1 Schuif de kam recht in de geleidegroeven aan beide zijden van
het handvat (‘klik’).
2 Stel de kam in op de gewenste stand. Dit doet u door op de
standkeuzeknop te drukken (1) en de kam naar de gewenste
haarlengtestand te schuiven (2).
, De standen weergegeven in het venster tonen de gekozen haarlengte
na het knippen in millimeters.
Tip: Noteer de haarlengtestanden die u hebt gebruikt voor een bepaald kapsel
als geheugensteuntje voor toekomstige knipsessies.
3 Schuif de aan/uitknop omhoog om het apparaat in te schakelen.
4 Beweeg het apparaat langzaam door het haar.
Tips
- U knipt het doeltreffendst wanneer u het apparaat tegen de
haargroeirichting in beweegt.
- Omdat haar in verschillende richtingen groeit, moet u het apparaat
in verschillende richtingen bewegen (naar boven, naar beneden
en overdwars).
- Zorg ervoor dat de vlakke zijde van de kam steeds goed in contact
blijft met de hoofdhuid voor een gelijkmatig knipresultaat.
- Maak overlappende bewegingen om ervoor te zorgen dat u al het haar
knipt dat moet worden geknipt.
5 Verwijder regelmatig het afgeknipte haar dat zich in de opzetkam
ophoopt.
Als er zich veel haar heeft verzameld in de kam, verwijder deze dan van
het apparaat en blaas en/of schud het haar eruit.
Contouren bijwerken zonder kam
U kunt het apparaat zonder kam gebruiken om het haar zeer kort te
knippen (0,5 mm) of om de contouren van de neklijn en de haarlijn rond
de oren bij te werken.
Pas op wanneer u knipt zonder opzetkam: het knipelement knipt iedere
haar die het aanraakt.
1 Druk op de standkeuzeknop en schuif de kam omhoog.
Trek vervolgens de kam van het apparaat.
2 Kam eerst de uiteinden van het haar over het oor heen wanneer
u de haarlijn rond de oren wilt gaan bijwerken.
NEDERLANDS 31