Whirlpool ECOTF 1251 (EU) Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding
37
NL
Nederlands
Inhoud
Installatie, 38-39
Uitpakken en waterpas zetten
Water- en elektrische aansluiting
Eerste wasprogramma
Technische gegevens
Onderhoud en verzorging, 40
Afsluiten van water en stroom
Schoonmaken van de wasmachine
Het wasmiddellaatje schoonmaken
Reinigen van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleer de slang van de watertoevoer
Hoe reinigt u het wasmiddellaatje
Voorzorgsmaatregelen en advies, 41
Algemene veiligheid
Het afvoeren
Bezuiniging en bescherming van het milieu
Beschrijving van de wasautomaat en
starten van een programma, 42-43
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Hoe openen en sluiten van de trommel
Een programma starten
Programma’s, 44
Programmatabel
Persoonlijke instellingen, 45
Instellen van de temperatuur
Instellen van de centrifuge
Functies
Wasmiddelen en wasgoed, 46
Wasmiddelbakje
Bleekcyclus
Voorbereiden van het wasgoed
Bijzondere kledingstukken
Balanceersysteem van de lading
Storingen en oplossingen, 47
Service, 48
NL
ECOTF 1251
Gebruiksaanwijzing
WASAUTOMAAT
38
NL
Installatie
! Het is belangrijk dit boekje te bewaren zodat u het
kunt raadplegen wanneer u maar wilt. In het geval dat u
de machine verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij
de machine blijven zodat de nieuwe gebruiker de func-
ties en betreffende raadgevingen kan leren kennen.
! Lees de instructies met aandacht: u vindt er
belangrijke informatie betreffende het installeren,
gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. Pak de wasma-
chine uit.
2. Controleer of de
wasmachine geen
schade heeft geleden
gedurende het vervoer.
Indien dit wel het geval
is moet hij niet worden
aangesloten en moet u
contact opnemen met
de handelaar.
3. Verwijder de vier
transportbouten met
de r ubberen ring
en bijbehorende af-
standstukken die zich aan de achterkant bevin-
den (zie afbeelding).
4. Sluit de gaten af met de bijgeleverde plastic doppen.
5. Bewaar alle stukken: mocht de wasmachine
ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer
worden aangebracht.
Belangrijk: bij hergebruik moeten de kortere
schroeven aan de bovenkant worden gemonteerd.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Waterpassen
1. Installeer de wasmachine op een rechte en
stevige vloer en laat hem niet leunen tegen een
muur, meubel of dergelijken.
2. Als de vloer niet per-
fect horizontaal is kunt
u de onregelmatigheid
opheffen door de stel-
voetjes aan de voorkant
in- of uit te schroeven
(zie afbeelding); de hoek,
gemeten ten opzichte
van de aanrecht, mag
de niet overschrijden.
Een correcte waterpas geeft de machine stabiliteit
en vermijdt trillingen, lawaai en het zich verplaat-
sen gedurende het functioneren van de machine.
In het geval van vaste vloerbedekking of een
tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder
de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
Water- en elektrische aansluiting
Aansluiting van de watertoevoerslang
1. Sluit de toevoerbuis
aan op de koudwater-
kraan met een mond-
stuk met schroefdraad
van 3/4 gas (zie afbeel-
ding). Voordat u de was-
automaat aansluit moet
u het water laten lopen
totdat het helder is.
2. Verbind de slang aan
de wasmachine door
hem op de betreffende
watertoevoer aan te
schroeven, rechtsbo-
ven aan de achterkant
(zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen
knellingen of kronkels
in de slang zijn.
! De waterdruk van de kraan moet binnen de
waarden van de tabel Technische Gegevens
liggen (zie bladzijde hiernaast).
! Als de slang niet lang genoeg is moet u zich
wenden tot een gespecialiseerde handelaar of een
bevoegde installateur.
! Nooit reeds eerder gebruikte slangen gebruiken.
39
NL
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zonder
hem te buigen, aan een
afvoerleiding of aan een
afvoer in de muur tussen
de 65 en 100 cm van de
grond
af of hang hem aan de
rand van een wasbak
of badkuip, en bind
de bijgeleverde steun
aan de kraan (zie af-
beelding). Het uiteinde
van de afvoerslang
mag niet onder water
hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; in-
dien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk
dezelfde doorsnede hebben als de oorspronke-
lijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt
moet u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van
de wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven
in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
• de spanning zich bevindt tussen de waarden
die zijn aangegeven in de tabel Technische
Gegevens (zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker van
de wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de
stekker of het stopcontact vervangen worden.
! De wasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats,
aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en
onweer bloot te stellen.
! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevo-
egde installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld wanneer deze normen niet
worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasautomaat in
gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te
voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed,
op het programma 2.
Technische gegevens
Model
ECOTF 1251
Afmetingen
breedte cm 40
hoogte cm 85
diepte cm 60
Vermogen
van 1 tot 5 kg
Elektrische
aansluitin-
gen
zie het typeplaatje met de
technische eigenschappen dat
op het apparaat is bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 42 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1200 toeren per minuu
Controlepro-
gramma’s
volgens de
richtlijnen
1061/2010 n
1015/2010
programma 2; standaardpro-
gramma voor katoen op 60°C.
programma 3; standaardpro-
gramma voor katoen op 40°C.
Deze apparatuur voldoet aan
de volgende EEC voorschriften:
-2004/108/CE (Elektroma-
gnetische compatiabiliteit)
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
65 - 100 cm
40
NL
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Doe de kraan dicht na iedere wasbeurt. Hier-
mee reduceert u de kans op lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de was-
machine gaat schoonmaken en gedurende
onderhoudswerkzaamheden.
Schoonmaken van de wasmachine
De buitenkant en de rubber onderdelen kunnen
met een spons en lauw sopje worden schoonge-
maakt. Nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen
gebruiken!
Het wasmiddellaatje schoonmaken
Verwijder het laatje door het op te lichten en naar
voren te trekken (zie afbeelding).
Was het onder stromend water: dit moet u re-
gelmatig doen.
Reinigen van kleppe en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om muffe
lucht te vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasmachine is voorzien van een zelfrei-
nigende pomp en hoeft dus niet te worden
schoongemaakt. Het kan echter gebeuren
dat kleine voorwerpen (geldstukken, knopen)
in het voorvakje terecht komen dat de pomp
beschermt en zich aan de onderkant bevindt.
! Verzeker u ervan dat het wasprogramma klaar
is en trek de stekker uit het stopcontact
Om de voorwerpen die in de voorkamer zijn
gevallen te ontruimen:
1. verwijder het pa-
neeltje aan de voor-
kant van de wasma-
chine met behulp van
een schroevendraaier
(zie afbeelding);
2. draai de deksel
eraf, tegen de klok in
draaiend (zie afbeel-
ding): het is normaal
dat er een beetje wa-
ter uit komt;
3. maak de binnen-
kant goed schoon;
4. schroef de deksel
er weer op;
5. monteer het paneel-
tje weer, met de haak-
jes in de betreffende
openingen voordat u
het paneeltje tegen de
machine aan drukt.
Controleer de slang van de water-
toevoer
Controleer minstens eens per jaar de slang van de
watertoevoer. Als er barstjes in zitten moet hij vervan-
gen worden: gedurende het wassen kan de hoge
waterdruk onverwachts scheurtjes veroorzaken.
! Nooit reeds eerder gebruikte slangen gebruiken.
Hoe reinigt u het wasmiddellaatje
Reinigen:
Reinig het laatje onder de kraan (afb. 3) met
een oude tandenborstel. Haal de beide sifon-
netjes uit het bovenste gedeelte van vakje 1 en
2 (afb. 4) los, controleer of deze niet verstopt
zijn en spoel ze schoon.
Hermonteren:
Vergeet niet de sifon-
netjes weer op de juiste
plaats terug te doen en
haak het laatje uitein-
delijk terug in de was-
machine (afb. 4, 2, 1).
Demonteren:
Druk licht op de grote
knop aan de voorkant
van het wasmiddel-
laatje en trek hem naar
boven (afb. 1).
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
Afb.4
41
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen
worden voor uw eigen veiligheid gegeven en zij moeten
met aandacht worden gelezen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is gemaakt voor huishoudelijk gebruik, niet-pro-
fessioneel, en zijn functies mogen niet veranderd worden.
Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8
jaar en ouder, door personen met een beperkt
lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen,
of met onvoldoende ervaring of kennis worden
gebruikt, mits ze worden begeleid, of wanneer
zij toereikende instructies hebben gekregen
betreffende het veilige gebruik van het ap-
paraat en mits zij op de hoogte zijn van de
betreffende gevaren. Kinderen mogen niet met
het apparaat spelen. Onderhoud en reiniging
mogen niet door kinderen zonder supervisie
worden uitgevoerd.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact,
maar altijd door de stekker aan te pakken.
Open het wasmiddellaatje niet terwijl de machine in
werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het nogal
warm kan zijn.
Forceer nooit de deur: het veiligheidsmechanisme, dat tegen
per ongeluk openen beschermt, kan beschadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf interne mecha-
nismen van de machine te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de ma-
chine komen als deze in werking is.
De glazen deur kan heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden doe dit dan
met twee of drie personen en met grote voorzichtigheid.
Nooit alleen want de machine is zwaar.
Voordat u het wasgoed in de machine laadt, controleer
dat hij leeg is.
Het afvoeren
Het afvoeren van het verpakkingsmateriaal:
houd u zich aan de plaatselijke normen zodat het
materiaal gerecycled kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti
ging van Electrische en Electronische Apparatuur,
vereist dat oude huishoudelijke electrische appa
raten niet mogen vernietigd via de normale
ongesorteerde afvalstroom.
Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo
het hergebruik van de gebruikte materialen te optima
liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het
milieu te reduceren. Het symbool op het product van de
“afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw
verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het
apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten
moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor
informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun
oude apparaat.
Bezuiniging en bescherming van het milieu
Maximale reiniging
Als er weinig water door de glazen deur te zien is komt
dat doordat met de nieuwe Indesit technologie minder dan
de helft water voldoende is voor maximum reinheid van
de was: een doel dat is bereikt ten gunste van de milieu-
bescherming.
Bezuinigen op wasmiddel, water, energie en tijd
Teneinde geen energiebronnen te verkwisten moet de
machine altijd met maximum lading worden gebruikt. U
spaart 50% energie met een volle lading i.p.v. twee half
volle ladingen.
Voorwassen is alleen nodig voor erg vuil wasgoed. Door
dit te vermijden bespaart u wasmiddel, tijd, water en
ongeveer 5 tot 15% energie.
Door vlekken met een ontvlekkingsmiddel te behan-
delen of in de week te zetten kunt u met minder hoge
temperaturen wassen. Een programma op 60°C in
plaats van op 90°C of op 40°C in plaats van 60°C zorgt
voor een besparing van 50% aan energie.
Doseer het wasmiddel op basis van de hardheid van het
water, de vuilheidsgraad en de hoeveelheid wasgoed,
zo vermijd u onnodig energieverbruik en beschermt
u het milieu. ook al zijn de wasmiddelen biologisch
afbreekbaar, toch bevatten ze elementen die het even-
wicht in de natuur verstoren. Bovendien moet u zoveel
mogelijk wasverzachters vermijden.
Door zoveel mogelijk te wassen met goedkope stroom-
tarieven (s´nachts) werkt u mee aan het reduceren van
de belasting van de elektrische centrale.
De optie Delay Timer is van groot belang voor de uit-
voering van het wasprogramma gedurende de nacht.
Als u na het wassen het wasgoed in een dryer wilt
drogen, kunt u een hoge snelheid centrifuge kiezen.
Weinig water in het wasgoed spaart tijd en energie bij
het droogprogramma.
42
NL
Stand- by modus
Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over
een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk
kort op de ON/OFF toets en wacht tot de wasdroogmachi-
ne weer aangaat.
Gebruik in off-mode: 0,5 W
Gebruik in Left-on: 0,5 W
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Ze geven informatie over:
Controlelampjes lopende fase
Als u aan de PROGRAMMAKNOP draait gaan de controle-
lampjes aan van de fases die de wasautomaat uitvoert. Deze
hangen af van het gekozen programma.
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en gestart
gaan de controlelampjes één voor één aan om te tonen op
welk punt de cyclus is:
Functietoetsen en betreffende controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controle-
lampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het
ingestelde programma zal het betreffende controlelampje
gaan knipperen, zal een geluidssignaal klinken en zal de fun-
ctie niet worden geactiveerd. Als een functie wordt ingesteld
die niet past bij een andere, eerder ingestelde, functie, dan
blijft alleen de laatste keuze actief.
Wassen
Spoelen
Centrifugeren
Afpompen
Einde hoofdwas
Toets met controlelampje ON/OFF: voor het in- en
uitschakelen van de wasautomaat. Het controlelampje
geeft aan dat de wasautomaat aanstaat.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de program-
ma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan.
CENTRIFUGETOETS: voor het instellen of uitsluiten van
de centrifuge (zie “Persoonlijke Instellingen”).
TEMPERATUURTOETS: voor het instellen van de tem-
peratuur of koud wassen
(zie “Persoonlijke Instellingen”).
DISPLAY: om de resterende tijd van de geselecteerde wa-
scyclus te zien. Indien een uitgestelde start is geselecteerd,
de resterende tijd tot aan de start van het wasprogramma.
Toets met controlelampje TOETSBLOKKERING:
voor het in- of uitschakelen van de blokkering van het
bedieningspaneel.
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecte-
ren van de beschikbare functies. Het controlelampje van
de gekozen functie zal aanblijven.
Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS: voor het vol-
gen van het verloop van het wasprogramma. Het controle-
lampje geeft de lopende fase weer.
Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de
deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast).
Toets met controlelampje START/PAUSE: om program-
ma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken.
N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op
deze toets. Het oranje licht van het betreffende controle-
lampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopende
fase vast aan zal blijven staan. Als het controlelampje DEUR
GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen. Om
het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze toets.
Beschrijving van de wasautomaat
en starten van een programma
Controlelampje DEUR
GEBLOKKEERD
Toets met
controlelampje
START/PAUSE
Bedieningspaneel
Controlelampjes
VOORTGANG CYCLUS
Toetsen met
controlelampjes
FUNCTIE
PROGRAMMAKNOP
DISPLAY
Toets met
controlelampje
ON/OFF
TEMPERATUURTOETS
CENTRIFUGE-
TOETS
Toets met controlelampje
TOETSBLOKKERING
43
NL
Controlelampje temperatuur
Als u een temperatuur selecteert gaat het
bijbehorende controlelampje aan.
Controlelampje centrifuge
Als u een centrifugesnelheid selecteert gaat
het bijbehorende controlelampje aan.
Controlelampje toetsblokkering
Om de blokkering van het bedieningspaneel te “activeren
dient u de toets circa 2 seconden lang ingedrukt te
houden. Het ontstoken controlelampje geeft aan dat
het bedieningspaneel geblokkeerd is. Op deze manier
kunt u voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan
de programma’s worden aangebracht, bijvoorbeeld bij
aanwezigheid van kinderen.
Om de blokkering van het bedieningspaneel te
deactiveren” dient u de toets circa 2 seconden lang
ingedrukt te houden.
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is
geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk geo-
pend wordt. Om schade te voorkomen moet u wachten
tot het controlelampje uitgaat voordat u de deur opent.
N.B.: als de functie “Uitgestelde Start” actief is kunt u de
deur niet openen. Om hem toch te openen zet u het appa-
raat op pauze door op de START/PAUSE toets te drukken.
! Als het controlelampje START/PAUSE (oranje) snel knip-
pert tegelijk met de functietoets betekent dit een storing
(zie “Storingen en oplossingen”).
Hoe openen en sluiten van de trommel
A) Openen (Afb. 1).
Licht het deksel van de wasmachine op en zet het helemaal
open.
B) Open daarna met twee handen de trommel zoals
op Afb. 2) te zien is:
- druk op de knop die in Afb. 2 met de pijl wordt aangege-
geven. Terwijl u de knop langzaam naar beneden drukt,
houdt u met uw andere hand de kleppen tegen, zodat
u uw vingers niet bezeert als de kleppen onverwachts
opengaan;
- houd de kleppen tegen wanneer deeze moeiteloos
loskomen en opengaan.
C) Stop het wasgoed in de trommel. (Afd 3).
D) Sluiten (Afb 4).
- sluit de trommel goed af door eerst de voorste en daarna
de achterste klep naar beneden te brengen;
- zorg ervoor dat de sluitingen van de vorste klep goed
in de daarvoor bestemde ruimtes van de achterste klep
vallen;
- controleer, nadat u de “Klik” van de sluiting hebt gehoord,
of de twee kleppen niet losschieten wanneer u er lichtjes
op drukt;
- sluit uiteindelijk ook het deksel van de wasmachine.
Een programma starten
1. Schakel de machine in met de ON/OFF knop. Alle
controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna
blijven de controlelampjes voor alle instellingen van het
geselecteerde programma aan, en knippert het controle-
lampje START/PAUSE.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAM-
MAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellin-
gen”).
5. Stel het centrifugetoerental in (zie “Persoonlijke instellin-
gen”).
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmidde-
len en wasgoed”).
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUSE toets te
drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen
licht vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet
u de wasautomaat op pauze door op de START/PAUSE
toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelam-
pje aan. Het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD
gaat uit om aan te geven dat de deur kan worden geo-
pend. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier
staan zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasauto-
maat uit in met de ON/OFF toets.
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
Afb. 4
44
NL
Programma’s
Programmatabel
Mix 15’ (programma 5) is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart
dus elektriciteit en tijd. Met het programma (5 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde en
wol) met een lading van max. 1,5 kg.
Goodnight Cyclus (programma 6). Dit is een heel geruisloze cyclus die u ‘s nachts kunt gebruiken als het energietarief lager
is. Het programma is geschikt voor ieder soort synthetische en katoenen stof. Aan het einde van de cyclus stopt het apparaat
met het water nog in de trommel. Om de centrifuge en de waterafvoer uit te voeren moet u op de START/PAUSE toets drukken.
Indien u dit niet doet, zal de wasautomaat zelf na 8 uur centrifugeren en water afvoeren.
Standaardprogramma voor katoen op 20°C (programma 10) ideaal voor een lading vuil katoen. De optimale prestaties, zelf
met koud water, die kunnen worden vergeleken met een wascyclus op 40°C, worden gegarandeerd door een mechanische
werking die de snelheid varieert met herhaaldelijke en zeer dicht op elkaar liggende piekvariaties.
Eco programma’s
Eco programma’s garanderen goede wasprestaties op lage temperaturen. Deze programma’s gebruiken minder elektrische
energie waardoor u zowel geld bespaart als het milieu.
De programma’s Eco (Katoen , Synthetisch en Snelle was 30’ ) zijn ontwikkeld voor verschillende materialen en voor
niet zo vuile was. Om een optimaal resultaat te garanderen bevelen we het gebruik van een vloeibaar wasmiddel aan. We raden
u bovendien aan manchetten, kragen en vlekken voor te behandelen.
Programma’s
Beschrijving van het Programma
Maxima-
le Temp
(°C)
Maximaal
toerental
(toeren
per
minuut)
Wasmiddel
Maximale lading
(Kg)
Overgebleven
vochtigheid %
Energieverbruik
kWh
Totaal waterlt
Duur cyclus
Voor-
was
Wa-
ssen
Wasver-
zachter
Bleek-
middel
Speciale was
1
Katoen + Voorwas 90°: Zeer vuile witte was.
90° 1200
- 5 53 1,82 64 150’
2
Standaardprogramma voor katoen op
60° (1):
zeer vuil
wit en kleurecht bont wasgoed.
60°
(Max. 9)
1200 -
5 53 0,88 47,5 160’
3
Standaardprogramma voor katoen op
40° (2):
niet zo
vuile witte en bonte fijne was.
40° 1200 -
5 53 1,09 92 150’
4
Synthetisch: Zeer vuile kleurvaste bonte was.
60° 800 -
3 44 0,85 39 110’
4
Synthetisch (3): Niet zo vuile kleurvaste bonte was.
40° 800 -
3 44 0,53 39 100’
5
Mix 15': Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed
(niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
30° 800 -
- 1,5 71 0,08 29 15’
Dagelijkse was
6
Goodnight Cyclus: Niet zo vuile fijne bonte was.
40° 800 -
4 - - - 280’
7
Overhemden/blouses
40° 600 -
2 - - - 80’
8
Zijde/Gordijnen: Voor zijde, viscose, lingerie.
30° 0 -
- 1 - - - 55’
9
Wol: Voor wol, kasjmier, etc. 40° 800 -
- 1 - - - 65’
Eco programma’s
10
Standaardprogramma voor katoen op
20°:
niet zo vui-
le witte en bonte fijne was.
20° 1200 -
5 - - - 180’
11
Katoen
Water-
afvoer
1200 -
- 5 53 0,08 48 80’
12
Synthetisch
Water-
afvoer
800 -
- 2,5 48 0,07 27 70’
13
Snelle was
Water-
afvoer
800 -
- 2,5 71 0,04 34 30’
Delprogramma’s
A
Spoelen - 1200 - -
5 - - - 36’
B
Centrifugeren - 1200 - - - - 5 - - - 16’
C
Afpompen - 0 - - - - 5 - - - 2’
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren
aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de
geselecteerde aanvullende opties.
1) Controleprogramma volgens de directive 1061/2010: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C.
Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van
energie en water, voor wasgoed dat op 60°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven.
2) Controleprogramma volgens de directive 1061/2010: selecteer het programma 3 met een temperatuur van 40°C.
Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van
energie en water, voor wasgoed dat op 40°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven.
Voor alle Test Institutes:
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 3 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma synthetisch lang: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
45
NL
Instellen van de temperatuur
De TEMPERATUURTOETS indrukken te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel).
De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ).
De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma.
! Uitzondering: als u het programma
2
selecteert kunt u de temperatuur tot op 90° instellen.
Instellen van de centrifuge
De CENTRIFUGETOETS indrukken. te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in.
De maximum snelheden voorzien voor de programma’s zijn:
Programma’s Maximum snelheid
Katoen 1200 toeren per minuut
Synthetisch 800 toeren per minuut
Wol 800 toeren per minuut
Zijde alleen waterafvoer
U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool .
De machine voorkomt automatisch dat er een centrifuge wordt uitgevoerd die sneller is dan het maximum voorzien voor dat
programma.
Functies
De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was.
Voor het activeren van de functies:
1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort;
2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is.
N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde
programma.
Uitgestelde Start
Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u een paar keer op de betreffende knop totdat
de gewenste vertraging verschijnt (van 1 tot 24 h). Om de functie te deactiveren drukt u op de knop totdat de tekst
verschijnt.
N.B.: Als de START/PAUSE toets eenmaal is ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden.
! Deze optie is bij alle programma’s mogelijk.
Super Wash
Dankzij het gebruik van een grotere hoeveelheid water in de beginfase van de cyclus en de langere tijdsduur ervan, garande-
ert deze functie een zeer effectief wasresultaat.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 5, 8, 9, 11, 12, 13, B, C.
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze
optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 13, B, C.
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden
gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien.
Bij het programma Zijde beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. Het controlelam-
pjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan (oranje) knipperen en de fase SPOELEN zal vast
aan blijven staan. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken
of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 6, 9, 11, 12, 13, A, B, C.
Persoonlijke instellingen
46
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddellaatje
Een goed resultaat van de was hangt ook af van een juiste
dosis wasmiddel: te veel maakt het wassen niet beter en
blijft in het wasgoed hangen terwijl het slecht is voor het
milieu.
! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de
voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer
dan 60°C.
! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel en/
of de verdere toevoegin-
gen erin als volgt.
bakje 1: voorwasmiddel (poeder)
bakje 2: wasmiddel (poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel wordt erin gegoten vlak voor de start.
! Gebruik nooit middelen voor handwas aangezien die te
veel schuim vormen.
bakje 3: Naspoelmiddelen (wasverzachter enz.)
Wanneer u de wasverzachter in vakje 3 giet, let er dan op
dat u het “max” niveau niet overschrijdt.
De wasverzachter wordt automatisch in de machine
toegevoegd gedurende de laatste spoeling. Aan het einde
van het programma blijft er in vakje 3 een laagje water
staan. Dit water dient voor het gebruik van erg dikke
wasverzachters, oftewel voor het verdunnen van gecon-
centreerde wasverzachters. Als in vakje 3 meer water
blijft staan dan normaal, dan betekent dit dat de afvoer is
verstopt. Schoonmaken van de machine zie “Onderhoud
en verzorging”.
.
extra bakje 4: Bleekwater
Bleekcyclus
U kunt alleen bleken tijdens de programma’s 2, 3, 4, 6, 7,
10, A.
Giet het bleekmiddel in het extra bakje 4, het wasmiddel
en de wasverzachter in hun respectievelijke bakjes en stel
vervolgens een van bovenstaande programma’s in.
Alleen aangeraden voor zeer vuil katoenen wasgoed.
Prepareren van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid gekleurd goed van de witte was.
Maak de zakken leeg en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor
droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”.
Hoeveel weegt het wasgoed?
1 laken 400-500 gr.
1 sloop 150-200 gr.
1 tafelkleed 400-500 gr.
1 badjas 900-1200 gr.
1 handdoek 150-200 gr.
Speciale stukken
Overhemden/blouses: gebruik het programma 7 om
overhemden/blouses van verschillende soorten stof en
kleur te wassen.
Zo bereikt u een maximale verzorging en een minimale
kreukvorming.
Zijde: gebruik het speciale programma 8 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen nauwkeurig en doe ze in
een kussensloop of net. Gebruik het programma 8.
Wol: Het “Wol” wasprogramma van deze Hotpoint-Ariston
wasmachine is door The Woolmark Company getest en
goedgekeurd voor het wassen van wollen kleding die als
handwas geclassificeerd is, op voorwaarde dat de aanwij-
zingen worden opgevolgd die op het etiket van het kle-
dingstuk vermeld staan en de instructies van de fabrikant
van de wasmachine. Hotpoint-Ariston is het eerste wa-
smachinemerk dat voor zijn wasprestaties en het verbruik
van water en energie van The Woolmark Company de
certificering Woolmark Apparel Care – Platinum verkregen
heeft.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige
manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op
een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na
herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is
gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een
lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de
lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling
uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere
distributie van de waslading en een juiste balancering te
bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te
mengen.
47
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u con-
troleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasautomaat heeft geen water-
toevoer (het controlelampje van de
eerste wasfase knippert snel).
De wasautomaat blijft water aan-
en afvoeren.
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
Het controlelampje START/PAUSE
(oranje) en de controlelampjes van
de functies knipperen snel.
Er ontstaat teveel schuim.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De ON/OFF toets is niet ingedrukt.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
De uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”).
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUSE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd
(zie “Installatie”).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan
dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u
op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een
hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan-
en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters
te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de
hand worden gestart.
De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het beëindigen van
het programma drukt u op de START/PAUSE toets (Persoonlijke Instellingen).
De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie Installatie).
De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”).
De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”).
Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1
minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasauto-
maat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
48
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
• Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op
het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje open-
doet.
195109273.00
12/2012 - Xerox Fabriano

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASAUTOMAAT Inhoud NL Nederlands NL Installatie, 38-39 Uitpakken en waterpas zetten Water- en elektrische aansluiting Eerste wasprogramma Technische gegevens Onderhoud en verzorging, 40 Afsluiten van water en stroom Schoonmaken van de wasmachine Het wasmiddellaatje schoonmaken Reinigen van deur en trommel Reinigen van de pomp Controleer de slang van de watertoevoer Hoe reinigt u het wasmiddellaatje Voorzorgsmaatregelen en advies, 41 ECOTF 1251 Algemene veiligheid Het afvoeren Bezuiniging en bescherming van het milieu Beschrijving van de wasautomaat en starten van een programma, 42-43 Bedieningspaneel Controlelampjes Hoe openen en sluiten van de trommel Een programma starten Programma’s, 44 Programmatabel Persoonlijke instellingen, 45 Instellen van de temperatuur Instellen van de centrifuge Functies Wasmiddelen en wasgoed, 46 Wasmiddelbakje Bleekcyclus Voorbereiden van het wasgoed Bijzondere kledingstukken Balanceersysteem van de lading Storingen en oplossingen, 47 Service, 48 37 Installatie NL Een correcte waterpas geeft de machine stabiliteit en vermijdt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen gedurende het functioneren van de machine. In het geval van vaste vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie. ! Het is belangrijk dit boekje te bewaren zodat u het kunt raadplegen wanneer u maar wilt. In het geval dat u de machine verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de machine blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan leren kennen. ! Lees de instructies met aandacht: u vindt er belangrijke informatie betreffende het installeren, gebruik en veiligheid. Water- en elektrische aansluiting Uitpakken en waterpas zetten Aansluiting van de watertoevoerslang Uitpakken 1. Pak de wasmachine uit. 2. Controleer of de wasmachine geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de vier transportbouten met d e r u b b e re n r i n g en bijbehorende afstandstukken die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de gaten af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle stukken: mocht de wasmachine ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. Belangrijk: bij hergebruik moeten de kortere schroeven aan de bovenkant worden gemonteerd. ! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Waterpassen 1. Installeer de wasmachine op een rechte en stevige vloer en laat hem niet leunen tegen een muur, meubel of dergelijken. 2. Als de vloer niet perfect horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant in- of uit te schroeven (zie afbeelding); de hoek, gemeten ten opzichte van de aanrecht, mag de 2° niet overschrijden. 38 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasautomaat aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de slang aan de wasmachine door hem op de betreffende watertoevoer aan te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding). 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de slang zijn. ! De waterdruk van de kraan moet binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens liggen (zie bladzijde hiernaast). ! Als de slang niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde handelaar of een bevoegde installateur. ! Nooit reeds eerder gebruikte slangen gebruiken. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond af of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. ! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Elektrische aansluiting Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact het maximum vermogen van de wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden. ! De wasautomaat mag niet buitenshuis worden geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats, aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen. ! Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. ! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. ! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Eerste wascyclus Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2. Technische gegevens Model ECOTF 1251 Afmetingen breedte cm 40 hoogte cm 85 diepte cm 60 Vermogen van 1 tot 5 kg zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd Aansluiting max. druk 1 MPa (10 bar) waterleiding min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) Inhoud trommel 42 liters Snelheid tot 1200 toeren per minuu centrifuge Controleprogramma’s programma 2; standaardprovolgens de gramma voor katoen op 60°C. richtlijnen programma 3; standaardpro1061/2010 n gramma voor katoen op 40°C. 1015/2010 Elektrische aansluitingen Deze apparatuur voldoet aan de volgende EEC voorschriften: -2004/108/CE (Elektromagnetische compatiabiliteit) - 2002/96/CE - 2006/95/CE (Laagspanning) 39 NL Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom • Doe de kraan dicht na iedere wasbeurt. Hiermee reduceert u de kans op lekkage. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasmachine gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Om de voorwerpen die in de voorkamer zijn gevallen te ontruimen: 1. verwijder het paneeltje aan de voorkant van de wasmachine met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding); 2. draai de deksel eraf, tegen de klok in draaiend (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef de deksel er weer op; 5. monteer het paneeltje weer, met de haakjes in de betreffende openingen voordat u het paneeltje tegen de machine aan drukt. Schoonmaken van de wasmachine De buitenkant en de rubber onderdelen kunnen met een spons en lauw sopje worden schoongemaakt. Nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen gebruiken! Het wasmiddellaatje schoonmaken Verwijder het laatje door het op te lichten en naar voren te trekken (zie afbeelding). Was het onder stromend water: dit moet u regelmatig doen. Reinigen van kleppe en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om muffe lucht te vermijden. Reinigen van de pomp De wasmachine is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden schoongemaakt. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (geldstukken, knopen) in het voorvakje terecht komen dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant bevindt. ! Verzeker u ervan dat het wasprogramma klaar is en trek de stekker uit het stopcontact Controleer de slang van de watertoevoer Controleer minstens eens per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts scheurtjes veroorzaken. ! Nooit reeds eerder gebruikte slangen gebruiken. Hoe reinigt u het wasmiddellaatje Demonteren: Druk licht op de grote knop aan de voorkant van het wasmiddellaatje en trek hem naar boven (afb. 1). Reinigen: Reinig het laatje onder de kraan (afb. 3) met een oude tandenborstel. Haal de beide sifonnetjes uit het bovenste gedeelte van vakje 1 en 2 (afb. 4) los, controleer of deze niet verstopt zijn en spoel ze schoon. Afb. 1 Afb. 2 40 Afb. 3 Hermonteren: Vergeet niet de sifonnetjes weer op de juiste plaats terug te doen en haak het laatje uiteindelijk terug in de wasmachine (afb. 4, 2, 1). Afb.4 Voorzorgsmaatregelen en advies ! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen worden voor uw eigen veiligheid gegeven en zij moeten met aandacht worden gelezen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is gemaakt voor huishoudelijk gebruik, niet-professioneel, en zijn functies mogen niet veranderd worden. • Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8 jaar en ouder, door personen met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen, of met onvoldoende ervaring of kennis worden gebruikt, mits ze worden begeleid, of wanneer zij toereikende instructies hebben gekregen betreffende het veilige gebruik van het apparaat en mits zij op de hoogte zijn van de betreffende gevaren. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Onderhoud en reiniging mogen niet door kinderen zonder supervisie worden uitgevoerd. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact, maar altijd door de stekker aan te pakken. • Open het wasmiddellaatje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het nogal warm kan zijn. • Forceer nooit de deur: het veiligheidsmechanisme, dat tegen per ongeluk openen beschermt, kan beschadigd worden. • Probeer in geval van storingen nooit zelf interne mechanismen van de machine te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • De glazen deur kan heet worden. • Als de machine verplaatst moet worden doe dit dan met twee of drie personen en met grote voorzichtigheid. Nooit alleen want de machine is zwaar. • Voordat u het wasgoed in de machine laadt, controleer dat hij leeg is. Het afvoeren • Het afvoeren van het verpakkingsmateriaal: houd u zich aan de plaatselijke normen zodat het materiaal gerecycled kan worden. • Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optima liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. Bezuiniging en bescherming van het milieu Maximale reiniging Als er weinig water door de glazen deur te zien is komt dat doordat met de nieuwe Indesit technologie minder dan de helft water voldoende is voor maximum reinheid van de was: een doel dat is bereikt ten gunste van de milieubescherming. Bezuinigen op wasmiddel, water, energie en tijd • Teneinde geen energiebronnen te verkwisten moet de machine altijd met maximum lading worden gebruikt. U spaart 50% energie met een volle lading i.p.v. twee half volle ladingen. • Voorwassen is alleen nodig voor erg vuil wasgoed. Door dit te vermijden bespaart u wasmiddel, tijd, water en ongeveer 5 tot 15% energie. • Door vlekken met een ontvlekkingsmiddel te behandelen of in de week te zetten kunt u met minder hoge temperaturen wassen. Een programma op 60°C in plaats van op 90°C of op 40°C in plaats van 60°C zorgt voor een besparing van 50% aan energie. • Doseer het wasmiddel op basis van de hardheid van het water, de vuilheidsgraad en de hoeveelheid wasgoed, zo vermijd u onnodig energieverbruik en beschermt u het milieu. ook al zijn de wasmiddelen biologisch afbreekbaar, toch bevatten ze elementen die het evenwicht in de natuur verstoren. Bovendien moet u zoveel mogelijk wasverzachters vermijden. • Door zoveel mogelijk te wassen met goedkope stroomtarieven (s´nachts) werkt u mee aan het reduceren van de belasting van de elektrische centrale. De optie Delay Timer is van groot belang voor de uitvoering van het wasprogramma gedurende de nacht. • Als u na het wassen het wasgoed in een dryer wilt drogen, kunt u een hoge snelheid centrifuge kiezen. Weinig water in het wasgoed spaart tijd en energie bij het droogprogramma. De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti ging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische appa raten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. 41 NL Beschrijving van de wasautomaat en starten van een programma NL Bedieningspaneel Controlelampjes Toets met controlelampje ON/OFF DISPLAY VOORTGANG CYCLUS Controlelampje DEUR TEMPERATUURTOETS PROGRAMMAKNOP CENTRIFUGETOETS GEBLOKKEERD Toetsen met controlelampjes FUNCTIE Toets met controlelampje START/PAUSE Toets met controlelampje TOETSBLOKKERING Toets met controlelampje ON/OFF: voor het in- en uitschakelen van de wasautomaat. Het controlelampje geeft aan dat de wasautomaat aanstaat. PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de programma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan. CENTRIFUGETOETS: voor het instellen of uitsluiten van de centrifuge (zie “Persoonlijke Instellingen”). TEMPERATUURTOETS: voor het instellen van de temperatuur of koud wassen (zie “Persoonlijke Instellingen”). DISPLAY: om de resterende tijd van de geselecteerde wascyclus te zien. Indien een uitgestelde start is geselecteerd, de resterende tijd tot aan de start van het wasprogramma. Toets met controlelampje TOETSBLOKKERING: voor het in- of uitschakelen van de blokkering van het bedieningspaneel. Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecteren van de beschikbare functies. Het controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven. Stand- by modus Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de ON/OFF toets en wacht tot de wasdroogmachine weer aangaat. Gebruik in off-mode: 0,5 W Gebruik in Left-on: 0,5 W Controlelampjes De controlelampjes geven belangrijke informatie. Ze geven informatie over: Controlelampjes lopende fase Als u aan de PROGRAMMAKNOP draait gaan de controlelampjes aan van de fases die de wasautomaat uitvoert. Deze hangen af van het gekozen programma. Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te tonen op welk punt de cyclus is: Wassen Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS: voor het volgen van het verloop van het wasprogramma. Het controlelampje geeft de lopende fase weer. Spoelen Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast). Afpompen Toets met controlelampje START/PAUSE: om programma’s te starten of ze tijdelijk te onderbreken. N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op deze toets. Het oranje licht van het betreffende controlelampje zal gaan knipperen terwijl het lampje van de lopende fase vast aan zal blijven staan. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD uit is, kunt u het deurtje openen. Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze toets. 42 Centrifugeren Einde hoofdwas Functietoetsen en betreffende controlelampjes Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controlelampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma zal het betreffende controlelampje gaan knipperen, zal een geluidssignaal klinken en zal de functie niet worden geactiveerd. Als een functie wordt ingesteld die niet past bij een andere, eerder ingestelde, functie, dan blijft alleen de laatste keuze actief. Controlelampje temperatuur Als u een temperatuur selecteert gaat het bijbehorende controlelampje aan. Controlelampje centrifuge Als u een centrifugesnelheid selecteert gaat het bijbehorende controlelampje aan. Controlelampje toetsblokkering Om de blokkering van het bedieningspaneel te “activeren” dient u de toets circa 2 seconden lang ingedrukt te houden. Het ontstoken controlelampje geeft aan dat het bedieningspaneel geblokkeerd is. Op deze manier kunt u voorkomen dat er ongewilde wijzigingen aan de programma’s worden aangebracht, bijvoorbeeld bij aanwezigheid van kinderen. Om de blokkering van het bedieningspaneel te “deactiveren” dient u de toets circa 2 seconden lang ingedrukt te houden. Controlelampje deur geblokkeerd: Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk geopend wordt. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het controlelampje uitgaat voordat u de deur opent. N.B.: als de functie “Uitgestelde Start” actief is kunt u de deur niet openen. Om hem toch te openen zet u het apparaat op pauze door op de START/PAUSE toets te drukken. ! Als het controlelampje START/PAUSE (oranje) snel knippert tegelijk met de functietoets betekent dit een storing (zie “Storingen en oplossingen”). Hoe openen en sluiten van de trommel Afb. 1 Afb. 2 Afb. 3 Afb. 4 A) Openen (Afb. 1). Licht het deksel van de wasmachine op en zet het helemaal open. B) Open daarna met twee handen de trommel zoals op Afb. 2) te zien is: - druk op de knop die in Afb. 2 met de pijl wordt aangegegeven. Terwijl u de knop langzaam naar beneden drukt, houdt u met uw andere hand de kleppen tegen, zodat u uw vingers niet bezeert als de kleppen onverwachts opengaan; - houd de kleppen tegen wanneer deeze moeiteloos loskomen en opengaan. C) Stop het wasgoed in de trommel. (Afd 3). D) Sluiten (Afb 4). - sluit de trommel goed af door eerst de voorste en daarna de achterste klep naar beneden te brengen; - zorg ervoor dat de sluitingen van de vorste klep goed in de daarvoor bestemde ruimtes van de achterste klep vallen; - controleer, nadat u de “Klik” van de sluiting hebt gehoord, of de twee kleppen niet losschieten wanneer u er lichtjes op drukt; - sluit uiteindelijk ook het deksel van de wasmachine. Een programma starten 1. Schakel de machine in met de ON/OFF knop. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan, en daarna blijven de controlelampjes voor alle instellingen van het geselecteerde programma aan, en knippert het controlelampje START/PAUSE. 2. Laad het wasgoed in en sluit de deur. 3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP. 4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”). 5. Stel het centrifugetoerental in (zie “Persoonlijke instellingen”). 6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). 7. Selecteer de gewenste functies. 8. Start het programma door op de START/PAUSE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasautomaat op pauze door op de START/PAUSE toets te drukken en een nieuwe cyclus te kiezen. 9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje aan. Het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD gaat uit om aan te geven dat de deur kan worden geopend. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasautomaat uit in met de ON/OFF toets. 43 NL Programma’s Overgebleven vochtigheid % Energieverbruik kWh Totaal waterlt Duur cyclus 1200    - 5 53 1,82 64 150’ 60° 2 Standaardprogramma voor katoen op 60° (1): zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. (Max. 90°) 1200 -    5 53 0,88 47,5 160’ 3 Standaardprogramma voor katoen op 40° (2): niet zo vuile witte en bonte fijne was. 4 Synthetisch: Zeer vuile kleurvaste bonte was. 1200 -    5 53 1,09 60° 800 -    3 44 0,85 39 110’ 4 Synthetisch (3): Niet zo vuile kleurvaste bonte was. 40° 800 -    3 44 0,53 39 100’ 5 Mix 15': Voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas). 30° 800 -   - 1,5 71 0,08 29 15’ Programma’s NL Maximale lading (Kg) Programmatabel Beschrijving van het Programma Wasmiddel Maximaal Maxima- toerental le Temp (toeren Voor- Wa- Wasver- Bleek(°C) per was ssen zachter middel minuut) Speciale was 1 Katoen + Voorwas 90°: Zeer vuile witte was. 90° 40° 92 150’ Dagelijkse was 6 Goodnight Cyclus: Niet zo vuile fijne bonte was. 40° 800 -    4 - - - 280’ 7 Overhemden/blouses 40° 600 -    2 - - - 80’ 8 Zijde/Gordijnen: Voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 -   - 1 - - - 55’ 40° 800 -   - 1 - - - 65’ 20° 1200 -    5 - - - 180’ 11 Katoen Waterafvoer 1200 -   - 5 53 0,08 48 80’ 12 Synthetisch Waterafvoer 800 -   - 2,5 48 0,07 27 70’ 13 Snelle was Waterafvoer 800 -   - 2,5 71 0,04 34 30’ 9 10 Wol: Voor wol, kasjmier, etc. Eco programma’s Standaardprogramma voor katoen op 20°: niet zo vuile witte en bonte fijne was. Delprogramma’s A Spoelen - 1200 - -   5 - - - 36’ B Centrifugeren - 1200 - - - - 5 - - - 16’ C Afpompen - 0 - - - - 5 - - - 2’ De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandigheden. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel, de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties. 1) Controleprogramma volgens de directive 1061/2010: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C. Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 60°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven. 2) Controleprogramma volgens de directive 1061/2010: selecteer het programma 3 met een temperatuur van 40°C. Dit is de geschiktste cyclus voor het wassen van een middelmatig vuile lading katoenen wasgoed. Het is ook de efficiëntste cyclus v.w.b. het gecombineerde verbruik van energie en water, voor wasgoed dat op 40°C kan worden gewassen. De effectieve wastemperatuur kan verschillen van de temperatuur die wordt aangegeven. Voor alle Test Institutes: 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 3 met een temperatuur van 40°C. 3) Programma synthetisch lang: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C. Mix 15’ (programma 5) is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met het programma (5 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 1,5 kg. Goodnight Cyclus (programma 6). Dit is een heel geruisloze cyclus die u ‘s nachts kunt gebruiken als het energietarief lager is. Het programma is geschikt voor ieder soort synthetische en katoenen stof. Aan het einde van de cyclus stopt het apparaat met het water nog in de trommel. Om de centrifuge en de waterafvoer uit te voeren moet u op de START/PAUSE toets drukken. Indien u dit niet doet, zal de wasautomaat zelf na 8 uur centrifugeren en water afvoeren. Standaardprogramma voor katoen op 20°C (programma 10) ideaal voor een lading vuil katoen. De optimale prestaties, zelf met koud water, die kunnen worden vergeleken met een wascyclus op 40°C, worden gegarandeerd door een mechanische werking die de snelheid varieert met herhaaldelijke en zeer dicht op elkaar liggende piekvariaties. Eco programma’s Eco programma’s garanderen goede wasprestaties op lage temperaturen. Deze programma’s gebruiken minder elektrische energie waardoor u zowel geld bespaart als het milieu. De programma’s Eco (Katoen , Synthetisch en Snelle was 30’ ) zijn ontwikkeld voor verschillende materialen en voor niet zo vuile was. Om een optimaal resultaat te garanderen bevelen we het gebruik van een vloeibaar wasmiddel aan. We raden u bovendien aan manchetten, kragen en vlekken voor te behandelen. 44 Persoonlijke instellingen Instellen van de temperatuur NL De TEMPERATUURTOETS indrukken te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel). De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ). De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma. ! Uitzondering: als u het programma 2 selecteert kunt u de temperatuur tot op 90° instellen. Instellen van de centrifuge De CENTRIFUGETOETS indrukken. te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in. De maximum snelheden voorzien voor de programma’s zijn: Programma’s Maximum snelheid Katoen 1200 toeren per minuut Synthetisch 800 toeren per minuut Wol 800 toeren per minuut Zijde alleen waterafvoer U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of uitsluiten met het symbool . De machine voorkomt automatisch dat er een centrifuge wordt uitgevoerd die sneller is dan het maximum voorzien voor dat programma. Functies De verschillende functies van de wasautomaat zorgen voor de door u gewenste schone en witte was. Voor het activeren van de functies: 1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort; 2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is. N.B.: Het snel knipperen van het lampje geeft aan dat de bijbehorende functie niet gekozen kan worden bij het ingestelde programma. Uitgestelde Start Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u een paar keer op de betreffende knop totdat de gewenste vertraging verschijnt (van 1 tot 24 h). Om de functie te deactiveren drukt u op de knop totdat de tekst verschijnt. N.B.: Als de START/PAUSE toets eenmaal is ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden. ! Deze optie is bij alle programma’s mogelijk. Super Wash Dankzij het gebruik van een grotere hoeveelheid water in de beginfase van de cyclus en de langere tijdsduur ervan, garandeert deze functie een zeer effectief wasresultaat. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 5, 8, 9, 11, 12, 13, B, C. Extra Spoelen Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 13, B, C. Gemakkelijker strijken Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. Bij het programma Zijde beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. Het controlelampjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan (oranje) knipperen en de fase SPOELEN zal vast aan blijven staan. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. ! Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 5, 6, 9, 11, 12, 13, A, B, C. 45 Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddellaatje Hoeveel weegt het wasgoed? Een goed resultaat van de was hangt ook af van een juiste dosis wasmiddel: te veel maakt het wassen niet beter en blijft in het wasgoed hangen terwijl het slecht is voor het milieu. ! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer dan 60°C. ! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel en/ of de verdere toevoegingen erin als volgt. bakje 1: voorwasmiddel (poeder) bakje 2: wasmiddel (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel wordt erin gegoten vlak voor de start. ! Gebruik nooit middelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. bakje 3: Naspoelmiddelen (wasverzachter enz.) Wanneer u de wasverzachter in vakje 3 giet, let er dan op dat u het “max” niveau niet overschrijdt. De wasverzachter wordt automatisch in de machine toegevoegd gedurende de laatste spoeling. Aan het einde van het programma blijft er in vakje 3 een laagje water staan. Dit water dient voor het gebruik van erg dikke wasverzachters, oftewel voor het verdunnen van geconcentreerde wasverzachters. Als in vakje 3 meer water blijft staan dan normaal, dan betekent dit dat de afvoer is verstopt. Schoonmaken van de machine zie “Onderhoud en verzorging”. . extra bakje 4: Bleekwater Bleekcyclus U kunt alleen bleken tijdens de programma’s 2, 3, 4, 6, 7, 10, A. Giet het bleekmiddel in het extra bakje 4, het wasmiddel en de wasverzachter in hun respectievelijke bakjes en stel vervolgens een van bovenstaande programma’s in. Alleen aangeraden voor zeer vuil katoenen wasgoed. Prepareren van het wasgoed • Verdeel het wasgoed volgens: - het soort stof / het symbool op het etiket. - de kleuren: scheid gekleurd goed van de witte was. • Maak de zakken leeg en controleer de knopen. • Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”. 46 1 laken 400-500 gr. 1 sloop 150-200 gr. 1 tafelkleed 400-500 gr. 1 badjas 900-1200 gr. 1 handdoek 150-200 gr. Speciale stukken Overhemden/blouses: gebruik het programma 7 om overhemden/blouses van verschillende soorten stof en kleur te wassen. Zo bereikt u een maximale verzorging en een minimale kreukvorming. Zijde: gebruik het speciale programma 8 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen nauwkeurig en doe ze in een kussensloop of net. Gebruik het programma 8. Wol: Het “Wol” wasprogramma van deze Hotpoint-Ariston wasmachine is door The Woolmark Company getest en goedgekeurd voor het wassen van wollen kleding die als handwas geclassificeerd is, op voorwaarde dat de aanwijzingen worden opgevolgd die op het etiket van het kledingstuk vermeld staan en de instructies van de fabrikant van de wasmachine. Hotpoint-Ariston is het eerste wasmachinemerk dat voor zijn wasprestaties en het verbruik van water en energie van The Woolmark Company de certificering Woolmark Apparel Care – Platinum verkregen heeft. Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasautomaat gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • De deur zit niet goed dicht. • De ON/OFF toets is niet ingedrukt. • De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. • De waterkraan is niet open. • De uitgestelde start is ingesteld (zie “Persoonlijke Instellingen”). De wasautomaat heeft geen watertoevoer (het controlelampje van de eerste wasfase knippert snel). • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. • De buis is gebogen. • De waterkraan is niet open. • Het hele huis zit zonder water. • Er is onvoldoende druk. • De START/PAUSE toets is niet ingedrukt. De wasautomaat blijft water aanen afvoeren. • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aanen afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasautomaat voert het water niet af of centrifugeert niet. • Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de hand worden gestart. • De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het beëindigen van het programma drukt u op de START/PAUSE toets (“Persoonlijke Instellingen). • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasautomaat lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). Het controlelampje START/PAUSE (oranje) en de controlelampjes van de functies knipperen snel. • Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. 47 NL Service 195109273.00 12/2012 - Xerox Fabriano NL Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat. ! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Vermeld: • het type storing; • het model van de machine (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet. 48
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Whirlpool ECOTF 1251 (EU) Gebruikershandleiding

Categorie
Wasmachines
Type
Gebruikershandleiding