Sony HDR-FX1 de handleiding

Categorie
Camcorders
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2-178-349-54(1)
© 2004 Sony Corporation
Istruzioni per l’uso [IT] / Gebruiksaanwijzin [NL]
Istruzioni per
l’uso
Gebruiksaanwijzin
Da leggere subito
Lees dit eerst
IT
NL
Digital HD Video Camera Recorder
HDR-FX1E
2
Lees dit eerst
Voordat u het apparaat gebruikt, moet u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen.
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u
deze later als referentiemateriaal nodig hebt.
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht. Dit kan brand of elektrische
schokken tot gevolg hebben.
Open de behuizing niet. Dit kan
elektrische schokken tot gevolg hebben.
Laat het apparaat alleen nakijken door
bevoegde servicetechnici.
Voor de klanten in Nedserland
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein
chemisch afval (KCA).
VOOR KLANTEN IN EUROPA
WAARSCHUWING
De elektromagnetische velden kunnen bij de
opgegeven frequenties het beeld en het geluid van de
camcorder beïnvloeden.
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die
zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het gebruik
van een aansluitsnoer van minder dan 3 meter.
b
Kennisgeving
Als de gegevensoverdracht halverwege wordt
onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit
of elektromagnetische storing, moet u de
toepassing opnieuw starten of de i.LINK-kabel
loskoppelen en opnieuw aansluiten.
Verwijdering van Oude Elektrische en
Elektronische Apparaten (Toepasbaar in
de Europese Unie en andere Europese
landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval
mag worden behandeld. Het moet echter naar een
plaats worden gebracht waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier
wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens
en milieu negatieve gevolgen die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recyclage van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het best contact
op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of
de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
Geldt ook voor deze accessoires: afstands
bediening
3
NL
Opmerkingen over het gebruik
Met de camcorder kunt u opnemen in de HDV- en
DV-indelingen. U kunt alleen mini-DV-banden
gebruiken voor de camcorder.
De HDV-standaard
• Digitale HD-videosignalen (High-Definition)
worden opgenomen op en afgespeeld vanaf een band
met DV-indeling.
• HDV-signalen worden gecomprimeerd tot MPEG2-
indeling. Deze indeling wordt gebruikt voor digitale
HDTV-uitzendingen via satelliet en kabel en voor
Blu-ray-discrecorders.
z
Tip
• De camcorder maakt gebruik van de HDV1080i-
specificatie. Hierbij worden 1080 effectieve
scanlijnen gebruikt (binnen de HDV-standaard) en
worden beelden opgenomen met een bitsnelheid van
ongeveer 25 Mbps. De i.LINK-interface wordt
gebruikt als digitale interface om een digitale
verbinding mogelijk te maken met televisies en
computers die compatibel zijn met de HDV-
indeling.
Opnemen
• Voordat u begint met opnemen, test u de
opnamefunctie om te controleren of het beeld en het
geluid zonder problemen worden opgenomen.
• Opnamen worden niet vergoed, zelfs niet als er niet
wordt opgenomen of weergegeven wegens een
storing van de camcorder, problemen met de
opslagmedia, enzovoort.
• Televisiekleursystemen verschillen afhankelijk van
het land/de regio. Als u de opnamen van de
camcorder wilt bekijken op een televisie, moet u een
televisie met het PAL-kleursysteem gebruiken.
• Televisieprogramma's, films, videobanden en ander
beeldmateriaal kunnen worden beschermd door
auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen
van dergelijk materiaal kan in strijd zijn met de
auteursrechten.
Het LCD-scherm, de beeldzoeker en de
lens
• Het LCD-scherm en de beeldzoeker van de
camcorder zijn vervaardigd met precisietechnologie,
zodat minstens 99,99% van de beeldpunten voor
gebruik beschikbaar is.
Soms kunnen er zwarte stipjes en/of heldere stipjes
(wit, rood, blauw of groen) verschijnen op het LCD-
scherm of in de beeldzoeker.
Deze stipjes duiden niet op fabricagefouten en
hebben geen enkele invloed op de opnamen.
• Als het LCD-scherm, de beeldzoeker en de lens
langdurig worden blootgesteld aan direct zonlicht,
kunnen deze worden beschadigd. Wees voorzichtig
wanneer u de camera bij een raam of buiten neerlegt.
• Richt de camcorder nooit direct naar de zon. De
camcorder kan hierdoor worden beschadigd. Neem
de zon alleen op als het licht niet fel is, zoals tijdens
de schemering.
HDV-banden op andere apparaten
afspelen
Een band die met de HDV-indeling is
opgenomen, kan niet worden afgespeeld op een
apparaat dat niet compatibel is met de HDV-
indeling. Er wordt een blauw scherm
weergegeven.
Controleer de opnamen op banden door de
banden af te spelen op de camcorder voordat u
ze afspeelt op andere apparaten.
Andere apparaten aansluiten
Als u de camcorder met een i.LINK-kabel wilt
aansluiten op een ander apparaat, zoals een
videorecorder of computer, moet u er rekening mee
houden dat u de stekker in de juiste richting plaatst.
Als u de stekker met kracht in de verkeerde richting
plaatst, kan de aansluiting worden beschadigd of
kan dit een storing van de camcorder veroorzaken.
Deze handleiding gebruiken
De beelden van het LCD-scherm en de beeldzoeker
die in deze handleiding worden gebruikt, zijn
opgenomen met een digitale camera en kunnen dus
verschillen van de beelden die u ziet.
,wordt vervolgd
4
De camcorder gebruiken
• Maak de handgreepband vast, zoals in de volgende
afbeelding wordt aangegeven, zodat u de camcorder
goed kunt vasthouden.
• U kunt de taal voor de weergave op het scherm van
de camcorder wijzigen (p. 18).
• Houd de camcorder niet vast bij de volgende
onderdelen:
Beeldzoeker
LCD-scherm
Accu
Microfoon
Houder voor
aansluitingen
5
Lees dit eerst.............................................................................................. 2
Snelle startgids
Films opnemen........................................................................................... 8
Aan de slag
Stap 1: Bijgeleverde onderdelen controleren........................................... 10
Stap 2: De accu opladen.......................................................................... 11
Een externe stroombron gebruiken ........................................................................... 14
Stap 3: De stroom inschakelen ................................................................ 14
Stap 4: Het LCD-scherm en de beeldzoeker aanpassen......................... 15
Het LCD-scherm aanpassen ..................................................................................... 15
De beeldzoeker aanpassen ...................................................................................... 15
Stap 5: Datum en tijd instellen ................................................................. 16
Stap 6: Een band plaatsen....................................................................... 17
Stap 7: De taal voor het scherm instellen ................................................ 18
Opnemen
Films opnemen......................................................................................... 20
Langere tijd opnemen ......................................................................................... 22
De zoomfunctie gebruiken ........................................................................................ 22
Opnemen in de spiegelstand .................................................................................... 24
Opnamegegevens weergeven – Statuscontrole ....................................................... 24
De belichting aanpassen.......................................................................... 25
De belichting voor onderwerpen met tegenlicht aanpassen ..................................... 25
Het onderwerp opnemen bij fel licht – SPOT LIGHT ................................................ 26
Witbalans aanpassen ................................................................................................26
Opnemen met handmatige aanpassingen ............................................... 28
De iris aanpassen ..................................................................................................... 28
De gevoeligheid aanpassen ...................................................................................... 29
Sluitertijd aanpassen ................................................................................................. 30
De hoeveelheid licht aanpassen – ND FILTER ........................................................ 30
Het zebrapatroon weergeven om de helderheid aan te passen ............................... 31
Inhoudspgave
,wordt vervolgd
6
Scherpstelling aanpassen........................................................................ 32
De scherpstelling handmatig aanpassen ...................................................................32
De randen verscherpen om scherp te stellen – PEAKING ........................................34
De beeldkwaliteit of het geluid aanpassen............................................... 34
De beeldkwaliteit aanpassen – PICTURE PROFILE .................................................34
Audio-opnameniveau aanpassen – Volume van de microfoon .................................37
Beelden met verschillende functies opnemen.......................................... 37
Scènes vloeiend laten overlopen – Opnameovergang ..............................................37
Een scène in- of uitfaden – FADER ...........................................................................39
Een indexsignaal opnemen aan het begin van de opname .......................................40
Opnemen in het formaat 16:9 ............................................................. 41
De laatstopgenomen scènes bekijken – Rec Review.............................. 42
Afspelen
Films weergeven...................................................................................... 43
Afspelen in verschillende standen .............................................................................44
Verschillende afspeelfuncties................................................................... 45
De laatste scène van de meest recente opname zoeken – END SEARCH ..............45
De schermaanduidingen weergeven .........................................................................45
De datum/tijd en gegevens over camera-instellingen weergeven
– Gegevenscode .................................................................................................45
De videogegevens weergeven – Statuscontrole .......................................................46
Het beeld afspelen op een televisie......................................................... 47
Het beeld afspelen op een high-definition televisie ...................................................47
Beelden weergeven op een 16:9- of een 4:3-televisie ..............................................49
Een scène op een band zoeken voor afspelen........................................ 50
Snel de gewenste scène zoeken – Zero set memory ................................................50
Een scène zoeken op opnamedatum – Datumzoekfunctie .......................................51
Zoeken naar het beginpunt van de opname – Indexzoekfunctie ...............................51
7
Uitgebreide functies
Het menu gebruiken
Menu-items selecteren .......................53
Het menu (CAMERA INST.)
gebruiken – STDYSHOT TYP/
BEELDOPNAME, enzovoort ........54
Het menu (AUDIO INST.) gebruiken
– AUDIO MIX, enzovoort ..............58
Het menu (LCD/BZ INST.) gebruiken
– LCD KLEUR, enzovoort ............60
Het menu (IN/UIT OPN.) gebruiken
– REC FORMAT/TV-TYPE,
enzovoort .....................................61
Het menu (OVERIGE) gebruiken
– KLOK INSTEL./WERELDTIJD,
enzovoort .....................................64
Persoonlijk menu aanpassen .............67
Functies toewijzen .............................70
Kopiëren/bewerken
Kopiëren naar een andere band ........72
Beelden opnemen van een
videorecorder of televisie .............76
Aansluiten op een computer ..............79
Geluid kopiëren naar een band met
opnamen ................................80
Een analoge videorecorder aansluiten op
de computer via de camcorder
– Conversiefunctie voor
signalen ........................................83
Problemen oplossen
Problemen oplossen ..........................85
Waarschuwingen en berichten ...........91
Extra informatie
De camcorder gebruiken in het
buitenland .....................................94
HDV-indeling en
opnemen/afspelen ........................95
Informatie over de "InfoLITHIUM"
accu ..............................................96
Informatie over i.LINK ........................98
Onderhoud en
voorzorgsmaatregelen ..................99
Technische gegevens ......................103
Snelle kennismaking
Onderdelen en
bedieningselementen .................105
Index ................................................112
Opmerking over de pictogrammen die
in deze handleiding worden gebruikt
: functies die alleen voor de HDV-
indeling beschikbaar zijn.
: functies die alleen voor de DV-indeling
beschikbaar zijn.
Snelle startgids
8
Snelle startgids
Films opnemen
1 Plaats de opgeladen accu in de camcorder.
Zie pagina 11 om de accu op te laden.
2 Plaats een band in de camcorder.
Druk de accu in de camcorder en schuif de accu omlaag.
a Schuif de schakelaar
OPEN/EJECT in
de richting van de pijl
om het deksel te
openen.
De bandhouder wordt
automatisch uitgeschoven.
b Plaats de band met het
venstergedeelte naar
buiten gericht en druk
vervolgens op het
midden van de
achterkant van de band.
c Druk op op de
bandhouder.
Sluit het deksel van de
bandhouder nadat de
bandhouder automatisch is
teruggeschoven.
Accu
OPEN/EJECT
Venstergedeelte
Snelle startgids
Snelle startgids
9
3 Start met opnemen terwijl u het onderwerp op het LCD-scherm
controleert.
De datum en de tijd zijn standaard niet ingesteld. Zie pagina 16 om de datum en tijd in te stellen.
De beelden worden standaard opgenomen met de HDV-indeling. Zie pagina 62 als u wilt
opnemen met de DV-indeling.
4 Bekijk het opgenomen beeld op het LCD-scherm.
a Open de sluiter van de kap.
b Open het LCD-scherm en
pas de hoek aan.
c Houd het groene knopje
ingedrukt en zet de
schakelaar POWER op
CAMERA.
d Druk op REC START/
STOP.
Het opnemen wordt gestart. Druk
nogmaals op REC START/STOP
om naar de wachtstand te gaan.
a Houd het groene knopje
ingedrukt en zet de
schakelaar POWER op VCR.
b Druk op m (terugspoelen).
c Druk op N (afspelen) om
het afspelen te starten.
Druk op x (stoppen) om te stoppen.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, zet
u de schakelaar POWER op OFF
(CHG).
Aan de slag
10
Aan de slag
Stap 1: Bijgeleverde
onderdelen
controleren
Controleer of de volgende onderdelen in de
verpakking van de camcorder aanwezig zijn.
Het getal tussen haakjes geeft het bijgeleverde
aantal van het onderdeel aan.
Netspanningsadapter (1)
Netsnoer (1)
Lenskap (1)
Deze is bevestigd op de camcorder.
b Opmerking
• Als u bijvoorbeeld een optisch filter (optioneel) wilt
bevestigen, moet u de lenskap verwijderen.
Grote oogdop (1)
Zie pagina 16 als u deze op de camcorder wilt
bevestigen.
Draadloze afstandsbediening (1)
A/V-kabel (1)
Componentvideokabel (1)
Schoenadapter (1)
Zie pagina 109 als u deze op de camcorder wilt
bevestigen.
Oplaadbare accu NP-F570 (1)
R6-batterijen (AA-formaat) (2)
Zie pagina 110 als u de batterijen in de
afstandsbediening wilt plaatsen.
Reinigingscassette (1)
Schouderband (1)
Zie pagina 106 als u deze op de camcorder wilt
bevestigen.
21-polige verloopstekker (1)
Alleen voor de modellen met het teken
aan de onderkant.
Gebruiksaanwijzing (deze handleiding)
(1)
Aan de slag
Aan de slag
11
Stap 2: De accu
opladen
U kunt de accu opladen door de
"InfoLITHIUM" accu (L-serie) op de
camcorder te bevestigen.
b Opmerking
• U kunt geen andere accu's dan de "InfoLITHIUM"
accu (L-serie) gebruiken (p. 96).
• Zorg dat de stekker van de netspanningsadapter niet
in aanraking komt met metalen voorwerpen. Dit kan
een storing veroorzaken.
• Gebruik de netspanningsadapter in de buurt van een
stopcontact. Haal de stekker van de
netspanningsadapter onmiddellijk uit het
stopcontact als er een storing optreedt.
• Gebruik de netspanningsadapter niet in een kleine
ruimte, zoals tussen een muur en het meubilair.
1 Druk de accu in de camcorder en
schuif de accu omlaag.
2 Sluit de netspanningsadapter aan op
de DC IN-aansluiting op de camcorder
met het teken b op de stekker naar de
bandhouder gericht.
3 Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter.
4 Sluit het netsnoer aan op het
stopcontact.
Naar het stopcontact
Stekker
DC IN-aansluiting
Netsnoer
Netspanningsadapter
Accu
Het teken b
,wordt vervolgd
Aan de slag
12
5 Zet de schakelaar POWER op OFF
(CHG).
Het lampje CHG (opladen) gaat branden en
het opladen begint.
Na het opladen van de accu
Het lampje CHG (opladen) wordt uitgeschakeld
als de accu volledig is opgeladen. Koppel de
netspanningsadapter los van de DC IN-
aansluiting.
De accu verwijderen
1
Zet de schakelaar POWER op OFF
(CHG).
2 Druk op BATT RELEASE en schuif de
accu omhoog.
De resterende acculading controleren
– Informatie over de accu
U kunt het oplaadniveau van de accu en de
resterende opnameduur controleren tijdens het
opladen of als de stroom is uitgeschakeld. De
resterende opnameduur voor de geselecteerde
opname-indeling wordt weergegeven.
1 Zet de schakelaar POWER op OFF
(CHG).
2 Open het LCD-scherm en pas de hoek
aan.
3 Druk op DISPLAY/BATT INFO.
De informatie over de accu wordt ongeveer
7 seconden weergegeven.
Houd de toets ingedrukt om de informatie
ongeveer 20 seconden weer te geven.
A Oplaadniveau van de accu: de resterende
accuduur wordt bij benadering
weergegeven.
B Mogelijke opnameduur met het LCD-
scherm.
C Mogelijke opnameduur met de
beeldzoeker.
BATTERIJLADING
BESCHIKB. OPNAMEDUUR
LCD-SCHERM:
BLDZOEKER :
min
min
115
125
BATTERY INFO
50%0% 100%
Aan de slag
Aan de slag
13
Duur van opladen
Aantal minuten (bij benadering) dat nodig is om
een volledig ontladen accu volledig op te laden
bij 25°C. (Een temperatuur van 10-30°C wordt
aanbevolen.)
b Opmerking
• De accu's NP-F330/F530/500/510/710 kunnen niet
worden gebruikt met de camcorder.
Opnameduur
Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als
u een volledig opgeladen accu gebruikt bij
25°C.
Opnemen met de HDV-indeling
Opnemen met de DV-indeling
• De bovenste getallen geven het aantal minuten (bij
benadering) aan als de schakelaar LCD
BACKLIGHT op ON is gezet.
• De middelste getallen geven het aantal minuten (bij
benadering) aan als de schakelaar LCD
BACKLIGHT op OFF is gezet.
• De onderste getallen geven het aantal minuten (bij
benadering) aan als u opneemt met de beeldzoeker.
• "Gebruikelijke opnameduur" duidt op het aantal
minuten (bij benadering) dat u kunt opnemen als u
herhaaldelijk opneemt, start/stopt, de schakelaar
POWER verschuift om de bedieningsstand te
wijzigen en in-/uitzoomt. De werkelijke levensduur
van de accu kan korter zijn.
z Tip
• U kunt ook de accu's NP-F550/F730/F750/F960
gebruiken. Als u deze accu's hebt opgeladen, moet u
een proefopname maken voordat u de uiteindelijke
opname maakt om de beschikbare opnameduur te
controleren. De opnameduur verschilt afhankelijk
van de omgeving waarin de camcorder wordt
gebruikt. Druk op DISPLAY/BATT INFO om de
opnameduur op het scherm weer te geven.
Speelduur
Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als
u een volledig opgeladen accu gebruikt bij
25°C.
Beelden met HDV-indeling
Beelden met DV-indeling
* Met de schakelaar LCD BACKLIGHT op ON gezet.
Accu
NP-F570 (bijgeleverd) 260
NP-F770 370
NP-F970 485
Accu Doorlopende
opnameduur
Gebruikelijke
opnameduur
NP-F570
(bijgeleverd)
115
125
125
65
65
65
NP-F770 235
260
260
130
130
130
NP-F970 365
390
390
200
205
205
Accu Doorlopende
opnameduur
Gebruikelijke
opnameduur
NP-F570
(bijgeleverd)
120
135
130
65
70
65
NP-F770 250
280
275
135
140
140
NP-F970 380
415
410
205
215
215
Accu LCD-
scherm
geopend*
LCD-
scherm
gesloten*
NP-F570
(bijgeleverd)
175 200
NP-F770 360 410
NP-F970 545 620
Accu LCD-
scherm
geopend*
LCD-
scherm
gesloten*
NP-F570
(bijgeleverd)
200 235
NP-F770 415 480
NP-F970 630 725
,wordt vervolgd
Aan de slag
14
b Opmerking
• De stroom wordt niet geleverd via de accu als de
netspanningsadapter is aangesloten op de DC IN-
aansluiting van de camcorder, zelfs niet als het
netsnoer van de netspanningsadapter is
losgekoppeld van het stopcontact.
• De opname- en speelduur zijn korter als u de
camcorder bij lage temperaturen gebruikt.
• In de volgende gevallen knippert het lampje CHG
(opladen) tijdens het opladen of wordt de informatie
over de accu niet juist weergegeven:
– De accu is niet juist geplaatst.
– De accu is beschadigd.
– De accu is volledig ontladen. (Alleen voor
informatie over de accu.)
Een externe stroombron
gebruiken
U kunt de netspanningsadapter als
stroombron gebruiken wanneer u de accu wilt
sparen. Als u de netspanningsadapter
gebruikt, blijft de accu opgeladen, zelfs als
deze in de camcorder is geplaatst.
LET OP
Zelfs als de camcorder is uitgeschakeld, wordt
de camcorder nog steeds van stroom
(netspanning) voorzien als de camcorder met de
netspanningsadapter is aangesloten op het
stopcontact.
Sluit de camcorder aan zoals wordt
weergegeven in "Stap 2: De accu opladen"
(p. 11).
Stap 3: De stroom
inschakelen
U moet de schakelaar POWER in de juiste
bedieningsstand zetten als u beelden wilt
opnemen of afspelen.
Als u deze camcorder voor het eerst gebruikt,
wordt het venster [KLOK INSTEL.]
weergegeven (p. 16).
Houd het groene knopje ingedrukt en zet
de schakelaar POWER in de gewenste
stand.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
• CAMERA: beelden opnemen.
• VCR: beelden afspelen of bewerken.
De stroom uitschakelen
Zet de schakelaar POWER op OFF (CHG).
Aan de slag
Aan de slag
15
Stap 4: Het LCD-
scherm en de
beeldzoeker
aanpassen
Het LCD-scherm aanpassen
U kunt de hoek en de helderheid van het
LCD-scherm aanpassen aan verschillende
opnamesituaties.
Zelfs als er obstakels zijn tussen u en het
onderwerp, kunt u het onderwerp tijdens het
opnemen controleren op het LCD-scherm
door de hoek van het LCD-scherm aan te
passen.
Open het LCD-scherm 180 graden en
draai het scherm in de gewenste positie.
De helderheid van het LCD-scherm
aanpassen
Druk op LCD BRIGHT – of + om de helderheid
aan te passen.
z Tip
• Als u het LCD-scherm draait tot dit naar beneden is
gericht, kunt u het LCD-scherm terugzetten in de
originele positie, maar met het LCD-venster naar
buiten gericht.
• Als u de accu gebruikt als stroombron, kunt u de
helderheid selecteren door [NIV. AV. LCD] in te
stellen in het menu (LCD/BZ INST.)
(p. 60).
• Wanneer u de camcorder gebruikt met de accu in een
heldere omgeving, zet u de schakelaar LCD
BACKLIGHT op OFF ( wordt weergegeven).
In deze positie spaart u de acculading.
• Als u de helderheid van het LCD-scherm aanpast, is
dit niet van invloed op de helderheid van de
opgenomen beelden.
• U kunt het geluid dat u hoort na het bevestigen van
een bewerking, uitschakelen door [PIEPTOON] in
het menu (OVERIGE) in te stellen op [UIT]
(p. 64).
De beeldzoeker aanpassen
U kunt beelden bekijken met de beeldzoeker
als u het LCD-scherm sluit. Gebruik de
beeldzoeker als de accu bijna leeg is of
wanneer het scherm moeilijk zichtbaar is.
1 Zet de beeldzoeker omhoog.
2 Pas het beeld aan met het
zoekerscherpstelknopje totdat het
beeld duidelijk is.
180 graden
Tot maximaal
100 graden
Zoekerscherpstelknopje
,wordt vervolgd
Aan de slag
16
Als het beeld in de beeldzoeker moeilijk
zichtbaar is
Als u het beeld in de beeldzoeker niet duidelijk
kunt zien bij heldere omstandigheden, moet u de
bijgeleverde grote oogdop gebruiken.
Wanneer u de grote oogdop wilt bevestigen,
moet u deze enigszins uitrekken en uitlijnen met
de groef van de beeldzoeker. Vervolgens schuift
u de oogdop zo ver mogelijk op de beeldzoeker.
U kunt de grote oogdop naar links of naar rechts
gericht op de camcorder bevestigen.
z Tip
• Als u de helderheid van de achtergrondverlichting
van de beeldzoeker wilt selecteren wanneer u de
accu gebruikt, selecteert u het menu (LCD/BZ
INST.) en [LICHT BZ] (p. 60).
Stap 5: Datum en tijd
instellen
Stel de datum en tijd in wanneer u de
camcorder voor het eerst gebruikt. Als u de
datum en tijd niet instelt, verschijnt het
venster [KLOK INSTEL.] elke keer als u de
camcorder inschakelt.
b Opmerking
• Als u de camcorder langer dan ongeveer 3 maanden
niet gebruikt, wordt de ingebouwde oplaadbare
knoopcel ontladen en worden de instellingen van de
datum en de tijd gewist uit het geheugen. In dit geval
moet u de oplaadbare knoopcel opnieuw opladen
(p. 101) en vervolgens de datum en tijd opnieuw
instellen.
1 Schakel de camcorder in (p. 14).
2 Open het LCD-scherm en pas de hoek
aan.
Ga verder met stap 6 als u de klok voor het
eerst instelt.
Grote oogdop
(bijgeleverd)
POWER
Aan de slag
Aan de slag
17
3 Druk op MENU.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het menu (OVERIGE) te
selecteren en druk op de regelaar.
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [KLOK INSTEL.] te selecteren en
druk op de regelaar.
6 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [J] (jaar) te selecteren en druk op
de regelaar.
U kunt elk gewenste jaar instellen tot
maximaal 2079.
7 Stel [M] (maand), [D] (dag), uur en
minuten in op dezelfde manier als in
stap 6 en druk op de regelaar.
Stap 6: Een band
plaatsen
U kunt alleen mini-DV-banden
gebruiken. Zie pagina 95 voor meer
informatie over deze banden (zoals
schrijfbeveiliging).
b Opmerking
• Plaats de band niet met te veel kracht in de houder.
Dit kan een storing van de camcorder veroorzaken.
1 Schuif de schakelaar OPEN/
EJECT in de richting van de pijl
en open het deksel.
De bandhouder wordt automatisch
uitgeschoven en geopend.
CAMERA INST.
WB VOORINST.
AE RESPONS
GAIN INST.
SHOT TRANS
STEADYSHOT
STDYSHOT TYP
ZOOM HANDGR.
[MENU]:EINDE
OVERIGE
TERUG
ASSIGN BTN
KLOK INSTEL.
WERELDTIJD
LANGUAGE
PIEPTOON
OPNAMELAMP
FORMAT LAMP
[MENU]:EINDE
120min
KLOK INSTEL.
[MENU]:ANNULEREN
DMJ 0100:12004
120
KLOK INSTEL.
[MENU]:ANNULEREN
0100:12004
min
DMJ
Deksel
OPEN/EJECT
,wordt vervolgd
Aan de slag
18
2 Plaats een band met het
venstergedeelte naar buiten gericht.
3 Druk op op de bandhouder.
De bandhouder wordt automatisch naar
binnen geschoven.
4 Sluit het deksel.
De band verwijderen
1
Schuif de schakelaar OPEN/EJECT
in de richting van de pijl en open het
deksel.
De bandhouder wordt automatisch
uitgeschoven.
2 Verwijder de band en druk op .
De bandhouder wordt automatisch naar
binnen geschoven.
3 Sluit het deksel.
Stap 7: De taal voor
het scherm instellen
U kunt de taal voor het LCD-scherm
selecteren.
1 Schakel de camcorder in.
2 Open het LCD-scherm en pas de hoek
aan.
3 Druk op MENU.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het menu (OVERIGE) te
selecteren en druk op de regelaar.
Venstergedeelte
Druk zachtjes op het
midden van de achterkant
van de band.
POWER
STBYOVERIGE
TERUG
ASSIGN BTN
KLOK INSTEL.
WERELDTIJD
LANGUAGE
PIEPTOON
OPNAMELAMP
FORMAT LAMP
[MENU]:EINDE
Aan de slag
Aan de slag
19
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [LANGUAGE] te selecteren en
druk op de regelaar.
6 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om de gewenste taal te selecteren en
druk op de regelaar.
7 Druk op MENU om het menuscherm
te verbergen.
z Tip
• De camcorder biedt de optie [ENG [SIMP]]
(vereenvoudigd Engels) als u uw eigen taal niet kunt
vinden.
0:00:00
[MENU]:EINDE
LANGUAGE
DEUTSCH
E HNIKA
ENGLISH
ENG
[
SIMP
]
ESPAÑOL
FRANÇAIS
ITALIANO
Opnemen
20
Opnemen
Films opnemen
U kunt films opnemen met de HDV-indeling
of de DV-indeling.
Voordat u opneemt, voert u stap 1 tot en met
7 bij "Aan de slag" (p. 10-p. 18) uit.
Films worden met stereogeluid opgenomen.
1 Open de sluiter van de lenskap.
2 Open het LCD-scherm en pas de hoek
aan.
3 Houd het groene knopje ingedrukt en
zet de schakelaar POWER op
CAMERA.
Het lampje voor de HDV-indeling gaat
branden en de camcorder wordt in de
opnamewachtstand gezet (de
standaardinstelling).
Het neemt enige tijd in beslag om de
camcorder in de opnamewachtstand te
zetten.
4 Selecteer de opname-indeling.
Opnemen met de HDV-indeling
Selecteer het menu (IN/UIT OPN.),
[REC FORMAT] en vervolgens
[HDV1080i] (de standaardinstelling)
(p. 62).
verschijnt op het LCD-scherm en
de camcorder wordt in de
opnamewachtstand gezet.
Opnemen met de DV-indeling
Selecteer het menu (IN/UIT OPN.),
[REC FORMAT] en vervolgens [DV]
(p. 62).
verschijnt op het LCD-scherm, het
lampje voor de DV-indeling gaat branden
en de camcorder wordt in de
opnamewachtstand gezet.
5 Druk op REC START/STOP.
Het opnemen wordt gestart. [OPN] wordt
weergegeven op het LCD-scherm en het
camera-opnamelampje gaat branden.
Druk nogmaals op REC START/STOP om
te stoppen met opnemen.
De stroom uitschakelen
Zet de schakelaar POWER op OFF (CHG).
Lampjes voor de indeling
POWER en REC
START/STOP
Camera-opnamelampje
Camera-
opnamelampje
Opnemen
Opnemen
21
Opnemen vanuit een lage hoek
Gebruik de toets REC START/STOP op de
handgreep nadat u de schakelaar HOLD hebt
ontgrendeld.
Als u het beeld wilt weergeven tijdens het
opnemen, richt u het LCD-scherm of de
beeldzoeker omhoog of richt u het LCD-scherm
naar beneden. Sluit vervolgens het LCD-scherm
en plaats het weer in de oorspronkelijke positie
met het venster naar buiten gericht.
Aanduidingen die tijdens het opnemen
worden weergegeven
De aanduidingen worden niet op de band
opgenomen.
De datum/tijd en de camera-instellingen (p. 45)
worden niet weergegeven tijdens het opnemen.
A Opname-indeling ( of )
De opnamestand (SP of LP) wordt ook
weergegeven in de DV-indeling.
B Resterende accuduur
De aangegeven tijd is wellicht niet correct,
afhankelijk van de omgeving waarin u de
camcorder gebruikt. Als u het LCD-scherm
hebt geopend of gesloten, duurt het
ongeveer 1 minuut voordat de juiste
resterende accuduur wordt weergegeven.
C Opnamestatus ([STBY] (wachtstand) of
[OPN] (opnemen))
D Opnametijd of bandteller (uur: minuut:
seconde)
Voor de tijdcode van deze camcorder wordt
het drop-frame-systeem gebruikt.
E Opnamecapaciteit van de band (p. 66)
F Volume van de microfoon (p. 37)
G Aanduiding van het midden (p. 57)
Deze aanduiding wordt in het midden van
het scherm weergegeven wanneer
[CENTR.MARK.] in het menu
(CAMERA INST.) is ingesteld op [AAN].
U kunt zo makkelijker beelden
samenstellen op het scherm.
H ND-filter
Als [ND1] of [ND2] knippert op het
scherm, schakelt u het ND-filter in (p. 30).
b Opmerking
• Voordat u de accu vervangt, stelt u de schakelaar
POWER in op OFF (CHG).
• Als de camcorder langer dan 3 minuten in de
opnamestand blijft staan, wordt de opnamestand
uitgeschakeld (de koptrommel stopt met draaien) om
te voorkomen dat de band slijt en om de acculading
te sparen. Aangezien de camcorder niet wordt
uitgeschakeld, kunt u het opnemen opnieuw starten
door nogmaals op de REC START/STOP te
drukken. Het neemt enige tijd in beslag om het
opnemen opnieuw te starten. Dit is geen storing.
z Tip
• U kunt de kleurbalken opnemen op een band. Als u
films opneemt met de kleurbalken, kunt u de kleur
aanpassen met de kleurbalken terwijl u het beeld op
een televisie of monitor bekijkt. Druk op BARS als
u de kleurbalken wilt weergeven. Druk nogmaals op
BARS om de kleurbalken te verbergen.
• Wilt u een vloeiende overgang van de
laatstopgenomen scène naar de volgende scène op de
band, dan moet u rekening houden met de volgende
punten.
– Verwijder de band niet uit de camcorder. (Het
beeld wordt zonder onderbreking opgenomen,
zelfs als u de stroom uitschakelt).
HOLD
60
min
60
min
0:00:00
L
ND
1
R
HDV1080i
OPN
,wordt vervolgd
Opnemen
22
– Neem geen beelden op in de HDV-indeling en in
de DV-indeling op dezelfde band.
– Neem geen beelden op in de stand SP en LP op
dezelfde band.
– Onderbreek het opnemen van een film in de stand
LP niet.
• De opnameduur, datum en camera-instellingen
worden automatisch opgenomen op de band zonder
dat deze worden weergegeven op het scherm. U kunt
deze informatie bekijken tijdens het afspelen door op
[DATA. CODE] te drukken (p. 45).
• De volgende functies werken wellicht niet correct
als er op de band zowel in de HDV-indeling als in de
DV-indeling is opgenomen:
– Zero set memory
– Datumzoekfunctie
– Indexzoekfunctie
• Als de aangesloten externe microfoon mono is,
wordt het geluid alleen via het linkerkanaal (L)
opgenomen en geeft de audioniveaumeter alleen het
linkerkanaal (L) aan (p. 58).
Langere tijd opnemen
Selecteer [ OPNM STAND] in het menu
(IN/UIT OPN.) en vervolgens [LP]
(p. 62).
U kunt in de stand LP 1,5 keer langer
opnemen dan in de stand SP.
Een band die is opgenomen in de stand LP,
kunt u alleen afspelen met deze camcorder.
De zoomfunctie gebruiken
Op de camera en de handgreep zijn
zoomknoppen geplaatst.
U krijgt de beste resultaten als u de
zoomfunctie met mate gebruikt.
1 Stel de schakelaar ZOOM in op
LEVER/ REMOTE.
2 Als u de motorzoomknop voorzichtig
indrukt, kunt u langzaam in- en
uitzoomen op het onderwerp. Druk de
motorzoomknop verder in voor een
snellere zoombeweging.
Een grotere weergavehoek opnemen
Druk op de kant met de W van de
motorzoomknop.
Het onderwerp lijkt verder weg
(Groothoekopnamen).
Van dichtbij opnemen
Druk op de kant met de T van de
motorzoomknop.
Het onderwerp lijkt dichterbij (Tele-
opnamen).
1 cm*
80 cm*
* De minimale afstand tussen de camcorder en het
onderwerp die u nodig hebt voor scherpe weergave
als de knop in deze positie geplaatst is.
Opnemen
Opnemen
23
Zoomknop op de handgreep gebruiken
U kunt de snelheid van de zoomfunctie
aanpassen met de zoomschakelaar op de
handgreep wanneer u de zoomknop op de
handgreep gebruikt.
1 Zet de schakelaar ZOOM op LEVER/
REMOTE.
2 Stel de zoomschakelaar op de handgreep
in op H (hoog) of L (laag).
U kunt de zoomsnelheid van H of L van de
zoomknop op de handgreep instellen op
[ZOOM HANDGR.] in het menu
(CAMERA INST.). In de
standaardinstelling heeft [H] de waarde 6 en
[L] de waarde 3 (p. 56).
3 Druk op de zoomknop op de handgreep
om in of uit te zoomen.
b Opmerking
• U kunt de zoomsnelheid niet aanpassen door op de
zoomknop op de handgreep te drukken. Wijzig de
zoomsnelheid door [ZOOM HANDGR.] in te stellen
(p. 56).
• U kunt de zoomknop op de handgreep niet gebruiken
wanneer de zoomschakelaar op de handgreep is
ingesteld op OFF.
• U kunt de zoomsnelheid van de zoomknop op de
camera niet wijzigen door de zoomschakelaar op de
handgreep aan te passen.
Zoomring gebruiken
U kunt de gewenste zoomsnelheid instellen.
Tevens kunt u de snelheid nauwkeurig
afstemmen.
1 Stel de schakelaar ZOOM in op RING.
2 Draai de zoomring om in of uit te
zoomen.
b Opmerking
• Draai de zoomring niet te snel. Als u dit wel doet, is
de snelheid van de ring wellicht te hoog voor de
zoomfunctie.
• Als u in- of uitzoomt met de afstandsbediening, stelt
u de schakelaar ZOOM in op LEVER/REMOTE.
• De positie van de zoomfunctie en de hoek van het
beeld worden gewijzigd wanneer de schakelaar
ZOOM wordt gewijzigd van LEVER/REMOTE in
RING.
• Als u de zoomring snel draait, wordt het geluid van
de motor harder, omdat de zoommotor sneller draait.
Als het geluid van de motor zo hard wordt dat dit
wellicht wordt opgenomen, moet u de
zoomschakelaar of de afstandsbediening gebruiken.
Zoomring
Zoomschakelaar op
handgreep
Zoomknop op
handgreep
Opnemen
24
Opnemen in de spiegelstand
U kunt het LCD-scherm naar het onderwerp
draaien zodat u en uw onderwerp het
opgenomen beeld kunnen delen. U kunt deze
functie ook gebruiken als u zichzelf opneemt
of om de aandacht van kleine kinderen vast te
houden als u hen opneemt.
Open het LCD-scherm 180 graden en
draai het scherm in de gewenste positie tot
u een klik hoort.
Er verschijnt een spiegelbeeld van het
onderwerp op het LCD-scherm, maar het beeld
wordt normaal opgenomen.
Opnamegegevens weergeven
– Statuscontrole
U kunt de waarde van de volgende items
controleren in de wachtstand of tijdens het
opnemen.
• Audio-instellingen, zoals het volume van de
microfoon (p. 37)
• Uitvoerinstellingen ([COMPONENT],
[i.LINK-CONV.] en [TV-TYPE]) (p. 62)
• Functies die zijn toegewezen aan de toetsen
van ASSIGN (p. 70)
• Instellingen voor opnameprofiel (p. 34)
1 Druk op STATUS CHECK.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het gewenste item weer te geven.
Elke keer dat u de regelaar draait, worden
de items als volgt weergegeven:
AUDIO t UITVOER t ASSIGN t
PICT. PROFILE
De weergave van de opnamegegevens
uitschakelen
Druk op STATUS CHECK.
Tot maximaal 100 graden
Opnemen
Opnemen
25
b Opmerking
• Informatie over de instellingen voor opnameprofiel
wordt niet weergegeven wanneer deze instelling is
ingesteld op [UIT].
De belichting
aanpassen
In de standaardinstelling wordt de belichting
automatisch aangepast.
Als u beelden helderder of donkerder wilt
opnemen dan die worden gemaakt met de
automatische aanpassing voor de verlichting,
gebruikt u de functie voor handmatig
aanpassen (p. 28), of past u de beeldkwaliteit
aan met de functie PICTURE PROFILE
(p. 34).
De belichting voor onderwerpen
met tegenlicht aanpassen
Als het onderwerp met de rug naar de zon of
ander licht staat, kunt u de belichting
aanpassen om te voorkomen dat het
onderwerp te donker wordt weergegeven.
Druk op BACK LIGHT tijdens het
opnemen of in de wachtstand.
. wordt weergegeven.
Als u de tegenlichtfunctie wilt annuleren, drukt
u nogmaals op BACK LIGHT.
,wordt vervolgd
Opnemen
26
b Opmerking
• De tegenlichtfunctie wordt uitgeschakeld wanneer u
op SPOT LIGHT drukt.
• U kunt de tegenlichtfunctie niet gebruiken als 2 of
meer items voor iris, gevoeligheid en sluitertijd
handmatig zijn aangepast.
Het onderwerp opnemen bij fel
licht – SPOT LIGHT
Gebruik deze functie om te voorkomen dat
gezichten er zeer bleek uitzien onder felle
lampen, zoals in het theater.
Druk op SPOT LIGHT tijdens het
opnemen of in de wachtstand.
wordt weergegeven.
Als u deze functie wilt annuleren, drukt u
nogmaals op SPOT LIGHT.
b Opmerking
• De spotlightfunctie wordt geannuleerd wanneer u op
BACK LIGHT drukt.
• U kunt de spotlightfunctie niet gebruiken als 2 of
meer items voor iris, gevoeligheid en sluitertijd
handmatig zijn aangepast.
Witbalans aanpassen
U kunt de witbalans aanpassen aan het licht
van de opnameomgeving.
U kunt de aanpassingsgegevens voor
witbalans voor 2 verschillende
opnameomstandigheden opgeven en apart
opslaan in geheugen A en B. Tijdens het
opnemen kunt u deze instellingen oproepen
uit het geheugen met de schakelaar WHT
BAL (witbalans). De instellingen worden
ongeveer 3 maanden bewaard, mits deze niet
worden gewijzigd. De gegevens blijven ook
bewaard wanneer de stroombron wordt
losgekoppeld.
1 Stel tijdens het opnemen of in de
wachtstand de schakelaar AUTO
LOCK in op de middelste positie om de
automatische vergrendeling uit te
schakelen.
2 Druk op WHT BAL.
(één druk)
WHT BAL
Opnemen
Opnemen
27
3 Stel de schakelaar WHT BAL in op A
of B.
4 Neem een wit onderwerp op zoals een
papiertje dat het volledige scherm vult.
Zorg ervoor dat de
lichtomstandigheden hetzelfde zijn als
die van het onderwerp.
5 Druk op (één druk) WHT BAL.
A of B knippert snel.
Als de witbalans wordt aangepast, gaat
A of B branden en worden de
aanpassingsgegevens opgeslagen.
Aanpassingsgegevens oproepen uit het
geheugen
1
Stel tijdens het opnemen of in de
wachtstand de schakelaar AUTO LOCK
in op de middelste positie om de
automatische vergrendeling uit te
schakelen.
2 Stel de schakelaar WHT BAL in op A of
B.
3 Druk op WHT BAL.
De witbalans wordt ingesteld op de
opgeroepen aanpassing.
b Opmerking
• Stel de camcorder niet bloot aan mechanische
schokken als A of B knippert.
• Als A of B niet stopt met knipperen en
constant gaat branden, kan de camcorder de
witbalans niet instellen. In dit geval gebruikt u de
vooraf ingestelde of automatische witbalans.
Vooraf ingestelde witbalans gebruiken
De camcorder heeft 2 sets met vooraf ingestelde
witbalanswaarden die u kunt selecteren op basis
van het licht van de opnameomgeving.
1 Stel tijdens het opnemen of in de
wachtstand de schakelaar AUTO LOCK
in op de middelste positie om de
automatische vergrendeling uit te
schakelen.
2 Druk op MENU.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
het menu (CAMERA INST.) te
selecteren en druk op de regelaar.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
[WB VOORINST.] te selecteren en druk
op de regelaar.
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
het gewenste item te selecteren en druk
op de regelaar.
6 Druk op MENU om het menuscherm te
verbergen.
7 Stel de schakelaar WHT BAL in op
PRESET.
8 Druk op WHT BAL.
De witbalans wordt ingesteld op de
geselecteerde instelling.
Automatische witbalans herstellen
Druk op WHT BAL of stel de schakelaar AUTO
LOCK in op AUTO LOCK.
b Opmerking
• Als u de schakelaar AUTO LOCK instelt op AUTO
LOCK, worden andere handmatig aangepaste items
(iris, gevoeligheid, sluitertijd) ook tijdelijk
automatisch.
Item Opnameomgeving
[BUITEN] ( ) • buitenopnamen 's nachts,
neonverlichting of
vuurwerk
• zonsopgang,
zonsondergang
• fluorescerende lampen
overdag
[BINNEN] (n) • op een feestje of op
locaties waar de
lichtomstandigheden
snel veranderen
• bij videolampen zoals in
een studio, bij
natriumlampen,
kwiklampen of zachte,
witte verlichting
Opnemen
28
Opnemen met
handmatige
aanpassingen
U kunt de iris, gevoeligheid, enzovoort
handmatig aanpassen op basis van de
helderheid van de opnameomgeving om de
gewenste effecten te verkrijgen.
Pas de iris, gevoeligheid, sluitertijd en
witbalans aan nadat u de schakelaar AUTO
LOCK hebt ingesteld op de middelste positie
om de stand voor automatisch vergrendelen
uit te schakelen.
Afhankelijk van de positie van de schakelaar
AUTO LOCK, kunt u de instellingen van
deze functies bewaren of uitschakelen.
Zie pagina 26 voor informatie over het
aanpassen van de witbalans.
b Opmerking
• Als u de belichting bewust op een ander niveau dan
een goed niveau wilt instellen, past u de iris,
gevoeligheid en sluitertijd handmatig aan.
• Als u alleen de iris, sluitertijd of gevoeligheid
handmatig aanpast, kunt u opnemen met prioriteit
voor de iris, sluitertijd of gevoeligheid.
z Tip
• Als u de helderheid van beelden wilt aanpassen, stelt
u de iris, gevoeligheid en sluitertijd in op handmatig
aanpassen en draait u de regelaar voor de iris.
De iris aanpassen
U kunt de hoeveelheid licht die op de lens
valt handmatig aanpassen.
Als de iris verder wordt geopend (lagere
diafragmawaarde), wordt de hoeveelheid
licht groter. Het bereik van de scherpstelling
wordt kleiner en alleen het onderwerp wordt
scherp weergegeven.
Als de iris gesloten wordt (hogere
diafragmawaarde), wordt de hoeveelheid
licht kleiner en kan een groter deel van het
beeld scherp worden weergegeven.
1 Stel tijdens het opnemen of in de
wachtstand de schakelaar AUTO
LOCK in op de middelste positie om de
automatische vergrendeling uit te
schakelen.
2 Druk op IRIS.
Het huidige diafragma (F) wordt
weergegeven.
3 Draai de regelaar IRIS naar een
gewenst diafragma.
Het diafragma (F) kan worden ingesteld op
F1,6 tot F11 en Close. De bijbehorende
waarde wordt weergeven.
Positie Functie
AUTO LOCK Automatisch aanpassen.
Middelste
positie (de stand
voor
automatisch
vergrendelen
uitschakelen)
Handmatig aanpassen.
HOLD Selecteer deze positie nadat u
instellingen handmatig hebt
aangepast om de instellingen te
bewaren.
IRIS regelaar
Opnemen
Opnemen
29
Automatische aanpassing herstellen
Druk op IRIS of stel de schakelaar AUTO
LOCK in op AUTO LOCK.
b Opmerking
• Als u de schakelaar AUTO LOCK instelt op AUTO
LOCK, worden andere handmatig aangepaste items
(gevoeligheid, sluitertijd, witbalans) tijdelijk ook
automatisch aangepast.
• Wanneer u de zoomfunctie verschuift van W
(groothoek) naar T (tele-opnamen), wordt het
diafragma gewijzigd van F1,6 in F2,8.
z Tip
• U kunt de draairichting van de irisregelaar selecteren
met [IRISKEUZE] in het menu (OVERIGE)
(p. 65).
• De iris is van grote invloed op de diepte van het
gebied waarin u kunt scherpstellen op een object. Dit
is het bereik van de scherpstelling. Als de iris ver is
geopend, is het gebied waarin u kunt scherpstellen
kleiner. Is de iris gesloten, dan is dit gebied groter.
Stel de iris in op basis van het doel van de opname.
De gevoeligheid aanpassen
Pas de gevoeligheid handmatig aan wanneer
u donkere of zwarte objecten opneemt en
AGC (automatische beheerfunctie voor
gevoeligheid) niet wilt activeren.
1 Stel tijdens het opnemen of in de
wachtstand de schakelaar AUTO
LOCK in op de middelste positie om de
automatische vergrendeling uit te
schakelen.
2 Druk op GAIN.
De huidige waarde voor gevoeligheid wordt
weergegeven.
3 Stel de schakelaar GAIN in op de
gewenste positie.
Er zijn 3 gevoeligheidsniveaus (H, M, L)
beschikbaar.
U kunt de waarde voor de verschillende
posities instellen met [GAIN INST.] in het
menu (CAMERA INST.) (p. 54).
De standaardinstellingen voor de
afzonderlijke posities zijn 18 dB (H), 9 dB
(M) en 0 dB (L).
Hoe hoger de gevoeligheidswaarde, hoe
helderder het beeld.
Automatische aanpassing herstellen
Druk op GAIN of stel de schakelaar AUTO
LOCK in op AUTO LOCK.
b Opmerking
• Als u de schakelaar AUTO LOCK instelt op AUTO
LOCK, worden andere handmatig aangepaste items
(iris, sluitertijd, witbalans) tijdelijk ook automatisch.
Opnemen
30
Sluitertijd aanpassen
U kunt de sluitertijd handmatig aanpassen
aan uw wensen. Afhankelijk van de
sluitertijd kunt u het object stil laten staan of
juist de vloeiendheid van beweging
benadrukken.
1 Stel tijdens het opnemen of in de
wachtstand de schakelaar AUTO
LOCK in op de middelste positie om de
automatische vergrendeling uit te
schakelen.
2 Druk op SHUTTER SPEED.
3 Pas de sluitertijd aan door de regelaar
SEL/PUSH EXEC te draaien.
U kunt een sluitertijd selecteren tussen 1/3
seconde en 1/10000 seconde.
De geselecteerde sluitertijd wordt op het
scherm weergegeven. Als u bijvoorbeeld
1/100 seconde selecteert, wordt [100]
weergegeven. Hoe hoger de waarde die op
het scherm wordt weergegeven, hoe hoger
de sluitertijd. Hoe lager de waarde die op
het scherm wordt weergegeven, hoe lager
de sluitertijd.
Automatische aanpassing herstellen
Druk op SHUTTER SPEED of stel de
schakelaar AUTO LOCK in op AUTO LOCK.
b Opmerking
• Als u de schakelaar AUTO LOCK instelt op AUTO
LOCK, worden andere handmatig aangepaste items
(iris, gevoeligheid, witbalans) tijdelijk ook
automatisch.
z Tip
• Het is moeilijk automatisch scherp te stellen met een
lage sluitertijd. U kunt het beste handmatig
scherpstellen als de camcorder op een statief is
geplaatst.
• Het beeld flikkert of verandert van kleur onder TL-
buizen, natriumlampen of kwiklampen.
De hoeveelheid licht aanpassen
– ND FILTER
Wanneer de opnameomgeving te helder is,
kunt u met het filter ND het onderwerp
duidelijk opnemen.
De filterinstelling ND heeft 2 niveaus. Het
eerste niveau voor ND verlaagt de
hoeveelheid licht naar ongeveer
1/6 en het tweede niveau voor ND verlaagt de
hoeveelheid naar 1/32.
Als [ND1] of [ND2] knippert in de
wachtstand, stelt u de schakelaar ND
FILTER in op de juiste positie.
Opnemen
Opnemen
31
Als [ND1] knippert
Stel de schakelaar ND FILTER in op 1 om
[ND1] in te schakelen.
Als [ND2] knippert
Stel de schakelaar ND FILTER in op 2 om
[ND2] in te schakelen.
Als [ND OFF] knippert
Stel de schakelaar ND FILTER in op OFF om
de aanduiding uit te schakelen.
b Opmerking
• Als u de schakelaar ND FILTER tijdens het
opnemen verplaatst, kunnen het beeld en het geluid
worden vervormd.
• Als u de iris handmatig aanpast, wordt er geen
aanduiding voor het filter ND weergegeven, zelfs
niet wanneer het filter ND moet zijn ingeschakeld.
z Tip
• Als u de iris grotendeels sluit terwijl u een helder
onderwerp opneemt, kan diffractie optreden
waardoor het beeld niet langer scherp is. (Dit komt
vaak voor met videocamera's.) Het filter ND
onderdrukt dit effect en zorgt voor betere resultaten.
Het zebrapatroon weergeven om
de helderheid aan te passen
Als een deel van het scherm te veel belicht is,
kan dit gedeelte wit worden weergegeven
wanneer u de opname afspeelt. Als u het
zebrapatroon weergeeft op dit gedeelte,
wordt u eraan herinnerd dat u de helderheid
moet aanpassen voor u opneemt.
U kunt het helderheidsniveau selecteren in
het menu om het zebrapatroon weer te geven.
1 Druk op MENU tijdens het opnemen
of in de wachtstand.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het menu (CAMERA INST.)
te selecteren en druk op de regelaar.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [NIVEAU ZEBRA] te selecteren en
druk op de regelaar.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het gewenste niveau te selecteren
en druk op de regelaar.
,wordt vervolgd
Opnemen
32
Selecteer een waarde van [70] tot [100] of
[100+]. Als u [70] selecteert, wordt het
zebrapatroon weergegeven op het gedeelte
waar het helderheidssignaal 70±5% is.
Als u [100+] selecteert, wordt het
zebrapatroon weergegeven op alle
gedeelten waar het helderheidssignaal
hoger dan 100% is.
De standaardinstelling is [100+].
5 Druk op MENU om het menuscherm
te verbergen.
6 Stel de schakelaar ZEBRA/PEAKING
in op ZEBRA.
