1.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Lees zorgvuldig de meegeleverde instruc-
ties voor installatie en gebruik van het ap-
paraat. De fabrikant is niet verantwoorde-
lijk voor letsel en schade veroorzaakt door
een foutieve installatie. Bewaar de instruc-
ties van het apparaat voor toekomstig ge-
bruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en
kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of
permanente invaliditeit.
• Mensen, met inbegrip van kinderen,
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of gebrek aan
ervaring en kennis, mogen dit apparaat
niet bedienen. Zij moeten onder toe-
zicht staan of instructies krijgen over
het gebruik van dit apparaat van ie-
mand die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid. Laat kinderen niet met het
apparaat spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de
buurt van kinderen.
• Houd alle reinigingsmiddelen uit de
buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de
buurt van het apparaat als de deur
open is.
1.2 Montage
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Installeer of gebruik het apparaat niet
op een plek waar de temperatuur onder
de 0 °C komt.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt geïnstal-
leerd.
Aansluiting aan de waterleiding
• Zorg dat u de waterslangen niet be-
schadigt.
• Laat het water stromen tot het schoon
is voordat u het apparaat aansluit op
nieuwe leidingen of leidingen die lang
niet zijn gebruikt.
• Zorg dat er geen lekkages zijn als u het
apparaat de eerste keer gebruikt.
• De watertoevoerslang heeft een veilig-
heidsventiel en een omhulsel met een
hoofdkabel aan de binnenkant.
WAARSCHUWING!
Gevaarlijke spanning.
• Als de watertoevoerslang beschadigd
is, haal dan onmiddellijk de stekker uit
het stopcontact. Neem contact op met
de service-afdeling om de watertoe-
voerslang te vervangen.
Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
• Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en ver-
lengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Neem contact op met
de service-afdeling of een elektromon-
teur om een beschadigde hoofdkabel te
vervangen.
• Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
NEDERLANDS 3