Documenttranscriptie
2-178-349-54(1)
Istruzioni per l’uso [IT] / Gebruiksaanwijzin [NL]
Istruzioni per
l’uso
IT
Da leggere subito
NL
Gebruiksaanwijzin
Lees dit eerst
Digital HD Video Camera Recorder
HDR-FX1E
© 2004 Sony Corporation
Lees dit eerst
Voordat u het apparaat gebruikt, moet u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen.
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u
deze later als referentiemateriaal nodig hebt.
Verwijdering van Oude Elektrische en
Elektronische Apparaten (Toepasbaar in
de Europese Unie en andere Europese
landen met gescheiden
ophaalsystemen)
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht. Dit kan brand of elektrische
schokken tot gevolg hebben.
Open de behuizing niet. Dit kan
elektrische schokken tot gevolg hebben.
Laat het apparaat alleen nakijken door
bevoegde servicetechnici.
Voor de klanten in Nedserland
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein
chemisch afval (KCA).
VOOR KLANTEN IN EUROPA
WAARSCHUWING
De elektromagnetische velden kunnen bij de
opgegeven frequenties het beeld en het geluid van de
camcorder beïnvloeden.
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die
zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het gebruik
van een aansluitsnoer van minder dan 3 meter.
b Kennisgeving
Als de gegevensoverdracht halverwege wordt
onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit
of elektromagnetische storing, moet u de
toepassing opnieuw starten of de i.LINK-kabel
loskoppelen en opnieuw aansluiten.
2
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval
mag worden behandeld. Het moet echter naar een
plaats worden gebracht waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier
wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens
en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recyclage van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het best contact
op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of
de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Geldt ook voor deze accessoires: afstands
bediening
Opmerkingen over het gebruik
Met de camcorder kunt u opnemen in de HDV- en
DV-indelingen. U kunt alleen mini-DV-banden
gebruiken voor de camcorder.
De HDV-standaard
• Digitale HD-videosignalen (High-Definition)
worden opgenomen op en afgespeeld vanaf een band
met DV-indeling.
• HDV-signalen worden gecomprimeerd tot MPEG2indeling. Deze indeling wordt gebruikt voor digitale
HDTV-uitzendingen via satelliet en kabel en voor
Blu-ray-discrecorders.
z Tip
• De camcorder maakt gebruik van de HDV1080ispecificatie. Hierbij worden 1080 effectieve
scanlijnen gebruikt (binnen de HDV-standaard) en
worden beelden opgenomen met een bitsnelheid van
ongeveer 25 Mbps. De i.LINK-interface wordt
gebruikt als digitale interface om een digitale
verbinding mogelijk te maken met televisies en
computers die compatibel zijn met de HDVindeling.
Opnemen
• Voordat u begint met opnemen, test u de
opnamefunctie om te controleren of het beeld en het
geluid zonder problemen worden opgenomen.
• Opnamen worden niet vergoed, zelfs niet als er niet
wordt opgenomen of weergegeven wegens een
storing van de camcorder, problemen met de
opslagmedia, enzovoort.
• Televisiekleursystemen verschillen afhankelijk van
het land/de regio. Als u de opnamen van de
camcorder wilt bekijken op een televisie, moet u een
televisie met het PAL-kleursysteem gebruiken.
• Televisieprogramma's, films, videobanden en ander
beeldmateriaal kunnen worden beschermd door
auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen
van dergelijk materiaal kan in strijd zijn met de
auteursrechten.
Het LCD-scherm, de beeldzoeker en de
lens
• Het LCD-scherm en de beeldzoeker van de
camcorder zijn vervaardigd met precisietechnologie,
zodat minstens 99,99% van de beeldpunten voor
gebruik beschikbaar is.
Soms kunnen er zwarte stipjes en/of heldere stipjes
(wit, rood, blauw of groen) verschijnen op het LCDscherm of in de beeldzoeker.
Deze stipjes duiden niet op fabricagefouten en
hebben geen enkele invloed op de opnamen.
• Als het LCD-scherm, de beeldzoeker en de lens
langdurig worden blootgesteld aan direct zonlicht,
kunnen deze worden beschadigd. Wees voorzichtig
wanneer u de camera bij een raam of buiten neerlegt.
• Richt de camcorder nooit direct naar de zon. De
camcorder kan hierdoor worden beschadigd. Neem
de zon alleen op als het licht niet fel is, zoals tijdens
de schemering.
HDV-banden op andere apparaten
afspelen
Een band die met de HDV-indeling is
opgenomen, kan niet worden afgespeeld op een
apparaat dat niet compatibel is met de HDVindeling. Er wordt een blauw scherm
weergegeven.
Controleer de opnamen op banden door de
banden af te spelen op de camcorder voordat u
ze afspeelt op andere apparaten.
NL
Andere apparaten aansluiten
Als u de camcorder met een i.LINK-kabel wilt
aansluiten op een ander apparaat, zoals een
videorecorder of computer, moet u er rekening mee
houden dat u de stekker in de juiste richting plaatst.
Als u de stekker met kracht in de verkeerde richting
plaatst, kan de aansluiting worden beschadigd of
kan dit een storing van de camcorder veroorzaken.
Deze handleiding gebruiken
De beelden van het LCD-scherm en de beeldzoeker
die in deze handleiding worden gebruikt, zijn
opgenomen met een digitale camera en kunnen dus
verschillen van de beelden die u ziet.
,wordt vervolgd
3
De camcorder gebruiken
• Maak de handgreepband vast, zoals in de volgende
afbeelding wordt aangegeven, zodat u de camcorder
goed kunt vasthouden.
• Houd de camcorder niet vast bij de volgende
onderdelen:
Beeldzoeker
• U kunt de taal voor de weergave op het scherm van
de camcorder wijzigen (p. 18).
LCD-scherm
Accu
Microfoon
Houder voor
aansluitingen
4
Inhoudspgave
Lees dit eerst.............................................................................................. 2
Snelle startgids
Films opnemen........................................................................................... 8
Aan de slag
Stap 1: Bijgeleverde onderdelen controleren ........................................... 10
Stap 2: De accu opladen.......................................................................... 11
Een externe stroombron gebruiken ........................................................................... 14
Stap 3: De stroom inschakelen ................................................................ 14
Stap 4: Het LCD-scherm en de beeldzoeker aanpassen......................... 15
Het LCD-scherm aanpassen ..................................................................................... 15
De beeldzoeker aanpassen ...................................................................................... 15
Stap 5: Datum en tijd instellen ................................................................. 16
Stap 6: Een band plaatsen....................................................................... 17
Stap 7: De taal voor het scherm instellen ................................................ 18
Opnemen
Films opnemen......................................................................................... 20
Langere tijd opnemen
......................................................................................... 22
De zoomfunctie gebruiken ........................................................................................ 22
Opnemen in de spiegelstand .................................................................................... 24
Opnamegegevens weergeven – Statuscontrole ....................................................... 24
De belichting aanpassen.......................................................................... 25
De belichting voor onderwerpen met tegenlicht aanpassen ..................................... 25
Het onderwerp opnemen bij fel licht – SPOT LIGHT ................................................ 26
Witbalans aanpassen ................................................................................................ 26
Opnemen met handmatige aanpassingen ............................................... 28
De iris aanpassen ..................................................................................................... 28
De gevoeligheid aanpassen ...................................................................................... 29
Sluitertijd aanpassen ................................................................................................. 30
De hoeveelheid licht aanpassen – ND FILTER ........................................................ 30
Het zebrapatroon weergeven om de helderheid aan te passen ............................... 31
,wordt vervolgd
5
Scherpstelling aanpassen ........................................................................ 32
De scherpstelling handmatig aanpassen ................................................................... 32
De randen verscherpen om scherp te stellen – PEAKING ........................................ 34
De beeldkwaliteit of het geluid aanpassen............................................... 34
De beeldkwaliteit aanpassen – PICTURE PROFILE ................................................. 34
Audio-opnameniveau aanpassen – Volume van de microfoon ................................. 37
Beelden met verschillende functies opnemen.......................................... 37
Scènes vloeiend laten overlopen – Opnameovergang .............................................. 37
Een scène in- of uitfaden – FADER ........................................................................... 39
Een indexsignaal opnemen aan het begin van de opname ....................................... 40
Opnemen in het formaat 16:9
............................................................. 41
De laatstopgenomen scènes bekijken – Rec Review .............................. 42
Afspelen
Films weergeven ...................................................................................... 43
Afspelen in verschillende standen ............................................................................. 44
Verschillende afspeelfuncties................................................................... 45
De laatste scène van de meest recente opname zoeken – END SEARCH .............. 45
De schermaanduidingen weergeven ......................................................................... 45
De datum/tijd en gegevens over camera-instellingen weergeven
– Gegevenscode ................................................................................................. 45
De videogegevens weergeven – Statuscontrole ....................................................... 46
Het beeld afspelen op een televisie ......................................................... 47
Het beeld afspelen op een high-definition televisie ................................................... 47
Beelden weergeven op een 16:9- of een 4:3-televisie .............................................. 49
Een scène op een band zoeken voor afspelen ........................................ 50
Snel de gewenste scène zoeken – Zero set memory ................................................ 50
Een scène zoeken op opnamedatum – Datumzoekfunctie ....................................... 51
Zoeken naar het beginpunt van de opname – Indexzoekfunctie ............................... 51
6
Uitgebreide functies
Het menu gebruiken
Problemen oplossen
Problemen oplossen ..........................85
Waarschuwingen en berichten ...........91
Menu-items selecteren .......................53
Het menu
(CAMERA INST.)
gebruiken – STDYSHOT TYP/
BEELDOPNAME, enzovoort ........54
Het menu
(AUDIO INST.) gebruiken
– AUDIO MIX, enzovoort ..............58
Het menu
(LCD/BZ INST.) gebruiken
– LCD KLEUR, enzovoort ............60
Het menu
(IN/UIT OPN.) gebruiken
– REC FORMAT/TV-TYPE,
enzovoort .....................................61
Het menu
(OVERIGE) gebruiken
– KLOK INSTEL./WERELDTIJD,
enzovoort .....................................64
Extra informatie
De camcorder gebruiken in het
buitenland .....................................94
HDV-indeling en
opnemen/afspelen ........................95
Informatie over de "InfoLITHIUM"
accu ..............................................96
Informatie over i.LINK ........................98
Onderhoud en
voorzorgsmaatregelen ..................99
Technische gegevens ......................103
Persoonlijk menu aanpassen .............67
Functies toewijzen .............................70
Kopiëren/bewerken
Snelle kennismaking
Onderdelen en
bedieningselementen .................105
Index ................................................112
Kopiëren naar een andere band ........72
Beelden opnemen van een
videorecorder of televisie .............76
Aansluiten op een computer ..............79
Geluid kopiëren naar een band met
opnamen
................................80
Een analoge videorecorder aansluiten op
de computer via de camcorder
– Conversiefunctie voor
signalen ........................................83
Opmerking over de pictogrammen die
in deze handleiding worden gebruikt
: functies die alleen voor de HDVindeling beschikbaar zijn.
: functies die alleen voor de DV-indeling
beschikbaar zijn.
7
Snelle startgids
Films opnemen
1
Plaats de opgeladen accu in de camcorder.
Zie pagina 11 om de accu op te laden.
Druk de accu in de camcorder en schuif de accu omlaag.
Accu
2
Plaats een band in de camcorder.
a Schuif de schakelaar b Plaats de band met het
OPEN/EJECT
in
de richting van de pijl
om het deksel te
openen.
De bandhouder wordt
automatisch uitgeschoven.
OPEN/EJECT
8
Snelle startgids
venstergedeelte naar
buiten gericht en druk
vervolgens op het
midden van de
achterkant van de band.
Venstergedeelte
c Druk op
op de
bandhouder.
Sluit het deksel van de
bandhouder nadat de
bandhouder automatisch is
teruggeschoven.
3
Start met opnemen terwijl u het onderwerp op het LCD-scherm
controleert.
De datum en de tijd zijn standaard niet ingesteld. Zie pagina 16 om de datum en tijd in te stellen.
De beelden worden standaard opgenomen met de HDV-indeling. Zie pagina 62 als u wilt
opnemen met de DV-indeling.
Snelle startgids
a Open de sluiter van de kap.
b Open het LCD-scherm en
pas de hoek aan.
c Houd het groene knopje
ingedrukt en zet de
schakelaar POWER op
CAMERA.
d Druk op REC START/
STOP.
Het opnemen wordt gestart. Druk
nogmaals op REC START/STOP
om naar de wachtstand te gaan.
4
Bekijk het opgenomen beeld op het LCD-scherm.
a Houd het groene knopje
ingedrukt en zet de
schakelaar POWER op VCR.
b Druk op m (terugspoelen).
c Druk op N (afspelen) om
het afspelen te starten.
Druk op x (stoppen) om te stoppen.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, zet
u de schakelaar POWER op OFF
(CHG).
Snelle startgids
9
Aan de slag
Draadloze afstandsbediening (1)
Stap 1: Bijgeleverde
onderdelen
controleren
A/V-kabel (1)
Controleer of de volgende onderdelen in de
verpakking van de camcorder aanwezig zijn.
Het getal tussen haakjes geeft het bijgeleverde
aantal van het onderdeel aan.
Netspanningsadapter (1)
Componentvideokabel (1)
Netsnoer (1)
Schoenadapter (1)
Zie pagina 109 als u deze op de camcorder wilt
bevestigen.
Lenskap (1)
Deze is bevestigd op de camcorder.
Oplaadbare accu NP-F570 (1)
R6-batterijen (AA-formaat) (2)
Zie pagina 110 als u de batterijen in de
afstandsbediening wilt plaatsen.
Reinigingscassette (1)
b Opmerking
• Als u bijvoorbeeld een optisch filter (optioneel) wilt
bevestigen, moet u de lenskap verwijderen.
Schouderband (1)
Zie pagina 106 als u deze op de camcorder wilt
bevestigen.
Grote oogdop (1)
Zie pagina 16 als u deze op de camcorder wilt
bevestigen.
21-polige verloopstekker (1)
Alleen voor de modellen met het teken
aan de onderkant.
Gebruiksaanwijzing (deze handleiding)
(1)
10
Aan de slag
Stap 2: De accu
opladen
1
Druk de accu in de camcorder en
schuif de accu omlaag.
2
Sluit de netspanningsadapter aan op
de DC IN-aansluiting op de camcorder
met het teken b op de stekker naar de
bandhouder gericht.
U kunt de accu opladen door de
"InfoLITHIUM" accu (L-serie) op de
camcorder te bevestigen.
Aan de slag
b Opmerking
• U kunt geen andere accu's dan de "InfoLITHIUM"
accu (L-serie) gebruiken (p. 96).
• Zorg dat de stekker van de netspanningsadapter niet
in aanraking komt met metalen voorwerpen. Dit kan
een storing veroorzaken.
• Gebruik de netspanningsadapter in de buurt van een
stopcontact. Haal de stekker van de
netspanningsadapter onmiddellijk uit het
stopcontact als er een storing optreedt.
• Gebruik de netspanningsadapter niet in een kleine
ruimte, zoals tussen een muur en het meubilair.
Accu
Het teken b
DC IN-aansluiting
Stekker
Netspanningsadapter
Netsnoer
3
Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter.
4
Sluit het netsnoer aan op het
stopcontact.
Naar het stopcontact
,wordt vervolgd
Aan de slag
11
5
Zet de schakelaar POWER op OFF
(CHG).
De resterende acculading controleren
– Informatie over de accu
Het lampje CHG (opladen) gaat branden en
het opladen begint.
Na het opladen van de accu
Het lampje CHG (opladen) wordt uitgeschakeld
als de accu volledig is opgeladen. Koppel de
netspanningsadapter los van de DC INaansluiting.
De accu verwijderen
U kunt het oplaadniveau van de accu en de
resterende opnameduur controleren tijdens het
opladen of als de stroom is uitgeschakeld. De
resterende opnameduur voor de geselecteerde
opname-indeling wordt weergegeven.
1 Zet de schakelaar POWER op OFF
(CHG).
2 Open het LCD-scherm en pas de hoek
aan.
3 Druk op DISPLAY/BATT INFO.
De informatie over de accu wordt ongeveer
7 seconden weergegeven.
Houd de toets ingedrukt om de informatie
ongeveer 20 seconden weer te geven.
BATTERY INFO
1 Zet de schakelaar POWER op OFF
(CHG).
2 Druk op BATT RELEASE en schuif de
BATTERIJLADING
0%
50%
100%
BESCHIKB. OPNAMEDUUR
LCD-SCHERM:
1 1 5 min
BLDZOEKER :
1 2 5 min
accu omhoog.
A Oplaadniveau van de accu: de resterende
accuduur wordt bij benadering
weergegeven.
B Mogelijke opnameduur met het LCDscherm.
C Mogelijke opnameduur met de
beeldzoeker.
12
Aan de slag
Duur van opladen
Aantal minuten (bij benadering) dat nodig is om
een volledig ontladen accu volledig op te laden
bij 25°C. (Een temperatuur van 10-30°C wordt
aanbevolen.)
Accu
NP-F570 (bijgeleverd)
260
NP-F770
370
NP-F970
485
Opnameduur
Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als
u een volledig opgeladen accu gebruikt bij
25°C.
Opnemen met de HDV-indeling
z Tip
• U kunt ook de accu's NP-F550/F730/F750/F960
gebruiken. Als u deze accu's hebt opgeladen, moet u
een proefopname maken voordat u de uiteindelijke
opname maakt om de beschikbare opnameduur te
controleren. De opnameduur verschilt afhankelijk
van de omgeving waarin de camcorder wordt
gebruikt. Druk op DISPLAY/BATT INFO om de
opnameduur op het scherm weer te geven.
Accu
Doorlopende Gebruikelijke
opnameduur opnameduur
Speelduur
NP-F570
(bijgeleverd)
115
125
125
65
65
65
NP-F770
235
260
260
130
130
130
Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als
u een volledig opgeladen accu gebruikt bij
25°C.
Beelden met HDV-indeling
365
390
390
200
205
205
NP-F970
Opnemen met de DV-indeling
Accu
Doorlopende Gebruikelijke
opnameduur opnameduur
NP-F570
(bijgeleverd)
120
135
130
65
70
65
NP-F770
250
280
275
135
140
140
NP-F970
380
415
410
205
215
215
Aan de slag
b Opmerking
• De accu's NP-F330/F530/500/510/710 kunnen niet
worden gebruikt met de camcorder.
• De bovenste getallen geven het aantal minuten (bij
benadering) aan als de schakelaar LCD
BACKLIGHT op ON is gezet.
• De middelste getallen geven het aantal minuten (bij
benadering) aan als de schakelaar LCD
BACKLIGHT op OFF is gezet.
• De onderste getallen geven het aantal minuten (bij
benadering) aan als u opneemt met de beeldzoeker.
• "Gebruikelijke opnameduur" duidt op het aantal
minuten (bij benadering) dat u kunt opnemen als u
herhaaldelijk opneemt, start/stopt, de schakelaar
POWER verschuift om de bedieningsstand te
wijzigen en in-/uitzoomt. De werkelijke levensduur
van de accu kan korter zijn.
Accu
LCDscherm
geopend*
LCDscherm
gesloten*
NP-F570
(bijgeleverd)
175
200
NP-F770
360
410
NP-F970
545
620
Beelden met DV-indeling
Accu
LCDscherm
geopend*
LCDscherm
gesloten*
NP-F570
(bijgeleverd)
200
235
NP-F770
415
480
NP-F970
630
725
* Met de schakelaar LCD BACKLIGHT op ON gezet.
,wordt vervolgd
Aan de slag
13
b Opmerking
• De stroom wordt niet geleverd via de accu als de
netspanningsadapter is aangesloten op de DC INaansluiting van de camcorder, zelfs niet als het
netsnoer van de netspanningsadapter is
losgekoppeld van het stopcontact.
• De opname- en speelduur zijn korter als u de
camcorder bij lage temperaturen gebruikt.
• In de volgende gevallen knippert het lampje CHG
(opladen) tijdens het opladen of wordt de informatie
over de accu niet juist weergegeven:
– De accu is niet juist geplaatst.
– De accu is beschadigd.
– De accu is volledig ontladen. (Alleen voor
informatie over de accu.)
Een externe stroombron
gebruiken
Stap 3: De stroom
inschakelen
U moet de schakelaar POWER in de juiste
bedieningsstand zetten als u beelden wilt
opnemen of afspelen.
Als u deze camcorder voor het eerst gebruikt,
wordt het venster [KLOK INSTEL.]
weergegeven (p. 16).
Houd het groene knopje ingedrukt en zet
de schakelaar POWER in de gewenste
stand.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
U kunt de netspanningsadapter als
stroombron gebruiken wanneer u de accu wilt
sparen. Als u de netspanningsadapter
gebruikt, blijft de accu opgeladen, zelfs als
deze in de camcorder is geplaatst.
LET OP
Zelfs als de camcorder is uitgeschakeld, wordt
de camcorder nog steeds van stroom
(netspanning) voorzien als de camcorder met de
netspanningsadapter is aangesloten op het
stopcontact.
Sluit de camcorder aan zoals wordt
weergegeven in "Stap 2: De accu opladen"
(p. 11).
• CAMERA: beelden opnemen.
• VCR: beelden afspelen of bewerken.
De stroom uitschakelen
Zet de schakelaar POWER op OFF (CHG).
14
Aan de slag
Stap 4: Het LCDscherm en de
beeldzoeker
aanpassen
Het LCD-scherm aanpassen
180 graden
Tot maximaal
100 graden
Open het LCD-scherm 180 graden en
draai het scherm in de gewenste positie.
De helderheid van het LCD-scherm
aanpassen
Druk op LCD BRIGHT – of + om de helderheid
aan te passen.
Aan de slag
U kunt de hoek en de helderheid van het
LCD-scherm aanpassen aan verschillende
opnamesituaties.
Zelfs als er obstakels zijn tussen u en het
onderwerp, kunt u het onderwerp tijdens het
opnemen controleren op het LCD-scherm
door de hoek van het LCD-scherm aan te
passen.
z Tip
• Als u het LCD-scherm draait tot dit naar beneden is
gericht, kunt u het LCD-scherm terugzetten in de
originele positie, maar met het LCD-venster naar
buiten gericht.
• Als u de accu gebruikt als stroombron, kunt u de
helderheid selecteren door [NIV. AV. LCD] in te
stellen in het menu
(LCD/BZ INST.) (p. 60).
• Wanneer u de camcorder gebruikt met de accu in een
heldere omgeving, zet u de schakelaar LCD
BACKLIGHT op OFF (
wordt weergegeven).
In deze positie spaart u de acculading.
• Als u de helderheid van het LCD-scherm aanpast, is
dit niet van invloed op de helderheid van de
opgenomen beelden.
• U kunt het geluid dat u hoort na het bevestigen van
een bewerking, uitschakelen door [PIEPTOON] in
het menu
(OVERIGE) in te stellen op [UIT]
(p. 64).
De beeldzoeker aanpassen
U kunt beelden bekijken met de beeldzoeker
als u het LCD-scherm sluit. Gebruik de
beeldzoeker als de accu bijna leeg is of
wanneer het scherm moeilijk zichtbaar is.
Zoekerscherpstelknopje
1
Zet de beeldzoeker omhoog.
2
Pas het beeld aan met het
zoekerscherpstelknopje totdat het
beeld duidelijk is.
,wordt vervolgd
Aan de slag
15
Als het beeld in de beeldzoeker moeilijk
zichtbaar is
Als u het beeld in de beeldzoeker niet duidelijk
kunt zien bij heldere omstandigheden, moet u de
bijgeleverde grote oogdop gebruiken.
Wanneer u de grote oogdop wilt bevestigen,
moet u deze enigszins uitrekken en uitlijnen met
de groef van de beeldzoeker. Vervolgens schuift
u de oogdop zo ver mogelijk op de beeldzoeker.
U kunt de grote oogdop naar links of naar rechts
gericht op de camcorder bevestigen.
Grote oogdop
(bijgeleverd)
Stap 5: Datum en tijd
instellen
Stel de datum en tijd in wanneer u de
camcorder voor het eerst gebruikt. Als u de
datum en tijd niet instelt, verschijnt het
venster [KLOK INSTEL.] elke keer als u de
camcorder inschakelt.
b Opmerking
• Als u de camcorder langer dan ongeveer 3 maanden
niet gebruikt, wordt de ingebouwde oplaadbare
knoopcel ontladen en worden de instellingen van de
datum en de tijd gewist uit het geheugen. In dit geval
moet u de oplaadbare knoopcel opnieuw opladen
(p. 101) en vervolgens de datum en tijd opnieuw
instellen.
z Tip
• Als u de helderheid van de achtergrondverlichting
van de beeldzoeker wilt selecteren wanneer u de
accu gebruikt, selecteert u het menu
(LCD/BZ
INST.) en [LICHT BZ] (p. 60).
POWER
1
Schakel de camcorder in (p. 14).
2
Open het LCD-scherm en pas de hoek
aan.
Ga verder met stap 6 als u de klok voor het
eerst instelt.
16
Aan de slag
3
Stap 6: Een band
plaatsen
Druk op MENU.
CAMERA INST.
WB VOORINST.
AE RESPONS
GAIN INST.
SHOT TRANS
STEADYSHOT
STDYSHOT TYP
ZOOM HANDGR.
U kunt alleen mini-DV-banden
gebruiken. Zie pagina 95 voor meer
informatie over deze banden (zoals
schrijfbeveiliging).
[MENU]:EINDE
4
OVERIGE
TERUG
ASSIGN BTN
KLOK INSTEL.
WERELDTIJD
LANGUAGE
PIEPTOON
OPNAMELAMP
FORMAT LAMP
b Opmerking
• Plaats de band niet met te veel kracht in de houder.
Dit kan een storing van de camcorder veroorzaken.
1
Aan de slag
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het menu
(OVERIGE) te
selecteren en druk op de regelaar.
Schuif de schakelaar OPEN/
EJECT
in de richting van de pijl
en open het deksel.
[MENU]:EINDE
5
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [KLOK INSTEL.] te selecteren en
druk op de regelaar.
1 2 0 min
KLOK INSTEL.
2004 J
1M
1D
0 : 00
OPEN/EJECT
[MENU]:ANNULEREN
6
Deksel
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [J] (jaar) te selecteren en druk op
de regelaar.
1 2 0 min
KLOK INSTEL.
2004 J
1M
1D
0 : 00
[MENU]:ANNULEREN
U kunt elk gewenste jaar instellen tot
maximaal 2079.
7
De bandhouder wordt automatisch
uitgeschoven en geopend.
Stel [M] (maand), [D] (dag), uur en
minuten in op dezelfde manier als in
stap 6 en druk op de regelaar.
,wordt vervolgd
Aan de slag
17
2
Plaats een band met het
venstergedeelte naar buiten gericht.
Venstergedeelte
3
Druk zachtjes op het
midden van de achterkant
van de band.
Druk op
Stap 7: De taal voor
het scherm instellen
U kunt de taal voor het LCD-scherm
selecteren.
op de bandhouder.
De bandhouder wordt automatisch naar
binnen geschoven.
4
POWER
Schakel de camcorder in.
2
Open het LCD-scherm en pas de hoek
aan.
3
Druk op MENU.
4
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het menu
(OVERIGE) te
selecteren en druk op de regelaar.
Sluit het deksel.
De band verwijderen
1 Schuif de schakelaar OPEN/EJECT
in de richting van de pijl en open het
deksel.
De bandhouder wordt automatisch
uitgeschoven.
2 Verwijder de band en druk op
De bandhouder wordt automatisch naar
binnen geschoven.
3 Sluit het deksel.
18
1
Aan de slag
.
OVERIGE
TERUG
ASSIGN BTN
KLOK INSTEL.
WERELDTIJD
LANGUAGE
PIEPTOON
OPNAMELAMP
FORMAT LAMP
[MENU]:EINDE
STBY
5
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [LANGUAGE] te selecteren en
druk op de regelaar.
0:00:00
LANGUAGE
DEUTSCH
E
HN I KA
ENGL I SH
ENG[ S I MP ]
ESPAÑOL
FRANÇA I S
I TAL I ANO
[MENU]:EINDE
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om de gewenste taal te selecteren en
druk op de regelaar.
7
Druk op MENU om het menuscherm
te verbergen.
Aan de slag
6
z Tip
• De camcorder biedt de optie [ENG [SIMP]]
(vereenvoudigd Engels) als u uw eigen taal niet kunt
vinden.
Aan de slag
19
Opnemen
3
Films opnemen
Houd het groene knopje ingedrukt en
zet de schakelaar POWER op
CAMERA.
Het lampje voor de HDV-indeling gaat
branden en de camcorder wordt in de
opnamewachtstand gezet (de
standaardinstelling).
Het neemt enige tijd in beslag om de
camcorder in de opnamewachtstand te
zetten.
U kunt films opnemen met de HDV-indeling
of de DV-indeling.
Voordat u opneemt, voert u stap 1 tot en met
7 bij "Aan de slag" (p. 10-p. 18) uit.
Films worden met stereogeluid opgenomen.
Camera-opnamelampje
Lampjes voor de indeling
4
Cameraopnamelampje
1
Selecteer de opname-indeling.
Opnemen met de HDV-indeling
Selecteer het menu
(IN/UIT OPN.),
[REC FORMAT] en vervolgens
[HDV1080i] (de standaardinstelling)
(p. 62).
verschijnt op het LCD-scherm en
de camcorder wordt in de
opnamewachtstand gezet.
POWER en REC
START/STOP
Open de sluiter van de lenskap.
Opnemen met de DV-indeling
Selecteer het menu
(IN/UIT OPN.),
[REC FORMAT] en vervolgens [DV]
(p. 62).
verschijnt op het LCD-scherm, het
lampje voor de DV-indeling gaat branden
en de camcorder wordt in de
opnamewachtstand gezet.
2
Open het LCD-scherm en pas de hoek
aan.
5
Druk op REC START/STOP.
Het opnemen wordt gestart. [OPN] wordt
weergegeven op het LCD-scherm en het
camera-opnamelampje gaat branden.
Druk nogmaals op REC START/STOP om
te stoppen met opnemen.
De stroom uitschakelen
Zet de schakelaar POWER op OFF (CHG).
20
Opnemen
Opnemen vanuit een lage hoek
Gebruik de toets REC START/STOP op de
handgreep nadat u de schakelaar HOLD hebt
ontgrendeld.
Als u het beeld wilt weergeven tijdens het
opnemen, richt u het LCD-scherm of de
beeldzoeker omhoog of richt u het LCD-scherm
naar beneden. Sluit vervolgens het LCD-scherm
en plaats het weer in de oorspronkelijke positie
met het venster naar buiten gericht.
HOLD
B Resterende accuduur
De aangegeven tijd is wellicht niet correct,
afhankelijk van de omgeving waarin u de
camcorder gebruikt. Als u het LCD-scherm
hebt geopend of gesloten, duurt het
ongeveer 1 minuut voordat de juiste
resterende accuduur wordt weergegeven.
C Opnamestatus ([STBY] (wachtstand) of
[OPN] (opnemen))
D Opnametijd of bandteller (uur: minuut:
seconde)
Voor de tijdcode van deze camcorder wordt
het drop-frame-systeem gebruikt.
Opnemen
E Opnamecapaciteit van de band (p. 66)
F Volume van de microfoon (p. 37)
G Aanduiding van het midden (p. 57)
Deze aanduiding wordt in het midden van
het scherm weergegeven wanneer
[CENTR.MARK.] in het menu
(CAMERA INST.) is ingesteld op [AAN].
U kunt zo makkelijker beelden
samenstellen op het scherm.
H ND-filter
Als [ND1] of [ND2] knippert op het
scherm, schakelt u het ND-filter in (p. 30).
Aanduidingen die tijdens het opnemen
worden weergegeven
De aanduidingen worden niet op de band
opgenomen.
De datum/tijd en de camera-instellingen (p. 45)
worden niet weergegeven tijdens het opnemen.
6 0 min
HDV1080i
OPN
0: 00: 00
60 min
ND
1
L
R
A Opname-indeling (
of
)
De opnamestand (SP of LP) wordt ook
weergegeven in de DV-indeling.
b Opmerking
• Voordat u de accu vervangt, stelt u de schakelaar
POWER in op OFF (CHG).
• Als de camcorder langer dan 3 minuten in de
opnamestand blijft staan, wordt de opnamestand
uitgeschakeld (de koptrommel stopt met draaien) om
te voorkomen dat de band slijt en om de acculading
te sparen. Aangezien de camcorder niet wordt
uitgeschakeld, kunt u het opnemen opnieuw starten
door nogmaals op de REC START/STOP te
drukken. Het neemt enige tijd in beslag om het
opnemen opnieuw te starten. Dit is geen storing.
z Tip
• U kunt de kleurbalken opnemen op een band. Als u
films opneemt met de kleurbalken, kunt u de kleur
aanpassen met de kleurbalken terwijl u het beeld op
een televisie of monitor bekijkt. Druk op BARS als
u de kleurbalken wilt weergeven. Druk nogmaals op
BARS om de kleurbalken te verbergen.
• Wilt u een vloeiende overgang van de
laatstopgenomen scène naar de volgende scène op de
band, dan moet u rekening houden met de volgende
punten.
– Verwijder de band niet uit de camcorder. (Het
beeld wordt zonder onderbreking opgenomen,
zelfs als u de stroom uitschakelt).
,wordt vervolgd
Opnemen
21
– Neem geen beelden op in de HDV-indeling en in
de DV-indeling op dezelfde band.
– Neem geen beelden op in de stand SP en LP op
dezelfde band.
– Onderbreek het opnemen van een film in de stand
LP niet.
• De opnameduur, datum en camera-instellingen
worden automatisch opgenomen op de band zonder
dat deze worden weergegeven op het scherm. U kunt
deze informatie bekijken tijdens het afspelen door op
[DATA. CODE] te drukken (p. 45).
• De volgende functies werken wellicht niet correct
als er op de band zowel in de HDV-indeling als in de
DV-indeling is opgenomen:
– Zero set memory
– Datumzoekfunctie
– Indexzoekfunctie
• Als de aangesloten externe microfoon mono is,
wordt het geluid alleen via het linkerkanaal (L)
opgenomen en geeft de audioniveaumeter alleen het
linkerkanaal (L) aan (p. 58).
De zoomfunctie gebruiken
Op de camera en de handgreep zijn
zoomknoppen geplaatst.
U krijgt de beste resultaten als u de
zoomfunctie met mate gebruikt.
1 cm*
80 cm*
Langere tijd opnemen
Selecteer [ OPNM STAND] in het menu
(IN/UIT OPN.) en vervolgens [LP]
(p. 62).
U kunt in de stand LP 1,5 keer langer
opnemen dan in de stand SP.
Een band die is opgenomen in de stand LP,
kunt u alleen afspelen met deze camcorder.
* De minimale afstand tussen de camcorder en het
onderwerp die u nodig hebt voor scherpe weergave
als de knop in deze positie geplaatst is.
1
Stel de schakelaar ZOOM in op
LEVER/ REMOTE.
2
Als u de motorzoomknop voorzichtig
indrukt, kunt u langzaam in- en
uitzoomen op het onderwerp. Druk de
motorzoomknop verder in voor een
snellere zoombeweging.
Een grotere weergavehoek opnemen
Druk op de kant met de W van de
motorzoomknop.
Het onderwerp lijkt verder weg
(Groothoekopnamen).
Van dichtbij opnemen
Druk op de kant met de T van de
motorzoomknop.
Het onderwerp lijkt dichterbij (Teleopnamen).
22
Opnemen
Zoomknop op de handgreep gebruiken
Zoomring gebruiken
U kunt de snelheid van de zoomfunctie
aanpassen met de zoomschakelaar op de
handgreep wanneer u de zoomknop op de
handgreep gebruikt.
U kunt de gewenste zoomsnelheid instellen.
Tevens kunt u de snelheid nauwkeurig
afstemmen.
Zoomknop op
handgreep
Zoomschakelaar op
handgreep
1 Stel de schakelaar ZOOM in op RING.
2 Draai de zoomring om in of uit te
zoomen.
Opnemen
b Opmerking
• Draai de zoomring niet te snel. Als u dit wel doet, is
de snelheid van de ring wellicht te hoog voor de
zoomfunctie.
• Als u in- of uitzoomt met de afstandsbediening, stelt
u de schakelaar ZOOM in op LEVER/REMOTE.
• De positie van de zoomfunctie en de hoek van het
beeld worden gewijzigd wanneer de schakelaar
ZOOM wordt gewijzigd van LEVER/REMOTE in
RING.
• Als u de zoomring snel draait, wordt het geluid van
de motor harder, omdat de zoommotor sneller draait.
Als het geluid van de motor zo hard wordt dat dit
wellicht wordt opgenomen, moet u de
zoomschakelaar of de afstandsbediening gebruiken.
Zoomring
1 Zet de schakelaar ZOOM op LEVER/
REMOTE.
2 Stel de zoomschakelaar op de handgreep
in op H (hoog) of L (laag).
U kunt de zoomsnelheid van H of L van de
zoomknop op de handgreep instellen op
[ZOOM HANDGR.] in het menu
(CAMERA INST.). In de
standaardinstelling heeft [H] de waarde 6 en
[L] de waarde 3 (p. 56).
3 Druk op de zoomknop op de handgreep
om in of uit te zoomen.
b Opmerking
• U kunt de zoomsnelheid niet aanpassen door op de
zoomknop op de handgreep te drukken. Wijzig de
zoomsnelheid door [ZOOM HANDGR.] in te stellen
(p. 56).
• U kunt de zoomknop op de handgreep niet gebruiken
wanneer de zoomschakelaar op de handgreep is
ingesteld op OFF.
• U kunt de zoomsnelheid van de zoomknop op de
camera niet wijzigen door de zoomschakelaar op de
handgreep aan te passen.
Opnemen
23
Opnemen in de spiegelstand
U kunt het LCD-scherm naar het onderwerp
draaien zodat u en uw onderwerp het
opgenomen beeld kunnen delen. U kunt deze
functie ook gebruiken als u zichzelf opneemt
of om de aandacht van kleine kinderen vast te
houden als u hen opneemt.
Tot maximaal 100 graden
Opnamegegevens weergeven
– Statuscontrole
U kunt de waarde van de volgende items
controleren in de wachtstand of tijdens het
opnemen.
• Audio-instellingen, zoals het volume van de
microfoon (p. 37)
• Uitvoerinstellingen ([COMPONENT],
[i.LINK-CONV.] en [TV-TYPE]) (p. 62)
• Functies die zijn toegewezen aan de toetsen
van ASSIGN (p. 70)
• Instellingen voor opnameprofiel (p. 34)
Open het LCD-scherm 180 graden en
draai het scherm in de gewenste positie tot
u een klik hoort.
Er verschijnt een spiegelbeeld van het
onderwerp op het LCD-scherm, maar het beeld
wordt normaal opgenomen.
1
Druk op STATUS CHECK.
2
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het gewenste item weer te geven.
Elke keer dat u de regelaar draait, worden
de items als volgt weergegeven:
AUDIO t UITVOER t ASSIGN t
PICT. PROFILE
De weergave van de opnamegegevens
uitschakelen
Druk op STATUS CHECK.
24
Opnemen
b Opmerking
• Informatie over de instellingen voor opnameprofiel
wordt niet weergegeven wanneer deze instelling is
ingesteld op [UIT].
De belichting
aanpassen
In de standaardinstelling wordt de belichting
automatisch aangepast.
Opnemen
Als u beelden helderder of donkerder wilt
opnemen dan die worden gemaakt met de
automatische aanpassing voor de verlichting,
gebruikt u de functie voor handmatig
aanpassen (p. 28), of past u de beeldkwaliteit
aan met de functie PICTURE PROFILE
(p. 34).
De belichting voor onderwerpen
met tegenlicht aanpassen
Als het onderwerp met de rug naar de zon of
ander licht staat, kunt u de belichting
aanpassen om te voorkomen dat het
onderwerp te donker wordt weergegeven.
Druk op BACK LIGHT tijdens het
opnemen of in de wachtstand.
. wordt weergegeven.
Als u de tegenlichtfunctie wilt annuleren, drukt
u nogmaals op BACK LIGHT.
,wordt vervolgd
Opnemen
25
b Opmerking
• De tegenlichtfunctie wordt uitgeschakeld wanneer u
op SPOT LIGHT drukt.
• U kunt de tegenlichtfunctie niet gebruiken als 2 of
meer items voor iris, gevoeligheid en sluitertijd
handmatig zijn aangepast.
Het onderwerp opnemen bij fel
licht – SPOT LIGHT
Gebruik deze functie om te voorkomen dat
gezichten er zeer bleek uitzien onder felle
lampen, zoals in het theater.
Druk op SPOT LIGHT tijdens het
opnemen of in de wachtstand.
Witbalans aanpassen
U kunt de witbalans aanpassen aan het licht
van de opnameomgeving.
U kunt de aanpassingsgegevens voor
witbalans voor 2 verschillende
opnameomstandigheden opgeven en apart
opslaan in geheugen A en B. Tijdens het
opnemen kunt u deze instellingen oproepen
uit het geheugen met de schakelaar WHT
BAL (witbalans). De instellingen worden
ongeveer 3 maanden bewaard, mits deze niet
worden gewijzigd. De gegevens blijven ook
bewaard wanneer de stroombron wordt
losgekoppeld.
(één druk)
WHT BAL
wordt weergegeven.
Als u deze functie wilt annuleren, drukt u
nogmaals op SPOT LIGHT.
b Opmerking
• De spotlightfunctie wordt geannuleerd wanneer u op
BACK LIGHT drukt.
• U kunt de spotlightfunctie niet gebruiken als 2 of
meer items voor iris, gevoeligheid en sluitertijd
handmatig zijn aangepast.
26
Opnemen
1
Stel tijdens het opnemen of in de
wachtstand de schakelaar AUTO
LOCK in op de middelste positie om de
automatische vergrendeling uit te
schakelen.
2
Druk op WHT BAL.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
3
Stel de schakelaar WHT BAL in op A
of B.
4
Neem een wit onderwerp op zoals een
papiertje dat het volledige scherm vult.
Zorg ervoor dat de
lichtomstandigheden hetzelfde zijn als
die van het onderwerp.
het menu
(CAMERA INST.) te
selecteren en druk op de regelaar.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
[WB VOORINST.] te selecteren en druk
op de regelaar.
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
het gewenste item te selecteren en druk
op de regelaar.
Item
5
Druk op
(één druk) WHT BAL.
[BUITEN] (
Aanpassingsgegevens oproepen uit het
geheugen
1 Stel tijdens het opnemen of in de
[BINNEN] (n)
wachtstand de schakelaar AUTO LOCK
in op de middelste positie om de
automatische vergrendeling uit te
schakelen.
2 Stel de schakelaar WHT BAL in op A of
B.
3 Druk op WHT BAL.
De witbalans wordt ingesteld op de
opgeroepen aanpassing.
b Opmerking
• Stel de camcorder niet bloot aan mechanische
schokken als
A of
B knippert.
• Als
A of
B niet stopt met knipperen en
constant gaat branden, kan de camcorder de
witbalans niet instellen. In dit geval gebruikt u de
vooraf ingestelde of automatische witbalans.
Vooraf ingestelde witbalans gebruiken
De camcorder heeft 2 sets met vooraf ingestelde
witbalanswaarden die u kunt selecteren op basis
van het licht van de opnameomgeving.
• buitenopnamen 's nachts,
neonverlichting of
vuurwerk
• zonsopgang,
zonsondergang
• fluorescerende lampen
overdag
Opnemen
A of
B knippert snel.
Als de witbalans wordt aangepast, gaat
A of
B branden en worden de
aanpassingsgegevens opgeslagen.
Opnameomgeving
)
• op een feestje of op
locaties waar de
lichtomstandigheden
snel veranderen
• bij videolampen zoals in
een studio, bij
natriumlampen,
kwiklampen of zachte,
witte verlichting
6 Druk op MENU om het menuscherm te
verbergen.
7 Stel de schakelaar WHT BAL in op
PRESET.
8 Druk op WHT BAL.
De witbalans wordt ingesteld op de
geselecteerde instelling.
Automatische witbalans herstellen
Druk op WHT BAL of stel de schakelaar AUTO
LOCK in op AUTO LOCK.
b Opmerking
• Als u de schakelaar AUTO LOCK instelt op AUTO
LOCK, worden andere handmatig aangepaste items
(iris, gevoeligheid, sluitertijd) ook tijdelijk
automatisch.
1 Stel tijdens het opnemen of in de
wachtstand de schakelaar AUTO LOCK
in op de middelste positie om de
automatische vergrendeling uit te
schakelen.
2 Druk op MENU.
Opnemen
27
Opnemen met
handmatige
aanpassingen
U kunt de iris, gevoeligheid, enzovoort
handmatig aanpassen op basis van de
helderheid van de opnameomgeving om de
gewenste effecten te verkrijgen.
Pas de iris, gevoeligheid, sluitertijd en
witbalans aan nadat u de schakelaar AUTO
LOCK hebt ingesteld op de middelste positie
om de stand voor automatisch vergrendelen
uit te schakelen.
Afhankelijk van de positie van de schakelaar
AUTO LOCK, kunt u de instellingen van
deze functies bewaren of uitschakelen.
Positie
Functie
AUTO LOCK
Automatisch aanpassen.
De iris aanpassen
U kunt de hoeveelheid licht die op de lens
valt handmatig aanpassen.
Als de iris verder wordt geopend (lagere
diafragmawaarde), wordt de hoeveelheid
licht groter. Het bereik van de scherpstelling
wordt kleiner en alleen het onderwerp wordt
scherp weergegeven.
Als de iris gesloten wordt (hogere
diafragmawaarde), wordt de hoeveelheid
licht kleiner en kan een groter deel van het
beeld scherp worden weergegeven.
Middelste
Handmatig aanpassen.
positie (de stand
voor
automatisch
vergrendelen
uitschakelen)
HOLD
IRIS regelaar
Selecteer deze positie nadat u
instellingen handmatig hebt
aangepast om de instellingen te
bewaren.
Zie pagina 26 voor informatie over het
aanpassen van de witbalans.
b Opmerking
• Als u de belichting bewust op een ander niveau dan
een goed niveau wilt instellen, past u de iris,
gevoeligheid en sluitertijd handmatig aan.
• Als u alleen de iris, sluitertijd of gevoeligheid
handmatig aanpast, kunt u opnemen met prioriteit
voor de iris, sluitertijd of gevoeligheid.
z Tip
• Als u de helderheid van beelden wilt aanpassen, stelt
u de iris, gevoeligheid en sluitertijd in op handmatig
aanpassen en draait u de regelaar voor de iris.
1
Stel tijdens het opnemen of in de
wachtstand de schakelaar AUTO
LOCK in op de middelste positie om de
automatische vergrendeling uit te
schakelen.
2
Druk op IRIS.
Het huidige diafragma (F) wordt
weergegeven.
3
Draai de regelaar IRIS naar een
gewenst diafragma.
Het diafragma (F) kan worden ingesteld op
F1,6 tot F11 en Close. De bijbehorende
waarde wordt weergeven.
28
Opnemen
Automatische aanpassing herstellen
Druk op IRIS of stel de schakelaar AUTO
LOCK in op AUTO LOCK.
b Opmerking
• Als u de schakelaar AUTO LOCK instelt op AUTO
LOCK, worden andere handmatig aangepaste items
(gevoeligheid, sluitertijd, witbalans) tijdelijk ook
automatisch aangepast.
• Wanneer u de zoomfunctie verschuift van W
(groothoek) naar T (tele-opnamen), wordt het
diafragma gewijzigd van F1,6 in F2,8.
De gevoeligheid aanpassen
Pas de gevoeligheid handmatig aan wanneer
u donkere of zwarte objecten opneemt en
AGC (automatische beheerfunctie voor
gevoeligheid) niet wilt activeren.
Stel tijdens het opnemen of in de
wachtstand de schakelaar AUTO
LOCK in op de middelste positie om de
automatische vergrendeling uit te
schakelen.
2
Druk op GAIN.
De huidige waarde voor gevoeligheid wordt
weergegeven.
3
Stel de schakelaar GAIN in op de
gewenste positie.
Opnemen
z Tip
• U kunt de draairichting van de irisregelaar selecteren
met [IRISKEUZE] in het menu
(OVERIGE)
(p. 65).
• De iris is van grote invloed op de diepte van het
gebied waarin u kunt scherpstellen op een object. Dit
is het bereik van de scherpstelling. Als de iris ver is
geopend, is het gebied waarin u kunt scherpstellen
kleiner. Is de iris gesloten, dan is dit gebied groter.
Stel de iris in op basis van het doel van de opname.
1
Er zijn 3 gevoeligheidsniveaus (H, M, L)
beschikbaar.
U kunt de waarde voor de verschillende
posities instellen met [GAIN INST.] in het
menu
(CAMERA INST.) (p. 54).
De standaardinstellingen voor de
afzonderlijke posities zijn 18 dB (H), 9 dB
(M) en 0 dB (L).
Hoe hoger de gevoeligheidswaarde, hoe
helderder het beeld.
Automatische aanpassing herstellen
Druk op GAIN of stel de schakelaar AUTO
LOCK in op AUTO LOCK.
b Opmerking
• Als u de schakelaar AUTO LOCK instelt op AUTO
LOCK, worden andere handmatig aangepaste items
(iris, sluitertijd, witbalans) tijdelijk ook automatisch.
Opnemen
29
Sluitertijd aanpassen
U kunt de sluitertijd handmatig aanpassen
aan uw wensen. Afhankelijk van de
sluitertijd kunt u het object stil laten staan of
juist de vloeiendheid van beweging
benadrukken.
Automatische aanpassing herstellen
Druk op SHUTTER SPEED of stel de
schakelaar AUTO LOCK in op AUTO LOCK.
b Opmerking
• Als u de schakelaar AUTO LOCK instelt op AUTO
LOCK, worden andere handmatig aangepaste items
(iris, gevoeligheid, witbalans) tijdelijk ook
automatisch.
z Tip
• Het is moeilijk automatisch scherp te stellen met een
lage sluitertijd. U kunt het beste handmatig
scherpstellen als de camcorder op een statief is
geplaatst.
• Het beeld flikkert of verandert van kleur onder TLbuizen, natriumlampen of kwiklampen.
De hoeveelheid licht aanpassen
– ND FILTER
1
Stel tijdens het opnemen of in de
wachtstand de schakelaar AUTO
LOCK in op de middelste positie om de
automatische vergrendeling uit te
schakelen.
2
Druk op SHUTTER SPEED.
3
Pas de sluitertijd aan door de regelaar
SEL/PUSH EXEC te draaien.
U kunt een sluitertijd selecteren tussen 1/3
seconde en 1/10000 seconde.
De geselecteerde sluitertijd wordt op het
scherm weergegeven. Als u bijvoorbeeld
1/100 seconde selecteert, wordt [100]
weergegeven. Hoe hoger de waarde die op
het scherm wordt weergegeven, hoe hoger
de sluitertijd. Hoe lager de waarde die op
het scherm wordt weergegeven, hoe lager
de sluitertijd.
30
Opnemen
Wanneer de opnameomgeving te helder is,
kunt u met het filter ND het onderwerp
duidelijk opnemen.
De filterinstelling ND heeft 2 niveaus. Het
eerste niveau voor ND verlaagt de
hoeveelheid licht naar ongeveer
1/6 en het tweede niveau voor ND verlaagt de
hoeveelheid naar 1/32.
Als [ND1] of [ND2] knippert in de
wachtstand, stelt u de schakelaar ND
FILTER in op de juiste positie.
Als [ND1] knippert
Stel de schakelaar ND FILTER in op 1 om
[ND1] in te schakelen.
Als [ND2] knippert
Stel de schakelaar ND FILTER in op 2 om
[ND2] in te schakelen.
Als [ND OFF] knippert
Stel de schakelaar ND FILTER in op OFF om
de aanduiding uit te schakelen.
Als een deel van het scherm te veel belicht is,
kan dit gedeelte wit worden weergegeven
wanneer u de opname afspeelt. Als u het
zebrapatroon weergeeft op dit gedeelte,
wordt u eraan herinnerd dat u de helderheid
moet aanpassen voor u opneemt.
U kunt het helderheidsniveau selecteren in
het menu om het zebrapatroon weer te geven.
Opnemen
b Opmerking
• Als u de schakelaar ND FILTER tijdens het
opnemen verplaatst, kunnen het beeld en het geluid
worden vervormd.
• Als u de iris handmatig aanpast, wordt er geen
aanduiding voor het filter ND weergegeven, zelfs
niet wanneer het filter ND moet zijn ingeschakeld.
Het zebrapatroon weergeven om
de helderheid aan te passen
z Tip
• Als u de iris grotendeels sluit terwijl u een helder
onderwerp opneemt, kan diffractie optreden
waardoor het beeld niet langer scherp is. (Dit komt
vaak voor met videocamera's.) Het filter ND
onderdrukt dit effect en zorgt voor betere resultaten.
1
Druk op MENU tijdens het opnemen
of in de wachtstand.
2
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het menu
(CAMERA INST.)
te selecteren en druk op de regelaar.
3
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [NIVEAU ZEBRA] te selecteren en
druk op de regelaar.
4
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het gewenste niveau te selecteren
en druk op de regelaar.
,wordt vervolgd
Opnemen
31
Selecteer een waarde van [70] tot [100] of
[100+]. Als u [70] selecteert, wordt het
zebrapatroon weergegeven op het gedeelte
waar het helderheidssignaal 70±5% is.
Als u [100+] selecteert, wordt het
zebrapatroon weergegeven op alle
gedeelten waar het helderheidssignaal
hoger dan 100% is.
De standaardinstelling is [100+].
5
Druk op MENU om het menuscherm
te verbergen.
6
Stel de schakelaar ZEBRA/PEAKING
in op ZEBRA.
Het zebrapatroon wordt weergegeven.
Het zebrapatroon verbergen
Stel de schakelaar ZEBRA/PEAKING in op
OFF.
b Opmerking
• Het zebrapatroon wordt niet opgenomen op de band.
• U kunt het zebrapatroon niet gebruiken wanneer de
functie voor verscherping is ingeschakeld (p. 34).
Scherpstelling
aanpassen
Er wordt automatisch scherpgesteld in de
standaardinstelling.
De scherpstelling handmatig
aanpassen
U kunt de scherpstelling handmatig
aanpassen aan de opnameomstandigheden.
Gebruik deze functie in de volgende
gevallen.
– Een onderwerp achter een raam met
regendruppels opnemen.
– Horizontale strepen opnemen.
– Een onderwerp met weinig contrast tussen
het onderwerp en de achtergrond opnemen.
– Als u wilt scherpstellen op een onderwerp in
de achtergrond.
– Een stilstaand beeld opnemen met de
camcorder op een statief.
Scherpstelring
32
Opnemen
1
Stel de schakelaar FOCUS in op MAN
(handmatig) tijdens het opnemen of in
de wachtstand.
9 wordt weergegeven.
2
Draai de scherpstelring en pas de
scherpstelling aan.
9 wordt gewijzigd in
als u niet verder
weg kunt scherpstellen. 9 wordt gewijzigd
in
als u niet dichter bij kunt
scherpstellen.
De scherpstelling automatisch
aanpassen
Stel de schakelaar FOCUS in op AUTO.
Tijdelijk automatisch scherpstellen
Houd PUSH AUTO ingedrukt tijdens het
opnemen.
Als u de toets loslaat, wordt de instelling
hersteld naar handmatig scherpstellen.
Gebruik deze functie om scherp te stellen op een
ander object. De scènes lopen vloeiend in elkaar
over.
Opnemen
Tips voor handmatig scherpstellen
• U kunt gemakkelijker scherpstellen op het
onderwerp als u de zoomfunctie gebruikt.
Draai de motorzoomknop naar T (teleopnamen) om de scherpstelling aan te
passen en vervolgens naar W (groothoek)
om de zoomfunctie aan te passen voor de
opnamen.
• Als u een close-up wilt maken van een
onderwerp, draait u de motorzoomknop
naar W (groothoek) om het beeld volledig
te vergroten en past u vervolgens de
scherpstelling aan.
Zolang de scherpstelring wordt gedraaid, blijft
het beeld vergroot. Ongeveer 2 seconden nadat
u de ring hebt losgelaten, of wanneer u op REC
START/STOP drukt, wordt het beeld in het
oorspronkelijke formaat weergegeven.
z Tip
• De informatie over de brandpuntsafstand (te
gebruiken als u moeilijk kunt scherpstellen in het
donker) wordt in de volgende gevallen 3 seconden
weergegeven. (Deze informatie wordt niet juist
weergegeven als u een voorzetlens (optioneel)
gebruikt.)
– Als u de stand voor scherpstelling wijzigt van
automatisch in handmatig.
– Als u de scherpstelring draait.
Scherpstellen op een verafgelegen
object
Neem het onderwerp op met de schakelaar
FOCUS in de stand INFINITY.
wordt weergegeven.
Als u de schakelaar loslaat wordt deze
teruggezet in de stand voor automatisch
scherpstellen.
Gebruik deze functie om een verafgelegen
object op te nemen wanneer er automatisch is
scherpgesteld op een dichtbijgelegen object.
De functie voor vergroot scherpstellen
gebruiken
Druk op EXPANDED FOCUS.
[EXPANDED FOCUS] wordt weergegeven en
het midden van het scherm wordt ongeveer 2
keer vergroot. Het is eenvoudiger de instelling
voor scherpstellen te controleren tijdens het
handmatig scherpstellen. Het scherm wordt na
ongeveer 5 seconden in het oorspronkelijke
formaat weergegeven.
Opnemen
33
De randen verscherpen om scherp
te stellen – PEAKING
U kunt de randen van het beeld op het scherm
verscherpen om het scherpstellen te
vereenvoudigen.
Stel de schakelaar ZEBRA/PEAKING in
op PEAKING tijdens het opnemen of in de
wachtstand.
Verscherpen annuleren
Stel de schakelaar ZEBRA/PEAKING in op
OFF.
b Opmerking
• De verscherping van het beeld wordt niet
opgenomen op de band.
• U kunt de functie voor verscherpen niet gebruiken
wanneer het zebrapatroon is ingeschakeld (p. 31).
z Tip
• Als u verscherpen gebruikt in combinatie met
vergroot scherpstellen, kunt u eenvoudiger
scherpstellen.
De beeldkwaliteit of
het geluid aanpassen
De beeldkwaliteit aanpassen
– PICTURE PROFILE
U kunt de beeldkwaliteit aanpassen door de
kleurintensiteit, helderheid, witbalans,
enzovoort aan te passen. U kunt 6
verschillende instellingen voor
beeldkwaliteit instellen op basis van de tijd,
het weer of de persoon die opneemt, en deze
instellingen opslaan in het geheugen.
Sluit de camcorder aan op een televisie of
monitor en pas de beeldkwaliteit aan terwijl u
het beeld bekijkt op de televisie of de
monitor.
[PP1] tot en met [PP6] zijn standaard
opgeslagen met instellingen voor
beeldkwaliteit voor de volgende
opnameomstandigheden.
OpnameOpnameomstandigheden
profielnummer
PP1
Deze instelling is geschikt voor
opnemen in de HDV-indeling
PP2
Deze instelling is geschikt voor
opnemen in de DV-indeling
PP3
Deze instelling is geschikt voor
het opnemen van personen
PP4
Deze instelling is geschikt voor
het opnemen van beelden met
filmkwaliteit
PP5
Deze instelling is geschikt voor
het opnemen van een
zonsondergang
PP6
Deze instelling is geschikt voor
opnemen in zwart-wit
U kunt de bovenstaande standaardinstellingen
naar wens aanpassen.
34
Opnemen
Aanpassing
[HUIDSKLEUR]
Rimpels minder duidelijk
maken door de randen te
onderdrukken op het gedeelte
met huidskleur dat moet
worden aangepast.
[TYPE1] (het kleurbereik dat
wordt herkend als huidskleur
is klein) tot [TYPE3] (het
kleurbereik dat wordt herkend
als huidskleur is uitgebreid)
In het geval van [TYPE3] kan
het effect ook worden
toegepast op een kleur die
geen huidskleur is.
[UIT]: geen aanpassing
[AE KEUZE]
–7 (donker) tot +7 (licht)
[VERST.
LUMIET]
Selecteer de hoogste waarde
voor de automatische
beheerfunctie voor
gevoeligheid (AGC) ([UIT],
12dB, 6dB, 0dB).
[UIT] is 18dB.
[AUT IRIS
LMT]
De hoogste diafragmawaarde
selecteren voor het
automatisch scherpstellen
(F11, F6,8, F4).
U kunt kiezen uit [PP1] tot en met [PP6].
[WBVERSCH.]
3
–7 (witte gedeelten blauwer
maken) tot +7 (witte gedeelten
roder maken)
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [INSTELLING] te selecteren en
druk op de regelaar.
[GEVOEL.
AWB]
4
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het gewenste item te selecteren en
druk op de regelaar.
5
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om de beeldkwaliteit aan te passen en
druk op de regelaar.
De werking van de
automatische witbalans
instellen bij een rode lichtbron,
zoals een gloeilamp of kaars,
of bij een blauwe lichtbron,
zoals schaduw buitenshuis.
[HOOG] (minder blauw of
rood) tot [LAAG] (meer rood
of blauw)
[GEVOEL.AWB] werkt niet
bij een heldere lucht of in de
zon.
[CINEMATONE γ]
[AAN]: beelden worden
opgenomen met de
gammacurve die het
natuurlijke verloop nabootst.
Dit lijkt op die van
filmcamera's.
[CINEFRAME]
[CINEFRAME 25]:
beelden worden opgenomen
met de sfeer van een bioscoop.
[UIT]: normaal opnemen
1
Druk op PICTURE PROFILE in de
wachtstand.
2
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om een opnameprofielnummer te
selecteren en druk op de regelaar.
Item
Aanpassing
[KLEURNIVEAU]
–7 (laag) tot +7 (hoog)
–8: zwart-wit
[KLEURFASE]
–7 (groen) tot +7 (rood)
[SCHERPTE]
0 (zacht) tot 15 (helder)
Opnemen
Item
,wordt vervolgd
Opnemen
35
6
7
8
Item
Aanpassing
[KOPIËREN]
Een opnameprofielinstelling
kopiëren naar andere
opnameprofielen.
[HERST.]
De standaardinstelling van het
opnameprofiel herstellen.
Herhaal stap 4 en 5 om andere items
aan te passen.
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [ TERUG] te selecteren en druk
op de regelaar.
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [OK] te selecteren en druk op de
regelaar.
Er verschijnt een aanduiding van het
opnameprofiel.
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
het nummer van het opnameprofiel
waarnaar moet worden gekopieerd te
selecteren en druk op de regelaar.
6 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
nogmaals [JA] te selecteren en druk op
de regelaar.
Als u de instellingen niet wilt kopiëren,
selecteert u [NEE].
7 Druk op PICTURE PROFILE.
Instellingen van opnameprofielen
herstellen
U kunt de opnameprofielinstellingen herstellen
volgens het opnameprofielnummer. U kunt niet
alle instellingen in één keer herstellen.
1 Druk op PICTURE PROFILE.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
het nummer te selecteren van het
opnameprofiel dat moet worden hersteld
en druk op de regelaar.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
Opslaan van het opnameprofiel
annuleren
Selecteer [UIT] in stap 2 en druk op de regelaar
SEL/PUSH EXEC.
Instellingen van opnameprofielen
controleren
Druk op STATUS CHECK tijdens het opnemen
of in de wachtstand (p. 24).
Opnameprofielinstellingen kopiëren
naar andere opnameprofielen
1 Druk op PICTURE PROFILE.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
het nummer van het opnameprofiel te
selecteren en druk op de regelaar.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
[INSTELLING] te selecteren en druk op
de regelaar.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
[KOPIËREN] te selecteren en druk op de
regelaar.
36
Opnemen
[INSTELLING] te selecteren en druk op
de regelaar.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
[HERST.] te selecteren en druk op de
regelaar.
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
[JA] te selecteren en druk op de regelaar.
Als u het opnameprofiel niet wilt herstellen,
selecteert u [NEE].
6 Druk op PICTURE PROFILE.
b Opmerking
• Als u de instellingen voor iris, sluitertijd en
gevoeligheid handmatig aanpast, kunt u [AE
KEUZE] niet gebruiken.
• Als u de iris handmatig aanpast, kunt u [AUT IRIS
LMT] niet gebruiken.
• Als het object zo fel is dat de waarde die is ingesteld
bij [AUT IRIS LMT] niet juist is, kan de sluitertijd
automatisch op 1/1750 worden ingesteld.
• Als u de gevoeligheid handmatig aanpast, kunt u
[VERST.LIMIET] niet gebruiken.
• Als u [CINEFRAME 25] selecteert wanneer de
sluitertijd lager is dan 1/12, wordt de sluitertijd
automatisch ingesteld op 1/25.
Audio-opnameniveau aanpassen
– Volume van de microfoon
U kunt het volume van de microfoon
aanpassen tijdens het opnemen. U kunt het
beste het volume controleren met een
koptelefoon.
Open de klep en stel de schakelaar
AUTO/MAN in op MAN.
2
Pas het volume aan met de regelaar
AUDIO LEVEL tijdens het opnemen
of in de wachtstand.
Automatische aanpassing herstellen
Scènes vloeiend laten overlopen
– Opnameovergang
U kunt de instellingen voor scherpstellen,
zoomen, iris, gevoeligheid, sluitertijd en
witbalans opslaan. Vervolgens kunt u de
huidige opname-instellingen wijzigen in de
opgeslagen instellingen, waardoor scènes
vloeiend in elkaar overlopen
(Opnameovergang).
U kunt bijvoorbeeld eerst scherpstellen op
objecten die dichtbij zijn en vervolgens
scherpstellen op objecten die verder weg zijn,
of het bereik aanpassen door de iris aan te
passen. Daarnaast kunt u scènes met
verschillende opnameomstandigheden
vloeiend in elkaar laten overlopen. Als u de
functie voor handmatig aanpassen voor de
witbalans opslaat, lopen scènes vloeiend in
elkaar over als objecten binnen en buiten
worden opgenomen.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de
camera beweegt.
Opnemen
1
Beelden met
verschillende
functies opnemen
SHOT A
Stel de schakelaar AUTO/MAN in op AUTO.
b Opmerking
• U kunt het volume van de audio-invoer via de
AUDIO/VIDEO-aansluiting of de HDV/DVaansluiting niet aanpassen.
z Tip
• Als u de audiogegevens gedetailleerder wilt
weergeven, drukt u op STATUS CHECK (p. 24). U
kunt het volume ook controleren tijdens de
automatisch aanpassing.
SHOT B
Stel de overgangscurve en duur in met
[SHOT TRANS] in het menu
(CAMERA INST.) (p. 55).
,wordt vervolgd
Opnemen
37
REC
START/STOP
De geselecteerde instelling wordt toegepast
op het beeld op het scherm. De
scherpstelling, zoomfunctie, enzovoort
worden automatisch aangepast aan de
opgeslagen instelling.
b Opmerking
• U kunt de ingestelde overgangstijd en curve niet
controleren met [SHOT TRANS] in het menu
(CAMERA INST.).
Opnemen met de functie voor
opnameovergang
1 Druk herhaaldelijk op STORE/CHECK/
EXEC om het lampje EXEC in te
schakelen.
Stap 1: Sla de instellingen op
1 Druk herhaaldelijk op STORE/CHECK/
EXEC om het lampje STORE in te
schakelen.
2 Pas de gewenste items handmatig aan.
Als u de instellingen van items zoals de iris
handmatig wilt instellen, stelt u de
schakelaar AUTO LOCK in op de
middelste positie om de automatische
vergrendeling uit te schakelen. Zie pagina's
26-30 voor meer informatie over
aanpassingen.
3 Druk op een toets (A of B) om de
opslaglocatie te selecteren.
De instelling wordt opgeslagen onder de
geselecteerde toets. De instellingen worden
Shot A en Shot B genoemd.
b Opmerking
• Als u de schakelaar POWER instelt op OFF (CHG),
worden instellingen die zijn opgeslagen onder Shot
A en B verwijderd.
Stap 2: Controleer de opgeslagen
instellingen (Shot)
1 Druk herhaaldelijk op STORE/CHECK/
EXEC om het lampje CHECK in te
schakelen.
2 Druk op de toets (A of B) waaronder de
instelling was opgeslagen.
38
Opnemen
2 Druk op REC START/STOP.
3 Druk op de toets (A of B) waaronder de
gewenste instelling is opgeslagen.
Beelden worden opgenomen met de
instellingen die automatisch zijn gewijzigd
van de huidige instellingen in de
opgeslagen instellingen.
1 2 0 min
0:00:05
OPN
SHOT TRANS
EXEC
SHOT A
SHOT B
S
E
Overgangsbalk
S: start
E: einde
b Opmerking
• U kunt niet zoomen, scherpstellen of handmatig
instellingen aanpassen als u de functie voor
opnameovergang controleert of activeert.
• Wanneer u [SHOT TRANS] wijzigt in het menu
(CAMERA INST.), schakelt u het lampje
STORE/CHECK/EXEC uit door op de toets te
drukken.
• U kunt tijdens het opnemen niet terugkeren naar de
vorige instellingen vanuit Shot A of Shot B nadat u
de functie voor opnameovergang hebt geactiveerd.
• Als u de volgende toetsen indrukt tijdens de
bewerking voor opnameovergang, wordt de
bewerking geannuleerd:
– PICTURE PROFILE
– MENU
– P-MENU
– EXPANDED FOCUS
– STATUS CHECK
z Tip
• U kunt opnemen met beide instellingen door van
Shot A over te schakelen naar Shot B, of van Shot B
naar Shot A. Wilt u bijvoorbeeld overschakelen van
Shot A naar Shot B, dan schakelt u het lampje
CHECK in en drukt u op A en vervolgens op REC
START/STOP. Schakel vervolgens het lampje
EXEC in en druk op B.
• U kunt de opnameovergang uitproberen door op de
toets (A of B) te drukken, waaronder de gewenste
instelling is opgeslagen voordat u op REC START/
STOP drukt in stap 2.
De bewerking annuleren
Een scène in- of uitfaden
– FADER
U kunt de volgende effecten toevoegen aan
beelden die u op dit moment opneemt.
Wijs de functie FADER van tevoren toe aan
een van de toetsen van ASSIGN. Zie
pagina 70 voor informatie over het toewijzen
van een functie.
Opnemen
Druk herhaaldelijk op STORE/CHECK/EXEC
tot de lampjes STORE/CHECK/EXEC zijn
uitgeschakeld.
REC START/STOP
[FADER ZWART]
[FADER WIT]
,wordt vervolgd
Opnemen
39
1
Druk in de wachtstand op de toets
ASSIGN die is toegewezen aan de
functie FADER als u wilt infaden of
druk tijdens het opnemen op deze toets
als u wilt uitfaden.
Elke keer dat u op de toets drukt, wordt de
aanduiding als volgt gewijzigd:
[FADER ZWART] t [FADER WIT] t
geen weergave
2
Druk op REC START/STOP.
REC START/STOP
De aanduiding voor de functie FADER
stopt met knipperen en verdwijnt als het
faden is voltooid.
De bewerking annuleren
Druk herhaaldelijk op de toets ASSIGN die is
toegewezen aan de functie FADER tot de
aanduidingen voor FADER verdwijnen.
b Opmerking
• U kunt de functie FADER niet gebruiken met de
functie [BEELDOPNAME] (Beeldopname).
Een indexsignaal opnemen aan
het begin van de opname
Als u een indexmarkering maakt voor een
scène, kunt u de scène later eenvoudig
opzoeken (p. 51).
Met de indexfunctie kunt u de overgang van
de opname eenvoudiger controleren of de
beelden bewerken met indexsignalen.
Wijs de indexfunctie van tevoren toe aan een
van de toetsen van ASSIGN. Zie pagina 70
om een functie toe te wijzen.
40
Opnemen
Druk op de toets ASSIGN die is
toegewezen aan de indexfunctie.
Als u op deze toets drukt tijdens de
opname
wordt ongeveer 7 seconden weergegeven
en wordt een indexsignaal opgenomen.
Als u op deze toets drukt in de
wachtstand
knippert.
Wanneer u op REC START/STOP drukt om het
opnemen te starten,
wordt ongeveer 7
seconden weergegeven en wordt een
indexsignaal opgenomen.
De bewerking annuleren
Voordat u begint met opnemen, drukt u
nogmaals op de toets ASSIGN die is
toegewezen aan de indexfunctie.
b Opmerking
• U kunt niet achteraf een indexsignaal opnemen op
een band.
Opnemen in het
formaat 16:9
* Het beeld dat wordt weergegeven kan variëren,
afhankelijk van de aangesloten televisie.
U kunt beelden die zijn opgenomen in de
DV-indeling weergeven op het volledige
televisiescherm als u voordat u gaat opnemen
de instelling [DV-BREEDOPN] instelt in het
menu
(CAMERA INST.).
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing die bij
de televisie is geleverd.
Opnemen
[AAN]
Selecteer [AAN] als u opgenomen beelden wilt
weergeven op een breedbeeldtelevisie met 16:9formaat.
Op het LCD-scherm of de beeldzoeker
Op een televisie met
4:3-formaat*
Op een breedbeeldtelevisie
met 16:9-formaat
[UIT]
Selecteer [UIT] als u opgenomen beelden wilt
weergeven op een televisie met 4:3-formaat.
Op het LCD-scherm of de beeldzoeker
De donkere stroken zijn
doorzichtig op het scherm.
1
Druk op MENU in de wachtstand.
2
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het menu
(CAMERA INST.)
te selecteren en druk op de regelaar.
3
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [DV-BREEDOPN.] te selecteren en
druk op de regelaar.
4
Selecteer [AAN] of [UIT] afhankelijk
van de televisie en druk op de regelaar
SEL/PUSH EXEC.
5
Druk op MENU om het menuscherm
te verbergen.
Op een televisie met
4:3-formaat
Op een
breedbeeldtelevisie met
16:9-formaat*
Opnemen
41
De laatstopgenomen
scènes bekijken
– Rec Review
U kunt een aantal seconden bekijken van de
scène die u net voor het stoppen van de band
hebt opgenomen.
Druk op REC REVIEW in de wachtstand.
De laatste seconden van de laatstopgenomen
scène worden weergegeven. De camcorder
wordt hierna in de wachtstand gezet.
42
Opnemen
Afspelen
3
Druk op m (terugspoelen) om naar
het punt te gaan dat u wilt bekijken.
4
Druk op N (afspelen) om het afspelen
te starten.
Films weergeven
Controleer of u een band met opnamen in de
camcorder hebt geplaatst.
Sommige bewerkingen kunnen worden
uitgevoerd met de afstandsbediening.
Zie pagina 47 als u de opnamen wilt afspelen
op de televisie.
Wanneer u de band afspeelt, selecteert u het
menu
(IN/UIT OPN.), [VCR HDV/DV]
en vervolgens [AUTO] (de
standaardinstelling).
Het volume regelen
Wijzig het volume door op VOLUME
– (verlagen) / + (verhogen) te drukken.
Het afspelen stoppen
Druk op x (stoppen).
Het afspelen onderbreken
Afspelen
Druk op X (pauze) aan tijdens het afspelen.
Druk op N (afspelen) of X (pauze) om het
afspelen opnieuw te starten.
Het afspelen worden automatisch gestopt als de
camcorder langer dan 3 minuten in de
pauzestand staat.
Snel vooruitspoelen of terugspoelen
POWER
Druk op M (snel vooruitspoelen) of m
(terugspoelen) in de stopstand.
Films bekijken in de beeldzoeker
Sluit het LCD-scherm. Wijzig de hoek van de
beeldzoeker.
Aanduidingen die worden weergegeven
tijdens het afspelen van banden
1
2
Open het LCD-scherm en pas de hoek
aan.
6 0 min
HDV1080i
0:00:00:00
6 0 min
Houd het groene knopje ingedrukt en
zet de schakelaar POWER op VCR.
A Indeling van het afspeelsignaal
(HDV1080i of DV)/Opnamestand (SP of
LP)
B Resterende accuduur
C Aanduiding voor bandtransport
,wordt vervolgd
Afspelen
43
D Tijdcode (uur: minuut: seconde: frame)
of bandteller (uur: minuut: seconde)
Voor de tijdcode van deze camcorder wordt
het drop-frame-systeem gebruikt.
b Opmerking
• Als u een band waarop is opgenomen met de HDVen DV-indeling, afspeelt, en het signaal schakelt
tussen HDV en DV, verdwijnen het beeld en het
geluid tijdelijk.
• U kunt banden waarop is opgenomen in de HDVindeling niet afspelen op videocamera's die de
indeling DV gebruiken of op mini-DV-spelers.
• De opnamestand (SP of LP) verschijnt wanneer een
band wordt afgespeeld die is opgenomen met de
DV-indeling.
z Tip
• Zie [MEERK GELUID] op pagina 58 voor meer
informatie over het afspelen van een band die is
opgenomen met een externe monomicrofoon
aangesloten.
Afspelen in verschillende standen
Snel vooruitspoelen of terugspoelen
tijdens het afspelen – Beeldzoekfunctie
Houd M (snel vooruitspoelen) of m
(terugspoelen) ingedrukt tijdens het afspelen.
Laat de toets los om door te gaan met normaal
afspelen.
Het beeld weergeven tijdens het snel
vooruitspoelen of terugspoelen
– Snelzoekfunctie
Houd M (snel vooruitspoelen) of m
(terugspoelen) ingedrukt tijdens het snel
vooruit- of terugspoelen.
Laat de toets los als u wilt doorgaan met snel
vooruitspoelen of terugspoelen.
Afspelen in verschillende standen
U hoort het opgenomen geluid niet. U ziet
wellicht ook mozaïekpatronen van eerder
afgespeelde beelden op het scherm.
Actie
Druk op
De afspeelrichting I (omgekeerd) op de
wijzigen*
afstandsbediening tijdens het
afspelen.
44
Afspelen
Actie
Druk op
Vertraagd
afspelen
y (vertraagd) tijdens het
afspelen.
De richting wijzigen
1 Druk op I (omgekeerd) op
de afstandsbediening.
2 y (vertraagd).
De band 2 keer zo
snel afspelen
(dubbele
snelheid)
×2 (dubbele snelheid) op de
afstandsbediening tijdens het
afspelen.
De richting wijzigen
1 Druk op I (omgekeerd) op
de afstandsbediening.
2 ×2 (dubbele snelheid) op de
afstandsbediening.
Frame-voorframe afspelen
C (frame) op de
afstandsbediening tijdens de
pauzestand.
Als u de richting wilt wijzigen,
drukt u op c (frame) op de
afstandsbediening in de
afspeelpauzestand.
Druk op N (afspelen) om terug te keren naar de
normale afspeelstand.
* Er kunnen horizontale lijnen verschijnen aan de
boven- of onderzijde of in het midden van het
scherm. Dit duidt niet op een storing.
b Opmerking
• Beelden in de HDV-indeling worden niet uitgevoerd
via de HDV/DV-aansluiting als ze worden
afgespeeld in een andere afspeelmodus dan de
normale afspeelmodus.
• Bij beelden in de HDV-indeling treedt mogelijk een
storing op tijdens:
– Beeldzoekfunctie
– Omgekeerd afspelen
Verschillende
afspeelfuncties
U kunt het einde van de laatste opname
zoeken of de opnamedatum en de camerainstellingen weergeven.
b Opmerking
• De functie END SEARCH functioneert niet correct
als er een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op
de band.
De schermaanduidingen
weergeven
U kunt de tijdcode, bandteller en andere
gegevens op het scherm weergeven.
Druk op DISPLAY/BATT INFO.
De aanduidingen worden in- of uitgeschakeld
als u op de toets drukt.
De laatste scène van de meest
recente opname zoeken
– END SEARCH
Deze functie is handig als u bijvoorbeeld de
band hebt afgespeeld maar direct wilt
opnemen na de laatstopgenomen scène. Als u
de band verwijdert na het opnemen, werkt de
functie END SEARCH niet.
1
Zet de schakelaar POWER op VCR.
2
Druk op END SEARCH (VCR).
De laatste scène van de recentste opname
wordt ongeveer 5 seconden afgespeeld.
De bewerking annuleren
Druk op END SEARCH (VCR).
De datum/tijd en gegevens over
camera-instellingen weergeven
– Gegevenscode
Tijdens het afspelen kunt u de datum/tijd en
gegevens over de camera-instellingen
weergeven. Deze worden automatisch
opgenomen als u beelden opneemt op een
band.
1
Zet de schakelaar POWER op VCR.
2
Druk op DATA CODE op de
camcorder of de afstandsbediening
tijdens het afspelen of de
afspeelpauzestand.
Elke keer dat u op de toets drukt, wijzigt de
aanduiding als volgt:
Datum/tijd t Gegevens over camerainstellingen t (geen aanduiding)
,wordt vervolgd
Afspelen
45
Afspelen
z Tip
• U kunt de schermaanduidingen weergeven als u
afspeelt op een televisie. Selecteer achtereenvolgens
het menu
(OVERIGE), [DISPLAY] en [V-UIT/
LCD] (p. 66). Alleen de aanduidingen voor de
afspeelstand en de bandteller verschijnen wanneer u
een band afspeelt die is opgenomen in de HDVindeling en [COMPONENT] in het menu
(IN/
UIT OPN.) is ingesteld op [1080i/576i].
Gegevens over camera-instellingen
weergeven
Op het gegevensscherm voor datum/tijd worden
de datum en tijd in hetzelfde gedeelte
weergegeven.
Als u het beeld opneemt zonder de klok in te
stellen, verschijnen [-- -- ----] en [--:--:--].
6 0 min
0: 00: 00
60 min
HDV1080i
AUTO
F 1 .7 6 dB
100
De videogegevens weergeven
– Statuscontrole
U kunt de waarde van de volgende items
controleren.
• Audio-instellingen, zoals AUDIO MIX
(p. 58)
• Instellingen voor het uitvoersignaal ([VCR
HDV/DV], enzovoort) (p. 61)
• Functies die zijn toegewezen aan de toetsen
van ASSIGN (p. 70)
A SteadyShot uitgeschakeld
B Belichting
C Diafragma
Als u het diafragma handmatig op de
maximumwaarde instelt, wordt
weergegeven.
D Gevoeligheid
E Sluitertijd
F Witbalans
wordt weergegeven wanneer beelden
worden afgespeeld die zijn opgenomen met
de functie opnameovergang.
De gegevens over camera-instellingen
verbergen
Selecteer het menu
(OVERIGE),
[GEGEVENSCODE] en vervolgens [DATUM]
(p. 65).
Elke keer dat u op DATA CODE drukt, wordt
de aanduiding voor datum/tijd in- of
uitgeschakeld.
1
Druk op STATUS CHECK.
2
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het gewenste item weer te geven.
Elke keer dat u de regelaar draait, worden
de items als volgt weergegeven:
AUDIO t UITVOER t ASSIGN
Weergave van videogegevens
uitschakelen
Druk op STATUS CHECK.
46
Afspelen
Het beeld afspelen op
een televisie
Televisieaansluitingen verschillen
afhankelijk van de soort televisie.
Sluit de bijgeleverde netspanningsadapter
aan op een stopcontact (p. 14).
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de
apparaten die u wilt aansluiten.
Zie pagina 72 als u naar een andere band wilt
kopiëren.
Het beeld afspelen op een high-definition televisie
Televisie
Afspelen
Als de televisie of videorecorder
een S-videoaansluiting heeft
S-videokabel
(optioneel)
A/V-kabel
(bijgeleverd)
Geel
Wit
Rood
Groen
Componentvideokabel (bijgeleverd)
Blauw
i.LINK-kabel (optioneel)
Rood
Signaalverloop
Sluit de camcorder aan op de televisie met
een van de kabels die hieronder worden
beschreven.
De televisie aansluiten met een i.LINKkabel
Deze verbinding wordt aanbevolen als de
televisie geschikt is voor HDV/DV en een
i.LINK-aansluiting heeft.
• Voordat u de i.LINK-kabel aansluit, selecteert
u het menu
(IN/UIT OPN.), [VCR HDV/
DV] en vervolgens [AUTO] (de
standaardinstelling).
• Bij deze aansluiting moet de televisie zo zijn
ingesteld dat deze kan vaststellen of de
camcorder is aangesloten. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de televisie is
geleverd voor meer informatie.
,wordt vervolgd
Afspelen
47
De televisie aansluiten met een
componentvideokabel
• Als u beelden wilt weergeven die zijn
opgenomen in de HDV-indeling, stelt u
[COMPONENT] in het menu
(IN/UIT
OPN.) in volgens de televisie (p. 62).
Wanneer de beelden die zijn opgenomen in de
DV-indeling worden afgespeeld, wordt er een
gelijksoortig signaal als [576i] uitgevoerd,
ongeacht of [1080i/576i] is geselecteerd.
• Alleen videosignalen worden uitgevoerd via
de COMPONENT OUTPUT-aansluiting. Als
u audiosignalen wilt uitvoeren, sluit u de witte
en rode stekkers van de A/V-kabel aan op de
audio-ingang van de televisie.
De televisie aansluiten met een A/Vkabel
Wanneer het apparaat dat u wilt aansluiten een
S-videoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor
het aansluiten van de camcorder met een Svideokabel (optioneel) in plaats van de gele
videostekker van de A/V-kabel (bijgeleverd).
Bij deze verbinding worden beelden beter
weergegeven op de aangesloten televisie. Het
geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen de Svideokabel aansluit.
b Opmerking
• Stel [VCR HDV/DV] in voordat u de i.LINK-kabel
aansluit. Anders wordt het videosignaal mogelijk
niet herkend door de aangesloten televisie.
• Beelden in de DV-indeling worden niet uitgevoerd
via de COMPONENT OUTPUT-aansluiting als er
copyrightbeveiligingssignalen zijn opgenomen in de
beelden.
z Tip
• Als u de camcorder op de televisie aansluit met
meerdere soorten kabels voor het uitvoeren van
analoge beelden, is de prioriteit van de
uitvoersignalen als volgt:
COMPONENT OUTPUT-aansluiting t Svideoaansluiting t AUDIO/VIDEO-aansluiting
• Zie pagina 98 voor meer informatie over i.LINK.
Als de televisie is aangesloten op een
videorecorder
Sluit de camcorder aan op de LINE IN-ingang
op de videorecorder met de A/V-kabel. Zet de
ingangskeuzeschakelaar van de videorecorder
op LINE.
48
Afspelen
Beelden weergeven op een 16:9- of een 4:3-televisie
Als de televisie of
videorecorder een Svideoaansluiting heeft
Televisie of videorecorder
S-videokabel
(optioneel)
Geel
Afspelen
A/V-kabel
(bijgeleverd)
Wit
Rood
Groen
Componentvideokabel (bijgeleverd)
Blauw
Signaalverloop
Sluit de camcorder aan op de televisie of
videorecorder met een van de kabels die
hieronder worden beschreven.
De televisie aansluiten met een
componentvideokabel
Deze verbinding wordt aanbevolen als de
televisie een COMPONENT VIDEOaansluiting heeft.
• Als u beelden wilt weergeven die zijn
opgenomen in de HDV-indeling, stelt u
[COMPONENT] in het menu
(IN/UIT
OPN.) in volgens de televisie (p. 62).
Wanneer de beelden die zijn opgenomen in de
DV-indeling worden afgespeeld, wordt er een
gelijksoortig signaal als [576i] uitgevoerd,
ongeacht of [1080i/576i] is geselecteerd.
Rood
• Alleen videosignalen worden uitgevoerd via
de COMPONENT OUTPUT-aansluiting. Als
u audiosignalen wilt uitvoeren, sluit u de witte
en rode stekkers van de A/V-kabel aan op de
audio-ingang van de televisie of
videorecorder.
De televisie aansluiten met een A/Vkabel
Wanneer het apparaat dat u wilt aansluiten een
S-videoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor
het aansluiten van de camcorder met een Svideokabel (optioneel) in plaats van de gele
videostekker van de A/V-kabel (bijgeleverd).
Gebruik een S-videokabel om beelden met een
hoge resolutie weer te geven. Het geluid wordt
niet uitgevoerd als u alleen de S-videokabel
aansluit.
,wordt vervolgd
Afspelen
49
Beelden weergeven op een 4:3-televisie
• Als u beelden wilt weergeven die zijn
opgenomen in de HDV-indeling, selecteert u
het menu
(IN/UIT OPN.), [TV-TYPE]
en vervolgens [4:3] (p. 63).
• Als u beelden wilt weergeven die zijn
opgenomen in de DV-indeling, selecteert u het
menu
(CAMERA INST.), [DVBREEDOPN.] en vervolgens [UIT] voordat u
opneemt (p. 41).
Een scène op een
band zoeken voor
afspelen
Snel de gewenste scène zoeken
– Zero set memory
Als de televisie is aangesloten op een
videorecorder
Sluit de camcorder aan op de LINE IN-ingang
op de videorecorder met de A/V-kabel. Zet de
ingangskeuzeschakelaar van de videorecorder
op LINE.
Als de televisie mono is (als de televisie
slechts één audio-ingang heeft)
Sluit de gele stekker van de A/V-kabel aan op
de video-ingang en sluit de witte of rode stekker
aan op de audio-ingang van de televisie of
videorecorder.
Als u het geluid in mono wilt afspelen, gebruikt
u een geschikte kabel (optioneel).
Als de televisie of videorecorder een
21-polige aansluiting
(EUROCONNECTOR) heeft
Gebruik de 21-polige verloopstekker die bij de
camcorder is geleverd (alleen voor de modellen
met het teken
aan de onderzijde). Deze
verloopstekker is alleen geschikt voor uitvoer.
1
De bandteller wordt weer op "0:00:00"
gezet en
verschijnt op het scherm.
Als de bandteller niet wordt weergegeven,
drukt u op DISPLAY/BAT INFO.
Televisie/
videorecorder
b Opmerking
• Beelden in de DV-indeling worden niet uitgevoerd
via de COMPONENT OUTPUT-aansluiting als er
copyrightbeveiligingssignalen zijn opgenomen in de
beelden.
Druk tijdens het afspelen op ZERO
SET MEMORY op de camcorder of de
afstandsbediening bij het punt dat u
later wilt terugvinden.
2
Druk op x (stoppen) als u wilt stoppen
met afspelen.
3
Druk op m (terugspoelen).
De band wordt automatisch gestopt als de
bandteller "0:00:00" bereikt.
De bandteller keert terug naar de tijdcode
en het scherm van zero set memory
verdwijnt.
50
Afspelen
4
De bewerking annuleren
Druk op N (afspelen).
Druk op STOP op de afstandsbediening.
Het afspelen wordt gestart vanaf het punt
dat wordt aangegeven met "0:00:00" op de
bandteller.
De bewerking annuleren
Druk nogmaals op ZERO SET MEMORY.
b Opmerking
• Er kan een afwijking van enkele seconden zijn
tussen de tijdcode en de bandteller.
• Zero set memory functioneert niet correct als er een
leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de band.
b Opmerking
• Als de opname op 1 dag korter is dan 2 minuten, kan
de camcorder het punt waarop de opnamedatum
wordt gewijzigd, niet altijd vinden.
• De datumzoekfunctie functioneert niet correct als er
een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de
band.
Zoeken naar het beginpunt van de
opname – Indexzoekfunctie
Afspelen
U kunt zoeken naar het punt waar een
indexsignaal is opgenomen (p. 40).
Een scène zoeken op
opnamedatum
– Datumzoekfunctie
SEARCH MODE
U kunt zoeken naar het punt waar de
opnamedatum is gewijzigd.
./>
STOP
SEARCH MODE
./>
STOP
1
Zet de schakelaar POWER op VCR.
2
Druk herhaaldelijk op SEARCH
MODE op de afstandsbediening om
[DATUM ZOEKEN] te selecteren.
3
Druk op . (vorige) / >
(volgende) op de afstandsbediening om
een opnamedatum te selecteren.
U kunt de vorige of volgende datum
selecteren vanaf het huidige punt op de
band.
Het afspelen wordt automatisch gestart
vanaf het punt waar de datum wordt
gewijzigd.
1
Zet de schakelaar POWER op VCR.
2
Druk herhaaldelijk op SEARCH
MODE op de afstandsbediening om
[INDEX ZOEKEN] te selecteren.
3
Druk op . (vorige)/> (volgende)
op de afstandsbediening om een
indexpunt te selecteren.
U kunt het vorige of volgende indexsignaal
selecteren vanaf het huidige punt op de
band.
Het afspelen start automatisch vanaf het
punt waar het indexsignaal is opgenomen.
De bewerking annuleren
Druk op STOP op de afstandsbediening.
,wordt vervolgd
Afspelen
51
b Opmerking
• Als de opname op 1 dag korter is dan 2 minuten, kan
de camcorder het indexpunt niet altijd vinden.
• De indexzoekfunctie functioneert niet correct als er
een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de
band.
52
Afspelen
BUitgebreide functies
PUSH EXEC te draaien en op de
regelaar te drukken.
Het menu gebruiken
CAMERA INST. (p. 54)
AUDIO INST. (p. 58)
LCD/BZ INST. (p. 60)
IN/UIT OPN. (p. 61)
OVERIGE (p. 64)
Menu-items
selecteren
OVERIGE
TERUG
ASSIGN BTN
KLOK INSTEL.
WERELDTIJD
LANGUAGE
PIEPTOON
OPNAMELAMP
FORMAT LAMP
U kunt verschillende instellingen wijzigen of
gedetailleerde aanpassingen maken met de
menu-items die worden weergegeven op het
scherm.
STBY
[MENU]:EINDE
4
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het gewenste item te selecteren en
druk op de regelaar.
1 2 0 min
Het menu gebruiken
De beschikbare menu-items verschillen
afhankelijk van de bedieningsstand van de
camcorder. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
0:00:00
STBY
POWER
EXTERNE CTRL
AAN
UIT
[MENU]:EINDE
5
1
Schakel de stroom in (p. 14).
2
Druk op MENU om het indexscherm
van het menu weer te geven.
CAMERA INST.
WB VOORINST.
AE RESPONS
GAIN INST.
SHOT TRANS
STEADYSHOT
STDYSHOT TYP
ZOOM HANDGR.
OVERIGE
PIEPTOON
OPNAMELAMP
FORMAT LAMP
IRISKEUZE
LETTERFORM.
RESTANT
DISPLAY
EXTERNE CTRL
STBY
[MENU]:EINDE
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om de gewenste instelling te selecteren
en druk op de regelaar.
STBY
UIT
[MENU]:EINDE
6
Druk op MENU om het menuscherm
te verbergen.
Selecteer [ TERUG] om terug te gaan
naar het vorige scherm.
3
Selecteer het pictogram voor het
gewenste menu door de regelaar SEL/
Het menu gebruiken
53
Het menu
(CAMERA INST.)
gebruiken
– STDYSHOT TYP/BEELDOPNAME,
enzovoort
De standaardinstellingen zijn aangeduid met G.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. Op het scherm worden de
items weergegeven die u momenteel kunt
selecteren. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
De items die hieronder worden aangegeven,
kunt u in het menu CAMERA INST. selecteren.
Zie "Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer
informatie over het selecteren van items.
CAMERA INST.
TERUG
WB VOORINST.
AE RESPONS
GAIN INST.
SHOT TRANS
STEADYSHOT
STDYSHOT TYP
ZOOM HANDGR.
STBY
BUITEN
[MENU]:EINDE
WB VOORINST.
Selecteer deze optie als u de vooraf ingestelde witbalans wilt gebruiken. Zie
pagina 27 voor meer informatie.
AE RESPONS
Selecteer de snelheid om de belichting automatisch aan te passen, afhankelijk van
de helderheid van het onderwerp. [SNEL], [NORMAAL] en [LANGZAAM] zijn
beschikbaar.
GAIN INST.
Selecteer de aanpassingswaarde voor elke positie (H, M en L) van de schakelaar
GAIN (p. 29).
1 Selecteer [H], [M] of [L] door de regelaar SEL/PUSH EXEC te draaien
en er vervolgens op te drukken.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om een aanpassingswaarde te
selecteren en druk op de regelaar.
De opties zijn 0dB, 3dB, 6dB, 9dB, 12dB, 15dB en 18dB. Hoe hoger de
waarde, hoe helderder het beeld.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [OK] te selecteren en druk op
de regelaar.
4 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen.
54
Het menu gebruiken
SHOT TRANS
Selecteer deze instelling om de duur en de tijd van de overgang in te stellen. Zie
pagina 37 voor meer informatie over de functie voor het overvloeiende opnames.
OVERGANGTIJD
Selecteer de tijd die nodig is voor de overgang van de huidige instelling naar de
geselecteerde instelling.
Selecteer een duur tussen [2,0 sec] en [15,0 sec]. Deze optie is standaard ingesteld
op [4,0 sec]
OVERG. CURVE
LINEAIR
Hiermee verloopt de overgang lineair.
Het menu gebruiken
Selecteer de overgangscurve.
In de onderstaande afbeeldingen wordt de overgangscurve van elke stand
weergegeven.
*1: parameterniveau
*2: tijdsovergang
*1
*2
GZACHTE STOP Hiermee verloopt de overgang langzaam aan
het eind.
*1
*2
ZACHTE OVRG.
Hiermee verloopt de overgang langzaam aan
het begin en het eind en lineair in het midden.
*1
*2
b Opmerking
• Voordat u [SHOT TRANS] instelt, schakelt u alle lampjes STORE/CHECK/EXEC uit
door herhaaldelijk op de toets (p. 37) te drukken
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
55
STEADYSHOT
GAAN
UIT (
Selecteer deze optie om de SteadyShot functie in te schakelen. U kunt
het type van de functie SteadyShot selecteren in [STDYSHOT TYP].
)
Selecteer deze optie om de functie SteadyShot uit te schakelen.
Selecteer deze optie als u bij het opnemen een statief gebruikt. Zo
worden er natuurlijke opnamen gemaakt.
U kunt de functie SteadyShot ook uitschakelen met de toets ASSIGN
als deze is toegewezen aan de functie SteadyShot (p. 70).
b Opmerking
• De functie SteadyShot werkt niet goed als er een groothoeklens wordt gebruikt die niet van
het type VCL-HG0872 is (optioneel).
• Wanneer u de VCL-HG0872 gebruikt, selecteert u [GROOTHOEK] in [STDYSHOT
TYP].
STDYSHOT TYP
U kunt het type SteadyShot-functie selecteren waarmee cameratrillingen worden
gecompenseerd. Als u de functie SteadyShot wilt ontgrendelen, selecteert u [UIT]
in [STEADYSHOT] of gebruikt u de toets ASSIGN als deze is toegewezen aan
de functie SteadyShot (p. 70).
HARD
Selecteer deze optie om de functie SteadyShot meer effect te geven.
Deze stand wordt niet aanbevolen wanneer u de camera met het
onderwerp meebeweegt tijdens het opnemen.
GSTANDAARD
Selecteer deze optie om de standaardfunctie SteadyShot in te
schakelen.
ZACHT
Selecteer deze optie als u de functie SteadyShot wilt activeren, zodat
de cameratrillingen wel zichtbaar zijn in de opname, waardoor deze er
natuurlijk uitziet.
GROOTHOEK
Selecteer deze optie wanneer u een groothoeklens gebruikt
(optioneel). Deze stand is het meest effectief als u een Sony VCLHG0872 groothoeklens gebruikt.
ZOOM HANDGR.
Selecteer dit item om de zoomsnelheid van positie H en L van de zoomschakelaar
op de handgreep in te stellen (p. 23).
1 Selecteer [H] of [L] door de regelaar SEL/PUSH EXEC te draaien en er
vervolgens op te drukken.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om een zoomsnelheid te selecteren
en druk op de regelaar.
U kunt kiezen uit de snelheden 1 tot en met 8. Hoe hoger de waarde, hoe hoger
de zoomsnelheid.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [OK] te selecteren en druk op
de regelaar.
4 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen.
56
Het menu gebruiken
NIVEAU ZEBRA
Zie pagina 31 voor meer informatie.
CENTR.MARK
GUIT
Selecteer deze optie als u de aanduiding niet wilt weergeven op het
scherm (p. 21).
AAN
Selecteer deze optie als u de aanduiding wel wilt weergeven.
b Opmerking
• De aanduiding en de positie hebben geen enkel effect op de aanpassing, de instelling of
opname.
BEELDOPNAME
GUIT
AAN (
Het menu gebruiken
U kunt beelden met stop-motion opnemen door beurtelings enkele frames op te
nemen en daarna het onderwerp enigszins te verplaatsen. Bedien de camcorder
met de afstandsbediening om cameratrillingen te voorkomen.
Selecteer deze optie om op te nemen in de standaardopnamestand.
)
Selecteer deze optie om beelden op te nemen met de functie
BEELDOPNAME.
1 Selecteer [AAN] en druk vervolgens op de regelaar.
2 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen.
3 Druk op REC START/STOP.
Een beeld (ongeveer 5 frames) wordt opgenomen en de
camcorder schakelt over naar de wachtstand.
4 Verplaats het onderwerp en herhaal stap 3.
b Opmerking
• Als u de frameopnamefunctie lange tijd gebruikt, wordt de resterende bandlengte niet juist
aangegeven.
• De laatste scène is langer dan andere scènes.
• U kunt geen indexsignalen opnemen tijdens de frameopname.
DV-BREEDOPN.
Zie pagina 41 voor meer informatie.
Het menu gebruiken
57
Het menu (AUDIO
INST.) gebruiken – AUDIO
MIX, enzovoort
De items die hieronder worden aangegeven,
kunt u in het menu AUDIO INST. selecteren.
Zie "Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer
informatie over het selecteren van items.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met G.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. Op het scherm worden de
items weergegeven die u momenteel kunt
selecteren. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
AUDIO INST.
TERUG
MEERK GELUID
AUDIO MIX
AUDIOFUNC.
WIND
MIC/LINE IN
STEREO
[MENU]:EINDE
MEERK GELUID
U kunt selecteren hoe geluid dat met een andere camcorder is opgenomen in de
stereostand, afgespeeld wordt.
GSTEREO
Selecteer deze optie om een stereoband of band met dubbel
geluidsspoor met eerste en tweede geluidsspoor af te spelen.
1
Selecteer deze optie om het linkerkanaal van een stereoband af te
spelen of het eerste geluidsspoor van een band met dubbel
geluidsspoor.
2
Selecteer deze optie om het rechterkanaal van een stereoband af te
spelen of het tweede geluidsspoor van een band met dubbel
geluidsspoor.
b Opmerking
• U kunt een band met dubbel geluidsspoor afspelen op deze camcorder. U kunt met deze
camcorder echter niet opnemen op een band met dubbel geluidsspoor.
• De instelling keert terug naar [STEREO] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten
loskoppelt van de camcorder.
z Tip
• Als u het geluid dat alleen via het linkerkanaal (L) met een externe monomicrofoon is
opgenomen, wilt verdelen om dit uit te voeren via de linker- en rechterkanalen, selecteert
u [1].
AUDIO MIX
U kunt de geluidsbalans aanpassen tussen het oorspronkelijke opgenomen geluid
(ST1) en het geluid dat later is toegevoegd op de band (ST2) (p. 82).
b Opmerking
• U kunt het geluid dat is opgenomen in de 16-bits geluidsstand, niet aanpassen.
• U hoort alleen het oorspronkelijke opgenomen geluid wanneer u de stroombron langer dan
5 minuten loskoppelt van de camcorder.
58
Het menu gebruiken
AUDIOFUNC.
G12BIT
16BIT (
Selecteer deze optie om op te nemen in de 12-bits stand (met 2
stereogeluidskanalen).
)
Selecteer deze optie om op te nemen in de 16-bits stand (voor 1
stereogeluidskanaal met hoge kwaliteit).
b Opmerking
• Wanneer u opneemt in de HDV-indeling, wordt het geluid automatisch opgenomen in de
stand [16BIT].
WIND
GAAN
Standaardinstelling.
UIT
Selecteer deze optie wanneer u het geluid wilt opnemen zonder dat het
geluid van de wind wordt onderdrukt.
Het menu gebruiken
MIC/LINE IN
GEXTERNE MICR Selecteer deze optie als u een audiosignaal wilt opnemen en er een
microfoon is aangesloten op de aansluiting MIC/LINE.
LIJN
Selecteer deze optie als u een audiosignaal wilt opnemen en er een
audioapparaat is aangesloten op de aansluiting MIC/LINE.
Het menu gebruiken
59
Het menu
(LCD/BZ
INST.) gebruiken – LCD
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. Op het scherm worden de
items weergegeven die u momenteel kunt
selecteren. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
KLEUR, enzovoort
De items die hieronder worden weergegeven,
kunt u in het menu LCD/BZ INST. selecteren.
Zie "Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer
informatie over het selecteren van items.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met G.
De instellingen die u kunt aanpassen,
LCD/BZ INST.
TERUG
LCD KLEUR
NIV. AV. LCD
LICHT BZ
[MENU]:EINDE
LCD KLEUR
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om de kleuren op het LCD-scherm aan te
passen. Het opgenomen beeld wordt niet beïnvloed door deze instelling.
Fletser
Feller
NIV. AV. LCD
U kunt de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm
aanpassen. Het opgenomen beeld wordt niet beïnvloed door deze instelling.
GNORMAAL
Standaardhelderheid.
LICHT
Selecteer deze optie om het LCD-scherm helderder te maken.
b Opmerking
• Wanneer u de camcorder aansluit op externe stroombronnen, wordt [LICHT] automatisch
geselecteerd voor de instelling.
LICHT BZ
U kunt de helderheid van de beeldzoeker aanpassen. Het opgenomen beeld wordt
niet beïnvloed door deze instelling.
GNORMAAL
Standaardhelderheid.
LICHT
De beeldzoeker helderder maken.
b Opmerking
• Wanneer u de camcorder aansluit op externe stroombronnen, wordt [LICHT] automatisch
geselecteerd voor de instelling.
60
Het menu gebruiken
Het menu
(IN/UIT
OPN.) gebruiken – REC
FORMAT/TV-TYPE, enzovoort
De items die hieronder worden weergegeven,
kunt u in het menu IN/UIT OPN. selecteren. Zie
"Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer
informatie over het selecteren van items.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met
G. De aanduidingen tussen haakjes worden
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. Op het scherm worden de
items weergegeven die u momenteel kunt
selecteren. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
IN/UIT OPN.
TERUG
VCR HDV/DV
OPNM STAND
COMPONENT
i.LINK-CONV.
TV-TYPE
A/V DV UIT
AUTO
[MENU]:EINDE
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
VCR HDV/DV
GAUTO
• Selecteer deze optie als u signalen wilt afspelen door automatisch te
schakelen tussen HDV en DV.
• Voor een i.LINK-aansluiting selecteert u deze optie als u signalen
wilt opnemen/afspelen via de HDV/DV-aansluiting door
automatisch te schakelen tussen HDV en DV.
HDV
• Selecteer deze optie om signalen alleen in de HDV-indeling af te
spelen.
• Voor een i.LINK-verbinding selecteert u deze optie als u signalen
uitsluitend in de HDV-indeling wilt opnemen/afspelen.
Selecteer deze optie wanneer u een camcorder aansluit op een
computer, enzovoort. (p. 79).
DV
• Selecteer deze optie om signalen alleen in de DV-indeling af te
spelen.
• Voor een i.LINK-verbinding selecteert u deze optie als u signalen
uitsluitend in de DV-indeling wilt opnemen/afspelen.
Selecteer deze optie wanneer u een camcorder aansluit op een
computer, enzovoort. (p. 79).
Het menu gebruiken
Selecteer het afspeelsignaal. Doorgaans moet u [AUTO] selecteren.
Wanneer de camcorder met een iLINK-kabel is aangesloten op een ander
apparaat, selecteert u het invoer-/uitvoersignaal voor de HDV/DV-aansluiting.
Het geselecteerde signaal wordt opgenomen of afgespeeld.
b Opmerking
• Koppel de i.LINK-kabel los voordat u [VCR HDV/DV] instelt. Anders wordt het
videosignaal van de camcorder mogelijk niet herkend door de aangesloten televisie.
• Wanneer [AUTO] is geselecteerd en het signaal schakelt tussen HDV en DV, verdwijnt het
beeld tijdelijk.
• Wanneer [i.LINK-CONV.] is ingesteld op [AAN], worden beelden als volgt uitgevoerd:
– bij [AUTO] wordt een HDV-signaal geconverteerd naar de DV-indeling en uitgevoerd;
een DV-signaal wordt als zodanig uitgevoerd.
– bij [HDV] wordt een HDV-signaal geconverteerd naar de DV-indeling en uitgevoerd;
een DV-signaal wordt niet uitgevoerd.
– bij [DV] wordt een DV-signaal uitgevoerd als zodanig; een HDV-indeling wordt niet
uitgevoerd.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
61
REC FORMAT
Hiermee selecteert u een opname-indeling wanneer de schakelaar POWER is
ingesteld op CAMERA. Het lampje voor de indeling brandt tijdens het opnemen.
GHDV1080i
(
)
Selecteer deze optie als u wilt opnemen in de HDV1080i-specificatie.
DV (
Selecteer deze optie als u wilt opnemen in de DV-indeling.
)
z Tip
• Wanneer u het beeld tijdens het opnemen uitvoert naar een aangesloten apparaat via een
i.LINK-kabel, moet u ook [i.LINK-CONV] instellen (p. 62).
OPNM STAND
GSP ( SP )
Selecteer deze optie als u wilt opnemen op een band in de stand SP
(Standard Play).
LP ( LP )
Selecteer deze optie om de opnametijd van de stand SP 1,5 keer te
verlengen (langspeel). U kunt het beste Sony Excellence/Master mini
DV-banden gebruiken, zodat de mogelijkheden van de camcorder
volledig worden benut.
b Opmerking
• U kunt geen geluid toevoegen aan de band die is opgenomen in de stand LP.
• Als u opneemt in de stand LP, kan er een storing optreden waarbij vierkantjes worden
weergegeven. Ook kan het geluid worden onderbroken als u de band op andere camcorders
of videorecorders afspeelt.
• Als u met de stand SP en de stand LP op één band opneemt, kan er bij weergave vervorming
van het beeld optreden. Mogelijk wordt ook de tijdcode tussen de scènes niet juist
aangebracht.
COMPONENT
576i
Selecteer deze optie wanneer u de camcorder aansluit op een televisie
met een componentingang.
G1080i/576i
Selecteer deze optie wanneer u de camcorder aansluit op een televisie
met een componentingang die geschikt is voor het weergeven van het
1080i-signaal.
i.LINK-CONV.
Wanneer de schakelaar POWER is ingesteld op CAMERA, is deze instelling
alleen actief wanneer [HDV1080i] is geselecteerd in [REC FORMAT].
Wanneer de schakelaar POWER is ingesteld op VCR, is deze instelling alleen
actief wanneer [AUTO] of [HDV] is geselecteerd in [VCR HDV/DV].
GUIT
62
Het menu gebruiken
Selecteer deze optie als u beelden wilt uitvoeren via de HDV/DVaansluiting, in overeenstemming met de instellingen [REC
FORMAT] en [VCR HDV/DV].
AAN (HDVcDV)
Selecteer deze optie als u beelden in de DV-indeling altijd wilt
uitvoeren via de HDV/DV-aansluiting.
b Opmerking
• Zie [VCR HDV/DV] voor informatie over invoersignalen via een i.LINK-aansluiting.
• Koppel i.LINK-kabel los voordat u [i.LINK-CONV.] instelt. Anders wordt het
videosignaal van de camcorder mogelijk niet herkend door het aangesloten videoapparaat.
TV-TYPE
U moet het signaal converteren op basis van de aangesloten televisie.
G16:9
Selecteer deze optie als u beelden wilt weergeven op een
breedbeeldtelevisie met 16:9-formaat.
De opgenomen beelden worden als volgt weergegeven:
Als HDV-beelden
worden afgespeeld
Het menu gebruiken
4:3
Als DV-beelden
worden afgespeeld
Selecteer deze optie als u beelden wilt weergeven op een
standaardtelevisie met 4:3-formaat.
De opgenomen beelden worden als volgt weergegeven:
Als HDV-beelden
worden afgespeeld
Als DV-beelden
worden afgespeeld
z Tip
• Wanneer u op een standaardtelevisie (4:3) beelden weergeeft die zijn opgenomen met [DVBREEDOPN.] in het menu
(CAMERA INST.) ingesteld op [AAN], lijken de
beelden mogelijk uitgerekt in de lengte omdat ze worden gecomprimeerd in de breedte
(afhankelijk van de televisie). Als u dergelijke beelden op een standaardtelevisie (4:3) wilt
weergeven, moet u [DV-BREEDOPN.] instellen op [UIT] voordat u begint met opnemen.
A/V c DV UIT
U kunt een digitaal apparaat en een analoog apparaat aansluiten op de camcorder
en het signaal dat wordt uitgevoerd door de aangesloten apparaten, omzetten naar
het juiste signaal voor de camcorder.
GUIT
AAN (
Selecteer deze optie als u de conversiefunctie voor signalen niet
gebruikt.
)
Analoge beelden en geluid omzetten naar digitale signalen via de
camcorder.
De invoer van analoge signalen naar de AUDIO/VIDEO-aansluiting
van de camcorder wordt omgezet en uitgevoerd via de i.LINKinterface van de camcorder.
Zie pagina 83 voor meer informatie.
Het menu gebruiken
63
Het menu
(OVERIGE) gebruiken
– KLOK INSTEL./WERELDTIJD, enzovoort
De items die hieronder worden aangegeven,
kunt u in het menu OVERIGE selecteren. Zie
"Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer
informatie over het selecteren van items.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met
G. De aanduidingen tussen haakjes worden
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. Op het scherm worden de
items weergegeven die u momenteel kunt
selecteren. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
OVERIGE
TERUG
ASSIGN BTN
KLOK INSTEL.
WERELDTIJD
LANGUAGE
PIEPTOON
FORMAT LAMP
GEGEVENSCODE
[MENU]:EINDE
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
ASSIGN BTN
U kunt functies toewijzen aan de toetsen van ASSIGN (p. 70).
KLOK INSTEL.
U kunt de datum en de tijd instellen (p. 16).
WERELDTIJD
U kunt het tijdsverschil aanpassen als u de camcorder in het buitenland gebruikt.
Stel het tijdsverschil in door de regelaar SEL/PUSH EXEC te draaien. De klok
wordt aangepast aan het tijdsverschil. Als u het tijdsverschil instelt op 0, keert de
klok terug naar de oorspronkelijke ingestelde tijd.
LANGUAGE
U kunt de taal voor het weergavevenster selecteren en wijzigen (p. 18). U kunt
kiezen uit Engels, vereenvoudigd Engels, traditioneel Chinees, vereenvoudigd
Chinees, Frans, Spaans, Portugees, Duits, Nederlands, Italiaans, Grieks, Russisch,
Arabisch of Iranees.
PIEPTOON
64
GMELODIE
Selecteer deze optie om een melodie af te spelen wanneer u begint of
stopt met opnemen of wanneer er iets vreemds aan de hand is met de
camcorder.
NORMAAL
Selecteer deze optie om bij de bediening een pieptoon af te spelen in
plaats van een melodie.
UIT
Selecteer deze optie om de melodie en de pieptoon te annuleren.
Het menu gebruiken
OPNAMELAMP
GAAN
Selecteer deze optie als u wilt dat de camera-opnamelampjes aan de
voor- en achterzijde van de camcorder branden tijdens de opname.
UIT
Selecteer deze instelling bij de volgende opnamen. De cameraopnamelampjes aan de voor- en achterzijde branden niet tijdens de
opname.
• Als u wilt dat de persoon die wordt opgenomen, niet nerveus is.
• Als u een onderwerp van dichtbij opneemt.
• Als het onderwerp wordt gereflecteerd in het licht van de
opnamelamp.
FORMAT LAMP
Selecteer deze optie als u het lampje voor de indeling wilt inschakelen.
Het lampje van de geselecteerde indeling brandt [REC FORMAT]
wanneer de schakelaar POWER is ingesteld op CAMERA. Het
lampje van de geselecteerde indeling in [VCR HDV/DV] brandt
wanneer de schakelaar POWER is ingesteld op VCR.
UIT
Selecteer deze optie als u het lampje voor de indeling niet wilt
inschakelen. Het i.LINK-lampje is ook uitgeschakeld.
b Opmerking
• Het lampje voor de indeling brandt, afhankelijk van de indeling voor het afspelen of van
het invoersignaal van een ander apparaat wanneer [VCR HDV/DV] in het menu
(IN/
UIT OPN.) is ingesteld op [AUTO].
IRISKEUZE
U kunt de draairichting van de irisregelaar instellen voor het openen en sluiten van
de iris.
GNORMAAL
Selecteer rechtsom draaien, gezien vanaf de kant waar de lens zich
bevindt, om de lens te sluiten en de hoeveelheid licht te verminderen.
TEGENGESTELD Selecteer linksom draaien, gezien vanaf de kant waar de lens zich
bevindt, om de lens te sluiten en de hoeveelheid licht te verminderen.
GEGEVENSCODE
Selecteer het item dat moet worden weergegeven wanneer u op DATA CODE
(p. 45) drukt.
GDATUM/CAM
Selecteer deze optie als u de datum en tijd of de camera-instellingen
wilt weergeven tijdens het afspelen.
DATUM
Selecteer deze optie om tijdens het afspelen de datum en tijd weer te
geven.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
65
Het menu gebruiken
GAAN
LETTERFORM.
GNORMAAL
Selecteer deze optie om het venster op normale grootte weer te geven.
2x
Selecteer deze optie om het geselecteerde menu twee keer zo groot
weer te geven.
GAUTO
Selecteer deze optie om de resterende bandlengte ongeveer 8
seconden weer te geven:
• Nadat u de schakelaar POWER hebt ingesteld op CAMERA of VCR
en een band hebt geplaatst, en de resterende speelduur/opnameduur
door de camera is berekend.
• Nadat u op N (afspelen) of DISPLAY/BATT INFO hebt gedrukt.
AAN
Selecteer deze optie om de resterende bandlengte altijd weer te geven.
GLCD
Selecteer deze optie om indicators, zoals de tijdcode, weer te geven op
het LCD-scherm en in de beeldzoeker.
V-UIT/LCD
Selecteer deze optie om indicators, zoals de tijdcode, weer te geven op
de televisie, het LCD-scherm en in de beeldzoeker.
RESTANT
DISPLAY
b Opmerking
• U kunt een signaal niet invoeren in de camcorder als u op DISPLAY/BATT INFO drukt
terwijl [V-UIT/LCD] is geselecteerd.
EXTERNE CTRL
GAAN
Selecteer deze optie als u de afstandsbediening gebruikt die bij de
camcorder is geleverd.
UIT
Selecteer deze optie om de afstandsbediening uit te schakelen om te
voorkomen dat de camcorder reageert op opdrachten van andere
afstandsbedieningen van videorecorders.
b Opmerking
• De instelling keert terug naar [AAN] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten
loskoppelt van de camcorder.
66
Het menu gebruiken
Persoonlijk menu
aanpassen
De beschikbare items verschillen afhankelijk
van de bedieningsstand van de camcorder.
Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs
weergegeven.
U kunt menu-items die u vaak gebruikt,
toevoegen aan het persoonlijk menu of sorteren
in de gewenste volgorde (aanpassen). U kunt het
persoonlijk menu aanpassen voor elke
bedieningsstand op de camcorder.
Een menu toevoegen – Toevoegen
U kunt menu-items die u vaak gebruikt,
toevoegen aan het persoonlijke menu zodat u
deze sneller en gemakkelijker kunt openen.
b Opmerking
• U kunt maximaal 28 menu-items toevoegen voor de
standen CAMERA en VCR. Als u meer items wilt
toevoegen, moet u minder belangrijke menu-items
verwijderen voordat u een nieuw menu-item
toevoegt (p. 68).
1
Druk op P-MENU.
2
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [P-MENU INST.] te selecteren en
druk op de regelaar.
1 2 0 min
1
0:00:00
Het menu gebruiken
1 2 0 min
STBY
P–MENU
EINDE
SHOT TRANS
ASSIGN BTN
REC FORMAT
AE RESPONS
WB VOORINST.
GAIN INST.
[P-MENU]:EINDE
STBY
0:00:00
P-MENU INST.
TERUG
TOEVOEGEN
VERW.
SORTEREN
HERST.
Druk op P-MENU.
[P-MENU]:EINDE
2
3
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het gewenste item te selecteren en
druk op de regelaar.
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om de gewenste instelling te selecteren
en druk op de regelaar.
3
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [TOEVOEGEN] te selecteren en
druk op de regelaar.
1 2 0 min
STBY
0:00:00
Selecteer de categorie.
TERUG
CAMERA INST.
AUDIO INST.
LCD/BZ INST.
IN/UIT OPN.
OVERIGE
[P-MENU]:EINDE
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
67
4
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om een menucategorie te selecteren en
druk op de regelaar.
1 2 0 min
STBY
Selecteer het item.
TERUG
WB VOORINST.
AE RESPONS
GAIN INST.
SHOT TRANS
STEADYSHOT
STDYSHOT TYP
[P-MENU]:EINDE
5
0:00:00
1
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om een menu-item te selecteren en
druk op de regelaar.
De beschikbare items verschillen
afhankelijk van de bedieningsstand van de
camcorder.
Alleen de beschikbare items worden
weergegeven.
1 2 0 min
STBY
Een menu verwijderen
– Verwijderen
Druk op P-MENU.
1 2 0 min
STBY
P–MENU
EINDE
SHOT TRANS
ASSIGN BTN
REC FORMAT
AE RESPONS
WB VOORINST.
GAIN INST.
[P-MENU]:EINDE
2
0:00:00
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [P-MENU INST.] te selecteren en
druk op de regelaar.
1 2 0 min
STBY
0:00:00
P-MENU INST.
TERUG
TOEVOEGEN
VERW.
SORTEREN
HERST.
0:00:00
TOEVOEGEN
STDYSHOT TYP
To e v o e g e n a a n
P-MENU v a n CAMERA?
[P-MENU]:EINDE
JA
NEE
[P-MENU]:EINDE
3
6
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [JA] te selecteren en druk op de
regelaar.
1 2 0 min
STBY
S e l . i t e m v o o r v e r w.
TERUG
SHOT TRANS
ASS I GN BTN
REC FORMAT
AE RESPONS
WB VOORINST.
GAIN INST.
[P-MENU]:EINDE
Het menu wordt aan het einde van de lijst
toegevoegd.
7
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [VERW.] te selecteren en druk op
de regelaar.
Druk op P-MENU.
4
0:00:00
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het item te selecteren dat u wilt
verwijderen en druk op de regelaar.
1 2 0 min
STBY
0:00:00
VERW.
AE RESPONS
Ve r w i j d e r e n u i t
P-MENU v a n CAMERA?
JA
NEE
[P-MENU]:EINDE
68
Het menu gebruiken
5
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [JA] te selecteren en druk op de
regelaar.
4
Het geselecteerde menu wordt verwijderd
uit het persoonlijke menu.
6
1 2 0 min
STBY
0:00:00
Selecteer nieuwe locatie
1 SHOT TRANS
2 ASS I GN BTN
3 REC FORMAT
4 AE RESPONS
5 WB VOORINST.
6 GAIN INST.
7 NIVEAU ZEBRA
[P-MENU]:EINDE
Druk op P-MENU.
De volgorde van de menu's in het
persoonlijke menu bepalen
– Sorteren
5
U kunt de menu's die zijn toegevoegd aan het
persoonlijke menu in de gewenste volgorde
sorteren.
2
0:00:00
6
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [P-MENU INST.] te selecteren en
druk op de regelaar.
1 2 0 min
STBY
0:00:00
7
Druk op P-MENU.
De standaardinstellingen
herstellen – Herstellen
U kunt het persoonlijke menu terugzetten op de
standaardinstellingen nadat u menu's hebt
toegevoegd of verwijderd.
[P-MENU]:EINDE
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [SORTEREN] te selecteren en
druk op de regelaar.
1 2 0 min
STBY
Sel.item voor ver pl.
TERUG
1 SHOT TRANS
2 ASS I GN BTN
3 REC FORMAT
4 AE RESPONS
5 WB VOORINST.
6 GAIN INST.
[P-MENU]:EINDE
Druk op de regelaar SEL/PUSH
EXEC.
Wilt u meer items sorteren, dan herhaalt u
stap 4 tot en met 6.
P-MENU INST.
TERUG
TOEVOEGEN
VERW.
SORTEREN
HERST.
3
1 2 0 min
STBY
0:00:00
Selecteer nieuwe locatie
1 SHOT TRANS
2 ASS I GN BTN
3 REC FORMAT
4 WB VOORINST.
5 GAIN INST.
6 AE RESPONS
7 NIVEAU ZEBRA
[P-MENU]:EINDE
Druk op P-MENU.
1 2 0 min
STBY
P–MENU
EINDE
SHOT TRANS
ASSIGN BTN
REC FORMAT
AE RESPONS
WB VOORINST.
GAIN INST.
[P-MENU]:EINDE
Verplaats het menu-item naar de
gewenste locatie door de regelaar SEL/
PUSH EXEC te draaien.
Het menu gebruiken
1
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het item te selecteren dat u wilt
verplaatsen en druk op de regelaar.
0:00:00
1
Druk op P-MENU.
1 2 0 min
STBY
P–MENU
EINDE
SHOT TRANS
ASSIGN BTN
REC FORMAT
AE RESPONS
WB VOORINST.
GAIN INST.
[P-MENU]:EINDE
0:00:00
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
69
2
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [P-MENU INST.] te selecteren en
druk op de regelaar.
1 2 0 min
STBY
0:00:00
P-MENU INST.
TERUG
TOEVOEGEN
VERW.
SORTEREN
HERST.
[P-MENU]:EINDE
3
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [HERST.] te selecteren en druk op
de regelaar.
1 2 0 min
STBY
0:00:00
HERST.
Functies toewijzen
Afhankelijk van de functies, moet u deze
toewijzen aan de toetsen van ASSIGN om ze te
kunnen gebruiken. U kunt afzonderlijke
functies toewijzen aan de toetsen ASSIGN 1/2/
3.
Functies die zijn toegewezen aan de
toetsen van ASSIGN
• [FADER] (p. 39)
• [STEADYSHOT]
• [INDEX OPSL.] (p. 40)
• [AUDIO DUB] (p. 81)
• [DISPLAY] (p. 45)
• [BARS] (p. 21)
Wilt u de instelling van
P-MENU v a n d e m o d u s
CAMERA h e r s t e l . ?
JA
NEE
[P-MENU]:EINDE
4
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [JA] te selecteren en druk op de
regelaar.
1 2 0 min
STBY
0:00:00
HERST.
Weet u het zeker?
JA
NEE
[P-MENU]:EINDE
5
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [JA] te selecteren en druk op de
regelaar.
De standaardwaarden van de instellingen
van het persoonlijke menu worden hersteld.
Selecteer [NEE] om het initialiseren te
annuleren.
6
70
Druk op P-MENU.
Het menu gebruiken
1
Druk op MENU.
2
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het menu
(OVERIGE) te
selecteren en druk op de regelaar.
3
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [ASSIGN BTN] te selecteren en
druk op de regelaar.
4
Selecteer het nummer van de toets
ASSIGN die u wilt toewijzen aan de
functie door de regelaar SEL/PUSH
EXEC te draaien en druk op de
regelaar.
U kunt kiezen uit [ASSIGN1] tot en met
[ASSIGN3]. [------] wordt weergegeven
met het eerste nummer waaraan geen
functie is toegewezen.
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om de functie te selecteren die u wilt
toewijzen en druk op de regelaar.
6
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [OK] te selecteren en druk op de
regelaar.
7
Druk op MENU om het menu te
verbergen.
Het menu gebruiken
5
z Tip
• Wanneer u op de toets ASSIGN drukt die is
toegewezen aan [STEADYSHOT], wordt de functie
SteadyShot vrijgegeven. Op het LCD-scherm
verschijnt
. Druk nogmaals op deze toets om de
functie SteadyShot te activeren. U kunt het niveau
van de functie SteadyShot selecteren bij
[STDYSHOT TYP] in het menu
(CAMERA
INST.) (p. 56).
• Er zijn afzonderlijke toetsen voor DISPLAY en
BARS. Deze kunt u desgewenst ook toewijzen aan
de toetsen van ASSIGN. U kunt beide toetsen
gebruiken.
Het menu gebruiken
71
Kopiëren/bewerken
Kopiëren naar een
andere band
U kunt de beelden die zijn opgenomen met de
camcorder, kopiëren zodat u ze kunt afspelen
op andere apparaten, zoals videorecorders.
Sluit de camcorder aan op een videorecorder
zoals in de volgende afbeelding wordt
weergegeven.
Een videorecorder aansluiten
Kopiëren naar een HDV-apparaat
Sluit de camcorder aan op een HDV-apparaat
met een i.LINK-kabel (optioneel).
Speler (Dit apparaat)
i.LINK-kabel (optioneel)
HDV-/DV-aansluiting
Opnameapparaat
(HDV-compatibel apparaat)
HDV-/DV-aansluiting
Signaalverloop
Video-indeling selecteren waarin moet
worden gekopieerd
De video-indeling waarin moet worden
gekopieerd is afhankelijk van de instellingen
van [VCR HDV/DV] en [i.LINK-CONV.] in
het menu
(IN/UIT OPN.). Voordat u deze
menu-items instelt, moet u de i.LINK-kabel
loskoppelen.
• Beelden worden gekopieerd in de indeling
waarin deze zijn opgenomen als [VCR HDV/
DV] is ingesteld op [AUTO] en [i.LINKCONV.] is ingesteld op [UIT].
• Beelden worden gekopieerd in de DVindeling als [VCR HDV/DV] is ingesteld op
[AUTO] en [i.LINK-CONV.] is ingesteld op
[AAN]. Dit geldt ook voor beelden die zijn
opgenomen in de HDV-indeling.
• Alleen beelden in de geselecteerde indeling
worden gekopieerd als [VCR HDV/DV] is
72
Kopiëren/bewerken
ingesteld op [HDV] of [DV]. Andere beelden
worden gekopieerd als lege gedeelten. Er
worden dus geen beelden gekopieerd.
b Opmerking
• Als u de instellingen van [VCR HDV/DV] en
[i.LINK-CONV.] wijzigt terwijl de i.LINK-kabel is
aangesloten, herkent het videoapparaat wellicht het
videosignaal van de camcorder niet tijdens het
kopiëren.
• Als [VCR HDV/DV] is ingesteld op [AUTO] en het
signaal schakelt tussen HDV en DV, verdwijnt het
beeld tijdelijk.
• Als u een HDR-FX1E gebruikt als opnameapparaat,
moet u [VCR HDV/DV] in het menu
(IN/UIT
OPN.) op [AUTO] instellen op de HDR-FX1E
waarmee wordt opgenomen. Zie pagina 76 voor
meer informatie over deze aansluiting.
• Als de speler en de recorder beide een HDR-FX1E
zijn en zijn aangesloten met de i.LINK-Kabel,
worden beelden niet vloeiend hervat nadat u het
opnemen hebt onderbroken of gestopt.
Kopiëren naar een DV-apparaat
Sluit de camcorder aan op een videorecorder
met een i.LINK-kabel (optioneel).
i.LINK-apparaten
i.LINKaansluiting
HDV-/DV-aansluiting
i.LINK-kabel (optioneel)
Signaalverloop
Kopiëren/bewerken
Video-indeling selecteren waarin moet
worden gekopieerd
De video-indeling waarin moet worden
gekopieerd, is afhankelijk van de instellingen
van [VCR HDV/DV] (p. 61) en [i.LINKCONV.] (p. 62) in het menu
(IN/UIT
OPN.). Voordat u deze menu-items instelt, moet
u de i.LINK-kabel loskoppelen.
• Beelden worden gekopieerd in de DVindeling als [VCR HDV/DV] is ingesteld op
[AUTO] en [i.LINK-CONV.] is ingesteld op
[AAN]. Dit geldt ook voor beelden die zijn
opgenomen in de HDV-indeling.
• Als de band is opgenomen in de HDV- en DVindeling, stelt u [VCR HDV/DV] in op [DV]
om alleen beelden in de DV-indeling te
kopiëren. Beelden in de HDV-indeling
worden gekopieerd als lege gedeelten. Er
worden dus geen beelden gekopieerd.
• Als [i.LINK-CONV.] is ingesteld op [UIT] en [VCR
HDV/DV] is ingesteld op [AUTO], worden beelden
in de HDV-indeling opgenomen als lege gedeelten.
Er worden dus geen beelden gekopieerd.
• Als [VCR HDV/DV] is ingesteld op [HDV],
herkend het aangesloten DV-apparaat geen beelden.
Beelden worden gekopieerd als lege gedeelten.
• Wanneer [VCR HDV/DV] is ingesteld op [AUTO]
en het signaal schakelt tussen HDV en DV,
verdwijnt het beeld tijdelijk.
b Opmerking
• Als u de instellingen van [VCR HDV/DV] en
[i.LINK-CONV.] wijzigt terwijl de i.LINK-kabel is
aangesloten, herkent het videoapparaat wellicht het
videosignaal van de camcorder niet tijdens het
kopiëren.
,wordt vervolgd
Kopiëren/bewerken
73
Kopiëren naar een A/V-apparaat
Sluit de camcorder aan op een videorecorder
met de A/V-kabel (bijgeleverd).
Als de videorecorder een
S-videoaansluiting heeft*
S-videokabel
(optioneel)
Videorecorders
Geel
AUDIO/VIDEOaansluiting
Signaalverloop
Wit
A/V-kabel
(bijgeleverd)
* Als het apparaat dat u wilt aansluiten een Svideoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor de Svideokabel (optioneel) en niet voor de gele
videostekker van de A/V-kabel (bijgeleverd). Met
deze aansluiting worden beelden met een DVindeling met een hoge kwaliteit geproduceerd. Het
geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen de Svideokabel aansluit.
b Opmerking
• Selecteer achtereenvolgens het menu
(OVERIGE), [DISPLAY] en [LCD] (de
standaardinstelling) (p. 66).
• Wanneer u de camcorder aansluit op een apparaat
met monogeluid, sluit u de gele stekker van de A/Vkabel aan op de videoaansluiting en de rode of de
witte stekker op de audioaansluiting van de
videorecorder of de televisie.
z Tip
• Wilt u de datum/tijd en de camera-instellingen
opnemen, dan moet u deze weergeven op het scherm
(p. 45).
74
Kopiëren/bewerken
Rood
Kopiëren naar een andere band
1
Sluit het opnameapparaat aan op de
camcorder (p. 72).
2
Bereid het opnameapparaat voor.
• Plaats de band voor het opnemen.
• Als het opnameapparaat beschikt over een
ingangskeuzeschakelaar, zet u deze in de
invoerstand.
3
Maak de camcorder gereed voor het
afspelen.
• Plaats de band met opnamen.
• Zet de schakelaar POWER op VCR.
Start het afspelen op uw camcorder en
neem het weergegeven beeld op met de
videorecorder.
Kopiëren/bewerken
4
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de
videorecorder is geleverd.
5
Wanneer het kopiëren is voltooid,
stopt u de camcorder en de
videorecorder.
b Opmerking
• Wanneer u een i.LINK-kabel gebruikt, wordt het
opgenomen beeld onscherp als de beelden worden
onderbroken op de camcorder terwijl u de beelden
opneemt met de videorecorder.
• Beelden in de HDV-indeling worden niet uitgevoerd
via de HDV/DV-aansluiting als het afspelen is
onderbroken, of als ze worden afgespeeld in een
andere afspeelmodus dan de normale afspeelmodus.
• Als u een i.LINK-kabel gebruikt, kunt u het beeld en
het geluid niet apart opnemen.
z Tip
• Het lampje i.LINK, HDV of DV op de HDV/DVhouder voor aansluitingen gaat branden en geeft de
indeling van het uitvoersignaal aan wanneer u een
i.LINK-kabel gebruikt.
• Als u een i.LINK-kabel gebruikt, worden de videoen geluidssignalen digitaal verzonden, waardoor de
beelden van hoge kwaliteit zijn.
Kopiëren/bewerken
75
Beelden opnemen van
een videorecorder of
televisie
U kunt beelden of televisieprogramma's
opnemen van een videorecorder of televisie
op een band die in de camcorder is geplaatst.
b Opmerking
• De camcorder kan alleen opnemen van een PALbron. Franse videobeelden of televisieprogramma's
(SECAM) kunnen bijvoorbeeld niet juist worden
opgenomen. Zie pagina 94 voor meer informatie
over televisiekleursystemen.
• Als u een 21-polige verloopstekker gebruikt om
verbinding te maken met een PAL-bron, hebt u een
21-polige verloopstekker in twee richtingen
(optioneel) nodig.
Een videorecorder of televisie aansluiten
Kopiëren van een HDV-apparaat
U kunt beelden van een HDV-videorecorder
opnemen en bewerken. Gebruik de camcorder
als een opnameapparaat en sluit deze aan op een
HDV-apparaat met een i.LINK-kabel
(optioneel).
Opnameapparaat
(Dit apparaat)
HDV-/DV-aansluiting
i.LINK-kabel (optioneel)
Signaalverloop
b Opmerking
• Vanwege copyrightbeperkingen kunt u bij digitale
uitzendingen wellicht niet alle programma's
opnemen (p. 95).
76
Kopiëren/bewerken
Selecteer het menu
(IN/UIT OPN.), [VCR
HDV/DV] en [AUTO] (p. 61) op de camcorder
(opnameapparaat) voordat u verbinding maakt.
Speler (HDVcompatibel apparaat)
HDV-/DV-aansluiting
Opnemen van een DV-/AV-apparaat
U kunt beelden of televisieprogramma's van een
videorecorder of televisie opnemen en
bewerken. Gebruik de camcorder als een
opnameapparaat en sluit deze aan op een
videorecorder met de A/V-kabel (bijgeleverd).
U kunt een DV-apparaat ook aansluiten met een
i.LINK-kabel (optioneel).
Als u een i.LINK-kabel gebruikt om een DVapparaat aan te sluiten, selecteert u het menu
(IN/UIT OPN.), [VCR HDV/DV] en [DV]
of [AUTO] (p. 61) voordat u verbinding maakt.
Als de televisie of videorecorder een
S-videoaansluiting heeft*
Videorecorders of televisies
S-videokabel
(optioneel)
A/V-kabel
(bijgeleverd)
Geel
Wit
AUDIO/VIDEOaansluiting
Kopiëren/bewerken
Rood
HDV-/DV-aansluiting
Aansluiten met een i.LINK-kabel
i.LINKaansluiting
i.LINK-kabel (optioneel)
Signaalverloop
* Als het apparaat dat u wilt aansluiten een Svideoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor de Svideokabel (optioneel) en niet voor de gele
videostekker van de A/V-kabel (bijgeleverd). Met
deze aansluiting worden beelden met een DVindeling van hoge kwaliteit geproduceerd. Het
geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen de Svideokabel aansluit.
b Opmerking
• U kunt beelden van DV-/AV-apparaten alleen
opnemen in de DV-indeling.
• Selecteer achtereenvolgens het menu
(OVERIGE), [DISPLAY] en [LCD] (de
standaardinstelling) (p. 66) als u de A/V-kabel
(bijgeleverd) gebruikt.
• Wanneer u de camcorder aansluit op een apparaat
met monogeluid, sluit u de gele stekker van de A/Vkabel aan op de videoaansluiting en de rode of de
witte stekker op de audioaansluiting van de
videorecorder of de televisie. Alleen het geluid dat
via de aangesloten stekker wordt ingevoerd, wordt
opgenomen.
• Als een 4:3-videosignaal wordt opgenomen met de
camcorder, wordt het weergegeven met zwarte
balken aan de linker- en rechterkant.
z Tip
• Als het opnameapparaat een i.LINK-aansluiting
heeft, kunt u het apparaat het beste aansluiten met
een i.LINK-kabel (optioneel).
Kopiëren/bewerken
77
Films opnemen
Plaats een band in de camcorder voordat u de
volgende bewerkingen uitvoert.
1
Sluit als afspeelapparaat de televisie of
videorecorder aan op de camcorder
(p. 76, 77).
2
Als u opneemt van een videorecorder,
plaatst u een band.
3
Zet de schakelaar POWER op VCR.
4
Zet de camcorder in de
opnamepauzestand.
Houd X (pauze) ingedrukt en druk tegelijk
op beide toetsen z REC (opnemen).
5
Start het afspelen van de band op de
videorecorder of selecteer een
televisieprogramma.
De beelden die worden afgespeeld op het
aangesloten apparaat, verschijnen op het
LCD-scherm van de camcorder.
6
78
Druk nogmaals op X (pauze) op het
punt waar u de opname wilt starten.
Kopiëren/bewerken
7
Druk op x (stoppen) om de opname te
stoppen.
b Opmerking
• Wanneer u een i.LINK-kabel gebruikt, wordt het
opgenomen beeld onscherp als de beelden worden
onderbroken op de videorecorder.
• Als u een i.LINK-kabel gebruikt, kunt u het beeld en
het geluid niet apart opnemen.
• Als u een i.LINK-kabel gebruikt, wordt het beeld
wellicht niet vloeiend opgenomen als u de opname
onderbreekt of stopt en opnieuw start.
z Tip
• Het lampje i.LINK, HDV of DV op de HDV/DVhouder voor aansluitingen gaat branden en geeft de
indeling van het invoersignaal aan wanneer u een
i.LINK-kabel gebruikt.
• Als u een i.LINK-kabel gebruikt, worden de videoen geluidssignalen digitaal verzonden, waardoor de
beelden van hoge kwaliteit zijn.
• Als u een i.LINK-kabel gebruikt, wordt
weergegeven tijdens het opnemen.
Deze aanduiding kan ook worden weergegeven op
het scherm van het afspeelapparaat, maar wordt niet
opgenomen.
• Indexsignalen worden automatisch opgenomen op
de band. U kunt ook op bepaalde punten
indexsignalen opnemen door op de toets ASSIGN te
drukken die is toegewezen aan de indexfunctie
(p. 40).
Aansluiten op een
computer
Als u de camcorder wilt gebruiken door deze
met een i.LINK-kabel aan te sluiten op de
computer, moet u een computer met een
i.LINK-aansluiting gebruiken. Tevens moet op
de computer software zijn geïnstalleerd
waarmee videosignalen kunnen worden
verwerkt.
Raadpleeg de handleiding bij de software voor
de systeemvereisten van de computer.
• Stel [VCR HDV/DV] en [i.LINK-CONV.] in
het menu
(IN/UIT OPN.) in voordat u de
i.LINK-kabel aansluit. Als u de i.LINK-kabel
eerst aansluit, kan de computer vastlopen of
wordt het signaal van de camcorder niet
herkend.
b Opmerking
• Sluit een computer aan waarmee het signaal met de
indeling die wordt aangegeven door de lampjes van
de i.LINK-verbinding kan worden verwerkt. Als u
een computer aansluit die het signaal niet kan
verwerken, kan de computer vastlopen of wordt het
signaal van de camcorder niet herkend.
• Koppel de i.LINK-kabel los voordat u de
instellingen van [REC FORMAT] herstelt als de
schakelaar POWER is ingesteld op CAMERA. De
computer kan anders vastlopen.
z Tip
• Het lampje i.LINK, HDV of DV op de HDV/DVhouder voor aansluitingen gaat branden en geeft de
indeling van het invoersignaal aan wanneer u een
i.LINK-kabel gebruikt.
HDV-/DV-aansluiting
i.LINK-kabel (optioneel)
De computer aansluiten
• Als u de camcorder op de computer aansluit
met een i.LINK-kabel, moet u de stekker in de
juiste richting plaatsen. Als u de stekker met
kracht in de verkeerde richting plaatst, kan de
aansluiting worden beschadigd of kan dit een
storing van de camcorder veroorzaken.
• Sluit de i.LINK-kabel eerst aan op de
computer en vervolgens op de camcorder. Als
u eerst de camcorder aansluit, kan er statische
elektriciteit ontstaan. Dit kan een storing van
de camcorder veroorzaken.
• Als u beelden die zijn opgenomen in de HDVindeling, wilt scannen in de HDV-indeling,
stelt u [VCR HDV/DV] in op [HDV] (p. 61)
en [i.LINK-CONV.] op [UIT] (p. 62).
• Als u beelden die zijn opgenomen in de DVindeling, wilt scannen in de DV-indeling, stelt
u [VCR HDV/DV] in op [DV] (p. 61).
• Als u beelden die zijn opgenomen in de HDVindeling, wilt scannen in de DV-indeling, stelt
u [VCR HDV/DV] in op [HDV] (p. 61) en
[i.LINK-CONV.] op [AAN] (p. 62).
b Opmerking
• Afhankelijk van de software op de computer worden
beelden mogelijk niet juist geïmporteerd.
• U kunt beelden die zijn opgenomen in de DVindeling niet importeren in de HDV-indeling.
Beelden van de computer importeren
naar de camcorder
In de HDV-indeling
Stel [VCR HDV/DV] in op [HDV] (p. 61) en
stel [i.LINK-CONV.] in op [UIT] (p. 62).
In de DV-indeling
Stel [VCR HDV/DV] in op [DV] (p. 61).
Kopiëren/bewerken
79
Kopiëren/bewerken
Beelden op een band importeren naar
de computer
Geluid kopiëren naar
een band met
opnamen
U kunt aanvullend geluid opnemen en
toevoegen aan het oorspronkelijke geluid op
een band die is opgenomen in de DVindeling. U kunt geluid toevoegen aan band
waarmee opnamen zijn gemaakt in de 12-bits
stand zonder dat het oorspronkelijke geluid
wordt gewist.
Voorbereiden voor het invoegen van geluidsopnamen
Audioapparaat (zoals
CD/MD-spelers)
Interne microfoon
Audio-uitgangen
Sluit de videostekker
(geel) niet aan.
Audio R
(rood)
CAUDIO/VIDEO-aansluiting
A/V-kabel (bijgeleverd)
Audio L
(wit)
BMIC (PLUG IN POWER)/LINE
aansluiting
Microfoon (optioneel)
Signaalverloop
AMIC (PLUG IN POWER)/LINE aansluiting
Neem het geluid op een van de volgende
manieren op.
• Met de interne microfoon (geen aansluiting
nodig).
• Met een microfoon (optioneel) die is
aangesloten op de MIC/LINE-aansluiting.
(A)
Selecteer het menu
(AUDIO INST.),
[MIC/LINE IN] en [EXTERNE MICR]
(p. 59).
• Met een audioapparaat (optioneel) dat is
aangesloten op de MIC/LINE-aansluiting.
80
Kopiëren/bewerken
(B)
Selecteer het menu
(AUDIO INST.),
[MIC/LINE IN] en [LIJN] (p. 59).
• Met een audioapparaat dat is aangesloten op
de AUDIO/VIDEO-aansluiting. (C)
Deze volgorde wordt aangehouden om te
bepalen welke audio-ingang de voorkeur krijgt
voor opnamen: MIC/LINE-aansluiting t
AUDIO/VIDEO-aansluiting t interne
microfoon.
Geluid opnemen
Wijs de functie voor het invoegen van
geluidsopnamen van tevoren toe aan een van de
toetsen van ASSIGN. Zie pagina 70 voor
informatie over het toewijzen van een functie.
1
Plaats een band met opnamen in de
camcorder.
2
Zet de schakelaar POWER op VCR.
3
Druk op N (afspelen) om de band af
te spelen.
4
Druk op X (pauze) op het punt waar u
de geluidsopname wilt starten.
5
Druk op de toets ASSIGN die is
toegewezen aan de functie voor het
invoegen van geluidsopnamen.
Het teken
scherm.
6
X verschijnt op het LCD-
Druk op X (pauze) en begin
tegelijkertijd met het afspelen van het
geluid dat u wilt opnemen.
Het teken
wordt op het LCD-scherm
weergegeven terwijl het geluid wordt
opgenomen.
Het nieuwe geluid wordt opgenomen in
stereo 2 (ST2).
7
Druk op x (stoppen) als u wilt stoppen
met opnemen.
Het eindpunt van het kopiëren van
geluidsopnamen instellen
Kopiëren/bewerken
b Opmerking
• Wanneer u de AUDIO/VIDEO-aansluiting of de
interne microfoon gebruikt om extra geluid op te
nemen, wordt er geen beeldsignaal uitgevoerd via de
AUDIO/VIDEO-aansluiting. Controleer het beeld
op het LCD-scherm en in de beeldzoeker en
controleer het geluid met de hoofdtelefoon.
• U kunt geen extra audiosignalen opnemen:
– Op een band die is opgenomen in de HDVindeling.
– Op een band die is opgenomen in de 16-bits stand.
– Op een band die is opgenomen in de stand LP.
– Wanneer de camcorder is aangesloten met een
i.LINK-kabel.
– Op lege gedeelten van de band.
– Als het wispreventienokje van de band op SAVE
is gezet.
– Op de band die is opgenomen op een ander
apparaat met een 4-kanaalsmicrofoon (4CH MIC
REC).
• Als u een externe microfoon (optioneel) gebruikt om
extra geluidsopnamen op te nemen, kunt u het beeld
en het geluid controleren door de camcorder op een
televisie aan te sluiten met de A/V-kabel. Het geluid
dat u naderhand hebt opgenomen, wordt niet
uitgevoerd via de luidspreker. Controleer het geluid
met een hoofdtelefoon of een televisie.
• Het geluid van een apparaat met monogeluid dat is
aangesloten op de MIC/LINE-aansluiting wordt
opgenomen via het linkerkanaal.
Druk tijdens het afspelen op ZERO SET
MEMORY bij het punt waar u het kopiëren van
geluid wilt stoppen. Voer stap 4 tot en met 6 uit.
De opname wordt automatisch gestopt bij de
geselecteerde scène.
b Opmerking
• U kunt alleen aanvullend geluid opnemen op een
band die met de camcorder is opgenomen. Het
geluid wordt mogelijk slechter wanneer u geluid
opneemt op een band die is opgenomen met andere
camcorders (waaronder andere HDR-FX1Ecamcorders).
z Tip
• U kunt het volume van de microfoon handmatig
aanpassen tijdens de volgende bewerkingen:
– Geluid opnemen met een externe microfoon of
audioapparaat dat is aangesloten op de MIC/
LINE-aansluiting.
– Geluid opnemen van een opnameapparaat dat is
aangesloten op de AUDIO/VIDEO-aansluiting.
– Geluid opnemen met de interne microfoon.
Het afspelen wordt onderbroken.
Kopiëren/bewerken
81
Het opgenomen geluid
controleren en aanpassen
1
Speel de band af waarop u geluid hebt
opgenomen volgens de procedures in
"Geluid opnemen" (p. 81).
2
Druk op MENU.
3
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het menu (AUDIO INST.) te
selecteren en druk op de regelaar.
4
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [AUDIO MIX] te selecteren en
druk op de regelaar.
5
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om de balans tussen het
oorspronkelijke geluid (ST1) en het
geluid dat achteraf is opgenomen
(ST2), aan te passen en druk op de
regelaar.
Bij de standaardinstelling wordt het
oorspronkelijke geluid (ST1) uitgevoerd.
De aangepaste geluidsbalans wordt weer
teruggezet op de standaardinstelling
ongeveer 5 minuten nadat de accu of andere
stroombronnen zijn losgekoppeld.
6
82
Druk op MENU om het menuscherm
te verbergen.
Kopiëren/bewerken
Sluit een analoog videoapparaat aan op de
camcorder met de A/V-kabel (bijgeleverd) en
een digitaal apparaat, zoals een computer,
met een i.LINK-kabel (optioneel). De
camcorder zet het analoge videosignaal van
de videorecorder om naar een digitaal signaal
en verzendt dit naar de computer zodat het
kan worden opgenomen.
Er moet software op de computer zijn
geïnstalleerd waarmee videosignalen kunnen
worden geïmporteerd als u de
conversiefunctie voor signalen wilt
gebruiken.
Een analoge
videorecorder
aansluiten op de
computer via de
camcorder
– Conversiefunctie voor signalen
Een computer aansluiten
Raadpleeg de handleiding bij de software voor
de systeemvereisten van de computer.
Kopiëren/bewerken
Als de videorecorder een
S-videoaansluiting heeft
S-videokabel
(optioneel)
AUDIO/VIDEO-aansluiting
Geel
A/V-kabel
(bijgeleverd)
Wit
Rood
HDV-/DV-aansluiting
i.LINK-kabel (optioneel)
Signaalverloop
b Opmerking
• Selecteer achtereenvolgens het menu
(OVERIGE), [DISPLAY] en [LCD] (de
standaardinstelling) (p. 66).
• Voordat u de i.LINK-kabel aansluit, selecteert u het
menu
(IN/UIT OPN.), [VCR HDV/DV] en
vervolgens [DV] (p. 61). Als u deze bewerking
uitvoert terwijl de i.LINK-kabel is aangesloten, kan
de computer vastlopen of wordt de camcorder niet
herkend.
Kopiëren/bewerken
83
Beelden importeren naar de
computer
1
Schakel het analoge apparaat in.
2
Zet de schakelaar POWER op VCR.
Gebruik de netspanningsadapter
(bijgeleverd) als stroombron.
3
Druk op MENU.
4
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het menu
(IN/UIT OPN.) te
selecteren en druk op de regelaar.
5
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [A/V t DV UIT] te selecteren en
druk op de regelaar.
6
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [AAN] te selecteren en druk op de
regelaar.
7
Druk op MENU om het menuscherm
te verbergen.
8
Start het afspelen op het analoge
apparaat.
9
Importeer de beelden naar de
computer.
Raadpleeg de handleiding of de Help bij de
software voor meer informatie.
Nadat het geluid en het beeld zijn
geïmporteerd
Stop met importeren op de computer en stop de
weergave op het analoge apparaat.
84
Kopiëren/bewerken
b Opmerking
• De camcorder kan wellicht het signaal niet correct
uitvoeren naar de computer afhankelijk van het
videosignaal dat wordt ingevoerd in de camcorder.
• U kunt geen beelden importeren naar de computer
via de camcorder als deze zijn opgenomen met een
copyrightbeveiligingssignaal.
• Analoge signalen worden niet uitgevoerd via de
COMPONENT OUTPUT-aansluiting.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als er problemen optreden bij het gebruik
van de camcorder, kunt u de volgende tabel
gebruiken om het probleem op te lossen.
Blijft het probleem optreden, dan verwijdert
u de stroombron en neemt u contact op met de
Sony-handelaar.
Als "C:ss:ss" wordt weergegeven op het
LCD-scherm of in de beeldzoeker, is de
zelfdiagnosefunctie geactiveerd. Zie
pagina 91 voor meer informatie.
Algemene werking
Oorzaak en/of oplossing
De stroom wordt niet ingeschakeld.
• De accu is ontladen, is bijna leeg of is niet in de camcorder geplaatst.
cPlaats een opgeladen accu in de camcorder (p. 11).
cGebruik de netspanningsadapter om de camcorder aan te sluiten op een
stopcontact (p. 14).
De camcorder functioneert zelfs niet
als de stroom is ingeschakeld.
cTrek de stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact of
verwijder de accu en sluit deze na 1 minuut weer aan. Als de functies nog
steeds niet werken, drukt u de toets RESET in met een puntig voorwerp.
Houd er rekening mee dat bij het indrukken van de toets RESET alle
instellingen, inclusief de klokinstelling en met uitzondering van de items
in het persoonlijke menu en Picture Profile, worden teruggezet op de
standaardwaarden.
Problemen oplossen
Probleem
U hoort een rammelend geluid
• Dit komt omdat bepaalde lensfuncties op de camcorder een lineair
wanneer de camcorder wordt gebruikt
mechanisme gebruiken. Dit duidt niet op een storing.
als de schakelaar POWER op OFF
(CHG) of VCR is ingesteld.
De bijgeleverde afstandsbediening
werkt niet.
cStel [EXTERNE CTRL] in het menu
(OVERIGE) in op [AAN]
(p. 66).
cPlaats batterijen in de batterijhouder zodat de +- en –-polen samenvallen
met de +- en –-tekens in de houder. Als het probleem nog steeds niet is
opgelost, plaatst u nieuwe batterijen omdat de oude batterijen leeg zijn
(p. 110).
cVerwijder eventuele obstructies tussen de afstandsbediening en de
afstandsbedieningssensor.
De camcorder wordt warm.
• Het apparaat is al langere tijd ingeschakeld. Dit duidt niet op een storing.
Accu/Stroombronnen
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
Het lampje CHG (opladen) gaat niet
branden als u de accu oplaadt.
cPlaats de accu op de juiste manier in de camcorder. Als het lampje nog
steeds niet gaat branden, krijgt de accu geen stroom van het stopcontact.
• Het opladen van de accu is voltooid (p. 11).
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
85
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
Het lampje CHG (opladen) knippert
als u de accu oplaadt.
cPlaats de accu op de juiste manier in de camcorder. Als het probleem
blijft optreden, trekt u de stekker van de netspanningsadapter uit het
stopcontact en neemt u contact op met de Sony-handelaar. De accu is
wellicht beschadigd (p. 11, 97).
De accu is niet opgeladen.
cZet de schakelaar POWER op OFF (CHG).
De accu raakt snel leeg.
• De temperatuur van de omgeving is te laag of de accu is niet volledig
opgeladen. Dit duidt niet op een storing.
cLaad de accu nogmaals volledig op. Als het probleem blijft optreden,
vervangt u de accu door een nieuwe accu. De accu is wellicht
beschadigd (p. 11, 97).
De aanduiding voor de resterende
accuduur geeft niet de juiste tijd aan.
• De temperatuur van de omgeving is te hoog of te laag of de accu is niet
volledig opgeladen. Dit duidt niet op een storing.
cLaad de accu nogmaals volledig op. Als het probleem blijft optreden,
vervangt u de accu door een nieuwe accu. De accu is wellicht
beschadigd (p. 11, 97).
• Er is een probleem opgetreden met de aangegeven resterende accuduur
De camcorder wordt vaak
of de accu is niet volledig opgeladen.
uitgeschakeld, terwijl de aanduiding
cLaad de accu nogmaals volledig op om de aanduiding te corrigeren
voor de resterende accuduur aangeeft
(p. 11).
dat de accu nog voldoende stroom kan
leveren.
Er treedt een probleem op als de
camcorder is aangesloten op de
netspanningsadapter.
cSchakel de stroom uit en trek de stekker van de netspanningsadapter uit
het stopcontact. Sluit de netspanningsadapter weer aan.
Banden
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
De band kan niet worden uitgeworpen cControleer of de stroombron (accu of netspanningsadapter) correct is
uit de houder.
aangesloten (p. 11).
cVerwijder de accu uit de camcorder en plaats deze opnieuw (p. 11).
cPlaats een opgeladen accu in de camcorder (p. 11).
De band wordt niet uitgeworpen,
zelfs niet als het deksel van de
bandhouder is geopend.
cVocht condenseert in de camcorder (p. 99).
De aanduiding voor Cassette Memory cEr wordt geen aanduiding weergegeven omdat de camcorder niet
wordt niet weergegeven als u een
compatibel is met de Cassette Memory-functie.
band met Cassette Memory gebruikt.
De resterende bandlengte wordt niet
weergegeven.
86
Problemen oplossen
cStel [
RESTANT] in op [AAN] in het menu
(OVERIGE) zodat
de resterende bandlengte altijd wordt weergegeven (p. 66).
LCD-scherm/beeldzoeker
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
Er verschijnt een onbekende taal op
het scherm.
cZie pagina 18.
Er verschijnt een onbekende
aanduiding op het scherm.
cRaadpleeg de lijst met aanduidingen (p. 111).
Het beeld in de beeldzoeker is niet
duidelijk.
cGebruik het zoekerscherpstelknopje om de lens aan te passen (p. 15).
Het beeld in de beeldzoeker is
verdwenen.
cSluit het LCD-scherm. Het beeld wordt niet weergegeven in de
beeldzoeker als het LCD-scherm is geopend (p. 15).
Opnemen
Oorzaak en/of oplossing
De band wordt niet gestart als u op
REC START/STOP drukt.
cZet de schakelaar POWER op CAMERA (p. 14).
cHet einde van de band is bereikt. Spoel de band terug of plaats een
nieuwe band.
cSchuif het wispreventienokje naar REC of plaats een nieuwe band
(p. 95).
cDe band blijft aan de koptrommel kleven vanwege gecondenseerd vocht.
Verwijder de band en laat de camcorder ten minste 1 uur staan. Plaats
daarna de band terug (p. 99).
De band wordt niet gestart als u op
REC START/STOP drukt op de
handgreep.
cOntgrendel de schakelaar HOLD (p. 21).
Het apparaat wordt plotseling
uitgeschakeld.
cLaad de accu op (p. 11).
De zoomfunctie werkt niet.
cStel de schakelaar ZOOM juist in (p. 22).
cAls u de zoomknop op de afstandsbediening gebruikt, stelt u de
schakelaar ZOOM in op LEVER/REMOTE (p. 23).
De zoomschakelaar op de handgreep
werkt niet.
cStel de zoomschakelaar op de handgreep in op H of L (p. 23).
Het zoomen of de opnameovergang
wordt beëindigd middenin de
bewerking.
• Dit probleem treedt op wanneer u een band vervangt tijdens de
bewerking.
SteadyShot functioneert niet.
cStel [STEADYSHOT] in op [AAN] in het menu
(CAMERA
INST.) (p. 56).
cDruk op de toets ASSIGN die is toegewezen aan de SteadyShot (p. 70).
Problemen oplossen
Probleem
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
87
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
Automatisch scherpstellen
functioneert niet.
cZet de schakelaar FOCUS op AUTO om automatisch scherpstellen in te
schakelen (p. 32).
cDe opnameomstandigheden zijn niet geschikt voor automatisch
scherpstellen. Stel handmatig scherp (p. 32).
Er verschijnt een verticale streep
wanneer u kaarslicht of elektrische
verlichting opneemt in het donker.
• Dit gebeurt wanneer het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond
te groot is. Dit duidt niet op een storing.
Er verschijnt een verticale streep
wanneer u een helder onderwerp
opneemt.
• Dit wordt het vlekeffect genoemd. Dit duidt niet op een storing.
Er verschijnen kleine witte stippen op • De stippen verschijnen wanneer de sluitertijd laag is. Dit duidt niet op
het scherm.
een storing.
Schuine strepen verschijnen op het
scherm.
cStel de schakelaar ZEBRA/PEAKING in op OFF (p. 31).
Het beeld is te helder op het scherm
en het onderwerp wordt niet
weergegeven.
cSchakel de tegenlichtfunctie uit (p. 25).
Afspelen
88
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
Er kan niet worden afgespeeld.
cAls het einde van de band is bereikt, spoelt u de band terug (p. 43).
U kunt niet in omgekeerde richting
afspelen.
cAfspelen in omgekeerde richting is niet mogelijk wanneer de band is
opgenomen in de HDV-indeling.
Er worden horizontale strepen
weergegeven in het beeld. De
weergegeven beelden zijn niet
duidelijk of verschijnen niet.
cReinig de kop met een reinigingscassette (p. 100).
Fijne patronen knipperen en
diagonale lijnen lijken gekarteld.
cPas [SCHERPTE] aan naar de – (zacht) kant in de functie PICTURE
PROFILE (p. 34).
Het geluid is niet of nauwelijks
hoorbaar.
cStel [MEERK GELUID] in op [STEREO] in het menu
(AUDIO
INST.) (p. 58).
cZet het volume hoger (p. 43).
cIn het menu
(AUDIO INST.) past u [AUDIO MIX] bij [ST2]
(aanvullend geluid) aan totdat u het geluid duidelijk hoort (p. 58).
cAls u een S-VIDEO-kabel of een componentvideokabel gebruikt, moet
u controleren of de rode en witte stekkers van de A/V-kabel ook zijn
aangesloten (p. 47).
Het geluid is onderbroken.
cReinig de kop met de reinigingscassette (p. 100).
De datumzoekfunctie en
indexzoekfunctie werken niet.
• Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit
duidt niet op een storing.
Problemen oplossen
Oorzaak en/of oplossing
"---" wordt weergegeven op het
scherm.
• De band die u afspeelt, is opgenomen zonder ingestelde datum en tijd.
• Er wordt een leeg gedeelte op de band afgespeeld.
• De gegevenscode op een band met een kras of storing kan niet worden
gelezen.
END SEARCH functioneert niet.
• De schakelaar POWER is ingesteld op CAMERA.
• De band wordt uitgeworpen na de opname (p. 45).
• De band is nieuw en bevat geen opnamen.
END SEARCH functioneert niet
correct.
• Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit
duidt niet op een storing.
Er wordt geen beeld weergegeven
tijdens END SEARCH of Rec
Review.
• De band is opgenomen in de HDV- en DV-indeling. Dit duidt niet op een
storing.
Het is niet mogelijk het beeld of het
geluid weer te geven op de televisie
die is aangesloten met de
componentvideokabel.
cStel [COMPONENT] in het menu
(IN/UIT OPN.) in volgens de
vereisten van het aangesloten apparaat (p. 62).
cAls u de componentvideokabel gebruikt, moet u controleren of de rode
en witte stekkers van de A/V-kabel zijn aangesloten (p. 47).
Het beeld wordt vervormd
weergegeven op een televisie met een
4:3-formaat.
• Dit probleem treedt op wanneer u een opname die is opgenomen in het
16:9-formaat, weergeeft op een televisie met 4:3-formaat.
cAls u het beeld wilt weergeven, stelt u [TV-TYPE] in het menu
(IN/UIT OPN.) in (p. 63).
cVoordat u opneemt, stelt u in het menu
(CAMERA INST.) de
optie [DV-BREEDOPN.] in op [UIT] (p. 41).
Er treedt ruis op en
of
wordt weergegeven op het scherm.
• De band is opgenomen met een televisiekleursysteem dat afwijkt van het
kleursysteem van de camcorder. Dit duidt niet op een storing (p. 94).
wordt weergegeven op het
LCD-scherm.
• Dit verschijnt wanneer u een band afspeelt die is opgenomen op andere
opnameapparaten met een 4-kanaalsmicrofoon. Deze camcorder voldoet
niet aan de opname-eisen voor een 4-kanaalsmicrofoon.
Problemen oplossen
Probleem
Kopiëren
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
Beelden van aangesloten apparaten
worden niet weergegeven op het
LCD-scherm of in de beeldzoeker.
cStel [DISPLAY] in op [LCD] in het menu
(OVERIGE) (p. 66).
Er kan niet goed worden gekopieerd
met de A/V-kabel.
cStel [DISPLAY] in op [LCD] in het menu
(OVERIGE) (p. 66).
Als u de camcorder hebt aangesloten
met een i.LINK-kabel, wordt er geen
beeld weergegeven tijdens het
kopiëren.
cStel [VCR HDV/DV] in het menu
(IN/UIT OPN.) in volgens de
vereisten van het aangesloten apparaat (p. 61).
Nieuw geluid dat is toegevoegd aan
de band met opnamen, is niet
hoorbaar.
cIn het menu
(AUDIO INST.) past u [AUDIO MIX] bij [ST1]
(oorspronkelijk geluid) aan totdat u het geluid duidelijk hoort (p. 58).
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
89
90
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
Het beeld verdwijnt tijdelijk wanneer
u op EXPANDED FOCUS drukt.
• Als u op EXPANDED FOCUS drukt tijdens het opnemen in de DVindeling terwijl u beelden overbrengt naar het aangesloten apparaat,
verdwijnt het beeld wanneer u schakelt van het normale formaat naar het
uitvergrote formaat.
Problemen oplossen
Waarschuwingen en berichten
Zelfdiagnose/Waarschuwingen
Als aanduidingen op het LCD-scherm of in de beeldzoeker worden weergegeven, controleert u de
volgende punten. Zie de pagina tussen haakjes voor meer informatie.
Oorzaak en/of oplossing
C:ss:ss/E:ss:ss
(Zelfdiagnose)
U kunt bepaalde problemen zelf oplossen. Als het probleem blijft optreden
nadat u herhaaldelijk hebt geprobeerd dit op te lossen, neemt u contact op
met de Sony-handelaar of een plaatselijke, door Sony erkende
onderhoudsdienst.
C:04:ss
cEr wordt een andere accu dan een "InfoLITHIUM" accu gebruikt.
Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (p. 96).
C:21:ss
cEr is vocht in de camcorder gecondenseerd. Verwijder de band en laat de
camcorder ten minste 1 uur staan. Plaats daarna de band terug (p. 99).
C:22:ss
cReinig de kop met de reinigingscassette (p. 100).
C:31ss/C:32ss
cEr treden problemen op die hierboven niet zijn beschreven. Verwijder de
band, plaats deze opnieuw en gebruik de camcorder weer. Voer deze
procedure niet uit als vocht begint te condenseren (p. 99).
cVerwijder de stroombron. Sluit de stroombron weer aan en gebruik de
camcorder weer.
cVervang de band.
E:61:ss / E:62:ss
cNeem contact op met uw Sony-handelaar of een plaatselijke, door Sony
erkende onderhoudsdienst. Geef de 5-cijferige code door die begint met
"E".
Problemen oplossen
Aanduiding
E (waarschuwing met betrekking tot • De accu is bijna leeg.
accuniveau)
• Afhankelijk van de gebruiksinstellingen, de omgeving of de accu kan de
aanduiding E knipperen, zelfs als er nog 5 tot 10 minuten over zijn.
% (waarschuwing met betrekking tot
condensvorming)*
cVerwijder de band, zet de schakelaar POWER op OFF (CHG) en laat de
camcorder ongeveer 1 uur staan met het deksel van de bandhouder
geopend (p. 99).
Q (waarschuwing met betrekking
tot de band)
Langzaam knipperend:
• Er is nog minder dan 5 minuten over op de band.
• Er is geen band geplaatst.*
• Het wispreventienokje van de band is vergrendeld (p. 95).*
Snel knipperend:
• De band is vol.*
Z (waarschuwing met betrekking tot
uitwerpen van band)*
Langzaam knipperend:
• Het wispreventienokje op de band is vergrendeld (p. 95).
Snel knipperend:
• Er is vocht in de camcorder gecondenseerd (p. 99).
• De zelfdiagnosecode wordt weergegeven (p. 91).
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
91
* U hoort een melodie of pieptoon als de waarschuwingen op het scherm verschijnen.
92
Problemen oplossen
Waarschuwingsberichten
Als er berichten op het scherm verschijnen, controleert u de volgende punten. Zie de pagina tussen
haakjes voor meer informatie.
Onderwerp
Aanduiding
Oplossing/Referentie
Accu
Gebruik de "InfoLITHIUM" accu.
cZie pagina 96.
De accu is bijna leeg.
cLaad de accu op (p. 11).
Oude accu. Gebruik een nieuwe.
cZie pagina 96.
Condensvorming
Banden
Overigen
Z Sluit de stroombron opnieuw aan.
–
% Z Condensvorming. Verwijder de band.
cZie pagina 99.
% Condensvorming. Schakel camera 1 uur uit.
cZie pagina 99.
Q Plaats een band.
cZie pagina 17.
Z Plaats de band opnieuw.
cDe band is wellicht beschadigd.
Q Z Band vergrendeld. Controleer het nokje.
cZie pagina 95.
–
Kan niet opnemen vanwege copyrightbeveiliging.
–
Kan audio niet toevoegen. Koppel i.LINK kabel
los.
cZie pagina 80.
Niet opgenomen met SP. Kan audio niet
toevoegen.*
cZie pagina 80.
Niet opgenomen in 12-bit audio. Kan audio niet
toevgn.*
cZie pagina 80.
Kan audio niet toevoegen op leeg gedeelte van
band.
cZie pagina 80.
Problemen oplossen
Q Het einde van de band is bereikt.
Band opgenomen met HDV. Kan geen geluid tvgn. cZie pagina 80.
Kan audio niet toevoegen.
cZie pagina 80
Geen toegewezen waarde ingesteld voor SHOT-A. cEen instelling opslaan bij A (p. 37).
Geen toegewezen waarde ingesteld voor SHOT-B. cEen instelling opslaan bij B (p. 37).
Wijzig in de juiste bandindeling.
cDe beelden kunnen niet worden
afgespeeld omdat de indeling niet
compatibel is.
Geen uitvoerbeeld in "VCR HDV/DV". Wijzig
indeling.
cStop de invoer van het
afspeelsignaal of herstel de
instelling van [VCR HDV/DV]
(p. 61).
Al toegevoegd aan P-MENU van CAMERA.
–
Al toegevoegd aan P-MENU van VCR.
–
x
Videokop is vuil. Gebruik een
reinigingscas.
cZie pagina 100.
* Wordt alleen weergegeven voor beelden met de indeling DV.
Problemen oplossen
93
Extra informatie
De camcorder
gebruiken in het
buitenland
Voeding
U kunt de camcorder met de bijgeleverde
netspanningsadapter gebruiken in alle
landen/regio's waar de lichtnetspanning
100 V tot 240 V wisselstroom, 50/60 Hz,
bedraagt.
Televisiekleursystemen
Deze camcorder werkt met het PALkleursysteem. Als u de beelden die in de DVindeling zijn opgenomen op een televisiescherm
wilt bekijken, moet dit een televisie met het
PAL-systeem zijn (zie de volgende lijst) met
een AUDIO/VIDEO-ingang.
94
Systeem
Wordt gebruikt in
PAL
Australië, België, China,
Denemarken, Duitsland, Finland,
Groot-Brittannië, Hongarije,
Hongkong, Italië, Koeweit,
Maleisië, Nederland, NieuwZeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore,
Slowakije, Spanje, Thailand,
Tsjechië, Zweden, Zwitserland,
enzovoort
PAL - M
Brazilië
PAL - N
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak,
Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland,
enzovoort
NTSC
Bahama's, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filipijnen,
Guyana, Jamaica, Japan, Korea,
Mexico, Midden-Amerika, Peru,
Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enzovoort
Extra informatie
Eenvoudig overschakelen op een
andere tijdzone
Via het instelmenu kunt u de tijdinstelling
eenvoudig omschakelen naar de plaatselijke tijd
in een andere tijdzone als u de camcorder in het
buitenland gebruikt. Selecteer [WERELDTIJD]
in het menu
(OVERIGE) en stel het
tijdsverschil in (p. 64).
HDV-indeling en
opnemen/afspelen
Opmerkingen over banden
Per ongeluk wissen voorkomen
Schuif het wispreventienokje op de band naar
SAVE.
Met de camcorder kunt u opnemen in de HDVen DV-indelingen.
U kunt alleen mini-DV-banden gebruiken
voor de camcorder.
Gebruik een band met het teken
.
Informatie over de HDV-indeling
(
)
De HDV-indeling is een video-indeling
ontwikkeld om digitale HD-signalen (HighDefinition) op een DV-band op te nemen.
De camcorder gebruikt de Interlace-stand met
een rasterfrequentie van 1080 effectieve
scanlijnen (1080i, aantal pixels 1440 × 1080).
De videobitsnelheid voor het opnemen is
ongeveer 25 Mbps.
i.LINK wordt gebruikt voor de digitale interface
om een digitale verbinding mogelijk te maken
met een HDV-compatibele televisie of
computer.
REC: er kan worden opgenomen op de band.
SAVE: er kan niet worden opgenomen op de
band (schrijfbeveiliging).
Etiketten op de band plakken
Plak etiketten alleen op de plaatsen die in de
volgende afbeelding zijn aangegeven om
storingen in de camcorder te voorkomen.
Plak geen
etiketten bij deze
rand.
Afspelen
Extra informatie
De camcorder geeft de beelden weer in de DVindeling en met de HDV1080i-standaard.
Kopieerbeveiligingssignaal
Bij afspelen
Als de band die u afspeelt op de camcorder,
kopieerbeveiligingssignalen bevat, kunt u de
signalen niet kopiëren naar een band in een
andere videoapparaat dat is aangesloten op de
camcorder.
Bij opnemen
U kunt op deze camcorder geen
software opnemen die is beveiligd met
een kopieerbeveiligingssignaal.
De aanduiding [Kan niet opnemen vanwege
copyrightbeveiliging.] verschijnt op het scherm
of het televisiescherm wanneer u probeert
dergelijke software op te nemen.
Kopieerbeveiligingssignalen worden niet op de
band opgenomen door de camcorder tijdens het
opnemen.
Plaats van het etiket
Na het gebruik van de band
Spoel de band helemaal terug om vervorming
van het beeld en het geluid te voorkomen. Berg
vervolgens de band op in het hoesje en bewaar
de band rechtop.
,wordt vervolgd
Extra informatie
95
De goudkleurige aansluiting reinigen
Over het algemeen moet u de goudkleurige
aansluiting op de band om de 10 keer dat u de
band gebruikt, schoonmaken met een
wattenstaafje.
Als de goudkleurige aansluiting van de band
stoffig of vuil is, wordt de aanduiding voor de
resterende bandlengte wellicht niet correct
weergegeven.
Informatie over de
"InfoLITHIUM" accu
Dit apparaat is compatibel met de
"InfoLITHIUM" accu (L-serie). De camcorder
werkt alleen met de "InfoLITHIUM" accu.
"InfoLITHIUM" accu's van de L-serie hebben
het teken
.
Informatie over de "InfoLITHIUM" accu
Goudkleurige
aansluiting
b Opmerking
• De camcorder is niet compatibel met de Cassette
Memory-functie.
zijn handelsmerken.
HDV en
zijn handelsmerken
van Sony Corporation en Victor Company of
Japan, Ltd.
De "InfoLITHIUM" accu is een lithium-ionen
accu die geschikt is voor het doorgeven van
informatie over de gebruikstoestand tussen de
camcorder en een optionele
netspanningsadapter/oplader.
De "InfoLITHIUM" accu meet tijdens het
gebruik van de camcorder het stroomverbruik,
berekent op basis daarvan de resterende
accuduur in minuten en toont deze op het
scherm. Met een netspanningsadapter/oplader
(optioneel) worden de resterende accuduur en
de oplaadtijd weergegeven.
De accu opladen
Alle andere productnamen die hierin worden
vermeld, kunnen de handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken zijn van hun
respectieve bedrijven.
Bovendien worden "™" en "®" niet elke keer
vermeld in deze gebruiksaanwijzing.
Opmerkingen bij de licentie
ELK GEBRUIK VAN DIT PRODUCT,
BEHALVE HET GEBRUIK DOOR
CONSUMENTEN VOOR PERSOONLIJKE
DOELEINDEN, IN OVEREENSTEMMING
MET DE MPEG-2-STANDAARD VOOR
HET CODEREN VAN VIDEO-INFORMATIE
VOOR VOORBESPEELDE MEDIA, IS
UITDRUKKELIJK VERBODEN, TENZIJ DE
GEBRUIKER BESCHIKT OVER EEN
LICENTIE ONDER DE PATENTEN VAN
TOEPASSING IN DE MPEG-2PATENTENPORTEFEUILLE. DEZE
LICENTIE IS VERKRIJGBAAR VIA MPEG
LA, L.L.C., 250 STEELE STREET, SUITE
300, DENVER, COLORADO 80206,
VERENIGDE STATEN.
96
Extra informatie
• Zorg dat de accu is opgeladen voordat u de
camcorder gaat gebruiken.
• U kunt de accu het beste opladen bij een
omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C
tot het lampje CHG (opladen) dooft. Als u de
accu oplaadt bij een temperatuur buiten dit
bereik, wordt de accu mogelijk niet efficiënt
opgeladen.
• Na het opladen maakt u de
netspanningsadapter los van de DC INaansluiting van de camcorder of verwijdert u
de accu.
De accu efficiënt gebruiken
• De prestatie van de accu vermindert wanneer
de omgevingstemperatuur 10°C of lager is.
Ook kunt u de accu minder lang gebruiken. In
dit geval voert u een van de volgende
procedures uit zodat u de accu langer kunt
gebruiken.
– Bewaar de accu in een binnenzak om deze
warm te houden en plaats de accu pas in de
camcorder vlak voordat u gaat opnemen.
•
•
•
•
– Gebruik een accu met grote capaciteit: NPF770/F970 (optioneel).
Bij intensief gebruik van de LCD scherm of
veelvuldig wisselen tussen afspelen,
vooruitspoelen en terugspoelen raakt de accu
sneller leeg. U kunt het beste een accu met
grote capaciteit gebruiken: NP-F770/F970
(optioneel).
Zet de schakelaar POWER op OFF (CHG) als
u niet opneemt of afspeelt met de camcorder.
De accu raakt ook leeg wanneer de camcorder
in de opnamepauzestand of
weergavepauzestand staat.
Houd voldoende reserveaccu's bij de hand
voor 2 of 3 keer de verwachte opnameduur en
maak testopnamen voordat u de uiteindelijke
opname maakt.
Zorg dat er geen water op een accu komt. De
accu is niet waterbestendig.
Informatie over de aanduiding voor de
resterende accuduur
• Als u de accu op de camcorder volledig wilt
ontladen, verwijdert u de band en laat u de
camcorder in de opnamewachtstand staan tot
de stroom wordt uitgeschakeld.
Informatie over de levensduur van de
accu
• De levensduur van de accu is beperkt.
Naarmate u de accu gebruikt, neemt de
capaciteit geleidelijk af. Wanneer de
gebruiksduur van een volledig opgeladen accu
aanmerkelijk is afgenomen, nadert het einde
van de levensduur van de accu. Koop dan een
nieuwe accu.
• De levensduur van elke afzonderlijke accu is
afhankelijk van de omstandigheden
waaronder deze wordt bewaard en gebruikt.
"InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Extra informatie
• Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld
terwijl de aanduiding voor de resterende
accuduur aangeeft dat er voldoende stroom is,
laadt u de accu opnieuw volledig op. De
indicatie van de resterende accuduur wordt
correct weergegeven. Soms kan de juiste
aanduiding echter niet worden weergegeven
als de accu geruime tijd achtereen aan hitte is
blootgesteld of lang in volledig opgeladen
toestand is blijven liggen, of als de accu erg
intensief is gebruikt.
Gebruik de aanduiding voor de resterende
accuduur om de geschatte opnameduur te
bepalen.
• De aanduiding E geeft aan dat de accu bijna
leeg is, hoewel deze nog 5 tot 10 minuten kan
worden gebruikt, afhankelijk van de
omstandigheden, de temperatuur en de
omgeving.
De accu bewaren
• Als de accu langere tijd niet wordt gebruikt,
laadt u deze helemaal op en gebruikt u de
camcorder één keer per jaar zodat de accu
goed blijft werken.
Verwijder de accu uit de camcorder en bewaar
deze in een droge, koele omgeving.
Extra informatie
97
Informatie over i.LINK
De i.LINK-interface van dit apparaat is een
interface die geschikt is voor het i.LINKsysteem. Hieronder volgt een beschrijving van
het i.LINK-systeem en de mogelijkheden ervan.
i.LINK
i.LINK is een digitale seriële interface voor het
overdragen van digitale video- en
audiogegevens en andere gegevens naar een
ander apparaat dat geschikt is voor i.LINK. U
kunt ook andere apparaten bedienen met de
i.LINK-interface.
Een apparaat dat geschikt is voor i.LINK, kan
worden aangesloten met een i.LINK-kabel.
Mogelijke toepassingen zijn bediening en
gegevensoverdracht tussen verschillende
digitale A/V-apparaten.
Als er 2 of meer i.LINK-apparaten indirect zijn
verbonden met dit apparaat, kunt u naast de
gegevensoverdracht ook de andere verbonden
apparaten bedienen.
Houd er rekening mee dat deze manier van
werken soms afwijkt vanwege de kenmerken en
specificaties van het aangesloten apparaat.
Bovendien zijn sommige bewerkingen en
gegevensoverdrachten wellicht niet mogelijk op
bepaalde aangesloten apparaten.
b Opmerking
• Gewoonlijk wordt slechts één apparaat aangesloten
op dit apparaat met de i.LINK-kabel. Voor het
aansluiten van dit apparaat op HDV/DV-apparatuur
met twee of meer i.LINK-interfaces wordt u
verwezen naar de gebruiksaanwijzing van de aan te
sluiten apparatuur.
z Tip
• i.LINK is een wat gemakkelijker te gebruiken term
voor IEEE 1394 data transport bus, voorgesteld door
Sony en als handelsmerk goedgekeurd door veel
bedrijven.
• IEEE 1394 is een internationale norm, vastgesteld
door het Institute of Electrical and Electronic
Engineers.
Informatie over i.LINKoverdrachtssnelheid
De maximale i.LINK-overdrachtssnelheid kan
verschillen per apparaat. Er zijn 3 soorten.
S100 (ongeveer 100 Mbps*)
S200 (ongeveer 200 Mbps)
98
Extra informatie
S400 (ongeveer 400 Mbps)
De overdrachtssnelheid staat in de
gebruiksaanwijzing van elk apparaat vermeld
onder "Technische gegevens". Bovendien staat
op sommige apparaten de overdrachtssnelheid
ook vermeld bij de i.LINK-aansluiting.
De overdrachtssnelheid kan afwijken van de
weergegeven waarde als het apparaat wordt
aangesloten op een apparaat met een andere
maximumoverdrachtssnelheid.
* Mbps
Mbps staat voor megabit per seconde, dat wil zeggen
de hoeveelheid gegevens die in 1 seconde kan
worden verzonden of ontvangen. Een
overdrachtssnelheid van bijvoorbeeld 100 Mbps wil
zeggen dat in 1 seconde 100 megabits aan gegevens
kunnen worden overgedragen.
i.LINK-functies op dit apparaat
gebruiken
Zie pagina 72 voor meer informatie over het
kopiëren als dit apparaat is aangesloten op een
ander videoapparaat met een i.LINK-interface.
Dit apparaat kan ook worden aangesloten op
een ander apparaat dat geschikt is voor i.LINK
van het merk Sony (bijvoorbeeld een computer
uit de VAIO-serie) en op een videoapparaat.
Sommige videoapparaten die geschikt zijn voor
i.LINK, zoals digitale televisies, DVDrecorders/-spelers en MICROMV-recorders/spelers, zijn niet compatibel met dit apparaat.
Voordat u de camcorder aansluit op een ander
apparaat, controleert u of het apparaat geschikt
is voor HDV/DV.
Voor meer informatie over
voorzorgsmaatregelen en compatibele software
raadpleegt u de handleiding van het apparaat dat
u wilt aansluiten.
b Opmerking
• Wanneer u de camcorder aansluit op een ander
i.LINK-compatibel apparaat, moet u dit apparaat
uitschakelen en de netspanningsadapter uit het
stopcontact halen voordat u de i.LINK-kabel
aansluit of loskoppelt.
Informatie over de vereiste i.LINK-kabel
Gebruik de Sony i.LINK 4-pins-naar-4-pins
kabel (voor het kopiëren met HDV/DV).
i.LINK en
zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
Onderhoud en
voorzorgsmaatregelen
•
Gebruik en onderhoud
•
•
•
•
•
•
•
Extra informatie
• Gebruik of bewaar de camcorder en de
accessoires niet onder de volgende
omstandigheden.
– Op extreem koude of warme plaatsen. Laat
de camcorder en de accessoires nooit achter
op plaatsen waar de temperatuur tot boven
de 60°C kan oplopen, zoals in direct
zonlicht, bij de verwarming of in een auto
die in de zon is geparkeerd. De camcorder
en de accessoires functioneren mogelijk
niet meer goed of vervormen.
– In de buurt van sterke magnetische velden
of mechanische trillingen. Mogelijk
functioneert de camcorder niet meer goed.
– In de buurt van sterke radiogolven of
straling. Mogelijk kan er niet meer goed
worden opgenomen met de camcorder.
– In de buurt van AM-radio-ontvangers en
videoapparatuur. Er kan ruis ontstaan.
– Zandstranden en stoffige omgevingen.
Zand en stof kunnen storingen in de
camcorder veroorzaken. Soms kunnen deze
storingen niet meer worden gerepareerd.
– Bij ramen of buiten waar het LCD-scherm,
de beeldzoeker of de lens aan direct
zonlicht worden blootgesteld. Hierdoor
kunnen de beeldzoeker of het LCD-scherm
aan de binnenkant worden beschadigd.
– Op vochtige plaatsen.
• Gebruik de camcorder uitsluitend op
stroomvoorziening van 7,2 V gelijkstroom
(accu) of 8,4 V gelijkstroom
(netspanningsadapter).
• Gebruik voor het aansluiten op de stroombron
(gelijkstroom of wisselstroom) alleen de in
deze gebruiksaanwijzing vermelde
accessoires.
• Zorg dat de camcorder niet nat wordt,
bijvoorbeeld door regen of zeewater. Als de
camcorder nat wordt, kunnen er storingen
optreden. Soms kunnen deze storingen niet
meer worden gerepareerd.
• Mocht er vloeistof of een voorwerp binnen in
de camcorder terechtkomen, moet u de stroom
onmiddellijk uitschakelen, de stekker uit het
stopcontact halen en de camcorder eerst door
een Sony-handelaar laten nakijken voordat u
het apparaat weer in gebruik neemt.
Laat het apparaat niet vallen, demonteer of
wijzig het niet en behoed het tegen
mechanische schokken en ga er altijd
voorzichtig mee om. Wees vooral voorzichtig
met de lens.
Zorg dat de schakelaar POWER op OFF
(CHG) staat zolang u de camcorder niet
gebruikt.
Wikkel de camcorder tijdens gebruik nooit in
textiel, zoals een handdoek. De binnenkant
van de camcorder kan hierdoor ernstig
oververhit raken.
Als u het netsnoer loskoppelt, moet u aan de
stekker en niet aan het snoer trekken.
Beschadig het netsnoer niet door er een zwaar
voorwerp op te plaatsen.
Houd de metalen contactpunten goed schoon.
Houd de afstandsbediening en de knoopcel
buiten het bereik van kinderen. Raadpleeg
meteen een arts wanneer een batterij per
ongeluk wordt ingeslikt.
Als er elektrolytische vloeistof uit de batterij
is gelekt, doet u het volgende:
– Neem contact op met een plaatselijke, door
Sony erkende onderhoudsdienst.
– Spoel vloeistof af die op uw huid is
terechtgekomen.
– Als er vloeistof in uw ogen is gekomen,
wast u uw ogen met veel water. Raadpleeg
zo spoedig mogelijk een arts.
Wanneer u de camcorder langere tijd
niet gebruikt
Schakel de camcorder van tijd tot tijd in en speel
bijvoorbeeld 3 minuten een band af.
Condensvorming
Als de camcorder rechtstreeks van een koude in
een warme omgeving wordt gebracht, kan de
lens beslaan of vocht condenseren in het
inwendige van het apparaat, op de videokop of
het oppervlak van de band. Als deze situatie
zich voordoet, kan de band aan de koptrommel
blijven plakken en beschadiging of storing in de
werking van het apparaat veroorzaken. Als de
camcorder van binnen vochtig is, verschijnt
,wordt vervolgd
Extra informatie
99
[%Z Condensvorming. Verwijder de band.] of
[% Condensvorming. Schakel camera 1 uur
uit.]. De aanduiding verschijnt niet als er vocht
op de lens is gecondenseerd.
Als er vocht in de camcorder is
gecondenseerd
Geen van de functies werkt, behalve het
uitwerpen van de band. Verwijder de band,
schakel de camcorder uit en laat het apparaat
daarna 1 uur lang ongebruikt staan, met de
bandhouder open. De camcorder kan weer
worden gebruikt als de aanduiding % of Z niet
verschijnt als de stroom weer wordt
ingeschakeld.
Als vocht begint te condenseren, kan de
camcorder de condensvorming soms niet
herkennen. Als dit gebeurt, duurt het soms meer
dan 10 seconden voordat de band wordt
uitgeworpen nadat de bandhouder is geopend.
Dit duidt niet op een storing. Sluit de
bandhouder niet tot de band is uitgeworpen.
Opmerking over condensvorming
Er kan vocht uit de lucht in de camcorder
condenseren wanneer u het apparaat in een
warme, vochtige omgeving gebruikt of wanneer
u de camcorder direct van een koude omgeving
in een warme omgeving brengt, zoals hieronder
wordt weergegeven.
• Als u de camcorder van de ijsbaan of de
skihellingen rechtstreeks meeneemt in een
verwarmde ruimte.
• Als u de camcorder op een hete zomerdag
vanuit een koele ruimte of een auto met
airconditioning mee naar buiten neemt.
• Als u de camcorder onmiddellijk na een
regenbui gebruikt.
• Wanneer u de camcorder op een warme en
vochtige plaats gebruikt.
Condensvorming voorkomen
Voordat u de camcorder van een koude
omgeving naar een warme plaats brengt,
verpakt u het apparaat eerst in een plastic zak
die u goed (luchtdicht) afsluit. Neem de
camcorder pas uit de plastic zak, wanneer de
lucht in de zak dezelfde temperatuur heeft als de
omringende warme lucht (na ongeveer 1 uur).
100
Extra informatie
Videokop
• Wanneer de videokop vies wordt, kunt u niet
normaal opnamen maken of treden er
storingen op als het beeld en het geluid
worden afgespeeld.
• Als een van de volgende problemen optreedt,
maakt u de videokoppen gedurende 10
seconden schoon met de reinigingscassette.
– Er verschijnt een mozaïekpatroon in het
weergegeven beeld of er wordt een blauw
scherm weergegeven.
– De weergegeven beelden bewegen niet.
– Een gedeelte van de weergegeven beelden
beweegt niet.
– De beelden worden niet afgespeeld of het
geluid is onderbroken.
– [x Videokop is vuil. Gebruik een
reinigingscas.] wordt tijdens het opnemen
weergegeven op het scherm.
• De videokop slijt na langdurig gebruik. Als
het beeld niet helder wordt nadat u een
reinigingscassette hebt gebruikt, is de
videokop mogelijk versleten. Neem contact
op met de Sony-handelaar of een plaatselijke,
door Sony erkende onderhoudsdienst om de
videokop te laten vervangen.
LCD-scherm
• Druk niet te hard op het LCD-scherm. Dit kan
schade veroorzaken.
• Wanneer u de camcorder gebruikt in een
koude omgeving, kunnen er nabeelden op het
LCD-scherm verschijnen. Dit duidt niet op
een storing.
• Tijdens het gebruik van de camcorder kan de
achterkant van het LCD-scherm warm
worden. Dit duidt niet op een storing.
Het LCD-scherm reinigen
• Als het LCD-scherm vuil is door stof of
vingerafdrukken, kunt u het schoonmaken met
een LCD-reinigingsdoek (optioneel).
Wanneer u de speciale reinigingsset voor het
LCD-scherm gebruikt (optioneel), gebruikt u
geen reinigingsmiddel direct op het scherm.
Gebruik reinigingspapier dat vochtig is
gemaakt met reinigingsmiddel.
De behuizing reinigen
• Als de behuizing vuil is, reinigt u de
camcorder met een zachte, vochtige doek en
veegt u de behuizing vervolgens droog met
een droge doek.
• Voorkom de volgende situaties waardoor de
behuizing kan worden beschadigd.
– Het gebruik van chemische producten zoals
thinner, benzine, alcohol, chemische
reinigingsdoekjes, insektenwerende
middelen en insekticiden.
– Het apparaat gebruiken met de
bovenstaande substanties op uw handen.
– Zorg dat de behuizing niet langdurig in
contact komt met rubber of vinyl.
Verzorging en opslag van de lens
De vooraf geïnstalleerde knoopcel
verwijderen
Raak de vooraf geïnstalleerde oplaadbare
knoopcel niet aan tijdens het gebruik. Zodra u
de knoopcel hebt verwijderd, kunt u deze niet
terugplaatsen.
Wanneer u de camcorder weggooit, moet u de
knoopcel uit de camcorder verwijderen.
Gooi de knoopcel weg en houd hierbij de
geldende richtlijnen voor klein chemisch afval
(KCA) in acht.
Gereedschap: een schroevendraaier of
vergelijkbaar gereedschap
1 Zorg dat de camcorder is losgekoppeld
van de stroombron.
2 Verwijder de schroef met het
gereedschap.
Extra informatie
• Veeg het oppervlak van de lens schoon met
een zachte doek in de volgende gevallen:
– Als er vingerafdrukken op de lens zitten.
– Op erg warme plaatsen met veel vocht.
– Wanneer de lens aan zoute lucht wordt
blootgesteld, zoals bij de zeekust.
• Bewaar de lens op een goed geventileerde
locatie met weinig stof en vuil.
• Maak de lens regelmatig schoon om
schimmelvorming te voorkomen.
U kunt het beste de camcorder ongeveer één
keer per maand gebruiken zodat deze lange tijd
in goede staat blijft.
Procedures
Sluit de camcorder aan op een stopcontact met
de bijgeleverde netspanningsadapter en laat de
camcorder meer dan 24 uur zo staan met de
schakelaar POWER op OFF (CHG).
De vooraf geïnstalleerde knoopcel
opladen
De camcorder bevat een vooraf geïnstalleerde
knoopcel zodat de datum, tijd en andere
instellingen worden bewaard als de schakelaar
POWER op OFF (CHG) is gezet. De vooraf
geïnstalleerde knoopcel wordt altijd opgeladen
wanneer u de camcorder gebruikt, maar raakt
langzaam leeg als u de camcorder niet gebruikt.
De knoopcel is na ongeveer 3 maanden
helemaal leeg als u de camcorder in het geheel
niet gebruikt. Als de vooraf geïnstalleerde
knoopcel niet is opgeladen, heeft dit echter geen
invloed op het gebruik van de camera als u de
datum niet opneemt.
3 Druk op de zijkant van het klepje zoals
hieronder wordt weergegeven om het
klepje te openen.
,wordt vervolgd
Extra informatie
101
4 Haal de knoopcel met het klepje uit de
houder.
5 Trek het klepje los van de camcorder.
Stof verwijderen uit de beeldzoeker
1 Verwijder de beeldzoeker.
Terwijl u de ontgrendeling van de
beeldzoeker naar beneden schuift 1,
schuift en verwijdert u de beeldzoeker 2.
102
Extra informatie
2 Verwijder het stof aan de binnenzijde
van de beeldzoeker en het gedeelte dat
hieronder wordt weergegeven met een
blaaskwastje.
Technische gegevens
Systeem
Ingangen/uitgangen
Audio/Video ingang/uitgang
Videosignaal: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm),
asymmetrisch, negatieve synchronisatie
Audiosignaal: 327 mV (met een
belastingsimpedantie van meer dan 47 kΩ
(kilohm)), ingangsimpedantie van meer dan
47 kΩ (kilohm), uitgangsimpedantie van
minder dan 2,2 kΩ (kilohm)
S VIDEO-ingang/-uitgang
Luminantiesignaal: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm),
asymmetrisch
Chrominantiesignaal: 0,3 Vp-p, 75 Ω (ohm),
asymmetrisch
COMPONENT OUTPUT-aansluiting
Y: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm), asymmetrisch
PB/PR, CB/CR: +/- 350 mVp-p
Hoofdtelefoonaansluiting
Stereo mini-aansluiting (Ø 3,5 mm)
LANC-aansluiting
Stereo mini-mini-aansluiting (Ø 2,5 mm)
MIC-aansluiting
Mini-aansluiting, 0,388 mV lage impedantie
met 2,5-3,0 V gelijkstroom,
uitgangsimpedantie 6,8 kΩ (kilohm)
(Ø 3,5 mm), stereotype
HDV-/DV-aansluiting
i.LINK-interface (IEEE1394, 4-polige
aansluiting S400)
Extra informatie
Video-opnamesysteem (HDV)
2 roterende koppen, schuinspoorregistratie
Video-opnamesysteem (DV)
2 roterende koppen, schuinspoorregistratie
Audio-opnamesysteem (HDV)
Roterende koppen, MPEG-1 Audio Layer2
Quantisering: 16 bits (Fs 48 kHz, stereo)
Overdrachtssnelheid: 384 kbps
Audio-opnamesysteem (DV)
Roterende koppen, PCM-systeem
Quantisering: 12 bits (Fs 32 kHz, stereo 1,
stereo 2), 16 bits (Fs 48 kHz, stereo)
Videosignaal
PAL-kleursysteem, CCIR-normen, 1080/50istandaard
Aanbevolen banden
Mini-DV-band met het teken
Bandsnelheid (HDV)
Ongeveer 18,81 mm/s
Bandsnelheid (DV)
SP: Ongeveer 18,81 mm/s
LP: Ongeveer 12,56 mm/s
Opname-/speelduur (HDV)
60 min (met DVM60-band)
Opname-/speelduur (DV)
SP: 60 min (met DVM60-band)
LP: 90 min (met DVM60-band)
Duur van snel vooruitspoelen/terugspoelen
Ongeveer 2 min 40 s (met een DVM60-band)
Beeldzoeker
Elektronische beeldzoeker (kleur)
Beeldapparaat
6 mm (1/3 type) 3CCD (Charge Coupled
Device)
Totaal: ongeveer 1 120 000 pixels
Effectief: ongeveer 1 070 000 pixels
Lens
Carl Zeiss Vario-Sonnar T*
Gecombineerde motorzoomlens
Filterdiameter: 72 mm
12 × (optisch)
F = 1,6 ~ 2,8
Brandpuntsafstand
4,5 - 54 mm
Volgens de normen van een
35-mm kleinbeeld-fototoestel
32,5 - 390 mm
(40 - 480 mm in 4:3-stand)
Kleurtemperatuur
[AUTO], [ONE-PUSH A/B], [BINNEN]
(3 200 K), [BUITEN] (5 800 K)
Minimaal vereiste lichtsterkte
3 lx (lux) (F 1,6)
LCD-scherm
Beeld
8,8 cm (3,5 type)
Totaalaantal beeldpunten
250 000 (1120 × 224)
,wordt vervolgd
Extra informatie
103
Algemeen
Oplaadbare accu (NP-F570)
Stroomvereisten
7,2 V gelijkstroom (accu)
8,4 V gelijkstroom (netspanningsadapter)
Gemiddeld stroomverbruik (met accu)
Tijdens camera-opname met de beeldzoeker
en normale helderheid:
HDV-opname 7,3 W
DV-opname 6,9 W
Tijdens camera-opname met het LCD-scherm
en normale helderheid:
HDV-opname 7,9 W
DV-opname 7,5 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
-20°C tot + 60°C
Afmetingen (ongeveer)
151 × 181 × 365 mm (b/h/d)
Gewicht (ongeveer)
2,0 kg (alleen hoofdeenheid)
2,1 kg inclusief de oplaadbare accu NP-F570,
DVM60-band en lenskap.
Bijgeleverde accessoires
Zie pagina 10.
Maximale uitgangsspanning
8,4 V gelijkstroom
Uitgangsspanning
7,2 V gelijkstroom
Capaciteit
15,8 Wh (2 200 mAh)
Afmetingen (ongeveer)
38,4 × 20,6 × 70,8 mm (b/h/d)
Gewicht (ongeveer)
100 g
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Type
Lithium-ionen
Netspanningsadapter AC-L15A/L15B
Stroomvereisten
100 V-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik
0,35-0,18 A
Elektriciteitsverbruik
18 W
Uitgangsspanning
8,4 V gelijkstroom*
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
-20°C tot + 60°C
Afmetingen (ongeveer)
56 × 31 × 100 mm (b/h/d) exclusief
uitstekende delen
Gewicht (ongeveer)
190 g zonder het netsnoer
* Raadpleeg het label op de netspanningsadapter voor
de overige technische gegevens.
104
Extra informatie
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
Snelle kennismaking
Onderdelen en
bedieningselementen
Camcorder
L EXPANDED FOCUS toets (p. 33)
B Oogdop (p. 16)
N POWER schakelaar (p. 14)
Snelle kennismaking
A SHOT TRANSITION bedieningstoetsen
(p. 37)
M Handgreepband (p. 4)
C Ontgrendeling voor beeldzoeker (p. 102)
D Achterste afstandsbedieningssensor
E Achterste camera-opnamelampje (p. 20)
F BATT RELEASE (accu ontgrendelen)
toets (p. 12)
G REC START/STOP toets (p. 20)
H i.LINK-lampjes (HDV/DV) (p. 75)
Gaan branden als i.LINK-signalen worden
verwerkt.
I Accu (p. 11)
J Bevestigingsstuk voor schoenadapter
(p. 109)
K Motorzoomknop (p. 22)
,wordt vervolgd
Snelle kennismaking
105
A Oogje voor de schouderband
U AUTO LOCK schakelaar (p. 26, 28, 30)
B Zoomring (p. 23)
V WHT BAL (witbalans) toets (p. 26)
C Scherpstelring (p. 32)
W SHUTTER SPEED toets (p. 30)
D FOCUS schakelaar (AUTO/MAN
(handmatig)/INFINITY) (p. 32)
* Deze toetsen hebben een voelstip. (Voor de toetsen
van ASSIGN heeft 2 een voelstip.) Gebruik de
voelstip om de locatie van de toetsen te bepalen.
E ZOOM schakelaar (p. 22)
F ND FILTER schakelaar (1/2/OFF)
(p. 30)
G PUSH AUTO toets (p. 33)
H
WHT BAL (witbalans met één druk)
toets (p. 26)
I GAIN schakelaar (H/M/L) (p. 29)
J WHT BAL (witbalans) schakelaar (A/B/
PRESET) (p. 26)
K Zoomschakelaar op handgreep (H/L/
OFF) (p. 23)
L REC REVIEW toets (p. 42)
M Lampjes voor de indeling (p. 20)
N Beeldzoeker (p. 3, 15)
O BACK LIGHT toets* (p. 25)
P SPOT LIGHT toets (p. 26)
Q ASSIGN toetsen (1/2/3)* (p. 70)
R ZEBRA/PEAKING schakelaar
(p. 31, 34)
S IRIS toets (p. 28)
T GAIN toets* (p. 29)
106
Snelle kennismaking
De schouderband bevestigen
Bevestig de schouderband die bij de camcorder
is geleverd, aan de oogjes voor de
schouderband.
A LCD-scherm (p. 3, 15)
Q DC IN-aansluiting (p. 11)
B IRIS regelaar (p. 28)
R AUDIO LEVEL regelaar (p. 37)
C RESET toets
Houd er rekening mee dat bij het indrukken
van RESET alle instellingen, inclusief de
klokinstelling en met uitzondering van de
instellingen voor het persoonlijke menu en
Picture Profile, worden teruggezet op de
standaardwaarden.
* Deze toetsen hebben een voelstip. (Bij de toets
VOLUME bevindt de voelstip zich aan de + kant.)
Gebruik de voelstip om de locatie van de toetsen te
bepalen.
D VOLUME –/+ toetsen* (p. 43)
Snelle kennismaking
E DATA CODE toets (p. 45)
F DISPLAY/BATT INFO toets (p. 12)
G END SEARCH (VCR) toets (p. 45)
H Zoomknop op handgreep (p. 23)
I Videobedieningstoetsen (terugspoelen,
afspelen*, snel vooruitspoelen, pauzeren,
stoppen, vertraagd, opnemen) (p. 43)
J LCD BRIGHT –/+ toetsen (p. 15)
K LCD BACKLIGHT schakelaar (p. 15)
L ZERO SET MEMORY toets (p. 50)
M BARS toets (p. 21)
N REC START/STOP toets en HOLD
schakelaar (p. 21)
O AUTO/MAN (handmatig)
audioschakelaar (p. 37)
P CHG (opladen) lampje (p. 11)
,wordt vervolgd
Snelle kennismaking
107
A
LANC-aansluiting (blauw)
De
LANC-aansluiting wordt gebruikt
voor de bediening van het bandtransport op
videoapparatuur en randapparatuur die
hierop zijn aangesloten.
B i (hoofdtelefoon) aansluiting
Als u de hoofdtelefoon gebruikt, komt er
geen geluid uit de luidspreker op de
camcorder.
C Oogje voor de schouderband (p. 106)
D
HDV-/DV-aansluiting (p. 47, 72, 73,
76, 77, 79)
E S VIDEO-aansluiting (p. 47, 49, 74, 77)
F COMPONENT OUTPUT-aansluiting
(p. 47, 49)
G Bevestigingspunt voor statief
Let op dat de schroef van het statief niet
langer is dan 5,5 mm.
Anders kunt u het statief niet stevig
bevestigen en kan de schroef de camcorder
beschadigen.
H AUDIO/VIDEO-aansluiting (p. 47, 49,
74, 77, 80)
I MIC (PLUG IN POWER)/LINEaansluiting (rood) (p. 80)
J Microfoon (p. 80)
K Voorste camera-opnamelampje (p. 20)
L Voorste afstandsbedieningssensor
108
Snelle kennismaking
M Luidspreker
N Lens (Carl Zeiss-lens)
De camcorder is uitgerust met een Carl
Zeiss-lens waarmee een fijne beeldkwaliteit
wordt verkregen.
De lens voor de camcorder is gezamenlijk
ontwikkeld door Carl Zeiss, in Duitsland,
en Sony Corporation. De lens gebruikt het
MTF-meetsysteem voor videocamera's en
zorgt voor dezelfde fijne kwaliteit als een
Carl Zeiss-lens.
De lens voor de camcorder heeft een T*laag om ongewenste reflectie te
onderdrukken en kleuren
waarheidsgetrouw weer te geven.
MTF staat voor Modulation Transfer
Function. Deze waarde geeft aan hoeveel
licht van een onderwerp in de lens valt.
A Schoenadapter
Als u een accessoire wilt aansluiten, drukt u
dit op de schoen en schuift u het naar achter.
Vervolgens draait u de schroef vast. Als u
een accessoire wilt verwijderen, draait u de
schroef los. Vervolgens drukt u op het
accessoire en schuift u dit uit de schoen.
Wees voorzichtig en zorg dat u het LCDscherm niet beschadigd wanneer u de
schoenadapter bevestigt.
De lenskap verwijderen
Draai de schroef van de lenskap los en draai de
lenskap in de richting van de pijl.
B Lenskap (p. 20)
schakelaar (p. 17)
D Deksel van de bandhouder (p. 17)
E Zoekerscherpstelknopje (p. 15)
F PICTURE PROFILE toets (p. 34)
G MENU toets (p. 53)
H P-MENU toets (p. 67)
I STATUS CHECK toets (p. 24, 46)
J SEL/PUSH EXEC regelaar (p. 53)
Schroef van de
lenskap
De lenskap bevestigen
Lijn de markeringen op de lenskap uit met de
markeringen op de camcorder en draai de
lenskap in de tegenovergestelde richting van de
pijl, zoals in de bovenstaande afbeelding wordt
weergegeven. Draai de schroef van de lenskap
vast.
Snelle kennismaking
C OPEN/EJECT
De schoenadapter bevestigen
Snelle kennismaking
109
Afstandsbediening
2 Plaats 2 R6-batterijen (AA-formaat)
door + en – op de batterijen te laten
samenvallen met + en – in de
batterijhouder.
3 Schuif het klepje weer op de
afstandsbediening tot dit vastklikt.
A DISPLAY toets (p. 45)
B SEARCH MODE toets (p. 51)
C ./> toetsen (p. 51)
D Videobedieningstoetsen (terugspoelen,
afspelen, snel vooruitspoelen, pauzeren,
stoppen, frame, vertraagd, ×2) (p. 43)
E Zender
Als u de camcorder hebt ingeschakeld, richt
u de zender op de afstandsbedieningssensor
om de camcorder te kunnen bedienen.
F ZERO SET MEMORY toets (p. 50)
G REC START/STOP toets (p. 20)
H DATA CODE toets (p. 45)
I Motorzoomknop (p. 22)
De batterijen in de afstandsbediening
plaatsen
1 Houd het klepje van de batterijhouder
ingedrukt en schuif het klepje van de
afstandsbediening af.
110
Snelle kennismaking
b Opmerkingen over de afstandsbediening
• Zorg dat de afstandsbedieningssensor niet wordt
blootgesteld aan felle lichtbronnen, zoals direct
zonlicht of TL-licht. Anders functioneert de
afstandsbediening wellicht niet goed.
• De afstandsbediening functioneert wellicht niet
correct als de afstandsbedieningssensor wordt
geblokkeerd door een voorzetlens (optioneel).
• Als u de camcorder bedient met de bijgeleverde
afstandsbediening, reageert uw videorecorder
wellicht ook. In dit geval selecteert u een andere
afstandsbedieningsstand dan VTR 2 voor de
videorecorder of bedekt u de sensor op de
videorecorder met zwart papier.
Aanduidingen op het LCD-scherm en in de beeldzoeker
De volgende aanduidingen verschijnen op het
LCD-scherm en in de beeldzoeker om de status
van de camcorder aan te geven.
Aanduiding
A,
B
Voorbeeld: aanduidingen in de stand
CAMERA
Tijdcode (p. 45)/Bandteller (p. 45)/
Zelfdiagnose (p. 91)
1 2 0 min
HDV1080i
STBY
Iris gesloten (p. 28)
SteadyShot uitgeschakeld
(p. 56, 70)
0:00:00
6 0 min
Achtergrondverlichting van
het LCD-scherm
uitgeschakeld (p. 16)
ND
1
L
R
PP1
F 1 . 6 1 8 dB
180
Aanduiding
Betekenis
y120min
Resterende accuduur (p. 21)
,
Opname-indeling (p. 20)
SP , LP
Opnamestand (p. 22)
STBY/OPN
Opnamewachtstand/
opnamestand
ND1, ND2, NDOFF
ND-filter (p. 30)
Betekenis
Witbalans met één druk
(p. 26)
tot en met
Picture Profile (p. 34)
Indexopname (p. 40)
4-kanaals geluid opnemen
via microfoon (p. 89)*
* Wordt alleen weergegeven voor beelden met de DVindeling.
4:3-stand (p. 41)
60min q
Snelle kennismaking
Audiostand (p. 59)*
Resterende bandlengte
(p. 21)
Frameopname (p. 57)*
Analoge beelden en geluid
uitvoeren in digitale
indeling (p. 63)*
HDV-ingang/DV-ingang
(p. 78)
Zero set memory (p. 50)
QZ
Waarschuwing (p. 91)
9
Handmatig scherpstellen
(p. 32)
.
Tegenlicht (p. 25)
Spotlight (p. 26)
n
Vooraf ingestelde witbalans
(p. 27)
Snelle kennismaking
111
Index
Cijfers
16:9-breedbeeldopnamen
(DV-BREEDOPN) ..... 41
21-polige verloopstekker
.............................. 50, 76
Beeldzoeker
Aanpassen ...................15
Helderheid
(LICHT BZ) .........60
Onderhoud.................102
Beeldzoekfunctie ...............44
Belichting...........................25
Bewerking,
bevestigingspieptoon
Zie PIEPTOON
A
A/V-kabel
...... 48, 49, 74, 77, 80, 83
Aanduiding van het midden
(CENTR.MARK.) ...... 57
Accu
Accu............................ 11
Afstandsbediening .... 110
Informatie over de
accu ...................... 12
Resterende
accuduur......... 21, 97
Accu opladen
Accu............................ 11
Vooraf geïnstalleerde
knoopcel............. 101
Achtergrondverlichting van
LCD
(NIV. AV. LCD)......... 60
AE KEUZE ....................... 35
AE RESPONS ................... 54
Afspelen
Dubbele snelheid ........ 44
Frame .......................... 44
Omgekeerd ................. 44
Vertraagd .................... 44
Afstandsbediening........... 110
EXTERNE CTRL....... 66
Afstandsbedieningssensor
.......................... 105, 108
ASSIGN BTN ................... 70
AUDIOFUNC. .................. 59
AUT IRIS LMT................. 35
B
BACK LIGHT (camera).... 25
Band .................................. 17
Band met dubbel
geluidsspoor................ 58
Bandteller .................... 21, 50
112
Snelle kennismaking
C
CINE FRAME ...................35
CINEMATONE γ ..............35
COMPONENT ..................62
Componentvideokabel
...............................48, 49
Computerverbinding ..........79
Condensvorming................99
Conversiefunctie voor signalen
(A/VcDV UIT).....63, 83
D
Datum/tijd ....................16, 45
Datumzoekfunctie..............51
Diafragma ..........................28
Display
Aanduidingen in
display ................111
DISPLAY....................66
E
Eerste geluidsspoor
Zie MEERK GELUID
END SEARCH ..................45
F
FADER ..............................39
FADER WIT......................39
FADER ZWART ...............39
FORMAT LAMP...............65
Frameopname
(BEELDOPNAME) ....57
Frames afspelen .................44
G
GAIN INST. ......................54
Gebruiken in het
buitenland....................94
Gegevens over camerainstellingen
weergeven ................... 45
Gegevenscode
(GEGEVENSCODE)
.............................. 45, 65
Geluid van de wind
(WIND)....................... 59
Geluidsopnamen invoegen
(AUDIO MIX)...... 58, 82
GEVOEL.AWB................. 35
Gevoeligheid ..................... 29
Groothoekopnamen
Zie In-/uitzoomen
Grote oogdop..................... 16
H
Handgreepband.................... 4
Handmatig scherpstellen
.................................... 32
HDV .............................. 3, 95
Helderheid van LCD (LCD
BRIGHT) .................... 15
Hoofdtelefoonaansluiting
.................................. 108
HUIDSKLEUR ................. 35
I
i.LINK ............................... 98
i.LINK-CONV................... 62
i.LINK-kabel .........................
47, 72, 73, 76, 77, 79, 83
In-/uitzoomen .................... 22
Indexsignaal ...................... 40
Indexzoekfunctie ............... 51
"InfoLITHIUM" accu........ 96
Iris...................................... 28
IRISKEUZE ...................... 65
K
Kleurbalk ........................... 21
KLEURFASE.................... 35
KLEURNIVEAU .............. 35
Klok instellen
(KLOK INSTEL.)....... 16
Knoopcel ......................... 101
Kopiëren ............................ 72
L
P
V
LANC...............................108
LCD KLEUR .....................60
LCD-scherm.........................3
Lenskap ............................109
LP (langspeel)
Zie Opnamestand
(OPNM STAND)
PAL ................................... 94
PEAKING ......................... 34
Persoonlijk menu
(P-MENU) .................. 67
Persoonlijk menu aanpassen
.................................... 67
PICTURE PROFILE ......... 34
PIEPTOON........................ 64
VCR HDV/DV.................. 61
Vergroot scherpstellen ...... 33
VERST.LIMIET ............... 35
Videokop......................... 100
Vloeiende overgang
Zie END SEARCH
Volledig opgeladen ........... 11
Volume.............................. 43
Volume van de
microfoon ................... 37
M
MEERK GELUID..............58
Menu
AUDIO INST. .............58
CAMERA INST..........54
IN/UIT OPN................61
LCD/BZ INST.............60
OVERIGE ...................64
Selecteren, items .........53
Menu voor letterformaat
(LETTERFORM.) .......66
MIC/LINE IN ....................59
MPEG2 ................................3
N
ND FILTER .......................30
Netspanningsadapter ..........14
NTSC .................................94
O
Rec review ......................... 42
Reinigingscassette ........... 100
RESET............................. 107
S
Scherpstelling .................... 32
SCHERPTE ....................... 35
Schoenadapter ................. 109
Sluitertijd ........................... 30
Snelheid van zoomknop op
handgreep.................... 23
Snelzoekfunctie ................. 44
SP (standaard)
Zie Opnamestand
(OPNM STAND)
Speelduur........................... 13
Spiegelstand....................... 24
SPOT LIGHT .................... 26
STATUS CHECK ....... 24, 46
SteadyShot
(STEADYSHOT) ....... 56
SteadyShot-type (STDYSHOT
TYP) ........................... 56
Stereo................................. 58
S-video....... 48, 49, 74, 77, 83
W
Waarschuwingen............... 91
Waarschuwingsberichten
.................................... 91
WB VOORINST. .............. 27
WB-VERSCH. .................. 35
WERELDTIJD.................. 64
Wispreventienokje ............ 95
Witbalans .......................... 26
Z
Zebrapatroon ..................... 31
NIVEAU ZEBRA ...... 31
Zelfdiagnose...................... 91
Zero set memory ............... 50
ZOOM HANDGR............. 56
Zoomring........................... 23
Snelle kennismaking
Opname, overgang .............37
Opname, overvloeien
SHOT TRANS ............55
Opnamecapaciteit
Display ........................21
RESTANT...................66
Opnameduur.......................13
Opname-indeling
(REC FORMAT).........62
Opnamelampje
(OPNAMELAMP) ......65
Opnamestand (OPNM
STAND) ......................62
Opnemen vanuit een lage
hoek .............................21
Overgangscurve (OVERG.
CURVE) ......................55
Overgangstijd
(OVERGANGTIJD)
.....................................55
R
T
Taal (LANGUAGE) .......... 18
Tele-opnamen
Zie In-/uitzoomen
Televisiekleursystemen ..... 94
Tijdcode............................. 21
TV-TYPE .......................... 63
Tweede geluidsspoor
Zie MEERK GELUID
Snelle kennismaking
113
Stampato su carta riciclata al 70% o più con
inchiostro a base di olio vegetale senza
COV (composto organico volatile).
Gedrukt op 70% of hoger kringlooppapier
met VOC (vluchtige organische verbinding)vrije inkt op basis van plantaardige olie.
Printed in Japan