54
NL
BE
Starten en gebruik
! Op iedere knop staat aangegeven waar de gasbrander zich precies bevindt.
Gasbranders
De gekozen brander kan met de betreffende knop als volgt worden geregeld:
● Uit
Maximum
Minimum
Om een van de branders aan te steken dient u er een vlam of aansteker bij
te houden, de knop stevig in te drukken en tegen de klok in te draaien tot u
het maximum vermogen heeft bereikt.
In de uitvoeringen die zijn voorzien van een veiligheidsmechanisme moet u
de knop circa 2-3 seconden lang ingedrukt houden totdat het element dat
automatisch de vlam ontstoken houdt, warm wordt.
Enkele modellen zijn voorzien van ontsteking in de bedieningsknoppen zelf;
in dit geval is er de ontsteking maar ontbreekt het knopje.
Voor het aansteken van de gekozen gasbrander drukt u de betreffende knop
in, u draait hem tegen de klok in tot aan de positie van maximum sterkte en
u houdt hem ingedrukt totdat hij aan gaat.
! Mocht een gasbrander per ongeluk uitgaan, draai dan de knop uit en wacht
minstens 1 minuut voordat u hem weer probeert aan te steken.
Om de brander uit te doen moet u de knop geheel met de klok meedraaien
totdat hij niet meer verder kan (tot aan het symbool “●”).
Praktisch advies voor het gebruik van de branders
Voor een optimaal rendement dient u het volgende te onthouden:
• Gebruik voor iedere brander de pan die erop past (zie tabel) om te
vermijden dat de vlammen er onderuit vandaan komen.
• Gebruik alleen pannen met een platte bodem en met een deksel erop.
• Draai de knop op het minimum zodra het kookpunt is bereikt.
Ø Diameter pan (cm)
Brander
Snel (R)
Gereduceerd snel (RR)
Half-snel (S)
Hulpvlam (A)
Mini WOK (MW)
24 - 26
24 - 26
16 - 20
10 - 14
24 - 26
Pannen die moeten worden gebruikt op kookvlakken van 60-70 cm
Voor het herkennen van het soort brander verwijzen wij u naar de afbeeldingen
in paragraaf “Kenmerken van de branders en straalpijpen”.
Voorzorgsmaatregelen en advies
! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de geldende internationale
veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid
en u dient ze derhalve goed door te nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
• Dit is een inbouwapparaat van klasse 3.
• Gasfornuizen hebben voor een goede werking behoefte aan een
regelmatige luchtverversing. Controleer dat bij het installeren aan
de vereisten wordt voldaan beschreven in de paragraaf “Plaatsing”.
• Deze instructies gelden alleen voor de landen wiens symbolen in de
gebruiksaanwijzing en op het typeplaatje staan.
• Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik binnenshuis.
• Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in
overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met
regen of onweer.
• Raak het apparaat niet blootsvoets aan of met natte handen of voeten.
• Het apparaat dient gebruikt te worden om voedsel te bereiden.
Het mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen
volgens de instructies die in deze handleiding beschreven staan.
Elk ander gebruik (bv.: verwarming van ruimten) is als oneigenlijk te
beschouwen en dus gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele schade die te wijten is aan onjuist,
verkeerd of onredelijk gebruik.
• Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op
warme delen van de oven terechtkomen.
• Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
• Controleer altijd dat de knoppen in de stand “●”/“○” staan als de oven niet
wordt gebruikt.
• Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken
maar door de stekker zelf beet te pakken.
• Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog
in het stopcontact zit.
• Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne systeem sleutelen om
een reparatie proberen uit te voeren. Neem contact op met de Technische
Dienst (zie Service).
• Richt de handvaten van de pannen altijd naar de binnenzijde van de
kookplaat zodat u er niet per ongeluk tegenaan stoot.
• Doe het glazen deksel (waar aanwezig) niet omlaag als de gasbranders
of de elektrische platen nog warm zijn.
• Laat de elektrische plaat niet werken als er geen pannen op staan.
• Gebruik geen instabiele of vervormde pannen.
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen
inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen
of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat,
tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt.
• Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
• Het apparaat is niet geschikt om te worden ingeschakeld m.b.v. een
externe timer ofwel door een gescheiden afstandsbedieningssysteem.
Afvalverwijdering
• Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houd u aan de plaatselijke
normen, zodat het verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden.
• De Europese Richtlijn 2012/19/EU over Vernietiging van Electrische
en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke
electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde
afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo
het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de
negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het
symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor”
herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt,
het apparaat apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor
informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
Energiebesparing en milieubehoud
• Bereid uw etenswaren in afgesloten potten of pannen met goed passende
deksels en gebruik zo weinig mogelijk water. Koken zonder deksel zal het
energieverbruik enorm verhogen.
• Gebruik enkel vlakke potten en pannen.