Zanussi ZWFN844TW Handleiding

Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZWFN844TW
NL Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-informa-
tie:
www.zanussi.com/support
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste
installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op
een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder
toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder
ze op gepaste wijze.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
2
ALGEMENE VEILIGHEID
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
personeelskeukens in winkels, kantoren of andere
werkomgevingen;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en andere
woonomgevingen;
ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in gebouwen of
flats of in wasserettes.
Overschrijd het maximale laadvermogen van 8 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden
afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met
de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe
slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
De installatie moet voldoen aan de
relevante nationale voorschriften.
Verwijder alle verpakking en de transportbouten,
inclusief de rubberen mof met kunststof
afstandhouder.
Bewaar de transportbouten op een veilige plek.
Als het apparaat verplaatst moet worden in de
3
toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden
om de trommel te vergrendelen om interne
schade te voorkomen.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet op
plekken waar de temperatuur onder de 0°C
komt of waar het wordt blootgesteld aan
weersomstandigheden.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u
het apparaat installeert, vlak, stabiel,
hittebestendig en schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de
vloer kan circuleren.
Als het apparaat op zijn permanente plaats
wordt geplaatst, moet u nagaan of het waterpas
staat. Is dit niet het geval, stel de stelpootjes
hier dan op af.
Installeer het apparaat niet direct boven de
vloerafvoer.
Sproei geen water op het apparaat en stel het
niet bloot aan overmatige vochtigheid.
Plaats het apparaat niet op een plek waar de
deur niet helemaal open kan.
Plaats geen gesloten bak om mogelijke
waterlekkage op te vangen onder het apparaat.
Neem contact op met het geautoriseerd
servicecentrum om te raadplegen welke
accessoires gebruikt mogen worden.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik geen adapters met meerdere stekkers
en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet aan met
natte handen.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
WATERAANSLUITING
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe
apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.),
moet u, voordat de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen tot het
schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken
zijn tijdens en na het eerste gebruik van het
apparaat.
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang
te kort is. Neem contact op met de erkende
klantenservice voor vervanging van de
toevoerslang.
Bij het uitpakken van het apparaat is het
mogelijk om water uit de afvoerslang te zien
stromen. Dit komt door het testen met water van
het apparaat in de fabriek.
U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm
verlengen. Neem contact op met de erkende
klantenservice voor de andere afvoerslang en
het verlengstuk.
Zorg ervoor dat de kraan na installatie
bereikbaar is.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan het
apparaat.
Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking
van het wasmiddel op.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Was geen stoffen die zwaar bevuild zijn met olie,
vet of andere vettige substanties. Dit kan
rubberen onderdelen van de wasmachine
beschadigen. Was dergelijke stoffen met de
hand voor, voordat u ze in de wasmachine stopt.
Raak de glazen deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas kan heet
worden.
Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het
wasgoed zijn verwijderd.
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel.
4
Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en
reservelampen die afzonderlijk worden verkocht:
Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn
tegen extreme fysieke omstandigheden in
huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om
informatie te geven over de operationele status
van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in huishoudelijke
ruimten.
Neem contact op met het service-centrum om
de binnenverlichting te vervangen.
SERVICE
Neem contact op met de erkende servicedienst
voor reparatie van het apparaat. Gebruik
uitsluitend originele reserveonderdelen.
Houd er rekening mee dat zelfreparatie of niet-
professionele reparatie gevolgen kan hebben
voor de veiligheid en de garantie kan doen
vervallen.
De volgende reserveonderdelen zijn
beschikbaar gedurende 10 jaar nadat het model
is stopgezet: motor- en motorborstels,
transmissie tussen motor en trommel, pompen,
schokdempers en veren, wastrommel,
trommelspin en aanverwante kogellagers,
verwarmers en verwarmingselementen, inclusief
warmtepompen, leidingen en aanverwante
apparatuur, waaronder slangen, kleppen, filters
en aquastops, printplaten, elektronische
displays, drukschakelaars, thermostaten en
sensoren, software en firmware met inbegrip
van resetsoftware, deur, deurscharnier en
afdichtingen, andere afdichtingen,
deurvergrendelingsassemblage, plastic
randapparatuur zoals wasmiddeldispensers.
Houd er rekening mee dat sommige van deze
reserveonderdelen alleen beschikbaar zijn voor
professionele reparateurs en dat niet alle
reserveonderdelen relevant zijn voor alle
modellen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact en koppel
het apparaat los van de watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
de trommel vast komen te zitten.
Gooi het apparaat weg conform de lokale
voorschriften voor de verwijdering van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
5
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
APPARAATOVERZICHT
1 2 3
8
5
6
6
4
9
7
10 11
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Voetjes voor het waterpas zetten van het
apparaat
7
Afvoerslang
8
Aansluiting van de watertoevoerslang
9
Netsnoer
10
Transportbouten
11
Slangensteun
00000000
00A
Mod.
xxxxxxxxx
000V ~ 00Hz 0000 W
910000000
00
A
B
C
Prod.No.
D
Het typeplaatje vermeldt de modelnaam (A), het pro-
ductnummer (B), de elektrische classificaties (C) en het
serienummer (D).
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte / hoogte / totale diepte 59,6 cm /84,7 cm /57,6 cm
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
6
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stoffen en
vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laagspanningsappara-
tuur geen bescherming tegen vocht biedt
IPX4
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1) Koud water
Maximale belasting Katoen 8 kg
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnelheid 1351 rpm
1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
UITPAKKEN
1. Open de deur. Haal al het wasgoed uit de
trommel.
Accessoires die bij het apparaat
worden geleverd, kunnen per
model verschillen.
2. Plaats het verpakkingselement op de vloer
achter het apparaat en leg het voorzichtig op
de achterzijde. Verwijder de
polystyreenbescherming van de onderkant.
1
2
LET OP! Leg de wasmachine niet
op zijn voorzijde.
3. Zet het apparaat weer rechtop. Verwijder het
aansluitsnoer en de afvoerslang van de
slanghouders.
WAARSCHUWING! U kunt het
water in de afvoerslang zien
stromen. Dit komt doordat de
wasmachine in de fabriek is
getest.
4. Verwijder de drie transportbouten en trek de
kunststof afstandhouders weg.
7
Wij raden u aan om alle
transportbouten en
verpakking te bewaren voor
als u het apparaat gaat
verplaatsen.
5. Plaats de plastic doppen, die u in de zak met
de gebruiksaanwijzing aantreft, in de
openingen.
INFORMATIE OVER INSTALLATIE
Plaatsing en waterpas zetten
Zet het apparaat goed neer om trilling, lawaai en
verplaatsing van het apparaat tijdens de werking te
voorkomen.
1. Installeer het apparaat op een vlakke harde vloer.
Het apparaat moet waterpas en stabiel staan. Zorg
ervoor dat het apparaat geen wand of andere
onderdelen raakt en dat zich onder het apparaat
luchtcirculatie kan plaatsvinden.
2. Gebruik de stelvoetjes om het apparaat waterpas
te zetten. Alle pootjes moeten stevig op de grond
staan.
WAARSCHUWING! Plaats geen
karton, hout of vergelijkbare materialen
onder de voeten van het apparaat om
deze waterpas te stellen.
De toevoerslang
LET OP! Zorg ervoor dat de slangen
geen beschadigingen vertonen en dat
de koppelingen niet lekken. Gebruik
geen verlengslang als de toevoerslang
te kort is. Neem contact op met de
klantenservice voor vervanging van de
toevoerslang.
1. Sluit de watertoevoerslang aan op de achterkant
van het apparaat.
20º20º
45º45º
2. Plaats hem naar rechts of links afhankelijk van de
positie van de waterkraan. Zorg ervoor dat de
toevoerslang niet verticaal is geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los om hem in de
juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op een
koudwaterkraan met 3/4"-schroefdraad.
Waterafvoer
De afvoerslang moet rechtstreeks in een afvoerpijp
op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet
meer dan 100 cm worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang maximaal 400
cm verlengen. Neem contact op met
de erkende klantenservice voor de
andere afvoerslang en het verlengstuk.
De afvoerslang kan op verschillende manieren
worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de afvoerslang en plaats
hem rond de plastic slanggeleider.
2. Aan de rand van een gootsteen - Maak de
geleider vast aan de waterkraan of aan de wand.
8
Zorg ervoor dat de kunststof geleider
niet kan bewegen als het apparaat
pompt en het uiteinde van de
afvoerslang niet in water is
ondergedompeld. Er kan een vuil
water teruglopen in het apparaat.
3. Als het uiteinde van de afvoerslang er zo uitziet
(zie de afbeelding), dan kunt u het direct in de
standpijp plaatsen.
4. Op een staande leiding met een ventilatiegat -
Steek de afvoerslang direct in een afvoerleiding. Zie
de illustratie.
Het einde van de afvoerslang moet
altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de
binnendiameter van de afvoerpijp (min.
38 mm - min. 1.5") groter moet zijn
dan de buitendiameter van de
afvoerslang.
5. Zonder de plastic slanggeleider aan een
gootsteenafvoer - Doe de afvoerslang in de
gootsteenafvoer en zet deze vast met een klem. Zie
de illustratie.
Zorg dat de afvoerslang een bocht maakt om te
voorkomen dat deeltjes uit de gootsteen in het
apparaat komen.
ø16
1
W011
2
Bevestig de afvoerslang aan de gootsteenafvoer en
zet hem vast met een klem. Zorg dat de afvoerslang
een bocht maakt om te voorkomen dat deeltjes uit
de gootsteen in het apparaat komen.
6. Plaats de slang direct op een ingebouwde
afvoerleiding in de kamerwand en zet vast met een
klem.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Aan het einde van de installatie kunt u de stekker in
het stopcontact steken.
9
Het typeplaatje aan de binnenrand van de deur van
het apparaat en het hoofdstuk 'Technische
gegevens' geven de benodigde elektrische
waarden aan. Zorg ervoor dat ze compatibel zijn
met de netvoeding.
Controleer of de elektrische installatie in uw woning
geschikt is voor het maximale vereiste vermogen;
houd hierbij rekening met andere apparaten die in
gebruik zijn.
Sluit het apparaat aan op een geaard
stopcontact.
Het aansluitsnoer moet na de installatie van het
apparaat toegankelijk zijn.
Neem voor alle elektrische werkzaamheden die
nodig zijn om dit apparaat te installeren contact op
met ons geautoriseerde servicecentrum.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden
voor schade of letsel die voortkomt uit het niet
opvolgen van bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
ACCESSOIRES
VERKRIJGBAAR OP WWW.ZANUSSI.COM/
SHOP OF BIJ EEN ERKENDE DEALER
Lees zorgvuldig de instructies die bij het accessoire
zijn meegeleverd.
Alleen geschikte accessoires die door
ZANUSSI zijn goedgekeurd
waarborgen de veiligheidsnormen van
het apparaat. Als er niet-
goedgekeurde onderdelen worden
gebruikt, worden alle claims ongeldig
verklaard.
SET BEVESTIGINGSPLAATJES
Als u het apparaat op een plint installeert die geen
accessoire is meegeleverd bij ZANUSSI, zet het
apparaat dan vast in de bevestigingsplaten.
Lees de met het accessoire meegeleverde
instructies zorgvuldig door.
TUSSENSTUK
De droogtrommel kan uitsluitend op de
wasautomaat worden gezet met gebruik van
het juiste tussenstuk.
WAARSCHUWING! Zet de
droogtrommel niet onder de
wasautomaat. Controleer of het
tussenstuk compatibel is door de
diepte van uw apparaten op te meten.
BEDIENINGSPANEEL
SPECIALE FUNCTIES
Uw nieuwe wasautomaat voldoet aan alle moderne
eisen voor een effectieve behandeling van wasgoed
met een laag water-, energie- en wasmiddelverbruik
en zorgt goed voor stoffen.
10
De AutoAdjust System stemt de
programmaduur automatisch af op het wasgoed
in de trommel om in zo min mogelijk tijd perfecte
wasresultaten te behalen.
Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend
drainagesysteem waardoor lichte pluisvezels die
van de kleren vallen samen met het water
worden afgevoerd op zo'n manier dat het niet
nodig is dat de klant dit gedeelte regelmatig
onderhoudt en reinigt. Lees het hoofdstuk “Zorg
en reininging” zorgvuldig door voor het beste
onderhoud en de beste zorg.
BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL
2
3 4 5
11 10 7
1
6
89
1
Programmakeuzeknop
2
Display
3
Startuitstel aanraaktoets
4
FlexiTime aanraaktoets
5
Start/Pauze aanraaktoets
6
Makkelijk strijken aanraaktoets
7
Extra spoelen aanraaktoets
8
Voorwas aanraaktoets
9
Centrif. tiptoets voor verminderopties
Niet centrifugeren optie
Spoelstop optie
Nacht optie
10
Temp. aanraaktoets
11
Aan/Uit drukknop
11
SCHERM
A B C D
E
FG
A Controlelampje klep gesloten.
B Controlelampje uitgestelde start.
C Het controlelampje kan aangeven:
Duur van het programma (bijv. ).
Uitsteltijd (bijv. ).
Einde cyclus ( ).
Waarschuwingscode (bijv. ).
D Controlelampje niveau balken FlexiTime.
E Indicatielampje trommelreiniging
F Controlelampje kinderbeveiliging.
G Indicatielampje Items toevoegen. Brandt bij de aanvang van de
wasfase, als de gebruiker het apparaat nog kan pauzeren om meer
wasgoed toe te voegen.
12
DRAAIKNOP EN KNOPPEN
INTRODUCTIE
Niet alle opties en functies zijn
beschikbaar voor alle
wasprogramma's. Controleer de
verenigbaarheid van de opties en
functies met de wasprogramma's in
het 'Programmaoverzicht'. Een optie of
functie kan een andere uitsluiten. In
zo'n geval staat het apparaat niet toe
dat u de onverenigbare opties of
functies samen instelt.
AAN/UIT
Druk een paar seconden op deze knop om het
apparaat in of uit te schakelen. Er klinken twee
verschillende geluiden als het apparaat in- of
uitgeschakeld wordt.
Omdat de stand-by-functie het apparaat na een
aantal minuten automatisch uitschakelt om energie
te besparen, moet u het apparaat wellicht weer
inschakelen.
Raadpleeg de paragraaf over stand-by in het
hoofdstuk 'Dagelijks gebruik' voor meer informatie.
TEMP.
Wanneer het gewenste programma is gekozen,
stelt je machine automatisch een
standaardtemperatuur voor.
Het indicatielampje Froid = koud water.
Het indicatielampje van de ingestelde temperatuur
gaat branden.
CENTRIF.
Als u een programma instelt, stelt het apparaat
automatisch de maximaal toegestane
centrifugeersnelheid in Denim.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren . Het bijbehorende
indicatielampje gaat branden.
Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen uit
te schakelen. Het apparaat voert alleen de
pompfase van het gekozen wasprogramma uit.
Stel deze optie in voor fijne was. De spoelfase
verbruikt meer water voor sommige
wasprogramma's
Spoelstop . Het bijbehorende
indicatielampje gaat branden.
De laatste centrifugeerfase wordt niet
uitgevoerd. Het laatste spoelwater wordt niet
weggepompt, om te voorkomen dat het
wasgoed kreukt. Het wasprogramma eindigt
met water in de trommel.
De deur blijft vergrendeld en de trommels draait
regelmatig om kreuken te vermijden. U moet het
water afvoeren om de deur te kunnen openen.
Als u de knop Start/Pauze
aanraakt, voert
het apparaat de centrifugeerfase uit en pompt
het water weg.
Nacht
. Het bijbehorende indicatielampje
gaat branden.
Alle centrifugefasen tussendoor en de laatste
centrifugeerfase worden overgeslagen en het
programma eindigt met water in de trommel. Zo
wordt voorkomen dat de was kreukt. De deur
blijft vergrendeld. De trommel draait regelmatig
om kreuken te beperken. U moet het water
afvoeren om de deur te kunnen openen.
Omdat dit programma heel stil is, is het geschikt
voor nachtelijk gebruik als er goedkopere
stroomtarieven beschikbaar zijn. Bij sommige
programma's wordt voor de spoelingen meer
water gebruikt.
Als u de knop Start/Pauze aanraakt, voert
het apparaat alleen de wegpompfase uit.
Het apparaat zal het water na circa 18
uur automatisch uit het apparaat
wegpompen.
VOORWAS
Met deze optie kunt u een voorwasfase toevoegen
aan een wasprogramma.
Het desbetreffende indicatielampje gaat aan.
Gebruik deze functie om een voorwasfase op
30°C toe te voegen voor de wasfase.
Deze optie wordt aanbevolen voor zwaar
vervuild wasgoed, met in het bijzonder zand,
stof, modder en andere vaste deeltjes.
Deze opties kunnen de duur van het
programma verlengen.
PERMANENT EXTRA SPOELEN
Deze optie voegt een paar koude spoelgangen toe
aan het gekozen wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen met
wasmiddelallergieën en een gevoelige huid.
Deze optie verlengt de duur van het
programma.
13
De overeenstemmende indicator boven de tiptoets
brandt en blijft ook voortdurend branden tijdens
volgende cycli totdat deze optie wordt
gedeactiveerd.
MAKKELIJK STRIJKEN
Het apparaat wast en centrifugeert het wasgoed
voorzichtig om te voorkomen dat het wasgoed
kreukt.
Het apparaat vertraagt de centrifugeersnelheid,
gebruikt meer water en past de programmaduur
aan het type wasgoed aan.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
STARTUITSTEL
Met deze optie kunt u het starten van een
programma uitstellen naar een handiger tijdstip.
Druk herhaaldelijk op de knop om de gewenste
uitsteltijd in te stellen. De tijd loopt op in stappen
van 1 uur tot 20 uren.
Op de display verschijnt de indicatie
en de
gekozen uitsteltijd. Na het aanraken van de Start/
Pauze -toets, begint het apparaat af te tellen en
wordt de deur vergrendeld.
FLEXITIME
Met deze optie kun je de programmaduur verkorten
naar gelang de grootte van de lading en de
bevuilingsgraad. Deze afstelling moet worden
uitgevoerd na de instelling van Temp. en Centrif.
.
Als je een wasprogramma instelt, toont het display
de standaardduur en
streepjes.
Raak toets FlexiTime aan om de programmaduur
naar wens te verkorten. Op de display worden de
nieuwe programmaduur en het aantal streepjes
overeenkomstig verminderd:
geschikt voor een volle lading normaal
bevuilde kleding.
een korte cyclus voor een kleinere lading
weinig bevuilde kleding (max. halve lading
aanbevolen).
de kortste cyclus om een kleine hoeveelheid
wasgoed op te frissen.
De FlexiTime is alleen beschikbaar bij de
programma’s die in de tabel staan.
indicatielampje
Eco 40-60
Katoen
Synthetica
Donkere was
1)
1) Standaardduur voor alle programma's.
START/PAUZE
Raak toets Start/Pauze aan om het apparaat te
starten, te pauzeren of het draaiende programma te
onderbreken.
PROGRAMMA’S
PROGRAMMATABEL
Programma
Standaard tempe-
ratuur
Temperatuurbereik
Referentie
centrifugeer-
snelheid
Bereik centri-
fugeersnelheid
Maximale la-
ding
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Wasprogramma’s
14
Programma
Standaard tempe-
ratuur
Temperatuurbereik
Referentie
centrifugeer-
snelheid
Bereik centri-
fugeersnelheid
Maximale la-
ding
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
Eco 40-60
40ºC
1)
60°C - 30°C
2)
1400 tpm
(1400- 800
tpm)
8 kg Wit katoen en kleurvast katoen. Normaal
vervuilde was. Het energieverbruik daalt en de
duurtijd van het wasprogramma neemt toe,
waardoor goede wasresultaten worden gega-
randeerd.
Katoen
40°C
90°C - koud
1400 tpm
(1400- 800
tpm)
8 kg Wit en bont katoen. Voor normaal, zwaar en
licht bevuild wasgoed.
Synthetica
40°C
60°C - Koud
1200 tpm
(1200- 800
tpm)
3 kg Synthetische of gemengde stoffen. Nor-
maal vervuilde was.
Fijne was
30°C
40°C - Koud
1200 tpm
(1200- 800
tpm)
2 kg Fijne stoffen zoals acryl, viscose en ge-
mengde stoffen hebben een milde was-
beurt nodig. Voor normaal en licht bevuild
wasgoed.
Wol
40ºC
40°C - Koud
1200 tpm
(1200- 800
tpm)
1,5 kg Machinewasbestendige wol, handwas-
bestendige wol en andere stoffen met
«handwas»-symbool
3)
.
Denim
30°C
40°C - koud
800 tpm
(1200 -
800)
3 kg Speciaal programma voor spijkerkleding
met behoedzame wasfase om kleurver-
vaging en vlekken te minimaliseren. Voor
betere verzorging wordt een kleinere lading
aanbevolen.
Sportkleding
30°C
40°C - Koud
1200 tpm
(1200- 800
tpm)
3 kg Synthetische en delicate stoffen. Licht
vervuilde items of op te frissen items.
Centrif./Pompen
4)
1400 tpm
(1400 -800)
8 kg Alle stoffen, behalve wol en zeer delica-
te stoffen. Om het wasgoed te centrifugeren
en het water uit de trommel te pompen.
Spoelen 1400 tpm
(1400- 800
tpm)
8 kg Om het wasgoed te spoelen en te centrifuge-
ren. Alle stoffen, behalve wol en zeer delica-
te stoffen. Verlaag de centrifugeersnelheid af-
hankelijk van het type wasgoed.
Donkere was
40°C
60°C - Koud
1200 tpm
(1200- 800
tpm)
8 kg Katoenen of gemengde stoffen in don-
kere kleuren. Normaal vervuilde was.
15
Programma
Standaard tempe-
ratuur
Temperatuurbereik
Referentie
centrifugeer-
snelheid
Bereik centri-
fugeersnelheid
Maximale la-
ding
Programmabeschrijving
(Soort lading en mate van vervuiling)
CleanBoost
60°C
1400 tpm
(1400- 800
tpm)
8 kg Witte katoenen stoffen. Dit programma verwij-
dert micro-organismen dankzij een wasfase
met een temperatuur die gedurende een aan-
tal minuten boven de 60°C wordt gehouden.
Dit helpt ziektekiemen, bacteriën, micro-orga-
nismen en andere deeltjes de verwijderen.
Een extra spoelbeurt zorgt voor een grondige
verwijdering van wasmiddelresten en pollen/
allergene stoffen. Op deze manier is de was
effectiever.
Opfrissen 14min
30°C
800 tpm
(800- 800
tpm)
1,5 kg Synthetische en gemengde stoffen. Licht
vervuilde items en op te frissen items.
Kort 30min
40°C
40°C - 30°C
1200 tpm
(1200- 800
tpm)
3 kg Synthetische en gemengde stoffen. Licht
vervuild wasgoed.
EasyWash 60min
30°C
60°C - 30°C
1400 tpm
(1400- 800
tpm)
5 kg Katoen en kleurvaste synthetische artikelen.
Volledig wasprogramma dat in slechts 60 mi-
nuten de dagelijks vervuilde was intensief
wast en zorgt voor goede wasresultaten in
een korte tijd.
1) Volgens Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie kan dit programma bij 40 °C normaal bevuild
katoenen wasgoed dat wasbaar is verklaard bij 40 °C of 60 °C, samen in dezelfde cyclus reinigen.
Voor de bereikte temperatuur in het wasgoed, de duur van het programma en andere gege-
vens wordt verwezen naar het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De meest efficiënte programma's op het gebied van energieverbruik zijn over het algemeen
programma's die presteren bij lagere temperaturen en een langere duur.
2) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de EU-regelgeving
1061/2010 is dit programma op 60 °C het «standaard 60°C katoenprogramma» en op 30 °C het «stan-
daard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterver-
bruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven
voor het geselecteerde programma.
3) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om te zorgen voor een zacht wasproces. Het kan lijken
dat de trommel niet draait of niet goed draait, maar dat is normaal voor dit programma.
4) Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat deze geschikt is voor het soort stof dat wordt gewas-
sen. Als je de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschikbaar.
16
Compatibiliteit van programmaopties
Programma
Centrif.
Voorwas
Extra spoelen
Makkelijk strijken
FlexiTime
Startuitstel
Eco 40-60
Katoen
Synthetica
Fijne was
Wol
Denim
Sportkleding
Centrif./Pompen
Spoelen
Donkere was
CleanBoost
Opfrissen 14min
Kort 30min
EasyWash 60min
Geschikte wasmiddelen voor wasprogramma’s
Programma
Universeel
poeder
1)
Universele
vloeistof (Li-
quid Universal)
Vloeistof voor
gekleurde was
Fijne was en
wol
Speciaal
Eco 40-60 -- --
Katoen -- --
Synthetica -- --
17
Programma
Universeel
poeder
1)
Universele
vloeistof (Li-
quid Universal)
Vloeistof voor
gekleurde was
Fijne was en
wol
Speciaal
Fijne was -- -- --
Wol
-- -- --
Denim -- --
Sportkleding -- --
Donkere was -- --
CleanBoost
-- --
Opfrissen 14min
-- -- --
Kort 30min
-- -- --
EasyWash
60min
-- --
1) Bij een temperatuur hoger dan 60 °C wordt het gebruik van waspoeder aanbevolen.
= Aanbevolen -- = Niet aanbevolen
INSTELLINGEN
GELUIDSSIGNALEN
Dit apparaat is uitgevoerd met verschillende
geluidssignalen, die werken als:
u het apparaat activeert (speciale korte toon).
u het apparaat deactiveert (speciale korte toon).
u een toets aanraakt (klikgeluid).
u een ongeldige keuze maakt (3 korte tonen).
Het programma voltooid is (gedurende 2
minuten opeenvolgende geluiden).
Het apparaat een storing ondergaat (gedurende
5 minuten opeenvolgende geluiden).
Voor het activeren/deactiveren van de
geluidssignalen wanneer het programma voltooid
is, raakt u gedurende 2 seconden tegelijkertijd
toets Temperatuur en Centrifugeren aan. Het
display toont On/Off
Als u de geluidssignalen uitschakelt,
werken ze wel als er een storing
optreedt.
KINDERSLOT
Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met
het bedieningspaneel spelen.
Druk om deze optie te activeren/deactiveren op
de knop Makkelijk strijken totdat op het display
aan-/uitgaat.
Het apparaat behoudt deze optie als standaard
nadat u het heeft uitgeschakeld.
De kinderslotfunctie is mogelijk niet beschikbaar de
eerste paar seconden nadat u het apparaat heeft
ingeschakeld.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
1. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig is er dat de
waterkraan openstaat.
2. Giet een kleine hoeveelheid wasmiddel in het
vak dat wordt aangegeven met .
3. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed in de
trommel en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en
de kuip.
18
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
HET APPARAAT INSCHAKELEN
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Druk een paar seconden op de knop Aan/Uit
om het apparaat in te schakelen.
Er klinkt een korte toon.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
1. Open de deur van het apparaat.
2. Maak de zakken leeg en zorg ervoor dat de
items niet opgevouwen zijn voordat u ze in het
apparaat plaatst.
3. Doe de was in de trommel, één item tegelijk.
Doe niet te veel wasgoed in de trommel.
4. Doe de deur stevig dicht.
LET OP! Zorg dat er geen wasgoed
tussen de deur klemt om het risico op
waterlekkage en schade aan het
wasgoed te voorkomen.
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan schade aan de
rubberen delen van de wasmachine
veroorzaken.
WASMIDDEL EN ADDITIEVEN (WASVERZACHTER, VLEKKENMIDDEL) TOEVOEGEN
Vakje voor voorwasmiddel, weekpro-
gramma of vlekkenverwijderaar.
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Bakje voor vloeibare toevoegingen
(wasverzachter, stijfsel).
Dit is het maximale niveau voor vloei-
bare toevoegingen.
Klep voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
Volg altijd de instructies op die u op de verpakking van het wasmiddel aantreft. We raden u
wel aan het maximaal aangegeven niveau niet te overschrijden ( ). Deze hoeveelheid zal u
echter de beste wasresultaten geven.
Verwijder na de wascyclus indien vereist achtergebleven wasmiddel uit het wasmiddelvakje.
DE STAND VAN DE WASMIDDELKLEP
CONTROLEREN
1. Trek de wasmiddeldoseerlade uit tot deze niet
meer verder kan.
19
2. Druk de hendel in om de lade uit te trekken.
3. Draai de klep omhoog om poederwasmiddel te
gebruiken.
4. Draai de klep omlaag om vloeibaar wasmiddel
te gebruiken.
Met de klep in de stand OMLAAG:
Gebruik geen gelatineachtige of dikke
vloeibare wasmiddelen.
De vloeibarewasmiddeldosis die op de klep
staat aangeduid niet overschrijden.
Stel de voorwasfase niet in.
Stel de startuitstelfunctie niet in.
5. Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
6. Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig.
Zorg bij het sluiten van de lade dat de klep geen
blokkering veroorzaakt.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN
1. Draai de programmaknop op het gewenste
wasprogramma.
Het lampje van de knop Start/Pauze knippert.
Op het display verschijnt de geschatte
programmaduur.
2. Om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, raakt u de
bijbehorende toetsen aan.
3. Stel indien gewenst een of meer opties in door
de desbetreffende knoppen aan te raken. De
bijhorende aanduidingen gaan vervolgens
branden in het display en de aangegeven
informatie wijzigt.
Indien een keuze niet mogelijk is
klinkt er een geluidssignaal.
EEN PROGRAMMA STARTEN
Raak de Start/Pauze toets aan om het
programma te starten. Het is niet mogelijk om het
programma te starten wanneer het indicatielampje
van de knop uitgeschakeld is en niet knippert (bijv.
programmawijzer op een foute positie).
Het bijbehorende indicatielampje stopt met
knipperen en blijft branden.
Het programma start en de deur wordt vergrendeld.
Op het display verschijnt het indicatielampje .
De afvoerpomp gaat in werking kort
voordat het apparaat zich met water
vult.
EEN PROGRAMMA STARTEN MET
UITGESTELDE START
1. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel
totdat het display de gewenste uitsteltijd weergeeft.
Op de display wordt door het indicatielampje
getoond.
2. Druk op de toets Start/Pauze . De deur van
het apparaat wordt vergrendeld en het aftellen voor
de uitgestelde start begint. De display toont het
indicatielampje .
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
programma automatisch gestart.
Het annuleren van de uitgestelde start nadat
het afstellen is begonnen
De uitgestelde start annuleren:
1. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel
totdat het display de gewenste uitsteltijd
20
weergeeft. Op de display wordt door het
indicatielampje getoond.
Druk op de toets Start/Pauze . De deur van het
apparaat wordt vergrendeld en het aftellen voor de
uitgestelde start begint. Op de display is het
indicatielampje te zien.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
programma automatisch gestart.
2. Druk op de knop Start/Pauze om het
apparaat te pauzeren. Het bijbehorende
indicatielampje knippert.
3. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel
totdat het display weergeeft en het
indicatielampje uitgaat.
4. Druk nogmaals op de toets Start/Pauze
om het programma onmiddellijk te starten.
Het wijzigen van de uitgestelde start nadat
het afstellen is begonnen
De uitgestelde start wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze om het
apparaat te pauzeren. Het bijbehorende
indicatielampje knippert.
2. Druk herhaaldelijk op de toets Startuitstel
totdat het display de gewenste uitsteltijd
weergeeft.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze om
het aftellen opnieuw te laten beginnen.
DE LADINGDETECTIE SENSICARE-SYTEEM
Na op de toets Start/Pauze te hebben gedrukt:
1. Het SensiCare-systeem begint het gewicht van
de lading te schatten om de werkelijke
programmaduur te berekenen. Tijdens deze
fase geven de balken FlexiTime onder de
tijdsaanduiding een eenvoudige animatie.
2. Na circa 15-20 minuten verdwijnen de balken
FlexiTime en wordt een nieuwe cyclusduur
weergegeven.
Het apparaat past de programmaduur
automatisch aan de lading aan om in de kortst
mogelijke tijd zo perfect mogelijke
wasresultaten te krijgen.
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE
OPTIES WIJZIGEN
U kunt als er een programma bezig is maar een
paar opties wijzigen:
1. Druk op de knop Start/Pauze .
Het bijbehorende indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties. De weergegeven informatie in
het display wijzigt overeenkomstig.
3. Druk nogmaals op toets Start/Pauze .
Het wasprogramma gaat verder.
EEN ACTIEF PROGRAMMA STOPPEN
1. Druk op de Aan/Uit toets om het programma te
annuleren en om het apparaat uit te schakelen.
2. Druk opnieuw op de Aan/Uit toets om het
apparaat in te schakelen.
Als het AutoAdjust System voltooid is
en het vullen van water al begonnen is,
begint het nieuwe programma zonder
het AutoAdjust System te herhalen.
Het water en wasmiddel worden niet
weggepompt om verspilling te
voorkomen.
Er bestaat ook een andere manier om te annuleren:
1. Draai de programmakiezer naar de ”Reset”-stand
.
2. Wacht vervolgens 1 seconde Op het display
verschijnt .
U kunt nu een nieuw wasprogramma kiezen.
OPENEN VAN DE DEUR -
KLEDINGSTUKKEN TOEVOEGEN
Als de temperatuur en het waterniveau
in de trommel te hoog zijn en/of de
trommel nog draait, mag u de deur niet
openen.
Als een programma of het startuitstel in werking is,
is de deur van de wasmachine vergrendeld. Op het
display verschijnt het controlelampje .
1. Druk op de knop Start/Pauze .
Op het display gaat het indicatielampje van de
deurvergrendeling uit.
2. Open de deur van het apparaat. Indien nodig
kunt u items toevoegen of uitnemen. Sluit de
deur en druk op de toets Start/Pauze .
21
Het programma of startuitstel gaat verder.
EINDE VAN HET PROGRAMMA
Wanneer het programma is voltooid, stopt het
apparaat automatisch. De geluidssignalen
weerklinken (als ze actief zijn). Op het display
verschijnt
Het lampje van Start/Pauze toets gaat uit.
Het deur ontgrendelt en de aanduiding gaat
uit.
1. Druk op de toets Aan/Uit om het apparaat uit te
schakelen.
Vijf minuten na afloop van het programma schakelt
energiebesparingsfuncie het apparaat automatisch
uit.
Als u het apparaat weer inschakelt,
wordt het einde van het voorgaande
programma in het display
weergegeven. Draai aan de
programmaknop om een nieuwe
cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur en het wasmiddeldoseerbakje iets
open staan om de vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te voorkomen.
5. Draai de waterkraan dicht.
LAAT HET WATER WEGLOPEN NA AFLOOP
VAN DE CYCLUS
Indien u een programma heeft gekozen of een optie
die het water van de laatste spoelbeurt niet
wegpompt, wordt het programma voltooid, maar:
Het tijdveld toont en het display toont de
vergrendelde deur .
De trommel draait nog regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de deur te
kunnen openen:
1. Raak indien nodig de toets Centrif. aan om
het centrifugeertoerental dat door het apparaat
wordt voorgesteld te verlagen.
2. Druk op de toets Start/Pauze :
Indien u Spoelstop heeft ingesteld,
pompt het apparaat het water weg en gaat
centrifugeren.
Indien u Nacht heeft ingesteld, pompt
het apparaat alleen het water weg.
Het Spoelstop -lampje verdwijnt.
3. Als het programma is voltooid, gaat het
deurvergrendelingssymbool uit en kunt u
de deur openen.
4. Druk een paar seconden op de knop voor
Aan/Uit om het apparaat uit te schakelen.
STAND-BY-OPTIE
De stand-by-functie schakelt het apparaat
automatisch uit om stroom te besparen als:
U het apparaat gedurende vijf minuten niet
gebruikt.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het
apparaat in te schakelen.
5 minuten na beëindiging van het
wasprogramma.
Druk opnieuw op de toets Aan/Uit om het
apparaat in te schakelen.
De tijd van het laatste programma wordt
weergegeven op het display.
Draai aan de programmaknop om een nieuwe
cyclus in te stellen.
Als de keuzeknop naar de 'Reset'-stand
wordt
gedraaid, gaat het apparaat na 30 seconden
automatisch uit.
Als u een programma of optie instelt
die eindigt met water in de trommel,
wordt het apparaat niet
gedeactiveerd door de stand-by-
functie om u eraan te herinneren het
water weg te pompen.
22
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL
DOET
Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de waslabels
van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet samen.
Sommige bonte items kunnen verkleuren met de
eerste wasbeurt. We raden je aan ze apart te
wassen voor de eerste paar keren.
Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met
opdrukken binnenstebuiten.
Behandel hardnekkige vlekken voor.
Was hardnekkige vlekken met een speciaal
wasmiddel.
Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de
haken of stop de gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die leiden tot
overmatige trillingen. Als dit voorkomt:
a. onderbreek het programma en open de
deur (raadpleeg hoofdstuk 'Dagelijks
gebruik');
b. herverdeel de lading met de hand zodat de
items gelijkmatig over de trommel zijn
verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
Vermijd het wassen van kleding vol met lange
haren van dieren of van kleren van slechte
kwaliteit die veel pluis afgeven, want dat kan het
afvoercircuit blokkeren en daarom leiden tot de
noodzaak van hulp van een technicus.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes
en drukknopen. Bind riemen, koorden, veters,
linten en andere losse elementen vast.
Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om kleine items
te wassen (bijv. beugelbh's, riemen, panty's,
veters, linten, etc.).
Maak de zakken leeg en vouw de artikelen open.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
TYPE EN HOEVEELHEID WASMIDDEL
De keuze van het wasmiddel en het gebruik van de
juiste hoeveelheden beïnvloedt niet alleen uw
wasprestaties, maar helpt ook om verspilling te
voorkomen en het milieu te beschermen:
Gebruik uitsluitend wasmiddelen en andere
middelen die speciaal bedoeld zijn voor
wasmachines. Volg eerst deze algemene regels:
waspoeder voor alle soorten weefsels, met
uitzondering van fijne was. Kies bij voorkeur
voor waspoeder met bleekmiddel voor witte
was en hygiënisch wassen,
vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage temperatuur (max.
60 °C) voor alle weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
De keuze en hoeveelheid wasmiddel zal
afhangen van: type stof (delicaat, wollen,
katoen, enz.), de kleur van de kleding, de grootte
van de lading, de mate van vervuiling,
wastemperatuur en hardheid van het gebruikte
water.
23
Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
wasmiddel of de andere toevoegingen zonder
het aangegeven maximumniveau ( ) te
overschrijden.
Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
Gebruik minder wasmiddel als:
u een kleine lading wast,
het wasgoed licht vervuild is,
er grote hoeveelheden schuim zijn tijdens
het wassen.
Bij het gebruik van wasmiddeltabletten of -pods,
plaatst u ze altijd in de trommel, niet in het
wasmiddeldoseerbakje.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
onbevredigende wasresultaten,
het wasgoed dat grijs wordt,
vettige kleding,
schimmel in het apparaat.
Overmatig wasmiddel kan leiden tot de
volgende dingen:
schuimen,
verminderd waseffect,
ontoereikend spoelen,
een grotere impact op het milieu.
MILIEUTIPS
Om water en energie te besparen en om het milieu
te helpen beschermen, raden wij u aan de volgende
tips ter harte te nemen
Normaal vuile waskanzonder voorwas
worden gewassen om wasmiddel, water en tijd
te besparen (ook het milieu wordt zo
beschermd!)
Door het apparaat te laden tot de maximale
capaciteit die voor elk programma is
aangegeven, wordt het energie- en
waterverbruik verminderd.
Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken
en vuil worden verwijderd; het wasgoed kan dan
op een lagere temperatuur worden gewassen.
Om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken, raadpleegt u de hoeveelheid
voorgesteld door de producent van het
wasmiddel en controleert u de waterhardheid
van uw huishoudelijk systeem. Zie
"Waterhardheid".
Stel de maximaal mogelijke
centrifugeersnelheidin voor het
geselecteerde wasprogramma voordat u uw
was droogt in een wasdroger. Dit bespaart
energie tijdens het drogen!
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterontharder voor wasautomaten aan. In
gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het
gebruik van een waterontharder niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw
gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterontharder. Volg altijd de instructies die u vindt
op de verpakking van het product.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
SCHEMA PERIODIEKE REINIGING
Periodieke reiniging helpt de levensduur van
uw apparaat te verlengen.
Houd na elke cyclus de deur en de
wasmiddeldispenser een beetje op een kier om
luchtcirculatie te krijgen en de vochtigheid in het
apparaat te drogen: dit voorkomt schimmels en
geurtjes.
Als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt: sluit
de waterkraan en trek de stekker uit het
stopcontact.
Indicatief schema periodieke reiniging:
Ontkalken Twee keer per jaar
Onderhoudswas-
beurt
Eenmaal ter maand
Deurafdichting reini-
gen
Iedere twee maan-
den
Trommel reinigen Iedere twee maan-
den
Wasmiddeldoseer-
bakje reinigen
Iedere twee maan-
den
De filter van de toe-
voerslang en de klep-
filter reinigen
Twee keer per jaar
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd hoe u
elk onderdeel moet reinigen.
24
VREEMDE VOORWERPEN VERWIJDEREN
Zorg ervoor dat de zakken leeg zijn en
dat alle losse elementen zijn
vastgebonden voordat u uw cyclus
uitvoert. Raadpleeg 'De waslading' in
'Aanwijzingen en tips'.
Verwijder alle vreemde voorwerpen (zoals metalen
clip, knoppen, munten, enz.) die u kunt vinden in de
deurafdichting, de filter van de toevoerslang en de
trommel. Raadpleeg de paragrafen 'Deurafdichting
met dubbele lip', 'De trommel reinigen’ en 'De filter
van de toevoerslang en de klepfilter reinigen'. Neem
indien nodig contact op met een erkend
servicecentrum.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met milde zeep
en warm water. Maak alle oppervlakken volledig
droog. Gebruik geen schuursponsjes of krassend
materiaal.
LET OP! Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP! Reinig de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op chloorbasis.
ONTKALKEN
Als de waterhardheid in uw gebied
hoog of gemiddeld is, raden we u het
gebruik van waterontharder voor
wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op kalkaanslag.
Normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we raden aan af
en toe een cyclus te draaien met een lege trommel
en een ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij herhaaldelijke en voortdurend gebruik van
programma´s bij lage temperaturen kunnen er
wasmiddelresten en pluizen achterblijven en kan er
bacteriëngroei in de trommel en de kuip ontstaan.
Dit kan slechte geurtjes en meeldauw veroorzaken.
Draai om deze resten te verwijderen en de
binnenkant van het apparaat te reinigen regelmatig
een onderhoudswasbeurt (minstens eenmaal per
maand).
Raadpleeg de paragraaf
“Trommelreiniging”.
DEURAFDICHTING MET VAL MET DUBBELE
LIP
Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend
afvoersysteem, waardoor lichte pluisvezels die
van de kleding vallen met het water kunnen worden
afgevoerd. Controleer regelmatig de afdichting.
Munten, knoppen en andere kleine voorwerpen
kunnen aan het einde van de cyclus worden
teruggevonden.
Maak schoon indien nodig met een
ammoniakmiddel zonder het oppervlak van de
afdichting te bekrassen.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
DE TROMMEL REINIGEN
Controleer de trommel regelmatig om ongewenste
aanslag te voorkomen.
Roestaanslag in de trommel kan voorkomen
vanwege roestende vreemde voorwerpen in de was
of door leidingwater dat ijzer bevat
Reinig de trommel met speciale producten voor
roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
Maak de trommel niet schoon met zure
ontkalkingsmiddelen, schuurmiddelen
die chloor of ijzer of staalwol bevatten.
Voor een grondige reiniging:
1. Haal al het wasgoed uit de trommel.
2. Voer een Katoen-programma uit op de hoogste
temperatuur.
3. Voeg een kleine hoeveelheid waspoeder toe
aan de lege trommel om achtergebleven resten
weg te spoelen.
25
Het display kan soms aan het einde
van een cyclus het pictogram
weergeven: dit is een aanbeveling om
de “reiniging van de trommel” uit te
voeren. Zodra de trommelreiniging is
uitgevoerd, verdwijnt het pictogram.
HET WASMIDDELDOSEERBAKJE REINIGEN
Om mogelijke afzetting van opgedroogd wasmiddel
of geklonterde wasverzachter en/of
schimmelvorming in de wasmiddellade te
voorkomen dient u af en toe de volgende
reinigingsprocedure uit te voeren:
1. Open de lade. Duw de pal zoals aangegeven in
de afbeelding naar beneden en trek de lade uit.
2. Verwijder het bovenste gedeelte van het vak
voor toevoegingen om het reinigen te
vereenvoudigen en spoel het af onder de kraan
met warm water om resten van opgehoopt
wasmiddel te verwijderen. Plaats het bovenste
gedeelte na reiniging terug op zijn plek.
3. Zorg ervoor dat achtergebleven wasmiddel
volledig is verwijderd het bovenste en onderste
gedeelte van de holte. Gebruik een klein
borsteltje om de holte te reinigen.
4. Plaats de wasmiddellade in de geleiders en
sluit de lade. Draai het spoelprogramma zonder
kleding in de trommel.
26
HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN
1
2
3
45°
20°
NOODAFVOER
Als het apparaat het water niet kan wegpompen,
voert u dezelfde procedure uit zoals die is
beschreven in de paragraaf 'Reinigen van de
afvoerpomp'. Maak de pomp zo nodig schoon.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd op een plek waar
de temperatuur 0 °C of daaronder kan bereiken,
dan dient u het resterende water uit de afvoerslang
en de afvoerpomp te verwijderen.
1. Haal de netstekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang
in een bak en laat het water uit de slang
stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de
toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0°C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
27
ALARMCODES EN MOGELIJKE STORINGEN
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking. Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie tabel-
len).
WAARSCHUWING! Voordat u een handeling verricht, de stekker uit het stopcontact trekken.
Bij enkele problemen geeft het display een alarmcode weer en kan de
Start/Pauze -knop continu knipperen:
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat wordt niet
goed gevuld met water.
Zorg ervoor dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem voor
deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke waterleidings-
bedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang aan-
wezig zijn.
Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
Dit probleem kan ook worden veroorzaakt door een verstopt afvoercir-
cuit. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep niet ver-
stopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Het apparaat pompt
geen water weg.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt afvoercircuit.
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder afvoerfase
instelt.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie heeft gekozen waarbij wa-
ter in de kuip blijft.
De deur is open of niet
goed gesloten.
Controleer of de deur goed gesloten is.
Interne fout. Geen com-
municatie tussen elek-
tronische elementen van
de machine.
Het programma werd niet juist voltooid of het apparaat is te vroeg ge-
stopt. Schakel het apparaat uit en weer aan.
Als de alarmcode weer verschijnt, neem dan contact op met een er-
kend servicecentrum.
De stroomtoevoer is
niet stabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
Als het display andere alarmcodes aangeeft, schakel het apparaat dat uit en
weer in. Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met de Servi-
cedienst.
Raadpleeg onderstaande tabel voor mogelijke oplossingen in geval van een an-
der probleem met de wasmachine.
28
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start
niet.
Controleer of de netstekker is aangesloten op het stopcontact.
Controleer of de deur van het apparaat gesloten is.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorgebrand.
Verzeker u ervan dat Start/Pauze bediend is.
Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie of wacht
u tot de afloop van de afteltijd.
Schakel het kinderslot uit.
Controleer de stand van de knop op het gekozen programma.
De machine vult zich
met water en pompt dit
direct weg.
Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. De slang
kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
De centrifugeerfase
werkt niet of de wasfase
duurt langer dan nor-
maal.
Stel het centrifugeerprogramma in.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt afvoercircuit.
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de centrifu-
geerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroorzaakt door pro-
blemen met de balans.
Er ligt water op de vloer.
Zorg dat de aansluitingen van de waterslangen goed vast zitten en dat
er geen lekken zijn.
Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd
zijn.
Zorg dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveelheid gebruikt.
U kunt de deur van het
apparaat niet openen.
Zorg ervoor dat er geen wasprogramma is gekozen dat eindigt met
water in de trommel.
Zorg dat het wasprogramma voltooid is.
Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de
trommel bevindt.
Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine staat.
Dit probleem kan veroorzaakt worden door een storing van het appa-
raat. Neem contact op met een erkend servicecentrum.
De machine maakt ab-
normale geluiden en trilt.
Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-instruc-
ties'.
Zorg dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn.
Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te klein.
De programmaduur
neemt toe of neemt af
tijdens het draaien van
het programma.
Het AutoAdjust System kan de duur van het programma aanpassen
aan het type en de hoeveelheid wasgoed. Zie 'Beladingsdetectie Au-
toAdjust System' onder het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
Het wasresultaat is niet
bevredigend.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit het wasgoed
gehaald.
Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
Verminder de hoeveelheid wasgoed.
29
Probleem Mogelijke oplossing
Te veel schuim in de
trommel tijdens de was-
cyclus.
Verminder de hoeveelheid wasmiddel.
Na de wascyclus is er
wat wasmiddel achter-
gebleven in de wasmid-
dellade.
Ga na of de klep zich in de juiste positie bevindt (OMHOOG voor
waspoeder - OMLAAG voor vloeibaar wasmiddel).
Verzeker u ervan dat u het wasmiddelvakje heeft gebruikt volgens de
instructie in deze gebruiksaanwijzing.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf
het punt van onderbreking.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op met het geautoriseerd
servicecentrum.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje.
VERBRUIKSWAARDEN
INLEIDING
Deze gebruikershandleiding rapporteert twee verschillende tabellen
om een geleidelijke overgang van een verordening naar de andere
te bevorderen:
Verordening EU 1061/2010, geldig tot 28 februari 2021, heeft
betrekking op de energie-efficiëntieklassen van A+++ tot D,
Verordening EU 2019/2023, geldig vanaf 1 maart 2021, heeft
betrekking op de energie-efficiëntieklassen van A tot G vastge-
steld door Verordening EU 2019/2014.
Zie de link www.theenergylabel.eu voor gedetailleerde informa-
tie over het energielabel.
De QR-code op het energielabel dat bij het apparaat wordt gele-
verd, biedt een weblink naar de informatie gerelateerd aan de pres-
taties van het apparaat in de EU-EPREL-database. Bewaar het
energielabel ter referentie samen met de gebruikershandleiding en
alle andere documenten die bij dit apparaat worden geleverd.
Het is ook mogelijk om dezelfde informatie in EPREL te vinden via
de link https://eprel.ec.europa.eu en de modelnaam en het pro-
ductnummer die u vindt op het typeplaatje van het apparaat. Raad-
pleeg het hoofdstuk 'Productbeschrijving' voor de positie van het
typeplaatje.
LEGENDA
kg Wasgoed. u:mm Programmaduur.
kWh Energieverbruik. °C Temperatuur in de was.
30
Liter Waterverbruik. rpm Centrifugeersnelheid.
% Resterend vocht aan het einde van de centrifugeerfase. Hoe hoger de centrifugeersnelheid,
hoe hoger het geluid en hoe lager het resterende vocht.
Waarden en programmaduur kunnen verschillen afhankelijk van verschillende omstandigheden
(bijv. kamertemperatuur, watertemperatuur en -druk, ladinggrootte en type wasgoed, voe-
dingsspanning) en ook als u de standaardinstelling van een programma wijzigt.
VOLGENS VERORDENING (EU) 2019/2023
VAN DE COMMISSIE
Eco 40-60 program-
ma
kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Volledige belading 8 1.080 58 3:30 52 43 1351
Halve belading 4 0.700 44 2:40 52 38 1351
Kwartbelading 2 0.360 38 2:40 54 27 1351
1) Maximale centrifugesnelheid.
Stroomverbruik in verschillende modi
Uit (W) Stand-by (W)
Uitgestelde start
(W)
0,30 0,30 4,00
De tijd tot de Uit-/Stand-bymodus is maximaal 15 minuten.
IN OVEREENSTEMMING MET
VERORDENING 1061/2010
Standaard katoenprogramma's.
Lading
(kg)
Energiever-
bruik (kWh)
Waterver-
bruik (liter)
Gemiddelde
programma-
duur (minu-
ten)
Resterend
vocht (%)
1)
Voor standaard 60°C katoen:
Stel Eco 40-60 in op 60°C
8 0,81 52 275 52
Voor standaard 60°C katoen:
Stel Eco 40-60 in op 60°C
4 0,57 40 228 52
Voor standaard 40°C katoen:
Stel Eco 40-60 in op 30°C
4 0,51 40 226 52
1) Aan het einde van de centrifugeerfase.
31
Uit-modus (W) Modus aan laten (W)
0,30 0,30
De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening 1015/2010 van de
Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG.
VEELVOORKOMENDE PROGRAMMA'S
Deze waarden zijn slechts indicatief.
Programma kg kWh Liter u:mm % °C
rpm
1)
Katoen
2)
90°C
8 2.50 95 3:10 52 85 1400
Katoen
60°C
8 1.65 85 2:55 52 55 1400
Katoen
3)
20°C
8 0.40 85 2:55 52 20 1400
Synthetica
40°C
3 0.65 55 2:00 35 40 1200
Fijne was
4)
30°C
2 0.30 45 1:20 35 30 1200
Wol
30°C
1,5 0.30 65 1:05 30 30 1200
1) Referentie-indicator van de centrifugeersnelheid.
2) Geschikt voor het wassen van zwaar vervuild textiel.
3) Geschikt voor het wassen van licht vervuild katoen.
4) Het werkt ook als een snelle wascyclus voor licht vervuild wasgoed.
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
32
*
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
192919940-A-392020
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Zanussi ZWFN844TW Handleiding

Type
Handleiding