Het zebrapatroon wordt weergegeven.
Het zebrapatroon verbergen
Stel de schakelaar ZEBRA/PEAKING in op
OFF.
b Opmerking
• Het zebrapatroon wordt niet opgenomen op de band.
• U kunt het zebrapatroon niet gebruiken wanneer de
functie voor verscherping is ingeschakeld (p. 34).
Scherpstelling
aanpassen
Er wordt automatisch scherpgesteld in de
standaardinstelling.
De scherpstelling handmatig
aanpassen
U kunt de scherpstelling handmatig
aanpassen aan de opnameomstandigheden.
Gebruik deze functie in de volgende
gevallen.
– Een onderwerp achter een raam met
regendruppels opnemen.
– Horizontale strepen opnemen.
– Een onderwerp met weinig contrast tussen
het onderwerp en de achtergrond opnemen.
– Als u wilt scherpstellen op een onderwerp in
de achtergrond.
– Een stilstaand beeld opnemen met de
camcorder op een statief.
Scherpstelring
Opnemen
Opnemen
33
1 Stel de schakelaar FOCUS in op MAN
(handmatig) tijdens het opnemen of in
de wachtstand.
9 wordt weergegeven.
2 Draai de scherpstelring en pas de
scherpstelling aan.
9 wordt gewijzigd in als u niet verder
weg kunt scherpstellen.
9 wordt gewijzigd
in als u niet dichter bij kunt
scherpstellen.
Tips voor handmatig scherpstellen
• U kunt gemakkelijker scherpstellen op het
onderwerp als u de zoomfunctie gebruikt.
Draai de motorzoomknop naar T (tele-
opnamen) om de scherpstelling aan te
passen en vervolgens naar W (groothoek)
om de zoomfunctie aan te passen voor de
opnamen.
• Als u een close-up wilt maken van een
onderwerp, draait u de motorzoomknop
naar W (groothoek) om het beeld volledig
te vergroten en past u vervolgens de
scherpstelling aan.
Scherpstellen op een verafgelegen
object
Neem het onderwerp op met de schakelaar
FOCUS in de stand INFINITY.
wordt weergegeven.
Als u de schakelaar loslaat wordt deze
teruggezet in de stand voor automatisch
scherpstellen.
Gebruik deze functie om een verafgelegen
object op te nemen wanneer er automatisch is
scherpgesteld op een dichtbijgelegen object.
De functie voor vergroot scherpstellen
gebruiken
Druk op EXPANDED FOCUS.
[EXPANDED FOCUS] wordt weergegeven en
het midden van het scherm wordt ongeveer 2
keer vergroot. Het is eenvoudiger de instelling
voor scherpstellen te controleren tijdens het
handmatig scherpstellen. Het scherm wordt na
ongeveer 5 seconden in het oorspronkelijke
formaat weergegeven.
Zolang de scherpstelring wordt gedraaid, blijft
het beeld vergroot. Ongeveer 2 seconden nadat
u de ring hebt losgelaten, of wanneer u op REC
START/STOP drukt, wordt het beeld in het
oorspronkelijke formaat weergegeven.
De scherpstelling automatisch
aanpassen
Stel de schakelaar FOCUS in op AUTO.
Tijdelijk automatisch scherpstellen
Houd PUSH AUTO ingedrukt tijdens het
opnemen.
Als u de toets loslaat, wordt de instelling
hersteld naar handmatig scherpstellen.
Gebruik deze functie om scherp te stellen op een
ander object. De scènes lopen vloeiend in elkaar
over.
z Tip
• De informatie over de brandpuntsafstand (te
gebruiken als u moeilijk kunt scherpstellen in het
donker) wordt in de volgende gevallen 3 seconden
weergegeven. (Deze informatie wordt niet juist
weergegeven als u een voorzetlens (optioneel)
gebruikt.)
– Als u de stand voor scherpstelling wijzigt van
automatisch in handmatig.
– Als u de scherpstelring draait.
Opnemen
34
De randen verscherpen om scherp
te stellen – PEAKING
U kunt de randen van het beeld op het scherm
verscherpen om het scherpstellen te
vereenvoudigen.
Stel de schakelaar ZEBRA/PEAKING in
op PEAKING tijdens het opnemen of in de
wachtstand.
Verscherpen annuleren
Stel de schakelaar ZEBRA/PEAKING in op
OFF.
b Opmerking
• De verscherping van het beeld wordt niet
opgenomen op de band.
• U kunt de functie voor verscherpen niet gebruiken
wanneer het zebrapatroon is ingeschakeld (p. 31).
z Tip
• Als u verscherpen gebruikt in combinatie met
vergroot scherpstellen, kunt u eenvoudiger
scherpstellen.
De beeldkwaliteit of
het geluid aanpassen
De beeldkwaliteit aanpassen
– PICTURE PROFILE
U kunt de beeldkwaliteit aanpassen door de
kleurintensiteit, helderheid, witbalans,
enzovoort aan te passen. U kunt 6
verschillende instellingen voor
beeldkwaliteit instellen op basis van de tijd,
het weer of de persoon die opneemt, en deze
instellingen opslaan in het geheugen.
Sluit de camcorder aan op een televisie of
monitor en pas de beeldkwaliteit aan terwijl u
het beeld bekijkt op de televisie of de
monitor.
[PP1] tot en met [PP6] zijn standaard
opgeslagen met instellingen voor
beeldkwaliteit voor de volgende
opnameomstandigheden.
U kunt de bovenstaande standaardinstellingen
naar wens aanpassen.
Opname-
profielnummer
Opnameomstandigheden
PP1 Deze instelling is geschikt voor
opnemen in de HDV-indeling
PP2 Deze instelling is geschikt voor
opnemen in de DV-indeling
PP3 Deze instelling is geschikt voor
het opnemen van personen
PP4 Deze instelling is geschikt voor
het opnemen van beelden met
filmkwaliteit
PP5 Deze instelling is geschikt voor
het opnemen van een
zonsondergang
PP6 Deze instelling is geschikt voor
opnemen in zwart-wit
Opnemen
Opnemen
35
1 Druk op PICTURE PROFILE in de
wachtstand.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om een opnameprofielnummer te
selecteren en druk op de regelaar.
U kunt kiezen uit [PP1] tot en met [PP6].
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [INSTELLING] te selecteren en
druk op de regelaar.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het gewenste item te selecteren en
druk op de regelaar.
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om de beeldkwaliteit aan te passen en
druk op de regelaar.
Item Aanpassing
[KLEUR-
NIVEAU]
–7 (laag) tot +7 (hoog)
–8: zwart-wit
[KLEUR-
FASE]
–7 (groen) tot +7 (rood)
[SCHERPTE] 0 (zacht) tot 15 (helder)
[HUIDS-
KLEUR]
Rimpels minder duidelijk
maken door de randen te
onderdrukken op het gedeelte
met huidskleur dat moet
worden aangepast.
[TYPE1] (het kleurbereik dat
wordt herkend als huidskleur
is klein) tot [TYPE3] (het
kleurbereik dat wordt herkend
als huidskleur is uitgebreid)
In het geval van [TYPE3] kan
het effect ook worden
toegepast op een kleur die
geen huidskleur is.
[UIT]: geen aanpassing
[AE KEUZE] –7 (donker) tot +7 (licht)
[VERST.
LUMIET]
Selecteer de hoogste waarde
voor de automatische
beheerfunctie voor
gevoeligheid (AGC) ([UIT],
12dB, 6dB, 0dB).
[UIT] is 18dB.
[AUT IRIS
LMT]
De hoogste diafragmawaarde
selecteren voor het
automatisch scherpstellen
(F11, F6,8, F4).
[WB-
VERSCH.]
–7 (witte gedeelten blauwer
maken) tot +7 (witte gedeelten
roder maken)
[GEVOEL.
AWB]
De werking van de
automatische witbalans
instellen bij een rode lichtbron,
zoals een gloeilamp of kaars,
of bij een blauwe lichtbron,
zoals schaduw buitenshuis.
[HOOG] (minder blauw of
rood) tot [LAAG] (meer rood
of blauw)
[GEVOEL.AWB] werkt niet
bij een heldere lucht of in de
zon.
[CINEMA-
TONE γ]
[AAN]: beelden worden
opgenomen met de
gammacurve die het
natuurlijke verloop nabootst.
Dit lijkt op die van
filmcamera's.
[CINE-
FRAME]
[CINEFRAME 25]:
beelden worden opgenomen
met de sfeer van een bioscoop.
[UIT]: normaal opnemen
Item Aanpassing
,wordt vervolgd
Opnemen
36
6 Herhaal stap 4 en 5 om andere items
aan te passen.
7 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [ TERUG] te selecteren en druk
op de regelaar.
8 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [OK] te selecteren en druk op de
regelaar.
Er verschijnt een aanduiding van het
opnameprofiel.
Opslaan van het opnameprofiel
annuleren
Selecteer [UIT] in stap 2 en druk op de regelaar
SEL/PUSH EXEC.
Instellingen van opnameprofielen
controleren
Druk op STATUS CHECK tijdens het opnemen
of in de wachtstand (p. 24).
Opnameprofielinstellingen kopiëren
naar andere opnameprofielen
1
Druk op PICTURE PROFILE.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
het nummer van het opnameprofiel te
selecteren en druk op de regelaar.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
[INSTELLING] te selecteren en druk op
de regelaar.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
[KOPIËREN] te selecteren en druk op de
regelaar.
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
het nummer van het opnameprofiel
waarnaar moet worden gekopieerd te
selecteren en druk op de regelaar.
6 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
nogmaals [JA] te selecteren en druk op
de regelaar.
Als u de instellingen niet wilt kopiëren,
selecteert u [NEE].
7 Druk op PICTURE PROFILE.
Instellingen van opnameprofielen
herstellen
U kunt de opnameprofielinstellingen herstellen
volgens het opnameprofielnummer. U kunt niet
alle instellingen in één keer herstellen.
1 Druk op PICTURE PROFILE.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
het nummer te selecteren van het
opnameprofiel dat moet worden hersteld
en druk op de regelaar.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
[INSTELLING] te selecteren en druk op
de regelaar.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
[HERST.] te selecteren en druk op de
regelaar.
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om
[JA] te selecteren en druk op de regelaar.
Als u het opnameprofiel niet wilt herstellen,
selecteert u [NEE].
6 Druk op PICTURE PROFILE.
b Opmerking
• Als u de instellingen voor iris, sluitertijd en
gevoeligheid handmatig aanpast, kunt u [AE
KEUZE] niet gebruiken.
• Als u de iris handmatig aanpast, kunt u [AUT IRIS
LMT] niet gebruiken.
• Als het object zo fel is dat de waarde die is ingesteld
bij [AUT IRIS LMT] niet juist is, kan de sluitertijd
automatisch op 1/1750 worden ingesteld.
• Als u de gevoeligheid handmatig aanpast, kunt u
[VERST.LIMIET] niet gebruiken.
• Als u [CINEFRAME 25] selecteert wanneer de
sluitertijd lager is dan 1/12, wordt de sluitertijd
automatisch ingesteld op 1/25.
[KOPIËREN] Een opnameprofielinstelling
kopiëren naar andere
opnameprofielen.
[HERST.] De standaardinstelling van het
opnameprofiel herstellen.
Item Aanpassing
Opnemen
Opnemen
37
Audio-opnameniveau aanpassen
– Volume van de microfoon
U kunt het volume van de microfoon
aanpassen tijdens het opnemen. U kunt het
beste het volume controleren met een
koptelefoon.
1 Open de klep en stel de schakelaar
AUTO/MAN in op MAN.
2 Pas het volume aan met de regelaar
AUDIO LEVEL tijdens het opnemen
of in de wachtstand.
Automatische aanpassing herstellen
Stel de schakelaar AUTO/MAN in op AUTO.
b Opmerking
• U kunt het volume van de audio-invoer via de
AUDIO/VIDEO-aansluiting of de HDV/DV-
aansluiting niet aanpassen.
z Tip
• Als u de audiogegevens gedetailleerder wilt
weergeven, drukt u op STATUS CHECK (p. 24). U
kunt het volume ook controleren tijdens de
automatisch aanpassing.
Beelden met
verschillende
functies opnemen
Scènes vloeiend laten overlopen
– Opnameovergang
U kunt de instellingen voor scherpstellen,
zoomen, iris, gevoeligheid, sluitertijd en
witbalans opslaan. Vervolgens kunt u de
huidige opname-instellingen wijzigen in de
opgeslagen instellingen, waardoor scènes
vloeiend in elkaar overlopen
(Opnameovergang).
U kunt bijvoorbeeld eerst scherpstellen op
objecten die dichtbij zijn en vervolgens
scherpstellen op objecten die verder weg zijn,
of het bereik aanpassen door de iris aan te
passen. Daarnaast kunt u scènes met
verschillende opnameomstandigheden
vloeiend in elkaar laten overlopen. Als u de
functie voor handmatig aanpassen voor de
witbalans opslaat, lopen scènes vloeiend in
elkaar over als objecten binnen en buiten
worden opgenomen.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de
camera beweegt.
Stel de overgangscurve en duur in met
[SHOT TRANS] in het menu
(CAMERA INST.) (p. 55).
SHOT A
SHOT B
,wordt vervolgd
Opnemen
38
Stap 1: Sla de instellingen op
1
Druk herhaaldelijk op STORE/CHECK/
EXEC om het lampje STORE in te
schakelen.
2 Pas de gewenste items handmatig aan.
Als u de instellingen van items zoals de iris
handmatig wilt instellen, stelt u de
schakelaar AUTO LOCK in op de
middelste positie om de automatische
vergrendeling uit te schakelen. Zie pagina's
26-30 voor meer informatie over
aanpassingen.
3 Druk op een toets (A of B) om de
opslaglocatie te selecteren.
De instelling wordt opgeslagen onder de
geselecteerde toets. De instellingen worden
Shot A en Shot B genoemd.
b Opmerking
• Als u de schakelaar POWER instelt op OFF (CHG),
worden instellingen die zijn opgeslagen onder Shot
A en B verwijderd.
Stap 2: Controleer de opgeslagen
instellingen (Shot)
1
Druk herhaaldelijk op STORE/CHECK/
EXEC om het lampje CHECK in te
schakelen.
2 Druk op de toets (A of B) waaronder de
instelling was opgeslagen.
De geselecteerde instelling wordt toegepast
op het beeld op het scherm. De
scherpstelling, zoomfunctie, enzovoort
worden automatisch aangepast aan de
opgeslagen instelling.
b Opmerking
• U kunt de ingestelde overgangstijd en curve niet
controleren met [SHOT TRANS] in het menu
(CAMERA INST.).
Opnemen met de functie voor
opnameovergang
1
Druk herhaaldelijk op STORE/CHECK/
EXEC om het lampje EXEC in te
schakelen.
2 Druk op REC START/STOP.
3 Druk op de toets (A of B) waaronder de
gewenste instelling is opgeslagen.
Beelden worden opgenomen met de
instellingen die automatisch zijn gewijzigd
van de huidige instellingen in de
opgeslagen instellingen.
b Opmerking
• U kunt niet zoomen, scherpstellen of handmatig
instellingen aanpassen als u de functie voor
opnameovergang controleert of activeert.
• Wanneer u [SHOT TRANS] wijzigt in het menu
(CAMERA INST.), schakelt u het lampje
STORE/CHECK/EXEC uit door op de toets te
drukken.
• U kunt tijdens het opnemen niet terugkeren naar de
vorige instellingen vanuit Shot A of Shot B nadat u
de functie voor opnameovergang hebt geactiveerd.
• Als u de volgende toetsen indrukt tijdens de
bewerking voor opnameovergang, wordt de
bewerking geannuleerd:
– PICTURE PROFILE
–MENU
–P-MENU
– EXPANDED FOCUS
– STATUS CHECK
REC
START/STOP
SHOT TRANS EXEC
ES
OPN
0:00:05120min
SHOT A
SHOT B
Overgangsbalk
S: start
E: einde
Opnemen
Opnemen
39
z Tip
• U kunt opnemen met beide instellingen door van
Shot A over te schakelen naar Shot B, of van Shot B
naar Shot A. Wilt u bijvoorbeeld overschakelen van
Shot A naar Shot B, dan schakelt u het lampje
CHECK in en drukt u op A en vervolgens op REC
START/STOP. Schakel vervolgens het lampje
EXEC in en druk op B.
• U kunt de opnameovergang uitproberen door op de
toets (A of B) te drukken, waaronder de gewenste
instelling is opgeslagen voordat u op REC START/
STOP drukt in stap 2.
De bewerking annuleren
Druk herhaaldelijk op STORE/CHECK/EXEC
tot de lampjes STORE/CHECK/EXEC zijn
uitgeschakeld.
Een scène in- of uitfaden
– FADER
U kunt de volgende effecten toevoegen aan
beelden die u op dit moment opneemt.
Wijs de functie FADER van tevoren toe aan
een van de toetsen van ASSIGN. Zie
pagina 70 voor informatie over het toewijzen
van een functie.
[FADER ZWART]
[FADER WIT]
REC START/STOP
,wordt vervolgd
Opnemen
40
1 Druk in de wachtstand op de toets
ASSIGN die is toegewezen aan de
functie FADER als u wilt infaden of
druk tijdens het opnemen op deze toets
als u wilt uitfaden.
Elke keer dat u op de toets drukt, wordt de
aanduiding als volgt gewijzigd:
[FADER ZWART] t [FADER WIT] t
geen weergave
2 Druk op REC START/STOP.
De aanduiding voor de functie FADER
stopt met knipperen en verdwijnt als het
faden is voltooid.
De bewerking annuleren
Druk herhaaldelijk op de toets ASSIGN die is
toegewezen aan de functie
FADER tot de
aanduidingen voor
FADER verdwijnen.
b Opmerking
• U kunt de functie FADER niet gebruiken met de
functie [BEELDOPNAME] (Beeldopname).
Een indexsignaal opnemen aan
het begin van de opname
Als u een indexmarkering maakt voor een
scène, kunt u de scène later eenvoudig
opzoeken (p. 51).
Met de indexfunctie kunt u de overgang van
de opname eenvoudiger controleren of de
beelden bewerken met indexsignalen.
Wijs de indexfunctie van tevoren toe aan een
van de toetsen van ASSIGN. Zie pagina 70
om een functie toe te wijzen.
Druk op de toets ASSIGN die is
toegewezen aan de indexfunctie.
Als u op deze toets drukt tijdens de
opname
wordt ongeveer 7 seconden weergegeven
en wordt een indexsignaal opgenomen.
Als u op deze toets drukt in de
wachtstand
knippert.
Wanneer u op REC START/STOP drukt om het
opnemen te starten, wordt ongeveer 7
seconden weergegeven en wordt een
indexsignaal opgenomen.
De bewerking annuleren
Voordat u begint met opnemen, drukt u
nogmaals op de toets ASSIGN die is
toegewezen aan de indexfunctie.
b Opmerking
• U kunt niet achteraf een indexsignaal opnemen op
een band.
REC START/STOP
Opnemen
Opnemen
41
Opnemen in het
formaat 16:9
U kunt beelden die zijn opgenomen in de
DV-indeling weergeven op het volledige
televisiescherm als u voordat u gaat opnemen
de instelling [DV-BREEDOPN] instelt in het
menu (CAMERA INST.).
Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing die bij
de televisie is geleverd.
[AAN]
Selecteer [AAN] als u opgenomen beelden wilt
weergeven op een breedbeeldtelevisie met 16:9-
formaat.
[UIT]
Selecteer [UIT] als u opgenomen beelden wilt
weergeven op een televisie met 4:3-formaat.
* Het beeld dat wordt weergegeven kan variëren,
afhankelijk van de aangesloten televisie.
1 Druk op MENU in de wachtstand.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het menu (CAMERA INST.)
te selecteren en druk op de regelaar.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [DV-BREEDOPN.] te selecteren en
druk op de regelaar.
4 Selecteer [AAN] of [UIT] afhankelijk
van de televisie en druk op de regelaar
SEL/PUSH EXEC.
5 Druk op MENU om het menuscherm
te verbergen.
Op het LCD-scherm of de beeldzoeker
Op een televisie met
4:3-formaat*
Op een breedbeeldtelevisie
met 16:9-formaat
Op het LCD-scherm of de beeldzoeker
Op een televisie met
4:3-formaat
Op een
breedbeeldtelevisie met
16:9-formaat*
De donkere stroken zijn
doorzichtig op het scherm.
Opnemen
42
De laatstopgenomen
scènes bekijken
– Rec Review
U kunt een aantal seconden bekijken van de
scène die u net voor het stoppen van de band
hebt opgenomen.
Druk op REC REVIEW in de wachtstand.
De laatste seconden van de laatstopgenomen
scène worden weergegeven. De camcorder
wordt hierna in de wachtstand gezet.
Afspelen
Afspelen
43
Afspelen
Films weergeven
Controleer of u een band met opnamen in de
camcorder hebt geplaatst.
Sommige bewerkingen kunnen worden
uitgevoerd met de afstandsbediening.
Zie pagina 47 als u de opnamen wilt afspelen
op de televisie.
Wanneer u de band afspeelt, selecteert u het
menu (IN/UIT OPN.), [VCR HDV/DV]
en vervolgens [AUTO] (de
standaardinstelling).
1 Open het LCD-scherm en pas de hoek
aan.
2 Houd het groene knopje ingedrukt en
zet de schakelaar POWER op VCR.
3 Druk op m (terugspoelen) om naar
het punt te gaan dat u wilt bekijken.
4 Druk op N (afspelen) om het afspelen
te starten.
Het volume regelen
Wijzig het volume door op VOLUME
– (verlagen) / + (verhogen) te drukken.
Het afspelen stoppen
Druk op x (stoppen).
Het afspelen onderbreken
Druk op X (pauze) aan tijdens het afspelen.
Druk op N (afspelen) of X (pauze) om het
afspelen opnieuw te starten.
Het afspelen worden automatisch gestopt als de
camcorder langer dan 3 minuten in de
pauzestand staat.
Snel vooruitspoelen of terugspoelen
Druk op M (snel vooruitspoelen) of m
(terugspoelen) in de stopstand.
Films bekijken in de beeldzoeker
Sluit het LCD-scherm. Wijzig de hoek van de
beeldzoeker.
Aanduidingen die worden weergegeven
tijdens het afspelen van banden
A Indeling van het afspeelsignaal
(HDV1080i of DV)/Opnamestand (SP of
LP)
B Resterende accuduur
C Aanduiding voor bandtransport
POWER
0:00:00:00
HDV1080i
60
min
60
min
,wordt vervolgd
Afspelen
44
D Tijdcode (uur: minuut: seconde: frame)
of bandteller (uur: minuut: seconde)
Voor de tijdcode van deze camcorder wordt
het drop-frame-systeem gebruikt.
b Opmerking
• Als u een band waarop is opgenomen met de HDV-
en DV-indeling, afspeelt, en het signaal schakelt
tussen HDV en DV, verdwijnen het beeld en het
geluid tijdelijk.
• U kunt banden waarop is opgenomen in de HDV-
indeling niet afspelen op videocamera's die de
indeling DV gebruiken of op mini-DV-spelers.
• De opnamestand (SP of LP) verschijnt wanneer een
band wordt afgespeeld die is opgenomen met de
DV-indeling.
z Tip
• Zie [MEERK GELUID] op pagina 58 voor meer
informatie over het afspelen van een band die is
opgenomen met een externe monomicrofoon
aangesloten.
Afspelen in verschillende standen
Snel vooruitspoelen of terugspoelen
tijdens het afspelen – Beeldzoekfunctie
Houd M (snel vooruitspoelen) of m
(terugspoelen) ingedrukt tijdens het afspelen.
Laat de toets los om door te gaan met normaal
afspelen.
Het beeld weergeven tijdens het snel
vooruitspoelen of terugspoelen
– Snelzoekfunctie
Houd M (snel vooruitspoelen) of m
(terugspoelen) ingedrukt tijdens het snel
vooruit- of terugspoelen.
Laat de toets los als u wilt doorgaan met snel
vooruitspoelen of terugspoelen.
Afspelen in verschillende standen
U hoort het opgenomen geluid niet. U ziet
wellicht ook mozaïekpatronen van eerder
afgespeelde beelden op het scherm.
Druk op N (afspelen) om terug te keren naar de
normale afspeelstand.
* Er kunnen horizontale lijnen verschijnen aan de
boven- of onderzijde of in het midden van het
scherm. Dit duidt niet op een storing.
b Opmerking
• Beelden in de HDV-indeling worden niet uitgevoerd
via de HDV/DV-aansluiting als ze worden
afgespeeld in een andere afspeelmodus dan de
normale afspeelmodus.
• Bij beelden in de HDV-indeling treedt mogelijk een
storing op tijdens:
– Beeldzoekfunctie
– Omgekeerd afspelen
Actie Druk op
De afspeelrichting
wijzigen*
I (omgekeerd) op de
afstandsbediening tijdens het
afspelen.
Vertraagd
afspelen
y (vertraagd) tijdens het
afspelen.
De richting wijzigen
1 Druk op I (omgekeerd) op
de afstandsbediening.
2 y (vertraagd).
De band 2 keer zo
snel afspelen
(dubbele
snelheid)
×2 (dubbele snelheid) op de
afstandsbediening tijdens het
afspelen.
De richting wijzigen
1 Druk op I (omgekeerd) op
de afstandsbediening.
2 ×2 (dubbele snelheid) op de
afstandsbediening.
Frame-voor-
frame afspelen
C (frame) op de
afstandsbediening tijdens de
pauzestand.
Als u de richting wilt wijzigen,
drukt u op c (frame) op de
afstandsbediening in de
afspeelpauzestand.
Actie Druk op
Afspelen
Afspelen
45
Verschillende
afspeelfuncties
U kunt het einde van de laatste opname
zoeken of de opnamedatum en de camera-
instellingen weergeven.
De laatste scène van de meest
recente opname zoeken
– END SEARCH
Deze functie is handig als u bijvoorbeeld de
band hebt afgespeeld maar direct wilt
opnemen na de laatstopgenomen scène. Als u
de band verwijdert na het opnemen, werkt de
functie END SEARCH niet.
1 Zet de schakelaar POWER op VCR.
2 Druk op END SEARCH (VCR).
De laatste scène van de recentste opname
wordt ongeveer 5 seconden afgespeeld.
De bewerking annuleren
Druk op END SEARCH (VCR).
b Opmerking
• De functie END SEARCH functioneert niet correct
als er een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op
de band.
De schermaanduidingen
weergeven
U kunt de tijdcode, bandteller en andere
gegevens op het scherm weergeven.
Druk op DISPLAY/BATT INFO.
De aanduidingen worden in- of uitgeschakeld
als u op de toets drukt.
z Tip
• U kunt de schermaanduidingen weergeven als u
afspeelt op een televisie. Selecteer achtereenvolgens
het menu (OVERIGE), [DISPLAY] en [V-UIT/
LCD] (p. 66). Alleen de aanduidingen voor de
afspeelstand en de bandteller verschijnen wanneer u
een band afspeelt die is opgenomen in de HDV-
indeling en [COMPONENT] in het menu (IN/
UIT OPN.) is ingesteld op [1080i/576i].
De datum/tijd en gegevens over
camera-instellingen weergeven
– Gegevenscode
Tijdens het afspelen kunt u de datum/tijd en
gegevens over de camera-instellingen
weergeven. Deze worden automatisch
opgenomen als u beelden opneemt op een
band.
1 Zet de schakelaar POWER op VCR.
2 Druk op DATA CODE op de
camcorder of de afstandsbediening
tijdens het afspelen of de
afspeelpauzestand.
Elke keer dat u op de toets drukt, wijzigt de
aanduiding als volgt:
Datum/tijd t Gegevens over camera-
instellingen t (geen aanduiding)
,wordt vervolgd
Afspelen
46
Gegevens over camera-instellingen
weergeven
Op het gegevensscherm voor datum/tijd worden
de datum en tijd in hetzelfde gedeelte
weergegeven.
Als u het beeld opneemt zonder de klok in te
stellen, verschijnen [-- -- ----] en [--:--:--].
A SteadyShot uitgeschakeld
B Belichting
C Diafragma
Als u het diafragma handmatig op de
maximumwaarde instelt, wordt
weergegeven.
D Gevoeligheid
E Sluitertijd
F Witbalans
wordt weergegeven wanneer beelden
worden afgespeeld die zijn opgenomen met
de functie opnameovergang.
De gegevens over camera-instellingen
verbergen
Selecteer het menu (OVERIGE),
[GEGEVENSCODE] en vervolgens [DATUM]
(p. 65).
Elke keer dat u op DATA CODE drukt, wordt
de aanduiding voor datum/tijd in- of
uitgeschakeld.
De videogegevens weergeven
– Statuscontrole
U kunt de waarde van de volgende items
controleren.
• Audio-instellingen, zoals AUDIO MIX
(p. 58)
• Instellingen voor het uitvoersignaal ([VCR
HDV/DV], enzovoort) (p. 61)
• Functies die zijn toegewezen aan de toetsen
van ASSIGN (p. 70)
1 Druk op STATUS CHECK.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het gewenste item weer te geven.
Elke keer dat u de regelaar draait, worden
de items als volgt weergegeven:
AUDIO t UITVOER t ASSIGN
Weergave van videogegevens
uitschakelen
Druk op STATUS CHECK.
F1.7 1006
dB
0:00:00
AUTO
HDV1080i
60
min
60
min
Afspelen
Afspelen
47
Het beeld afspelen op
een televisie
Televisieaansluitingen verschillen
afhankelijk van de soort televisie.
Sluit de bijgeleverde netspanningsadapter
aan op een stopcontact (p. 14).
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de
apparaten die u wilt aansluiten.
Zie pagina 72 als u naar een andere band wilt
kopiëren.
Het beeld afspelen op een high-definition televisie
Sluit de camcorder aan op de televisie met
een van de kabels die hieronder worden
beschreven.
De televisie aansluiten met een i.LINK-
kabel
Deze verbinding wordt aanbevolen als de
televisie geschikt is voor HDV/DV en een
i.LINK-aansluiting heeft.
• Voordat u de i.LINK-kabel aansluit, selecteert
u het menu (IN/UIT OPN.), [VCR HDV/
DV] en vervolgens [AUTO] (de
standaardinstelling).
• Bij deze aansluiting moet de televisie zo zijn
ingesteld dat deze kan vaststellen of de
camcorder is aangesloten. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing die bij de televisie is
geleverd voor meer informatie.
Signaalverloop
A/V-kabel
(bijgeleverd)
Geel
Wit
Rood
S-videokabel
(optioneel)
Televisie
Componentvideokabel (bijgeleverd)
i.LINK-kabel (optioneel)
Als de televisie of videorecorder
een S-videoaansluiting heeft
Rood
Blauw
Groen
,wordt vervolgd
Afspelen
48
De televisie aansluiten met een
componentvideokabel
• Als u beelden wilt weergeven die zijn
opgenomen in de HDV-indeling, stelt u
[COMPONENT] in het menu (IN/UIT
OPN.) in volgens de televisie (p. 62).
Wanneer de beelden die zijn opgenomen in de
DV-indeling worden afgespeeld, wordt er een
gelijksoortig signaal als [576i] uitgevoerd,
ongeacht of [1080i/576i] is geselecteerd.
• Alleen videosignalen worden uitgevoerd via
de COMPONENT OUTPUT-aansluiting. Als
u audiosignalen wilt uitvoeren, sluit u de witte
en rode stekkers van de A/V-kabel aan op de
audio-ingang van de televisie.
De televisie aansluiten met een A/V-
kabel
Wanneer het apparaat dat u wilt aansluiten een
S-videoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor
het aansluiten van de camcorder met een S-
videokabel (optioneel) in plaats van de gele
videostekker van de A/V-kabel (bijgeleverd).
Bij deze verbinding worden beelden beter
weergegeven op de aangesloten televisie. Het
geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen de S-
videokabel aansluit.
b Opmerking
• Stel [VCR HDV/DV] in voordat u de i.LINK-kabel
aansluit. Anders wordt het videosignaal mogelijk
niet herkend door de aangesloten televisie.
• Beelden in de DV-indeling worden niet uitgevoerd
via de COMPONENT OUTPUT-aansluiting als er
copyrightbeveiligingssignalen zijn opgenomen in de
beelden.
z Tip
• Als u de camcorder op de televisie aansluit met
meerdere soorten kabels voor het uitvoeren van
analoge beelden, is de prioriteit van de
uitvoersignalen als volgt:
COMPONENT OUTPUT-aansluiting t S-
videoaansluiting t AUDIO/VIDEO-aansluiting
• Zie pagina 98 voor meer informatie over i.LINK.
Als de televisie is aangesloten op een
videorecorder
Sluit de camcorder aan op de LINE IN-ingang
op de videorecorder met de A/V-kabel. Zet de
ingangskeuzeschakelaar van de videorecorder
op LINE.
Afspelen
Afspelen
49
Beelden weergeven op een 16:9- of een 4:3-televisie
Sluit de camcorder aan op de televisie of
videorecorder met een van de kabels die
hieronder worden beschreven.
De televisie aansluiten met een
componentvideokabel
Deze verbinding wordt aanbevolen als de
televisie een COMPONENT VIDEO-
aansluiting heeft.
• Als u beelden wilt weergeven die zijn
opgenomen in de HDV-indeling, stelt u
[COMPONENT] in het menu (IN/UIT
OPN.) in volgens de televisie (p. 62).
Wanneer de beelden die zijn opgenomen in de
DV-indeling worden afgespeeld, wordt er een
gelijksoortig signaal als [576i] uitgevoerd,
ongeacht of [1080i/576i] is geselecteerd.
• Alleen videosignalen worden uitgevoerd via
de COMPONENT OUTPUT-aansluiting. Als
u audiosignalen wilt uitvoeren, sluit u de witte
en rode stekkers van de A/V-kabel aan op de
audio-ingang van de televisie of
videorecorder.
De televisie aansluiten met een A/V-
kabel
Wanneer het apparaat dat u wilt aansluiten een
S-videoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor
het aansluiten van de camcorder met een S-
videokabel (optioneel) in plaats van de gele
videostekker van de A/V-kabel (bijgeleverd).
Gebruik een S-videokabel om beelden met een
hoge resolutie weer te geven. Het geluid wordt
niet uitgevoerd als u alleen de S-videokabel
aansluit.
Signaalverloop
A/V-kabel
(bijgeleverd)
Geel
Wit
Rood
Als de televisie of
videorecorder een S-
videoaansluiting heeft
S-videokabel
(optioneel)
Televisie of videorecorder
Componentvideokabel (bijgeleverd)
Rood
Blauw
Groen
,wordt vervolgd
Afspelen
50
Beelden weergeven op een 4:3-televisie
• Als u beelden wilt weergeven die zijn
opgenomen in de HDV-indeling, selecteert u
het menu (IN/UIT OPN.), [TV-TYPE]
en vervolgens [4:3] (p. 63).
• Als u beelden wilt weergeven die zijn
opgenomen in de DV-indeling, selecteert u het
menu (CAMERA INST.), [DV-
BREEDOPN.] en vervolgens [UIT] voordat u
opneemt (p. 41).
Als de televisie is aangesloten op een
videorecorder
Sluit de camcorder aan op de LINE IN-ingang
op de videorecorder met de A/V-kabel. Zet de
ingangskeuzeschakelaar van de videorecorder
op LINE.
Als de televisie mono is (als de televisie
slechts één audio-ingang heeft)
Sluit de gele stekker van de A/V-kabel aan op
de video-ingang en sluit de witte of rode stekker
aan op de audio-ingang van de televisie of
videorecorder.
Als u het geluid in mono wilt afspelen, gebruikt
u een geschikte kabel (optioneel).
Als de televisie of videorecorder een
21-polige aansluiting
(EUROCONNECTOR) heeft
Gebruik de 21-polige verloopstekker die bij de
camcorder is geleverd (alleen voor de modellen
met het teken aan de onderzijde). Deze
verloopstekker is alleen geschikt voor uitvoer.
b Opmerking
• Beelden in de DV-indeling worden niet uitgevoerd
via de COMPONENT OUTPUT-aansluiting als er
copyrightbeveiligingssignalen zijn opgenomen in de
beelden.
Een scène op een
band zoeken voor
afspelen
Snel de gewenste scène zoeken
– Zero set memory
1 Druk tijdens het afspelen op ZERO
SET MEMORY op de camcorder of de
afstandsbediening bij het punt dat u
later wilt terugvinden.
De bandteller wordt weer op "0:00:00"
gezet en verschijnt op het scherm.
Als de bandteller niet wordt weergegeven,
drukt u op DISPLAY/BAT INFO.
2 Druk op x (stoppen) als u wilt stoppen
met afspelen.
3 Druk op m (terugspoelen).
De band wordt automatisch gestopt als de
bandteller "0:00:00" bereikt.
De bandteller keert terug naar de tijdcode
en het scherm van zero set memory
verdwijnt.
Televisie/
video-
recorder
Afspelen
Afspelen
51
4 Druk op N (afspelen).
Het afspelen wordt gestart vanaf het punt
dat wordt aangegeven met "0:00:00" op de
bandteller.
De bewerking annuleren
Druk nogmaals op ZERO SET MEMORY.
b Opmerking
• Er kan een afwijking van enkele seconden zijn
tussen de tijdcode en de bandteller.
• Zero set memory functioneert niet correct als er een
leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de band.
Een scène zoeken op
opnamedatum
– Datumzoekfunctie
U kunt zoeken naar het punt waar de
opnamedatum is gewijzigd.
1 Zet de schakelaar POWER op VCR.
2 Druk herhaaldelijk op SEARCH
MODE op de afstandsbediening om
[DATUM ZOEKEN] te selecteren.
3 Druk op . (vorige) / >
(volgende) op de afstandsbediening om
een opnamedatum te selecteren.
U kunt de vorige of volgende datum
selecteren vanaf het huidige punt op de
band.
Het afspelen wordt automatisch gestart
vanaf het punt waar de datum wordt
gewijzigd.
De bewerking annuleren
Druk op STOP op de afstandsbediening.
b Opmerking
• Als de opname op 1 dag korter is dan 2 minuten, kan
de camcorder het punt waarop de opnamedatum
wordt gewijzigd, niet altijd vinden.
• De datumzoekfunctie functioneert niet correct als er
een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de
band.
Zoeken naar het beginpunt van de
opname – Indexzoekfunctie
U kunt zoeken naar het punt waar een
indexsignaal is opgenomen (p. 40).
1 Zet de schakelaar POWER op VCR.
2 Druk herhaaldelijk op SEARCH
MODE op de afstandsbediening om
[INDEX ZOEKEN] te selecteren.
3 Druk op . (vorige)/> (volgende)
op de afstandsbediening om een
indexpunt te selecteren.
U kunt het vorige of volgende indexsignaal
selecteren vanaf het huidige punt op de
band.
Het afspelen start automatisch vanaf het
punt waar het indexsignaal is opgenomen.
De bewerking annuleren
Druk op STOP op de afstandsbediening.
. / >
SEARCH MODE
STOP
. / >
SEARCH MODE
STOP
,wordt vervolgd
Afspelen
52
b Opmerking
• Als de opname op 1 dag korter is dan 2 minuten, kan
de camcorder het indexpunt niet altijd vinden.
• De indexzoekfunctie functioneert niet correct als er
een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de
band.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
53
B
Uitgebreide functies
Het menu gebruiken
Menu-items
selecteren
U kunt verschillende instellingen wijzigen of
gedetailleerde aanpassingen maken met de
menu-items die worden weergegeven op het
scherm.
1 Schakel de stroom in (p. 14).
2 Druk op MENU om het indexscherm
van het menu weer te geven.
3 Selecteer het pictogram voor het
gewenste menu door de regelaar SEL/
PUSH EXEC te draaien en op de
regelaar te drukken.
CAMERA INST. (p. 54)
AUDIO INST. (p. 58)
LCD/BZ INST. (p. 60)
IN/UIT OPN. (p. 61)
OVERIGE (p. 64)
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het gewenste item te selecteren en
druk op de regelaar.
De beschikbare menu-items verschillen
afhankelijk van de bedieningsstand van de
camcorder. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om de gewenste instelling te selecteren
en druk op de regelaar.
6 Druk op MENU om het menuscherm
te verbergen.
Selecteer [ TERUG] om terug te gaan
naar het vorige scherm.
POWER
CAMERA INST.
WB VOORINST.
AE RESPONS
GAIN INST.
SHOT TRANS
STEADYSHOT
STDYSHOT TYP
ZOOM HANDGR.
[MENU]:EINDE
STBY
STBYOVERIGE
TERUG
ASSIGN BTN
KLOK INSTEL.
WERELDTIJD
LANGUAGE
PIEPTOON
OPNAMELAMP
FORMAT LAMP
[MENU]:EINDE
0:00:00120min
EXTERNE CTRL
STBY
[MENU]:EINDE
AAN
UIT
OVERIGE STBY
PIEPTOON
OPNAMELAMP
FORMAT LAMP
IRISKEUZE
LETTERFORM.
RESTANT
DISPLAY
EXTERNE CTRL
UIT
[MENU]:EINDE
Het menu gebruiken
54
Het menu
(CAMERA INST.)
gebruiken
– STDYSHOT TYP/BEELDOPNAME,
enzovoort
De items die hieronder worden aangegeven,
kunt u in het menu CAMERA INST. selecteren.
Zie "Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer
informatie over het selecteren van items.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met G.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. Op het scherm worden de
items weergegeven die u momenteel kunt
selecteren. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
WB VOORINST.
Selecteer deze optie als u de vooraf ingestelde witbalans wilt gebruiken. Zie
pagina 27 voor meer informatie.
AE RESPONS
Selecteer de snelheid om de belichting automatisch aan te passen, afhankelijk van
de helderheid van het onderwerp. [SNEL], [NORMAAL] en [LANGZAAM] zijn
beschikbaar.
GAIN INST.
Selecteer de aanpassingswaarde voor elke positie (H, M en L) van de schakelaar
GAIN (p. 29).
1 Selecteer [H], [M] of [L] door de regelaar SEL/PUSH EXEC te draaien
en er vervolgens op te drukken.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om een aanpassingswaarde te
selecteren en druk op de regelaar.
De opties zijn 0dB, 3dB, 6dB, 9dB, 12dB, 15dB en 18dB. Hoe hoger de
waarde, hoe helderder het beeld.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [OK] te selecteren en druk op
de regelaar.
4 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen.
CAMERA INST. STBY
TERUG
WB VOORINST.
AE RESPONS
GAIN INST.
SHOT TRANS
STEADYSHOT
STDYSHOT TYP
ZOOM HANDGR.
[MENU]:EINDE
BUITEN
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
55
SHOT TRANS
Selecteer deze instelling om de duur en de tijd van de overgang in te stellen. Zie
pagina 37 voor meer informatie over de functie voor het overvloeiende opnames.
OVERGANGTIJD
Selecteer de tijd die nodig is voor de overgang van de huidige instelling naar de
geselecteerde instelling.
Selecteer een duur tussen [2,0 sec] en [15,0 sec]. Deze optie is standaard ingesteld
op [4,0 sec]
OVERG. CURVE
Selecteer de overgangscurve.
In de onderstaande afbeeldingen wordt de overgangscurve van elke stand
weergegeven.
*1: parameterniveau
*2: tijdsovergang
b Opmerking
• Voordat u [SHOT TRANS] instelt, schakelt u alle lampjes STORE/CHECK/EXEC uit
door herhaaldelijk op de toets (p. 37) te drukken
LINEAIR Hiermee verloopt de overgang lineair.
GZACHTE STOP Hiermee verloopt de overgang langzaam aan
het eind.
ZACHTE OVRG. Hiermee verloopt de overgang langzaam aan
het begin en het eind en lineair in het midden.
*1
*2
*1
*2
*1
*2
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
56
STEADYSHOT
b Opmerking
• De functie SteadyShot werkt niet goed als er een groothoeklens wordt gebruikt die niet van
het type VCL-HG0872 is (optioneel).
• Wanneer u de VCL-HG0872 gebruikt, selecteert u [GROOTHOEK] in [STDYSHOT
TYP].
STDYSHOT TYP
U kunt het type SteadyShot-functie selecteren waarmee cameratrillingen worden
gecompenseerd. Als u de functie SteadyShot wilt ontgrendelen, selecteert u [UIT]
in [STEADYSHOT] of gebruikt u de toets ASSIGN als deze is toegewezen aan
de functie SteadyShot (p. 70).
ZOOM HANDGR.
Selecteer dit item om de zoomsnelheid van positie H en L van de zoomschakelaar
op de handgreep in te stellen (p. 23).
1 Selecteer [H] of [L] door de regelaar SEL/PUSH EXEC te draaien en er
vervolgens op te drukken.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om een zoomsnelheid te selecteren
en druk op de regelaar.
U kunt kiezen uit de snelheden 1 tot en met 8. Hoe hoger de waarde, hoe hoger
de zoomsnelheid.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [OK] te selecteren en druk op
de regelaar.
4 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen.
GAAN Selecteer deze optie om de SteadyShot functie in te schakelen. U kunt
het type van de functie SteadyShot selecteren in [STDYSHOT TYP].
UIT ( ) Selecteer deze optie om de functie SteadyShot uit te schakelen.
Selecteer deze optie als u bij het opnemen een statief gebruikt. Zo
worden er natuurlijke opnamen gemaakt.
U kunt de functie SteadyShot ook uitschakelen met de toets ASSIGN
als deze is toegewezen aan de functie SteadyShot (p. 70).
HARD Selecteer deze optie om de functie SteadyShot meer effect te geven.
Deze stand wordt niet aanbevolen wanneer u de camera met het
onderwerp meebeweegt tijdens het opnemen.
GSTANDAARD Selecteer deze optie om de standaardfunctie SteadyShot in te
schakelen.
ZACHT Selecteer deze optie als u de functie SteadyShot wilt activeren, zodat
de cameratrillingen wel zichtbaar zijn in de opname, waardoor deze er
natuurlijk uitziet.
GROOTHOEK Selecteer deze optie wanneer u een groothoeklens gebruikt
(optioneel). Deze stand is het meest effectief als u een Sony VCL-
HG0872 groothoeklens gebruikt.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
57
NIVEAU ZEBRA
Zie pagina 31 voor meer informatie.
CENTR.MARK
b Opmerking
• De aanduiding en de positie hebben geen enkel effect op de aanpassing, de instelling of
opname.
BEELDOPNAME
U kunt beelden met stop-motion opnemen door beurtelings enkele frames op te
nemen en daarna het onderwerp enigszins te verplaatsen. Bedien de camcorder
met de afstandsbediening om cameratrillingen te voorkomen.
b Opmerking
• Als u de frameopnamefunctie lange tijd gebruikt, wordt de resterende bandlengte niet juist
aangegeven.
• De laatste scène is langer dan andere scènes.
• U kunt geen indexsignalen opnemen tijdens de frameopname.
DV-BREEDOPN.
Zie pagina 41 voor meer informatie.
GUIT Selecteer deze optie als u de aanduiding niet wilt weergeven op het
scherm (p. 21).
AAN Selecteer deze optie als u de aanduiding wel wilt weergeven.
GUIT Selecteer deze optie om op te nemen in de standaardopnamestand.
AAN ( ) Selecteer deze optie om beelden op te nemen met de functie
BEELDOPNAME.
1 Selecteer [AAN] en druk vervolgens op de regelaar.
2 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen.
3 Druk op REC START/STOP.
Een beeld (ongeveer 5 frames) wordt opgenomen en de
camcorder schakelt over naar de wachtstand.
4 Verplaats het onderwerp en herhaal stap 3.
Het menu gebruiken
58
Het menu (AUDIO
INST.) gebruiken
– AUDIO
MIX, enzovoort
De items die hieronder worden aangegeven,
kunt u in het menu AUDIO INST. selecteren.
Zie "Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer
informatie over het selecteren van items.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met G.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. Op het scherm worden de
items weergegeven die u momenteel kunt
selecteren. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
MEERK GELUID
U kunt selecteren hoe geluid dat met een andere camcorder is opgenomen in de
stereostand, afgespeeld wordt.
b Opmerking
• U kunt een band met dubbel geluidsspoor afspelen op deze camcorder. U kunt met deze
camcorder echter niet opnemen op een band met dubbel geluidsspoor.
• De instelling keert terug naar [STEREO] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten
loskoppelt van de camcorder.
z
Tip
• Als u het geluid dat alleen via het linkerkanaal (L) met een externe monomicrofoon is
opgenomen, wilt verdelen om dit uit te voeren via de linker- en rechterkanalen, selecteert
u [1].
AUDIO MIX
U kunt de geluidsbalans aanpassen tussen het oorspronkelijke opgenomen geluid
(ST1) en het geluid dat later is toegevoegd op de band (ST2) (p. 82).
b Opmerking
• U kunt het geluid dat is opgenomen in de 16-bits geluidsstand, niet aanpassen.
• U hoort alleen het oorspronkelijke opgenomen geluid wanneer u de stroombron langer dan
5 minuten loskoppelt van de camcorder.
AUDIO INST.
TERUG
MEERK GELUID
AUDIO MIX
AUDIOFUNC.
WIND
MIC/LINE IN
[MENU]:EINDE
STEREO
GSTEREO Selecteer deze optie om een stereoband of band met dubbel
geluidsspoor met eerste en tweede geluidsspoor af te spelen.
1 Selecteer deze optie om het linkerkanaal van een stereoband af te
spelen of het eerste geluidsspoor van een band met dubbel
geluidsspoor.
2 Selecteer deze optie om het rechterkanaal van een stereoband af te
spelen of het tweede geluidsspoor van een band met dubbel
geluidsspoor.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
59
AUDIOFUNC.
b Opmerking
• Wanneer u opneemt in de HDV-indeling, wordt het geluid automatisch opgenomen in de
stand [16BIT].
WIND
MIC/LINE IN
G12BIT Selecteer deze optie om op te nemen in de 12-bits stand (met 2
stereogeluidskanalen).
16BIT ( ) Selecteer deze optie om op te nemen in de 16-bits stand (voor 1
stereogeluidskanaal met hoge kwaliteit).
GAAN Standaardinstelling.
UIT Selecteer deze optie wanneer u het geluid wilt opnemen zonder dat het
geluid van de wind wordt onderdrukt.
GEXTERNE MICR Selecteer deze optie als u een audiosignaal wilt opnemen en er een
microfoon is aangesloten op de aansluiting MIC/LINE.
LIJN Selecteer deze optie als u een audiosignaal wilt opnemen en er een
audioapparaat is aangesloten op de aansluiting MIC/LINE.
Het menu gebruiken
60
Het menu (LCD/BZ
INST.) gebruiken
– LCD
KLEUR, enzovoort
De items die hieronder worden weergegeven,
kunt u in het menu LCD/BZ INST. selecteren.
Zie "Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer
informatie over het selecteren van items.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met G.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. Op het scherm worden de
items weergegeven die u momenteel kunt
selecteren. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
LCD KLEUR
Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om de kleuren op het LCD-scherm aan te
passen. Het opgenomen beeld wordt niet beïnvloed door deze instelling.
NIV. AV. LCD
U kunt de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm
aanpassen. Het opgenomen beeld wordt niet beïnvloed door deze instelling.
b Opmerking
• Wanneer u de camcorder aansluit op externe stroombronnen, wordt [LICHT] automatisch
geselecteerd voor de instelling.
LICHT BZ
U kunt de helderheid van de beeldzoeker aanpassen. Het opgenomen beeld wordt
niet beïnvloed door deze instelling.
b Opmerking
• Wanneer u de camcorder aansluit op externe stroombronnen, wordt [LICHT] automatisch
geselecteerd voor de instelling.
LCD/BZ INST.
TERUG
LCD KLEUR
NIV. AV. LCD
LICHT BZ
[MENU]:EINDE
GNORMAAL Standaardhelderheid.
LICHT Selecteer deze optie om het LCD-scherm helderder te maken.
GNORMAAL Standaardhelderheid.
LICHT De beeldzoeker helderder maken.
Fletser
Feller
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
61
Het menu (IN/UIT
OPN.) gebruiken
– REC
FORMAT/TV-TYPE, enzovoort
De items die hieronder worden weergegeven,
kunt u in het menu IN/UIT OPN. selecteren. Zie
"Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer
informatie over het selecteren van items.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met
G. De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. Op het scherm worden de
items weergegeven die u momenteel kunt
selecteren. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
VCR HDV/DV
Selecteer het afspeelsignaal. Doorgaans moet u [AUTO] selecteren.
Wanneer de camcorder met een iLINK-kabel is aangesloten op een ander
apparaat, selecteert u het invoer-/uitvoersignaal voor de HDV/DV-aansluiting.
Het geselecteerde signaal wordt opgenomen of afgespeeld.
b Opmerking
• Koppel de i.LINK-kabel los voordat u [VCR HDV/DV] instelt. Anders wordt het
videosignaal van de camcorder mogelijk niet herkend door de aangesloten televisie.
• Wanneer [AUTO] is geselecteerd en het signaal schakelt tussen HDV en DV, verdwijnt het
beeld tijdelijk.
• Wanneer [i.LINK-CONV.] is ingesteld op [AAN], worden beelden als volgt uitgevoerd:
– bij [AUTO] wordt een HDV-signaal geconverteerd naar de DV-indeling en uitgevoerd;
een DV-signaal wordt als zodanig uitgevoerd.
– bij [HDV] wordt een HDV-signaal geconverteerd naar de DV-indeling en uitgevoerd;
een DV-signaal wordt niet uitgevoerd.
– bij [DV] wordt een DV-signaal uitgevoerd als zodanig; een HDV-indeling wordt niet
uitgevoerd.
IN/UIT OPN.
TERUG
VCR HDV/DV
OPNM STAND
COMPONENT
i.LINK-CONV.
TV-TYPE
A/V DV UIT
[MENU]:EINDE
AUTO
GAUTO • Selecteer deze optie als u signalen wilt afspelen door automatisch te
schakelen tussen HDV en DV.
• Voor een i.LINK-aansluiting selecteert u deze optie als u signalen
wilt opnemen/afspelen via de HDV/DV-aansluiting door
automatisch te schakelen tussen HDV en DV.
HDV • Selecteer deze optie om signalen alleen in de HDV-indeling af te
spelen.
• Voor een i.LINK-verbinding selecteert u deze optie als u signalen
uitsluitend in de HDV-indeling wilt opnemen/afspelen.
Selecteer deze optie wanneer u een camcorder aansluit op een
computer, enzovoort. (p. 79).
DV • Selecteer deze optie om signalen alleen in de DV-indeling af te
spelen.
• Voor een i.LINK-verbinding selecteert u deze optie als u signalen
uitsluitend in de DV-indeling wilt opnemen/afspelen.
Selecteer deze optie wanneer u een camcorder aansluit op een
computer, enzovoort. (p. 79).
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
62
REC FORMAT
Hiermee selecteert u een opname-indeling wanneer de schakelaar POWER is
ingesteld op CAMERA. Het lampje voor de indeling brandt tijdens het opnemen.
z Tip
• Wanneer u het beeld tijdens het opnemen uitvoert naar een aangesloten apparaat via een
i.LINK-kabel, moet u ook [i.LINK-CONV] instellen (p. 62).
OPNM STAND
b Opmerking
• U kunt geen geluid toevoegen aan de band die is opgenomen in de stand LP.
• Als u opneemt in de stand LP, kan er een storing optreden waarbij vierkantjes worden
weergegeven. Ook kan het geluid worden onderbroken als u de band op andere camcorders
of videorecorders afspeelt.
• Als u met de stand SP en de stand LP op één band opneemt, kan er bij weergave vervorming
van het beeld optreden. Mogelijk wordt ook de tijdcode tussen de scènes niet juist
aangebracht.
COMPONENT
i.LINK-CONV.
Wanneer de schakelaar POWER is ingesteld op CAMERA, is deze instelling
alleen actief wanneer [HDV1080i] is geselecteerd in [REC FORMAT].
Wanneer de schakelaar POWER is ingesteld op VCR, is deze instelling alleen
actief wanneer [AUTO] of [HDV] is geselecteerd in [VCR HDV/DV].
GHDV1080i
()
Selecteer deze optie als u wilt opnemen in de HDV1080i-specificatie.
DV ( ) Selecteer deze optie als u wilt opnemen in de DV-indeling.
GSP ( SP ) Selecteer deze optie als u wilt opnemen op een band in de stand SP
(Standard Play).
LP ( LP ) Selecteer deze optie om de opnametijd van de stand SP 1,5 keer te
verlengen (langspeel). U kunt het beste Sony Excellence/Master mini
DV-banden gebruiken, zodat de mogelijkheden van de camcorder
volledig worden benut.
576i Selecteer deze optie wanneer u de camcorder aansluit op een televisie
met een componentingang.
G1080i/576i Selecteer deze optie wanneer u de camcorder aansluit op een televisie
met een componentingang die geschikt is voor het weergeven van het
1080i-signaal.
GUIT Selecteer deze optie als u beelden wilt uitvoeren via de HDV/DV-
aansluiting, in overeenstemming met de instellingen [REC
FORMAT] en [VCR HDV/DV].
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
63
b Opmerking
• Zie [VCR HDV/DV] voor informatie over invoersignalen via een i.LINK-aansluiting.
• Koppel i.LINK-kabel los voordat u [i.LINK-CONV.] instelt. Anders wordt het
videosignaal van de camcorder mogelijk niet herkend door het aangesloten videoapparaat.
TV-TYPE
U moet het signaal converteren op basis van de aangesloten televisie.
z Tip
• Wanneer u op een standaardtelevisie (4:3) beelden weergeeft die zijn opgenomen met [DV-
BREEDOPN.] in het menu (CAMERA INST.) ingesteld op [AAN], lijken de
beelden mogelijk uitgerekt in de lengte omdat ze worden gecomprimeerd in de breedte
(afhankelijk van de televisie). Als u dergelijke beelden op een standaardtelevisie (4:3) wilt
weergeven, moet u [DV-BREEDOPN.] instellen op [UIT] voordat u begint met opnemen.
A/V c DV UIT
U kunt een digitaal apparaat en een analoog apparaat aansluiten op de camcorder
en het signaal dat wordt uitgevoerd door de aangesloten apparaten, omzetten naar
het juiste signaal voor de camcorder.
AAN (HDVcDV) Selecteer deze optie als u beelden in de DV-indeling altijd wilt
uitvoeren via de HDV/DV-aansluiting.
G16:9 Selecteer deze optie als u beelden wilt weergeven op een
breedbeeldtelevisie met 16:9-formaat.
De opgenomen beelden worden als volgt weergegeven:
4:3 Selecteer deze optie als u beelden wilt weergeven op een
standaardtelevisie met 4:3-formaat.
De opgenomen beelden worden als volgt weergegeven:
GUIT Selecteer deze optie als u de conversiefunctie voor signalen niet
gebruikt.
AAN ( ) Analoge beelden en geluid omzetten naar digitale signalen via de
camcorder.
De invoer van analoge signalen naar de AUDIO/VIDEO-aansluiting
van de camcorder wordt omgezet en uitgevoerd via de i.LINK-
interface van de camcorder.
Zie pagina 83 voor meer informatie.
Als HDV-beelden
worden afgespeeld
Als DV-beelden
worden afgespeeld
Als HDV-beelden
worden afgespeeld
Als DV-beelden
worden afgespeeld
Het menu gebruiken
64
Het menu
(OVERIGE) gebruiken
– KLOK INSTEL./WERELDTIJD, enzovoort
De items die hieronder worden aangegeven,
kunt u in het menu OVERIGE selecteren. Zie
"Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer
informatie over het selecteren van items.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met
G. De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. Op het scherm worden de
items weergegeven die u momenteel kunt
selecteren. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
ASSIGN BTN
U kunt functies toewijzen aan de toetsen van ASSIGN (p. 70).
KLOK INSTEL.
U kunt de datum en de tijd instellen (p. 16).
WERELDTIJD
U kunt het tijdsverschil aanpassen als u de camcorder in het buitenland gebruikt.
Stel het tijdsverschil in door de regelaar SEL/PUSH EXEC te draaien. De klok
wordt aangepast aan het tijdsverschil. Als u het tijdsverschil instelt op 0, keert de
klok terug naar de oorspronkelijke ingestelde tijd.
LANGUAGE
U kunt de taal voor het weergavevenster selecteren en wijzigen (p. 18). U kunt
kiezen uit Engels, vereenvoudigd Engels, traditioneel Chinees, vereenvoudigd
Chinees, Frans, Spaans, Portugees, Duits, Nederlands, Italiaans, Grieks, Russisch,
Arabisch of Iranees.
PIEPTOON
OVERIGE
TERUG
ASSIGN BTN
KLOK INSTEL.
WERELDTIJD
LANGUAGE
PIEPTOON
FORMAT LAMP
GEGEVENSCODE
[MENU]:EINDE
GMELODIE Selecteer deze optie om een melodie af te spelen wanneer u begint of
stopt met opnemen of wanneer er iets vreemds aan de hand is met de
camcorder.
NORMAAL Selecteer deze optie om bij de bediening een pieptoon af te spelen in
plaats van een melodie.
UIT Selecteer deze optie om de melodie en de pieptoon te annuleren.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
65
OPNAMELAMP
FORMAT LAMP
b Opmerking
• Het lampje voor de indeling brandt, afhankelijk van de indeling voor het afspelen of van
het invoersignaal van een ander apparaat wanneer [VCR HDV/DV] in het menu (IN/
UIT OPN.) is ingesteld op [AUTO].
IRISKEUZE
U kunt de draairichting van de irisregelaar instellen voor het openen en sluiten van
de iris.
GEGEVENSCODE
Selecteer het item dat moet worden weergegeven wanneer u op DATA CODE
(p. 45) drukt.
GAAN Selecteer deze optie als u wilt dat de camera-opnamelampjes aan de
voor- en achterzijde van de camcorder branden tijdens de opname.
UIT Selecteer deze instelling bij de volgende opnamen. De camera-
opnamelampjes aan de voor- en achterzijde branden niet tijdens de
opname.
• Als u wilt dat de persoon die wordt opgenomen, niet nerveus is.
• Als u een onderwerp van dichtbij opneemt.
• Als het onderwerp wordt gereflecteerd in het licht van de
opnamelamp.
GAAN Selecteer deze optie als u het lampje voor de indeling wilt inschakelen.
Het lampje van de geselecteerde indeling brandt [REC FORMAT]
wanneer de schakelaar POWER is ingesteld op CAMERA. Het
lampje van de geselecteerde indeling in [VCR HDV/DV] brandt
wanneer de schakelaar POWER is ingesteld op VCR.
UIT Selecteer deze optie als u het lampje voor de indeling niet wilt
inschakelen. Het i.LINK-lampje is ook uitgeschakeld.
GNORMAAL Selecteer rechtsom draaien, gezien vanaf de kant waar de lens zich
bevindt, om de lens te sluiten en de hoeveelheid licht te verminderen.
TEGENGESTELD Selecteer linksom draaien, gezien vanaf de kant waar de lens zich
bevindt, om de lens te sluiten en de hoeveelheid licht te verminderen.
GDATUM/CAM Selecteer deze optie als u de datum en tijd of de camera-instellingen
wilt weergeven tijdens het afspelen.
DATUM Selecteer deze optie om tijdens het afspelen de datum en tijd weer te
geven.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
66
LETTERFORM.
RESTANT
DISPLAY
b Opmerking
• U kunt een signaal niet invoeren in de camcorder als u op DISPLAY/BATT INFO drukt
terwijl [V-UIT/LCD] is geselecteerd.
EXTERNE CTRL
b Opmerking
• De instelling keert terug naar [AAN] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten
loskoppelt van de camcorder.
GNORMAAL Selecteer deze optie om het venster op normale grootte weer te geven.
2x Selecteer deze optie om het geselecteerde menu twee keer zo groot
weer te geven.
GAUTO Selecteer deze optie om de resterende bandlengte ongeveer 8
seconden weer te geven:
• Nadat u de schakelaar POWER hebt ingesteld op CAMERA of VCR
en een band hebt geplaatst, en de resterende speelduur/opnameduur
door de camera is berekend.
• Nadat u op N (afspelen) of DISPLAY/BATT INFO hebt gedrukt.
AAN Selecteer deze optie om de resterende bandlengte altijd weer te geven.
GLCD Selecteer deze optie om indicators, zoals de tijdcode, weer te geven op
het LCD-scherm en in de beeldzoeker.
V-UIT/LCD Selecteer deze optie om indicators, zoals de tijdcode, weer te geven op
de televisie, het LCD-scherm en in de beeldzoeker.
GAAN Selecteer deze optie als u de afstandsbediening gebruikt die bij de
camcorder is geleverd.
UIT Selecteer deze optie om de afstandsbediening uit te schakelen om te
voorkomen dat de camcorder reageert op opdrachten van andere
afstandsbedieningen van videorecorders.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
67
Persoonlijk menu
aanpassen
De beschikbare items verschillen afhankelijk
van de bedieningsstand van de camcorder.
Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs
weergegeven.
U kunt menu-items die u vaak gebruikt,
toevoegen aan het persoonlijk menu of sorteren
in de gewenste volgorde (aanpassen). U kunt het
persoonlijk menu aanpassen voor elke
bedieningsstand op de camcorder.
1 Druk op P-MENU.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het gewenste item te selecteren en
druk op de regelaar.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om de gewenste instelling te selecteren
en druk op de regelaar.
Een menu toevoegen – Toevoegen
U kunt menu-items die u vaak gebruikt,
toevoegen aan het persoonlijke menu zodat u
deze sneller en gemakkelijker kunt openen.
b Opmerking
• U kunt maximaal 28 menu-items toevoegen voor de
standen CAMERA en VCR. Als u meer items wilt
toevoegen, moet u minder belangrijke menu-items
verwijderen voordat u een nieuw menu-item
toevoegt (p. 68).
1 Druk op P-MENU.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [P-MENU INST.] te selecteren en
druk op de regelaar.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [TOEVOEGEN] te selecteren en
druk op de regelaar.
0:00:00120min
STBY
[P-MENU]:EINDE
EINDE
P–MENU
SHOT TRANS
REC FORMAT
AE RESPONS
WB VOORINST.
GAIN INST.
ASSIGN BTN
0:00:00
STBY
P-MENU INST.
TERUG
TOEVOEGEN
VERW.
SORTEREN
HERST.
[P-MENU]:EINDE
120min
0:00:00
STBY
[P-MENU]:EINDE
Selecteer de categorie.
TERUG
CAMERA INST.
AUDIO INST.
LCD/BZ INST.
IN/UIT OPN.
OVERIGE
120min
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
68
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om een menucategorie te selecteren en
druk op de regelaar.
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om een menu-item te selecteren en
druk op de regelaar.
De beschikbare items verschillen
afhankelijk van de bedieningsstand van de
camcorder.
Alleen de beschikbare items worden
weergegeven.
6 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [JA] te selecteren en druk op de
regelaar.
Het menu wordt aan het einde van de lijst
toegevoegd.
7 Druk op P-MENU.
Een menu verwijderen
– Verwijderen
1 Druk op P-MENU.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [P-MENU INST.] te selecteren en
druk op de regelaar.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [VERW.] te selecteren en druk op
de regelaar.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het item te selecteren dat u wilt
verwijderen en druk op de regelaar.
0:00:00
STBY
[P-MENU]:EINDE
Selecteer het item.
TERUG
WB VOORINST.
AE RESPONS
GAIN INST.
SHOT TRANS
STEADYSHOT
STDYSHOT TYP
120min
0:00:00
120min
STBY
[P-MENU]:EINDE
TOEVOEGEN
STDYSHOT TYP
Toevoegen aan
P-MENU van CAMERA?
JA
NEE
0:00:00120min
STBY
[P-MENU]:EINDE
EINDE
P–MENU
SHOT TRANS
REC FORMAT
AE RESPONS
WB VOORINST.
GAIN INST.
ASSIGN BTN
0:00:00
STBY
P-MENU INST.
TERUG
TOEVOEGEN
VERW.
SORTEREN
HERST.
[P-MENU]:EINDE
120min
0:00:00
120min
STBY
[P-MENU]:EINDE
Sel.item voor verw.
TERUG
SHOT TRANS
ASSIGN BTN
REC FORMAT
AE RESPONS
WB VOORINST.
GAIN INST.
0:00:00
120min
STBY
[P-MENU]:EINDE
VERW.
AE RESPONS
Verwijderen uit
P-MENU van CAMERA?
JA
NEE
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
69
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [JA] te selecteren en druk op de
regelaar.
Het geselecteerde menu wordt verwijderd
uit het persoonlijke menu.
6 Druk op P-MENU.
De volgorde van de menu's in het
persoonlijke menu bepalen
– Sorteren
U kunt de menu's die zijn toegevoegd aan het
persoonlijke menu in de gewenste volgorde
sorteren.
1 Druk op P-MENU.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [P-MENU INST.] te selecteren en
druk op de regelaar.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [SORTEREN] te selecteren en
druk op de regelaar.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het item te selecteren dat u wilt
verplaatsen en druk op de regelaar.
5 Verplaats het menu-item naar de
gewenste locatie door de regelaar SEL/
PUSH EXEC te draaien.
6 Druk op de regelaar SEL/PUSH
EXEC.
Wilt u meer items sorteren, dan herhaalt u
stap 4 tot en met 6.
7 Druk op P-MENU.
De standaardinstellingen
herstellen – Herstellen
U kunt het persoonlijke menu terugzetten op de
standaardinstellingen nadat u menu's hebt
toegevoegd of verwijderd.
1 Druk op P-MENU.
0:00:00120min
STBY
[P-MENU]:EINDE
EINDE
P–MENU
SHOT TRANS
REC FORMAT
AE RESPONS
WB VOORINST.
GAIN INST.
ASSIGN BTN
0:00:00
STBY
P-MENU INST.
TERUG
TOEVOEGEN
VERW.
SORTEREN
HERST.
[P-MENU]:EINDE
120min
0:00:00
1
2
3
4
5
6
120min
STBY
[P-MENU]:EINDE
Sel.item voor verpl.
TERUG
SHOT TRANS
ASSIGN BTN
REC FORMAT
AE RESPONS
WB VOORINST.
GAIN INST.
0:00:00
1
2
3
4
5
6
7
120min
STBY
[P-MENU]:EINDE
Selecteer nieuwe locatie
SHOT TRANS
ASSIGN BTN
REC FORMAT
AE RESPONS
WB VOORINST.
GAIN INST.
NIVEAU ZEBRA
0:00:00
1
2
3
4
5
6
7
120min
STBY
[P-MENU]:EINDE
Selecteer nieuwe locatie
SHOT TRANS
ASSIGN BTN
REC FORMAT
AE RESPONS
WB VOORINST.
GAIN INST.
NIVEAU ZEBRA
0:00:00120min
STBY
[P-MENU]:EINDE
EINDE
P–MENU
SHOT TRANS
REC FORMAT
AE RESPONS
WB VOORINST.
GAIN INST.
ASSIGN BTN
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
70
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [P-MENU INST.] te selecteren en
druk op de regelaar.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [HERST.] te selecteren en druk op
de regelaar.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [JA] te selecteren en druk op de
regelaar.
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [JA] te selecteren en druk op de
regelaar.
De standaardwaarden van de instellingen
van het persoonlijke menu worden hersteld.
Selecteer [NEE] om het initialiseren te
annuleren.
6 Druk op P-MENU.
Functies toewijzen
Afhankelijk van de functies, moet u deze
toewijzen aan de toetsen van ASSIGN om ze te
kunnen gebruiken. U kunt afzonderlijke
functies toewijzen aan de toetsen ASSIGN 1/2/
3.
Functies die zijn toegewezen aan de
toetsen van ASSIGN
• [FADER] (p. 39)
• [STEADYSHOT]
• [INDEX OPSL.] (p. 40)
• [AUDIO DUB] (p. 81)
• [DISPLAY] (p. 45)
• [BARS] (p. 21)
1 Druk op MENU.
2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het menu (OVERIGE) te
selecteren en druk op de regelaar.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [ASSIGN BTN] te selecteren en
druk op de regelaar.
0:00:00
STBY
P-MENU INST.
TERUG
TOEVOEGEN
VERW.
SORTEREN
HERST.
[P-MENU]:EINDE
120min
0:00:00
120min
STBY
[P-MENU]:EINDE
HERST.
Wilt u de instelling van
P-MENU van de modus
CAMERA herstel.?
JA
NEE
0:00:00
[P-MENU]:EINDE
HERST.
Weet u het zeker?
STBY
120min
JA
NEE
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
71
4 Selecteer het nummer van de toets
ASSIGN die u wilt toewijzen aan de
functie door de regelaar SEL/PUSH
EXEC te draaien en druk op de
regelaar.
U kunt kiezen uit [ASSIGN1] tot en met
[ASSIGN3]. [------] wordt weergegeven
met het eerste nummer waaraan geen
functie is toegewezen.
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om de functie te selecteren die u wilt
toewijzen en druk op de regelaar.
6 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [OK] te selecteren en druk op de
regelaar.
7 Druk op MENU om het menu te
verbergen.
z Tip
• Wanneer u op de toets ASSIGN drukt die is
toegewezen aan [STEADYSHOT], wordt de functie
SteadyShot vrijgegeven. Op het LCD-scherm
verschijnt . Druk nogmaals op deze toets om de
functie SteadyShot te activeren. U kunt het niveau
van de functie SteadyShot selecteren bij
[STDYSHOT TYP] in het menu (CAMERA
INST.) (p. 56).
• Er zijn afzonderlijke toetsen voor DISPLAY en
BARS. Deze kunt u desgewenst ook toewijzen aan
de toetsen van ASSIGN. U kunt beide toetsen
gebruiken.
Kopiëren/bewerken
72
Kopiëren/bewerken
Kopiëren naar een
andere band
U kunt de beelden die zijn opgenomen met de
camcorder, kopiëren zodat u ze kunt afspelen
op andere apparaten, zoals videorecorders.
Sluit de camcorder aan op een videorecorder
zoals in de volgende afbeelding wordt
weergegeven.
Een videorecorder aansluiten
Kopiëren naar een HDV-apparaat
Sluit de camcorder aan op een HDV-apparaat
met een i.LINK-kabel (optioneel).
Video-indeling selecteren waarin moet
worden gekopieerd
De video-indeling waarin moet worden
gekopieerd is afhankelijk van de instellingen
van [VCR HDV/DV] en [i.LINK-CONV.] in
het menu (IN/UIT OPN.). Voordat u deze
menu-items instelt, moet u de i.LINK-kabel
loskoppelen.
• Beelden worden gekopieerd in de indeling
waarin deze zijn opgenomen als [VCR HDV/
DV] is ingesteld op [AUTO] en [i.LINK-
CONV.] is ingesteld op [UIT].
• Beelden worden gekopieerd in de DV-
indeling als [VCR HDV/DV] is ingesteld op
[AUTO] en [i.LINK-CONV.] is ingesteld op
[AAN]. Dit geldt ook voor beelden die zijn
opgenomen in de HDV-indeling.
• Alleen beelden in de geselecteerde indeling
worden gekopieerd als [VCR HDV/DV] is
ingesteld op [HDV] of [DV]. Andere beelden
worden gekopieerd als lege gedeelten. Er
worden dus geen beelden gekopieerd.
b Opmerking
• Als u de instellingen van [VCR HDV/DV] en
[i.LINK-CONV.] wijzigt terwijl de i.LINK-kabel is
aangesloten, herkent het videoapparaat wellicht het
videosignaal van de camcorder niet tijdens het
kopiëren.
• Als [VCR HDV/DV] is ingesteld op [AUTO] en het
signaal schakelt tussen HDV en DV, verdwijnt het
beeld tijdelijk.
• Als u een HDR-FX1E gebruikt als opnameapparaat,
moet u [VCR HDV/DV] in het menu (IN/UIT
OPN.) op [AUTO] instellen op de HDR-FX1E
waarmee wordt opgenomen. Zie pagina 76 voor
meer informatie over deze aansluiting.
• Als de speler en de recorder beide een HDR-FX1E
zijn en zijn aangesloten met de i.LINK-Kabel,
worden beelden niet vloeiend hervat nadat u het
opnemen hebt onderbroken of gestopt.
i.LINK-kabel (optioneel)
Signaalverloop
HDV-/DV-aansluiting
O
pnameapparaat
(HDV-compatibel apparaat)
HDV-/DV-aansluiting
Speler (Dit apparaat)
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
73
Kopiëren naar een DV-apparaat
Sluit de camcorder aan op een videorecorder
met een i.LINK-kabel (optioneel).
Video-indeling selecteren waarin moet
worden gekopieerd
De video-indeling waarin moet worden
gekopieerd, is afhankelijk van de instellingen
van [VCR HDV/DV] (p. 61) en [i.LINK-
CONV.] (p. 62) in het menu (IN/UIT
OPN.). Voordat u deze menu-items instelt, moet
u de i.LINK-kabel loskoppelen.
• Beelden worden gekopieerd in de DV-
indeling als [VCR HDV/DV] is ingesteld op
[AUTO] en [i.LINK-CONV.] is ingesteld op
[AAN]. Dit geldt ook voor beelden die zijn
opgenomen in de HDV-indeling.
• Als de band is opgenomen in de HDV- en DV-
indeling, stelt u [VCR HDV/DV] in op [DV]
om alleen beelden in de DV-indeling te
kopiëren. Beelden in de HDV-indeling
worden gekopieerd als lege gedeelten. Er
worden dus geen beelden gekopieerd.
b Opmerking
• Als u de instellingen van [VCR HDV/DV] en
[i.LINK-CONV.] wijzigt terwijl de i.LINK-kabel is
aangesloten, herkent het videoapparaat wellicht het
videosignaal van de camcorder niet tijdens het
kopiëren.
• Als [i.LINK-CONV.] is ingesteld op [UIT] en [VCR
HDV/DV] is ingesteld op [AUTO], worden beelden
in de HDV-indeling opgenomen als lege gedeelten.
Er worden dus geen beelden gekopieerd.
• Als [VCR HDV/DV] is ingesteld op [HDV],
herkend het aangesloten DV-apparaat geen beelden.
Beelden worden gekopieerd als lege gedeelten.
• Wanneer [VCR HDV/DV] is ingesteld op [AUTO]
en het signaal schakelt tussen HDV en DV,
verdwijnt het beeld tijdelijk.
i.LINK-kabel (optioneel)
HDV-/DV-aansluiting
Signaalverloop
i.LINK-
aansluiting
i.LINK-apparaten
,wordt vervolgd
Kopiëren/bewerken
74
Kopiëren naar een A/V-apparaat
Sluit de camcorder aan op een videorecorder
met de A/V-kabel (bijgeleverd).
* Als het apparaat dat u wilt aansluiten een S-
videoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor de S-
videokabel (optioneel) en niet voor de gele
videostekker van de A/V-kabel (bijgeleverd). Met
deze aansluiting worden beelden met een DV-
indeling met een hoge kwaliteit geproduceerd. Het
geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen de S-
videokabel aansluit.
b Opmerking
• Selecteer achtereenvolgens het menu
(OVERIGE), [DISPLAY] en [LCD] (de
standaardinstelling) (p. 66).
• Wanneer u de camcorder aansluit op een apparaat
met monogeluid, sluit u de gele stekker van de A/V-
kabel aan op de videoaansluiting en de rode of de
witte stekker op de audioaansluiting van de
videorecorder of de televisie.
z Tip
• Wilt u de datum/tijd en de camera-instellingen
opnemen, dan moet u deze weergeven op het scherm
(p. 45).
A/V-kabel
(bijgeleverd)
Signaalverloop
Videorecorders
AUDIO/VIDEO-
aansluiting
Geel
Rood
Wit
Als de videorecorder een
S-videoaansluiting heeft*
S-videokabel
(optioneel)
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
75
Kopiëren naar een andere band
1 Sluit het opnameapparaat aan op de
camcorder (p. 72).
2 Bereid het opnameapparaat voor.
• Plaats de band voor het opnemen.
• Als het opnameapparaat beschikt over een
ingangskeuzeschakelaar, zet u deze in de
invoerstand.
3 Maak de camcorder gereed voor het
afspelen.
• Plaats de band met opnamen.
• Zet de schakelaar POWER op VCR.
4 Start het afspelen op uw camcorder en
neem het weergegeven beeld op met de
videorecorder.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de
videorecorder is geleverd.
5 Wanneer het kopiëren is voltooid,
stopt u de camcorder en de
videorecorder.
b Opmerking
• Wanneer u een i.LINK-kabel gebruikt, wordt het
opgenomen beeld onscherp als de beelden worden
onderbroken op de camcorder terwijl u de beelden
opneemt met de videorecorder.
• Beelden in de HDV-indeling worden niet uitgevoerd
via de HDV/DV-aansluiting als het afspelen is
onderbroken, of als ze worden afgespeeld in een
andere afspeelmodus dan de normale afspeelmodus.
• Als u een i.LINK-kabel gebruikt, kunt u het beeld en
het geluid niet apart opnemen.
z Tip
• Het lampje i.LINK, HDV of DV op de HDV/DV-
houder voor aansluitingen gaat branden en geeft de
indeling van het uitvoersignaal aan wanneer u een
i.LINK-kabel gebruikt.
• Als u een i.LINK-kabel gebruikt, worden de video-
en geluidssignalen digitaal verzonden, waardoor de
beelden van hoge kwaliteit zijn.
Kopiëren/bewerken
76
Beelden opnemen van
een videorecorder of
televisie
U kunt beelden of televisieprogramma's
opnemen van een videorecorder of televisie
op een band die in de camcorder is geplaatst.
b Opmerking
• De camcorder kan alleen opnemen van een PAL-
bron. Franse videobeelden of televisieprogramma's
(SECAM) kunnen bijvoorbeeld niet juist worden
opgenomen. Zie pagina 94 voor meer informatie
over televisiekleursystemen.
• Als u een 21-polige verloopstekker gebruikt om
verbinding te maken met een PAL-bron, hebt u een
21-polige verloopstekker in twee richtingen
(optioneel) nodig.
Een videorecorder of televisie aansluiten
Kopiëren van een HDV-apparaat
U kunt beelden van een HDV-videorecorder
opnemen en bewerken. Gebruik de camcorder
als een opnameapparaat en sluit deze aan op een
HDV-apparaat met een i.LINK-kabel
(optioneel).
Selecteer het menu (IN/UIT OPN.), [VCR
HDV/DV] en [AUTO] (p. 61) op de camcorder
(opnameapparaat) voordat u verbinding maakt.
b Opmerking
• Vanwege copyrightbeperkingen kunt u bij digitale
uitzendingen wellicht niet alle programma's
opnemen (p. 95).
i.LINK-kabel (optioneel)
Signaalverloop
Speler (HDV-
compatibel apparaat)
HDV-/DV-aansluiting
Opnameapparaat
(Dit apparaat)
HDV-/DV-aansluiting
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
77
Opnemen van een DV-/AV-apparaat
U kunt beelden of televisieprogramma's van een
videorecorder of televisie opnemen en
bewerken. Gebruik de camcorder als een
opnameapparaat en sluit deze aan op een
videorecorder met de A/V-kabel (bijgeleverd).
U kunt een DV-apparaat ook aansluiten met een
i.LINK-kabel (optioneel).
Als u een i.LINK-kabel gebruikt om een DV-
apparaat aan te sluiten, selecteert u het menu
(IN/UIT OPN.), [VCR HDV/DV] en [DV]
of [AUTO] (p. 61) voordat u verbinding maakt.
* Als het apparaat dat u wilt aansluiten een S-
videoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor de S-
videokabel (optioneel) en niet voor de gele
videostekker van de A/V-kabel (bijgeleverd). Met
deze aansluiting worden beelden met een DV-
indeling van hoge kwaliteit geproduceerd. Het
geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen de S-
videokabel aansluit.
b Opmerking
• U kunt beelden van DV-/AV-apparaten alleen
opnemen in de DV-indeling.
• Selecteer achtereenvolgens het menu
(OVERIGE), [DISPLAY] en [LCD] (de
standaardinstelling) (p. 66) als u de A/V-kabel
(bijgeleverd) gebruikt.
• Wanneer u de camcorder aansluit op een apparaat
met monogeluid, sluit u de gele stekker van de A/V-
kabel aan op de videoaansluiting en de rode of de
witte stekker op de audioaansluiting van de
videorecorder of de televisie. Alleen het geluid dat
via de aangesloten stekker wordt ingevoerd, wordt
opgenomen.
• Als een 4:3-videosignaal wordt opgenomen met de
camcorder, wordt het weergegeven met zwarte
balken aan de linker- en rechterkant.
z Tip
• Als het opnameapparaat een i.LINK-aansluiting
heeft, kunt u het apparaat het beste aansluiten met
een i.LINK-kabel (optioneel).
A/V-kabel
(bijgeleverd)
i.LINK-kabel (optioneel)
HDV-/DV-aansluiting
Signaalverloop
i.LINK-
aansluiting
Videorecorders of televisies
Geel
Rood
Wit
Als de televisie of videorecorder een
S-videoaansluiting heeft*
S-videokabel
(optioneel)
Aansluiten met een i.LINK-kabel
AUDIO/VIDEO-
aansluiting
Kopiëren/bewerken
78
Films opnemen
Plaats een band in de camcorder voordat u de
volgende bewerkingen uitvoert.
1 Sluit als afspeelapparaat de televisie of
videorecorder aan op de camcorder
(p. 76, 77).
2 Als u opneemt van een videorecorder,
plaatst u een band.
3 Zet de schakelaar POWER op VCR.
4 Zet de camcorder in de
opnamepauzestand.
Houd X (pauze) ingedrukt en druk tegelijk
op beide toetsen z REC (opnemen).
5 Start het afspelen van de band op de
videorecorder of selecteer een
televisieprogramma.
De beelden die worden afgespeeld op het
aangesloten apparaat, verschijnen op het
LCD-scherm van de camcorder.
6 Druk nogmaals op X (pauze) op het
punt waar u de opname wilt starten.
7 Druk op x (stoppen) om de opname te
stoppen.
b Opmerking
• Wanneer u een i.LINK-kabel gebruikt, wordt het
opgenomen beeld onscherp als de beelden worden
onderbroken op de videorecorder.
• Als u een i.LINK-kabel gebruikt, kunt u het beeld en
het geluid niet apart opnemen.
• Als u een i.LINK-kabel gebruikt, wordt het beeld
wellicht niet vloeiend opgenomen als u de opname
onderbreekt of stopt en opnieuw start.
z Tip
• Het lampje i.LINK, HDV of DV op de HDV/DV-
houder voor aansluitingen gaat branden en geeft de
indeling van het invoersignaal aan wanneer u een
i.LINK-kabel gebruikt.
• Als u een i.LINK-kabel gebruikt, worden de video-
en geluidssignalen digitaal verzonden, waardoor de
beelden van hoge kwaliteit zijn.
• Als u een i.LINK-kabel gebruikt, wordt
weergegeven tijdens het opnemen.
Deze aanduiding kan ook worden weergegeven op
het scherm van het afspeelapparaat, maar wordt niet
opgenomen.
• Indexsignalen worden automatisch opgenomen op
de band. U kunt ook op bepaalde punten
indexsignalen opnemen door op de toets ASSIGN te
drukken die is toegewezen aan de indexfunctie
(p. 40).
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
79
Aansluiten op een
computer
Als u de camcorder wilt gebruiken door deze
met een i.LINK-kabel aan te sluiten op de
computer, moet u een computer met een
i.LINK-aansluiting gebruiken. Tevens moet op
de computer software zijn geïnstalleerd
waarmee videosignalen kunnen worden
verwerkt.
Raadpleeg de handleiding bij de software voor
de systeemvereisten van de computer.
De computer aansluiten
• Als u de camcorder op de computer aansluit
met een i.LINK-kabel, moet u de stekker in de
juiste richting plaatsen. Als u de stekker met
kracht in de verkeerde richting plaatst, kan de
aansluiting worden beschadigd of kan dit een
storing van de camcorder veroorzaken.
• Sluit de i.LINK-kabel eerst aan op de
computer en vervolgens op de camcorder. Als
u eerst de camcorder aansluit, kan er statische
elektriciteit ontstaan. Dit kan een storing van
de camcorder veroorzaken.
• Stel [VCR HDV/DV] en [i.LINK-CONV.] in
het menu (IN/UIT OPN.) in voordat u de
i.LINK-kabel aansluit. Als u de i.LINK-kabel
eerst aansluit, kan de computer vastlopen of
wordt het signaal van de camcorder niet
herkend.
b Opmerking
• Sluit een computer aan waarmee het signaal met de
indeling die wordt aangegeven door de lampjes van
de i.LINK-verbinding kan worden verwerkt. Als u
een computer aansluit die het signaal niet kan
verwerken, kan de computer vastlopen of wordt het
signaal van de camcorder niet herkend.
• Koppel de i.LINK-kabel los voordat u de
instellingen van [REC FORMAT] herstelt als de
schakelaar POWER is ingesteld op CAMERA. De
computer kan anders vastlopen.
z Tip
• Het lampje i.LINK, HDV of DV op de HDV/DV-
houder voor aansluitingen gaat branden en geeft de
indeling van het invoersignaal aan wanneer u een
i.LINK-kabel gebruikt.
Beelden op een band importeren naar
de computer
• Als u beelden die zijn opgenomen in de HDV-
indeling, wilt scannen in de HDV-indeling,
stelt u [VCR HDV/DV] in op [HDV] (p. 61)
en [i.LINK-CONV.] op [UIT] (p. 62).
• Als u beelden die zijn opgenomen in de DV-
indeling, wilt scannen in de DV-indeling, stelt
u [VCR HDV/DV] in op [DV] (p. 61).
• Als u beelden die zijn opgenomen in de HDV-
indeling, wilt scannen in de DV-indeling, stelt
u [VCR HDV/DV] in op [HDV] (p. 61) en
[i.LINK-CONV.] op [AAN] (p. 62).
b Opmerking
• Afhankelijk van de software op de computer worden
beelden mogelijk niet juist geïmporteerd.
• U kunt beelden die zijn opgenomen in de DV-
indeling niet importeren in de HDV-indeling.
Beelden van de computer importeren
naar de camcorder
In de HDV-indeling
Stel [VCR HDV/DV] in op [HDV] (p. 61) en
stel [i.LINK-CONV.] in op [UIT] (p. 62).
In de DV-indeling
Stel [VCR HDV/DV] in op [DV] (p. 61).
HDV-/DV-aansluiting
i.LINK-kabel (optioneel)
Kopiëren/bewerken
80
Geluid kopiëren naar
een band met
opnamen
U kunt aanvullend geluid opnemen en
toevoegen aan het oorspronkelijke geluid op
een band die is opgenomen in de DV-
indeling. U kunt geluid toevoegen aan band
waarmee opnamen zijn gemaakt in de 12-bits
stand zonder dat het oorspronkelijke geluid
wordt gewist.
Voorbereiden voor het invoegen van geluidsopnamen
Neem het geluid op een van de volgende
manieren op.
• Met de interne microfoon (geen aansluiting
nodig).
• Met een microfoon (optioneel) die is
aangesloten op de MIC/LINE-aansluiting.
(A)
Selecteer het menu (AUDIO INST.),
[MIC/LINE IN] en [EXTERNE MICR]
(p. 59).
• Met een audioapparaat (optioneel) dat is
aangesloten op de MIC/LINE-aansluiting.
(B)
Selecteer het menu (AUDIO INST.),
[MIC/LINE IN] en [LIJN] (p. 59).
• Met een audioapparaat dat is aangesloten op
de AUDIO/VIDEO-aansluiting. (C)
Deze volgorde wordt aangehouden om te
bepalen welke audio-ingang de voorkeur krijgt
voor opnamen: MIC/LINE-aansluiting t
AUDIO/VIDEO-aansluiting t interne
microfoon.
BMIC (PLUG IN POWER)/LINE
aansluiting
Microfoon (optioneel)
A/V-kabel (bijgeleverd)
Interne microfoon
Signaalverloop
CAUDIO/VIDEO-aansluiting
Audioapparaat (zoals
CD/MD-spelers)
Sluit de videostekker
(geel) niet aan.
Audio-uitgangen
Audio R
(rood)
Audio L
(wit)
AMIC (PLUG IN POWER)/LINE aansluiting
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
81
b Opmerking
• Wanneer u de AUDIO/VIDEO-aansluiting of de
interne microfoon gebruikt om extra geluid op te
nemen, wordt er geen beeldsignaal uitgevoerd via de
AUDIO/VIDEO-aansluiting. Controleer het beeld
op het LCD-scherm en in de beeldzoeker en
controleer het geluid met de hoofdtelefoon.
• U kunt geen extra audiosignalen opnemen:
– Op een band die is opgenomen in de HDV-
indeling.
– Op een band die is opgenomen in de 16-bits stand.
– Op een band die is opgenomen in de stand LP.
– Wanneer de camcorder is aangesloten met een
i.LINK-kabel.
– Op lege gedeelten van de band.
– Als het wispreventienokje van de band op SAVE
is gezet.
– Op de band die is opgenomen op een ander
apparaat met een 4-kanaalsmicrofoon (4CH MIC
REC).
• Als u een externe microfoon (optioneel) gebruikt om
extra geluidsopnamen op te nemen, kunt u het beeld
en het geluid controleren door de camcorder op een
televisie aan te sluiten met de A/V-kabel. Het geluid
dat u naderhand hebt opgenomen, wordt niet
uitgevoerd via de luidspreker. Controleer het geluid
met een hoofdtelefoon of een televisie.
• Het geluid van een apparaat met monogeluid dat is
aangesloten op de MIC/LINE-aansluiting wordt
opgenomen via het linkerkanaal.
Geluid opnemen
Wijs de functie voor het invoegen van
geluidsopnamen van tevoren toe aan een van de
toetsen van ASSIGN. Zie pagina 70 voor
informatie over het toewijzen van een functie.
1 Plaats een band met opnamen in de
camcorder.
2 Zet de schakelaar POWER op VCR.
3 Druk op N (afspelen) om de band af
te spelen.
4 Druk op X (pauze) op het punt waar u
de geluidsopname wilt starten.
Het afspelen wordt onderbroken.
5 Druk op de toets ASSIGN die is
toegewezen aan de functie voor het
invoegen van geluidsopnamen.
Het teken X verschijnt op het LCD-
scherm.
6 Druk op X (pauze) en begin
tegelijkertijd met het afspelen van het
geluid dat u wilt opnemen.
Het teken wordt op het LCD-scherm
weergegeven terwijl het geluid wordt
opgenomen.
Het nieuwe geluid wordt opgenomen in
stereo 2 (ST2).
7 Druk op x (stoppen) als u wilt stoppen
met opnemen.
Het eindpunt van het kopiëren van
geluidsopnamen instellen
Druk tijdens het afspelen op ZERO SET
MEMORY bij het punt waar u het kopiëren van
geluid wilt stoppen. Voer stap 4 tot en met 6 uit.
De opname wordt automatisch gestopt bij de
geselecteerde scène.
b Opmerking
• U kunt alleen aanvullend geluid opnemen op een
band die met de camcorder is opgenomen. Het
geluid wordt mogelijk slechter wanneer u geluid
opneemt op een band die is opgenomen met andere
camcorders (waaronder andere HDR-FX1E-
camcorders).
z Tip
• U kunt het volume van de microfoon handmatig
aanpassen tijdens de volgende bewerkingen:
– Geluid opnemen met een externe microfoon of
audioapparaat dat is aangesloten op de MIC/
LINE-aansluiting.
– Geluid opnemen van een opnameapparaat dat is
aangesloten op de AUDIO/VIDEO-aansluiting.
– Geluid opnemen met de interne microfoon.
Kopiëren/bewerken
82
Het opgenomen geluid
controleren en aanpassen
1 Speel de band af waarop u geluid hebt
opgenomen volgens de procedures in
"Geluid opnemen" (p. 81).
2 Druk op MENU.
3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het menu (AUDIO INST.) te
selecteren en druk op de regelaar.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [AUDIO MIX] te selecteren en
druk op de regelaar.
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om de balans tussen het
oorspronkelijke geluid (ST1) en het
geluid dat achteraf is opgenomen
(ST2), aan te passen en druk op de
regelaar.
Bij de standaardinstelling wordt het
oorspronkelijke geluid (ST1) uitgevoerd.
De aangepaste geluidsbalans wordt weer
teruggezet op de standaardinstelling
ongeveer 5 minuten nadat de accu of andere
stroombronnen zijn losgekoppeld.
6 Druk op MENU om het menuscherm
te verbergen.
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
83
Een analoge
videorecorder
aansluiten op de
computer via de
camcorder
– Conversiefunctie voor signalen
Sluit een analoog videoapparaat aan op de
camcorder met de A/V-kabel (bijgeleverd) en
een digitaal apparaat, zoals een computer,
met een i.LINK-kabel (optioneel). De
camcorder zet het analoge videosignaal van
de videorecorder om naar een digitaal signaal
en verzendt dit naar de computer zodat het
kan worden opgenomen.
Er moet software op de computer zijn
geïnstalleerd waarmee videosignalen kunnen
worden geïmporteerd als u de
conversiefunctie voor signalen wilt
gebruiken.
Een computer aansluiten
Raadpleeg de handleiding bij de software voor
de systeemvereisten van de computer.
b Opmerking
• Selecteer achtereenvolgens het menu
(OVERIGE), [DISPLAY] en [LCD] (de
standaardinstelling) (p. 66).
• Voordat u de i.LINK-kabel aansluit, selecteert u het
menu (IN/UIT OPN.), [VCR HDV/DV] en
vervolgens [DV] (p. 61). Als u deze bewerking
uitvoert terwijl de i.LINK-kabel is aangesloten, kan
de computer vastlopen of wordt de camcorder niet
herkend.
Signaalverloop
HDV-/DV-aansluiting
i.LINK-kabel (optioneel)
A/V-kabel
(bijgeleverd)
AUDIO/VIDEO-aansluiting
Als de videorecorder een
S-videoaansluiting heeft
S-videokabel
(optioneel)
Geel
Rood
Wit
Kopiëren/bewerken
84
Beelden importeren naar de
computer
1 Schakel het analoge apparaat in.
2 Zet de schakelaar POWER op VCR.
Gebruik de netspanningsadapter
(bijgeleverd) als stroombron.
3 Druk op MENU.
4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om het menu (IN/UIT OPN.) te
selecteren en druk op de regelaar.
5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [A/V t DV UIT] te selecteren en
druk op de regelaar.
6 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC
om [AAN] te selecteren en druk op de
regelaar.
7 Druk op MENU om het menuscherm
te verbergen.
8 Start het afspelen op het analoge
apparaat.
9 Importeer de beelden naar de
computer.
Raadpleeg de handleiding of de Help bij de
software voor meer informatie.
Nadat het geluid en het beeld zijn
geïmporteerd
Stop met importeren op de computer en stop de
weergave op het analoge apparaat.
b Opmerking
• De camcorder kan wellicht het signaal niet correct
uitvoeren naar de computer afhankelijk van het
videosignaal dat wordt ingevoerd in de camcorder.
• U kunt geen beelden importeren naar de computer
via de camcorder als deze zijn opgenomen met een
copyrightbeveiligingssignaal.
• Analoge signalen worden niet uitgevoerd via de
COMPONENT OUTPUT-aansluiting.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
85
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als er problemen optreden bij het gebruik
van de camcorder, kunt u de volgende tabel
gebruiken om het probleem op te lossen.
Blijft het probleem optreden, dan verwijdert
u de stroombron en neemt u contact op met de
Sony-handelaar.
Als "C:ss:ss" wordt weergegeven op het
LCD-scherm of in de beeldzoeker, is de
zelfdiagnosefunctie geactiveerd. Zie
pagina 91 voor meer informatie.
Algemene werking
Accu/Stroombronnen
Probleem Oorzaak en/of oplossing
De stroom wordt niet ingeschakeld. • De accu is ontladen, is bijna leeg of is niet in de camcorder geplaatst.
cPlaats een opgeladen accu in de camcorder (p. 11).
cGebruik de netspanningsadapter om de camcorder aan te sluiten op een
stopcontact (p. 14).
De camcorder functioneert zelfs niet
als de stroom is ingeschakeld.
cTrek de stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact of
verwijder de accu en sluit deze na 1 minuut weer aan. Als de functies nog
steeds niet werken, drukt u de toets RESET in met een puntig voorwerp.
Houd er rekening mee dat bij het indrukken van de toets RESET alle
instellingen, inclusief de klokinstelling en met uitzondering van de items
in het persoonlijke menu en Picture Profile, worden teruggezet op de
standaardwaarden.
U hoort een rammelend geluid
wanneer de camcorder wordt gebruikt
als de schakelaar POWER op OFF
(CHG) of VCR is ingesteld.
• Dit komt omdat bepaalde lensfuncties op de camcorder een lineair
mechanisme gebruiken. Dit duidt niet op een storing.
De bijgeleverde afstandsbediening
werkt niet.
cStel [EXTERNE CTRL] in het menu (OVERIGE) in op [AAN]
(p. 66).
cPlaats batterijen in de batterijhouder zodat de +- en –-polen samenvallen
met de +- en –-tekens in de houder. Als het probleem nog steeds niet is
opgelost, plaatst u nieuwe batterijen omdat de oude batterijen leeg zijn
(p. 110).
cVerwijder eventuele obstructies tussen de afstandsbediening en de
afstandsbedieningssensor.
De camcorder wordt warm. • Het apparaat is al langere tijd ingeschakeld. Dit duidt niet op een storing.
Probleem Oorzaak en/of oplossing
Het lampje CHG (opladen) gaat niet
branden als u de accu oplaadt.
cPlaats de accu op de juiste manier in de camcorder. Als het lampje nog
steeds niet gaat branden, krijgt de accu geen stroom van het stopcontact.
• Het opladen van de accu is voltooid (p. 11).
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
86
Banden
Het lampje CHG (opladen) knippert
als u de accu oplaadt.
cPlaats de accu op de juiste manier in de camcorder. Als het probleem
blijft optreden, trekt u de stekker van de netspanningsadapter uit het
stopcontact en neemt u contact op met de Sony-handelaar. De accu is
wellicht beschadigd (p. 11, 97).
De accu is niet opgeladen. cZet de schakelaar POWER op OFF (CHG).
De accu raakt snel leeg. • De temperatuur van de omgeving is te laag of de accu is niet volledig
opgeladen. Dit duidt niet op een storing.
cLaad de accu nogmaals volledig op. Als het probleem blijft optreden,
vervangt u de accu door een nieuwe accu. De accu is wellicht
beschadigd (p. 11, 97).
De aanduiding voor de resterende
accuduur geeft niet de juiste tijd aan.
• De temperatuur van de omgeving is te hoog of te laag of de accu is niet
volledig opgeladen. Dit duidt niet op een storing.
cLaad de accu nogmaals volledig op. Als het probleem blijft optreden,
vervangt u de accu door een nieuwe accu. De accu is wellicht
beschadigd (p. 11, 97).
De camcorder wordt vaak
uitgeschakeld, terwijl de aanduiding
voor de resterende accuduur aangeeft
dat de accu nog voldoende stroom kan
leveren.
• Er is een probleem opgetreden met de aangegeven resterende accuduur
of de accu is niet volledig opgeladen.
cLaad de accu nogmaals volledig op om de aanduiding te corrigeren
(p. 11).
Er treedt een probleem op als de
camcorder is aangesloten op de
netspanningsadapter.
cSchakel de stroom uit en trek de stekker van de netspanningsadapter uit
het stopcontact. Sluit de netspanningsadapter weer aan.
Probleem Oorzaak en/of oplossing
De band kan niet worden uitgeworpen
uit de houder.
cControleer of de stroombron (accu of netspanningsadapter) correct is
aangesloten (p. 11).
cVerwijder de accu uit de camcorder en plaats deze opnieuw (p. 11).
cPlaats een opgeladen accu in de camcorder (p. 11).
De band wordt niet uitgeworpen,
zelfs niet als het deksel van de
bandhouder is geopend.
cVocht condenseert in de camcorder (p. 99).
De aanduiding voor Cassette Memory
wordt niet weergegeven als u een
band met Cassette Memory gebruikt.
cEr wordt geen aanduiding weergegeven omdat de camcorder niet
compatibel is met de Cassette Memory-functie.
De resterende bandlengte wordt niet
weergegeven.
cStel [ RESTANT] in op [AAN] in het menu (OVERIGE) zodat
de resterende bandlengte altijd wordt weergegeven (p. 66).
Probleem Oorzaak en/of oplossing
Problemen oplossen
Problemen oplossen
87
LCD-scherm/beeldzoeker
Opnemen
Probleem Oorzaak en/of oplossing
Er verschijnt een onbekende taal op
het scherm.
cZie pagina 18.
Er verschijnt een onbekende
aanduiding op het scherm.
cRaadpleeg de lijst met aanduidingen (p. 111).
Het beeld in de beeldzoeker is niet
duidelijk.
cGebruik het zoekerscherpstelknopje om de lens aan te passen (p. 15).
Het beeld in de beeldzoeker is
verdwenen.
cSluit het LCD-scherm. Het beeld wordt niet weergegeven in de
beeldzoeker als het LCD-scherm is geopend (p. 15).
Probleem Oorzaak en/of oplossing
De band wordt niet gestart als u op
REC START/STOP drukt.
cZet de schakelaar POWER op CAMERA (p. 14).
cHet einde van de band is bereikt. Spoel de band terug of plaats een
nieuwe band.
cSchuif het wispreventienokje naar REC of plaats een nieuwe band
(p. 95).
cDe band blijft aan de koptrommel kleven vanwege gecondenseerd vocht.
Verwijder de band en laat de camcorder ten minste 1 uur staan. Plaats
daarna de band terug (p. 99).
De band wordt niet gestart als u op
REC START/STOP drukt op de
handgreep.
cOntgrendel de schakelaar HOLD (p. 21).
Het apparaat wordt plotseling
uitgeschakeld.
cLaad de accu op (p. 11).
De zoomfunctie werkt niet. cStel de schakelaar ZOOM juist in (p. 22).
cAls u de zoomknop op de afstandsbediening gebruikt, stelt u de
schakelaar ZOOM in op LEVER/REMOTE (p. 23).
De zoomschakelaar op de handgreep
werkt niet.
cStel de zoomschakelaar op de handgreep in op H of L (p. 23).
Het zoomen of de opnameovergang
wordt beëindigd middenin de
bewerking.
• Dit probleem treedt op wanneer u een band vervangt tijdens de
bewerking.
SteadyShot functioneert niet. cStel [STEADYSHOT] in op [AAN] in het menu (CAMERA
INST.) (p. 56).
cDruk op de toets ASSIGN die is toegewezen aan de SteadyShot (p. 70).
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
88
Afspelen
Automatisch scherpstellen
functioneert niet.
cZet de schakelaar FOCUS op AUTO om automatisch scherpstellen in te
schakelen (p. 32).
cDe opnameomstandigheden zijn niet geschikt voor automatisch
scherpstellen. Stel handmatig scherp (p. 32).
Er verschijnt een verticale streep
wanneer u kaarslicht of elektrische
verlichting opneemt in het donker.
• Dit gebeurt wanneer het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond
te groot is. Dit duidt niet op een storing.
Er verschijnt een verticale streep
wanneer u een helder onderwerp
opneemt.
• Dit wordt het vlekeffect genoemd. Dit duidt niet op een storing.
Er verschijnen kleine witte stippen op
het scherm.
• De stippen verschijnen wanneer de sluitertijd laag is. Dit duidt niet op
een storing.
Schuine strepen verschijnen op het
scherm.
cStel de schakelaar ZEBRA/PEAKING in op OFF (p. 31).
Het beeld is te helder op het scherm
en het onderwerp wordt niet
weergegeven.
cSchakel de tegenlichtfunctie uit (p. 25).
Probleem Oorzaak en/of oplossing
Er kan niet worden afgespeeld. cAls het einde van de band is bereikt, spoelt u de band terug (p. 43).
U kunt niet in omgekeerde richting
afspelen.
cAfspelen in omgekeerde richting is niet mogelijk wanneer de band is
opgenomen in de HDV-indeling.
Er worden horizontale strepen
weergegeven in het beeld. De
weergegeven beelden zijn niet
duidelijk of verschijnen niet.
cReinig de kop met een reinigingscassette (p. 100).
Fijne patronen knipperen en
diagonale lijnen lijken gekarteld.
cPas [SCHERPTE] aan naar de – (zacht) kant in de functie PICTURE
PROFILE (p. 34).
Het geluid is niet of nauwelijks
hoorbaar.
cStel [MEERK GELUID] in op [STEREO] in het menu (AUDIO
INST.) (p. 58).
cZet het volume hoger (p. 43).
cIn het menu (AUDIO INST.) past u [AUDIO MIX] bij [ST2]
(aanvullend geluid) aan totdat u het geluid duidelijk hoort (p. 58).
cAls u een S-VIDEO-kabel of een componentvideokabel gebruikt, moet
u controleren of de rode en witte stekkers van de A/V-kabel ook zijn
aangesloten (p. 47).
Het geluid is onderbroken. cReinig de kop met de reinigingscassette (p. 100).
De datumzoekfunctie en
indexzoekfunctie werken niet.
• Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit
duidt niet op een storing.
Probleem Oorzaak en/of oplossing
Problemen oplossen
Problemen oplossen
89
Kopiëren
"---" wordt weergegeven op het
scherm.
• De band die u afspeelt, is opgenomen zonder ingestelde datum en tijd.
• Er wordt een leeg gedeelte op de band afgespeeld.
• De gegevenscode op een band met een kras of storing kan niet worden
gelezen.
END SEARCH functioneert niet. • De schakelaar POWER is ingesteld op CAMERA.
• De band wordt uitgeworpen na de opname (p. 45).
• De band is nieuw en bevat geen opnamen.
END SEARCH functioneert niet
correct.
• Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit
duidt niet op een storing.
Er wordt geen beeld weergegeven
tijdens END SEARCH of Rec
Review.
• De band is opgenomen in de HDV- en DV-indeling. Dit duidt niet op een
storing.
Het is niet mogelijk het beeld of het
geluid weer te geven op de televisie
die is aangesloten met de
componentvideokabel.
cStel [COMPONENT] in het menu (IN/UIT OPN.) in volgens de
vereisten van het aangesloten apparaat (p. 62).
cAls u de componentvideokabel gebruikt, moet u controleren of de rode
en witte stekkers van de A/V-kabel zijn aangesloten (p. 47).
Het beeld wordt vervormd
weergegeven op een televisie met een
4:3-formaat.
• Dit probleem treedt op wanneer u een opname die is opgenomen in het
16:9-formaat, weergeeft op een televisie met 4:3-formaat.
cAls u het beeld wilt weergeven, stelt u [TV-TYPE] in het menu
(IN/UIT OPN.) in (p. 63).
cVoordat u opneemt, stelt u in het menu (CAMERA INST.) de
optie [DV-BREEDOPN.] in op [UIT] (p. 41).
Er treedt ruis op en of
wordt weergegeven op het scherm.
• De band is opgenomen met een televisiekleursysteem dat afwijkt van het
kleursysteem van de camcorder. Dit duidt niet op een storing (p. 94).
wordt weergegeven op het
LCD-scherm.
• Dit verschijnt wanneer u een band afspeelt die is opgenomen op andere
opnameapparaten met een 4-kanaalsmicrofoon. Deze camcorder voldoet
niet aan de opname-eisen voor een 4-kanaalsmicrofoon.
Probleem Oorzaak en/of oplossing
Beelden van aangesloten apparaten
worden niet weergegeven op het
LCD-scherm of in de beeldzoeker.
cStel [DISPLAY] in op [LCD] in het menu (OVERIGE) (p. 66).
Er kan niet goed worden gekopieerd
met de A/V-kabel.
cStel [DISPLAY] in op [LCD] in het menu (OVERIGE) (p. 66).
Als u de camcorder hebt aangesloten
met een i.LINK-kabel, wordt er geen
beeld weergegeven tijdens het
kopiëren.
cStel [VCR HDV/DV] in het menu (IN/UIT OPN.) in volgens de
vereisten van het aangesloten apparaat (p. 61).
Nieuw geluid dat is toegevoegd aan
de band met opnamen, is niet
hoorbaar.
cIn het menu (AUDIO INST.) past u [AUDIO MIX] bij [ST1]
(oorspronkelijk geluid) aan totdat u het geluid duidelijk hoort (p. 58).
Probleem Oorzaak en/of oplossing
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
90
Het beeld verdwijnt tijdelijk wanneer
u op EXPANDED FOCUS drukt.
• Als u op EXPANDED FOCUS drukt tijdens het opnemen in de DV-
indeling terwijl u beelden overbrengt naar het aangesloten apparaat,
verdwijnt het beeld wanneer u schakelt van het normale formaat naar het
uitvergrote formaat.
Probleem Oorzaak en/of oplossing
Problemen oplossen
Problemen oplossen
91
Waarschuwingen en berichten
Zelfdiagnose/Waarschuwingen
Als aanduidingen op het LCD-scherm of in de beeldzoeker worden weergegeven, controleert u de
volgende punten. Zie de pagina tussen haakjes voor meer informatie.
Aanduiding Oorzaak en/of oplossing
C:ss:ss/E:ss:ss
(Zelfdiagnose)
U kunt bepaalde problemen zelf oplossen. Als het probleem blijft optreden
nadat u herhaaldelijk hebt geprobeerd dit op te lossen, neemt u contact op
met de Sony-handelaar of een plaatselijke, door Sony erkende
onderhoudsdienst.
C:04:ss
cEr wordt een andere accu dan een "InfoLITHIUM" accu gebruikt.
Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (p. 96).
C:21:ss
cEr is vocht in de camcorder gecondenseerd. Verwijder de band en laat de
camcorder ten minste 1 uur staan. Plaats daarna de band terug (p. 99).
C:22:ss
cReinig de kop met de reinigingscassette (p. 100).
C:31ss/C:32ss
cEr treden problemen op die hierboven niet zijn beschreven. Verwijder de
band, plaats deze opnieuw en gebruik de camcorder weer. Voer deze
procedure niet uit als vocht begint te condenseren (p. 99).
cVerwijder de stroombron. Sluit de stroombron weer aan en gebruik de
camcorder weer.
cVervang de band.
E:61:ss / E:62:ss
cNeem contact op met uw Sony-handelaar of een plaatselijke, door Sony
erkende onderhoudsdienst. Geef de 5-cijferige code door die begint met
"E".
E (waarschuwing met betrekking tot
accuniveau)
• De accu is bijna leeg.
• Afhankelijk van de gebruiksinstellingen, de omgeving of de accu kan de
aanduiding E knipperen, zelfs als er nog 5 tot 10 minuten over zijn.
% (waarschuwing met betrekking tot
condensvorming)*
cVerwijder de band, zet de schakelaar POWER op OFF (CHG) en laat de
camcorder ongeveer 1 uur staan met het deksel van de bandhouder
geopend (p. 99).
Q (waarschuwing met betrekking
tot de band)
Langzaam knipperend:
• Er is nog minder dan 5 minuten over op de band.
• Er is geen band geplaatst.*
• Het wispreventienokje van de band is vergrendeld (p. 95).*
Snel knipperend:
• De band is vol.*
Z (waarschuwing met betrekking tot
uitwerpen van band)*
Langzaam knipperend:
• Het wispreventienokje op de band is vergrendeld (p. 95).
Snel knipperend:
• Er is vocht in de camcorder gecondenseerd (p. 99).
• De zelfdiagnosecode wordt weergegeven (p. 91).
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
92
* U hoort een melodie of pieptoon als de waarschuwingen op het scherm verschijnen.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
93
Waarschuwingsberichten
Als er berichten op het scherm verschijnen, controleert u de volgende punten. Zie de pagina tussen
haakjes voor meer informatie.
* Wordt alleen weergegeven voor beelden met de indeling DV.
Onderwerp Aanduiding Oplossing/Referentie
Accu Gebruik de "InfoLITHIUM" accu. cZie pagina 96.
De accu is bijna leeg. cLaad de accu op (p. 11).
Oude accu. Gebruik een nieuwe. cZie pagina 96.
Z Sluit de stroombron opnieuw aan. –
Condensvorming % Z Condensvorming. Verwijder de band. cZie pagina 99.
% Condensvorming. Schakel camera 1 uur uit. c Zie pagina 99.
Banden Q Plaats een band. cZie pagina 17.
Z Plaats de band opnieuw. cDe band is wellicht beschadigd.
Q Z Band vergrendeld. Controleer het nokje. cZie pagina 95.
Q Het einde van de band is bereikt. –
Overigen Kan niet opnemen vanwege copyrightbeveiliging. –
Kan audio niet toevoegen. Koppel i.LINK kabel
los.
cZie pagina 80.
Niet opgenomen met SP. Kan audio niet
toevoegen.*
cZie pagina 80.
Niet opgenomen in 12-bit audio. Kan audio niet
toevgn.*
cZie pagina 80.
Kan audio niet toevoegen op leeg gedeelte van
band.
cZie pagina 80.
Band opgenomen met HDV. Kan geen geluid tvgn. cZie pagina 80.
Kan audio niet toevoegen. cZie pagina 80
Geen toegewezen waarde ingesteld voor SHOT-A. cEen instelling opslaan bij A (p. 37).
Geen toegewezen waarde ingesteld voor SHOT-B. cEen instelling opslaan bij B (p. 37).
Wijzig in de juiste bandindeling. cDe beelden kunnen niet worden
afgespeeld omdat de indeling niet
compatibel is.
Geen uitvoerbeeld in "VCR HDV/DV". Wijzig
indeling.
cStop de invoer van het
afspeelsignaal of herstel de
instelling van [VCR HDV/DV]
(p. 61).
Al toegevoegd aan P-MENU van CAMERA. –
Al toegevoegd aan P-MENU van VCR. –
x Videokop is vuil. Gebruik een
reinigingscas.
cZie pagina 100.
Extra informatie
94
Extra informatie
De camcorder
gebruiken in het
buitenland
Voeding
U kunt de camcorder met de bijgeleverde
netspanningsadapter gebruiken in alle
landen/regio's waar de lichtnetspanning
100 V tot 240 V wisselstroom, 50/60 Hz,
bedraagt.
Televisiekleursystemen
Deze camcorder werkt met het PAL-
kleursysteem. Als u de beelden die in de DV-
indeling zijn opgenomen op een televisiescherm
wilt bekijken, moet dit een televisie met het
PAL-systeem zijn (zie de volgende lijst) met
een AUDIO/VIDEO-ingang.
Eenvoudig overschakelen op een
andere tijdzone
Via het instelmenu kunt u de tijdinstelling
eenvoudig omschakelen naar de plaatselijke tijd
in een andere tijdzone als u de camcorder in het
buitenland gebruikt. Selecteer [WERELDTIJD]
in het menu (OVERIGE) en stel het
tijdsverschil in (p. 64).
Systeem Wordt gebruikt in
PAL Australië, België, China,
Denemarken, Duitsland, Finland,
Groot-Brittannië, Hongarije,
Hongkong, Italië, Koeweit,
Maleisië, Nederland, Nieuw-
Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore,
Slowakije, Spanje, Thailand,
Tsjechië, Zweden, Zwitserland,
enzovoort
PAL - M Brazilië
PAL - N Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak,
Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland,
enzovoort
NTSC Bahama's, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filipijnen,
Guyana, Jamaica, Japan, Korea,
Mexico, Midden-Amerika, Peru,
Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enzovoort
Extra informatie
Extra informatie
95
HDV-indeling en
opnemen/afspelen
Met de camcorder kunt u opnemen in de HDV-
en DV-indelingen.
U kunt alleen mini-DV-banden gebruiken
voor de camcorder.
Gebruik een band met het teken .
Informatie over de HDV-indeling
()
De HDV-indeling is een video-indeling
ontwikkeld om digitale HD-signalen (High-
Definition) op een DV-band op te nemen.
De camcorder gebruikt de Interlace-stand met
een rasterfrequentie van 1080 effectieve
scanlijnen (1080i, aantal pixels 1440 × 1080).
De videobitsnelheid voor het opnemen is
ongeveer 25 Mbps.
i.LINK wordt gebruikt voor de digitale interface
om een digitale verbinding mogelijk te maken
met een HDV-compatibele televisie of
computer.
Afspelen
De camcorder geeft de beelden weer in de DV-
indeling en met de HDV1080i-standaard.
Kopieerbeveiligingssignaal
Bij afspelen
Als de band die u afspeelt op de camcorder,
kopieerbeveiligingssignalen bevat, kunt u de
signalen niet kopiëren naar een band in een
andere videoapparaat dat is aangesloten op de
camcorder.
Bij opnemen
U kunt op deze camcorder geen
software opnemen die is beveiligd met
een kopieerbeveiligingssignaal.
De aanduiding [Kan niet opnemen vanwege
copyrightbeveiliging.] verschijnt op het scherm
of het televisiescherm wanneer u probeert
dergelijke software op te nemen.
Kopieerbeveiligingssignalen worden niet op de
band opgenomen door de camcorder tijdens het
opnemen.
Opmerkingen over banden
Per ongeluk wissen voorkomen
Schuif het wispreventienokje op de band naar
SAVE.
REC: er kan worden opgenomen op de band.
SAVE: er kan niet worden opgenomen op de
band (schrijfbeveiliging).
Etiketten op de band plakken
Plak etiketten alleen op de plaatsen die in de
volgende afbeelding zijn aangegeven om
storingen in de camcorder te voorkomen.
Na het gebruik van de band
Spoel de band helemaal terug om vervorming
van het beeld en het geluid te voorkomen. Berg
vervolgens de band op in het hoesje en bewaar
de band rechtop.
Plak geen
etiketten bij deze
rand.
Plaats van het etiket
,wordt vervolgd
Extra informatie
96
De goudkleurige aansluiting reinigen
Over het algemeen moet u de goudkleurige
aansluiting op de band om de 10 keer dat u de
band gebruikt, schoonmaken met een
wattenstaafje.
Als de goudkleurige aansluiting van de band
stoffig of vuil is, wordt de aanduiding voor de
resterende bandlengte wellicht niet correct
weergegeven.
b Opmerking
• De camcorder is niet compatibel met de Cassette
Memory-functie.
zijn handelsmerken.
HDV en zijn handelsmerken
van Sony Corporation en Victor Company of
Japan, Ltd.
Alle andere productnamen die hierin worden
vermeld, kunnen de handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken zijn van hun
respectieve bedrijven.
Bovendien worden "™" en "®" niet elke keer
vermeld in deze gebruiksaanwijzing.
Opmerkingen bij de licentie
ELK GEBRUIK VAN DIT PRODUCT,
BEHALVE HET GEBRUIK DOOR
CONSUMENTEN VOOR PERSOONLIJKE
DOELEINDEN, IN OVEREENSTEMMING
MET DE MPEG-2-STANDAARD VOOR
HET CODEREN VAN VIDEO-INFORMATIE
VOOR VOORBESPEELDE MEDIA, IS
UITDRUKKELIJK VERBODEN, TENZIJ DE
GEBRUIKER BESCHIKT OVER EEN
LICENTIE ONDER DE PATENTEN VAN
TOEPASSING IN DE MPEG-2-
PATENTENPORTEFEUILLE. DEZE
LICENTIE IS VERKRIJGBAAR VIA MPEG
LA, L.L.C., 250 STEELE STREET, SUITE
300, DENVER, COLORADO 80206,
VERENIGDE STATEN.
Informatie over de
"InfoLITHIUM" accu
Dit apparaat is compatibel met de
"InfoLITHIUM" accu (L-serie). De camcorder
werkt alleen met de "InfoLITHIUM" accu.
"InfoLITHIUM" accu's van de L-serie hebben
het teken .
Informatie over de "InfoLITHIUM" accu
De "InfoLITHIUM" accu is een lithium-ionen
accu die geschikt is voor het doorgeven van
informatie over de gebruikstoestand tussen de
camcorder en een optionele
netspanningsadapter/oplader.
De "InfoLITHIUM" accu meet tijdens het
gebruik van de camcorder het stroomverbruik,
berekent op basis daarvan de resterende
accuduur in minuten en toont deze op het
scherm. Met een netspanningsadapter/oplader
(optioneel) worden de resterende accuduur en
de oplaadtijd weergegeven.
De accu opladen
• Zorg dat de accu is opgeladen voordat u de
camcorder gaat gebruiken.
• U kunt de accu het beste opladen bij een
omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C
tot het lampje CHG (opladen) dooft. Als u de
accu oplaadt bij een temperatuur buiten dit
bereik, wordt de accu mogelijk niet efficiënt
opgeladen.
• Na het opladen maakt u de
netspanningsadapter los van de DC IN-
aansluiting van de camcorder of verwijdert u
de accu.
De accu efficiënt gebruiken
• De prestatie van de accu vermindert wanneer
de omgevingstemperatuur 10°C of lager is.
Ook kunt u de accu minder lang gebruiken. In
dit geval voert u een van de volgende
procedures uit zodat u de accu langer kunt
gebruiken.
– Bewaar de accu in een binnenzak om deze
warm te houden en plaats de accu pas in de
camcorder vlak voordat u gaat opnemen.
Goudkleurige
aansluiting
Extra informatie
Extra informatie
97
– Gebruik een accu met grote capaciteit: NP-
F770/F970 (optioneel).
• Bij intensief gebruik van de LCD scherm of
veelvuldig wisselen tussen afspelen,
vooruitspoelen en terugspoelen raakt de accu
sneller leeg. U kunt het beste een accu met
grote capaciteit gebruiken: NP-F770/F970
(optioneel).
• Zet de schakelaar POWER op OFF (CHG) als
u niet opneemt of afspeelt met de camcorder.
De accu raakt ook leeg wanneer de camcorder
in de opnamepauzestand of
weergavepauzestand staat.
• Houd voldoende reserveaccu's bij de hand
voor 2 of 3 keer de verwachte opnameduur en
maak testopnamen voordat u de uiteindelijke
opname maakt.
• Zorg dat er geen water op een accu komt. De
accu is niet waterbestendig.
Informatie over de aanduiding voor de
resterende accuduur
• Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld
terwijl de aanduiding voor de resterende
accuduur aangeeft dat er voldoende stroom is,
laadt u de accu opnieuw volledig op. De
indicatie van de resterende accuduur wordt
correct weergegeven. Soms kan de juiste
aanduiding echter niet worden weergegeven
als de accu geruime tijd achtereen aan hitte is
blootgesteld of lang in volledig opgeladen
toestand is blijven liggen, of als de accu erg
intensief is gebruikt.
Gebruik de aanduiding voor de resterende
accuduur om de geschatte opnameduur te
bepalen.
• De aanduiding E geeft aan dat de accu bijna
leeg is, hoewel deze nog 5 tot 10 minuten kan
worden gebruikt, afhankelijk van de
omstandigheden, de temperatuur en de
omgeving.
De accu bewaren
• Als de accu langere tijd niet wordt gebruikt,
laadt u deze helemaal op en gebruikt u de
camcorder één keer per jaar zodat de accu
goed blijft werken.
Verwijder de accu uit de camcorder en bewaar
deze in een droge, koele omgeving.
• Als u de accu op de camcorder volledig wilt
ontladen, verwijdert u de band en laat u de
camcorder in de opnamewachtstand staan tot
de stroom wordt uitgeschakeld.
Informatie over de levensduur van de
accu
• De levensduur van de accu is beperkt.
Naarmate u de accu gebruikt, neemt de
capaciteit geleidelijk af. Wanneer de
gebruiksduur van een volledig opgeladen accu
aanmerkelijk is afgenomen, nadert het einde
van de levensduur van de accu. Koop dan een
nieuwe accu.
• De levensduur van elke afzonderlijke accu is
afhankelijk van de omstandigheden
waaronder deze wordt bewaard en gebruikt.
"InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Extra informatie
98
Informatie over i.LINK
De i.LINK-interface van dit apparaat is een
interface die geschikt is voor het i.LINK-
systeem. Hieronder volgt een beschrijving van
het i.LINK-systeem en de mogelijkheden ervan.
i.LINK
i.LINK is een digitale seriële interface voor het
overdragen van digitale video- en
audiogegevens en andere gegevens naar een
ander apparaat dat geschikt is voor i.LINK. U
kunt ook andere apparaten bedienen met de
i.LINK-interface.
Een apparaat dat geschikt is voor i.LINK, kan
worden aangesloten met een i.LINK-kabel.
Mogelijke toepassingen zijn bediening en
gegevensoverdracht tussen verschillende
digitale A/V-apparaten.
Als er 2 of meer i.LINK-apparaten indirect zijn
verbonden met dit apparaat, kunt u naast de
gegevensoverdracht ook de andere verbonden
apparaten bedienen.
Houd er rekening mee dat deze manier van
werken soms afwijkt vanwege de kenmerken en
specificaties van het aangesloten apparaat.
Bovendien zijn sommige bewerkingen en
gegevensoverdrachten wellicht niet mogelijk op
bepaalde aangesloten apparaten.
b Opmerking
• Gewoonlijk wordt slechts één apparaat aangesloten
op dit apparaat met de i.LINK-kabel. Voor het
aansluiten van dit apparaat op HDV/DV-apparatuur
met twee of meer i.LINK-interfaces wordt u
verwezen naar de gebruiksaanwijzing van de aan te
sluiten apparatuur.
z Tip
• i.LINK is een wat gemakkelijker te gebruiken term
voor IEEE 1394 data transport bus, voorgesteld door
Sony en als handelsmerk goedgekeurd door veel
bedrijven.
• IEEE 1394 is een internationale norm, vastgesteld
door het Institute of Electrical and Electronic
Engineers.
Informatie over i.LINK-
overdrachtssnelheid
De maximale i.LINK-overdrachtssnelheid kan
verschillen per apparaat. Er zijn 3 soorten.
S100 (ongeveer 100 Mbps*)
S200 (ongeveer 200 Mbps)
S400 (ongeveer 400 Mbps)
De overdrachtssnelheid staat in de
gebruiksaanwijzing van elk apparaat vermeld
onder "Technische gegevens". Bovendien staat
op sommige apparaten de overdrachtssnelheid
ook vermeld bij de i.LINK-aansluiting.
De overdrachtssnelheid kan afwijken van de
weergegeven waarde als het apparaat wordt
aangesloten op een apparaat met een andere
maximumoverdrachtssnelheid.
* Mbps
Mbps staat voor megabit per seconde, dat wil zeggen
de hoeveelheid gegevens die in 1 seconde kan
worden verzonden of ontvangen. Een
overdrachtssnelheid van bijvoorbeeld 100 Mbps wil
zeggen dat in 1 seconde 100 megabits aan gegevens
kunnen worden overgedragen.
i.LINK-functies op dit apparaat
gebruiken
Zie pagina 72 voor meer informatie over het
kopiëren als dit apparaat is aangesloten op een
ander videoapparaat met een i.LINK-interface.
Dit apparaat kan ook worden aangesloten op
een ander apparaat dat geschikt is voor i.LINK
van het merk Sony (bijvoorbeeld een computer
uit de VAIO-serie) en op een videoapparaat.
Sommige videoapparaten die geschikt zijn voor
i.LINK, zoals digitale televisies, DVD-
recorders/-spelers en MICROMV-recorders/-
spelers, zijn niet compatibel met dit apparaat.
Voordat u de camcorder aansluit op een ander
apparaat, controleert u of het apparaat geschikt
is voor HDV/DV.
Voor meer informatie over
voorzorgsmaatregelen en compatibele software
raadpleegt u de handleiding van het apparaat dat
u wilt aansluiten.
b Opmerking
• Wanneer u de camcorder aansluit op een ander
i.LINK-compatibel apparaat, moet u dit apparaat
uitschakelen en de netspanningsadapter uit het
stopcontact halen voordat u de i.LINK-kabel
aansluit of loskoppelt.
Informatie over de vereiste i.LINK-kabel
Gebruik de Sony i.LINK 4-pins-naar-4-pins
kabel (voor het kopiëren met HDV/DV).
i.LINK en zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
Extra informatie
Extra informatie
99
Onderhoud en
voorzorgsmaatregelen
Gebruik en onderhoud
• Gebruik of bewaar de camcorder en de
accessoires niet onder de volgende
omstandigheden.
– Op extreem koude of warme plaatsen. Laat
de camcorder en de accessoires nooit achter
op plaatsen waar de temperatuur tot boven
de 60°C kan oplopen, zoals in direct
zonlicht, bij de verwarming of in een auto
die in de zon is geparkeerd. De camcorder
en de accessoires functioneren mogelijk
niet meer goed of vervormen.
– In de buurt van sterke magnetische velden
of mechanische trillingen. Mogelijk
functioneert de camcorder niet meer goed.
– In de buurt van sterke radiogolven of
straling. Mogelijk kan er niet meer goed
worden opgenomen met de camcorder.
– In de buurt van AM-radio-ontvangers en
videoapparatuur. Er kan ruis ontstaan.
– Zandstranden en stoffige omgevingen.
Zand en stof kunnen storingen in de
camcorder veroorzaken. Soms kunnen deze
storingen niet meer worden gerepareerd.
– Bij ramen of buiten waar het LCD-scherm,
de beeldzoeker of de lens aan direct
zonlicht worden blootgesteld. Hierdoor
kunnen de beeldzoeker of het LCD-scherm
aan de binnenkant worden beschadigd.
– Op vochtige plaatsen.
• Gebruik de camcorder uitsluitend op
stroomvoorziening van 7,2 V gelijkstroom
(accu) of 8,4 V gelijkstroom
(netspanningsadapter).
• Gebruik voor het aansluiten op de stroombron
(gelijkstroom of wisselstroom) alleen de in
deze gebruiksaanwijzing vermelde
accessoires.
• Zorg dat de camcorder niet nat wordt,
bijvoorbeeld door regen of zeewater. Als de
camcorder nat wordt, kunnen er storingen
optreden. Soms kunnen deze storingen niet
meer worden gerepareerd.
• Mocht er vloeistof of een voorwerp binnen in
de camcorder terechtkomen, moet u de stroom
onmiddellijk uitschakelen, de stekker uit het
stopcontact halen en de camcorder eerst door
een Sony-handelaar laten nakijken voordat u
het apparaat weer in gebruik neemt.
• Laat het apparaat niet vallen, demonteer of
wijzig het niet en behoed het tegen
mechanische schokken en ga er altijd
voorzichtig mee om. Wees vooral voorzichtig
met de lens.
• Zorg dat de schakelaar POWER op OFF
(CHG) staat zolang u de camcorder niet
gebruikt.
• Wikkel de camcorder tijdens gebruik nooit in
textiel, zoals een handdoek. De binnenkant
van de camcorder kan hierdoor ernstig
oververhit raken.
• Als u het netsnoer loskoppelt, moet u aan de
stekker en niet aan het snoer trekken.
• Beschadig het netsnoer niet door er een zwaar
voorwerp op te plaatsen.
• Houd de metalen contactpunten goed schoon.
• Houd de afstandsbediening en de knoopcel
buiten het bereik van kinderen. Raadpleeg
meteen een arts wanneer een batterij per
ongeluk wordt ingeslikt.
• Als er elektrolytische vloeistof uit de batterij
is gelekt, doet u het volgende:
– Neem contact op met een plaatselijke, door
Sony erkende onderhoudsdienst.
– Spoel vloeistof af die op uw huid is
terechtgekomen.
– Als er vloeistof in uw ogen is gekomen,
wast u uw ogen met veel water. Raadpleeg
zo spoedig mogelijk een arts.
Wanneer u de camcorder langere tijd
niet gebruikt
Schakel de camcorder van tijd tot tijd in en speel
bijvoorbeeld 3 minuten een band af.
Condensvorming
Als de camcorder rechtstreeks van een koude in
een warme omgeving wordt gebracht, kan de
lens beslaan of vocht condenseren in het
inwendige van het apparaat, op de videokop of
het oppervlak van de band. Als deze situatie
zich voordoet, kan de band aan de koptrommel
blijven plakken en beschadiging of storing in de
werking van het apparaat veroorzaken. Als de
camcorder van binnen vochtig is, verschijnt
,wordt vervolgd
Extra informatie
100
[%Z Condensvorming. Verwijder de band.] of
[
% Condensvorming. Schakel camera 1 uur
uit.]. De aanduiding verschijnt niet als er vocht
op de lens is gecondenseerd.
Als er vocht in de camcorder is
gecondenseerd
Geen van de functies werkt, behalve het
uitwerpen van de band. Verwijder de band,
schakel de camcorder uit en laat het apparaat
daarna 1 uur lang ongebruikt staan, met de
bandhouder open. De camcorder kan weer
worden gebruikt als de aanduiding
% of Z niet
verschijnt als de stroom weer wordt
ingeschakeld.
Als vocht begint te condenseren, kan de
camcorder de condensvorming soms niet
herkennen. Als dit gebeurt, duurt het soms meer
dan 10 seconden voordat de band wordt
uitgeworpen nadat de bandhouder is geopend.
Dit duidt niet op een storing. Sluit de
bandhouder niet tot de band is uitgeworpen.
Opmerking over condensvorming
Er kan vocht uit de lucht in de camcorder
condenseren wanneer u het apparaat in een
warme, vochtige omgeving gebruikt of wanneer
u de camcorder direct van een koude omgeving
in een warme omgeving brengt, zoals hieronder
wordt weergegeven.
• Als u de camcorder van de ijsbaan of de
skihellingen rechtstreeks meeneemt in een
verwarmde ruimte.
• Als u de camcorder op een hete zomerdag
vanuit een koele ruimte of een auto met
airconditioning mee naar buiten neemt.
• Als u de camcorder onmiddellijk na een
regenbui gebruikt.
• Wanneer u de camcorder op een warme en
vochtige plaats gebruikt.
Condensvorming voorkomen
Voordat u de camcorder van een koude
omgeving naar een warme plaats brengt,
verpakt u het apparaat eerst in een plastic zak
die u goed (luchtdicht) afsluit. Neem de
camcorder pas uit de plastic zak, wanneer de
lucht in de zak dezelfde temperatuur heeft als de
omringende warme lucht (na ongeveer 1 uur).
Videokop
• Wanneer de videokop vies wordt, kunt u niet
normaal opnamen maken of treden er
storingen op als het beeld en het geluid
worden afgespeeld.
• Als een van de volgende problemen optreedt,
maakt u de videokoppen gedurende 10
seconden schoon met de reinigingscassette.
– Er verschijnt een mozaïekpatroon in het
weergegeven beeld of er wordt een blauw
scherm weergegeven.
– De weergegeven beelden bewegen niet.
– Een gedeelte van de weergegeven beelden
beweegt niet.
– De beelden worden niet afgespeeld of het
geluid is onderbroken.
–[
x Videokop is vuil. Gebruik een
reinigingscas.] wordt tijdens het opnemen
weergegeven op het scherm.
• De videokop slijt na langdurig gebruik. Als
het beeld niet helder wordt nadat u een
reinigingscassette hebt gebruikt, is de
videokop mogelijk versleten. Neem contact
op met de Sony-handelaar of een plaatselijke,
door Sony erkende onderhoudsdienst om de
videokop te laten vervangen.
LCD-scherm
• Druk niet te hard op het LCD-scherm. Dit kan
schade veroorzaken.
• Wanneer u de camcorder gebruikt in een
koude omgeving, kunnen er nabeelden op het
LCD-scherm verschijnen. Dit duidt niet op
een storing.
• Tijdens het gebruik van de camcorder kan de
achterkant van het LCD-scherm warm
worden. Dit duidt niet op een storing.
Het LCD-scherm reinigen
• Als het LCD-scherm vuil is door stof of
vingerafdrukken, kunt u het schoonmaken met
een LCD-reinigingsdoek (optioneel).
Wanneer u de speciale reinigingsset voor het
LCD-scherm gebruikt (optioneel), gebruikt u
geen reinigingsmiddel direct op het scherm.
Gebruik reinigingspapier dat vochtig is
gemaakt met reinigingsmiddel.
Extra informatie
Extra informatie
101
De behuizing reinigen
• Als de behuizing vuil is, reinigt u de
camcorder met een zachte, vochtige doek en
veegt u de behuizing vervolgens droog met
een droge doek.
• Voorkom de volgende situaties waardoor de
behuizing kan worden beschadigd.
– Het gebruik van chemische producten zoals
thinner, benzine, alcohol, chemische
reinigingsdoekjes, insektenwerende
middelen en insekticiden.
– Het apparaat gebruiken met de
bovenstaande substanties op uw handen.
– Zorg dat de behuizing niet langdurig in
contact komt met rubber of vinyl.
Verzorging en opslag van de lens
• Veeg het oppervlak van de lens schoon met
een zachte doek in de volgende gevallen:
– Als er vingerafdrukken op de lens zitten.
– Op erg warme plaatsen met veel vocht.
– Wanneer de lens aan zoute lucht wordt
blootgesteld, zoals bij de zeekust.
• Bewaar de lens op een goed geventileerde
locatie met weinig stof en vuil.
• Maak de lens regelmatig schoon om
schimmelvorming te voorkomen.
U kunt het beste de camcorder ongeveer één
keer per maand gebruiken zodat deze lange tijd
in goede staat blijft.
De vooraf geïnstalleerde knoopcel
opladen
De camcorder bevat een vooraf geïnstalleerde
knoopcel zodat de datum, tijd en andere
instellingen worden bewaard als de schakelaar
POWER op OFF (CHG) is gezet. De vooraf
geïnstalleerde knoopcel wordt altijd opgeladen
wanneer u de camcorder gebruikt, maar raakt
langzaam leeg als u de camcorder niet gebruikt.
De knoopcel is na ongeveer 3 maanden
helemaal leeg als u de camcorder in het geheel
niet gebruikt. Als de vooraf geïnstalleerde
knoopcel niet is opgeladen, heeft dit echter geen
invloed op het gebruik van de camera als u de
datum niet opneemt.
Procedures
Sluit de camcorder aan op een stopcontact met
de bijgeleverde netspanningsadapter en laat de
camcorder meer dan 24 uur zo staan met de
schakelaar POWER op OFF (CHG).
De vooraf geïnstalleerde knoopcel
verwijderen
Wanneer u de camcorder weggooit, moet u de
knoopcel uit de camcorder verwijderen.
Gooi de knoopcel weg en houd hierbij de
geldende richtlijnen voor klein chemisch afval
(KCA) in acht.
Gereedschap: een schroevendraaier of
vergelijkbaar gereedschap
1 Zorg dat de camcorder is losgekoppeld
van de stroombron.
2 Verwijder de schroef met het
gereedschap.
3 Druk op de zijkant van het klepje zoals
hieronder wordt weergegeven om het
klepje te openen.
Raak de vooraf geïnstalleerde oplaadbare
knoopcel niet aan tijdens het gebruik. Zodra u
de knoopcel hebt verwijderd, kunt u deze niet
terugplaatsen.
,wordt vervolgd
Extra informatie
102
4 Haal de knoopcel met het klepje uit de
houder.
5 Trek het klepje los van de camcorder.
Stof verwijderen uit de beeldzoeker
1
Verwijder de beeldzoeker.
Terwijl u de ontgrendeling van de
beeldzoeker naar beneden schuift
1,
schuift en verwijdert u de beeldzoeker 2.
2 Verwijder het stof aan de binnenzijde
van de beeldzoeker en het gedeelte dat
hieronder wordt weergegeven met een
blaaskwastje.
Extra informatie
Extra informatie
103
Technische gegevens
Systeem
Video-opnamesysteem (HDV)
2 roterende koppen, schuinspoorregistratie
Video-opnamesysteem (DV)
2 roterende koppen, schuinspoorregistratie
Audio-opnamesysteem (HDV)
Roterende koppen, MPEG-1 Audio Layer2
Quantisering: 16 bits (Fs 48 kHz, stereo)
Overdrachtssnelheid: 384 kbps
Audio-opnamesysteem (DV)
Roterende koppen, PCM-systeem
Quantisering: 12 bits (Fs 32 kHz, stereo 1,
stereo 2), 16 bits (Fs 48 kHz, stereo)
Videosignaal
PAL-kleursysteem, CCIR-normen, 1080/50i-
standaard
Aanbevolen banden
Mini-DV-band met het teken
Bandsnelheid (HDV)
Ongeveer 18,81 mm/s
Bandsnelheid (DV)
SP: Ongeveer 18,81 mm/s
LP: Ongeveer 12,56 mm/s
Opname-/speelduur (HDV)
60 min (met DVM60-band)
Opname-/speelduur (DV)
SP: 60 min (met DVM60-band)
LP: 90 min (met DVM60-band)
Duur van snel vooruitspoelen/terugspoelen
Ongeveer 2 min 40 s (met een DVM60-band)
Beeldzoeker
Elektronische beeldzoeker (kleur)
Beeldapparaat
6 mm (1/3 type) 3CCD (Charge Coupled
Device)
Totaal: ongeveer 1 120 000 pixels
Effectief: ongeveer 1 070 000 pixels
Lens
Carl Zeiss Vario-Sonnar T*
Gecombineerde motorzoomlens
Filterdiameter: 72 mm
12 × (optisch)
F = 1,6 ~ 2,8
Brandpuntsafstand
4,5 - 54 mm
Volgens de normen van een
35-mm kleinbeeld-fototoestel
32,5 - 390 mm
(40 - 480 mm in 4:3-stand)
Kleurtemperatuur
[AUTO], [ONE-PUSH A/B], [BINNEN]
(3 200 K), [BUITEN] (5 800 K)
Minimaal vereiste lichtsterkte
3 lx (lux) (F 1,6)
Ingangen/uitgangen
Audio/Video ingang/uitgang
Videosignaal: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm),
asymmetrisch, negatieve synchronisatie
Audiosignaal: 327 mV (met een
belastingsimpedantie van meer dan 47 kΩ
(kilohm)), ingangsimpedantie van meer dan
47 kΩ (kilohm), uitgangsimpedantie van
minder dan 2,2 kΩ (kilohm)
S VIDEO-ingang/-uitgang
Luminantiesignaal: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm),
asymmetrisch
Chrominantiesignaal: 0,3 Vp-p, 75 Ω (ohm),
asymmetrisch
COMPONENT OUTPUT-aansluiting
Y: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm), asymmetrisch
P
B/PR, CB/CR: +/- 350 mVp-p
Hoofdtelefoonaansluiting
Stereo mini-aansluiting (Ø 3,5 mm)
LANC-aansluiting
Stereo mini-mini-aansluiting (Ø 2,5 mm)
MIC-aansluiting
Mini-aansluiting, 0,388 mV lage impedantie
met 2,5-3,0 V gelijkstroom,
uitgangsimpedantie 6,8 kΩ (kilohm)
(Ø 3,5 mm), stereotype
HDV-/DV-aansluiting
i.LINK-interface (IEEE1394, 4-polige
aansluiting S400)
LCD-scherm
Beeld
8,8 cm (3,5 type)
Totaalaantal beeldpunten
250 000 (1120 × 224)
,wordt vervolgd
Extra informatie
104
Algemeen
Stroomvereisten
7,2 V gelijkstroom (accu)
8,4 V gelijkstroom (netspanningsadapter)
Gemiddeld stroomverbruik (met accu)
Tijdens camera-opname met de beeldzoeker
en normale helderheid:
HDV-opname 7,3 W
DV-opname 6,9 W
Tijdens camera-opname met het LCD-scherm
en normale helderheid:
HDV-opname 7,9 W
DV-opname 7,5 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
-20°C tot + 60°C
Afmetingen (ongeveer)
151 × 181 × 365 mm (b/h/d)
Gewicht (ongeveer)
2,0 kg (alleen hoofdeenheid)
2,1 kg inclusief de oplaadbare accu NP-F570,
DVM60-band en lenskap.
Bijgeleverde accessoires
Zie pagina 10.
Netspanningsadapter AC-L15A/L15B
Stroomvereisten
100 V-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik
0,35-0,18 A
Elektriciteitsverbruik
18 W
Uitgangsspanning
8,4 V gelijkstroom*
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
-20°C tot + 60°C
Afmetingen (ongeveer)
56 × 31 × 100 mm (b/h/d) exclusief
uitstekende delen
Gewicht (ongeveer)
190 g zonder het netsnoer
* Raadpleeg het label op de netspanningsadapter voor
de overige technische gegevens.
Oplaadbare accu (NP-F570)
Maximale uitgangsspanning
8,4 V gelijkstroom
Uitgangsspanning
7,2 V gelijkstroom
Capaciteit
15,8 Wh (2 200 mAh)
Afmetingen (ongeveer)
38,4 × 20,6 × 70,8 mm (b/h/d)
Gewicht (ongeveer)
100 g
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Type
Lithium-ionen
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
Snelle kennismaking
Snelle kennismaking
105
Snelle kennismaking
Onderdelen en
bedieningselementen
Camcorder
A SHOT TRANSITION bedieningstoetsen
(p. 37)
B Oogdop (p. 16)
C Ontgrendeling voor beeldzoeker (p. 102)
D Achterste afstandsbedieningssensor
E Achterste camera-opnamelampje (p. 20)
F BATT RELEASE (accu ontgrendelen)
toets (p. 12)
G REC START/STOP toets (p. 20)
H i.LINK-lampjes (HDV/DV) (p. 75)
Gaan branden als i.LINK-signalen worden
verwerkt.
I Accu (p. 11)
J Bevestigingsstuk voor schoenadapter
(p. 109)
K Motorzoomknop (p. 22)
L EXPANDED FOCUS toets (p. 33)
M Handgreepband (p. 4)
N POWER schakelaar (p. 14)
,wordt vervolgd
Snelle kennismaking
106
A Oogje voor de schouderband
B Zoomring (p. 23)
C Scherpstelring (p. 32)
D FOCUS schakelaar (AUTO/MAN
(handmatig)/INFINITY) (p. 32)
E ZOOM schakelaar (p. 22)
F ND FILTER schakelaar (1/2/OFF)
(p. 30)
G PUSH AUTO toets (p. 33)
H WHT BAL (witbalans met één druk)
toets (p. 26)
I GAIN schakelaar (H/M/L) (p. 29)
J WHT BAL (witbalans) schakelaar (A/B/
PRESET) (p. 26)
K Zoomschakelaar op handgreep (H/L/
OFF) (p. 23)
L REC REVIEW toets (p. 42)
M Lampjes voor de indeling (p. 20)
N Beeldzoeker (p. 3, 15)
O BACK LIGHT toets* (p. 25)
P SPOT LIGHT toets (p. 26)
Q ASSIGN toetsen (1/2/3)* (p. 70)
R ZEBRA/PEAKING schakelaar
(p. 31, 34)
S IRIS toets (p. 28)
T GAIN toets* (p. 29)
U AUTO LOCK schakelaar (p. 26, 28, 30)
V WHT BAL (witbalans) toets (p. 26)
W SHUTTER SPEED toets (p. 30)
* Deze toetsen hebben een voelstip. (Voor de toetsen
van ASSIGN heeft 2 een voelstip.) Gebruik de
voelstip om de locatie van de toetsen te bepalen.
De schouderband bevestigen
Bevestig de schouderband die bij de camcorder
is geleverd, aan de oogjes voor de
schouderband.
Snelle kennismaking
Snelle kennismaking
107
A LCD-scherm (p. 3, 15)
B IRIS regelaar (p. 28)
C RESET toets
Houd er rekening mee dat bij het indrukken
van RESET alle instellingen, inclusief de
klokinstelling en met uitzondering van de
instellingen voor het persoonlijke menu en
Picture Profile, worden teruggezet op de
standaardwaarden.
D VOLUME –/+ toetsen* (p. 43)
E DATA CODE toets (p. 45)
F DISPLAY/BATT INFO toets (p. 12)
G END SEARCH (VCR) toets (p. 45)
H Zoomknop op handgreep (p. 23)
I Videobedieningstoetsen (terugspoelen,
afspelen*, snel vooruitspoelen, pauzeren,
stoppen, vertraagd, opnemen) (p. 43)
J LCD BRIGHT –/+ toetsen (p. 15)
K LCD BACKLIGHT schakelaar (p. 15)
L ZERO SET MEMORY toets (p. 50)
M BARS toets (p. 21)
N REC START/STOP toets en HOLD
schakelaar (p. 21)
O AUTO/MAN (handmatig)
audioschakelaar (p. 37)
P CHG (opladen) lampje (p. 11)
Q DC IN-aansluiting (p. 11)
R AUDIO LEVEL regelaar (p. 37)
* Deze toetsen hebben een voelstip. (Bij de toets
VOLUME bevindt de voelstip zich aan de + kant.)
Gebruik de voelstip om de locatie van de toetsen te
bepalen.
,wordt vervolgd
Snelle kennismaking
108
A LANC-aansluiting (blauw)
De LANC-aansluiting wordt gebruikt
voor de bediening van het bandtransport op
videoapparatuur en randapparatuur die
hierop zijn aangesloten.
B
i (hoofdtelefoon) aansluiting
Als u de hoofdtelefoon gebruikt, komt er
geen geluid uit de luidspreker op de
camcorder.
C Oogje voor de schouderband (p. 106)
D HDV-/DV-aansluiting (p. 47, 72, 73,
76, 77, 79)
E S VIDEO-aansluiting (p. 47, 49, 74, 77)
F COMPONENT OUTPUT-aansluiting
(p. 47, 49)
G Bevestigingspunt voor statief
Let op dat de schroef van het statief niet
langer is dan 5,5 mm.
Anders kunt u het statief niet stevig
bevestigen en kan de schroef de camcorder
beschadigen.
H AUDIO/VIDEO-aansluiting (p. 47, 49,
74, 77, 80)
I MIC (PLUG IN POWER)/LINE-
aansluiting (rood) (p. 80)
J Microfoon (p. 80)
K Voorste camera-opnamelampje (p. 20)
L Voorste afstandsbedieningssensor
M Luidspreker
N Lens (Carl Zeiss-lens)
De camcorder is uitgerust met een Carl
Zeiss-lens waarmee een fijne beeldkwaliteit
wordt verkregen.
De lens voor de camcorder is gezamenlijk
ontwikkeld door Carl Zeiss, in Duitsland,
en Sony Corporation. De lens gebruikt het
MTF-meetsysteem voor videocamera's en
zorgt voor dezelfde fijne kwaliteit als een
Carl Zeiss-lens.
De lens voor de camcorder heeft een T*-
laag om ongewenste reflectie te
onderdrukken en kleuren
waarheidsgetrouw weer te geven.
MTF staat voor Modulation Transfer
Function. Deze waarde geeft aan hoeveel
licht van een onderwerp in de lens valt.
Snelle kennismaking
Snelle kennismaking
109
A Schoenadapter
Als u een accessoire wilt aansluiten, drukt u
dit op de schoen en schuift u het naar achter.
Vervolgens draait u de schroef vast. Als u
een accessoire wilt verwijderen, draait u de
schroef los. Vervolgens drukt u op het
accessoire en schuift u dit uit de schoen.
Wees voorzichtig en zorg dat u het LCD-
scherm niet beschadigd wanneer u de
schoenadapter bevestigt.
B Lenskap (p. 20)
C OPEN/EJECT schakelaar (p. 17)
D Deksel van de bandhouder (p. 17)
E Zoekerscherpstelknopje (p. 15)
F PICTURE PROFILE toets (p. 34)
G MENU toets (p. 53)
H P-MENU toets (p. 67)
I STATUS CHECK toets (p. 24, 46)
J SEL/PUSH EXEC regelaar (p. 53)
De schoenadapter bevestigen
De lenskap verwijderen
Draai de schroef van de lenskap los en draai de
lenskap in de richting van de pijl.
De lenskap bevestigen
Lijn de markeringen op de lenskap uit met de
markeringen op de camcorder en draai de
lenskap in de tegenovergestelde richting van de
pijl, zoals in de bovenstaande afbeelding wordt
weergegeven. Draai de schroef van de lenskap
vast.
Schroef van de
lenskap
Snelle kennismaking
110
Afstandsbediening
A DISPLAY toets (p. 45)
B SEARCH MODE toets (p. 51)
C ./> toetsen (p. 51)
D Videobedieningstoetsen (terugspoelen,
afspelen, snel vooruitspoelen, pauzeren,
stoppen, frame, vertraagd, ×2) (p. 43)
E Zender
Als u de camcorder hebt ingeschakeld, richt
u de zender op de afstandsbedieningssensor
om de camcorder te kunnen bedienen.
F ZERO SET MEMORY toets (p. 50)
G REC START/STOP toets (p. 20)
H DATA CODE toets (p. 45)
I Motorzoomknop (p. 22)
De batterijen in de afstandsbediening
plaatsen
1
Houd het klepje van de batterijhouder
ingedrukt en schuif het klepje van de
afstandsbediening af.
2 Plaats 2 R6-batterijen (AA-formaat)
door + en – op de batterijen te laten
samenvallen met + en – in de
batterijhouder.
3 Schuif het klepje weer op de
afstandsbediening tot dit vastklikt.
b Opmerkingen over de afstandsbediening
• Zorg dat de afstandsbedieningssensor niet wordt
blootgesteld aan felle lichtbronnen, zoals direct
zonlicht of TL-licht. Anders functioneert de
afstandsbediening wellicht niet goed.
• De afstandsbediening functioneert wellicht niet
correct als de afstandsbedieningssensor wordt
geblokkeerd door een voorzetlens (optioneel).
• Als u de camcorder bedient met de bijgeleverde
afstandsbediening, reageert uw videorecorder
wellicht ook. In dit geval selecteert u een andere
afstandsbedieningsstand dan VTR 2 voor de
videorecorder of bedekt u de sensor op de
videorecorder met zwart papier.
Snelle kennismaking
Snelle kennismaking
111
Aanduidingen op het LCD-scherm en in de beeldzoeker
De volgende aanduidingen verschijnen op het
LCD-scherm en in de beeldzoeker om de status
van de camcorder aan te geven.
* Wordt alleen weergegeven voor beelden met de DV-
indeling.
Aanduiding Betekenis
y120min Resterende accuduur (p. 21)
, Opname-indeling (p. 20)
SP , LP Opnamestand (p. 22)
STBY/OPN Opnamewachtstand/
opnamestand
ND
1
, ND
2
, ND
OFF
ND-filter (p. 30)
4:3-stand (p. 41)
Audiostand (p. 59)*
60min q Resterende bandlengte
(p. 21)
Frameopname (p. 57)*
Analoge beelden en geluid
uitvoeren in digitale
indeling (p. 63)*
HDV-ingang/DV-ingang
(p. 78)
Zero set memory (p. 50)
Q Z Waarschuwing (p. 91)
9 Handmatig scherpstellen
(p. 32)
.
Tegenlicht (p. 25)
Spotlight (p. 26)
n Vooraf ingestelde witbalans
(p. 27)
L
ND
1
R
F1.6 18
dB
180
HDV1080i
0:00:00120min
min
60
PP1
STBY
Voorbeeld: aanduidingen in de stand
CAMERA
Tijdcode (p. 45)/Bandteller (p. 45)/
Zelfdiagnose (p. 91)
A, B Witbalans met één druk
(p. 26)
Iris gesloten (p. 28)
SteadyShot uitgeschakeld
(p. 56, 70)
Achtergrondverlichting van
het LCD-scherm
uitgeschakeld (p. 16)
tot en met Picture Profile (p. 34)
Indexopname (p. 40)
4-kanaals geluid opnemen
via microfoon (p. 89)*
Aanduiding Betekenis
Snelle kennismaking
112
Index
Cijfers
16:9-breedbeeldopnamen
(DV-BREEDOPN) ..... 41
21-polige verloopstekker
.............................. 50, 76
A
A/V-kabel
...... 48, 49, 74, 77, 80, 83
Aanduiding van het midden
(CENTR.MARK.) ...... 57
Accu
Accu............................ 11
Afstandsbediening .... 110
Informatie over de
accu ...................... 12
Resterende
accuduur......... 21, 97
Accu opladen
Accu............................ 11
Vooraf geïnstalleerde
knoopcel............. 101
Achtergrondverlichting van
LCD
(NIV. AV. LCD)......... 60
AE KEUZE ....................... 35
AE RESPONS................... 54
Afspelen
Dubbele snelheid ........ 44
Frame.......................... 44
Omgekeerd ................. 44
Vertraagd .................... 44
Afstandsbediening........... 110
EXTERNE CTRL....... 66
Afstandsbedieningssensor
.......................... 105, 108
ASSIGN BTN ................... 70
AUDIOFUNC. .................. 59
AUT IRIS LMT................. 35
B
BACK LIGHT (camera).... 25
Band .................................. 17
Band met dubbel
geluidsspoor................ 58
Bandteller.................... 21, 50
Beeldzoeker
Aanpassen ...................15
Helderheid
(LICHT BZ) .........60
Onderhoud.................102
Beeldzoekfunctie ...............44
Belichting...........................25
Bewerking,
bevestigingspieptoon
Zie PIEPTOON
C
CINE FRAME ...................35
CINEMATONE γ ..............35
COMPONENT ..................62
Componentvideokabel
...............................48, 49
Computerverbinding..........79
Condensvorming................99
Conversiefunctie voor signalen
(A/VcDV UIT).....63, 83
D
Datum/tijd....................16, 45
Datumzoekfunctie..............51
Diafragma ..........................28
Display
Aanduidingen in
display ................111
DISPLAY....................66
E
Eerste geluidsspoor
Zie MEERK GELUID
END SEARCH ..................45
F
FADER ..............................39
FADER WIT......................39
FADER ZWART ...............39
FORMAT LAMP...............65
Frameopname
(BEELDOPNAME) ....57
Frames afspelen .................44
G
GAIN INST. ......................54
Gebruiken in het
buitenland....................94
Gegevens over camera-
instellingen
weergeven................... 45
Gegevenscode
(GEGEVENSCODE)
.............................. 45, 65
Geluid van de wind
(WIND).......................59
Geluidsopnamen invoegen
(AUDIO MIX)......58, 82
GEVOEL.AWB.................35
Gevoeligheid ..................... 29
Groothoekopnamen
Zie In-/uitzoomen
Grote oogdop..................... 16
H
Handgreepband.................... 4
Handmatig scherpstellen
.................................... 32
HDV .............................. 3, 95
Helderheid van LCD (LCD
BRIGHT)....................15
Hoofdtelefoonaansluiting
.................................. 108
HUIDSKLEUR ................. 35
I
i.LINK ............................... 98
i.LINK-CONV................... 62
i.LINK-kabel .........................
47, 72, 73, 76, 77, 79, 83
In-/uitzoomen .................... 22
Indexsignaal ...................... 40
Indexzoekfunctie ............... 51
"InfoLITHIUM" accu........ 96
Iris......................................28
IRISKEUZE ...................... 65
K
Kleurbalk........................... 21
KLEURFASE....................35
KLEURNIVEAU .............. 35
Klok instellen
(KLOK INSTEL.)....... 16
Knoopcel ......................... 101
Kopiëren............................72
Snelle kennismaking
Snelle kennismaking
113
L
LANC...............................108
LCD KLEUR.....................60
LCD-scherm.........................3
Lenskap............................109
LP (langspeel)
Zie Opnamestand
(OPNM STAND)
M
MEERK GELUID..............58
Menu
AUDIO INST..............58
CAMERA INST..........54
IN/UIT OPN................61
LCD/BZ INST.............60
OVERIGE ...................64
Selecteren, items .........53
Menu voor letterformaat
(LETTERFORM.).......66
MIC/LINE IN ....................59
MPEG2 ................................3
N
ND FILTER .......................30
Netspanningsadapter..........14
NTSC .................................94
O
Opname, overgang.............37
Opname, overvloeien
SHOT TRANS ............55
Opnamecapaciteit
Display ........................21
RESTANT...................66
Opnameduur.......................13
Opname-indeling
(REC FORMAT).........62
Opnamelampje
(OPNAMELAMP)......65
Opnamestand (OPNM
STAND)......................62
Opnemen vanuit een lage
hoek.............................21
Overgangscurve (OVERG.
CURVE)......................55
Overgangstijd
(OVERGANGTIJD)
.....................................55
P
PAL ...................................94
PEAKING .........................34
Persoonlijk menu
(P-MENU) ..................67
Persoonlijk menu aanpassen
....................................67
PICTURE PROFILE.........34
PIEPTOON........................64
R
Rec review.........................42
Reinigingscassette...........100
RESET.............................107
S
Scherpstelling....................32
SCHERPTE.......................35
Schoenadapter .................109
Sluitertijd...........................30
Snelheid van zoomknop op
handgreep....................23
Snelzoekfunctie .................44
SP (standaard)
Zie Opnamestand
(OPNM STAND)
Speelduur...........................13
Spiegelstand.......................24
SPOT LIGHT ....................26
STATUS CHECK .......24, 46
SteadyShot
(STEADYSHOT) .......56
SteadyShot-type (STDYSHOT
TYP) ...........................56
Stereo.................................58
S-video.......48, 49, 74, 77, 83
T
Taal (LANGUAGE)..........18
Tele-opnamen
Zie In-/uitzoomen
Televisiekleursystemen.....94
Tijdcode.............................21
TV-TYPE ..........................63
Tweede geluidsspoor
Zie MEERK GELUID
V
VCR HDV/DV.................. 61
Vergroot scherpstellen...... 33
VERST.LIMIET ............... 35
Videokop......................... 100
Vloeiende overgang
Zie END SEARCH
Volledig opgeladen........... 11
Volume.............................. 43
Volume van de
microfoon................... 37
W
Waarschuwingen............... 91
Waarschuwingsberichten
.................................... 91
WB VOORINST............... 27
WB-VERSCH................... 35
WERELDTIJD.................. 64
Wispreventienokje............ 95
Witbalans .......................... 26
Z
Zebrapatroon..................... 31
NIVEAU ZEBRA ...... 31
Zelfdiagnose...................... 91
Zero set memory............... 50
ZOOM HANDGR............. 56
Zoomring........................... 23
Stampato su carta riciclata al 70% o più con
inchiostro a base di olio vegetale senza
COV (composto organico volatile).
Gedrukt op 70% of hoger kringlooppapier
met VOC (vluchtige organische verbinding)-
vrije inkt op basis van plantaardige olie.
Printed in Japan

Documenttranscriptie

2-178-349-54(1) Istruzioni per l’uso [IT] / Gebruiksaanwijzin [NL] Istruzioni per l’uso IT Da leggere subito NL Gebruiksaanwijzin Lees dit eerst Digital HD Video Camera Recorder HDR-FX1E © 2004 Sony Corporation Lees dit eerst Voordat u het apparaat gebruikt, moet u deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt. Verwijdering van Oude Elektrische en Elektronische Apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen) WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht. Dit kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Open de behuizing niet. Dit kan elektrische schokken tot gevolg hebben. Laat het apparaat alleen nakijken door bevoegde servicetechnici. Voor de klanten in Nedserland Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). VOOR KLANTEN IN EUROPA WAARSCHUWING De elektromagnetische velden kunnen bij de opgegeven frequenties het beeld en het geluid van de camcorder beïnvloeden. Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het gebruik van een aansluitsnoer van minder dan 3 meter. b Kennisgeving Als de gegevensoverdracht halverwege wordt onderbroken (mislukt) door statische elektriciteit of elektromagnetische storing, moet u de toepassing opnieuw starten of de i.LINK-kabel loskoppelen en opnieuw aansluiten. 2 Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recyclage van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. Geldt ook voor deze accessoires: afstands bediening Opmerkingen over het gebruik Met de camcorder kunt u opnemen in de HDV- en DV-indelingen. U kunt alleen mini-DV-banden gebruiken voor de camcorder. De HDV-standaard • Digitale HD-videosignalen (High-Definition) worden opgenomen op en afgespeeld vanaf een band met DV-indeling. • HDV-signalen worden gecomprimeerd tot MPEG2indeling. Deze indeling wordt gebruikt voor digitale HDTV-uitzendingen via satelliet en kabel en voor Blu-ray-discrecorders. z Tip • De camcorder maakt gebruik van de HDV1080ispecificatie. Hierbij worden 1080 effectieve scanlijnen gebruikt (binnen de HDV-standaard) en worden beelden opgenomen met een bitsnelheid van ongeveer 25 Mbps. De i.LINK-interface wordt gebruikt als digitale interface om een digitale verbinding mogelijk te maken met televisies en computers die compatibel zijn met de HDVindeling. Opnemen • Voordat u begint met opnemen, test u de opnamefunctie om te controleren of het beeld en het geluid zonder problemen worden opgenomen. • Opnamen worden niet vergoed, zelfs niet als er niet wordt opgenomen of weergegeven wegens een storing van de camcorder, problemen met de opslagmedia, enzovoort. • Televisiekleursystemen verschillen afhankelijk van het land/de regio. Als u de opnamen van de camcorder wilt bekijken op een televisie, moet u een televisie met het PAL-kleursysteem gebruiken. • Televisieprogramma's, films, videobanden en ander beeldmateriaal kunnen worden beschermd door auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen van dergelijk materiaal kan in strijd zijn met de auteursrechten. Het LCD-scherm, de beeldzoeker en de lens • Het LCD-scherm en de beeldzoeker van de camcorder zijn vervaardigd met precisietechnologie, zodat minstens 99,99% van de beeldpunten voor gebruik beschikbaar is. Soms kunnen er zwarte stipjes en/of heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen) verschijnen op het LCDscherm of in de beeldzoeker. Deze stipjes duiden niet op fabricagefouten en hebben geen enkele invloed op de opnamen. • Als het LCD-scherm, de beeldzoeker en de lens langdurig worden blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen deze worden beschadigd. Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een raam of buiten neerlegt. • Richt de camcorder nooit direct naar de zon. De camcorder kan hierdoor worden beschadigd. Neem de zon alleen op als het licht niet fel is, zoals tijdens de schemering. HDV-banden op andere apparaten afspelen Een band die met de HDV-indeling is opgenomen, kan niet worden afgespeeld op een apparaat dat niet compatibel is met de HDVindeling. Er wordt een blauw scherm weergegeven. Controleer de opnamen op banden door de banden af te spelen op de camcorder voordat u ze afspeelt op andere apparaten. NL Andere apparaten aansluiten Als u de camcorder met een i.LINK-kabel wilt aansluiten op een ander apparaat, zoals een videorecorder of computer, moet u er rekening mee houden dat u de stekker in de juiste richting plaatst. Als u de stekker met kracht in de verkeerde richting plaatst, kan de aansluiting worden beschadigd of kan dit een storing van de camcorder veroorzaken. Deze handleiding gebruiken De beelden van het LCD-scherm en de beeldzoeker die in deze handleiding worden gebruikt, zijn opgenomen met een digitale camera en kunnen dus verschillen van de beelden die u ziet. ,wordt vervolgd 3 De camcorder gebruiken • Maak de handgreepband vast, zoals in de volgende afbeelding wordt aangegeven, zodat u de camcorder goed kunt vasthouden. • Houd de camcorder niet vast bij de volgende onderdelen: Beeldzoeker • U kunt de taal voor de weergave op het scherm van de camcorder wijzigen (p. 18). LCD-scherm Accu Microfoon Houder voor aansluitingen 4 Inhoudspgave Lees dit eerst.............................................................................................. 2 Snelle startgids Films opnemen........................................................................................... 8 Aan de slag Stap 1: Bijgeleverde onderdelen controleren ........................................... 10 Stap 2: De accu opladen.......................................................................... 11 Een externe stroombron gebruiken ........................................................................... 14 Stap 3: De stroom inschakelen ................................................................ 14 Stap 4: Het LCD-scherm en de beeldzoeker aanpassen......................... 15 Het LCD-scherm aanpassen ..................................................................................... 15 De beeldzoeker aanpassen ...................................................................................... 15 Stap 5: Datum en tijd instellen ................................................................. 16 Stap 6: Een band plaatsen....................................................................... 17 Stap 7: De taal voor het scherm instellen ................................................ 18 Opnemen Films opnemen......................................................................................... 20 Langere tijd opnemen ......................................................................................... 22 De zoomfunctie gebruiken ........................................................................................ 22 Opnemen in de spiegelstand .................................................................................... 24 Opnamegegevens weergeven – Statuscontrole ....................................................... 24 De belichting aanpassen.......................................................................... 25 De belichting voor onderwerpen met tegenlicht aanpassen ..................................... 25 Het onderwerp opnemen bij fel licht – SPOT LIGHT ................................................ 26 Witbalans aanpassen ................................................................................................ 26 Opnemen met handmatige aanpassingen ............................................... 28 De iris aanpassen ..................................................................................................... 28 De gevoeligheid aanpassen ...................................................................................... 29 Sluitertijd aanpassen ................................................................................................. 30 De hoeveelheid licht aanpassen – ND FILTER ........................................................ 30 Het zebrapatroon weergeven om de helderheid aan te passen ............................... 31 ,wordt vervolgd 5 Scherpstelling aanpassen ........................................................................ 32 De scherpstelling handmatig aanpassen ................................................................... 32 De randen verscherpen om scherp te stellen – PEAKING ........................................ 34 De beeldkwaliteit of het geluid aanpassen............................................... 34 De beeldkwaliteit aanpassen – PICTURE PROFILE ................................................. 34 Audio-opnameniveau aanpassen – Volume van de microfoon ................................. 37 Beelden met verschillende functies opnemen.......................................... 37 Scènes vloeiend laten overlopen – Opnameovergang .............................................. 37 Een scène in- of uitfaden – FADER ........................................................................... 39 Een indexsignaal opnemen aan het begin van de opname ....................................... 40 Opnemen in het formaat 16:9 ............................................................. 41 De laatstopgenomen scènes bekijken – Rec Review .............................. 42 Afspelen Films weergeven ...................................................................................... 43 Afspelen in verschillende standen ............................................................................. 44 Verschillende afspeelfuncties................................................................... 45 De laatste scène van de meest recente opname zoeken – END SEARCH .............. 45 De schermaanduidingen weergeven ......................................................................... 45 De datum/tijd en gegevens over camera-instellingen weergeven – Gegevenscode ................................................................................................. 45 De videogegevens weergeven – Statuscontrole ....................................................... 46 Het beeld afspelen op een televisie ......................................................... 47 Het beeld afspelen op een high-definition televisie ................................................... 47 Beelden weergeven op een 16:9- of een 4:3-televisie .............................................. 49 Een scène op een band zoeken voor afspelen ........................................ 50 Snel de gewenste scène zoeken – Zero set memory ................................................ 50 Een scène zoeken op opnamedatum – Datumzoekfunctie ....................................... 51 Zoeken naar het beginpunt van de opname – Indexzoekfunctie ............................... 51 6 Uitgebreide functies Het menu gebruiken Problemen oplossen Problemen oplossen ..........................85 Waarschuwingen en berichten ...........91 Menu-items selecteren .......................53 Het menu (CAMERA INST.) gebruiken – STDYSHOT TYP/ BEELDOPNAME, enzovoort ........54 Het menu (AUDIO INST.) gebruiken – AUDIO MIX, enzovoort ..............58 Het menu (LCD/BZ INST.) gebruiken – LCD KLEUR, enzovoort ............60 Het menu (IN/UIT OPN.) gebruiken – REC FORMAT/TV-TYPE, enzovoort .....................................61 Het menu (OVERIGE) gebruiken – KLOK INSTEL./WERELDTIJD, enzovoort .....................................64 Extra informatie De camcorder gebruiken in het buitenland .....................................94 HDV-indeling en opnemen/afspelen ........................95 Informatie over de "InfoLITHIUM" accu ..............................................96 Informatie over i.LINK ........................98 Onderhoud en voorzorgsmaatregelen ..................99 Technische gegevens ......................103 Persoonlijk menu aanpassen .............67 Functies toewijzen .............................70 Kopiëren/bewerken Snelle kennismaking Onderdelen en bedieningselementen .................105 Index ................................................112 Kopiëren naar een andere band ........72 Beelden opnemen van een videorecorder of televisie .............76 Aansluiten op een computer ..............79 Geluid kopiëren naar een band met opnamen ................................80 Een analoge videorecorder aansluiten op de computer via de camcorder – Conversiefunctie voor signalen ........................................83 Opmerking over de pictogrammen die in deze handleiding worden gebruikt : functies die alleen voor de HDVindeling beschikbaar zijn. : functies die alleen voor de DV-indeling beschikbaar zijn. 7 Snelle startgids Films opnemen 1 Plaats de opgeladen accu in de camcorder. Zie pagina 11 om de accu op te laden. Druk de accu in de camcorder en schuif de accu omlaag. Accu 2 Plaats een band in de camcorder. a Schuif de schakelaar b Plaats de band met het OPEN/EJECT in de richting van de pijl om het deksel te openen. De bandhouder wordt automatisch uitgeschoven. OPEN/EJECT 8 Snelle startgids venstergedeelte naar buiten gericht en druk vervolgens op het midden van de achterkant van de band. Venstergedeelte c Druk op op de bandhouder. Sluit het deksel van de bandhouder nadat de bandhouder automatisch is teruggeschoven. 3 Start met opnemen terwijl u het onderwerp op het LCD-scherm controleert. De datum en de tijd zijn standaard niet ingesteld. Zie pagina 16 om de datum en tijd in te stellen. De beelden worden standaard opgenomen met de HDV-indeling. Zie pagina 62 als u wilt opnemen met de DV-indeling. Snelle startgids a Open de sluiter van de kap. b Open het LCD-scherm en pas de hoek aan. c Houd het groene knopje ingedrukt en zet de schakelaar POWER op CAMERA. d Druk op REC START/ STOP. Het opnemen wordt gestart. Druk nogmaals op REC START/STOP om naar de wachtstand te gaan. 4 Bekijk het opgenomen beeld op het LCD-scherm. a Houd het groene knopje ingedrukt en zet de schakelaar POWER op VCR. b Druk op m (terugspoelen). c Druk op N (afspelen) om het afspelen te starten. Druk op x (stoppen) om te stoppen. Als u het apparaat wilt uitschakelen, zet u de schakelaar POWER op OFF (CHG). Snelle startgids 9 Aan de slag Draadloze afstandsbediening (1) Stap 1: Bijgeleverde onderdelen controleren A/V-kabel (1) Controleer of de volgende onderdelen in de verpakking van de camcorder aanwezig zijn. Het getal tussen haakjes geeft het bijgeleverde aantal van het onderdeel aan. Netspanningsadapter (1) Componentvideokabel (1) Netsnoer (1) Schoenadapter (1) Zie pagina 109 als u deze op de camcorder wilt bevestigen. Lenskap (1) Deze is bevestigd op de camcorder. Oplaadbare accu NP-F570 (1) R6-batterijen (AA-formaat) (2) Zie pagina 110 als u de batterijen in de afstandsbediening wilt plaatsen. Reinigingscassette (1) b Opmerking • Als u bijvoorbeeld een optisch filter (optioneel) wilt bevestigen, moet u de lenskap verwijderen. Schouderband (1) Zie pagina 106 als u deze op de camcorder wilt bevestigen. Grote oogdop (1) Zie pagina 16 als u deze op de camcorder wilt bevestigen. 21-polige verloopstekker (1) Alleen voor de modellen met het teken aan de onderkant. Gebruiksaanwijzing (deze handleiding) (1) 10 Aan de slag Stap 2: De accu opladen 1 Druk de accu in de camcorder en schuif de accu omlaag. 2 Sluit de netspanningsadapter aan op de DC IN-aansluiting op de camcorder met het teken b op de stekker naar de bandhouder gericht. U kunt de accu opladen door de "InfoLITHIUM" accu (L-serie) op de camcorder te bevestigen. Aan de slag b Opmerking • U kunt geen andere accu's dan de "InfoLITHIUM" accu (L-serie) gebruiken (p. 96). • Zorg dat de stekker van de netspanningsadapter niet in aanraking komt met metalen voorwerpen. Dit kan een storing veroorzaken. • Gebruik de netspanningsadapter in de buurt van een stopcontact. Haal de stekker van de netspanningsadapter onmiddellijk uit het stopcontact als er een storing optreedt. • Gebruik de netspanningsadapter niet in een kleine ruimte, zoals tussen een muur en het meubilair. Accu Het teken b DC IN-aansluiting Stekker Netspanningsadapter Netsnoer 3 Sluit het netsnoer aan op de netspanningsadapter. 4 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact. Naar het stopcontact ,wordt vervolgd Aan de slag 11 5 Zet de schakelaar POWER op OFF (CHG). De resterende acculading controleren – Informatie over de accu Het lampje CHG (opladen) gaat branden en het opladen begint. Na het opladen van de accu Het lampje CHG (opladen) wordt uitgeschakeld als de accu volledig is opgeladen. Koppel de netspanningsadapter los van de DC INaansluiting. De accu verwijderen U kunt het oplaadniveau van de accu en de resterende opnameduur controleren tijdens het opladen of als de stroom is uitgeschakeld. De resterende opnameduur voor de geselecteerde opname-indeling wordt weergegeven. 1 Zet de schakelaar POWER op OFF (CHG). 2 Open het LCD-scherm en pas de hoek aan. 3 Druk op DISPLAY/BATT INFO. De informatie over de accu wordt ongeveer 7 seconden weergegeven. Houd de toets ingedrukt om de informatie ongeveer 20 seconden weer te geven. BATTERY INFO 1 Zet de schakelaar POWER op OFF (CHG). 2 Druk op BATT RELEASE en schuif de BATTERIJLADING 0% 50% 100% BESCHIKB. OPNAMEDUUR LCD-SCHERM: 1 1 5 min BLDZOEKER : 1 2 5 min accu omhoog. A Oplaadniveau van de accu: de resterende accuduur wordt bij benadering weergegeven. B Mogelijke opnameduur met het LCDscherm. C Mogelijke opnameduur met de beeldzoeker. 12 Aan de slag Duur van opladen Aantal minuten (bij benadering) dat nodig is om een volledig ontladen accu volledig op te laden bij 25°C. (Een temperatuur van 10-30°C wordt aanbevolen.) Accu NP-F570 (bijgeleverd) 260 NP-F770 370 NP-F970 485 Opnameduur Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als u een volledig opgeladen accu gebruikt bij 25°C. Opnemen met de HDV-indeling z Tip • U kunt ook de accu's NP-F550/F730/F750/F960 gebruiken. Als u deze accu's hebt opgeladen, moet u een proefopname maken voordat u de uiteindelijke opname maakt om de beschikbare opnameduur te controleren. De opnameduur verschilt afhankelijk van de omgeving waarin de camcorder wordt gebruikt. Druk op DISPLAY/BATT INFO om de opnameduur op het scherm weer te geven. Accu Doorlopende Gebruikelijke opnameduur opnameduur Speelduur NP-F570 (bijgeleverd) 115 125 125 65 65 65 NP-F770 235 260 260 130 130 130 Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als u een volledig opgeladen accu gebruikt bij 25°C. Beelden met HDV-indeling 365 390 390 200 205 205 NP-F970 Opnemen met de DV-indeling Accu Doorlopende Gebruikelijke opnameduur opnameduur NP-F570 (bijgeleverd) 120 135 130 65 70 65 NP-F770 250 280 275 135 140 140 NP-F970 380 415 410 205 215 215 Aan de slag b Opmerking • De accu's NP-F330/F530/500/510/710 kunnen niet worden gebruikt met de camcorder. • De bovenste getallen geven het aantal minuten (bij benadering) aan als de schakelaar LCD BACKLIGHT op ON is gezet. • De middelste getallen geven het aantal minuten (bij benadering) aan als de schakelaar LCD BACKLIGHT op OFF is gezet. • De onderste getallen geven het aantal minuten (bij benadering) aan als u opneemt met de beeldzoeker. • "Gebruikelijke opnameduur" duidt op het aantal minuten (bij benadering) dat u kunt opnemen als u herhaaldelijk opneemt, start/stopt, de schakelaar POWER verschuift om de bedieningsstand te wijzigen en in-/uitzoomt. De werkelijke levensduur van de accu kan korter zijn. Accu LCDscherm geopend* LCDscherm gesloten* NP-F570 (bijgeleverd) 175 200 NP-F770 360 410 NP-F970 545 620 Beelden met DV-indeling Accu LCDscherm geopend* LCDscherm gesloten* NP-F570 (bijgeleverd) 200 235 NP-F770 415 480 NP-F970 630 725 * Met de schakelaar LCD BACKLIGHT op ON gezet. ,wordt vervolgd Aan de slag 13 b Opmerking • De stroom wordt niet geleverd via de accu als de netspanningsadapter is aangesloten op de DC INaansluiting van de camcorder, zelfs niet als het netsnoer van de netspanningsadapter is losgekoppeld van het stopcontact. • De opname- en speelduur zijn korter als u de camcorder bij lage temperaturen gebruikt. • In de volgende gevallen knippert het lampje CHG (opladen) tijdens het opladen of wordt de informatie over de accu niet juist weergegeven: – De accu is niet juist geplaatst. – De accu is beschadigd. – De accu is volledig ontladen. (Alleen voor informatie over de accu.) Een externe stroombron gebruiken Stap 3: De stroom inschakelen U moet de schakelaar POWER in de juiste bedieningsstand zetten als u beelden wilt opnemen of afspelen. Als u deze camcorder voor het eerst gebruikt, wordt het venster [KLOK INSTEL.] weergegeven (p. 16). Houd het groene knopje ingedrukt en zet de schakelaar POWER in de gewenste stand. Het apparaat wordt ingeschakeld. U kunt de netspanningsadapter als stroombron gebruiken wanneer u de accu wilt sparen. Als u de netspanningsadapter gebruikt, blijft de accu opgeladen, zelfs als deze in de camcorder is geplaatst. LET OP Zelfs als de camcorder is uitgeschakeld, wordt de camcorder nog steeds van stroom (netspanning) voorzien als de camcorder met de netspanningsadapter is aangesloten op het stopcontact. Sluit de camcorder aan zoals wordt weergegeven in "Stap 2: De accu opladen" (p. 11). • CAMERA: beelden opnemen. • VCR: beelden afspelen of bewerken. De stroom uitschakelen Zet de schakelaar POWER op OFF (CHG). 14 Aan de slag Stap 4: Het LCDscherm en de beeldzoeker aanpassen Het LCD-scherm aanpassen 180 graden Tot maximaal 100 graden Open het LCD-scherm 180 graden en draai het scherm in de gewenste positie. De helderheid van het LCD-scherm aanpassen Druk op LCD BRIGHT – of + om de helderheid aan te passen. Aan de slag U kunt de hoek en de helderheid van het LCD-scherm aanpassen aan verschillende opnamesituaties. Zelfs als er obstakels zijn tussen u en het onderwerp, kunt u het onderwerp tijdens het opnemen controleren op het LCD-scherm door de hoek van het LCD-scherm aan te passen. z Tip • Als u het LCD-scherm draait tot dit naar beneden is gericht, kunt u het LCD-scherm terugzetten in de originele positie, maar met het LCD-venster naar buiten gericht. • Als u de accu gebruikt als stroombron, kunt u de helderheid selecteren door [NIV. AV. LCD] in te stellen in het menu (LCD/BZ INST.) (p. 60). • Wanneer u de camcorder gebruikt met de accu in een heldere omgeving, zet u de schakelaar LCD BACKLIGHT op OFF ( wordt weergegeven). In deze positie spaart u de acculading. • Als u de helderheid van het LCD-scherm aanpast, is dit niet van invloed op de helderheid van de opgenomen beelden. • U kunt het geluid dat u hoort na het bevestigen van een bewerking, uitschakelen door [PIEPTOON] in het menu (OVERIGE) in te stellen op [UIT] (p. 64). De beeldzoeker aanpassen U kunt beelden bekijken met de beeldzoeker als u het LCD-scherm sluit. Gebruik de beeldzoeker als de accu bijna leeg is of wanneer het scherm moeilijk zichtbaar is. Zoekerscherpstelknopje 1 Zet de beeldzoeker omhoog. 2 Pas het beeld aan met het zoekerscherpstelknopje totdat het beeld duidelijk is. ,wordt vervolgd Aan de slag 15 Als het beeld in de beeldzoeker moeilijk zichtbaar is Als u het beeld in de beeldzoeker niet duidelijk kunt zien bij heldere omstandigheden, moet u de bijgeleverde grote oogdop gebruiken. Wanneer u de grote oogdop wilt bevestigen, moet u deze enigszins uitrekken en uitlijnen met de groef van de beeldzoeker. Vervolgens schuift u de oogdop zo ver mogelijk op de beeldzoeker. U kunt de grote oogdop naar links of naar rechts gericht op de camcorder bevestigen. Grote oogdop (bijgeleverd) Stap 5: Datum en tijd instellen Stel de datum en tijd in wanneer u de camcorder voor het eerst gebruikt. Als u de datum en tijd niet instelt, verschijnt het venster [KLOK INSTEL.] elke keer als u de camcorder inschakelt. b Opmerking • Als u de camcorder langer dan ongeveer 3 maanden niet gebruikt, wordt de ingebouwde oplaadbare knoopcel ontladen en worden de instellingen van de datum en de tijd gewist uit het geheugen. In dit geval moet u de oplaadbare knoopcel opnieuw opladen (p. 101) en vervolgens de datum en tijd opnieuw instellen. z Tip • Als u de helderheid van de achtergrondverlichting van de beeldzoeker wilt selecteren wanneer u de accu gebruikt, selecteert u het menu (LCD/BZ INST.) en [LICHT BZ] (p. 60). POWER 1 Schakel de camcorder in (p. 14). 2 Open het LCD-scherm en pas de hoek aan. Ga verder met stap 6 als u de klok voor het eerst instelt. 16 Aan de slag 3 Stap 6: Een band plaatsen Druk op MENU. CAMERA INST. WB VOORINST. AE RESPONS GAIN INST. SHOT TRANS STEADYSHOT STDYSHOT TYP ZOOM HANDGR. U kunt alleen mini-DV-banden gebruiken. Zie pagina 95 voor meer informatie over deze banden (zoals schrijfbeveiliging). [MENU]:EINDE 4 OVERIGE TERUG ASSIGN BTN KLOK INSTEL. WERELDTIJD LANGUAGE PIEPTOON OPNAMELAMP FORMAT LAMP b Opmerking • Plaats de band niet met te veel kracht in de houder. Dit kan een storing van de camcorder veroorzaken. 1 Aan de slag Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het menu (OVERIGE) te selecteren en druk op de regelaar. Schuif de schakelaar OPEN/ EJECT in de richting van de pijl en open het deksel. [MENU]:EINDE 5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [KLOK INSTEL.] te selecteren en druk op de regelaar. 1 2 0 min KLOK INSTEL. 2004 J 1M 1D 0 : 00 OPEN/EJECT [MENU]:ANNULEREN 6 Deksel Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [J] (jaar) te selecteren en druk op de regelaar. 1 2 0 min KLOK INSTEL. 2004 J 1M 1D 0 : 00 [MENU]:ANNULEREN U kunt elk gewenste jaar instellen tot maximaal 2079. 7 De bandhouder wordt automatisch uitgeschoven en geopend. Stel [M] (maand), [D] (dag), uur en minuten in op dezelfde manier als in stap 6 en druk op de regelaar. ,wordt vervolgd Aan de slag 17 2 Plaats een band met het venstergedeelte naar buiten gericht. Venstergedeelte 3 Druk zachtjes op het midden van de achterkant van de band. Druk op Stap 7: De taal voor het scherm instellen U kunt de taal voor het LCD-scherm selecteren. op de bandhouder. De bandhouder wordt automatisch naar binnen geschoven. 4 POWER Schakel de camcorder in. 2 Open het LCD-scherm en pas de hoek aan. 3 Druk op MENU. 4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het menu (OVERIGE) te selecteren en druk op de regelaar. Sluit het deksel. De band verwijderen 1 Schuif de schakelaar OPEN/EJECT in de richting van de pijl en open het deksel. De bandhouder wordt automatisch uitgeschoven. 2 Verwijder de band en druk op De bandhouder wordt automatisch naar binnen geschoven. 3 Sluit het deksel. 18 1 Aan de slag . OVERIGE TERUG ASSIGN BTN KLOK INSTEL. WERELDTIJD LANGUAGE PIEPTOON OPNAMELAMP FORMAT LAMP [MENU]:EINDE STBY 5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [LANGUAGE] te selecteren en druk op de regelaar. 0:00:00 LANGUAGE DEUTSCH E HN I KA ENGL I SH ENG[ S I MP ] ESPAÑOL FRANÇA I S I TAL I ANO [MENU]:EINDE Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om de gewenste taal te selecteren en druk op de regelaar. 7 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen. Aan de slag 6 z Tip • De camcorder biedt de optie [ENG [SIMP]] (vereenvoudigd Engels) als u uw eigen taal niet kunt vinden. Aan de slag 19 Opnemen 3 Films opnemen Houd het groene knopje ingedrukt en zet de schakelaar POWER op CAMERA. Het lampje voor de HDV-indeling gaat branden en de camcorder wordt in de opnamewachtstand gezet (de standaardinstelling). Het neemt enige tijd in beslag om de camcorder in de opnamewachtstand te zetten. U kunt films opnemen met de HDV-indeling of de DV-indeling. Voordat u opneemt, voert u stap 1 tot en met 7 bij "Aan de slag" (p. 10-p. 18) uit. Films worden met stereogeluid opgenomen. Camera-opnamelampje Lampjes voor de indeling 4 Cameraopnamelampje 1 Selecteer de opname-indeling. Opnemen met de HDV-indeling Selecteer het menu (IN/UIT OPN.), [REC FORMAT] en vervolgens [HDV1080i] (de standaardinstelling) (p. 62). verschijnt op het LCD-scherm en de camcorder wordt in de opnamewachtstand gezet. POWER en REC START/STOP Open de sluiter van de lenskap. Opnemen met de DV-indeling Selecteer het menu (IN/UIT OPN.), [REC FORMAT] en vervolgens [DV] (p. 62). verschijnt op het LCD-scherm, het lampje voor de DV-indeling gaat branden en de camcorder wordt in de opnamewachtstand gezet. 2 Open het LCD-scherm en pas de hoek aan. 5 Druk op REC START/STOP. Het opnemen wordt gestart. [OPN] wordt weergegeven op het LCD-scherm en het camera-opnamelampje gaat branden. Druk nogmaals op REC START/STOP om te stoppen met opnemen. De stroom uitschakelen Zet de schakelaar POWER op OFF (CHG). 20 Opnemen Opnemen vanuit een lage hoek Gebruik de toets REC START/STOP op de handgreep nadat u de schakelaar HOLD hebt ontgrendeld. Als u het beeld wilt weergeven tijdens het opnemen, richt u het LCD-scherm of de beeldzoeker omhoog of richt u het LCD-scherm naar beneden. Sluit vervolgens het LCD-scherm en plaats het weer in de oorspronkelijke positie met het venster naar buiten gericht. HOLD B Resterende accuduur De aangegeven tijd is wellicht niet correct, afhankelijk van de omgeving waarin u de camcorder gebruikt. Als u het LCD-scherm hebt geopend of gesloten, duurt het ongeveer 1 minuut voordat de juiste resterende accuduur wordt weergegeven. C Opnamestatus ([STBY] (wachtstand) of [OPN] (opnemen)) D Opnametijd of bandteller (uur: minuut: seconde) Voor de tijdcode van deze camcorder wordt het drop-frame-systeem gebruikt. Opnemen E Opnamecapaciteit van de band (p. 66) F Volume van de microfoon (p. 37) G Aanduiding van het midden (p. 57) Deze aanduiding wordt in het midden van het scherm weergegeven wanneer [CENTR.MARK.] in het menu (CAMERA INST.) is ingesteld op [AAN]. U kunt zo makkelijker beelden samenstellen op het scherm. H ND-filter Als [ND1] of [ND2] knippert op het scherm, schakelt u het ND-filter in (p. 30). Aanduidingen die tijdens het opnemen worden weergegeven De aanduidingen worden niet op de band opgenomen. De datum/tijd en de camera-instellingen (p. 45) worden niet weergegeven tijdens het opnemen. 6 0 min HDV1080i OPN 0: 00: 00 60 min ND 1 L R A Opname-indeling ( of ) De opnamestand (SP of LP) wordt ook weergegeven in de DV-indeling. b Opmerking • Voordat u de accu vervangt, stelt u de schakelaar POWER in op OFF (CHG). • Als de camcorder langer dan 3 minuten in de opnamestand blijft staan, wordt de opnamestand uitgeschakeld (de koptrommel stopt met draaien) om te voorkomen dat de band slijt en om de acculading te sparen. Aangezien de camcorder niet wordt uitgeschakeld, kunt u het opnemen opnieuw starten door nogmaals op de REC START/STOP te drukken. Het neemt enige tijd in beslag om het opnemen opnieuw te starten. Dit is geen storing. z Tip • U kunt de kleurbalken opnemen op een band. Als u films opneemt met de kleurbalken, kunt u de kleur aanpassen met de kleurbalken terwijl u het beeld op een televisie of monitor bekijkt. Druk op BARS als u de kleurbalken wilt weergeven. Druk nogmaals op BARS om de kleurbalken te verbergen. • Wilt u een vloeiende overgang van de laatstopgenomen scène naar de volgende scène op de band, dan moet u rekening houden met de volgende punten. – Verwijder de band niet uit de camcorder. (Het beeld wordt zonder onderbreking opgenomen, zelfs als u de stroom uitschakelt). ,wordt vervolgd Opnemen 21 – Neem geen beelden op in de HDV-indeling en in de DV-indeling op dezelfde band. – Neem geen beelden op in de stand SP en LP op dezelfde band. – Onderbreek het opnemen van een film in de stand LP niet. • De opnameduur, datum en camera-instellingen worden automatisch opgenomen op de band zonder dat deze worden weergegeven op het scherm. U kunt deze informatie bekijken tijdens het afspelen door op [DATA. CODE] te drukken (p. 45). • De volgende functies werken wellicht niet correct als er op de band zowel in de HDV-indeling als in de DV-indeling is opgenomen: – Zero set memory – Datumzoekfunctie – Indexzoekfunctie • Als de aangesloten externe microfoon mono is, wordt het geluid alleen via het linkerkanaal (L) opgenomen en geeft de audioniveaumeter alleen het linkerkanaal (L) aan (p. 58). De zoomfunctie gebruiken Op de camera en de handgreep zijn zoomknoppen geplaatst. U krijgt de beste resultaten als u de zoomfunctie met mate gebruikt. 1 cm* 80 cm* Langere tijd opnemen Selecteer [ OPNM STAND] in het menu (IN/UIT OPN.) en vervolgens [LP] (p. 62). U kunt in de stand LP 1,5 keer langer opnemen dan in de stand SP. Een band die is opgenomen in de stand LP, kunt u alleen afspelen met deze camcorder. * De minimale afstand tussen de camcorder en het onderwerp die u nodig hebt voor scherpe weergave als de knop in deze positie geplaatst is. 1 Stel de schakelaar ZOOM in op LEVER/ REMOTE. 2 Als u de motorzoomknop voorzichtig indrukt, kunt u langzaam in- en uitzoomen op het onderwerp. Druk de motorzoomknop verder in voor een snellere zoombeweging. Een grotere weergavehoek opnemen Druk op de kant met de W van de motorzoomknop. Het onderwerp lijkt verder weg (Groothoekopnamen). Van dichtbij opnemen Druk op de kant met de T van de motorzoomknop. Het onderwerp lijkt dichterbij (Teleopnamen). 22 Opnemen Zoomknop op de handgreep gebruiken Zoomring gebruiken U kunt de snelheid van de zoomfunctie aanpassen met de zoomschakelaar op de handgreep wanneer u de zoomknop op de handgreep gebruikt. U kunt de gewenste zoomsnelheid instellen. Tevens kunt u de snelheid nauwkeurig afstemmen. Zoomknop op handgreep Zoomschakelaar op handgreep 1 Stel de schakelaar ZOOM in op RING. 2 Draai de zoomring om in of uit te zoomen. Opnemen b Opmerking • Draai de zoomring niet te snel. Als u dit wel doet, is de snelheid van de ring wellicht te hoog voor de zoomfunctie. • Als u in- of uitzoomt met de afstandsbediening, stelt u de schakelaar ZOOM in op LEVER/REMOTE. • De positie van de zoomfunctie en de hoek van het beeld worden gewijzigd wanneer de schakelaar ZOOM wordt gewijzigd van LEVER/REMOTE in RING. • Als u de zoomring snel draait, wordt het geluid van de motor harder, omdat de zoommotor sneller draait. Als het geluid van de motor zo hard wordt dat dit wellicht wordt opgenomen, moet u de zoomschakelaar of de afstandsbediening gebruiken. Zoomring 1 Zet de schakelaar ZOOM op LEVER/ REMOTE. 2 Stel de zoomschakelaar op de handgreep in op H (hoog) of L (laag). U kunt de zoomsnelheid van H of L van de zoomknop op de handgreep instellen op [ZOOM HANDGR.] in het menu (CAMERA INST.). In de standaardinstelling heeft [H] de waarde 6 en [L] de waarde 3 (p. 56). 3 Druk op de zoomknop op de handgreep om in of uit te zoomen. b Opmerking • U kunt de zoomsnelheid niet aanpassen door op de zoomknop op de handgreep te drukken. Wijzig de zoomsnelheid door [ZOOM HANDGR.] in te stellen (p. 56). • U kunt de zoomknop op de handgreep niet gebruiken wanneer de zoomschakelaar op de handgreep is ingesteld op OFF. • U kunt de zoomsnelheid van de zoomknop op de camera niet wijzigen door de zoomschakelaar op de handgreep aan te passen. Opnemen 23 Opnemen in de spiegelstand U kunt het LCD-scherm naar het onderwerp draaien zodat u en uw onderwerp het opgenomen beeld kunnen delen. U kunt deze functie ook gebruiken als u zichzelf opneemt of om de aandacht van kleine kinderen vast te houden als u hen opneemt. Tot maximaal 100 graden Opnamegegevens weergeven – Statuscontrole U kunt de waarde van de volgende items controleren in de wachtstand of tijdens het opnemen. • Audio-instellingen, zoals het volume van de microfoon (p. 37) • Uitvoerinstellingen ([COMPONENT], [i.LINK-CONV.] en [TV-TYPE]) (p. 62) • Functies die zijn toegewezen aan de toetsen van ASSIGN (p. 70) • Instellingen voor opnameprofiel (p. 34) Open het LCD-scherm 180 graden en draai het scherm in de gewenste positie tot u een klik hoort. Er verschijnt een spiegelbeeld van het onderwerp op het LCD-scherm, maar het beeld wordt normaal opgenomen. 1 Druk op STATUS CHECK. 2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het gewenste item weer te geven. Elke keer dat u de regelaar draait, worden de items als volgt weergegeven: AUDIO t UITVOER t ASSIGN t PICT. PROFILE De weergave van de opnamegegevens uitschakelen Druk op STATUS CHECK. 24 Opnemen b Opmerking • Informatie over de instellingen voor opnameprofiel wordt niet weergegeven wanneer deze instelling is ingesteld op [UIT]. De belichting aanpassen In de standaardinstelling wordt de belichting automatisch aangepast. Opnemen Als u beelden helderder of donkerder wilt opnemen dan die worden gemaakt met de automatische aanpassing voor de verlichting, gebruikt u de functie voor handmatig aanpassen (p. 28), of past u de beeldkwaliteit aan met de functie PICTURE PROFILE (p. 34). De belichting voor onderwerpen met tegenlicht aanpassen Als het onderwerp met de rug naar de zon of ander licht staat, kunt u de belichting aanpassen om te voorkomen dat het onderwerp te donker wordt weergegeven. Druk op BACK LIGHT tijdens het opnemen of in de wachtstand. . wordt weergegeven. Als u de tegenlichtfunctie wilt annuleren, drukt u nogmaals op BACK LIGHT. ,wordt vervolgd Opnemen 25 b Opmerking • De tegenlichtfunctie wordt uitgeschakeld wanneer u op SPOT LIGHT drukt. • U kunt de tegenlichtfunctie niet gebruiken als 2 of meer items voor iris, gevoeligheid en sluitertijd handmatig zijn aangepast. Het onderwerp opnemen bij fel licht – SPOT LIGHT Gebruik deze functie om te voorkomen dat gezichten er zeer bleek uitzien onder felle lampen, zoals in het theater. Druk op SPOT LIGHT tijdens het opnemen of in de wachtstand. Witbalans aanpassen U kunt de witbalans aanpassen aan het licht van de opnameomgeving. U kunt de aanpassingsgegevens voor witbalans voor 2 verschillende opnameomstandigheden opgeven en apart opslaan in geheugen A en B. Tijdens het opnemen kunt u deze instellingen oproepen uit het geheugen met de schakelaar WHT BAL (witbalans). De instellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, mits deze niet worden gewijzigd. De gegevens blijven ook bewaard wanneer de stroombron wordt losgekoppeld. (één druk) WHT BAL wordt weergegeven. Als u deze functie wilt annuleren, drukt u nogmaals op SPOT LIGHT. b Opmerking • De spotlightfunctie wordt geannuleerd wanneer u op BACK LIGHT drukt. • U kunt de spotlightfunctie niet gebruiken als 2 of meer items voor iris, gevoeligheid en sluitertijd handmatig zijn aangepast. 26 Opnemen 1 Stel tijdens het opnemen of in de wachtstand de schakelaar AUTO LOCK in op de middelste positie om de automatische vergrendeling uit te schakelen. 2 Druk op WHT BAL. 3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om 3 Stel de schakelaar WHT BAL in op A of B. 4 Neem een wit onderwerp op zoals een papiertje dat het volledige scherm vult. Zorg ervoor dat de lichtomstandigheden hetzelfde zijn als die van het onderwerp. het menu (CAMERA INST.) te selecteren en druk op de regelaar. 4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [WB VOORINST.] te selecteren en druk op de regelaar. 5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het gewenste item te selecteren en druk op de regelaar. Item 5 Druk op (één druk) WHT BAL. [BUITEN] ( Aanpassingsgegevens oproepen uit het geheugen 1 Stel tijdens het opnemen of in de [BINNEN] (n) wachtstand de schakelaar AUTO LOCK in op de middelste positie om de automatische vergrendeling uit te schakelen. 2 Stel de schakelaar WHT BAL in op A of B. 3 Druk op WHT BAL. De witbalans wordt ingesteld op de opgeroepen aanpassing. b Opmerking • Stel de camcorder niet bloot aan mechanische schokken als A of B knippert. • Als A of B niet stopt met knipperen en constant gaat branden, kan de camcorder de witbalans niet instellen. In dit geval gebruikt u de vooraf ingestelde of automatische witbalans. Vooraf ingestelde witbalans gebruiken De camcorder heeft 2 sets met vooraf ingestelde witbalanswaarden die u kunt selecteren op basis van het licht van de opnameomgeving. • buitenopnamen 's nachts, neonverlichting of vuurwerk • zonsopgang, zonsondergang • fluorescerende lampen overdag Opnemen A of B knippert snel. Als de witbalans wordt aangepast, gaat A of B branden en worden de aanpassingsgegevens opgeslagen. Opnameomgeving ) • op een feestje of op locaties waar de lichtomstandigheden snel veranderen • bij videolampen zoals in een studio, bij natriumlampen, kwiklampen of zachte, witte verlichting 6 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen. 7 Stel de schakelaar WHT BAL in op PRESET. 8 Druk op WHT BAL. De witbalans wordt ingesteld op de geselecteerde instelling. Automatische witbalans herstellen Druk op WHT BAL of stel de schakelaar AUTO LOCK in op AUTO LOCK. b Opmerking • Als u de schakelaar AUTO LOCK instelt op AUTO LOCK, worden andere handmatig aangepaste items (iris, gevoeligheid, sluitertijd) ook tijdelijk automatisch. 1 Stel tijdens het opnemen of in de wachtstand de schakelaar AUTO LOCK in op de middelste positie om de automatische vergrendeling uit te schakelen. 2 Druk op MENU. Opnemen 27 Opnemen met handmatige aanpassingen U kunt de iris, gevoeligheid, enzovoort handmatig aanpassen op basis van de helderheid van de opnameomgeving om de gewenste effecten te verkrijgen. Pas de iris, gevoeligheid, sluitertijd en witbalans aan nadat u de schakelaar AUTO LOCK hebt ingesteld op de middelste positie om de stand voor automatisch vergrendelen uit te schakelen. Afhankelijk van de positie van de schakelaar AUTO LOCK, kunt u de instellingen van deze functies bewaren of uitschakelen. Positie Functie AUTO LOCK Automatisch aanpassen. De iris aanpassen U kunt de hoeveelheid licht die op de lens valt handmatig aanpassen. Als de iris verder wordt geopend (lagere diafragmawaarde), wordt de hoeveelheid licht groter. Het bereik van de scherpstelling wordt kleiner en alleen het onderwerp wordt scherp weergegeven. Als de iris gesloten wordt (hogere diafragmawaarde), wordt de hoeveelheid licht kleiner en kan een groter deel van het beeld scherp worden weergegeven. Middelste Handmatig aanpassen. positie (de stand voor automatisch vergrendelen uitschakelen) HOLD IRIS regelaar Selecteer deze positie nadat u instellingen handmatig hebt aangepast om de instellingen te bewaren. Zie pagina 26 voor informatie over het aanpassen van de witbalans. b Opmerking • Als u de belichting bewust op een ander niveau dan een goed niveau wilt instellen, past u de iris, gevoeligheid en sluitertijd handmatig aan. • Als u alleen de iris, sluitertijd of gevoeligheid handmatig aanpast, kunt u opnemen met prioriteit voor de iris, sluitertijd of gevoeligheid. z Tip • Als u de helderheid van beelden wilt aanpassen, stelt u de iris, gevoeligheid en sluitertijd in op handmatig aanpassen en draait u de regelaar voor de iris. 1 Stel tijdens het opnemen of in de wachtstand de schakelaar AUTO LOCK in op de middelste positie om de automatische vergrendeling uit te schakelen. 2 Druk op IRIS. Het huidige diafragma (F) wordt weergegeven. 3 Draai de regelaar IRIS naar een gewenst diafragma. Het diafragma (F) kan worden ingesteld op F1,6 tot F11 en Close. De bijbehorende waarde wordt weergeven. 28 Opnemen Automatische aanpassing herstellen Druk op IRIS of stel de schakelaar AUTO LOCK in op AUTO LOCK. b Opmerking • Als u de schakelaar AUTO LOCK instelt op AUTO LOCK, worden andere handmatig aangepaste items (gevoeligheid, sluitertijd, witbalans) tijdelijk ook automatisch aangepast. • Wanneer u de zoomfunctie verschuift van W (groothoek) naar T (tele-opnamen), wordt het diafragma gewijzigd van F1,6 in F2,8. De gevoeligheid aanpassen Pas de gevoeligheid handmatig aan wanneer u donkere of zwarte objecten opneemt en AGC (automatische beheerfunctie voor gevoeligheid) niet wilt activeren. Stel tijdens het opnemen of in de wachtstand de schakelaar AUTO LOCK in op de middelste positie om de automatische vergrendeling uit te schakelen. 2 Druk op GAIN. De huidige waarde voor gevoeligheid wordt weergegeven. 3 Stel de schakelaar GAIN in op de gewenste positie. Opnemen z Tip • U kunt de draairichting van de irisregelaar selecteren met [IRISKEUZE] in het menu (OVERIGE) (p. 65). • De iris is van grote invloed op de diepte van het gebied waarin u kunt scherpstellen op een object. Dit is het bereik van de scherpstelling. Als de iris ver is geopend, is het gebied waarin u kunt scherpstellen kleiner. Is de iris gesloten, dan is dit gebied groter. Stel de iris in op basis van het doel van de opname. 1 Er zijn 3 gevoeligheidsniveaus (H, M, L) beschikbaar. U kunt de waarde voor de verschillende posities instellen met [GAIN INST.] in het menu (CAMERA INST.) (p. 54). De standaardinstellingen voor de afzonderlijke posities zijn 18 dB (H), 9 dB (M) en 0 dB (L). Hoe hoger de gevoeligheidswaarde, hoe helderder het beeld. Automatische aanpassing herstellen Druk op GAIN of stel de schakelaar AUTO LOCK in op AUTO LOCK. b Opmerking • Als u de schakelaar AUTO LOCK instelt op AUTO LOCK, worden andere handmatig aangepaste items (iris, sluitertijd, witbalans) tijdelijk ook automatisch. Opnemen 29 Sluitertijd aanpassen U kunt de sluitertijd handmatig aanpassen aan uw wensen. Afhankelijk van de sluitertijd kunt u het object stil laten staan of juist de vloeiendheid van beweging benadrukken. Automatische aanpassing herstellen Druk op SHUTTER SPEED of stel de schakelaar AUTO LOCK in op AUTO LOCK. b Opmerking • Als u de schakelaar AUTO LOCK instelt op AUTO LOCK, worden andere handmatig aangepaste items (iris, gevoeligheid, witbalans) tijdelijk ook automatisch. z Tip • Het is moeilijk automatisch scherp te stellen met een lage sluitertijd. U kunt het beste handmatig scherpstellen als de camcorder op een statief is geplaatst. • Het beeld flikkert of verandert van kleur onder TLbuizen, natriumlampen of kwiklampen. De hoeveelheid licht aanpassen – ND FILTER 1 Stel tijdens het opnemen of in de wachtstand de schakelaar AUTO LOCK in op de middelste positie om de automatische vergrendeling uit te schakelen. 2 Druk op SHUTTER SPEED. 3 Pas de sluitertijd aan door de regelaar SEL/PUSH EXEC te draaien. U kunt een sluitertijd selecteren tussen 1/3 seconde en 1/10000 seconde. De geselecteerde sluitertijd wordt op het scherm weergegeven. Als u bijvoorbeeld 1/100 seconde selecteert, wordt [100] weergegeven. Hoe hoger de waarde die op het scherm wordt weergegeven, hoe hoger de sluitertijd. Hoe lager de waarde die op het scherm wordt weergegeven, hoe lager de sluitertijd. 30 Opnemen Wanneer de opnameomgeving te helder is, kunt u met het filter ND het onderwerp duidelijk opnemen. De filterinstelling ND heeft 2 niveaus. Het eerste niveau voor ND verlaagt de hoeveelheid licht naar ongeveer 1/6 en het tweede niveau voor ND verlaagt de hoeveelheid naar 1/32. Als [ND1] of [ND2] knippert in de wachtstand, stelt u de schakelaar ND FILTER in op de juiste positie. Als [ND1] knippert Stel de schakelaar ND FILTER in op 1 om [ND1] in te schakelen. Als [ND2] knippert Stel de schakelaar ND FILTER in op 2 om [ND2] in te schakelen. Als [ND OFF] knippert Stel de schakelaar ND FILTER in op OFF om de aanduiding uit te schakelen. Als een deel van het scherm te veel belicht is, kan dit gedeelte wit worden weergegeven wanneer u de opname afspeelt. Als u het zebrapatroon weergeeft op dit gedeelte, wordt u eraan herinnerd dat u de helderheid moet aanpassen voor u opneemt. U kunt het helderheidsniveau selecteren in het menu om het zebrapatroon weer te geven. Opnemen b Opmerking • Als u de schakelaar ND FILTER tijdens het opnemen verplaatst, kunnen het beeld en het geluid worden vervormd. • Als u de iris handmatig aanpast, wordt er geen aanduiding voor het filter ND weergegeven, zelfs niet wanneer het filter ND moet zijn ingeschakeld. Het zebrapatroon weergeven om de helderheid aan te passen z Tip • Als u de iris grotendeels sluit terwijl u een helder onderwerp opneemt, kan diffractie optreden waardoor het beeld niet langer scherp is. (Dit komt vaak voor met videocamera's.) Het filter ND onderdrukt dit effect en zorgt voor betere resultaten. 1 Druk op MENU tijdens het opnemen of in de wachtstand. 2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het menu (CAMERA INST.) te selecteren en druk op de regelaar. 3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [NIVEAU ZEBRA] te selecteren en druk op de regelaar. 4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het gewenste niveau te selecteren en druk op de regelaar. ,wordt vervolgd Opnemen 31 Selecteer een waarde van [70] tot [100] of [100+]. Als u [70] selecteert, wordt het zebrapatroon weergegeven op het gedeelte waar het helderheidssignaal 70±5% is. Als u [100+] selecteert, wordt het zebrapatroon weergegeven op alle gedeelten waar het helderheidssignaal hoger dan 100% is. De standaardinstelling is [100+]. 5 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen. 6 Stel de schakelaar ZEBRA/PEAKING in op ZEBRA. Het zebrapatroon wordt weergegeven. Het zebrapatroon verbergen Stel de schakelaar ZEBRA/PEAKING in op OFF. b Opmerking • Het zebrapatroon wordt niet opgenomen op de band. • U kunt het zebrapatroon niet gebruiken wanneer de functie voor verscherping is ingeschakeld (p. 34). Scherpstelling aanpassen Er wordt automatisch scherpgesteld in de standaardinstelling. De scherpstelling handmatig aanpassen U kunt de scherpstelling handmatig aanpassen aan de opnameomstandigheden. Gebruik deze functie in de volgende gevallen. – Een onderwerp achter een raam met regendruppels opnemen. – Horizontale strepen opnemen. – Een onderwerp met weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond opnemen. – Als u wilt scherpstellen op een onderwerp in de achtergrond. – Een stilstaand beeld opnemen met de camcorder op een statief. Scherpstelring 32 Opnemen 1 Stel de schakelaar FOCUS in op MAN (handmatig) tijdens het opnemen of in de wachtstand. 9 wordt weergegeven. 2 Draai de scherpstelring en pas de scherpstelling aan. 9 wordt gewijzigd in als u niet verder weg kunt scherpstellen. 9 wordt gewijzigd in als u niet dichter bij kunt scherpstellen. De scherpstelling automatisch aanpassen Stel de schakelaar FOCUS in op AUTO. Tijdelijk automatisch scherpstellen Houd PUSH AUTO ingedrukt tijdens het opnemen. Als u de toets loslaat, wordt de instelling hersteld naar handmatig scherpstellen. Gebruik deze functie om scherp te stellen op een ander object. De scènes lopen vloeiend in elkaar over. Opnemen Tips voor handmatig scherpstellen • U kunt gemakkelijker scherpstellen op het onderwerp als u de zoomfunctie gebruikt. Draai de motorzoomknop naar T (teleopnamen) om de scherpstelling aan te passen en vervolgens naar W (groothoek) om de zoomfunctie aan te passen voor de opnamen. • Als u een close-up wilt maken van een onderwerp, draait u de motorzoomknop naar W (groothoek) om het beeld volledig te vergroten en past u vervolgens de scherpstelling aan. Zolang de scherpstelring wordt gedraaid, blijft het beeld vergroot. Ongeveer 2 seconden nadat u de ring hebt losgelaten, of wanneer u op REC START/STOP drukt, wordt het beeld in het oorspronkelijke formaat weergegeven. z Tip • De informatie over de brandpuntsafstand (te gebruiken als u moeilijk kunt scherpstellen in het donker) wordt in de volgende gevallen 3 seconden weergegeven. (Deze informatie wordt niet juist weergegeven als u een voorzetlens (optioneel) gebruikt.) – Als u de stand voor scherpstelling wijzigt van automatisch in handmatig. – Als u de scherpstelring draait. Scherpstellen op een verafgelegen object Neem het onderwerp op met de schakelaar FOCUS in de stand INFINITY. wordt weergegeven. Als u de schakelaar loslaat wordt deze teruggezet in de stand voor automatisch scherpstellen. Gebruik deze functie om een verafgelegen object op te nemen wanneer er automatisch is scherpgesteld op een dichtbijgelegen object. De functie voor vergroot scherpstellen gebruiken Druk op EXPANDED FOCUS. [EXPANDED FOCUS] wordt weergegeven en het midden van het scherm wordt ongeveer 2 keer vergroot. Het is eenvoudiger de instelling voor scherpstellen te controleren tijdens het handmatig scherpstellen. Het scherm wordt na ongeveer 5 seconden in het oorspronkelijke formaat weergegeven. Opnemen 33 De randen verscherpen om scherp te stellen – PEAKING U kunt de randen van het beeld op het scherm verscherpen om het scherpstellen te vereenvoudigen. Stel de schakelaar ZEBRA/PEAKING in op PEAKING tijdens het opnemen of in de wachtstand. Verscherpen annuleren Stel de schakelaar ZEBRA/PEAKING in op OFF. b Opmerking • De verscherping van het beeld wordt niet opgenomen op de band. • U kunt de functie voor verscherpen niet gebruiken wanneer het zebrapatroon is ingeschakeld (p. 31). z Tip • Als u verscherpen gebruikt in combinatie met vergroot scherpstellen, kunt u eenvoudiger scherpstellen. De beeldkwaliteit of het geluid aanpassen De beeldkwaliteit aanpassen – PICTURE PROFILE U kunt de beeldkwaliteit aanpassen door de kleurintensiteit, helderheid, witbalans, enzovoort aan te passen. U kunt 6 verschillende instellingen voor beeldkwaliteit instellen op basis van de tijd, het weer of de persoon die opneemt, en deze instellingen opslaan in het geheugen. Sluit de camcorder aan op een televisie of monitor en pas de beeldkwaliteit aan terwijl u het beeld bekijkt op de televisie of de monitor. [PP1] tot en met [PP6] zijn standaard opgeslagen met instellingen voor beeldkwaliteit voor de volgende opnameomstandigheden. OpnameOpnameomstandigheden profielnummer PP1 Deze instelling is geschikt voor opnemen in de HDV-indeling PP2 Deze instelling is geschikt voor opnemen in de DV-indeling PP3 Deze instelling is geschikt voor het opnemen van personen PP4 Deze instelling is geschikt voor het opnemen van beelden met filmkwaliteit PP5 Deze instelling is geschikt voor het opnemen van een zonsondergang PP6 Deze instelling is geschikt voor opnemen in zwart-wit U kunt de bovenstaande standaardinstellingen naar wens aanpassen. 34 Opnemen Aanpassing [HUIDSKLEUR] Rimpels minder duidelijk maken door de randen te onderdrukken op het gedeelte met huidskleur dat moet worden aangepast. [TYPE1] (het kleurbereik dat wordt herkend als huidskleur is klein) tot [TYPE3] (het kleurbereik dat wordt herkend als huidskleur is uitgebreid) In het geval van [TYPE3] kan het effect ook worden toegepast op een kleur die geen huidskleur is. [UIT]: geen aanpassing [AE KEUZE] –7 (donker) tot +7 (licht) [VERST. LUMIET] Selecteer de hoogste waarde voor de automatische beheerfunctie voor gevoeligheid (AGC) ([UIT], 12dB, 6dB, 0dB). [UIT] is 18dB. [AUT IRIS LMT] De hoogste diafragmawaarde selecteren voor het automatisch scherpstellen (F11, F6,8, F4). U kunt kiezen uit [PP1] tot en met [PP6]. [WBVERSCH.] 3 –7 (witte gedeelten blauwer maken) tot +7 (witte gedeelten roder maken) Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [INSTELLING] te selecteren en druk op de regelaar. [GEVOEL. AWB] 4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het gewenste item te selecteren en druk op de regelaar. 5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om de beeldkwaliteit aan te passen en druk op de regelaar. De werking van de automatische witbalans instellen bij een rode lichtbron, zoals een gloeilamp of kaars, of bij een blauwe lichtbron, zoals schaduw buitenshuis. [HOOG] (minder blauw of rood) tot [LAAG] (meer rood of blauw) [GEVOEL.AWB] werkt niet bij een heldere lucht of in de zon. [CINEMATONE γ] [AAN]: beelden worden opgenomen met de gammacurve die het natuurlijke verloop nabootst. Dit lijkt op die van filmcamera's. [CINEFRAME] [CINEFRAME 25]: beelden worden opgenomen met de sfeer van een bioscoop. [UIT]: normaal opnemen 1 Druk op PICTURE PROFILE in de wachtstand. 2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om een opnameprofielnummer te selecteren en druk op de regelaar. Item Aanpassing [KLEURNIVEAU] –7 (laag) tot +7 (hoog) –8: zwart-wit [KLEURFASE] –7 (groen) tot +7 (rood) [SCHERPTE] 0 (zacht) tot 15 (helder) Opnemen Item ,wordt vervolgd Opnemen 35 6 7 8 Item Aanpassing [KOPIËREN] Een opnameprofielinstelling kopiëren naar andere opnameprofielen. [HERST.] De standaardinstelling van het opnameprofiel herstellen. Herhaal stap 4 en 5 om andere items aan te passen. Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [ TERUG] te selecteren en druk op de regelaar. Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [OK] te selecteren en druk op de regelaar. Er verschijnt een aanduiding van het opnameprofiel. 5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het nummer van het opnameprofiel waarnaar moet worden gekopieerd te selecteren en druk op de regelaar. 6 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om nogmaals [JA] te selecteren en druk op de regelaar. Als u de instellingen niet wilt kopiëren, selecteert u [NEE]. 7 Druk op PICTURE PROFILE. Instellingen van opnameprofielen herstellen U kunt de opnameprofielinstellingen herstellen volgens het opnameprofielnummer. U kunt niet alle instellingen in één keer herstellen. 1 Druk op PICTURE PROFILE. 2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het nummer te selecteren van het opnameprofiel dat moet worden hersteld en druk op de regelaar. 3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om Opslaan van het opnameprofiel annuleren Selecteer [UIT] in stap 2 en druk op de regelaar SEL/PUSH EXEC. Instellingen van opnameprofielen controleren Druk op STATUS CHECK tijdens het opnemen of in de wachtstand (p. 24). Opnameprofielinstellingen kopiëren naar andere opnameprofielen 1 Druk op PICTURE PROFILE. 2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het nummer van het opnameprofiel te selecteren en druk op de regelaar. 3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [INSTELLING] te selecteren en druk op de regelaar. 4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [KOPIËREN] te selecteren en druk op de regelaar. 36 Opnemen [INSTELLING] te selecteren en druk op de regelaar. 4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [HERST.] te selecteren en druk op de regelaar. 5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [JA] te selecteren en druk op de regelaar. Als u het opnameprofiel niet wilt herstellen, selecteert u [NEE]. 6 Druk op PICTURE PROFILE. b Opmerking • Als u de instellingen voor iris, sluitertijd en gevoeligheid handmatig aanpast, kunt u [AE KEUZE] niet gebruiken. • Als u de iris handmatig aanpast, kunt u [AUT IRIS LMT] niet gebruiken. • Als het object zo fel is dat de waarde die is ingesteld bij [AUT IRIS LMT] niet juist is, kan de sluitertijd automatisch op 1/1750 worden ingesteld. • Als u de gevoeligheid handmatig aanpast, kunt u [VERST.LIMIET] niet gebruiken. • Als u [CINEFRAME 25] selecteert wanneer de sluitertijd lager is dan 1/12, wordt de sluitertijd automatisch ingesteld op 1/25. Audio-opnameniveau aanpassen – Volume van de microfoon U kunt het volume van de microfoon aanpassen tijdens het opnemen. U kunt het beste het volume controleren met een koptelefoon. Open de klep en stel de schakelaar AUTO/MAN in op MAN. 2 Pas het volume aan met de regelaar AUDIO LEVEL tijdens het opnemen of in de wachtstand. Automatische aanpassing herstellen Scènes vloeiend laten overlopen – Opnameovergang U kunt de instellingen voor scherpstellen, zoomen, iris, gevoeligheid, sluitertijd en witbalans opslaan. Vervolgens kunt u de huidige opname-instellingen wijzigen in de opgeslagen instellingen, waardoor scènes vloeiend in elkaar overlopen (Opnameovergang). U kunt bijvoorbeeld eerst scherpstellen op objecten die dichtbij zijn en vervolgens scherpstellen op objecten die verder weg zijn, of het bereik aanpassen door de iris aan te passen. Daarnaast kunt u scènes met verschillende opnameomstandigheden vloeiend in elkaar laten overlopen. Als u de functie voor handmatig aanpassen voor de witbalans opslaat, lopen scènes vloeiend in elkaar over als objecten binnen en buiten worden opgenomen. Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. Opnemen 1 Beelden met verschillende functies opnemen SHOT A Stel de schakelaar AUTO/MAN in op AUTO. b Opmerking • U kunt het volume van de audio-invoer via de AUDIO/VIDEO-aansluiting of de HDV/DVaansluiting niet aanpassen. z Tip • Als u de audiogegevens gedetailleerder wilt weergeven, drukt u op STATUS CHECK (p. 24). U kunt het volume ook controleren tijdens de automatisch aanpassing. SHOT B Stel de overgangscurve en duur in met [SHOT TRANS] in het menu (CAMERA INST.) (p. 55). ,wordt vervolgd Opnemen 37 REC START/STOP De geselecteerde instelling wordt toegepast op het beeld op het scherm. De scherpstelling, zoomfunctie, enzovoort worden automatisch aangepast aan de opgeslagen instelling. b Opmerking • U kunt de ingestelde overgangstijd en curve niet controleren met [SHOT TRANS] in het menu (CAMERA INST.). Opnemen met de functie voor opnameovergang 1 Druk herhaaldelijk op STORE/CHECK/ EXEC om het lampje EXEC in te schakelen. Stap 1: Sla de instellingen op 1 Druk herhaaldelijk op STORE/CHECK/ EXEC om het lampje STORE in te schakelen. 2 Pas de gewenste items handmatig aan. Als u de instellingen van items zoals de iris handmatig wilt instellen, stelt u de schakelaar AUTO LOCK in op de middelste positie om de automatische vergrendeling uit te schakelen. Zie pagina's 26-30 voor meer informatie over aanpassingen. 3 Druk op een toets (A of B) om de opslaglocatie te selecteren. De instelling wordt opgeslagen onder de geselecteerde toets. De instellingen worden Shot A en Shot B genoemd. b Opmerking • Als u de schakelaar POWER instelt op OFF (CHG), worden instellingen die zijn opgeslagen onder Shot A en B verwijderd. Stap 2: Controleer de opgeslagen instellingen (Shot) 1 Druk herhaaldelijk op STORE/CHECK/ EXEC om het lampje CHECK in te schakelen. 2 Druk op de toets (A of B) waaronder de instelling was opgeslagen. 38 Opnemen 2 Druk op REC START/STOP. 3 Druk op de toets (A of B) waaronder de gewenste instelling is opgeslagen. Beelden worden opgenomen met de instellingen die automatisch zijn gewijzigd van de huidige instellingen in de opgeslagen instellingen. 1 2 0 min 0:00:05 OPN SHOT TRANS EXEC SHOT A SHOT B S E Overgangsbalk S: start E: einde b Opmerking • U kunt niet zoomen, scherpstellen of handmatig instellingen aanpassen als u de functie voor opnameovergang controleert of activeert. • Wanneer u [SHOT TRANS] wijzigt in het menu (CAMERA INST.), schakelt u het lampje STORE/CHECK/EXEC uit door op de toets te drukken. • U kunt tijdens het opnemen niet terugkeren naar de vorige instellingen vanuit Shot A of Shot B nadat u de functie voor opnameovergang hebt geactiveerd. • Als u de volgende toetsen indrukt tijdens de bewerking voor opnameovergang, wordt de bewerking geannuleerd: – PICTURE PROFILE – MENU – P-MENU – EXPANDED FOCUS – STATUS CHECK z Tip • U kunt opnemen met beide instellingen door van Shot A over te schakelen naar Shot B, of van Shot B naar Shot A. Wilt u bijvoorbeeld overschakelen van Shot A naar Shot B, dan schakelt u het lampje CHECK in en drukt u op A en vervolgens op REC START/STOP. Schakel vervolgens het lampje EXEC in en druk op B. • U kunt de opnameovergang uitproberen door op de toets (A of B) te drukken, waaronder de gewenste instelling is opgeslagen voordat u op REC START/ STOP drukt in stap 2. De bewerking annuleren Een scène in- of uitfaden – FADER U kunt de volgende effecten toevoegen aan beelden die u op dit moment opneemt. Wijs de functie FADER van tevoren toe aan een van de toetsen van ASSIGN. Zie pagina 70 voor informatie over het toewijzen van een functie. Opnemen Druk herhaaldelijk op STORE/CHECK/EXEC tot de lampjes STORE/CHECK/EXEC zijn uitgeschakeld. REC START/STOP [FADER ZWART] [FADER WIT] ,wordt vervolgd Opnemen 39 1 Druk in de wachtstand op de toets ASSIGN die is toegewezen aan de functie FADER als u wilt infaden of druk tijdens het opnemen op deze toets als u wilt uitfaden. Elke keer dat u op de toets drukt, wordt de aanduiding als volgt gewijzigd: [FADER ZWART] t [FADER WIT] t geen weergave 2 Druk op REC START/STOP. REC START/STOP De aanduiding voor de functie FADER stopt met knipperen en verdwijnt als het faden is voltooid. De bewerking annuleren Druk herhaaldelijk op de toets ASSIGN die is toegewezen aan de functie FADER tot de aanduidingen voor FADER verdwijnen. b Opmerking • U kunt de functie FADER niet gebruiken met de functie [BEELDOPNAME] (Beeldopname). Een indexsignaal opnemen aan het begin van de opname Als u een indexmarkering maakt voor een scène, kunt u de scène later eenvoudig opzoeken (p. 51). Met de indexfunctie kunt u de overgang van de opname eenvoudiger controleren of de beelden bewerken met indexsignalen. Wijs de indexfunctie van tevoren toe aan een van de toetsen van ASSIGN. Zie pagina 70 om een functie toe te wijzen. 40 Opnemen Druk op de toets ASSIGN die is toegewezen aan de indexfunctie. Als u op deze toets drukt tijdens de opname wordt ongeveer 7 seconden weergegeven en wordt een indexsignaal opgenomen. Als u op deze toets drukt in de wachtstand knippert. Wanneer u op REC START/STOP drukt om het opnemen te starten, wordt ongeveer 7 seconden weergegeven en wordt een indexsignaal opgenomen. De bewerking annuleren Voordat u begint met opnemen, drukt u nogmaals op de toets ASSIGN die is toegewezen aan de indexfunctie. b Opmerking • U kunt niet achteraf een indexsignaal opnemen op een band. Opnemen in het formaat 16:9 * Het beeld dat wordt weergegeven kan variëren, afhankelijk van de aangesloten televisie. U kunt beelden die zijn opgenomen in de DV-indeling weergeven op het volledige televisiescherm als u voordat u gaat opnemen de instelling [DV-BREEDOPN] instelt in het menu (CAMERA INST.). Raadpleeg ook de gebruiksaanwijzing die bij de televisie is geleverd. Opnemen [AAN] Selecteer [AAN] als u opgenomen beelden wilt weergeven op een breedbeeldtelevisie met 16:9formaat. Op het LCD-scherm of de beeldzoeker Op een televisie met 4:3-formaat* Op een breedbeeldtelevisie met 16:9-formaat [UIT] Selecteer [UIT] als u opgenomen beelden wilt weergeven op een televisie met 4:3-formaat. Op het LCD-scherm of de beeldzoeker De donkere stroken zijn doorzichtig op het scherm. 1 Druk op MENU in de wachtstand. 2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het menu (CAMERA INST.) te selecteren en druk op de regelaar. 3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [DV-BREEDOPN.] te selecteren en druk op de regelaar. 4 Selecteer [AAN] of [UIT] afhankelijk van de televisie en druk op de regelaar SEL/PUSH EXEC. 5 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen. Op een televisie met 4:3-formaat Op een breedbeeldtelevisie met 16:9-formaat* Opnemen 41 De laatstopgenomen scènes bekijken – Rec Review U kunt een aantal seconden bekijken van de scène die u net voor het stoppen van de band hebt opgenomen. Druk op REC REVIEW in de wachtstand. De laatste seconden van de laatstopgenomen scène worden weergegeven. De camcorder wordt hierna in de wachtstand gezet. 42 Opnemen Afspelen 3 Druk op m (terugspoelen) om naar het punt te gaan dat u wilt bekijken. 4 Druk op N (afspelen) om het afspelen te starten. Films weergeven Controleer of u een band met opnamen in de camcorder hebt geplaatst. Sommige bewerkingen kunnen worden uitgevoerd met de afstandsbediening. Zie pagina 47 als u de opnamen wilt afspelen op de televisie. Wanneer u de band afspeelt, selecteert u het menu (IN/UIT OPN.), [VCR HDV/DV] en vervolgens [AUTO] (de standaardinstelling). Het volume regelen Wijzig het volume door op VOLUME – (verlagen) / + (verhogen) te drukken. Het afspelen stoppen Druk op x (stoppen). Het afspelen onderbreken Afspelen Druk op X (pauze) aan tijdens het afspelen. Druk op N (afspelen) of X (pauze) om het afspelen opnieuw te starten. Het afspelen worden automatisch gestopt als de camcorder langer dan 3 minuten in de pauzestand staat. Snel vooruitspoelen of terugspoelen POWER Druk op M (snel vooruitspoelen) of m (terugspoelen) in de stopstand. Films bekijken in de beeldzoeker Sluit het LCD-scherm. Wijzig de hoek van de beeldzoeker. Aanduidingen die worden weergegeven tijdens het afspelen van banden 1 2 Open het LCD-scherm en pas de hoek aan. 6 0 min HDV1080i 0:00:00:00 6 0 min Houd het groene knopje ingedrukt en zet de schakelaar POWER op VCR. A Indeling van het afspeelsignaal (HDV1080i of DV)/Opnamestand (SP of LP) B Resterende accuduur C Aanduiding voor bandtransport ,wordt vervolgd Afspelen 43 D Tijdcode (uur: minuut: seconde: frame) of bandteller (uur: minuut: seconde) Voor de tijdcode van deze camcorder wordt het drop-frame-systeem gebruikt. b Opmerking • Als u een band waarop is opgenomen met de HDVen DV-indeling, afspeelt, en het signaal schakelt tussen HDV en DV, verdwijnen het beeld en het geluid tijdelijk. • U kunt banden waarop is opgenomen in de HDVindeling niet afspelen op videocamera's die de indeling DV gebruiken of op mini-DV-spelers. • De opnamestand (SP of LP) verschijnt wanneer een band wordt afgespeeld die is opgenomen met de DV-indeling. z Tip • Zie [MEERK GELUID] op pagina 58 voor meer informatie over het afspelen van een band die is opgenomen met een externe monomicrofoon aangesloten. Afspelen in verschillende standen Snel vooruitspoelen of terugspoelen tijdens het afspelen – Beeldzoekfunctie Houd M (snel vooruitspoelen) of m (terugspoelen) ingedrukt tijdens het afspelen. Laat de toets los om door te gaan met normaal afspelen. Het beeld weergeven tijdens het snel vooruitspoelen of terugspoelen – Snelzoekfunctie Houd M (snel vooruitspoelen) of m (terugspoelen) ingedrukt tijdens het snel vooruit- of terugspoelen. Laat de toets los als u wilt doorgaan met snel vooruitspoelen of terugspoelen. Afspelen in verschillende standen U hoort het opgenomen geluid niet. U ziet wellicht ook mozaïekpatronen van eerder afgespeelde beelden op het scherm. Actie Druk op De afspeelrichting I (omgekeerd) op de wijzigen* afstandsbediening tijdens het afspelen. 44 Afspelen Actie Druk op Vertraagd afspelen y (vertraagd) tijdens het afspelen. De richting wijzigen 1 Druk op I (omgekeerd) op de afstandsbediening. 2 y (vertraagd). De band 2 keer zo snel afspelen (dubbele snelheid) ×2 (dubbele snelheid) op de afstandsbediening tijdens het afspelen. De richting wijzigen 1 Druk op I (omgekeerd) op de afstandsbediening. 2 ×2 (dubbele snelheid) op de afstandsbediening. Frame-voorframe afspelen C (frame) op de afstandsbediening tijdens de pauzestand. Als u de richting wilt wijzigen, drukt u op c (frame) op de afstandsbediening in de afspeelpauzestand. Druk op N (afspelen) om terug te keren naar de normale afspeelstand. * Er kunnen horizontale lijnen verschijnen aan de boven- of onderzijde of in het midden van het scherm. Dit duidt niet op een storing. b Opmerking • Beelden in de HDV-indeling worden niet uitgevoerd via de HDV/DV-aansluiting als ze worden afgespeeld in een andere afspeelmodus dan de normale afspeelmodus. • Bij beelden in de HDV-indeling treedt mogelijk een storing op tijdens: – Beeldzoekfunctie – Omgekeerd afspelen Verschillende afspeelfuncties U kunt het einde van de laatste opname zoeken of de opnamedatum en de camerainstellingen weergeven. b Opmerking • De functie END SEARCH functioneert niet correct als er een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de band. De schermaanduidingen weergeven U kunt de tijdcode, bandteller en andere gegevens op het scherm weergeven. Druk op DISPLAY/BATT INFO. De aanduidingen worden in- of uitgeschakeld als u op de toets drukt. De laatste scène van de meest recente opname zoeken – END SEARCH Deze functie is handig als u bijvoorbeeld de band hebt afgespeeld maar direct wilt opnemen na de laatstopgenomen scène. Als u de band verwijdert na het opnemen, werkt de functie END SEARCH niet. 1 Zet de schakelaar POWER op VCR. 2 Druk op END SEARCH (VCR). De laatste scène van de recentste opname wordt ongeveer 5 seconden afgespeeld. De bewerking annuleren Druk op END SEARCH (VCR). De datum/tijd en gegevens over camera-instellingen weergeven – Gegevenscode Tijdens het afspelen kunt u de datum/tijd en gegevens over de camera-instellingen weergeven. Deze worden automatisch opgenomen als u beelden opneemt op een band. 1 Zet de schakelaar POWER op VCR. 2 Druk op DATA CODE op de camcorder of de afstandsbediening tijdens het afspelen of de afspeelpauzestand. Elke keer dat u op de toets drukt, wijzigt de aanduiding als volgt: Datum/tijd t Gegevens over camerainstellingen t (geen aanduiding) ,wordt vervolgd Afspelen 45 Afspelen z Tip • U kunt de schermaanduidingen weergeven als u afspeelt op een televisie. Selecteer achtereenvolgens het menu (OVERIGE), [DISPLAY] en [V-UIT/ LCD] (p. 66). Alleen de aanduidingen voor de afspeelstand en de bandteller verschijnen wanneer u een band afspeelt die is opgenomen in de HDVindeling en [COMPONENT] in het menu (IN/ UIT OPN.) is ingesteld op [1080i/576i]. Gegevens over camera-instellingen weergeven Op het gegevensscherm voor datum/tijd worden de datum en tijd in hetzelfde gedeelte weergegeven. Als u het beeld opneemt zonder de klok in te stellen, verschijnen [-- -- ----] en [--:--:--]. 6 0 min 0: 00: 00 60 min HDV1080i AUTO F 1 .7 6 dB 100 De videogegevens weergeven – Statuscontrole U kunt de waarde van de volgende items controleren. • Audio-instellingen, zoals AUDIO MIX (p. 58) • Instellingen voor het uitvoersignaal ([VCR HDV/DV], enzovoort) (p. 61) • Functies die zijn toegewezen aan de toetsen van ASSIGN (p. 70) A SteadyShot uitgeschakeld B Belichting C Diafragma Als u het diafragma handmatig op de maximumwaarde instelt, wordt weergegeven. D Gevoeligheid E Sluitertijd F Witbalans wordt weergegeven wanneer beelden worden afgespeeld die zijn opgenomen met de functie opnameovergang. De gegevens over camera-instellingen verbergen Selecteer het menu (OVERIGE), [GEGEVENSCODE] en vervolgens [DATUM] (p. 65). Elke keer dat u op DATA CODE drukt, wordt de aanduiding voor datum/tijd in- of uitgeschakeld. 1 Druk op STATUS CHECK. 2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het gewenste item weer te geven. Elke keer dat u de regelaar draait, worden de items als volgt weergegeven: AUDIO t UITVOER t ASSIGN Weergave van videogegevens uitschakelen Druk op STATUS CHECK. 46 Afspelen Het beeld afspelen op een televisie Televisieaansluitingen verschillen afhankelijk van de soort televisie. Sluit de bijgeleverde netspanningsadapter aan op een stopcontact (p. 14). Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de apparaten die u wilt aansluiten. Zie pagina 72 als u naar een andere band wilt kopiëren. Het beeld afspelen op een high-definition televisie Televisie Afspelen Als de televisie of videorecorder een S-videoaansluiting heeft S-videokabel (optioneel) A/V-kabel (bijgeleverd) Geel Wit Rood Groen Componentvideokabel (bijgeleverd) Blauw i.LINK-kabel (optioneel) Rood Signaalverloop Sluit de camcorder aan op de televisie met een van de kabels die hieronder worden beschreven. De televisie aansluiten met een i.LINKkabel Deze verbinding wordt aanbevolen als de televisie geschikt is voor HDV/DV en een i.LINK-aansluiting heeft. • Voordat u de i.LINK-kabel aansluit, selecteert u het menu (IN/UIT OPN.), [VCR HDV/ DV] en vervolgens [AUTO] (de standaardinstelling). • Bij deze aansluiting moet de televisie zo zijn ingesteld dat deze kan vaststellen of de camcorder is aangesloten. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de televisie is geleverd voor meer informatie. ,wordt vervolgd Afspelen 47 De televisie aansluiten met een componentvideokabel • Als u beelden wilt weergeven die zijn opgenomen in de HDV-indeling, stelt u [COMPONENT] in het menu (IN/UIT OPN.) in volgens de televisie (p. 62). Wanneer de beelden die zijn opgenomen in de DV-indeling worden afgespeeld, wordt er een gelijksoortig signaal als [576i] uitgevoerd, ongeacht of [1080i/576i] is geselecteerd. • Alleen videosignalen worden uitgevoerd via de COMPONENT OUTPUT-aansluiting. Als u audiosignalen wilt uitvoeren, sluit u de witte en rode stekkers van de A/V-kabel aan op de audio-ingang van de televisie. De televisie aansluiten met een A/Vkabel Wanneer het apparaat dat u wilt aansluiten een S-videoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor het aansluiten van de camcorder met een Svideokabel (optioneel) in plaats van de gele videostekker van de A/V-kabel (bijgeleverd). Bij deze verbinding worden beelden beter weergegeven op de aangesloten televisie. Het geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen de Svideokabel aansluit. b Opmerking • Stel [VCR HDV/DV] in voordat u de i.LINK-kabel aansluit. Anders wordt het videosignaal mogelijk niet herkend door de aangesloten televisie. • Beelden in de DV-indeling worden niet uitgevoerd via de COMPONENT OUTPUT-aansluiting als er copyrightbeveiligingssignalen zijn opgenomen in de beelden. z Tip • Als u de camcorder op de televisie aansluit met meerdere soorten kabels voor het uitvoeren van analoge beelden, is de prioriteit van de uitvoersignalen als volgt: COMPONENT OUTPUT-aansluiting t Svideoaansluiting t AUDIO/VIDEO-aansluiting • Zie pagina 98 voor meer informatie over i.LINK. Als de televisie is aangesloten op een videorecorder Sluit de camcorder aan op de LINE IN-ingang op de videorecorder met de A/V-kabel. Zet de ingangskeuzeschakelaar van de videorecorder op LINE. 48 Afspelen Beelden weergeven op een 16:9- of een 4:3-televisie Als de televisie of videorecorder een Svideoaansluiting heeft Televisie of videorecorder S-videokabel (optioneel) Geel Afspelen A/V-kabel (bijgeleverd) Wit Rood Groen Componentvideokabel (bijgeleverd) Blauw Signaalverloop Sluit de camcorder aan op de televisie of videorecorder met een van de kabels die hieronder worden beschreven. De televisie aansluiten met een componentvideokabel Deze verbinding wordt aanbevolen als de televisie een COMPONENT VIDEOaansluiting heeft. • Als u beelden wilt weergeven die zijn opgenomen in de HDV-indeling, stelt u [COMPONENT] in het menu (IN/UIT OPN.) in volgens de televisie (p. 62). Wanneer de beelden die zijn opgenomen in de DV-indeling worden afgespeeld, wordt er een gelijksoortig signaal als [576i] uitgevoerd, ongeacht of [1080i/576i] is geselecteerd. Rood • Alleen videosignalen worden uitgevoerd via de COMPONENT OUTPUT-aansluiting. Als u audiosignalen wilt uitvoeren, sluit u de witte en rode stekkers van de A/V-kabel aan op de audio-ingang van de televisie of videorecorder. De televisie aansluiten met een A/Vkabel Wanneer het apparaat dat u wilt aansluiten een S-videoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor het aansluiten van de camcorder met een Svideokabel (optioneel) in plaats van de gele videostekker van de A/V-kabel (bijgeleverd). Gebruik een S-videokabel om beelden met een hoge resolutie weer te geven. Het geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen de S-videokabel aansluit. ,wordt vervolgd Afspelen 49 Beelden weergeven op een 4:3-televisie • Als u beelden wilt weergeven die zijn opgenomen in de HDV-indeling, selecteert u het menu (IN/UIT OPN.), [TV-TYPE] en vervolgens [4:3] (p. 63). • Als u beelden wilt weergeven die zijn opgenomen in de DV-indeling, selecteert u het menu (CAMERA INST.), [DVBREEDOPN.] en vervolgens [UIT] voordat u opneemt (p. 41). Een scène op een band zoeken voor afspelen Snel de gewenste scène zoeken – Zero set memory Als de televisie is aangesloten op een videorecorder Sluit de camcorder aan op de LINE IN-ingang op de videorecorder met de A/V-kabel. Zet de ingangskeuzeschakelaar van de videorecorder op LINE. Als de televisie mono is (als de televisie slechts één audio-ingang heeft) Sluit de gele stekker van de A/V-kabel aan op de video-ingang en sluit de witte of rode stekker aan op de audio-ingang van de televisie of videorecorder. Als u het geluid in mono wilt afspelen, gebruikt u een geschikte kabel (optioneel). Als de televisie of videorecorder een 21-polige aansluiting (EUROCONNECTOR) heeft Gebruik de 21-polige verloopstekker die bij de camcorder is geleverd (alleen voor de modellen met het teken aan de onderzijde). Deze verloopstekker is alleen geschikt voor uitvoer. 1 De bandteller wordt weer op "0:00:00" gezet en verschijnt op het scherm. Als de bandteller niet wordt weergegeven, drukt u op DISPLAY/BAT INFO. Televisie/ videorecorder b Opmerking • Beelden in de DV-indeling worden niet uitgevoerd via de COMPONENT OUTPUT-aansluiting als er copyrightbeveiligingssignalen zijn opgenomen in de beelden. Druk tijdens het afspelen op ZERO SET MEMORY op de camcorder of de afstandsbediening bij het punt dat u later wilt terugvinden. 2 Druk op x (stoppen) als u wilt stoppen met afspelen. 3 Druk op m (terugspoelen). De band wordt automatisch gestopt als de bandteller "0:00:00" bereikt. De bandteller keert terug naar de tijdcode en het scherm van zero set memory verdwijnt. 50 Afspelen 4 De bewerking annuleren Druk op N (afspelen). Druk op STOP op de afstandsbediening. Het afspelen wordt gestart vanaf het punt dat wordt aangegeven met "0:00:00" op de bandteller. De bewerking annuleren Druk nogmaals op ZERO SET MEMORY. b Opmerking • Er kan een afwijking van enkele seconden zijn tussen de tijdcode en de bandteller. • Zero set memory functioneert niet correct als er een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de band. b Opmerking • Als de opname op 1 dag korter is dan 2 minuten, kan de camcorder het punt waarop de opnamedatum wordt gewijzigd, niet altijd vinden. • De datumzoekfunctie functioneert niet correct als er een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de band. Zoeken naar het beginpunt van de opname – Indexzoekfunctie Afspelen U kunt zoeken naar het punt waar een indexsignaal is opgenomen (p. 40). Een scène zoeken op opnamedatum – Datumzoekfunctie SEARCH MODE U kunt zoeken naar het punt waar de opnamedatum is gewijzigd. ./> STOP SEARCH MODE ./> STOP 1 Zet de schakelaar POWER op VCR. 2 Druk herhaaldelijk op SEARCH MODE op de afstandsbediening om [DATUM ZOEKEN] te selecteren. 3 Druk op . (vorige) / > (volgende) op de afstandsbediening om een opnamedatum te selecteren. U kunt de vorige of volgende datum selecteren vanaf het huidige punt op de band. Het afspelen wordt automatisch gestart vanaf het punt waar de datum wordt gewijzigd. 1 Zet de schakelaar POWER op VCR. 2 Druk herhaaldelijk op SEARCH MODE op de afstandsbediening om [INDEX ZOEKEN] te selecteren. 3 Druk op . (vorige)/> (volgende) op de afstandsbediening om een indexpunt te selecteren. U kunt het vorige of volgende indexsignaal selecteren vanaf het huidige punt op de band. Het afspelen start automatisch vanaf het punt waar het indexsignaal is opgenomen. De bewerking annuleren Druk op STOP op de afstandsbediening. ,wordt vervolgd Afspelen 51 b Opmerking • Als de opname op 1 dag korter is dan 2 minuten, kan de camcorder het indexpunt niet altijd vinden. • De indexzoekfunctie functioneert niet correct als er een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de band. 52 Afspelen BUitgebreide functies PUSH EXEC te draaien en op de regelaar te drukken. Het menu gebruiken CAMERA INST. (p. 54) AUDIO INST. (p. 58) LCD/BZ INST. (p. 60) IN/UIT OPN. (p. 61) OVERIGE (p. 64) Menu-items selecteren OVERIGE TERUG ASSIGN BTN KLOK INSTEL. WERELDTIJD LANGUAGE PIEPTOON OPNAMELAMP FORMAT LAMP U kunt verschillende instellingen wijzigen of gedetailleerde aanpassingen maken met de menu-items die worden weergegeven op het scherm. STBY [MENU]:EINDE 4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het gewenste item te selecteren en druk op de regelaar. 1 2 0 min Het menu gebruiken De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. 0:00:00 STBY POWER EXTERNE CTRL AAN UIT [MENU]:EINDE 5 1 Schakel de stroom in (p. 14). 2 Druk op MENU om het indexscherm van het menu weer te geven. CAMERA INST. WB VOORINST. AE RESPONS GAIN INST. SHOT TRANS STEADYSHOT STDYSHOT TYP ZOOM HANDGR. OVERIGE PIEPTOON OPNAMELAMP FORMAT LAMP IRISKEUZE LETTERFORM. RESTANT DISPLAY EXTERNE CTRL STBY [MENU]:EINDE Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om de gewenste instelling te selecteren en druk op de regelaar. STBY UIT [MENU]:EINDE 6 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen. Selecteer [ TERUG] om terug te gaan naar het vorige scherm. 3 Selecteer het pictogram voor het gewenste menu door de regelaar SEL/ Het menu gebruiken 53 Het menu (CAMERA INST.) gebruiken – STDYSHOT TYP/BEELDOPNAME, enzovoort De standaardinstellingen zijn aangeduid met G. De aanduidingen tussen haakjes worden weergegeven als de instelling is geselecteerd. De instellingen die u kunt aanpassen, verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. Op het scherm worden de items weergegeven die u momenteel kunt selecteren. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. De items die hieronder worden aangegeven, kunt u in het menu CAMERA INST. selecteren. Zie "Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer informatie over het selecteren van items. CAMERA INST. TERUG WB VOORINST. AE RESPONS GAIN INST. SHOT TRANS STEADYSHOT STDYSHOT TYP ZOOM HANDGR. STBY BUITEN [MENU]:EINDE WB VOORINST. Selecteer deze optie als u de vooraf ingestelde witbalans wilt gebruiken. Zie pagina 27 voor meer informatie. AE RESPONS Selecteer de snelheid om de belichting automatisch aan te passen, afhankelijk van de helderheid van het onderwerp. [SNEL], [NORMAAL] en [LANGZAAM] zijn beschikbaar. GAIN INST. Selecteer de aanpassingswaarde voor elke positie (H, M en L) van de schakelaar GAIN (p. 29). 1 Selecteer [H], [M] of [L] door de regelaar SEL/PUSH EXEC te draaien en er vervolgens op te drukken. 2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om een aanpassingswaarde te selecteren en druk op de regelaar. De opties zijn 0dB, 3dB, 6dB, 9dB, 12dB, 15dB en 18dB. Hoe hoger de waarde, hoe helderder het beeld. 3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [OK] te selecteren en druk op de regelaar. 4 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen. 54 Het menu gebruiken SHOT TRANS Selecteer deze instelling om de duur en de tijd van de overgang in te stellen. Zie pagina 37 voor meer informatie over de functie voor het overvloeiende opnames. OVERGANGTIJD Selecteer de tijd die nodig is voor de overgang van de huidige instelling naar de geselecteerde instelling. Selecteer een duur tussen [2,0 sec] en [15,0 sec]. Deze optie is standaard ingesteld op [4,0 sec] OVERG. CURVE LINEAIR Hiermee verloopt de overgang lineair. Het menu gebruiken Selecteer de overgangscurve. In de onderstaande afbeeldingen wordt de overgangscurve van elke stand weergegeven. *1: parameterniveau *2: tijdsovergang *1 *2 GZACHTE STOP Hiermee verloopt de overgang langzaam aan het eind. *1 *2 ZACHTE OVRG. Hiermee verloopt de overgang langzaam aan het begin en het eind en lineair in het midden. *1 *2 b Opmerking • Voordat u [SHOT TRANS] instelt, schakelt u alle lampjes STORE/CHECK/EXEC uit door herhaaldelijk op de toets (p. 37) te drukken ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 55 STEADYSHOT GAAN UIT ( Selecteer deze optie om de SteadyShot functie in te schakelen. U kunt het type van de functie SteadyShot selecteren in [STDYSHOT TYP]. ) Selecteer deze optie om de functie SteadyShot uit te schakelen. Selecteer deze optie als u bij het opnemen een statief gebruikt. Zo worden er natuurlijke opnamen gemaakt. U kunt de functie SteadyShot ook uitschakelen met de toets ASSIGN als deze is toegewezen aan de functie SteadyShot (p. 70). b Opmerking • De functie SteadyShot werkt niet goed als er een groothoeklens wordt gebruikt die niet van het type VCL-HG0872 is (optioneel). • Wanneer u de VCL-HG0872 gebruikt, selecteert u [GROOTHOEK] in [STDYSHOT TYP]. STDYSHOT TYP U kunt het type SteadyShot-functie selecteren waarmee cameratrillingen worden gecompenseerd. Als u de functie SteadyShot wilt ontgrendelen, selecteert u [UIT] in [STEADYSHOT] of gebruikt u de toets ASSIGN als deze is toegewezen aan de functie SteadyShot (p. 70). HARD Selecteer deze optie om de functie SteadyShot meer effect te geven. Deze stand wordt niet aanbevolen wanneer u de camera met het onderwerp meebeweegt tijdens het opnemen. GSTANDAARD Selecteer deze optie om de standaardfunctie SteadyShot in te schakelen. ZACHT Selecteer deze optie als u de functie SteadyShot wilt activeren, zodat de cameratrillingen wel zichtbaar zijn in de opname, waardoor deze er natuurlijk uitziet. GROOTHOEK Selecteer deze optie wanneer u een groothoeklens gebruikt (optioneel). Deze stand is het meest effectief als u een Sony VCLHG0872 groothoeklens gebruikt. ZOOM HANDGR. Selecteer dit item om de zoomsnelheid van positie H en L van de zoomschakelaar op de handgreep in te stellen (p. 23). 1 Selecteer [H] of [L] door de regelaar SEL/PUSH EXEC te draaien en er vervolgens op te drukken. 2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om een zoomsnelheid te selecteren en druk op de regelaar. U kunt kiezen uit de snelheden 1 tot en met 8. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de zoomsnelheid. 3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [OK] te selecteren en druk op de regelaar. 4 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen. 56 Het menu gebruiken NIVEAU ZEBRA Zie pagina 31 voor meer informatie. CENTR.MARK GUIT Selecteer deze optie als u de aanduiding niet wilt weergeven op het scherm (p. 21). AAN Selecteer deze optie als u de aanduiding wel wilt weergeven. b Opmerking • De aanduiding en de positie hebben geen enkel effect op de aanpassing, de instelling of opname. BEELDOPNAME GUIT AAN ( Het menu gebruiken U kunt beelden met stop-motion opnemen door beurtelings enkele frames op te nemen en daarna het onderwerp enigszins te verplaatsen. Bedien de camcorder met de afstandsbediening om cameratrillingen te voorkomen. Selecteer deze optie om op te nemen in de standaardopnamestand. ) Selecteer deze optie om beelden op te nemen met de functie BEELDOPNAME. 1 Selecteer [AAN] en druk vervolgens op de regelaar. 2 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen. 3 Druk op REC START/STOP. Een beeld (ongeveer 5 frames) wordt opgenomen en de camcorder schakelt over naar de wachtstand. 4 Verplaats het onderwerp en herhaal stap 3. b Opmerking • Als u de frameopnamefunctie lange tijd gebruikt, wordt de resterende bandlengte niet juist aangegeven. • De laatste scène is langer dan andere scènes. • U kunt geen indexsignalen opnemen tijdens de frameopname. DV-BREEDOPN. Zie pagina 41 voor meer informatie. Het menu gebruiken 57 Het menu (AUDIO INST.) gebruiken – AUDIO MIX, enzovoort De items die hieronder worden aangegeven, kunt u in het menu AUDIO INST. selecteren. Zie "Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer informatie over het selecteren van items. De standaardinstellingen zijn aangeduid met G. De aanduidingen tussen haakjes worden weergegeven als de instelling is geselecteerd. De instellingen die u kunt aanpassen, verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. Op het scherm worden de items weergegeven die u momenteel kunt selecteren. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. AUDIO INST. TERUG MEERK GELUID AUDIO MIX AUDIOFUNC. WIND MIC/LINE IN STEREO [MENU]:EINDE MEERK GELUID U kunt selecteren hoe geluid dat met een andere camcorder is opgenomen in de stereostand, afgespeeld wordt. GSTEREO Selecteer deze optie om een stereoband of band met dubbel geluidsspoor met eerste en tweede geluidsspoor af te spelen. 1 Selecteer deze optie om het linkerkanaal van een stereoband af te spelen of het eerste geluidsspoor van een band met dubbel geluidsspoor. 2 Selecteer deze optie om het rechterkanaal van een stereoband af te spelen of het tweede geluidsspoor van een band met dubbel geluidsspoor. b Opmerking • U kunt een band met dubbel geluidsspoor afspelen op deze camcorder. U kunt met deze camcorder echter niet opnemen op een band met dubbel geluidsspoor. • De instelling keert terug naar [STEREO] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten loskoppelt van de camcorder. z Tip • Als u het geluid dat alleen via het linkerkanaal (L) met een externe monomicrofoon is opgenomen, wilt verdelen om dit uit te voeren via de linker- en rechterkanalen, selecteert u [1]. AUDIO MIX U kunt de geluidsbalans aanpassen tussen het oorspronkelijke opgenomen geluid (ST1) en het geluid dat later is toegevoegd op de band (ST2) (p. 82). b Opmerking • U kunt het geluid dat is opgenomen in de 16-bits geluidsstand, niet aanpassen. • U hoort alleen het oorspronkelijke opgenomen geluid wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten loskoppelt van de camcorder. 58 Het menu gebruiken AUDIOFUNC. G12BIT 16BIT ( Selecteer deze optie om op te nemen in de 12-bits stand (met 2 stereogeluidskanalen). ) Selecteer deze optie om op te nemen in de 16-bits stand (voor 1 stereogeluidskanaal met hoge kwaliteit). b Opmerking • Wanneer u opneemt in de HDV-indeling, wordt het geluid automatisch opgenomen in de stand [16BIT]. WIND GAAN Standaardinstelling. UIT Selecteer deze optie wanneer u het geluid wilt opnemen zonder dat het geluid van de wind wordt onderdrukt. Het menu gebruiken MIC/LINE IN GEXTERNE MICR Selecteer deze optie als u een audiosignaal wilt opnemen en er een microfoon is aangesloten op de aansluiting MIC/LINE. LIJN Selecteer deze optie als u een audiosignaal wilt opnemen en er een audioapparaat is aangesloten op de aansluiting MIC/LINE. Het menu gebruiken 59 Het menu (LCD/BZ INST.) gebruiken – LCD verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. Op het scherm worden de items weergegeven die u momenteel kunt selecteren. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. KLEUR, enzovoort De items die hieronder worden weergegeven, kunt u in het menu LCD/BZ INST. selecteren. Zie "Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer informatie over het selecteren van items. De standaardinstellingen zijn aangeduid met G. De instellingen die u kunt aanpassen, LCD/BZ INST. TERUG LCD KLEUR NIV. AV. LCD LICHT BZ [MENU]:EINDE LCD KLEUR Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om de kleuren op het LCD-scherm aan te passen. Het opgenomen beeld wordt niet beïnvloed door deze instelling. Fletser Feller NIV. AV. LCD U kunt de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aanpassen. Het opgenomen beeld wordt niet beïnvloed door deze instelling. GNORMAAL Standaardhelderheid. LICHT Selecteer deze optie om het LCD-scherm helderder te maken. b Opmerking • Wanneer u de camcorder aansluit op externe stroombronnen, wordt [LICHT] automatisch geselecteerd voor de instelling. LICHT BZ U kunt de helderheid van de beeldzoeker aanpassen. Het opgenomen beeld wordt niet beïnvloed door deze instelling. GNORMAAL Standaardhelderheid. LICHT De beeldzoeker helderder maken. b Opmerking • Wanneer u de camcorder aansluit op externe stroombronnen, wordt [LICHT] automatisch geselecteerd voor de instelling. 60 Het menu gebruiken Het menu (IN/UIT OPN.) gebruiken – REC FORMAT/TV-TYPE, enzovoort De items die hieronder worden weergegeven, kunt u in het menu IN/UIT OPN. selecteren. Zie "Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer informatie over het selecteren van items. De standaardinstellingen zijn aangeduid met G. De aanduidingen tussen haakjes worden De instellingen die u kunt aanpassen, verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. Op het scherm worden de items weergegeven die u momenteel kunt selecteren. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. IN/UIT OPN. TERUG VCR HDV/DV OPNM STAND COMPONENT i.LINK-CONV. TV-TYPE A/V DV UIT AUTO [MENU]:EINDE weergegeven als de instelling is geselecteerd. VCR HDV/DV GAUTO • Selecteer deze optie als u signalen wilt afspelen door automatisch te schakelen tussen HDV en DV. • Voor een i.LINK-aansluiting selecteert u deze optie als u signalen wilt opnemen/afspelen via de HDV/DV-aansluiting door automatisch te schakelen tussen HDV en DV. HDV • Selecteer deze optie om signalen alleen in de HDV-indeling af te spelen. • Voor een i.LINK-verbinding selecteert u deze optie als u signalen uitsluitend in de HDV-indeling wilt opnemen/afspelen. Selecteer deze optie wanneer u een camcorder aansluit op een computer, enzovoort. (p. 79). DV • Selecteer deze optie om signalen alleen in de DV-indeling af te spelen. • Voor een i.LINK-verbinding selecteert u deze optie als u signalen uitsluitend in de DV-indeling wilt opnemen/afspelen. Selecteer deze optie wanneer u een camcorder aansluit op een computer, enzovoort. (p. 79). Het menu gebruiken Selecteer het afspeelsignaal. Doorgaans moet u [AUTO] selecteren. Wanneer de camcorder met een iLINK-kabel is aangesloten op een ander apparaat, selecteert u het invoer-/uitvoersignaal voor de HDV/DV-aansluiting. Het geselecteerde signaal wordt opgenomen of afgespeeld. b Opmerking • Koppel de i.LINK-kabel los voordat u [VCR HDV/DV] instelt. Anders wordt het videosignaal van de camcorder mogelijk niet herkend door de aangesloten televisie. • Wanneer [AUTO] is geselecteerd en het signaal schakelt tussen HDV en DV, verdwijnt het beeld tijdelijk. • Wanneer [i.LINK-CONV.] is ingesteld op [AAN], worden beelden als volgt uitgevoerd: – bij [AUTO] wordt een HDV-signaal geconverteerd naar de DV-indeling en uitgevoerd; een DV-signaal wordt als zodanig uitgevoerd. – bij [HDV] wordt een HDV-signaal geconverteerd naar de DV-indeling en uitgevoerd; een DV-signaal wordt niet uitgevoerd. – bij [DV] wordt een DV-signaal uitgevoerd als zodanig; een HDV-indeling wordt niet uitgevoerd. ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 61 REC FORMAT Hiermee selecteert u een opname-indeling wanneer de schakelaar POWER is ingesteld op CAMERA. Het lampje voor de indeling brandt tijdens het opnemen. GHDV1080i ( ) Selecteer deze optie als u wilt opnemen in de HDV1080i-specificatie. DV ( Selecteer deze optie als u wilt opnemen in de DV-indeling. ) z Tip • Wanneer u het beeld tijdens het opnemen uitvoert naar een aangesloten apparaat via een i.LINK-kabel, moet u ook [i.LINK-CONV] instellen (p. 62). OPNM STAND GSP ( SP ) Selecteer deze optie als u wilt opnemen op een band in de stand SP (Standard Play). LP ( LP ) Selecteer deze optie om de opnametijd van de stand SP 1,5 keer te verlengen (langspeel). U kunt het beste Sony Excellence/Master mini DV-banden gebruiken, zodat de mogelijkheden van de camcorder volledig worden benut. b Opmerking • U kunt geen geluid toevoegen aan de band die is opgenomen in de stand LP. • Als u opneemt in de stand LP, kan er een storing optreden waarbij vierkantjes worden weergegeven. Ook kan het geluid worden onderbroken als u de band op andere camcorders of videorecorders afspeelt. • Als u met de stand SP en de stand LP op één band opneemt, kan er bij weergave vervorming van het beeld optreden. Mogelijk wordt ook de tijdcode tussen de scènes niet juist aangebracht. COMPONENT 576i Selecteer deze optie wanneer u de camcorder aansluit op een televisie met een componentingang. G1080i/576i Selecteer deze optie wanneer u de camcorder aansluit op een televisie met een componentingang die geschikt is voor het weergeven van het 1080i-signaal. i.LINK-CONV. Wanneer de schakelaar POWER is ingesteld op CAMERA, is deze instelling alleen actief wanneer [HDV1080i] is geselecteerd in [REC FORMAT]. Wanneer de schakelaar POWER is ingesteld op VCR, is deze instelling alleen actief wanneer [AUTO] of [HDV] is geselecteerd in [VCR HDV/DV]. GUIT 62 Het menu gebruiken Selecteer deze optie als u beelden wilt uitvoeren via de HDV/DVaansluiting, in overeenstemming met de instellingen [REC FORMAT] en [VCR HDV/DV]. AAN (HDVcDV) Selecteer deze optie als u beelden in de DV-indeling altijd wilt uitvoeren via de HDV/DV-aansluiting. b Opmerking • Zie [VCR HDV/DV] voor informatie over invoersignalen via een i.LINK-aansluiting. • Koppel i.LINK-kabel los voordat u [i.LINK-CONV.] instelt. Anders wordt het videosignaal van de camcorder mogelijk niet herkend door het aangesloten videoapparaat. TV-TYPE U moet het signaal converteren op basis van de aangesloten televisie. G16:9 Selecteer deze optie als u beelden wilt weergeven op een breedbeeldtelevisie met 16:9-formaat. De opgenomen beelden worden als volgt weergegeven: Als HDV-beelden worden afgespeeld Het menu gebruiken 4:3 Als DV-beelden worden afgespeeld Selecteer deze optie als u beelden wilt weergeven op een standaardtelevisie met 4:3-formaat. De opgenomen beelden worden als volgt weergegeven: Als HDV-beelden worden afgespeeld Als DV-beelden worden afgespeeld z Tip • Wanneer u op een standaardtelevisie (4:3) beelden weergeeft die zijn opgenomen met [DVBREEDOPN.] in het menu (CAMERA INST.) ingesteld op [AAN], lijken de beelden mogelijk uitgerekt in de lengte omdat ze worden gecomprimeerd in de breedte (afhankelijk van de televisie). Als u dergelijke beelden op een standaardtelevisie (4:3) wilt weergeven, moet u [DV-BREEDOPN.] instellen op [UIT] voordat u begint met opnemen. A/V c DV UIT U kunt een digitaal apparaat en een analoog apparaat aansluiten op de camcorder en het signaal dat wordt uitgevoerd door de aangesloten apparaten, omzetten naar het juiste signaal voor de camcorder. GUIT AAN ( Selecteer deze optie als u de conversiefunctie voor signalen niet gebruikt. ) Analoge beelden en geluid omzetten naar digitale signalen via de camcorder. De invoer van analoge signalen naar de AUDIO/VIDEO-aansluiting van de camcorder wordt omgezet en uitgevoerd via de i.LINKinterface van de camcorder. Zie pagina 83 voor meer informatie. Het menu gebruiken 63 Het menu (OVERIGE) gebruiken – KLOK INSTEL./WERELDTIJD, enzovoort De items die hieronder worden aangegeven, kunt u in het menu OVERIGE selecteren. Zie "Menu-items selecteren" (p. 53) voor meer informatie over het selecteren van items. De standaardinstellingen zijn aangeduid met G. De aanduidingen tussen haakjes worden De instellingen die u kunt aanpassen, verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. Op het scherm worden de items weergegeven die u momenteel kunt selecteren. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. OVERIGE TERUG ASSIGN BTN KLOK INSTEL. WERELDTIJD LANGUAGE PIEPTOON FORMAT LAMP GEGEVENSCODE [MENU]:EINDE weergegeven als de instelling is geselecteerd. ASSIGN BTN U kunt functies toewijzen aan de toetsen van ASSIGN (p. 70). KLOK INSTEL. U kunt de datum en de tijd instellen (p. 16). WERELDTIJD U kunt het tijdsverschil aanpassen als u de camcorder in het buitenland gebruikt. Stel het tijdsverschil in door de regelaar SEL/PUSH EXEC te draaien. De klok wordt aangepast aan het tijdsverschil. Als u het tijdsverschil instelt op 0, keert de klok terug naar de oorspronkelijke ingestelde tijd. LANGUAGE U kunt de taal voor het weergavevenster selecteren en wijzigen (p. 18). U kunt kiezen uit Engels, vereenvoudigd Engels, traditioneel Chinees, vereenvoudigd Chinees, Frans, Spaans, Portugees, Duits, Nederlands, Italiaans, Grieks, Russisch, Arabisch of Iranees. PIEPTOON 64 GMELODIE Selecteer deze optie om een melodie af te spelen wanneer u begint of stopt met opnemen of wanneer er iets vreemds aan de hand is met de camcorder. NORMAAL Selecteer deze optie om bij de bediening een pieptoon af te spelen in plaats van een melodie. UIT Selecteer deze optie om de melodie en de pieptoon te annuleren. Het menu gebruiken OPNAMELAMP GAAN Selecteer deze optie als u wilt dat de camera-opnamelampjes aan de voor- en achterzijde van de camcorder branden tijdens de opname. UIT Selecteer deze instelling bij de volgende opnamen. De cameraopnamelampjes aan de voor- en achterzijde branden niet tijdens de opname. • Als u wilt dat de persoon die wordt opgenomen, niet nerveus is. • Als u een onderwerp van dichtbij opneemt. • Als het onderwerp wordt gereflecteerd in het licht van de opnamelamp. FORMAT LAMP Selecteer deze optie als u het lampje voor de indeling wilt inschakelen. Het lampje van de geselecteerde indeling brandt [REC FORMAT] wanneer de schakelaar POWER is ingesteld op CAMERA. Het lampje van de geselecteerde indeling in [VCR HDV/DV] brandt wanneer de schakelaar POWER is ingesteld op VCR. UIT Selecteer deze optie als u het lampje voor de indeling niet wilt inschakelen. Het i.LINK-lampje is ook uitgeschakeld. b Opmerking • Het lampje voor de indeling brandt, afhankelijk van de indeling voor het afspelen of van het invoersignaal van een ander apparaat wanneer [VCR HDV/DV] in het menu (IN/ UIT OPN.) is ingesteld op [AUTO]. IRISKEUZE U kunt de draairichting van de irisregelaar instellen voor het openen en sluiten van de iris. GNORMAAL Selecteer rechtsom draaien, gezien vanaf de kant waar de lens zich bevindt, om de lens te sluiten en de hoeveelheid licht te verminderen. TEGENGESTELD Selecteer linksom draaien, gezien vanaf de kant waar de lens zich bevindt, om de lens te sluiten en de hoeveelheid licht te verminderen. GEGEVENSCODE Selecteer het item dat moet worden weergegeven wanneer u op DATA CODE (p. 45) drukt. GDATUM/CAM Selecteer deze optie als u de datum en tijd of de camera-instellingen wilt weergeven tijdens het afspelen. DATUM Selecteer deze optie om tijdens het afspelen de datum en tijd weer te geven. ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 65 Het menu gebruiken GAAN LETTERFORM. GNORMAAL Selecteer deze optie om het venster op normale grootte weer te geven. 2x Selecteer deze optie om het geselecteerde menu twee keer zo groot weer te geven. GAUTO Selecteer deze optie om de resterende bandlengte ongeveer 8 seconden weer te geven: • Nadat u de schakelaar POWER hebt ingesteld op CAMERA of VCR en een band hebt geplaatst, en de resterende speelduur/opnameduur door de camera is berekend. • Nadat u op N (afspelen) of DISPLAY/BATT INFO hebt gedrukt. AAN Selecteer deze optie om de resterende bandlengte altijd weer te geven. GLCD Selecteer deze optie om indicators, zoals de tijdcode, weer te geven op het LCD-scherm en in de beeldzoeker. V-UIT/LCD Selecteer deze optie om indicators, zoals de tijdcode, weer te geven op de televisie, het LCD-scherm en in de beeldzoeker. RESTANT DISPLAY b Opmerking • U kunt een signaal niet invoeren in de camcorder als u op DISPLAY/BATT INFO drukt terwijl [V-UIT/LCD] is geselecteerd. EXTERNE CTRL GAAN Selecteer deze optie als u de afstandsbediening gebruikt die bij de camcorder is geleverd. UIT Selecteer deze optie om de afstandsbediening uit te schakelen om te voorkomen dat de camcorder reageert op opdrachten van andere afstandsbedieningen van videorecorders. b Opmerking • De instelling keert terug naar [AAN] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten loskoppelt van de camcorder. 66 Het menu gebruiken Persoonlijk menu aanpassen De beschikbare items verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. U kunt menu-items die u vaak gebruikt, toevoegen aan het persoonlijk menu of sorteren in de gewenste volgorde (aanpassen). U kunt het persoonlijk menu aanpassen voor elke bedieningsstand op de camcorder. Een menu toevoegen – Toevoegen U kunt menu-items die u vaak gebruikt, toevoegen aan het persoonlijke menu zodat u deze sneller en gemakkelijker kunt openen. b Opmerking • U kunt maximaal 28 menu-items toevoegen voor de standen CAMERA en VCR. Als u meer items wilt toevoegen, moet u minder belangrijke menu-items verwijderen voordat u een nieuw menu-item toevoegt (p. 68). 1 Druk op P-MENU. 2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [P-MENU INST.] te selecteren en druk op de regelaar. 1 2 0 min 1 0:00:00 Het menu gebruiken 1 2 0 min STBY P–MENU EINDE SHOT TRANS ASSIGN BTN REC FORMAT AE RESPONS WB VOORINST. GAIN INST. [P-MENU]:EINDE STBY 0:00:00 P-MENU INST. TERUG TOEVOEGEN VERW. SORTEREN HERST. Druk op P-MENU. [P-MENU]:EINDE 2 3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het gewenste item te selecteren en druk op de regelaar. Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om de gewenste instelling te selecteren en druk op de regelaar. 3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [TOEVOEGEN] te selecteren en druk op de regelaar. 1 2 0 min STBY 0:00:00 Selecteer de categorie. TERUG CAMERA INST. AUDIO INST. LCD/BZ INST. IN/UIT OPN. OVERIGE [P-MENU]:EINDE ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 67 4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om een menucategorie te selecteren en druk op de regelaar. 1 2 0 min STBY Selecteer het item. TERUG WB VOORINST. AE RESPONS GAIN INST. SHOT TRANS STEADYSHOT STDYSHOT TYP [P-MENU]:EINDE 5 0:00:00 1 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om een menu-item te selecteren en druk op de regelaar. De beschikbare items verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. Alleen de beschikbare items worden weergegeven. 1 2 0 min STBY Een menu verwijderen – Verwijderen Druk op P-MENU. 1 2 0 min STBY P–MENU EINDE SHOT TRANS ASSIGN BTN REC FORMAT AE RESPONS WB VOORINST. GAIN INST. [P-MENU]:EINDE 2 0:00:00 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [P-MENU INST.] te selecteren en druk op de regelaar. 1 2 0 min STBY 0:00:00 P-MENU INST. TERUG TOEVOEGEN VERW. SORTEREN HERST. 0:00:00 TOEVOEGEN STDYSHOT TYP To e v o e g e n a a n P-MENU v a n CAMERA? [P-MENU]:EINDE JA NEE [P-MENU]:EINDE 3 6 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [JA] te selecteren en druk op de regelaar. 1 2 0 min STBY S e l . i t e m v o o r v e r w. TERUG SHOT TRANS ASS I GN BTN REC FORMAT AE RESPONS WB VOORINST. GAIN INST. [P-MENU]:EINDE Het menu wordt aan het einde van de lijst toegevoegd. 7 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [VERW.] te selecteren en druk op de regelaar. Druk op P-MENU. 4 0:00:00 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het item te selecteren dat u wilt verwijderen en druk op de regelaar. 1 2 0 min STBY 0:00:00 VERW. AE RESPONS Ve r w i j d e r e n u i t P-MENU v a n CAMERA? JA NEE [P-MENU]:EINDE 68 Het menu gebruiken 5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [JA] te selecteren en druk op de regelaar. 4 Het geselecteerde menu wordt verwijderd uit het persoonlijke menu. 6 1 2 0 min STBY 0:00:00 Selecteer nieuwe locatie 1 SHOT TRANS 2 ASS I GN BTN 3 REC FORMAT 4 AE RESPONS 5 WB VOORINST. 6 GAIN INST. 7 NIVEAU ZEBRA [P-MENU]:EINDE Druk op P-MENU. De volgorde van de menu's in het persoonlijke menu bepalen – Sorteren 5 U kunt de menu's die zijn toegevoegd aan het persoonlijke menu in de gewenste volgorde sorteren. 2 0:00:00 6 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [P-MENU INST.] te selecteren en druk op de regelaar. 1 2 0 min STBY 0:00:00 7 Druk op P-MENU. De standaardinstellingen herstellen – Herstellen U kunt het persoonlijke menu terugzetten op de standaardinstellingen nadat u menu's hebt toegevoegd of verwijderd. [P-MENU]:EINDE Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [SORTEREN] te selecteren en druk op de regelaar. 1 2 0 min STBY Sel.item voor ver pl. TERUG 1 SHOT TRANS 2 ASS I GN BTN 3 REC FORMAT 4 AE RESPONS 5 WB VOORINST. 6 GAIN INST. [P-MENU]:EINDE Druk op de regelaar SEL/PUSH EXEC. Wilt u meer items sorteren, dan herhaalt u stap 4 tot en met 6. P-MENU INST. TERUG TOEVOEGEN VERW. SORTEREN HERST. 3 1 2 0 min STBY 0:00:00 Selecteer nieuwe locatie 1 SHOT TRANS 2 ASS I GN BTN 3 REC FORMAT 4 WB VOORINST. 5 GAIN INST. 6 AE RESPONS 7 NIVEAU ZEBRA [P-MENU]:EINDE Druk op P-MENU. 1 2 0 min STBY P–MENU EINDE SHOT TRANS ASSIGN BTN REC FORMAT AE RESPONS WB VOORINST. GAIN INST. [P-MENU]:EINDE Verplaats het menu-item naar de gewenste locatie door de regelaar SEL/ PUSH EXEC te draaien. Het menu gebruiken 1 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het item te selecteren dat u wilt verplaatsen en druk op de regelaar. 0:00:00 1 Druk op P-MENU. 1 2 0 min STBY P–MENU EINDE SHOT TRANS ASSIGN BTN REC FORMAT AE RESPONS WB VOORINST. GAIN INST. [P-MENU]:EINDE 0:00:00 ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 69 2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [P-MENU INST.] te selecteren en druk op de regelaar. 1 2 0 min STBY 0:00:00 P-MENU INST. TERUG TOEVOEGEN VERW. SORTEREN HERST. [P-MENU]:EINDE 3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [HERST.] te selecteren en druk op de regelaar. 1 2 0 min STBY 0:00:00 HERST. Functies toewijzen Afhankelijk van de functies, moet u deze toewijzen aan de toetsen van ASSIGN om ze te kunnen gebruiken. U kunt afzonderlijke functies toewijzen aan de toetsen ASSIGN 1/2/ 3. Functies die zijn toegewezen aan de toetsen van ASSIGN • [FADER] (p. 39) • [STEADYSHOT] • [INDEX OPSL.] (p. 40) • [AUDIO DUB] (p. 81) • [DISPLAY] (p. 45) • [BARS] (p. 21) Wilt u de instelling van P-MENU v a n d e m o d u s CAMERA h e r s t e l . ? JA NEE [P-MENU]:EINDE 4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [JA] te selecteren en druk op de regelaar. 1 2 0 min STBY 0:00:00 HERST. Weet u het zeker? JA NEE [P-MENU]:EINDE 5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [JA] te selecteren en druk op de regelaar. De standaardwaarden van de instellingen van het persoonlijke menu worden hersteld. Selecteer [NEE] om het initialiseren te annuleren. 6 70 Druk op P-MENU. Het menu gebruiken 1 Druk op MENU. 2 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het menu (OVERIGE) te selecteren en druk op de regelaar. 3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [ASSIGN BTN] te selecteren en druk op de regelaar. 4 Selecteer het nummer van de toets ASSIGN die u wilt toewijzen aan de functie door de regelaar SEL/PUSH EXEC te draaien en druk op de regelaar. U kunt kiezen uit [ASSIGN1] tot en met [ASSIGN3]. [------] wordt weergegeven met het eerste nummer waaraan geen functie is toegewezen. Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om de functie te selecteren die u wilt toewijzen en druk op de regelaar. 6 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [OK] te selecteren en druk op de regelaar. 7 Druk op MENU om het menu te verbergen. Het menu gebruiken 5 z Tip • Wanneer u op de toets ASSIGN drukt die is toegewezen aan [STEADYSHOT], wordt de functie SteadyShot vrijgegeven. Op het LCD-scherm verschijnt . Druk nogmaals op deze toets om de functie SteadyShot te activeren. U kunt het niveau van de functie SteadyShot selecteren bij [STDYSHOT TYP] in het menu (CAMERA INST.) (p. 56). • Er zijn afzonderlijke toetsen voor DISPLAY en BARS. Deze kunt u desgewenst ook toewijzen aan de toetsen van ASSIGN. U kunt beide toetsen gebruiken. Het menu gebruiken 71 Kopiëren/bewerken Kopiëren naar een andere band U kunt de beelden die zijn opgenomen met de camcorder, kopiëren zodat u ze kunt afspelen op andere apparaten, zoals videorecorders. Sluit de camcorder aan op een videorecorder zoals in de volgende afbeelding wordt weergegeven. Een videorecorder aansluiten Kopiëren naar een HDV-apparaat Sluit de camcorder aan op een HDV-apparaat met een i.LINK-kabel (optioneel). Speler (Dit apparaat) i.LINK-kabel (optioneel) HDV-/DV-aansluiting Opnameapparaat (HDV-compatibel apparaat) HDV-/DV-aansluiting Signaalverloop Video-indeling selecteren waarin moet worden gekopieerd De video-indeling waarin moet worden gekopieerd is afhankelijk van de instellingen van [VCR HDV/DV] en [i.LINK-CONV.] in het menu (IN/UIT OPN.). Voordat u deze menu-items instelt, moet u de i.LINK-kabel loskoppelen. • Beelden worden gekopieerd in de indeling waarin deze zijn opgenomen als [VCR HDV/ DV] is ingesteld op [AUTO] en [i.LINKCONV.] is ingesteld op [UIT]. • Beelden worden gekopieerd in de DVindeling als [VCR HDV/DV] is ingesteld op [AUTO] en [i.LINK-CONV.] is ingesteld op [AAN]. Dit geldt ook voor beelden die zijn opgenomen in de HDV-indeling. • Alleen beelden in de geselecteerde indeling worden gekopieerd als [VCR HDV/DV] is 72 Kopiëren/bewerken ingesteld op [HDV] of [DV]. Andere beelden worden gekopieerd als lege gedeelten. Er worden dus geen beelden gekopieerd. b Opmerking • Als u de instellingen van [VCR HDV/DV] en [i.LINK-CONV.] wijzigt terwijl de i.LINK-kabel is aangesloten, herkent het videoapparaat wellicht het videosignaal van de camcorder niet tijdens het kopiëren. • Als [VCR HDV/DV] is ingesteld op [AUTO] en het signaal schakelt tussen HDV en DV, verdwijnt het beeld tijdelijk. • Als u een HDR-FX1E gebruikt als opnameapparaat, moet u [VCR HDV/DV] in het menu (IN/UIT OPN.) op [AUTO] instellen op de HDR-FX1E waarmee wordt opgenomen. Zie pagina 76 voor meer informatie over deze aansluiting. • Als de speler en de recorder beide een HDR-FX1E zijn en zijn aangesloten met de i.LINK-Kabel, worden beelden niet vloeiend hervat nadat u het opnemen hebt onderbroken of gestopt. Kopiëren naar een DV-apparaat Sluit de camcorder aan op een videorecorder met een i.LINK-kabel (optioneel). i.LINK-apparaten i.LINKaansluiting HDV-/DV-aansluiting i.LINK-kabel (optioneel) Signaalverloop Kopiëren/bewerken Video-indeling selecteren waarin moet worden gekopieerd De video-indeling waarin moet worden gekopieerd, is afhankelijk van de instellingen van [VCR HDV/DV] (p. 61) en [i.LINKCONV.] (p. 62) in het menu (IN/UIT OPN.). Voordat u deze menu-items instelt, moet u de i.LINK-kabel loskoppelen. • Beelden worden gekopieerd in de DVindeling als [VCR HDV/DV] is ingesteld op [AUTO] en [i.LINK-CONV.] is ingesteld op [AAN]. Dit geldt ook voor beelden die zijn opgenomen in de HDV-indeling. • Als de band is opgenomen in de HDV- en DVindeling, stelt u [VCR HDV/DV] in op [DV] om alleen beelden in de DV-indeling te kopiëren. Beelden in de HDV-indeling worden gekopieerd als lege gedeelten. Er worden dus geen beelden gekopieerd. • Als [i.LINK-CONV.] is ingesteld op [UIT] en [VCR HDV/DV] is ingesteld op [AUTO], worden beelden in de HDV-indeling opgenomen als lege gedeelten. Er worden dus geen beelden gekopieerd. • Als [VCR HDV/DV] is ingesteld op [HDV], herkend het aangesloten DV-apparaat geen beelden. Beelden worden gekopieerd als lege gedeelten. • Wanneer [VCR HDV/DV] is ingesteld op [AUTO] en het signaal schakelt tussen HDV en DV, verdwijnt het beeld tijdelijk. b Opmerking • Als u de instellingen van [VCR HDV/DV] en [i.LINK-CONV.] wijzigt terwijl de i.LINK-kabel is aangesloten, herkent het videoapparaat wellicht het videosignaal van de camcorder niet tijdens het kopiëren. ,wordt vervolgd Kopiëren/bewerken 73 Kopiëren naar een A/V-apparaat Sluit de camcorder aan op een videorecorder met de A/V-kabel (bijgeleverd). Als de videorecorder een S-videoaansluiting heeft* S-videokabel (optioneel) Videorecorders Geel AUDIO/VIDEOaansluiting Signaalverloop Wit A/V-kabel (bijgeleverd) * Als het apparaat dat u wilt aansluiten een Svideoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor de Svideokabel (optioneel) en niet voor de gele videostekker van de A/V-kabel (bijgeleverd). Met deze aansluiting worden beelden met een DVindeling met een hoge kwaliteit geproduceerd. Het geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen de Svideokabel aansluit. b Opmerking • Selecteer achtereenvolgens het menu (OVERIGE), [DISPLAY] en [LCD] (de standaardinstelling) (p. 66). • Wanneer u de camcorder aansluit op een apparaat met monogeluid, sluit u de gele stekker van de A/Vkabel aan op de videoaansluiting en de rode of de witte stekker op de audioaansluiting van de videorecorder of de televisie. z Tip • Wilt u de datum/tijd en de camera-instellingen opnemen, dan moet u deze weergeven op het scherm (p. 45). 74 Kopiëren/bewerken Rood Kopiëren naar een andere band 1 Sluit het opnameapparaat aan op de camcorder (p. 72). 2 Bereid het opnameapparaat voor. • Plaats de band voor het opnemen. • Als het opnameapparaat beschikt over een ingangskeuzeschakelaar, zet u deze in de invoerstand. 3 Maak de camcorder gereed voor het afspelen. • Plaats de band met opnamen. • Zet de schakelaar POWER op VCR. Start het afspelen op uw camcorder en neem het weergegeven beeld op met de videorecorder. Kopiëren/bewerken 4 Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de videorecorder is geleverd. 5 Wanneer het kopiëren is voltooid, stopt u de camcorder en de videorecorder. b Opmerking • Wanneer u een i.LINK-kabel gebruikt, wordt het opgenomen beeld onscherp als de beelden worden onderbroken op de camcorder terwijl u de beelden opneemt met de videorecorder. • Beelden in de HDV-indeling worden niet uitgevoerd via de HDV/DV-aansluiting als het afspelen is onderbroken, of als ze worden afgespeeld in een andere afspeelmodus dan de normale afspeelmodus. • Als u een i.LINK-kabel gebruikt, kunt u het beeld en het geluid niet apart opnemen. z Tip • Het lampje i.LINK, HDV of DV op de HDV/DVhouder voor aansluitingen gaat branden en geeft de indeling van het uitvoersignaal aan wanneer u een i.LINK-kabel gebruikt. • Als u een i.LINK-kabel gebruikt, worden de videoen geluidssignalen digitaal verzonden, waardoor de beelden van hoge kwaliteit zijn. Kopiëren/bewerken 75 Beelden opnemen van een videorecorder of televisie U kunt beelden of televisieprogramma's opnemen van een videorecorder of televisie op een band die in de camcorder is geplaatst. b Opmerking • De camcorder kan alleen opnemen van een PALbron. Franse videobeelden of televisieprogramma's (SECAM) kunnen bijvoorbeeld niet juist worden opgenomen. Zie pagina 94 voor meer informatie over televisiekleursystemen. • Als u een 21-polige verloopstekker gebruikt om verbinding te maken met een PAL-bron, hebt u een 21-polige verloopstekker in twee richtingen (optioneel) nodig. Een videorecorder of televisie aansluiten Kopiëren van een HDV-apparaat U kunt beelden van een HDV-videorecorder opnemen en bewerken. Gebruik de camcorder als een opnameapparaat en sluit deze aan op een HDV-apparaat met een i.LINK-kabel (optioneel). Opnameapparaat (Dit apparaat) HDV-/DV-aansluiting i.LINK-kabel (optioneel) Signaalverloop b Opmerking • Vanwege copyrightbeperkingen kunt u bij digitale uitzendingen wellicht niet alle programma's opnemen (p. 95). 76 Kopiëren/bewerken Selecteer het menu (IN/UIT OPN.), [VCR HDV/DV] en [AUTO] (p. 61) op de camcorder (opnameapparaat) voordat u verbinding maakt. Speler (HDVcompatibel apparaat) HDV-/DV-aansluiting Opnemen van een DV-/AV-apparaat U kunt beelden of televisieprogramma's van een videorecorder of televisie opnemen en bewerken. Gebruik de camcorder als een opnameapparaat en sluit deze aan op een videorecorder met de A/V-kabel (bijgeleverd). U kunt een DV-apparaat ook aansluiten met een i.LINK-kabel (optioneel). Als u een i.LINK-kabel gebruikt om een DVapparaat aan te sluiten, selecteert u het menu (IN/UIT OPN.), [VCR HDV/DV] en [DV] of [AUTO] (p. 61) voordat u verbinding maakt. Als de televisie of videorecorder een S-videoaansluiting heeft* Videorecorders of televisies S-videokabel (optioneel) A/V-kabel (bijgeleverd) Geel Wit AUDIO/VIDEOaansluiting Kopiëren/bewerken Rood HDV-/DV-aansluiting Aansluiten met een i.LINK-kabel i.LINKaansluiting i.LINK-kabel (optioneel) Signaalverloop * Als het apparaat dat u wilt aansluiten een Svideoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor de Svideokabel (optioneel) en niet voor de gele videostekker van de A/V-kabel (bijgeleverd). Met deze aansluiting worden beelden met een DVindeling van hoge kwaliteit geproduceerd. Het geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen de Svideokabel aansluit. b Opmerking • U kunt beelden van DV-/AV-apparaten alleen opnemen in de DV-indeling. • Selecteer achtereenvolgens het menu (OVERIGE), [DISPLAY] en [LCD] (de standaardinstelling) (p. 66) als u de A/V-kabel (bijgeleverd) gebruikt. • Wanneer u de camcorder aansluit op een apparaat met monogeluid, sluit u de gele stekker van de A/Vkabel aan op de videoaansluiting en de rode of de witte stekker op de audioaansluiting van de videorecorder of de televisie. Alleen het geluid dat via de aangesloten stekker wordt ingevoerd, wordt opgenomen. • Als een 4:3-videosignaal wordt opgenomen met de camcorder, wordt het weergegeven met zwarte balken aan de linker- en rechterkant. z Tip • Als het opnameapparaat een i.LINK-aansluiting heeft, kunt u het apparaat het beste aansluiten met een i.LINK-kabel (optioneel). Kopiëren/bewerken 77 Films opnemen Plaats een band in de camcorder voordat u de volgende bewerkingen uitvoert. 1 Sluit als afspeelapparaat de televisie of videorecorder aan op de camcorder (p. 76, 77). 2 Als u opneemt van een videorecorder, plaatst u een band. 3 Zet de schakelaar POWER op VCR. 4 Zet de camcorder in de opnamepauzestand. Houd X (pauze) ingedrukt en druk tegelijk op beide toetsen z REC (opnemen). 5 Start het afspelen van de band op de videorecorder of selecteer een televisieprogramma. De beelden die worden afgespeeld op het aangesloten apparaat, verschijnen op het LCD-scherm van de camcorder. 6 78 Druk nogmaals op X (pauze) op het punt waar u de opname wilt starten. Kopiëren/bewerken 7 Druk op x (stoppen) om de opname te stoppen. b Opmerking • Wanneer u een i.LINK-kabel gebruikt, wordt het opgenomen beeld onscherp als de beelden worden onderbroken op de videorecorder. • Als u een i.LINK-kabel gebruikt, kunt u het beeld en het geluid niet apart opnemen. • Als u een i.LINK-kabel gebruikt, wordt het beeld wellicht niet vloeiend opgenomen als u de opname onderbreekt of stopt en opnieuw start. z Tip • Het lampje i.LINK, HDV of DV op de HDV/DVhouder voor aansluitingen gaat branden en geeft de indeling van het invoersignaal aan wanneer u een i.LINK-kabel gebruikt. • Als u een i.LINK-kabel gebruikt, worden de videoen geluidssignalen digitaal verzonden, waardoor de beelden van hoge kwaliteit zijn. • Als u een i.LINK-kabel gebruikt, wordt weergegeven tijdens het opnemen. Deze aanduiding kan ook worden weergegeven op het scherm van het afspeelapparaat, maar wordt niet opgenomen. • Indexsignalen worden automatisch opgenomen op de band. U kunt ook op bepaalde punten indexsignalen opnemen door op de toets ASSIGN te drukken die is toegewezen aan de indexfunctie (p. 40). Aansluiten op een computer Als u de camcorder wilt gebruiken door deze met een i.LINK-kabel aan te sluiten op de computer, moet u een computer met een i.LINK-aansluiting gebruiken. Tevens moet op de computer software zijn geïnstalleerd waarmee videosignalen kunnen worden verwerkt. Raadpleeg de handleiding bij de software voor de systeemvereisten van de computer. • Stel [VCR HDV/DV] en [i.LINK-CONV.] in het menu (IN/UIT OPN.) in voordat u de i.LINK-kabel aansluit. Als u de i.LINK-kabel eerst aansluit, kan de computer vastlopen of wordt het signaal van de camcorder niet herkend. b Opmerking • Sluit een computer aan waarmee het signaal met de indeling die wordt aangegeven door de lampjes van de i.LINK-verbinding kan worden verwerkt. Als u een computer aansluit die het signaal niet kan verwerken, kan de computer vastlopen of wordt het signaal van de camcorder niet herkend. • Koppel de i.LINK-kabel los voordat u de instellingen van [REC FORMAT] herstelt als de schakelaar POWER is ingesteld op CAMERA. De computer kan anders vastlopen. z Tip • Het lampje i.LINK, HDV of DV op de HDV/DVhouder voor aansluitingen gaat branden en geeft de indeling van het invoersignaal aan wanneer u een i.LINK-kabel gebruikt. HDV-/DV-aansluiting i.LINK-kabel (optioneel) De computer aansluiten • Als u de camcorder op de computer aansluit met een i.LINK-kabel, moet u de stekker in de juiste richting plaatsen. Als u de stekker met kracht in de verkeerde richting plaatst, kan de aansluiting worden beschadigd of kan dit een storing van de camcorder veroorzaken. • Sluit de i.LINK-kabel eerst aan op de computer en vervolgens op de camcorder. Als u eerst de camcorder aansluit, kan er statische elektriciteit ontstaan. Dit kan een storing van de camcorder veroorzaken. • Als u beelden die zijn opgenomen in de HDVindeling, wilt scannen in de HDV-indeling, stelt u [VCR HDV/DV] in op [HDV] (p. 61) en [i.LINK-CONV.] op [UIT] (p. 62). • Als u beelden die zijn opgenomen in de DVindeling, wilt scannen in de DV-indeling, stelt u [VCR HDV/DV] in op [DV] (p. 61). • Als u beelden die zijn opgenomen in de HDVindeling, wilt scannen in de DV-indeling, stelt u [VCR HDV/DV] in op [HDV] (p. 61) en [i.LINK-CONV.] op [AAN] (p. 62). b Opmerking • Afhankelijk van de software op de computer worden beelden mogelijk niet juist geïmporteerd. • U kunt beelden die zijn opgenomen in de DVindeling niet importeren in de HDV-indeling. Beelden van de computer importeren naar de camcorder In de HDV-indeling Stel [VCR HDV/DV] in op [HDV] (p. 61) en stel [i.LINK-CONV.] in op [UIT] (p. 62). In de DV-indeling Stel [VCR HDV/DV] in op [DV] (p. 61). Kopiëren/bewerken 79 Kopiëren/bewerken Beelden op een band importeren naar de computer Geluid kopiëren naar een band met opnamen U kunt aanvullend geluid opnemen en toevoegen aan het oorspronkelijke geluid op een band die is opgenomen in de DVindeling. U kunt geluid toevoegen aan band waarmee opnamen zijn gemaakt in de 12-bits stand zonder dat het oorspronkelijke geluid wordt gewist. Voorbereiden voor het invoegen van geluidsopnamen Audioapparaat (zoals CD/MD-spelers) Interne microfoon Audio-uitgangen Sluit de videostekker (geel) niet aan. Audio R (rood) CAUDIO/VIDEO-aansluiting A/V-kabel (bijgeleverd) Audio L (wit) BMIC (PLUG IN POWER)/LINE aansluiting Microfoon (optioneel) Signaalverloop AMIC (PLUG IN POWER)/LINE aansluiting Neem het geluid op een van de volgende manieren op. • Met de interne microfoon (geen aansluiting nodig). • Met een microfoon (optioneel) die is aangesloten op de MIC/LINE-aansluiting. (A) Selecteer het menu (AUDIO INST.), [MIC/LINE IN] en [EXTERNE MICR] (p. 59). • Met een audioapparaat (optioneel) dat is aangesloten op de MIC/LINE-aansluiting. 80 Kopiëren/bewerken (B) Selecteer het menu (AUDIO INST.), [MIC/LINE IN] en [LIJN] (p. 59). • Met een audioapparaat dat is aangesloten op de AUDIO/VIDEO-aansluiting. (C) Deze volgorde wordt aangehouden om te bepalen welke audio-ingang de voorkeur krijgt voor opnamen: MIC/LINE-aansluiting t AUDIO/VIDEO-aansluiting t interne microfoon. Geluid opnemen Wijs de functie voor het invoegen van geluidsopnamen van tevoren toe aan een van de toetsen van ASSIGN. Zie pagina 70 voor informatie over het toewijzen van een functie. 1 Plaats een band met opnamen in de camcorder. 2 Zet de schakelaar POWER op VCR. 3 Druk op N (afspelen) om de band af te spelen. 4 Druk op X (pauze) op het punt waar u de geluidsopname wilt starten. 5 Druk op de toets ASSIGN die is toegewezen aan de functie voor het invoegen van geluidsopnamen. Het teken scherm. 6 X verschijnt op het LCD- Druk op X (pauze) en begin tegelijkertijd met het afspelen van het geluid dat u wilt opnemen. Het teken wordt op het LCD-scherm weergegeven terwijl het geluid wordt opgenomen. Het nieuwe geluid wordt opgenomen in stereo 2 (ST2). 7 Druk op x (stoppen) als u wilt stoppen met opnemen. Het eindpunt van het kopiëren van geluidsopnamen instellen Kopiëren/bewerken b Opmerking • Wanneer u de AUDIO/VIDEO-aansluiting of de interne microfoon gebruikt om extra geluid op te nemen, wordt er geen beeldsignaal uitgevoerd via de AUDIO/VIDEO-aansluiting. Controleer het beeld op het LCD-scherm en in de beeldzoeker en controleer het geluid met de hoofdtelefoon. • U kunt geen extra audiosignalen opnemen: – Op een band die is opgenomen in de HDVindeling. – Op een band die is opgenomen in de 16-bits stand. – Op een band die is opgenomen in de stand LP. – Wanneer de camcorder is aangesloten met een i.LINK-kabel. – Op lege gedeelten van de band. – Als het wispreventienokje van de band op SAVE is gezet. – Op de band die is opgenomen op een ander apparaat met een 4-kanaalsmicrofoon (4CH MIC REC). • Als u een externe microfoon (optioneel) gebruikt om extra geluidsopnamen op te nemen, kunt u het beeld en het geluid controleren door de camcorder op een televisie aan te sluiten met de A/V-kabel. Het geluid dat u naderhand hebt opgenomen, wordt niet uitgevoerd via de luidspreker. Controleer het geluid met een hoofdtelefoon of een televisie. • Het geluid van een apparaat met monogeluid dat is aangesloten op de MIC/LINE-aansluiting wordt opgenomen via het linkerkanaal. Druk tijdens het afspelen op ZERO SET MEMORY bij het punt waar u het kopiëren van geluid wilt stoppen. Voer stap 4 tot en met 6 uit. De opname wordt automatisch gestopt bij de geselecteerde scène. b Opmerking • U kunt alleen aanvullend geluid opnemen op een band die met de camcorder is opgenomen. Het geluid wordt mogelijk slechter wanneer u geluid opneemt op een band die is opgenomen met andere camcorders (waaronder andere HDR-FX1Ecamcorders). z Tip • U kunt het volume van de microfoon handmatig aanpassen tijdens de volgende bewerkingen: – Geluid opnemen met een externe microfoon of audioapparaat dat is aangesloten op de MIC/ LINE-aansluiting. – Geluid opnemen van een opnameapparaat dat is aangesloten op de AUDIO/VIDEO-aansluiting. – Geluid opnemen met de interne microfoon. Het afspelen wordt onderbroken. Kopiëren/bewerken 81 Het opgenomen geluid controleren en aanpassen 1 Speel de band af waarop u geluid hebt opgenomen volgens de procedures in "Geluid opnemen" (p. 81). 2 Druk op MENU. 3 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het menu (AUDIO INST.) te selecteren en druk op de regelaar. 4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [AUDIO MIX] te selecteren en druk op de regelaar. 5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om de balans tussen het oorspronkelijke geluid (ST1) en het geluid dat achteraf is opgenomen (ST2), aan te passen en druk op de regelaar. Bij de standaardinstelling wordt het oorspronkelijke geluid (ST1) uitgevoerd. De aangepaste geluidsbalans wordt weer teruggezet op de standaardinstelling ongeveer 5 minuten nadat de accu of andere stroombronnen zijn losgekoppeld. 6 82 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen. Kopiëren/bewerken Sluit een analoog videoapparaat aan op de camcorder met de A/V-kabel (bijgeleverd) en een digitaal apparaat, zoals een computer, met een i.LINK-kabel (optioneel). De camcorder zet het analoge videosignaal van de videorecorder om naar een digitaal signaal en verzendt dit naar de computer zodat het kan worden opgenomen. Er moet software op de computer zijn geïnstalleerd waarmee videosignalen kunnen worden geïmporteerd als u de conversiefunctie voor signalen wilt gebruiken. Een analoge videorecorder aansluiten op de computer via de camcorder – Conversiefunctie voor signalen Een computer aansluiten Raadpleeg de handleiding bij de software voor de systeemvereisten van de computer. Kopiëren/bewerken Als de videorecorder een S-videoaansluiting heeft S-videokabel (optioneel) AUDIO/VIDEO-aansluiting Geel A/V-kabel (bijgeleverd) Wit Rood HDV-/DV-aansluiting i.LINK-kabel (optioneel) Signaalverloop b Opmerking • Selecteer achtereenvolgens het menu (OVERIGE), [DISPLAY] en [LCD] (de standaardinstelling) (p. 66). • Voordat u de i.LINK-kabel aansluit, selecteert u het menu (IN/UIT OPN.), [VCR HDV/DV] en vervolgens [DV] (p. 61). Als u deze bewerking uitvoert terwijl de i.LINK-kabel is aangesloten, kan de computer vastlopen of wordt de camcorder niet herkend. Kopiëren/bewerken 83 Beelden importeren naar de computer 1 Schakel het analoge apparaat in. 2 Zet de schakelaar POWER op VCR. Gebruik de netspanningsadapter (bijgeleverd) als stroombron. 3 Druk op MENU. 4 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om het menu (IN/UIT OPN.) te selecteren en druk op de regelaar. 5 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [A/V t DV UIT] te selecteren en druk op de regelaar. 6 Draai de regelaar SEL/PUSH EXEC om [AAN] te selecteren en druk op de regelaar. 7 Druk op MENU om het menuscherm te verbergen. 8 Start het afspelen op het analoge apparaat. 9 Importeer de beelden naar de computer. Raadpleeg de handleiding of de Help bij de software voor meer informatie. Nadat het geluid en het beeld zijn geïmporteerd Stop met importeren op de computer en stop de weergave op het analoge apparaat. 84 Kopiëren/bewerken b Opmerking • De camcorder kan wellicht het signaal niet correct uitvoeren naar de computer afhankelijk van het videosignaal dat wordt ingevoerd in de camcorder. • U kunt geen beelden importeren naar de computer via de camcorder als deze zijn opgenomen met een copyrightbeveiligingssignaal. • Analoge signalen worden niet uitgevoerd via de COMPONENT OUTPUT-aansluiting. Problemen oplossen Problemen oplossen Als er problemen optreden bij het gebruik van de camcorder, kunt u de volgende tabel gebruiken om het probleem op te lossen. Blijft het probleem optreden, dan verwijdert u de stroombron en neemt u contact op met de Sony-handelaar. Als "C:ss:ss" wordt weergegeven op het LCD-scherm of in de beeldzoeker, is de zelfdiagnosefunctie geactiveerd. Zie pagina 91 voor meer informatie. Algemene werking Oorzaak en/of oplossing De stroom wordt niet ingeschakeld. • De accu is ontladen, is bijna leeg of is niet in de camcorder geplaatst. cPlaats een opgeladen accu in de camcorder (p. 11). cGebruik de netspanningsadapter om de camcorder aan te sluiten op een stopcontact (p. 14). De camcorder functioneert zelfs niet als de stroom is ingeschakeld. cTrek de stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact of verwijder de accu en sluit deze na 1 minuut weer aan. Als de functies nog steeds niet werken, drukt u de toets RESET in met een puntig voorwerp. Houd er rekening mee dat bij het indrukken van de toets RESET alle instellingen, inclusief de klokinstelling en met uitzondering van de items in het persoonlijke menu en Picture Profile, worden teruggezet op de standaardwaarden. Problemen oplossen Probleem U hoort een rammelend geluid • Dit komt omdat bepaalde lensfuncties op de camcorder een lineair wanneer de camcorder wordt gebruikt mechanisme gebruiken. Dit duidt niet op een storing. als de schakelaar POWER op OFF (CHG) of VCR is ingesteld. De bijgeleverde afstandsbediening werkt niet. cStel [EXTERNE CTRL] in het menu (OVERIGE) in op [AAN] (p. 66). cPlaats batterijen in de batterijhouder zodat de +- en –-polen samenvallen met de +- en –-tekens in de houder. Als het probleem nog steeds niet is opgelost, plaatst u nieuwe batterijen omdat de oude batterijen leeg zijn (p. 110). cVerwijder eventuele obstructies tussen de afstandsbediening en de afstandsbedieningssensor. De camcorder wordt warm. • Het apparaat is al langere tijd ingeschakeld. Dit duidt niet op een storing. Accu/Stroombronnen Probleem Oorzaak en/of oplossing Het lampje CHG (opladen) gaat niet branden als u de accu oplaadt. cPlaats de accu op de juiste manier in de camcorder. Als het lampje nog steeds niet gaat branden, krijgt de accu geen stroom van het stopcontact. • Het opladen van de accu is voltooid (p. 11). ,wordt vervolgd Problemen oplossen 85 Probleem Oorzaak en/of oplossing Het lampje CHG (opladen) knippert als u de accu oplaadt. cPlaats de accu op de juiste manier in de camcorder. Als het probleem blijft optreden, trekt u de stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact en neemt u contact op met de Sony-handelaar. De accu is wellicht beschadigd (p. 11, 97). De accu is niet opgeladen. cZet de schakelaar POWER op OFF (CHG). De accu raakt snel leeg. • De temperatuur van de omgeving is te laag of de accu is niet volledig opgeladen. Dit duidt niet op een storing. cLaad de accu nogmaals volledig op. Als het probleem blijft optreden, vervangt u de accu door een nieuwe accu. De accu is wellicht beschadigd (p. 11, 97). De aanduiding voor de resterende accuduur geeft niet de juiste tijd aan. • De temperatuur van de omgeving is te hoog of te laag of de accu is niet volledig opgeladen. Dit duidt niet op een storing. cLaad de accu nogmaals volledig op. Als het probleem blijft optreden, vervangt u de accu door een nieuwe accu. De accu is wellicht beschadigd (p. 11, 97). • Er is een probleem opgetreden met de aangegeven resterende accuduur De camcorder wordt vaak of de accu is niet volledig opgeladen. uitgeschakeld, terwijl de aanduiding cLaad de accu nogmaals volledig op om de aanduiding te corrigeren voor de resterende accuduur aangeeft (p. 11). dat de accu nog voldoende stroom kan leveren. Er treedt een probleem op als de camcorder is aangesloten op de netspanningsadapter. cSchakel de stroom uit en trek de stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact. Sluit de netspanningsadapter weer aan. Banden Probleem Oorzaak en/of oplossing De band kan niet worden uitgeworpen cControleer of de stroombron (accu of netspanningsadapter) correct is uit de houder. aangesloten (p. 11). cVerwijder de accu uit de camcorder en plaats deze opnieuw (p. 11). cPlaats een opgeladen accu in de camcorder (p. 11). De band wordt niet uitgeworpen, zelfs niet als het deksel van de bandhouder is geopend. cVocht condenseert in de camcorder (p. 99). De aanduiding voor Cassette Memory cEr wordt geen aanduiding weergegeven omdat de camcorder niet wordt niet weergegeven als u een compatibel is met de Cassette Memory-functie. band met Cassette Memory gebruikt. De resterende bandlengte wordt niet weergegeven. 86 Problemen oplossen cStel [ RESTANT] in op [AAN] in het menu (OVERIGE) zodat de resterende bandlengte altijd wordt weergegeven (p. 66). LCD-scherm/beeldzoeker Probleem Oorzaak en/of oplossing Er verschijnt een onbekende taal op het scherm. cZie pagina 18. Er verschijnt een onbekende aanduiding op het scherm. cRaadpleeg de lijst met aanduidingen (p. 111). Het beeld in de beeldzoeker is niet duidelijk. cGebruik het zoekerscherpstelknopje om de lens aan te passen (p. 15). Het beeld in de beeldzoeker is verdwenen. cSluit het LCD-scherm. Het beeld wordt niet weergegeven in de beeldzoeker als het LCD-scherm is geopend (p. 15). Opnemen Oorzaak en/of oplossing De band wordt niet gestart als u op REC START/STOP drukt. cZet de schakelaar POWER op CAMERA (p. 14). cHet einde van de band is bereikt. Spoel de band terug of plaats een nieuwe band. cSchuif het wispreventienokje naar REC of plaats een nieuwe band (p. 95). cDe band blijft aan de koptrommel kleven vanwege gecondenseerd vocht. Verwijder de band en laat de camcorder ten minste 1 uur staan. Plaats daarna de band terug (p. 99). De band wordt niet gestart als u op REC START/STOP drukt op de handgreep. cOntgrendel de schakelaar HOLD (p. 21). Het apparaat wordt plotseling uitgeschakeld. cLaad de accu op (p. 11). De zoomfunctie werkt niet. cStel de schakelaar ZOOM juist in (p. 22). cAls u de zoomknop op de afstandsbediening gebruikt, stelt u de schakelaar ZOOM in op LEVER/REMOTE (p. 23). De zoomschakelaar op de handgreep werkt niet. cStel de zoomschakelaar op de handgreep in op H of L (p. 23). Het zoomen of de opnameovergang wordt beëindigd middenin de bewerking. • Dit probleem treedt op wanneer u een band vervangt tijdens de bewerking. SteadyShot functioneert niet. cStel [STEADYSHOT] in op [AAN] in het menu (CAMERA INST.) (p. 56). cDruk op de toets ASSIGN die is toegewezen aan de SteadyShot (p. 70). Problemen oplossen Probleem ,wordt vervolgd Problemen oplossen 87 Probleem Oorzaak en/of oplossing Automatisch scherpstellen functioneert niet. cZet de schakelaar FOCUS op AUTO om automatisch scherpstellen in te schakelen (p. 32). cDe opnameomstandigheden zijn niet geschikt voor automatisch scherpstellen. Stel handmatig scherp (p. 32). Er verschijnt een verticale streep wanneer u kaarslicht of elektrische verlichting opneemt in het donker. • Dit gebeurt wanneer het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond te groot is. Dit duidt niet op een storing. Er verschijnt een verticale streep wanneer u een helder onderwerp opneemt. • Dit wordt het vlekeffect genoemd. Dit duidt niet op een storing. Er verschijnen kleine witte stippen op • De stippen verschijnen wanneer de sluitertijd laag is. Dit duidt niet op het scherm. een storing. Schuine strepen verschijnen op het scherm. cStel de schakelaar ZEBRA/PEAKING in op OFF (p. 31). Het beeld is te helder op het scherm en het onderwerp wordt niet weergegeven. cSchakel de tegenlichtfunctie uit (p. 25). Afspelen 88 Probleem Oorzaak en/of oplossing Er kan niet worden afgespeeld. cAls het einde van de band is bereikt, spoelt u de band terug (p. 43). U kunt niet in omgekeerde richting afspelen. cAfspelen in omgekeerde richting is niet mogelijk wanneer de band is opgenomen in de HDV-indeling. Er worden horizontale strepen weergegeven in het beeld. De weergegeven beelden zijn niet duidelijk of verschijnen niet. cReinig de kop met een reinigingscassette (p. 100). Fijne patronen knipperen en diagonale lijnen lijken gekarteld. cPas [SCHERPTE] aan naar de – (zacht) kant in de functie PICTURE PROFILE (p. 34). Het geluid is niet of nauwelijks hoorbaar. cStel [MEERK GELUID] in op [STEREO] in het menu (AUDIO INST.) (p. 58). cZet het volume hoger (p. 43). cIn het menu (AUDIO INST.) past u [AUDIO MIX] bij [ST2] (aanvullend geluid) aan totdat u het geluid duidelijk hoort (p. 58). cAls u een S-VIDEO-kabel of een componentvideokabel gebruikt, moet u controleren of de rode en witte stekkers van de A/V-kabel ook zijn aangesloten (p. 47). Het geluid is onderbroken. cReinig de kop met de reinigingscassette (p. 100). De datumzoekfunctie en indexzoekfunctie werken niet. • Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit duidt niet op een storing. Problemen oplossen Oorzaak en/of oplossing "---" wordt weergegeven op het scherm. • De band die u afspeelt, is opgenomen zonder ingestelde datum en tijd. • Er wordt een leeg gedeelte op de band afgespeeld. • De gegevenscode op een band met een kras of storing kan niet worden gelezen. END SEARCH functioneert niet. • De schakelaar POWER is ingesteld op CAMERA. • De band wordt uitgeworpen na de opname (p. 45). • De band is nieuw en bevat geen opnamen. END SEARCH functioneert niet correct. • Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit duidt niet op een storing. Er wordt geen beeld weergegeven tijdens END SEARCH of Rec Review. • De band is opgenomen in de HDV- en DV-indeling. Dit duidt niet op een storing. Het is niet mogelijk het beeld of het geluid weer te geven op de televisie die is aangesloten met de componentvideokabel. cStel [COMPONENT] in het menu (IN/UIT OPN.) in volgens de vereisten van het aangesloten apparaat (p. 62). cAls u de componentvideokabel gebruikt, moet u controleren of de rode en witte stekkers van de A/V-kabel zijn aangesloten (p. 47). Het beeld wordt vervormd weergegeven op een televisie met een 4:3-formaat. • Dit probleem treedt op wanneer u een opname die is opgenomen in het 16:9-formaat, weergeeft op een televisie met 4:3-formaat. cAls u het beeld wilt weergeven, stelt u [TV-TYPE] in het menu (IN/UIT OPN.) in (p. 63). cVoordat u opneemt, stelt u in het menu (CAMERA INST.) de optie [DV-BREEDOPN.] in op [UIT] (p. 41). Er treedt ruis op en of wordt weergegeven op het scherm. • De band is opgenomen met een televisiekleursysteem dat afwijkt van het kleursysteem van de camcorder. Dit duidt niet op een storing (p. 94). wordt weergegeven op het LCD-scherm. • Dit verschijnt wanneer u een band afspeelt die is opgenomen op andere opnameapparaten met een 4-kanaalsmicrofoon. Deze camcorder voldoet niet aan de opname-eisen voor een 4-kanaalsmicrofoon. Problemen oplossen Probleem Kopiëren Probleem Oorzaak en/of oplossing Beelden van aangesloten apparaten worden niet weergegeven op het LCD-scherm of in de beeldzoeker. cStel [DISPLAY] in op [LCD] in het menu (OVERIGE) (p. 66). Er kan niet goed worden gekopieerd met de A/V-kabel. cStel [DISPLAY] in op [LCD] in het menu (OVERIGE) (p. 66). Als u de camcorder hebt aangesloten met een i.LINK-kabel, wordt er geen beeld weergegeven tijdens het kopiëren. cStel [VCR HDV/DV] in het menu (IN/UIT OPN.) in volgens de vereisten van het aangesloten apparaat (p. 61). Nieuw geluid dat is toegevoegd aan de band met opnamen, is niet hoorbaar. cIn het menu (AUDIO INST.) past u [AUDIO MIX] bij [ST1] (oorspronkelijk geluid) aan totdat u het geluid duidelijk hoort (p. 58). ,wordt vervolgd Problemen oplossen 89 90 Probleem Oorzaak en/of oplossing Het beeld verdwijnt tijdelijk wanneer u op EXPANDED FOCUS drukt. • Als u op EXPANDED FOCUS drukt tijdens het opnemen in de DVindeling terwijl u beelden overbrengt naar het aangesloten apparaat, verdwijnt het beeld wanneer u schakelt van het normale formaat naar het uitvergrote formaat. Problemen oplossen Waarschuwingen en berichten Zelfdiagnose/Waarschuwingen Als aanduidingen op het LCD-scherm of in de beeldzoeker worden weergegeven, controleert u de volgende punten. Zie de pagina tussen haakjes voor meer informatie. Oorzaak en/of oplossing C:ss:ss/E:ss:ss (Zelfdiagnose) U kunt bepaalde problemen zelf oplossen. Als het probleem blijft optreden nadat u herhaaldelijk hebt geprobeerd dit op te lossen, neemt u contact op met de Sony-handelaar of een plaatselijke, door Sony erkende onderhoudsdienst. C:04:ss cEr wordt een andere accu dan een "InfoLITHIUM" accu gebruikt. Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (p. 96). C:21:ss cEr is vocht in de camcorder gecondenseerd. Verwijder de band en laat de camcorder ten minste 1 uur staan. Plaats daarna de band terug (p. 99). C:22:ss cReinig de kop met de reinigingscassette (p. 100). C:31ss/C:32ss cEr treden problemen op die hierboven niet zijn beschreven. Verwijder de band, plaats deze opnieuw en gebruik de camcorder weer. Voer deze procedure niet uit als vocht begint te condenseren (p. 99). cVerwijder de stroombron. Sluit de stroombron weer aan en gebruik de camcorder weer. cVervang de band. E:61:ss / E:62:ss cNeem contact op met uw Sony-handelaar of een plaatselijke, door Sony erkende onderhoudsdienst. Geef de 5-cijferige code door die begint met "E". Problemen oplossen Aanduiding E (waarschuwing met betrekking tot • De accu is bijna leeg. accuniveau) • Afhankelijk van de gebruiksinstellingen, de omgeving of de accu kan de aanduiding E knipperen, zelfs als er nog 5 tot 10 minuten over zijn. % (waarschuwing met betrekking tot condensvorming)* cVerwijder de band, zet de schakelaar POWER op OFF (CHG) en laat de camcorder ongeveer 1 uur staan met het deksel van de bandhouder geopend (p. 99). Q (waarschuwing met betrekking tot de band) Langzaam knipperend: • Er is nog minder dan 5 minuten over op de band. • Er is geen band geplaatst.* • Het wispreventienokje van de band is vergrendeld (p. 95).* Snel knipperend: • De band is vol.* Z (waarschuwing met betrekking tot uitwerpen van band)* Langzaam knipperend: • Het wispreventienokje op de band is vergrendeld (p. 95). Snel knipperend: • Er is vocht in de camcorder gecondenseerd (p. 99). • De zelfdiagnosecode wordt weergegeven (p. 91). ,wordt vervolgd Problemen oplossen 91 * U hoort een melodie of pieptoon als de waarschuwingen op het scherm verschijnen. 92 Problemen oplossen Waarschuwingsberichten Als er berichten op het scherm verschijnen, controleert u de volgende punten. Zie de pagina tussen haakjes voor meer informatie. Onderwerp Aanduiding Oplossing/Referentie Accu Gebruik de "InfoLITHIUM" accu. cZie pagina 96. De accu is bijna leeg. cLaad de accu op (p. 11). Oude accu. Gebruik een nieuwe. cZie pagina 96. Condensvorming Banden Overigen Z Sluit de stroombron opnieuw aan. – % Z Condensvorming. Verwijder de band. cZie pagina 99. % Condensvorming. Schakel camera 1 uur uit. cZie pagina 99. Q Plaats een band. cZie pagina 17. Z Plaats de band opnieuw. cDe band is wellicht beschadigd. Q Z Band vergrendeld. Controleer het nokje. cZie pagina 95. – Kan niet opnemen vanwege copyrightbeveiliging. – Kan audio niet toevoegen. Koppel i.LINK kabel los. cZie pagina 80. Niet opgenomen met SP. Kan audio niet toevoegen.* cZie pagina 80. Niet opgenomen in 12-bit audio. Kan audio niet toevgn.* cZie pagina 80. Kan audio niet toevoegen op leeg gedeelte van band. cZie pagina 80. Problemen oplossen Q Het einde van de band is bereikt. Band opgenomen met HDV. Kan geen geluid tvgn. cZie pagina 80. Kan audio niet toevoegen. cZie pagina 80 Geen toegewezen waarde ingesteld voor SHOT-A. cEen instelling opslaan bij A (p. 37). Geen toegewezen waarde ingesteld voor SHOT-B. cEen instelling opslaan bij B (p. 37). Wijzig in de juiste bandindeling. cDe beelden kunnen niet worden afgespeeld omdat de indeling niet compatibel is. Geen uitvoerbeeld in "VCR HDV/DV". Wijzig indeling. cStop de invoer van het afspeelsignaal of herstel de instelling van [VCR HDV/DV] (p. 61). Al toegevoegd aan P-MENU van CAMERA. – Al toegevoegd aan P-MENU van VCR. – x Videokop is vuil. Gebruik een reinigingscas. cZie pagina 100. * Wordt alleen weergegeven voor beelden met de indeling DV. Problemen oplossen 93 Extra informatie De camcorder gebruiken in het buitenland Voeding U kunt de camcorder met de bijgeleverde netspanningsadapter gebruiken in alle landen/regio's waar de lichtnetspanning 100 V tot 240 V wisselstroom, 50/60 Hz, bedraagt. Televisiekleursystemen Deze camcorder werkt met het PALkleursysteem. Als u de beelden die in de DVindeling zijn opgenomen op een televisiescherm wilt bekijken, moet dit een televisie met het PAL-systeem zijn (zie de volgende lijst) met een AUDIO/VIDEO-ingang. 94 Systeem Wordt gebruikt in PAL Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Groot-Brittannië, Hongarije, Hongkong, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, NieuwZeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Zweden, Zwitserland, enzovoort PAL - M Brazilië PAL - N Argentinië, Paraguay, Uruguay SECAM Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort NTSC Bahama's, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filipijnen, Guyana, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enzovoort Extra informatie Eenvoudig overschakelen op een andere tijdzone Via het instelmenu kunt u de tijdinstelling eenvoudig omschakelen naar de plaatselijke tijd in een andere tijdzone als u de camcorder in het buitenland gebruikt. Selecteer [WERELDTIJD] in het menu (OVERIGE) en stel het tijdsverschil in (p. 64). HDV-indeling en opnemen/afspelen Opmerkingen over banden Per ongeluk wissen voorkomen Schuif het wispreventienokje op de band naar SAVE. Met de camcorder kunt u opnemen in de HDVen DV-indelingen. U kunt alleen mini-DV-banden gebruiken voor de camcorder. Gebruik een band met het teken . Informatie over de HDV-indeling ( ) De HDV-indeling is een video-indeling ontwikkeld om digitale HD-signalen (HighDefinition) op een DV-band op te nemen. De camcorder gebruikt de Interlace-stand met een rasterfrequentie van 1080 effectieve scanlijnen (1080i, aantal pixels 1440 × 1080). De videobitsnelheid voor het opnemen is ongeveer 25 Mbps. i.LINK wordt gebruikt voor de digitale interface om een digitale verbinding mogelijk te maken met een HDV-compatibele televisie of computer. REC: er kan worden opgenomen op de band. SAVE: er kan niet worden opgenomen op de band (schrijfbeveiliging). Etiketten op de band plakken Plak etiketten alleen op de plaatsen die in de volgende afbeelding zijn aangegeven om storingen in de camcorder te voorkomen. Plak geen etiketten bij deze rand. Afspelen Extra informatie De camcorder geeft de beelden weer in de DVindeling en met de HDV1080i-standaard. Kopieerbeveiligingssignaal Bij afspelen Als de band die u afspeelt op de camcorder, kopieerbeveiligingssignalen bevat, kunt u de signalen niet kopiëren naar een band in een andere videoapparaat dat is aangesloten op de camcorder. Bij opnemen U kunt op deze camcorder geen software opnemen die is beveiligd met een kopieerbeveiligingssignaal. De aanduiding [Kan niet opnemen vanwege copyrightbeveiliging.] verschijnt op het scherm of het televisiescherm wanneer u probeert dergelijke software op te nemen. Kopieerbeveiligingssignalen worden niet op de band opgenomen door de camcorder tijdens het opnemen. Plaats van het etiket Na het gebruik van de band Spoel de band helemaal terug om vervorming van het beeld en het geluid te voorkomen. Berg vervolgens de band op in het hoesje en bewaar de band rechtop. ,wordt vervolgd Extra informatie 95 De goudkleurige aansluiting reinigen Over het algemeen moet u de goudkleurige aansluiting op de band om de 10 keer dat u de band gebruikt, schoonmaken met een wattenstaafje. Als de goudkleurige aansluiting van de band stoffig of vuil is, wordt de aanduiding voor de resterende bandlengte wellicht niet correct weergegeven. Informatie over de "InfoLITHIUM" accu Dit apparaat is compatibel met de "InfoLITHIUM" accu (L-serie). De camcorder werkt alleen met de "InfoLITHIUM" accu. "InfoLITHIUM" accu's van de L-serie hebben het teken . Informatie over de "InfoLITHIUM" accu Goudkleurige aansluiting b Opmerking • De camcorder is niet compatibel met de Cassette Memory-functie. zijn handelsmerken. HDV en zijn handelsmerken van Sony Corporation en Victor Company of Japan, Ltd. De "InfoLITHIUM" accu is een lithium-ionen accu die geschikt is voor het doorgeven van informatie over de gebruikstoestand tussen de camcorder en een optionele netspanningsadapter/oplader. De "InfoLITHIUM" accu meet tijdens het gebruik van de camcorder het stroomverbruik, berekent op basis daarvan de resterende accuduur in minuten en toont deze op het scherm. Met een netspanningsadapter/oplader (optioneel) worden de resterende accuduur en de oplaadtijd weergegeven. De accu opladen Alle andere productnamen die hierin worden vermeld, kunnen de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van hun respectieve bedrijven. Bovendien worden "™" en "®" niet elke keer vermeld in deze gebruiksaanwijzing. Opmerkingen bij de licentie ELK GEBRUIK VAN DIT PRODUCT, BEHALVE HET GEBRUIK DOOR CONSUMENTEN VOOR PERSOONLIJKE DOELEINDEN, IN OVEREENSTEMMING MET DE MPEG-2-STANDAARD VOOR HET CODEREN VAN VIDEO-INFORMATIE VOOR VOORBESPEELDE MEDIA, IS UITDRUKKELIJK VERBODEN, TENZIJ DE GEBRUIKER BESCHIKT OVER EEN LICENTIE ONDER DE PATENTEN VAN TOEPASSING IN DE MPEG-2PATENTENPORTEFEUILLE. DEZE LICENTIE IS VERKRIJGBAAR VIA MPEG LA, L.L.C., 250 STEELE STREET, SUITE 300, DENVER, COLORADO 80206, VERENIGDE STATEN. 96 Extra informatie • Zorg dat de accu is opgeladen voordat u de camcorder gaat gebruiken. • U kunt de accu het beste opladen bij een omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C tot het lampje CHG (opladen) dooft. Als u de accu oplaadt bij een temperatuur buiten dit bereik, wordt de accu mogelijk niet efficiënt opgeladen. • Na het opladen maakt u de netspanningsadapter los van de DC INaansluiting van de camcorder of verwijdert u de accu. De accu efficiënt gebruiken • De prestatie van de accu vermindert wanneer de omgevingstemperatuur 10°C of lager is. Ook kunt u de accu minder lang gebruiken. In dit geval voert u een van de volgende procedures uit zodat u de accu langer kunt gebruiken. – Bewaar de accu in een binnenzak om deze warm te houden en plaats de accu pas in de camcorder vlak voordat u gaat opnemen. • • • • – Gebruik een accu met grote capaciteit: NPF770/F970 (optioneel). Bij intensief gebruik van de LCD scherm of veelvuldig wisselen tussen afspelen, vooruitspoelen en terugspoelen raakt de accu sneller leeg. U kunt het beste een accu met grote capaciteit gebruiken: NP-F770/F970 (optioneel). Zet de schakelaar POWER op OFF (CHG) als u niet opneemt of afspeelt met de camcorder. De accu raakt ook leeg wanneer de camcorder in de opnamepauzestand of weergavepauzestand staat. Houd voldoende reserveaccu's bij de hand voor 2 of 3 keer de verwachte opnameduur en maak testopnamen voordat u de uiteindelijke opname maakt. Zorg dat er geen water op een accu komt. De accu is niet waterbestendig. Informatie over de aanduiding voor de resterende accuduur • Als u de accu op de camcorder volledig wilt ontladen, verwijdert u de band en laat u de camcorder in de opnamewachtstand staan tot de stroom wordt uitgeschakeld. Informatie over de levensduur van de accu • De levensduur van de accu is beperkt. Naarmate u de accu gebruikt, neemt de capaciteit geleidelijk af. Wanneer de gebruiksduur van een volledig opgeladen accu aanmerkelijk is afgenomen, nadert het einde van de levensduur van de accu. Koop dan een nieuwe accu. • De levensduur van elke afzonderlijke accu is afhankelijk van de omstandigheden waaronder deze wordt bewaard en gebruikt. "InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony Corporation. Extra informatie • Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld terwijl de aanduiding voor de resterende accuduur aangeeft dat er voldoende stroom is, laadt u de accu opnieuw volledig op. De indicatie van de resterende accuduur wordt correct weergegeven. Soms kan de juiste aanduiding echter niet worden weergegeven als de accu geruime tijd achtereen aan hitte is blootgesteld of lang in volledig opgeladen toestand is blijven liggen, of als de accu erg intensief is gebruikt. Gebruik de aanduiding voor de resterende accuduur om de geschatte opnameduur te bepalen. • De aanduiding E geeft aan dat de accu bijna leeg is, hoewel deze nog 5 tot 10 minuten kan worden gebruikt, afhankelijk van de omstandigheden, de temperatuur en de omgeving. De accu bewaren • Als de accu langere tijd niet wordt gebruikt, laadt u deze helemaal op en gebruikt u de camcorder één keer per jaar zodat de accu goed blijft werken. Verwijder de accu uit de camcorder en bewaar deze in een droge, koele omgeving. Extra informatie 97 Informatie over i.LINK De i.LINK-interface van dit apparaat is een interface die geschikt is voor het i.LINKsysteem. Hieronder volgt een beschrijving van het i.LINK-systeem en de mogelijkheden ervan. i.LINK i.LINK is een digitale seriële interface voor het overdragen van digitale video- en audiogegevens en andere gegevens naar een ander apparaat dat geschikt is voor i.LINK. U kunt ook andere apparaten bedienen met de i.LINK-interface. Een apparaat dat geschikt is voor i.LINK, kan worden aangesloten met een i.LINK-kabel. Mogelijke toepassingen zijn bediening en gegevensoverdracht tussen verschillende digitale A/V-apparaten. Als er 2 of meer i.LINK-apparaten indirect zijn verbonden met dit apparaat, kunt u naast de gegevensoverdracht ook de andere verbonden apparaten bedienen. Houd er rekening mee dat deze manier van werken soms afwijkt vanwege de kenmerken en specificaties van het aangesloten apparaat. Bovendien zijn sommige bewerkingen en gegevensoverdrachten wellicht niet mogelijk op bepaalde aangesloten apparaten. b Opmerking • Gewoonlijk wordt slechts één apparaat aangesloten op dit apparaat met de i.LINK-kabel. Voor het aansluiten van dit apparaat op HDV/DV-apparatuur met twee of meer i.LINK-interfaces wordt u verwezen naar de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten apparatuur. z Tip • i.LINK is een wat gemakkelijker te gebruiken term voor IEEE 1394 data transport bus, voorgesteld door Sony en als handelsmerk goedgekeurd door veel bedrijven. • IEEE 1394 is een internationale norm, vastgesteld door het Institute of Electrical and Electronic Engineers. Informatie over i.LINKoverdrachtssnelheid De maximale i.LINK-overdrachtssnelheid kan verschillen per apparaat. Er zijn 3 soorten. S100 (ongeveer 100 Mbps*) S200 (ongeveer 200 Mbps) 98 Extra informatie S400 (ongeveer 400 Mbps) De overdrachtssnelheid staat in de gebruiksaanwijzing van elk apparaat vermeld onder "Technische gegevens". Bovendien staat op sommige apparaten de overdrachtssnelheid ook vermeld bij de i.LINK-aansluiting. De overdrachtssnelheid kan afwijken van de weergegeven waarde als het apparaat wordt aangesloten op een apparaat met een andere maximumoverdrachtssnelheid. * Mbps Mbps staat voor megabit per seconde, dat wil zeggen de hoeveelheid gegevens die in 1 seconde kan worden verzonden of ontvangen. Een overdrachtssnelheid van bijvoorbeeld 100 Mbps wil zeggen dat in 1 seconde 100 megabits aan gegevens kunnen worden overgedragen. i.LINK-functies op dit apparaat gebruiken Zie pagina 72 voor meer informatie over het kopiëren als dit apparaat is aangesloten op een ander videoapparaat met een i.LINK-interface. Dit apparaat kan ook worden aangesloten op een ander apparaat dat geschikt is voor i.LINK van het merk Sony (bijvoorbeeld een computer uit de VAIO-serie) en op een videoapparaat. Sommige videoapparaten die geschikt zijn voor i.LINK, zoals digitale televisies, DVDrecorders/-spelers en MICROMV-recorders/spelers, zijn niet compatibel met dit apparaat. Voordat u de camcorder aansluit op een ander apparaat, controleert u of het apparaat geschikt is voor HDV/DV. Voor meer informatie over voorzorgsmaatregelen en compatibele software raadpleegt u de handleiding van het apparaat dat u wilt aansluiten. b Opmerking • Wanneer u de camcorder aansluit op een ander i.LINK-compatibel apparaat, moet u dit apparaat uitschakelen en de netspanningsadapter uit het stopcontact halen voordat u de i.LINK-kabel aansluit of loskoppelt. Informatie over de vereiste i.LINK-kabel Gebruik de Sony i.LINK 4-pins-naar-4-pins kabel (voor het kopiëren met HDV/DV). i.LINK en zijn handelsmerken van Sony Corporation. Onderhoud en voorzorgsmaatregelen • Gebruik en onderhoud • • • • • • • Extra informatie • Gebruik of bewaar de camcorder en de accessoires niet onder de volgende omstandigheden. – Op extreem koude of warme plaatsen. Laat de camcorder en de accessoires nooit achter op plaatsen waar de temperatuur tot boven de 60°C kan oplopen, zoals in direct zonlicht, bij de verwarming of in een auto die in de zon is geparkeerd. De camcorder en de accessoires functioneren mogelijk niet meer goed of vervormen. – In de buurt van sterke magnetische velden of mechanische trillingen. Mogelijk functioneert de camcorder niet meer goed. – In de buurt van sterke radiogolven of straling. Mogelijk kan er niet meer goed worden opgenomen met de camcorder. – In de buurt van AM-radio-ontvangers en videoapparatuur. Er kan ruis ontstaan. – Zandstranden en stoffige omgevingen. Zand en stof kunnen storingen in de camcorder veroorzaken. Soms kunnen deze storingen niet meer worden gerepareerd. – Bij ramen of buiten waar het LCD-scherm, de beeldzoeker of de lens aan direct zonlicht worden blootgesteld. Hierdoor kunnen de beeldzoeker of het LCD-scherm aan de binnenkant worden beschadigd. – Op vochtige plaatsen. • Gebruik de camcorder uitsluitend op stroomvoorziening van 7,2 V gelijkstroom (accu) of 8,4 V gelijkstroom (netspanningsadapter). • Gebruik voor het aansluiten op de stroombron (gelijkstroom of wisselstroom) alleen de in deze gebruiksaanwijzing vermelde accessoires. • Zorg dat de camcorder niet nat wordt, bijvoorbeeld door regen of zeewater. Als de camcorder nat wordt, kunnen er storingen optreden. Soms kunnen deze storingen niet meer worden gerepareerd. • Mocht er vloeistof of een voorwerp binnen in de camcorder terechtkomen, moet u de stroom onmiddellijk uitschakelen, de stekker uit het stopcontact halen en de camcorder eerst door een Sony-handelaar laten nakijken voordat u het apparaat weer in gebruik neemt. Laat het apparaat niet vallen, demonteer of wijzig het niet en behoed het tegen mechanische schokken en ga er altijd voorzichtig mee om. Wees vooral voorzichtig met de lens. Zorg dat de schakelaar POWER op OFF (CHG) staat zolang u de camcorder niet gebruikt. Wikkel de camcorder tijdens gebruik nooit in textiel, zoals een handdoek. De binnenkant van de camcorder kan hierdoor ernstig oververhit raken. Als u het netsnoer loskoppelt, moet u aan de stekker en niet aan het snoer trekken. Beschadig het netsnoer niet door er een zwaar voorwerp op te plaatsen. Houd de metalen contactpunten goed schoon. Houd de afstandsbediening en de knoopcel buiten het bereik van kinderen. Raadpleeg meteen een arts wanneer een batterij per ongeluk wordt ingeslikt. Als er elektrolytische vloeistof uit de batterij is gelekt, doet u het volgende: – Neem contact op met een plaatselijke, door Sony erkende onderhoudsdienst. – Spoel vloeistof af die op uw huid is terechtgekomen. – Als er vloeistof in uw ogen is gekomen, wast u uw ogen met veel water. Raadpleeg zo spoedig mogelijk een arts. Wanneer u de camcorder langere tijd niet gebruikt Schakel de camcorder van tijd tot tijd in en speel bijvoorbeeld 3 minuten een band af. Condensvorming Als de camcorder rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt gebracht, kan de lens beslaan of vocht condenseren in het inwendige van het apparaat, op de videokop of het oppervlak van de band. Als deze situatie zich voordoet, kan de band aan de koptrommel blijven plakken en beschadiging of storing in de werking van het apparaat veroorzaken. Als de camcorder van binnen vochtig is, verschijnt ,wordt vervolgd Extra informatie 99 [%Z Condensvorming. Verwijder de band.] of [% Condensvorming. Schakel camera 1 uur uit.]. De aanduiding verschijnt niet als er vocht op de lens is gecondenseerd. Als er vocht in de camcorder is gecondenseerd Geen van de functies werkt, behalve het uitwerpen van de band. Verwijder de band, schakel de camcorder uit en laat het apparaat daarna 1 uur lang ongebruikt staan, met de bandhouder open. De camcorder kan weer worden gebruikt als de aanduiding % of Z niet verschijnt als de stroom weer wordt ingeschakeld. Als vocht begint te condenseren, kan de camcorder de condensvorming soms niet herkennen. Als dit gebeurt, duurt het soms meer dan 10 seconden voordat de band wordt uitgeworpen nadat de bandhouder is geopend. Dit duidt niet op een storing. Sluit de bandhouder niet tot de band is uitgeworpen. Opmerking over condensvorming Er kan vocht uit de lucht in de camcorder condenseren wanneer u het apparaat in een warme, vochtige omgeving gebruikt of wanneer u de camcorder direct van een koude omgeving in een warme omgeving brengt, zoals hieronder wordt weergegeven. • Als u de camcorder van de ijsbaan of de skihellingen rechtstreeks meeneemt in een verwarmde ruimte. • Als u de camcorder op een hete zomerdag vanuit een koele ruimte of een auto met airconditioning mee naar buiten neemt. • Als u de camcorder onmiddellijk na een regenbui gebruikt. • Wanneer u de camcorder op een warme en vochtige plaats gebruikt. Condensvorming voorkomen Voordat u de camcorder van een koude omgeving naar een warme plaats brengt, verpakt u het apparaat eerst in een plastic zak die u goed (luchtdicht) afsluit. Neem de camcorder pas uit de plastic zak, wanneer de lucht in de zak dezelfde temperatuur heeft als de omringende warme lucht (na ongeveer 1 uur). 100 Extra informatie Videokop • Wanneer de videokop vies wordt, kunt u niet normaal opnamen maken of treden er storingen op als het beeld en het geluid worden afgespeeld. • Als een van de volgende problemen optreedt, maakt u de videokoppen gedurende 10 seconden schoon met de reinigingscassette. – Er verschijnt een mozaïekpatroon in het weergegeven beeld of er wordt een blauw scherm weergegeven. – De weergegeven beelden bewegen niet. – Een gedeelte van de weergegeven beelden beweegt niet. – De beelden worden niet afgespeeld of het geluid is onderbroken. – [x Videokop is vuil. Gebruik een reinigingscas.] wordt tijdens het opnemen weergegeven op het scherm. • De videokop slijt na langdurig gebruik. Als het beeld niet helder wordt nadat u een reinigingscassette hebt gebruikt, is de videokop mogelijk versleten. Neem contact op met de Sony-handelaar of een plaatselijke, door Sony erkende onderhoudsdienst om de videokop te laten vervangen. LCD-scherm • Druk niet te hard op het LCD-scherm. Dit kan schade veroorzaken. • Wanneer u de camcorder gebruikt in een koude omgeving, kunnen er nabeelden op het LCD-scherm verschijnen. Dit duidt niet op een storing. • Tijdens het gebruik van de camcorder kan de achterkant van het LCD-scherm warm worden. Dit duidt niet op een storing. Het LCD-scherm reinigen • Als het LCD-scherm vuil is door stof of vingerafdrukken, kunt u het schoonmaken met een LCD-reinigingsdoek (optioneel). Wanneer u de speciale reinigingsset voor het LCD-scherm gebruikt (optioneel), gebruikt u geen reinigingsmiddel direct op het scherm. Gebruik reinigingspapier dat vochtig is gemaakt met reinigingsmiddel. De behuizing reinigen • Als de behuizing vuil is, reinigt u de camcorder met een zachte, vochtige doek en veegt u de behuizing vervolgens droog met een droge doek. • Voorkom de volgende situaties waardoor de behuizing kan worden beschadigd. – Het gebruik van chemische producten zoals thinner, benzine, alcohol, chemische reinigingsdoekjes, insektenwerende middelen en insekticiden. – Het apparaat gebruiken met de bovenstaande substanties op uw handen. – Zorg dat de behuizing niet langdurig in contact komt met rubber of vinyl. Verzorging en opslag van de lens De vooraf geïnstalleerde knoopcel verwijderen Raak de vooraf geïnstalleerde oplaadbare knoopcel niet aan tijdens het gebruik. Zodra u de knoopcel hebt verwijderd, kunt u deze niet terugplaatsen. Wanneer u de camcorder weggooit, moet u de knoopcel uit de camcorder verwijderen. Gooi de knoopcel weg en houd hierbij de geldende richtlijnen voor klein chemisch afval (KCA) in acht. Gereedschap: een schroevendraaier of vergelijkbaar gereedschap 1 Zorg dat de camcorder is losgekoppeld van de stroombron. 2 Verwijder de schroef met het gereedschap. Extra informatie • Veeg het oppervlak van de lens schoon met een zachte doek in de volgende gevallen: – Als er vingerafdrukken op de lens zitten. – Op erg warme plaatsen met veel vocht. – Wanneer de lens aan zoute lucht wordt blootgesteld, zoals bij de zeekust. • Bewaar de lens op een goed geventileerde locatie met weinig stof en vuil. • Maak de lens regelmatig schoon om schimmelvorming te voorkomen. U kunt het beste de camcorder ongeveer één keer per maand gebruiken zodat deze lange tijd in goede staat blijft. Procedures Sluit de camcorder aan op een stopcontact met de bijgeleverde netspanningsadapter en laat de camcorder meer dan 24 uur zo staan met de schakelaar POWER op OFF (CHG). De vooraf geïnstalleerde knoopcel opladen De camcorder bevat een vooraf geïnstalleerde knoopcel zodat de datum, tijd en andere instellingen worden bewaard als de schakelaar POWER op OFF (CHG) is gezet. De vooraf geïnstalleerde knoopcel wordt altijd opgeladen wanneer u de camcorder gebruikt, maar raakt langzaam leeg als u de camcorder niet gebruikt. De knoopcel is na ongeveer 3 maanden helemaal leeg als u de camcorder in het geheel niet gebruikt. Als de vooraf geïnstalleerde knoopcel niet is opgeladen, heeft dit echter geen invloed op het gebruik van de camera als u de datum niet opneemt. 3 Druk op de zijkant van het klepje zoals hieronder wordt weergegeven om het klepje te openen. ,wordt vervolgd Extra informatie 101 4 Haal de knoopcel met het klepje uit de houder. 5 Trek het klepje los van de camcorder. Stof verwijderen uit de beeldzoeker 1 Verwijder de beeldzoeker. Terwijl u de ontgrendeling van de beeldzoeker naar beneden schuift 1, schuift en verwijdert u de beeldzoeker 2. 102 Extra informatie 2 Verwijder het stof aan de binnenzijde van de beeldzoeker en het gedeelte dat hieronder wordt weergegeven met een blaaskwastje. Technische gegevens Systeem Ingangen/uitgangen Audio/Video ingang/uitgang Videosignaal: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm), asymmetrisch, negatieve synchronisatie Audiosignaal: 327 mV (met een belastingsimpedantie van meer dan 47 kΩ (kilohm)), ingangsimpedantie van meer dan 47 kΩ (kilohm), uitgangsimpedantie van minder dan 2,2 kΩ (kilohm) S VIDEO-ingang/-uitgang Luminantiesignaal: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm), asymmetrisch Chrominantiesignaal: 0,3 Vp-p, 75 Ω (ohm), asymmetrisch COMPONENT OUTPUT-aansluiting Y: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm), asymmetrisch PB/PR, CB/CR: +/- 350 mVp-p Hoofdtelefoonaansluiting Stereo mini-aansluiting (Ø 3,5 mm) LANC-aansluiting Stereo mini-mini-aansluiting (Ø 2,5 mm) MIC-aansluiting Mini-aansluiting, 0,388 mV lage impedantie met 2,5-3,0 V gelijkstroom, uitgangsimpedantie 6,8 kΩ (kilohm) (Ø 3,5 mm), stereotype HDV-/DV-aansluiting i.LINK-interface (IEEE1394, 4-polige aansluiting S400) Extra informatie Video-opnamesysteem (HDV) 2 roterende koppen, schuinspoorregistratie Video-opnamesysteem (DV) 2 roterende koppen, schuinspoorregistratie Audio-opnamesysteem (HDV) Roterende koppen, MPEG-1 Audio Layer2 Quantisering: 16 bits (Fs 48 kHz, stereo) Overdrachtssnelheid: 384 kbps Audio-opnamesysteem (DV) Roterende koppen, PCM-systeem Quantisering: 12 bits (Fs 32 kHz, stereo 1, stereo 2), 16 bits (Fs 48 kHz, stereo) Videosignaal PAL-kleursysteem, CCIR-normen, 1080/50istandaard Aanbevolen banden Mini-DV-band met het teken Bandsnelheid (HDV) Ongeveer 18,81 mm/s Bandsnelheid (DV) SP: Ongeveer 18,81 mm/s LP: Ongeveer 12,56 mm/s Opname-/speelduur (HDV) 60 min (met DVM60-band) Opname-/speelduur (DV) SP: 60 min (met DVM60-band) LP: 90 min (met DVM60-band) Duur van snel vooruitspoelen/terugspoelen Ongeveer 2 min 40 s (met een DVM60-band) Beeldzoeker Elektronische beeldzoeker (kleur) Beeldapparaat 6 mm (1/3 type) 3CCD (Charge Coupled Device) Totaal: ongeveer 1 120 000 pixels Effectief: ongeveer 1 070 000 pixels Lens Carl Zeiss Vario-Sonnar T* Gecombineerde motorzoomlens Filterdiameter: 72 mm 12 × (optisch) F = 1,6 ~ 2,8 Brandpuntsafstand 4,5 - 54 mm Volgens de normen van een 35-mm kleinbeeld-fototoestel 32,5 - 390 mm (40 - 480 mm in 4:3-stand) Kleurtemperatuur [AUTO], [ONE-PUSH A/B], [BINNEN] (3 200 K), [BUITEN] (5 800 K) Minimaal vereiste lichtsterkte 3 lx (lux) (F 1,6) LCD-scherm Beeld 8,8 cm (3,5 type) Totaalaantal beeldpunten 250 000 (1120 × 224) ,wordt vervolgd Extra informatie 103 Algemeen Oplaadbare accu (NP-F570) Stroomvereisten 7,2 V gelijkstroom (accu) 8,4 V gelijkstroom (netspanningsadapter) Gemiddeld stroomverbruik (met accu) Tijdens camera-opname met de beeldzoeker en normale helderheid: HDV-opname 7,3 W DV-opname 6,9 W Tijdens camera-opname met het LCD-scherm en normale helderheid: HDV-opname 7,9 W DV-opname 7,5 W Bedrijfstemperatuur 0°C tot 40°C Opslagtemperatuur -20°C tot + 60°C Afmetingen (ongeveer) 151 × 181 × 365 mm (b/h/d) Gewicht (ongeveer) 2,0 kg (alleen hoofdeenheid) 2,1 kg inclusief de oplaadbare accu NP-F570, DVM60-band en lenskap. Bijgeleverde accessoires Zie pagina 10. Maximale uitgangsspanning 8,4 V gelijkstroom Uitgangsspanning 7,2 V gelijkstroom Capaciteit 15,8 Wh (2 200 mAh) Afmetingen (ongeveer) 38,4 × 20,6 × 70,8 mm (b/h/d) Gewicht (ongeveer) 100 g Bedrijfstemperatuur 0°C tot 40°C Type Lithium-ionen Netspanningsadapter AC-L15A/L15B Stroomvereisten 100 V-240 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik 0,35-0,18 A Elektriciteitsverbruik 18 W Uitgangsspanning 8,4 V gelijkstroom* Bedrijfstemperatuur 0°C tot 40°C Opslagtemperatuur -20°C tot + 60°C Afmetingen (ongeveer) 56 × 31 × 100 mm (b/h/d) exclusief uitstekende delen Gewicht (ongeveer) 190 g zonder het netsnoer * Raadpleeg het label op de netspanningsadapter voor de overige technische gegevens. 104 Extra informatie Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. Snelle kennismaking Onderdelen en bedieningselementen Camcorder L EXPANDED FOCUS toets (p. 33) B Oogdop (p. 16) N POWER schakelaar (p. 14) Snelle kennismaking A SHOT TRANSITION bedieningstoetsen (p. 37) M Handgreepband (p. 4) C Ontgrendeling voor beeldzoeker (p. 102) D Achterste afstandsbedieningssensor E Achterste camera-opnamelampje (p. 20) F BATT RELEASE (accu ontgrendelen) toets (p. 12) G REC START/STOP toets (p. 20) H i.LINK-lampjes (HDV/DV) (p. 75) Gaan branden als i.LINK-signalen worden verwerkt. I Accu (p. 11) J Bevestigingsstuk voor schoenadapter (p. 109) K Motorzoomknop (p. 22) ,wordt vervolgd Snelle kennismaking 105 A Oogje voor de schouderband U AUTO LOCK schakelaar (p. 26, 28, 30) B Zoomring (p. 23) V WHT BAL (witbalans) toets (p. 26) C Scherpstelring (p. 32) W SHUTTER SPEED toets (p. 30) D FOCUS schakelaar (AUTO/MAN (handmatig)/INFINITY) (p. 32) * Deze toetsen hebben een voelstip. (Voor de toetsen van ASSIGN heeft 2 een voelstip.) Gebruik de voelstip om de locatie van de toetsen te bepalen. E ZOOM schakelaar (p. 22) F ND FILTER schakelaar (1/2/OFF) (p. 30) G PUSH AUTO toets (p. 33) H WHT BAL (witbalans met één druk) toets (p. 26) I GAIN schakelaar (H/M/L) (p. 29) J WHT BAL (witbalans) schakelaar (A/B/ PRESET) (p. 26) K Zoomschakelaar op handgreep (H/L/ OFF) (p. 23) L REC REVIEW toets (p. 42) M Lampjes voor de indeling (p. 20) N Beeldzoeker (p. 3, 15) O BACK LIGHT toets* (p. 25) P SPOT LIGHT toets (p. 26) Q ASSIGN toetsen (1/2/3)* (p. 70) R ZEBRA/PEAKING schakelaar (p. 31, 34) S IRIS toets (p. 28) T GAIN toets* (p. 29) 106 Snelle kennismaking De schouderband bevestigen Bevestig de schouderband die bij de camcorder is geleverd, aan de oogjes voor de schouderband. A LCD-scherm (p. 3, 15) Q DC IN-aansluiting (p. 11) B IRIS regelaar (p. 28) R AUDIO LEVEL regelaar (p. 37) C RESET toets Houd er rekening mee dat bij het indrukken van RESET alle instellingen, inclusief de klokinstelling en met uitzondering van de instellingen voor het persoonlijke menu en Picture Profile, worden teruggezet op de standaardwaarden. * Deze toetsen hebben een voelstip. (Bij de toets VOLUME bevindt de voelstip zich aan de + kant.) Gebruik de voelstip om de locatie van de toetsen te bepalen. D VOLUME –/+ toetsen* (p. 43) Snelle kennismaking E DATA CODE toets (p. 45) F DISPLAY/BATT INFO toets (p. 12) G END SEARCH (VCR) toets (p. 45) H Zoomknop op handgreep (p. 23) I Videobedieningstoetsen (terugspoelen, afspelen*, snel vooruitspoelen, pauzeren, stoppen, vertraagd, opnemen) (p. 43) J LCD BRIGHT –/+ toetsen (p. 15) K LCD BACKLIGHT schakelaar (p. 15) L ZERO SET MEMORY toets (p. 50) M BARS toets (p. 21) N REC START/STOP toets en HOLD schakelaar (p. 21) O AUTO/MAN (handmatig) audioschakelaar (p. 37) P CHG (opladen) lampje (p. 11) ,wordt vervolgd Snelle kennismaking 107 A LANC-aansluiting (blauw) De LANC-aansluiting wordt gebruikt voor de bediening van het bandtransport op videoapparatuur en randapparatuur die hierop zijn aangesloten. B i (hoofdtelefoon) aansluiting Als u de hoofdtelefoon gebruikt, komt er geen geluid uit de luidspreker op de camcorder. C Oogje voor de schouderband (p. 106) D HDV-/DV-aansluiting (p. 47, 72, 73, 76, 77, 79) E S VIDEO-aansluiting (p. 47, 49, 74, 77) F COMPONENT OUTPUT-aansluiting (p. 47, 49) G Bevestigingspunt voor statief Let op dat de schroef van het statief niet langer is dan 5,5 mm. Anders kunt u het statief niet stevig bevestigen en kan de schroef de camcorder beschadigen. H AUDIO/VIDEO-aansluiting (p. 47, 49, 74, 77, 80) I MIC (PLUG IN POWER)/LINEaansluiting (rood) (p. 80) J Microfoon (p. 80) K Voorste camera-opnamelampje (p. 20) L Voorste afstandsbedieningssensor 108 Snelle kennismaking M Luidspreker N Lens (Carl Zeiss-lens) De camcorder is uitgerust met een Carl Zeiss-lens waarmee een fijne beeldkwaliteit wordt verkregen. De lens voor de camcorder is gezamenlijk ontwikkeld door Carl Zeiss, in Duitsland, en Sony Corporation. De lens gebruikt het MTF-meetsysteem voor videocamera's en zorgt voor dezelfde fijne kwaliteit als een Carl Zeiss-lens. De lens voor de camcorder heeft een T*laag om ongewenste reflectie te onderdrukken en kleuren waarheidsgetrouw weer te geven. MTF staat voor Modulation Transfer Function. Deze waarde geeft aan hoeveel licht van een onderwerp in de lens valt. A Schoenadapter Als u een accessoire wilt aansluiten, drukt u dit op de schoen en schuift u het naar achter. Vervolgens draait u de schroef vast. Als u een accessoire wilt verwijderen, draait u de schroef los. Vervolgens drukt u op het accessoire en schuift u dit uit de schoen. Wees voorzichtig en zorg dat u het LCDscherm niet beschadigd wanneer u de schoenadapter bevestigt. De lenskap verwijderen Draai de schroef van de lenskap los en draai de lenskap in de richting van de pijl. B Lenskap (p. 20) schakelaar (p. 17) D Deksel van de bandhouder (p. 17) E Zoekerscherpstelknopje (p. 15) F PICTURE PROFILE toets (p. 34) G MENU toets (p. 53) H P-MENU toets (p. 67) I STATUS CHECK toets (p. 24, 46) J SEL/PUSH EXEC regelaar (p. 53) Schroef van de lenskap De lenskap bevestigen Lijn de markeringen op de lenskap uit met de markeringen op de camcorder en draai de lenskap in de tegenovergestelde richting van de pijl, zoals in de bovenstaande afbeelding wordt weergegeven. Draai de schroef van de lenskap vast. Snelle kennismaking C OPEN/EJECT De schoenadapter bevestigen Snelle kennismaking 109 Afstandsbediening 2 Plaats 2 R6-batterijen (AA-formaat) door + en – op de batterijen te laten samenvallen met + en – in de batterijhouder. 3 Schuif het klepje weer op de afstandsbediening tot dit vastklikt. A DISPLAY toets (p. 45) B SEARCH MODE toets (p. 51) C ./> toetsen (p. 51) D Videobedieningstoetsen (terugspoelen, afspelen, snel vooruitspoelen, pauzeren, stoppen, frame, vertraagd, ×2) (p. 43) E Zender Als u de camcorder hebt ingeschakeld, richt u de zender op de afstandsbedieningssensor om de camcorder te kunnen bedienen. F ZERO SET MEMORY toets (p. 50) G REC START/STOP toets (p. 20) H DATA CODE toets (p. 45) I Motorzoomknop (p. 22) De batterijen in de afstandsbediening plaatsen 1 Houd het klepje van de batterijhouder ingedrukt en schuif het klepje van de afstandsbediening af. 110 Snelle kennismaking b Opmerkingen over de afstandsbediening • Zorg dat de afstandsbedieningssensor niet wordt blootgesteld aan felle lichtbronnen, zoals direct zonlicht of TL-licht. Anders functioneert de afstandsbediening wellicht niet goed. • De afstandsbediening functioneert wellicht niet correct als de afstandsbedieningssensor wordt geblokkeerd door een voorzetlens (optioneel). • Als u de camcorder bedient met de bijgeleverde afstandsbediening, reageert uw videorecorder wellicht ook. In dit geval selecteert u een andere afstandsbedieningsstand dan VTR 2 voor de videorecorder of bedekt u de sensor op de videorecorder met zwart papier. Aanduidingen op het LCD-scherm en in de beeldzoeker De volgende aanduidingen verschijnen op het LCD-scherm en in de beeldzoeker om de status van de camcorder aan te geven. Aanduiding A, B Voorbeeld: aanduidingen in de stand CAMERA Tijdcode (p. 45)/Bandteller (p. 45)/ Zelfdiagnose (p. 91) 1 2 0 min HDV1080i STBY Iris gesloten (p. 28) SteadyShot uitgeschakeld (p. 56, 70) 0:00:00 6 0 min Achtergrondverlichting van het LCD-scherm uitgeschakeld (p. 16) ND 1 L R PP1 F 1 . 6 1 8 dB 180 Aanduiding Betekenis y120min Resterende accuduur (p. 21) , Opname-indeling (p. 20) SP , LP Opnamestand (p. 22) STBY/OPN Opnamewachtstand/ opnamestand ND1, ND2, NDOFF ND-filter (p. 30) Betekenis Witbalans met één druk (p. 26) tot en met Picture Profile (p. 34) Indexopname (p. 40) 4-kanaals geluid opnemen via microfoon (p. 89)* * Wordt alleen weergegeven voor beelden met de DVindeling. 4:3-stand (p. 41) 60min q Snelle kennismaking Audiostand (p. 59)* Resterende bandlengte (p. 21) Frameopname (p. 57)* Analoge beelden en geluid uitvoeren in digitale indeling (p. 63)* HDV-ingang/DV-ingang (p. 78) Zero set memory (p. 50) QZ Waarschuwing (p. 91) 9 Handmatig scherpstellen (p. 32) . Tegenlicht (p. 25) Spotlight (p. 26) n Vooraf ingestelde witbalans (p. 27) Snelle kennismaking 111 Index Cijfers 16:9-breedbeeldopnamen (DV-BREEDOPN) ..... 41 21-polige verloopstekker .............................. 50, 76 Beeldzoeker Aanpassen ...................15 Helderheid (LICHT BZ) .........60 Onderhoud.................102 Beeldzoekfunctie ...............44 Belichting...........................25 Bewerking, bevestigingspieptoon Zie PIEPTOON A A/V-kabel ...... 48, 49, 74, 77, 80, 83 Aanduiding van het midden (CENTR.MARK.) ...... 57 Accu Accu............................ 11 Afstandsbediening .... 110 Informatie over de accu ...................... 12 Resterende accuduur......... 21, 97 Accu opladen Accu............................ 11 Vooraf geïnstalleerde knoopcel............. 101 Achtergrondverlichting van LCD (NIV. AV. LCD)......... 60 AE KEUZE ....................... 35 AE RESPONS ................... 54 Afspelen Dubbele snelheid ........ 44 Frame .......................... 44 Omgekeerd ................. 44 Vertraagd .................... 44 Afstandsbediening........... 110 EXTERNE CTRL....... 66 Afstandsbedieningssensor .......................... 105, 108 ASSIGN BTN ................... 70 AUDIOFUNC. .................. 59 AUT IRIS LMT................. 35 B BACK LIGHT (camera).... 25 Band .................................. 17 Band met dubbel geluidsspoor................ 58 Bandteller .................... 21, 50 112 Snelle kennismaking C CINE FRAME ...................35 CINEMATONE γ ..............35 COMPONENT ..................62 Componentvideokabel ...............................48, 49 Computerverbinding ..........79 Condensvorming................99 Conversiefunctie voor signalen (A/VcDV UIT).....63, 83 D Datum/tijd ....................16, 45 Datumzoekfunctie..............51 Diafragma ..........................28 Display Aanduidingen in display ................111 DISPLAY....................66 E Eerste geluidsspoor Zie MEERK GELUID END SEARCH ..................45 F FADER ..............................39 FADER WIT......................39 FADER ZWART ...............39 FORMAT LAMP...............65 Frameopname (BEELDOPNAME) ....57 Frames afspelen .................44 G GAIN INST. ......................54 Gebruiken in het buitenland....................94 Gegevens over camerainstellingen weergeven ................... 45 Gegevenscode (GEGEVENSCODE) .............................. 45, 65 Geluid van de wind (WIND)....................... 59 Geluidsopnamen invoegen (AUDIO MIX)...... 58, 82 GEVOEL.AWB................. 35 Gevoeligheid ..................... 29 Groothoekopnamen Zie In-/uitzoomen Grote oogdop..................... 16 H Handgreepband.................... 4 Handmatig scherpstellen .................................... 32 HDV .............................. 3, 95 Helderheid van LCD (LCD BRIGHT) .................... 15 Hoofdtelefoonaansluiting .................................. 108 HUIDSKLEUR ................. 35 I i.LINK ............................... 98 i.LINK-CONV................... 62 i.LINK-kabel ......................... 47, 72, 73, 76, 77, 79, 83 In-/uitzoomen .................... 22 Indexsignaal ...................... 40 Indexzoekfunctie ............... 51 "InfoLITHIUM" accu........ 96 Iris...................................... 28 IRISKEUZE ...................... 65 K Kleurbalk ........................... 21 KLEURFASE.................... 35 KLEURNIVEAU .............. 35 Klok instellen (KLOK INSTEL.)....... 16 Knoopcel ......................... 101 Kopiëren ............................ 72 L P V LANC...............................108 LCD KLEUR .....................60 LCD-scherm.........................3 Lenskap ............................109 LP (langspeel) Zie Opnamestand (OPNM STAND) PAL ................................... 94 PEAKING ......................... 34 Persoonlijk menu (P-MENU) .................. 67 Persoonlijk menu aanpassen .................................... 67 PICTURE PROFILE ......... 34 PIEPTOON........................ 64 VCR HDV/DV.................. 61 Vergroot scherpstellen ...... 33 VERST.LIMIET ............... 35 Videokop......................... 100 Vloeiende overgang Zie END SEARCH Volledig opgeladen ........... 11 Volume.............................. 43 Volume van de microfoon ................... 37 M MEERK GELUID..............58 Menu AUDIO INST. .............58 CAMERA INST..........54 IN/UIT OPN................61 LCD/BZ INST.............60 OVERIGE ...................64 Selecteren, items .........53 Menu voor letterformaat (LETTERFORM.) .......66 MIC/LINE IN ....................59 MPEG2 ................................3 N ND FILTER .......................30 Netspanningsadapter ..........14 NTSC .................................94 O Rec review ......................... 42 Reinigingscassette ........... 100 RESET............................. 107 S Scherpstelling .................... 32 SCHERPTE ....................... 35 Schoenadapter ................. 109 Sluitertijd ........................... 30 Snelheid van zoomknop op handgreep.................... 23 Snelzoekfunctie ................. 44 SP (standaard) Zie Opnamestand (OPNM STAND) Speelduur........................... 13 Spiegelstand....................... 24 SPOT LIGHT .................... 26 STATUS CHECK ....... 24, 46 SteadyShot (STEADYSHOT) ....... 56 SteadyShot-type (STDYSHOT TYP) ........................... 56 Stereo................................. 58 S-video....... 48, 49, 74, 77, 83 W Waarschuwingen............... 91 Waarschuwingsberichten .................................... 91 WB VOORINST. .............. 27 WB-VERSCH. .................. 35 WERELDTIJD.................. 64 Wispreventienokje ............ 95 Witbalans .......................... 26 Z Zebrapatroon ..................... 31 NIVEAU ZEBRA ...... 31 Zelfdiagnose...................... 91 Zero set memory ............... 50 ZOOM HANDGR............. 56 Zoomring........................... 23 Snelle kennismaking Opname, overgang .............37 Opname, overvloeien SHOT TRANS ............55 Opnamecapaciteit Display ........................21 RESTANT...................66 Opnameduur.......................13 Opname-indeling (REC FORMAT).........62 Opnamelampje (OPNAMELAMP) ......65 Opnamestand (OPNM STAND) ......................62 Opnemen vanuit een lage hoek .............................21 Overgangscurve (OVERG. CURVE) ......................55 Overgangstijd (OVERGANGTIJD) .....................................55 R T Taal (LANGUAGE) .......... 18 Tele-opnamen Zie In-/uitzoomen Televisiekleursystemen ..... 94 Tijdcode............................. 21 TV-TYPE .......................... 63 Tweede geluidsspoor Zie MEERK GELUID Snelle kennismaking 113 Stampato su carta riciclata al 70% o più con inchiostro a base di olio vegetale senza COV (composto organico volatile). Gedrukt op 70% of hoger kringlooppapier met VOC (vluchtige organische verbinding)vrije inkt op basis van plantaardige olie. Printed in Japan
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228

Sony HDR-FX1 de handleiding

Categorie
Camcorders
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen