheid van personen
Werken onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen kan leiden tot
ernstig letsel.
Bij alle werkzaamheden moeten geschikte beschermingsmiddelen
worden gedragen. Persoonlijke veiligheidsuitrusting verminderen het
risico op letsel aanzienlijk.
Houd wijde of losse kleding, beschermende handschoenen, sieraden
en lang haar uit de buurt van bewegende/draaiende machineonder-
delen. Intrekgevaar!
Altijd voor een veilige stand zorgen, altijd met beide voeten op de
grond staan.
Bij langdurige werkzaamheden met deze machine kan schade door
trillingen op lange termijn niet volledig worden uitgesloten. Trillingsbe-
lasting, zie Technische gegevens op pagina 31.
Zorg ervoor dat er geen andere personen in de gevarenzone aanwe-
zig zijn!
Persoonlijke beschermingsmiddelen
WAARSCHUWING
Gevaar voor gehoorschade door overschrijding van de landspecifie-
ke toegestane geluidslimieten!
Werken met de machine zonder gehoorbescherming kan tot permanente
gehoorschade leiden.
Gehoorbescherming dragen.
Werk bijzonder attent en voorzichtig met gehoorbescherming.
Veiligheid
Specifieke veiligheidsinstructies bij het gebruik van elektri-
sche apparaten 4.8
15
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
4.7.3 Hantering en gebruik
Machines met zorgvuldigheid behandelen. Machines, waarvan com-
ponenten of bedieningselementen defect zijn niet in gebruik nemen.
Defecte componenten of bedieningselementen direct laten vervan-
gen. Bij machines met defecte onderdelen of bedieningselementen
bestaat een groot risico op letsel!
Bedieningselementen van de machine mogen niet worden vergren-
deld, gemanipuleerd of gewijzigd.
Ongebruikte machines tegen onbevoegde ingebruikname beveiligen.
De machine mag alleen door geautoriseerd personeel worden be-
diend.
Machine met zorgvuldigheid behandelen. Defecte onderdelen direct
laten vervangen, voordat deze machine in gebruik genomen wordt.
Defecte machines brengen een hoog risico op letsel met zich mee.
Machine, accessoires, gereedschappen etc. overeenkomstig deze in-
structies gebruiken.
Bewaar de machine na gebruik op een afgesloten, schone, vorstvrije
en droge plaats die niet toegankelijk is voor andere personen en kin-
deren.
4.8 Specifieke veiligheidsinstructies bij het gebruik van elektrische
apparaten
Informatie
De nominale spanning van de machine staat vermeld op het typeplaatje.
4
Veiligheid
4.8 Specifieke veiligheidsinstructies bij het gebruik van elek-
trische apparaten
16
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
Stroomvoorziening voor elektrische apparaten van
beschermingsklasse I
Sluit de machine aan op een stopcontact met randaarde 15 A/16 A, met
geschikte overstroombeveiliging.
Noodzakelijk is een van de volgende aardlekschakelaars:
Standaard aardlekschakelaar (pulsstroomgevoelig, type A).
Universele stroomgevoelige aardlekschakelaar (type B).
Sluit de machine alleen aan op een stroomvoorziening als alle machine-
onderdelen zich in perfecte technische staat bevinden. Let vooral op de
volgende componenten:
Stekker.
Aansluitkabel over de totale lengte.
Schakelmembraan van de aan-/uitschakelaar, indien aanwezig.
Stopcontacten.
Sluit de machine alleen aan op stroomvoorzieningen met een intacte
randaardeaansluiting (PE).
Bij aansluiting op vaste of mobiele generatoren moet ten minste een van
de volgende veiligheidsinrichtingen aanwezig zijn:
Aardlekschakelaar.
ISOLATIE-bewaking.
IT-net.
Sluit de machine alleen aan op een geaarde stroomverdeler.
AANWIJZING
Neem de nationale veiligheidsrichtlijnen in acht!
Veiligheid
Specifieke veiligheidsinstructies bij het gebruik van elektri-
sche apparaten 4.8
17
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
Verlengkabel
Verlengkabels en kabelhaspels moeten vóór gebruik volledig worden
afgerold.
Gebruik de machine uitsluitend met onbeschadigde en goedgekeurde
verlengkabels! Beschadigde of verwarde kabels verhogen het risico
op een elektrische schok.
Alleen verlengkabels met beschermingsgeleider en correcte aardka-
belaansluiting aan stekker en koppeling gebruiken (alleen machines
van de beschermingsklasse I), zie technische gegevens op pagina
31.
Gebruik uitsluitend goedgekeurde verlengkabels die geschikt zijn
voor de bouwplaats:
middelste rubber slangleiding H05RN-F of beter – WackerNeu-
son adviseert H07RN-F, een SOOW-kabel of een landspecifieke
gelijkwaardige uitvoering.
Vervang verlengkabels met beschadiging (bijv. scheuren in de man-
tel) of losse connectoren of koppelingen onmiddellijk.
Kabelhaspels en meervoudige stopcontacten moeten aan dezelfde
eisen voldoen als de verlengkabels.
Bescherm verlengkabels, meervoudige stopcontacten, kabelhaspels
en aansluitingen tegen regen, sneeuw of andere vormen van vocht.
Aansluitkabels beschermen
Gebruik de aansluitkabel niet om de machine hieraan te trekken of op
te tillen.
Trek de stekker van de aansluitkabel niet aan de kabel uit het stop-
contact.
Bescherm de aansluitkabel tegen hitte, olie en scherpe randen.
De aansluitkabel bij beschadiging of loszittende stekker onmiddellijk
door WackerNeuson Service laten vervangen.
Beschermen tegen vocht
Bij werkzaamheden buitenshuis alleen kabels gebruiken, die voor
buiten geschikt zijn.
Wanneer werkzaamheden in een vochtige omgeving niet kunnen
worden vermeden, gebruik dan een aardlekschakelaar.
AANWIJZING
Aanwijzing over reiniging van de machine!
Reinig de machine niet met een hogedruk- of stoomreiniger!
4
Veiligheid
4.9 Onderhoud
18
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
4.9 Onderhoud
Deze machine mag niet in ingeschakelde toestand onderhouden, ge-
repareerd, ingesteld of gereinigd worden.
Onderhoudsintervallen aanhouden.
Onderhoudsschema in acht nemen. Niet vermelde werkzaamheden
door WackerNeuson Service laten uitvoeren.
Na elke onderhoudsbeurt of reparatie de veiligheidsvoorzieningen
weer op de machine aanbrengen.
Versleten of beschadigde machinedelen altijd direct vervangen. Uit-
sluitend reserveonderdelen van de fabrikant gebruiken.
Machine schoonhouden.
Ontbrekende, beschadigde of niet meer leesbare labels direct ver-
vangen. Veiligheidsstickers bevatten belangrijke informatie om de ge-
bruiker te beschermen.
Onderhoudswerkzaamheden in een schone en droge omgeving uit-
voeren (bijv. werkplaats).
4.9.1 Service
Machine alleen door gekwalificeerd vakpersoneel laten repareren of
onderhouden.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen of onderdelen van
toebehoren. De bedrijfszekerheid van de machine blijft zo behouden.
Schroefverbindingen
Alle schroefverbindingen moeten voldoen aan de voorgeschreven specifi-
caties en stevig aan elkaar geschroefd zijn. De aandraaimomenten in
acht nemen! Schroeven en moeren mogen niet beschadigd, verbogen of
vervormd zijn.
In het bijzonder moet worden gelet op:
Zelfborgende moeren en micro-ingekapselde schroeven mogen na
het losdraaien niet opnieuw worden gebruikt. De beveiligingswerking
gaat verloren.
Schroefverbindingen met lijmbescherming/vloeibare lijmen (bijv. Loc-
tite) moeten na het losmaken worden gereinigd en voorzien van nieu-
we lijm.
Informatie
Aanwijzingen van de fabrikant van de vloeibare lijm in acht nemen.
Beschrijving van de machine
Componenten 5.1
19
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
5 Beschrijving van de machine
5.1 Componenten
1 Stopcontact met veiligheidsdeksel
2 Wikkelhulp
3 Draaggreep/centrale ophanging
4 Aansluitkabel
5 Ventilatiesleuf
6 Dek/dekken
1 Stopcontact met veiligheidsdeksel
2 Wikkelhulp
3 Draaggreep/centrale ophanging
4 Aansluitkabel
5 Ventilatiesleuf
6 Dek/dekken
5
Beschrijving van de machine
5.2 Bedieningselementen
20
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
5.2 Bedieningselementen
1 Draaiknop voor frequentieverstelling SC (optioneel)
2 Controlelampjes
5.2.1 Controlelampjes
1 Controlelampje Service
2 Controlelampje Overspanning
3 Controlelampje Oververhitting
4 Controlelampje Overstroom
5 Controlelampje Bedrijf
Deze controlelampjes geven informatie over de bedrijfstoestand. Het con-
trolelampje brandt groen als de machine correct is aangesloten.
Bij oplichten van andere controlelampjes is er sprake van een storing, zie
Verhelpen van storingen op pagina 26.
5.2.2 Draaiknop voor frequentieverstelling SC (optioneel)
min.
max.
Met de draaiknop wordt de uitgangsfrequentie van de machine gewijzigd
en daardoor wordt ook het toerental van de aangesloten machines beïn-
vloed.
Beschrijving van de machine
Veiligheids- en informatiestickers 5.3
21
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
5.3 Veiligheids- en informatiestickers
WAARSCHUWING
Letselgevaar door ontbrekende of beschadigde labels en bordjes!
Veiligheidsstickers bevatten belangrijke informatie om de gebruiker te be-
schermen.
Alle veiligheids-, waarschuwings- en bedieningsinstructies op de ma-
chine in een goede leesbare toestand houden.
Beschadigde of niet meer leesbare labels en bordjes direct vervan-
gen.
Waarschuwing voor elektrische spanning.
Behuizing openen verboden.
Gebruiksaanwijzing lezen.
Maximale aansluitstroom.
Centrale ophanging voor een kraan.
5
Transport
6.1 Machine optillen
22
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
6 Transport
6.1 Machine optillen
WAARSCHUWING
Gevaar door vallen!
Een vallende machine kan zwaar letsel veroorzaken, zoals kneuzingen.
Gebruik uitsluitend geschikte en goedgekeurde hefgereedschappen
en aanslagmiddelen (veiligheidshaken) met toereikend draagvermo-
gen.
Machine uitsluitend aan het centrale ophangpunt optillen.
Machine betrouwbaar aan heftoestel bevestigen.
Verlaat de gevarenzone tijdens het heffen, sta niet onder hangende
lasten.
AANWIJZING
Laat een deskundige het hefproces leiden.
1 Centrale ophanging
1. Geschikt aanslagmiddel aan de centrale ophanging 1 bevestigen.
2. Machine voorzichtig op een stevig en stabiel transportmiddel laden.
6.2 Machine transporteren
ü Stekker uit het stopcontact trekken.
ü Alle aangesloten machines loskoppelen van de omvormer.
ü Aansluitkabel opwikkelen.
1. Machine in of op een geschikt transportmiddel plaatsen.
2. Machine of transportmiddel vastzetten met spanbanden die zijn ver-
bonden met verankeringsogen op de vloer van het laadvlak om val-
len of wegglijden te voorkomen.
inbedrijfstelling
Eerste inbedrijfstelling 7.1
23
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
7 inbedrijfstelling
7.1 Eerste inbedrijfstelling
De machine is na het uitpakken klaar voor gebruik.
7.2 Controles vóór inbedrijfstelling
Machine controleren
Machine en alle componenten op beschadigingen controleren.
Beschermslang en aansluitkabel op beschadigingen controleren.
Stroomnet controleren
WAARSCHUWING
Waarschuwing voor hoogfrequentstoringen!
Niet bedoeld voor gebruik in een openbaar laagspanningsnet dat woon-
wijken voedt. Bij gebruik in een dergelijk net wordt hoogfrequente interfe-
rentie verwacht.
Controleer of het stroomnet of de bouwplaatsverdeler de juiste be-
drijfsspanning heeft (zie typeplaatje van de machine ofzie Technische
gegevens op pagina 31).
Controleer of het elektriciteitsnet of de bouwplaatsverdeler beveiligd
zijn in overeenstemming met de toepasselijke nationale normen en
richtlijnen.
7.3 Variant met frequentieverstelling SC (optioneel)
Bij aansluiten van binnen- en buitenvibratoren.
AANWIJZING
Neem de gebruiksaanwijzing van de binnen- en buitenvibratoren in acht.
Bij gebruik van binnenvibratoren, draaiknop op maximale uitgangsfre-
quentie zetten.
Bij gebruik van buitenvibratoren met de draaiknop de vereiste uit-
gangsfrequentie zoeken. De uitgangsfrequentie beïnvloedt het toe-
rental van de aangesloten machines.
7
Bediening
8.1 In bedrijf nemen
24
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
8 Bediening
8.1 In bedrijf nemen
1. Alle aan te sluiten machines met de bijbehorende apparaatschake-
laar uitschakelen.
2. Indien nodig, goedgekeurde verlengkabel op de omvormer aanslui-
ten.
3. Stekker van de machine in het stopcontact steken.
4. De machine is na insteken in het stopcontact klaar voor gebruik.
5. Machine met de aan-/uitschakelaar inschakelen.
6. Alle aangesloten machines inschakelen.
Onderhoud
Onderhoud 9.1
25
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
9 Onderhoud
9.1 Onderhoud
WAARSCHUWING
Gevaar door elektrische stroom!
Gevaar voor letsel door elektrische schok bij ondeskundige werkzaamhe-
den.
Reparaties en daaropvolgende veiligheidscontroles mogen alleen
worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektrotechnicus in
overeenstemming met de toepasselijke richtlijnen.
9.1.1 Onderhoudsschema
Handeling Dagelijks voor ge-
bruik
Na gebruik
Visuele controle van alle on-
derdelen op beschadiging:
Behuizing
Aansluitkabel
Greep
Aansluitstopcontact
Machine reinigen.
9.1.2 Onderhoudswerkzaamheden
1. Alle machineonderdelen en componenten op beschadiging controle-
ren.
2. Laat schade repareren via de contactpersoon van Wacker Neuson.
9.1.2.1 Machine reinigen
Alle componenten na elk gebruik reinigen.
Machine uitsluitend met water reinigen en met een vochtige, schone
doek afvegen.
AANWIJZING
Aanwijzing over reiniging van de machine!
Reinig de machine niet met een hogedruk- of stoomreiniger!
9
Bedrijfsstoringen
10.1 Verhelpen van storingen
26
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
10 Bedrijfsstoringen
10.1 Verhelpen van storingen
Storing Oorzaak Oplossing
Geen storing. Inschakelen.
Geen storing. Normaal bedrijf.
Machine werkt.
Controlelampje Over-
stroom brandt rood.
Machine regelt de
uitgangsfrequentie
af om uitschakelen
te voorkomen.
Te hoge stroomop-
name van de aange-
sloten machines.
Machine werkt bin-
nen de toegestane
overbelasting.
1) Stroomverbruik van de aange-
sloten machines verminderen.
2) FUH70: Controleer of de be-
lasting gelijkmatig over beide
omvormers is verdeeld.
Machine werkt niet.
Controlelampje Over-
stroom brandt rood.
Kortsluiting bij een
van de aangesloten
machines.
2-fasen-bedrijf* bij
een van de aange-
sloten machines.
Mechanisch defect
bij een van de aan-
gesloten machines.
1) Reset uitvoeren: machine uit-
schakelen en weer inschake-
len.
2) Aangesloten machines ont-
koppelen en controleren
3) Reset nogmaals uitvoeren.
4) Aantal aangesloten machines
verminderen.
Kortsluiting binnen
de machine.
1) Aangesloten machines ont-
koppelen.
2) Reset uitvoeren: machine uit-
schakelen en weer inschake-
len.
3) Als de fout opnieuw optreedt,
machine laten repareren. **
Bedrijfsstoringen
Verhelpen van storingen 10.1
27
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
Storing Oorzaak Oplossing
Machine werkt niet.
Controlelampje Over-
spanning brandt rood.
Ingangsspanning te
hoog (> 275 V) of te
laag (< 180 V).
Fluctuerende in-
gangsspanning.
Te lange verlengka-
bel met een te kleine
diameter bij een van
de aangesloten ma-
chines.
1) Reset uitvoeren: machine uit-
schakelen en weer inschake-
len.
2) Netspanning controleren.
3) Controleren of de verlengka-
bel de correcte doorsnede
heeft.
4) Reset nogmaals uitvoeren.
Machine werkt.
Controlelampje Bedrijf
brandt groen.
Controlelampje Overver-
hitting brandt rood.
Machine regelt de
uitgangsfrequentie
af om uitschakelen
te voorkomen.
Machinetemperatuur
is te hoog (> 80 °C).
1) Controleren of beide ventilato-
ren lopen en de ventilatiesleu-
ven vrij zijn.
Machine werkt niet.
Controlelampje Overver-
hitting brandt rood.
Machine is uitge-
schakeld vanwege
oververhitting
(>85°C).
1) Machine bij lopende ventilator
laten afkoelen. Machine inge-
schakeld laten!
2) Reset uitvoeren: machine uit-
schakelen en weer inschake-
len.
1) Controleren of beide ventilato-
ren lopen en de ventilatiesleu-
ven vrij zijn.
2) Stroomverbruik van de aange-
sloten machines verminderen.
Machine werkt niet.
Alle drie de controle-
lampjes: Overspanning,
Oververhitting, Over-
stroom branden rood.
Netschakelaar is uit-
geschakeld.
Netspanning ont-
breekt.
geen storing.
1) Machine inschakelen.
2) Netspanning controleren.
Interne fout in het
tussendek.
1) Machine uitschakelen en
wachten tot alle controlelamp-
jes uit zijn. Machine weer in-
schakelen.
2) Als de fout opnieuw optreedt,
tussendek laten controleren.
Er komt geen lucht uit
de ventilatiesleuf.
Ventilator draait te
langzaam.
Ventilator draait niet.
1) Ventilator laten vervangen. **
10
Bedrijfsstoringen
10.1 Verhelpen van storingen
28
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
Storing Oorzaak Oplossing
* 2-fasen-bedrijf: Onder 2-fasen-bedrijf verstaat men de onderbreking van een of meer fasen in of naar de aan-
gesloten machine. Dit verhoogt het stroomverbruik in de nog intacte fasen, waardoor de aangesloten machine
mogelijk niet opstart en oververhit raakt. U herkent deze storing als de machine niet start en alleen zoemt of als
de snelheid verandert zonder dat de belasting verandert.
** Laat deze werkzaamheden uitvoeren door de Wacker Neuson Service.
10.1.1 Uitleg bij controlelampje Service
Storing Oorzaak Oplossing
Niet gekleurd.
Alleen vereist voor de
contactpersoon van
Wacker Neuson.
Geen. Geen.
10.1.2 Uitleg bij de controlelampjes van machines met meerdere tussendeks
Bij machines met meerdere tussendeks zijn per tussendek verschillende
toestanden per machine zichtbaar. Uitleg via een voorbeeld:
Storing Oorzaak Oplossing
Tussendek 2:
werkt niet. Controle-
lampje Oververhitting
brandt rood.
Tussendek 2 is uitge-
schakeld vanwege over-
verhitting (>85°C).
1) Laat tussendek 2 bij lopende
ventilator afkoelen. Machine
ingeschakeld.
2) Reset uitvoeren: machine uit-
en weer inschakelen.
3) Controleren of beide ventilato-
ren lopen en de ventilatiesleu-
ven vrij zijn. Stroomverbruik
van de aangesloten machines
verminderen.
Tussendek 1:
in orde.
Geen. 1) Aangesloten machine van tus-
sendek 2 ontkoppelen.
2) Aangesloten machine omste-
ken van tussendek 2 naar tus-
sendek 1 en verder werken.
Opslag
Machine 11.1
29
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
11 Opslag
11.1 Machine
Neem de volgende punten in acht om mogelijke schade te
voorkomen:
Bewaar de machine, accu en oplader altijd apart.
Niet in de buitenlucht bewaren.
Droog en stofvrij bewaren.
Beschermen tegen direct zonlicht.
Beschermen tegen vorst. Neem de opslagtemperaturen in acht,zie
Technische gegevens op pagina 31.
Bewaren op een afgesloten plaats die ontoegankelijke is voor kinde-
ren.
11.2 Accu
AANWIJZING
Materiële schade door zelfontlading van de accu
De zelfontlading is ongeveer 3% per maand. Diepe ontlading kan schade
aan de cellen of capaciteitsverlies veroorzaken.
Bewaar de accu met een laadtoestand van ongeveer 30%.
Controleer de laadtoestand om de zes maanden.
Accu opladen.
Neem de volgende punten in acht om mogelijke schade te
voorkomen:
Bewaren bij een luchtvochtigheid van <80%. Gevaar voor corrosie!
Bewaren op een koele plaats (<25 °C).
Bewaren met een laadtoestand van ongeveer 30%.
Verwijderd houden van andere gevaarlijke materialen (minimale af-
stand 2,5 m).
Niet samen met metalen voorwerpen bewaren. Kortsluitingsgevaar!
Geen vuur en open licht in de opslagruimte.
Toelaatbare opslagtemperaturen in acht nemen, zie Technische ge-
gevens op pagina 31.
11
Stilleggen
12.1 Definitieve stillegging
30
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
12 Stilleggen
12.1 Definitieve stillegging
12.1.1 Verwijdering van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
Verwijdering van afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur
Een juiste verwijdering van deze machine voorkomt schadelijke effecten
op mens en milieu, dient een gerichte behandeling van verontreinigende
stoffen en maakt het hergebruik van waardevolle grondstoffen mogelijk.
Voor klanten in EU-landen
Deze machine valt onder de Europese richtlijn voor afgedankte elektri-
sche en elektronische apparatuur (WEEE) en de respectieve nationale
wetten.
De WEEE-richtlijn vormt het kader voor de verwerking van afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur in de gehele EU.
De machine is gemarkeerd met het symbool van de doorgestreepte vuil-
nisbak. Dit betekent dat deze niet als normaal huishoudelijk afval mag
worden verwijderd, maar op een milieuvriendelijke manier moet worden
afgevoerd.
Dit apparaat is bedoeld als professioneel elektrisch gereedschap voor
puur commercieel gebruik (zogenaamd B2B-apparaat in overeenstem-
ming met de WEEE-richtlijn). In tegenstelling tot apparaten die voorna-
melijk in particuliere huishoudens worden gebruikt (zogenaamde B2C-ap-
paraten) mag deze machine daarom in sommige EU-landen, zoals in
Duitsland, niet bij inzamelpunten van openbare afvalverwijderingsbedrij-
ven (zoals gemeentelijke recyclingcentra) worden afgegeven. In geval
van twijfel kan informatie over het voorgeschreven verwijderingstraject
voor B2B-elektrische apparaten van het betreffende land op het verkoop-
punt worden verkregen om verwijdering in overeenstemming met de toe-
passelijke wettelijke bepalingen te garanderen. Voor dit doel moet ook al-
le informatie in het koopcontract of in de algemene voorwaarden van het
verkooppunt in acht worden genomen.
Voor klanten in andere landen
Wij adviseren om deze machine niet met het normale huisafval maar ge-
scheiden op een milieuvriendelijke manier af te voeren. Ook nationale
wetten schrijven onder bepaalde omstandigheden een gescheiden verwij-
dering van elektrische en elektronische producten voor. Daarom moet
een juiste verwijdering van deze machine in overeenstemming met de
nationale voorschriften worden gewaarborgd.
Technische gegevens
Algemene informatie 13.1
31
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
13 Technische gegevens
13.1 Algemene informatie
Informatie
Om technische redenen kunnen lege kolommen worden weergegeven in
de technische gegevens. Ook kunnen cijfers en letters in superscript/sub-
script onjuist worden weergegeven, zoals:
Geluidsvermogensniveau LWA in plaats van L
WA
Geluidsdrukniveau LpA in plaats van L
pA
Totale trillingswaarde ahv in plaats van a
hv
Kooldioxide CO2 in plaats van CO
2
Eenheid m/s2 in plaats van m/s
2
13.2 Geluidsinformatie
De vermelde geluidsinformatie zijn bepaald aan de hand van de volgende
richtlijnen voor de typische bedrijfsomstandigheden van de machine /
speciale testcondities en met behulp van geharmoniseerde normen:
Geluidsdrukniveau
L
pA
werd conform EN ISO 11201 bepaald.
Tijdens het gebruik kunnen de waarden, afhankelijk van de heersende
bedrijfsomstandigheden, verschillen.
13.3 FUH
Type FUH35/2/042
Materiaalnummer 5100047262
Nominale stroom [A] 9,5
Nominale spanning [V] 230
Nominale frequentie [Hz] 50 - 60
Nominaal vermogen [kW] 2,2
Fasen [~] 1
Uitgangsstroom [A] 35
Uitgangsspanning [V] 42
Uitgangsfrequentie [Hz] 200
Nominaal uitgangsvermogen [kW] 2
Uitgangsfasen [~] 3
Lengte [mm] 511
Breedte [mm] 303
Hoogte [mm] 321
Bedrijfsgewicht [kg] 18,24
Lengte kabel [mm] 2,2
Stekkertype CEE 7/7 (Stecker Typ EF)
13
Technische gegevens
13.3 FUH
32
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
Type FUH35/2/042
Materiaalnummer 5100047262
Stopcontacttype CEE 3P 32A 4H 50V
100-200Hz
Contactdozen aantal 2
Bedrijfstemperatuurbereik [°C] -15 - 40 °C
Opslagtemperatuurbereik [°C] -25 - 50 °C
Beschermingsklasse I
Beschermingsgraad IP44
Geluidsdrukniveau LpA [dB(A)] 70
Type FUH70/4/042 FUH70/4/042 SC
Materiaalnummer 5100047263 5100047265
Nominale stroom [A] 16 16
Nominale spanning [V] 230 230
Nominale frequentie [Hz] 50 - 60 50 - 60
Nominaal vermogen [kW] 3,7 3,7
Fasen [~] 1 1
Uitgangsstroom [A] 58 58
Uitgangsspanning [V] 42 0 - 42
Uitgangsfrequentie [Hz] 200 0 - 200
Nominaal uitgangsvermogen [kW] 3,4 0 - 3,4
Uitgangsfasen [~] 3 3
Lengte [mm] 516 516
Breedte [mm] 303 303
Hoogte [mm] 420 420
Bedrijfsgewicht [kg] 28,2 28,2
Lengte kabel [mm] 2,2 2,2
Stekkertype CEE 7/7 (Stecker Typ EF) CEE 7/7 (Stecker Typ EF)
Stopcontacttype CEE 3P 32A 4H 50V
100-200Hz
CEE 3P 32A 4H 50V
100-200Hz
Contactdozen aantal 4 4
Bedrijfstemperatuurbereik [°C] -15 - 40 °C -15 - 40 °C
Opslagtemperatuurbereik [°C] -25 - 50 °C -25 - 50 °C
Beschermingsklasse I I
Beschermingsgraad IP44 IP44
Geluidsdrukniveau LpA [dB(A)] 70 70
Type FUH70/6/042 SC
Materiaalnummer 5100047264
Nominale stroom [A] 16
Nominale spanning [V] 230
Nominale frequentie [Hz] 50 - 60
Nominaal vermogen [kW] 3,7
Fasen [~] 1
Technische gegevens
Verlengkabel 13.4
33
[nl] | 09/2020 | 5100056261 | FUH | Handleiding
Type FUH70/6/042 SC
Materiaalnummer 5100047264
Uitgangsstroom [A] 58
Uitgangsspanning [V] 0 - 42
Uitgangsfrequentie [Hz] 0 - 200
Nominaal uitgangsvermogen [kW] 0 - 3,4
Uitgangsfasen [~] 3
Lengte [mm] 516
Breedte [mm] 303
Hoogte [mm] 520
Bedrijfsgewicht [kg] 30,5
Lengte kabel [mm] 2,2
Stekkertype CEE 7/7 (Stecker Typ EF)
Stopcontacttype CEE 3P 32A 4H 50V
100-200Hz
Contactdozen aantal 6
Bedrijfstemperatuurbereik [°C] -15 - 40 °C
Opslagtemperatuurbereik [°C] -25 - 50 °C
Beschermingsklasse I
Beschermingsgraad IP44
Geluidsdrukniveau LpA [dB(A)] 70
13.4 Verlengkabel
WAARSCHUWING
Gevaar door elektrische stroom!
Letsel door elektrische schok.
Aansluitkabel en verlengkabel op beschadiging controleren.
Gebruik uitsluitend verlengkabels met randaarde en correcte rand-
aardeaansluiting aan stekkers en koppelingen (alleen bij machines
van beschermingsklasse I, zie hoofdstuk Technische gegevens).
Gebruik uitsluitend goedgekeurde verlengkabels, zie hoofdstuk Vei-
ligheid.
Zie de volgende tabel voor de vereiste draaddoorsnede van de ver-
lengkabel:
Informatie
De typeaanduiding en spanning van uw machine leest u op het typeplaat-
je of via het artikelnr. zie Technische gegevens op pagina 31.
13
Technische gegevens
13.4 Verlengkabel
34
Handleiding | FUH | 5100056261 | 09/2020 | [nl]
Machine Spanning
[V]
Verlengkabel
[m]
Aderdoorsnede
[mm
2
]
FUH35/2/042 230 1~ ≤ 63 1,5
≤ 105 2,5
≤ 167 4,0
FUH70/4/042 230 1~ ≤ 38 1,5
FUH70/4/042 SC ≤ 62 2,5
FUH70/6/042 SC
Voorbeeld
U hebt een omvormer, bijvoorbeeld de FUH70/4/042, en u wilt een ver-
lengkabel van 50m lengte gebruiken.
De ingangsspanning van de machine is 230V.
Volgens de tabel moet uw verlengkabel een aderdoorsnede van 2,5mm
2
hebben.
Wacker Neuson Produktion GmbH &
Co. KG
Wackerstraße 6
D-85084 Reichertshofen
Tel.: +49 8453 340-0
www.wackerneuson.com
Materiaalnummer: 5100056261
Taal: [nl]
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Wacker Neuson Frequency Converters FUH70/4/042 SC Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor