Samsung sgh x 480 selection Handleiding

Merk: Samsung

Model: sgh x 480 selection

Categorie: Smartphones

Type: Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

SGH-X480

* Mogelijk is niet alle informatie in deze gebruiksaanwijzing van toepassing op uw telefoon. Dit

hangt af van welke software is geïnstalleerd en welke provider u hebt. Drukfouten voorbehouden.

World Wide Web

http://www.samsungmobile.com

Printed in Korea

Code No.:GH68-06646A

Dutch. 03/2005. Rev 1.0

SGH-X480

Gebruiksaanwijzing

Verkeersveiligheid voor alles

Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden. Parkeer

eerst de auto.

Uitschakelen bij het tanken

Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de

buurt van brandstoffen of chemicaliën.

Uitschakelen in een vliegtuig

Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische

systemen veroorzaken. Het gebruik ervan in

vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan.

Uitschakelen in de nabijheid van medische

apparatuur

In ziekenhuizen en andere zorginstellingen wordt

vaak apparatuur gebruikt die niet bestand is tegen

externe radiosignalen. Houd u aan alle geldende

regels of voorschriften.

Belangrijke

veiligheids-

informatie

Het niet opvolgen van deze richtlijnen

kan tot gevaarlijke situaties leiden en

kan in strijd met de wet zijn.

Belangrijke veiligheids-informatie

Storingen

De werking van een mobiele telefoon kan worden

verstoord door de radiosignalen van andere

apparatuur.

Speciale voorschriften

Houd u aan speciale voorschriften en zet de telefoon

uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet

is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren.

Waterbestendigheid

De telefoon is niet waterbestendig. Zorg ervoor dat de

telefoon droog blijft.

Stand van de telefoon

Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen

uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als

de telefoon is ingeschakeld.

Alarmnummer bellen

Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel

alarmnummer) en druk op de toets [ ].

De telefoon buiten het bereik van kleine

kinderen houden

Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en

accessoires buiten het bereik van kleine kinderen.

Accessoires en batterijen

Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde

accessoires en batterijen. Het gebruik van niet-

goedgekeurde accessoires kan de telefoon

beschadigen en kan gevaarlijk zijn.

Deskundige technische service

Laat het onderhoud van de telefoon altijd over aan

gekwalificeerde technici.

Zie "Informatie met betrekking tot gezondheid en

veiligheid" op pagina 65 voor meer informatie over

veiligheid.

• De telefoon kan ontploffen als de batterij wordt

vervangen door een onjuist type.

• Volg bij het verwijderen van oude batterijen de

aanwijzingen van de fabrikant op.

Deze handleiding

In deze gebruikershandleiding vindt u beknopte

informatie over het gebruik van uw telefoon.

Raadpleeg "Aan de slag" en "Meer dan bellen alleen"

als u snel de basiskennis over uw telefoon wilt opdoen.

In deze handleiding worden de volgende

instructiesymbolen gebruikt:

De volgende informatie heeft betrekking

op de veiligheid of de functies van de

telefoon. Neem deze informatie

zorgvuldig door.



Op de pagina waarnaar wordt verwezen,

vindt u meer informatie.

→

U moet op de navigatietoetsen drukken

om naar de betreffende optie te gaan en

deze te selecteren.

[naam toets]

Een toets op de telefoon.

Bijvoorbeeld

[].

Een functietoets, waarvan de functie in

het scherm van de telefoon wordt

weergegeven. Bijvoorbeeld <

•Tri-band-netwerken

U kunt uw telefoon wereldwijd gebruiken op de

GSM-banden 900/1800 en 1900 Mhz.

Speciale

functies op uw

telefoon

• Simpele en compacte vormgeving met

Intenne

Met de krachtige Intenne-technologie van

Samsung verkrijgt u de beste belkwaliteit

zonder een onhandige externe antenne.

Speciale functies op uw telefoon

• WAP-browser

Draadloze toegang tot het web

en tot diverse diensten en

actuele informatie.

• Telefoonlijst

U kunt maar liefst 2000

telefoonnummers opslaan.

• MMS (Multimedia Message Service)

MMS-berichten met een combinatie van tekst,

afbeeldingen en geluiden verzenden en

ontvangen.

• Melodiebewerker

Uw eigen melodieën componeren

en deze als beltoon instellen.

• Agenda en actielijst

Uw dagelijkse, wekelijkse en

maandelijkse planningen en

taken bijhouden.

• Opnameapparaat

Memo's of geluiden opnemen.

•Java

Geïntegreerde spelletjes op

Java

™

-basis spelen en nieuwe

downloaden.

Inhoud

Uitpakken 6

Controleer of u alles hebt

De telefoon 6

Toetsen, functies en locaties

Aan de slag 7

De eerste stappen bij de bediening van de telefoon

De telefoon gebruiksklaar maken ............................. 7

De telefoon aan- en uitzetten .................................. 8

Toetsen en display ................................................. 9

Toegang tot menufuncties..................................... 11

De telefoon aan uw wensen aanpassen ................... 12

Bellen en oproepen beantwoorden.......................... 13

Meer dan bellen alleen 14

Aan de slag met WAP, Melodiebewerker, berichten en andere

speciale functies

Surfen met WAP .................................................. 14

De telefoonlijst gebruiken...................................... 14

Berichten verzenden............................................. 15

Berichten bekijken................................................ 17

Melodieën componeren ......................................... 18

Tekst invoeren 19

ABC-, T9-, cijfer- en symboolstand

Telefoneren 22

Uitgebreide belfuncties

Menuopties 27

Een overzicht van alle menuopties

Problemen oplossen 62

Informatie met betrekking tot gezondheid en vei-

ligheid 65

Index 72

Overzicht van de menuopties

Druk in de standby-stand op <

> voor toegang tot de menustand.

1 SIM AT



p. 27

2 Oproepenlijst



p. 27

1 Gemist

2 Ontvangen

3 Uitgaand

4 Alles wissen

5 Gesprektellers

6 Kostentellers



p. 27



p. 27



p. 27



p. 27



p. 28



p. 28

3 Netwerkdiensten



p. 29

1 Doorschakelen

2 Blokkeren

3 Wisselgesprek

4 Netwerk kiezen

5 Nr.weergave

6 Gebr.groepen

7 Bandkeuze



p. 29



p. 30



p. 30



p. 30



p. 31



p. 31



p. 32

4 Geluidopties



p. 32

1 Beltoon

2 Belvolume

3 Type belsignaal

4 Toetstoon

5 Berichtsignaal

6 Toon klepje

7 Toon bij in-/

uitschakelen

8 Waarschuwing bij

oproep

9 Andere tonen



p. 32



p. 32



p. 32



p. 33



p. 33



p. 33



p. 33



p. 33



p. 34

5 Berichten



p. 34

1 Tekstberichten

2 Multimediaberichten

3 Serverberichten

4 Alles wissen

5 Voicemail

6 Infoberichten

7 Geheugenstatus



p. 34



p. 37



p. 42



p. 42



p. 42



p. 42



p. 43

6 Amusement



p. 43

1 WAP-browser

2 Spelletjes

3 Geluiden

4 Afbeeldingen

5 Alles wissen

6 Geheugenstatus

7 Melodiebewerker



p. 43



p. 46



p. 47



p. 47



p. 47



p. 48



p. 48

7 Organizer



p. 50

1 Alarm

2 Agenda

3 Tijd en datum

4 Rekenmachine

5 Actielijst

6 Spraakmemo

7 Valutabeurs



p. 50



p. 51



p. 52



p. 52



p. 52



p. 53



p. 54

8 Telefoonlijst



p. 54

1 Zoek

2 Contact toevoegen

3 Groep zoeken

4 Groep wijzigen

5 Verkort kiezen

6 Alles wissen

7 Geheugenstatus

8 SDN



p. 55



p. 55



p. 56



p. 56



p. 56



p. 57



p. 57



p. 57

9 Telefoonopties



p. 58

1 Displayinstellingen

2 Begroeting

3 Eigen nummer

4 Taalkeuze

5 Beveiliging

6 Extra instellingen

7 Toets op zijkant

8 Sneltoets

9 Reset instellingen



p. 58



p. 59



p. 59



p. 59



p. 59



p. 61



p. 61



p. 62



p. 62

*Deze optie wordt alleen

weergegeven als deze door de

SIM-kaart wordt ondersteund.

Uitpakken

Controleer of u alles hebt

Verschillende accessoires zijn verkrijgbaar bij een

Samsung-verkooppunt bij u in de buurt.

Telefoon

Reisadapter

Batterij

Gebruikershandleiding

Welke onderdelen en accessoires bij de telefoon

worden geleverd en welke bij een Samsung-

verkooppunt verkrijgbaar zijn, kan per land en

serviceprovider verschillen.

De telefoon

Toetsen, functies en locaties

Linker-functietoets

Volumetoetsen

Nummer kiezen

Toetsen voor

speciale functies

Aansluiting

hoofdtelefoon

Luidspreker

Display

Aan/uit/menu

afsluiten

Alfanumerieke

toetsen

Rechterfunctietoets

Microfoon

Navigatietoetsen

(Omhoog/Omlaag/

Links/Rechts)

WAP-toegangstoets/

bevestigingstoets

Annuleren/corrigeren

Aan de slag

De eerste stappen bij de bediening van de telefoon

SIM-kaartgegevens

Wanneer u bij een provider een abonnement afsluit,

ontvangt u een SIM-kaart

(Subscriber Identity Module)

Hierop zijn uw abonnementsgegevens (PIN-code,

beschikbare extra diensten, en dergelijke) opgeslagen.

De telefoon gebruiksklaar maken

Haal de batterij van de

telefoon.

Als de

telefoon al aan

staat, moet u deze eerst

uitschakelen door [ ]

ingedrukt te houden.

Plaats de SIM-kaart.

Zorg dat de goudkleurige

contactpunten op de

kaart naar de telefoon

gericht zijn.

➀

➁

Plaats de batterij. Sluit de reisadapter

aan op de telefoon.

Steek het netsnoer van de adapter in een gewoon

stopcontact.

Wanneer de telefoon helemaal is opgeladen (het

batterijsymbool knippert niet meer), haalt u het

snoer van de adapter uit het stopcontact.

3 4

Aan de slag

Indicator batterij bijna leeg

Wanneer de batterij bijna leeg is:

• hoort u een waarschuwingstoon,

• wordt een melding gegeven dat de batterij bijna

leeg is en

• knippert het symbool voor een lege batterij [ ].

Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer

gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch

uitgeschakeld. Laad de batterij op.

De telefoon aan- en uitzetten

Haal de adapter los van de telefoon.

➀

➁

Telefoon

aanzetten

Zet de telefoon

niet aan op

plaatsen waar

het gebruik van

mobiele

telefoons

verboden is.

1. Open de telefoon.

2. Houd [ ] ingedrukt om de

telefoon aan te zetten.

3. Voer indien nodig de PIN-code

in en druk op <

Telefoon

uitzetten

1. Open de telefoon.

2. Houd [ ] ingedrukt.

Aan de slag

Toetsen en display

Toets(en)

Beschrijving

De actie uitvoeren die onderin het display

wordt aangegeven.

In de standby-stand de volgende menu's

openen.

• Omhoog/Omlaag: uw favoriete

menuoptie



p. 62

•Links:

Tekstberichten

•Rechts:

Beltoon

In de menustand: door alle menuopties

bladeren.

In de standby-stand: de WAP-browser

(Wireless Application Protocol) starten.

In de menustand: de gemarkeerde

menuoptie selecteren.

Zelf bellen of een oproep beantwoorden.

In de standby-stand: het laatste nummer

weergeven dat u hebt gebeld of waarvan u

een oproep hebt gemist of ontvangen.

Toets(en)

Beschrijving

Tekens uit het display wissen.

In de menustand: teruggaan naar het

vorige menuniveau.

Een gesprek beëindigen.

Ingedrukt houden om de telefoon aan en uit

te zetten.

In de menustand: invoer annuleren en

teruggaan naar de standby-stand.

Cijfers, letters en speciale tekens invoeren.

In de standby-stand:

[

] ingedrukt houden

voor toegang tot uw voicemail.

Speciale tekens invoeren.

In de standby-stand:

[]

ingedrukt houden

om de stille modus in of uit te schakelen.

(links)

Het volume aanpassen van verschillende

geluiden voor de telefoon.

In de standby-stand: het toetsvolume

aanpassen.

In de menustand: door menuopties

bladeren.

Aan de slag

Display

Indeling

Het display bestaat uit de volgende

drie gedeelten.

Tekst en afbeeldingen

hier worden berichten,

instructies en

ingevoerde informatie

weergegeven.

Functietoetsindicatoren

hier worden de functies

weergegeven die op dat

moment aan de twee

functietoetsen zijn

toegewezen.

Symbolen

hier worden diverse

symbolen weergegeven.

Menu Namen

Symbolen

Ontvangen signaalsterkte

In gesprek

Buiten bereik van uw

servicegebied; u kunt geen

oproepen verzenden of ontvangen

Doorschakelfunctie is geactiveerd



p. 30

GPRS-netwerk

Roaming

Nieuw tekstbericht

Nieuw voicemailbericht

Nieuw multimediabericht

Alarm ingesteld

Microfoon is uitgeschakeld



p. 24

Stille modus of trilfunctie is

ingeschakeld



p. 12, p. 32

Batterijsterkte

Aan de slag

Toegang tot menufuncties

functietoetsen

gebruiken

De functie van de functietoetsen

hangt af van de context waarin ze

worden gebruikt. Onderin het

display ziet u welke functie de

toets op dat moment vervult.

Met de

linkerfunctietoets

gaat u naar de

-stand.

Met de

rechterfunctietoets

gaat u naar het

Telefoonlijst

Namen

Een optie

selecteren

1. Druk op de betreffende

functietoets.

2. Druk op de navigatietoetsen

om naar de vorige of volgende

optie te gaan.

3. Druk op <

Kies

> of op [ ] om

de weergegeven functie of de

gemarkeerde optie te

bevestigen.

4. Als u wilt afsluiten, kiest u een

van de volgende methoden:

• Druk op < > of op [

] om

één niveau omhoog te

gaan.

• Druk op [ ] om terug te

keren naar de standby-

stand.

Sneltoetsen

gebruiken

Druk op de cijfertoets die

overeenkomt met de gewenste

optie.

Aan de slag

De telefoon aan uw wensen aanpassen

1. Druk in de standby-stand op

> en selecteer

Telefoonopties

→

Taalkeuze

2. Selecteer een taal.

1. Druk in de standby-stand op

> en selecteer

Geluidopties

→

Beltoon

2. Selecteer een belmelodie.

U kunt een achtergrond instellen

voor het standby-scherm.

1. Druk in de standby-stand op

> en selecteer

Telefoonopties

→

Displayinstellingen

→

Hoofddisplay

→

Achtergrondenlijst

Displaytaal

Belmelodie

Achtergrond

standby-stand

2. Selecteer een afbeelding.

3. Ga naar de gewenste

afbeelding.

4. Druk op <

Kies

U kunt de telefoon in de stille

modus zetten om te voorkomen dat

u mensen stoort met het geluid van

uw telefoon.

Houd in de standby-stand [ ]

ingedrukt.

U kunt de telefoon met een

wachtwoord beschermen tegen

ongeoorloofd gebruik.

1. Druk in de standby-stand op

> en selecteer

Telefoonopties

→

Beveiliging

→

Wachtwoord

Achtergrond

standby-stand

(vervolg)

Overschake-

len naar de

stille modus

Telefoon-

blokkering

Aan de slag

Bellen en oproepen beantwoorden

2. Voer het standaardwachtwoord,

"00000000", in en druk op

3. Voer een nieuw wachtwoord

van vier tot acht cijfers in en

druk op <

4. Voer het nieuwe wachtwoord

nogmaals in en druk op <

5. Selecteer

Toestel blokkeren

6. Selecteer

Activeren

7. Voer het wachtwoord in en druk

op <

Telefoon-

blokkering

(vervolg)

1. Voer een netnummer en

abonneenummer in.

2. Druk op [ ].

3. U kunt het gesprek beëindigen

door op [ ] te drukken.

1. Druk wanneer de telefoon

overgaat op [ ].

2. U kunt het gesprek beëindigen

door op [ ] te drukken.

Druk op [ / ].

Een gesprek tot

stand brengen

Een oproep

beantwoorden

Het volume

bijstellen

tijdens een

gesprek

Meer dan bellen alleen

Aan de slag met WAP, Melodiebewerker, berichten en

andere speciale functies

Surfen met WAP

Met een ingebouwde WAP-browser (Wireless Access

Protocol) krijgt u gemakkelijk toegang tot het

draadloze web en kunt u een groot aantal

verschillende actuele diensten en informatie opvragen

en handig materiaal van websites downloaden.

De telefoonlijst gebruiken

Druk in de standby-stand op [ ].

•Druk op <

> voor toegang

tot de browseropties.

• Druk op [Omhoog] of [Omlaag]

om door de browseropties te

lopen.

• Druk op [ ] om een optie te

selecteren.

De browser

starten

Navigeren met

de browser

•Druk op [

] om terug te gaan

naar de vorige pagina.

•Druk op <

> en selecteer

Startpagina openen

om terug

te gaan naar de startpagina.

Aan het telefoongeheugen

1. Voer in de standby-stand een

telefoonnummer in en druk op

Opslaan

2. Selecteer een type nummer.

3. Selecteer

Telefoon

4. Voer een naam in en druk op

5. Druk op <

> om de

vermelding op te slaan.

Navigeren met

de browser

(vervolg)

Een nummer

toevoegen

Meer dan bellen alleen

Berichten verzenden

Aan de SIM-kaart

1. Voer in de standby-stand een

telefoonnummer in en druk op

Opslaan

2. Selecteer een type nummer.

3. Selecteer

SIM

4. Voer een naam in en druk op

5. Druk op <

> om de

vermelding op te slaan.

1. Druk in de standby-stand op

Namen

en selecteer

Zoek

2. Selecteer een vermelding.

3. Selecteer een nummer.

4. Druk op [ ] om het nummer te

bellen of op <

Opties

> voor

toegang tot de opties.

Een nummer

toevoegen

(vervolg)

Een nummer

opzoeken

1. Druk in de standby-stand op

> en selecteer

Berichten

→

Tekstberichten

→

Nieuw

2. Voer de berichttekst in.

3. Druk op <

Opties

> en selecteer

Verz.+Opslaan

Verzenden

4. Als u

Verz.+Opslaan

hebt

geselecteerd, moet u een

geheugenplaats selecteren.

5. Voer een locatienummer in en

druk op <

Een

tekstbericht

(SMS)

verzenden

Meer dan bellen alleen

1. Druk in de standby-stand op

> en selecteer

Berichten

→

Multimediaberichten

→

Nieuw

2. Voer het onderwerp van het

bericht in en druk op

Volgend

3. Selecteer

Hier toevoegen

plaats de inhoud in het bericht.

4. Druk zodra u klaar bent op

Opties

> en selecteer

Verzenden

5. Selecteer een type

bestemming.

6. Selecteer een van de volgende

opties:

Telefoonnummer

E-mail

Telefoonlijst

Een

multimedia-

bericht

verzenden

(MMS)

7. Voer het nummer van een

bestemming of een e-mailadres

in, of selecteer een nummer in

de telefoonlijst en druk op

8. Als u nog meer bestemmingen

wilt toevoegen, selecteert u

Bestemming toevoegen

herhaalt u deze procedure

vanaf stap 6.

9. Als u bestemmingen van een

ander type wilt toevoegen,

drukt u op < > en herhaalt u

deze procedure vanaf stap 5.

10.Selecteer zodra u klaar bent

Verzenden

Een

multimedia-

bericht

verzenden

(MMS)

(vervolg)

Meer dan bellen alleen

Berichten bekijken

Wanneer een melding verschijnt:

Druk op <

Kies

>. Het bericht wordt

weergegeven.

Vanuit het Postvak IN:

1. Druk in de standby-stand op

> en selecteer

Berichten

→

Tekstberichten

→

Ontvangen

2. Selecteer een bericht.

Wanneer een melding verschijnt:

1. Druk op <

Kies

2. Druk op <

Opties

> en selecteer

Ophalen

. Het bericht wordt

weergegeven.

Een

tekstbericht

bekijken

Een

multimedia-

bericht

bekijken

Vanuit het Postvak IN:

1. Druk in de standby-stand op

> en selecteer

Berichten

→

Multimediaberichten

→

Postvak IN

2. Selecteer een bericht.

Een

multimedia-

bericht

bekijken

(vervolg)

Meer dan bellen alleen

Melodieën componeren

1. Druk in de standby-stand op

> en selecteer

Amusement

→

Melodiebewerker

→

Componeren

2. Beweeg de cursor omhoog of

omlaag door op [Omhoog] of

[Omlaag] te drukken.

3. Selecteer een noot of rust en

druk op <

Kies

4. Herhaal stap 1 t/m 3 om meer

noten en rusttekens toe te

voegen.

5. Druk zodra u klaar bent op

Opties

> en selecteer

Opslaan

6. Voer de naam van een melodie

in en druk op <

Een melodie

maken

1. Druk in de standby-stand op

> en selecteer

Amusement

→

Melodiebewerker

→

Componeren

2. Druk op <

Opties

> en selecteer

Openen

3. Selecteer de gewenste melodie

en druk op <

Openen

4. Druk op <

Opties

> en selecteer

Afspelen

Een melodie

afspelen

Tekst invoeren

ABC-, T9-, cijfer- en symboolstand

Voor bepaalde functies zoals berichten, de telefoonlijst

of de organizer, kunt u tekst invoeren met de ABC-,

T9-, cijfer- of symboolstand.

De tekstinvoerstand wijzigen

Het symbool voor de tekstinvoerstand wordt

weergegeven wanneer de cursor in een tekstveld

staat.

Druk op de rechterfunctietoets om over te schakelen

naar de invoerstand.

Voorbeeld

: een tekstbericht schrijven

De ABC-stand gebruiken

Druk op de betreffende toets tot het gewenste teken

in het scherm verschijnt.

Tips bij het gebruik van de ABC-stand

• Als u tweemaal dezelfde letter of een andere letter

op dezelfde toets wilt invoeren, wacht u tot de

cursor automatisch naar rechts schuift of drukt u

op [Rechts]. Voer dan de volgende letter in.

• Druk op [ ] om een spatie in te voegen.

Symbool voor

tekstinvoerstand

ABC-stand

T9-stand

Cijferstand

Symboolstand

Geen

Nieuw

Opties

Tekens in de weergegeven volgorde

Toets

Hoofdletter Kleine letter

spatie

Tekst invoeren

• Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen

hoofdletters en kleine letters. U kunt kiezen tussen

alleen hoofdletters ( ), alleen kleine letters ( )

en beginhoofdletters ( ).

• Druk op [Links] of [Rechts] om de cursor te

verplaatsen.

•Druk op [

] om tekens één voor één te

verwijderen. Houd de toets [

] ingedrukt om het

display leeg te maken.

De T9-stand gebruiken

Met de voorspellende T9-tekstinvoerstand hoeft u

slechts één keer op een toets te drukken om een teken

in te voeren.

Een woord invoeren in de T9-stand

1. Druk op [

] t/m [

]

om te beginnen met het

invoeren van een woord. Druk voor elke letter de

toets slechts één keer in.

Druk bijvoorbeeld op [

], [

] en [

] om

in de T9-stand het woord "Hallo" in te voeren.

T9 voorspelt welk woord u wilt typen, waardoor het

woord steeds als u op een toets drukt kan

veranderen.

2. Voer het hele woord in voordat u tekens wijzigt of

verwijdert.

3. Ga naar stap 4, als het juiste woord wordt

weergegeven. Druk op [

] om alternatieve

woorden voor de ingedrukte toetsen weer te

geven. Voor "Of" en "Me" worden bijvoorbeeld

[

] en [

] gebruikt.

4. Druk op [ ] om een spatie in te voegen en het

volgende woord in te voeren.

Tips bij het gebruik van de T9-stand

•Druk op [

] om automatisch een punt of apostrof

in te voeren.

• Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen

hoofdletters en kleine letters in de T9-stand. U

kunt kiezen tussen alleen hoofdletters ( ), alleen

kleine letters ( ) en beginhoofdletters ( ).

• Druk op [Links] of [Rechts] om de cursor te

verplaatsen.

Tekst invoeren

•Druk op [

] om tekens één voor één te

verwijderen. Houd de toets [

] ingedrukt om het

display leeg te maken.

Een nieuw woord toevoegen aan het

woordenboek van T9

Deze functie is niet beschikbaar voor alle talen.

1. Voer het woord in dat u wilt toevoegen.

2. Druk op [

] om alternatieve woorden weer te

geven wanneer u op een toets hebt gedrukt.

Wanneer er geen alternatieve woorden meer zijn,

wordt onderin het display

VoegToe

weergegeven.

3. Druk op <

VoegToe

4. Voer het gewenste woord in met de ABC-stand en

druk op <

De cijferstand gebruiken

In de cijferstand kunt u cijfers invoeren.

Druk op de desbetreffende cijfertoetsen.

Speciale tekens invoeren

In de symboolstand kunt u symbolen en speciale

tekens invoegen.

Gewenste actie Werkwijze

Meer symbolen

weergeven

[Omhoog] of [Omlaag].

Een symbool selecteren Druk op de desbetreffende

cijfertoets.

Een of meer symbolen

wissen

[

De symbolen invoegen <

Telefoneren

Uitgebreide belfuncties

Een nummer bellen

1. Voer in de standby-stand het netnummer en

abonneenummer in.

2. Druk op [ ].

Internationaal bellen

1. Houd in de standby-stand [

] ingedrukt. Het teken

verschijnt.

2. Toets achtereenvolgens het landnummer,

netnummer en abonneenummer in en

druk op [ ].

Laatst gebruikte nummers opnieuw kiezen

1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met

recente nummers weer te geven.

2. Ga naar het gewenste nummer en druk op [ ].

Een nummer kiezen uit de telefoonlijst

Zodra u een nummer in de telefoonlijst hebt

opgeslagen, kunt u dit nummer bellen door het in de

telefoonlijst te selecteren.



p. 55

U kunt ook de functie voor verkort kiezen gebruiken

om uw meest gebelde nummers toe te wijzen aan

bepaalde cijfertoetsen.



p. 56

Een nummer kiezen vanuit het geheugen van de

telefoon

1. Houd in de standby-stand [

] ingedrukt. A + wordt

weergegeven.

2. Voer het locatienummer in voor het gewenste

telefoonnummer en druk op [ ].

3. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de andere

nummers te lopen.

Druk op [

]

om het laatste cijfer te wissen of houd

[

] ingedrukt om het hele display leeg te maken. U

kunt de cursor verplaatsen om een onjuist cijfer te

wijzigen.

Telefoneren

4. Druk op <

Kies nr.

> of op [ ] om het gewenste

nummer te bellen.

Een nummer kiezen vanaf de SIM-kaart

1. Voer in de standby-stand het locatienummer in van

het telefoonnummer dat u wilt bellen en

druk op [ ].

2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de andere

nummers te lopen.

3. Druk op <

Kies nr.

> of op [ ] om het gewenste

nummer te bellen.

Een gesprek beëindigen

Sluit de telefoon of druk op [ ].

Een oproep beantwoorden

Wanneer u wordt gebeld, gaat de telefoon over en

wordt de afbeelding een inkomende oproep

weergegeven.

Druk op [ ] of op <

Opnemen

> om de oproep aan te

nemen.

Tips bij het beantwoorden van een oproep

• Wanneer

Elke toets

antw.

in het menu

Extra

instellingen

actief is, kunt u met elke willekeurige

toets een oproep beantwoorden, behalve met [ ]

en <

Weiger



p. 61

•Druk op <

Weiger

> of op [ ] om een oproep te

weigeren.

• Wanneer

Klepje actief

is ingeschakeld, kunt u een

oproep eenvoudig beantwoorden door de telefoon

te openen.

Gemiste oproepen bekijken

Als u oproepen hebt gemist, ziet u in het scherm

hoeveel dit er zijn.

1. Druk op <

Kies

2. Loop indien nodig door de gemiste oproepen.

3. Druk op [ ] om het gewenste nummer te bellen.

Te l e f o n e r e n

De hoofdtelefoon gebruiken

Gebruik de hoofdtelefoon om te bellen en oproepen te

beantwoorden zonder de telefoon vast te hoeven

houden.

Sluit de hoofdtelefoon aan op de aansluiting aan de

linkerkant van de telefoon.

De knoppen op de hoofdtelefoon werken als volgt:

Tijdens een gesprek beschikbare

opties

Tijdens een gesprek kunt u een aantal functies

gebruiken.

Het volume bijstellen tijdens een gesprek

Gebruik [ / ] om het volume van de luidspreker

tijdens een gesprek bij te stellen.

Druk op [ ] om het volume te verhogen of op [ ] om

het te verlagen.

Een gesprek in de wacht zetten en er uit

halen

Druk op <

Wacht

> of op <

Haal op

> om het gesprek

in de wacht te zetten of uit te wacht te halen.

De menuopties gebruiken

Druk op <

Opties

> en selecteer

De microfoon uitschakelen

(

Micr. uit

)

U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk

uitschakelen zodat uw gesprekspartner u niet kan

horen.

Druk op <

Opties

> en selecteer

Micr. uit

Micr. aan

Gewenste actie Werkwijze

Nummer van het laatste

gesprek herhalen

Druk de knop tweemaal in.

Oproep beantwoorden Houd de knop ingedrukt.

Gesprek beëindigen Houd de knop ingedrukt.

Telefoneren

Toetstonen in- en uitschakelen

U kunt toetstonen in- en uitschakelen.

Druk op <

Opties

> en selecteer

DTMF uit

DTMF aan

Een serie DTMF-tonen verzenden

DTMF-tonen (Dual Tone Multi-Frequency) zijn de tonen

die op telefoons worden gebruikt voor toonkiezen.

U kunt de DTMF-tonen als groep verzenden nadat u

het volledige nummer hebt ingevoerd dat u wilt

verzenden of nadat u een nummer uit de telefoonlijst

hebt opgehaald. Deze functie is handig bij het

invoeren van een wachtwoord of rekeningnummer

wanneer u een geautomatiseerd systeem belt,

bijvoorbeeld van een bank.

1. Druk wanneer u verbinding hebt met een

teleservicesysteem op <

Opties

> en selecteer

Zend

DTMF

2. Voer het nummer in dat u wilt verzenden en druk

op <

De telefoonlijst gebruiken

In het menu

Telefoonlijst

kunt u vermeldingen

opzoeken of opslaan.



p. 54

Druk op <

Opties

> en selecteer

Tel.lijst

Een tweede oproep beantwoorden

U kunt terwijl u aan het bellen bent een inkomende

oproep beantwoorden als dit door uw netwerk wordt

ondersteund en als u de wisselgesprekoptie hebt

ingeschakeld.



p. 30

1. Druk op [ ] om de inkomende oproep aan te

nemen. Het eerste telefoongesprek wordt

automatisch in de wacht gezet.

2. Druk op <

Wissel

> om tussen de gesprekken heen

en weer te schakelen.

3. Druk op <

Opties

> en selecteer

Stop

wacht

het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen.

4. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op

[ ] te drukken.

Als u wilt kunnen communiceren met

antwoordapparaten of telefooncentrales moet u de

optie

DTMF aan

selecteren.

Te l e f o n e r e n

Multiparty-gesprekken

Met deze functie kunt u met maar liefst zes mensen

deelnemen aan een multiparty-gesprek of een

telefonische vergadering.

U kunt deze functie alleen gebruiken als uw provider

multiparty-gesprekken ondersteunt.

Een multiparty-gesprek starten

1. Bel de eerste deelnemer.

2. Bel de tweede deelnemer. Het eerste

telefoongesprek wordt automatisch in de wacht

gezet.

3. Druk op <

Opties

> en selecteer

Deelnemen

. De

eerste deelnemer wordt toegevoegd aan het

multiparty-gesprek.

4. Bel indien gewenst nog iemand of beantwoord een

inkomend gesprek.

5. Druk op <

Opties

> en selecteer

Deelnemen

6. Herhaal stap 4 en 5 zo vaak als nodig.

Een privé-gesprek voeren met een van de

deelnemers

1. Druk op <

Opties

> en selecteer

Kies deelnemer

2. Selecteer een naam of nummer in de lijst met

deelnemers.

3. Selecteer

Privé

U kunt met die persoon een privé-gesprek voeren,

terwijl de andere deelnemers met elkaar spreken.

4. U kunt terugkeren naar het multiparty-gesprek

door op <

Opties

> te drukken en

Deelnemen

selecteren.

Eén deelnemer verwijderen

1. Druk op <

Opties

> en selecteer

Kies deelnemer

2. Selecteer een naam of nummer in de lijst met

deelnemers.

3. Druk op [Omlaag] en selecteer

Verwijderen

Het gesprek met deze deelnemer wordt beëindigd,

terwijl de andere deelnemers blijven deelnemen

aan het gesprek.

4. Sluit de telefoon of druk op [ ] om het

multiparty-gesprek te beëindigen.

Menuopties

Een overzicht van alle menuopties

SIM AT

(menu 1)

Dit menu is beschikbaar als u een SIM AT-kaart met

aanvullende services gebruikt, zoals nieuws, weer,

sport, ontspanning en locatieservices. De beschikbare

services variëren, afhankelijk van de services die uw

provider biedt.

Raadpleeg de instructies bij uw SIM-kaart of neem

contact op met uw provider voor meer informatie.

Oproepenlijst

(menu 2)

Gebruik dit menu om te zien welke nummers u hebt

gebeld, welke oproepen u hebt ontvangen of gemist,

en wat de duur en de kosten zijn van uw gesprekken.

Druk in de standby-stand op <

> en selecteer

Oproepenlijst

om dit menu te openen.

Gemist

(menu 2.1)

In dit menu staan de twintig meest recente oproepen

die u hebt ontvangen maar niet beantwoord.

Ontvangen

(menu 2.2)

In dit menu staan de twintig meest recente ontvangen

oproepen.

Uitgaand

(menu 2.3)

In dit menu staan de twintig meest recente nummers

die u hebt gebeld.

Alles wissen

(menu 2.4)

Met dit menu kunt u alle gegevens van elk type oproep

wissen.

1. Druk op [ ] om de typen oproepen te selecteren

die u wilt wissen.

2. Druk op <

Wissen

3. Druk ter bevestiging tweemaal op <

Menuopties

Gesprektellers

(menu 2.5)

In dit menu staat de tijdsduur van uitgaande en

inkomende oproepen. De daadwerkelijke tijd die door

uw provider in rekening wordt gebracht, kan hiervan

afwijken.

•

Laatste

oproep

: de duur van de laatste oproep

bekijken.

•

Alle uitgaande

oproepen

: de totale duur

bekijken van alle uitgaande oproepen.

•

Alle inkomende

oproepen

: de totale duur

bekijken van alle inkomende oproepen.

•

Nulstellen

: de gespreksduurtellers terugzetten op

nul. U moet het wachtwoord voor de telefoon

invoeren.

Kostentellers

(menu 2.6)

Met deze netwerkfunctie worden de gesprekskosten

weergegeven. Dit menu is alleen beschikbaar als uw

SIM-kaart deze functie ondersteunt. Deze functie is

niet bedoeld voor factureringsdoeleinden.

•

Kosten

laatste

oproep

: de kosten van de laatste

oproep bekijken.

•

Totale

kosten

: de totale kosten bekijken van al

uw oproepen sinds de kostenteller voor het laatst

op nul is gezet. Als de totale kosten hoger uitvallen

dan de maximumkosten die zijn ingesteld bij

Max.

kosten

instellen

, moet u de teller terugzetten op

nul voordat u een nieuw nummer kunt bellen.

•

Max.

kosten

: de maximumkosten bekijken die

zijn ingesteld bij

Max.

kosten

instellen

•

Nulstellen

: de kostentellers terugzetten op nul. U

moet uw PIN2-code invoeren.

•

Max.

kosten

instellen

: de maximaal toegestane

kosten instellen voor uw gesprekken. U moet uw

PIN2-code invoeren.

Het wachtwoord is in de fabriek ingesteld op

00000000

. U kunt dit wachtwoord

wijzigen.



p. 60

Menuopties

Netwerkdiensten

(menu 3)

•

Prijs per eenheid

: de prijs per eenheid instellen

die wordt toegepast bij de berekening van de

gesprekskosten. U moet uw PIN2-code invoeren.

Netwerkdiensten

(menu 3)

Met dit menu krijgt u toegang tot de netwerkdiensten.

Neem contact op met uw provider voor informatie over

de beschikbaarheid van deze diensten of voor een

abonnement.

Druk in de standby-stand op <

> en selecteer

Netwerkdiensten

om dit menu te openen.

Doorschakelen

(menu 3.1)

Met deze netwerkservice worden inkomende oproepen

doorgeschakeld naar een door u opgegeven

telefoonnummer.

1. Selecteer een doorschakeloptie:

•

Alles doorschakelen

: alle oproepen

doorschakelen.

•

In gesprek

: oproepen doorschakelen wanneer

u in gesprek bent.

•

Neemt niet

: gesprekken worden

doorgeschakeld als u niet opneemt.

•

Buiten bereik

: gesprekken worden

doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van

uw provider bevindt of als uw telefoon is

uitgeschakeld.

•

Alles

opheffen

: alle doorschakelopties

annuleren.

2. Selecteer het type oproepen dat u wilt

doorschakelen.

3. Druk op <

Activeren

> om de doorschakelfunctie

aan te zetten.

Druk anders op <

Opties

> en selecteer

Verwijderen

4. Voer het nummer in waarnaar de oproepen moeten

worden doorgeschakeld en druk op <

5. Als u

Neemt niet op

hebt geselecteerd, selecteert

u hoe lang wordt gewacht voordat wordt

doorgeschakeld en drukt u op <

Kies

Menuopties

Blokkeren

(menu 3.2)

Met deze netwerkdienst kunt u gesprekken blokkeren.

1. Selecteer een blokkeeroptie:

•

Alle

uitgaande

: alle uitgaande oproepen

verbieden.

•

Internationaal

: internationale oproepen

blokkeren.

•

Internationaal

behalve

: hiermee is het

alleen toegestaan te bellen naar nummers

binnen het land waar u zich bevindt als u in het

buitenland bent, en naar uw eigen land, dat wil

zeggen het land waar uw provider is gevestigd.

•

Alle

inkomende

: inkomende oproepen

verbieden.

•

Inkomend

buiten

bereik

: alle inkomende

oproepen verbieden wanneer u uw telefoon

buiten uw eigen land gebruikt.

•

Alles

opheffen

: alle blokkeeropties annuleren,

zodat u weer gewoon nummers kunt bellen en

oproepen ontvangen.

•

Wachtwoord

: het blokkeerwachtwoord

wijzigen dat u van uw provider hebt gekregen.

2. Selecteer het type oproepen dat u wilt blokkeren.

3. Druk op <

Activeren

>. Als u de blokkeerfunctie

wilt uitzetten, drukt u op <

Uitzetten

4. Voer het blokkeerwachtwoord in dat u hebt

gekregen van uw provider en druk op <

Wisselgesprek

(menu 3.3)

Deze netwerkdienst stelt u op de hoogte wanneer

iemand u probeert te bereiken terwijl u in gesprek

bent.

1. Selecteer het type oproepen waarop de

wisselgesprekfunctie van toepassing is.

2. Druk op <

Activeren

>. Druk op <

Uitzetten

> om

de wisselgesprekfunctie uit te zetten.

Netwerk kiezen

(menu 3.4)

Met deze netwerkservice kunt u automatisch of

handmatig het gebruikte netwerk selecteren tijdens

roaming buiten uw eigen netwerk.

U kunt alleen netwerken kiezen waarmee uw provider

een roamingcontract heeft afgesloten.

Menuopties

Netwerkdiensten

(menu 3)

•

Automatisch

: verbinden met het eerste

beschikbare netwerk tijdens roaming.

•

Zelf zoeken

: het gewenste netwerk selecteren.

Nr.weergave

(menu 3.5)

Met deze netwerkservice kunt u voorkomen dat uw

telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon

van degene die u aan het bellen bent. Bij sommige

providers kunt u deze instelling echter niet wijzigen.

•

Standaard

: de standaardinstellingen gebruiken

die uw provider voor u heeft ingesteld.

•

Nr.

verbergen

: hiermee zorgt u ervoor dat uw

telefoonnummer niet wordt weergegeven op de

telefoon van degene die u aan het bellen bent.

•

Nr.

zenden

: uw telefoonnummer wordt

weergegeven op de telefoon van degene die u aan

het bellen bent.

Gebr.groepen

(menu 3.6)

Met dit menu kunt u inkomende en uitgaande

oproepen beperken tot een geselecteerde

gebruikersgroep. Neem contact op met uw provider

voor gedetailleerde informatie over het maken van

gesloten gebruikersgroepen.

•

Groepen

: hiermee kunt u indexnummers voor

gesloten gebruikersgroepen weergeven, toevoegen

of verwijderen. Druk op <

Opties

> voor toegang

tot de opties voor het opstellen van een

groepenindexlijst.

•

Buiten groep OK

: hiermee kunnen ook nummers

worden gebeld die niet in de gesloten

gebruikersgroep voorkomen. De werking van deze

optie is afhankelijk van uw abonnement.

•

Standaardgroep

: de standaardgebruikersgroep

inschakelen, als u er een hebt ingesteld bij uw

provider. Als u wilt bellen, kunt u de

standaardgebruikersgroep kiezen, zonder dat u

een groep in de lijst hoeft te selecteren.

Menuopties

•

Uitzetten

: de functie voor de gesloten

gebruikersgroep uitzetten als de standaardgroep is

ingeschakeld of een indexnummer is geselecteerd.

Bandkeuze

(menu 3.7)

U kunt de telefoon alleen gebruiken om te bellen en

gebeld te worden als deze is aangemeld bij een van de

beschikbare netwerken.

De telefoon is geschikt voor de volgende netwerktypen

(banden): GSM 1900 en een combinatie van GSM 900/

1800.

Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is

afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt

aangeschaft. Wanneer u naar het buitenland gaat, kan

het zijn dat u op een andere band moet

overschakelen.

Wanneer u een nieuwe band selecteert, wordt

automatisch gezocht naar alle beschikbare netwerken.

De telefoon wordt aangemeld bij een

voorkeursnetwerk op de gekozen band.

Geluidopties

(menu 4)

Met dit menu kunt u verschillende geluidopties

aanpassen.

Beltoon

(menu 4.1)

Met dit menu kunt u een beltoon selecteren. U kunt

een van de standaardbelmelodieën, gedownloade

geluiden of een zelfgecomponeerde melodie

selecteren.

Belvolume

(menu 4.2)

Met dit menu kunt u het belvolume bijstellen.

Type belsignaal

(menu 4.3)

Met dit menu kunt u opgeven hoe u wordt

gewaarschuwd bij een inkomende oproep.

•

Alleen licht

: het standby-lampje op de telefoon

knippert.

•

Melodie

: de telefoon laat de geselecteerde

beltoon horen.

Menuopties

Geluidopties

(menu 4)

•

Trillen

: de telefoon trilt maar gaat niet over.

•

Trillen+melodie

: de telefoon trilt drie keer en

dan gaat de beltoon over.

Toetstoon

(menu 4.4)

Met dit menu kunt u de toon selecteren die u hoort bij

het indrukken van een toets.

Berichtsignaal

(menu 4.5)

Met dit menu kunt u een beltoon of

waarschuwingssignaal selecteren voor inkomende

berichten.

•

SMS-toon

: opgeven hoe u wordt gewaarschuwd

wanneer er een nieuw SMS-bericht is.

•

Info-bericht toon

: opgeven hoe u wordt

gewaarschuwd wanneer er een nieuw infobericht

is.

•

MMS-toon

: opgeven hoe u wordt gewaarschuwd

wanneer er een nieuw MMS-bericht is.

•

Herhaling

: opgeven hoe vaak de telefoon moet

melden dat er een nieuw bericht is.

Toon klepje

(menu 4.6)

Met dit menu kunt u de toon kiezen die u hoort bij het

openen of sluiten van de telefoon.

Toon bij in-/uitschakelen

(menu 4.7)

Met dit menu kunt u de melodie kiezen die u hoort

wanneer u de telefoon aan- of uitzet.

Waarschuwing bij oproep

(menu 4.8)

Met dit menu kunt u selecteren of u tijdens een oproep

door de telefoon wordt gewaarschuwd wanneer u een

nieuw bericht ontvangt of wanneer het tijdens een

gesprek tijd is voor een alarm.

U kunt het toetstoonvolume bijstellen met behulp

van

[/]

in de standby-stand.

Menuopties

Andere tonen

(menu 4.9)

Met dit menu kunt u aanvullende tonen opgeven voor

de telefoon.

•

Fouttoon

: de telefoon een pieptoon laten geven

wanneer u een fout maakt.

•

Minutenteller

: de telefoon tijdens een uitgaand

gesprek iedere minuut een signaal laten geven om

de gespreksduur aan te geven.

•

Verbindingstoon

: de telefoon een pieptoon laten

geven wanneer de verbinding tot stand is

gebracht.

Berichten

(menu 5)

Met het menu

Berichten

kunt u korte berichten en

multimediaberichten verzenden en ontvangen. Ook

kunt u Serverberichten ophalen, en functies voor

voicemail en informatieberichten gebruiken.

Druk in de standby-stand op <

> en selecteer

Berichten

om dit menu te openen.

Tekstberichten

(menu 5.1)

Met SMS (Short Message Service) kunt tekstberichten

verzenden en ontvangen, die afbeeldingen,

geluidsfragmenten en bewegend beeld bevatten.

Nieuw

(menu 5.1.1)

U kunt een nieuw tekstbericht maken en verzenden.

1. Voer het bericht in.

2. Druk op <

Opties

> voor toegang tot de volgende

opties:

•

Tekst formatteren

: de Tekstopmaak wijzigen.

•

Inhoud toevoegen

: een geluid, melodie,

afbeelding of animatie aan het bericht

toevoegen.

•

Standaardbericht toevoegen

: een

standaardtekstbericht ophalen.

•

Emoticon toevoegen

: een emoticon ophalen.

Het maximaal toegestane aantal tekens in een

SMS-bericht verschilt per provider. Als uw bericht

het maximale aantal overschrijdt, wordt het bericht

in tweeën gedeeld.

Menuopties

Berichten

(menu 5)

•

Overnemen

: een vermelding overnemen uit

de telefoonlijst.

•

Toevoegen uit favorieten

: het adres van een

webpagina toevoegen.

•

Taal

: de taal wijzigen die wordt gebruikt in de

T9-invoerstand.

3. Druk op <

Opties

> en selecteer

Verz.+Opslaan

Opslaan

4. Als u

Verz.+Opslaan

Verzenden

hebt

geselecteerd, moet u een geheugenplaats

selecteren.

5. Voer het bestemmingsnummer in.

6. Druk op <

om het bericht te verzenden.

Ontvangen

(menu 5.1.2)

In dit menu kunt u ontvangen tekstberichten bekijken.

Druk terwijl u een bericht bekijkt op <

Opties

> voor

toegang tot de volgende opties:

•

Wissen

: het bericht wissen.

•

Verzenden

: het bericht doorsturen.

•

Antwoorden

: de afzender een antwoord sturen.

•

Terugbellen

: de afzenden bellen.

•

Adres overnemen

: URL's, e-mailadressen of

telefoonnummers uit het bericht overnemen.

•

Verplaatsen naar telefoon

: het bericht

verplaatsen van de SIM-kaart naar het geheugen

van de telefoon.

•

Verplaatsen naar SIM

: het bericht verplaatsen

van het geheugen van de telefoon naar de SIM-

kaart.

•

Objecten selecteren

: afbeeldingen of geluiden

uit het bericht opslaan op uw telefoon.

Verzonden

(menu 5.1.3)

U kunt verzonden of opgeslagen tekstberichten

bekijken.

Druk terwijl u een bericht bekijkt op <

Opties

> voor

toegang tot de volgende opties:

•

Wissen

: het bericht wissen.

•

Verzenden

: het bericht doorsturen.

•

Adres overnemen

: URL's, e-mailadressen of

telefoonnummers uit het bericht overnemen.

Menuopties

•

Verplaatsen naar telefoon

: het bericht

verplaatsen van de SIM-kaart naar het geheugen

van de telefoon.

•

Verplaatsen naar SIM

: het bericht verplaatsen

van het geheugen van de telefoon naar de SIM-

kaart.

•

Objecten selecteren

: afbeeldingen of geluiden

uit het bericht opslaan op uw telefoon.

Standaardberichten

(menu 5.1.4)

U kunt maximaal vijf standaardberichten instellen op

basis waarvan uw een tekstbericht kunt schrijven.

Druk terwijl u de lijst met standaardberichten bekijkt

op <

Opties

> voor toegang tot de volgende opties:

•

Wijzigen

: het standaardbericht wijzigen.

•

Verzenden

: het standaardbericht verzenden als

SMS-bericht.

•

Wissen

: het standaardbericht wissen.

Standaardemoticons

(menu 5.1.5)

U kunt van te voren standaardemoticons instellen en

deze ophalen om in een bericht te gebruiken.

Druk terwijl u de lijst met emoticons bekijkt op

Opties

> voor toegang tot de volgende opties:

•

Toevoegen

: een nieuwe emoticon toevoegen.

•

Wijzigen

: de geselecteerde emoticon wijzigen.

•

Verzenden

: een bericht verzenden met de

emoticon.

•

Wissen

: de emoticon wissen.

Instellingen

(menu 5.1.6)

Met dit menu kunt u verschillende SMS-instellingen

aanpassen.

•

Instellingen x

(waarbij

het nummer van het

profiel is): een profiel is een groep instellingen en

elk profiel heeft een eigen submenu.

De beschikbare instellingsopties in dit menu kunnen

per provider verschillen.

Menuopties

Berichten

(menu 5)

Naam instellen

: de naam van het profiel

wijzigen.

SMS-service

: het nummer van de server van uw

provider opslaan of wijzigen.

St.bestemming

: een

standaardbestemmingsnummer opslaan.

Standaardtype

: het standaardberichttype

instellen.

Geldigheidsduur

: instellen hoe lang uw

tekstberichten worden bewaard op de server van

de provider als deze niet meteen op de

bestemming kunnen worden afgeleverd.

•

Standaard

: De volgende opties zijn beschikbaar.

Antwoordpad

: de ontvanger kan u antwoorden

via de server van uw provider.

Ontv.bevest.

: instellen dat u op de hoogte wordt

gesteld zodra uw bericht is afgeleverd.

Drager kiezen

: selecteer

GSM

Voorkeur

GPRS

als drager.

Tekenset

: selecteer de gewenste tekenset. Als u

Automatisch

selecteert, wordt het type codering

automatisch gewijzigd van GSM-alfabet in Unicode

zodra u een Unicode-teken invoert. Het gebruik

van de Unicode-codering brengt het maximum

aantal tekens in een bericht ongeveer tot de helft

terug. Als dit menu niet wordt weergegeven, wordt

Automatisch standaard gebruikt voor de

tekencodering.

Multimediaberichten

(menu 5.2)

Met MMS (Multimedia Message Service) worden

multimediaberichten die een combinatie bevatten van

tekst, afbeeldingen en geluid verzonden van de ene

naar de andere telefoon of van een telefoon naar een

e-mailadres.

Nieuw

(menu 5.2.1)

U kunt een nieuw MMS-bericht maken en verzenden.

1. Voer een onderwerp voor het bericht in en druk op

Volgend

Menuopties

2. Druk op <

Opties

> en voeg materiaal voor het

bericht toe met behulp van een van de volgende

opties:

•

Tekst toevoegen

: berichttekst toevoegen.

•

Afbeelding toevoegen

: afbeeldingen aan het

bericht toevoegen.

•

Geluid toevoegen

: geluiden aan het bericht

toevoegen.

•

Verzenden

: het bericht verzenden.

•

Opslaan

: het bericht opslaan in het vak

Concept of Standaardberichten.

•

Profielen

: de berichtinstellingen wijzigen.

•

Bestemming toevoegen

bestemmingsnummers of -adressen invoeren.

•

Voorbeeld

: het bericht bekijken dat u hebt

gemaakt.

3. Als u de toegevoegde items wilt wijzigen, markeert

u er een en drukt u op <

Opties

> voor toegang tot

de volgende opties:

•

Tekst

Afbeelding

Geluid bewerken

: de

tekst, de afbeelding of het geluid bewerken.

•

Pagina toevoegen

: pagina's toevoegen. In

het berichtscherm naar een andere pagina

gaan met de toets Links of Rechts.

•

Wissen

: het item uit het bericht verwijderen.

•

Duur

: instellen hoe lang één pagina wordt

weergegeven. Na de opgegeven tijd wordt

automatisch de volgende pagina weergegeven.

4. Selecteer de optie

Verzenden

wanneer u klaar

bent.

5. Selecteer een type bestemming (Aan, Cc, Bcc).

6. Selecteer een van de volgende opties:

Telefoonnummer

E-mail

Telefoonlijst

7. Voer het nummer van een bestemming of een e-

mailadres in, of selecteer een nummer in de

telefoonlijst en druk op <

8. Als u nog meer bestemmingen wilt toevoegen,

selecteert u

Bestemming toevoegen

en herhaalt

u deze procedure vanaf stap 6.

9. Als u extra nummers of adressen wilt invoeren bij

andere bestemmingstypen, drukt u op < > en

herhaalt u de procedure vanaf stap 5.

Menuopties

Berichten

(menu 5)

10.Selecteer zodra u klaar bent

Verzenden

Postvak IN

(menu 5.2.2)

In dit menu worden de MMS-berichten opgeslagen die

u hebt ontvangen. De volgende symbolen geven aan

wat de berichtstatus is:

• melding die u hebt gelezen

• melding die u niet hebt gelezen

• bericht dat wordt opgehaald van de server.

• uw verzoek wordt door de server verwerkt

• bericht kon niet door de server worden

verzonden

• bericht dat u hebt gelezen

• bericht dat u niet hebt gelezen

Druk terwijl u een bericht bekijkt op <

Opties

> voor

toegang tot de volgende berichtopties:

•

Verwijderen

: het bericht wissen.

•

Antwoorden

: de afzender een antwoord sturen.

•

Terugbellen

: de afzenden bellen.

•

Adres overnemen

: URL's, e-mailadressen of

telefoonnummers uit het bericht overnemen.

•

Doorsturen

: het bericht doorsturen naar iemand

anders.

•

Afbeelding opslaan

: een afbeelding uit het

bericht opslaan in de map

Afbeeldingen

•

Melodie opslaan

: een geluid uit het bericht

opslaan in de map

Geluiden

•

Eigenschappen

: de berichteigenschappen

bekijken.

Postvak UIT

(menu 5.2.3)

In dit menu worden de MMS-berichten weergegeven

die u hebt verzonden. De volgende symbolen geven

aan wat de berichtstatus is:

• bericht dat momenteel wordt verzonden.

• bericht is verzonden

Wanneer u een melding selecteert, kunt u

Ophalen

kiezen om het bericht op te halen van de MMS-

server.

Menuopties

• bericht kon niet worden verzonden met uw

telefoon

• bericht dat nog moet worden verzonden

• bericht is uitgesteld

Druk terwijl u een bericht bekijkt op <

Opties

> voor

toegang tot de volgende opties:

•

Verwijderen

: het bericht wissen.

•

Adres overnemen

: URL's, e-mailadressen of

telefoonnummers uit het bericht overnemen.

•

Verzenden

: het bericht (eventueel opnieuw)

verzenden.

•

Wijzigen

: het bericht bewerken.

•

Eigenschappen

: de berichteigenschappen

bekijken.

Concept

(menu 5.2.4)

Als u een multimediabericht hebt gemaakt, kunt u het

opslaan in dit postvak om het later te verzenden.

U kunt een bericht bekijken en de opties gebruiken op

dezelfde wijze als in het Postvak UIT.

Standaardberichten

(menu 5.2.5)

Met dit menu slaat u een bericht op als

standaardbericht dat u kunt gebruiken als basis voor

nieuwe berichten.

Druk terwijl u een standaardbericht bekijkt op <

voor toegang tot de volgende opties:

•

Wijzigen

: het bericht op basis van het

standaardbericht bewerken.

•

Wissen

: het standaardbericht wissen.

Profielen

(menu 5.2.6)

U kunt de instellingen voor het verzenden of

ontvangen van MMS-berichten aanpassen.

•

Ontvangstbevestiging

: instellen dat u op de

hoogte wordt gesteld zodra uw bericht is

afgeleverd.

•

Antwoordverzoek

: de ontvanger om een

antwoord vragen.

•

Automatisch downloaden

: instellen of de

telefoon zonder melding nieuwe inkomende

berichten ophaalt van de MMS-server.

Menuopties

Berichten

(menu 5)

•

Berichtacceptatie

: het type berichten selecteren

dat u wilt ontvangen.

•

Nummer verbergen

: verhinderen dat uw

telefoonnummer wordt weergegeven op het toestel

van de ontvanger.

•

Vervaldatum

: instellen hoe lang uw berichten op

de server opgeslagen blijven.

•

Levertijd

: instellen na hoeveel tijd

de berichten

moeten worden verzonden.

•

Prioriteit

: de prioriteit instellen voor uw

berichten.

•

Verslag toegestaan

: een ontvangstbevestiging

via het netwerk verzenden naar de afzender.

•

Paginaduur

: instellen hoe lang één pagina in uw

uitgaande bericht wordt weergegeven. Na de

opgegeven tijd wordt automatisch de volgende

pagina weergegeven.

Berichtprofiel

(menu 5.2.7)

U kunt de vereiste netwerkinstellingen voor MMS

configureren. Het profiel dat u als laatste hebt

geopend, wordt automatisch geactiveerd voor het

verzenden of ontvangen van berichten.

•

Naam profiel

: een naam toewijzen aan het MMS-

profiel.

•

Verbindingstype

: het adres van de MMS-server

invoeren.

•

Beveiliging

: een modus voor gegevensoverdracht

selecteren.

•

IP-adres

: het gateway-adres invoeren.

•

Gebruikersnaam

: de gebruikers-ID toewijzen.

•

Wachtwoord

: het wachtwoord invoeren.

•

Inbelnummer Provider

: geef de naam van het

toegangspunt op dat u gebruikt voor het adres van

de MMS-server.

Raadpleeg uw provider voordat u MMS-instellingen

op uw telefoon wijzigt.

Menuopties

Serverberichten

(menu 5.3)

Via dit menu hebt u toegang tot berichten op de WAP-

server.

•

Postvak IN

: ontvangen Serverberichten bekijken.

•

Ontvangst

: bepalen of uw telefoon

Serverberichten ophaalt of niet.

Nooit

: Serverberichten worden geweigerd.

Altijd

: alle Serverberichten worden ontvangen.

•

Alles wissen

: alle Serverberichten wissen.

Alles wissen

(menu 5.4)

Met dit menu kunt u alle berichten uit de verschillende

postvakken verwijderen.

1. Selecteer een berichttype.

2. Druk op [ ] om de berichtvakken te selecteren die

u wilt wissen.

3. Druk op <

Wissen

4. Druk ter bevestiging tweemaal op <

Voicemail

(menu 5.5)

Via dit menu kunt u het nummer van de

voicemailserver opslaan en uw voicemailberichten

openen.

•

Verbinden met voicemail

: verbinden met de

voicemailserver zodat u uw berichten kunt

afluisteren. Ook kunt u door in de standby-stand

[

] ingedrukt te houden, direct verbinding maken

met de voicemailserver.

•

Telefoonnr. voicemail

: de naam of het nummer

van de voicemailserver wijzigen.

Infoberichten

(menu 5.6)

Met de infoberichtenservice ontvangt u korte berichten

over diverse onderwerpen, bijvoorbeeld het weer of

het verkeer.

U moet het nummer van de voicemailserver

invoeren voordat u toegang kunt krijgen tot uw

voicemailberichten. Het nummer van de

voicemailserver kunt u opvragen bij uw provider.

Menuopties

Amusement

(menu 6)

Via dit menu kunt de instellingen voor deze service

wijzigen en toegang krijgen tot infoberichten.

•

Ontvangen bericht lezen

: ingekomen berichten

lezen.

In het vak

Vluchtig

worden de netwerkberichten

tijdelijk opgeslagen tot de telefoon wordt

uitgeschakeld.

In het vak

Bewaren

worden netwerkberichten

permanent opgeslagen. Druk op <

Opties

> en

selecteer

Opslaan

zodra een tekstmelding

verschijnt. Het bericht wordt opgeslagen in het vak

Bewaren

•

Ontvangen

: de ontvangst van infoberichten in- of

uitschakelen.

•

Kanalen

: de kanalen opgeven via welke u

infoberichten ontvangt.

•

Taalkeuze

: de taal selecteren waarin

infoberichten worden weergegeven.

Neem voor meer informatie contact op met uw

provider.

Geheugenstatus

(menu 5.7)

Met dit menu kunt u het totale aantal berichten

bekijken dat u kunt opslaan en het aantal berichten

dat u reeds hebt opgeslagen op de SIM-kaart, in het

geheugen van de telefoon en in het

infoberichtengeheugen.

Amusement

(menu 6)

Via het menu

Amusement

kunt u de WAP-browser

gebruiken, Java-spelletjes spelen en toegang krijgen

tot beelden en geluiden die zijn opgeslagen in het

geheugen van de telefoon.

Druk in de standby-stand op <

> en selecteer

Amusement

om dit menu te openen.

WAP-browser

(menu 6.1)

Met de WAP-browser (Wireless Application Protocol)

op uw telefoon krijgt u toegang tot het draadloze web.

Zo kunt u beschikken over actuele informatie en een

breed scala aan multimediamateriaal, zoals

achtergronden en beltonen.

Menuopties

Startpagina openen

(menu 6.1.1)

Gebruik dit menu om de telefoon verbinding te laten

maken met het netwerk en de startpagina van de

internetprovider te laden. U kunt in de standby-stand

ook op [ ] drukken.

Navigeren met de WAP-browser

Menuopties in de browser selecteren en

gebruiken

1. Druk op <

> en selecteer een menu.

2. Selecteer een van de volgende browseropties:

•

Favorieten

: de lijst met favorieten weergeven.

•

Vernieuwen

: de huidige pagina opnieuw

laden.

•

Startpagina openen

: teruggaan naar de

startpagina.

•

Ga naar adres (URL)

: handmatig een URL-

adres invoeren.

•

Adres (URL) tonen

: het URL-adres van de

huidige webpagina bekijken.

•

Wis pagina's

: informatie verwijderen die in

het cachegeheugen is opgeslagen.

•

Beveiligingsgegevens

: de

beveiligingsinformatie bekijken.

•

Ontvangen

: berichten lezen die zijn

ontvangen via een webserver.

•

Afbeeldingen tonen

: de afbeeldingen op de

huidige webpagina één voor één bekijken.

Gewenste actie Werkwijze

Browseropties openen <

Door de browseritems

lopen

[Omhoog] of

[Omlaag].

Een browseritem

selecteren

[].

Teruggaan naar de vorige

pagina

[

Teruggaan naar de

startpagina

en selecteer

Startpagina openen

Menuopties

Amusement

(menu 6)

De WAP-browser afsluiten

Druk op [ ] om de browser af te sluiten.

Favorieten

(menu 6.1.2)

Gebruik dit menu om URL-adressen op te slaan om

snel naar een website te gaan.

Een favoriet toevoegen

1. Selecteer een lege locatie.

2. Selecteer een URL-adres en druk op <

Geef in

3. Voer een naam voor de favoriete URL in en druk op

Geef in

Een favoriete pagina openen

Ga naar de gewenste favoriet en druk op [ ].

Opties voor favorieten gebruiken

Druk nadat u een pagina hebt opgeslagen op

Opties

> voor toegang tot de volgende opties:

•

Naar

URL

: de website openen.

•

Wijzigen

: het adres en de naam van de favoriet

bewerken.

•

Wissen

: de favoriet wissen.

http://

(menu 6.1.3)

Via dit menu kunt u handmatig het URL-adres van een

website invoeren en de website openen.

WAP-profielen

(menu 6.1.4)

Met dit menu kunt u servers voor de WAP-browser

instellen. Neem voor opties voor de instellingen

contact op met uw provider.

Voor elke server zijn de volgende opties beschikbaar.

•

Profiel

: een naam toewijzen aan het serverprofiel.

•

Adres

startpagina

: het adres van de startpagina

instellen.

•

Beveiliging

: een modus voor gegevensoverdracht

selecteren.

•

Drager

: de drager selecteren voor elk bezocht

type netwerkadres:

GPRS

Datum

Wanneer de drager is ingesteld op

GPRS

•

IP-adres

: het WAP-gateway-adres invoeren.

•

Gebruikersnaam

: de gebruikers-ID invoeren.

•

Wachtwoord

: het wachtwoord invoeren.

Menuopties

•

APN

: de naam van het toegangspunt invoeren van

de GPRS-netwerkgateway.

Wanneer de drager is ingesteld op

Datum

•

IP-adres

: het WAP-gateway-adres invoeren.

•

Gebruikersnaam

: de gebruikers-ID invoeren.

•

Wachtwoord

: het wachtwoord invoeren.

•

Inbelnummer provider

: het inbelnummer voor

de PPP-server invoeren.

•

Soort netwerk

: een inbelverbinding selecteren.

Wis pagina's

(menu 6.1.5)

Via dit menu kunt u het cachegeheugen leegmaken.

Dit is het tijdelijke geheugen waarin de webpagina's

worden opgeslagen die u onlangs hebt geopend.

Spelletjes

(menu 6.2)

U kunt MIDlets (Java-toepassingen die op mobiele

telefoons worden uitgevoerd) uit diverse bronnen via

de WAP-browser downloaden en deze op de telefoon

opslaan.

Een MIDlet starten

1. Selecteer het gewenste MIDlet in de lijst met

spelletjes.

2. In het opstartscherm van het MIDlet hebt u

toegang tot de volgende opties:

•

START GAME

: een nieuw spel starten.

•

CONTINUE

: het laatst gespeelde spel

hervatten.

•

HIGH SCORE

: de tabel met de hoogste scores

bekijken. Deze functie is mogelijk niet voor alle

spellen beschikbaar.

•

HOW TO PLAY

: de spelregels, de instructies

en de belangrijkste functies voor het spel

bekijken.

•

OPTION

: het geluid van het spel in- of

uitschakelen.

3. Druk op [ ] om de geselecteerde instellingen te

bevestigen.

Java-diensten zijn niet bij iedere provider

beschikbaar.

Menuopties

Amusement

(menu 6)

MIDlet-informatie bekijken

Ga naar het gewenste MIDlet en druk op

Informatie

DNS-instellingen wijzigen:

Mogelijk moet u van uw provider de DNS-instelling van

de Java-server wijzigen.

1. Selecteer

Instellingen

in de lijst met spellen.

2. Voer het primaire adres in en druk op <

3. Geef het secundaire adres op en druk op <

Geluiden

(menu 6.3)

In dit menu worden de geluiden weergegeven die zijn

gedownload van het draadloze web of ontvangen in

berichten.

Druk terwijl u een geluid open hebt op <

Opties

> voor

toegang tot de volgende opties:

•

Hernoemen

: de naam van het geluid wijzigen.

•

Wissen

: het geluid wissen.

•

Als beltoon instellen

: hiermee stelt u het geluid

in als beltoon.

Afbeeldingen

(menu 6.4)

In dit menu worden de afbeeldingen weergegeven die

zijn gedownload van het draadloze web of ontvangen

in berichten.

Druk terwijl u een afbeelding open hebt op <

Opties

voor toegang tot de volgende opties:

•

Hernoemen

: de naam van de afbeelding wijzigen.

•

Wissen

: de afbeelding verwijderen.

•

Als achtergrond instellen

: de afbeelding

instellen als achtergrond voor de standby-stand.

Alles wissen

(menu 6.5)

U kunt alle gedownloade items verwijderen uit de

mappen

Spelletjes

Geluiden

Afbeeldingen

1. Druk op [ ] om de mappen te selecteren die u wilt

wissen.

2. Druk op <

Wissen

3. Druk ter bevestiging tweemaal op <

Menuopties

Geheugenstatus

(menu 6.6)

U kunt de totale hoeveelheid geheugen voor

multimedia-items en de hoeveelheid geheugen die

momenteel wordt gebruikt door elk multimediavak

bekijken.

Melodiebewerker

(menu 6.7)

Met dit menu kunt u uw eigen melodieën componeren

met behulp van een groot aantal verschillende

muzikale componenten. U kunt een van deze

melodieën instellen als beltoon.

Componeren

(menu 6.7.1)

Wanneer u het menu

Componeren

opent, wordt een

notenbalkscherm weergegeven met de cursor op de

positie van de eerste noot (Do).

Een melodie componeren

1. Beweeg de cursor omhoog of omlaag door op

[Omhoog] of [Omlaag] te drukken.

2. Druk op <

Invoer

3. Selecteer een noot of een rust.

4. Herhaal stap 1 t/m 3 om meer noten en rusttekens

toe te voegen.

5. Druk zodra u klaar bent op <

Opties

> en selecteer

Opslaan

6. Voer de naam van een melodie in en druk op

Een melodie bewerken

Tijdens het componeren van een melodie of wanneer u

een opgeslagen melodie hebt geopend, kunt u deze

bewerken.

1. Als u een ingevoerde noot of rust wilt wijzigen,

beweegt u de cursor daar naartoe door op

[Omhoog] of [Omlaag] te drukken.

2. Wijzig de positie van de noot of het type noot of

rust op dezelfde wijze als u zou doen bij het

invoegen van een noot of rust.

3. Druk op [ ] of op [ ] om een noot een halve toon

te verhogen of te verlagen.

Menuopties

Amusement

(menu 6)

Druk op <

Opties

> voor toegang tot de volgende

opties:

•

Reeks

: meer dan één noot of rust selecteren.

De geselecteerde tonen worden geel

weergegeven.

•

Kopiëren

: de noot of rust kopiëren.

•

Knippen

: de noot of rust knippen.

•

Plakken

: de noot of rust invoegen.

•

Wijzigen

: de noot of rust wijzigen.

•

Wissen

: de noot of rust wissen.

•

Afspelen

: de huidige melodie afspelen.

4. Druk zodra u klaar bent met het bewerken op

[Rechts] tot de cursor op een invoegpositie staat.

5. Druk op <

Opties

> en selecteer

Opslaan

om de

gewijzigde melodie op te slaan, of op

Opslaan als

om de melodie onder een andere naam op te

slaan.

De compositieopties gebruiken

Druk tijdens het componeren van een melodie op

Opties

> voor toegang tot de volgende opties:

•

Nieuw

: een nieuw compositiescherm openen.

•

Openen

: de lijst met uw eigen melodieën openen.

•

Afspelen

: de huidige melodie afspelen.

•

Opslaan

: de melodie opslaan.

•

Opslaan als

: de melodie onder een andere naam

opslaan.

•

Instrument

: het muziekinstrument wijzigen dat

moet worden gebruikt om de melodie af te spelen.

•

Achtergrondmelodie

: een achtergrondmelodie

gebruiken.

•

Noot toevoegen

: noten toevoegen aan de

melodie.

•

Tempo

: het tempo wijzigen.

•

Volume

: het volume van de hoofd- en de

achtergrondmelodie afzonderlijk bijstellen.

Geheugenstatus

(menu 6.7.2)

U kunt bekijken wat de totale hoeveelheid geheugen is

en hoeveel geheugen momenteel in gebruik is voor

melodieën die u hebt gemaakt.

Menuopties

Organizer

(menu 7)

Met de functie Organizer kunt u uw planning en taken

bijhouden en een memo inspreken. Ook kunt u de tijd

en datum instellen en gebruik maken van handige

functies, zoals alarmsignalen, de rekenmachine en het

valutaomrekenprogramma.

Druk in de standby-stand op <

> en selecteer

Organizer

om dit menu te openen.

Alarm

(menu 7.1)

Gebruik dit menu om in te stellen dat op een bepaalde

tijd een alarm afgaat.

Een alarm instellen

1. Selecteer het type alarm.

2. Geef de tijd op waarop het alarm moet afgaan.

3. Selecteer

in de 12-uursnotatie.

4. Als u bij stap 1

Wekker

hebt geselecteerd, kiest u

Maandag tot vrijdag

Maandag tot zaterdag

Een alarm uitzetten

• Druk terwijl het alarm afgaat op een willekeurige

toets.

• Als u een ingesteld alarm wilt verwijderen, opent u

het, drukt u op <

Opties

> en selecteert u

Alarm

uitzetten

• Als u alle ingestelde alarmsignalen wilt

verwijderen, selecteert u

Alarm uitzetten

in het

Alarm

Het alarm instellen ook als de telefoon uitstaat

Selecteer in het scherm Alarm

Automatisch

inschakelen

→

Activeren

Als de telefoon uitstaat op het moment dat het alarm

moet afgaan, wordt de telefoon automatisch

ingeschakeld en klinkt het alarm.

Uw telefoon gebruikt standaard een 24-

uursnotatie. U kunt de tijdnotatie wijzigen.



p. 52

Menuopties

Organizer

(menu 7)

Agenda

(menu 7.2)

Via dit menu kunt u de agenda raadplegen, memo's

schrijven of alarmsignalen instellen om u ergens aan

te herinneren.

Een memo schrijven

1. Selecteer een datum op de kalender.

2. Voer de memo in en druk op <

3. Druk op [ ] om een alarm in te stellen op de

gekozen dag.

Druk anders op <

Oversl

4. Geef de tijd op voor het alarm.

Druk op <

Melodie

> om een melodie voor het

alarm te selecteren.

5. Selecteer

in de 12-uursnotatie.

De datum wordt nu groen weergegeven, wat

betekent dat voor deze datum een memo is

ingevoerd.

Een memo bekijken

Druk in het kalenderscherm op de functietoets

Opties

> voor toegang tot de volgende opties:

•

Alles zoeken

: alle memo's bekijken die u hebt

gemaakt.

•

Alles wissen

: alle memo's wissen.

•

Ga naar datum

: naar een bepaalde datum gaan.

•

Afsluiten

: de agendafunctie afsluiten.

Druk terwijl u een memo bekijkt op <

Opties

> voor

toegang tot de volgende opties:

•

Nieuw

: een nieuwe memo toevoegen.

•

Wijzigen

: de memo bewerken.

•

Alarm

: een alarm instellen voor de memo.

•

Wissen

: de memo verwijderen.

•

Kopiëren naar

: de memo naar een andere datum

kopiëren.

Druk op

[/]

om naar de volgende of de

vorige maand te gaan.

Uw telefoon gebruikt standaard een 24-

uursnotatie. U kunt de notatie wijzigen.



p. 52

Menuopties

•

Verplaatsen naar

: de datum van de memo

wijzigen.

Tijd en datum

(menu 7.3)

Gebruik dit menu om de tijd en datum te wijzigen die

op de telefoon worden weergegeven. Voordat u de tijd

en datum instelt, moet u in het menu

Wereldtijd

tijdzone opgeven.

•

Klok instellen

: de huidige tijd invoeren.

•

Datum instellen

: de huidige datum invoeren.

•

Wereldtijd

: uw locale tijdzone instellen en kijken

hoe laat het is in een ander deel van de wereld.

•

Tijdformaat

: een 12-uurs- of 24-uursnotatie

selecteren.

Rekenmachine

(menu 7.4)

Met dit menu kunt u elementaire rekenkundige

functies uitvoeren, zoals optellen, aftrekken,

vermenigvuldigen en delen.

1. Voer het eerste getal in.

Druk op de linkerfunctietoets om een

decimaalteken en een haakje in te voegen.

2. Druk op de navigatietoetsen om toegang te krijgen

tot de gewenste rekenkundige functies.

3. Voer het tweede getal in.

4. Druk op [ ] om de uitkomst te bekijken.

Actielijst

(menu 7.5)

Met dit menu kunt u taken maken en beheren.

Een actielijst maken

1. Druk op <

Nieuw

2. Voer de eerste taak in en druk op <

3. Selecteer een prioriteit.

4. Geef de deadline op en druk op [ ].

Druk anders op <

Oversl

Druk op <

Opties

en selecteer

Zomertijd

instellen

om zomertijd toe te passen op een

tijdzone.

Druk op

[

] of op [ ] om de cursor te

verplaatsen.

Menuopties

Organizer

(menu 7)

De actielijst bekijken

Wanneer u het actielijstmenu selecteert, worden de

taken weergegeven met een vinkje als de taak is

uitgevoerd, en een aanduiding voor de prioriteit:

voor Hoog, voor Normaal en voor Laag.

Druk terwijl u een taak in de lijst of de details van een

taak bekijkt op <

Opties

> voor toegang tot de

volgende opties:

•

Nieuw

: een nieuwe taak toevoegen.

•

Selecteren

: de status van de taak wijzigen.

•

Bewerken

: de taak bewerken.

•

Sorteren

: de taken sorteren op prioriteit of status.

•

Kopiëren

: de taak kopiëren.

•

Naar agenda kopiëren

: de taak als memo naar

de agenda kopiëren.

•

Wissen

: de taak wissen.

•

Alles wissen

: alle taken wissen.

•

Afsluiten

: het menu

Actielijst

afsluiten.

Spraakmemo

(menu 7.6)

Via dit menu kunt u gesproken memo's opnemen. Een

spraakmemo kan maximaal 30 seconden lang zijn.

Opnemen

(menu 7.6.1)

1. Druk op <

Opnemen

> om de opname te starten.

2. Spreek uw boodschap in de microfoon in.

3. Wanneer u op <

Stop

> drukt of wanneer de

opnametijd is verstreken, worden de volgende

opties weergegeven:

•

Afspelen

: de memo afspelen.

•

Opnieuw opnemen

: een andere memo over

de vorige heen opnemen.

•

Opslaan

: de memo opslaan.

•

Afsluiten

: de opname annuleren en het menu

Opnemen

afsluiten.

4. Selecteer

Opslaan

om de spraakmemo op te

slaan.

5. Voer een naam voor de memo in en druk op

Druk op [

]

om de status van een bepaalde taak te

wijzigen.

Menuopties

Memolijst

(menu 7.6.2)

Via dit menu kunt u een lijst met eerder opgenomen

spraakmemo's openen.

Druk op <

Opties

> voor toegang tot de volgende

opties:

•

Afspelen

: de spraakmemo afspelen.

•

Verzenden

: de spraakmemo via MMS verzenden.

•

Hernoemen

: de naam van de memo wijzigen.

•

Eigenschappen

: de eigenschappen van de memo

bekijken.

•

Wissen

: de memo wissen.

Alles wissen

(menu 7.6.3)

Met dit menu kunt u alle opgenomen spraakmemo's in

één keer wissen.

Geheugenstatus

(menu 7.6.4)

U kunt bekijken wat de totale hoeveelheid geheugen is

en hoeveel geheugen momenteel in gebruik is voor

spraakmemo's.

Valutabeurs

(menu 7.7)

Met dit menu kunt u valutaomrekeningen uitvoeren.

1. Voer de koers van de vreemde valuta in en druk op

2. Voer het bedrag van de bronvaluta in die u wilt

omrekenen en druk op <

U kunt een decimaalteken (.) invoeren door op de

toets [ ] te drukken.

Het ingevoerde bedrag en de overeenkomstige

waarde in de vreemde valuta worden

weergegeven.

Telefoonlijst

(menu 8)

U kunt telefoonnummers op de SIM-kaart en in het

geheugen van de telefoon opslaan. Hoewel beide

geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen

ze in de praktijk één geheel, de telefoonlijst.

Druk in de standby-stand op <

> en selecteer

Telefoonlijst

om dit menu te openen.

Menuopties

Telefoonlijst

(menu 8)

Zoek

(menu 8.1)

Met dit menu kunt u namen in de telefoonlijst zoeken.

Een vermelding zoeken

1. Voer de eerste letters in van de naam die u zoekt.

2. Selecteer de gewenste naam in de lijst.

3. Druk op [ ] om het nummer te bellen of op

Opties

> voor toegang tot de telefoonlijstopties.

Opties voor de telefoonlijst

Druk terwijl u een vermelding in de telefoonlijst

bekijkt op <

Opties

> voor toegang tot de volgende

opties:

•

Wijzigen

: de gegevens van de vermelding

bewerken.

•

Kopiëren

: het nummer kopiëren naar het

geheugen van de telefoon of de SIM-kaart.

•

Plakken

: het nummer invoegen in de stand voor

normaal bellen.

•

Wissen

: het nummer uit de telefoonlijst wissen.

•

Belgroep

: een belgroep toewijzen.

•

Contact toevoegen

: een nieuwe vermelding

toevoegen.

Contact toevoegen

(menu 8.2)

Met dit menu kunt u een nieuwe vermelding

toevoegen aan de telefoonlijst.

Een nummer of e-mailadres opslaan in het

geheugen van de telefoon

1. Selecteer een type nummer.

2. Selecteer

Telefoon

3. Voer een naam in en druk op <

4. Voer een nummer of een e-mailadres in en druk op

Opslaan

5. Wijzig indien gewenst het locatienummer en druk

op <

Druk in de standby-stand op <

Namen

> om dit

menu snel te openen.

Menuopties

Een nummer opslaan op de SIM-kaart

1. Selecteer een type nummer.

2. Selecteer

SIM

3. Voer een naam in en druk op <

4. Voer een nummer in en druk op <

Opslaan

5. Wijzig indien gewenst het locatienummer en druk

op <

Groep zoeken

(menu 8.3)

Via dit menu kunt u telefoonlijstvermeldingen in

belgroepen zoeken.

1. Voer de beginletters van de groepsnaam in.

2. Selecteer een groep en druk op <

Kies

3. Selecteer de gewenste naam.

4. Druk op [ ] om het nummer te bellen of op

Opties

> voor toegang tot de telefoonlijstopties.

Groep wijzigen

(menu 8.4)

Met dit menu kunt u de eigenschappen van uw

belgroepen bewerken.

Druk terwijl u de lijst met groepen bekijkt op

Opties

> voor toegang tot de volgende opties:

•

Beltoon

: een beltoon instellen voor inkomende

oproepen van nummers uit de groep.

•

SMS-toon

: een beltoon instellen voor inkomende

berichten van nummers uit de groep.

•

Pictogram

: een pictogram instellen voor

inkomende oproepen van nummers uit de groep.

•

Groepsnaam

: een naam toewijzen aan de groep.

Verkort kiezen

(menu 8.5)

Via dit menu kunt u nummers voor verkort kiezen

(2 t/m 9) toewijzen aan acht meest gebelde

telefoonnummers.

Menuopties

Telefoonlijst

(menu 8)

Nummers voor verkort kiezen toewijzen

1. Selecteer een cijfertoets (

t/m

). Toets

gereserveerd voor uw voicemailnummer.

2. Selecteer de gewenste naam in de telefoonlijst.

3. Selecteer het gewenste nummer.

Nummers voor verkort kiezen beheren

Druk terwijl u het scherm voor verkort kiezen voor u

hebt op <

Opties

> voor toegang tot de volgende

opties:

•

Wijzigen

: een ander nummer toewijzen aan een

toegewezen toets.

•

Wissen

: de instelling voor de toets wissen.

•

Alles wissen

: de instellingen voor alle toetsen

wissen.

•

Nummer

: het nummer bekijken dat aan de toets

is toegewezen.

Nummers voor verkort kiezen bellen

Houd in de standby-stand de betreffende toets

ingedrukt.

Alles wissen

(menu 8.6)

Via dit menu kunt u alle vermeldingen uit de

telefoonlijst wissen.

1. Druk op [ ] om de locaties te selecteren die u wilt

wissen.

2. Druk op <

Wissen

3. Voer het wachtwoord voor de telefoon in en druk

op <

4. Druk ter bevestiging tweemaal op <

Geheugenstatus

(menu 8.7)

Via dit menu kunt u nagaan wat de totale hoeveelheid

aan vermeldingen is die u kunt opslaan en hoeveel

vermeldingen u al in de telefoonlijst hebt opgeslagen.

SDN

(menu 8.8)

Dit menu is beschikbaar als de SIM-kaart SDN-

nummers ondersteunt. In dit menu kunt u de lijst met

SDN-nummers bekijken die door de provider zijn

toegewezen. Hierin staan ook de alarmnummers, de

nummers voor inlichtingen en de voicemailnummers.

Menuopties

Blader naar het gewenste nummer en druk op

Kies nr.

> of [ ].

Telefoonopties

(menu 9)

Via dit menu kunt u de telefoonopties aanpassen. U

kunt ook de oorspronkelijke instellingen herstellen.

Druk in de standby-stand op <

> en selecteer

Telefoonopties

om dit menu te openen.

Displayinstellingen

(menu 9.1)

Via dit menu kunt u de instellingen voor het display en

het lampje wijzigen.

Hoofddisplay

(menu 9.1.1)

U kunt de achtergrondafbeelding en de instellingen

voor de tekst- of standby-stand wijzigen.

•

Achtergrondenlijst

: een achtergrondafbeelding

selecteren.

•

Tekstweergave

: bepalen hoe de tijd en datum op

de telefoon worden weergegeven.

•

Tekstkleur

: een kleur voor de tekst selecteren.

Menustijl

(menu 9.1.2)

U kunt de stijl selecteren waarin het menu wordt

weergegeven.

Verlichting

(menu 9.1.3)

U kunt selecteren hoe lang de verlichting en het

display aan moeten blijven.

•

Verlichting aan

: selecteren hoe lang de

verlichting aan moeten blijven.

•

Verlichting uit

: selecteren hoe lang het display

gedimd blijft nadat de verlichting uit gaat. Na de

opgegeven tijd gaat het display uit.

Helderheid

(menu 9.1.4)

U kunt de helderheid van het display afstemmen op

veranderende omgevingsomstandigheden.

Standby-lampje

(menu 9.1.5)

U kunt selecteren of u het lampje wilt gebruiken. U

kunt ook selecteren in welke kleur het knippert.

Menuopties

Telefoonopties

(menu 9)

Logo provider

(menu 9.1.6)

Met dit menu kunt u instellen dat het logo in plaats

van de naam van de provider wordt weergegeven.

Begroeting

(menu 9.2)

Via dit menu kunt u de begroeting invoeren die kort

wordt weergegeven wanneer de telefoon wordt

ingeschakeld.

Eigen nummer

(menu 9.3)

Met deze functie kunt u zien wat uw eigen

telefoonnummers zijn en kunt u een naam toewijzen

aan elk van deze nummers. Wijzigingen die u hier

aanbrengt, zijn niet van invloed op de daadwerkelijke

abonneenummers op uw SIM-kaart.

Taalkeuze

(menu 9.4)

Via dit menu kunt u een van de vele talen selecteren

voor de tekst in het display.

Beveiliging

(menu 9.5)

Via dit menu kunt u de telefoon beveiligen tegen

ongeoorloofd gebruik door verschillende

toegangscodes te hanteren voor uw telefoon en SIM-

kaart.

PIN-controle

(menu 9.5.1)

Met de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer)

van vier tot acht cijfers beveiligt u de SIM-kaart tegen

gebruik door onbevoegden. Wanneer deze functie is

ingeschakeld, moet u steeds als u de telefoon aanzet,

de PIN-code invoeren.

Als u driemaal achtereenvolgens een onjuiste PIN/

PIN2-code invoert, wordt de SIM-kaart

geblokkeerd. U kunt deze blokkering opheffen door

uw PUK/PUK2-code (Personal Unblocking Key) in te

voeren. Deze codes hebt u van uw provider

gekregen.

Menuopties

PIN wijzigen

(menu 9.5.2)

Via dit menu kunt u de PIN-code wijzigen. U moet de

functie PIN-controle hebben ingeschakeld om deze

functie te kunnen gebruiken.

Toestel blokkeren

(menu 9.5.3)

Met de functie Telefoon blokkeren vergrendelt u de

telefoon zodat deze niet ongeoorloofd kan worden

gebruikt.

Wanneer deze functie is ingeschakeld, moet u steeds

als u de telefoon aanzet een wachtwoord van vier tot

acht cijfers invoeren.

Het wachtwoord is in de fabriek ingesteld op

00000000

. Ga naar het menu

Wachtwoord

om het

wachtwoord te wijzigen.

Wachtwoord

(menu 9.5.4)

Via dit menu kunt u het wachtwoord voor de telefoon

wijzigen. Het wachtwoord is in de fabriek ingesteld op

00000000

Privacy

(menu 9.5.5)

Via dit menu kunt u multimedia-informatie blokkeren,

zoals MMS-berichten, memolijst, afbeeldingen en

geluiden.

1. Druk op [ ] om de items te selecteren die u wilt

blokkeren.

2. Druk op <

> om de gemarkeerde items te

blokkeren.

3. Voer het wachtwoord voor de telefoon in en druk

op <

Voor toegang tot een geblokkeerd item, moet u het

wachtwoord van de telefoon invoeren.

SIM blokkeren

(menu 9.5.6)

Met de functie SIM blokkeren kunt u instellen dat uw

telefoon alleen werkt met de huidige SIM-kaart door

er een SIM-blokkeringscode aan toe te wijzen. U moet

de blokkeringscode voor de SIM invoeren als u een

andere SIM-kaart wilt gebruiken.

Menuopties

Telefoonopties

(menu 9)

FDN-modus

(menu 9.5.7)

Als de SIM-kaart de FDN-modus (Fixed Dial Number)

ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken

beperken tot een bepaald aantal telefoonnummers.

Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u alleen

bellen naar de nummers die in de telefoonlijst zijn

opgeslagen. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u

uw PIN2-code invoeren.

PIN2 wijzigen

(menu 9.5.8)

Als uw SIM-kaart dit ondersteunt, kunt u met de

functie PIN2 wijzigen uw huidige PIN2-code wijzigen.

Extra instellingen

(menu 9.6)

U kunt de functies voor automatische

nummerherhaling en beantwoording van oproepen in-

en uitschakelen.

•

Nr. herhalen

: maximaal tien maal proberen een

telefoonnummer opnieuw te bellen nadat dit niet

gelukt is.

•

Klepje actief

: een inkomende oproep eenvoudig

beantwoorden door de telefoon te openen.

•

Elke toets

antw.

: een inkomende oproep

beantwoorden door op een willekeurige toets te

drukken, behalve [ ] of <

Uitzetten

Wanneer deze optie is ingesteld op

UIT

, moet u op

[ ] of op <

Opnemen

> drukken om een oproep

te beantwoorden.

Toets op zijkant

(menu 9.7)

Via dit menu kunt u instellen wat de functie van de

volumetoets is wanneer u gebeld wordt.

Weiger

: hiermee kunt u oproepen weigeren door de

toets ingedrukt te houden.

Stilte

: het belvolume uitschakelen door de toets

ingedrukt te houden.

Sneltoets

(menu 9.8)

U kunt de navigatietoetsen gebruiken als sneltoetsen

om rechtstreeks vanuit de standby-stand bepaalde

menu's te openen. Via dit menu kunt u de toewijzing

van sneltoetsen aan de toets Omhoog en Omlaag

wijzigen.

1. Selecteer de toets die u als sneltoets wilt

gebruiken.

2. Ga naar het menu dat aan deze toets moet worden

toegewezen.

3. Druk op <

Kies

Reset instellingen

(menu 9.9)

Via dit menu kunt u de telefoon terugzetten in de

standaardinstellingen.

Voer een wachtwoord van vier tot acht cijfers in voor

de telefoon en druk op <

Problemen oplossen

U kunt uzelf de tijd en kosten van een onnodig telefoontje

naar een medewerker van de klantenservice besparen,

door eerst een aantal eenvoudige controles uit te voeren,

die in deze paragraaf worden besproken.

Als u de telefoon aanzet, kunnen de volgende

berichten worden weergegeven:

"Plaats SIM-kaart"

• Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is

geplaatst.

"Tst. geblokkeerd, Geef wachtwoord"

• De automatische blokkeerfunctie is ingeschakeld.

U moet het wachtwoord van de telefoon opgeven

voordat u de telefoon kunt gebruiken.

"Geef PIN"

• U gebruikt de telefoon voor het eerst. U moet de

PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer)

invoeren die u bij de SIM-kaart hebt gekregen.

Het wachtwoord is in de fabriek ingesteld op

00000000

. U kunt dit wachtwoord wijzigen.



p. 60

Problemen oplossen

• De functie PIN-controle is ingeschakeld. Telkens

wanneer u de telefoon inschakelt, moet u de PIN-

code invoeren. U kunt deze functie uitschakelen

met de menuoptie

PIN-controle

"Geef PUK"

• Er is driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code

ingevoerd. Daarom is de telefoon nu geblokkeerd.

Toets de PUK-code in die u van uw provider hebt

gekregen.

"Geen netwerk", "Netwerkfout" of "Niet

uitgevoerd" wordt weergegeven.

• De verbinding met het netwerk is verbroken. Het

kan zijn dat het signaal te zwak is waar u zich

bevindt. Probeer het opnieuw vanaf een andere

locatie.

• U probeert een functie te gebruiken waarvoor u

geen abonnement hebt bij uw provider. Neem

contact op met uw provider voor meer informatie.

U hebt een nummer ingetoetst, maar het is

niet gekozen.

• Hebt u op de toets [ ] gedrukt?

• Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?

• Misschien hebt u uitgaande oproepen geblokkeerd.

Iemand probeert u tevergeefs te bellen.

• Staat uw telefoon aan (hebt u de toets [ ] langer

dan één seconde ingedrukt gehouden)?

• Gebruikt u het juiste mobiele netwerk?

• Misschien hebt u inkomende oproepen

geblokkeerd.

Uw gesprekspartner hoort u niet.

• Is de microfoon wel ingeschakeld?

• Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond? De

microfoon bevindt zich aan de onderzijde van de

telefoon.

Problemen oplossen

De telefoon begint te piepen en het bericht

"**Waarschuwing** Batterij bijna leeg"

knippert op het display.

• De batterij is niet voldoende opgeladen. Laad de

batterij op.

De geluidskwaliteit van de oproep is slecht.

• Controleer de signaalsterkte-indicator op het

display ( ): hoe meer staafjes er worden

weergegeven, des te sterker is het signaal (van

sterk ( ) tot zwak ( ).

• Ga wat dichter bij het raam staan als u zich in een

gebouw bevindt of houd de telefoon anders vast.

Wanneer u een nummer uit Contacten kiest,

wordt er geen nummer gebeld.

• Controleer in de lijst Contacten of het nummer op

de juiste wijze is opgeslagen.

• Sla het nummer zo nodig opnieuw op.

Mocht u het probleem aan de hand van de

bovenstaande richtlijnen niet kunnen

oplossen, dan kunt u contact opnemen met uw

leverancier of de klantenservice van Samsung.

Zorg ervoor dat u de volgende gegevens bij de

hand hebt:

• Het typenummer en het serienummer van de

telefoon

• Uw garantie-informatie

• Een duidelijke beschrijving van het probleem

Neem vervolgens contact op met uw leverancier of de

klantenservice van Samsung.

Informatie met betrekking tot

gezondheid en veiligheid

SAR-certificeringsinformatie

Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de Europese

Unie (EU) met betrekking tot blootstelling aan

radiogolven.

De mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen. De

telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat de

limieten die door de EU zijn vastgesteld voor blootstelling

aan radiogolven, niet worden overschreden. Deze limieten

maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en geven aan

welke niveaus van radiogolven (radiofrequentie-energie)

zijn toegestaan en geen gevaar opleveren voor de

volksgezondheid. De richtlijnen zijn vastgesteld door

onafhankelijke wetenschappelijke organisaties op basis

van periodiek uitgevoerd en grondig geëvalueerd

wetenschappelijk onderzoek. De vastgestelde limieten

kennen een aanzienlijke veiligheidsmarge om de veiligheid

van iedereen, ongeacht leeftijd en gezondheidstoestand,

te kunnen garanderen.

De blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt

uitgedrukt in SAR (Specific Absorption Rate). De door de

EU aanbevolen SAR-limiet is 2,0 W/kg.

De hoogste SAR-waarde voor dit type telefoon was

0,679 W/kg.

De SAR-tests worden uitgevoerd onder normale

gebruiksomstandigheden waarbij de telefoon met

maximale signaalsterkte op alle geteste frequentiebanden

uitzendt. Hoewel de SAR-waarde is vastgesteld op basis

van de maximale signaalsterkte, kan het feitelijke SAR-

niveau bij gebruik van de telefoon ver onder deze norm

liggen. De telefoon werkt namelijk met verschillende

signaalsterkten en gebruikt nooit meer dan de sterkte die

nodig is om het netwerk te kunnen bereiken. Over het

algemeen geldt dat hoe dichter u in de buurt van een

basisstation bent, hoe lager de signaalsterkte van de

telefoon is.

* De SAR-limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik is

2,0 watt/kilogram (W/kg) als gemiddelde per tien gram

lichaamsweefsel. In deze limiet is als extra zekerheid een aan-

zienlijke veiligheidsmarge ingebouwd waarbij ook rekening is

gehouden met eventuele meetafwijkingen. SAR-waarden kun-

nen variëren, afhankelijk van de nationale rapportagevereisten

en de netwerkband.

Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid

Voordat een nieuw type telefoon mag worden verkocht,

moet worden aangetoond dat de telefoon voldoet aan de

Europese R&TTE-richtlijn. Een van de belangrijkste

voorwaarden die in deze richtlijn worden gesteld, is de

bescherming van de gezondheid en veiligheid van de

gebruiker en alle andere personen.

Voorschriften voor het gebruik van

batterijen

• Gebruik nooit batterijen of opladers die beschadigd

zijn.

• Gebruik de batterij alleen op de voorgeschreven

manier.

• Als u de telefoon dicht bij het basisstation van een

netwerk gebruikt, wordt er minder stroom verbruikt.

De standby- en beltijd is sterk afhankelijk van de

signaalsterkte van het mobiele netwerk en van de

parameters die door de provider zijn ingesteld.

• De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de

resterende batterijlading en het gebruikte type batterij

en oplader. De batterij kan honderden keren worden

opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd gaat

de kwaliteit van de batterij achteruit.

Als de gebruikstijd (standby- en beltijd) steeds korter

wordt, is het tijd om een nieuwe batterij te kopen.

• Een volledig opgeladen batterij die niet wordt

gebruikt, wordt na verloop van tijd automatisch

ontladen.

• Gebruik alleen batterijen en opladers die door

Samsung zijn goedgekeurd. Als u de oplader niet

gebruikt, moet u de stekker uit het stopcontact halen.

Sluit de batterij niet langer dan een week op een

oplader aan. Een batterij die wordt overladen, gaat

minder lang mee.

• Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed

op de laadcapaciteit van de batterij. Het kan nodig zijn

de batterij eerst te laten afkoelen of opwarmen.

• Leg de batterij niet in een zeer warme of koude

ruimte, bijvoorbeeld in de auto bij extreem zomer- of

winterweer, om te voorkomen dat de capaciteit en

levensduur van de batterij verminderen. Probeer de

batterij altijd op kamertemperatuur te houden. Het

kan zijn dat een telefoon met een zeer warme of

koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij

volledig is opgeladen. Li-ion-batterijen werken met

name niet goed bij temperaturen onder de 0 °C

(32 °F).

Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid

• Voorkom kortsluiting in de batterij. Er kan kortsluiting

ontstaan wanneer een metalen voorwerp, zoals een

muntstuk, paperclip of pen, ervoor zorgt dat de + en –

polen van de batterij (de metalen strips op de batterij)

direct contact maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren

wanneer u een reservebatterij in uw jaszak of tas

bewaart. Door kortsluiting kan de batterij (maar ook

het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt)

beschadigd raken.

• Lever oude batterijen in bij een inzamelpunt voor

batterijen. Gooi ze nooit bij het gewone afval en gooi

ze niet in het vuur.

Verkeersveiligheid

Met een mobiele telefoon hebt u de mogelijkheid om bijna

overal en altijd mondeling te communiceren. Dit grote

voordeel brengt echter ook een belangrijke

verantwoordelijkheid met zich mee, een

verantwoordelijkheid

die iedereen moet nemen.

Als u autorijdt, is het besturen van de auto uw eerste

verantwoordelijkheid. Het niet-handsfree bellen tijdens

het autorijden is dan ook in veel landen verboden. Houd u

aan de speciale voorschriften die gelden in het betreffende

gebied of land, als u de mobiele telefoon tijdens het rijden

wilt gebruiken.

Gebruiksomgeving

Houd u altijd aan speciale voorschriften en schakel de

telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon

niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren.

Wanneer u de telefoon of een van de accessoires op een

ander apparaat wilt aansluiten, moet u de

veiligheidsvoorschriften in de gebruiksaanwijzing bij dat

apparaat nalezen. Gebruik alleen compatibele producten.

Evenals voor andere mobiele apparaten die radiosignalen

uitzenden, geldt dat u deze telefoon voor een juiste

werking en voor uw persoonlijke veiligheid alleen in de

normale stand mag gebruiken (tegen uw oor, waarbij de

antenne over uw schouder wijst).

Elektronische apparatuur

De meeste moderne elektronische apparaten zijn

afgeschermd tegen radiosignalen. Er kunnen echter

apparaten zijn die niet zijn afgeschermd tegen de

radiosignalen van uw mobiele telefoon. Neem in dergelijke

gevallen contact op met de fabrikant voor een andere

oplossing.

Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid

Pacemakers

Fabrikanten van pacemakers adviseren om tussen een

mobiele telefoon en een pacemaker een afstand van

minimaal 15 cm aan te houden om storingen in de

pacemaker te voorkomen. Deze aanbeveling stemt

overeen met onafhankelijk onderzoek en aanbevelingen

van Wireless Technology Research. Als u ook maar een

vermoeden hebt dat er storingen optreden, moet u de

telefoon onmiddellijk uitzetten.

Gehoorapparaten

Sommige digitale mobiele telefoons veroorzaken storingen

in bepaalde gehoorapparaten. Als dit gebeurt, adviseren

wij u contact op te nemen met de fabrikant van uw

gehoorapparaat voor een andere oplossing.

Andere medische apparaten

Als u een ander medisch apparaat of hulpmiddel gebruikt,

neemt u contact op met de fabrikant van dat apparaat om

na te gaan of het afdoende afgeschermd is tegen externe

radiosignalen.

U kunt ook uw huisarts of specialist om advies vragen.

Schakel de telefoon uit in zorginstellingen waar het

gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan.

Voertuigen

Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist

geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde elektronische

systemen in motorvoertuigen. Neem hierover contact op

met de fabrikant of dealer van uw auto.

Neem ook contact op met de fabrikant van de apparatuur

die in uw auto is geïnstalleerd.

Verbod op mobiel bellen

Schakel de telefoon altijd uit op locaties waar is

aangegeven dat het gebruik van mobiele telefoons niet

toegestaan is.

Omgevingen met explosiegevaar

Schakel de telefoon uit in een omgeving met

explosiegevaar en houd u aan alle voorschriften en

instructies. Vonken kunnen in een dergelijke omgeving

een explosie of brand veroorzaken met lichamelijk letsel of

zelfs de dood tot gevolg.

Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid

Het wordt aangeraden de telefoon uit te schakelen bij een

tankstation. Houd u aan de voorschriften met betrekking

tot het gebruik van radioapparatuur in brandstofdepots

(zowel voor opslag als distributie), chemische fabrieken en

plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt.

Het wordt niet altijd duidelijk aangegeven of er

explosiegevaar is in een bepaalde omgeving. Denk

bijvoorbeeld aan het benedendek van een schip, op- en

overslaglocaties voor chemicaliën, voertuigen die op LPG

rijden, omgevingen waar chemicaliën of kleine deeltjes in

de lucht zitten, zoals kruitkorrels, stof of metaalpoeder, en

elk ander gebied waar u normaal gesproken de motor van

uw voertuig moet uitzetten.

Alarmnummer bellen

Evenals elke andere mobiele telefoon maakt deze telefoon

gebruik van radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en

door de gebruiker ingestelde functies. Het is dan ook niet

vanzelfsprekend dat u onder alle omstandigheden

verbinding kunt krijgen. Vertrouw daarom voor essentiële

communicatie, zoals voor medische noodgevallen, nooit

alleen op uw mobiele telefoon.

U kunt alleen bellen of gebeld worden als de telefoon is

ingeschakeld en u zich in een servicegebied met

voldoende signaalsterkte bevindt. Het kan zijn dat het

bellen van een alarmnummer niet in alle mobiele

netwerken mogelijk is of niet mogelijk is wanneer

bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties zijn

ingeschakeld. U kunt dit navragen bij uw provider.

Zo belt u een alarmnummer:

1. Zet de telefoon aan als dat nog niet het geval is.

2. Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel

alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land

verschillen.

3. Druk op de toets [ ].

Als bepaalde functies zijn ingeschakeld, zoals het

blokkeren van gesprekken, moet u deze functies

misschien uitschakelen voordat u het alarmnummer kunt

bellen. Raadpleeg hiervoor deze handleiding of neem

contact op met uw provider.

Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid

Overige belangrijke veiligheidsinformatie

• Laat de telefoon alleen door gekwalificeerde technici

repareren of in een voertuig installeren. Onjuiste

installatie of reparatie kan gevaar opleveren en kan

ertoe leiden dat de garantie op de telefoon komt te

vervallen.

• Controleer regelmatig of de telefoonapparatuur in uw

auto goed is gemonteerd en naar behoren werkt.

• Bewaar of vervoer brandbare vloeistoffen en gassen

en explosief materiaal niet in dezelfde ruimte als de

telefoon of de onderdelen of accessoires van de

telefoon.

• Als er een airbag in uw voertuig zit, moet u er

rekening mee houden dat deze met flink veel kracht

wordt opgeblazen. Plaats geen voorwerpen, dus ook

niet de gemonteerde of draagbare telefoonapparatuur,

in de ruimte rond de airbag of daar waar de airbag zal

uitklappen. Als draadloze apparatuur niet op de juiste

manier is geïnstalleerd, kan het opblazen van de

airbag ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.

• Schakel de telefoon uit voordat u in een vliegtuig

stapt. Het gebruik van een mobiele telefoon in een

vliegtuig kan gevaarlijk zijn voor de besturing van het

vliegtuig en is daarom verboden.

• Als u zich niet aan deze voorschriften houdt, kan u het

gebruik van mobiele diensten tijdelijk of permanent

worden ontzegd en kunt u strafrechtelijk worden

vervolgd.

Verzorging en onderhoud

De telefoon is een kwaliteitsproduct dat met vakmanschap

is gemaakt en voorzichtig behandeld moet worden. Als u

de volgende aanbevelingen opvolgt, wordt er aan de

garantievoorwaarden voldaan en kunt u vele jaren plezier

hebben van dit product.

• Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en

accessoires buiten het bereik van kleine kinderen.

• Houd de telefoon droog. Regen, vocht en vloeistoffen

bevatten mineralen die de elektronica aantasten.

• Raak de telefoon niet met natte handen aan. Hierdoor

kunt u namelijk een elektrische schok krijgen. Ook kan

de telefoon beschadigd raken.

• Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige,

vieze ruimte, aangezien de bewegende onderdelen

dan beschadigd kunnen raken.

Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid

• Bewaar de telefoon niet in een extreem warme ruimte.

Door de hoge temperatuur gaan elektronische

apparaten minder lang mee, kunnen batterijen

beschadigd raken en kan het plastic kromtrekken of

smelten.

• Bewaar de telefoon niet in een koude ruimte. Bij

verplaatsing naar een warmere omgeving kan zich

condens in de telefoon vormen, waardoor de

elektronische componenten van de telefoon

beschadigd kunnen raken.

• Zorg dat u de telefoon niet laat vallen of ergens tegen

aan stoot. Als u ruw met de telefoon omgaat, kunnen

de interne onderdelen beschadigd raken.

• Maak de telefoon niet schoon met bijtende

schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een

zachte doek gedrenkt in een sopje van water en

zachte zeep.

• Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de

bewegende onderdelen van het apparaat verstopt

raken waardoor de telefoon niet meer goed werkt.

• Leg de telefoon niet in of op verwarmingsapparaten,

zoals een magnetron, fornuis of radiator. De telefoon

kan oververhit raken en ontploffen.

• Gebruik alleen de meegeleverde of een andere

goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde antennes

of aangepaste accessoires kunnen de telefoon

beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon niet meer

voldoet aan de wettelijke bepalingen omtrent

radioapparatuur.

• Als de telefoon, de batterij, de oplader of een van de

accessoires niet goed werkt, gaat u ermee naar het

dichtstbijzijnde geautoriseerde servicecentrum. Daar

zal men u van advies dienen en indien nodig voor

reparatie zorgen.

Index

Aan- en uitzetten

microfoon • 24

telefoon • 8

ABC-stand, tekstinvoer • 19

Afbeeldingen, gedownload • 47

Alarm • 50

Alarmnummer bellen • 69

Amusement • 43

Andere tonen 34

Antwoorden met elke toets •

Bandkeuze • 32

Batterij

bijna leeg, indicator • 8

opladen • 7

Batterij bijna leeg, indicator • 8

Beantwoorden

oproep • 23

tweede oproep • 25

Begroeting • 59

Bel

toon • 32

volume • 32

Belsignaal • 32, 33

Berichten

begroeting • 59

info • 42

MMS • 37

SMS • 34

voicemail • 42

web • 42

Berichtsignaal • 33

Beveiliging, oproepen • 59

Blokkeren

SIM-kaart • 60

telefoon • 60

Browser, WAP • 43

Componeren, melodie • 48

Display

indeling • 10

instellingen • 58

DTMF-tonen verzenden • 25

Eigen nummer • 59

FDN-modus (Fixed Dial

Number) • 61

Geheugenstatus

berichten • 43

gedownloade items • 48

telefoonlijst • 57

Geluiden, gedownload • 47

Geluidopties • 32

Gemiste oproepen • 27

Gesprektellers • 28

Gezondheid en veiligheid • 65

Herhalen

automatisch • 61

handmatig • 22

Infoberichten • 42

Internationale gesprekken • 22

Internet • 43

Klepsignaal • 33

Kostentellers • 28

Laatste nummer herhalen • 22

Melodiebewerker • 48

Minutenteller • 34

MMS-berichten

bekijken • 39

Instellingen • 40

maken/verzenden • 37

wissen • 40

Multiparty-gesprekken • 26

Namen

invoeren • 19

zoeken • 55

Netwerk kiezen • 30

Netwerkdiensten • 29

Nr.weergave 31

Nummer

kiezen/zoeken • 22

opslaan • 55

Nummer herhalen • 61

Ontvangen oproepen • 27

Ontvangen, berichten

SMS • 35

Ontvangstbevestiging, bericht

• 40

Opnemen

spraakmemo's • 53

Oproepen

Index

beantwoorden • 23

in de wacht zetten • 24

nummer herhalen • 22

weigeren • 23

wisselgesprek • 30

Oproepenlijst

gemist • 27

ontvangen • 27

uitgaand • 27

Organizer • 50

PIN2-code wijzigen • 61

PIN-code

blokkeren • 59

wijzigen • 60

Postvak IN, berichten

MMS • 39

Postvak UIT, berichten

MMS • 39

Privacy • 60

Rekenmachine • 52

SDN (Service Dialling Num-

bers) • 57

SIM-kaart

blokkeren • 60

plaatsen • 7

SMS-berichten

bekijken • 35

maken/verzenden • 34

Spelletjes • 46

Spraakmemo's

opnemen • 53

Standaardberichten

MMS • 40

SMS • 36

Symbolen, beschrijving • 10

Taal selecteren • 59

Tekens invoeren • 19

Tekst invoeren • 19

Tekstinvoerstand wijzigen • 19

Telefonisch vergaderen • 26

Telefoon

aan- en uitzetten • 8

behandeling en onder-

houd • 70

blokkeren • 60

display • 10

instellingen terugzetten •

symbolen • 10

uitpakken • 6

Telefoonlijst

kopiëren • 55

opties • 55

verkort kiezen • 56

wijzigen • 55

wissen • 57

Terugzetten, telefooninstel-

lingen • 62

Toetsen, beschrijving • 9

Toetstonen

inschakelen • 25

instelling • 33

Toon

andere • 34

beltoon • 32

bericht • 33

in-/uitschakelen • 33

toetsen • 33

verbinding • 34

Toon bij in-/uitschakelen • 33

Uitgaande oproepen • 27

Uitzetten

microfoon • 24

toetstonen • 25

Veiligheid

informatie • 65

voorschriften • 3

Verbindingstoon • 34

Verkeersveiligheid • 67

Verkort kiezen • 56

Verlichtingstijd instellen • 58

Verzonden berichten

MMS • 39

SMS • 35

Voicemail • 42

Voicemailserver • 42

Wachtstand, gesprek • 24

Wachtwoord

blokkeren • 30

telefoon • 60

WAP-browser

cache wissen • 46

favorieten • 45

toegang • 43

Wereldtijd • 50

Wisselgesprek • 30

Index

Wissen

MMS • 39, 40

oproepenlijst • 27

SMS • 35

telefoonlijst • 57

Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn)

Het volgende product:

GSM900/GSM1800/GSM1900 Triband digitale draagbare

mobiele telefoon

(Productbeschrijving)

SGH-X480

(Typenaam)

Gefabriceerd door:

- Samsung Electronics Co., Ltd, 94-1 Imsu-Dong, Gumi City, Kyung Buk, Korea, 730-350

(naam en adres van fabrikant

)

waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende standaarden en/of andere

normatieve documenten.

Veiligheid : EN 60950-1:2001

EMC : EN 301 489-01 v1.4.1 (2002-08)

EN 301 489-07 v1.2.1 (2002-08)

SAR : EN 50360:2001

EN 50361:2001

Netwerk : EN 301 511 v9.0.2 (2003-03)

Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat] bovengenoemd

product voldoet aan alle essentiële eisen die er in Richtlijn 1999/5/EC aan worden gesteld.

De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in Artikel 10 en die wordt

beschreven in Bijlage [IV] van Richtlijn 1999/5/EC is uitgevoerd in samenwerking met de

volgende aangemelde instantie(s):

BABT, Claremont House, 34 Molesey Road,

Walton-on-Thames, KT12 4RQ, UK

Kenmerk: 0168

Samsung Electronics Euro QA Lab.

De technische documentatie wordt beheerd door:

Samsung Electronics Euro QA Lab.

Blackbushe Business Park, Saxony Way,

Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK

2005. 02. 05

Yong-Sang Park / verkoopmanager

(plaats en datum van uitgifte) (naam en handtekening van bevoegde persoon)

en wordt op verzoek ter beschikking gesteld.

(Vertegenwoordiging in de EU)

* Dit is niet het adres van het Samsung Service Centre. Zie de garantiekaart of neem contact op met de winkel waar u

de telefoon hebt aangeschaft voor het adres van het Samsung Service Centre.

Documenttranscriptie

* Mogelijk is niet alle informatie in deze gebruiksaanwijzing van toepassing op uw telefoon. Dit hangt af van welke software is geïnstalleerd en welke provider u hebt. Drukfouten voorbehouden. World Wide Web http://www.samsungmobile.com Printed in Korea Code No.:GH68-06646A Dutch. 03/2005. Rev 1.0 SGH-X480 Gebruiksaanwijzing Verkeersveiligheid voor alles Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden. Parkeer eerst de auto. Uitschakelen bij het tanken Belangrijke veiligheidsinformatie Het niet opvolgen van deze richtlijnen kan tot gevaarlijke situaties leiden en kan in strijd met de wet zijn. Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de buurt van brandstoffen of chemicaliën. Uitschakelen in een vliegtuig Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische systemen veroorzaken. Het gebruik ervan in vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan. Uitschakelen in de nabijheid van medische apparatuur In ziekenhuizen en andere zorginstellingen wordt vaak apparatuur gebruikt die niet bestand is tegen externe radiosignalen. Houd u aan alle geldende regels of voorschriften. Storingen De telefoon buiten het bereik van kleine kinderen houden Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. Speciale voorschriften Accessoires en batterijen Houd u aan speciale voorschriften en zet de telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires en batterijen. Het gebruik van nietgoedgekeurde accessoires kan de telefoon beschadigen en kan gevaarlijk zijn. Waterbestendigheid De telefoon is niet waterbestendig. Zorg ervoor dat de telefoon droog blijft. Stand van de telefoon Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de telefoon is ingeschakeld. Alarmnummer bellen Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer) en druk op de toets [ ]. Belangrijke veiligheids-informatie De werking van een mobiele telefoon kan worden verstoord door de radiosignalen van andere apparatuur. • De telefoon kan ontploffen als de batterij wordt vervangen door een onjuist type. • Volg bij het verwijderen van oude batterijen de aanwijzingen van de fabrikant op. Deskundige technische service Laat het onderhoud van de telefoon altijd over aan gekwalificeerde technici. Zie "Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid" op pagina 65 voor meer informatie over veiligheid. 1 Deze handleiding In deze gebruikershandleiding vindt u beknopte informatie over het gebruik van uw telefoon. Raadpleeg "Aan de slag" en "Meer dan bellen alleen" als u snel de basiskennis over uw telefoon wilt opdoen. <functietoets>Een functietoets, waarvan de functie in het scherm van de telefoon wordt weergegeven. Bijvoorbeeld <Menu>. • In deze handleiding worden de volgende instructiesymbolen gebruikt: De volgende informatie heeft betrekking op de veiligheid of de functies van de telefoon. Neem deze informatie zorgvuldig door. Op de pagina waarnaar wordt verwezen, vindt u meer informatie. → U moet op de navigatietoetsen drukken om naar de betreffende optie te gaan en deze te selecteren. [naam toets] Een toets op de telefoon. Bijvoorbeeld [ ]. 2 Tri-band-netwerken U kunt uw telefoon wereldwijd gebruiken op de GSM-banden 900/1800 en 1900 Mhz. Speciale functies op uw telefoon • Simpele en compacte vormgeving met Intenne Met de krachtige Intenne-technologie van Samsung verkrijgt u de beste belkwaliteit zonder een onhandige externe antenne. • • WAP-browser Draadloze toegang tot het web en tot diverse diensten en actuele informatie. • Melodiebewerker Uw eigen melodieën componeren en deze als beltoon instellen. • Agenda en actielijst Uw dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse planningen en taken bijhouden. • Opnameapparaat Memo's of geluiden opnemen. • Java Geïntegreerde spelletjes op Java™-basis spelen en nieuwe downloaden. Telefoonlijst U kunt maar liefst 2000 telefoonnummers opslaan. MMS (Multimedia Message Service) MMS-berichten met een combinatie van tekst, afbeeldingen en geluiden verzenden en ontvangen. Speciale functies op uw telefoon • 3 Inhoud Uitpakken 6 Controleer of u alles hebt De telefoon 6 Tekst invoeren 19 ABC-, T9-, cijfer- en symboolstand 7 Menuopties De telefoon gebruiksklaar maken ............................. 7 De telefoon aan- en uitzetten .................................. 8 Toetsen en display ................................................. 9 Toegang tot menufuncties ..................................... 11 De telefoon aan uw wensen aanpassen ................... 12 Bellen en oproepen beantwoorden.......................... 13 Een overzicht van alle menuopties 14 Aan de slag met WAP, Melodiebewerker, berichten en andere speciale functies Surfen met WAP .................................................. 14 22 Uitgebreide belfuncties De eerste stappen bij de bediening van de telefoon Meer dan bellen alleen 4 14 15 17 18 Telefoneren Toetsen, functies en locaties Aan de slag De telefoonlijst gebruiken...................................... Berichten verzenden ............................................. Berichten bekijken................................................ Melodieën componeren ......................................... Problemen oplossen 27 62 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid 65 Index 72 Overzicht van de menuopties Druk in de standby-stand op <Menu> voor toegang tot de menustand. 1 SIM AT p. 27 2 2 Oproepenlijst p. 27 1 2 3 4 5 6 p. p. p. p. p. p. Gemist Ontvangen Uitgaand Alles wissen Gesprektellers Kostentellers* 27 27 27 27 28 28 3 Netwerkdiensten p. 29 1 2 3 4 5 6 7 p. p. p. p. p. p. p. Doorschakelen Blokkeren Wisselgesprek Netwerk kiezen Nr.weergave Gebr.groepen Bandkeuze 29 30 30 30 31 31 32 4 Geluidopties p. 32 1 2 3 4 5 6 7 Beltoon Belvolume Type belsignaal Toetstoon Berichtsignaal Toon klepje Toon bij in-/ uitschakelen 8 Waarschuwing bij oproep 9 Andere tonen p. p. p. p. p. p. 5 Berichten p. 34 1 2 3 4 5 6 7 p. p. p. p. p. p. p. Tekstberichten Multimediaberichten Serverberichten Alles wissen Voicemail Infoberichten Geheugenstatus 32 32 32 33 33 33 p. 33 p. 33 p. 34 34 37 42 42 42 42 43 6 Amusement p. 43 1 2 3 4 5 6 7 p. p. p. p. p. p. p. WAP-browser Spelletjes Geluiden Afbeeldingen Alles wissen Geheugenstatus Melodiebewerker 43 46 47 47 47 48 48 7 Organizer p. 50 1 2 3 4 5 6 7 p. p. p. p. p. p. p. Alarm Agenda Tijd en datum Rekenmachine Actielijst Spraakmemo Valutabeurs 50 51 52 52 52 53 54 8 Telefoonlijst p. 54 1 2 3 4 5 6 7 8 p. p. p. p. p. p. p. p. Zoek Contact toevoegen Groep zoeken Groep wijzigen Verkort kiezen Alles wissen Geheugenstatus SDN* 55 55 56 56 56 57 57 57 9 Telefoonopties p. 58 1 2 3 4 5 6 7 8 9 p. p. p. p. p. p. p. p. p. Displayinstellingen Begroeting Eigen nummer Taalkeuze Beveiliging Extra instellingen Toets op zijkant Sneltoets Reset instellingen 58 59 59 59 59 61 61 62 62 *Deze optie wordt alleen weergegeven als deze door de SIM-kaart wordt ondersteund. 5 Uitpakken De telefoon Controleer of u alles hebt Toetsen, functies en locaties Luidspreker Telefoon Display Reisadapter Navigatietoetsen (Omhoog/Omlaag/ Links/Rechts) Batterij Gebruikershandleiding Verschillende accessoires zijn verkrijgbaar bij een Samsung-verkooppunt bij u in de buurt. Welke onderdelen en accessoires bij de telefoon worden geleverd en welke bij een Samsungverkooppunt verkrijgbaar zijn, kan per land en serviceprovider verschillen. 6 Aansluiting hoofdtelefoon Linker-functietoets Volumetoetsen Nummer kiezen Toetsen voor speciale functies WAP-toegangstoets/ bevestigingstoets Rechterfunctietoets Aan/uit/menu afsluiten Annuleren/corrigeren Alfanumerieke toetsen Microfoon Aan de slag 3 Plaats de batterij. 5 Steek het netsnoer van de adapter in een gewoon stopcontact. 6 Wanneer de telefoon helemaal is opgeladen (het batterijsymbool knippert niet meer), haalt u het snoer van de adapter uit het stopcontact. 4 Sluit de reisadapter aan op de telefoon. De eerste stappen bij de bediening van de telefoon SIM-kaartgegevens Wanneer u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaart (Subscriber Identity Module). Hierop zijn uw abonnementsgegevens (PIN-code, beschikbare extra diensten, en dergelijke) opgeslagen. De telefoon gebruiksklaar maken 1 Haal de batterij van de telefoon. . ➀ 2 Plaats de SIM-kaart. ➁ Als de telefoon al aan staat, moet u deze eerst uitschakelen door [ ] ingedrukt te houden. Zorg dat de goudkleurige contactpunten op de kaart naar de telefoon gericht zijn. 7 Aan de slag 7 Haal de adapter los van de telefoon. De telefoon aan- en uitzetten Telefoon aanzetten ➀ ➁ ➀ Indicator batterij bijna leeg Wanneer de batterij bijna leeg is: • hoort u een waarschuwingstoon, • wordt een melding gegeven dat de batterij bijna leeg is en • knippert het symbool voor een lege batterij [ ]. Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld. Laad de batterij op. 8 Zet de telefoon niet aan op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is. Telefoon uitzetten 1. Open de telefoon. 2. Houd [ ] ingedrukt om de telefoon aan te zetten. 3. Voer indien nodig de PIN-code in en druk op <OK>. 1. Open de telefoon. 2. Houd [ ] ingedrukt. Toetsen en display Toets(en) Beschrijving Toets(en) Beschrijving Een gesprek beëindigen. Ingedrukt houden om de telefoon aan en uit te zetten. In de menustand: invoer annuleren en teruggaan naar de standby-stand. In de standby-stand de volgende menu's openen. • Omhoog/Omlaag: uw favoriete menuoptiep. 62 • Links: Tekstberichten • Rechts: Beltoon In de menustand: door alle menuopties bladeren. Cijfers, letters en speciale tekens invoeren. In de standby-stand: [1] ingedrukt houden voor toegang tot uw voicemail. In de standby-stand: de WAP-browser (Wireless Application Protocol) starten. In de menustand: de gemarkeerde menuoptie selecteren. Zelf bellen of een oproep beantwoorden. In de standby-stand: het laatste nummer weergeven dat u hebt gebeld of waarvan u een oproep hebt gemist of ontvangen. Aan de slag Tekens uit het display wissen. In de menustand: teruggaan naar het vorige menuniveau. De actie uitvoeren die onderin het display wordt aangegeven. Speciale tekens invoeren. In de standby-stand: [ ] ingedrukt houden om de stille modus in of uit te schakelen. (links) Het volume aanpassen van verschillende geluiden voor de telefoon. In de standby-stand: het toetsvolume aanpassen. In de menustand: door menuopties bladeren. 9 Aan de slag Display Indeling Symbolen Het display bestaat uit de volgende drie gedeelten. Symbolen hier worden diverse symbolen weergegeven. Tekst en afbeeldingen hier worden berichten, instructies en ingevoerde informatie weergegeven. Menu Namen Functietoetsindicatoren hier worden de functies weergegeven die op dat moment aan de twee functietoetsen zijn toegewezen. Ontvangen signaalsterkte In gesprek Buiten bereik van uw servicegebied; u kunt geen oproepen verzenden of ontvangen Doorschakelfunctie is geactiveerd p. 30 GPRS-netwerk Roaming Nieuw tekstbericht Nieuw voicemailbericht Nieuw multimediabericht Alarm ingesteld Microfoon is uitgeschakeld p. 24 Stille modus of trilfunctie is ingeschakeldp. 12, p. 32 Batterijsterkte 10 Toegang tot menufuncties De functie van de functietoetsen hangt af van de context waarin ze worden gebruikt. Onderin het display ziet u welke functie de toets op dat moment vervult. Menu Met de linkerfunctietoets gaat u naar de Menu-stand. 1. Druk op de betreffende functietoets. Aan de slag De functietoetsen gebruiken Een optie selecteren 2. Druk op de navigatietoetsen om naar de vorige of volgende optie te gaan. 3. Druk op <Kies> of op [ ] om de weergegeven functie of de gemarkeerde optie te bevestigen. Namen 4. Als u wilt afsluiten, kiest u een van de volgende methoden: • Druk op < > of op [C] om één niveau omhoog te gaan. • Druk op [ ] om terug te keren naar de standbystand. Met de rechterfunctietoets gaat u naar het menu Telefoonlijst. Sneltoetsen gebruiken Druk op de cijfertoets die overeenkomt met de gewenste optie. 11 Aan de slag De telefoon aan uw wensen aanpassen Displaytaal 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Telefoonopties → Taalkeuze. Achtergrond standby-stand (vervolg) 2. Selecteer een afbeelding. 3. Ga naar de gewenste afbeelding. 4. Druk op <Kies>. 2. Selecteer een taal. Belmelodie 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Geluidopties → Beltoon. Overschakelen naar de stille modus U kunt de telefoon in de stille modus zetten om te voorkomen dat u mensen stoort met het geluid van uw telefoon. Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt. Telefoonblokkering U kunt de telefoon met een wachtwoord beschermen tegen ongeoorloofd gebruik. 2. Selecteer een belmelodie. Achtergrond standby-stand 12 U kunt een achtergrond instellen voor het standby-scherm. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Telefoonopties → Displayinstellingen → Hoofddisplay → Achtergrondenlijst. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Telefoonopties → Beveiliging → Wachtwoord. 2. Voer het standaardwachtwoord, "00000000", in en druk op <OK>. 3. Voer een nieuw wachtwoord van vier tot acht cijfers in en druk op <OK>. 4. Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in en druk op <OK>. 5. Selecteer Toestel blokkeren. 6. Selecteer Activeren. Bellen en oproepen beantwoorden Een gesprek tot 1. Voer een netnummer en abonneenummer in. stand brengen 2. Druk op [ ]. 3. U kunt het gesprek beëindigen door op [ ] te drukken. Een oproep beantwoorden 1. Druk wanneer de telefoon overgaat op [ ]. Het volume bijstellen tijdens een gesprek Druk op [ / ]. 7. Voer het wachtwoord in en druk op <OK>. Aan de slag Telefoonblokkering (vervolg) 2. U kunt het gesprek beëindigen door op [ ] te drukken. 13 Meer dan bellen alleen • Navigeren met de browser • (vervolg) Aan de slag met WAP, Melodiebewerker, berichten en andere speciale functies Surfen met WAP Met een ingebouwde WAP-browser (Wireless Access Protocol) krijgt u gemakkelijk toegang tot het draadloze web en kunt u een groot aantal verschillende actuele diensten en informatie opvragen en handig materiaal van websites downloaden. De browser starten Druk in de standby-stand op [ ]. De telefoonlijst gebruiken \ Een nummer toevoegen Aan het telefoongeheugen 1. Voer in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op <Opslaan>. 2. Selecteer een type nummer. Navigeren met • de browser • • 14 Druk op [C] om terug te gaan naar de vorige pagina. Druk op <Menu> en selecteer Startpagina openen om terug te gaan naar de startpagina. Druk op <Menu> voor toegang tot de browseropties. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de browseropties te lopen. Druk op [ ] om een optie te selecteren. 3. Selecteer Telefoon. 4. Voer een naam in en druk op <OK>. 5. Druk op <OK> om de vermelding op te slaan. Aan de SIM-kaart 1. Voer in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op <Opslaan>. 2. Selecteer een type nummer. Een tekstbericht (SMS) verzenden 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten → Tekstberichten → Nieuw. 3. Selecteer SIM. 2. Voer de berichttekst in. 4. Voer een naam in en druk op <OK>. 3. Druk op <Opties> en selecteer Verz.+Opslaan of Verzenden. 5. Druk op <OK> om de vermelding op te slaan. Een nummer opzoeken Berichten verzenden 1. Druk in de standby-stand op <Namen> en selecteer Zoek. 2. Selecteer een vermelding. Meer dan bellen alleen Een nummer toevoegen (vervolg) 4. Als u Verz.+Opslaan hebt geselecteerd, moet u een geheugenplaats selecteren. 5. Voer een locatienummer in en druk op <OK>. 3. Selecteer een nummer. 4. Druk op [ ] om het nummer te bellen of op <Opties> voor toegang tot de opties. 15 Meer dan bellen alleen Een multimediabericht verzenden (MMS) 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten → Multimediaberichten → Nieuw. 2. Voer het onderwerp van het bericht in en druk op <Volgend>. 3. Selecteer Hier toevoegen en plaats de inhoud in het bericht. 4. Druk zodra u klaar bent op <Opties> en selecteer Verzenden. 5. Selecteer een type bestemming. 6. Selecteer een van de volgende opties: Telefoonnummer, E-mail of Telefoonlijst. 16 Een multimediabericht verzenden (MMS) (vervolg) 7. Voer het nummer van een bestemming of een e-mailadres in, of selecteer een nummer in de telefoonlijst en druk op <OK>. 8. Als u nog meer bestemmingen wilt toevoegen, selecteert u Bestemming toevoegen en herhaalt u deze procedure vanaf stap 6. 9. Als u bestemmingen van een ander type wilt toevoegen, drukt u op < > en herhaalt u deze procedure vanaf stap 5. 10. Selecteer zodra u klaar bent Verzenden. Berichten bekijken Vanuit het Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten → Tekstberichten → Ontvangen. Een multimediabericht bekijken (vervolg) Vanuit het Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten → Multimediaberichten → Postvak IN. 2. Selecteer een bericht. Meer dan bellen alleen Een tekstbericht bekijken Wanneer een melding verschijnt: Druk op <Kies>. Het bericht wordt weergegeven. 2. Selecteer een bericht. Een multimediabericht bekijken Wanneer een melding verschijnt: 1. Druk op <Kies>. 2. Druk op <Opties> en selecteer Ophalen. Het bericht wordt weergegeven. 17 Meer dan bellen alleen Melodieën componeren Een melodie maken 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Amusement → Melodiebewerker → Componeren. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Amusement → Melodiebewerker → Componeren. 2. Druk op <Opties> en selecteer Openen. 2. Beweeg de cursor omhoog of omlaag door op [Omhoog] of [Omlaag] te drukken. 3. Selecteer de gewenste melodie en druk op <Openen>. 3. Selecteer een noot of rust en druk op <Kies>. 4. Druk op <Opties> en selecteer Afspelen. 4. Herhaal stap 1 t/m 3 om meer noten en rusttekens toe te voegen. 5. Druk zodra u klaar bent op <Opties> en selecteer Opslaan. 6. Voer de naam van een melodie in en druk op <OK>. 18 Een melodie afspelen De ABC-stand gebruiken Tekst invoeren ABC-, T9-, cijfer- en symboolstand Voor bepaalde functies zoals berichten, de telefoonlijst of de organizer, kunt u tekst invoeren met de ABC-, T9-, cijfer- of symboolstand. Druk op de betreffende toets tot het gewenste teken in het scherm verschijnt. Tekens in de weergegeven volgorde Toets Hoofdletter Kleine letter De tekstinvoerstand wijzigen Het symbool voor de tekstinvoerstand wordt weergegeven wanneer de cursor in een tekstveld staat. Druk op de rechterfunctietoets om over te schakelen naar de invoerstand. Voorbeeld: een tekstbericht schrijven spatie Nieuw ABC-stand T9-stand Cijferstand Geen Symboolstand Opties Symbool voor tekstinvoerstand Tips bij het gebruik van de ABC-stand • Als u tweemaal dezelfde letter of een andere letter op dezelfde toets wilt invoeren, wacht u tot de cursor automatisch naar rechts schuift of drukt u op [Rechts]. Voer dan de volgende letter in. • Druk op [ ] om een spatie in te voegen. 19 Tekst invoeren • • • Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. U kunt kiezen tussen alleen hoofdletters ( ), alleen kleine letters ( ) en beginhoofdletters ( ). Druk op [Links] of [Rechts] om de cursor te verplaatsen. Druk op [C] om tekens één voor één te verwijderen. Houd de toets [C] ingedrukt om het display leeg te maken. De T9-stand gebruiken Met de voorspellende T9-tekstinvoerstand hoeft u slechts één keer op een toets te drukken om een teken in te voeren. Een woord invoeren in de T9-stand 1. Druk op [2] t/m [9] om te beginnen met het invoeren van een woord. Druk voor elke letter de toets slechts één keer in. Druk bijvoorbeeld op [4], [2], [5], [5] en [6] om in de T9-stand het woord "Hallo" in te voeren. 20 T9 voorspelt welk woord u wilt typen, waardoor het woord steeds als u op een toets drukt kan veranderen. 2. Voer het hele woord in voordat u tekens wijzigt of verwijdert. 3. Ga naar stap 4, als het juiste woord wordt weergegeven. Druk op [0] om alternatieve woorden voor de ingedrukte toetsen weer te geven. Voor "Of" en "Me" worden bijvoorbeeld [6] en [3] gebruikt. 4. Druk op [ ] om een spatie in te voegen en het volgende woord in te voeren. Tips bij het gebruik van de T9-stand • Druk op [1] om automatisch een punt of apostrof in te voeren. • Druk op [ ] om heen en weer te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters in de T9-stand. U kunt kiezen tussen alleen hoofdletters ( ), alleen kleine letters ( ) en beginhoofdletters ( ). • Druk op [Links] of [Rechts] om de cursor te verplaatsen. • Een nieuw woord toevoegen aan het woordenboek van T9 Deze functie is niet beschikbaar voor alle talen. 1. Voer het woord in dat u wilt toevoegen. 2. Druk op [0] om alternatieve woorden weer te geven wanneer u op een toets hebt gedrukt. Wanneer er geen alternatieve woorden meer zijn, wordt onderin het display VoegToe weergegeven. 3. Druk op <VoegToe>. 4. Voer het gewenste woord in met de ABC-stand en druk op <OK>. De cijferstand gebruiken In de cijferstand kunt u cijfers invoeren. Druk op de desbetreffende cijfertoetsen. Speciale tekens invoeren In de symboolstand kunt u symbolen en speciale tekens invoegen. Gewenste actie Werkwijze Meer symbolen weergeven [Omhoog] of [Omlaag]. Een symbool selecteren Druk op de desbetreffende cijfertoets. Een of meer symbolen wissen [C]. De symbolen invoegen <OK>. Tekst invoeren Druk op [C] om tekens één voor één te verwijderen. Houd de toets [C] ingedrukt om het display leeg te maken. 21 Telefoneren Uitgebreide belfuncties Een nummer bellen 1. Voer in de standby-stand het netnummer en abonneenummer in. 2. Druk op [ ]. Druk op [C] om het laatste cijfer te wissen of houd [C] ingedrukt om het hele display leeg te maken. U kunt de cursor verplaatsen om een onjuist cijfer te wijzigen. Internationaal bellen 1. Houd in de standby-stand [0] ingedrukt. Het teken + verschijnt. 2. Toets achtereenvolgens het landnummer, netnummer en abonneenummer in en druk op [ ]. 22 Laatst gebruikte nummers opnieuw kiezen 1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met recente nummers weer te geven. 2. Ga naar het gewenste nummer en druk op [ ]. Een nummer kiezen uit de telefoonlijst Zodra u een nummer in de telefoonlijst hebt opgeslagen, kunt u dit nummer bellen door het in de telefoonlijst te selecteren.p. 55 U kunt ook de functie voor verkort kiezen gebruiken om uw meest gebelde nummers toe te wijzen aan bepaalde cijfertoetsen.p. 56 Een nummer kiezen vanuit het geheugen van de telefoon 1. Houd in de standby-stand [0] ingedrukt. A + wordt weergegeven. 2. Voer het locatienummer in voor het gewenste telefoonnummer en druk op [ ]. 3. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de andere nummers te lopen. 4. Druk op <Kies nr.> of op [ nummer te bellen. ] om het gewenste Een gesprek beëindigen Sluit de telefoon of druk op [ ]. Een oproep beantwoorden Wanneer u wordt gebeld, gaat de telefoon over en wordt de afbeelding een inkomende oproep weergegeven. Druk op [ nemen. • Telefoneren Een nummer kiezen vanaf de SIM-kaart 1. Voer in de standby-stand het locatienummer in van het telefoonnummer dat u wilt bellen en druk op [ ]. 2. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de andere nummers te lopen. 3. Druk op <Kies nr.> of op [ ] om het gewenste nummer te bellen. Tips bij het beantwoorden van een oproep • Wanneer Elke toets antw. in het menu Extra instellingen actief is, kunt u met elke willekeurige toets een oproep beantwoorden, behalve met [ ] en <Weiger>.p. 61 • Druk op <Weiger> of op [ ] om een oproep te weigeren. Wanneer Klepje actief is ingeschakeld, kunt u een oproep eenvoudig beantwoorden door de telefoon te openen. Gemiste oproepen bekijken Als u oproepen hebt gemist, ziet u in het scherm hoeveel dit er zijn. 1. Druk op <Kies>. 2. Loop indien nodig door de gemiste oproepen. 3. Druk op [ ] om het gewenste nummer te bellen. ] of op <Opnemen> om de oproep aan te 23 Telefoneren De hoofdtelefoon gebruiken Het volume bijstellen tijdens een gesprek Gebruik de hoofdtelefoon om te bellen en oproepen te beantwoorden zonder de telefoon vast te hoeven houden. Gebruik [ / ] om het volume van de luidspreker tijdens een gesprek bij te stellen. Sluit de hoofdtelefoon aan op de aansluiting aan de linkerkant van de telefoon. De knoppen op de hoofdtelefoon werken als volgt: 24 Druk op [ ] om het volume te verhogen of op [ ] om het te verlagen. Een gesprek in de wacht zetten en er uit halen Druk op <Wacht> of op <Haal op> om het gesprek in de wacht te zetten of uit te wacht te halen. Gewenste actie Werkwijze Nummer van het laatste gesprek herhalen Druk de knop tweemaal in. Oproep beantwoorden Houd de knop ingedrukt. Druk op <Opties> en selecteer Menu. Gesprek beëindigen Houd de knop ingedrukt. De microfoon uitschakelen (Micr. uit) De menuopties gebruiken Tijdens een gesprek beschikbare opties U kunt de microfoon van uw telefoon tijdelijk uitschakelen zodat uw gesprekspartner u niet kan horen. Tijdens een gesprek kunt u een aantal functies gebruiken. Druk op <Opties> en selecteer Micr. uit of Micr. aan. Toetstonen in- en uitschakelen U kunt toetstonen in- en uitschakelen. Als u wilt kunnen communiceren met antwoordapparaten of telefooncentrales moet u de optie DTMF aan selecteren. Een serie DTMF-tonen verzenden DTMF-tonen (Dual Tone Multi-Frequency) zijn de tonen die op telefoons worden gebruikt voor toonkiezen. U kunt de DTMF-tonen als groep verzenden nadat u het volledige nummer hebt ingevoerd dat u wilt verzenden of nadat u een nummer uit de telefoonlijst hebt opgehaald. Deze functie is handig bij het invoeren van een wachtwoord of rekeningnummer wanneer u een geautomatiseerd systeem belt, bijvoorbeeld van een bank. 1. Druk wanneer u verbinding hebt met een teleservicesysteem op <Opties> en selecteer Zend DTMF. De telefoonlijst gebruiken In het menu Telefoonlijst kunt u vermeldingen opzoeken of opslaan.p. 54 Druk op <Opties> en selecteer Tel.lijst. Telefoneren Druk op <Opties> en selecteer DTMF uit of DTMF aan. 2. Voer het nummer in dat u wilt verzenden en druk op <OK>. Een tweede oproep beantwoorden U kunt terwijl u aan het bellen bent een inkomende oproep beantwoorden als dit door uw netwerk wordt ondersteund en als u de wisselgesprekoptie hebt ingeschakeld.p. 30 1. Druk op [ ] om de inkomende oproep aan te nemen. Het eerste telefoongesprek wordt automatisch in de wacht gezet. 2. Druk op <Wissel> om tussen de gesprekken heen en weer te schakelen. 3. Druk op <Opties> en selecteer Stop wacht om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen. 4. U kunt het huidige gesprek beëindigen door op [ ] te drukken. 25 Telefoneren Multiparty-gesprekken Met deze functie kunt u met maar liefst zes mensen deelnemen aan een multiparty-gesprek of een telefonische vergadering. U kunt deze functie alleen gebruiken als uw provider multiparty-gesprekken ondersteunt. Een multiparty-gesprek starten 1. Bel de eerste deelnemer. 2. Bel de tweede deelnemer. Het eerste telefoongesprek wordt automatisch in de wacht gezet. 3. Druk op <Opties> en selecteer Deelnemen. De eerste deelnemer wordt toegevoegd aan het multiparty-gesprek. 4. Bel indien gewenst nog iemand of beantwoord een inkomend gesprek. 5. Druk op <Opties> en selecteer Deelnemen. 6. Herhaal stap 4 en 5 zo vaak als nodig. 26 Een privé-gesprek voeren met een van de deelnemers 1. Druk op <Opties> en selecteer Kies deelnemer. 2. Selecteer een naam of nummer in de lijst met deelnemers. 3. Selecteer Privé. U kunt met die persoon een privé-gesprek voeren, terwijl de andere deelnemers met elkaar spreken. 4. U kunt terugkeren naar het multiparty-gesprek door op <Opties> te drukken en Deelnemen te selecteren. Eén deelnemer verwijderen 1. Druk op <Opties> en selecteer Kies deelnemer. 2. Selecteer een naam of nummer in de lijst met deelnemers. 3. Druk op [Omlaag] en selecteer Verwijderen. Het gesprek met deze deelnemer wordt beëindigd, terwijl de andere deelnemers blijven deelnemen aan het gesprek. 4. Sluit de telefoon of druk op [ ] om het multiparty-gesprek te beëindigen. Gemist (menu 2.1) Menuopties Een overzicht van alle menuopties In dit menu staan de twintig meest recente oproepen die u hebt ontvangen maar niet beantwoord. SIM AT (menu 1) Ontvangen (menu 2.2) Dit menu is beschikbaar als u een SIM AT-kaart met aanvullende services gebruikt, zoals nieuws, weer, sport, ontspanning en locatieservices. De beschikbare services variëren, afhankelijk van de services die uw provider biedt. In dit menu staan de twintig meest recente ontvangen oproepen. Raadpleeg de instructies bij uw SIM-kaart of neem contact op met uw provider voor meer informatie. Oproepenlijst (menu 2) Gebruik dit menu om te zien welke nummers u hebt gebeld, welke oproepen u hebt ontvangen of gemist, en wat de duur en de kosten zijn van uw gesprekken. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Oproepenlijst om dit menu te openen. Uitgaand (menu 2.3) In dit menu staan de twintig meest recente nummers die u hebt gebeld. Alles wissen (menu 2.4) Met dit menu kunt u alle gegevens van elk type oproep wissen. 1. Druk op [ ] om de typen oproepen te selecteren die u wilt wissen. 2. Druk op <Wissen>. 3. Druk ter bevestiging tweemaal op <Ja>. 27 Menuopties Gesprektellers (menu 2.5) Kostentellers (menu 2.6) In dit menu staat de tijdsduur van uitgaande en inkomende oproepen. De daadwerkelijke tijd die door uw provider in rekening wordt gebracht, kan hiervan afwijken. • Laatste oproep: de duur van de laatste oproep bekijken. • Alle uitgaande oproepen: de totale duur bekijken van alle uitgaande oproepen. • Alle inkomende oproepen: de totale duur bekijken van alle inkomende oproepen. • Nulstellen: de gespreksduurtellers terugzetten op nul. U moet het wachtwoord voor de telefoon invoeren. Met deze netwerkfunctie worden de gesprekskosten weergegeven. Dit menu is alleen beschikbaar als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. Deze functie is niet bedoeld voor factureringsdoeleinden. • Kosten laatste oproep: de kosten van de laatste oproep bekijken. • Totale kosten: de totale kosten bekijken van al uw oproepen sinds de kostenteller voor het laatst op nul is gezet. Als de totale kosten hoger uitvallen dan de maximumkosten die zijn ingesteld bij Max. kosten instellen, moet u de teller terugzetten op nul voordat u een nieuw nummer kunt bellen. • Max. kosten: de maximumkosten bekijken die zijn ingesteld bij Max. kosten instellen. • Nulstellen: de kostentellers terugzetten op nul. U moet uw PIN2-code invoeren. • Max. kosten instellen: de maximaal toegestane kosten instellen voor uw gesprekken. U moet uw PIN2-code invoeren. Het wachtwoord is in de fabriek ingesteld op 00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen.p. 60 28 • Prijs per eenheid: de prijs per eenheid instellen die wordt toegepast bij de berekening van de gesprekskosten. U moet uw PIN2-code invoeren. (menu 3) 2. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Netwerkdiensten om dit menu te openen. 3. Doorschakelen (menu 3.1) Met deze netwerkservice worden inkomende oproepen doorgeschakeld naar een door u opgegeven telefoonnummer. 1. Selecteer een doorschakeloptie: • Alles doorschakelen: alle oproepen doorschakelen. • In gesprek: oproepen doorschakelen wanneer u in gesprek bent. 4. 5. Netwerkdiensten (menu 3) Met dit menu krijgt u toegang tot de netwerkdiensten. Neem contact op met uw provider voor informatie over de beschikbaarheid van deze diensten of voor een abonnement. Menuopties Netwerkdiensten Neemt niet op: gesprekken worden doorgeschakeld als u niet opneemt. • Buiten bereik: gesprekken worden doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw provider bevindt of als uw telefoon is uitgeschakeld. • Alles opheffen: alle doorschakelopties annuleren. Selecteer het type oproepen dat u wilt doorschakelen. Druk op <Activeren> om de doorschakelfunctie aan te zetten. Druk anders op <Opties> en selecteer Verwijderen. Voer het nummer in waarnaar de oproepen moeten worden doorgeschakeld en druk op <OK>. Als u Neemt niet op hebt geselecteerd, selecteert u hoe lang wordt gewacht voordat wordt doorgeschakeld en drukt u op <Kies>. • 29 Menuopties Blokkeren (menu 3.2) Met deze netwerkdienst kunt u gesprekken blokkeren. 1. Selecteer een blokkeeroptie: • Alle uitgaande: alle uitgaande oproepen verbieden. • Internationaal: internationale oproepen blokkeren. • Internationaal behalve NL: hiermee is het alleen toegestaan te bellen naar nummers binnen het land waar u zich bevindt als u in het buitenland bent, en naar uw eigen land, dat wil zeggen het land waar uw provider is gevestigd. • Alle inkomende: inkomende oproepen verbieden. • Inkomend buiten bereik: alle inkomende oproepen verbieden wanneer u uw telefoon buiten uw eigen land gebruikt. • Alles opheffen: alle blokkeeropties annuleren, zodat u weer gewoon nummers kunt bellen en oproepen ontvangen. • Wachtwoord: het blokkeerwachtwoord wijzigen dat u van uw provider hebt gekregen. 30 2. Selecteer het type oproepen dat u wilt blokkeren. 3. Druk op <Activeren>. Als u de blokkeerfunctie wilt uitzetten, drukt u op <Uitzetten>. 4. Voer het blokkeerwachtwoord in dat u hebt gekregen van uw provider en druk op <OK>. Wisselgesprek (menu 3.3) Deze netwerkdienst stelt u op de hoogte wanneer iemand u probeert te bereiken terwijl u in gesprek bent. 1. Selecteer het type oproepen waarop de wisselgesprekfunctie van toepassing is. 2. Druk op <Activeren>. Druk op <Uitzetten> om de wisselgesprekfunctie uit te zetten. Netwerk kiezen (menu 3.4) Met deze netwerkservice kunt u automatisch of handmatig het gebruikte netwerk selecteren tijdens roaming buiten uw eigen netwerk. U kunt alleen netwerken kiezen waarmee uw provider een roamingcontract heeft afgesloten. • Nr.weergave (menu 3.5) Met dit menu kunt u inkomende en uitgaande oproepen beperken tot een geselecteerde gebruikersgroep. Neem contact op met uw provider voor gedetailleerde informatie over het maken van gesloten gebruikersgroepen. • Groepen: hiermee kunt u indexnummers voor gesloten gebruikersgroepen weergeven, toevoegen of verwijderen. Druk op <Opties> voor toegang tot de opties voor het opstellen van een groepenindexlijst. • Buiten groep OK: hiermee kunnen ook nummers worden gebeld die niet in de gesloten gebruikersgroep voorkomen. De werking van deze optie is afhankelijk van uw abonnement. • Standaardgroep: de standaardgebruikersgroep inschakelen, als u er een hebt ingesteld bij uw provider. Als u wilt bellen, kunt u de standaardgebruikersgroep kiezen, zonder dat u een groep in de lijst hoeft te selecteren. Netwerkdiensten (menu 3) Met deze netwerkservice kunt u voorkomen dat uw telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon van degene die u aan het bellen bent. Bij sommige providers kunt u deze instelling echter niet wijzigen. • Standaard: de standaardinstellingen gebruiken die uw provider voor u heeft ingesteld. • Nr. verbergen: hiermee zorgt u ervoor dat uw telefoonnummer niet wordt weergegeven op de telefoon van degene die u aan het bellen bent. • Nr. zenden: uw telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon van degene die u aan het bellen bent. Gebr.groepen (menu 3.6) Menuopties • Automatisch: verbinden met het eerste beschikbare netwerk tijdens roaming. Zelf zoeken: het gewenste netwerk selecteren. 31 Menuopties • Uitzetten: de functie voor de gesloten gebruikersgroep uitzetten als de standaardgroep is ingeschakeld of een indexnummer is geselecteerd. Bandkeuze (menu 3.7) U kunt de telefoon alleen gebruiken om te bellen en gebeld te worden als deze is aangemeld bij een van de beschikbare netwerken. De telefoon is geschikt voor de volgende netwerktypen (banden): GSM 1900 en een combinatie van GSM 900/ 1800. Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt aangeschaft. Wanneer u naar het buitenland gaat, kan het zijn dat u op een andere band moet overschakelen. Wanneer u een nieuwe band selecteert, wordt automatisch gezocht naar alle beschikbare netwerken. De telefoon wordt aangemeld bij een voorkeursnetwerk op de gekozen band. 32 Geluidopties (menu 4) Met dit menu kunt u verschillende geluidopties aanpassen. Beltoon (menu 4.1) Met dit menu kunt u een beltoon selecteren. U kunt een van de standaardbelmelodieën, gedownloade geluiden of een zelfgecomponeerde melodie selecteren. Belvolume (menu 4.2) Met dit menu kunt u het belvolume bijstellen. Type belsignaal (menu 4.3) Met dit menu kunt u opgeven hoe u wordt gewaarschuwd bij een inkomende oproep. • Alleen licht: het standby-lampje op de telefoon knippert. • Melodie: de telefoon laat de geselecteerde beltoon horen. • • Toetstoon (menu 4.4) Met dit menu kunt u de toon selecteren die u hoort bij het indrukken van een toets. Berichtsignaal (menu 4.5) Met dit menu kunt u een beltoon of waarschuwingssignaal selecteren voor inkomende berichten. • SMS-toon: opgeven hoe u wordt gewaarschuwd wanneer er een nieuw SMS-bericht is. • Info-bericht toon: opgeven hoe u wordt gewaarschuwd wanneer er een nieuw infobericht is. • MMS-toon: opgeven hoe u wordt gewaarschuwd wanneer er een nieuw MMS-bericht is. Herhaling: opgeven hoe vaak de telefoon moet melden dat er een nieuw bericht is. Toon klepje (menu 4.6) Met dit menu kunt u de toon kiezen die u hoort bij het openen of sluiten van de telefoon. Geluidopties (menu 4) U kunt het toetstoonvolume bijstellen met behulp van [ / ] in de standby-stand. • Menuopties Trillen: de telefoon trilt maar gaat niet over. Trillen+melodie: de telefoon trilt drie keer en dan gaat de beltoon over. Toon bij in-/uitschakelen (menu 4.7) Met dit menu kunt u de melodie kiezen die u hoort wanneer u de telefoon aan- of uitzet. Waarschuwing bij oproep (menu 4.8) Met dit menu kunt u selecteren of u tijdens een oproep door de telefoon wordt gewaarschuwd wanneer u een nieuw bericht ontvangt of wanneer het tijdens een gesprek tijd is voor een alarm. 33 Menuopties Andere tonen (menu 4.9) Tekstberichten (menu 5.1) Met dit menu kunt u aanvullende tonen opgeven voor de telefoon. • Fouttoon: de telefoon een pieptoon laten geven wanneer u een fout maakt. • Minutenteller: de telefoon tijdens een uitgaand gesprek iedere minuut een signaal laten geven om de gespreksduur aan te geven. • Verbindingstoon: de telefoon een pieptoon laten geven wanneer de verbinding tot stand is gebracht. Met SMS (Short Message Service) kunt tekstberichten verzenden en ontvangen, die afbeeldingen, geluidsfragmenten en bewegend beeld bevatten. Berichten (menu 5) Met het menu Berichten kunt u korte berichten en multimediaberichten verzenden en ontvangen. Ook kunt u Serverberichten ophalen, en functies voor voicemail en informatieberichten gebruiken. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten om dit menu te openen. 34 Het maximaal toegestane aantal tekens in een SMS-bericht verschilt per provider. Als uw bericht het maximale aantal overschrijdt, wordt het bericht in tweeën gedeeld. Nieuw (menu 5.1.1) U kunt een nieuw tekstbericht maken en verzenden. 1. Voer het bericht in. 2. Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Tekst formatteren: de Tekstopmaak wijzigen. • Inhoud toevoegen: een geluid, melodie, afbeelding of animatie aan het bericht toevoegen. • Standaardbericht toevoegen: een standaardtekstbericht ophalen. • Emoticon toevoegen: een emoticon ophalen. • 5. 6. Ontvangen (menu 5.1.2) In dit menu kunt u ontvangen tekstberichten bekijken. Druk terwijl u een bericht bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Wissen: het bericht wissen. • Verzenden: het bericht doorsturen. • Antwoorden: de afzender een antwoord sturen. • • • Terugbellen: de afzenden bellen. Adres overnemen: URL's, e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. Verplaatsen naar telefoon: het bericht verplaatsen van de SIM-kaart naar het geheugen van de telefoon. Verplaatsen naar SIM: het bericht verplaatsen van het geheugen van de telefoon naar de SIMkaart. Objecten selecteren: afbeeldingen of geluiden uit het bericht opslaan op uw telefoon. Berichten (menu 5) 4. • • Menuopties 3. Overnemen: een vermelding overnemen uit de telefoonlijst. • Toevoegen uit favorieten: het adres van een webpagina toevoegen. • Taal: de taal wijzigen die wordt gebruikt in de T9-invoerstand. Druk op <Opties> en selecteer Verz.+Opslaan of Opslaan. Als u Verz.+Opslaan of Verzenden hebt geselecteerd, moet u een geheugenplaats selecteren. Voer het bestemmingsnummer in. Druk op <OK> om het bericht te verzenden. Verzonden (menu 5.1.3) U kunt verzonden of opgeslagen tekstberichten bekijken. Druk terwijl u een bericht bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Wissen: het bericht wissen. • Verzenden: het bericht doorsturen. • Adres overnemen: URL's, e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. 35 Menuopties • • • Verplaatsen naar telefoon: het bericht verplaatsen van de SIM-kaart naar het geheugen van de telefoon. Verplaatsen naar SIM: het bericht verplaatsen van het geheugen van de telefoon naar de SIMkaart. Objecten selecteren: afbeeldingen of geluiden uit het bericht opslaan op uw telefoon. Standaardberichten (menu 5.1.4) U kunt maximaal vijf standaardberichten instellen op basis waarvan uw een tekstbericht kunt schrijven. Druk terwijl u de lijst met standaardberichten bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Wijzigen: het standaardbericht wijzigen. • Verzenden: het standaardbericht verzenden als SMS-bericht. • Wissen: het standaardbericht wissen. 36 Standaardemoticons (menu 5.1.5) U kunt van te voren standaardemoticons instellen en deze ophalen om in een bericht te gebruiken. Druk terwijl u de lijst met emoticons bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Toevoegen: een nieuwe emoticon toevoegen. • Wijzigen: de geselecteerde emoticon wijzigen. • Verzenden: een bericht verzenden met de emoticon. • Wissen: de emoticon wissen. Instellingen (menu 5.1.6) Met dit menu kunt u verschillende SMS-instellingen aanpassen. De beschikbare instellingsopties in dit menu kunnen per provider verschillen. • Instellingen x (waarbij x het nummer van het profiel is): een profiel is een groep instellingen en elk profiel heeft een eigen submenu. Berichten (menu 5) Tekenset: selecteer de gewenste tekenset. Als u Automatisch selecteert, wordt het type codering automatisch gewijzigd van GSM-alfabet in Unicode zodra u een Unicode-teken invoert. Het gebruik van de Unicode-codering brengt het maximum aantal tekens in een bericht ongeveer tot de helft terug. Als dit menu niet wordt weergegeven, wordt Automatisch standaard gebruikt voor de tekencodering. Menuopties • Naam instellen: de naam van het profiel wijzigen. SMS-service: het nummer van de server van uw provider opslaan of wijzigen. St.bestemming: een standaardbestemmingsnummer opslaan. Standaardtype: het standaardberichttype instellen. Geldigheidsduur: instellen hoe lang uw tekstberichten worden bewaard op de server van de provider als deze niet meteen op de bestemming kunnen worden afgeleverd. Standaard: De volgende opties zijn beschikbaar. Antwoordpad: de ontvanger kan u antwoorden via de server van uw provider. Ontv.bevest.: instellen dat u op de hoogte wordt gesteld zodra uw bericht is afgeleverd. Drager kiezen: selecteer GSM of Voorkeur GPRS als drager. Multimediaberichten (menu 5.2) Met MMS (Multimedia Message Service) worden multimediaberichten die een combinatie bevatten van tekst, afbeeldingen en geluid verzonden van de ene naar de andere telefoon of van een telefoon naar een e-mailadres. Nieuw (menu 5.2.1) U kunt een nieuw MMS-bericht maken en verzenden. 1. Voer een onderwerp voor het bericht in en druk op <Volgend>. 37 Menuopties 2. Druk op <Opties> en voeg materiaal voor het bericht toe met behulp van een van de volgende opties: • Tekst toevoegen: berichttekst toevoegen. • Afbeelding toevoegen: afbeeldingen aan het bericht toevoegen. • Geluid toevoegen: geluiden aan het bericht toevoegen. • Verzenden: het bericht verzenden. • Opslaan: het bericht opslaan in het vak Concept of Standaardberichten. • Profielen: de berichtinstellingen wijzigen. • Bestemming toevoegen: bestemmingsnummers of -adressen invoeren. • Voorbeeld: het bericht bekijken dat u hebt gemaakt. 3. Als u de toegevoegde items wilt wijzigen, markeert u er een en drukt u op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Tekst/Afbeelding/Geluid bewerken: de tekst, de afbeelding of het geluid bewerken. 38 • 4. 5. 6. 7. 8. 9. Pagina toevoegen: pagina's toevoegen. In het berichtscherm naar een andere pagina gaan met de toets Links of Rechts. • Wissen: het item uit het bericht verwijderen. • Duur: instellen hoe lang één pagina wordt weergegeven. Na de opgegeven tijd wordt automatisch de volgende pagina weergegeven. Selecteer de optie Verzenden wanneer u klaar bent. Selecteer een type bestemming (Aan, Cc, Bcc). Selecteer een van de volgende opties: Telefoonnummer, E-mail of Telefoonlijst. Voer het nummer van een bestemming of een emailadres in, of selecteer een nummer in de telefoonlijst en druk op <OK>. Als u nog meer bestemmingen wilt toevoegen, selecteert u Bestemming toevoegen en herhaalt u deze procedure vanaf stap 6. Als u extra nummers of adressen wilt invoeren bij andere bestemmingstypen, drukt u op < > en herhaalt u de procedure vanaf stap 5. 10. Selecteer zodra u klaar bent Verzenden. • • • • Adres overnemen: URL's, e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. Doorsturen: het bericht doorsturen naar iemand anders. Afbeelding opslaan: een afbeelding uit het bericht opslaan in de map Afbeeldingen. Melodie opslaan: een geluid uit het bericht opslaan in de map Geluiden. Eigenschappen: de berichteigenschappen bekijken. Berichten (menu 5) Druk terwijl u een bericht bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende berichtopties: • Verwijderen: het bericht wissen. • Antwoorden: de afzender een antwoord sturen. • Terugbellen: de afzenden bellen. • Menuopties Postvak IN (menu 5.2.2) In dit menu worden de MMS-berichten opgeslagen die u hebt ontvangen. De volgende symbolen geven aan wat de berichtstatus is: • melding die u hebt gelezen • melding die u niet hebt gelezen • bericht dat wordt opgehaald van de server. • uw verzoek wordt door de server verwerkt • bericht kon niet door de server worden verzonden • bericht dat u hebt gelezen • bericht dat u niet hebt gelezen Wanneer u een melding selecteert, kunt u Ophalen kiezen om het bericht op te halen van de MMSserver. Postvak UIT (menu 5.2.3) In dit menu worden de MMS-berichten weergegeven die u hebt verzonden. De volgende symbolen geven aan wat de berichtstatus is: • bericht dat momenteel wordt verzonden. • bericht is verzonden 39 Menuopties • • • bericht kon niet worden verzonden met uw telefoon bericht dat nog moet worden verzonden bericht is uitgesteld Druk terwijl u een bericht bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Verwijderen: het bericht wissen. • Adres overnemen: URL's, e-mailadressen of telefoonnummers uit het bericht overnemen. • Verzenden: het bericht (eventueel opnieuw) verzenden. • Wijzigen: het bericht bewerken. • Eigenschappen: de berichteigenschappen bekijken. Concept (menu 5.2.4) Als u een multimediabericht hebt gemaakt, kunt u het opslaan in dit postvak om het later te verzenden. U kunt een bericht bekijken en de opties gebruiken op dezelfde wijze als in het Postvak UIT. 40 Standaardberichten (menu 5.2.5) Met dit menu slaat u een bericht op als standaardbericht dat u kunt gebruiken als basis voor nieuwe berichten. Druk terwijl u een standaardbericht bekijkt op <OK> voor toegang tot de volgende opties: • Wijzigen: het bericht op basis van het standaardbericht bewerken. • Wissen: het standaardbericht wissen. Profielen (menu 5.2.6) U kunt de instellingen voor het verzenden of ontvangen van MMS-berichten aanpassen. • Ontvangstbevestiging: instellen dat u op de hoogte wordt gesteld zodra uw bericht is afgeleverd. • Antwoordverzoek: de ontvanger om een antwoord vragen. • Automatisch downloaden: instellen of de telefoon zonder melding nieuwe inkomende berichten ophaalt van de MMS-server. • • • • • Raadpleeg uw provider voordat u MMS-instellingen op uw telefoon wijzigt. • • • • • • • Berichten (menu 5) • Berichtprofiel (menu 5.2.7) U kunt de vereiste netwerkinstellingen voor MMS configureren. Het profiel dat u als laatste hebt geopend, wordt automatisch geactiveerd voor het verzenden of ontvangen van berichten. Menuopties • Berichtacceptatie: het type berichten selecteren dat u wilt ontvangen. Nummer verbergen: verhinderen dat uw telefoonnummer wordt weergegeven op het toestel van de ontvanger. Vervaldatum: instellen hoe lang uw berichten op de server opgeslagen blijven. Levertijd: instellen na hoeveel tijd de berichten moeten worden verzonden. Prioriteit: de prioriteit instellen voor uw berichten. Verslag toegestaan: een ontvangstbevestiging via het netwerk verzenden naar de afzender. Paginaduur: instellen hoe lang één pagina in uw uitgaande bericht wordt weergegeven. Na de opgegeven tijd wordt automatisch de volgende pagina weergegeven. Naam profiel: een naam toewijzen aan het MMSprofiel. Verbindingstype: het adres van de MMS-server invoeren. Beveiliging: een modus voor gegevensoverdracht selecteren. IP-adres: het gateway-adres invoeren. Gebruikersnaam: de gebruikers-ID toewijzen. Wachtwoord: het wachtwoord invoeren. Inbelnummer Provider: geef de naam van het toegangspunt op dat u gebruikt voor het adres van de MMS-server. 41 Menuopties Serverberichten (menu 5.3) Voicemail (menu 5.5) Via dit menu hebt u toegang tot berichten op de WAPserver. • Postvak IN: ontvangen Serverberichten bekijken. • Ontvangst: bepalen of uw telefoon Serverberichten ophaalt of niet. Nooit: Serverberichten worden geweigerd. Altijd: alle Serverberichten worden ontvangen. • Alles wissen: alle Serverberichten wissen. Via dit menu kunt u het nummer van de voicemailserver opslaan en uw voicemailberichten openen. U moet het nummer van de voicemailserver invoeren voordat u toegang kunt krijgen tot uw voicemailberichten. Het nummer van de voicemailserver kunt u opvragen bij uw provider. • Alles wissen (menu 5.4) Met dit menu kunt u alle berichten uit de verschillende postvakken verwijderen. 1. Selecteer een berichttype. 2. Druk op [ ] om de berichtvakken te selecteren die u wilt wissen. 3. Druk op <Wissen>. 4. Druk ter bevestiging tweemaal op <Ja>. 42 • Verbinden met voicemail: verbinden met de voicemailserver zodat u uw berichten kunt afluisteren. Ook kunt u door in de standby-stand [1] ingedrukt te houden, direct verbinding maken met de voicemailserver. Telefoonnr. voicemail: de naam of het nummer van de voicemailserver wijzigen. Infoberichten (menu 5.6) Met de infoberichtenservice ontvangt u korte berichten over diverse onderwerpen, bijvoorbeeld het weer of het verkeer. Met dit menu kunt u het totale aantal berichten bekijken dat u kunt opslaan en het aantal berichten dat u reeds hebt opgeslagen op de SIM-kaart, in het geheugen van de telefoon en in het infoberichtengeheugen. Amusement Amusement (menu 6) Neem voor meer informatie contact op met uw provider. Geheugenstatus (menu 5.7) Menuopties Via dit menu kunt de instellingen voor deze service wijzigen en toegang krijgen tot infoberichten. • Ontvangen bericht lezen: ingekomen berichten lezen. In het vak Vluchtig worden de netwerkberichten tijdelijk opgeslagen tot de telefoon wordt uitgeschakeld. In het vak Bewaren worden netwerkberichten permanent opgeslagen. Druk op <Opties> en selecteer Opslaan zodra een tekstmelding verschijnt. Het bericht wordt opgeslagen in het vak Bewaren. • Ontvangen: de ontvangst van infoberichten in- of uitschakelen. • Kanalen: de kanalen opgeven via welke u infoberichten ontvangt. • Taalkeuze: de taal selecteren waarin infoberichten worden weergegeven. (menu 6) Via het menu Amusement kunt u de WAP-browser gebruiken, Java-spelletjes spelen en toegang krijgen tot beelden en geluiden die zijn opgeslagen in het geheugen van de telefoon. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Amusement om dit menu te openen. WAP-browser (menu 6.1) Met de WAP-browser (Wireless Application Protocol) op uw telefoon krijgt u toegang tot het draadloze web. Zo kunt u beschikken over actuele informatie en een breed scala aan multimediamateriaal, zoals achtergronden en beltonen. 43 Menuopties Startpagina openen (menu 6.1.1) Gebruik dit menu om de telefoon verbinding te laten maken met het netwerk en de startpagina van de internetprovider te laden. U kunt in de standby-stand ook op [ ] drukken. Navigeren met de WAP-browser Gewenste actie 44 Werkwijze Browseropties openen <Menu>. Door de browseritems lopen [Omhoog] of [Omlaag]. Een browseritem selecteren [ ]. Teruggaan naar de vorige pagina [C]. Teruggaan naar de startpagina <Menu> en selecteer Startpagina openen. Menuopties in de browser selecteren en gebruiken 1. Druk op <Menu> en selecteer een menu. 2. Selecteer een van de volgende browseropties: • Favorieten: de lijst met favorieten weergeven. • Vernieuwen: de huidige pagina opnieuw laden. • Startpagina openen: teruggaan naar de startpagina. • Ga naar adres (URL): handmatig een URLadres invoeren. • Adres (URL) tonen: het URL-adres van de huidige webpagina bekijken. • Wis pagina's: informatie verwijderen die in het cachegeheugen is opgeslagen. • Beveiligingsgegevens: de beveiligingsinformatie bekijken. • Ontvangen: berichten lezen die zijn ontvangen via een webserver. • Afbeeldingen tonen: de afbeeldingen op de huidige webpagina één voor één bekijken. De WAP-browser afsluiten Druk op [ ] om de browser af te sluiten. Een favoriete pagina openen Ga naar de gewenste favoriet en druk op [ ]. Opties voor favorieten gebruiken Druk nadat u een pagina hebt opgeslagen op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Naar URL: de website openen. • Wijzigen: het adres en de naam van de favoriet bewerken. • Wissen: de favoriet wissen. Amusement (menu 6) Een favoriet toevoegen 1. Selecteer een lege locatie. 2. Selecteer een URL-adres en druk op <Geef in>. 3. Voer een naam voor de favoriete URL in en druk op <Geef in>. WAP-profielen (menu 6.1.4) Met dit menu kunt u servers voor de WAP-browser instellen. Neem voor opties voor de instellingen contact op met uw provider. Menuopties Favorieten (menu 6.1.2) Gebruik dit menu om URL-adressen op te slaan om snel naar een website te gaan. http:// (menu 6.1.3) Via dit menu kunt u handmatig het URL-adres van een website invoeren en de website openen. Voor elke server zijn de volgende opties beschikbaar. • Profiel: een naam toewijzen aan het serverprofiel. • Adres startpagina: het adres van de startpagina instellen. • Beveiliging: een modus voor gegevensoverdracht selecteren. • Drager: de drager selecteren voor elk bezocht type netwerkadres: GPRS of Datum. Wanneer de drager is ingesteld op GPRS: • IP-adres: het WAP-gateway-adres invoeren. • Gebruikersnaam: de gebruikers-ID invoeren. • Wachtwoord: het wachtwoord invoeren. 45 Menuopties • APN: de naam van het toegangspunt invoeren van de GPRS-netwerkgateway. Wanneer de drager is ingesteld op Datum: • IP-adres: het WAP-gateway-adres invoeren. • Gebruikersnaam: de gebruikers-ID invoeren. • Wachtwoord: het wachtwoord invoeren. • Inbelnummer provider: het inbelnummer voor de PPP-server invoeren. • Soort netwerk: een inbelverbinding selecteren. Wis pagina's (menu 6.1.5) Via dit menu kunt u het cachegeheugen leegmaken. Dit is het tijdelijke geheugen waarin de webpagina's worden opgeslagen die u onlangs hebt geopend. Spelletjes (menu 6.2) U kunt MIDlets (Java-toepassingen die op mobiele telefoons worden uitgevoerd) uit diverse bronnen via de WAP-browser downloaden en deze op de telefoon opslaan. 46 Java-diensten zijn niet bij iedere provider beschikbaar. Een MIDlet starten 1. Selecteer het gewenste MIDlet in de lijst met spelletjes. 2. In het opstartscherm van het MIDlet hebt u toegang tot de volgende opties: • START GAME: een nieuw spel starten. • CONTINUE: het laatst gespeelde spel hervatten. • HIGH SCORE: de tabel met de hoogste scores bekijken. Deze functie is mogelijk niet voor alle spellen beschikbaar. • HOW TO PLAY: de spelregels, de instructies en de belangrijkste functies voor het spel bekijken. • OPTION: het geluid van het spel in- of uitschakelen. 3. Druk op [ ] om de geselecteerde instellingen te bevestigen. Geluiden (menu 6.3) In dit menu worden de geluiden weergegeven die zijn gedownload van het draadloze web of ontvangen in berichten. Druk terwijl u een geluid open hebt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Hernoemen: de naam van het geluid wijzigen. • Wissen: het geluid wissen. • Als beltoon instellen: hiermee stelt u het geluid in als beltoon. In dit menu worden de afbeeldingen weergegeven die zijn gedownload van het draadloze web of ontvangen in berichten. Druk terwijl u een afbeelding open hebt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Hernoemen: de naam van de afbeelding wijzigen. • Wissen: de afbeelding verwijderen. • Als achtergrond instellen: de afbeelding instellen als achtergrond voor de standby-stand. Alles wissen (menu 6.5) U kunt alle gedownloade items verwijderen uit de mappen Spelletjes, Geluiden en Afbeeldingen. 1. Druk op [ ] om de mappen te selecteren die u wilt wissen. 2. Druk op <Wissen>. 3. Druk ter bevestiging tweemaal op <Ja>. 47 Amusement (menu 6) DNS-instellingen wijzigen: Mogelijk moet u van uw provider de DNS-instelling van de Java-server wijzigen. 1. Selecteer Instellingen in de lijst met spellen. 2. Voer het primaire adres in en druk op <OK>. 3. Geef het secundaire adres op en druk op <OK>. Afbeeldingen (menu 6.4) Menuopties MIDlet-informatie bekijken Ga naar het gewenste MIDlet en druk op <Informatie>. Menuopties Geheugenstatus (menu 6.6) U kunt de totale hoeveelheid geheugen voor multimedia-items en de hoeveelheid geheugen die momenteel wordt gebruikt door elk multimediavak bekijken. Melodiebewerker (menu 6.7) Met dit menu kunt u uw eigen melodieën componeren met behulp van een groot aantal verschillende muzikale componenten. U kunt een van deze melodieën instellen als beltoon. Componeren (menu 6.7.1) Wanneer u het menu Componeren opent, wordt een notenbalkscherm weergegeven met de cursor op de positie van de eerste noot (Do). Een melodie componeren 1. Beweeg de cursor omhoog of omlaag door op [Omhoog] of [Omlaag] te drukken. 2. Druk op <Invoer>. 48 3. Selecteer een noot of een rust. 4. Herhaal stap 1 t/m 3 om meer noten en rusttekens toe te voegen. 5. Druk zodra u klaar bent op <Opties> en selecteer Opslaan. 6. Voer de naam van een melodie in en druk op <OK>. Een melodie bewerken Tijdens het componeren van een melodie of wanneer u een opgeslagen melodie hebt geopend, kunt u deze bewerken. 1. Als u een ingevoerde noot of rust wilt wijzigen, beweegt u de cursor daar naartoe door op [Omhoog] of [Omlaag] te drukken. 2. Wijzig de positie van de noot of het type noot of rust op dezelfde wijze als u zou doen bij het invoegen van een noot of rust. 3. Druk op [ ] of op [ ] om een noot een halve toon te verhogen of te verlagen. Druk tijdens het componeren van een melodie op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • • • • • Nieuw: een nieuw compositiescherm openen. Openen: de lijst met uw eigen melodieën openen. Afspelen: de huidige melodie afspelen. Opslaan: de melodie opslaan. Opslaan als: de melodie onder een andere naam opslaan. Instrument: het muziekinstrument wijzigen dat moet worden gebruikt om de melodie af te spelen. Achtergrondmelodie: een achtergrondmelodie gebruiken. Noot toevoegen: noten toevoegen aan de melodie. Tempo: het tempo wijzigen. Volume: het volume van de hoofd- en de achtergrondmelodie afzonderlijk bijstellen. Amusement (menu 6) De compositieopties gebruiken • • • • • Menuopties Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Reeks: meer dan één noot of rust selecteren. De geselecteerde tonen worden geel weergegeven. • Kopiëren: de noot of rust kopiëren. • Knippen: de noot of rust knippen. • Plakken: de noot of rust invoegen. • Wijzigen: de noot of rust wijzigen. • Wissen: de noot of rust wissen. • Afspelen: de huidige melodie afspelen. 4. Druk zodra u klaar bent met het bewerken op [Rechts] tot de cursor op een invoegpositie staat. 5. Druk op <Opties> en selecteer Opslaan om de gewijzigde melodie op te slaan, of op Opslaan als om de melodie onder een andere naam op te slaan. Geheugenstatus (menu 6.7.2) U kunt bekijken wat de totale hoeveelheid geheugen is en hoeveel geheugen momenteel in gebruik is voor melodieën die u hebt gemaakt. 49 Menuopties Organizer (menu 7) Met de functie Organizer kunt u uw planning en taken bijhouden en een memo inspreken. Ook kunt u de tijd en datum instellen en gebruik maken van handige functies, zoals alarmsignalen, de rekenmachine en het valutaomrekenprogramma. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Organizer om dit menu te openen. Alarm (menu 7.1) Gebruik dit menu om in te stellen dat op een bepaalde tijd een alarm afgaat. Een alarm instellen 1. Selecteer het type alarm. 2. Geef de tijd op waarop het alarm moet afgaan. 3. Selecteer VM of NM in de 12-uursnotatie. Uw telefoon gebruikt standaard een 24uursnotatie. U kunt de tijdnotatie wijzigen. p. 52 50 4. Als u bij stap 1 Wekker hebt geselecteerd, kiest u Maandag tot vrijdag of Maandag tot zaterdag. Een alarm uitzetten • Druk terwijl het alarm afgaat op een willekeurige toets. • Als u een ingesteld alarm wilt verwijderen, opent u het, drukt u op <Opties> en selecteert u Alarm uitzetten. • Als u alle ingestelde alarmsignalen wilt verwijderen, selecteert u Alarm uitzetten in het menu Alarm. Het alarm instellen ook als de telefoon uitstaat Selecteer in het scherm Alarm Automatisch inschakelen → Activeren. Als de telefoon uitstaat op het moment dat het alarm moet afgaan, wordt de telefoon automatisch ingeschakeld en klinkt het alarm. Agenda (menu 7.2) 2. Voer de memo in en druk op <OK>. 3. Druk op [ ] om een alarm in te stellen op de gekozen dag. Druk anders op <Oversl>. 4. Geef de tijd op voor het alarm. Druk op <Melodie> om een melodie voor het alarm te selecteren. 5. Selecteer VM of NM in de 12-uursnotatie. Uw telefoon gebruikt standaard een 24uursnotatie. U kunt de notatie wijzigen.p. 52 Een memo bekijken Druk in het kalenderscherm op de functietoets <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Alles zoeken: alle memo's bekijken die u hebt gemaakt. • Alles wissen: alle memo's wissen. • Ga naar datum: naar een bepaalde datum gaan. • Afsluiten: de agendafunctie afsluiten. Organizer (menu 7) Een memo schrijven 1. Selecteer een datum op de kalender. Druk op [ / ] om naar de volgende of de vorige maand te gaan. De datum wordt nu groen weergegeven, wat betekent dat voor deze datum een memo is ingevoerd. Menuopties Via dit menu kunt u de agenda raadplegen, memo's schrijven of alarmsignalen instellen om u ergens aan te herinneren. Druk terwijl u een memo bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Nieuw: een nieuwe memo toevoegen. • Wijzigen: de memo bewerken. • Alarm: een alarm instellen voor de memo. • Wissen: de memo verwijderen. • Kopiëren naar: de memo naar een andere datum kopiëren. 51 Menuopties • Verplaatsen naar: de datum van de memo wijzigen. Tijd en datum (menu 7.3) Gebruik dit menu om de tijd en datum te wijzigen die op de telefoon worden weergegeven. Voordat u de tijd en datum instelt, moet u in het menu Wereldtijd de tijdzone opgeven. • Klok instellen: de huidige tijd invoeren. • Datum instellen: de huidige datum invoeren. • Wereldtijd: uw locale tijdzone instellen en kijken hoe laat het is in een ander deel van de wereld. Druk op <Opties> en selecteer Zomertijd instellen om zomertijd toe te passen op een tijdzone. • Tijdformaat: een 12-uurs- of 24-uursnotatie selecteren. Rekenmachine (menu 7.4) 52 Met dit menu kunt u elementaire rekenkundige functies uitvoeren, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 1. Voer het eerste getal in. Druk op de linkerfunctietoets om een decimaalteken en een haakje in te voegen. Druk op [ ] of op [ ] om de cursor te verplaatsen. 2. Druk op de navigatietoetsen om toegang te krijgen tot de gewenste rekenkundige functies. 3. Voer het tweede getal in. 4. Druk op [ ] om de uitkomst te bekijken. Actielijst (menu 7.5) Met dit menu kunt u taken maken en beheren. Een actielijst maken 1. Druk op <Nieuw>. 2. Voer de eerste taak in en druk op <OK>. 3. Selecteer een prioriteit. 4. Geef de deadline op en druk op [ ]. Druk anders op <Oversl>. Druk terwijl u een taak in de lijst of de details van een taak bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Nieuw: een nieuwe taak toevoegen. • Selecteren: de status van de taak wijzigen. • Bewerken: de taak bewerken. • Sorteren: de taken sorteren op prioriteit of status. • Kopiëren: de taak kopiëren. • Naar agenda kopiëren: de taak als memo naar de agenda kopiëren. • Wissen: de taak wissen. • Alles wissen: alle taken wissen. • Afsluiten: het menu Actielijst afsluiten. Via dit menu kunt u gesproken memo's opnemen. Een spraakmemo kan maximaal 30 seconden lang zijn. Opnemen (menu 7.6.1) 1. Druk op <Opnemen> om de opname te starten. 2. Spreek uw boodschap in de microfoon in. 3. Wanneer u op <Stop> drukt of wanneer de opnametijd is verstreken, worden de volgende opties weergegeven: • Afspelen: de memo afspelen. • Opnieuw opnemen: een andere memo over de vorige heen opnemen. • Opslaan: de memo opslaan. • Afsluiten: de opname annuleren en het menu Opnemen afsluiten. 4. Selecteer Opslaan om de spraakmemo op te slaan. 5. Voer een naam voor de memo in en druk op <OK>. Organizer (menu 7) Druk op [ ] om de status van een bepaalde taak te wijzigen. Spraakmemo (menu 7.6) Menuopties De actielijst bekijken Wanneer u het actielijstmenu selecteert, worden de taken weergegeven met een vinkje als de taak is uitgevoerd, en een aanduiding voor de prioriteit: voor Hoog, voor Normaal en voor Laag. 53 Menuopties Memolijst (menu 7.6.2) Via dit menu kunt u een lijst met eerder opgenomen spraakmemo's openen. Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Afspelen: de spraakmemo afspelen. • Verzenden: de spraakmemo via MMS verzenden. • Hernoemen: de naam van de memo wijzigen. • Eigenschappen: de eigenschappen van de memo bekijken. • Wissen: de memo wissen. Alles wissen (menu 7.6.3) Met dit menu kunt u alle opgenomen spraakmemo's in één keer wissen. Geheugenstatus (menu 7.6.4) U kunt bekijken wat de totale hoeveelheid geheugen is en hoeveel geheugen momenteel in gebruik is voor spraakmemo's. 54 Valutabeurs (menu 7.7) Met dit menu kunt u valutaomrekeningen uitvoeren. 1. Voer de koers van de vreemde valuta in en druk op <OK>. 2. Voer het bedrag van de bronvaluta in die u wilt omrekenen en druk op <OK>. U kunt een decimaalteken (.) invoeren door op de toets [ ] te drukken. Het ingevoerde bedrag en de overeenkomstige waarde in de vreemde valuta worden weergegeven. Telefoonlijst (menu 8) U kunt telefoonnummers op de SIM-kaart en in het geheugen van de telefoon opslaan. Hoewel beide geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen ze in de praktijk één geheel, de telefoonlijst. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Telefoonlijst om dit menu te openen. Druk in de standby-stand op <Namen> om dit menu snel te openen. Met dit menu kunt u namen in de telefoonlijst zoeken. Opties voor de telefoonlijst Druk terwijl u een vermelding in de telefoonlijst bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Wijzigen: de gegevens van de vermelding bewerken. • Kopiëren: het nummer kopiëren naar het geheugen van de telefoon of de SIM-kaart. Contact toevoegen (menu 8.2) Telefoonlijst (menu 8) Een vermelding zoeken 1. Voer de eerste letters in van de naam die u zoekt. 2. Selecteer de gewenste naam in de lijst. 3. Druk op [ ] om het nummer te bellen of op <Opties> voor toegang tot de telefoonlijstopties. • • • Plakken: het nummer invoegen in de stand voor normaal bellen. Wissen: het nummer uit de telefoonlijst wissen. Belgroep: een belgroep toewijzen. Contact toevoegen: een nieuwe vermelding toevoegen. Menuopties Zoek (menu 8.1) • Met dit menu kunt u een nieuwe vermelding toevoegen aan de telefoonlijst. Een nummer of e-mailadres opslaan in het geheugen van de telefoon 1. Selecteer een type nummer. 2. Selecteer Telefoon. 3. Voer een naam in en druk op <OK>. 4. Voer een nummer of een e-mailadres in en druk op <Opslaan>. 5. Wijzig indien gewenst het locatienummer en druk op <OK>. 55 Menuopties Een nummer opslaan op de SIM-kaart 1. Selecteer een type nummer. 2. Selecteer SIM. 3. Voer een naam in en druk op <OK>. 4. Voer een nummer in en druk op <Opslaan>. 5. Wijzig indien gewenst het locatienummer en druk op <OK>. Groep zoeken (menu 8.3) Via dit menu kunt u telefoonlijstvermeldingen in belgroepen zoeken. 1. Voer de beginletters van de groepsnaam in. 2. Selecteer een groep en druk op <Kies>. 3. Selecteer de gewenste naam. 4. Druk op [ ] om het nummer te bellen of op <Opties> voor toegang tot de telefoonlijstopties. 56 Groep wijzigen (menu 8.4) Met dit menu kunt u de eigenschappen van uw belgroepen bewerken. Druk terwijl u de lijst met groepen bekijkt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Beltoon: een beltoon instellen voor inkomende oproepen van nummers uit de groep. • SMS-toon: een beltoon instellen voor inkomende berichten van nummers uit de groep. • Pictogram: een pictogram instellen voor inkomende oproepen van nummers uit de groep. • Groepsnaam: een naam toewijzen aan de groep. Verkort kiezen (menu 8.5) Via dit menu kunt u nummers voor verkort kiezen (2 t/m 9) toewijzen aan acht meest gebelde telefoonnummers. Nummers voor verkort kiezen bellen Houd in de standby-stand de betreffende toets ingedrukt. Via dit menu kunt u alle vermeldingen uit de telefoonlijst wissen. 1. Druk op [ ] om de locaties te selecteren die u wilt wissen. 2. Druk op <Wissen>. 3. Voer het wachtwoord voor de telefoon in en druk op <OK>. 4. Druk ter bevestiging tweemaal op <Ja>. Telefoonlijst (menu 8) Nummers voor verkort kiezen beheren Druk terwijl u het scherm voor verkort kiezen voor u hebt op <Opties> voor toegang tot de volgende opties: • Wijzigen: een ander nummer toewijzen aan een toegewezen toets. • Wissen: de instelling voor de toets wissen. • Alles wissen: de instellingen voor alle toetsen wissen. • Nummer: het nummer bekijken dat aan de toets is toegewezen. Alles wissen (menu 8.6) Menuopties Nummers voor verkort kiezen toewijzen 1. Selecteer een cijfertoets (2 t/m 9). Toets 1 is gereserveerd voor uw voicemailnummer. 2. Selecteer de gewenste naam in de telefoonlijst. 3. Selecteer het gewenste nummer. Geheugenstatus (menu 8.7) Via dit menu kunt u nagaan wat de totale hoeveelheid aan vermeldingen is die u kunt opslaan en hoeveel vermeldingen u al in de telefoonlijst hebt opgeslagen. SDN (menu 8.8) Dit menu is beschikbaar als de SIM-kaart SDNnummers ondersteunt. In dit menu kunt u de lijst met SDN-nummers bekijken die door de provider zijn toegewezen. Hierin staan ook de alarmnummers, de nummers voor inlichtingen en de voicemailnummers. 57 Menuopties Blader naar het gewenste nummer en druk op <Kies nr.> of [ ]. Telefoonopties (menu 9) Via dit menu kunt u de telefoonopties aanpassen. U kunt ook de oorspronkelijke instellingen herstellen. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Telefoonopties om dit menu te openen. Displayinstellingen (menu 9.1) Via dit menu kunt u de instellingen voor het display en het lampje wijzigen. Hoofddisplay (menu 9.1.1) U kunt de achtergrondafbeelding en de instellingen voor de tekst- of standby-stand wijzigen. • Achtergrondenlijst: een achtergrondafbeelding selecteren. • Tekstweergave: bepalen hoe de tijd en datum op de telefoon worden weergegeven. • Tekstkleur: een kleur voor de tekst selecteren. 58 Menustijl (menu 9.1.2) U kunt de stijl selecteren waarin het menu wordt weergegeven. Verlichting (menu 9.1.3) U kunt selecteren hoe lang de verlichting en het display aan moeten blijven. • Verlichting aan: selecteren hoe lang de verlichting aan moeten blijven. • Verlichting uit: selecteren hoe lang het display gedimd blijft nadat de verlichting uit gaat. Na de opgegeven tijd gaat het display uit. Helderheid (menu 9.1.4) U kunt de helderheid van het display afstemmen op veranderende omgevingsomstandigheden. Standby-lampje (menu 9.1.5) U kunt selecteren of u het lampje wilt gebruiken. U kunt ook selecteren in welke kleur het knippert. Begroeting (menu 9.2) Eigen nummer (menu 9.3) Met deze functie kunt u zien wat uw eigen telefoonnummers zijn en kunt u een naam toewijzen aan elk van deze nummers. Wijzigingen die u hier aanbrengt, zijn niet van invloed op de daadwerkelijke abonneenummers op uw SIM-kaart. Taalkeuze (menu 9.4) Via dit menu kunt u een van de vele talen selecteren voor de tekst in het display. Via dit menu kunt u de telefoon beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik door verschillende toegangscodes te hanteren voor uw telefoon en SIMkaart. Als u driemaal achtereenvolgens een onjuiste PIN/ PIN2-code invoert, wordt de SIM-kaart geblokkeerd. U kunt deze blokkering opheffen door uw PUK/PUK2-code (Personal Unblocking Key) in te voeren. Deze codes hebt u van uw provider gekregen. Telefoonopties (menu 9) Via dit menu kunt u de begroeting invoeren die kort wordt weergegeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld. Beveiliging (menu 9.5) Menuopties Logo provider (menu 9.1.6) Met dit menu kunt u instellen dat het logo in plaats van de naam van de provider wordt weergegeven. PIN-controle (menu 9.5.1) Met de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer) van vier tot acht cijfers beveiligt u de SIM-kaart tegen gebruik door onbevoegden. Wanneer deze functie is ingeschakeld, moet u steeds als u de telefoon aanzet, de PIN-code invoeren. 59 Menuopties PIN wijzigen (menu 9.5.2) Via dit menu kunt u de PIN-code wijzigen. U moet de functie PIN-controle hebben ingeschakeld om deze functie te kunnen gebruiken. Toestel blokkeren (menu 9.5.3) Met de functie Telefoon blokkeren vergrendelt u de telefoon zodat deze niet ongeoorloofd kan worden gebruikt. Wanneer deze functie is ingeschakeld, moet u steeds als u de telefoon aanzet een wachtwoord van vier tot acht cijfers invoeren. Het wachtwoord is in de fabriek ingesteld op 00000000. Ga naar het menu Wachtwoord om het wachtwoord te wijzigen. Wachtwoord (menu 9.5.4) Via dit menu kunt u het wachtwoord voor de telefoon wijzigen. Het wachtwoord is in de fabriek ingesteld op 00000000. 60 Privacy (menu 9.5.5) Via dit menu kunt u multimedia-informatie blokkeren, zoals MMS-berichten, memolijst, afbeeldingen en geluiden. 1. Druk op [ ] om de items te selecteren die u wilt blokkeren. 2. Druk op <OK> om de gemarkeerde items te blokkeren. 3. Voer het wachtwoord voor de telefoon in en druk op <OK>. Voor toegang tot een geblokkeerd item, moet u het wachtwoord van de telefoon invoeren. SIM blokkeren (menu 9.5.6) Met de functie SIM blokkeren kunt u instellen dat uw telefoon alleen werkt met de huidige SIM-kaart door er een SIM-blokkeringscode aan toe te wijzen. U moet de blokkeringscode voor de SIM invoeren als u een andere SIM-kaart wilt gebruiken. Extra instellingen (menu 9.6) U kunt de functies voor automatische nummerherhaling en beantwoording van oproepen inen uitschakelen. • Nr. herhalen: maximaal tien maal proberen een telefoonnummer opnieuw te bellen nadat dit niet gelukt is. • Klepje actief: een inkomende oproep eenvoudig beantwoorden door de telefoon te openen. Elke toets antw.: een inkomende oproep beantwoorden door op een willekeurige toets te drukken, behalve [ ] of <Uitzetten>. Wanneer deze optie is ingesteld op UIT, moet u op [ ] of op <Opnemen> drukken om een oproep te beantwoorden. Telefoonopties (menu 9) PIN2 wijzigen (menu 9.5.8) Als uw SIM-kaart dit ondersteunt, kunt u met de functie PIN2 wijzigen uw huidige PIN2-code wijzigen. • Menuopties FDN-modus (menu 9.5.7) Als de SIM-kaart de FDN-modus (Fixed Dial Number) ondersteunt, kunt u uw uitgaande gesprekken beperken tot een bepaald aantal telefoonnummers. Wanneer deze functie is ingeschakeld, kunt u alleen bellen naar de nummers die in de telefoonlijst zijn opgeslagen. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u uw PIN2-code invoeren. Toets op zijkant (menu 9.7) Via dit menu kunt u instellen wat de functie van de volumetoets is wanneer u gebeld wordt. Weiger: hiermee kunt u oproepen weigeren door de toets ingedrukt te houden. Stilte: het belvolume uitschakelen door de toets ingedrukt te houden. 61 Sneltoets (menu 9.8) U kunt de navigatietoetsen gebruiken als sneltoetsen om rechtstreeks vanuit de standby-stand bepaalde menu's te openen. Via dit menu kunt u de toewijzing van sneltoetsen aan de toets Omhoog en Omlaag wijzigen. 1. Selecteer de toets die u als sneltoets wilt gebruiken. 2. Ga naar het menu dat aan deze toets moet worden toegewezen. 3. Druk op <Kies>. Reset instellingen (menu 9.9) Via dit menu kunt u de telefoon terugzetten in de standaardinstellingen. Voer een wachtwoord van vier tot acht cijfers in voor de telefoon en druk op <OK>. Het wachtwoord is in de fabriek ingesteld op 00000000. U kunt dit wachtwoord wijzigen. p. 60 62 Problemen oplossen U kunt uzelf de tijd en kosten van een onnodig telefoontje naar een medewerker van de klantenservice besparen, door eerst een aantal eenvoudige controles uit te voeren, die in deze paragraaf worden besproken. Als u de telefoon aanzet, kunnen de volgende berichten worden weergegeven: "Plaats SIM-kaart" • Controleer of de SIM-kaart op de juiste wijze is geplaatst. "Tst. geblokkeerd, Geef wachtwoord" • De automatische blokkeerfunctie is ingeschakeld. U moet het wachtwoord van de telefoon opgeven voordat u de telefoon kunt gebruiken. "Geef PIN" • U gebruikt de telefoon voor het eerst. U moet de PIN-code (Persoonlijk Identificatie Nummer) invoeren die u bij de SIM-kaart hebt gekregen. • "Geef PUK" • Er is driemaal achter elkaar een onjuiste PIN-code ingevoerd. Daarom is de telefoon nu geblokkeerd. Toets de PUK-code in die u van uw provider hebt gekregen. "Geen netwerk", "Netwerkfout" of "Niet uitgevoerd" wordt weergegeven. • De verbinding met het netwerk is verbroken. Het kan zijn dat het signaal te zwak is waar u zich bevindt. Probeer het opnieuw vanaf een andere locatie. • U probeert een functie te gebruiken waarvoor u geen abonnement hebt bij uw provider. Neem contact op met uw provider voor meer informatie. U hebt een nummer ingetoetst, maar het is niet gekozen. • Hebt u op de toets [ ] gedrukt? • Gebruikt u het juiste mobiele netwerk? • Misschien hebt u uitgaande oproepen geblokkeerd. Iemand probeert u tevergeefs te bellen. • Staat uw telefoon aan (hebt u de toets [ ] langer dan één seconde ingedrukt gehouden)? • Gebruikt u het juiste mobiele netwerk? • Misschien hebt u inkomende oproepen geblokkeerd. Problemen oplossen De functie PIN-controle is ingeschakeld. Telkens wanneer u de telefoon inschakelt, moet u de PINcode invoeren. U kunt deze functie uitschakelen met de menuoptie PIN-controle. Uw gesprekspartner hoort u niet. • Is de microfoon wel ingeschakeld? • Houdt u de telefoon dicht genoeg bij uw mond? De microfoon bevindt zich aan de onderzijde van de telefoon. 63 Problemen oplossen De telefoon begint te piepen en het bericht "**Waarschuwing** Batterij bijna leeg" knippert op het display. • De batterij is niet voldoende opgeladen. Laad de batterij op. De geluidskwaliteit van de oproep is slecht. • Controleer de signaalsterkte-indicator op het display ( ): hoe meer staafjes er worden weergegeven, des te sterker is het signaal (van sterk ( ) tot zwak ( ). • Ga wat dichter bij het raam staan als u zich in een gebouw bevindt of houd de telefoon anders vast. Wanneer u een nummer uit Contacten kiest, wordt er geen nummer gebeld. • Controleer in de lijst Contacten of het nummer op de juiste wijze is opgeslagen. • Sla het nummer zo nodig opnieuw op. 64 Mocht u het probleem aan de hand van de bovenstaande richtlijnen niet kunnen oplossen, dan kunt u contact opnemen met uw leverancier of de klantenservice van Samsung. Zorg ervoor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: • Het typenummer en het serienummer van de telefoon • Uw garantie-informatie • Een duidelijke beschrijving van het probleem Neem vervolgens contact op met uw leverancier of de klantenservice van Samsung. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid SAR-certificeringsinformatie Dit type telefoon voldoet aan de eisen van de Europese Unie (EU) met betrekking tot blootstelling aan radiogolven. De mobiele telefoon zendt en ontvangt radiosignalen. De telefoon is zodanig ontworpen en gefabriceerd dat de limieten die door de EU zijn vastgesteld voor blootstelling aan radiogolven, niet worden overschreden. Deze limieten maken deel uit van uitgebreide richtlijnen en geven aan welke niveaus van radiogolven (radiofrequentie-energie) zijn toegestaan en geen gevaar opleveren voor de volksgezondheid. De richtlijnen zijn vastgesteld door onafhankelijke wetenschappelijke organisaties op basis van periodiek uitgevoerd en grondig geëvalueerd wetenschappelijk onderzoek. De vastgestelde limieten kennen een aanzienlijke veiligheidsmarge om de veiligheid van iedereen, ongeacht leeftijd en gezondheidstoestand, te kunnen garanderen. De blootstellingsnorm voor mobiele telefoons wordt uitgedrukt in SAR (Specific Absorption Rate). De door de EU aanbevolen SAR-limiet is 2,0 W/kg.* De hoogste SAR-waarde voor dit type telefoon was 0,679 W/kg. De SAR-tests worden uitgevoerd onder normale gebruiksomstandigheden waarbij de telefoon met maximale signaalsterkte op alle geteste frequentiebanden uitzendt. Hoewel de SAR-waarde is vastgesteld op basis van de maximale signaalsterkte, kan het feitelijke SARniveau bij gebruik van de telefoon ver onder deze norm liggen. De telefoon werkt namelijk met verschillende signaalsterkten en gebruikt nooit meer dan de sterkte die nodig is om het netwerk te kunnen bereiken. Over het algemeen geldt dat hoe dichter u in de buurt van een basisstation bent, hoe lager de signaalsterkte van de telefoon is. * De SAR-limiet voor mobiele telefoons voor algemeen gebruik is 2,0 watt/kilogram (W/kg) als gemiddelde per tien gram lichaamsweefsel. In deze limiet is als extra zekerheid een aanzienlijke veiligheidsmarge ingebouwd waarbij ook rekening is gehouden met eventuele meetafwijkingen. SAR-waarden kunnen variëren, afhankelijk van de nationale rapportagevereisten en de netwerkband. 65 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Voordat een nieuw type telefoon mag worden verkocht, moet worden aangetoond dat de telefoon voldoet aan de Europese R&TTE-richtlijn. Een van de belangrijkste voorwaarden die in deze richtlijn worden gesteld, is de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de gebruiker en alle andere personen. • • Voorschriften voor het gebruik van batterijen • • • • 66 Gebruik nooit batterijen of opladers die beschadigd zijn. Gebruik de batterij alleen op de voorgeschreven manier. Als u de telefoon dicht bij het basisstation van een netwerk gebruikt, wordt er minder stroom verbruikt. De standby- en beltijd is sterk afhankelijk van de signaalsterkte van het mobiele netwerk en van de parameters die door de provider zijn ingesteld. De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de resterende batterijlading en het gebruikte type batterij en oplader. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd gaat de kwaliteit van de batterij achteruit. • • Als de gebruikstijd (standby- en beltijd) steeds korter wordt, is het tijd om een nieuwe batterij te kopen. Een volledig opgeladen batterij die niet wordt gebruikt, wordt na verloop van tijd automatisch ontladen. Gebruik alleen batterijen en opladers die door Samsung zijn goedgekeurd. Als u de oplader niet gebruikt, moet u de stekker uit het stopcontact halen. Sluit de batterij niet langer dan een week op een oplader aan. Een batterij die wordt overladen, gaat minder lang mee. Extreem hoge en lage temperaturen hebben invloed op de laadcapaciteit van de batterij. Het kan nodig zijn de batterij eerst te laten afkoelen of opwarmen. Leg de batterij niet in een zeer warme of koude ruimte, bijvoorbeeld in de auto bij extreem zomer- of winterweer, om te voorkomen dat de capaciteit en levensduur van de batterij verminderen. Probeer de batterij altijd op kamertemperatuur te houden. Het kan zijn dat een telefoon met een zeer warme of koude batterij tijdelijk niet werkt, zelfs als de batterij volledig is opgeladen. Li-ion-batterijen werken met name niet goed bij temperaturen onder de 0 °C (32 °F). • Verkeersveiligheid Met een mobiele telefoon hebt u de mogelijkheid om bijna overal en altijd mondeling te communiceren. Dit grote voordeel brengt echter ook een belangrijke verantwoordelijkheid met zich mee, een verantwoordelijkheid die iedereen moet nemen. Als u autorijdt, is het besturen van de auto uw eerste verantwoordelijkheid. Het niet-handsfree bellen tijdens het autorijden is dan ook in veel landen verboden. Houd u aan de speciale voorschriften die gelden in het betreffende gebied of land, als u de mobiele telefoon tijdens het rijden wilt gebruiken. Gebruiksomgeving Houd u altijd aan speciale voorschriften en schakel de telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren. Wanneer u de telefoon of een van de accessoires op een ander apparaat wilt aansluiten, moet u de veiligheidsvoorschriften in de gebruiksaanwijzing bij dat apparaat nalezen. Gebruik alleen compatibele producten. Evenals voor andere mobiele apparaten die radiosignalen uitzenden, geldt dat u deze telefoon voor een juiste werking en voor uw persoonlijke veiligheid alleen in de normale stand mag gebruiken (tegen uw oor, waarbij de antenne over uw schouder wijst). Elektronische apparatuur De meeste moderne elektronische apparaten zijn afgeschermd tegen radiosignalen. Er kunnen echter apparaten zijn die niet zijn afgeschermd tegen de radiosignalen van uw mobiele telefoon. Neem in dergelijke gevallen contact op met de fabrikant voor een andere oplossing. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid • Voorkom kortsluiting in de batterij. Er kan kortsluiting ontstaan wanneer een metalen voorwerp, zoals een muntstuk, paperclip of pen, ervoor zorgt dat de + en – polen van de batterij (de metalen strips op de batterij) direct contact maken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer u een reservebatterij in uw jaszak of tas bewaart. Door kortsluiting kan de batterij (maar ook het voorwerp dat de kortsluiting veroorzaakt) beschadigd raken. Lever oude batterijen in bij een inzamelpunt voor batterijen. Gooi ze nooit bij het gewone afval en gooi ze niet in het vuur. 67 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Pacemakers Fabrikanten van pacemakers adviseren om tussen een mobiele telefoon en een pacemaker een afstand van minimaal 15 cm aan te houden om storingen in de pacemaker te voorkomen. Deze aanbeveling stemt overeen met onafhankelijk onderzoek en aanbevelingen van Wireless Technology Research. Als u ook maar een vermoeden hebt dat er storingen optreden, moet u de telefoon onmiddellijk uitzetten. Gehoorapparaten Sommige digitale mobiele telefoons veroorzaken storingen in bepaalde gehoorapparaten. Als dit gebeurt, adviseren wij u contact op te nemen met de fabrikant van uw gehoorapparaat voor een andere oplossing. Andere medische apparaten Als u een ander medisch apparaat of hulpmiddel gebruikt, neemt u contact op met de fabrikant van dat apparaat om na te gaan of het afdoende afgeschermd is tegen externe radiosignalen. U kunt ook uw huisarts of specialist om advies vragen. 68 Schakel de telefoon uit in zorginstellingen waar het gebruik van mobiele telefoons niet is toegestaan. Voertuigen Radiosignalen kunnen invloed hebben op onjuist geïnstalleerde of onvoldoende afgeschermde elektronische systemen in motorvoertuigen. Neem hierover contact op met de fabrikant of dealer van uw auto. Neem ook contact op met de fabrikant van de apparatuur die in uw auto is geïnstalleerd. Verbod op mobiel bellen Schakel de telefoon altijd uit op locaties waar is aangegeven dat het gebruik van mobiele telefoons niet toegestaan is. Omgevingen met explosiegevaar Schakel de telefoon uit in een omgeving met explosiegevaar en houd u aan alle voorschriften en instructies. Vonken kunnen in een dergelijke omgeving een explosie of brand veroorzaken met lichamelijk letsel of zelfs de dood tot gevolg. Het wordt niet altijd duidelijk aangegeven of er explosiegevaar is in een bepaalde omgeving. Denk bijvoorbeeld aan het benedendek van een schip, op- en overslaglocaties voor chemicaliën, voertuigen die op LPG rijden, omgevingen waar chemicaliën of kleine deeltjes in de lucht zitten, zoals kruitkorrels, stof of metaalpoeder, en elk ander gebied waar u normaal gesproken de motor van uw voertuig moet uitzetten. Alarmnummer bellen Evenals elke andere mobiele telefoon maakt deze telefoon gebruik van radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en door de gebruiker ingestelde functies. Het is dan ook niet vanzelfsprekend dat u onder alle omstandigheden verbinding kunt krijgen. Vertrouw daarom voor essentiële communicatie, zoals voor medische noodgevallen, nooit alleen op uw mobiele telefoon. U kunt alleen bellen of gebeld worden als de telefoon is ingeschakeld en u zich in een servicegebied met voldoende signaalsterkte bevindt. Het kan zijn dat het bellen van een alarmnummer niet in alle mobiele netwerken mogelijk is of niet mogelijk is wanneer bepaalde netwerkdiensten en/of telefoonfuncties zijn ingeschakeld. U kunt dit navragen bij uw provider. Zo belt u een alarmnummer: 1. Zet de telefoon aan als dat nog niet het geval is. 2. Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land verschillen. 3. Druk op de toets [ ]. Als bepaalde functies zijn ingeschakeld, zoals het blokkeren van gesprekken, moet u deze functies misschien uitschakelen voordat u het alarmnummer kunt bellen. Raadpleeg hiervoor deze handleiding of neem contact op met uw provider. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Het wordt aangeraden de telefoon uit te schakelen bij een tankstation. Houd u aan de voorschriften met betrekking tot het gebruik van radioapparatuur in brandstofdepots (zowel voor opslag als distributie), chemische fabrieken en plaatsen waar met explosieven wordt gewerkt. 69 Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid Overige belangrijke veiligheidsinformatie • • • • • 70 Laat de telefoon alleen door gekwalificeerde technici repareren of in een voertuig installeren. Onjuiste installatie of reparatie kan gevaar opleveren en kan ertoe leiden dat de garantie op de telefoon komt te vervallen. Controleer regelmatig of de telefoonapparatuur in uw auto goed is gemonteerd en naar behoren werkt. Bewaar of vervoer brandbare vloeistoffen en gassen en explosief materiaal niet in dezelfde ruimte als de telefoon of de onderdelen of accessoires van de telefoon. Als er een airbag in uw voertuig zit, moet u er rekening mee houden dat deze met flink veel kracht wordt opgeblazen. Plaats geen voorwerpen, dus ook niet de gemonteerde of draagbare telefoonapparatuur, in de ruimte rond de airbag of daar waar de airbag zal uitklappen. Als draadloze apparatuur niet op de juiste manier is geïnstalleerd, kan het opblazen van de airbag ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Schakel de telefoon uit voordat u in een vliegtuig stapt. Het gebruik van een mobiele telefoon in een vliegtuig kan gevaarlijk zijn voor de besturing van het vliegtuig en is daarom verboden. • Als u zich niet aan deze voorschriften houdt, kan u het gebruik van mobiele diensten tijdelijk of permanent worden ontzegd en kunt u strafrechtelijk worden vervolgd. Verzorging en onderhoud De telefoon is een kwaliteitsproduct dat met vakmanschap is gemaakt en voorzichtig behandeld moet worden. Als u de volgende aanbevelingen opvolgt, wordt er aan de garantievoorwaarden voldaan en kunt u vele jaren plezier hebben van dit product. • • • • Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. Houd de telefoon droog. Regen, vocht en vloeistoffen bevatten mineralen die de elektronica aantasten. Raak de telefoon niet met natte handen aan. Hierdoor kunt u namelijk een elektrische schok krijgen. Ook kan de telefoon beschadigd raken. Gebruik of bewaar de telefoon niet in een stoffige, vieze ruimte, aangezien de bewegende onderdelen dan beschadigd kunnen raken. • • • • • • • Gebruik alleen de meegeleverde of een andere goedgekeurde antenne. Niet-goedgekeurde antennes of aangepaste accessoires kunnen de telefoon beschadigen en ertoe leiden dat de telefoon niet meer voldoet aan de wettelijke bepalingen omtrent radioapparatuur. Als de telefoon, de batterij, de oplader of een van de accessoires niet goed werkt, gaat u ermee naar het dichtstbijzijnde geautoriseerde servicecentrum. Daar zal men u van advies dienen en indien nodig voor reparatie zorgen. Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid • Bewaar de telefoon niet in een extreem warme ruimte. Door de hoge temperatuur gaan elektronische apparaten minder lang mee, kunnen batterijen beschadigd raken en kan het plastic kromtrekken of smelten. Bewaar de telefoon niet in een koude ruimte. Bij verplaatsing naar een warmere omgeving kan zich condens in de telefoon vormen, waardoor de elektronische componenten van de telefoon beschadigd kunnen raken. Zorg dat u de telefoon niet laat vallen of ergens tegen aan stoot. Als u ruw met de telefoon omgaat, kunnen de interne onderdelen beschadigd raken. Maak de telefoon niet schoon met bijtende schoonmaak- of oplosmiddelen. Gebruik alleen een zachte doek gedrenkt in een sopje van water en zachte zeep. Verf de telefoon niet. Door de verf kunnen de bewegende onderdelen van het apparaat verstopt raken waardoor de telefoon niet meer goed werkt. Leg de telefoon niet in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, fornuis of radiator. De telefoon kan oververhit raken en ontploffen. 71 Index Aan- en uitzetten microfoon • 24 telefoon • 8 ABC-stand, tekstinvoer • 19 Afbeeldingen, gedownload • 47 Alarm • 50 Alarmnummer bellen • 69 Amusement • 43 Andere tonen 34 Antwoorden met elke toets • 61 Belsignaal • 32, 33 Berichten begroeting • 59 info • 42 MMS • 37 SMS • 34 voicemail • 42 web • 42 Berichtsignaal • 33 Beveiliging, oproepen • 59 Blokkeren SIM-kaart • 60 telefoon • 60 Browser, WAP • 43 B C A Bandkeuze • 32 Batterij bijna leeg, indicator • 8 opladen • 7 Batterij bijna leeg, indicator • 8 Beantwoorden oproep • 23 tweede oproep • 25 Begroeting • 59 Bel toon • 32 volume • 32 72 Componeren, melodie • 48 D Display indeling • 10 instellingen • 58 DTMF-tonen verzenden • 25 E Eigen nummer • 59 F FDN-modus (Fixed Dial Number) • 61 G Geheugenstatus berichten • 43 gedownloade items • 48 telefoonlijst • 57 Geluiden, gedownload • 47 Geluidopties • 32 Gemiste oproepen • 27 Gesprektellers • 28 Gezondheid en veiligheid • 65 H Herhalen automatisch • 61 handmatig • 22 I Infoberichten • 42 Internationale gesprekken • 22 Internet • 43 K Klepsignaal • 33 Kostentellers • 28 L Laatste nummer herhalen • 22 M Melodiebewerker • 48 Minutenteller • 34 MMS-berichten bekijken • 39 Instellingen • 40 maken/verzenden • 37 wissen • 40 Multiparty-gesprekken • 26 N Namen invoeren • 19 zoeken • 55 Netwerk kiezen • 30 Netwerkdiensten • 29 Nr.weergave 31 Nummer kiezen/zoeken • 22 opslaan • 55 Nummer herhalen • 61 O Ontvangen oproepen • 27 Ontvangen, berichten SMS • 35 Ontvangstbevestiging, bericht • 40 Opnemen spraakmemo's • 53 Oproepen P PIN2-code wijzigen • 61 PIN-code blokkeren • 59 wijzigen • 60 Postvak IN, berichten MMS • 39 Postvak UIT, berichten MMS • 39 Privacy • 60 R Rekenmachine • 52 S SDN (Service Dialling Numbers) • 57 SIM-kaart blokkeren • 60 plaatsen • 7 SMS-berichten bekijken • 35 maken/verzenden • 34 Spelletjes • 46 Spraakmemo's opnemen • 53 Standaardberichten MMS • 40 SMS • 36 Symbolen, beschrijving • 10 T Taal selecteren • 59 Tekens invoeren • 19 Tekst invoeren • 19 Tekstinvoerstand wijzigen • 19 Telefonisch vergaderen • 26 Telefoon aan- en uitzetten • 8 behandeling en onderhoud • 70 blokkeren • 60 display • 10 instellingen terugzetten • 62 symbolen • 10 uitpakken • 6 Telefoonlijst kopiëren • 55 opties • 55 verkort kiezen • 56 wijzigen • 55 wissen • 57 Terugzetten, telefooninstellingen • 62 Toetsen, beschrijving • 9 Toetstonen inschakelen • 25 instelling • 33 Toon andere • 34 beltoon • 32 bericht • 33 in-/uitschakelen • 33 toetsen • 33 verbinding • 34 Toon bij in-/uitschakelen • 33 U Uitgaande oproepen • 27 Uitzetten microfoon • 24 toetstonen • 25 V Veiligheid informatie • 65 voorschriften • 3 Verbindingstoon • 34 Verkeersveiligheid • 67 Verkort kiezen • 56 Verlichtingstijd instellen • 58 Verzonden berichten MMS • 39 SMS • 35 Voicemail • 42 Voicemailserver • 42 Index beantwoorden • 23 in de wacht zetten • 24 nummer herhalen • 22 weigeren • 23 wisselgesprek • 30 Oproepenlijst gemist • 27 ontvangen • 27 uitgaand • 27 Organizer • 50 W Wachtstand, gesprek • 24 Wachtwoord blokkeren • 30 telefoon • 60 WAP-browser cache wissen • 46 favorieten • 45 toegang • 43 Wereldtijd • 50 Wisselgesprek • 30 73 Index Wissen MMS • 39, 40 oproepenlijst • 27 SMS • 35 telefoonlijst • 57 74 Conformiteitsverklaring (R&TTE-richtlijn) : EN 60950-1:2001 : EN 301 489-01 v1.4.1 (2002-08) EN 301 489-07 v1.2.1 (2002-08) : EN 50360:2001 EN 50361:2001 : EN 301 511 v9.0.2 (2003-03) (naam en handtekening van bevoegde persoon) Yong-Sang Park / verkoopmanager * Dit is niet het adres van het Samsung Service Centre. Zie de garantiekaart of neem contact op met de winkel waar u de telefoon hebt aangeschaft voor het adres van het Samsung Service Centre. en wordt op verzoek ter beschikking gesteld. (Vertegenwoordiging in de EU) (plaats en datum van uitgifte) Samsung Electronics Euro QA Lab. Blackbushe Business Park, Saxony Way, Yateley, Hampshire, GU46 6GG, UK 2005. 02. 05 De technische documentatie wordt beheerd door: Samsung Electronics Euro QA Lab. BABT, Claremont House, 34 Molesey Road, Walton-on-Thames, KT12 4RQ, UK Kenmerk: 0168 De conformiteitsbeoordelingsprocedure waarnaar wordt verwezen in Artikel 10 en die wordt beschreven in Bijlage [IV] van Richtlijn 1999/5/EC is uitgevoerd in samenwerking met de volgende aangemelde instantie(s): Hierbij verklaren we dat [alle essentiële radiotests zijn uitgevoerd en dat] bovengenoemd product voldoet aan alle essentiële eisen die er in Richtlijn 1999/5/EC aan worden gesteld. Netwerk SAR Veiligheid EMC waarop deze verklaring van toepassing is, voldoet aan de volgende standaarden en/of andere normatieve documenten. (naam en adres van fabrikant*) - Samsung Electronics Co., Ltd, 94-1 Imsu-Dong, Gumi City, Kyung Buk, Korea, 730-350 Gefabriceerd door: (Typenaam) SGH-X480 (Productbeschrijving) mobiele telefoon GSM900/GSM1800/GSM1900 Triband digitale draagbare Het volgende product: