Documenttranscriptie
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
Nl
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op LSYSTEM OFF te
drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker
uit het stopcontact te halen.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
................................ 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
.................. 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met LSYSTEM OFF. In deze
toestand is het toestel ontworpen om een zeer kleine
hoeveelheid stroom te verbruiken.
Dit symbool stemt overeen met de
EU-richtlijn 2002/96/EC
Dit symbool betekent dat elektrische en
elektronische apparaten aan het einde van
hun levensduur moeten worden aangeboden
voor gescheiden afvalverzameling.
Leef de plaatselijke voorschriften na en bied uw
oude producten niet aan bij het gewone huisvuil.
Inhoud
GEAVANCEERDE BEDIENING
Kenmerken .............................................................. 2
Geavanceerde geluidsinstellingen ........................64
Meegeleverde accessoires.......................................... 2
Veranderen van geluidsveldparameter instellingen...... 64
Selecteren van decoders........................................... 69
Kennisgeving ........................................................... 3
Van start .................................................................. 4
Snelstartgids ............................................................ 5
Verbindingen......................................................... 10
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen
aan uw kamer (YPAO)..................................... 32
Gebruiken van het AUTO SETUP .......................... 32
Gebruiken van het SET MENU............................... 75
1 BASIC MENU...................................................... 76
2 VOLUME MENU ................................................ 80
3 SOUND MENU.................................................... 81
4 INPUT MENU...................................................... 84
5 OPTION MENU................................................... 87
Afstandsbedieningsfuncties ..................................91
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone).....103
Basisprocedure......................................................... 42
Selecteren van de MULTI CH INPUT component........ 43
Selecteren van de gewenste set voor-luidsprekers...... 43
Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT) ..... 44
Weergeven van de huidige status van dit toestel
op een beeldscherm ............................................. 44
Gebruiken van een hoofdtelefoon............................ 45
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ....... 45
Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij audiomateriaal.... 45
Tonen van informatie over de signaalbron .............. 46
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 47
Aansluiten Zone 2.................................................. 103
Bediening Zone 2................................................... 104
Selecteren van de SCENE sjablonen................... 37
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 48
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ................ 48
Luisteren naar onbewerkte weergave
(‘Straight’ (rechtstreekse) weergavefunctie) ....... 51
Gebruiken van audiofuncties............................... 52
Instellen luidsprekerniveaus .................................... 52
Luisteren naar pure hi-fi weergave .......................... 52
Toonregeling............................................................ 52
FM/AM afstemmen .............................................. 53
AANVULLENDE INFORMATIE
Oplossen van problemen.....................................110
Resetten van het systeem ....................................118
Woordenlijst ........................................................119
Geluidsveldprogramma informatie ...................122
Technische gegevens............................................123
Index .....................................................................125
APPENDIX (AANHANGSEL)
(aan het eind van deze handleiding)
Voorpaneel..................................................................... i
Afstandsbediening .................................................. ii
Lijst met afstandsbedieningscodes....................... iii
APPENDIX
Overzicht.................................................................. 53
Basisbediening afstemmen ...................................... 53
Gebruiken van voorkeuzezenders............................ 54
Gebruiken van het uitgebreide instelmenu ............ 106
AANVULLENDE
INFORMATIE
Geluidsveldprogramma’s.................................... 48
Geavanceerde setup ............................................106
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Weergave ............................................................... 42
BASISBEDIENING
BASISBEDIENING
Selecteren van het gewenste SCENE sjabloon
voor de SCENE toetsen ....................................... 37
Uw eigen SCENE sjablonen maken ........................ 40
Gebruiken van de afstandsbediening voor de SCENE functie...... 41
Bedienen van dit toestel, een TV of andere
componenten ....................................................... 91
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 93
Overnemen van instructies van andere
afstandsbedieningen ............................................ 95
Wijzigen van namen zoals die in het
uitleesvenster verschijnen.................................... 96
Macro programmeerfuncties.................................... 97
Instellingen wissen ................................................ 100
VOORBEREIDINGEN
VOORBEREIDINGEN
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren
(MANUAL SETUP) ..........................................71
INLEIDING
INLEIDING
Radio Data Systeem ontvangst
(Alleen modellen voor Europa en Rusland) ... 57
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY SEEK functie) ................. 57
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik
van andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON)...... 58
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............. 59
Gebruiken van een iPod™ ................................... 60
Verbinding tot stand brengen (“pairing”) tussen de
Bluetooth™ adapter en uw Bluetooth™ component....... 62
Weergave van een Bluetooth™ component ............ 62
Opnemen ............................................................... 63
“A SPEAKERS” of “5DVD” (voorbeeld) geeft de naam
aan van een onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de
bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de locatie
van de verschillende onderdelen.
1 Nl
Nederlands
Bedienen van een iPod™......................................... 60
Gebruiken van Bluetooth™ componenten ......... 62
KENMERKEN
Kenmerken
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
HDMI™ (High-Definition Multimedia Interface)
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
(20 Hz t/m 20 kHz, 0.06% THV, 8 Ω)
Voor: 95 W + 95 W
Midden: 95 W
Surround: 95 W + 95 W
Surround achter: 95 W + 95 W
◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition
video en multikanaals digitale audio gebaseerd op HDMI
versie 1.3a (HDMI wordt gebruikt onder licentie van HDMI
Licensing LLC.)
– Automatische audio- en videosynchronisatie (‘lip sync’)
informatiemogelijkheid
– Geschikt voor de overdracht van Deep Color videosignalen
(30/36 bits)
– Geschikt voor de overdracht van “x.v.Color” videosignalen
– Hoge verversingsfrequentie en geschikt voor de verwerking
van videosignalen met hoge resolutie
– Geschikt voor de verwerking van digitale audiosignalen
met een hoge definitie
◆ HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection System)
gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC.
◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI
digitale video (composiet video ↔ S-video ↔ component
video → HDMI digitale video) voor de monitor uitgang
SCENE functie
◆ Voorgeprogrammeerde SCENE ‘sjablonen’
(voorgeprogrammeerde instellingen) voor allerlei situaties
◆ SCENE sjablonen om aan te passen aan uw eigen voorkeuren
◆ Ondersteuning voor componenten met Yamaha SCENE
stuursignalen (alleen sommige modellen) in samenhang met
de SCENE functie
Geluidsveldprogramma’s
◆ Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van
geluidsvelden
◆ Compressed Music Enhancer stand
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA
Digitale audiodecoders
◆ Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus decoder
◆ DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio
decoder
◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS 96/24 decoder
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
Radio-ontvangers
◆ FM/AM ontvangst
◆ Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa
en Rusland)
DOCK aansluiting
◆ DOCK aansluiting voor een Yamaha iPod universeel dock
(bijvoorbeeld een YDS-10, los verkrijgbaar) of Bluetooth
adapter (bijvoorbeeld de YBA-10, los verkrijgbaar)
Overige kenmerken
◆ YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) voor
automatische instelling van de luidsprekers
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ OSD (in-beeld display) menu’s waarmee u dit toestel optimaal
kunt aanpassen aan uw eigen audio/videosysteem
◆ 5.1 of 7.1 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
◆ Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT
VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT)
◆ Digitale videosignaal conversie (composiet video ↔ S-video
↔ component video) voor de monitor uitgang
◆ Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen
◆ Adaptieve regeling van het dynamisch bereik
◆ Adaptieve regeling van het DSP effectniveau
◆ iPod bediening mogelijk
◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes en Macrofunctie
◆ Zone 2 aangepaste installatie mogelijk
◆ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
◆ Slaaptimer
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
❏ Afstandsbediening
❏ Batterijen (4) (AAA, R03, UM-4)
❏ Optimalisatie-microfoon
2 Nl
❏ AM ringantenne
❏ FM binnenantenne
Kennisgeving
Kennisgeving
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd
met de toetsen op het voorpaneel als met de
afstandsbediening. Als de naam van een toets op de
afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel,
zal de naam van de betreffende toets op de
afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd
werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd
zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding
en het product van elkaar verschillen, heeft het product de
prioriteit.
• “ASPEAKERS” of “5DVD” (voorbeeld) geeft de
naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de
bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de
locatie van de verschillende onderdelen.
• Het “☞ ” symbool met bladzijdenummer(s) geeft de
bijbehorende bladzijde(n) aan.
INLEIDING
Over deze handleiding
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie onder VS octrooinummers:
5,451,942;5,956,674;5,974,380;5,978,762;6,226,616;6,487,535
& andere V.S. en wereldwijde octrooien, reeds uitgegeven &
aangevraagd. DTS is een gedeponeerd handelsmerk en de DTS
logo’s, symbolen, DTS-HD en DTS-HD Master Audio zijn
handelsmerken van DTS, Inc. © 1996-2007 DTS, Inc. Alle
rechten voorbehouden.
iPod™
“iPod” is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de
V.S. en andere landen.
Bluetooth™
Bluetooth is een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG en
wordt door Yamaha gebruikt in overeenstemming met een
licentie-overeenkomst.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
x.v.Color™
“x.v.Color” is een handelsmerk van Sony Corporation.
Nederlands
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van Yamaha
Corporation.
3 Nl
VAN START
Van start
■ Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
2
1
3
1
Druk op
en schuif het klepje van het
batterijvak.
2
Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de
goede kant op zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Opmerkingen
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
– het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
– de zendindicator (2) knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
4 Nl
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Let op
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van
dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke
gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het
stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de
VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en
kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of
er tegenin naar de correcte stand met een gewone
schroevendraaier.
De voltages zijn als volgt:
Modellen voor Azië
.....................220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
Algemene modellen
.......110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
VOLTAGE
SELECTOR
230240V
Aanduiding voltage
Snelstartgids
Snelstartgids
Beeldscherm
Rechter voorluidspreker
Subwoofer
Linker voorluidspreker
Rechter surroundluidspreker
INLEIDING
Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw eigen
thuisbioscoop. Zie de bladzijden 11 t/m 15 voor details omtrent het opstellen van de luidsprekers.
Voorbereiding: Controleer de
onderdelen
Breng de volgende onderdelen in gereedheid.
Middenluidspreker
Rechter
surround achterluidspreker
DVD-speler
Linker surround
achter-luidspreker
Linker surroundluidspreker
❏ Luidsprekers
❏ Voor-luidsprekers .............................. x 2
❏ Midden-luidspreker ........................... x 1
❏ Surround-luidsprekers ...................... x 4
Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers.
Minimaal heeft u in ieder geval twee voorluidsprekers nodig. Hieronder staan de andere
luidsprekers gerangschikt op volgorde van
belangrijkheid:
1. Twee surround-luidsprekers
2. Midden-luidspreker
3. Eén (of twee) surround achter-luidspreker(s)
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
☞ P. 6
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
☞ P. 7
Stap 3: Druk op de SCENE 1 toets
❏ Actieve subwoofer ................................. x 1
Kies een actieve subwoofer (een subwoofer met
eigen versterking) met een RCA (tulpstekker)
ingangsaansluiting.
❏ Luidsprekerkabels ................................. x 7
❏ Subwooferkabel ..................................... x 1
Kies een mono kabel of snoer met een RCA (tulp)
stekker.
❏ DVD-speler .............................................. x 1
Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale
audio uitgangsaansluiting en met een composiet
video uitgangsaansluiting.
❏ Beeldscherm ........................................... x 1
Kies een TV, projector of ander beeldscherm met
een composiet video ingangsaansluiting.
❏ Videokabel .............................................. x 2
Kies een RCA (tulpstekker) composiet
videokabel.
❏ Coaxiaal digitale audiokabel ................. x 1
☞ P. 8
y
U kunt ook twee subwoofers aansluiten op dit toestel. In een
dergelijk geval dient u twee actieve subwoofers (met eigen
versterker) en subwooferkabels voor te bereiden.
Nederlands
Geniet van uw DVD’s!
5 Nl
Snelstartgids
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen,
“+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit.
Stap 1: Instellen van uw luidsprekers
Voor-luidsprekers en midden-luidspreker
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit toestel.
PRE OUT SUBWOOFER 1 aansluiting
Los
AUDIO
MULTI CH INPUT
FRONT (8CH)
CENTER
PRE OUT
SINGLE
DOCK
CENTER
Inbrengen
Vast
VIDEO
VIDEO
L
GND R
PHONO
CD
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
DVD
IN
DTV/CBL
DVR
OUT
IN
VCR
OUT
SUB
SB (8CH) SURROUND WOOFER
HDMI
ZONE 2
OUT
FRONT
SURROUND
SUR. BACK
1
2
SUBWOOFER
S VIDEO
DTV/CBL
DVD
PR
MD/CD-R MD/CD-R
1
2
DVD
3
DTV/CBL
CD
4
5
OPTICAL
DIGITAL
OUTPUT
ANTENNA
DVD
6
R EXTRA SP L
DTV/CBL
IN1
COAXIAL
DIGITAL INPUT
OUT
IN
OUT
MONITOR
DVR
VCR
OUT
COMPONENT VIDEO
DTV/CBL
B PB
Y
Y
PR
OUT
IN2
SPEAKERS
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
AM
IN
DVD
A PB
DVD
FRONT A
R
MONITOR OUT
CENTER
L
SURROUND
R
SURROUND BACK/BI-AMP
L
R
C
DVR
AC OUTLETS
L
GND
FM
75Ω
UNBAL.
REMOTE
IN
OUT
TRIGGER
OUT
+12V
15mA MAX.
SINGLE
Luidspreker-aansluitingen
1
Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in de kamer.
2
Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de luidsprekers.
Naar de rechter
Naar de midden-luidspreker
voor-luidspreker
Naar de linker voorluidspreker
Surround en surround achter-luidsprekers
Let op dat u “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier
aansluit. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd,
misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend
gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode)
aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de
gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
3
Verbind elk van de luidsprekerkabels met de
corresponderende luidsprekeraansluiting op
dit toestel.
1
2
3
Naar de linker
surround achterluidspreker
Naar de rechter
surroundluidspreker
Naar de linker surroundluidspreker
4
4
Naar de rechter surround
achter-luidspreker
Verbind de subwooferkabel met de
SUBWOOFER PRE OUT 1 aansluiting van dit
toestel en met de ingangsaansluiting van de
subwoofer.
Subwoofer
AV-receiver
DOCK
PRE OUT
SINGLE
1 Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel
als die van de subwoofer allebei uit het
stopcontact gehaald zijn.
2 Draai de blootliggende draadjes van de
luidsprekerkabels netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
3 Zorg ervoor dat de blootliggende
luidsprekerdraden elkaar niet kunnen raken.
4 Zorg ervoor dat de blootliggende
luidsprekerdraden nergens contact kunnen
maken met metalen onderdelen van dit toestel.
6 Nl
1
RROUND
SUR. BACK
VIDE
CENTER
S VID
DVD
2
SUBWOOFER
Ingangsaansluiting
Subwooferkabel
SUBWOOFER PRE
OUT 1 aansluiting
y
U kunt ook een andere subwoofer aansluiten op de
SUBWOOFER PRE OUT 2 aansluiting.
Snelstartgids
y
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
VIDEO MONITOR OUT aansluiting
DVD DIGITAL INPUT
COAXIAL aansluiting
AUDIO
DVD VIDEO aansluiting
MULTI CH INPUT
FRONT (8CH)
CENTER
PRE OUT
SINGLE
DOCK
CENTER
3
VIDEO
VIDEO
L
GND R
PHONO
CD
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
IN
DTV/CBL
DVD
DVR
OUT
IN
VCR
OUT
SUB
SB (8CH) SURROUND WOOFER
HDMI
ZONE 2
OUT
SURROUND
FRONT
1
SUR. BACK
S VIDEO
DTV/CBL
DVD
2
SUBWOOFER
PR
MD/CD-R MD/CD-R
1
2
DIGITAL
OUTPUT
ANTENNA
DVD
3
DTV/CBL
CD
4
5
OPTICAL
OUT
DVD
A PB
IN
OUT
MONITOR
DVR
VCR
OUT
COMPONENT VIDEO
DTV/CBL
B PB
Y
Y
PR
DVD
DVD
6
DTV/CBL
IN1
COAXIAL
DIGITAL INPUT
OUT
IN2
SPEAKERS
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
R EXTRA SP L
AM
IN
FRONT A
R
L
C
MONITOR OUT
CENTER
SURROUND
R
SURROUND BACK/BI-AMP
L
DVR
AC OUTLETS
L
R
Verbind de videokabel met de VIDEO MONITOR
OUT aansluiting van dit toestel en met de video
ingangsaansluiting van uw beeldscherm.
AV-receiver
GND
Beeldscherm
FM
75Ω
UNBAL.
REMOTE
IN
OUT
INLEIDING
• Wanneer u een component aansluit die alleen voorzien is van een SCART
aansluiting, dient u een geschikte converter (adapter) te gebruiken. De
verbinding tussen de converter (adapter) en dit toestel hangt af van de
signalen waarvoor de converter (adapter) geschikt is. Raadpleeg voor
details de handleiding van de converter of adapter in kwestie.
• Dit toestel is niet in staat RGB signalen over te brengen.
TRIGGER
OUT
+12V
15mA MAX.
SINGLE
VIDEO
OUT
IN
IN
Zorg ervoor dat de stekker van zowel
dit toestel als die van de DVD-speler
allebei uit het stopcontact gehaald
zijn.
DVD
PB
MONITOR
OUT
OUT
VCR
DVR
VIDEO DTV/CBL
COMPONENT
Y
B PB
PR
Y
C
DVR
Video
ingangsaansluiting
Videokabel
1
Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met
de coaxiaal digitale audio
uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en
met de DVD DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting van dit toestel.
AV-receiver
DVD-speler
Doe de stekker van dit toestel en de stekkers
van de andere apparatuur in het stopcontact.
y
Dit toestel is voorzien van AC OUTLET(S) (netstroomaansluiting(en))
via welke andere componenten van stroom kunnen worden voorzien (met
uitzondering van modellen voor Korea). Zie bladzijde 28 voor details.
M
FRONT (8CH
AUDIO
■ Voor andere aansluitingen
DVD
3
DVR
DTV/CBL
DVD
IN1
COAXIAL
SPEAKERS
OPTICAL
DIGITAL INPUT
E B/
FRONT B/ZON
E
ZONE 2/PRESENC
R EXTRA SP
FRONT A
R
L
SB (8CH
DVD
6
5
4
OUT
VCR
DVD
CD
DTV/CBL
IN
OUT
IN
D/ OUT
D-R (REC)
CENTER
SU
R
L
Coaxiaal
digitale audio
uitgangsaansluiting
DVD DIGITAL
INPUT COAXIAL
aansluiting
Coaxiaal digitale
audiokabel
2
4
VIDEO
MONITOR OUT
aansluiting
Verbind de videokabel met de composiet
video uitgangsaansluiting van uw DVD-speler
en met de DVD VIDEO aansluiting van dit
toestel.
DVD-speler
• Gebruiken van andere luidsprekercombinaties
☞ P. 11
• Aansluiten van een beeldscherm op verschillende
manieren
☞ P. 20
• Aansluiten van een DVD-speler op verschillende
manieren
☞ P. 21
• Aansluiten van een DVD-recorder of digitale
videorecorder
☞ P. 22
• Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart
aansluitkastje; ontvanger of decoder)
☞ P. 22
• Aansluiten van een CD-speler, een MD-recorder of
een draaitafel
☞ P. 23
• Aansluiten van een externe versterker
☞ P. 24
• Aansluiten van een DVD-speler via een analoge
multikanaals audioverbinding
☞ P. 25
AV-receiver
VIDEO
DOCK
VIDEO
S VIDEO
DTV/CBL
DVD
IN
DVD
PR
A PB
OUT
DVR
V
COMPONENT
PR
Y
Composiet video
uitgangsaansluiting
DVD VIDEO
aansluiting
Videokabel
• Gebruiken van de REMOTE IN/OUT aansluitingen
☞ P. 26
• Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op
het voorpaneel
☞ P. 26
• Aansluiten van een FM/AM antenne
☞ P. 27
7 Nl
Nederlands
OUT
• Aansluiten van een Yamaha iPod universeel dock of
Bluetooth adapter
☞ P. 25
Snelstartgids
Stap 3: Druk op de SCENE 1 toets
Controleer wat voor soort luidsprekers er is aangesloten.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.”
op “6ΩMIN” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt
(zie bladzijde 28). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik
gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers (zie
bladzijde 106).
1
2
Zet het beeldscherm aan en stel het
beeldscherm in op weergave van de signalen
van dit toestel.
Druk op de SSCENE1 toets.
Dit toestel wordt ingeschakeld. De melding “DVD
Movie Viewing” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen en dit toestel zal zijn eigen instellingen
automatisch aanpassen aan DVD weergave.
■ Over de SCENE functie
Door op een SCENE toets te drukken kunt u dit toestel aan
zetten en uw favoriete signaalbron en
geluidsveldprogramma oproepen op basis van het SCENE
sjabloon dat is toegewezen aan de SCENE toets. De
SCENE sjablonen zijn vooringestelde combinaties van
signaalbronnen en geluidsveldprogramma’s.
y
Als u een Yamaha product aansluit dat geschikt is voor SCENE
bedieningssignalen, kan dit toestel de component in kwestie
automatisch in werking stellen en de weergave laten beginnen.
Raadpleeg de handleiding van de DVD-speler in kwestie voor
meer informatie.
■ De standaard ingestelde SCENE
sjablonen
Standaard
SCENE
toets
Naam en omschrijving van het SCENE
sjabloon
SCENE
1
DVD Movie Viewing
– signaalbron: DVD
– geluidsveldprogramma: Sci-Fi
Voor wanneer u naar een film wilt kijken via de
aangesloten DVD-speler.
SCENE
2
Music Disc Listening
– signaalbron: DVD
– geluidsveldprogramma: 2ch Stereo
Voor wanneer u wilt luisteren naar een
muziekdisc in de aangesloten DVD-speler.
SCENE
3
TV Viewing *1
– signaalbron: DTV/CBL
– geluidsveldprogramma: Straight
Voor wanneer u naar een televisieprogramma
wilt kijken.
SCENE
4
Radio Listening *2, *3, *4
– signaalbron: TUNER
– geluidsveldprogramma: 7ch Enhancer
Voor wanneer u wilt luisteren naar een
muziekprogramma van een FM radiozender.
y
De indicator van de SCENE toets zal oplichten wanneer dit
toestel in de SCENE stand staat.
3
Verdraai JVOLUME om het volume te regelen.
Opmerkingen
*1
U moet van tevoren een kabeltelevisie- of satellietontvanger
aansluiten op dit toestel. Zie bladzijde 22 voor details.
*2 U dient van tevoren de meegeleverde FM en AM antennes aan
te sluiten op dit toestel. Zie bladzijde 27 voor details.
*3 U moet van tevoren afstemmen op de gewenste radiozender.
Zie de bladzijden 53 t/m 56 voor informatie over het
afstemmen.
*4 Voor de best mogelijke ontvangst dient u de aangesloten AM
ringantenne correct te richten, of dient u de positie van het
uiteinde van de FM binnenantenne aan te passen.
y
Opmerking
Wanneer u de signaalbron of het geluidsveldprogramma
verandert, zal de SCENE functie worden uitgeschakeld.
8 Nl
U kunt de SCENE sjablonen die zijn toegewezen aan de SCENE
toetsen veranderen. Zie bladzijde 37 voor details.
Snelstartgids
■ Wanneer u klaar bent met dit toestel...
Druk op KMAIN ZONE ON/OFF om dit toestel
uit (standby) te zetten.
Wat wilt u doen met dit toestel?
• Gebruiken van diverse SCENE instellingen
☞ P. 37
• Uw eigen SCENE instellingen maken
☞ P. 40
INLEIDING
■ Aanpassen van de SCENE
instellingen
■ Gebruiken van diverse
signaalbronnen
• Basisbediening van dit toestel
☞ P. 42
• Luisteren naar FM/AM radioprogramma’s ☞ P. 53
Wanneer het uit (standby) staat, verbruikt het toestel nog
steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd
kan worden op de infraroodsignalen van de
afstandsbediening. Om het toestel vanuit deze stand (uit
(standby)) aan te zetten, kunt u op de gewenste SSCENE
toets (of 4SCENE) of KMAIN ZONE ON/OFF
drukken (of op EPOWER). Zie bladzijde 29 voor details.
• Uw iPod gebruiken met dit toestel
☞ P. 60
• Gebruiken van Bluetooth components
☞ P. 62
■ Gebruiken van diverse
weergavefuncties
• Gebruiken van diverse geluidsveldprogramma’s
☞ P. 48
• Gebruiken van de directe weergavefunctie (Pure
Direct) voor natuurgetrouwe weergave
☞ P. 52
• Aanpassen van de geluidsveldprogramma’s
☞ P. 64
■ Wijzigen van de instellingen van dit
toestel
• Automatisch aanpassen van de
luidsprekerinstellingen aan uw kamer (AUTO
SETUP)
☞ P. 32
• Handmatig wijzigen van de diverse instellingen van
dit toestel
☞ P. 71
• Instellen van de afstandsbediening
☞ P. 91
• Aanpassen van de geavanceerde instellingen
☞ P. 106
■ Extra functies
• Automatisch uitschakelen van dit toestel
☞ P. 47
Nederlands
9 Nl
VERBINDINGEN
Verbindingen
Achterpaneel
1
2
AUDIO
3
4
MULTI CH INPUT
FRONT (8CH)
CENTER
PRE OUT
SINGLE
5
DOCK
CENTER
6
VIDEO
VIDEO
L
GND R
PHONO
CD
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
DVD
IN
DTV/CBL
DVR
OUT
IN
VCR
OUT
SUB
SB (8CH) SURROUND WOOFER
HDMI
ZONE 2
OUT
FRONT
SURROUND
SUR. BACK
1
S VIDEO
DVD
DTV/CBL
2
SUBWOOFER
PR
MD/CD-R MD/CD-R
1
2
DIGITAL
OUTPUT
ANTENNA
DVD
DTV/CBL
CD
4
5
3
OPTICAL
OUT
IN
OUT
DVD
6
DTV/CBL
IN1
OUT
IN2
SPEAKERS
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
FRONT A
R
MONITOR OUT
CENTER
L
SURROUND
R
SURROUND BACK/BI-AMP
L
R
C
DVR
AC OUTLETS
L
GND
FM
75Ω
UNBAL.
REMOTE
IN
7
OUT
TRIGGER
OUT
+12V
15mA MAX.
SINGLE
8
9
Naam
1
AUDIO aansluitingen
DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen
0
Bladzi
jde
21
17-23
2
MULTI CH INPUT aansluitingen
25
3
ZONE2 OUT aansluitingen
103
4
PRE OUT aansluitingen
24
5
DOCK aansluiting
25
6 Aansluitingen voor video-apparatuur
(VIDEO en S VIDEO)
17-22
COMPONENT VIDEO aansluitingen
17-22
7
ANTENNA aansluitingen
27
8
REMOTE IN/OUT aansluitingen
26
9
Luidspreker-aansluitingen
0
HDMI aansluitingen
18
A
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en
Algemene modellen)
4
B
AC OUTLET(S)
28
10 Nl
11-16
A
MONITOR
DVR
VCR
OUT
COMPONENT VIDEO
DTV/CBL
B PB
Y
Y
PR
DVD
COAXIAL
DIGITAL INPUT
R EXTRA SP L
AM
IN
DVD
A PB
B
8 TRIGGER OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste
installaties.
Verbindingen
Luidsprekers opstellen
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
■ 7.1-kanaals luidsprekeropstelling
Een 7.1-kanaals luidsprekeropstelling wordt ten zeerste aanbevolen voor de weergave van zowel audioformaten met hoge
definitie (Dolby TrueHD, DTS-HD Master Audio, enz.) als conventionele audiobronnen met gebruikmaking van
geluidsveldprogramma’s. Zie bladzijde 14 voor informatie over de vereiste verbindingen.
y
SW
FL
C
FL
FR
SR
VOORBEREIDINGEN
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP
geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 13 voor details.
FR
30˚
C
SW
SL
SL
SBR
SBL
SR
60˚
SL
SR
80˚
SBL
SBR
30 cm of meer
Luidsprekeraanduidingen
FL/FR: Links/rechts voor
C: Midden
SL/SR: Links/rechts surround
SBL/SBR: Links/rechts surround-achter
SW: Subwoofer
Linker en rechter voor-luidsprekers
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand
van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker
De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet
mogelijk is om een midden-luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem.
Linker en rechter surround-luidsprekers
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten.
Linker en rechter surround achter-luidsprekers
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer overgangen van voor
naar achter.
y
Wanneer u twee subwoofers gebruikt, dient u voor beide hetzelfde type en dezelfde weergavekarakteristieken in te stellen. Plaats beide subwoofers op
dezelfde afstand van de luisterplek. Het signaal dat wordt gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT 2 aansluiting is hetzelfde als het signaal
dat wordt gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT 1 aansluiting.
11 Nl
Nederlands
Subwoofer(s)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor
een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-fi (high fidelity)
reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. U kunt één of twee subwoofer(s)
aansluiten op dit toestel. Wanneer u twee subwoofers gebruikt, krijgt u een nog diepere basweergave. De opstelling van de subwoofer
is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voorluidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen.
Verbindingen
■ 6.1-kanaals luidsprekeropstelling
■ 5.1-kanaals luidsprekeropstelling
Zie bladzijde 14 voor meer informatie over deze aansluitingen.
Zie bladzijde 14 voor meer informatie over deze aansluitingen.
y
y
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe
te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP
geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 13 voor details.
We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe
te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP
geluidsveldprogramma. Zie bladzijde 13 voor details.
FR
FR
SW
FL
SR
SW
FL
C
C
SR
SL
SW
SW
SB
C
FL
FR
30˚
SL
SR
60˚
SL
SR
80˚
SL
Luidsprekeraanduidingen
FL/FR: Links/rechts voor
C: Midden
SL/SR: Links/rechts
surround
SB: Surround achter
SW: Subwoofer
C
FL
Luidsprekeraanduidingen
FR
30˚
SL
SR
FL/FR: Links/rechts voor
C: Midden
SL/SR: Links/rechts
surround
SW: Subwoofer
60˚
SL
80˚
SR
SB
Linker en rechter voor-luidsprekers
Midden-luidspreker
Linker en rechter surround-luidsprekers
Subwoofer(s)
De functies en instellingen voor elk van de luidsprekers
zijn hetzelfde als voor de overeenkomstige luidsprekers in
de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling (zie bladzijde 11).
Surround achter-luidspreker
Verbind een enkele surround-luidspreker met de
SURROUND BACK SINGLE luidsprekeraansluiting en
plaats de enkele surround achter-luidspreker recht achter
de luisterplek. De linker en rechter surround achterkanalen
worden gemengd en weergegeven via de enkele surround
achter-luidspreker wanneer u “SUR.B L/R SP” instelt op
“SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 77).
Linker en rechter voor-luidsprekers
Midden-luidspreker
Subwoofer(s)
De functies en instellingen voor elk van de luidsprekers
zijn hetzelfde als voor de overeenkomstige luidsprekers in
de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling (zie bladzijde 11).
Linker en rechter surround-luidsprekers
Verbind de surround-luidsprekers met de SURROUND
luidsprekeraansluitingen, ook al plaatst u de surroundluidsprekers direct achter de luisterplek. Voor een
gelijkmatig en ononderbroken geluidsveld achter de
luisterplek dient u de linker en rechter surroundluidsprekers verder naar achteren te plaatsen in
vergelijking met de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling.
De signalen voor het surround-achterkanaal zullen naar de
linker en rechter surround-luidsprekers worden gestuurd
wanneer “SUR.B L/R SP” is ingesteld op “NONE” (zie
bladzijde 77).
Voor andere luidsprekercombinaties
U kunt luisteren naar multikanaals materiaal met geluidsveldprogramma’s door een andere luidsprekercombinatie te
gebruiken dan de 7.1/6.1/5.1-kanaals luidsprekercombinaties.
Gebruik de automatische instelfunctie (zie bladzijde 32) of stel de “SPEAKER SET” parameters onder “MANUAL
SETUP” (zie bladzijde 76) zo in dat de surroundsignalen worden weergegeven via de aangesloten luidsprekers.
12 Nl
Verbindingen
■ Gebruiken van “Aanwezigheidsluidsprekers”
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een aanvulling op de weergave via de voor-l en surround achterluidsprekers met extra omgevingseffecten geproduceerd door de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 48). Met behulp
van de aanwezigheidsluidsprekers kunt u de verticale positie van de dialoog (gesproken tekst) regelen (zie bladzijde 65).
Om aanwezigheidsluidsprekers te kunnen gebruiken, dient u deze aan te sluiten op de EXTRA SP aansluiting (zie
bladzijde 14) en dient u “EXTRA SP ASSIGN” in te stellen op “PRESENCE” (zie de bladzijden 33 en 76).
0,5 t/m 1 m
0,5 t/m 1 m
Luidsprekeraanduidingen
PL
FL
FR
1,8 m of
meer
FL: Links voor
FR: Rechts voor
C: Midden
PL: Links voor aanwezigheid
PR: Rechts voor aanwezigheid
VOORBEREIDINGEN
1,8 m of
meer
PR
C
Nederlands
13 Nl
Verbindingen
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
verbindingen niet goed goed zijn, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven.
Let op
• Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen dat de stekker uit het stopcontact gehaald is.
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het
toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. Als de luidsprekerdraden kortsluiting maken, zal
“CHECK SP WIRES” verschijnen op het display op het voorpaneel wanneer u dit toestel aan zet.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers
dan verder bij het beeldscherm vandaan.
• Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SP IMP.” op “6ΩMIN” instellen voor u dit toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 28). Als voorluidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers. Voor details omtrent de instelling van de luidsprekerimpedantie, zie bladzijde 106.
Opmerking
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
■ Voor de 7.1-kanaals luidsprekerinstelling
EXTRA SP aansluitingen
Hierop kunt u een alternatief voor-luidsprekersysteem (FRONT B), voor-luidsprekersystemen in een
andere ruimte (ZONE B), aanwezigheidsluidsprekers, of Zone 2 luidsprekers aansluiten. Om de
functie te bepalen van de luidsprekers die zijn verbonden met de EXTRA SP aansluitingen, dient u
de “EXTRA SP ASSIGN” parameter in het “SOUND MENU” in te stellen (zie bladzijde 76).
Subwoofers
(optioneel)
y
U kunt de functie van de luidsprekers die zijn verbonden met de EXTRA SP aansluitingen ook
bepalen via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 33).
AUDIO
MULTI CH INPUT
FRONT (6CH)
CENTER
PRE OUT
SINGLE
DOCK
CENTER
VIDEO
VIDEO
L
GND R
PHONO
CD
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
DVD
IN
DTV/CBL
DVR
OUT
IN
VCR
OUT
SUB
SB (8CH) SURROUND WOOFER
HDMI
ZONE 2
OUT
FRONT
SURROUND
SUR. BACK
1
2
SUBWOOFER
S VIDEO
DVD
DTV/CBL
PR
MD/CD-R MD/CD-R
1
2
DIGITAL
OUTPUT
ANTENNA
DVD
3
DTV/CBL
CD
4
5
OPTICAL
DVD
6
DTV/CBL
IN1
FRONT A
R
MONITOR OUT
CENTER
L
SURROUND
R
SURROUND BACK/BI-AMP
L
R
AC OUTLETS
L
FM
75Ω
UNBAL.
IN
OUT
TRIGGER
OUT
+12V
15mA MAX.
SINGLE
Midden-luidspreker
Links
Rechts
Voor-luidsprekers (FRONT A)
14 Nl
IN
OUT
OUT
IN2
SPEAKERS
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
GND
REMOTE
OUT
Links
Rechts
Surround-luidsprekers
Links
Rechts
Surround
achter-luidsprekers
MONITOR
DVR
VCR
OUT
COMPONENT VIDEO
DTV/CBL
B PB
Y
Y
PR
DVD
COAXIAL
DIGITAL INPUT
R EXTRA SP L
AM
IN
DVD
A PB
C
DVR
Verbindingen
■ Voor de 6.1-kanaals luidsprekerinstelling
Midden-luidspreker
EXTRA SP aansluitingen
(zie bladzijde 14)
(optioneel)
AUDIO
IN
MD/ OUT
LAY) CD-R (REC)
D/CD-R
2
DVD
MULTI CH INPUT
FRONT (6CH)
CENTER
DVD
CD
4
5
OPTICAL
DVR
OUT
IN
VCR
SUB
SB (8CH) SURROUND WOOFER
HDMI
OUT
ZONE 2
OUT
SURROUND
FRONT
SUR. BACK
DOCK
CENTER
1
2
SUBWOOFER
Subwoofers
DVD
DVD
6
DTV/CBL
IN1
COAXIAL
DIGITAL INPUT
OUT
IN2
VOORBEREIDINGEN
DTV/CBL
3
IN
DTV/CBL
PRE OUT
SINGLE
SPEAKERS
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
FRONT A
R EXTRA SP L
CENTER
SURROUND
L
R
SURROUND BACK/BI-AMP
L
R
R
L
ER
SINGLE
AX.
Rechts
Links
Voor-luidsprekers (FRONT A)
Rechts
Links
Surround-luidsprekers
Links (SINGLE)
Surround achterluidspreker
■ Voor de 5.1-kanaals luidsprekerinstelling
Midden-luidspreker
EXTRA SP aansluitingen
(zie bladzijde 14)
(optioneel)
AUDIO
IN
MD/ OUT
LAY) CD-R (REC)
D/CD-R
2
DVD
3
MULTI CH INPUT
FRONT (6CH)
CENTER
DVD
IN
DTV/CBL
DTV/CBL
CD
4
5
OPTICAL
DVR
OUT
IN
VCR
OUT
ZONE 2
OUT
FRONT
SURROUND
SUR. BACK
DOCK
CENTER
1
2
SUBWOOFER
Subwoofers
DVD
DVD
6
DTV/CBL
IN1
COAXIAL
DIGITAL INPUT
OUT
IN2
SPEAKERS
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
R EXTRA SP L
SUB
SB (8CH) SURROUND WOOFER
HDMI
PRE OUT
SINGLE
FRONT A
R
CENTER
L
SURROUND
R
SURROUND BACK/BI-AMP
L
R
L
ER
T
SINGLE
AX.
Nederlands
Rechts
Links
Voor-luidsprekers
(FRONT A)
Rechts
Links
Surround-luidsprekers
15 Nl
Verbindingen
■ Aansluiten van de luidsprekerkabel
1
Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
10 mm
2
Draai de knop los.
■ Gebruiken van bi-amp
(tweevoudige versterking) aansluitingen
Let op
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen van uw
luidsprekers om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF
(Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te
scheiden.
Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of
dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een
enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw
luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading
of dubbele versterkeraansluitingen.
Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te
maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK/BIAMP aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat
aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op
“ON” in de “ADVANCED SETUP” (zie bladzijde 109).
Voor-luidsprekers
Rechts
Links
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
3
Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
FRONT A
R
SURROUND BACK/
BI-AMP
L
R
SINGLE L
Dit toestel
4
Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
16 Nl
Opmerking
Wanneer u conventionele luidsprekeraansluitingen maakt, moet u
ervoor zorgen dat de kortsluitplaatjes of -bruggen op de juiste
manier op de aansluitingen worden geïnstalleerd. Raadpleeg de
handleiding van de luidsprekers in kwestie voor details.
Verbindingen
Informatie over aansluitingen en stekkers
Gebruik een bepaald type audio- en/of video-aansluitingen waarmee uw signaalbronnen ook zijn uitgerust.
Audio-aansluitingen en stekkers
DIGITAL
R
COAXIAL
OPTICAL
(Wit)
(Rood)
(Oranje)
L
R
C
AUDIO
Linker en
rechter analoge
audiostekkers
Coaxiaal
digitale
audiostekker
VIDEO
S VIDEO
(Geel)
O
Optisch
digitale
audiostekker
V
COMPONENT VIDEO
PR
PB
Y
(Rood)
S
Composiet S-videostekker
videostekker
PR
(Blauw) (Groen)
PB
Y
Component
videostekkers
■ Audio-aansluitingen
■ Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de audioaansluitingen van uw andere apparatuur.
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
DIGITAL COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
Opmerking
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde
component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL
aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Optische
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een
maximale bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
VOORBEREIDINGEN
DIGITAL
L
Video-aansluitingen en stekkers
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(PB, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
y
Dit toestel is uitgerust met een videoconversiefunctie. Zie de
bladzijden 19 en 88 voor details.
Nederlands
17 Nl
Verbindingen
Informatie over HDMI™
■ HDMI geschikte signalen
Videosignalen
Dit toestel is compatibel met videosignalen met de
volgende resoluties:
Audiosignalen
Audiosignaaltypen
Audiosignaal
formaten
Compatibele
media
2-kanaals Lineair
PCM
2ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bit
CD, DVD-Video,
DVD-Audio, enz.
Multikanaals
Lineair PCM
8-kanaals, 32-192 kHz,
16/20/24 bits
DVD-Audio, Bluray Disc, HD
DVD, enz.
DSD
2/5.1-kanaals,
2,8224 MHz, 1 bit
SA-CD, enz.
Bitstroom
Dolby Digital, DTS
DVD-Video, enz.
Bitstromen
Dolby TrueHD,
(‘High
Dolby Digital Plus,
definition’ audio) DTS-HD Master
Audio, DTS-HD High
Resolution Audio,
DTS Express
Videosignaalformaten
– 480i/60 Hz
– 576i/50 Hz
– 480p/60 Hz
– 576p/50 Hz
– 720p/60 Hz, 50 Hz
– 1080i/60 Hz, 50 Hz
– 1080p/60 Hz, 50 Hz, 24 Hz
Standaard ingangstoewijzing voor HDMI
ingangsaansluitingen
Blu-ray Disc,
HD DVD, enz.
y
HDMI
ingangsaansluiting
IN1
DVD
IN2
DTV/CBL
■ HDMI aansluiting en stekker
• Als de signaalbron van het ingangssignaal de bitstroom
audiosignalen voor audiocommentaren kan decoderen, kunt u
de audiobronnen laten weergeven met de audiocommentaren
teruggemengd via de volgende aansluitingen:
– multikanaals analoge audio ingangssignalen (zie bladzijde 25)
– DIGITAL INPUT OPTICAL (of COAXIAL)
• Raadpleeg de bij de signaalbron behorende handleidingen en
stel de apparatuur op de juiste manier in.
HDMI
Opmerkingen
• Wanneer er een DVD-Audio met CPPM kopieerbeveiliging
wordt weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type
DVD-speler, dat er geen video- en audiosignalen worden
gereproduceerd.
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
• Om bitstroom audiosignalen te decoderen met dit toestel dient u
de signaalbron op de juiste manier in te stellen zodat deze de
bitstroom audiosignalen onveranderd reproduceert (en niet zelf
decodeert). Raadpleeg de bijbehorende handleidingen voor
details.
• Dit toestel is niet geschikt voor de audiocommentaarfuncties
(bijvoorbeeld speciaal audiomateriaal dat is gedownload via het
Internet) van Blu-ray Disc of HD DVD. Dit toestel is niet in staat
de audiocommentaren van Blu-ray Disc of HD DVD materiaal
weer te geven.
18 Nl
Toegewezen signaalbron
HDMI stekker
y
• We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5
meter en die duidelijk voorzien is van het HDMI logo.
• Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔ DVI-D
aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI
apparatuur.
Opmerkingen
• Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit
toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI
componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er
gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave
worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
• Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat
dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand
kan brengen.
• Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet, Svideo en component video-aansluitingen kunnen digitaal
worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd
kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet “VIDEO
CONV.” op “ON” via de “MANUAL SETUP” om deze functie
in te schakelen (zie bladzijde 88).
Verbindingen
Stroomschema audio- en videosignalen
■ Stroomschema audiosignalen
Ingang
■ Stroomschema videosignalen
Uitgang
HDMI
Ingang
Uitgang
HDMI
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
COMPONENT
VIDEO
VOORBEREIDINGEN
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
AUDIO
S VIDEO
VIDEO
Digitaal uitgangssignaal
Door
Analoog uitgangssignaal
Video conversie ON (zie bladzijde 88)
Opmerkingen
Opmerkingen
• 2-Kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS
signalen die binnenkomen via de HDMI IN
ingangsaansluitingen kunnen alleen worden gereproduceerd via
de HDMI OUT aansluiting wanneer “S.AUDIO” is ingesteld op
“OTHER” (zie bladzijde 89).
• Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen
worden niet gereproduceerd via de AUDIO en DIGITAL
OUTPUT uitgangsaansluitingen.
• Wanneer er videosignalen binnenkomen via de HDMI,
COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen,
zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. HDMI
2. COMPONENT VIDEO
3. S VIDEO
4. VIDEO
• Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN
aansluitingen kunnen niet worden gereproduceerd via de
analoge video uitgangsaansluitingen.
• Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i
NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar
S-video of composiet videosignalen en gereproduceerd via de
S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen.
• De analoge component videosignalen met een resolutie van
1080p worden alleen gereproduceerd via de COMPONENT
VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
Nederlands
19 Nl
Verbindingen
Aansluiten van een beeldscherm of projector
Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT
aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting
of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit
toestel.
• Wanneer u de in de televisie ingebouwde ontvanger als
signaalbron gebruikt, dient u de digitale of analoge audio
uitgangsaansluitingen van de televisie te verbinden met de
digitale of analoge ingangsaansluitingen van dit toestel.
Raadpleeg “Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart
aansluitkastje; ontvanger of decoder)” op bladzijde 22 voor
informatie over de aansluitingen.
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van de andere
apparatuur uit het stopcontact gehaald
zijn.
Opmerkingen
• Als er een beeldscherm is aangesloten op dit toestel via een DVI
verbinding, kunt u mogelijk niet volledig gebruik maken van de
HDMI functies.
• Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten
beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/
videosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een
dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen.
• Als het aangesloten beeldscherm geschikt is voor automatische
audio en video synchronisatie (automatische ‘lip sync’ functie),
zal dit toestel de timing van de audio en video automatisch
aanpassen (zie bladzijde 83). Verbind het beeldscherm met de
HDMI OUT aansluiting van dit toestel om om deze functie te
kunnen gebruiken.
y
• Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen
wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting
van dit toestel. Gebruik de “S.AUDIO” parameter in het
“OPTION MENU” om de component te selecteren die de
HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 89).
AUDIO
D/ OUT
-R (REC)
MULTI CH INPUT
FRONT (6CH)
CENTER
DVD
IN
DTV/CBL
DVR
OUT
IN
VCR
OUT
SUB
SB (8CH) SURROUND WOOFER
HDMI
PRE OUT
SINGLE
ZONE 2
OUT
FRONT
SURROUND
SUR. BACK
DOCK
CENTER
1
VIDEO
VIDEO
S VIDEO
DVD
DTV/CBL
2
SUBWOOFER
PR
DVD
3
DTV/CBL
CD
4
5
OPTICAL
OUT
IN
OUT
MONITOR
DVR
VCR
OUT
COMPONENT VIDEO
DTV/CBL
B PB
Y
Y
PR
DVD
DVD
6
DTV/CBL
IN1
COAXIAL
DIGITAL INPUT
OUT
IN2
SPEAKERS
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
FRONT A
R EXTRA SP L
IN
DVD
A PB
R
MONITOR OUT
CENTER
L
SURROUND
R
SURROUND BACK/BI-AMP
L
R
C
DVR
AC OUTLETS
L
O
Optische uitgang
HDMI ingang
Component video ingang
S-video ingang
Video ingang
TV (of projector)
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de videoverbinding en één voor de
audioverbinding)
20 Nl
Y
PB
PR
S
V
Verbindingen
Aansluiten van andere componenten
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel dit
toestel als die van de andere apparatuur
uit het stopcontact gehaald zijn.
Opmerkingen
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “OFF” (zie bladzijde 88) moet u
hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt heeft om uw
TV aan te sluiten (zie bladzijde 20). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft
verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan
dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
■ Aansluiten van een DVD-speler
DVD-speler
Optische uitgang
VOORBEREIDINGEN
• Wanneer “VIDEO CONV.” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 88),
worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de
MONITOR OUT aansluitingen. Om iets op te nemen moet u gebruik
maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken
componenten.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de
component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of
DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te
selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL IN”, of “COAXIAL IN” bij
“I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 84).
• Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL)
als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via
de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal
voorrang krijgen.
S-video uitgang
Coaxiale uitgang
Video uitgang
Component video uitgang
HDMI uitgang
Audio uitgang
L
C
O
R
PR
AUDIO
MULTI CH INPUT
FRONT (6CH)
CENTER
PRE OUT
SINGLE
PB
Y
V
DOCK
CENTER
S
VIDEO
VIDEO
L
GND R
PHONO
CD
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
DVD
IN
DTV/CBL
DVR
OUT
IN
VCR
OUT
SUB
SB (8CH) SURROUND WOOFER
HDMI
ZONE 2
OUT
FRONT
SURROUND
SUR. BACK
1
2
SUBWOOFER
S VIDEO
DVD
DTV/CBL
PR
MD/CD-R MD/CD-R
1
2
DIGITAL
OUTPUT
ANTENNA
DVD
3
DTV/CBL
CD
4
5
OPTICAL
OUT
IN
OUT
MONITOR
DVR
VCR
OUT
COMPONENT VIDEO
DTV/CBL
B PB
Y
Y
PR
DVD
DVD
6
DTV/CBL
IN1
COAXIAL
DIGITAL INPUT
OUT
IN2
SPEAKERS
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
R EXTRA SP L
AM
IN
DVD
A PB
FRONT A
R
MONITOR OUT
CENTER
L
SURROUND
R
SURROUND BACK/BI-AMP
L
R
L
C
DVR
AC OUTLETS
GND
FM
75Ω
UNBAL.
REMOTE
IN
OUT
TRIGGER
OUT
+12V
15mA MAX.
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de videoverbinding en één voor de
audioverbinding)
Nederlands
21 Nl
Verbindingen
■ Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder
Videorecor
S-video uitgang
Audio uitgang
S-video ingang
Audio ingang
R
L
R
AUDIO
Video ingang
Video uitgang
L
MULTI CH INPUT
FRONT (6CH)
CENTER
PRE OUT
SINGLE
DOCK
CENTER
V
V
IN
OUT
S
S
VIDEO
VIDEO
L
GND R
PHONO
CD
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
DVD
IN
DTV/CBL
OUT
DVR
IN
VCR
SUB
SB (8CH) SURROUND WOOFER
HDMI
OUT
ZONE 2
OUT
FRONT
SURROUND
SUR. BACK
1
S VIDEO
DVD
DTV/CBL
2
SUBWOOFER
PR
MD/CD-R MD/CD-R
1
DVD
2
DTV/CBL
CD
4
5
3
OPTICAL
DIGITAL
OUTPUT
ANTENNA
OUT
MONITOR
DVR
VCR
OUT
COMPONENT VIDEO
DTV/CBL
B PB
Y
Y
PR
DVD
DVD
6
DTV/CBL
IN1
COAXIAL
DIGITAL INPUT
OUT
IN2
SPEAKERS
FRONT B/ZONE B/
ZONE 2/PRESENCE
FRONT A
SURROUND
L
L
Video uitgang
L
SURROUND BACK/BI-AMP
V
R
S
DVR
AC OUTLETS
S-video uitgang
L
R
C
MONITOR OUT
CENTER
EXTRA SP L
L
IN
DVD
A PB
S
V
Y
PB
PR
S-video ingang
Audio ingang
Video ingang
Audio uitgang
Component video uitgang
DVD-recorder of PVR
■ Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
Satellietontvanger,
kabel-tv ontvanger of
HDTV-decoder
Optische uitgang
S-video uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
HDMI uitgang
R
O
Component video uitgang
L
AUDIO
Y
MULTI CH INPUT
FRONT (6CH)
CENTER
PRE OUT
SINGLE
PB
PR
DOCK
CENTER
V
S
VIDEO
VIDEO
L
GND R
PHONO
CD
IN
MD/ OUT
(PLAY) CD-R (REC)
DVD
DTV/CBL
IN
DVR
OUT
IN
VCR
OUT
SUB
SB (8CH) SURROUND WOOFER
HDMI
ZONE 2
OUT
FRONT
SURROUND
SUR. BACK
1
2
SUBWOOFER
S VIDEO
DVD
DTV/CBL
PR
MD/CD-R MD/CD-R
1
G
2
DVD
DTV/CBL
CD
3
4
5
OPTICAL
IN
DVD
A PB
OUT
IN
OUT
MONITOR
DVR
VCR
OUT
COMPONENT VIDEO
DTV/CBL
B PB
Y
Y
PR
DVD
6
COAXIAL
DVD
DTV/CBL
IN1
IN2
OUT
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de videoverbinding en één voor de
audioverbinding)
22 Nl
Verbindingen
■ Aansluiten van audiocomponenten
Opmerkingen
CD-recorder, MD-recorder
of cassettedeck
Draaitafel
R
R
LL
R
R
LL
R
R
O
O
AUDIO
AUDIO
O
O
Optische uitgang
Audio
uitgang
Aarde
LL
Audio ingang
Optische ingang
Audio
uitgang
MULTI
MULTI CH
CH INPUT
INPUT
FRONT
FRONT(6CH)
(6CH)
CENTER
CENTER
VOORBEREIDINGEN
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “OPTICAL OUT”, “OPTICAL
IN”, of “COAXIAL IN” bij “I/O ASSIGNMENT” (zie bladzijde 84).
• Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het
echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
• De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een
draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting
transformator of een MC-kopversterker te gebruiken.
• Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
PRE
PRE OUT
OUT
SS
L
L
GND
GND R
R
PHONO
PHONO
CD
CD
IN
IN
MD/
MD/ OUT
OUT
(PLAY)
(PLAY) CD-R
CD-R (REC)
(REC)
MD/CD-R
MD/CD-R MD/CD-R
MD/CD-R
11
22
DIGITAL
DIGITAL
OUTPUT
OUTPUT
ANTENNA
ANTENNA
DVD
DVD
33
DVD
DVD
DTV/CBL
DTV/CBL
CD
CD
44
55
OPTICAL
OPTICAL
IN
IN
DVR
DVR
OUT
OUT
IN
IN
VCR
VCR
OUT
OUT
SUB
SUB
SURROUND WOOFER
SB
SB (8CH)
(8CH) SURROUND
WOOFER
HDMI
HDMI
ZONE
ZONE 22
OUT
OUT
SURROUND SU
SU
FRONT
FRONT SURROUND
DVD
DVD
DVD
DVD
66
DTV/CBL
DTV/CBL
IN1
IN1
COAXIAL
COAXIAL
DIGITAL
DIGITAL INPUT
INPUT
OUT
OUT
IN2
IN2
SPEAKERS
SPEAKERS
FRONT
FRONT B/ZONE
B/ZONE B/
B/
ZONE
ZONE 2/PRESENCE
2/PRESENCE
L
EXTRASP
SP L
R
R EXTRA
AM
AM
DTV/CBL
DTV/CBL
FRONT
FRONT AA
R
R
CENTER
CENTER
L
L
SURROUND
SURROUND
R
R
SURROUND
SURROUND BACK/BI-AMP
BACK/BI-AMP
L
L
R
R
L
L
GND
GND
FM
FM
75Ω
75Ω
UNBAL.
UNBAL.
REMOTE
REMOTE
IN
IN
OUT
OUT
LL
TRIGGER
TRIGGER
OUT
OUT
+12V
+12V
15mA
15mA MAX.
MAX.
R
R
C
C
Coaxiale
uitgang
Audio
uitgang
CD-speler
Nederlands
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de audioverbinding)
23 Nl
Verbindingen
■ Aansluiten van een externe versterker
Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor de
luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker verbinden
met de PRE OUT aansluitingen. Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de corresponderende
SPEAKERS aansluiting.
Opmerkingen
• Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets verbinden met de SPEAKERS aansluitingen.
• Het signaal dat wordt gereproduceerd via de FRONT PRE OUT aansluitingen ondervindt invloed van de TONE CONTROL
instellingen (zie bladzijde 52).
• Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf (zie bladzijde 52).
• Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluitingen, afhankelijk van de
“SPEAKER SET” (zie bladzijde 76) instellingen.
PRE OUT
SINGLE
5
CENTER
L
R
FRONT
SURROUND
1
2
SUR. BACK
1
2
SUBWOOFER
3
4
1 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
2 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
3 SUR.BACK PRE OUT aansluitingen
Surround-achterkanaal uitgangsaansluitingen. Als u
slechts één externe versterker aansluit voor het surroundachterkanaal, dient u deze te verbinden met de SINGLE
aansluiting.
Opmerkingen
• Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON”, zal dit toestel de
audiosignalen voor de voorkanalen reproduceren via de
SUR.BACK PRE OUT aansluitingen.
• De audiosignalen die worden gereproduceerd via de
SUR.BACK PRE OUT aansluitingen hangen mede af van de
“EXTRA SP ASSIGN” instelling (zie de bladzijden 33 en 76).
4 SUBWOOFER PRE OUT aansluitingen
Sluit één of twee subwoofers met een ingebouwde
versterker aan.
Opmerking
Het signaal dat wordt gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE
OUT 2 aansluiting is hetzelfde als het signaal dat wordt
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT 1 aansluiting.
5 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
24 Nl
Verbindingen
■ Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound
processor of voorversterker.
Als u “INPUT CH” instelt op “8CH” via “MULTI CH” (zie bladzijde 86), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn
toegewezen aan “FRONT” via “MULTI CH” (zie bladzijde 86) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT
aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
VOORBEREIDINGEN
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 43), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
MULTI CH INPUT
FRONT (6CH)
CENTER
MULTI CH INPUT
FRONT (6CH)
CENTER
L
L
L
R
L
*1
L
R
L
R
Subwoofer
uitgang
Voorkanaal
uitgang
Subwoofer
uitgang
Voorkanaal
uitgang
Multiformaat-speler/externe
decoder (5.1-kanaals uitgangen)
R
SUB
SB (8CH) SURROUND WOOFER
Middenkanaal uitgang
L
R
Surroundkanaal
uitgang
R
Surroundkan
aal uitgang
L
R
Middenkanaal uitgang
SUB
SB (8CH) SURROUND WOOFER
Surround-achter uitgang
*1
R
Multiformaat-speler/externe
decoder (7.1-kanaals uitgangen)
De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als “FRONT” via “MULTI CH” (zie bladzijde 86).
■ Aansluiten van een Yamaha iPod
universeel dock of Bluetooth adapter
Dit toestel is uitgerust met een DOCK aansluiting op het
achterpaneel waarop u een Yamaha iPod universeel dock
(zoals de YDS-10, los verkrijgbaar) of een Bluetooth
adapter (zoals de YBA-10, los verkrijgbaar) kunt aansluiten.
Verbind een Yamaha iPod universeel dock of Bluetooth
adapter met de DOCK aansluiting op het achterpaneel van
dit toestel met de speciaal daarvoor bedoelde kabel.
DOCK
Raadpleeg “Gebruiken van een iPod™” op bladzijde 60 voor
weergave van uw iPod en “Gebruiken van Bluetooth™
componenten” op bladzijde 62 voor weergave van uw Bluetooth
componenten.
VIDEO
VIDEO
S VIDEO
DVD
DTV/CBL
PR
y
IN
DVD
A PB
OUT
IN
OUT
MONITOR
DVR
VCR
OUT
COMPONENT VIDEO
DTV/CBL
B PB
Y
Y
PR
MONITOR OUT
C
DVR
Nederlands
Yamaha iPod universeel dock
of Bluetooth adapter
25 Nl
Verbindingen
■ Gebruiken van de REMOTE IN/OUT
aansluitingen
Wanneer de componenten in kwestie Yamaha producten
zijn en afstandsbedieningssignalen kunnen doorgeven,
kunt u de REMOTE IN en REMOTE OUT aansluitingen
als volgt verbinden met de in- en uitgangsaansluitingen
voor afstandsbediening door middel van analoge mono
ministekkerkabels.
GND
FM
75Ω
UNBAL.
REMOTE
IN
TRIGGER
OUT
OUT
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel.
Let op
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten laag zetten voor u de aansluitingen gaat
maken.
+12V
15mA MAX.
Opmerkingen
Afstandsbediening
uitgang
Afstandsbediening
in
• De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting
op het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO
AUX aansluitingen binnenkomende signalen.
• Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
VOLUME
Infraroodontvanger of
Yamaha component
Yamaha component
(CD of DVD-speler
enz.)
SPEAKERS
EDIT
SEARCH MODE
BAND
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING
MEMORY
INFO
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
SCENE
1
2
3
4
PROGRAM
INPUT
MAIN ZONE
SYSTEM OFF
PHONES
TONE CONTROL
STRAIGHT
PURE DIRECT
AUDIO SELECT
VIDEO AUX
OPTIMIZER MIC
ON/OFF
SILENT CINEMA
EFFECT
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
y
S VIDEO
L
V
L
AUDIO
R
OPTICAL
R
O
Optische uitgang
VIDEO
Audio uitgang
S
Video uitgang
S-video uitgang
• Als de componenten geschikt zijn voor SCENE
bedieningssignalen, kan dit toestel de componenten in kwestie
automatisch in werking stellen en de weergave laten beginnen
wanneer u één van de SCENE toetsen gebruikt. Raadpleeg de
handleidingen van de apparatuur voor details omtrent de
geschiktheid daarvan voor SCENE bedieningssignalen.
• Als de met de REMOTE OUT aansluiting verbonden
component geen Yamaha product is, dient u “SCENE IR” in het
geavanceerde setup menu in te stellen op “OFF” (zie
bladzijde 109).
Spelcomputer of
videocamera
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
(Eén voor de videoverbinding en één
voor de audioverbinding)
26 Nl
Verbindingen
Aansluiten van de FM en AM
antennes
Aansluiten van de draad van de AM ringantenne
Doe het hendeltje open
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier
met de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken
zorgen deze antennes voor een voldoende sterke
ontvangst.
Inbrengen
Doe het hendeltje
weer dicht
y
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
De draden van de AM ringantenne hebben geen specifieke
polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u
verbindt met de AM of GND aansluiting.
In elkaar zetten van de meegeleverde AM
ringantenne
VOORBEREIDINGEN
Opmerkingen
AM ringantenne
(meegeleverd)
FM
binnenantenne
(meegeleverd)
MD/CD-R MD/CD-R
1
2
DIGITAL
OUTPUT
ANTENNA
DV
3
OPTIC
FRO
ZO
R
AM
GND
FM
75Ω
UNBAL.
REMOTE
TRIGGER
OUT
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter
met plastic geïsoleerd
draad dat u bijvoorbeeld
uit een raam naar buiten
spant.
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden.
Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een
metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
Nederlands
27 Nl
Verbindingen
Aansluiten van het netsnoer
MONITOR OUT
C
DVR
AC OUTLETS
Naar het stopcontact
Instellen van de luidsprekerimpedantie
Let op
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u als
volgt “SP IMP.” op “6ΩMIN” zetten VOOR u dit
toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers kan
ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers.
1
Druk op LSYSTEM OFF op het voorpaneel
om dit toestel uit te zetten.
Zie bladzijde 29 voor details.
2
Houd MTONE CONTROL ingedrukt en druk
vervolgens op KMAIN ZONE ON/OFF om
dit toestel aan te zetten.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
■ AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Model voor Australië..................... 1 netstroomaansluiting
Model voor Korea.......................................................Geen
Overige modellen ....................... 2 netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u daarop
aangesloten componenten van stroom voorzien. Verbind de
netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt
(worden) van stroom voorzien wanneer de hoofdzone of Zone
2 is ingeschakeld. De stroomvoorziening voor deze
aansluiting(en) wordt echter afgesloten wanneer de hoofdzone
en Zone 2 uit worden gezet of wanneer LSYSTEM OFF op
het display op het voorpaneel wordt ingedrukt. Voor
informatie omtrent het maximale vermogen of het totale
stroomverbruik voor de componenten die op deze
aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, zie “Technische
gegevens” op bladzijde 123.
Opmerking
De stroomvoorziening voor de AC OUTLET(S) van dit toestel
wordt niet afgesloten terwijl dit toestel een aangesloten iPod aan
het opladen is, ook niet wanneer dit toestel uit (standby) staat.
Wanneer dit toestel klaar is met opladen, of wanneer de iPod
losgekoppeld wordt, zal de stroom automatisch worden
afgesloten wanneer het toestel uit (standby) staat.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
28 Nl
TONE CONTROL
Houd ingedrukt
MAIN ZONE
ON/OFF
3
Verdraai NPROGRAM en selecteer
“SP IMP.”.
“SP IMP.” en de huidige instelling voor de
luidsprekerimpedantie (“8ΩMIN”) zullen verschijnen
op het display op het voorpaneel.
4
Druk herhaaldelijk op MTONE CONTROL
en selecteer “6ΩMIN”.
5
Druk op LSYSTEM OFF om de nieuwe
instelling op te slaan en het toestel uit te
zetten.
Opmerking
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
Verbindingen
Aan en uit zetten van dit toestel
■ Aan zetten van dit toestel
Druk op KMAIN ZONE ON/OFF (of EPOWER)
om dit toestel aan te zetten.
De hoofdzone wordt aan gezet.
y
VOORBEREIDINGEN
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het een paar seconden duren
voor het toestel geluid kan reproduceren.
• U kunt de hoofdzone ook aan zetten door op de SSCENE (of
4SCENE) toetsen te drukken.
■ Zet de hoofdzone uit (standby)
Druk op KMAIN ZONE ON/OFF (of
DSTANDBY) om de hoofdzone uit (standby) te
zetten.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog
steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd
kan worden op de infraroodsignalen van de
afstandsbediening.
y
Druk op LSYSTEM OFF om de hoofdzone en Zone 2 (zie
bladzijde 104) tegelijk uit (standby) te zetten.
Nederlands
29 Nl
Verbindingen
Display voorpaneel
1
2
MULTI CH
VCR
3
DVR
q EX ADAPTIVE DRC
MASTER AUDIO q DIGITAL PLUS
HD 96 q TRUE HD
ES 24 q PL x
MATRIX DISCRETE
4
V-AUX
DOCK
SP
AB
5
DTV/CBL
6
DVD
ENHANCER
MD/CD-R
7
CD
8
TUNER
PHONO
VOL.
YPAO MEMORY
VIRTUAL AUTO TUNED STEREO MUTE
dB
SLEEP PTY HOLD PS PTY RT CT EON
96/24 LFE
ZONE 2
SILENT CINEMA
L C R
SL SB SR
SBL
SBR
DSD
PCM
0
A
9
B C
DE
F
G
H
I
J
1 HDMI indicator
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde
signaalbron binnenkomt via de HDMI IN aansluitingen (zie
bladzijde 18).
9 MUTE indicator en VOLUME niveau indicator
• De MUTE indicator knippert wanneer de MUTE functie
(geluid tijdelijk uit) wordt gebruikt (zie bladzijde 45).
• Geeft het huidige volumeniveau aan.
2 ADAPTIVE DRC indicator
Licht op wanneer de adaptieve regeling van het dynamische
bereik wordt ingeschakeld (zie bladzijde 80).
0 Ingangssignaal indicators
Licht op wanneer dit toestel PCM (Pulscodemodulatie) of
DSD (Direct Stream Digital) digitale audiosignalen weergeeft.
3 DOCK indicator
• Licht op wanneer u uw iPod plaatst in een Yamaha iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10)
verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie
bladzijde 25) en wanneer V-AUX is geselecteerd als
signaalbron. De DOCK indicator licht ook op wanneer
dit toestel de batterij van een aangesloten iPod aan het
opladen is terwijl het toestel zelf uit (standby) staat.
• Knippert wanneer de aangesloten Yamaha Bluetooth
adapter (zoals de YBA-10, los verkrijgbaar) en een
Bluetooth component verbinding aan het maken zijn
(‘pairing’), of wanneer de Bluetooth adapter aan het
zoeken is naar een Bluetooth component (zie
bladzijde 62).
• Licht op terwijl de Yamaha Bluetooth adapter is
verbonden met de Bluetooth component (zie
bladzijde 62).
A Decoder indicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
4 ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is geselecteerd (zie bladzijde 50).
5 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6 YPAO indicator
Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer de
via de “AUTO SETUP” ingestelde luidspreker-instellingen
zonder wijzigingen worden gebruikt (zie bladzijde 32).
7 Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM afstemfunctie
staat (zie de bladzijden 53 t/m 56).
8 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt.
30 Nl
B Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke geluidsvelden er in
werking zijn (zie bladzijde 48).
Aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
geluidsveld
Rechter surround
geluidsveld
Surround-achter geluidsveld
C Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie bladzijde 45).
D SP A B indicators
Licht op om aan te geven welke set voor-luidsprekers in
werking is (zie bladzijde 43).
SP A: De FRONT A luidsprekers zijn geactiveerd.
SP B: De FRONT B luidsprekers zijn geactiveerd.
SP A B: De FRONT A en FRONT B luidsprekers zijn
geactiveerd.
E ZONE2 indicator
Licht op wanneer Zone 2 is ingeschakeld (zie
bladzijde 104).
F DSP indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer er een
geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 48).
CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 48).
Verbindingen
VIRTUAL indicator
Licht op wanneer de Virtual CINEMA DSP functie is
ingeschakeld (zie bladzijde 51).
SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er
een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie
bladzijde 51).
Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Sensor voor de afstandsbediening
VOORBEREIDINGEN
G Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen.
H SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie
bladzijde 47).
I Radio Data Systeem indicators (Alleen
modellen voor Europa en Rusland)
Ongeveer 6 m
30
30
PTY HOLD
Licht op wanneer dit toestel in de PTY SEEK functie
(zie bladzijde 57) staat.
PS, PTY, RT en CT
Licht op aan de hand van de beschikbare Radio Data
Systeem gegevens (zie bladzijde 59).
Infrarood venster (1)
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
EON
Licht op wanneer de EON gegevensdienst beschikbaar
is (zie bladzijde 58).
Overdrachtsindicator (2)
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
J Ingangskanaal en luidspreker indicators
LFE indicator
LFE
L C R
SL SB SR
SBL
SBR
Aanwezigheidsluidsprekers indicators
Indicators ingangskanalen
Indicators ingangskanalen
• Deze geven aan uit welke kanalen het huidige
digitale ingangssignaal bestaat.
• Licht op of knippert aan de hand van de
luidsprekerinstellingen wanneer dit toestel in de
automatische instelfunctie staat (zie bladzijde 32)
of in het “BASIC MENU” in de “MANUAL
SETUP” (zie bladzijde 78).
Aanwezigheidsluidsprekers indicators
Licht op of knippert aan de hand van de “EXTRA SP
ASSIGN” instellingen wanneer dit toestel in de
automatische instelfunctie staat (zie bladzijde 32) oof
in het “BASIC MENU” in de “MANUAL SETUP”
(zie bladzijde 76).
U kunt de instellingen voor de aanwezigheids- en surround
achter-luidsprekers automatisch laten verrichten via de
“AUTO SETUP” (zie bladzijde 32), of met de hand via de
instellingen voor “SUR.B L/R SP” (zie bladzijde 77) in het
“SPEAKER SET”.
Schakelaar voor de bedieningsfunctie (F)
De functies van sommige toetsen hangen mede af van de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
AMP
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component (zie bladzijde 92).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV/CBL of
PHONO (zie bladzijde 91).
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
• Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor uw
componenten, zie bladzijde 93.
31 Nl
Nederlands
y
Uitleesvenster (6)
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u kunt bedienen.
AANPASSEN VAN DE LUIDSPREKERINSTELLINGEN AAN UW KAMER (YPAO)
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen lastige luidsprekerinstellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De meegeleverde optimalisatie-microfoon
pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.
Gebruiken van het AUTO SETUP
2
Opmerkingen
• Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “AUTO SETUP”
procedure luide testtonen worden geproduceerd.
• Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo
stil mogelijk is tijdens de “AUTO SETUP” procedure. Als er teveel
andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen.
Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
“MIC ON View OSD menu” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
VIDEO AUX
OPTIMIZER MIC
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
y
• Begininstellingen worden vet aangegeven.
• U kunt de “AUTO SETUP” opstarten via het systeemmenu op het scherm
(OSD) of op het display op het voorpaneel. Deze handleiding gebruikt de
schermen van het in-beeld display (OSD) om de “AUTO SETUP”
procedure uit te leggen.
• Voor u deze handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening
de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP zetten.
• Dit toestel maakt gebruik van de luidsprekers die zijn verbonden met de
FRONT A luidsprekeraansluitingen als de voor-luidsprekers voor deze
instelling.
1
Omnidirectionele
microfoon
Het volgende menuscherm zal nu verschijnen op het
beeldscherm.
AUTOSETUP
. EXTRASPASSIGN
>ZONE2
FRONTB
ZONEBPRESENCE
NONE
SETUP;;;;;;;AUTO
EQ;;;;;;;NATURAL
START
U moet de volgende punten controleren.
Opmerking
❏
❏
❏
❏
De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.
Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit
toestel.
Dit toestel en het beeldscherm moeten worden
ingeschakeld.
Dit toestel is ingesteld als de videosignaalbron van het
aangesloten beeldscherm.
Een eventueel aangesloten subwoofer moet worden
ingeschakeld en het volume moet ongeveer halverwege
(of iets lager) worden ingesteld.
De crossoverfrequentie voor de aangesloten subwoofer
moet op de maximum stand worden ingesteld.
VOLUME
MIN
MAX
MIN
MAX
De kamer moet voldoende stil zijn.
y
Als u twee subwoofer heeft aangesloten op dit toestel, moet het
volume voor elk van deze subwoofers iets lager worden ingesteld.
32 Nl
3
Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven.
Optimalisatie-microfoon
CROSSOVER
HIGH CUT
Bedieningsorganen van een subwoofer (voorbeeld)
❏
[]/[]:Up/Down
[]/[]:Select
[ [
[
❏
❏
[
Controleer de volgende punten voor u de automatische instelfunctie
gaat gebruiken.
y
Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken om
de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte
als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw
luisterplek zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon vastzetten
op het statief (enz.) met behulp van de statiefschroef.
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
4
Opmerkingen
Druk op 9l / h om de gewenste instelling
te selecteren voor “EXTRA SP ASSIGN” te
selecteren en druk vervolgens op 9n.
Extra luidspreker toewijzing
EXTRA SP ASSIGN
Hiermee kunt u de functie van de met de EXTRA SP
aansluitingen verbonden luidsprekers instellen.
Keuzes: FRONT B, ZONE2, ZONE B, PRESENCE,
NONE
• Wanneer u gebruik maakt van Zone 2
luidsprekers (zie bladzijde 104)
Selecteer “ZONE2” om deze functie in te stellen
op de Zone 2 luidsprekers. Dit toestel drijft de
Zone 2 luidsprekers aan via de interne versterker.
• Wanneer u een ander voorluidsprekersysteem wilt gebruiken in Zone B
Selecteer “ZONE B”.
• Wanneer u gebruik maakt van
aanwezigheidsluidsprekers (zie
bladzijde 13)
Selecteer “PRESENCE” om deze functie in te
stellen op de aanwezigheidsluidsprekers.
• Wanneer u geen gebruik maakt van de
EXTRA SP aansluitingen
Selecteer “NONE” om de EXTRA SP
aansluitingen buiten werking te stellen.
Opmerking
6
Druk op 9l / h om de gewenste instelling
voor “EQ” te selecteren.
Parametrische equalizer EQ
De parametrische equalizer regelt het niveau van de
gespecificeerde frequentiebanden. Dit toestel
selecteert automatisch de cruciale frequentiebanden
voor uw luisterruimte en past de niveaus van de
geselecteerde frequentiebanden zo aan dat er een
samenhangend geluidsveld wordt gecreëerd in de
betreffende ruimte. U kunt kiezen uit de volgende
soorten instellingen voor de parametrische equalizer.
Keuzes: NATURAL, FLAT, FRONT
• Selecteer “NATURAL” om de frequentierespons
van alle luidsprekers te middelen, met minder
nadruk op de hogere frequenties, om een meer
natuurlijke weergave te verkrijgen. Aanbevolen
wanneer de FLAT instelling een beetje schel klinkt.
• Selecteer “FLAT” om de frequentierespons van alle
luidsprekers te middelen. Aanbevolen wanneer al
uw luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit zijn.
• Selecteer “FRONT” om de frequentierespons van
elk van de luidsprekers in te stellen in
overeenstemming met de weergave van uw voorluidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voorluidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn
dan uw andere luidsprekers.
VOORBEREIDINGEN
• Wanneer u gebruik maakt van een alternatief
voor-luidsprekersysteem (zie bladzijde 43)
Selecteer “FRONT B”.
• “RELOAD” en “UNDO” zijn alleen beschikbaar wanneer
u de “AUTO SETUP” al eerder heeft gedaan en de
resultaten daarvan heeft bevestigd.
• “RELOAD” en “UNDO” zijn niet beschikbaar wanneer u
de “BI-AMP” instelling in de geavanceerde instelfunctie
(zie bladzijde 109) of “EXTRA SP ASSIGN” in het
“BASIC MENU” (zie bladzijde 76) heeft gewijzigd.
Als u “ON” selecteert bij “BI-AMP” (zie bladzijde 109), kunt
u geen “PRESENCE” of “ZONE2” meer instellen bij
“EXTRA SP ASSIGN”.
5
Druk op 9l / h, selecteer “SETUP” en druk
vervolgens op 9n.
Nederlands
Keuzes: AUTO, RELOAD, UNDO, DEFAULT
• Selecteer “AUTO” om de hele “AUTO SETUP”
procedure automatisch te laten verlopen.
• Selecteer “RELOAD” om de laatst gemaakte
“AUTO SETUP” instellingen opnieuw te laden en
de vorige instellingen te negeren.
• Selecteer “UNDO” om de laatst gemaakte “AUTO
SETUP” instellingen ongedaan te maken en de
vorige instellingen te herstellen.
• Selecteer “DEFAULT” om de “AUTO SETUP”
parameters terug te zetten op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
33 Nl
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
7
Druk op 9n, selecteer “START” en druk
vervolgens op 9ENTER om de
instelprocedure te laten beginnen.
De volgende melding zal op het in-beeld display
verschijnen.
Wanneer dit toestel begint met de automatische
instelfunctie, zullen er door de luidsprekers harde
testtonen worden geproduceerd.
Voor zo exact mogelijke metingen moet u zich zo stil
mogelijk houden en bij een wand blijven waar geen
luidsprekers in de buurt zijn. We raden u aan de
luisterruimte te verlaten terwijl de automatische
instelfunctie bezig is.
NOTICE
Loudtesttonesare
output.
Pleasekeepquiet
orleavetheroom.
Press[ENTER]
Wanneer u de volgende handeling uitvoert, zal dit
toestel beginnen met de automatische setup.
8
Druk op 9ENTER om de automatische
instelprocedure te laten beginnen.
Het volgende scherm zal verschijnen op het in-beeld
display en de instelprocedure zal vervolgens binnen
10 seconden beginnen.
AUTOSETUP
MeasurementStart
in 9seconds
9
Controleer of het volgende scherm inderdaad
verschijnt en druk vervolgens op 9ENTER
om naar het resultatenscherm te gaan.
AUTOSETUP
Measurement Complete
Press [ENTER]
AUTOSETUP
. RESULT
SP :
3/4/0.1
DIST: 4.50/5.30m
LVL : -9.0/+6.5dB
> SET CANCEL
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Detail
De onder “RESULT” getoonde resultaten zijn als volgt:
Aantal luidsprekers SP
Tont het aantal luidsprekers dat is aangesloten op dit
toestel in deze volgorde:
Voor/Achter/Subwoofer
Luidsprekerafstand DIST
Toont de afstand van de luisterplek tot de luidsprekers
in deze volgorde:
Kleinste luidsprekerafstand/Grootste
luidsprekerafstand
Luidsprekerniveau LVL
Toont het uitgangsniveau van de luidsprekers in deze
volgorde:
Laagste uitgangsniveau/Hoogste uitgangsniveau
[RETURN]:Cancel
Opmerkingen
Er worden luide testtonen geproduceerd via de
diverse luidsprekers tijdens de automatische
instelprocedure. Wanneer alle onderdelen zijn
ingesteld, zal het “RESULT” scherm verschijnen op
het in-beeld display.
Opmerkingen
• Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de
automatische setup bezig is.
• Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de
automatische setup uitvoert. Het zal ongeveer 3 minuten
duren voor het toestel de automatische instelprocedure
heeft afgerond.
y
Druk op 9k om de automatische instelprocedure te
annuleren.
34 Nl
• Het signaal dat wordt gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE
OUT 2 aansluiting is hetzelfde als het signaal dat wordt
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT 1 aansluiting.
Daarom zal het aantal aangesloten subwoofers altijd worden
aangegeven als “0.1”, ook als u twee subwoofers heeft
aangesloten.
• Als “E-10:INTERNAL ERROR” verschijnt tijdens de
testprocedure, dient u opnieuw te beginnen vanaf stap 4.
• Als u iets anders geselecteerd heeft dan “AUTO” bij stap 5, zullen
er geen testtonen worden gereproduceerd.
• Als er een fout optreedt tijdens de “AUTO SETUP” procedure, zal
de procedure worden geannuleerd en zal er een foutmelding
verschijnen. Zie “Als er een foutmelding verschijnt” op
bladzijde 36 voor details.
• Wanneer dit toestel potentiële problemen detecteert tijdens de
“AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING” en het aantal
waarschuwingen verschijnen boven “RESULT” (zie bladzijde 36).
• Afhankelijk van de luisteromgeving kan de melding “SWFR
PHASE:REV” verschijnen tijdens de automatische
instelprocedure en kan “SUBWOOFER PHASE” in het “SOUND
MENU” (zie bladzijde 78) automatisch worden ingesteld op
“REVERSE”.
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
10
Opmerkingen
Druk op 9ENTER om de resultaten van de
setup in detail te bekijken.
• De afstanden bij de “DISTANCE” resultaten kunnen
groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de
karakteristieken van uw subwoofer.
• Bij de “EQ” resultaten kunnen er verschillende waarden
worden gebruikt voor dezelfde frequentie om een nog
gedetailleerdere instelling te bereiken.
AUTOSETUP
. RESULT
SP :
3/4/0.1
DIST: 4.50/5.30m
LVL : -9.0/+6.5dB
> SET CANCEL
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Detail
Druk op 9ENTER om terug te keren naar
het bovenste menuniveau.
AUTOSETUP
WIRING
RESULT
SP :
3/4/0.1
DIST: 4.50/5.30m
LVL : -9.0/+6.5dB
. > SET CANCEL
FRONT L;;;;;;;OK
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
[[]/[[]:Select
[ENTER]:Return
11
Druk herhaaldelijk op 9l / h om heen en
weer te schakelen tussen de diverse
resultaatschermen.
Druk op 9k / n om heen en weer te schakelen
tussen de parameters op een resultatenscherm.
VOORBEREIDINGEN
RESULT
12
13
Controleer of de aanwijzer bij “SET” en
“CANCEL” staat en druk vervolgens op
9l / h om “SET” of “CANCEL” te
selecteren.
AUTOSETUP
Resultaten voor de
luidsprekeraansluitingen en
bedrading
(WIRING)
RESULT
SP :
3/4/0.1
DIST: 4.50/5.30m
LVL : -9.0/+6.5dB
. > SET CANCEL
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
Resultaten voor de
luidsprekerafstand tot de
luisterplek
(DISTANCE)
Resultaten voor de instellingen
voor de luidsprekerafmetingen
(SIZE)
Keuzes: SET, CANCEL
• Selecteer “SET” om de “AUTO SETUP” resultaten
te bevestigen.
• Selecteer “CANCEL” om de “AUTO SETUP”
resultaten te annuleren.
14
Resultaten voor de
parametrische equalizer voor elk
van de luidsprekers
(EQ)
Druk op 9ENTER om uw keuze te
bevestigen.
Het volgende scherm zal verschijnen. Koppel de
optimalisatiemicrofoon los van dit toestel om het
“SET MENU” af te sluiten. De optimalisatiemicrofoon is niet goed bestand tegen warmte. Houd
deze uit de zon en plaats hem niet bovenop dit toestel.
AUTOSETUP
AUTOSETUPComplete
Disconnect Microphone
y
Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse
parameters met de hand wilt instellen, kunt u de “MANUAL
SETUP” gebruiken (zie bladzijde 71).
PRESS [ENTER]
[MENU]:Exit
y
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de
opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw
luisterruimte, moet u de “AUTO SETUP” opnieuw uitvoeren om
uw systeem opnieuw te optimaliseren.
35 Nl
Nederlands
Resultaten voor het
uitgangsniveau van de
luidsprekers
(LEVEL)
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
■ Als er een foutmelding verschijnt
■ Als “WARNING” verschijnt
Druk op 9k / n / l / h, selecteer “RETRY” of
“EXIT” en druk vervolgens op 9ENTER.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “E-9:USER
CANCEL” verschijnt in het in-beeld display (OSD).
Wanneer dit toestel mogelijke problemen detecteert
tijdens de “AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING”
verschijnen op het eerste resultatenscherm. Controleer de
waarschuwingen om uw luidsprekerinstellingen te kunnen
corrigeren.
Opmerking
ERROR
. E-9:USER CANCEL
Don't operate
any function
>RETRY
EXIT
[[]/[[]:Select
[ENTER]:Enter
Waarschuwingen verschillen van fouten in die zin dat de “AUTO
SETUP” procedure niet wordt geannuleerd door
waarschuwingen.
1
Keuzes: RETRY, EXIT
• Selecteer “RETRY” om de “AUTO SETUP” procedure
opnieuw te proberen.
• Selecteer “EXIT” om de “AUTO SETUP” procedure af
te sluiten.
Controleer of de aanwijzer bij “WARNING”
staat en druk vervolgens op 9ENTER om de
gedetailleerde gegevens voor de
waarschuwing te bekijken.
Het cijfer rechts van “WARNING” geeft het aantal
waarschuwingen aan.
y
AUTOSETUP
Als “E-5:NOISY” verschijnt, zal “PROCEED” ook bij de keuzes
verschijnen. Wanneer u “PROCEED” selecteert, zal dit toestel
doorgaan met de metingen en instellingen, maar is het mogelijk
dat de instellingen niet optimaal zijn.
. WARNING(3)
RESULT
SP :
3/4/0.1
DIST: 4.50/5.30m
LVL : -9.0/+6.5dB
>SET CANCEL
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Detail
2
Druk herhaaldelijk op 9l / h om heen en
weer te schakelen tussen de diverse
waarschuwingsschermen.
WARNING
W-1:OUTOFPHASE
Reverse Channel
FL
-CENTER
PL
PR
SL
SR
SBL
SBR
[[]/[[]:Select
[ENTER]:Return
y
• Voor details omtrent de diverse waarschuwingen
verwijzen we u naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het
hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 116.
• Wanneer de corresponderende waarschuwing niet van
toepassing op een bepaalde luidspreker, zal in plaats
daarvan “––” worden aangegeven.
• Als “SWFR: TOO LOUD” of “SWFR: TOO LOW”
verschijnt op het “W-3:LEVEL ERROR” scherm, dient u
het volumeniveau van de subwoofer(s) aan te passen.
3
36 Nl
Druk op 9ENTER om terug te keren naar
het bovenste menuniveau.
SELECTEREN VAN DE SCENE SJABLONEN
Selecteren van de SCENE sjablonen
Dit toestel heeft 17 SCENE ‘sjablonen’ of sets van
voorgeprogrammeerde instellingen voor allerlei standaardsituaties
waarin dit toestel gebruikt kan worden. Als fabrieksinstellingen
zijn de volgende SCENE sjablonen (instellingen) toegewezen aan
de SCENE toetsen (zie bladzijde 8):
2
Verdraai RINPUT (of zet de schakelaar voor
de bedieningsfunctie op FAMP en druk
vervolgens op 9l / h) om het gewenste
sjabloon te selecteren.
SCENE 1: DVD Movie Viewing
SCENE 2: Music Disc Listening
SCENE 3: TV Viewing
SCENE 4: Radio Listening
DVD Viewing
Als u gebruik wilt maken van andere SCENE sjablonen, kunt
u de gewenste SCENE sjablonen selecteren uit het SCENE
sjabloonarchief en deze vervolgens toewijzen aan de SCENE
toetsen op het voorpaneel en de afstandsbediening.
3
Druk nog eens op de SSCENE (of
4SCENE) toets om uw keuze te bevestigen.
Het geselecteerde SCENE sjabloon wordt nu
toegewezen aan de SCENE toets.
1
Voorpaneel
of
1
Afstandsbediening
1
Opmerking
SCENE sjabloonarchief
(Voorbeeld)
Wijs het SCENE
sjabloon toe aan
de SCENE toets
BASISBEDIENING
Selecteer het gewenste
SCENE sjabloon
Wanneer de gewenste SCENE sjablonen zijn toegewezen
aan de SCENE toetsen, moet u de signaalbron voor het
SCENE sjabloon instellen op de afstandsbediening. Zie
bladzijde 41 voor details.
Selecteren van het gewenste SCENE
sjabloon voor de SCENE toetsen
1
Houd SSCENE (of 4SCENE) tenminste 3
seconden ingedrukt.
De indicator van de geselecteerde SCENE toets op het
voorpaneel begint nu te knipperen en de naam van het
SCENE sjabloon dat daar op dit moment aan is toegewezen
zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
3 seconden
3 seconden
of
1
1
Afstandsbediening
Voorpaneel
1
Nederlands
Knippert
DVD MovieView
37 Nl
Selecteren van de SCENE sjablonen
■ Welk SCENE sjabloon wilt u selecteren?
Welke signaalbron wilt u
laten weergeven?
Videobronnen (DVD
video, opgenomen
beelden)
Welke component wilt u
laten weergeven?
DVD
SCENE sjablonen
Standaard
SCENE toetsen
DVD Viewing
DVD Movie Viewing
1
DVD Live Viewing
Muziekdiscs (CD,
SA-CD of DVD-Audio)
DVR
DVR Viewing
DVD
Disc Hi-fi Listening
Music Disc Listening
2
Disc Listening
CD
CD Hi-fi Listening
CD Listening
CD Music Listening
Radioprogramma’s
TUNER (FM/AM)
Radio Listening
iPod of Bluetooth
component
DOCK*
Dock Listening
TV programma’s
DTV/CBL
TV Viewing
4
3
TV Sports Viewing
Videospelletjes
V-AUX*
Action Game Playing
RPG Playing
Ouderwetse platen
PHONO
LP Record Listening
Opmerking
*
Wanneer er een iPod is aangesloten op het Yamaha iPod universeel dock of een Bluetooth component op de Bluetooth adapter, zal dit
toestel de audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting weergeven.
y
U kunt ook uw eigen SCENE sjablonen maken door de voorgeprogrammeerde instellingen van de SCENE sjablonen te wijzigen. Zie
bladzijde 40 voor details.
38 Nl
Selecteren van de SCENE sjablonen
■ Beschrijvingen voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen
De afbeeldingen van de SCENE toets in de volgende tabel geven de toegewezen SCENE toetsen in de standaardinstelling
aan.
SCENE sjabloon
Signaalbron
Weergavefunctie
Kenmerken
DVD Viewing
DVD*
Straight
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u algemeen materiaal
weergeeft met uw DVD-speler.
DVD Movie Viewing
DVD*
MOVIE
Sci-Fi
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met
uw DVD-speler.
DVD Live Viewing
DVD*
ENTERTAINMENT
Music Video
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u live muziekbeelden
weergeeft met uw DVD-speler.
DVR Viewing
DVR
MOVIE
Drama
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met
uw digitale videorecorder.
Disc Hi-fi Listening
DVD*
Pure Direct
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u hi-fi muziekdiscs
afspeelt met uw DVD-speler.
Music Disc
Listening
DVD*
STEREO
2ch Stereo
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt
met uw DVD-speler.
Disc Listening
DVD*
STEREO
7ch Stereo
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek afspeelt met
uw DVD-speler als achtergrondmuziek.
CD Hi-fi Listening
CD*
Pure Direct
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u hi-fi muziekdiscs
afspeelt met uw CD-speler.
CD Listening
CD*
STEREO
7ch Stereo
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt
met uw CD-speler.
CD Music Listening
CD*
STEREO
2ch Stereo
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek afspeelt met
uw CD-speler als achtergrondmuziek.
Radio Listening
TUNER
MUSIC ENHANCER Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar FM of AM
radioprogramma’s luistert.
7ch Enhancer
V-AUX
MUSIC ENHANCER Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziek wilt
weergeven van uw iPod die is aangesloten via een Yamaha
7ch Enhancer
1
BASISBEDIENING
2
4
Dock Listening
iPod universeel dock of van een Bluetooth component die is
verbonden via de Bluetooth adapter.
TV Viewing
DTV/CBL
Straight
TV Sports Viewing
DTV/CBL
ENTERTAINMENT
Sports
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar
sportprogramma’s op uw TV kijkt.
Action Game
Playing
V-AUX
ENTERTAINMENT
Action Game
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u actiespellen zoals
racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-) spellen wilt
spelen.
RPG Playing
V-AUX
ENTERTAINMENT
Roleplaying Game
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u een role-playing spel
wilt spelen.
LP Record Listening
PHONO
Pure Direct
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u platen afspeelt met
uw draaitafel.
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar algemene
programma’s op uw TV kijkt.
3
*
Wanneer de aangesloten DVD-speler of CD-speler geschikt is voor SCENE stuursignalen en is verbonden met de REMOTE OUT
aansluiting van dit toestel, dan kan dit toestel de DVD-speler of CD-speler in kwestie aansturen via de SCENE functie.
Nederlands
39 Nl
Selecteren van de SCENE sjablonen
Uw eigen SCENE sjablonen maken
3
U kunt voor elk van de SCENE toetsen uw eigen SCENE
sjabloon maken. U kunt gebruik maken van de 17
voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen om uw eigen
SCENE sjablonen vast te leggen.
Selecteer het gewenste
SCENE sjabloon
Maak uw eigen SCENE
sjabloon
• INPUT: De signaalbron.
• MODE: De ingeschakelde
geluidsveldprogramma’s, “Straight” of
“Pure Direct” functie.
SCENE : DVD Viewing
4
SCENE : DVD Viewing
INPUT : DVD
SCENE sjabloonarchief
(Voorbeeld)
Druk op 9k / n om de gewenste instelling
van het SCENE sjabloon te selecteren en
gebruik vervolgens 9l / h om de gewenste
waarde in te stellen.
U kunt de volgende instellingen van een SCENE
sjabloon wijzigen:
Druk nog eens op de 4SCENE toets om uw
wijziging te bevestigen.
y
Er zal een asterisk (*) bij de naam van het originele SCENE
sjabloon verschijnen.
1
Wijs het SCENE
sjabloon toe aan de
SCENE toets
1
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2
Houd de gewenste 4SCENE toets 3
seconden lang ingedrukt.
Het bewerkingsscherm voor het SCENE sjabloon zal
op het beeldscherm verschijnen.
[
SCENE1
.pDVDMovieViewing[
INPUT: DVD
MODE:Sci-Fi
[ENTER]:Rename
[SCENE1]:SET
[RETURN]:EXIT
Opmerking
Selecteer de naam van het gewenste SCENE
sjabloon bij stap 3 onder “Uw eigen SCENE
sjablonen maken” en druk vervolgens op
9ENTER.
SCENE1
RENAME
DVDMovieViewing
[]/[]:Character
[p]/[[]:Position
[ENTER]:SET
[RETURN]:CANCEL
[
40 Nl
■ SCENE sjablonen een nieuwe naam
geven
p
Wanneer het SCENE sjabloon dat u wilt bewerken niet is
toegewezen aan één van de 4SCENE toetsen, dient u net
zo vaak op 9l / h te drukken tot het gewenste SCENE
sjabloon op het menuscherm verschijnt.
Opmerkingen
• Wanneer de gewenste SCENE sjablonen zijn toegewezen aan de
4SCENE toetsen, moet u de signaalbron voor het SCENE
sjabloon instellen op de afstandsbediening. Zie bladzijde 41
voor details.
• U kunt voor elk van de SCENE toetsen een aangepast SCENE
sjabloon aanmaken, maar als u een ander aangepast SCENE
sjabloon aanmaakt, zal dit toestel het oude aangepaste SCENE
sjabloon vervangen door het nieuwe.
• Het nieuw aangemaakte sjabloon is alleen beschikbaar voor de
oorspronkelijk geselecteerde SCENE toets.
• Druk op 9k / n om het gewenste teken te selecteren.
• Druk op 9l / h om een “_” (onderstreping) te
plaatsen onder de spatie of onder een teken.
• Druk op 0RETURN om de nieuwe naam te
annuleren.
• Druk op 9ENTER om de nieuwe naam definitief te
maken.
Selecteren van de SCENE sjablonen
Gebruiken van de afstandsbediening voor de SCENE functie
■ Bedienen van signaalbronnen in de
SCENE functie
U kunt zowel dit toestel als de signaalbron bedienen met
deze afstandsbediening. U moet wel van tevoren voor elke
signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie
bladzijde 93).
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FSOURCE zetten.
Druk op de gewenste 4SCENE toets op de
afstandsbediening.
2
Druk op de gewenste toetsen in het met een
sterretje (*) aangegeven gebied hieronder om
de signaalbron voor het geselecteerde
SCENE sjabloon te bedienen.
POWER
POWER
POWER
TV
AV
1
2
3
4
TUNER
A
B
C
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
CD
MD/CD-R
DVD
DVR
VCR
PHONO
STANDBY
SCENE
toetsen
SCENE
Als u de signaalbron veranderd heeft voor het
geselecteerde SCENE sjabloon, moet u de nieuwe
signaalbron voor het SCENE sjabloon instellen op de
afstandsbediening om de component in kwestie correct te
kunnen bedienen.
1
Houd de 4SCENE toets en de gewenste
ingangskeuzetoets (5) ingedrukt.
De zend-indicator (2) knippert twee keer.
2
Houd de toetsen uit stap 2 ingedrukt tot
“OK” verschijnt in het uitleesvenster (6) op
de afstandsbediening.
Opmerking
Als de instelling van de nieuwe signaalbron niet gelukt is,
zal “NG” (Niet Goed) in het uitleesvenster (6) verschijnen.
Herhaal in een dergelijk geval de procedure voor het
instellen.
BASISBEDIENING
1
■ Instellen van de signaalbron voor een
aangepast SCENE sjabloon op de
afstandsbediening
SELECT
*
AMP
+
+
+
TV VOL
TV CH
VOLUME
–
–
–
SOURCE
TV MUTE
LEVEL
TV INPUT
PRESET/CH
TV
Zet op
SOURCE
MUTE
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
AUDIO
PURE DIRECT
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
DISPLAY
RETURN
MEMORY
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
2
1
STEREO
5
3
ENHANCER SUR. DECODE
7
6
MOVIE
4
PARAMETER
8
SLEEP
MULTI CH IN
9
0
INFO
EON
+ 10
ENT
MODE- PTY SEEK- START
REC
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RENAME
Opmerking
*
Deze toetsen bedienen de signaalbron. Zie bladzijde 92 voor
details omtrent de functies van de toetsen.
Nederlands
41 Nl
WEERGAVE
Weergave
Let op
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS
gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet
geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw
luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw
CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s.
Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
3
Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
• Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
• Zie bladzijde 53 voor details omtrent het
afstemmen (FM/AM).
• Zie bladzijde 60 voor details omtrent iPod
bediening.
• Zie bladzijde 62 voor details omtrent Bluetooth
bediening.
4
Verdraai JVOLUME (of druk op
GVOLUME +/–) om het volume op het
gewenste niveau in te stellen.
y
Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik
van een digitale audioverbinding, moet u voor de weergave
begint “DECODER MODE” in het “INPUT MENU”
instellen op “DTS” (zie bladzijde 85).
y
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP zetten.
• Zie bladzijde 52 voor het instellen van het uitgangsniveau
van elke luidspreker.
• Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
• U kunt het beginvolume en het maximum volume bepalen
(zie bladzijde 80).
Basisprocedure
5
1
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
y
Zie bladzijde 46 om informatie over de signaalbron op het
beeldscherm te tonen.
2
Verdraai RINPUT (of druk op één van de
ingangskeuzetoetsen op de (5)) om de
gewenste signaalbron te selecteren.
Verdraai NPROGRAM (of druk herhaaldelijk
op één van de toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s (O)) om het
gewenste geluidsveldprogramma te
selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en op het in-beeld display. Zie
bladzijde 48 voor details omtrent
geluidsveldprogramma’s.
De naam van de op dit moment geselecteerde
signaalbron wordt een paar seconden lang op het
display getoond.
Sci-Fi
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogramma
Beschikbare signaalbronnen
MULTI CH
VCR
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
CD
TUNER
PHONO
Opmerking
DVD
Op dit moment geselecteerde signaalbron
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden
geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de
MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als
signaalbron (zie bladzijde 43).
y
y
De met de geselecteerde signaalbron corresponderende
ingangskeuzetoets licht ongeveer 5 seconden lang op nadat
u op een toets op de afstandsbediening heeft gedrukt om aan
te geven welke component er bediend wordt.
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak,
niet alleen op basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het
toestel automatisch het laatst met die signaalbron
gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
• Om informatie te laten weergeven op het in-beeld display
over het op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogramma, zie bladzijde 64 voor details.
42 Nl
Weergave
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP zetten.
Selecteren van de MULTI CH
INPUT component
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 25).
Verdraai RINPUT en selecteer “MULTI CH”
(of druk op PMULTI CH IN).
“MULTI CH” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
Selecteren van de gewenste set
voor-luidsprekers
Gebruik deze functie om een voor-luidsprekersysteem
(FRONT A en/of FRONT B) aan of uit te zetten.
Druk herhaaldelijk op ASPEAKERS op het
voorpaneel om de om de set voor-luidsprekers
aangesloten op de FRONT A en/of EXTRA SP
luidsprekeraansluitingen aan of uit te zetten.
De actieve set voor-luidsprekers verandert als volgt.
FRONT A
y
Opmerking
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron.
FRONT A
en
FRONT B
Opmerkingen
• De FRONT A en B of FRONT B instelling is niet beschikbaar
wanneer “EXTRA SP ASSIGN” is ingesteld op “PRESENCE”,
“ZONE 2” of “NONE” (zie bladzijde 76).
• Zet het volume van dit toestel uit wanneer u de instelling voor
de voor-luidsprekers omschakelt.
BASISBEDIENING
Gebruik het “MULTI CH” menu in het “INPUT MENU” om de
parameters voor MULTI CH INPUT in te stellen (zie
bladzijde 86).
Uit
FRONT B
■ Gebruiken van de Zone B functie
Wanneer u “EXTRA SP ASSIGN” instelt op “ZONE B”
(zie bladzijde 76), kunt u de luidsprekers die zijn verbonden
met de EXTRA SP luidsprekeraansluitingen in een andere
kamer gebruiken (Zone B).
Druk herhaaldelijk op ASPEAKERS op het
voorpaneel om de Zone B luidsprekers aan of uit
te zetten.
Wanneer u de Zone B luidsprekers inschakelt, zullen alle
luidsprekers in de hoofdzone buiten werking worden
gesteld.
Opmerking
Als u het geluidsveldprogramma selecteert en de Zone B
luidsprekers inschakelt, zal automatisch Virtual CINEMA DSP
worden ingeschakeld (zie bladzijde 51).
Nederlands
43 Nl
Weergave
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de afstandsbediening
de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP zetten.
Selecteren van audio ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT)
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. Gebruik
deze functie (selecteren van audio ingangsaansluitingen) om over te
schakelen naar een andere ingangsaansluiting wanneer er meerdere
aansluitingen zijn toegewezen aan de signaalbron in kwestie.
y
• In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan.
• U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via “AUDIO
SELECT” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 89).
Druk herhaaldelijk op QAUDIO SELECT (of
IAUDIO) om de gewenste instelling voor de
audio ingangsaansluiting selectie te kiezen.
Beschikbare signaalbronnen
MULTI CH
VCR
DVR
V-AUX
DTV/CBL
DVD
MD/CD-R
CD
TUNER
PHONO
A.SEL:AUTO
Huidige instelling selectiefunctie audio ingangsaansluiting
AUDIO SELECT
Functie
AUTO
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) HDMI
(2) Digitale signalen
(3) Analoge signalen
HDMI
Er zullen alleen HDMI signalen worden geselecteerd.
Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
COAX/OPT
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen die binnenkomen via
de COAXIAL aansluiting
(2) Digitale signalen die binnenkomen via
de OPTICAL aansluiting
Als er geen signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
ANALOG
Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd.
Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
Opmerking
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen (OPTICAL,
COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Daarnaast zal HDMI niet beschikbaar zijn als
instelling voor de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting als de HDMI IN
aansluitingen niet worden gebruikt. Gebruik “I/O ASSIGNMENT” in het “INPUT
MENU” om de ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen (zie
bladzijde 84).
44 Nl
Weergeven van de huidige status
van dit toestel op een beeldscherm
U kunt de bedieningsinformatie voor dit toestel laten
weergeven op een beeldscherm.
1
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2
Druk op LDISPLAY op de
afstandsbediening.
Het in-beeld display toont het huidige statusscherm.
STATUSVOL:-40.0dB
MOVIE
Sci-Fi
INPUT:DVD
A.SEL:HDMI
[DISPLAY]:STATUSOFF
y
• U kunt de tijd dat de huidige status op het in-beeld display
getoond wordt regelen met behulp van de “OSD-AMP”
parameter in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 87).
• Om het statusscherm uit te schakelen, dient u nog eens op
LDISPLAY te drukken.
Opmerking
Het signaal voor het in-beeld display wordt niet
gereproduceerd via de DVR en VCR VIDEO OUT
aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen.
Weergave
Gebruiken van een hoofdtelefoon
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge
stereostekker aansluiten op de PHONES
aansluiting op het voorpaneel.
Weergeven van videomateriaal als
achtergrond bij audiomateriaal
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
VOLUME
SPEAKERS
EDIT
SEARCH MODE
BAND
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING
MEMORY
INFO
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
SCENE
1
2
3
4
PROGRAM
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP zetten.
INPUT
MAIN ZONE
SYSTEM OFF
PHONES
TONE CONTROL
STRAIGHT
PURE DIRECT
AUDIO SELECT
VIDEO AUX
OPTIMIZER MIC
ON/OFF
SILENT CINEMA
EFFECT
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
Gebruik de ingangskeuzetoetsen (5) op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
V-AUX/DOCK DTV/CBL
y
DVD
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT
CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld (zie
bladzijde 51).
DVR
CD
MD/CD-R
VCR
PHONO
VCR
PHONO
Videobronnen
Opmerkingen
BASISBEDIENING
TUNER
Audiobronnen
V-AUX/DOCK DTV/CBL
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
• Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
DVD
DVR
Videobronnen
MULTI CH IN
Audiobronnen
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
9
y
Druk op GMUTE op de afstandsbediening om
de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen.
Druk nog eens op GMUTE om de geluidsweergave te
hervatten.
y
• U kunt ook JVOLUME verdraaien (of op GVOLUME +/–
drukken) om de geluidsweergave te hervatten.
• U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de
“MUTE TYPE” parameter in het “VOLUME MENU”
(zie bladzijde 80).
• De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
• U kunt ook “MULTI CH” selecteren als geluidssignaalbron (zie
bladzijde 43). Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP en druk vervolgens op PMULTI CH IN.
• Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH” menu in op de
gewenste instelling om de standaard signaalbron voor
achtergrondvideo te selecteren voor de MULTI CH INPUT
signaalbron (zie bladzijde 86).
Nederlands
45 Nl
Weergave
Tonen van informatie over de
signaalbron
kunt de audio- en video-informatie voor het huidige
ingangssignaal bekijken.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP en druk vervolgens op HSET
MENU op de afstandsbediening.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
■ Video informatie
Informatie
Beschrijving
HDMI SIGNAL
Het soort videosignalen ontvangen van
de signaalbron en gereproduceerd via
de HDMI OUT aansluiting van dit
toestel.
HDMI RES.
Resolutie van het ingangssignaal
(analoog of HDMI) en het
uitgangssignaal (HDMI). Wanneer er
composiet video- of S-videosignalen
binnenkomen, zullen de video
ingangssignalen worden aangeduid als
“Composite” of “S-Video”.
ANALOG RES.
Resolutie van de analoge
videosignalen die worden
gereproduceerd via de COMPONENT
VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen van dit toestel.
HDMI ERROR
(HDMI MESSAGE)
Foutmelding voor HDMI bronnen of
aangesloten HDMI apparatuur.
SET MENU
. ;AUTO SETUP
;MANUAL SETUP
.A;SIGNAL INFO
2
3
4
p
p
[ ]/[ ]:Up/Down
[ENTER]:Enter
Druk herhaaldelijk op 9n om “SIGNAL INFO”
te selecteren en druk dan op 9ENTER.
De audio-informatie over de signaalbron zal op het
in-beeld display verschijnen.
Druk op 9l / h om heen en weer te
schakelen tussen de audio en video
informatiedisplays.
Druk nog eens op HSET MENU op de
afstandsbediening om het “SET MENU” te verlaten.
■ Audio informatie
Informatie
Beschrijving
FORMAT
Signaalformattering. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch
overgeschakeld naar analoog.
SAMPLING
Het aantal metingen per seconden van een continu
signaal om een digitaal signaal te kunnen maken.
CHANNEL
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal
(voor/surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals
soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen
en een LFE kanaal, zal worden getoond als
“3/2/0.1”.
BITRATE
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een
bepaald meetpunt passeert.
FLAG
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of
PCM signalen is meegecodeerd en die dit toestel in
staat stelt automatisch van decoder te wisselen
(“Surround EX”, enz.).
Opmerking
“–––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie
niet kan weergeven.
46 Nl
Opmerking
“–––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie
niet kan weergeven.
HDMI fouten en meldingen
Melding
Oorzaak
DEVICE OVER
Er zijn teveel HDMI componenten
aangesloten.
HDCP ERROR
HDCP verificatie mislukt.
Out of Res.
Resolutie buiten bereik. Het aangesloten
beeldscherm is niet geschikt voor de
resolutie van het video ingangssignaal.
Weergave
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit (zie bladzijde 28).
■ Gebruiken van de slaaptimer
Druk net zo vaak op MSLEEP op de
afstandsbediening tot “SLEEP OFF” verschijnt
op het display op het voorpaneel.
Verdwijnt
SLEEP
OFF
Opmerking
Zelfs als dit toestel uit (standby) gezet wordt, zal de
stroomvoorziening voor de AC OUTLET(S)
netstroomaansluitingen niet worden afgesloten terwijl er nog een
aangesloten iPod wordt opgeladen (zie bladzijde 28).
SLEEP 120min
SLEEP OFF
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met DSTANDBY
(of KMAIN ZONE ON/OFF) de hoofdzone van het toestel uit
(standby) te zetten.
BASISBEDIENING
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP en druk herhaaldelijk op MSLEEP om de
tijd in te stellen.
Met elke druk op MSLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP OFF”
zal na een paar seconden verdwijnen van het display op
het voorpaneel.
SLEEP 90min
SLEEP 30min
SLEEP 60min
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator zal
oplichten op het display op het voorpaneel en het display
keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma.
Knippert
SLEEP
SLEEP 120min.
Licht op
SLEEP
Straight
Nederlands
47 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Geluidsveldprogramma’s
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een Yamaha digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven.
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
Verdraai NPROGRAM (of zet de schakelaar voor
de bedieningsfunctie op FAMP en druk
vervolgens herhaaldelijk op één van de
geluidsveldtoetsen (O)).
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en op het
in-beeld display.
Opmerkingen
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
• Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 43).
• Wanneer u Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus, DTS-HD
Master Audio, of DTS-HD High Resolution Audio
signaalbronnen weergeeft, zal dit toestel geen
geluidsveldprogramma inschakelen.
• Bij een ingangssignaal met een hogere bemonsteringsfrequentie
dan 96 kHz zal dit toestel geen geluidsveldprogramma’s
toepassen.
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid.
■ Voor muziekmateriaal
y
Voor muziekmateriaal kunnen we eveneens de Pure Direct weergavefunctie aanbevelen (zie bladzijde 52).
Opmerkingen
• Welke geluidsveldparameters er beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen.
• “DIALG.LIFT” is alleen beschikbaar wanneer “EXTRA SP ASSIGN” onder “SPEAKER SET” is ingesteld op “PRESENCE” (zie
bladzijde 76).
CLASSICAL
Programma
Beschrijving
Hall in Munich
Dit geluidsveld simuleert een concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen in Muenchen, met een
stijlvol houten interieur, zoals normaal is in Europese concertzalen. Verfijnde, mooie natrillingen
verspreiden zich door de ruimte en creëren een kalme sfeer. U bevindt zich virtueel in het midden
links in de zaal.
Hall in Vienna
Dit is een traditionele middelgrote, doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 zitplaatsen in
Wenen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties die voor het
publiek van alle kanten lijken te komen en voor een volle en rijke geluidsweergave.
Chamber
Dit programma recreëert een relatief brede ruimte met een hoog plafond, zoals een audiëntiezaal in
een paleis. Dit levert plezierige natrillingen op die hof- en kamermuziek ten goede komen.
48 Nl
Geluidsveldprogramma’s
LIVE/CLUB
Programma
Beschrijving
Cellar Club
Dit programma simuleert een ‘live house’ met een laag plafond en een huiselijke atmosfeer. Een realistisch
en levendig geluidsveld met een krachtige weergave alsof de luisteraar zich op de eerste rij voor een klein
podium bevindt.
The Roxy Theatre
Dit is het geluidsveld van een rock live house in Los Angeles, met ongeveer 460 plaatsen. U bevindt zich
virtueel in het midden links in de zaal.
The Bottom Line
Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in The Bottom Line, de destijds befaamde New Yorkse jazz club.
Er is plaats voor 300 mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave.
■ Voor divers materiaal
Opmerkingen
• De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel.
• “DIALG.LIFT” is alleen beschikbaar wanneer “EXTRA SP ASSIGN” onder “SPEAKER SET” is ingesteld op “PRESENCE” (zie bladzijde 76).
ENTERTAINMENT
Beschrijving
Sports
Dit programma stelt de luisteraar in staat met een rijkere beleving te luisteren naar stereo sportuitzendingen
en amusementsprogramma’s uit de studio. Bij sportuitzendingen worden de stemmen van de commentatoren
duidelijk in het midden geplaatst, terwijl de atmosfeer van het stadion zich rondom uitspant zodat de
luisteraar het gevoel krijgt alsof hij of zij zich middenin het stadion bevindt.
Action Game
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-) spellen.
Er wordt gebruik gemaakt van weerkaatsingsgegevens die het effectbereik per kanaal beperken voor een krachtige
spelomgeving waarin de speler helemaal op kan gaan zonder een duidelijk gevoel voor richting te verliezen.
Roleplaying Game
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor rollenspellen en avonturen. Het combineert de effecten voor films en
het geluidsveldontwerp voor actiespellen (“Action Game”) om de diepte en het driedimensionale gevoel van
de spelwereld tijdens het spelen weer te geven, terwijl er ook zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de
filmische surroundeffecten in het spel.
Music Video
Dit geluidsveld geeft een beeld van een concertzaal voor live optredens van pop-, rock- en jazzmuziek. De
luisteraar kan zich in een hippe livetent wanen dankzij het aanwezigheidsgeluidsveld dat de nadruk legt op
de levendigheid van de vocalen en de solo’s en de beat van de ritmesecties, en dankzij het
surroundgeluidsveld dat zorgt voor de ruimtelijkheid van een grote live zaal.
BASISBEDIENING
Programma
■ Voor filmmateriaal
y
U kunt de gewenste decoder instellen voor gebruik met de volgende geluidsveldprogramma’s (behalve met “Mono Movie”). Zie bladzijde 69 voor
details.
Opmerkingen
• De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel.
• “DIALG.LIFT” is alleen beschikbaar wanneer “EXTRA SP ASSIGN” onder “SPEAKER SET” is ingesteld op “PRESENCE” (zie bladzijde 76).
MOVIE
Programma
Beschrijving
Dit programma creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de
oorspronkelijke akoestische positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te tasten.
Het ontwerp gaat uit van het concept van een “ideale bioscoop” waarin het publiek wordt omhuld door de
natrillingen van links, rechts en van achteren.
Spectacle
Dit programma reproduceert de overweldigende ervaring van groots opgezette spektakelfilms.
Het voorziet in een breed geluidsveld dat past bij Cinemascope en andere breedbeeld films, met een
uitstekend dynamisch bereik, van zeer zachte tot verschrikkelijk harde geluiden.
Sci-Fi
Dit programma geeft een heldere reproductie van de verfijnde geluidseffecten van de nieuwste
science-fiction en special-effects films.
U kunt hierdoor genieten van een cinematografisch gelaagde virtuele ruimte, waarin de dialogen, de
geluidseffecten en achtergrondmuziek duidelijk gescheiden zijn.
Nederlands
Standard
49 Nl
Geluidsveldprogramma’s
Programma
Beschrijving
Adventure
Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van het geluid bij actie- en avonturenfilms.
Het geluidsveld beperkt natrillingen en geeft de nadruk aan het reproduceren van een zich ver naar links
en naar rechts uitstrekkende geluidsruimte. De gereproduceerde diepte wordt ook relatief beperkt om de
scheiding tussen de audiokanalen en de helderheid van de weergave te kunnen waarborgen.
Drama
Dit geluidsveld biedt stabiele natrillingen die geschikt zijn voor een breed scala aan filmgenres, van
serieus drama tot musicals en komedies. De natrillingen zijn gematigd maar bieden een optimale 3D
gewaarwording, effecttonen en achtergrondmuziek worden zachtjes weergegeven, maar gesproken tekst
wordt helder weergegeven en in het midden gepositioneerd op een manier die de luisteraar niet vermoeit,
ook niet na vele uren kijken.
Mono Movie
Dit programma is speciaal bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal, zoals klassieke films,
en geeft u het gevoel alsof u in een oude, gezellige bioscoop zit.
Dit programma produceert de optimale expansie en natrillingen voor de originele geluidsweergave en
creëert een comfortabele ruimte met een duidelijk bepaalde diepte.
Opmerking
Welke parameters er beschikbaar zijn hangt mede af van de gebruikte signaalbron en de instellingen van dit toestel.
STEREO
Programma
Beschrijving
2ch Stereo
Gebruik dit programma om multikanaals materiaal terug te brengen naar 2 kanalen.
7ch Stereo
Gebruik dit programma om geluid weer te laten geven door alle luidsprekers. Wanneer u multikanaals
materiaal weergeeft, zal dit toestel het bronsignaal terugbrengen tot 2 kanalen en het geluid vervolgens
weergeven via alle luidsprekers. Dit programma geeft een groter geluidsveld en is ideaal voor
achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
■ De Compressed Music Enhancer
MUSIC ENHANCER
Programma
Beschrijving
Straight Enhancer
Gebruik dit programma om het geluid te verbeteren tot het zo goed mogelijk de originele diepte en
breedte van het 2-kanaals of multikanaals signaal voor compressie benadert.
7ch Enhancer
Gebruik dit programma voor weergave met compensatie voor compressie-artefacten in 7-kanaals stereo.
■ Surround decode mode
SUR. DECODE
Programma
Sur. Decoder
50 Nl
Beschrijving
Kies dit programma voor weergave van signaalbronnen met speciaal daarvoor geselecteerde decoders. U
kunt 2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven. Zie bladzijde 69 voor details.
Geluidsveldprogramma’s
■ Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP)
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder
surround-luidsprekers. Dit programma maakt virtuele
luidsprekers om het oorspronkelijke geluidsveld te
reproduceren.
Als u “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie bladzijde 77)
instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden
ingeschakeld wanneer u een geluidsveldprogramma
selecteert (zie bladzijde 48).
Opmerking
■ Luisteren naar multikanaals materiaal en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon
(SILENT CINEMA)
De SILENT CINEMA functie stelt u in staat naar
multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief
Dolby Digital en DTS materiaal, te luisteren met een
normale hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt
automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon
aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met
de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 48). Indien
ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator oplichten
op het display op het voorpaneel.
Luisteren naar onbewerkte weergave
(‘Straight’ (rechtstreekse)
weergavefunctie)
Wanneer het toestel in de “Straight” stand staat, worden
2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via de linker
en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals materiaal zal
rechtstreeks via de diverse kanalen worden weergegeven
zonder verdere toevoeging van effecten.
Druk op OSTRAIGHT (of KSTRAIGHT) en
selecteer “Straight”.
■ Uitschakelen van de “Straight”
weergavefunctie
Druk op OSTRAIGHT (of KSTRAIGHT) zodat
“Straight” verdwijnt van het display op het
voorpaneel.
Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld.
BASISBEDIENING
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “SUR. L/R SP” op “NONE” (zie
bladzijde 77):
– wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 43).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
– wanneer dit toestel in de “7ch Stereo” stand staat.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP zetten.
Opmerkingen
• SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de
component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43).
• SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer “Pure Direct”
(zie bladzijde 52) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 50) is
geselecteerd, of wanneer het toestel in de “Straight” functie
staat (zie bladzijde 51).
Nederlands
51 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Gebruiken van audiofuncties
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP zetten.
Instellen luidsprekerniveaus
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Opmerking
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt via de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 32) en “SP
LEVEL” (zie bladzijde 78) methodes.
1
Druk herhaaldelijk op 8LEVEL op de
afstandsbediening en vervolgens op 9k / n
tot u de luidspreker geselecteerd heeft die u
wilt instellen.
Display
Ingestelde luidspreker
Luisteren naar pure hi-fi weergave
Gebruik de Pure Direct functie om te luisteren naar de
pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron.
Wanneer de Pure Direct functie is ingeschakeld, geeft dit
toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Druk op PPURE DIRECT (of JPURE DIRECT)
om de Pure Direct functie aan of uit te zetten.
De PPURE DIRECT toets op het voorpaneel zal oplichten
wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat. Het display
op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
Opmerkingen
• De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel
in de Pure Direct stand staat:
– omschakelen van het geluidsveldprogramma
– weergeven van het in-beeld display
– instellen van de “SET MENU” parameters (behalve
niveau-instellingen)
– bedienen van videofuncties (video-conversie enz.)
• De Pure Direct functie wordt automatisch geannuleerd wanneer
dit toestel uit wordt gezet.
FRONT L
Linker voor-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
SUR. L
Linker surround-luidspreker
SUR. R
Rechter surround-luidspreker
SBL
Linker surround achter-luidspreker
SBR
Rechter surround achter-luidspreker
Gebruik deze functie om de weergave van de lage tonen en
die van de hoge tonen voor de linker en rechter
luidsprekerkanalen te regelen.
SWFR
Subwoofer
y
PRNS L
Linker aanwezigheidsluidspreker
PRNS R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
y
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer
dat nodig is.
Toonregeling
De instellingen voor de luidsprekers en die voor de hoofdtelefoon
worden apart opgeslagen.
1
Druk herhaaldelijk op MTONE CONTROL
op het voorpaneel om de weergave van de
hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de
lage tonen (BASS) te regelen.
2
Verdraai NPROGRAM om de weergave van
de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van
de lage tonen (BASS) te regelen.
Instelbereik: -6 dB t/m +6 dB
y
• Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede
af van de luidsprekerinstellingen.
• Wanneer het beeldscherm is ingeschakeld, zal het
“LEVEL” instelmenu op het scherm verschijnen.
2
3
Druk op 9l / h om het uitgangsniveau
(volume) van de luidspreker te regelen.
• Druk op 9h om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op 9l om de ingestelde waarde te verlagen.
Instelbereik: -10,0 dB t/m +10,0 dB
Druk op 8LEVEL om het display met de
instelling van het luidsprekerniveau uit te
schakelen.
52 Nl
Opmerkingen
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het mogelijk dat
de toonkleur van de surround-luidsprekers niet meer bij die van de andere
past.
• TONE CONTROL staat buiten werking wanneer PURE DIRECT is
geselecteerd, of wanneer MULTI CH INPUT is geselecteerd als signaalbron.
FM/AM AFSTEMMEN
FM/AM afstemmen
Overzicht
U kunt op twee manieren afstemmen op de gewenste FM/AM zender:
Afstemmen op een bepaalde frequentie (AUTO TUNING/MANUAL TUNING)
U kunt de frequentie van de gewenste FM/AM zender automatisch of met de hand opzoeken (zie “Basisbediening
afstemmen” elders op deze bladzijde).
Afstemmen op een voorkeuzezender (PRESET TUNING)
U kunt van tevoren de gewenste FM/AM zender(s) voorprogrammeren en deze vervolgens weer makkelijk oproepen door de
bijbehorende voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer op te geven (zie “Gebruiken van voorkeuzezenders” op bladzijde 54).
Opmerking
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FSOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
1
Verdraai RINPUT (of druk op 5TUNER) en
selecteer de “TUNER” (radio) als
signaalbron.
2
Druk op CBAND (of 8BAND) om de
radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3
Druk op BSEARCH MODE (of HSRCH
MODE) en selecteer de gewenste
afstemfunctie.
Automatisch afstemmen (AUTO TUNING)
Gebruik deze functie wanneer het signaal van de
zender waarop u wilt afstemmen sterk genoeg is.
Wanneer dit toestel in de stand voor automatisch
afstemmen staat, zal “AUTO TUNING” eventjes op
het display op het voorpaneel verschijnen. De AUTO
indicator verschijnt op het display op het voorpaneel.
Licht op
AUTO
AFM 89.10MHz
Geen dubbele punt (:)
y
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
Afstemmen op een voorkeuzezender
(PRESET TUNING)
Gebruik deze functie om opgeslagen
voorkeuzezenders op te roepen. Wanneer dit toestel in
de stand voor het afstemmen op voorkeuzezenders
staat, zal “PRESET TUNING” eventjes op het
display op het voorpaneel verschijnen. Afstemmen op
een bepaalde frequentie is niet mogelijk. Zie
bladzijde 54 voor details.
4
Druk herhaaldelijk op EPRESET/TUNING
l / h (of 9PRESET/CH k / n) om af te
stemmen op de gewenste zender.
• Druk op Eh (of 9k) om af te stemmen op een
hogere frequentie.
• Druk op El (of 9n) om af te stemmen op een
lagere frequentie.
Geen dubbele punt (:)
53 Nl
Nederlands
AFM 89.10MHz
BASISBEDIENING
Handmatig afstemmen (MANUAL TUNING)
Gebruik deze functie als de zender waarop u wilt
afstemmen zwak is en er niet automatisch op
afgestemd kan worden. Wanneer dit toestel in de
stand voor handmatig afstemmen staat, zal
“MANUAL TUNING” eventjes op het display op het
voorpaneel verschijnen.
Basisbediening afstemmen
FM/AM afstemmen
y
• Wanneer dit toestel is afgestemd op een zender, zal de TUNED
indicator oplichten.
• Houd de toets ingedrukt om door te gaan met zoeken wanneer
het toestel in de stand voor handmatig afstemmen staat.
• Druk herhaaldelijk op GINFO (of BINFO) om heen en weer
te schakelen tussen de frequentie en het geluidsveldprogramma
op het display op het voorpaneel.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FSOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
■ Direct afstemmen op een frequentie
Gebruiken van voorkeuzezenders
Met deze functie kunt u maximaal 40 FM/AM zenders
(A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen)
automatisch of met de hand voorprogrammeren.
Programmeer de gewenste zenders in dit toestel voor met
behulp van de automatische of handmatige
voorprogrammeerfunctie (zie “Automatisch
voorprogrammeren van zenders” en “Handmatig
voorprogrammeren van zenders” op bladzijde 55).
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FSOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
Met deze functie kunt u de frequentie van de gewenste
zender direct invoeren.
1
2
Druk herhaaldelijk op 8BAND op de
afstandsbediening om de gewenste
radioband te selecteren.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
Druk herhaaldelijk op BSEARCH MODE
(of HSRCH MODE) en selecteer “AUTO
TUNING” of “MANUAL TUNING”.
1
Druk herhaaldelijk op BSEARCH MODE
(of HSRCH MODE) en selecteer “PRESET
TUNING”.
2
Druk op EPRESET/TUNING l / h (of
9PRESET/CH k / n) om het gewenste
voorkeuzenummer (A1 t/m E8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
A1:FM 89.10MHz
AFM 89.10MHz
Voorkeuzegroep en voorkeuzenummer
Geen dubbele punt (:)
3
y
y
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u
niet handmatig afstemmen. Druk op BSEARCH MODE
(of HSRCH MODE) om de dubbele punt (:) uit te
schakelen.
U kunt de voorkeuzegroep (A t/m E) kiezen door
herhaaldelijk op DA/B/C/D/E (of 9A/B/C/D/E l / h)
te drukken.
Voer de frequentie van de gewenste zender in
met behulp van de cijfertoetsen (A).
Voorbeeld: Afstemmen op 103,75 MHz
1
0
3
7
5
y
Als de ingevoerde frequentie buiten het FM/AM afstembereik
ligt, zal de melding “WRONG STATION!” verschijnen op het
display op het voorpaneel en zal dit toestel automatisch
afstemmen op de laatst geselecteerde zender.
54 Nl
FM/AM afstemmen
■ Automatisch voorprogrammeren van
zenders
■ Handmatig voorprogrammeren van
zenders
U kunt maximaal 40 sterke FM zenders (A1 t/m E8: 8
voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch voorprogrammeren
op de volgorde waarin deze worden gevonden.
Gebruik deze functie om met de hand FM zenders of
zwakke AM zenders op te slaan.
Verdraai RINPUT (of druk op 5TUNER) en
selecteer de “TUNER” (radio) als signaalbron.
2
Druk op CBAND (of 8BAND) en selecteer
“FM” als radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen.
3
Houd FMEMORY (of 0MEMORY)
tenminste 3 seconden ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en AUTO
indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden zal
het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de
huidige frequentie naar hogere frequenties.
1
Stem af op een zender.
Zie bladzijde 53 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
2
Druk op FMEMORY (of 0MEMORY).
De MEMORY indicator knippert ongeveer 30
seconden lang op het display op het voorpaneel.
MEMORY
Knippert
y
Druk nog eens op FMEMORY (of 0MEMORY) om het
voorprogrammeren te annuleren.
Knipperen
3
MEMORY
AUTO
A1:FM 89.10MHz
Knippert
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de MEMORY indicator verdwijnen.
y
• U kunt opgeven vanaf welk voorkeuzenummer het toestel moet
beginnen met het opslaan van FM zenders. Druk op
DA/B/C/D/E (of 9A/B/C/D/E l / h) en vervolgens
herhaaldelijk op EPRESET/TUNING l / h (of
9PRESET/CH k / n) nadat u stap 3 heeft uitgevoerd om het
voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerste zender zal
worden opgeslagen.
• Druk nog eens op FMEMORY (of 0MEMORY) om het
automatisch voorprogrammeren te annuleren.
Knippert
MEMORY
A1:FM 89.10MHz
De getoonde zender is opgeslagen als A1.
Opmerkingen
y
U kunt de voorkeuzegroep (A t/m E) kiezen door herhaaldelijk
op DA/B/C/D/E (of 9A/B/C/D/E l / h) te drukken.
4
Druk op FMEMORY (of 0MEMORY) terwijl
de MEMORY indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender verschijnen
op het display, samen met de door u geselecteerde
voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer. De MEMORY
indicator zal van het display op het voorpaneel verdwijnen.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
55 Nl
Nederlands
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen worden,
zal het automatisch voorprogrammeren stoppen nadat alle
beschikbare zenders zijn opgeslagen en de gevonden zenders
naar de rest van de voorkeuzenummers kopiëren.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een
zwakkere zender of een AM zender wilt opslaan, dient u hierop
met de hand af te stemmen zoals beschreven bij “Handmatig
voorprogrammeren van zenders” hieronder.
• (Alleen modellen voor Europa en Rusland) Alleen Radio Data
Systeem zenders worden automatisch opgeslagen bij het
automatisch voorprogrammeren.
Druk herhaaldelijk op EPRESET/TUNING
l / h (of 9PRESET/CH k / n) om een
voorkeuzegroep en een voorkeuzenummer
(A1 t/m E8) te selecteren terwijl de MEMORY
indicator aan het knipperen is.
• Druk op Eh (of 9k) om een hogere
voorkeuzegroep en voorkeuzenummer te
selecteren.
• Druk op El (of 9n) om een lagere
voorkeuzegroep en voorkeuzenummer te
selecteren.
BASISBEDIENING
1
FM/AM afstemmen
■ Omwisselen van voorkeuzezenders
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FSOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
1
Selecteer voorkeuzezender “E1” met
DA/B/C/D/E en EPRESET/TUNING l / h.
Zie “Gebruiken van voorkeuzezenders” op
bladzijde 54.
2
Houd BEDIT tenminste 3 seconden
ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Knippert
MEMORY
E1:FM 89.10MHz
Knippert
3
Selecteer voorkeuzezender “A5” met
DA/B/C/D/E en EPRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Zie “Gebruiken van voorkeuzezenders” op
bladzijde 54.
Knippert
MEMORY
A5:FM 89.10MHz
Knippert
4
Druk nog eens op BEDIT.
“EXCHANGE E1-A5” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen wanneer de twee
voorkeuzezenders van plaats wisselen.
56 Nl
RADIO DATA SYSTEEM ONTVANGST (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA EN RUSLAND)
Radio Data Systeem ontvangst
(Alleen modellen voor Europa en Rusland)
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service
naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok Tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service
andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Selecteren van een Radio Data
Systeem programmatype
(PTY SEEK functie)
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
3
Druk op 9PRESET/CH k / n op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
1
2
Druk herhaaldelijk op 8BAND en selecteer
“FM” als de radioband.
BASISBEDIENING
POP M
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FSOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
Licht op
Programmatype
Beschrijving
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
y
POP M
Populaire muziek
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
BPTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
Druk op BPTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
NEWS
Knippert
Nederlands
57 Nl
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
4
Druk op BPTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
De naam van het geselecteerde programmatype
knippert en de PTY HOLD indicator zal oplichten op
het display op het voorpaneel.
POP M
PTY HOLD
Knippert
Licht op
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op BPTY SEEK START op de
afstandsbediening te drukken.
Opmerkingen
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
• Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op BPTY SEEK START drukken om te
zoeken naar een andere zender met een programma van
het gewenste type.
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van
andere netwerken (Enhanced
Other Networks; EON)
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het Radio
Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4 Radio Data
Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of
SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel automatisch een
bepaalde tijd lang alle beschikbare voorkeuzezenders afzoeken
die EON gegevens uitzenden naar een programma van het
geselecteerde type. Wanneer de geplande EON service begint,
zal dit toestel automatisch overschakelen naar de lokale zender
die de EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen
naar de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
Opmerkingen
• U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
• De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
1
Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender.
2
Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display, dient u af
te stemmen op een ander Radio Data Systeem programma
waarbij de EON indicator wel gaat branden.
EON
3
Druk herhaaldelijk op BEON op de
afstandsbediening om één van de 4 Radio
Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
NEWS
Licht op
y
Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
BEON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
58 Nl
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok
Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 31).
2
Druk herhaaldelijk op GINFO (of BINFO)
om de gewenste Radio Data Systeem
weergavefunctie te selecteren.
PROGRAM SERVICE
Programmaservice (PS). Selecteer deze functie om het
op dit moment ontvangen Radio Data Systeem
programma op het display te laten tonen.
Opmerkingen
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FSOURCE zetten en dan op 5TUNER drukken.
1
Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
• Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 55).
• U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender (zie bladzijde 57).
PROGRAM TYPE
Programmatype (PTY). Selecteer deze functie om het
op dit moment ontvangen Radio Data Systeem
programmatype op het display te laten tonen.
RADIO TEXT
Radiotekst (RT). Selecteer deze functie om informatie
omtrent het op dit moment ontvangen Radio Data
Systeem programma op het display te laten tonen.
BASISBEDIENING
• U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen
selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem
indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan
even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens
heeft ontvangen van de zender in kwestie.
• U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
• Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De RT functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
• Bij een zwakke ontvangst kunt u herhaaldelijk op HSRCH
MODE op de afstandsbediening drukken om “MANUAL
TUNING” te selecteren (zie bladzijde 53).
• Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Wanneer de RT functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
• Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de CT functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
CLOCK TIME
Klok-tijd (CT). Selecteer deze functie om de tijd op dit
moment weer te laten geven.
FREQUENCY
Selecteer deze functie om de frequentie en de
voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer te laten
tonen.
DSP PROG. INFO
Selecteer deze functie om het op dit moment
geselecteerde geluidsveldprogramma te laten tonen.
Terug naar “PROGRAM SERVICE”
Nederlands
59 Nl
GEBRUIKEN VAN EEN IPOD™
Gebruiken van een iPod™
Wanneer uw iPod is geplaatst in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 25), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw
iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van
gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 50).
Opmerkingen
• Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
• Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
y
• Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en het in-beeld display kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 115.
• Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display
op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten.
• Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen
kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
• De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een Yamaha iPod universeel dock verbonden
met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat. U kunt ook kiezen of u wilt dat dit toestel de batterij van een
aangesloten iPod oplaadt wanneer dit toestel uit (standby) staat door middel van de “STANDBY CHARGE” parameter in het “INPUT
MENU” (zie bladzijde 85). De DOCK indicator licht op wanneer dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod oplaadt terwijl
dit toestel zelf uit (standby) staat.
Bedienen van een iPod™
U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via het in-beeld
display van dit toestel (menufunctie) of zonder dit hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie).
■ Afstandsbediening
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FSOURCE zetten en dan op 5V-AUX/DOCK drukken.
Toets
9 ENTER
Functie
Volgende menu
k
Menu op
n
Menu neer
l
Vorige menu
h
Volgende menu
B ll
Terug zoeken (ingedrukt houden)
hh
Vooruit zoeken (ingedrukt houden)
a
Vooruit springen
b
Terug springen
s
Stop
e
Pauze (menu bedieningsfunctie)
Weergave/pauze
(eenvoudige afstandsbedieningsfunctie)
p
Weergave (menu bedieningsfunctie)
Weergave/pauze
(eenvoudige afstandsbedieningsfunctie)
H MENU
Vorige menu
L DISPLAY
Display
60 Nl
■ Bedienen van een iPod met de
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop,
overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het
in-beeld display van dit toestel.
y
• U kunt de op uw iPod (alleen bepaalde modellen) opgeslagen
foto’s of videoclips bekijken.
• U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
Gebruiken van een iPod™
■ Bedienen van een iPod met de
menufunctie
U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod
uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met
behulp van het in-beeld display van dit toestel. U kunt via
het in-beeld display door de muziekstukken op uw iPod
bladeren. U kunt bovendien instellingen voor uw iPod
aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren.
y
• De naam van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het
voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met de “FL
SCROLL” instelling in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 87).
• U kunt de tijd dat het iPod menu en de weergave-informatie op het
in-beeld display getoond wordt regelen met behulp van de
“OSD-SOURCE” instelling in het “OPTION MENU” (zie
bladzijde 87).
Opmerkingen
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE en druk vervolgens op
LDISPLAY op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het in-beeld display
verschijnen.
y
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off” staat, zal
“
” verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
Herhaalde weergave Repeat
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
• Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten herhalen.
• Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken te laten
herhalen.
y
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off” staat, zal
“ ” of “ ” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het
muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald.
1
Playlists
Artists
Albums
Songs
Genres
Composers
Settings
[1]
2
[3]
[5]
[6]
[7]
[8]
[9]
[10]
[1]
Weergavestatus
[2]
Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten
[3]
Naam artiest
[4]
Songtitel
[5]
Voortgangsbalk
[6]
Verstreken tijd
[7]
Pictogrammen willekeurige en herhaalde
weergave
[8]
(weergave),
(pauze),
(vooruit
zoeken) en
(terug zoeken)
[9]
Titel van het album
Nederlands
Druk op 9k / n / l / h om het iPod menu te
bedienen en druk vervolgens op 9ENTER
om het geselecteerde muziekstuk weer te
laten geven.
Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten),
Albums (albums), Songs (songs),
Genres (genres), Composers (componisten),
Settings (instellingen)
• Playlists > Songs
• Artists > Albums > Songs
• Albums > Songs
• Songs
• Genres > Artists > Albums > Songs
• Composers > Albums > Songs
• Settings > Shuffle, Repeat
iPod[Play]
1/9
FrankieZipper
Made-to-order
RoadtoIndia
||;;;;;;;;;;;;;;;;;;
0:51-7:44
All
[2]
Top
>
>
>
>
>
>
>
All
■ Het weergave-informatiedisplay
[4]
iPod
BASISBEDIENING
• U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod.
• Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het display op het
voorpaneel of in het in-beeld display van dit toestel. Dergelijke tekens
worden vervangen door een “_” (onderstreping).
• De “Settings” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het in-beeld
display. Druk herhaaldelijk op 9ENTER of 9k / n op de
afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen de “Settings”
instellingen.
• U kunt niet met het in-beeld display bladeren door eventueel op uw iPod
opgeslagen foto’s of videoclips. Gebruik de eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie om de foto’s of videoclips op uw iPod te bekijken.
Willekeurige weergave Shuffle
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
• Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
• Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
[10] Resterende tijd
61 Nl
GEBRUIKEN VAN BLUETOOTH™ COMPONENTEN
Gebruiken van Bluetooth™ componenten
U kunt een Yamaha Bluetooth adapter (zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) aansluiten op de DOCK aansluiting van dit toestel en zo luisteren naar de naar de
muziek die op uw Bluetooth component (bijvoorbeeld een draagbare muziekspeler) is opgeslagen zonder bedrading tussen dit toestel en de Bluetooth component.
U moet van tevoren zorgen dat er een verbinding tot stand is gebracht (“pairing”) tussen de aangesloten Bluetooth adapter en uw Bluetooth component.
Verbinding tot stand brengen
(“pairing”) tussen de Bluetooth™
adapter en uw Bluetooth™ component
Er moet eerst een verbinding tot stand worden gebracht (“pairing”) tussen
de op dit toestel aangesloten Bluetooth adapter en een Bluetooth component
die voor het eerst gebruikt wordt, of waarvoor de verbindingsgegevens
gewist zijn. Met “pairing” wordt de verwezen naar het registreren van een
Bluetooth component voor Bluetooth communicatie.
y
• Het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”) hoeft alleen de eerste keer dat u
een bepaalde Bluetooth component met de Bluetooth adapter gebruikt te gebeuren.
• Om de verbinding tot stand te brengen (“pairing”) zijn er handelingen nodig op zowel
dit toestel als op de component waarmee u de Bluetooth verbinding wilt maken.
Raadpleeg indien nodig de handleidingen van de andere betrokken apparatuur.
Er zijn twee manieren om een dergelijke verbinding tot stand te brengen: Er zijn
twee manieren om een verbindingen tot stand te brengen: via “START PAIRING” in
het “SET MENU” en via snelkoppelen (‘quick pairing’).
■ Pairing via het “SET MENU”
Gebruik deze functie om de verbinding tot stand te brengen (“pairing”) met behulp
van het beeldscherm. Selecteer “START PAIRING” bij “INPUT MENU”. Zie
bladzijde 86 voor details.
■ Quick pairing
Als beveiliging geldt er een limiet van 8 minuten voor het tot stand
brengen van de verbinding (“pairing”). Wij bevelen u aan alle instructies
goed te lezen en te zorgen dat u ze goed begrijpt voor u begint.
1
Verdraai RINPUT (of zet de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op FSOURCE en druk vervolgens op
5V-AUX/DOCK) om “V-AUX” als signaalbron te selecteren.
2
Zet de Bluetooth component waarmee u
verbinding wilt maken aan.
3
Houd CBAND (of 8BAND) 3 seconden lang ingedrukt om
het maken van de verbinding (“pairing”) te laten beginnen.
Wanneer de Bluetooth adapter hiermee begint, zal eventjes de
melding “Searching...” verschijnen. Terwijl de Bluetooth
adapter nog verbinding aan het zoeken of aan het maken is, zal
de DOCK indicator op het display op het voorpaneel knipperen.
y
Druk nog eens op CBAND (of 8BAND) om het tot stand
brengen van de verbinding (“pairing”) te annuleren.
62 Nl
Opmerking
Als er geen Bluetooth adapter is aangesloten op de DOCK aansluiting van dit
toestel, zal “No BT adapter” verschijnen op het display op het voorpaneel.
4
Controleer of de Bluetooth component de
Bluetooth adapter kan detecteren.
Als de Bluetooth component de Bluetooth adapter
detecteert (vindt), zal (bijvoorbeeld) “YBA-10 YAMAHA”
verschijnen in de lijst met Bluetooth apparaten.
5
Selecteer de Bluetooth adapter in de lijst met
Bluetooth apparaten en voer het wachtwoord
“0000” in op de Bluetooth component.
Wanneer de verbinding met succes tot stand is gebracht, zal
de melding “Completed” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
Opmerking
De Yamaha Bluetooth adapter kan de verbindingsgegevens bewaren van
maximaal acht Bluetooth componenten. Wanneer er vervolgens een
verbinding tot stand wordt gebracht (“pairing”) met een negende apparaat,
dan zullen de verbindingsgegevens voor de langst niet gebruikte eerder
geregistreerde component door de nieuwe gegevens worden vervangen.
Weergave van een Bluetooth™
component
1
Verdraai RINPUT (of zet de schakelaar voor
de bedieningsfunctie op FSOURCE en druk
vervolgens op 5V-AUX/DOCK) om “V-AUX”
als signaalbron te selecteren.
2
Begin de weergave op uw Bluetooth
component.
Wanneer de aangesloten Bluetooth adapter de
Bluetooth component detecteert, zullen de melding
“BT connected” en de DOCK indicator verschijnen
op het display op het voorpaneel.
y
• Wanneer u op 9ENTER op de afstandsbediening drukt, zal de
aangesloten Bluetooth adapter op zoek gaan naar de laatst
gebruikte Bluetooth component om daar verbinding mee te maken.
Als de Bluetooth adapter de Bluetooth component niet kan vinden,
zal “Not found” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Druk op 0RETURN om de verbinding tussen de Bluetooth en de
Bluetooth component te verbreken.
OPNEMEN
Opnemen
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
Let op
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de DTS bitstroom,
zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen, moet u een
aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en
CD’s (bij gebruik van een digitale audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient
u de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
Opmerkingen
BASISBEDIENING
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
• De TONE CONTROL (zie bladzijde 52) en VOLUME instellingen, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 52) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 48) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
• Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit
toestel.
• Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN
aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is
aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
• Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde AUDIO OUT (REC) kanaal.
• S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van
videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting)
alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder.
• Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven en opgenomen.
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat
het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
1
Zet alle aangesloten componenten aan.
2
Verdraai RINPUT (of druk op één van de
ingangskeuzetoetsen op de (5)) om de
signaalbron waarvan u wilt opnemen te
selecteren.
3
Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
4
Start de opname op de opnemende
component.
Nederlands
63 Nl
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
Geavanceerde geluidsinstellingen
Veranderen van
geluidsveldparameter instellingen
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de
weergave beter wilt proberen aan te passen aan de
specifieke omstandigheden in uw kamer.
3
Druk net zo vaak op één van de toetsen voor
de geluidsveldprogramma’s (O) tot u het
geluidsveldprogramma dat u wilt instellen
geselecteerd heeft.
4
Druk op 9k / n om de gewenste
geluidsveldparameter te selecteren en
vervolgens op 9l / h om de ingestelde
waarde te veranderen.
• Druk op 9h om de ingestelde waarde te
verhogen.
• Druk op 9l om de ingestelde waarde te
verlagen.
Opmerking
U kunt de ingestelde waarden voor geluidsveldparameters niet
veranderen wanneer “MEMORY GUARD” in het “OPTION
MENU” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 88). Als u toch
parameterwaarden wilt wijzigen, dient u “MEMORY GUARD”
op “OFF” in te stellen.
y
1
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP en druk vervolgens op
RPARAMETER op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal verschijnen op het in-beeld
display.
Geluidsveldprogramma categorie
MOVIE
Cursor
.
1/2
Sci-Fi
SUR.;;PLIIx Movie
DSP LEVEL;;;;;0dB
P.INIT.DLY;;;16ms
P.ROOM SIZE;;;1.0
S.INIT.DLY;;;16ms
S.ROOM SIZE;;;1.0
• Voor details over de functie en het mogelijke instelbereik voor
elk van de geluidsveldparameters, zie bladzijde 66.
• Wanneer u een geluidsveldparameter instelt op een andere
waarde dan de fabrieksinstelling, zal er een sterretje (*) bij de
parameternaam op het in-beeld display verschijnen.
• Herhaal de stappen 3 en 4 indien nodig om andere instellingen
voor geluidsveldparameters te wijzigen.
• Voor sommige geluidsveldprogramma’s zijn zoveel parameters
beschikbaar dat deze meer dan één scherm van het in-beeld
display beslaan. Druk in een dergelijk geval op 9k / n om
door de verschillende schermen te balderen.
• Om de parameters van het geselecteerde geluidsveldprogramma
te initialiseren, drukt u net zo vaak op 9n tot u “INITIALIZE”
geselecteerd heeft, waarna u op 9h drukt. Wanneer het
bevestigingsscherm verschijnt op het in-beeld display, drukt u
op 9h om te bevestigen of op 9l om het initialiseren te
annuleren.
MOVIE
[p]/[[]: Select
2/2
Sci-Fi
SB INIT.DLY;;15ms
SB ROOM SIZE ;;1.0
DIALOG LIFT;;;;;0
. INITIALIZE
Geluidsveldparameters Geluidsveldparameterwaarden
[[]: Initialize
5
64 Nl
Druk op RPARAMETER om het scherm met
de geluidsveldparameters uit te schakelen.
Geavanceerde geluidsinstellingen
■ Basisconfiguratie
geluidsveldprogramma’s
Elk geluidsveldprogramma heeft een aantal parameters
(instellingen) die de karakteristieken van dat programma
bepalen. Om een bepaald geluidsveldprogramma aan te
passen, dient u eerst “DSP LEVEL” en/of “DIALG.LIFT”
te wijzigen en dan pas andere parameters te proberen.
Regelen van de verticale positie van gesproken
tekst (DIALG.LIFT)
Hiermee kunt u de verticale positie van de gesproken
teksten (dialogen) in films instellen. De ideale positie voor
de dialogen is wanneer ze uit het midden van het
beeldscherm lijken te komen.
y
Om instellingen van geluidsveldparameters te wijzigen, zie
bladzijde 64 voor details.
Instellen van het effectniveau van
geluidsveldprogramma’s (DSP LEVEL)
Geluidsveldprogramma’s voegen effecten (DSP effecten)
toe aan het originele brongeluid om in uw kamer een
nieuw geluidsveld te creëren. Gebruik de “DSP LEVEL”
parameter om het niveau van de toegepaste effecten te
regelen.
Ideale
dialoogpositie
Als u de dialogen uit de onderkant van het beeldscherm
hoort komen, dient u de “DIALG.LIFT” waarde te
verhogen.
Het DSP
effectniveau is laag
Het DSP effectniveau
is hoog
Stel “DSP LEVEL” bij in de volgende gevallen:
Verhoog de “DSP LEVEL” waarde
• Het effect van het geselecteerde
geluidsveldprogramma te zwak klinkt.
• U kunt geen verschil horen tussen de verschillende
geluidsveldprogramma’s.
Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5
“0” (begininstelling) is de laagste positie, en “5” is de
hoogste positie.
Opmerkingen
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Naar boven verplaatsen, naar de ideale dialoogpositie
• “DIALG.LIFT” is alleen beschikbaar wanneer “EXTRA SP
ASSIGN” is ingesteld op “PRESENCE” (zie bladzijde 72).
• U kunt de dialoogpositie niet lager instellen dan de
begininstelling.
Verlaag de “DSP LEVEL” waarde
• De geluidsweergave vaag is.
• U voelt dat de toegevoegde effecten overdreven
zijn.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Nederlands
65 Nl
Geavanceerde geluidsinstellingen
■ Geluidsveldparameters voor geavanceerde instellingen
Gebruik de volgende geluidsveldparameters om de geluidsveldprogramma’s in meer detail in te stellen.
y
Om instellingen van geluidsveldparameters te wijzigen, zie bladzijde 64 voor details.
Geluidsveldparameter
INIT.DLY
P.INIT.DLY
S.INIT.DLY
SB INI.DLY
Kenmerken
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter geluidsveld
aanvankelijke vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te
regelen tussen het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de
eerste weerkaatsing daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron
zich bij het weerkaatsende oppervlak lijkt te bevinden.
y
Wanneer u de aanvankelijke vertraging parameters verandert, raden we u aan ook de
corresponderende parameters voor de kamerafmetingen aan te passen. Deze instelling is in het
bijzonder effectief voor de CINEMA DSP programma’s.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (INIT.DLY en P.INIT.DLY)
1 t/m 49 ms (S.INIT.DLY en SB INI.DLY)
Brongeluid
Niveau
Nivea
Niveau
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
Tijd
Tijd
Vertraging
Vertraging
Vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend
oppervlak
Kleine waarde = 1 ms
66 Nl
Grote waarde = 99 ms
Geavanceerde geluidsinstellingen
Geluidsveldparameter
ROOM SIZE
P.ROOM SIZE
S.ROOM SIZE
SB ROOM SIZE
Kenmerken
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze
parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze
waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst
in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende
weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen
te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter
te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
y
Wanneer u de parameters voor de kamerafmetingen verandert, raden we u aan ook de
corresponderende parameters voor de aanvankelijke vertraging aan te passen. Deze instelling is
in het bijzonder effectief voor de CINEMA DSP programma’s.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Tijd
Vroege
weerkaatsingen
Niveau
Niveau
Niveau
Brongeluid
Tijd
Tijd
Geluidsbron
Levendigheid. Surround en surround-achter geluidsveld levendigheid. Deze parameter regelt de
reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege
weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron
worden sneller zwakker in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met
wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken
wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid
weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege
weerkaatsingen wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
Brongeluid
Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0
Niveau
Dood
Niveau
Levendig
Niveau
LIVENESS
S.LIVENESS
SB LIVENESS
Grote waarde = 2,0
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Kleine waarde = 0,1
Tijd
Tijd
Veel weerkaatst
geluid
Grote waarde = 10
Nederlands
67 Nl
Geavanceerde geluidsinstellingen
Geluidsveldparameter
REV.TIME
Kenmerken
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn
met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving
over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en
luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Natrillingen
60 dB
REV.TIME
Geluidsbron
60 dB
60 dB
REV.TIME
REV.TIME
Korte
natrillingen
Lange
natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s
REV.DELAY
Natrillingen
Grote waarde = 5,0 s
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid
en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de
natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt.
Nivea
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
Brongeluid
(dB)
60 dB
Natrillingen
Tijd
REV.DELAY
REV.LEVEL
REV.TIME
Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze
waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Instelbereik: 0 tot 100%
Niveau
Brongeluid
(dB)
REV. LEVEL
Tijd
68 Nl
Geavanceerde geluidsinstellingen
Geluidsveldparameter
DIRECT
Kenmerken
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi
stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal.
(Alleen “2ch Stereo”)
Keuzes: AUTO, OFF
y
• Selecteer “AUTO” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling alleen te laten
passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 52).
• Selecteer “OFF” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling niet te laten passeren
wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB.
• Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden
teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voorluidsprekers.
• In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voorkanalen omgeleid
worden naar de subwoofer:
– “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “BOTH” (zie bladzijde 76).
– “FRONT SP” is ingesteld op “SMALL” (zie bladzijde 77) en “LFE/BASS OUT” is ingesteld
op “SWFR” (zie bladzijde 76).
CT
SL
SR
SB
PL
PR
LEVEL
LEVEL
LEVEL
LEVEL
LEVEL
LEVEL
7-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround, surround achter, links en rechts
aanwezigheids-niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo
weergavefunctie. Welke parameters er beschikbaar zijn hangt mede af van de
luidsprekerinstellingen.
Instelbereik: 0 tot 100%
(Alleen “7ch Stereo”)
(Alleen “Straight Enhancer”
en “7ch Enhancer”)
Rechtstreeks en 7-kanaals Compressed Music Enhancer effectniveau. Het is mogelijk dat de
hoge tonen van bepaalde signalen teveel benadrukt worden. Zet het effectniveau in een dergelijk
geval op “LOW”.
Keuzes: HIGH, LOW
• Selecteer “HIGH” voor een hoog effectniveau.
• Selecteer “LOW” voor een laag effectniveau.
■ Selecteren van de met
geluidsveldprogramma’s te gebruiken
decoders (SUR.)
Gebruik deze functie om te kiezen welke decoder u wilt
gebruiken met MOVIE geluidsveldprogramma’s (behalve
met “Mono Movie”). Zie bladzijde 49 voor details over
MOVIE geluidsveldprogramma’s.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
EFFECT LEVEL
Selecteren van decoders
■ Selecteren van decoders voor 2-kanaals
materiaal (surround decoderfunctie)
Gebruik deze functie om bepaald materiaal af te spelen
met een van tevoren door u geselecteerde decoder. U kunt
2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven.
Beschikbare decoders
Decoder
Functies
PLIIx Movie
PLII Movie
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro
Logic II) verwerking voor
filmmateriaal. De Pro Logic IIx
decoder kan niet worden gebruikt
wanneer “SUR.B L/R SP” op
“NONE” is ingesteld (zie
bladzijde 77).
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
QSUR. DECODE op de afstandsbediening om
de gewenste surround decoder te selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk van het
materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke
voorkeuren.
y
69 Nl
Nederlands
U kunt desgewenst de instellingen voor de decoder wijzigen (zie
bladzijde 70). Zet de bedieningsfunctie op FAMP en druk
vervolgens op RPARAMETER om de decoderparameters op
het in-beeld display te kunnen bekijken. Druk herhaaldelijk op
9k / n om de gewenste decoderparameter te selecteren en druk
vervolgens herhaaldelijk op 9l / h om de waarde van de
geselecteerde parameter te wijzigen.
Geavanceerde geluidsinstellingen
■ Decoder beschrijvingen (SUR.)
Decoder
Beschrijving
Pro Logic
Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal.
PLIIx Movie
PLII Movie
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal. De Pro Logic IIx
decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR.B L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 77).
PLIIx Music
PLII Music
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx
decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR.B L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 77).
PLIIx Game
PLII Game
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor spelmateriaal. De Pro Logic IIx
decoder kan niet worden gebruikt wanneer “SUR.B L/R SP” op “NONE” is ingesteld (zie bladzijde 77).
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal.
Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
y
Wanneer u de surround decoderfunctie selecteert voor Dolby Digital, DTS of DTS 96/24 materiaal, zal dit toestel automatisch het
“SURROUND DECODE Dolby Digital”, “SURROUND DECODE DTS” of “SURROUND DECODE DTS 96/24” programma
selecteren.
Decoder parameter beschrijvingen
Decoderparameter
PANORAMA
(alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
Kenmerken
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surroundluidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: OFF, ON
DIMENSION
(alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het
geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren)
Begininstelling: STD (standaard)
CENTER WIDTH
(alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal
helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een
grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers)
Begininstelling: 3
C. IMAGE
(Alleen “Neo:6 Music”)
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang
met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voorluidsprekers) t/m
1,0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker)
Begininstelling: 0,3
70 Nl
DIT TOESTEL AANPASSEN AAN UW VOORKEUREN (MANUAL SETUP)
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Met behulp van het “SET MENU” (instelmenu) kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop
het toestel werkt aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis
van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
■ Automatische setup AUTO SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 32).
■ Handmatige setup
MANUAL SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Basismenu 1 BASIC MENU
Menu
A)SPEAKER SET
Parameter
Functies
Bladzijde
Hiermee kunt u de functie van de met de EXTRA SP
luidsprekeraansluiting verbonden luidsprekers instellen.
76
LFE/BASS OUT
Hiermee kunt u de luidsprekers selecteren die de LFE (Lage
Frequentie Effecten) en de lage tonen weergeven.
76
FRONT SP
Hiermee kunt u de afmetingen van de voor-luidsprekers instellen.
77
CENTER SP
Hiermee kunt u de afmetingen van de midden-luidspreker instellen.
77
SUR. L/R SP
Hiermee kunt u de afmetingen en het aantal surround-luidsprekers
instellen.
77
SUR.B L/R SP
Hiermee kunt u de afmetingen van de surround-luidsprekers en het
aantal daarvan instellen.
77
CROSS OVER
Hiermee kunt u de crossover-frequentie instellen voor alle luidsprekers
die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”) via “SPEAKER SET” (zie
bladzijde 77).
78
SUBWOOFER
PHASE
Hiermee kunt u de fase van uw subwoofer omschakelen als u te weinig
of onduidelijke lage tonen hoort.
78
B)SP LEVEL
FR.L/FR.R/
CNTR/SUR.L/
SUR.R/SBL/SBR/
SWFR/PR.L/PR.R
Hiermee kunt u de balans bepalen tussen het volume
(luidsprekerniveau) van de linker voor- of linker surround-luidspreker
en elk van de bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 76) geselecteerde
luidsprekers.
78
C)SP DISTANCE
UNIT
Hiermee kunt u de eenheid kiezen waarin de luidsprekerafstand wordt
aangegeven.
79
FRONT L/FRONT
R/CENTER/SUR.
L/SUR. R/SBL/
SBR/SWFR/PRNS
L/PRNS R
Hiermee kunt u de afstand tot elk van de luidsprekers bepalen en de
vertraging die op de bijbehorende kanalen wordt toegepast.
79
Aan of uit zetten van de testtoon voor de “SPEAKER SET”, “SP
LEVEL” en “SP DISTANCE” instellingen.
79
D)TEST TONE
—
GEAVANCEERDE
BEDIENING
EXTRA SP ASSIGN
Nederlands
71 Nl
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Volumemenu 2 VOLUME MENU
Parameter
Functies
Bladzijde
ADAPTIVE DRC
Hiermee kunt u instellen of dit toestel automatisch het dynamisch bereik moet regelen in
samenhang met het volumeniveau, of niet.
80
ADAPTIVE DSP LEVEL
Hiermee kunt u instellen of dit toestel automatisch het DSP effectniveau moet regelen in
samenhang met het volumeniveau, of niet.
80
MUTE TYPE
Hiermee kunt u instellen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u de
dempingsfunctie (mute) gebruikt (zie bladzijde 45).
80
MAX VOL.
Hiermee kunt u het maximum volume voor de hoofdzone instellen.
80
INIT. VOL.
Hiermee kunt u instellen wat het volume in de hoofdzone moet worden wanneer dit toestel aan
wordt gezet.
80
Geluidsmenu 3 SOUND MENU
Menu
A)EQUALIZER
B)LFE LEVEL
C)DYNAMIC
RANGE
D)LIPSYNC
E)EXTD SUR.
72 Nl
Parameter
Functies
Bladzijde
EQ TYPE SELECT
Hiermee kunt u het type equalizer kiezen.
81
GEQ
Hiermee kunt u de toonkleur van de luidsprekers regelen wanneer u
“EQ TYPE SELECT” instelt op “GEQ”.
81
TEST
Hiermee kunt u bepalen of dit toestel de testtoon moet weergeven
wanneer de “GEQ” wordt geregeld, of niet.
81
SPEAKER
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
82
HEADPHONE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
82
SPEAKER
Hiermee kunt u de hoeveelheid compressie van het dynamisch bereik
van de luidsprekers regelen.
82
HEADPHONE
Hiermee kunt u de hoeveelheid compressie van het dynamisch bereik
van de hoofdtelefoon regelen.
82
HDMI AUTO
Hiermee kunt u bepalen of dit toestel de automatische
synchronisatiefunctie voor audio en video ("automatic lip sync") moet
gebruiken of niet.
83
AUTO
Hiermee kunt u meer gedetailleerde instellingen maken voor de
audiovertraging wanneer de functie voor de automatische
synchronisatie van audio en video in werking is.
83
MANUAL
Hiermee kunt u de audiovertraging met de hand instellen wanneer het
aangesloten beeldscherm niet geschikt is voor de automatische
synchronisatiefunctie voor audio en video, of wanneer “HDMI
AUTO” is ingesteld op “OFF”.
83
Gebruik deze functie om te profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave
van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic
IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder en de aangesloten surround
achter-luidsprekers.
83
—
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Ingangsmenu 4 INPUT MENU
Opmerking
Sommige parameters die hieronder beschreven worden zijn niet beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn alleen
beschikbaar bij een specifieke signaalbron.
Parameter
Functies
Bladzijde
Hiermee kunt u de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere componenten als de
begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw voorkeuren.
84
INPUT RENAME
Hiermee kunt u de namen van de signaalbronnen zoals die op het in-beeld display en op het
voorpaneel verschijnen veranderen.
85
VOL. TRIM
Hiermee kunt u het niveau van de signalen die binnenkomen via de verschillende
aansluitingen instellen.
85
DECODER MODE
Hiermee kunt u de werkingsfunctie van de decoder omschakelen. U kunt de opnieuw
toegewezen digitale ingangsaansluitingen voor DTS signalen instellen.
85
STANDBY CHARGE
Instellen of dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of niet terwijl
dit toestel zelf uit (standby) staat (zie bladzijde 29).
85
START PAIRING
Breng de verbinding tot stand (pairing) tussen de aangesloten Yamaha Bluetooth adapter
(zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) en een Bluetooth component (zie bladzijde 62).
86
BGV
Hiermee kunt u kiezen welke videobron op de achtergrond zal worden weergegeven bij
weergave van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen.
86
INPUT CH
Hiermee kunt u het aantal kanalen dat binnenkomt via een externe decoder instellen.
86
FRONT
Hiermee kunt u de analoge aansluitingen selecteren waarop de signalen voor de voorkanalen
binnenkomen van een externe decoder wanneer u “INPUT CH” heeft ingesteld op “8CH”.
86
Optiemenu 5 OPTION MENU
Menu
A)DISPLAY SET
B)VIDEO SET
C)MEMORY
GUARD
Parameter
Functies
Bladzijde
DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel
instellen.
87
OSD SHIFT
Hiermee kunt u de verticale positie van het in-beeld display op het
beeldscherm instellen.
87
OSD-SOURCE
Hiermee kunt u instellen hoe lang het iPod menu nog weergegeven zal
worden op het beeldscherm wanneer u een bepaalde handeling heeft
uitgevoerd.
87
OSD-AMP
Hiermee kunt u instellen hoe lang het statusscherm nog weergegeven
zal worden op het beeldscherm wanneer u een bepaalde handeling
heeft uitgevoerd.
87
FL SCROLL
Hiermee kunt u de manier kiezen waarop de iPod informatie zal
worden weergegeven op het display op het voorpaneel.
87
VIDEO CONV.
Hiermee kunt u instellen of videosignalen die binnenkomen via de
VIDEO, S VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen moeten
worden omgezet.
88
Voorkomt onbedoelde wijzigingen aan de ingestelde waarden van
geluidsveldparameters en andere systeeminstellingen.
88
—
GEAVANCEERDE
BEDIENING
I/O ASSIGNMENT
Nederlands
73 Nl
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Menu
D)INIT.
CONFIG
Parameter
Functies
Bladzijde
AUDIO SELECT
Standaard instellen van een bepaalde audio ingangsaansluiting
selectiefunctie voor de signaalbronnen die zijn verbonden met de
DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
89
DECODER MODE
Hiermee kunt u een bepaalde decoderfunctie standaard instellen voor
signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT
aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
89
EXTD SUR.
Hiermee kunt u een bepaalde uitgebreide decoderfunctie instellen voor
signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL INPUT
aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
89
E)HDMI SET
S.AUDIO
Hiermee kunt u kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven
via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is
verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
89
F)ZONE2 SET
MAX VOL.
Hiermee kunt u het maximum volumeniveau Zone 2 regelen.
90
INIT. VOL.
Hiermee kunt u het volumeniveau in Zone 2 instellen wanneer dit
toestel aan wordt gezet.
90
■ Signaalinformatie SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over de audio- en videosignalen controleren (zie bladzijde 46).
74 Nl
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
4
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
y
• U kunt de “SET MENU” parameters wijzigen terwijl het toestel
geluid aan het weergeven is.
• Als u op RPARAMETER drukt terwijl het “SET MENU”
gebruikt wordt, zal het “SET MENU” worden geannuleerd.
• Druk op 0RETURN om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
2
3 SOUND MENU
. A)EQUALIZER
B)LFE LEVEL
C)DYNAMIC RANGE
D)LIPSYNC
E)EXTD SUR.
[]/[]: Hoger/lager
[ENTER]: Enter
[
1
Druk herhaaldelijk op 9k / n om het
gewenste menu te selecteren en druk op
9ENTER om het te openen.
De volgende schermen zijn voorbeelden waarin het
“SOUND MENU” wordt geselecteerd.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP en druk vervolgens op HSET
MENU om het “SET MENU” te openen.
Het eerste “SET MENU” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
5
Druk op 9k / n en selecteer “MANUAL
SETUP”.
p
Gebruiken van het SET MENU
Druk herhaaldelijk op 9k / n om het
gewenste submenu te selecteren en druk op
9ENTER om het te openen.
Het volgende scherm is een voorbeeld waarin “LFE
LEVEL” wordt geselecteerd.
B)LFE LEVEL
SET MENU
. SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;-20dB
;AUTO SETUP
. ;MANUAL SETUP
;SIGNAL INFO
6
Druk op 9k / n om de gewenste parameter
te selecteren en vervolgens op 9l / h om
de instelling te wijzigen.
• Druk op 9h om de ingestelde waarde te
verhogen.
• Druk op 9l om de ingestelde waarde te
verlagen.
7
Druk op HSET MENU om de “SET MENU”
te verlaten.
MANUAL SETUP
. 1 BASIC MENU
2
3
4
5
VOLUME MENU
SOUND MENU
INPUT MENU
OPTION MENU
p
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Enter
p
[
p
[
Druk op 9ENTER om de “MANUAL SETUP”
te openen.
Het “MANUAL SETUP” scherm zal op het in-beeld
display verschijnen.
[
3
GEAVANCEERDE
BEDIENING
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Adjust
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Enter
Nederlands
75 Nl
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
1 BASIC MENU
Via dit menu kunt u met de hand de basisinstellingen voor de
luidsprekers wijzigen. De meeste “BASIC MENU” parameters worden
automatisch ingesteld wanneer u de automatische instelling laat doen.
LFE/lage tonen uitgang LFE/BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
A)SPEAKER SET
LFE/BASS OUT
1 BASIC MENU
. A)SPEAKER SET
B)SP LEVEL
C)SP DISTANCE
D)TEST TONE
SWFR
FRONT >BOTH
p
[
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Enter
LFE uitgangssignalen
y
Subwoofer(s) en luidsprekers
Stel “TEST TONE” in op “ON” om de testtoon weer te laten
geven bij “SPEAKER SET”, “SP LEVEL” en “SP DISTANCE”.
■ Luidspreker-instellingen A)SPEAKER SET
y
Druk herhaaldelijk op 9k / n om de gewenste parameter te
selecteren.
Keuze
Subwoofer(s)
Voorluidsprekers
Overige
luidsprekers
BOTH
Uitgang
Geen uitg.
Geen uitg.
SWFR
Uitgang
Geen uitg.
Geen uitg.
FRONT
Geen uitg.
Uitgang
Geen uitg.
Extra luidspreker toewijzing EXTRA SP ASSIGN
Hiermee kunt u de functie van de met de EXTRA SP
aansluitingen verbonden luidsprekers instellen.
Lage frequentie uitgangssignalen
Subwoofer(s) en luidsprekers
Keuze
ZONE2
p
[
XA)SPEAKER SET
X
EXTRA SP ASSIGN
X
ZONE2 >FRONT B
X
ZONE B PRESENCE
X
NONE
X
X
X
X
ZONE2 SET
XXXX[]/[]:Up/DownXXXXX
Not Available
XXXX[p]/[[]:EnterXXXXXXX
X
Beschrijving
Kies deze instelling wanneer u gebruik maakt
van Zone 2 luidsprekers (zie bladzijde 104).
FRONT B
Selecteer deze instelling wanneer u een ander
voor-luidsprekersysteem gebruikt in de
hoofdzone (zie bladzijde 43).
ZONE B
Selecteer deze instelling wanneer u een ander
voor-luidsprekersysteem gebruikt in een andere
ruimte (zie bladzijde 43).
PRESENCE
Kies deze instelling wanneer u gebruik maakt van
aanwezigheidsluidsprekers (zie bladzijde 13).
NONE
Selecteer deze instelling wanneer u geen
gebruik maakt van de EXTRA SP aansluitingen.
Keuze
Subwoofer(s)
Voorluidsprekers
Overige
luidsprekers
BOTH
*1
*2
*3
SWFR
*4
*3
*3
FRONT
Geen uitg.
*1
*3
*1
*2
*3
*4
Opmerkingen
• Deze parameter krijgt dezelfde waarde als de “EXTRA SP
ASSIGN” parameter in de “AUTO SETUP” (zie bladzijde 33).
• Als u “ON” selecteert bij “BI-AMP” (zie bladzijde 109), kunt u
geen “PRESENCE” of “ZONE2” meer instellen bij “EXTRA
SP ASSIGN”.
• Nadat u de “EXTRA SP ASSIGN” instelling heeft gewijzigd,
dient u de “AUTO SETUP” opnieuw uit te voeren (zie
bladzijde 32).
76 Nl
Produceert (produceren) de lage frequentiesignalen voor
de voorkanalen en andere luidsprekers die zijn ingesteld
op “SMALL”.
Produceert altijd de lage frequentiesignalen voor de
voorkanalen.
Produceert de lage frequentiesignalen als de luidsprekers
zijn ingesteld op “LARGE”.
Produceert de lage frequentiesignalen voor de
luidsprekers die zijn ingesteld op “SMALL” of
“NONE”.
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Afmetingen van luidsprekers
De woofer (lage tonen) luidspreker is
– 16 cm of groter: groot
– kleiner dan 16 cm: klein
Linker/rechter surround-luidsprekers
SUR. L/R SP
A)SPEAKER SET
SUR. L/R SP
Voor-luidsprekers FRONT SP
A)SPEAKER SET
NONE >SMALL
LARGE
FRONT SP
Keuze
SMALL
>LARGE
Keuze
LARGE
Selecteer deze instelling wanneer de surroundluidsprekers groot zijn.
SMALL
Selecteer deze instelling wanneer de surroundluidsprekers klein zijn.
NONE
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik
maakt van surround-luidsprekers. Hiermee zet u
het toestel in de CINEMA DSP stand (zie
bladzijde 51) en zal “SUR.B L/R SP”
automatisch op “NONE” (geen) worden
ingesteld.
Beschrijving
LARGE
Selecteer deze instelling wanneer de voorluidsprekers groot zijn.
SMALL
Selecteer deze instelling wanneer de voorluidsprekers klein zijn.
Opmerking
Linker/rechter surround achter-luidsprekers
SUR.B L/R SP
A)SPEAKER SET
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Wanneer “LFE/BASS OUT” is ingesteld op “FRONT”, kunt u
alleen “LARGE” kiezen bij “FRONT SP”. Als “FRONT SP” van
tevoren op een andere instelling dan “LARGE” is gezet, zal dit
toestel die instelling automatisch veranderen naar “LARGE”.
Beschrijving
SUR.B L/R SP
Midden-luidspreker CENTER SP
SMLx1 >SMLx2
A)SPEAKER SET
LRGx1
CENTER SP
Keuze
NONE >SMALL
Beschrijving
LRGx1
Selecteer deze instelling wanneer de enkele
surround achter-luidspreker groot is.
LARGE
LRGx2
Wanneer de midden-luidspreker groot is:
Selecteer “LARGE” (groot).
Selecteer deze instelling wanneer de linker en
rechter surround achter-luidsprekers groot zijn.
SMLx1
Wanneer de midden-luidspreker klein is:
Selecteer “SMALL” (klein).
Selecteer deze instelling wanneer de enkele
surround achter-luidspreker klein is.
SMLx2
Selecteer deze instelling wanneer de linker en
rechter surround achter-luidsprekers klein zijn.
NONE
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik
maakt van surround achter-luidsprekers. De
signalen voor het surround-achterkanaal zullen
naar de linker en rechter surround-luidsprekers
worden gestuurd.
Wanneer u geen gebruik maakt van een
midden-luidspreker:
Selecteer “NONE” (geen). De signalen voor het
middenkanaal zullen naar de linker en rechter voorluidsprekers worden gestuurd.
Keuze
Beschrijving
Selecteer deze instelling wanneer de middenluidspreker groot is.
SMALL
Selecteer deze instelling wanneer de middenluidspreker klein is.
NONE
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik
maakt van een midden-luidspreker. De signalen
voor het middenkanaal zullen naar de linker en
rechter voor-luidsprekers worden gestuurd.
Opmerking
Als er Dolby TrueHD audiosignalen binnenkomen en “SUR.B L/
R SP” is ingesteld op “NONE”, zullen de linker en rechter
surround-achterkanalen niet naar de linker en rechter surroundluidsprekers worden gestuurd.
77 Nl
Nederlands
LARGE
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Lage tonen crossover CROSS OVER
Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen
voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of
“SMALL”) via “SPEAKER SET” (zie bladzijde 76). Alle
frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen naar
de subwoofer(s) of voor-luidsprekers worden gedirigeerd
aan de hand van de “LFE/BASS OUT” instelling bij
“SPEAKER SET” (zie bladzijde 76).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
■ Luidsprekerniveau B)SP LEVEL
Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de
bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 76) geselecteerde
luidsprekers.
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling:
FR.L/FR.R/SWFR/PR.L/PR.R: 0 dB
CNTR/SUR.L/SUR.R/SBL/SBR: –1,0 dB
A)SPEAKER SET
CROSS OVER
B)SP LEVEL
1/2
B)SP LEVEL
. FR.L
. SBL
FR.R
CNTR
SUR.L
SUR.R
FREQ;;;;80Hz
2/2
SBR
SWFR
y
Als het volume en de crossover-frequentie op uw subwoofer
ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of iets
lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale waarde.
Subwooferfase SUBWOOFER PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden
weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer
omschakelen.
A)SPEAKER SET
SUBWOOFER PHASE
>NORMAL
Keuze
REVERSE
Functies
NORMAL
(normaal)
Verandert de fase van uw subwoofer niet.
REVERSE
(omgekeerd)
Keert de fase voor uw subwoofer om.
SP LEVEL
Ingestelde luidspreker
FR.L
Linker voor-luidspreker
FR.R
Rechter voor-luidspreker
CNTR
Midden-luidspreker
SUR.L
Linker surround-luidspreker
SUR.R
Rechter surround-luidspreker
SBL
Linker surround achter-luidspreker
SBR
Rechter surround achter-luidspreker
SWFR
Subwoofer
PR.L
Linker aanwezigheidsluidspreker
PR.R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
y
• Als het volume en de crossover-frequentie op uw subwoofer
ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of
iets lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale
waarde.
• Stel “TEST TONE” in op “ON” om de testtoon weer te laten
geven bij de “SPEAKER LEVEL” instelling (zie bladzijde 79).
Opmerkingen
• Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af
van de luidsprekerinstellingen.
• In plaats van “SBL” en “SBR”, zal “SB” worden getoond indien
“SUR. B L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie
bladzijde 77).
78 Nl
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
■ Luidspreker afstand C)SP DISTANCE
■ Testtoon D)TEST TONE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging voor het
bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval zouden alle
luidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek moeten staan.
Maar in de meeste gevallen is dat praktisch gezien niet mogelijk.
Daarom moet de weergave van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij
staan heel eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle
luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert.
Aan of uit zetten van de testtoon voor de “SPEAKER
SET”, “SP LEVEL” en “SP DISTANCE” instellingen.
1/2
C)SP DISTANCE
. UNIT;;;;;;meters
Keuze
[
Eenheid voor de instelling van de
luidsprekerafstand UNIT
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft)
[Overige modellen]: meters (m)
Keuze
Functies
meters (m)
Stelt de afstanden van de luidsprekers in meters in.
feet (ft)
Stelt de afstanden van de luidsprekers in voeten (feet) in.
Dit toestel zal geen testtoon weergeven bij de
“SPEAKER SET”, “SP LEVEL” en “SP
DISTANCE” instellingen.
ON
Dit toestel zal wel een testtoon weergeven bij de
“SPEAKER SET”, “SP LEVEL” en “SP
DISTANCE” instellingen.
y
Als u een handzame geluidsdrukmeter gebruikt, houd deze dan
met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze
zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal
en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB.
Opmerking
Deze functie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u het
“BASIC MENU” verlaat.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft)
Instelstap: 0,10 m (0.5 ft)
Begininstelling:
FRONT L/FRONT R/SWFR/PRNS L/
PRNS R: 3,00 m (10.0 ft)
CENTER: 2,60 m (8.5 ft)
SUR. L/SUR. R/SBL/SBR: 2,40 m (8.0 ft)
Functies
OFF
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Adjust
p
[
2/2
SBR;;;;;;;;2.40m
SWFR;;;;;;;3.00m
PRNS L;;;;;3.00m
PRNS R;;;;;3.00m
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Select
ON
[p]/[[]: Select
[ENTER]: Return
. SBL;;;;;;;;2.40m
FRONT L;;;;3.00m
FRONT R;;;;3.00m
CENTER;;;;;2.60m
SUR. L;;;;;2.40m
SUR. R;;;;;2.40m
SP DISTANCE
>OFF
p
C)SP DISTANCE
D)TEST TONE
Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
SUR. L
Linker surround-luidspreker
SUR. R
Rechter surround-luidspreker
SBL
Linker surround achter-luidspreker
SBR
Rechter surround achter-luidspreker
SWFR
Subwoofer
PRNS L
Linker aanwezigheidsluidspreker
PRNS R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
Nederlands
Opmerkingen
• Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van de
luidsprekerinstellingen.
• In plaats van “SBL” en “SBR”, zal “SUR.B” worden getoond indien
“SUR.B L/R SP” is ingesteld op “SMLx1” of “LRGx1” (zie bladzijde 77).
79 Nl
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
2 VOLUME MENU
Via dit menu kunt u met de hand de diverse volumeinstellingen wijzigen.
Adaptief DSP niveau ADAPTIVE DSP LEVEL
Gebruik deze functie om het DSP effectniveau (zie
bladzijde 65) in te stellen aan de hand van het
volumeniveau.
Keuze
2 VOLUME MENU
AUTO
OFF
Regelt het DSP effectniveau niet automatisch.
. ADAPTIVE DRC;;;;OFF
ADAPTIVE DSP
LEVEL;;;;OFF
MUTE TYPE;;;;;;FULL
MAX VOL.;;;;+16.5dB
INIT. VOL.;;;;;;OFF
p
[
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Select
Opmerking
Uitgangsniveau
Uitgangsniveau
Adaptieve regeling van het dynamisch bereik
ADAPTIVE DRC
Gebruik deze functie om het dynamisch bereik te laten
regelen aan de hand van het volumeniveau. Deze functie
komt van pas wanneer u bij een laag volume, bijvoorbeeld
’s nachts, wilt luisteren. Wanneer “ADAPTIVE DRC” is
ingesteld op “AUTO”, zal dit toestel het dynamisch bereik
als volgt regelen:
– Als het VOLUME laag staat: het dynamisch bereik
wordt beperkt
– Als het VOLUME hoog staat: het dynamisch bereik
is groot
AUTO
OFF
Ingangsniveau
VOLUME: laag
Keuze
Functies
Regelt het DSP effectniveau aan de hand van het
volumeniveau.
AUTO
OFF
Ingangsniveau
VOLUME: hoog
Functies
AUTO
Regelt het dynamisch bereik automatisch.
OFF
Regelt het dynamisch bereik niet automatisch.
y
• U kunt het dynamisch bereik van bitstroomsignalen ook regelen
met “DYNAMIC RANGE” in het “SOUND MENU” (zie
bladzijde 82).
• Deze functie is ook handig wanneer u luistert met uw
hoofdtelefoon.
Opmerking
De functie voor het adaptief regelen van het dynamisch bereik
werkt niet wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat (zie
bladzijde 52).
Ook als u “ADAPTIVE DSP LEVEL” op “AUTO” zet, zal dit
toestel de bij “DSP LEVEL” gespecificeerde waarde (zie
bladzijde 65) niet wijzigen, maar alleen fijnregelen.
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid
MUTE TYPE
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt (zie bladzijde 45).
Keuze
Functies
FULL
Schakelt alle geluidsweergave tijdelijk uit.
–20dB
Verlaagt het huidige volume met 20 dB.
Maximum volume MAX VOL.
Gebruik deze functie om het maximum volume voor de
hoofdzone in te stellen. Deze functie is nuttig om te
voorkomen dat er per ongeluk hele harde geluiden worden
weergegeven. Het oorspronkelijke volumebereik is
bijvoorbeeld –80,0 dB t/m +16,5 dB. Maar wanneer
“MAX VOL.” is ingesteld op –5,0 dB, wordt het
volumebereik –80,0 dB t/m –5,0 dB.
Instelbereik: –30,0 dB t/m +15,0 dB, +16,5 dB
Instelstap: 5,0 dB
Opmerkingen
• Wanneer dit toestel bezig is met de automatische setup, wordt
het volume automatisch op 0 dB gezet, ongeacht de huidige
“MAX VOL.” instelling.
• De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de instelling
voor het beginvolume. Als bijvoorbeeld “INI.VOL.” is ingesteld
op –20,0 dB en “MAX VOL.” is ingesteld op –30,0 dB, dan zal
het volume automatisch worden ingesteld op –30,0 dB wanneer
u de volgende keer het toestel weer aan zet.
• Gebruik “MAX VOL.” onder “ZONE SET” om het
beginvolume in Zone 2 in te stellen.
Beginvolume INIT. VOL.
Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume in de
hoofdzone moet worden wanneer dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: OFF, MUTE, –80,0 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
Opmerking
De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de instelling
voor het beginvolume.
80 Nl
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
3 SOUND MENU
Via deze functie kunt u de audio-instellingen wijzigen.
3 SOUND MENU
. A)EQUALIZER
B)LFE LEVEL
C)DYNAMIC RANGE
D)LIPSYNC
E)EXTD SUR.
Grafische equalizer GEQ
Gebruik deze functie om de toonkleur van de midden,
L/R surround en L/R surround-achter en eventuele losse
surround achter-luidsprekers af te stemmen op de
toonkleur van de L/R voor-luidsprekers. U kunt
7 frequentiebanden instellen (63 Hz, 160 Hz, 400 Hz,
1 kHz, 2,5 kHz, 6,3 kHz, 16 kHz).
Instelbereik: -6,0 dB t/m +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
p
■ Equalizer A)EQUALIZER
[
2/2
TEST >OFF ON
CHANNEL;;;;FRONT L
0dB
0dB
0dB
0dB
p
63Hz
160Hz
400Hz
1kHz
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Select
Gebruik deze functie om te kiezen tussen de
parametrische en de grafische equalizer.
Equalizertype selecteren EQ TYPE SELECT
Gebruik deze functie om het type equalizer te kiezen.
A)EQUALIZER
1/2
TEST >OFF ON
. CHANNEL;;;;FRONT L
. 2.5kHz
6.3kHz
16kHz
0dB
0dB
0dB
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Adjust
p
A)EQUALIZER
[
[
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Enter
y
Druk op 9k / n om een frequentieband te selecteren en op
9l / h om de geselecteerde frequentieband in te stellen.
A)EQUALIZER
EQ TYPE SELECT
OFF
[p]/[[]: Select
[ENTER]: Enter
Functies
AUTO PEQ
Maakt gebruik van de parametrische equalizer
zoals ingesteld bij “AUTO SETUP” (zie
bladzijde 33).
GEQ
Hiermee kunt u de ingebouwde grafische
equalizer met 7 frequentiebanden zo instellen dat
de toonkleur van de luidsprekers met elkaar
overeenkomt. Druk op 9ENTER om het
scherm voor de grafische equalizer te openen.
Testtoon TEST
Gebruik deze functie om instellingen te verrichten met
“GEQ” terwijl u luistert naar een testtoon. Om “TEST” te
selecteren, dient u herhaaldelijk op 9k / n te drukken op
het grafische equalizerscherm.
A)EQUALIZER
>OFF ON
CHANNEL;;;;FRONT L
63Hz
160Hz
400Hz
1kHz
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Select
Schakelt de equalizerfunctie uit.
y
Het op dit moment toegepaste type parametrische equalizer (zie
bladzijde 33) verschijnt onder “AUTO PEQ”.
Opmerking
U kunt “AUTO PEQ” alleen selecteren wanneer u van tevoren de
“AUTO SETUP” heeft uitgevoerd (zie bladzijde 32). In dit geval
zal “AUTO PEQ” automatisch worden geselecteerd als
standaardinstelling.
1/2
. TEST
[
OFF
De “GEQ” parameter kan alleen worden ingesteld wanneer
“GEQ” is geselecteerd bij “EQ TYPE SELECT”.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Keuze
Opmerking
Keuze
0dB
0dB
0dB
0dB
p
AUTO PEQ >GEQ
[NATURAL]
Functies
OFF
Er wordt geen testtoon weergegeven, maar het
signaal van de op dit moment geselecteerde
signaalbron.
ON
Er worden testtonen weergegeven via de
geselecteerde luidsprekers.
Nederlands
81 Nl
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
■ Dynamisch bereik C)DYNAMIC RANGE
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel bitstroomsignalen decodeert.
C)DYNAMIC RANGE
SPEAKER;;;;;;;;;MAX
. HEADPHONE;;;;;;;MAX
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Select
p
B)LFE LEVEL
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het
LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten
met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling
treedt in werking wanneer het ingangssignaal een LFE
signaal bevat.
Instelbereik: –20 t/m 0 dB
Instelstap: 1 dB
[
■ Niveau Lage Frequentie Effecten
B)LFE LEVEL
. SPEAKER;;;;;;0dB
HEADPHONE;;;;0dB
p
[
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Adjust
Luidsprekers SPEAKER
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
Luidsprekers SPEAKER
Regelt de compressie van het dynamisch bereik voor de
luidsprekers.
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Regelt de compressie van het dynamisch bereik voor de
hoofdtelefoon.
Keuze
Hoofdtelefoon HEADPHONE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
MIN/AUTO
• MIN: Beperkt het dynamisch bereik wanneer
dit toestel bitstroomsignalen decodeert
(behalve Dolby TrueHD).
• AUTO: Regelt het dynamisch bereik aan de
hand van de instructies in het ingangssignaal
wanneer dit toestel Dolby TrueHD signalen
decodeert.
STD
Stelt het dynamisch bereik in op een gemiddelde
waarde. Wanneer dit toestel Dolby TrueHD
signalen decodeert, zal de regeling van het
dynamisch bereik altijd zijn ingeschakeld,
ongeacht de instructies in het ingangssignaal.
MAX
Behoudt het grootste dynamische bereik.
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE/BASS OUT” (zie
bladzijde 76) is het mogelijk dat sommige signalen niet via de
SUBWOOFER PRE OUT aansluiting worden gereproduceerd.
82 Nl
Functies
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
■ Audio en video synchronisatie
(‘lip sync’) D)LIPSYNC
Gebruik deze functie om de synchronisatie van beeld en
geluid te regelen.
■ Uitgebreid surround E)EXTD SUR.
Gebruik deze functie om te profiteren van 6.1/7.1-kanaals
weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp
van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES
decoder en de aangesloten surround achter-luidsprekers.
D)LIPSYNC
E)EXTD SUR.
. HDMI AUTO;;;;;;OFF
AUTO;;;;;;;;;---ms
(offset;;;---ms)
MANUAL;;;;;;;;;0ms
EXTD SUR.;;;;;;AUTO
p
[
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Select
HDMI automatische synchronisatie HDMI AUTO
Als het beeldscherm is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel en geschikt is voor automatische
audio en video synchronisatie (automatische ‘lip sync’
functie), zal dit toestel beeld en geluid automatisch
synchroniseren. Gebruik deze functie om de automatische
synchronisatie (‘lip sync’) aan of uit te zetten.
Keuzes: ON, OFF
Als het aangesloten beeldscherm geschikt is
voor automatische synchronisatie:
Selecteer “ON”. Gebruik “AUTO” om de audio en
video synchronisatie in meer detail in te stellen.
Keuze
Functies
AUTO
Schakelt de optimale decoder in voor weergave
van signalen via 6.1/7.1 kanalen wanneer dit
toestel een signalering daarvoor (‘vlag’) in het
ingangssignaal herkent.
PLIIxMovie
Geeft Dolby Digital of DTS signalen weer via
7.1 kanalen via de Pro Logic IIx Movie decoder.
PLIIxMusic
Selecteer Dolby Digital om DTS signalen via
6.1/7.1 kanalen weer te geven met de Pro Logic
IIx Music decoder.
EX/ES
Geeft Dolby Digital of DTS signalen weer via
6.1/7.1 kanalen met de Dolby Digital EX of
DTS-ES decoder.
OFF
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1
kanalen te creëren.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Als het beeldscherm niet geschikt is voor de
automatische synchronisatie, of als u de
automatische synchronisatie niet wilt
gebruiken:
Selecteer “OFF”. Gebruik “MANUAL” (Handmatig)
om de synchronisatie van beeld en geluid te regelen.
[p]/[[]: Select
[ENTER]: Return
Automatische vertraging AUTO
Gebruik deze functie om gedetailleerde instellingen te
kunnen maken voor de synchronisatie van audio en video
wanneer u “HDMI AUTO” heeft ingesteld op “ON”.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Instelstap: 1 ms
y
“offset” geeft het verschil aan tussen de waarde voor de
audiovertraging die dit toestel instelt en de waarde voor de
audiovertraging die u instelt bij “AUTO”. Dit toestel slaat de
“offset” waarde op en past deze toe op eventuele andere
beeldschermen die geschikt zijn voor de automatische
synchronisatie.
Nederlands
Handmatige vertraging MANUAL
Gebruik deze functie om de vertraging van de
geluidsweergave met de hand in te stellen zodat deze
synchroon loopt met de weergegeven beelden wanneer u
“HDMI AUTO” heeft ingesteld op “OFF”.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Instelstap: 1 ms
83 Nl
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
4 INPUT MENU
Gebruik dit menu om de parameters voor elk van de
signaalbronnen in te stellen.
1/2
p
[
B)TUNER
C)CD
D)MD/CD-R
E)DVD
F) DTV/CBL
G)
V-AUX
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Enter
Signaalbron
B)TUNER
L)MULTI CH
4 INPUT MENU
. H)
I)
J)
K)
L)
2/2
DOCK
BLUETOOTH
DVR
VCR
MULTI CH
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Enter
p
. A)PHONO
[
4 INPUT MENU
Parameter
J)
INPUT RENAME
VOL. TRIM
I/O ASSIGNMENT
INPUT RENAME
VOL. TRIM
DECODER MODE
H)DOCK
INPUT RENAME
VOL. TRIM
STANDBY CHARGE
I) BLUETOOTH
INPUT RENAME
VOL. TRIM
START PAIRING
Opmerking
Sommige parameters die hierboven beschreven worden zijn niet
beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn
alleen beschikbaar bij een specifieke signaalbron.
DVR
. COMPONENT IN;;;[B]*
COAXIAL IN;;;;NONE
OPTICAL IN;;;;NONE
OPTICAL OUT;;;NONE
HDMI IN;;;;;;;;[3]
INPUT RENAME
VOL. TRIM
BGV
INPUT CH
FRONT
A)PHONO
C)CD
D)MD/CD-R
E)DVD
F)DTV/CBL
G)V-AUX
J)DVR
K)VCR
84 Nl
Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen
I/O ASSIGNMENT
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de parameter
om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen aan
andere apparatuur en uiteindelijk meer componenten te
kunnen aansluiten.
Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met RINPUT op het
voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen (5) op de
afstandsbediening).
Current( DTV/CBL )
[p]/[[]: Select
[ENTER]: Enter
y
• “NONE” verschijnt op het in-beeld display wanneer er geen
signaalbron is toegewezen aan de in-/uitgangsaansluiting.
• Stel “OPTICAL OUT” in op “(1)” voor de digitale
opnamecomponent die u heeft verbonden met de DIGITAL
OUTPUT aansluiting.
• U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
• Een asterisk (*) verschijnt rechts naast namen van in/
uitgangsaansluitingen waarvan de eerdere instellingen
gewijzigd zijn.
• De signaalbron die op dit moment is toegewezen aan de
geselecteerde in/uitgangsaansluiting zal verschijnen op het inbeeld display (“Current( DTV/CBL )” in het voorbeeld
hierboven).
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
Signaalbronnen nieuwe namen geven
INPUT RENAME
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen
zoals die op het in-beeld display op het voorpaneel
verschijnen veranderen.
DVR
C)CD
INPUT RENAME
DVR .
I/O ASSIGNMENT
INPUT RENAME
VOL. TRIM;;;;;0.0dB
. DECODER MODE;;;AUTO
DVR
1
2
p
Druk op 9l / h om de “_” (onderstreping)
onder de spatie of het teken dat u wilt
bewerken te plaatsen.
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Select
[
[
[p]/[[]: Position
[ ]/[ ]: Character
[ENTER]: Enter
[RETURN]: Return
Keuze
p
J)
Decoderfunctie DECODER MODE
Hiermee kunt u een andere decoder standaard laten
inschakelen. Wanneer u “DTS” selecteert en er digitale
audiosignalen binnenkomen, zal dit toestel de DTS
decoder inschakelen en alleen de digitale DTS
audiosignalen weergeven.
Functies
AUTO
Detecteert automatisch de typen digitale audio
ingangssignalen en selecteert de juiste decoder.
DTS
Schakelt de DTS decoder in en geeft alleen DTS
digitale audiosignalen weer wanneer er digitale
audiosignalen binnenkomen.
Kies met 9k / n het teken dat u wilt
gebruiken en ga vervolgens met 9l / h
naar het volgende teken.
Opmerking
Opmerkingen
3
Herhaal de stappen 1 t/m 2 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
4
Druk op 9ENTER om deze handeling te
voltooien.
Volume Trim VOL. TRIM
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de aansluitingen op elkaar afstemmen. Deze
functie komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het
volume plotseling verandert wanneer u overschakelt naar
een andere signaalbron.
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling: 0,0 dB
“DECODER MODE” is alleen beschikbaar wanneer de digitale
audio ingangsaansluitingen (HDMI, OPTICAL en/of COAXIAL)
zijn toegewezen aan de geselecteerde signaalbron.
Opladen terwijl het toestel uit (standby)
staat STANDBY CHARGE
Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de
batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of
niet terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat.
Keuze
GEAVANCEERDE
BEDIENING
• U kunt maximaal 9 tekens gebruiken voor elke signaalbron.
• Druk op 9n om de tekens als volgt te laten veranderen, of
druk op 9k om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen: A t/m Z, 0 t/m 9, a t/m z, symbolen (#, *, –, +,
enz.), spatie.
Functies
AUTO
Laadt de batterij (accu) van de aangesloten iPod
op wanneer dit toestel aan staat en wanneer het
uit (standby) staat.
OFF
Laadt de batterij (accu) van de aangesloten iPod
alleen op wanneer dit toestel aan staat.
B)TUNER
INPUT RENAME
. VOL. TRIM;;;;+6.0dB
p
[
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Adjust
Nederlands
y
Deze parameter heeft ook invloed op de signalen die worden
geproduceerd via de ZONE OUT audio-aansluitingen.
85 Nl
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
2
3
Druk op 9ENTER om het tot stand brengen
van de verbinding (pairing) te laten beginnen.
De aangesloten Bluetooth adapter begint te zoeken
naar Bluetooth apparatuur. “Searching...” zal
verschijnen op het beeldscherm.
Controleer of de Bluetooth component de
Bluetooth adapter kan detecteren.
Als de Bluetooth component de Bluetooth adapter
detecteert (vindt), zal (bijvoorbeeld) “YBA-10 YAMAHA”
verschijnen in de lijst met Bluetooth apparaten.
Selecteer de Bluetooth adapter in de lijst met
Bluetooth apparaten en voer het wachtwoord
“0000” in op de Bluetooth component.
Wanneer de verbinding met succes tot stand is gebracht,
zal de melding “Pairing completed” verschijnen.
y
Om het tot stand brengen van de verbinding (pairing) te annuleren, dient
u op 0RETURN te drukken om “START PAIRING” af te sluiten.
4
Druk op 0RETURN om de “START
PAIRING” te verlaten.
Opmerkingen
• Als de aangesloten Bluetooth adapter geen Bluetooth
componenten kan vinden, zal “Not found” verschijnen.
• Als er geen Bluetooth adapter is aangesloten op dit toestel, zal
“No Bluetooth Adapter” verschijnen.
LAST
Gebruikt automatisch de laatst geselecteerde
videobron als signaalbron voor de
achtergrondvideo.
DVD,
DTV/CBL,
DVR, VCR,
V-AUX
Selecteert de corresponderende signaalbron als
bron voor de achtergrondvideo.
OFF
Er wordt geen video op de achtergrond
weergegeven.
Ingangskanalen INPUT CH
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt van de externe decoder (zie bladzijde 25).
Keuzes: 6CH, 8CH
L) MULTI CH
INPUT RENAME
VOL. TRIM;;;;;0.0dB
BGV;;;;;;;;;;;;LAST
. INPUT CH;;;;;;;;6CH
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Select
Als de aangesloten component gescheiden
6-kanaals audiosignalen produceert.
Selecteer “6CH”.
Als de aangesloten component gescheiden
8-kanaals audiosignalen produceert.
Selecteer “8CH”. Stel “FRONT” (zie hieronder) in
voor de analoge audio-aansluitingen via welke de
linker en rechter voorkanalen van de aangesloten
worden ontvangen.
Linker en rechter voorkanalen
ingangsaansluiting FRONT
Als u “8CH” heeft ingesteld bij “INPUT CH”, kunt u de
analoge audio-aansluitingen selecteren waarop de linker
en rechter voorkanalen van de op dit toestel aangesloten
externe decoder zullen binnenkomen.
Keuzes: CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL, DVR, VCR,
V-AUX
L)
Multikanaals ingangssignaal
achtergrondvideo BGV
Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron als
achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van signalen
die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen.
L) MULTI CH
INPUT RENAME
VOL. TRIM;;;;;0.0dB
. BGV;;;;;;;;;;;;LAST
INPUT CH;;;;;;;;6CH
86 Nl
p
[
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Select
p
1
Functies
MULTI CH
INPUT RENAME
VOL. TRIM;;;;;0.0dB
BGV;;;;;;;;;;;;LAST
INPUT CH;;;;;;;;8CH
. FRONT;;;;;;;;;;;DVD
[
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Select
p
Als beveiliging geldt er een limiet van 8 minuten voor
het tot stand brengen van de verbinding (“pairing”).
Wij bevelen u aan alle instructies goed te lezen en te
zorgen dat u ze goed begrijpt voor u begint.
Keuze
[
Begin verbinden (pairing) START PAIRING
Gebruik deze functie om de aangesloten Yamaha Bluetooth adapter
(zoals een YBA-10, los verkrijgbaar) te laten beginnen met het tot stand
brengen van een verbinding met uw Bluetooth component (pairing). Voor
details omtrent het tot stand brengen van de verbinding (pairing)
verwijzen we u naar “Verbinding tot stand brengen (“pairing”) tussen de
Bluetooth™ adapter en uw Bluetooth™ component” op bladzijde 62.
Opmerking
De “FRONT” parameter komt alleen beschikbaar wanneer u
“INPUT CH” instelt op “8CH”.
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
5 OPTION MENU
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen.
5 OPTION MENU
Versterkerfunctie weergavetijd in-beeld display
OSD-AMP
Hiermee kunt u instellen hoe lang het statusscherm nog
weergegeven zal worden op het beeldscherm wanneer u
een bepaalde handeling heeft uitgevoerd.
. A)DISPLAY SET
Keuze
Functies
[]/[]: Up/Down
[ENTER]: Enter
10S
Schakelt het in-beeld display uit 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht.
30S
Schakelt het in-beeld display uit 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht.
p
ON
Laat het in-beeld display voortdurend weergeven
tijdens een handeling.
[
B)VIDEO SET
C)MEMORY GUARD
D)INIT. CONFIG
E)HDMI SET
F) ZONE2 SET
■ Display instellingen A)DISPLAY SET
Opmerking
Gebruik “VIDEO” bij “INIT” in de “ADVANCED SETUP” om “OSD
SHIFT” in te stellen op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 109).
A)DISPLAY SET
. DIMMER;;;;;;;;;;;;0
OSD SHIFT;;;;;;;;+5
OSD-SOURCE;;;;;;30S
OSD-AMP;;;;;;;;;30S
FL SCROLL;;;;;;CONT
p
[
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Adjust
Keuze
Functies
CONT
Doorlopend.
Selecteer deze instelling om de bedieningsstatus
doorlopend weer te laten geven op het display op
het voorpaneel.
ONCE
Eén keer scrollen.
Selecteer deze instelling om de bedieningsstatus
met de eerste 14 alfanumerieke tekens op het
display op het voorpaneel te laten zien nadat de
hele melding één keer over het display is
geschoven (gescrolld).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: – 4 t/m 0
Instelstap: 1
• Druk op 9l om het display op het voorpaneel te dimmen.
• Druk op 9h om het display op het voorpaneel helderder te
maken.
Scrollen over het display op het voorpaneel
FL SCROLL
Gebruik deze functie om het iPod menu (zoals de songtitel
of de naam van een kanaal) weer te laten geven op het
display op het voorpaneel.
OSD (in-beeld display) vershuiven OSD SHIFT
Hiermee kunt u de verticale positie van het OSD (in-beeld
display) instellen.
Instelbereik: –5 (naar beneden) t/m +5 (naar boven)
Instelstap: 1
Begininstelling: 0
• Druk op 9l om het in-beeld display lager op het
scherm weer te geven.
• Druk op 9h om het in-beeld display hoger op het
scherm weer te geven.
Signaalbronfunctie weergavetijd in-beeld display
OSD-SOURCE
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod menu
nog moet worden weergegeven op het in-beeld display
(OSD) nadat u een handeling heeft uitgevoerd.
Keuze
Functies
Laat het in-beeld display voortdurend weergeven
tijdens een handeling.
10S
Schakelt het in-beeld display uit 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht.
30S
Schakelt het in-beeld display uit 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht.
Nederlands
ON
87 Nl
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
■ Video-instellingen B)VIDEO SET
■ Geheugenbeveiliging C)MEMORY GUARD
Opmerking
Met deze functie kunt u voorkomen dat de
geluidsveldprogramma parameterwaarden en andere
systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden.
Gebruik “VIDEO” bij “INIT” in de “ADVANCED SETUP” om
de “VIDEO SET” parameters in te stellen op de
fabrieksinstellingen (zie bladzijde 109).
C)MEMORY GUARD
>OFF
ON
B)VIDEO SET
. VIDEO CONV.;;;;;;ON
[p]/[[]: Select
[ENTER]: Return
p
[
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Select
Video conversie VIDEO CONV.
Gebruik deze functie om in te stellen of videosignalen die
binnenkomen via de VIDEO, S VIDEO en
COMPONENT VIDEO aansluitingen moeten worden
omgezet.
Keuze
Functies
ON
Omzetten van composiet, S-video- en component
videosignalen en opwaarderen van composiet, Svideo- en component videosignalen naar HDMI
videosignalen.
OFF
Selecteer deze instelling om geen signalen om te
laten zetten.
Opmerkingen
• Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te
zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
• Analoge component videosignalen met een resolutie van
480i NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar
S-video of composiet videosignalen en gereproduceerd via de
S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen.
• De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een
videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde
soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
• Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen,
kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw
videorecorder.
• Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet
video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of
worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke
gevallen “VIDEO CONV.” op “OFF”.
88 Nl
Keuze
Functies
OFF
Schakelt de “MEMORY GUARD” functie uit.
ON
Beveiligt:
– geluidsveldprogrammaparameters
– “AUTO SETUP” items
– alle luidsprekerniveaus
– “MANUAL SETUP” items
Opmerkingen
• U kunt de volgende parameters ook wijzigen indien
“MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”:
– “EXTD SUR.” in het “SOUND MENU” (zie bladzijde 83)
– “DECODER MODE” in het “INPUT MENU” (zie
bladzijde 85)
– “MEMORY GUARD”
• Wanneer “MEMORY GUARD” is ingesteld op “ON”, zal “ G ”
rechts bovenaan het “SET MENU” scherm verschijnen.
• U kunt de “SUR.” instellingen wijzigen via het scherm met de
geluidsveldparameters (zie bladzijde 69) ook al is “MEMORY
GUARD” ingesteld op “ON”.
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
■ Beginconfiguratie D)INIT. CONFIG
Gebruik deze functie om de instellingen te bepalen voor
de selectiefunctie voor de audio-ingangsaansluiting, de
actieve decoders en uitgebreide surroundweergave op het
moment dat dit toestel aan wordt gezet.
■ HDMI instelling E)HDMI SET
Gebruik deze functie om de component te selecteren die
de HDMI audiosignalen moet weergeven.
E)HDMI SET
S. AUDIO;;;;;RX-V663
D)INIT. CONFIG
. AUDIO SELECT;;AUTO
DECODER MODE;;AUTO
EXTD SUR.;;;;;AUTO
[p]/[[]: Select
[ENTER]: Return
[p]/[[]: Select
[ENTER]: Return
Audio selectie AUDIO SELECT
Met deze functie kunt u de standaard selectiefunctie voor
de audio ingangsaansluiting (zie bladzijde 44) instellen
voor signaalbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL
INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aan zet.
Keuze
Functies
Detecteert automatisch het type ingangssignalen
en selecteert de juiste instelling voor de audio
ingangsaansluiting selectiefunctie.
LAST
Selecteert automatisch de laatste
ingangsaansluiting geselecteerd voor de
signaalbron in kwestie.
Decoderfunctie DECODER MODE
Met deze functie kunt u de standaard decoderfuncties
instellen (zie bladzijde 85) voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aan zet.
Keuze
Functies
AUTO
Detecteert automatisch het type ingangssignaal
en selecteert de juiste instelling voor de
decoderfunctie.
LAST
Selecteert automatisch de laatste instelling voor
de decoderfunctie die werd gebruikt met de
signaalbron in kwestie.
Keuze
Functies
RX-V663
Voor weergave van HDMI audiosignalen met dit
toestel. De HDMI audiosignalen die
binnenkomen via de HDMI ingangsaansluitingen
van dit toestel worden niet gereproduceerd via de
HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van
dit toestel.
OTHER
Voor weergave van HDMI audiosignalen weer te
laten geven door een andere HDMI component
die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
Opmerkingen
• Dit toestel geeft audio en videosignalen die binnenkomen via de
HDMI ingangsaansluitingen alleen door via de HDMI
uitgangsaansluiting wanneer dit toestel aan staat, ook al is
“S.AUDIO” ingesteld op “OTHER”.
• Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven hangt
mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm.
Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AUTO
Audio ondersteuning S.AUDIO
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI
audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel.
Uitgebreid surround EXTD SUR.
Met deze functie kunt u de uitgebreide decoderfuncties
instellen (zie bladzijde 83) voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aan zet.
Keuze
Functies
Detecteert automatisch de digitale audioingangssignalen en schakelt de juiste decoder in.
LAST
Selecteert automatisch de laatst geselecteerde
decoderfunctie voor “EXTD SUR.” in het
“SOUND MENU”.
Nederlands
AUTO
89 Nl
Dit toestel aanpassen aan uw voorkeuren (MANUAL SETUP)
■ Zone 2 instellingen F)ZONE2 SET
F)
ZONE2 SET
. MAX VOL.;;;+16.5dB
INIT. VOL.;;;;;OFF
p
[
[]/[]: Up/Down
[p]/[[]: Adjust
Zone 2 Maximum volume MAX VOL.
Gebruik deze functie om het maximum volume voor
Zone 2 in te stellen.
Instelbereik: –30,0 dB t/m +15,0 dB, +16,5 dB
Instelstap: 5,0 dB
Opmerkingen
• De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de
“INI.VOL.” instelling. Als bijvoorbeeld “INI.VOL.” is
ingesteld op –20,0 dB en“MAX VOL.” wordt ingesteld op –
30,0 dB, dan zal het volume automatisch worden ingesteld op –
30,0 dB wanneer u de volgende keer het toestel weer aan zet.
• De “MAX VOL.” instelling heeft geen invloed op het niveau
van het uitgangssignaal dat wordt geproduceerd via de “ZONE
2 OUT” aansluitingen.
Zone 2 Beginvolume INI.VOL.
Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume in
Zone 2 moet worden wanneer dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: OFF, MUTE, –80,0 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
Opmerkingen
• De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de
“INI.VOL.” instelling.
• Wanneer u “FRONT B”, “PRNS”, “Zone B” of “NONE”
selecteert bij “EXTRA SP ASSIGN” (zie bladzijde 76), zal
“Zone 2 SP Not Assigned” in het in-beeld display verschijnen
en zal de “ZONE2 SET” parameter niet beschikbaar zijn.
• De “INI.VOL.” instelling heeft geen invloed op het niveau van
het uitgangssignaal dat wordt geproduceerd via de “ZONE 2
OUT” aansluitingen.
90 Nl
AFSTANDSBEDIENINGSFUNCTIES
Afstandsbedieningsfuncties
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van Yamaha en van andere fabrikanten
aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de
diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 93).
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
■ Bedienen van dit toestel
■ Bedienen van een TV
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP
om dit toestel te bedienen.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FTV om uw TV te
bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de juiste
afstandsbedieningscode instellen voor 5DTV/CBL of 5PHONO
(zie bladzijde 93). Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor
zowel 5DTV/CBL als 5PHONO, wordt voorrang gegeven aan
de voor 5DTV/CBL ingestelde code.
*2
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
*1
*1
SCENE
POWER
POWER
TV
AV
POWER
STANDBY
SCENE
1
2
3
4
1
2
3
TUNER
A
B
C
TUNER
A
B
C
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
CD
MD/CD-R
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
CD
MD/CD-R
DVD
DVR
VCR
PHONO
DVD
DVR
VCR
PHONO
*3
4
SELECT
SELECT
+
+
+
TV VOL
TV CH
VOLUME
–
–
–
SOURCE
TV MUTE
LEVEL
TV INPUT
PRESET/CH
TITLE
*1
TV
*1
MUTE
+
+
TV CH
VOLUME
–
–
–
TV MUTE
LEVEL
TV INPUT
PRESET/CH
TITLE
AUDIO
TV
MUTE
AUDIO
SRCH MODE
PURE DIRECT
PURE DIRECT
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
*2
*1
A/B/C/D/E
STRAIGHT
MEMORY
MEMORY
CLASSICAL
1
STEREO
5
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
2
3
ENHANCER SUR. DECODE
6
7
9
0
+ 10
INFO
EON
MULTI CH IN
CLASSICAL
MOVIE
4
1
PARAMETER
STEREO
8
5
SLEEP
MULTI CH IN
ON
ENTERTAIN
2
3
MOVIE
4
ENHANCER SUR. DECODE
6
7
+ 10
*2
PARAMETER
8
SLEEP
ENT
9
0
INFO
EON
ENT
MODE- PTY SEEK- START
REC
MACRO
LEARN
CLEAR
OFF
RENAME
Opmerkingen
*1
LIVE/CLUB
MODE- PTY SEEK- START
REC
OFF
DISPLAY
RETURN
DISPLAY
RETURN
Zet op TV
SET MENU
MENU
BAND
SRCH MODE
BAND
+
TV VOL
SOURCE
Zet op AMP
SET MENU
MENU
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AMP
AMP
Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2 Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op FAMP staat.
*3 5A, B, of C, is de toets voor de set bedieningstoetsen voor
een optionele component. U kunt de gewenste component
bedienen zonder de signaalbron van dit toestel te veranderen.
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RENAME
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de
schakelaar voor de bedieningsfunctie.
Afstandsbediening
TV POWER
Hiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV VOL +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
TV CH +/–
Wijzigt het kanaalnummer.
TV MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave
tijdelijk uit.
TV INPUT
Wijzigt de signaalbron.
Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op FTV staat. Zie voor details de
“TV” kolom op bladzijde 92.
91 Nl
Nederlands
*2
Digitale TV/ Kabel TV
Afstandsbedieningsfuncties
■ Bedienen van andere componenten
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FSOURCE om
andere apparatuur die u met de ingangskeuzetoetsen (5) kunt
selecteren te bedienen.
U moet wel van tevoren voor elke signaalbron de juiste
afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 93). De volgende
tabel toont de functies van de bedieningstoetsen voor het
bedienen van andere componenten die zijn toegewezen aan de
ingangskeuzetoetsen (5). Het is mogelijk dat sommige toetsen
niet het verwachte effect hebben op de geselecteerde component.
[1]
POWER
POWER
TV
AV
[2]
[3]
POWER
SCENE
1
2
3
4
TUNER
A
B
C
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
CD
MD/CD-R
DVD
DVR
VCR
LEVEL
PRESET/CH
MENU
SRCH MODE
ENTER
[4]
[5]
AMP
+
+
TV CH
VOLUME
[7]
A/B/C/D/E
STRAIGHT
SELECT
+
AUDIO
PURE DIRECT
DISPLAY
RETURN
PHONO
TV VOL
[6]
SET MENU
TITLE
BAND
MEMORY
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
2
3
1
STEREO
ENHANCER SUR. DECODE
5
6
7
9
0
+ 10
INFO
EON
MOVIE
[8]
4
PARAMETER
8
SLEEP
MULTI CH IN
ENT
[9]
MODE- PTY SEEK- START
[10]
REC
SOURCE
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
y
De afstandsbediening heeft 12 standen (bedieningstoetsen) om 12
verschillende componenten te kunnen bedienen.
Kabel TV/
DVD-speler/
Videorecorder satellietonDVD-recorder
tvanger
STANDBY
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RENAME
TV
TV
LD-speler
CD-speler
MD-recorder/
CD-recorder
Cassettedeck Tuner
Aan/uit*1
Aan/uit*1
Aan/uit*1
Aan/uit*1
[1]
AV POWER Aan/uit*1
Aan/uit*1
Aan/uit*1
VCR aan/uit*2
[2]
TITLE
Titel
Titel
Titel
Titel
[3]
ENTER
Menu Enter
Menu selectie
Menu selectie
PRESET/CH k
Menu op
Menu op
Menu op
Voorkeuzekana
al hoger
(1 t/m 8)
PRESET/CH n
Menu neer
Menu neer
Menu neer
Voorkeuzekana
al lager
(1 t/m 8)
A/B/C/D/E l
Menu links
Menu links
Menu links
Voorkeuzekana
al lager
(A t/m E)
A/B/C/D/E h
Menu rechts
Menu rechts
Menu rechts
[4]
RETURN
[5]
1-9, 0, +10
Terug
Terug
Terug
Terug
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Menu
Menu
[6]
MENU
Menu
[7]
AUDIO
Audio
[8]
DISPLAY
Display
[9]
ENT
Aan/uit*1
Band
Richting A/B
Voorkeuzekana
al hoger
(A t/m E)
Geheugen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Voorkeuzezenders
(1 t/m)/
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Geluidsfunctie
Audio
Display
Display
Enter
Enter/oproepen
Enter
Display
Display
Display
Terug zoeken
Terug zoeken
DVR terug
zoeken*2
DVR terug
zoeken*2
Terug zoeken
Terug zoeken
Terug zoeken
Terug zoeken
Informatie
hh
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
DVR vooruit
zoeken*2
DVR vooruit
zoeken*2
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
Vooruit zoeken
EON
b
Terug springen
DVR terug
zoeken*2
DVR terug
zoeken*2
Hoofdstuk/
Terug springen
Terug springen
Terug springen
Richting terug
Zoekfunctie
programmatype
a
Vooruit
springen
DVR vooruit
springen*2
DVR vooruit
springen*2
Hoofdstuk/
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Richting
vooruit
Zoekfunctie
programmatype
REC
Disc overslaan
Opname
(speler)
Opname (recorder)
DVR opname*2
DVR opname*2
Disc overslaan
Opname
Opname
s
Stop
Stop
DVR stop*2
DVR stop*2
Stop
Stop
Stop
Stop
e
Pauze
Pauze
DVR pauze *2
DVR pauze *2
Pauze
Pauze
Pauze
Pauze
p
Weergave
Weergave
DVR weergave *2
DVR weergave Weergave
Weergave
Weergave
Weergave
[10] ll
*2
Enter
Opmerkingen
*1
*2
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
Deze toetsen bedienen uw videorecorder of DVR wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR (zie bladzijde 93).
92 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
■ Selecteren van de te bedienen
component
U kunt een component selecteren die u onafhankelijk van
de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron
kunt bedienen.
Druk herhaaldelijk op 6SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren.
De naam van de te bedienen component wordt getoond in
het uitleesvenster (6) van de afstandsbediening.
Instellen van afstandsbedieningscodes
U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende
afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. Voor elke set
bedieningstoetsen kan een code worden ingevoerd.
Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het
eind van deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
SELECT
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
■ Bedienen van optionele apparatuur
(‘Optie’ set)
“OPTN” is een optionele set bedieningstoetsen die kan
worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties
die verder los staan van de aangesloten signaalbronnen.
Deze set is handig voor het programmeren van instructies
die u alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt
gebruiken of waarvoor geen geldige
afstandsbedieningscode bestaat.
Componentencategorie
TUNER
TUNER
Yamaha
2602
A
TAPE
Yamaha
2700
B
LD
Yamaha
2200
C
TUNER
Yamaha
2607
V-AUX/
DOCK
TUNER
Yamaha
2606
Fabrikant
Standaard
code
DTV/CBL
TV
–
–
CD
CD
Yamaha
2300
MD/CD-R
CD-R
Yamaha
2400
DVD
DVD
Yamaha
2100
DVR
DVR
Yamaha
2807
VCR
VCR
–
–
PHONO
TV
–
–
SELECT
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Om de optionele set bedieningstoetsen te
selecteren dient u net zo vaak op 6SELECT k / n
te drukken tot “OPTN” in het uitleesvenster (6)
van de afstandsbediening verschijnt.
Bedieningstoetsen
Opmerking
Opmerking
U kunt geen afstandsbedieningscode instellen voor de extra of
‘optionele’ set bedieningstoetsen. Zie bladzijde 95 voor het
programmeren van bedieningstoetsen voor deze set.
Het is mogelijk dat u uw Yamaha component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een Yamaha afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een
dergelijk geval een andere Yamaha afstandsbedieningscode in te
stellen.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FSOURCE en druk op een ingangskeuzetoets
(5) om de set bedieningstoetsen die u wilt
instellen te selecteren.
TUNER
A
B
C
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
CD
MD/CD-R
DVD
DVR
VCR
PHONO
AMP
SOURCE
TV
Nederlands
93 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
2
Houd vervolgens CLEARN ongeveer 3
seconden ingedrukt met een balpen of iets
dergelijks.
De naam van het archief (bijv. L;DVD) en de naam
van de geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv.
DVD) zullen om en om verschijnen in het
uitleesvenster (6) op de afstandsbediening.
4
Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode (A) voor de
gewenste component in te voeren.
Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes”
aan het eind van deze handleiding voor een complete
lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
1
2
3
STEREO
5
LEARN
7
6
4
PARAMETER
8
MULTI CH IN
9
y
ENHANCER SUR. DECODE
MOVIE
5
• U kunt als u dat wilt een afstandsbedieningscode voor een
andere soort apparatuur instellen voor een bepaalde set
bedieningstoetsen. Druk herhaaldelijk op 9l / h om de
componentencategorie (het archief) te veranderen.
Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD,
L;CD, L;CDR, L;MD,
L;TAP (cassettedeck),
L;TUN (tuner), L;AMP, L;TV,
L;CAB (kabel), L;SAT (satelliet),
L;VCR
• Als u een andere set bedieningstoetsen wilt instellen, druk
dan op de ingangskeuzetoets, of druk herhaaldelijk op
6SELECT k / n om de gewenste set te selecteren.
0
Druk op 9ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening verschijnen als de instelling met succes
is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening verschijnen als de instelling niet met
succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere
component, druk dan herhaaldelijk op de ingangskeuzetoets
(5) of op 6SELECT k / n om de gewenste component te
selecteren en herhaal vervolgens de stappen 2 t/m 5.
Opmerkingen
• U moet CLEARN tenminste 3 seconden ingedrukt
houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3
Druk op 9ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde
component zal verschijnen in het uitleesvenster (6).
6
Druk nog eens op CLEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
LEARN
7
Druk op Bp of 3AV POWER om te
controleren of u de component in kwestie
inderdaad met de afstandsbediening kunt
bedienen.
Opmerking
POWER
of
“0000” zal in het uitleesvenster (6) verschijnen wanneer er
geen code is ingesteld.
AV
y
Als de apparatuur niet bediend kan worden en er meerdere
codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze
dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft.
Opmerkingen
• “ERROR” zal in het uitleesvenster (6) op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze
bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
• De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke codes voor
alle in de handel verkrijgbare audio- en video-apparatuur (met inbegrip van
Yamaha componenten). Als geen enkele afstandsbedieningscode werkt met
uw apparatuur, kunt u de gewenste functie programmeren met de
‘leerfunctie’ (zie “Overnemen van instructies van andere
afstandsbedieningen” op bladzijde 95) of dient u de met de apparatuur in
kwestie meegeleverde afstandsbediening te gebruiken.
• Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen voorrang
over functies onder afstandsbedieningscodes.
94 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Overnemen van instructies van
andere afstandsbedieningen
2
TV
POWER
AV
POWER
B
3
STANDBY
C
4
POWER
SCENE
PHONO
MD/CD-R
A
CD
2
VCR
1
DVR
DTV/CBL
TUNER
DVD
V-AUX/DOCK
SELECT
U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van
andere afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken
die niet mogelijk zijn onder één van de
afstandsbedieningscodes, of als er geen geschikte
afstandsbedieningscode gevonden kan worden, dan kunt u
proberen de ‘leerfunctie’ te gebruiken. U kunt functies van
een andere afstandsbediening programmeren onder de op
de volgende afbeelding aangegeven toetsen. De toetsen
kunnen apart voor elke set bedieningstoetsen worden
geprogrammeerd.
Leg deze afstandsbediening en de andere
ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke
ondergrond zodat hun infrarood vensters op
elkaar gericht zijn.
Andere afstandsbediening
5 tot 10 cm
LEVEL
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
PRESET/CH
TITLE
SET MENU
MENU
AUDIO
SRCH MODE
BAND
PURE DIRECT
SCENE
ENTER
1
2
3
TUNER
A
B
4
C
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
CD
MD/CD-R
DVD
DVR
VCR
PHONO
A/B/C/D/E
STRAIGHT
3
DISPLAY
RETURN
MEMORY
CLASSICAL
1
STEREO
5
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
2
3
ENHANCER SUR. DECODE
6
7
9
0
+ 10
INFO
EON
MOVIE
4
PARAMETER
8
SLEEP
MULTI CH IN
ENT
SELECT
MODE- PTY SEEK- START
Druk met een balpen of iets dergelijks
CLEARN in.
“LEARN” en de naam van de geselecteerde set
bedieningstoetsen (bijv. “DVD”) zullen om en om
verschijnen in het uitleesvenster (6) op de
afstandsbediening.
AMP
+
+
+
TV VOL
TV CH
VOLUME
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
REC
SOURCE
TV
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RENAME
Opmerking
Opmerkingen
De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de
andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood, kan
deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen.
Sommige speciale signalen of hele lange signalen kunnen echter
mogelijk niet worden overgenomen. Raadpleeg tevens de
handleiding van de betreffende afstandsbediening.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets (5) om de set
bedieningstoetsen die u wilt instellen te
selecteren.
• Houd CLEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje
drie seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
4
GEAVANCEERDE
BEDIENING
LEARN
Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
“LEARN” zal in het uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening verschijnen.
Opmerking
Zorg ervoor dat de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FSOURCE staat. Wanneer u de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op FAMP zet en vervolgens instructies
van andere afstandsbedieningen programmeert, kan de toets
in kwestie geen versterkerfunctie van dit toestel meer
aansturen.
Nederlands
95 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
5
Houd de toets waarvan u de functie wilt
overnemen op de andere afstandsbediening
ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster (6)
van de afstandsbediening verschijnt.
“NG” zal in het uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening verschijnen als het overnemen niet
met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 4.
Wijzigen van namen zoals die in
het uitleesvenster verschijnen
U kunt de naam voor de signaalbron die verschijnt in het
uitleesvenster (6) van de afstandsbediening veranderen
als een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw
voorkeur heeft. Deze functie komt bijvoorbeeld van pas
wanneer u een andere component met een bepaalde set
bedieningstoetsen wilt gebruiken.
POWER
B
3
STANDBY
C
4
POWER
SCENE
POWER
A
2
PHONO
MD/CD-R
AV
CD
1
VCR
TV
DVR
DTV/CBL
TUNER
DVD
SELECT
V-AUX/DOCK
1
Andere afstandsbediening
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP of FSOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets (5) om de set
bedieningstoetsen waaraan u een andere
naam wilt geven te selecteren.
De naam van de geselecteerde set zal verschijnen in
het uitleesvenster (6).
AMP
SOURCE
y
TUNER
A
B
C
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
CD
MD/CD-R
DVD
DVR
VCR
PHONO
TV
• Herhaal de stappen 4 en 5 wanneer u gelijk nog een andere
functie wilt programmeren.
• Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een
andere component, druk dan op 6SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens
de stappen 4 en 5.
of
AMP
SOURCE
TV
6
Druk nog eens op CLEARN om de
leerfunctie te verlaten.
LEARN
Opmerkingen
• “ERROR” zal in het uitleesvenster (6) op de
afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet
staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u
tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
• Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te
leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen
signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster
verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit
geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer
nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies.
• In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet
werkt:
– wanneer de batterijen in deze of in de andere
afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn.
– wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te
groot of te klein is.
– wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen niet
goed op elkaar gericht zijn.
– wanneer de afstandsbediening in de zon ligt.
– wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen
continu is of zeer ongewoon.
96 Nl
2
Druk met een balpen of iets dergelijks
CRENAME in.
RENAME
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch
worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 2.
Afstandsbedieningsfuncties
3
Druk op 9k / n om een teken te selecteren
en in te voeren.
Door op 9n te drukken zullen de tekens als volgt
veranderen: A t/m Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), –
(afbreekstreepje), ; (punt comma), / (slash) en spatie. Druk
op 9k om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Macro programmeerfuncties
De macrofunctie maakt het mogelijk een reeks
handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets.
Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u
normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten,
vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op
de weergavetoets drukken. Met de macrofunctie kunt u al
deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op
de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder
genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig
voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen
macro’s samenstellen (zie bladzijde 99).
■ MACRO handelingen
Macrotoetsen
4
Druk op 9h om de cursor naar de volgende
tekenpositie te verplaatsen.
INFO
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
MODE- PTY SEEK- START
REC
SCENE
PRESET/CH
EON
POWER
1
2
3
4
TUNER
A
B
C
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
CD
MD/CD-R
DVD
DVR
VCR
PHONO
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RENAME
ENTER
A/B/C/D/E
1
Zet CMACRO ON/OFF schakelaar op ON.
OFF
5
Druk op 9ENTER om de nieuwe naam
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening verschijnen als de naam met
succes is veranderd. “NG” zal in het uitleesvenster
(6) van de afstandsbediening verschijnen als het
herbenoemen niet met succes is verlopen. Begin in dit
geval opnieuw vanaf stap 3.
y
Als u nog een andere set bedieningstoetsen een nieuwe naam
wilt geven, druk dan op de ingangskeuzetoets (5) of
herhaaldelijk op 6SELECT k / n om de gewenste
component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen
3 t/m 5.
6
Druk nog eens op CRENAME om de functie
voor het geven van nieuwe namen te
verlaten.
RENAME
MACRO
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
2
Druk op de gewenste macrotoets.
3
Zet de CMACRO ON/OFF schakelaar op
OFF wanneer u klaar bent met het
programmeren van macro’s.
OFF
ON
MACRO
LEARN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
y
Druk op 9l om de cursor naar de vorige tekenpositie te
verplaatsen.
MACRO ON/OFF
CLEAR
Opmerkingen
• Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een
macro, zullen alle andere toetsen buiten werking worden gesteld
tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met knipperen).
• Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht
tot de macro klaar is.
Nederlands
Opmerking
“ERROR” zal in het uitleesvenster (6) op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor
deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen
heeft ingedrukt.
97 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
■ Standaard macrofuncties
Druk op
macrotoets
Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden
Eerste
Tweede
Derde
STANDBY
STANDBY
POWER
POWER
—
—
(*1)
POWER
(*2)
TV
TUNER
TUNER
A
A
B
B
C
C
V-AUX/DOCK
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
DTV/CBL
POWER
(*1)
CD
CD
MD/CD-R
MD/CD-R
DVD
DVD
(*3)
—
—
—
—
—
—
—
(CD set) (*4)
(MD/CD-R set) (*4)
(DVD set) (*4)
DVR
DVR
VCR
VCR
(DVR set) (*4)
(VCR set) (*4)
PHONO
*1
PHONO
—
U kunt sommige componenten (inclusief Yamaha componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de AC OUTLETS
netstroomaansluitingen op het achterpaneel. Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en uitschakelen van
de stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten component.
*2 Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op 5DTV/CBL of 5PHONO (zie bladzijde 93), kunt u uw TV aan
zetten zonder een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor 5DTV/CBL krijgt voorrang boven één voor
5PHONO.
*3 Wanneer de 5TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor
het toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet.
*4 De weergave kan direct worden gestart met elke CD-speler, CD-recorder, DVD-speler of DVD-recorder die geschikt is voor de
Yamaha afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt, moet u de weergavetoets programmeren in de set
bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 95) of een afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 93).
98 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
■ Programmeren van macrohandelingen
U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de
macrofunctie gebruiken om met een enkele toets op de
afstandsbediening een aantal instructies uit te laten
voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en
neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u een
macro gaat programmeren.
Opmerking
“AGAIN” zal in het uitleesvenster verschijnen (6) wanneer
u op een andere dan een macrotoets drukt.
3
Opmerkingen
• De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er
voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd.
De voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt
wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist.
• Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een
voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro
kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd.
• Wij raden u aan geen doorlopende handelingen, zoals het
regelen van het volume, in een macro te programmeren.
1
Druk in de gewenste volgorde op de toetsen
voor de functies die u wilt opnemen in de
macro.
U kunt maximaal 10 stappen (10 functies)
programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft
geprogrammeerd zal de melding “FULL” verschijnen
en zal de macrofunctie automatisch worden
afgesloten. Het volgende voorbeeld betreft het
programmeren van deze procedure:
Stap 1 (“MCR 1”): Druk op POWER.
Stap 2 (“MCR 2”): Druk op DVD.
Stap 3 (“MCR 3”): Druk op AUDIO.
MCR 1: POWER
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP of FSOURCE en druk
vervolgens CMACRO in met een balpen of
iets dergelijks.
“MCR ?” zal in het uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening verschijnen.
POWER
POWER
TV
AV
POWER
STANDBY
1
SCENE
1
2
3
4
TUNER
A
B
C
LEVEL
PRESET/CH
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
AUDIO
PURE DIRECT
3
ENTER
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
CD
MD/CD-R
DVD
DVR
VCR
PHONO
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
DISPLAY
MEMORY
AMP
GEAVANCEERDE
BEDIENING
MCR 3: AUDIO
2
SOURCE
MCR 2: DVD
TV
of
MACRO
Geeft het aantal
macro-stappen aan
dat u heeft
geprogrammeerd
AMP
SOURCE
TV
Knippert om en om zodat u de
volgende stap kunt programmeren
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2
Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken.
De naam van de macrotoets (bijv. “M;DVD”) en de
naam van de geselecteerde component (bijv. “DVD”)
zullen om en om verschijnen in het uitleesvenster
(6) op de afstandsbediening.
STANDBY
POWER
Opmerking
Druk op 6SELECT k / n om de geselecteerde set
bedieningstoetsen te veranderen. Als u op één van de
ingangskeuzetoetsen drukt, zal er een macro-stap worden
geprogrammeerd, terwijl u met 6SELECT k / n alleen de
geselecteerde set bedieningstoetsen verandert.
4
Druk nog eens op CMACRO met een balpen
of iets dergelijks wanneer u klaar bent met
programmeren.
Opmerking
A
B
C
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
CD
MD/CD-R
DVD
DVR
VCR
PHONO
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen (6)
wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt.
Nederlands
TUNER
99 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Instellingen wissen
3
U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies,
macro’s, nieuwe namen en afstandsbedieningscodes, voor
een bepaalde set bedieningstoetsen tegelijk wissen.
■ Wissen van functiesets
Houd CCLEAR nog eens tenminste 3
seconden ingedrukt.
“WAIT” verschijnt in het uitleesvenster (6). Als het
wissen met succes is verlopen, zal “C;OK” in het
uitleesvenster (6) van de afstandsbediening
verschijnen.
CLEAR
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP of FSOURCE en druk
vervolgens CCLEAR in met een balpen of
iets dergelijks.
“CLEAR” verschijnt in het uitleesvenster (6).
AMP
SOURCE
TV
of
CLEAR
AMP
SOURCE
TV
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd.
Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2
Druk op 9k / n om de wisfunctie te
selecteren.
L;CD (enz.) (L; Naam van een set bedieningstoetsen) Wist
alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor de
set bedieningstoetsen in kwestie. De naam van
een component wordt getoond achter een
puntcomma (;). Druk op de ingangskeuzetoets
voor de gewenste set bedieningstoetsen.
L;AMP
Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies
voor het bedienen van de versterkerfuncties van
dit toestel.
L;ALL
Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies.
M;ALL
Wist alle geprogrammeerde macro’s.
RNAME Wist alle veranderde namen voor
signaalbronnen.
FCTRY
Wist alle functies van de afstandsbediening en
zet deze terug op de fabrieksinstellingen.
100 Nl
y
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de toets
terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel
ingestelde afstandsbedieningscode behorende functie).
Opmerkingen
• “L;ALL” en “FCTRY” kunnen ongeveer 30 seconden duren.
• “C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen (6) als het wissen
niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
• “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen (6) als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
Afstandsbedieningsfuncties
■ Wissen van een overgenomen
(’geleerde’) functie
3
U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets
in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP of FSOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets (5) om de set
bedieningstoetsen waarvoor u een functie
wilt wissen te selecteren.
De naam van de geselecteerde component zal
verschijnen in het uitleesvenster (6).
Houd CCLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de toets
met de functie die u wilt wissen tenminste 3
seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster (6) verschijnen als
het wissen gelukt is. Wanneer “C;OK” verschijnt in
het uitleesvenster (6) van de afstandsbediening kunt
u met de balpen of iets dergelijks CCLEAR loslaten
om de wisfunctie te verlaten. De afstandsbediening
gaat nu weer in de leerfunctie.
AMP
MODE- PTY SEEK- START
SOURCE
TV
TUNER
A
B
C
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
CD
MD/CD-R
DVD
DVR
VCR
PHONO
LEARN
of
AMP
RENAME
y
SOURCE
Druk met een balpen of iets dergelijks
CLEARN in.
“LEARN” en de naam van de geselecteerde
component (bijv. “DVD”) zullen om en om
verschijnen in het uitleesvenster (6).
LEARN
4
Druk nog eens op CLEARN om deze functie
te verlaten.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
• Herhaal stap 3 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
• Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere
component, druk dan op 6SELECT k / n om de
gewenste set bedieningstoetsen te selecteren en herhaal
vervolgens stap 3.
• Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
TV
2
CLEAR
Opmerkingen
• “C;NG” zal in het uitleesvenster (6) van de afstandsbediening
verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in
dit geval opnieuw vanaf stap 2.
• “ERROR” zal in het uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening verschijnen wanneer u op meer dan één toets
tegelijk drukt.
Opmerkingen
• Houd CLEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje
drie seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
Nederlands
101 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
■ Wissen van een macrofunctie
U kunt de functie wissen die onder een bepaalde
macrotoets is geprogrammeerd.
1
2
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP of FSOURCE en druk
vervolgens CMACRO in met een balpen of
iets dergelijks.
“MCR ?” zal in het uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening verschijnen.
Houd CCLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de
macrotoets met de functie die u wilt wissen
tenminste 3 seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening verschijnen als het wissen met
succes is verlopen.
V-AUX/DOCK
DTV/CBL
CD
MD/CD-R
DVD
DVR
VCR
PHONO
AMP
SOURCE
TV
of
MACRO
OFF
ON
MACRO
LEARN
CLEAR
RENAME
AMP
SOURCE
y
TV
• Herhaal stap 2 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
• Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal
de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch
worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 1.
3
Druk nog eens op CMACRO om de
macrofunctie te verlaten.
Opmerkingen
• “C;NG” zal in het uitleesvenster (6 ) van de afstandsbediening
verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in
dit geval opnieuw vanaf stap 2.
• “ERROR” zal in het uitleesvenster (6 ) van de
afstandsbediening verschijnen wanneer u op meer dan één toets
tegelijk drukt.
102 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
Dit toestel stelt u in staat uw audiosysteem in meerdere ruimten (multi-zone) te gebruiken. De Zone 2 functie maakt het
mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de belangrijkste luisterruimte en
in een tweede ruimte (Zone 2). Met de meegeleverde afstandsbediening kunt u dit toestel ook vanuit de andere ruimte bedienen.
Er kunnen alleen analoge signalen gebruikt worden in de tweede ruimte (zone). Een signaalbron waarnaar u ook in de
tweede ruimte wilt kunnen luisteren moet via de analoge AUDIO IN ingangsaansluitingen op dit toestel zijn aangesloten.
Aansluiten Zone 2
Om ook in een andere ruimte gebruik te kunnen maken van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
• Een infrarood ontvanger in de tweede ruimte.
• Een infrarood zender in de eerste ruimte. Deze zender brengt de infraroodsignalen van de afstandsbediening in de
tweede ruimte over naar de eerste ruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld).
• Een versterker en luidsprekers in de tweede ruimte.
y
• Omdat er allerlei manieren zijn waarop dit toestel aangesloten en gebruikt kan worden in een installatie met weergave in meerdere ruimten, raden we u aan
uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of service-centrum te raadplegen omtrent de Zone 2 aansluitingen die het best zouden voldoen aan uw wensen.
• Sommige Yamaha modellen kunnen direct worden verbonden met de REMOTE aansluitingen van dit toestel. Als u een dergelijk product heeft, is het
mogelijk dat u geen infraroodzender nodig heeft. Er kunnen maximaal 6 Yamaha componenten worden aangesloten op de hieronder aangegeven manier.
REMOTE
IN
Infraroodontvanger
OUT
REMOTE
IN
OUT
Yamaha component
Dit toestel
GEAVANCEERDE
BEDIENING
REMOTE
REMOTE
IN
OUT
Yamaha component
■ Gebruiken van de externe versterker
Sluit de versterker/receiver in de tweede zone en andere componenten als volgt aan op dit toestel.
Van de ZONE 2 OUT aansluitingen
Versterker
Eerste ruimte
Tweede ruimte
(Zone 2)
Infraroodontvanger
Afstandsbediening
DVD-speler (enz.)
Dit toestel
Infraroodzender
Van de REMOTE OUT
aansluiting
Van de REMOTE IN
aansluiting
Nederlands
Opmerking
Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
103 Nl
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
■ Gebruiken van de interne versterker van dit toestel
Belangrijke waarschuwing voor uw veiligheid
De EXTRA SP luidspreker-aansluitingen van deze Receiver mogen niet worden aangesloten op een zogenaamde
Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal.
Aansluiting op een Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal kan leiden tot een
abnormaal lage impedantie, met beschadiging van de versterker als gevolg. Raadpleeg deze handleiding voor correct
gebruik.
Te allen tijde moet de opgegeven minimum impedantie voor alle luidsprekers en kanalen worden gehandhaafd. Deze
informatie kunt u vinden op het achterpaneel van uw Receiver.
Verbind de luidsprekers in de tweede zone met de EXTRA SP luidsprekeraansluitingen en stel vervolgens “EXTRA SP
ASSIGN” in op “ZONE2” (zie bladzijde 76).
FRONT B/ZONE2/
PRESENCE
EXTRA SP L
R
Tweede ruimte
(Zone 2)
Dit toestel
Eerste ruimte
y
• U kunt de luidsprekers die zijn verbonden met de EXTRA SP luidsprekeraansluitingen gebruiken als de voor-luidsprekers in een
andere zone (ruimte). Zet “EXTRA SP ASSIGN” op “ZONE B” (zie bladzijde 76).
• Wanneer u gebruik maakt van de interne versterkers voor de Zone 2 luidsprekers, kunt u het volume regelen en het beginvolume en het
maximum volume voor de Zone 2 luidsprekers instellen (zie bladzijde 90).
Bediening Zone 2
U kunt Zone 2 selecteren en bedienen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de
afstandsbediening. De beschikbare mogelijkheden zijn als
volgt:
• Selecteren van de signaalbron voor Zone 2.
• Afstemmen op FM of AM wanneer “TUNER” is
geselecteerd als de signaalbron voor Zone 2 (zie
bladzijde 53).
• U kunt luisteren naar de muziek op uw iPod indien
deze is geplaatst in een Yamaha iPod universeel dock
(zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel, en met “V-AUX”
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 60).
■ Bedienen van Zone 2 via het voorpaneel
Zone 2 aan zetten
Kies HZONE 2 ON/OFF om Zone 2 in te
schakelen.
Inschakelen van de Zone 2 bedieningsfunctie
Druk op IZONE CONTROL om Zone 2 te
kunnen bedienen.
De ZONE2 indicator knippert ongeveer 10 seconden lang
op het display op het voorpaneel.
Opmerking
U moet elk van deze stappen afronden terwijl de ZONE2
indicator knippert op het display op het voorpaneel. Doet u dat
niet, dan zal de Zone 2 functie automatisch worden geannuleerd
en keert het toestel terug naar de normale gebruiksfunctie.
Herhaal in een dergelijk geval de Zone 2 instelprocedure.
104 Nl
ZONE2
Knippert
Gebruiken in meerdere ruimten (Multi-zone)
Doe het volgende nadat u de Zone 2 bedieningsfunctie heeft
ingeschakeld.
Zone 2 bedienen
Verdraai RINPUT om de gewenste signaalbron
te selecteren terwijl de ZONE2 indicator knippert
op het display op het voorpaneel.
• Selecteer de “TUNER” (radio) als signaalbron om de
TUNER functies te kunnen gebruiken in Zone 2. Voor
details omtrent de bediening van de TUNER (radio),
zie “FM/AM afstemmen” op bladzijde 53.
• Selecteer de “V-AUX” als signaalbron om de iPod of
Bluetooth functies te kunnen gebruiken in Zone 2. Voor
details omtrent de bediening van de iPod (radio), zie
“Gebruiken van een iPod™” op bladzijde 60 of
“Gebruiken van Bluetooth™ componenten” op
bladzijde 62.
Zone 2 aan of uit zetten met de
afstandsbediening
EPOWER en DSTANDBY op de afstandsbediening
werken iets anders afhankelijk van de geselecteerde zone
zoals die in het uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening verschijnt.
• Wanneer u de hoofdzone of de Zone 2 stand heeft
geselecteerd, kunt u de hoofdzone of Zone 2
onafhankelijk van elkaar aan en uit (standby) zetten.
• Wanneer de stand voor alle zones is geselecteerd,
zullen door op EPOWER te drukken de hoofdzone en
Zone 2 tegelijk worden ingeschakeld, terwijl een druk
op DSTANDBY deze zones tegelijk uit (standby) zal
zetten.
Bedieningsfunctie
Uitleesvenster (6)
Stand voor de Naam van de
geselecteerde set
hoofdzone
bedieningstoetsen
Zone 2 uit (standby) zetten
Hiermee zet u alleen
de hoofdzone aan of
uit (standby).
“ZONE 2” of “2;naam
van de geselecteerde
set bedieningstoetsen”
Hiermee kunt u
alleen de weergave in
Zone 2 aan of uit
(standby) zetten.
Alle standen
“ALL”
EPOWER: zet de
hoofdzone en Zone 2
aan.
DSTANDBY:
hiermee zet u de
hoofdzone en Zone 2
tegelijkertijd uit
(standby).
Druk op LSYSTEM OFF om de hoofdzone en Zone 2 tegelijk
uit (standby) te zetten.
■ Bediening Zone 2 via de
afstandsbediening
Inschakelen van de Zone 2 bedieningsfunctie
Opmerkingen
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
6SELECT k om de bedieningsfunctie voor
Zone 2 te selecteren.
“ZONE 2” zal verschijnen in het uitleesvenster (6) van
de afstandsbediening.
AMP
SOURCE
SELECT
TV
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Zone 2 stand
Druk op HZONE 2 ON/OFF om Zone 2 standby
(uit) te zetten.
y
POWER en
STANDBY
• Wanneer de afstandsbediening in de stand voor de hoofdzone
staat, zal “MAIN” een paar seconden lang getoond worden
wanneer er op EPOWER of DSTANDBY wordt gedrukt.
• “ALL” zal in het uitleesvenster (6) ovan de afstandsbediening
verschijnen wanneer er op 6SELECT n wordt gedrukt.
Selecteren van de signaalbron voor Zone 2
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen (5) om
de gewenste signaalbron voor de geselecteerde
zone te selecteren.
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de
signaalbron te selecteren, zal “2;naam van de
geselecteerde set bedieningstoetsen” in het uitleesvenster
(6) van de afstandsbediening verschijnen wanneer Zone
2 is geselecteerd.
Opmerking
y
De geselecteerde signaalbron wordt gedeeld door alle zones.
Nederlands
Om de bedieningsfunctie voor Zone 2 uit te schakelen, dient u
herhaaldelijk op 6SELECT k / n te drukken om een andere
instelling dan “ZONE 2” te selecteren.
105 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
Geavanceerde setup
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt
aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Opmerkingen
• De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u de volgende keer op KMAIN ZONE ON/OFF drukt om dit toestel aan te zetten
(zie bladzijde 29).
• Alleen KMAIN ZONE ON/OFF, LSYSTEM OFF, MTONE CONTROL en NPROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide
instelmenu gebruikt.
• Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu (de geavanceerde setup) aan het gebruiken bent.
• Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel.
Gebruiken van het uitgebreide
instelmenu
1
Druk op LSYSTEM OFF op het voorpaneel
om dit toestel uit (standby) te zetten.
2
Houd MTONE CONTROL ingedrukt en druk
vervolgens op KMAIN ZONE ON/OFF om
dit toestel aan te zetten.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup
menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
TONE CONTROL
Houd ingedrukt
■ Luidsprekerimpedantie SP IMP.
Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het
toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuzes: 8ΩMIN, 6ΩMIN
• Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 8 Ω.
• Selecteer “6ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 6 Ω.
SP IMP.
Luidspreker
Als u één set (A of B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
8 Ω of hoger zijn.
Voor
Als u twee sets (A en B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
16 Ω of hoger zijn.*
MAIN ZONE
ON/OFF
8ΩMIN
3
Impedantieniveau
Midden
Verdraai NPROGRAM en selecteer de parameter
waarvoor u de instelling wilt wijzigen.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
Surround
De impedantie van elk van de
luidsprekers moet 8 Ω of
hoger zijn.
Surround Achter
Als u één set (A of B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
4 Ω of hoger zijn.
SPIMP.-8MIN
Voor
Op dit moment
geselecteerde parameter
4
Op dit moment
geselecteerde
parameterinstelling
Als u twee sets (A en B)
gebruikt, moet de impedantie
van elk van de luidsprekers
8 Ω of hoger zijn.
6ΩMIN
Druk herhaaldelijk op MTONE CONTROL
om de geselecteerde instelling te wijzigen.
Midden
Surround
5
Druk op LSYSTEM OFF om de nieuwe
instelling op te slaan en dit toestel uit
(standby) te zetten.
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit
toestel de volgende keer aan zet.
106 Nl
De impedantie van elk van de
luidsprekers moet 6 Ω of
hoger zijn.
Surround Achter
*
Modellen voor Canada kunnen niet tegelijkertijd gebruik
maken van twee gescheiden luidsprekersystemen (A en B)
wanneer “SP IMP.” is ingesteld op “8ΩMIN”.
Geavanceerde setup
Zie bladzijde 106 voor de bediening van het uitgebreide
instelmenu (de geavanceerde setup).
■ Afstandsbediening AMP ID REMOTE AMP
Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen. Deze
functie komt van pas wanneer u dit toestel en eventuele
andere Yamaha receivers/versterkers in dezelfde ruimte
apart wilt bedienen.
Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer “ID1” wanneer de AMP ID-code voor de
afstandsbediening is ingesteld op “2201”.
• Selecteer “ID2” wanneer de AMP ID-code voor de
afstandsbediening is ingesteld op “2202”.
Instellen van AMP ID-codes voor de
afstandsbediening
U moet de AMP ID-code voor de afstandsbediening
instellen op de afstandsbediening.
1
4
Gebruik de cijfertoetsen (A) om de vier
cijfers van de afstandsbedieningscode voor
de gewenste set bedieningstoetsen in te
voeren.
ENTERTAIN
2
3
ENHANCER SUR. DECODE
5
7
6
MOVIE
4
PARAMETER
8
MULTI CH IN
9
0
AMP ID-codes voor de afstandsbediening
Selecteer één van de volgende codes om de AMP ID-code
voor de gewenste set bedieningstoetsen in te stellen.
AMP ID-code
(afstandsbedieningsinstelling)
Functie
AMP ID voor de
afstandsbediening
2201
(begininstelling)
Bedienen van het toestel
met de standaardcode.
ID1
(begininstelling)
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP of FSOURCE.
Om het toestel te
gebruiken met een
alternatieve code.
ID2
5
Druk op 9ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster (6) verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster (6) verschijnen als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 1.
6
Druk nog eens op CLEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
PRESET/CH
LEARN
ENTER
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Houd CLEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks
en druk vervolgens net zo vaak op 9l / h
tot “L;AMP” verschijnt in het uitleesvenster
(6) van de afstandsbediening.
LIVE/CLUB
1
STEREO
2202
2
CLASSICAL
A/B/C/D/E
LEARN
Opmerkingen
• U moet CLEARN tenminste 3 seconden ingedrukt
houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
3
Nederlands
Druk op 9ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde set
bedieningstoetsen zal verschijnen in het
uitleesvenster (6) van de afstandsbediening.
107 Nl
Geavanceerde setup
Zie bladzijde 106 voor de bediening van het uitgebreide
instelmenu (de geavanceerde setup).
4
■ Afstandsbediening TUNER ID
REMOTE TU
Hiermee stelt u het TUNER ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen.
Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer “ID1” wanneer de TUNER ID-code voor de
afstandsbediening is ingesteld op “2602”.
• Selecteer “ID2” wanneer de TUNER ID-code voor de
afstandsbediening is ingesteld op “2610”.
Instellen van TUNER ID-codes voor de
afstandsbediening
U moet de TUNER ID-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening.
1
2
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP of FSOURCE en druk
vervolgens op 5TUNER op de
afstandsbediening om de tuner waarvoor een
andere afstandsbediening ID wilt instellen te
selecteren.
Houd CLEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks
en druk vervolgens net zo vaak op 9l / h
tot “L;TUN” en “TUNER” verschijnen in het
uitleesvenster (6) van de
afstandsbediening.
Gebruik de cijfertoetsen (A) om de vier
cijfers van de afstandsbedieningscode voor
de gewenste set bedieningstoetsen in te
voeren.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
1
2
3
STEREO
5
ENHANCER SUR. DECODE
7
6
MOVIE
4
PARAMETER
8
MULTI CH IN
9
0
Afstandsbediening tuner ID-codes
Selecteer één van de volgende codes om de tuner ID-code
voor de gewenste set bedieningstoetsen op de
afstandsbediening in te stellen.
Tuner ID-code
(afstandsbedieningsinstelling)
Functie
Afstandsbediening
tuner ID
2602
(begininstelling)
Bedienen van het toestel
met de standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2610
Om het toestel te
gebruiken met een
alternatieve code.
ID2
5
Druk op 9ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster (6) verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster (6) verschijnen als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 1.
6
Druk nog eens op CLEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
PRESET/CH
LEARN
ENTER
A/B/C/D/E
LEARN
Opmerkingen
• U moet CLEARN tenminste 3 seconden ingedrukt
houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
3
Druk op 9ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde set
bedieningstoetsen zal verschijnen in het
uitleesvenster (6) van de afstandsbediening.
108 Nl
Geavanceerde setup
Zie bladzijde 106 voor de bediening van het uitgebreide
instelmenu (de geavanceerde setup).
■ Bi-amp instelling BI-AMP
Gebruik deze functie om de ‘bi-amp’ (dubbele
versterking) functie aan of uit te zetten (zie bladzijde 16).
Keuzes: ON, OFF
• Selecteer “ON” als u de bi-amp (dubbele versterking)
functie aan wilt zetten. “SUR.B L/R SP” wordt
automatisch ingesteld op “NONE” en dit toestel zal de
audiosignalen voor de voorkanalen reproduceren via de
SURROUND BACK/BI-AMP
luidsprekeraansluitingen.
• Selecteer “OFF” als u de bi-amp (dubbele versterking)
functie uit wilt zetten.
Opmerking
Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON”, kunt u alleen “FRONT
B”, “ZONE B”, of “NONE” selecteren bij “EXTRA SP
ASSIGN” (zie bladzijde 76).
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
• Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
• Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
■ Parameters initialiseren INIT
Met deze functie kunt u de parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. U
kunt kiezen welke categorie parameters u terug wilt
zetten.
Keuzes: DSP PARAM, VIDEO, ALL, CANCEL
• Selecteer “DSP PARAM” om alle parameters van de
geluidsveldprogramma’s terug te zetten op hun
beginwaarden (zie bladzijde 64).
• Selecteer “VIDEO” om de “VIDEO SET” (zie
bladzijde 88) en “OSD SHIFT” parameters onder
“DISPLAY SET” terug te zetten op hun beginwaarden
(zie bladzijde 87).
• Selecteer “ALL” om alle instellingen van dit toestel
terug te zetten.
• Selecteer “CANCEL” om het terugzetten te annuleren.
Opmerking
Gebruik “INITIALIZE” in het geluidsveldprogramma menu om
de parameters voor een bepaald programma terug te zetten (zie
bladzijde 64).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
■ SCENE IR-code instelling SCENE IR
Gebruik deze functie om de afstandsbedieningssignalen
automatisch te laten reproduceren via de REMOTE OUT
aansluiting wanneer dit toestel in de SCENE stand staat.
Keuzes: ON, OFF
• Selecteer “ON” wanneer de met de REMOTE OUT
aansluiting verbonden component een Yamaha product
is dat geschikt is voor SCENE stuursignalen. Dit
toestel zal de signalen van de afstandsbediening
automatisch doorsturen naar de component in kwestie.
• Selecteer “OFF” wanneer de met de REMOTE OUT
aansluiting verbonden component geen Yamaha
product is dat geschikt is voor SCENE stuursignalen.
■ Afstemstap tuner TU
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Opmerking
Als er ruis of lawaai wordt geproduceerd wanneer u de SCENE
functie gebruikt, kunt u het beste “SCENE IR” instellen op
“OFF”.
Nederlands
109 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Oplossen van problemen
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum.
■ Algemeen
Probleem
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Geen geluid.
Geen beeld.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed
aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
—
De instelling voor de luidsprekerimpedantie is niet
correct.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze overeenkomt met die
van uw luidsprekers.
28
De beveiliging is in werking getreden.
Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel en op de
luidsprekers zelf, op de juiste manier is aangesloten en dat de draden
geen contact maken met andere dingen dan de bijbehorende
aansluitingen.
14
Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe
elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of
een ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact,
wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en probeer het
toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken.
—
In- of uitgangskabels niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet
verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
20-26
De optimalisatie-microfoon is aangesloten.
Maak de optimalisatie-microfoon los.
35
De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
staat op “HDMI”, “COAX/OPT” of “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO”.
44
De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
staat op “ANALOG” terwijl er Dolby Digital of DTS
materiaal wordt afgespeeld.
Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO”
of “COAX/OPT”.
44
Er is geen geschikte signaalbron geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op het voorpaneel
(of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening).
42, 43
De luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
14
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn niet op de
juiste manier geselecteerd.
Selecteer de voor-luidsprekers door herhaaldelijk op
ASPEAKERS op het voorpaneel te drukken.
43
Het volume staat uit.
Zet het volume hoger.
—
De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld.
Druk op GMUTE of GVOLUME +/– op de afstandsbediening om
de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen.
45
Er worden signalen van een broncomponent
ontvangen die dit toestel niet kan weergeven, zoals
van een CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel door dit toestel
kunnen worden gereproduceerd.
—
De HDMI componenten die zijn aangesloten op dit
toestel bieden geen ondersteuning voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning bieden voor de
HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
18
“S.AUDIO” is ingesteld op “OTHER” en “HDMI”
audiosignalen worden niet weergegeven door dit
toestel.
Zet “S.AUDIO” op “RX-V663” via de “MANUAL SETUP”.
89
Er wordt gebruik gemaakt van verschillende types
video-aansluitingen voor de in- en uitgang van het
beeldsignaal.
Zet “VIDEO CONV.” op “ON” of sluit uw broncomponenten op
dezelfde manier aan op dit toestel als uw beeldscherm.
88
Er komen videosignalen binnen die niet standaard zijn.
Het geluid valt
plotseling uit.
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
110 Nl
De beveiliging is in werking getreden vanwege
kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is ingesteld.
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting maakt en
zet vervolgens het toestel weer aan.
28, 106
—
De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af.
—
De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld.
Druk op GMUTE of GVOLUME +/– op de afstandsbediening om
de geluidsweergave te hervatten.
45
Bedrading niet op de juiste manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet
verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
14
Onjuiste balans ingesteld via “SP LEVEL”.
Wijzig de “SP LEVEL” instellingen.
78
Oplossen van problemen
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven
met een geluidsveldprogramma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven, terwijl alleen
eventuele door het programma toegevoegde effecten
via de voor- en surround-luidsprekers worden
geproduceerd.
Er klinkt geen geluid
uit de middenluidspreker.
“CENTER SP” in het “SET MENU” staat op “NONE”. Zet “CENTER SP” op “SMALL” of “LARGE”.
77
Eén van de geluidsveldprogramma’s (uitgezonderd
“7ch Stereo”) is geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
48
Kies OSTRAIGHT om de effecten in te schakelen.
51
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
42
“EXTRA SP ASSIGN” staat op een andere instelling
dan “PRESENCE”.
Zet “EXTRA SP ASSIGN” op “PRESENCE”.
76
Er klinkt geen geluid
uit de surroundluidsprekers.
“SUR. L/R SP” in het “SET MENU” staat op
“NONE”.
Zet “SUR. L/R SP” op “SML” of “LRG”.
77
Dit toestel staat in de “Straight” stand en er wordt
mono materiaal weergegeven.
Druk op OSTRAIGHT op het voorpaneel zodat “Straight” van het
display op het voorpaneel verdwijnt.
51
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidsprekers.
“SUR. L/R SP” in het “SET MENU” is ingesteld op Zet “SUR. L/R SP” en “SUR.B L/R SP” op een andere instelling dan
“NONE” en “SUR.B L/R SP” is automatisch ingesteld “NONE”.
op “NONE”.
77
“SUR.B L/R SP” in het “SET MENU” staat op
“NONE”.
Zet “SUR.B L/R SP” op een andere instelling dan “NONE”.
77
Zone 2
“EXTRA SP ASSIGN” staat op een andere instelling
luidsprekerinstellingen dan “ZONE2”.
zijn niet beschikbaar in
het “SET MENU”.
Zet “EXTRA SP ASSIGN” op “ZONE2”.
76
De FRONT B
luidsprekers kunnen
niet worden
ingeschakeld.
“EXTRA SP ASSIGN” staat op een andere instelling
dan “FRONT B”.
Zet “EXTRA SP ASSIGN” op “FRONT B”.
76
Geen geluid uit de
midden-, surround- of
surround achterluidsprekers wanneer
de FRONT B
luidsprekers zijn
ingeschakeld.
“EXTRA SP ASSIGN” is ingesteld op “ZONE B”.
Zet “EXTRA SP ASSIGN” op “FRONT B”.
76
Aanwezigheidsluidsp
reker-instellingen zijn
niet beschikbaar in
het “SET MENU”.
“EXTRA SP ASSIGN” staat op een andere instelling
dan “PRESENCE”.
Zet “EXTRA SP ASSIGN” op “PRESENCE”.
76
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
“LFE/BASS OUT” staat op “FRONT” in het “SET
MENU” terwijl er een Dolby Digital of DTS signaal
wordt weergegeven.
Zet “LFE/BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”.
76
“LFE/BASS OUT” in het “SET MENU” staat op
“SWFR” of “FRONT” terwijl er een 2-kanaals
bronsignaal wordt weergegeven.
Zet “LFE/BASS OUT” op “BOTH”.
76
De geluidsveldprogramma’s zijn uitgeschakeld.
Geen geluid uit de
aanwezigheidsluidspr U gebruikt een signaalbron of een
ekers.
programmacombinatie waarbij niet via alle kanalen
geluid wordt geproduceerd.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de middenluidspreker.
Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen.
De aangesloten component is niet correct ingesteld
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en maak de
voor het produceren van Dolby Digital of DTS digitale vereiste instellingen.
signalen.
—
De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
staat op “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO”.
44
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de
kabels.
—
De draaitafel is niet verbonden met de GND
aansluiting.
Sluit de aarding van uw draaitafel aan op de GND aansluiting van dit
toestel.
23
De plaat wordt afgespeeld op een draaitafel met een
MC cartridge.
Sluit uw draaitafel op dit toestel aan via een MC-kopversterker.
23
Het volume is te laag
bij weergave van een
plaat.
111 Nl
Nederlands
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS bronnen
worden weergegeven.
(De Dolby Digital of DTS
indicator op het display
op het voorpaneel licht
niet op.)
Oplossen van problemen
Probleem
Oorzaak
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
De op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen van dit
toestel aangesloten component staat uit.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel toegevoegde
effecten op te nemen met aangesloten opnameapparatuur.
Er wordt niet
opgenomen door
digitale opnameapparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit
toestel.
De signaalbron is niet aangesloten op de DIGITAL
INPUT aansluitingen van dit toestel.
Er kan niet worden
opgenomen door
analoge opnameapparatuur die is
aangesloten op de
AUDIO OUT (REC)
aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de analoge
AUDIO IN aansluitingen van dit toestel.
Oplossing
Zet de betreffende component aan.
Zie
bladzijde
—
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT aansluitingen.
21, 23
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN aansluitingen.
23
Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”.
88
Sommige componenten kunnen geen Dolby Digital of
DTS bronmateriaal opnemen.
De
“MEMORY GUARD” in het “SET MENU” staat op
geluidsveldparameter “ON”.
s en sommige andere
instellingen van dit
toestel kunnen niet
worden gewijzigd.
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen door een
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer 30
externe elektrische schok (bijvoorbeeld blikseminslag seconden weer terug.
of ontlading van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
—
Er klinkt geen geluid
uit de aangesloten
HDMI component.
De HDMI component accepteert geen multikanaals
audiosignalen.
Laat de multikanaals audiosignalen door de broncomponent, zoals
een DVD-speler, terugbrengen tot 2-kanaals audiosignalen.
—
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste manier zijn
aangesloten.
14
U ondervindt storing
van digitale of andere
apparatuur die
radiogolven
gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur vandaan.
—
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van gescramblede of
gecodeerde signalen om kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor u het weer aan
zet.
—
■ HDMI
Probleem
Geen beeld of
geluid.
112 Nl
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Er zijn teveel HDMI componenten aangesloten.
Verminder het aantal aangesloten HDMI componenten.
—
HDCP verificatie mislukt.
Controleer of de aangesloten HDMI componenten ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
—
Oplossen van problemen
■ Tuner (FM/AM radio)
FM
AM
Oplossing
Zie
bladzijde
Probleem
Oorzaak
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM stereouitzendingen wanneer de zender te ver
weg is of het ontvangstsignaal dat
binnenkomt via de antenne niet sterk
genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
27
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
—
Stem met de hand af.
53
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat u
van deze interferentie geen last meer hebt.
—
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
—
Stem met de hand af.
53
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer de zenders opnieuw.
54
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel de antenne zo op dat u de
beste ontvangst verkrijgt.
—
Stem met de hand af.
53
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Ruis of lawaai kan het gevolg zijn van
bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
—
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
—
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
113 Nl
Oplossen van problemen
■ Afstandsbediening
Probleem
De
afstandsbediening
werkt niet of niet
naar behoren.
De
afstandsbediening
kan geen nieuwe
functies leren.
114 Nl
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
31
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
—
De batterijen raken leeg.
Vervang alle batterijen.
4
De schakelaar voor de bedieningsfunctie
staat niet goed.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op de
juiste stand. Wanneer u dit toestel bedient, moet u de
FAMP stand gebruiken. Wanneer u de component
die geselecteerd is met de ingangskeuzetoetsen wilt
bedienen, moet u de FSOURCE stand gebruiken.
Wanneer u de TV die is ingesteld via 5DTV/CBL of
5PHONO wilt bedienen, moet u de FTV stand
gebruiken.
—
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in
met behulp van de “Lijst met
afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze
handleiding.
93
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor
dezelfde fabrikant met behulp van de “Lijst met
afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze
handleiding.
93
De archiefcode van de afstandsbediening
en de afstandsbedienings-ID van dit
toestel komen niet overeen.
Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit
toestel overeenkomt met de archiefcode van de
afstandsbediening.
107, 108
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Programmeer de gewenste functies apart onder de
programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’.
95
De batterijen van deze afstandsbediening
en/of die van de andere afstandsbediening
zijn te zwak.
Vervang de batterijen.
4
De afstand tussen de twee
afstandsbedieningen is te groot of te klein.
Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand van
elkaar.
95
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandsbediening is niet
compatibel met deze afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
—
Het geheugen is vol.
Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te
maken voor nieuwe functies.
101
Oplossen van problemen
■ iPod
Opmerking
Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of het inbeeld
display, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 25).
Statusmelding
Loading...
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
iPod te herkennen.
Dit toestel is bezig songlijsten over te
nemen van uw iPod.
Connect error
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw iPod.
Unknown iPod
De gebruikte iPod wordt niet ondersteund
door dit toestel.
iPod connected
Uw iPod is correct geplaatst in een Yamaha
iPod universeel dock (zoals de los
verkrijgbare YDS-10) verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel, en de
verbinding tussen uw iPod en dit toestel is
correct tot stand gebracht.
Disconnected
Unable to play
Zet dit toestel uit en sluit uw Yamaha iPod universeel
dock opnieuw aan op de DOCK aansluiting van dit
toestel.
25
Probeer uw iPod te resetten.
—
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and
Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
—
Uw iPod is verwijderd uit uw Yamaha iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare
YDS-10), verbonden met de DOCK
aansluiting van dit toestel.
Plaats uw iPod terug in uw Yamaha iPod universeel
dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10), verbonden
met de DOCK aansluiting van dit toestel.
25
Dit toestel kan de op dit moment op uw
iPod opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Controleer of de muziekstukken op uw iPod inderdaad
weergegeven kunnen worden.
—
Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel
kunnen worden weergegeven.
—
■ Bluetooth
Statusmelding
Oplossing
Zie
bladzijde
De Bluetooth adapter en de Bluetooth
component zijn bezig de verbinding tot
stand te brengen (pairing).
De Bluetooth adapter en de Bluetooth
component zijn bezig de verbinding tot
stand te brengen.
Completed
Canceled
De verbinding is tot stand gebracht.
BT connected
De verbinding tussen de Yamaha Bluetooth
adapter (zoals een YBA-10, los
verkrijgbaar) en de Bluetooth component is
tot stand gebracht.
Disconnected
De Bluetooth component is losgekoppeld
van de Yamaha Bluetooth adapter (zoals de
los verkrijgbare YBA-10).
No BT adapter
De Bluetooth adapter is niet aangesloten op Sluit de Yamaha Bluetooth adapter (zoals een YBAde DOCK aansluiting.
10, los verkrijgbaar) aan op de DOCK aansluiting.
Not found
De Yamaha Bluetooth adapter (zoals de
YBA-10, los verkrijgbaar) kon geen
Bluetooth componenten vinden.
Not Available
Er is al een andere Bluetooth verbinding tot
stand gebracht.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Searching...
Oorzaak
Het tot stand brengen van de verbinding is
geannuleerd.
62
115 Nl
Nederlands
Sluit de bestaande verbinding af.
25
Oplossen van problemen
■ AUTO SETUP
Voor AUTO SETUP
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC!
De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
32
Unplug HP!
Memory Guard!
Er is een hoofdtelefoon aangesloten.
Maak de hoofdtelefoon los.
—
De parameters en instellingen van dit toestel
zijn beveiligd.
Zet “MEMORY GUARD” op “OFF”.
88
Tijdens AUTO SETUP
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
E-1:NO FRONT SP
Er worden geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R
voor-luidsprekers.
14
E-2:NO SUR SP
Er wordt geen signaal voor een
surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
surround-luidspreker.
14
E-3:NO PRNS SP
Er wordt geen signaal voor een
aanwezigheidskanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
14
E-4:SBR->SBL
Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Verbind de surround achter-luidspreker met
de LEFT SURROUND BACK SPEAKERS
aansluiting als u slechts een enkele surround
achter-luidspreker heeft.
14
E-5:NOISY
Teveel geluiden op de achtergrond.
Probeer de “AUTO SETUP” onder stille
omstandigheden.
—
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals
air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt van
de optimalisatie-microfoon.
—
E-6:CHECK SUR.
Wel surround achter-luidsprekers
aangesloten, maar geen L/R surroundluidsprekers.
Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer
u surround achter-luidsprekers gebruikt.
14
E-7:NO MIC
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de “AUTO SETUP” procedure.
Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
32
E-8:NO SIGNAL
De optimalisatie-microfoon kan geen
testtonen detecteren.
Controleer de instelling van de microfoon.
32
Controleer de aansluiting en de opstelling
van de microfoon.
14
De “AUTO SETUP” procedure is
geannuleerd door iets dat de gebruiker
gedaan heeft.
Doe de “AUTO SETUP” nog eens.
32
Doe de “AUTO SETUP” nog eens.
32
E-9:USER CANCEL
E-10:INTERNAL ERROR Er is een interne fout opgetreden.
116 Nl
Oplossen van problemen
Na AUTO SETUP
Waarschuwing
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
W-1:OUT OF PHASE
De polariteit van de luidspreker is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk van
de luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteit van de luidsprekeraansluitingen (+ of –).
14
W-2:OVER 24m (80ft)
De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is meer dan 24 m.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
—
W-3:LEVEL ERROR
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers.
Verander de opstelling van de luidsprekers
zodat alle luidsprekers in vergelijkbare
omstandigheden verkeren.
—
Controleer de aansluitingen van de
luidspreker.
14
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare
kwaliteit.
—
Wanneer “SWFR: TOO LOUD” of “SWFR:
TOO LOW” verschijnt op het
resultatenscherm, is er een probleem met het
door de subwoofer geproduceerde volume.
32
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
14
Zet “EXTRA SP ASSIGN” op een andere
instelling dan “PRESENCE”.
33
W-4:CHECK PRNS
“EXTRA SP ASSIGN” is ingesteld op
“PRESENCE”, alhoewel de signalen voor
het aanwezigheidskanaal niet worden
gedetecteerd.
Opmerkingen
• Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en
vervolgens de “AUTO SETUP” opnieuw uit te voeren.
• Als de waarschuwingen “W-1”, “W-2” of “W-3” verschijnen, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet
optimaal zijn.
• Als foutmelding “E-10” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend Yamaha service-centrum.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
117 Nl
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
Resetten van het systeem
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Opmerkingen
• Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “SET MENU” parameters.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
y
Om de initialisatieprocedure tussentijds te annuleren zonder veranderingen aan te brengen, dient u op LSYSTEM OFF op het
voorpaneel te drukken.
1
Druk op LSYSTEM OFF op het voorpaneel
om dit toestel uit (standby) te zetten.
2
Houd MTONE CONTROL ingedrukt en druk
vervolgens op KMAIN ZONE ON/OFF om
dit toestel aan te zetten.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
TONE CONTROL
Houd ingedrukt
MAIN ZONE
ON/OFF
3
Verdraai NPROGRAM en selecteer “INIT”.
4
Druk herhaaldelijk op MTONE CONTROL
en selecteer “ALL”.
y
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren
zonder wijzigingen aan te brengen.
5
Druk op LSYSTEM OFF om uw keuze te
bevestigen en dit toestel uit (standby) te
zetten.
118 Nl
WOORDENLIJST
Woordenlijst
■ Audio en video synchronisatie
(‘lip sync’)
‘Lip sync’ staat voor ‘lip synchronisatie’ en geeft in deze context
zowel het probleem aan als een technische manier om beeldsignalen
en geluid signalen tijdens signaaloverdracht en weergave netjes met
elkaar in de pas te laten lopen. De verschillende manieren waarop
beeld en geluid verwerkt worden hebben ingewikkelde instellingen
door de eindgebruiker vereist, maar HDMI versie 1.3 is nu voorzien
van een automatisch synchronisatie voor audio en video die de
apparatuur in staat stelt automatisch de vereiste correcties uit te
voeren, zonder dat de gebruiker daarmee lastig wordt gevallen.
■ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee versterkers
gebruikt voor een luidsprekerbox. De ene versterker wordt
aangesloten op de woofer (lage tonen) van de box, terwijl de andere
wordt aangesloten op het gecombineerde gedeelte voor de middenen hoge tonen. In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers
slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte toonbereik
geeft elk van de gebruikte versterkers minder zwaar werk te doen en
levert minder risico op dat de weergave negatief wordt beïnvloed. De
interne crossover-schakeling van de leluidspreker taat uit een LPF
(Laag doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de
naam al suggereert kunnen de frequenties beneden een bepaalde
waarde het LPF gewoon passeren, maar zullen frequenties boven die
waarde niet worden doorgelaten. Op dezelfde manier kunnen
frequenties boven de ingestelde waarde een HPF gewoon passeren.
■ Component videosignaal
■ Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen
van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een
composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie
elementen gecombineerd door.
■ Deep Color
■ Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt bereikt
met een matrix decoder die 3 surroundkanalen samenstelt uit de
gegevens voor de 2 surroundkanalen uit de oorspronkelijke opnamen.
Voor de beste resultaten moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital Surround EX.
Met dit extra kanaal krijgt u een meer dynamische en realistische
weergave van bewegende geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde
“fly-over” en “fly-around” effecten.
■ Dolby Digital Plus
Dolby Digital Plus is een geavanceerde audiotechnologie die speciaal
is ontwikkeld voor high-definition programma’s en media, inclusief
HD uitzendingen, HD DVD en Blu-ray Discs. Deze technologie is
geselecteerd als vereiste audiostandaard voor HD DVD en als een
optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs en levert multikanaals
weergave via gescheiden kanalen. Dolby Digital Plus biedt
ondersteuning voor bitsnelheden tot 6,0 Mbps en kan maximaal 7.1
gescheiden audiokanalen tegelijk bevatten. Dolby Digital Plus wordt
ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor de optische
discspelers en AV receivers/versterkers van de toekomst, maar blijft
ook volledig compatibel met de bestaande multikanaals
audiosystemen die gebruik maken van Dolby Digital.
■ Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek voor de
grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze
nieuwe technologie maakt gescheiden 5-kanaals weergave mogelijk
met 2 voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2
surroundkanalen, links en rechts, in plaats van slechts 1
surroundkanaal bij conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie
standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een “Movie”
stand voor films en een “Game” stand voor spelletjes.
■ Dolby Pro Logic IIx
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die gescheiden
multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals of multikanaals
bronmateriaal. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music” stand
voor muziek, een “Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals
materiaal) en een “Game” stand voor spelletjes.
119 Nl
Nederlands
Deep Color verwijst naar de grotere aantallen kleuren (‘kleurdiepte’)
die door beeldschermen kunnen worden weergegeven, in vergelijking
met de 24-bits kleurdiepte in eerdere HDMI versies. Deze extra bits
voor de kleurweergave (en dus extra mogelijke kleuren) stellen
HDTV’s en andere soorten beeldschermen om het aantal weer te
geven kleuren op te voeren van miljoenen naar miljarden en zorgen
ervoor dat de storende kleurbanden op het scherm worden vervangen
door vloeiende kleurovergangen en subtiele kleurgradaties. Een
verbeterde contrastverhouding betekent dat er veel meer grijstonen
kunnen worden weergegeven tussen zwart en wit. Deep Color
verhoogt ook het aantal mogelijke kleuren binnen de door de RGB of
YCbCr kleurruimten bepaalde grenzen.
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van
elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links,
midden en rechts), en 2 surround-stereokanalen biedt Dolby Digital
in totaal 5 audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra
kanaal speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage
Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het
LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor
de surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere weergave van
bewegende geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische bereik (van
het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan worden weergegeven)
van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en de precieze
plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt de
luisteraar een ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u
zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot 5.1 kanaals
weergave, u vraagt, wij draaien.
AANVULLENDE
INFORMATIE
In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden
in een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR signalen voor de
kleuren. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat elk
van deze signalen onafhankelijk is van de andere.
Componentsignalen worden ook wel “kleurverschilsignalen”
genoemd omdat het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal. U heeft een monitor met component
ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen te kunnen
weergeven.
■ Dolby Digital
Woordenlijst
■
Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en dynamische
geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een
middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor
speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert geluid
binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby Surround wordt veel
gebruikt op videobanden en laserdiscs en ook wel bij TV en
kabelprogramma’s. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic
decoder maakt gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen stabiliseert om de
richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende geluidsbronnen te
verbeteren.
■
Dolby TrueHD
Dolby TrueHD is een geavanceerde, verliesloze audiotechnologie die
speciaal is ontwikkeld voor high-definition media op disc, zoals HD
DVD en Blu-ray Discs. Deze technologie is een vereiste audiostandaard
voor HD DVD en een optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs en
levert een weergave die bit-voor-bit identiek is aan de studio
masteropname en die daardoor een zeer hoogstaande weergavekwaliteit
kan leveren. Dolby TrueHD biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot
18,0 Mbps en kan maximaal 8 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen
tegelijk bevatten. Dolby TrueHD wordt ondersteund door HDMI versie
1.3 en is ontworpen voor de optische discspelers en AV receivers/
versterkers van de toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de
bestaande multikanaals audiosystemen en behoudt de metadata
mogelijkheden van Dolby Digital, zodat de dialoog normalisatiefunctie
en de regeling van het dynamisch bereik onverminderd mogelijk blijven.
■
DSD
Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt voor het
opslaan van audiosignalen op digitale media, zoals Super Audio CD’s.
Bij DSD worden signalen opgeslagen als enkele bitwaarden bij een zeer
hoge bemonsteringsfrequentie van 2,8224 MHz waarbij gebruik wordt
gemaakt van ‘noise shaping’ en overbemonstering om vervorming, een
normaal verschijnsel bij zeer hoge kwantisaties van audiosignalen, te
voorkomen. Dankzij de hoge bemonsteringsfrequentie kan er een betere
geluidskwaliteit worden bereikt dan door de PCM technologie van
gewone audio-CD’s.
■
DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor
multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig compatibel met
alle vroegere DTS decoders. “96” refereert aan de 96 kHz
bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale waarde van 48
kHz). “24” refereert aan de gebruikte codelengte van 24 bits. DTS 96/24
biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de originele
96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van
hoge kwaliteit voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVDVideo.
■
DTSDigital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge
filmsoundtracks te vervangen door een 6.1-kanaals digitale soundtrack
en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. DTS, Inc.
heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis
kunt profiteren van de verbluffende DTS digitale surroundweergave. Dit
systeem produceert een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6.1
kanalen (dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en rechts
surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als 0.1 geteld wordt voor in
totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES decoder die
6.1-kanaals weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals
bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
120 Nl
■
DTS Express
DTS Express is een geavanceerde audiotechnologie voor optioneel
gebruik op Blu-ray Disc of HD DVD, die een geluidssignaal van hoge
kwaliteit met een lage bitsnelheid biedt, speciaal voor overdracht via
netwerken en voor Internet applicaties. DTS Express wordt gebruikt voor
de Secondary Audio functie op Blu-ray Discs of de Sub Audio functie
van HD DVD. Deze functies kunnen op commando van de gebruiker
audiocommentaren laten weergeven (bijvoorbeeld commentaar van de
regisseur) via het Internet enz. DTS Express signalen worden op de
speler gemengd met de hoofd-audiobitstroom, waarna het gemengde
signaal naar de AV receiver/versterker wordt gestuurd via digitaal
coaxiale, digitaal optische of analoge verbindingen.
■
DTS-HD High Resolution Audio
DTS-HD High Resolution Audio is een audiotechnologie met een hoog
oplossend vermogen die speciaal is ontwikkeld voor high-definition
media op disc, zoals HD DVD en Blu-ray Discs. Deze technologie is een
optionele audiostandaard voor HD DVD en Blu-ray Discs en levert een
weergave die vrijwel niet te onderscheiden is van het origineel en die
daardoor een zeer hoogstaande weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD
High Resolution Audio biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot
3,0 Mbps voor HD DVD en 6,0 Mbps voor Blu-ray Discs en kan
maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk bevatten.
DTS-HD High Resolution Audio wordt ondersteund door HDMI versie
1.3 en is ontworpen voor de optische discspelers en AV receivers/
versterkers van de toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de
bestaande multikanaals audiosystemen die gebruik maken van DTS
Digital Surround.
■
DTS-HD Master Audio
DTS-HD Master Audio is een geavanceerde, verliesloze
audiotechnologie die speciaal is ontwikkeld voor high-definition media
op disc, zoals HD DVD en Blu-ray Discs. Deze technologie is een
vereiste audiostandaard voor zowel HD DVD als voor Blu-ray Discs en
levert een weergave die bit-voor-bit identiek is aan de studio
masteropnamen en die daardoor een zeer hoogstaande weergavekwaliteit
kan leveren. DTS-HD Master Audio biedt ondersteuning voor
bitsnelheden tot 18,0 Mbps voor HD DVD en 24,5 Mbps voor Blu-ray
Discs en kan maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen
tegelijk bevatten. DTS-HD Master Audio wordt ondersteund door HDMI
versie 1.3 en is ontworpen voor de optische discspelers en AV receivers/
versterkers van de toekomst, maar blijft ook volledig compatibel met de
bestaande multikanaals audiosystemen die gebruik maken van DTS
Digital Surround.
■
HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste volledig door
de elektronica industrie ondersteunde, ongecomprimeerde en volledig
digitale audiovisuele interface. HDMI biedt ondersteuning voor
standaard, verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals
digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen
elke denkbare audiovisuele signaalbron (zoals een externe ontvanger of
AV receiver) en de audio/video monitor (zoals een digitale televisie).
HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt ondersteuning
voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg bandbreedte om ruimte te
bieden aan toekomstige verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP (High-bandwidth Digital
Content Protection), biedt HDMI een veilige audio/video interface die
voldoet aan de beveiligingseisen van producenten van weer te geven
materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie omtrent HDMI
raden we u aan een bezoek te brengen aan de HDMI website op
“http://www.hdmi.org/”.
Woordenlijst
■ LFE 0.1 kanaal
■ “x.v.Color”
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het frequentiebereik
voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als
0.1 geteld omdat niet het volledige frequentiebereik wordt
weergegeven, zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of
DTS 5.1/6.1-kanaals systeem.
Een standaard voor de zogenaamde ‘kleurruimte’ (aantal weer te
geven kleuren) die wordt ondersteund in HDMI versie 1.3. Deze
standaard omvat meer kleuren en mogelijkheden dan sRGB en
maakt een tot nog toe ongekende kleurweergave mogelijk.
Terwijl de compatibiliteit met het kleurengamma van de sRGB
standaarden gehandhaafd blijft, breidt “x.v.Color” de kleurruimte
uit zodat er levendiger en natuurlijker uitziende beelden
weergegeven kunnen worden. Deze methode is vooral geschikt
voor de weergave van foto’s en grafische computerbeelden.
■ Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6kanaals weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt
weergave mogelijk met kanalen met het volle bereik en met een
verbeterde kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale
signalen met gescheiden kanalen. Er zijn twee standen
beschikbaar: een “Music” stand voor muziek en een “Cinema”
stand voor films.
■ PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd
digitaliseren, opnemen en overbrengen van analoge
audiosignalen. Dit wordt gebruikt als opnamemethode van CD’s
en DVD audio. Het PCM systeem maakt gebruik van een
techniek waarmee het analoge signaal zeer vaak per seconde
wordt gemeten. De afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”,
het analoge signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan
gemoduleerd voor opname.
■ Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
AANVULLENDE
INFORMATIE
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het
aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de
bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid
waarmee het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het
aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden
weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl
het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits. In
principe is het zo dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is,
hoe groter het aantal tonen is dat kan worden weergegeven, en
hoe hoger het aantal kwantisatiebits is, hoe precieser het
geluidsniveau kan worden gereproduceerd.
■ S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat normaal via
een enkele kabel zou worden doorgegeven gescheiden in een Y
signaal voor de luminantie en een C signaal voor de kleur en
doorgegeven via speciale S-video aansluitingen. Gebruik van een
S VIDEO aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange
verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
Nederlands
121 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA INFORMATIE
Geluidsveldprogramma informatie
■ Onderdelen van een geluidsveld
■
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een live
voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via de
wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze weerkaatsingen
het geluid verlevendigen, vertellen ze ons ook waar de
muzikanten zich bevinden, hoe groot de ruimte is waar we in
zitten en welke vorm deze heeft.
Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze
oren direct bereiken zijn er twee verschillende soorten
weerkaatsingen die samen onze waarneming van het geluid
bepalen.
Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor
elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een
hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s
natuurgetrouw kunnen worden weergegeven.
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot 100 ms
na het directe geluid) en zijn slechts door één enkel oppervlak
weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond of een muur). Deze
vroege weerkaatsingen maken het direct waargenomen geluid
voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan
één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het plafond) en
zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een bijna doorlopende
nagalm. Deze natrillingen zijn niet richtinggevoelig en maken
het directe geluid in onze waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen
samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de
grootte en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die
door de digitale geluidsveld processor wordt gereproduceerd
bij het samenstellen van het geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de
juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen
bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen veranderen
in die van een concertzaal, een dansvloer of in die van vrijwel
elke ruimte die u zich zou kunnen indenken. Deze kunst om
zelf geluidsvelden samen te stellen is precies wat Yamaha nu
heeft bereikt met de digitale geluidsveld processor.
■ CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk
bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het
best in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers
opgesteld voor het maximale akoestische effect. Maar de
omstandigheden bij mensen thuis, de afmetingen van de
kamer, het materiaal waar de muur van gemaakt is, het aantal
luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de weergave ook
anders wordt. Op basis van een massa in het echt gemeten
gegevens maken nu de Yamaha CINEMA DSP programma’s
gebruik van de origineel door Yamaha ontwikkelde
geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby Pro
Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot een zo
goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de
audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop
gerealiseerd kon worden.
122 Nl
■
SILENT CINEMA
Virtual CINEMA DSP
Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te profiteren
van DSP surroundeffecten door middel van virtuele surroundluidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op
een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder
midden-luidspreker.
■
Compressed Music Enhancer
De Compressed Music Enhancer functie van dit toestel
verbetert de geluidsweergave door de vanwege deze
zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende harmonische
signalen te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd
voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies in het
gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als de laagste
tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van uw systeem ten
goede komt.
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
AUDIO GEDEELTE
• Volumeregeling .......................................... MUTE/– 80 dB t/m 16,5 dB
• Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,06% THV, 8 Ω .......................................... 95 W
• Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ........................................... ±10 dB/50 Hz
BASS turnover frequentie ........................................................ 350 Hz
TREBLE versterking/drempel .................................... ±10 dB/20 kHz
TREBLE turnover frequentie ................................................. 3,5 kHz
• Dynamisch vermogen (IHF)
L/R voor, 8/6/4/2 Ω ............................................. 130/165/195/240 W
• Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA)
[Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 Ω ...............................................................135 W
• Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor Europa, Rusland en Azië]
Luidsprekerimpedantie instelling: 8 Ω, 1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω
.................................................................................................145 W
• Dynamisch bereik [Modellen voor de V.S. en Canada]
8 Ω ............................................................................................ 1,4 dB
• IEC uitgangsvermogen
[Modellen voor Europa, Rusland en Azië]
L/R voor, 1 kHz, 0,06% THV, 8 Ω ........................................... 105 W
• Dempingsfactor (IHF)
L/R voor, SPEAKERS A, 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω .......... 120 of meer
• Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO (MM) ............................................................. 3,5 mV/47 kΩ
CD, enz. ...................................................................... 200 mV/47 kΩ
MULTI CH INPUT .................................................... 200 mV/47 kΩ
• Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F.
(FRONT SP, CENTER SP, SUR. L/R SP, SUR.B L/R SP: SMALL/
SML) ................................................................................12 dB/oct.
L.P.F. (Subwoofer) .............................................................. 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
• Videoformaat (Grijze achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
................................................................................................ NTSC
[Modellen voor Europa, Rusland, Australië, Azië en China]
................................................................................................... PAL
• Videoformaat (Videoconversie) ........................................... NTSC/PAL
• Signaalniveau
Composiet ........................................................................ 1 Vp-p/75 Ω
S-video .................................. 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 Vp-p/75 Ω (C)
Component ........................ 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR)
• Maximum ingangsniveau (Video omzetting uit) ......... 1,5 Vp-p of meer
• Maximum ingangsvoltage
PHONO (MM)
1 kHz, 0,1% THV .................................................... 60 mV of meer
CD, enz.
Effect Aan, 1 kHz, 0,5% THV .................................. 2,3 V of meer
• Signaal-ruis verhouding ................................................... 50 dB of meer
• Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie
OUT (REC) ............................................................... 200 mV/1,2 kΩ
PRE OUT ....................................................................... 1,0 V/1,2 kΩ
SUBWOOFER (2ch Stereo, FRONT SP: SMALL)........ 1,0 V/1,2 kΩ
ZONE 2 OUT ............................................................ 200 mV/1,2 kΩ
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
.................................................... 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ......................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
• Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
CD, enz. (1 kHz, 50 mV, 8 Ω) .................................... 150 mV/100 Ω
• 50 dB Rustgevoeligheid (IHF)
1 kHz, 100% MOD., Mono .................................... 2,8 µV (20,2 dBf)
• Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor, 10 Hz t/m 100 kHz ............... +0/–3 dB
• Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ................................................................... 73 dB/70 dB
• RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO (MM) ................................................................... 0 ± 0,5 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ............................................................................... 0,5%
• Totale harmonische vervorming
PHONO (MM) naar OUT (REC)
20 Hz t/m 20 kHz, 1 V .......................................... 0,02% of minder
CD, enz. naar L/R voor
2ch Stereo, 20 Hz t/m 20 kHz, 50 W, 8 Ω ............. 0,06% of minder
• Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ........................................... 75 Ω
FM GEDEELTE
AANVULLENDE
INFORMATIE
• Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (MM, 5 mV) naar OUT OUT (REC)
[Modellen voor Australië, Europa, Rusland, Korea en Azië]
.................................................................................... 81 dB of meer
[Overige modellen] ....................................................... 86 dB of meer
CD, enz. (Effect Uit, 250 mV) naar L/R voor ............ 100 dB of meer
• Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component (Video omzetting uit) ............. 5 Hz t/m 100 MHz, –3 dB
AM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ........................ 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
............................................................. 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ................................................. 531 t/m 1611 kHz
• Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor .................................................................. 150 µV of minder
Nederlands
• Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
PHONO (kortgesloten) naar L/R voor .............. 60 dB/55 dB of meer
CD, enz. (5,1 kΩ kortgesloten) naar L/R voor
......................................................................... 60 dB/45 dB of meer
123 Nl
Technische gegevens
ALGEMEEN
• Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.......................................................... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Algemene modellen]
........................ 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië]
...................................... 220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Europa en Rusland]
.......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
• Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ...................... 400 W/500 VA
[Overige modellen] ............................................................ 440 W
• Stroomverbruik uit (standby)
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,8 W of minder
[Overige modellen] ............................................. 0,1 W of minder
• Maximum stroomverbruik [Alleen Algemene modellen]
6 kanalen, 10% THV .......................................................... 850 W
• Netstroomaansluitingen
[Modellen voor de V.S., Canada en China]
......................................................... 2 (Totaal 100 W maximum)
[Modellen voor Azië, Europa en Rusland en algemene modellen]
........................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
[Model voor Australië] ................................. 1 (100 W maximum)
• Afmetingen (b x h x d) ..................................... 435 x 171 x 393 mm
• Gewicht ................................................................................ 11,8 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
124 Nl
INDEX
Index
■
Nummers
1 BASIC MENU, Handmatige setup ..... 71
2 VOLUME MENU, Handmatige
setup ................................................. 72
2ch STEREO,
Geluidsveldprogramma’s ................. 50
3 SOUND MENU, Handmatige setup ...... 72
4 INPUT MENU, Handmatige setup ..... 73
5 OPTION MENU, Handmatige setup ..... 73
7ch Enhancer,
Geluidsveldprogramma’s ................. 50
7ch STEREO,
Geluidsveldprogramma’s ................. 50
96/24 indicator ..................................... 30
■
A
B
B)LFE LEVEL, Geluidsmenu ..............82
B)SP LEVEL, Basismenu ....................78
BASIC MENU, Handmatige setup ......76
Basismenu, Handmatige setup .............71
■
C
C)DYNAMIC RANGE, Geluidsmenu ...... 82
C)MEMORY GUARD, Optiemenu .... 88
C)SP DISTANCE, Basismenu ............ 79
Canceled, Bluetooth statusmelding ... 115
Cassettedeck aansluiting ...................... 23
CD-recorder aansluiting ...................... 23
CD-speler aansluiting .......................... 23
Cellar Club, Geluidsveldprogramma’s .... 49
CENTER PRE OUT aansluiting
verbinden ......................................... 24
CENTER SP, Luidspreker-instellingen ..... 77
CENTER WIDTH, Decoderparameter ...... 70
Chamber, Geluidsveldprogramma’s .... 48
CHANNEL, Audio informatie ............ 46
CHECK PRNS, Automatische setup
waarschuwing ................................ 117
CHECK SP WIRES ............................. 14
CHECK SUR., Automatische setup
foutmelding ................................... 116
CINEMA DSP indicator ...................... 30
CLASSICAL, Geluidsveldcategorie ...... 48
CLASSICS, Radio Data System
programmatype ................................ 57
CLEAR, Afstandsbediening .............. 100
CLOCK TIME, Radio Data Systeem
informatie ........................................ 59
Completed, Bluetooth statusmelding ..... 115
COMPONENT VIDEO aansluitingen ....... 17
Compressed Music Enhancer .............. 50
Connect error, iPod statusmelding .... 115
Connect MIC!, Automatische setup
foutmelding ................................... 116
CROSS OVER,
Luidspreker-instellingen .................. 78
CT indicator ......................................... 31
CT LEVEL, Geluidsveldparameters ... 69
CT, Radio Data Systeem informatie .... 59
CULTURE, Radio Data System
programmatype ................................ 57
125 Nl
Nederlands
■
Begin pairing, Ingangsmenu ................ 86
Beginconfiguratie, Optiemenu ............ 89
Beginvertraging natrillingen,
Geluidsveldparameter ...................... 68
Beginvolume, Volumemenu ................ 80
Beschikbare decoders met
geluidsveldprogramma’s ................. 69
BGV, Ingangsmenu ............................. 86
BI-AMP, Geavanceerde setup ........... 109
Bi-amp, Geavanceerde setup ............. 109
BITRATE, Audio informatie ............... 46
Bluetooth adapter aansluiting .............. 25
Bluetooth component weergave .......... 62
Bluetooth, gebruiken componenten ..... 62
Bluetooth, Oplossen van problemen ..... 115
BT connected, Bluetooth
statusmelding ................................. 115
AANVULLENDE
INFORMATIE
A)DISPLAY SET, Optiemenu ............ 87
A)EQUALIZER, Geluidsmenu ........... 81
A)SPEAKER SET, Basismenu ............ 76
Aan zetten ............................................ 29
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen
aan uw kamer ..................................... 32
Aansluiten van een iPod universeel
dock ................................................. 25
Aansluiten, audiocomponenten ............ 23
Aansluiting, AM antenne aansluiting ..... 27
Aansluiting, Bluetooth adapter ............ 25
Aansluiting, cassettedeck ..................... 23
Aansluiting, CD-recorder ..................... 23
Aansluiting, CD-speler ........................ 23
Aansluiting, CENTER PRE OUT
aansluiting ........................................ 24
Aansluiting, Draaitafel ......................... 23
Aansluiting, DVD-recorder ................. 22
Aansluiting, DVD-speler ..................... 21
Aansluiting, externe decoder ............... 25
Aansluiting, Externe versterker ........... 24
Aansluiting, FM antenne ...................... 27
Aansluiting, luidsprekerkabel .............. 16
Aansluiting, MD-recorder .................... 23
Aansluiting, multiformaat-speler ......... 25
Aansluiting, netsnoer ........................... 28
Aansluiting, projector .......................... 20
Aansluiting, PVR ................................. 22
Aansluiting, set-top boxen ................... 22
Aansluiting, SUBWOOFER
PRE OUT aansluiting ...................... 24
Aansluiting, SUR.BACK
PRE OUT aansluitingen .................. 24
Aansluiting, SURROUND
PRE OUT aansluitingen .................. 24
Aansluiting, TV monitor ...................... 20
Aansluiting, videorecorder ................... 22
Aansluitingen ....................................... 17
Aantal luidsprekers, resultaal
automatische instelling .................... 34
Aanvankelijke vertraging,
Geluidsveldparameter ...................... 66
Aanwezigheidsgeluidsveld aanvankelijke
vertraging, Geluidsveldparameter ......... 66
Aanwezigheidsgeluidsveld kamerafmetingen,
Geluidsveldparameter ...........................67
Aanwezigheidsluidsprekers gebruiken .....13
Aanwezigheidsluidsprekers indicators .....31
AC OUTLET(S) (SWITCHED) ..........28
Achterpaneel ........................................10
Action Game,
Geluidsveldprogramma’s .................49
Adaptief DSP niveau, Volumeniveau ......80
Adaptieve regeling van het dynamisch
bereik, Volumemenu ........................80
ADAPTIVE DRC indicator .................30
ADAPTIVE DRC, Volumemenu .........80
ADAPTIVE DSP LEVEL,
Volumemenu ....................................80
Adventure, Geluidsveldprogramma’s ......50
AFFAIRS, Radio Data System
programmatype ................................57
Afspelen van video op de achtergrond ......45
Afstandsbediening AMP ID,
Geavanceerde setup .......................107
Afstandsbediening TUNER ID,
Geavanceerde setup .......................108
Afstandsbediening, Oplossen van
problemen ......................................114
Afstandsbedieningscode instelling .......93
Afstemmen op een voorkeuzezender,
FM/AM afstemmen ..........................53
Afstemstap tuner, Geavanceerde
setup ...............................................109
AM afstemmen .....................................53
AM antenne aansluiten .........................27
ANALOG RES., Video informatie ......46
AUDIO aansluitingen ...........................17
Audio en video synchronisatie,
Geluidsmenu ....................................83
Audio informatie ..................................46
Audio ingangsaansluitingen selectie ....44
Audio ondersteuning, HDMI instelling .....89
AUDIO SELECT .................................44
AUDIO SELECT, Beginconfiguratie ......89
Audio selectie, Beginconfiguratie ........89
Audio-aansluitingen .............................17
Audiocomponenten aansluiten .............23
Audiokabelstekkers ..............................17
AUTO DELAY, Lip sync ....................83
AUTO SETUP ...............................32, 71
AUTO SETUP, Oplossen van
problemen ......................................116
AUTO TUNING, FM/AM afstemmen .....53
Automatisch afstemmen, FM/AM
afstemmen ........................................53
Automatische setup ..............................71
Automatische vertraging, Lip sync ......83
Index
■
D
D)INIT. CONFIG, Optiemenu ............. 89
D)LIPSYNC, Geluidsmenu ................. 83
D)TEST TONE, Basismenu ................ 79
Decoder beschrijvingen ....................... 70
Decoder indicators ............................... 30
DECODER MODE, Beginconfiguratie ..... 89
DECODER MODE, Ingangsmenu ...... 85
Decoder selectie ................................... 69
Decoderfunctie, Beginconfiguratie ...... 89
Decoderfunctie, Ingangsmenu ............. 85
DEVICE OVER, HDMI foutmelding ...... 46
DIALG.LIFT, Geluidsveldparameter ..... 65
Dialooglift, Geluidsveldparameters ..... 65
DIGITAL COAXIAL aansluitingen ...... 17
DIGITAL OPTICAL aansluitingen ..... 17
DIMENSION, Decoderparameter ....... 70
DIMMER, Display instellingen ........... 87
Dimmer, Display instellingen .............. 87
Direct afstemmen op een frequentie,
FM/AM afstemmen ......................... 54
DIRECT, Geluidsveldparameter .......... 69
Disconnected, Bluetooth
statusmelding ................................. 115
Disconnected, iPod statusmelding ..... 115
Display instellingen, Optiemenu .......... 87
Display voorpaneel .............................. 30
DIST, resultaat automatische instelling .... 34
DOCK indicator ................................... 30
Draaitafel aansluiten ............................ 23
Drama, Geluidsveldprogramma’s ........ 50
DRAMA, Radio Data System
programmatype ................................ 57
DSP effectniveau,
Geluidsveldparameter ...................... 65
DSP indicators ..................................... 30
DSP LEVEL, Geluidsveldparameters ..... 65
DSP PROG. INFO, Radio Data
Systeem informatie .......................... 59
DVD-recorder aansluiting .................... 22
DVD-speler aansluiting ....................... 21
Dynamisch bereik, Geluidsmenu ......... 82
■
E
E)EXTD SUR., Geluidsmenu .............. 83
E)HDMI SET, Optiemenu ................... 89
E-1:NO FRONT SP, Automatische
setup foutmelding .......................... 116
E-10:INTERNAL ERROR,
Automatische setup foutmelding ..... 116
E-2:NO SUR SP, Automatische
setup foutmelding .......................... 116
E-3:NO PRNS SP, Automatische
setup foutmelding .......................... 116
E-4:SBR->SBL, Automatische
setup foutmelding .......................... 116
E-5:NOISY, Automatische
setup foutmelding .......................... 116
E-6:CHECK SUR., Automatische
setup foutmelding .......................... 116
E-7:NO MIC, Automatische
setup foutmelding .......................... 116
E-8:NO SIGNAL, Automatische
setup foutmelding .......................... 116
126 Nl
E-9:USER CANCEL, Automatische
setup foutmelding ..........................116
EDUCATE, Radio Data System
programmatype ................................57
Eenheid, Luidsprekerafstand ................79
EFFECT LEVEL,
Geluidsveldparameters .....................69
ENHANCER indicator .........................30
ENTERTAINMENT,
Geluidsveldcategorie .......................49
EON dataservice, Radio Data System
afstemmen ........................................58
EON indicator ......................................31
EQ TYPE SELECT, Equalizer ............81
EQ, Automatische instelparameter ......33
Equalizer, Geluidsmenu .......................81
Equalizertype selecteren, Equalizer .....81
EXTD SUR., Beginconfiguratie ..........89
Externe decoder aansluiten ..................25
Externe versterker aansluiten ...............24
Extra luidspreker toewijzing,
Automatische instelparameter ..........33
Extra luidspreker toewijzing,
Luidspreker-instellingen ..................76
EXTRA SP ASSIGN, Automatische
instelparameter .................................33
EXTRA SP ASSIGN,
Luidspreker-instellingen ..................76
■
F
F)ZONE2 SET, Optiemenu ..................90
FL SCROLL, Display instellingen .......87
FLAG, Audio informatie ......................46
FM afstemmen .....................................53
FM antenne ..........................................27
FM antenne aansluiten .........................27
FORMAT, Audio informatie ...............46
FREQUENCY, Radio Data Systeem
informatie .........................................59
Frequentie, Radio Data Systeem
informatie .........................................59
FRONT PRE OUT aansluiting
verbinding ........................................24
FRONT SP, Luidspreker-instellingen ....77
FRONT, Ingangsmenu .........................86
■
G
Geavanceerde geluidsinstellingen ........64
Geavanceerde setup ............................106
Geheugen beveiliging, Optiemenu .......88
Geluid tijdelijk uitschakelen ................45
Geluidsmenu, Handmatige setup .........72
Geluidsveld indicators ..........................30
Geluidsveldparameter wijzigen ............64
Geluidsveldprogramma, Radio Data
Systeem informatie ..........................59
Geluidsveldprogramma’s .....................48
Geluidsveldprogramma’s met
hoofdtelefoon ...................................51
Geluidsveldprogramma’s zonder
surround-luidsprekers ......................51
GEQ, Equalizer ....................................81
Grafische equalizer, Equalizer .............81
■
H
Hall in Munich,
Geluidsveldprogramma’s ................ 48
Hall in Vienna,
Geluidsveldprogramma’s ................ 48
Handmatig afstemmen, FM/AM
afstemmen ....................................... 53
Handmatige setup ................................ 71
Handmatige vertraging, Lip sync ........ 83
HDCP ERROR, HDMI foutmelding ..... 46
HDMI .................................................. 18
HDMI AUTO, Lip sync ...................... 83
HDMI auto, Lip sync ........................... 83
HDMI ERROR, Video informatie ....... 46
HDMI fouten en meldingen ................ 46
HDMI indicator ................................... 30
HDMI instelling, Optiemenu ............... 89
HDMI RES., Video informatie ............ 46
HDMI SIGNAL, Video informatie ..... 46
HDMI, oplossen van problemen ....... 112
HEADPHONE, Dynamisch bereik ..... 82
HEADPHONE, Niveau Lage
Frequentie Effecten ......................... 82
Hoofdtelefoon ...................................... 45
Hoofdtelefoon indicator ...................... 30
Hoofdtelefoon, Dynamisch bereik ...... 82
Hoofdtelefoon, Niveau Lage
Frequentie Effecten ......................... 82
Huidige status display ......................... 44
■
I
I/O ASSIGNMENT, Ingangsmenu ..... 84
Indicators ingangskanalen ................... 31
INFO, Radio Data System
programmatype ............................... 57
Infrarood venster ................................. 31
Ingangskanaal en luidspreker
indicators ......................................... 31
Ingangsmenu, Handmatige setup ........ 73
Ingangssignaal indicators .................... 30
INI.VOL., Zone 2 instellingen ............ 90
INIT, Geavanceerde setup ................. 109
INIT.DLY, Geluidsveldparameter ...... 66
INIT.VOL., Volumemenu ................... 80
INPUT CH, Ingangsmenu ................... 86
INPUT MENU, Handmatige setup ..... 84
INPUT RENAME, Ingangsmenu ........ 85
Instelling luidsprekerniveau ................ 52
instelling naam signaalbron,
Instellingen van de
afstandsbediening ............................ 96
Instellingen wissen,
Afstandsbediening ......................... 100
INTERNAL ERROR, Automatische
setup foutmelding .......................... 116
iPod connected, iPod statusmelding ..... 115
iPod gebruik ........................................ 60
iPod universeel dock aansluiting ......... 25
iPod, Oplossen van problemen .......... 115
■
K
Kamergrootte, Geluidsveldparameters ...... 67
Klok/tijd, Radio Data Systeem
informatie ........................................ 59
Index
Radio Data Systeem indicators ............ 31
RADIO TEXT, Radio Data Systeem
informatie ........................................ 59
Radiotekst, Radio Data Systeem
informatie ........................................ 59
Rechter aanwezigheidsluidsprekerniveau,
Geluidsveldparameter ......................... 69
Rechter surround-luidsprekerniveau,
Geluidsveldparameter ...................... 69
REMOTE AMP, Geavanceerde setup ..... 107
REMOTE IN/OUT aansluitingen ........ 26
REMOTE TU, Geavanceerde setup ...... 108
Repeat .................................................. 61
Repeat, iPod weergave ......................... 61
Resetten van het systeem ................... 118
REV.DELAY, Geluidsveldparameter ........ 68
REV.LEVEL, Geluidsveldparameter ........ 68
REV.TIME, Geluidsveldparameter ..... 68
ROCK M, Radio Data System
programmatype ................................ 57
Roleplaying Game,
Geluidsveldprogramma’s ................ 49
ROOM SIZE, Geluidsveldparameters ..... 67
RT indicator ......................................... 31
RT, Radio Data Systeem informatie .... 59
■
S
S VIDEO aansluitingen ....................... 17
S.Audio, HDMI instelling .................... 89
S.INIT.DLY, Geluidsveldparameter ....... 66
S.LIVENESS, Geluidsveldparameter ...... 67
S.ROOM SIZE,
Geluidsveldparameters .................... 67
SAMPLING, Audio informatie ........... 46
SB INI.DLY, Geluidsveldparameter ... 66
SB LEVEL, Geluidsveldparameters .... 69
SB LIVENESS, Geluidsveldparameter ...... 67
SB ROOM SIZE,
Geluidsveldparameters .................... 67
SBR->SBL, Automatische setup
foutmelding .................................... 116
SCENE 1 ................................................ 8
SCENE 2 ................................................ 8
SCENE 3 ................................................ 8
SCENE 4 ................................................ 8
SCENE IR, Geavanceerde setup ........ 109
SCENE IR-code instelling,
Geavanceerde setup ....................... 109
SCENE sjabloon nieuwe naam ............ 40
Schakelaar voor de bedieningsfunctie ..... 31
SCIENCE, Radio Data System
programmatype ................................ 57
Sci-Fi, Geluidsveldprogramma’s ......... 49
Scrollen over het display op het
voorpaneel, Display instellingen ..... 87
Selectie set voor-luidsprekers .............. 43
Selectie, Audio ingangsaansluitingen ...... 44
Selectie, MULTI CH INPUT
component ....................................... 43
Selectie, Radio Data System
programmatype ................................ 57
Selectie, SCENE sjabloon .................... 37
Selectie, Set voor-luidsprekers ............ 43
SET MENU gebruik ............................ 75
128 Nl
Set-top box aansluiting .........................22
Shuffle, iPod weergave ........................61
Signaalbron indicators ..........................30
Signaalbron informatiedisplay .............46
Signaalbronfunctie weergavetijd in-beeld
display, Display-instellingen ................87
Signaalbronnen nieuwe namen geven,
Ingangsmenu ....................................85
Signaalinformatie .................................74
SIGNAL INFO .....................................46
SILENT CINEMA ...............................51
SILENT CINEMA indicator ................31
SL LEVEL, Geluidsveldparameters .......69
Slaaptimer ............................................47
SLEEP indicator ...................................31
Soort demping, Volumemenu ..............80
SOUND MENU, Handmatige setup .....81
SP A B indicators .................................30
SP IMP, Geavanceerde setup .............106
SP, resultaat automatische instelling ....34
SPEAKER Dynamisch bereik ..............82
SPEAKER, Niveau Lage Frequentie
Effecten ............................................82
Spectacle, Geluidsveldprogramma’s ....49
SPORT, Radio Data System
programmatype ................................57
Sports, Geluidsveldprogramma’s .........49
SR LEVEL, Geluidsveldparameters ....69
Standard, Geluidsveldprogramma’s .....49
STANDBY CHARGE, Ingangsmenu .......85
START PAIRING, Ingangsmenu ........86
Stekkers ................................................17
STEREO, Geluidsveldcategorie ...........50
Straight .................................................51
Straight Enhancer,
Geluidsveldprogramma’s .................50
Straight stand ........................................51
Stroomschema audiosignalen ...............19
Stroomschema videosignalen ...............19
SUBWOOFER PHASE,
Luidspreker-instellingen ..................78
SUBWOOFER PRE OUT
aansluiting verbinding ......................24
Subwooferfase,
Luidspreker-instellingen ..................78
SUR. L/R SP,
Luidspreker-instellingen ..................77
SUR.B L/R SP,
Luidspreker-instellingen ..................77
SUR.BACK PRE OUT aansluiting
verbinden .........................................24
Surround achter-luidsprekerniveau,
Geluidsveldparameter ......................69
Surround decoderfunctie ......................69
Surround geluidsveld aanvankelijke
vertraging, Geluidsveldparameter ....66
Surround geluidsveld kamerafmetingen,
Geluidsveldparameter ..........................67
Surround geluidsveld levendigheid,
Geluidsveldparameter ......................67
SURROUND PRE OUT aansluiting
verbinding ........................................24
Surround-achter geluidsveld aanvankelijke
vertraging, Geluidsveldparameter .........66
Surround-achter geluidsveld
kamerafmetingen,
Geluidsveldparameter ..................... 67
Surround-achter geluidsveld
levendigheid,
Geluidsveldparameter ..................... 67
SYSTEM OFF ..................................... 29
■
T
Technische gegevens ......................... 123
TEST, Equalizer .................................. 81
Testtoon, Basismenu ........................... 79
Testtoon, Equalizer .............................. 81
The Bottom Line,
Geluidsveldprogramma’s ................ 49
The Roxy Theatre,
Geluidsveldprogramma’s ................ 49
Toewijzen van in-/uitgangsaansluitingen,
Ingangsmenu ..................................... 84
Toonregeling ....................................... 52
TU, Geavanceerde setup .................... 109
Tuner (radio) indicators ....................... 30
Tuner, Oplossen van problemen ........ 113
TV afstandsbediening .......................... 91
TV monitor aansluiting ....................... 20
■
U
Uit (standby), hoofdzone ..................... 29
Uit (standby), Zone 2 ......................... 105
Uit zetten ............................................. 29
Uitgebreid surround,
Beginconfiguratie ............................ 89
Uitgebreid surround, Geluidsmenu ..... 83
Unable to play, iPod statusmelding ...... 115
UNIT, Luidsprekerafstand ................... 79
Unknown iPod, iPod statusmelding ...... 115
Unplug HP!, Automatische setup
foutmelding ................................... 116
USER CANCEL, Automatische
setup foutmelding .......................... 116
■
V
VARIED, Radio Data System
programmatype ............................... 57
Verbetering gebruik andere netwerken,
Radio Data System afstemmen ....... 58
Verbinding, CENTER PRE OUT
aansluitingen ................................... 24
Versterkerfunctie weergavetijd in-beeld
display, Display-instellingen ........... 87
VIDEO aansluitingen .......................... 17
VIDEO AUX aansluitingen ................. 26
VIDEO CONV., Video-instellingen ...... 88
Video informatie .................................. 46
Video op de achtergrond ..................... 45
VIDEO SET, Optiemenu ..................... 88
Video-aansluitingen ............................. 17
Videoconversie, Video-instellingen .... 88
Video-instellingen, Optiemenu ........... 88
Videorecorder aansluiting ................... 22
Virtual CINEMA DSP ......................... 51
VIRTUAL indicator ............................ 31
VOL. TRIM, Ingangsmenu ................. 85
VOLTAGE SELECTOR ....................... 4
Index
VOLUME MENU,
Handmatige setup ............................ 80
VOLUME niveauaanduiding ............... 30
Volume Trim, Ingangsmenu ................ 85
Volumemenu, Handmatige setup ......... 72
Voorgeprogrammeerde SCENE
sjablonen .......................................... 39
Voor-luidsprekers,
Luidspreker-instellingen .................. 77
■
W
W-1:OUT OF PHASE, Automatische
setup waarschuwing ......................... 117
W-2:OVER 24m (80ft), Automatische
setup waarschuwing ......................... 117
W-3:LEVEL ERROR, Automatische
setup waarschuwing ......................... 117
W-4:CHECK PRNS, Automatische
setup waarschuwing ......................... 117
■
Y
YPAO indicator ................................... 30
■
Z
Zone 2 ................................................ 103
Zone 2 Beginvolume, Zone 2
instellingen ....................................... 90
Zone 2 instellingen, Optiemenu ........... 90
Zone 2 Maximum volume, Zone 2
instellingen ....................................... 90
Zone B .................................................. 43
ZONE2 indicator .................................. 30
AANVULLENDE
INFORMATIE
129 Nl
Nederlands
“ASPEAKERS” of “5DVD”
(voorbeeld) geeft de naam aan van een
onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het
bijgevoegde vel of de bladzijden aan
het eind van deze handleiding voor de
locatie van de verschillende
onderdelen.
Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland
Hartelijk dank dat u een Yamaha product heeft gekozen. Mocht uw Yamaha product onverhoopt service of reparatie onder de garantie behoeven, dan
verzoeken wij u contact op te nemen met de dealer van wie u het toestel in kwestie gekocht heeft. Als u problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met
de Yamaha vertegenwoordiging in uw land. De volledige gegevens hiervoor kunt u vinden op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of
http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.).
Wij garanderen dat dit product vrij is van fabricage- en materiaalfouten voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de oorspronkelijke
aankoop. Yamaha zal, onder de hieronder vermelde voorwaarden, het defecte product, onderdeel of de defecte onderdelen laten repareren of, naar keuze van
Yamaha, vervangen, zonder kosten voor materiaal of arbeid in rekening te brengen. Yamaha behoudt zich het recht voor een product te vervangen door een
gelijkwaardig product van hetzelfde soort en/of dezelfde waarde en andere relevante kenmerken, indien het onderhavige model niet meer gefabriceerd
wordt of als reparatie niet economisch verantwoord wordt geacht.
Voorwaarden
1. Het defecte product MOET vergezeld zijn van de originele rekening of het oorspronkelijke reçu (met daarop vermeld de datum van aankoop,
productcode en de naam van de dealer) en van een verklaring waarin het mankement of de storing uiteengezet wordt. Bij afwezigheid van een dergelijk
onweerlegbaar bewijs van aankoop behoudt Yamaha zich het recht voor gratis service of reparatie te weigeren en kan het product op kosten van de klant
aan de klant worden geretourneerd.
2. Het product MOET zijn aangeschaft bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland.
3. Het product mag niet onderworpen zijn aan enige modificatie of verandering, behalve indien daartoe uitdrukkelijk schriftelijk toestemming is verkregen
van Yamaha.
4. Uitgesloten van deze garantie zijn:
a. Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van onderdelen als gevolg van normale slijtage.
b. Schade als resultaat van:
(1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of door onbevoegde derden.
(2) Ondeugdelijke verpakking of fouten bij het hanteren van het product wanneer het product van de klant vandaan onderweg is. Wij wijzen u erop
dat het de verantwoordelijkheid van de klant is ervoor zorg te dragen dat het product deugdelijk verpakt is wanneer het wordt geretourneerd om
nagezien of gerepareerd te worden.
(3) Oneigenlijk gebruik, daaronder begrepen, maar niet beperkt tot, (a) het product niet gebruiken voor de doeleinden waarvoor het normaal
gesproken bestemd is, of niet in overeenstemming met de door Yamaha verstrekte instructies voor correct gebruik, onderhoud en opslag van het
product, en (b) het product installeren of gebruiken op een wijze die niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen zoals die gelden in het
land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt.
(4) Ongelukken, blikseminslag, water, brand, ondeugdelijke ventilatie, lekkende batterijen of enige andere oorzaak waarop Yamaha geen invloed
heeft.
(5) Defecten van het systeem waarin dit product wordt gebruikt en/of incompatibiliteit met producten van derden.
(6) Gebruik van een niet door Yamaha in de EER en/of Zwitserland geïmporteerd product, waar dat product niet voldoet aan de technische of
veiligheidsnormen van het land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt en/of aan de standaard specificaties van het product zoals
verkocht door Yamaha in de EER en/of Zwitserland.
(7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn.
(De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website:
http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.)
5. Waar de garantie zoals die geldt in het land van aankoop verschilt van die in land waar het product gebruikt wordt, zal de garantie voor het land waar het
product gebruikt wordt worden toegepast.
6. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig verlies of enige schade, zij het directe schade, gevolgschade of anderszins, met uitzondering van
reparatie of vervanging van het product.
7. Maakt u alstublieft reservekopieën van aangepaste instellingen of gegevens, want Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige wijziging aan of
verlies van dergelijke instellingen of gegevens.
8. Deze garantie doet niet af aan de rechten die de consument toegekend worden onder de toepasselijke nationale wetten en regelgeving, noch aan de
rechten die de consument kan laten gelden ten opzichte van de dealer als gevolg van hun verkoop/aankoop contract.
130 Nl
■
Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Voorpaneel/
Фронтальная панель
A B
C D
E
F
G
H
I
J
VOLUME
SPEAKERS
EDIT
SEARCH MODE
BAND
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING
MEMORY
INFO
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
SCENE
1
2
3
4
PROGRAM
MAIN ZONE
SYSTEM OFF
PHONES
TONE CONTROL
INPUT
STRAIGHT
PURE DIRECT
AUDIO SELECT
VIDEO AUX
OPTIMIZER MIC
ON/OFF
SILENT CINEMA
K
i
L
EFFECT
M
N O
S VIDEO
P
Q
R
S
VIDEO
L
AUDIO
R
OPTICAL
00_RX-V863-663_KGEF_cd.book Page 1 Thursday, January 17, 2008 6:17 PM
KGEF
RX-V863/RX-V663
The circled numbers and alphabets correspond to those in the Owner’s Manual.
Les nombres et lettres dans un cercle correspondent à ceux du mode d’emploi.
Die umkreisten Zahlen und Buchstaben entsprechen denen in der Bedienungsanleitung.
Inringade nummer och bokstäver motsvarar de som anges i bruksanvisningen.
I manuali e le lettere dell’alfabeto corrispondono a quelli nel Manuale di istruzioni.
Los números y las letras en el interior de círculos se corresponden con aquellos del manual de instrucciones.
De omcirkelde cijfers en letters corresponderen met die in de Gebruiksaanwijzing.
Цифры и буквы в кружках относятся к цифрам и буквам в Инструкции по эксплуатации.
원 번호 및 원 알파벳은 사용 설명서 안의 표기와 일치합니다 .
■ Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Pannello anteriore/Panel delantero/Voorpaneel/
Фронтальная панель/ 전변 패널
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
VOLUME
SPEAKERS
EDIT
SEARCH MODE
BAND
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING
MEMORY
INFO
ZONE 2
ON/OFF
ZONE
CONTROL
SCENE
1
2
3
4
PROGRAM
MAIN ZONE
SYSTEM OFF
PHONES
TONE CONTROL
INPUT
STRAIGHT
PURE DIRECT
AUDIO SELECT
VIDEO AUX
OPTIMIZER MIC
ON/OFF
SILENT CINEMA
K
Black process 45.0° 240.0 LPI
L
S VIDEO
EFFECT
M
N O
P
Q
R
S
VIDEO
L AUDIO R
OPTICAL