Zanussi zwg 1120 m Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL
Gebruikershandleiding 2
ZWG1100M
ZWG1120M
ZWG1140M
Wasmachine
NL
Inhoud
Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2
Beschrijving van het product _ _ _ _ _ _ _ _ _ 4
Bedieningspaneel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5
Wasprogramma's _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7-8
Nuttige aanwijzingen en tips _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 9
Het eerste gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 10
Personalisering _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 10
Dagelijks gebruik _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 11
Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 13
Wat te doen als… _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15
Technische gegevens _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 17
Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 18
Aansluiting aan het elektriciteitsnet _ _ _ _ _ _ 19
Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 19
Wijzigingen voorbehouden
Zorgvuldig lezen en bewaren voor toekomstige
raadpleging.
?De veiligheid van uw apparaat voldoet aan de
voorschriften en de wettelijke vereisten met
betrekking tot de veiligheid van apparaten. Wij
vinden echter dat wij, als fabrikant, de plicht hebben
u de volgende veiligheidsaanwijzingen te geven.
?Het is uiterst belangrijk dat deze handleiding bij het
apparaat wordt bewaard, om later na te kunnen lezen.
Als het apparaat aan iemand anders verkocht of
geschonken wordt, of als u verhuist en de machine
achterlaat, zorg er dan voor dat de gebruiks-
aanwijzing bij het apparaat blijft zodat de nieuwe
eigenaar kennis kan nemen van de werking van het
apparaat en de bijbehorende waarschuwingen.
?U MOET deze gebruiksaanwijzing aandachtig
doorlezen voordat u de machine installeert of in
gebruik neemt.
?Voordat u het apparaat start, controleert u op
eventuele schade die tijdens het transport kan zijn
opgetreden. Sluit nooit een beschadigde machine
aan. Als er onderdelen zijn beschadigd, neem dan
contact op met uw leverancier.
?Als de machine in de winter wordt afgeleverd, als
de temperatuur onder nul is, zet u de wasmachine
24 uur in een ruimte met kamertemperatuur voordat
u hem in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
?Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of
om te proberen op enigerlei wijze veranderingen aan
dit apparaat aan te brengen.
?Tijdens wasprogramma's op hoge temperatuur kan
het deurglas heet worden. Niet aanraken!
?Zorg ervoor dat kleine huisdieren niet in de trommel
klimmen. Om dit te voorkomen dient u de trommel
vóór het gebruik te controleren.
?Voorwerpen als munten, veiligheidsspelden, spijkers,
schroeven, stenen of andere harde, scherpe materia-
len kunnen grote schade aan het apparaat toebrengen
en mogen niet in het apparaat terechtkomen.
?Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid
wasverzachter en wasmiddel. Als u te veel doseert,
kunnen kledingstukken beschadigd raken. Raadpleeg
de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot
de hoeveelheden.
?Was kleine artikelen zoals sokken, veters, wasbare
ceintuurs enz. in een waszak of kussensloop, omdat
deze tussen de kuip en de trommel terecht kunnen
komen.
?Gebruik uw wasautomaat niet om artikelen met
baleinen, materialen zonder zoom of gescheurde
materialen te wassen.
?Trek na gebruik, reiniging en onderhoud van de
machine altijd de stekker uit het stopcontact en draai
de kraan dicht.
?Probeer in geen geval de machine zelf te repareren.
Reparaties die door niet-deskundige personen
uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel
leiden. Neem contact op met een klantenservice bij
u in de buurt. Vraag altijd om originele vervangings-
onderdelen.
Montage
?Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het
apparaat verplaatst.
?Controleer bij het uitpakken van het apparaat of dit
niet is beschadigd. Ingeval van twijfel gebruikt u het
apparaat niet en neemt u contact op met de
klantenservice.
Veiligheidsinformatie
2
?Alle verpakkingsmaterialen en transportbouten
moeten vóór het gebruik worden verwijderd. Als dit
wordt nagelaten, kan dit ernstige schade aan het
product en andere eigendommen tot gevolg hebben.
Zie het desbetreffende hoofdstuk in de gebruiksaan-
wijzing.
?Controleer na de installatie van het apparaat of het
niet op de toevoer- en afvoerslang staat en of het
werkblad het aansluitsnoer niet platdrukt tegen de
muur.
?Als het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst,
dient de hoogte van de stelpootjes te worden
aangepast om de lucht onder het apparaat toch goed
te kunnen laten circuleren.
?Let er altijd op of er na de installatie geen water lekt
uit de slangen en de aansluitingen.
?Als het apparaat geïnstalleerd is op een plaats waar
het kan vriezen, lees dan het hoofdstuk “Bevriezings-
gevaren”.
?Eventuele, voor de installatie van dit apparaat,
noodzakelijke loodgieterswerkzaamheden, moeten
worden uitgevoerd door een gekwalificeerde
loodgieter of competent persoon.
?Alle elektrotechnische werkzaamheden die nodig zijn
voor de installatie van het apparaat, dienen te
worden uitgevoerd door een erkende elektricien of
competent persoon.
Gebruik
?Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik.
Het is niet toegestaan het apparaat te gebruiken voor
andere doeleinden dan waarvoor het is bestemd.
?Was in de machine alleen textiel dat geschikt is voor
machinaal wassen. Volg de instructies op het
wasvoorschrift in de kleding.
?Doe niet te veel wasgoed in de machine. Zie de tabel
“Wasprogramma”.
?Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te zorgen dat
alle zakken leeg zijn en dat alle knopen en ritsen
dicht zijn. Was geen gerafelde of gescheurde
artikelen. Behandel vlekken zoals verf, inkt, roest en
gras eerst voordat u artikelen met dit soort vlekken
gaat wassen. Beugelbeha's mogen NIET machinaal
worden gewassen.
?Kledingstukken die in aanraking zijn geweest met
vluchtige petroleumproducten, mogen niet in de
machine worden gewassen.
Als er vluchtige reinigingsvloeistoffen zijn gebruikt,
dient u ervoor te zorgen dat de vloeistof uit het
kledingstuk is verwijderd, voordat u dit in de machine
doet.
?Trek de stekker nooit aan het snoer uit het
stopcontact, maar aan de stekker zelf.
?Gebruik de wasmachine nooit als het aansluitsnoer,
het bedieningspaneel, het werkblad of de sokkel
beschadigd zijn, waardoor de binnenkant van de
wasmachine toegankelijk is.
Veiligheid van kinderen
?Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen (waaronder begrepen kinderen) met
verminderde fysieke, zintuiglijke gesteldheid of een
gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder
toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid
verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een
dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over
het gebruik van het apparaat.
?De verpakkingsmaterialen (zoals plastic folie en
polystyreen) kunnen een gevaar opleveren voor
kinderen – verstikkingsgevaar! – Houd deze
materialen buiten het bereik van kinderen!
?Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten
het bereik van kinderen, op.
?Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren niet in de
trommel kunnen klimmen. Om te voorkomen dat
kinderen of huisdieren binnen deze machine vast
komen te zitten, heeft hij een speciale functie.
3
NL
Vuldeur
De wasmiddellade
Onderhoudspaneel
Het bedieningspaneel
Filterklep
Handgreep
Wasmiddellade
Vakje voor waspoeder voor de voorwas- en inweek-
fase of voor vlekkenverwijderaar die gebruikt wordt
tijdens de vlekkenverwijderingsfase (indien beschikbaar).
Het voorwas- en inweekmiddel wordt aan het begin van
het wasprogramma ingespoeld. De vlekkenverwijderaar
wordt tijdens de vlekkenfase ingespoeld.
Vakje voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel voor
de hoofdwas. Als u vloeibaar wasmiddel gebruikt,
schenkt u dit net voor het begin van het programma in.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter,
stijfsel).
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat
betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het
“MAX” teken in de wasmiddellade niet. Wasverzachter
of stijfsel moet in het vakje voor vloeibare toevoegingen
worden gegoten voordat u het wasprogramma start.
Beschrijving van het product
Snelstartgids
1. De wasmachine installeren
2. Wasgoed in de machine doen
3. Het wasmiddel doseren
4. De deur van de machine sluiten
5. De afvoerslang aansluiten (ophangen)
6. De waterkraan open draaien
7. De stekker in het stopcontact steken
8. Het gewenste programma selecteren
9. Op de toets [Start/Pause] drukken
1
2
3
4
5
6
1
1
2
4
3
2
3
4
1
2
3
4
5
6
Hoofdwasmiddel
Speciale toevoeging
“MAX”
Voorwasmiddel
4
NL
Bedieningspaneel
7 5
Display
?De bijbehorende lampen (voorwas, wassen, spoelen,
centrifugeren) knipperen wanneer tijdens het wassen
op een dergelijke stap wordt overgegaan.
?“DELAY” gaat branden wanneer het uitstelprogramma
wordt geselecteerd en geeft de uitsteltijd weer. Het
programma start na [xx] uur.
?Als de wasprocedure is begonnen, gaat [REMAIN]
branden en geeft de weergegeven tijd aan dat het
wassen na [xxx] tijd is voltooid.
?Wanneer het kinderslot is geselecteerd, gaat “CHILD
LOCKED” branden.
?Wanneer de deur is vergrendeld, gaat “DOOR
LOCKED” branden. De deur kan alleen worden
geopend als het licht is uitgegaan.
OPTIE-toets
?U kunt de twee functies voor extra spoelen
selecteren of voorwassen kiezen voor een betere
verzorging van uw kleding.
Programmakeuzeknop
?De gebruiker kan een wascyclus selecteren die past
bij de behoefte om de kleding schoner te maken en
efficiënter te wassen.
Toets start/pauze
?De toets “Start/Pause” biedt een start- en pauze -
functie. Wanneer continu op deze toets wordt
gedrukt, wisselt deze machine tussen start en pauze.
Toets vuilniveau
?U kunt kiezen aan de hand van het vuilniveau van het
wasgoed.
Toets temperatuur
?Deze toets wordt gebruikt om de wastemperatuur
aan te passen. U kunt een watertemperatuur of geen
verwarming selecteren door herhaaldelijk op de toets
te drukken.
Toets centrifugesnelheid
?Door op deze toets te drukken, kunt u de centri-
fugesnelheid van het geselecteerde programma
wijzigen of de optie Rinse Hold kiezen.
Toets uitgestelde start
?Deze toets wordt gebruikt om de was uit te stellen.
U hebt 0-24 uur door op deze toets te blijven
drukken. De uitsteltijd betekent dat het wassen
begint over “xx” uur.
1
1 6
2
7
3 8
4
9
5
56789
21 3 4
Display
OPTIE-toets
Programmakeuzeknop
START/PAUSE-toets
Aanvullende kinderslottoets
Toets uitgestelde start
Toets centrifuge
Toets temperatuur
Toets vuilniveau
5
NL
Aanvullend kinderslot
?U kunt een aanvullend kinderslot kiezen. Als u dit
wilt kiezen, drukt u op toets 5 gedurende drie
seconden. Het kinderslot vergrendelt ook de toets
Start/Pause. Een Engelse tekst en het beeld van het
hoofd van een kind verschijnt in de display wanneer
het kinderslot is geactiveerd.
U kunt nu ook op de pauzetoets drukken zonder dat
er iets gebeurt.
Er klinkt alleen een foutsignaal. Wanneer het
programma klaar is, kan de deur worden geopend,
maar als u de volgende was wilt selecteren, moet
u nogmaals op de kinderslottoets drukken om het
kinderslot te annuleren.
Als u de machine uit- en dan weer inschakelt, wordt
het kinderslot niet geannuleerd, dus de deur kan
permanent worden geblokkeerd.
6
NL
Wasprogramma's voor ZWG1100M-ZWG1120M
Wasmiddellade
95
1000
1200
1000
1200
6
6
6
2
3
6
3
3
3
2,5
3
1000
1200
800
900
800
900
600
600
1000
1200
1000
1200
1000
1200
1000
1200
1000
1200
1000
1200
600
600
40
95
40
60
30
95
40
60
95
Geselecteerd
Nodig
Optioneel
I
II
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
60 (Standaard)
95 (Standaard)
Het betekent dat het wasmiddel of de wasverzachter niet kan worden toegevoegd.
Niet-optioneel
Snelle
was
Jeans
Wol
Katoen
Zijde
K
i
nder
k
l
e
d
in
g
K
l
eu
r
Zw
a
a
r
Pompen
De werkingstijd van de wasmachine verandert bij verschillende watertemperatuur, waterniveau, kleding, invoerwaterdruk en afvoerstaat.
O
n
d
e
r
W
e
a
r
Het betekent dat er zo nodig wasmiddel of wasverzachter kan worden toegevoegd.
Het betekent dat het nodig is om wasmiddel toe te voegen, anders kan het waseffect niet worden bereikt.
1:23
0:23
2:47
0:43
0:57
0:34
1:20
0:53
1:34
1:52
1:03
0:32
0:14
0:08
0:01
X
X
X
Standaard
werkingstijd
Relatief dikke kleding
De kleding waarvoor slechts
één wascyclus nodig is
De kleding waarvoor
slechts bleekwas nodig is
De kleding na de handwas
De kleding waarvoor geen
uitdroging nodig is
Relatief vuile kleding
Niet al te vuile kleding
Gewone kleding
Geen wasmiddel
Te wassen kleding
(suggestie)
Wollen fleecekleding
Kleding van chemische
vezels
Zijden kleding
Kinderondergoed
Normale kinderkleding
Relatief vuile
kinderkleding
Synthe-
tisch
Inten-
sief
Spoelen
Centri-
fugeren
Alleen
wassen
Zelfrei-
nigend
Maximaal
temperatuur
(Celsius)
Maximale
centrifugesnelheid
TPM
De maximale
was- capaciteit
(kilogram)
Extra
spoelen
Voor-
wassen
Voor-
wassen
Hoofdwas Wasver-
zachter
Weefsel
Cyclus
7
NL
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
8
NL
Wasprogramma's voor ZWG1140M
I
II
1400
1400
6
6
6
2
3
6
3
3
3
2,5
3
1400
1000
1000
600
1400
1400
1400
1400
1400
1400
600
95
40
95
40
60
30
95
40
60
95
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
1:24
0:24
3:05
0:43
0:58
0:34
1:21
0:54
1:35
1:53
1:03
0:32
0:15
0:09
0:01
X
Het betekent dat het wasmiddel of de wasverzachter niet kan worden toegevoegd.
De werkingstijd van de wasmachine verandert bij verschillende watertemperatuur, waterniveau, kleding, invoerwaterdruk en afvoerstaat.
Het betekent dat er zo nodig wasmiddel of wasverzachter kan worden toegevoegd.
Het betekent dat het nodig is om wasmiddel toe te voegen, anders kan het waseffect niet worden bereikt.
Snelle
was
Jeans
Wol
Katoen
Zijde
K
i
nd
er
k
l
e
d
i
n
g
K
l
eu
r
Zw
a
a
r
Pompen
O
n
d
e
r
W
e
a
r
Synthe-
tisch
Inten-
sief
Spoelen
Centri-
fugeren
Alleen
wassen
Zelfrei-
nigend
Weefsel
Cyclus
60 (Standaard)
95 (Standaard)
Maximaal
temperatuur
(Celsius)
Maximale
centrifugesnelheid
TPM
De maximale
was- capaciteit
(kilogram)
Extra
spoelen
Voor-
wassen
Wasmiddellade
Standaard
werkingstijd
Te wassen kleding
(suggestie)
Voor-
wassen
Hoofdwas Wasver-
zachter
Relatief dikke kleding
De kleding waarvoor slechts
één wascyclus nodig is
De kleding waarvoor
slechts bleekwas nodig is
De kleding na de handwas
De kleding waarvoor geen
uitdroging nodig is
Relatief vuile kleding
Niet al te vuile kleding
Gewone kleding
Geen wasmiddel
Wollen fleecekleding
Kleding van chemische
vezels
Zijden kleding
Kinderondergoed
Normale kinderkleding
Relatief vuile
kinderkleding
Geselecteerd
Nodig
Optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
Niet-optioneel
De was sorteren
Houd u aan de wassymbolen op de etiketten, waarvan
elk kledingstuk voorzien is, en de wasvoorschriften van
de fabrikant. Sorteer het wasgoed als volgt: wit, bont,
synthetisch, fijne was, wol.
Voordat u de was in de machine doet
Was witte en bonte was nooit samen. Witte was kan in
de was zijn “witheid” verliezen.
Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste
keer worden gewassen; was dit soort kleding de eerste
keer dan ook apart.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en
drukknopen. Bind ceintuurs of lange riemen vast.
Verwijder hardnekkige vlekken vóór het wassen.
Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een speciaal
wasmiddel of reinigingspasta.
Behandel gordijnen met speciale zorg. Verwijder haken
of stop ze in een zak of net.
Vlekken verwijderen
De kans bestaat dat hardnekkige vlekken niet kunnen
worden verwijderd met alleen water en wasmiddel. Het
is daarom aan te bevelen vlekken eerst te behandelen
alvorens het kledingstuk te wassen.
Bloed: behandel verse bloedvlekken met koud water.
Laat opgedroogde vlekken een nacht in water met een
speciaal wasmiddel inweken; daarna de vlek met het
sop uitwassen.
Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met wasbenzine,
leg het kledingstuk op een zachte doek en dep de vlek.
Meerdere malen behandelen.
Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek met
terpentine, leg het kledingstuk op een zacht oppervlak
en dep de vlek met de vingertoppen en een katoenen
doek.
Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of een
roestverwijderingsproduct dat koud wordt gebruikt.
Wees voorzichtig met oude roestvlekken omdat de
cellulosestructuur in dat geval beschadigd zal zijn en de
kans groot is dat de vlek een gat wordt.
Schimmelvlekken: behandel de vlek met bleekmiddel;
goed uitspoelen (alleen witte en kleurechte weefsels).
Gras: licht inzepen en de vlek met bleekmiddel
behandelen (alleen witte en kleurechte weefsels).
Balpeninkt en lijm: (vochtig maken met aceton1), leg
het kledingstuk op een zachte doek en dep de vlek.
Lippenstift: vochtig maken met aceton als hierboven,
dan vlekken behandelen met spiritus. Behandel evt.
achtergebleven sporen met bleekmiddel.
Rode wijn: laten inweken in water en wasmiddel,
uitspoelen en behandelen met azijnzuur of citroenzuur,
vervolgens uitspoelen. Behandel evt. achtergebleven
sporen met bleekmiddel.
Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het type inkt
eerst met aceton en dan met azijnzuur; behandel evt.
achtergebleven sporen op wit textiel met bleekmiddel,
daarna grondig uitspoelen.
Teervlekken: eerst behandelen met vlekkenverwijderaar,
brandspiritus of wasbenzine, vervolgens inwrijven met
reinigingspasta.
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de keuze
van het wasmiddel en het gebruik van de juiste
hoeveelheden om verspilling te voorkomen en het
milieu te sparen.
Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn, bevatten
wasmiddelen stoffen die – in grote hoeveelheden – de
broze balans van de natuur kunnen verstoren.
De keuze van het wasmiddel hangt af van het type stof
(fijne was, wol, katoen, enz.), de kleur, wastemperatuur
en de mate van vervuiling.
Alle in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen
kunnen in deze machine worden gebruikt.
?waspoeder voor alle soorten weefsels
?waspoeder voor tere weefsels (60°C max) en wol
?vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprog-
ramma's op lage temperatuur (60°C max) voor alle
soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol.
De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in
het juiste vakje van de wasmiddellade worden gedaan
voordat het wasprogramma wordt gestart.
Als u gebruik maakt van vloeibaar wasmiddel, moet u
een programma zonder voorwas selecteren.
De wasautomaat is uitgerust met een recirculatie-
systeem dat een optimaal gebruik van geconcentreerd
wasmiddel mogelijk maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat
betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het
“MAX” teken in de wasmiddellade niet.
Hoeveelheid te gebruiken wasmiddel
Het type en de te gebruiken hoeveelheid wasmiddel
hangen af van het type weefsel, de hoeveelheid wasgoed,
de mate van vervuiling en de hardheid van het water.
Volg de instructies van de wasmiddelenfabrikant over
de te gebruiken hoeveelheden.
Gebruik minder wasmiddel als:
?Als u een kleine lading wast
?Het wasgoed licht vervuild is
?Er veel schuimvorming is tijdens het wassen
Nuttige aanwijzingen en tips
9
NL
Waterhardheid wordt geclassificeerd in zogenoemde
“graden” hardheid. Informatie over de hardheid van het
water in uw omgeving kan worden verkregen bij het
desbetreffende waterleidingbedrijf. Als de waterhardheid
middelmatig of hoog is, raden we aan een wateronthar-
der toe te voegen, waarbij u altijd de instructies van de
fabrikant opvolgt.
Als de hardheid van het water zacht is, pas dan de
hoeveelheid wasmiddel aan.
Graden van waterhardheid
?Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de
wateraansluiting voldoen aan de installatie-instructies.
?Haal al het wasgoed uit de trommel.
?Laat vervolgens het katoenprogramma op de
hoogste temperatuur draaien, zonder wasgoed in
de machine, zodat eventuele fabricageresten uit de
trommel en de kuip worden verwijderd. Giet 1/2
doseerdopje wasmiddel in het vak voor de hoofdwas
en start de machine.
Het eerste gebruik
Geluidssignalen
De wasmachine is voorzien van een geluidssysteem,
dat in de volgende gevallen te horen zal zijn:
?Aan het einde van een cyclus.
?Als er een storing is.
Het is niet mogelijk dit signaal uit te schakelen.
Kinderslot
Dankzij deze voorziening kunt u het apparaat onbeheerd
laten, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken dat
kinderen gewond raken of het apparaat schade
toebrengen. Deze functie blijft ingeschakeld, ook als
de machine niet in werking is.
U kunt de functie als volgt inschakelen:
1. Druk op toets 4 om het wasprogramma te starten.
2. Druk drie seconden op toets 5 om de beveiliging in
te schakelen .
Nu kan een ander programma of andere optie niet
worden gewijzigd.
Personalisering
10
NL
Wasgoed in de machine doen
Open de deur door de hendel van de deur voorzichtig naar
buiten te trekken. Plaats het wasgoed in de machine, per
stuk, en schud de kleding zoveel mogelijk. Sluit de deur.
Wasmiddel en wasverzachter doseren
Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk naar buiten. Meet
de vereiste hoeveelheid wasmiddel af en giet het vervol-
gens in het vakje voor de hoofdwas of in het relevante
vak als het geselecteerde programma/de optie dit vereist
(zie voor meer informatie “Wasmiddel doseervakje”).
Giet desgewenst wasverzachter in het vakje (de gebruikte
hoeveelheid mag niet de markeringMAX in de lade
overschrijden). Schuif de wasmiddellade voorzichtig terug.
Het gewenste programma met de
programmakeuzeknop (3) selecteren
Draai de programmakeuzeknop op het gewenste
programma.
De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen
de klok in worden gedraaid.
Draai de keuzeknop op stand O om het programma te
resetten of om de machine uit te schakelen.
Aan het einde van het programma moet de keuzeknop
op stand O gedraaid worden, om de machine uit te
schakelen.
Belangrijk! Als u de programmakeuzeknop op een
ander programma zet wanneer de machine nog in
werking is, wordt het nieuwe geselecteerde
programma niet uitgevoerd.
De centrifugesnelheid verlagen door op
toets 7 te drukken
Bij het selecteren van een programma stelt het apparaat
automatisch een centrifugesnelheid voor dat programma
voor. (Zie “Wasprogramma's” voor de maximaal
toegestane centrifugesnelheid).
Druk herhaaldelijk op deze toets om de centrifugesnel-
heid te veranderen als u wilt dat de was op een andere
snelheid wordt gecentrifugeerd. Het desbetreffende
lampje licht op.
De beschikbare opties selecteren door op
toets 2 te drukken
Met deze toets kunt u een aanvullende voorwas of
spoelgang of beide selecteren.
Als deze toets wordt ingedrukt, gaat het bijbehorende
controlelampje aan. Als de toets opnieuw wordt
ingedrukt, gaat het controlelampje uit.
Het programma starten door op toets 4 te
drukken
Druk op deze toets om het geselecteerde programma te
starten.
Het pictogram gaat branden om aan te geven
dat het apparaat begint te werken en dat de deur
vergrendeld is.
Als u een uitgestelde start gekozen heeft, begint de
machine af te tellen.
De uitgestelde start selecteren door op
toets 6 te drukken
Als u de start wilt uitstellen, drukt u voordat u het
programma start op deze toets om het gewenste uitstel
te selecteren.
Het gekozen uitstel verschijnt een paar seconden op het
display, daarna verschijnt de duur van het programma
weer. Door op deze toets te drukken, kan het was-
programma tussen 1 en 24 uur worden uitgesteld.
U moet deze optie kiezen nadat u het programma hebt
ingesteld en voordat u het programma start.
U kunt de uitgestelde start op elk moment wijzigen of
annuleren, voordat u op toets 4 drukt.
De uitgestelde start kiezen:
1. Kies het programma en de gewenste opties.
2. Selecteer de uitgestelde start door op toets 6 te
drukken.
3. Druk op toets 4:
- De machine begint de tijd af te tellen in uren.
- Het programma zal beginnen als het gekozen
uitstel is afgelopen.
Dagelijks gebruik
11
NL
De uitgestelde start annuleren nadat u het programma
hebt gestart:
1. Zet de wasmachine op pauze door op de toets 4 te
drukken.
2. Druk toets 6 steeds een keer in totdat het display
'0' weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets 4 om het programma te
starten.
Belangrijk!
?De deur blijft gedurende het uitstel vergrendeld.
Als u de deur wilt openen, moet u de wasmachine
eerst op pauze zetten door op toets 4 te drukken.
Wacht een paar minuten voordat u de deur opent.
Als u de deur weer hebt gesloten, drukt u
nogmaals op dezelfde toets.
Belangrijk! De functie voor de uitgestelde start kan
niet worden geselecteerd bij het afvoerprogramma.
Een optie of lopend programma wijzigen
Het is mogelijk om een optie te veranderen voordat het
programma deze uitvoert.
Voordat u iets kunt veranderen, moet u de wasmachine
laten pauzeren door op toets 4 te drukken.
U kunt een lopend programma alleen veranderen door
het te resetten. Draai de programmakeuzeknop op
stand O en vervolgens op de stand van het nieuwe
programma. Start het nieuwe programma door
nogmaals op toets 4 te drukken.
Het water in de kuip zal niet worden weggepompt.
Een programma onderbreken
Druk op toets 4 om een lopend programma te
onderbreken.
Druk nogmaals op de toets om het programma
opnieuw te starten.
Een programma annuleren
Draai de keuzeknop op stand O om een lopend
programma te annuleren en wacht een paar minuten
om de deur te openen (kan alleen als er geen water in
de trommel zit).
Aan het einde van het programma
De machine stopt automatisch.
Op het display wordt een knipperende '0' weergegeven.
Als er een programma of optie wordt gekozen waarbij
het water in de trommel niet wordt weggepompt, blijft
de deur vergrendeld om aan te geven dat het water
eerst moet worden weggepompt voordat de deur
geopend kan worden.
Volg onderstaande instructies om het water af te
voeren:
1. Draai de programmakeuzeknop op stand O.
2. Kies het programma pompen of centrifugeren.
3. Verlaag zo nodig de centrifugesnelheid met de
betreffende toets.
4. Druk op toets 4.
Aan het einde van het programma wordt de deur na een
paar minuten vrijgegeven en kan hij worden geopend.
Draai de programmakeuzeknop op O om de machine
uit te schakelen.
Verwijder het wasgoed uit de trommel en controleer
goed of de trommel helemaal leeg is. Als u niet van
plan bent om nog een was te doen, sluit u de
waterkraan. Laat de deur open staan om de vorming
van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
Standby-modus:
1. Als het programma na een paar minuten is voltooid,
wordt het energiebesparingssysteem ingeschakeld.
De helderheid van het display en de controlelampjes
gaan uit.
2. Als het apparaat is ingeschakeld maar in de pauzes-
tand staat, gaat alleen de helderheid van het display
uit. Door op een willekeurige toets te drukken, haalt
u het apparaat uit de energiebesparende stand.
12
NL
De pomp schoonmaken
Belangrijk! Afhankelijk van de vervuilingsgraad
binnen de cycli en de hoeveelheid cycli, moet u het
filter regelmatig inspecteren en reinigen.
De pomp moet worden gecontroleerd als:
?De machine niet pompt en/of niet centrifugeert
?De machine tijdens het pompen een abnormaal
geluid maakt als gevolg van veiligheidsspelden,
munten, enz. die de pomp blokkeren
Ga als volgt te werk:
1. Koppel het apparaat los.
2. Wacht zo nodig tot het water is afgekoeld.
3. Open de filterklep. Plaats een opvangbak in de
buurt van de pomp om eventueel gemorst water op
te vangen.
4. Als er geen water meer naar buiten komt, draait u
het deksel van de pomp los en verwijdert u het.
Houd altijd een oude doek bij de hand om het
eventueel gemorste water te kunnen opvegen.
5. Verwijder eventuele voorwerpen uit het
schoepenrad van de pomp, door dit rond te
draaien.
6. Schroef het pompdeksel weer helemaal vast.
7. Sluit het de filterklep.
Let op! Als de machine in werking is en afhankelijk
van het gekozen programma, kan er heet water in
de pomp aanwezig zijn. Verwijder het pompdeksel
nooit tijdens een wascyclus, wacht altijd tot de
machine de cyclus heeft afgemaakt en u het
wasgoed uit de trommel hebt gehaald. Wanneer
u het deksel weer vastschroeft, dient u goed te
controleren of het stevig is vastgezet om lekkages
te voorkomen en te voorkomen dat jonge kinderen
het kunnen verwijderen.
Waarschuwing! U moet de stekker van de machine
UIT het stopcontact trekken, voordat u reinigings-
of onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
gaat uitvoeren.
Ontkalken
Het water dat wij gebruiken, bevat gewoonlijk kalk. Het
is aan te bevelen om regelmatig een waterontharder in
de machine te gebruiken.
Doe dit apart van het wassen van wasgoed en volgens de
aanwijzingen van de fabrikant van de waterontharder.
Hiermee voorkomt u de vorming van kalkaanslag.
Buitenkant reinigen
Maak de buitenkant van het apparaat alleen schoon met
water en zeep, droog het daarna grondig af.
De wasmiddellade schoonmaken
De lade voor was- en nabehandelingsmiddelen moet
regelmatig worden schoongemaakt.
1. Drukken
2. En tegelijkertijd uittrekken
3. Schoonmaken
Spoel de lade af onder een kraan om eventuele resten
waspoeder te verwijderen.
De uitsparing van de lade schoonmaken
Na het verwijderen van de lade, gebruikt u een
borsteltje om de uitsparing schoon te maken waarbij u
zorgt dat alle restjes wasmiddel worden verwijderd uit
het bovenste en onderste deel van de uitsparing.
Schuif de lade weer naar binnen en laat het
spoelprogramma lopen, zonder kleding in de trommel.
Onderhoud en reiniging
21
1 2 3
Deksel
13
NL
Als u tapijt wast, is het verplicht dat u het filter
inspecteert en schoonmaakt.
De watertoevoerfilters schoonmaken
Belangrijk! Als het apparaat niet met water wordt
gevuld, het lange tijd duurt voordat het water wordt
gevuld, de startknop geel knippert of het display
(indien aanwezig) het bijbehorende alarm toont
(zie hoofdstuk “Problemen oplossen” voor meer
informatie), moet u controleren of de water-
toevoerfilters niet geblokkeerd zijn.
Om de watertoevoerfilters schoon te maken:
?Draai de waterkraan dicht.
?Schroef de slang van de kraan.
?Reinig het filter in de slang met een stevige borstel.
?Schroef de waterslang weer op de kraan. Zorg
ervoor dat de aansluiting stevig vast zit.
?Schroef de slang van het apparaat. Houd een oude
doek bij de hand om eventueel gemorst water te
kunnen opvegen.
?Maak het filter in de klep schoon met een stevige
borstel of met een doek.
?Schroef de slang terug op de machine en zorg dat de
aansluiting stevig vast zit.
?Draai de waterkraan open.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst of machine
legen in geval van nood
Als de machine wordt blootgesteld aan temperaturen
onder 0°C of als het water niet wordt afgevoerd, gaat
u als volgt te werk:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Schroef de watertoevoerslang los.
4. Zet een opvangbak op de vloer en houd het
uiteinde van de noodafvoerslang in de bak. Het
water zou door de zwaartekracht in de opvangbak
moeten lopen.
5. Selecteer en draai een afvoerprogramma.
6. Reinig de pomp zo nodig zoals hierboven
beschreven.
7. Schroef de watertoevoerslang weer op de kraan.
8. Als u de machine opnieuw wilt starten, controleer
dan of de omgevingstemperatuur boven deC ligt.
14
NL
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een gebrek aan
eenvoudig onderhoud of van onoplettendheid; dergelijke
problemen kunnen zonder de hulp van een monteur
gemakkelijk worden opgelost.
Voordat u contact met onze service-afdeling opneemt,
voert u de onderstaande stappen eerst uit.
Storing
Mogelijke oorzaak/oplossing
De wasmachine werkt niet
Waterlekkage
De centrifuge van de kleding is abnormaal
In de wasmachine hangt een vreemd luchtje
Er is geen water zichtbaar in de trommel
Er zit nog water in het vak voor de
wasverzachter
Er blijft wasmiddel op de kleding achter
De wasmachine wordt niet met water gevuld
De wasmachine wordt gevuld en loopt
daarna gelijk weer leeg
Geen afvoer van de wasmachine
De wasmachine trilt
Wat te doen als…
?Sluit de deur van de wasmachine.
?Druk op de toets Start/Pause .
?Sluit de watertoevoerleiding goed aan.
?Plaats de was opnieuw en verdeel de was gelijkmatig in
de trommel.
?Voer een zelfreinigende cyclus uit zonder wasgoed in de
trommel.
?Geen storing-water onder het zichtbare gebied.
?Geen storing- het effect van de wasverzachter wordt niet
beïnvloed. Het watervaste component van het wasmiddel
zonder fosfor blijft op de kleding achter om zich in de vlek
vast te bijten.
?Selecteer het Rinse&Spin – programma of borstel de
vlek weg als de kleding is opgedroogd.
?Draai de waterkraan open.
?Controleer de selectie van de procedure.
?Controleer of de waterdruk voldoende is.
?Sluit de watertoevoerleiding weer aan.
?Sluit de deur van de wasmachine.
?Controleer of de watertoevoerleiding is gebogen of wordt
geblokkeerd.
?Zorg dat het uiteinde van de afvoerpijp hoger is dan het
waterniveau in de machine.
?Controleer of de afvoerpijp en afvoer goed zijn afgesloten.
Als dit het geval is, wordt het overtappen veroorzaakt
door een slechte ventilatie.
?Controleer of de afvoerpomp is geblokkeerd.
?Controleer of de afvoerpijp is gebogen of geblokkeerd.
?Controleer de hoogte van de afvoer, en zorg dat de slang
0,6-1 meter hoger ligt dan de onderkant van de
wasmachine.
?Zorg dat de wasmachine waterpas staat.
?Maak de pootjes goed vast.
?Controleer of alle leveringsbouten zijn verwijderd.
NL
15
Storing
Mogelijke oorzaak/oplossing
De machine stopt wanneer de
proce-dure nog niet klaar is
De afvoerpomp maakt geluid tijdens
de werking van de machine wanneer het
water net is afgevoerd
De machine stopt best lang tijdens
de wasprocedure
De bubbels lopen uit het vak
voor wasmiddel
Display
Reden
Oplossingen
Langere waterinvoer
Langere afvoer
De deur is niet gesloten
Voltage is te hoog
Overige
?Controleer of er teveel wasmiddel is gebruikt, en of het
wasmiddel correct is voor de trommel van de
wasmachine.
?Doe een lepel wasverzachter met een halve liter water in
wasmiddelvak II.
?Verlaag de volgende keer de hoeveelheid wasmiddel.
?Stroomstoring of afgesloten water.
?Het water in de binnenste cilinder is afgevoerd, maar
er zit nog een klein beetje water in de afvoerpomp en –
pijp. De afvoerpomp werkt continu en voert lucht in.
Daarna hoor je een geluid. Dit is een normale situatie.
?De wasmachine voegt automatisch water toe.
?Omdat er teveel schuim in de machine zit, wordt het
schuim verwijderd.
Alarmcodes
Als de wasmachine niet normaal kan werken,
verschijnt er een alarmcode op het display. Voer
de volgende controles uit.
Open de kraan om te controleren of de watertoevoerslang is
geplet of geknikt, controleer of het filter in de inlaatklep is
geblokkeerd, controleer of de waterdruk te laag is.
Controleer of de afvoerpomp is geblokkeerd (zie pagina 11).
Controleer of de deur van de wasmachine is gesloten.
Controleer of er kleding in de deur vastzit.
Controleer of het voltage te hoog is. Als dat het geval is,
is er een constant voltage-apparaat nodig.
Probeer de wasmachine nogmaals te gebruiken of neem
contact op met uw plaatselijke onderhoudscentrumals het
probleem aanhoudt.
16
NL
Uitpakken
Alle transportbouten en verpakkingsmaterialen moeten wor-
den verwijderd alvorens de machine in gebruik te nemen.
Wij raden u aan alle transportbeveiligingen te bewaren,
zodat zij kunnen worden gemonteerd als de machine
ooit nog eens moet worden vervoerd.
Montage
Draai de vier bouten met
een schroevendraaier lost.
Schuif de relevante plastic
afstandhouders naar
buiten.
Vul de gaten met de
bijbehorende plastic
doppen die zijn meege-
leverd in het zakje met de
gebruiksaanwijzing.
Plaats de machine op een vlakke harde vloer. Zorg dat
de lucht- circulatie rondom de machine niet wordt
belemmerd door tapijt, kleden, etc. Controleer of de
machine de muur of andere keukeneenheden niet raakt.
Zet de was- machine waterpas door de voet op te
heffen of te laten zakken. De voet is mogelijk lastig te
verdraaien, aangezien de voet een zelfvergrendelende
moer bevat, maar de machine MOET waterpas en
stabiel staan. Alle noodzakelijke afstellingen kunnen
uitgevoerd worden met een moersleutel.
Opstelling
1
2
Controleer zo nodig de opstelling met een waterpas.
Nauwkeurige waterpasopstelling voorkomt trilling, geluid
en 'wandelen' van de machine tijdens de werking. Leg
nooit karton, hout of iets dergelijks onder de machine om
oneffenheden van de vloer te compenseren.
Watertoevoer
Let op! Dit apparaat moet worden aangesloten op
een koudwatervoorziening.
Let op! Voordat u de machine aansluit op nieuwe
leidingen, of aan leidingen die lange tijd niet zijn
gebruikt, moet u een aanzienlijke hoeveelheid water
gebruiken om vuil dat zich in de leidingen heeft
opgehoopt, weg te spoelen.
Let op! Gebruik voor aansluiting op de waterleiding
niet de slang van uw vorige machine.
Sluit de slang aan op een kraan met 3/4"-schroefdraad.
Gebruik altijd de bij de machine geleverde slang.
Het andere uiteinde van de toevoerslang, die aan de
machine aangesloten moet worden, kan gedraaid
worden zoals op de afbeelding te zien is. Bevestig de
toevoerslang niet naar beneden gericht. Bevestig de
slang altijd onder een hoek naar links of naar rechts,
afhankelijk van de plaats waar de waterkraan zich
bevindt. Breng de slang in de juiste positie door de
ringmoer los te draaien. Als de toevoerslang zich in de
juiste positie bevindt, draai de ringmoer dan weer vast
om lekkage te voorkomen.
18
NL
Let op! De toevoerslang mag niet worden verlengd.
Als de slang te kort is en u de kraan niet wilt
verplaatsen, zult u een nieuwe, langere slang moeten
kopen die speciaal voor dit doel is gemaakt.
Waterafvoer
Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie manieren
worden geplaatst:
Over de rand van een aanrecht gehangen met behulp
van de plastic slanggeleider die is meegeleverd met de
machine.
Zorg in dit geval dat het uiteinde niet los kan raken
wanneer de machine wordt geleegd.
U kunt de slang met een stuk touw aan de kraan
vastbinden of aan de wand bevestigen.
In een aftakking van een gootsteenafvoer
De aftakking dient zich boven de sifon te bevinden,
zodat de bocht zich ten minste 60 cm boven de grond
bevindt.
Direct in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder
dan 60 cm en niet meer dan 90 cm. Het einde van de
afvoerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de
binnendiameter van de afvoerpijp groter moet zijn dan
de buitendiameter van de afvoerslang.
De afvoerslang mag niet geknikt zijn.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Informatie over de elektrische aansluiting wordt
weergegeven op het typeplaatje op de binnenrand van de
deur. Controleer of de elektrische installatie in uw woning
geschikt is voor het maximale vereiste vermogen; houd
hierbij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn.
Let op! Sluit de machine aan op een stopcontact
met randaarde.
Let op! De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor schade of letsel die voortkomt uit het
niet opvolgen van bovengenoemde veiligheid-
svoorschriften.
Let op! Indien de voedingskabel moet worden
vervangen, dan MOET dit gebeuren door onze
klantenservice.
De voedingskabel moet na de installatie van de
machine toegankelijk zijn.
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de verpakking
betekent dat dit product niet als huishoudelijk afval mag
worden behandeld. In plaats daarvan moet het naar een
inzamelpunt worden gebracht dat geschikt is voor het
recyclen van elektrische en elektronische apparatuur.
Door ervoor te zorgen dat dit apparaat op de juiste
wijze wordt afgedankt, helpt u mogelijk negatieve
gevolgen voor het milieu en de gezondheid van mensen
te voorkomen, die anders door onjuiste afvalverwerking
van dit product veroorzaakt zouden kunnen worden.
Voor meer informatie over de recycling van dit product,
neemt u contact op met uw gemeente, de instantie die
verantwoordelijk is voor het afvoeren van huishoudelijk
afval in uw gemeente of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Verpakkingsmaterialen
Materialen met het symbool zijn recyclebaar.
>PE<=polyethyleen
>PS<=polystyreen
>PP<=polypropyleen
>PAP<=papier
19
NL
012010
www.zanussi.com
Voor het on-line bestellen van accessoires, consumables en onderdelen gaat
u naar de ’webwinkel’ op:
www.zanussi.nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Zanussi zwg 1120 m Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Gerelateerde papieren