AEG S1573-4TK Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
ÖKO-SANTO SUPER
Tisch-Kühlautomat
Automatic Refrigerator
Réfrigérateur automatique table top
Tafelmodel koelkast
Gebrauchsanweisung
Operating Instructions
Mode d’emploi
Gebruiksaanwijzing
68
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat U Uw
nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke
informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het
onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele
volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare
modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de
aanwijzingen letten die op Uw apparaat betrekking hebben.
1
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden
(Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!)
wordt de aandacht gevestigd
op aanwijzingen die belangrijk zijn voor Uw veiligheid of voor het juist
functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
0
Dit symbool leidt Uw stap voor stap door de bediening van het
apparaat.
3
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het
praktisch gebruik van het apparaat.
2
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een economisch
en milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding
aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen
als...". Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat
onze klantendienst U te allen tijde ter beschikking.
G
e
d
ru
k
t op m
ili
euvr
i
en
d
e
lijk
vervaar
di
g
d
pap
i
er
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
69
Inhoud
Veiligheid
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Weggooien
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Transportbescherming verwijderen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Opstellen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Bovenblad verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Bevestiging aan een doorlopend werkblad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Overzetten van het deurscharnier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Voor ingebruikname
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Electrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
In gebruik nemen en temperatuurregeling
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Interieur
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Legvlakken/roosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Glazen VARIO-legvlak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Op de juiste wijze indelen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Invriezen en diepgevroren opslaan
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
Het maken van ijsblokjes
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
Ontdooien
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
De koelruimte wordt automatisch ontdooid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Vriesvak ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Apparaat uitzetten
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Reiniging en onderhoud
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
Tips om energie te besparen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
Wat te doen als ...
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
Klantenservice
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Doel, Normen, Richtlijnen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
70
1
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de erkende regels der
techniek en aan de Duitse wet op de veiligheid van apparaten. Deson-
danks zien wij ons genoodzaakt U met de volgende veiligheidsaanwij-
zingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is
geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van
levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor
andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoor-
ding nemen voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbren-
gen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
• Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan
voor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levensmid-
delen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde
wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen
wordt
• Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten! Wendt U in geval van schade tot
de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan
(R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel
brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat
geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. folieën, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weg-
houden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit
het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwe-
Veiligheid
71
zige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten
raken (stikgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht
komen.
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke
apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodige
toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-
gen van aanstekers etc. in het koelapparaat.
Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen!
Leg noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vries-
vak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percen-
tage kan in het vriesvak gelegd worden.
• Consumptieïjs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de
mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen
en verwondingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen
kunnen daaraan vastvriezen.
• Geen electrische apparaten (bijv. electrische ijsmachines, mixers etc.)
in het koelapparaat gebruiken.
Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q.
er uit draaien.
De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit
aan het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiksaan-
wijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwij-
zingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
• Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd
worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-
staan. Wendt U zich bij reparaties tot Uw vakhandel of tot onze klan-
tendienst.
72
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder
gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt wor-
den en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken
binnen in.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe
FCKW-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer
bij het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor Uw huidige apparaat en - als het ook aan ver-
vanging toe is - ook voor Uw nieuwe apparaat.
1
Waarschuwing!
Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer
doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-
maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het appa-
raat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere
levensgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij
de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het
transport beschermd.
0
Plakband links en rechts aan de buitenkant van de deur er af trekken.
73
3
Eventuele plakbandresten kunnen met schoonmaak- of wasbenzine
verwijderd worden.
0
Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaat-
sen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-
worpen.
De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje
dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatcategorie behoort:
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-
sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot electrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isola-
tieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat,
is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich
geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
Opstellen
74
Uw koeltoestel heeft lucht nodig
Het koelaggregaat behoeft geen onderhoud. Wat echter nooit mag
ontbreken is een goede ventilatie.
De luchttoevoer geschiedt onder de deur, door de ventilatiesleuf tussen
toestel en vloer. De luchtafvoer vindt plaats via het bovenste ventilatie-
rooster. Let u erop, dat deze openingen niet door sokkelpanelen en der-
gelijke worden afgedekt.
Als de koelkast onder een doorlo-
pend werkblad ingebouwd wordt,
moeten aan de achterzijde van het
werkblad een ventilatie-opening
van minstens 200 cm
2
en een bij
het werkblad passend ventilatie-
rooster (A/B) worden aangebracht.
De snijvlakken van het werkbald (C)
lakken, om inwerking van vocht te
vermijden.
De afstand tussen toestel en wand
moet minstens 30 mm bedraagen:
vóór inzetten van het ventilatierooster kontroleren.
Extra leverbare accessoires:
A ventilatierooster, bruin
B ventilatierooster, wit
Bovenblad verwijderen
Na afnemen van het bovenblad kan de koelkast onder een doorlopend
werkblad worden ingebouwd.
Daarbij gaat u als volgt te werk:
0
Kruiskopschroeven (F) rechts en
links uitdraaien.
0
Bovenblad iets optillen, ca. 20 mm
naar achteren schuiven en naar
boven losnemen (G).
Klembusjes (H) losschroeven en
bewaren.
Opstellen
75
Bevestiging aan een doorlopend werkblad
Bij onderbouw onder een doorlo-
pend werkblad wordt het toestel
met een bevestigingsschroef (A)
onder het blad bevestigd.
Overzetten van het deurscharnier
De deurstuiter kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar
links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
1
Waarschuwing!
Bij het wisselen van de deurstuiters mag het apparaat
niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit te
stopcontact halen.
0
Toestel schuin naar achteren kan-
telen.
0
Deurscharnierschroeven (K) uit-
draaien en deurscharnier (1) naar
beneden uit de scharnierbus
nemen.
0
Deur iets openen en naar beneden
uitnemen.
0
Bovenste scharnierstift (A) uit-
draaien en op de tegenoverlig-
gende zijde weer monteren.
0
Deur in de bovenste scharnierstift
(A) zetten en deur sluiten.
0
Scharnierstift van het deurschar-
nier (1) in de linker scharnierbus
van de deur zetten en deurschar-
nier met de schroeven (K) goed
vastdraaien.
Opstellen
76
0
Deurgreep op de tegenoverlig-
gende zijde monteren. Schroefga-
ten met plugjes afsluiten.
Omzetten van de deur van het vriesvak
0
Deur van het vriesvak iets openen.
0
M. b. v. een kleine schroevedraaier
de veer in de uitsparing van het
onderste deurscharnier iets naar
boven drukken en deurscharnier
samen met de deur van het vries-
vak uitnemen.
0
Afdekkap (M) omzetten.
0
Deur van het vriesvak 180°C
draaien en onderste deurscharnier
op de onderste scharnierbus zetten.
0
Deur van het vriesvak iets optillen,
in bovenste deurscharnier links zet-
ten en tegelijk onderste deurschar-
nier in het vierkante gaz zetten.
Regelmatig op en neer bewege va
de deur van het vriesvak vergemak-
kelijkt het inzetten.
77
Voor ingebruikname
0
Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor
het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
Electrische aansluiting
Voor de electrische aansluiting is
een volgens de voorschriften geïn-
stalleerde beschermkontaktdoos
vereist.
De kontaktdoos moet zodanig wor-
den geïnstalleerd, dat de steker
altijd uit de kontaktdoos kan wor-
den getrokken.
Als het toestel onder een doorlo-
pend werkblad wordt ingebouwd,
dient de kontaktdoos volgens de
voorschriften te worden geïnstal-
leerd, bij voorkeur zoals in afb. is aangegeven.
De electrische zekering dient minsten 10 Ampère te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-
kelijk is, dient een maatregel in de electrische installatie er voor te zor-
gen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv.
zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met
een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
0
Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van
het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort overeenko-
men met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat
komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typebordje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
78
In gebruik nemen en temperatuurregeling
0
U steekt de steker van de koelkast in een kontaktdoos met randaarde.
Als u de koelkastdeur opent, wordt de binnenverlichting ingeschakeld.
De draaiknop voor de temperatuur-
keuze bevindt zich rechts in de
koelruimte.
Stand „0“ betekent:
uit.
Draaien in de richting van „1“ (met
de wijzers van de klok mee):
koelaggregaat aan, dit werkt dan
automatisch.
Stand „1“ betekent:
hoogste binnentemperatuur,
warmste instelling.
Stand „6“ betekent:
laagste binnentemperatuur, koudste instelling.
De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden
geregeld worden.
Bij een lage omgevingstemperatuur van ca. 16°C bevelen wij stand „1“
aan. Bij een omgevingstemperatuur van ca. 25°C stand „2“. Als u een
lagere temperatuur wenst stand „3“ o „4“. Bij deze instelling kunt u er
zeker van zijn dat verse levensmiddelen op de juiste wijze kunnen wor-
den ingevroren en dat de bewaartemperatuur in het vriesvak ca. -18°C
is. Als verse levensmiddelen snel moeten worden ingevroren, kunt u
stand „6“ kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in de koelruimte niet
beneden 0°C komt en zet de temperatuurregelaar tijding op stand „3“
of „4“ terug.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude
instelling van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er
voor zorgen dat de compressor continue werkt.
Reden: De compressor dient ononderbroken te lopen om bij een hogere
omgevingstemperatuur de lage temperatuur van het apparaat te kun-
nen handhaven. De koelruimte ontdooit dan niet meer – automatisch
ontdooien van de koelruimte is alleen bij stilstaande compressor moge-
lijk (zie hoofdstuk “Ontdooien”). Sterke rijpvorming aan de achterwand
van de koelruimte is dan het gevolg.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand
“3” tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint
het ontdooien weer automatisch.
79
Interieur
Legvlakken/roosters
Afhankelijk van model en uitrusting zijn legvlakken van glas, kunststof
of roosters meegeleverd.
0
Een legvlak zo mogelijk in de onderste geleiders boven de groente- en
fruitbak schuiven en ook blijven liggen.
De legvlakken kunnen in hoogte versteld worden:
0
Daartoe de legvlak zo ver naar voren trekken tot hij naar boven en naar
beneden bewogen kan worden en er uit gehaald kan worden.
0
Het plaatsen op een andere hoogte in omgekeerde volgorde uitvoeren.
Glazen VARIO-legvlak
Het apparaat heeft twee halve leg-
vlakken van glas.
Grote artikelen instellen:
0
De voorste helft van het VARIO-leg-
vlak onder de achterste helft schui-
ven. Daardoor wordt ruimte
gewonnen om op de daaronder lig-
gende plank grote artikelen te plaat-
sen.
80
Op de juiste wijze indelen
boter, kaas
eieren, tubes, konserven
dranken
kaas, fruit, groente
vlees, vleeswaren, zuivelpro-
dukten
kant-en-klare gerechten,
deegwaren, konserven
diepvriesprodukten, ijsblokjes
en konsumptieijs
Deze aanduiding wil zeggen dat in dit vriesvak diepvriespro-
dukten enkele maanden be waard kunnen worden.
De bewaartijd is afhankelijk van de soort produkten, zie de aanwijzin-
gen van de fabrikant.
U kunt ook kleine hoeveelheden verse levensmiddelen zelf invriezen, zie
„Invriezen en bewaren“.
Tip:
Levensmiddel dienen altijd afgedekt of verpakt in de koelruimte
gezet te worden om uitdrogen en geur- of smaakoverdracht op andere
artikelen te voorkomen.
Voor het verpakken zijn geschikt:
– Vershoudzakken en -folien van polyethyleen;
– Plastic dozen met deksel;
– Speciale kappen van plastic met elastieken band;
– aluminiumfolie.
Invriezen en diepgevroren opslaan
Het vriesvak dient voor het invriezen en diepgevroren opslaan van
levensmiddelen.
Attentie!
Voor het invriezen van levensmiddelen alsmede voor het opslaan van
reeds bevroren diepvriesartikelen dient de temperatuur in het vries-
vak –18 °C of lager te zijn.
• Niet te grote hoeveelheden, maximaal 2 kg per 24 uur, invriezen. De
kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
81
Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte
leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kant-en-klare diepvriesprodukten dient u zich
beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
• Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking
(bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer
invriezen.
0
Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat ze
niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op andere
diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig!
Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De
handen kunnen daaraan vast vriezen.
0
De verpakte levensmiddelen op de bodem van het vriesvak leggen.
Niet-bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds
bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen ontdooien kunnen.
Tips:
• Geschikt voor het verpakken van diepvriesproducten zijn:
– diepvrieszakken en -folie van polyethyleen;
– speciale diepvriesdozen;
– aluminiumfolie, extra sterk.
• Voor het sluiten van zakken en folies zijn geschikt:
plastic klemmen, elastiekjes of plakband.
• Voor het sluiten de lucht uit de zakjes en folies strijken omdat lucht
het uitdrogen van bevroren artikelen bevordert.
• Maak platte pakjes, deze bevriezen sneller.
• Diepvriesdozen niet tot aan de bovenrand vullen met (half)vloeibare
diepvriesproducten omdat vloeistof tijdens het invriezen uitzet.
Het maken van ijsblokjes
0
Ijsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in het vriesvak plaatsen en
laten bevriezen.
0
Om de ijsblokjes los te maken de ijsbakje omdraaien of kort onder stro-
mend water houden.
Attentie!
Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse
of scherpe voorwerpen losmaken, het gevaar bestaat dan dat u de kou-
dekringloop beschadigt. Gebruik de bijgevoegde ijsschraper.
82
Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid
De achterwand van de koelruimte wordt met rijp bedekt als de com-
pressor loopt en ontdooit weer als de compressor stilstaat.
Het dooiwater wordt automatisch verdampt.
Vriesvak ontdooien
Als het apparaat aanstaat en tijdens het openen van de deur van het
vriesvak slaat vocht als rijp neer in het vriesvak. Verwijder deze rijp van
tijd tot tijd met de zachte plastic schraper. Gebruik in geen geval harde
of spitse voorwerpen.
Het vriesvak dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag ca.
4 mm dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt moment
voor het ontdooien is als het apparaat leeg is of als er nog maar weinig
artikelen in liggen.
1
Waarschuwing!
• Geen electrische verwarmingsapparaten en andere mechanische of
kunstmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnel-
len, met uitzondering van die die in deze gebruiksaanwijzing aanbe-
volen worden.
• Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de
gezondheid zijn en/of stoffen bevatten die plastic aantasten.
Voorzichtig!
Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De
handen kunnen daaraan vastvriezen.
0
Bevroren artikelen er uitnemen, in meerdere lagen krantenpapier wik-
kelen en op een koele plaats leggen.
0
Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-
ring uitschakelen c.q. er uitdraaien.
83
0
Afluitstopje uir de dooiwateruit-
loop verwijderen. Bakje eronder
zetten om het dooiwater op te van-
gen.
Tip:
Het ontdooien kan versneld
worden door een pan met heet
water in het vriesvak te zetten en
de deur te sluiten. Verwijder stuk-
ken ijs die er afvallen voor ze
geheel ontdooid zijn.
0
Na het ontdooien het vriesvak
grondig schoonmaken (zie hoofd-
stuk “Reiniging en Onderhoud”).
Apparaat uitzetten
0
Voor het uitzetten van de koeling de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
0
Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
0
Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
0
Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uit-
halen.
0
Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reini-
ging en Onderhoud”).
0
Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
84
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
1
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrici-
teitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het
schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
of schakel c.q. draai de zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de electrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken!
Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
– Sap van citroen– of sinaasappelschillen;
–boterzuur;
– Schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder-
delen.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
0
Koel– en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere
lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
0
Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ontdooien”).
0
Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-
ring uitschakelen c.q. er uitdraaien.
0
Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken.
Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
0
Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
2
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal
per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een
zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
Tips om energie te besparen
85
0
Het dooiwater-afvoergat aan de
achterwand van de koelruimte con-
troleren. Een verstopt dooiwater–
afvoergat met behulp van het
groene stopje dat met het toestel is
meegeleverd de opening schoon-
maken.
0
Als alles droog is, de levensmidde-
len er weer in doen en het apparaat
weer in bedrijf nemen.
2
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera-
tuur werkt de compressor vaker en langer.
Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten
afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De
koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koel-
ruimte gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de
achterzijde van het toestel, schoon.
86
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Onderdelen:
Kleine reparaties kunt u zelf uitvoeren. Onderdelen kunt u bij de afde-
ling klantenservice verkrijgen. Er is geen bijzondere handigheid vereist
om onderdelen zelf te verwangen, bijv.:
– boter- en kaasvak,
– eierrekjes,
– deurrekken,
– fruit- en groentebakken,
– roosters.
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die zelf aan de hand
van de volgende aanwijzingen opgelost kunnen worden. Voer zelf geen
verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete
gevallen niet verder helpen.
1
Waarschuwing!
Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties
kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wendt U bij repara-
tie tot Uw vakhandel of onze klantendienst.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Apparaat werkt niet.
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het stop-
contact of zit los.
Stekker in stopcontact ste-
ken.
Zekering is los of kapot.
Zekering controleren,
eventueel vernieuwen.
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet
door Uw electrovakman
laten verhelpen.
Apparaat koelt te sterk.
Temperatuur is te laag
ingesteld.
Tenmperatuurregelaar tij-
delijk op een hogere stand
zetten.
Wat te doen als ...
87
De levensmiddelen zijn te
warm.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Zie hoofdstuk “Ingebruik-
name”.
Deur heeft te lang openge-
staan.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is.
In de laatste 24 uur zijn
grotere hoeveelheden
warme levensmiddelen
opgeslagen.
Temperatuurregelaar op
een koudere stand zetten.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Zie hoofdstuk “Opstel-
plaats”.
Binnenverlichting werkt
niet.
Lamp is kapot.
Zie hoofdstuk “Lamp ver-
wisselen”.
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook
aan de deurafdichting.
Deurafdichting is lek
(eventueel na het verwisse-
len van de deuraanslag).
Op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig
met een föhn® verwarmen
(niet heter dan ca. 50 °C).
Tegelijkertijd de ver-
warmde deurafdichting
met de hand zo in vorm
trekken dat hij weer hele-
maal sluit.
Ongewone geluiden.
Apparaat staat niet recht. Instelvoetjes bijstellen.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Apparaat iets wegtrekken.
Een onderdeel, bijv. een
leiding, aan de achterkant
van het apparaat komt
tegen een ander onderdeel
van het apparaat aan of
tegen de muur.
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
Na het wijzigen van de
temperatuurinstelling
start de compressor niet
direct.
Dit is normaal, het betreft
geen storing.
De compressor start na
enige tijd automatisch.
Water op de bodem van de
koelruimte of op de plan-
ken.
Ontdooiwaterafvoer is ver-
stopt.
Zie hoofdstuk “Reiniging
en Onderhoud”.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Wat te doen als ...
88
Lamp verwisselen
1
Waarschuwing!
Gevaar voor electrische schok! Voor het verwisselen
van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V, max. 15 W
0
Om het apparaat uit te zetten de temperatuurregelaar op stand „0"
draaien.
0
Stekken uit het stopcontact trekken.
0
Voor het verwisselen van de lamp
de schroef die de afdekking van het
lampje bevestigt, eruit draaien.
0
Op de afdekking van het lampje
drukken en deze achteruit laten
glijden.
0
Defecte lamp verwisselen.
0
De afdekking weer monteren en de
bevestigingsschroef aandraaien.
0
De koelkast aanzetten.
89
Klantenservice
Als bij een storing geen oplossing in deze gebruiksaanwijzing gevonden
kan worden, gelieve men zich tot de handelaar of tot onze klantenser-
vice te wenden. Adressen en telefoonnummers staan in bijgevoegde
boekje "Garantievoorwaarden/Klantendienst".
Een gerichte onderdeelvoorbereiding kan onnodige moeite en kosten
besparen. Vermeld daarom de volgende gegevens van het apparaat:
Deze gegevens staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje aan de
binnenkant van het apparaat. Aanbevolen wordt deze gegevens hier in
te vullen om ze snel bij de hand te hebben.
Aanwijzing:
Voor het ten onrechte contact opnemen met de klanten-
dienst tijdens de garantieperiode worden kosten berekend.
Doel, Normen, Richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met
inachtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn
volgens het Duitse Gerätesicherheitsgesetz (GSG), het Duitse Unfallver-
hütungsvorschrift für Kälteanlagen (VBG 20) en de bepalingen van het
Verband Deutscher Elektrotechniker (VDE).
De koudecirculatie is op dichtheid getest.
;
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
– 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn
– 89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMV-richtlijn
• Naam model
• Productnummer (PNC)
• Productienummer (S-No.)
AEG
H
ausgeräte
G
m
bH
Postfach 1036
D-90327 Nürnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
© Copyright by AEG
H 271 286 200–01-0298
2222 649-51
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

AEG S1573-4TK Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding