Zanussi ZDTS300 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding
Inhoud
Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2
Bedieningspaneel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 3
Wasprogramma's _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5
Bediening van het apparaat _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6
De waterontharder instellen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6
Gebruik van zout voor de vaatwasser _ _ _ _ _ _ _ _ 7
Gebruik van glansspoelmiddel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 8
De vaatwasser inruimen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 8
Gebruik van vaatwasmiddelen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 9
Een wasprogramma selecteren en starten _ _ _ _ _ 10
Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 11
Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 13
Technische gegevens _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 14
Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 14
Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15
Aansluiting aan de waterleiding _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15
Aansluiting aan het elektriciteitsnet _ _ _ _ _ _ _ _ 16
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking
van het apparaat eerst deze handleiding aandachtig
door, alvorens het apparaat te installeren. Bewaar deze
instructies altijd bij het apparaat, zelfs wanneer u deze
verplaatst of verkoopt. Gebruikers moeten volledig op de
hoogte zijn van de bediening en veiligheidsfuncties van
het apparaat.
Gebruik conform de voorschriften
• Het apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishou-
delijk gebruik.
• Gebruik het apparaat alleen om huishoudelijk keuken-
gerei dat geschikt is voor afwasmachines, schoon te
maken.
• Doe geen oplosmiddelen in het apparaat. Pas op voor
explosiegevaar.
• Plaats de messen en alle voorwerpen met scherpe
punten met de punt naar beneden in de bestekmand.
Als dat niet past, leg ze dan horizontaal op het boven-
rek.
• Gebruik alleen merkproducten voor afwasmachines
(afwasmiddel, zout, glansspoelmiddel).
• Als u de deur opent als het apparaat in werking is, kan
er hete stoom ontsnappen. Gevaar voor brandwonden.
• Neem geen serviesgoed uit de afwasmachine voordat
het afwasprogramma is afgelopen.
• Haal, als het afwasprogramma is afgelopen, de stekker
uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht.
• Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit apparaat
repareren. Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
• Voer de reparaties niet zelf uit om letsel en schade aan
het apparaat te voorkomen. Neem altijd contact op met
onze service-afdeling.
Algemene veiligheid
• Mensen (met inbegrip van kinderen) met beperkte li-
chamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
gebrek aan ervaring en kennis mogen dit apparaat niet
gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan of instruc-
ties krijgen over het gebruik van dit apparaat van ie-
mand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Volg de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfa-
brikant op om brandwonden aan ogen, mond en keel
te voorkomen.
• Drink geen water uit de afwasmachine. Er kan afwas-
middel in uw apparaat achtergebleven zijn.
• Sluit de deur altijd als u het apparaat niet gebruikt om
letsel te voorkomen. Bovendien struikelt u zo niet over
de deur.
• Ga niet op de open deur zitten of staan.
Veiligheid van kinderen
• Alleen volwassenen mogen dit apparaat gebruiken.
Kinderen moeten in de gaten gehouden worden om te
voorkomen dat zij met het apparaat gaan spelen.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren. Gevaar voor verstikking.
• Bewaar alle afwasmiddelen op een veilge plaats. Laat
kinderen de afwasmiddelen niet aanraken.
• Houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine als
de deur open staat.
2
Installatie
• Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens
het vervoer. Sluit een beschadigd apparaat niet aan.
Neem, indien nodig, contact op met de leverancier.
• Verwijder de verpakking vóór de eerste ingebruikne-
ming.
• Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet de elek-
trische installatie uitvoeren.
• Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet het
loodgieterswerk uitvoeren.
• Wijzig de specificaties van dit product niet en verander
dit product niet. Gevaar voor letsel en schade aan het
apparaat.
• Het apparaat niet gebruiken:
– als de hoofdkabel of waterslangen beschadigd zijn,
– als het bedieningspaneel, werkblad of plint zodanig
beschadigd zijn, dat u bij het inwendige van het
apparaat kan komen.
Neem contact op met onze service-afdeling.
• Boor niet in de zijkanten van het apparaat om schade
aan de hydraulische en elektrische onderdelen te voor-
komen.
Waarschuwing! Volg nauwkeurig de instructies op
voor de elektrische en wateraansluitingen.
Bedieningspaneel
1 Aan/Uit-toets
2 Programmakeuzetoetsen
3 Toets uitgestelde start
4 Indicatielampjes
5 Functietoetsen
Indicatielampjes
Zout
1)
Het indicatielampje gaat aan als er zout bijgevuld moet
worden. Zie het hoofdstuk 'Gebruik van zout voor afwas-
machines'.
Het indicatielampje voor zout blijft enkele uren aan, maar
heeft geen ongewenst effect op de werking van het ap-
paraat.
3
Indicatielampjes
Glansmiddel
1)
Het indicatielampje gaat aan als er glansmiddel bijgevuld
moet worden. Zie hoofdstuk 'Gebruik van glansmiddel'.
Einde
Het indicatielampje gaat branden wanneer het afwaspro-
gramma is afgelopen. Hulpfuncties:
• Niveau van de waterontharder.
• In-/uitschakelen van de geluidssignalen.
• Er klinkt een geluidssignaal als het apparaat een sto-
ring heeft.
1) Wanneer het zoutreservoir en/of het glansmiddeldoseerbakje leeg zijn, gaat het bijbehorende indicatielampje niet aan als er een
wasprogramma loopt.
Functietoetsen
Gebruik de functietoetsen voor deze handelingen:
• het instellen van de waterontharder. Zie hoofdstuk 'De
waterontharder instellen'.
• het in/uitschakelen van de geluidssignalen. Zie hoofd-
stuk 'Geluidssignalen'.
• het annuleren van het lopende afwasprogramma of af-
tellende uitgestelde start. Zie hoofdstuk 'Een afwas-
programma instellen en starten'.
Toets uitgestelde start
Gebruik de toets uitgestelde start om het starten van het
afwasprogramma met intervallen van 3, 6 of 9 uur uit te
stellen. Zie hoofdstuk 'Een afwasprogramma instellen en
starten'.
Instelmodus
Het apparaat staat in de instelmodus als alle programma-
indicatielampjes aan zijn.
Het apparaat moet in de instelmodus staan voor deze be-
werkingen:
– het instellen van een afwasprogramma.
– het instellen van het niveau van de waterontharder.
– het in/uitschakelen van de geluidssignalen.
Als een programma-indicatielampje aan gaat, annuleer
dan het programma om naar de instelmodus terug te ke-
ren. Zie hoofdstuk 'Een afwasprogramma instellen en
starten'.
Geluidssignalen
U hoort een geluidssignaal:
• aan het einde van het afwasprogramma.
• tijdens het instellen van de waterontharder.
• als het apparaat een storing heeft.
Het activeren van de geluidssignalen is in de fabriek in-
gesteld.
Volg deze stappen om de geluidssignalen uit te schakelen:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Druk op de functietoetsen B en C en houd deze vast
totdat de indicatielampjes van de functietoetsen A, B
en C beginnen te knipperen.
4. Druk op functietoets C.
– De indicatielampjes van functietoetsen A en B
gaan uit.
– Het indicatielampje van functietoets C begint te
knipperen.
– Het indicatielampje Einde gaat aan.
De geluidssignalen zijn ingeschakeld.
5. Druk nogmaals op functietoets C.
– Het indicatielampje Einde gaat uit.
De geluidssignalen zijn uitgeschakeld.
6. Schakel het apparaat uit om de bewerking op te slaan.
Volg deze stappen om de geluidssignalen in te schakelen:
1. Voer de bovengenoemde procedure uit totdat het
controlelampje Einde gaat branden.
4
Wasprogramma's
Wasprogramma's
Programma Mate van vervui-
ling
Soort serviesgoed Beschrijving programma
Sterk vervuild Serviesgoed, bestek,
potten en pannen
Voorwas
Hoofdwas tot 70°C
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
Normaal ver-
vuild
Serviesgoed en be-
stek
Voorwas
Hoofdwas tot 65°C
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
1)
Normaal of licht
vervuild
Serviesgoed en be-
stek
Hoofdwas tot 65°C
Laatste spoelgang
2)
Normaal ver-
vuild
Serviesgoed en be-
stek
Voorwas
Hoofdwas tot 50°C
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
Alles Gedeeltelijke lading
(later op de dag verder
te vullen).
1 koude spoelgang (om te voorkomen dat voed-
selresten blijven plakken).
Voor dit programma is geen afwasmiddel nodig.
1) Dit is het perfecte dagelijkse programma om een niet volledige lading te reinigen. Ideaal voor een familie van 4 personen die alleen
het serviesgoed en het bestek van de ochtend- en avondmaaltijd in de machine wil laden.
2) Testprogramma voor testinstanties. Zie voor testgegevens het aparte informatieblad.
Verbruikswaarden
Programma Duur (in minuten) Energieverbruik (kWh) Water (in liters)
80-90 1,5-1,7 18-20
90-100 1,1-1,2 15-16
30 0,8 8
160-170 0,8-0,9 12-13
12 0,1 3,5
De druk en de temperatuur van het water, de varia-
ties in stroomtoevoer en de hoeveelheid servies-
goed kunnen deze waarden veranderen.
5
Bediening van het apparaat
Zie de volgende instructies voor elke stap van de proce-
dure:
1. Controleer of het niveau van de waterontharder juist
is voor de waterhardheid in uw omgeving. Stel, indien
nodig, de waterontharder in.
2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachines.
3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.
4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine.
5. Stel het juiste programma in voor het type lading en
mate van vervuiling.
6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste hoe-
veelheid afwasmiddel.
7. Start het afwasprogramma.
Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, zie hoofdstuk
'Gebruik van tabletten'.
De waterontharder instellen
De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van de
watertoevoer. Mineralen en zouten kunnen een negatieve
invloed hebben op de werking van het apparaat.
De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijk-
waardige schalen:
• Duitse graden (dH°).
• Franse graden (°TH).
• mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid
voor de hardheid van water).
•Clarke.
Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw om-
geving. Neem, indien nodig, contact op met het lokale
waterschap.
Waterhardheid Instelling waterhardheid
°dH °TH mmol/l Clarke handmatig elektronisch
51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 64 - 88 2 10
43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 53 - 63 2 9
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 2 8
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 2 7
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 2 6
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 2 5
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 1 4
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 1 3
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 1 2
< 4 < 7 < 0,7 < 5
1
1)
1
1)
1) Geen zout nodig.
U moet de waterontharder handmatig en elektro-
nisch instellen.
Handmatige afstelling
Het apparaat in in de fabriek ingesteld op stand 2.
6
1
2
Zet de schakelaar op stand
1 of 2.
Elektronische afstelling
De waterontharder is in de fabriek ingesteld op niveau 5.
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
3. Druk op de functietoetsen B en C en houd deze vast
totdat de indicatielampjes van de functietoetsen A, B
en C beginnen te knipperen.
4. Laat de functietoetsen B en C los.
5. Druk op functietoets A.
– Het indicatielampje van functietoets A blijft knip-
peren.
– De indicatielampjes van functietoetsen B en C
gaan uit.
– Het indicatielampje einde begint te knipperen.
– U hoort een geluidssignaal.
De instelfunctie van de waterontharder is geactiveerd.
Het indicatielampje einde knippert en een hoorbaar
signaal geeft het niveau van de waterontharder aan.
De pauze tussen de signalen is ongeveer 3 seconden.
Voorbeeld: 5 knipperingen / 5 onderbroken geluids-
signalen, onderbreking, 5 knipperingen / 5 onder-
broken geluidssignalen, onderbreking = niveau 5
6. Druk nogmaals op functietoets A om het niveau van
de waterontharder met één stap te verhogen.
7. Druk op de aan-/uit-toets om de bewerking op te
slaan.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
Let op! Gebruik alleen afwasmachinezout. Zout dat
niet geschikt is voor afwasmachines, veroorzaakt
schade aan de waterontharder.
1 2
3
Vul het zoutreservoir met
1 liter water (alleen bij het
eerste gebruik)
4
5
6
Het is normaal dat er water uit het zoutreservoir
stroomt wanneer u zout bijvult.
Zorg dat er geen zout buiten het zoutreservoir te-
rechtkomt. Zout dat achterblijft, beschadigt het re-
servoir. Aangeraden wordt een afwasprogramma direct te
starten nadat u het zoutreservoir hebt gevuld. Dit voor-
komt corrosie als gevolg van gemorst zout.
Wanneer u de waterontharder elektronisch instelt op ni-
veau 1, blijft het zoutcontrolelampje niet branden.
7
Gebruik van glansspoelmiddel
Let op! Gebruik alleen merkglansmiddelen voor
afwasmachines.
Volg deze stappen om het glansmiddeldoseerbakje te
vullen:
1 2
M
A
X
1
2
3
4
+
3
4
Let op! Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met
andere middelen (bijv. afwasmachinereinigings-
middel, vloeibaar afwasmiddel). Gevaar voor bescha-
diging van het apparaat.
De glansmiddeldosering afstellen
M
A
X
1
2
3
4
+
De glansmiddelkeuze-
knop is in de fabriek inge-
steld op stand 3.
Om de dosering te verho-
gen of te verlagen, raad-
pleegt u "Problemen op-
lossen".
De vaatwasser inruimen
Handige aanwijzingen en tips
Let op! Gebruik het apparaat alleen voor
huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor
afwasmachines.
Gebruik het apparaat niet om voorwerpen die water kun-
nen opnemen (sponzen, huishouddoekjes, enz.) te reini-
gen.
• Volg deze stappen voordat u serviesgoed en bestek
laadt:
– Verwijder alle voedselresten en vuil
– Laat aangebakken voedselresten eerst inweken.
• Volg deze stappen terwijl u serviesgoed en bestek
laadt:
– Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en
pannen) met de opening naar beneden.
– Zorg er voor dat het water niet in het reservoir of een
diepe pan kan verzamelen.
– Zorg er voor dat serviesgoed en bestek niet in elkaar
liggen.
– Zorg er voor dat serviesgoed en bestek elkaar niet
overlappen.
– Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aanraken.
– Leg kleine voorwerpen in de bestekmand.
• Voorwerpen van kunststof en pannen met teflon heb-
ben de neiging waterdruppels vast te houden. Voor-
werpen van kunststof drogen niet zo goed als porselein
en stalen voorwerpen.
• Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg er voor
dat de voorwerpen niet verschuiven.
Let op! Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen
ronddraaien voordat u een afwasprogramma start.
8
Waarschuwing! Sluit altijd de deur nadat u het
apparaat vult of leeg haalt. Een geopende deur kan
gevaarlijk zijn.
1
Rangschik dekschalen en
grote deksels langs de
rand van het onderrek.
2
1 2
Gebruik de bestekroosters. Als het rooster niet ge-
bruikt kan worden door de afmetingen van het be-
stek, verwijder het dan.
1
Rangschik alle voorwer-
pen zo dat het water er aan
alle kanten bij kan komen.
2
Klap de kopjesrekken op
voor langere voorwerpen.
De hoogte van het bovenrek aanpassen
Als u grote borden in het onderrek plaatst, moet u eerst
het bovenrek in de hoogste stand zetten.
Maximale hoogte van de borden
bovenrek onderrek
Bovenste stand 20 cm 31 cm
Onderste stand 24 cm 27 cm
Volg deze stappen om het bovenrek in de bovendste stand
te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op totdat het mechanis-
me vastklikt en het rek stabiel is.
1
Volg deze stappen om het bovenrek in de onderste stand
te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til de beide kanten naar boven.
3. Houd het mechanisme vast en laat het dan langzaam
terugzakken.
Let op!
• Til het rek nooit aan één kant op. Dit geldt ook
voor het laten zakken.
• Als het rek zich in de bovenste stand bevindt, kunt u
geen kopjes op het kopjesrek plaatsen.
Gebruik van vaatwasmiddelen
Gebruik alleen afwasmiddelen (poeder, vloeibaar of
tablet) die geschikt zijn voor afwasmiddelen.
9
Volg de gegevens op de verpakking op:
• Dosering aanbevolen door de fabrikant.
• Aanbevelingen omtrent opslag.
Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid afwas-
middel om het milieu te sparen.
1
2
3
Vul het afwasmiddelbakje
(A) met afwasmiddel.
4
Als u een wasprogramma
gebruikt met een voorwas-
fase, doet u ook afwasmid-
del in het voorwasdoseer-
bakje ( B).
5
6
Gebruik van afwasmiddeltabletten
Doe het afwasmiddeltablet in het afwasmiddeldoseerbak-
je ( A).
Afwasmiddeltabletten bevatten:
• afwasmiddel
• glansmiddel
• andere schoonmaakmiddelen.
Volg deze stappen om afwasmiddeltabletten te gebruiken:
1. Zorg er voor dat de afwasmiddeltabletten geschikt zijn
voor de waterhardheid in uw omgeving. Zie de in-
structies van de fabrikant.
2. Stel het laagste niveau in voor de waterhardheid en
de glansmiddeldosering.
Het is niet nodig om het zoutreservoir en het glans-
middeldoseerbakje te vullen.
Volg deze stappen als de droogresultaten niet naar
wens zijn:
1. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel.
2. Stel de dosering van het glansmiddel in op stand 2.
Volg deze stappen om opnieuw afwasmiddelpoeder te
gebruiken:
1. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje.
2. Stel de waterontharder in op het hoogste niveau.
3. Draai een wasprogramma zonder serviesgoed.
4. Stel de waterontharder af. Zie hoofdstuk 'De water-
ontharder instellen'.
5. Stel de glansmiddeldosering af.
Verschillende merken afwasmiddel hebben een an-
der oplostraject. Sommige afwasmiddeltabletten
geven niet het beste reinigingsresultaat tijdens korte was-
programma's. Gebruik lange wasprogramma's als u af-
wasmiddeltabletten gebruikt om het afwasmiddel volledig
te verwijderen.
Een wasprogramma selecteren en starten
Stel het afwasprogramma in met de deur op een kier.
Het afwasprogramma start alleen nadat u de deur
heeft gesloten. Tot dat moment kunnen de instellingen
nog worden gewijzigd.
Volg deze stappen om een afwasprogramma in te stellen
en te starten:
1. Schakel het apparaat in.
2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat.
10
3. Druk op een van de programmatoetsen. Zie hoofdstuk
'Afwasprogramma's'.
– Het programma-indicatielampje gaat aan.
4. Sluit de deur.
– Het afwasprogramma start.
Wanneer het afwasprogramma loopt, kunt u het
programma niet wijzigen. Annuleer het afwaspro-
gramma.
Waarschuwing! Onderbreek of annuleer een
afwasprogramma alleen als dit nodig is.
Let op! Open de deur voorzichtig. Er kan hete stoom
vrijkomen.
Een afwasprogramma annuleren
1. Druk op functietoetsen B en C en houd vast totdat alle
programma-indicatielampjes aan gaan.
2. Laat de functietoetsen B en C los om het afwaspro-
gramma te annuleren.
Op dit punt kunt u de volgende stappen uitvoeren:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Stel een nieuw afwasprogramma in .
Vul het afwasmiddeldoseerbakje met afwasmiddel voor-
dat u een nieuw afwasprogramma instelt.
Een afwasprogramma onderbreken
Open de deur.
• Het programma stopt.
Sluit de deur.
• Het programma gaat verder vanaf het punt dat het was
onderbroken.
Een afwasprogramma instellen en starten met
uitgestelde start
1. Druk op de aan/uit-toets.
2. Een afwasprogramma instellen.
– Het programma-indicatielampje gaat aan.
3. Druk op de toets uitgestelde start totdat het display
de juiste duur van de uitgestelde start (3, 6 of 9 uur)
toont.
4. Sluit de deur.
– Het aftellen van de uitgestelde start begint.
– Het aftellen van de uitgestelde start telt af in stap-
pen van 3 uur.
Als het aftellen verstreken is, start het afwaspro-
gramma automatisch.
Open de deur niet tijdens het aftellen om het aftel-
proces niet te onderbreken. Als u de deur weer sluit,
gaat het aftellen verder vanaf het punt van onderbreking.
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk op functietoetsen B en C en houd vast totdat alle
programma-indicatielampjes aan gaan.
– Als u een uitgestelde start annuleert, moet u ook
het afwasprogramma annuleren.
2. Stel een nieuw afwasprogramma in.
Einde van het afwasprogramma
Schakel het apparaat onder de volgende omstandigheden
uit:
• Het apparaat stopt automatisch.
• De geluidssignalen voor het programma-einde zijn
hoorbaar.
1. Open de deur.
– Het controlelampje Einde gaat branden.
– Het programmalampje blijft branden.
2. Druk op de Aan-/uittoets.
3. Wanneer u de deur van de afwasautomaat een paar
minuten op een kier laat staan voordat u het servies-
goed uit de machine haalt, bereikt u betere droogre-
sultaten.
Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat
neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen.
De lading verwijderen
• Verwijder eerst voorwerpen van het onderrek en dan
van het bovenrek.
• Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur van
het apparaat. Roestvrij staal koelt sneller af dan borden.
Onderhoud en reiniging
Waarschuwing! Schakel het apparaat uit voordat u
de filters schoon maakt.
11
De filters reinigen
Belangrijk! Gebruik het apparaat niet zonder filters. Zorg
er voor dat de filters juist zijn geplaatst. Onjuiste plaatsing
veroorzaakt slechte wasresultaten en schade aan het
apparaat.
1
2
Maak de filters A, B en C
schoon onder stromend
water.
3
Draai, om de filters B en C
te verwijderen, het hand-
vat een kwartslag naar
links.
4
Verwijder het platte filter A
uit de bodem van het ap-
paraat.
5
Zet het filtersysteem op
zijn plaats. Draai, om het
filtersysteem te vergren-
delen, het handvat naar
rechts totdat het op zijn
plaats vastklikt.
Belangrijk! Verwijder de sproeiarmen niet.
Als de openingen in de sproeiarmen verstopt raken, ver-
wijdert u de achterblijvende delen met een coctailprik-
kertje.
Schoonmaken van de buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het be-
dieningspaneel met een vochtige zachte doek. Gebruik
alleen neutrale afwasmiddelen. Gebruik geen schuurmid-
delen, schuursponsjes of oplosmiddelen (aceton, trichlo-
roethyleen enz).
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Let op! Installeer het apparaat niet op een plek waar
de temperatuur onder de 0 °C komt. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor schade door vorst.
Als dit niet mogelijk is, leeg het apparaat en sluit de deur.
Haal de watertoevoerslagn los en verwijder het water in
de watertoevoerslang.
12
Problemen oplossen
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Als er een storing is, probeer dan eerst het probleem zelf
op te lossen. Als u het probleem zelf niet kunt oplossen,
neem dan contact op met de klantenservice.
Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
• Voortdurend knipperen van het contro-
lelampje programma bezig
• Onderbroken geluidssignaal
• 1 keer knipperen van het controlelamp-
je Einde
De afwasmachine wordt niet gevuld met
water
• De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkaanslag.
Maak de waterkraan schoon.
• De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
• Het filter in de watertoevoerslang is geblokkeerd.
Maak het filter schoon.
• De aansluiting van de watertoevoerslang is niet juist. De slang kan
geknakt of ingedeukt zijn.
Zorg er voor dat de aansluiting juist is.
• Voortdurend knipperen van het contro-
lelampje programma bezig
• Onderbroken geluidssignaal
• 2 keer knipperen van het controlelamp-
je einde programma
Het afwaswater wordt niet afgevoerd
• De gootsteenafvoer is geblokkeerd.
Ontstop de gootsteenafvoer.
• De aansluiting van de waterafvoerslang is niet juist. De slang kan
geknakt of ingedeukt zijn.
Zorg er voor dat de aansluiting juist is.
• Voortdurend knipperen van het contro-
lelampje programma bezig
• Onderbroken geluidssignaal
• 3 keer knipperen van het controlelamp-
je einde programma
De anti-overstromingsinrichting is geac-
tiveerd
• Draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze service-
afdeling.
Het programma begint niet • De deur van het apparaat is niet gesloten.
Sluit de deur.
• De stekker zit niet in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
• De zekering in de meterkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
• De uitgestelde start is ingesteld.
Annuleer de uitgestelde start om het programma onmiddellijk te
starten.
Sluit het apparaat aan na de controle. Het programma gaat
verder vanaf het punt dat het was onderbroken. Als de
storing zich opnieuw voordoet, neemt u contact op met
de service-afdeling.
Deze gegevens zijn nodig om u snel en juist te helpen:
• Modelbeschrijving (Mod.)
• Productnummer (PNC)
• Serienummer (S.N.)
Raadpleeg het typeplaatje voor deze gegevens.
Schrijf de benodigde gegevens hier op:
Modelbeschrijving : ..........
Productnummer : ..........
13
Serienummer : ..........
De schoonmaakresultaten zijn slecht
De borden zijn niet schoon • Het geselecteerde afwasprogramma is niet geschikt voor het type lading en
mate van vervuiling.
• De rekken zijn niet goed ingedeeld, zodat het water er niet aan alle kanten bij
kan.
• De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaatsing
van het serviesgoed.
• De filters zijn vuil of niet juist geplaatst.
• Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
Er zitten kalkresten op de borden • Het zoutreservoir is leeg.
• De waterontharder is ingesteld op het verkeerde niveau.
• De dop van het zoutreservoir zit niet goed dicht.
Het serviesgoed is nat en dof • Er is geen glansmiddel gebruikt.
• Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De glazen en borden vertonen
strepen, melkachtige vlekken of
een blauwzweem
• Verminder de glansmiddeldosering.
Opgedroogde waterdruppels op
de glazen en de borden
• Verhoog de dosering van het glansmiddel.
• Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn.
Technische gegevens
Afmetingen Breedte cm 44,6
Hoogte cm 81,8-89,8
Diepte cm 55,5
Elektrische aansluiting - Voltage -
Totale vermogen - Zekering
Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het typeplaatje aan
de binnenrand van de deur van de afwasmachine.
Leidingwaterdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa)
Maximaal 8 bar (0,8 MPa)
Capaciteit Aantal couverts 9
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de verpakking wijst
erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden
behandeld, maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt
u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die
zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het
recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de
gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het
product hebt gekocht.
14
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en her-
bruikbaar. De kunststofonderdelen zijn gemarkeerd, bijv.
>PE<, >PS<, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in de
daarvoor bedoelde container bij uw plaatselijke afval-
dienst.
Waarschuwing! Volg de volgende procedure om
het apparaat weg te gooien:
• Trek de stekker uit het stopcontact.
• Snijd de hoofdkabels en stekkers af en gooi ze weg.
• Verwijder het slot van de deur. Dit voorkomt dat kin-
deren zichzelf in het apparaat insluiten en zo hun leven
in gevaar brengen.
Montage
Waarschuwing! Zorg dat de stekker tijdens de
installatie niet is aangesloten.
Belangrijk! Volg de instructies op de bijgesloten sjabloon
voor:
• inbouw van het apparaat.
• Installeer het meubelpaneel.
• Sluit de watertoevoer en waterafvoer aan.
Installeer het apparaat onder een aanrecht (keukenblad of
gootsteen).
Als reparatie nodig is, moet het apparaat eenvoudig be-
reikbaar zijn voor de monteur.
Plaats het apparaat naast een waterkraan en een afvoer.
Er zijn geen verdere openingen voor de ontluchting van
de afwasmachine vereist, maar alleen om de watertoe-
voer- en afvoerslang en het aansluitsnoer door te laten.
De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes voor het in-
stellen van de hoogte.
Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de machine
voor dat de watertoevoerslang, de afvoerslang en het aan-
sluitsnoer niet zijn geknikt of worden platgedrukt.
Bevestigen van het apparaat aan de aangrenzende
keukenmeubelen
Zorg er daarom voor dat het aanrecht waaronder de ma-
chine geplaatst wordt, stevig bevestigd is aan een vaste
structuur (aangrenzende keukenunits, kasten, wand).
Het apparaat waterpas afstellen
Zorg er voor dat het apparaat waterpas staat, zodat de deur
goed kan sluiten en afgedicht is. Als het apparaat waterpas
staat, mag de deur de zijkanten van het keukenkastje niet
raken. Als de deur niet juist sluit, draai dan de afstelbare
pootjes losser of vaster totdat het apparaat waterpas staat.
Aansluiting aan de waterleiding
Watertoevoerslang
Sluit het apparaat aan een hete (max. 60°) of koude wa-
tertoevoer aan.
Gebruik een heet watertoevoer om het energieverbruik te
verminderen, als het hete water door alternatieve, mili-
euvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt
(bijv. zonne- of fotovoltaïsche panelen en wind).
Sluit de watertoevoerslang aan op een waterkraan met een
externe schroefdraad van 3/4".
Let op! Gebruik geen aansluitslangen van een oud
apparaat.
De waterdruk moet zich binnen de grenzen bevinden (zie
hoofdstuk "Technische gegevens"). Zorg er voor dat uw
waterleidingbedrijf u de gemiddelde leidingwaterdruk-
waarden in uw omgeving geeft.
Zorg er voor dat er geen deuken in de watertoevoerslang
zitten en dat de slang niet is geknakt of ingedeukt.
Draai de toevoerslang naar links of rechts voor de instal-
latie. Plaats de sluitmoer op de juiste manier om water-
lekkage te voorkomen.
Let op! Sluit het apparaat niet aan nieuwe leidingen
aan of aan leidingen die lang niet zijn gebruikt. Laat
het water enkele minuten stromen en sluit dan de
toevoerslang pas aan.
Watertoevoerslang met veiligheidsklep
De elektriciteitskabel en de veiligheidsklep bevinden zich
in de dubbelwandige watertoevoerslang. De watertoe-
voerslang bevindt zich alleen onder druk als het water
loopt. Als er een lekkage in de watertoevoerslang zit, on-
derbreekt de veiligheidsklep het stromende water.
15
Waarschuwing! Ge-
vaarlijke spanning
Pas op als u de watertoevoerslang aansluit:
• Dompel de watertoevoerslang of de veiligheidsklep
niet in water.
• Als de watertoevoerslang of de veiligheidsklep be-
schadigd is, trek dan onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact.
• Laat de watertoevoerslang met de veiligheidsklep al-
leen door onze service-afdeling vervangen.
Afvoerslang
1
Sluit de waterafvoerslang
aan op een sifon onder de
gootsteen.
max 85 cm
min 40 cm
max 400 cm
2
3
4
De binnendiameter mag niet kleiner zijn dan de diameter
van de slang.
Verwijder het kunststofmembraan (A) als u de wateraf-
voerslang aan een sifon onder de gootsteen aansluit. Als
u het membraan niet verwijdert, kunnen voedselresten een
verstopping in de slang veroorzaken.
Let op! Zorg er voor dat de waterkoppelingen stevig
vast zitten om waterlekkage te voorkomen.
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Waarschuwing! De fabrikant is niet
verantwoordelijk, als u deze veiligheidsmaatregelen
niet opvolgt.
Aard het apparaat volgens de veiligheidsmaatregelen.
Zorg er voor dat het aangegeven voltage en het type
stroom op het typeplaatje overeenkomen met het voltage
en stroomtype van uw lokale stroomleverancier.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig
stopcontact.
Gebruik geen meerwegspluggen, connectors en
verlengsnoeren. Gevaar voor brand.
Vervang de hoofdkabels niet zelf. Neem contact op met
de service-afdeling.
Zorg er voor dat de stekker toegankelijk is na de installatie.
Trek niet aan de kabel om het apparaat los te halen. Trek
altijd aan de stekker zelf.
16
Voor het on-line bestellen van accessoires, consumables en onderdelen gaat u naar
de ’webwinkel’ op: www.zanussi.nl
www.zanussi.com
117954440-00-032009

Documenttranscriptie

Inhoud Veiligheidsinformatie _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Bedieningspaneel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Wasprogramma's _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Bediening van het apparaat _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ De waterontharder instellen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Gebruik van zout voor de vaatwasser _ _ _ _ _ _ _ _ Gebruik van glansspoelmiddel _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ De vaatwasser inruimen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Gebruik van vaatwasmiddelen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 2 3 5 6 6 7 8 8 9 Een wasprogramma selecteren en starten _ _ _ _ _ Onderhoud en reiniging _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Problemen oplossen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Technische gegevens _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Milieubescherming _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Montage _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Aansluiting aan de waterleiding _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Aansluiting aan het elektriciteitsnet _ _ _ _ _ _ _ _ 10 11 13 14 14 15 15 16 Wijzigingen voorbehouden Veiligheidsinformatie Lees voor uw eigen veiligheid en correcte werking van het apparaat eerst deze handleiding aandachtig door, alvorens het apparaat te installeren. Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, zelfs wanneer u deze verplaatst of verkoopt. Gebruikers moeten volledig op de hoogte zijn van de bediening en veiligheidsfuncties van het apparaat. Gebruik conform de voorschriften • Het apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk gebruik. • Gebruik het apparaat alleen om huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor afwasmachines, schoon te maken. • Doe geen oplosmiddelen in het apparaat. Pas op voor explosiegevaar. • Plaats de messen en alle voorwerpen met scherpe punten met de punt naar beneden in de bestekmand. Als dat niet past, leg ze dan horizontaal op het bovenrek. • Gebruik alleen merkproducten voor afwasmachines (afwasmiddel, zout, glansspoelmiddel). • Als u de deur opent als het apparaat in werking is, kan er hete stoom ontsnappen. Gevaar voor brandwonden. • Neem geen serviesgoed uit de afwasmachine voordat het afwasprogramma is afgelopen. • Haal, als het afwasprogramma is afgelopen, de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht. • Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit apparaat repareren. Gebruik alleen originele reserveonderdelen. 2 • Voer de reparaties niet zelf uit om letsel en schade aan het apparaat te voorkomen. Neem altijd contact op met onze service-afdeling. Algemene veiligheid • Mensen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis mogen dit apparaat niet gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan of instructies krijgen over het gebruik van dit apparaat van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Volg de veiligheidsinstructies van de afwasmiddelfabrikant op om brandwonden aan ogen, mond en keel te voorkomen. • Drink geen water uit de afwasmachine. Er kan afwasmiddel in uw apparaat achtergebleven zijn. • Sluit de deur altijd als u het apparaat niet gebruikt om letsel te voorkomen. Bovendien struikelt u zo niet over de deur. • Ga niet op de open deur zitten of staan. Veiligheid van kinderen • Alleen volwassenen mogen dit apparaat gebruiken. Kinderen moeten in de gaten gehouden worden om te voorkomen dat zij met het apparaat gaan spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking. • Bewaar alle afwasmiddelen op een veilge plaats. Laat kinderen de afwasmiddelen niet aanraken. • Houd kinderen uit de buurt van de afwasmachine als de deur open staat. Installatie • Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het vervoer. Sluit een beschadigd apparaat niet aan. Neem, indien nodig, contact op met de leverancier. • Verwijder de verpakking vóór de eerste ingebruikneming. • Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet de elektrische installatie uitvoeren. • Een gekwalificeerd en bekwaam persoon moet het loodgieterswerk uitvoeren. • Wijzig de specificaties van dit product niet en verander dit product niet. Gevaar voor letsel en schade aan het apparaat. • Het apparaat niet gebruiken: – als de hoofdkabel of waterslangen beschadigd zijn, – als het bedieningspaneel, werkblad of plint zodanig beschadigd zijn, dat u bij het inwendige van het apparaat kan komen. Neem contact op met onze service-afdeling. • Boor niet in de zijkanten van het apparaat om schade aan de hydraulische en elektrische onderdelen te voorkomen. Waarschuwing! Volg nauwkeurig de instructies op voor de elektrische en wateraansluitingen. Bedieningspaneel 1 2 3 4 5 Aan/Uit-toets Programmakeuzetoetsen Toets uitgestelde start Indicatielampjes Functietoetsen Indicatielampjes Zout 1) Het indicatielampje gaat aan als er zout bijgevuld moet worden. Zie het hoofdstuk 'Gebruik van zout voor afwasmachines'. Het indicatielampje voor zout blijft enkele uren aan, maar heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat. 3 Indicatielampjes Glansmiddel Het indicatielampje gaat aan als er glansmiddel bijgevuld moet worden. Zie hoofdstuk 'Gebruik van glansmiddel'. 1) Einde Het indicatielampje gaat branden wanneer het afwasprogramma is afgelopen. Hulpfuncties: • Niveau van de waterontharder. • In-/uitschakelen van de geluidssignalen. • Er klinkt een geluidssignaal als het apparaat een storing heeft. 1) Wanneer het zoutreservoir en/of het glansmiddeldoseerbakje leeg zijn, gaat het bijbehorende indicatielampje niet aan als er een wasprogramma loopt. Functietoetsen Gebruik de functietoetsen voor deze handelingen: • het instellen van de waterontharder. Zie hoofdstuk 'De waterontharder instellen'. • het in/uitschakelen van de geluidssignalen. Zie hoofdstuk 'Geluidssignalen'. • het annuleren van het lopende afwasprogramma of aftellende uitgestelde start. Zie hoofdstuk 'Een afwasprogramma instellen en starten'. Toets uitgestelde start Gebruik de toets uitgestelde start om het starten van het afwasprogramma met intervallen van 3, 6 of 9 uur uit te stellen. Zie hoofdstuk 'Een afwasprogramma instellen en starten'. Instelmodus Het apparaat staat in de instelmodus als alle programmaindicatielampjes aan zijn. Het apparaat moet in de instelmodus staan voor deze bewerkingen: – het instellen van een afwasprogramma. – het instellen van het niveau van de waterontharder. – het in/uitschakelen van de geluidssignalen. Als een programma-indicatielampje aan gaat, annuleer dan het programma om naar de instelmodus terug te keren. Zie hoofdstuk 'Een afwasprogramma instellen en starten'. Geluidssignalen U hoort een geluidssignaal: 4 • aan het einde van het afwasprogramma. • tijdens het instellen van de waterontharder. • als het apparaat een storing heeft. Het activeren van de geluidssignalen is in de fabriek ingesteld. Volg deze stappen om de geluidssignalen uit te schakelen: 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Druk op de functietoetsen B en C en houd deze vast totdat de indicatielampjes van de functietoetsen A, B en C beginnen te knipperen. 4. Druk op functietoets C. – De indicatielampjes van functietoetsen A en B gaan uit. – Het indicatielampje van functietoets C begint te knipperen. – Het indicatielampje Einde gaat aan. De geluidssignalen zijn ingeschakeld. 5. Druk nogmaals op functietoets C. – Het indicatielampje Einde gaat uit. De geluidssignalen zijn uitgeschakeld. 6. Schakel het apparaat uit om de bewerking op te slaan. Volg deze stappen om de geluidssignalen in te schakelen: 1. Voer de bovengenoemde procedure uit totdat het controlelampje Einde gaat branden. Wasprogramma's Wasprogramma's Programma 1) 2) Mate van vervuiling Soort serviesgoed Beschrijving programma Sterk vervuild Serviesgoed, bestek, potten en pannen Voorwas Hoofdwas tot 70°C 2 tussentijdse spoelgangen Laatste spoelgang Drogen Normaal vervuild Serviesgoed en bestek Voorwas Hoofdwas tot 65°C 1 tussentijdse spoelgang Laatste spoelgang Drogen Normaal of licht vervuild Serviesgoed en bestek Hoofdwas tot 65°C Laatste spoelgang Normaal vervuild Serviesgoed en bestek Voorwas Hoofdwas tot 50°C 1 tussentijdse spoelgang Laatste spoelgang Drogen Alles Gedeeltelijke lading 1 koude spoelgang (om te voorkomen dat voed(later op de dag verder selresten blijven plakken). te vullen). Voor dit programma is geen afwasmiddel nodig. 1) Dit is het perfecte dagelijkse programma om een niet volledige lading te reinigen. Ideaal voor een familie van 4 personen die alleen het serviesgoed en het bestek van de ochtend- en avondmaaltijd in de machine wil laden. 2) Testprogramma voor testinstanties. Zie voor testgegevens het aparte informatieblad. Verbruikswaarden Programma Duur (in minuten) Energieverbruik (kWh) Water (in liters) 80-90 1,5-1,7 18-20 90-100 1,1-1,2 15-16 30 0,8 8 160-170 0,8-0,9 12-13 12 0,1 3,5 De druk en de temperatuur van het water, de variaties in stroomtoevoer en de hoeveelheid serviesgoed kunnen deze waarden veranderen. 5 Bediening van het apparaat Zie de volgende instructies voor elke stap van de procedure: 1. Controleer of het niveau van de waterontharder juist is voor de waterhardheid in uw omgeving. Stel, indien nodig, de waterontharder in. 2. Vul het zoutreservoir met zout voor afwasmachines. 3. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel. 4. Plaats bestek en serviesgoed in de afwasmachine. 5. Stel het juiste programma in voor het type lading en mate van vervuiling. 6. Vul het afwasmiddeldoseerbakje met de juiste hoeveelheid afwasmiddel. 7. Start het afwasprogramma. Als u afwasmiddeltabletten gebruikt, zie hoofdstuk 'Gebruik van tabletten'. De waterontharder instellen De waterontharder verwijdert mineralen en zouten van de watertoevoer. Mineralen en zouten kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van het apparaat. De waterhardheid wordt gemeten in de volgende gelijkwaardige schalen: • Duitse graden (dH°). • Franse graden (°TH). • mmol/l (millimol per liter - een internationale eenheid voor de hardheid van water). • Clarke. Stel de waterontharder af op de waterhardheid in uw omgeving. Neem, indien nodig, contact op met het lokale waterschap. Waterhardheid °dH °TH mmol/l Clarke handmatig elektronisch 51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 64 - 88 2 10 43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 53 - 63 2 9 37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 46 - 52 2 8 29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 36 - 45 2 7 23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 28 - 35 2 6 19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 23 - 27 2 5 15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 18 - 22 1 4 11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 13 - 17 1 3 4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 5 - 12 1 2 <4 <7 < 0,7 <5 1 1) 1 1) 1) Geen zout nodig. U moet de waterontharder handmatig en elektronisch instellen. Handmatige afstelling Het apparaat in in de fabriek ingesteld op stand 2. 6 Instelling waterhardheid 1 2 Zet de schakelaar op stand 1 of 2. Elektronische afstelling De waterontharder is in de fabriek ingesteld op niveau 5. 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Druk op de functietoetsen B en C en houd deze vast totdat de indicatielampjes van de functietoetsen A, B en C beginnen te knipperen. 4. Laat de functietoetsen B en C los. 5. Druk op functietoets A. – Het indicatielampje van functietoets A blijft knipperen. – De indicatielampjes van functietoetsen B en C gaan uit. – Het indicatielampje einde begint te knipperen. – U hoort een geluidssignaal. De instelfunctie van de waterontharder is geactiveerd. Het indicatielampje einde knippert en een hoorbaar signaal geeft het niveau van de waterontharder aan. De pauze tussen de signalen is ongeveer 3 seconden. Voorbeeld: 5 knipperingen / 5 onderbroken geluidssignalen, onderbreking, 5 knipperingen / 5 onderbroken geluidssignalen, onderbreking = niveau 5 6. Druk nogmaals op functietoets A om het niveau van de waterontharder met één stap te verhogen. 7. Druk op de aan-/uit-toets om de bewerking op te slaan. Gebruik van zout voor de vaatwasser Let op! Gebruik alleen afwasmachinezout. Zout dat niet geschikt is voor afwasmachines, veroorzaakt schade aan de waterontharder. 5 1 2 6 Het is normaal dat er water uit het zoutreservoir stroomt wanneer u zout bijvult. Zorg dat er geen zout buiten het zoutreservoir terechtkomt. Zout dat achterblijft, beschadigt het reservoir. Aangeraden wordt een afwasprogramma direct te starten nadat u het zoutreservoir hebt gevuld. Dit voorkomt corrosie als gevolg van gemorst zout. Wanneer u de waterontharder elektronisch instelt op niveau 1, blijft het zoutcontrolelampje niet branden. 3 Vul het zoutreservoir met 1 liter water (alleen bij het eerste gebruik) 4 7 Gebruik van glansspoelmiddel Let op! Gebruik alleen merkglansmiddelen voor afwasmachines. Volg deze stappen om het glansmiddeldoseerbakje te vullen: Let op! Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit met andere middelen (bijv. afwasmachinereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmiddel). Gevaar voor beschadiging van het apparaat. De glansmiddeldosering afstellen AX + M 1 1 2 3 4 AX + M 2 De glansmiddelkeuzeknop is in de fabriek ingesteld op stand 3. Om de dosering te verhogen of te verlagen, raadpleegt u "Problemen oplossen". 1 3 2 3 4 4 De vaatwasser inruimen Handige aanwijzingen en tips Let op! Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijk keukengerei dat geschikt is voor afwasmachines. Gebruik het apparaat niet om voorwerpen die water kunnen opnemen (sponzen, huishouddoekjes, enz.) te reinigen. • Volg deze stappen voordat u serviesgoed en bestek laadt: – Verwijder alle voedselresten en vuil – Laat aangebakken voedselresten eerst inweken. • Volg deze stappen terwijl u serviesgoed en bestek laadt: – Plaats holle voorwerpen (bijv. kopjes, glazen en pannen) met de opening naar beneden. 8 – Zorg er voor dat het water niet in het reservoir of een diepe pan kan verzamelen. – Zorg er voor dat serviesgoed en bestek niet in elkaar liggen. – Zorg er voor dat serviesgoed en bestek elkaar niet overlappen. – Zorg er voor dat glazen andere glazen niet aanraken. – Leg kleine voorwerpen in de bestekmand. • Voorwerpen van kunststof en pannen met teflon hebben de neiging waterdruppels vast te houden. Voorwerpen van kunststof drogen niet zo goed als porselein en stalen voorwerpen. • Leg lichte voorwerpen in het bovenrek. Zorg er voor dat de voorwerpen niet verschuiven. Let op! Zorg er voor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien voordat u een afwasprogramma start. Waarschuwing! Sluit altijd de deur nadat u het apparaat vult of leeg haalt. Een geopende deur kan gevaarlijk zijn. De hoogte van het bovenrek aanpassen Als u grote borden in het onderrek plaatst, moet u eerst het bovenrek in de hoogste stand zetten. Maximale hoogte van de borden bovenrek 1 Rangschik dekschalen en grote deksels langs de rand van het onderrek. 1 2 2 Gebruik de bestekroosters. Als het rooster niet gebruikt kan worden door de afmetingen van het bestek, verwijder het dan. onderrek Bovenste stand 20 cm 31 cm Onderste stand 24 cm 27 cm Volg deze stappen om het bovenrek in de bovendste stand te zetten: 1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten. 2. Til beide kanten voorzichtig op totdat het mechanisme vastklikt en het rek stabiel is. 1 Volg deze stappen om het bovenrek in de onderste stand te zetten: 1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten. 2. Til de beide kanten naar boven. 3. Houd het mechanisme vast en laat het dan langzaam terugzakken. Let op! • Til het rek nooit aan één kant op. Dit geldt ook voor het laten zakken. • Als het rek zich in de bovenste stand bevindt, kunt u geen kopjes op het kopjesrek plaatsen. 1 2 Rangschik alle voorwer- Klap de kopjesrekken op pen zo dat het water er aan voor langere voorwerpen. alle kanten bij kan komen. Gebruik van vaatwasmiddelen Gebruik alleen afwasmiddelen (poeder, vloeibaar of tablet) die geschikt zijn voor afwasmiddelen. 9 Volg de gegevens op de verpakking op: • Dosering aanbevolen door de fabrikant. • Aanbevelingen omtrent opslag. Gebruik niet meer dan de juiste hoeveelheid afwasmiddel om het milieu te sparen. 1 Gebruik van afwasmiddeltabletten Doe het afwasmiddeltablet in het afwasmiddeldoseerbakje ( A). Afwasmiddeltabletten bevatten: • afwasmiddel • glansmiddel • andere schoonmaakmiddelen. Volg deze stappen om afwasmiddeltabletten te gebruiken: 1. Zorg er voor dat de afwasmiddeltabletten geschikt zijn voor de waterhardheid in uw omgeving. Zie de instructies van de fabrikant. 2. Stel het laagste niveau in voor de waterhardheid en de glansmiddeldosering. Het is niet nodig om het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje te vullen. 2 Volg deze stappen als de droogresultaten niet naar wens zijn: 1. Vul het glansmiddeldoseerbakje met glansmiddel. 2. Stel de dosering van het glansmiddel in op stand 2. Volg deze stappen om opnieuw afwasmiddelpoeder te gebruiken: 4 3 Vul het afwasmiddelbakje Als u een wasprogramma (A) met afwasmiddel. gebruikt met een voorwasfase, doet u ook afwasmiddel in het voorwasdoseerbakje ( B). 1. 2. 3. 4. Vul het zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje. Stel de waterontharder in op het hoogste niveau. Draai een wasprogramma zonder serviesgoed. Stel de waterontharder af. Zie hoofdstuk 'De waterontharder instellen'. 5. Stel de glansmiddeldosering af. Verschillende merken afwasmiddel hebben een ander oplostraject. Sommige afwasmiddeltabletten geven niet het beste reinigingsresultaat tijdens korte wasprogramma's. Gebruik lange wasprogramma's als u afwasmiddeltabletten gebruikt om het afwasmiddel volledig te verwijderen. 5 6 Een wasprogramma selecteren en starten Stel het afwasprogramma in met de deur op een kier. Het afwasprogramma start alleen nadat u de deur heeft gesloten. Tot dat moment kunnen de instellingen nog worden gewijzigd. 10 Volg deze stappen om een afwasprogramma in te stellen en te starten: 1. Schakel het apparaat in. 2. Zorg dat het apparaat in de instelmodus staat. 3. Druk op een van de programmatoetsen. Zie hoofdstuk 'Afwasprogramma's'. – Het programma-indicatielampje gaat aan. 4. Sluit de deur. – Het afwasprogramma start. Wanneer het afwasprogramma loopt, kunt u het programma niet wijzigen. Annuleer het afwasprogramma. Waarschuwing! Onderbreek of annuleer een afwasprogramma alleen als dit nodig is. Let op! Open de deur voorzichtig. Er kan hete stoom vrijkomen. Een afwasprogramma annuleren 1. Druk op functietoetsen B en C en houd vast totdat alle programma-indicatielampjes aan gaan. 2. Laat de functietoetsen B en C los om het afwasprogramma te annuleren. Op dit punt kunt u de volgende stappen uitvoeren: 1. Schakel het apparaat uit. 2. Stel een nieuw afwasprogramma in . Vul het afwasmiddeldoseerbakje met afwasmiddel voordat u een nieuw afwasprogramma instelt. Een afwasprogramma onderbreken Open de deur. • Het programma stopt. Sluit de deur. • Het programma gaat verder vanaf het punt dat het was onderbroken. Een afwasprogramma instellen en starten met uitgestelde start 1. Druk op de aan/uit-toets. 2. Een afwasprogramma instellen. – Het programma-indicatielampje gaat aan. 3. Druk op de toets uitgestelde start totdat het display de juiste duur van de uitgestelde start (3, 6 of 9 uur) toont. 4. Sluit de deur. – Het aftellen van de uitgestelde start begint. – Het aftellen van de uitgestelde start telt af in stappen van 3 uur. Als het aftellen verstreken is, start het afwasprogramma automatisch. Open de deur niet tijdens het aftellen om het aftelproces niet te onderbreken. Als u de deur weer sluit, gaat het aftellen verder vanaf het punt van onderbreking. De uitgestelde start annuleren: 1. Druk op functietoetsen B en C en houd vast totdat alle programma-indicatielampjes aan gaan. – Als u een uitgestelde start annuleert, moet u ook het afwasprogramma annuleren. 2. Stel een nieuw afwasprogramma in. Einde van het afwasprogramma Schakel het apparaat onder de volgende omstandigheden uit: • Het apparaat stopt automatisch. • De geluidssignalen voor het programma-einde zijn hoorbaar. 1. Open de deur. – Het controlelampje Einde gaat branden. – Het programmalampje blijft branden. 2. Druk op de Aan-/uittoets. 3. Wanneer u de deur van de afwasautomaat een paar minuten op een kier laat staan voordat u het serviesgoed uit de machine haalt, bereikt u betere droogresultaten. Laat de borden afkoelen voordat u deze uit het apparaat neemt. Hete borden zijn gevoelig voor beschadigingen. De lading verwijderen • Verwijder eerst voorwerpen van het onderrek en dan van het bovenrek. • Er kan water liggen aan de zijkanten en op de deur van het apparaat. Roestvrij staal koelt sneller af dan borden. Onderhoud en reiniging Waarschuwing! Schakel het apparaat uit voordat u de filters schoon maakt. 11 De filters reinigen Belangrijk! Verwijder de sproeiarmen niet. Belangrijk! Gebruik het apparaat niet zonder filters. Zorg er voor dat de filters juist zijn geplaatst. Onjuiste plaatsing veroorzaakt slechte wasresultaten en schade aan het apparaat. Als de openingen in de sproeiarmen verstopt raken, verwijdert u de achterblijvende delen met een coctailprikkertje. Schoonmaken van de buitenkant Reinig de buitenoppervlakken van de machine en het bedieningspaneel met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale afwasmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes of oplosmiddelen (aceton, trichloroethyleen enz). Voorzorgsmaatregelen bij vorst 1 2 Maak de filters A, B en C schoon onder stromend water. 4 3 Draai, om de filters B en C Verwijder het platte filter A te verwijderen, het hand- uit de bodem van het apvat een kwartslag naar paraat. links. 5 Zet het filtersysteem op zijn plaats. Draai, om het filtersysteem te vergrendelen, het handvat naar rechts totdat het op zijn plaats vastklikt. 12 Let op! Installeer het apparaat niet op een plek waar de temperatuur onder de 0 °C komt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade door vorst. Als dit niet mogelijk is, leeg het apparaat en sluit de deur. Haal de watertoevoerslagn los en verwijder het water in de watertoevoerslang. Problemen oplossen Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Als er een storing is, probeer dan eerst het probleem zelf op te lossen. Als u het probleem zelf niet kunt oplossen, neem dan contact op met de klantenservice. Storingscode en storing Mogelijke oorzaak en oplossing • Voortdurend knipperen van het controlelampje programma bezig • Onderbroken geluidssignaal • 1 keer knipperen van het controlelampje Einde De afwasmachine wordt niet gevuld met water • De waterkraan is verstopt of aangezet met kalkaanslag. Maak de waterkraan schoon. • De waterkraan is dicht. Draai de waterkraan open. • Het filter in de watertoevoerslang is geblokkeerd. Maak het filter schoon. • De aansluiting van de watertoevoerslang is niet juist. De slang kan geknakt of ingedeukt zijn. Zorg er voor dat de aansluiting juist is. • Voortdurend knipperen van het contro- • De gootsteenafvoer is geblokkeerd. lelampje programma bezig Ontstop de gootsteenafvoer. • Onderbroken geluidssignaal • De aansluiting van de waterafvoerslang is niet juist. De slang kan geknakt of ingedeukt zijn. • 2 keer knipperen van het controlelampZorg er voor dat de aansluiting juist is. je einde programma Het afwaswater wordt niet afgevoerd • Voortdurend knipperen van het contro- • Draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze servicelelampje programma bezig afdeling. • Onderbroken geluidssignaal • 3 keer knipperen van het controlelampje einde programma De anti-overstromingsinrichting is geactiveerd Het programma begint niet • De deur van het apparaat is niet gesloten. Sluit de deur. • De stekker zit niet in het stopcontact. Steek de stekker in het stopcontact. • De zekering in de meterkast is doorgebrand. Vervang de zekering. • De uitgestelde start is ingesteld. Annuleer de uitgestelde start om het programma onmiddellijk te starten. Sluit het apparaat aan na de controle. Het programma gaat verder vanaf het punt dat het was onderbroken. Als de storing zich opnieuw voordoet, neemt u contact op met de service-afdeling. Deze gegevens zijn nodig om u snel en juist te helpen: • Modelbeschrijving (Mod.) • Productnummer (PNC) • Serienummer (S.N.) Raadpleeg het typeplaatje voor deze gegevens. Schrijf de benodigde gegevens hier op: Modelbeschrijving : .......... Productnummer : .......... 13 Serienummer : .......... De schoonmaakresultaten zijn slecht De borden zijn niet schoon • Het geselecteerde afwasprogramma is niet geschikt voor het type lading en mate van vervuiling. • De rekken zijn niet goed ingedeeld, zodat het water er niet aan alle kanten bij kan. • De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaatsing van het serviesgoed. • De filters zijn vuil of niet juist geplaatst. • Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt. Er zitten kalkresten op de borden • Het zoutreservoir is leeg. • De waterontharder is ingesteld op het verkeerde niveau. • De dop van het zoutreservoir zit niet goed dicht. Het serviesgoed is nat en dof • Er is geen glansmiddel gebruikt. • Het glansmiddeldoseerbakje is leeg. De glazen en borden vertonen strepen, melkachtige vlekken of een blauwzweem • Verminder de glansmiddeldosering. Opgedroogde waterdruppels op de glazen en de borden • Verhoog de dosering van het glansmiddel. • Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Technische gegevens Afmetingen Breedte cm 44,6 Hoogte cm 81,8-89,8 Diepte cm 55,5 Elektrische aansluiting - Voltage Totale vermogen - Zekering Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het typeplaatje aan de binnenrand van de deur van de afwasmachine. Leidingwaterdruk Minimaal 0,5 bar (0,05 MPa) Maximaal 8 bar (0,8 MPa) Capaciteit Aantal couverts 9 Milieubescherming Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt 14 u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en herbruikbaar. De kunststofonderdelen zijn gemarkeerd, bijv. >PE<, >PS<, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in de daarvoor bedoelde container bij uw plaatselijke afvaldienst. Waarschuwing! Volg de volgende procedure om het apparaat weg te gooien: • Trek de stekker uit het stopcontact. • Snijd de hoofdkabels en stekkers af en gooi ze weg. • Verwijder het slot van de deur. Dit voorkomt dat kinderen zichzelf in het apparaat insluiten en zo hun leven in gevaar brengen. Montage Waarschuwing! Zorg dat de stekker tijdens de installatie niet is aangesloten. Belangrijk! Volg de instructies op de bijgesloten sjabloon voor: • inbouw van het apparaat. • Installeer het meubelpaneel. • Sluit de watertoevoer en waterafvoer aan. Installeer het apparaat onder een aanrecht (keukenblad of gootsteen). Als reparatie nodig is, moet het apparaat eenvoudig bereikbaar zijn voor de monteur. Plaats het apparaat naast een waterkraan en een afvoer. Er zijn geen verdere openingen voor de ontluchting van de afwasmachine vereist, maar alleen om de watertoevoer- en afvoerslang en het aansluitsnoer door te laten. De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes voor het instellen van de hoogte. Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de machine voor dat de watertoevoerslang, de afvoerslang en het aansluitsnoer niet zijn geknikt of worden platgedrukt. Bevestigen van het apparaat aan de aangrenzende keukenmeubelen Zorg er daarom voor dat het aanrecht waaronder de machine geplaatst wordt, stevig bevestigd is aan een vaste structuur (aangrenzende keukenunits, kasten, wand). Het apparaat waterpas afstellen Zorg er voor dat het apparaat waterpas staat, zodat de deur goed kan sluiten en afgedicht is. Als het apparaat waterpas staat, mag de deur de zijkanten van het keukenkastje niet raken. Als de deur niet juist sluit, draai dan de afstelbare pootjes losser of vaster totdat het apparaat waterpas staat. Aansluiting aan de waterleiding Watertoevoerslang Sluit het apparaat aan een hete (max. 60°) of koude watertoevoer aan. Gebruik een heet watertoevoer om het energieverbruik te verminderen, als het hete water door alternatieve, milieuvriendelijkere energiebronnen geproduceerd wordt (bijv. zonne- of fotovoltaïsche panelen en wind). Sluit de watertoevoerslang aan op een waterkraan met een externe schroefdraad van 3/4". Let op! Gebruik geen aansluitslangen van een oud apparaat. De waterdruk moet zich binnen de grenzen bevinden (zie hoofdstuk "Technische gegevens"). Zorg er voor dat uw waterleidingbedrijf u de gemiddelde leidingwaterdrukwaarden in uw omgeving geeft. Zorg er voor dat er geen deuken in de watertoevoerslang zitten en dat de slang niet is geknakt of ingedeukt. Draai de toevoerslang naar links of rechts voor de installatie. Plaats de sluitmoer op de juiste manier om waterlekkage te voorkomen. Let op! Sluit het apparaat niet aan nieuwe leidingen aan of aan leidingen die lang niet zijn gebruikt. Laat het water enkele minuten stromen en sluit dan de toevoerslang pas aan. Watertoevoerslang met veiligheidsklep De elektriciteitskabel en de veiligheidsklep bevinden zich in de dubbelwandige watertoevoerslang. De watertoevoerslang bevindt zich alleen onder druk als het water loopt. Als er een lekkage in de watertoevoerslang zit, onderbreekt de veiligheidsklep het stromende water. 15 Waarschuwing! Gevaarlijke spanning Pas op als u de watertoevoerslang aansluit: • Dompel de watertoevoerslang of de veiligheidsklep niet in water. • Als de watertoevoerslang of de veiligheidsklep beschadigd is, trek dan onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. • Laat de watertoevoerslang met de veiligheidsklep alleen door onze service-afdeling vervangen. Afvoerslang 3 4 De binnendiameter mag niet kleiner zijn dan de diameter van de slang. Verwijder het kunststofmembraan (A) als u de waterafvoerslang aan een sifon onder de gootsteen aansluit. Als u het membraan niet verwijdert, kunnen voedselresten een verstopping in de slang veroorzaken. Let op! Zorg er voor dat de waterkoppelingen stevig vast zitten om waterlekkage te voorkomen. max 400 cm max 85 cm min 40 cm 1 Sluit de waterafvoerslang aan op een sifon onder de gootsteen. 2 Aansluiting aan het elektriciteitsnet Waarschuwing! De fabrikant is niet verantwoordelijk, als u deze veiligheidsmaatregelen niet opvolgt. Aard het apparaat volgens de veiligheidsmaatregelen. Zorg er voor dat het aangegeven voltage en het type stroom op het typeplaatje overeenkomen met het voltage en stroomtype van uw lokale stroomleverancier. Gebruik altijd een juist geïnstalleerd schokbestendig stopcontact. 16 Gebruik geen meerwegspluggen, connectors en verlengsnoeren. Gevaar voor brand. Vervang de hoofdkabels niet zelf. Neem contact op met de service-afdeling. Zorg er voor dat de stekker toegankelijk is na de installatie. Trek niet aan de kabel om het apparaat los te halen. Trek altijd aan de stekker zelf. www.zanussi.com 117954440-00-032009 Voor het on-line bestellen van accessoires, consumables en onderdelen gaat u naar de ’webwinkel’ op: www.zanussi.nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Zanussi ZDTS300 Handleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Handleiding