Bauknecht GTE 220 A3+ Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GEBRUIKSAANWIJZING
NL
SCHEMA VAN HET APPARAAT (Fig. 1)
A. Handgreep.
B. Veiligheidssluiting (indien aanwezig).
C. Afdichting.
D. Scheider (indien aanwezig).
E. Dop afvoerkanaal voor dooiwater.
F. Bedieningspaneel.
G. Ventilatierooster van de motor aan de zijkant.
SCHEMA VAN HET BEDIENINGSPANEEL (Fig. 2)
1. Digitale temperatuurindicator: geeft de temperatuur
binnenin de vriezer aan (ononderbroken weergave) of de
ingestelde temperatuur (knipperende weergave).
2. Toets om een lagere temperatuur in te stellen: als u
hierop drukt gaat de ingestelde temperatuur naar lagere
waarden.
3. Toets om een hogere temperatuur in te stellen: als u
hierop drukt gaat de temperatuur naar hogere waarden.
4. Toets “Extra load”: als u hierop drukt wordt de
vriesfunctie voor grote hoeveelheden
ingeschakeld/uitgeschakeld.
5. Indicator “Extra load” (geel): als dit lampje brandt, is
de vriesfunctie voor grote hoeveelheden ingeschakeld.
6. Indicator inschakeling “Green Intelligence” (blauw):
als dit lampje brandt, is de functie “Green Intelligence”
actief (zie de paragraaf “De functie Green Intelligence”).
7. Resettoets alarm: schakelt het geluidsalarm en de
indicatie voor het black-out-alarm uit (zie de paragraaf
"Alarmen").
8. Alarmindicator (rood): wanneer dit lampje knippert, is
er een alarmsituatie opgetreden (zie de paragraaf
"Alarmen").
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT
Het door u aangeschafte apparaat is ontworpen voor
huishoudelijk gebruik en tevens:
- voor gebruik in keukens van werkplaatsen, winkels en/of
kantoren
- in landbouwbedrijven
- in hotels, motels, appartementen en bed & breakfasts
voor gebruik door individuele klanten.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor het
conserveren van diepvriesproducten, het invriezen van verse
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Dit apparaat moet volgens wettelijke voorschriften
geaard worden. De fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor eventueel letsel aan personen,
dieren of voor schade aan voorwerpen die veroorzaakt
is door het niet in acht nemen van deze voorschriften.
1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet
beschadigd is, of de deur perfect sluit en of de afdichting
niet vervormd is. Uw leverancier dient in geval van
schade binnen 24 uur op de hoogte te worden gesteld.
2. Wacht minstens twee uur alvorens het apparaat in
werking te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen
laten functioneren.
3. Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische aansluiting
door een gekwalificeerd technicus worden verricht
overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de
plaatselijke veiligheidsvoorschriften.
4. Reinig de binnenkant van het apparaat voordat u het
gebruikt.
• Controleer voordat u het apparaat op het
elektriciteitsnet aansluit, of de spanning overeenkomt
met de gegevens op het serienummerplaatje op de
achterkant van het apparaat.
Houd u aan de plaatselijke voorschriften voor de
elektrische aansluiting.
INSTALLATIE
Haal het apparaat uit de verpakking.
Verwijder de vier beschermdelen tussen de deur en
het apparaat. (Fig. 3)
Controleer of de dop voor de afvoer van het dooiwater
(indien aanwezig) op de juiste manier geplaatst is (E).
Om de maximale prestaties te verkrijgen en schade te
voorkomen bij het openen van de deur van het apparaat,
dient een afstand van tenminste 7 cm van de achterwand
en 7 cm van de zijkanten te worden vrijgelaten. (Fig. 4)
Breng de bijgeleverde accessoires aan (indien aanwezig).
INGEBRUIKNEMING VAN HET APPARAAT
Steek de stekker in het stopcontact.
De digitale indicator (1) geeft twee streepjes in het
midden weer als het product warm is
(binnentemperatuur hoger dan 0°C).
Het rode lampje van het alarm (8) knippert en het
geluidsalarm treedt in werking.
De indicator "Green Intelligence" (6) is aan.
Druk op de resettoets (7) om het geluidsalarm uit te
schakelen.
Het geluidsalarm wordt uitgeschakeld, terwijl het rode
alarmlampje blijft knipperen.
Als het apparaat een temperatuur van ten minste -12°C
heeft bereikt, stopt het rode lampje (8) met knipperen.
Nu kunt u de levensmiddelen in de vriezer plaatsen.
De indicator "Green Intelligence" (6) blijft aan tot de
ingestelde temperatuur op het display bereikt is.
OPMERKING: de afdichting sluit de vriezer hermetisch af,
dus u kunt de deur van de vriezer niet onmiddellijk na
sluiting weer openen. U moet enkele minuten wachten.
TEMPERATUURREGELING
Het apparaat is in de fabriek ingesteld op de aanbevolen
temperatuur van -18°C. U kunt de ingestelde
binnentemperatuur variëren van -17°C tot -24°C en in de
ENERGIEBESPARENDE modus (zie de paragraaf "ECO-
instelling") door als volgt te werk te gaan:
Druk eenmaal op één van de twee toetsen voor de
temperatuurregeling (2; 3).
De digitale indicator (l) knippert en geeft de temperatuur
aan die eerder is ingesteld.
Druk meerdere malen op de toets (3) om de ingestelde
temperatuur op een hogere waarde in te stellen. Elke
druk op de toets verandert de waarde met 1°C. Tijdens
deze handeling knippert de waarde op de indicator.
Druk meerdere malen op de toets (2) om de ingestelde
temperatuur op een lagere waarde in te stellen. Elke druk
op de toets verandert de waarde met 1°C. Tijdens deze
handeling knippert de waarde op de indicator.
Ongeveer 5 seconden nadat de knop voor het laatst is
ingedrukt wordt de ingestelde temperatuur opgeslagen in
het geheugen. De digitale indicator (1) stopt met
knipperen en geeft opnieuw de binnentemperatuur van
het apparaat weer.
U kunt de ingestelde temperatuur op elk gewenst
moment controleren door op één van de
temperatuurregelingstoetsen te drukken. • De ingestelde
waarde knippert 5 seconden, waarna opnieuw de
binnentemperatuur van de vriezer wordt weergegeven.
OPMERKING: Als de stroom uitvalt, blijven de
instellingen bewaard. De tijd die de vriezer nodig
heeft om de ingestelde binnentemperatuur te
bereiken, kan variëren afhankelijk van de
klimatologische omstandigheden en de gekozen
instelling; in ieder geval worden de
temperatuurvariaties met enige vertraging
weergegeven.
ECO-instelling
De ENERGIEBESPARENDE instelling wordt aanbevolen
wanneer het apparaat slechts gedeeltelijk gevuld wordt,
onder het niveau van de "e" op de afscheider. Het product
instellen op de ENERGIEBESPARENDE modus:
Druk eenmaal op één van de twee toetsen voor de
temperatuurregeling (2; 3).
De digitale indicator (1) knippert en geeft de eerder
ingestelde temperatuur weer.
Druk meerdere malen op toets (3) om de ingestelde
temperatuur op een hogere waarde in te stellen tot de
EC-waarde op de digitale indicator is bereikt.
OPMERKING: als u de vriesfunctie voor grote
hoeveelheden inschakelt wanneer het apparaat in de
ECO-modus werkt, wordt deze laatste functie
automatisch uitgeschakeld voor de gehele duur van de
functie.
"GREEN INTELLIGENCE"
FUNCTIE
De functie Green Intelligence wordt in de volgende gevallen
automatisch ingeschakeld:
Openen van de deur
De functie treedt in werking bij iedere opening van de
deur die de binnentemperatuur van het apparaat
aanzienlijk wijzigt, en blijft actief gedurende de tijd die
nodig is om automatisch de optimale
conserveringscondities te herstellen.
Plaatsen van in te vriezen levensmiddelen
De functie treedt iedere keer dat er voedsel in het
apparaat wordt geplaatst in werking, en blijft actief
gedurende de tijd die nodig is om optimale
invriescondities te creëren, waarbij de juiste balans tussen
de kwaliteit van het invriezen en het energieverbruik
wordt gegarandeerd.
OPMERKING: de duur van de functie Green Intelligence
wordt niet alleen op basis van de hoeveelheid in te vriezen
levensmiddelen berekend, maar ook op basis van de
hoeveelheid levensmiddelen die reeds aanwezig is in de
vriezer, en van de buitentemperatuur. Daarom is het
normaal dat significante veranderingen hierin van invloed zijn
op het gedrag van het product.
Toetsenblokkering
Met deze functie kunnen eventuele wijzigingen van de
instellingen, doordat er per ongeluk op de toetsen wordt
gedrukt, worden voorkomen.
Als de functie eenmaal is ingeschakeld en op een toets
wordt gedrukt, wordt de bijbehorende functie niet
geactiveerd.
Om de toetsenblokkering in te schakelen drukt u
ongeveer 3 seconden tegelijkertijd op de toetsen (2) en
(7), tot het display het symbool weergeeft, waarna de
ingestelde temperatuur weer verschijnt.
Om de toetsen weer te activeren volgt u dezelfde
werkwijze: als het symbool van het display verdwijnt,
is de toetsenblokkering uitgeschakeld.
ALARMEN
Temperatuuralarm
Geeft aan dat de binnentemperatuur hoger dan -12°C is.
Het geluidsalarm gaat af en het rode lampje (8) knippert.
Het geluidsalarm kan uitgeschakeld worden door op toets
(7) te drukken. Het indicatielampje (8) blijft knipperen
tot de temperatuur weer onder de -12°C is gedaald.
Opmerking: onder deze omstandigheden wordt het
indicatielampje Green Intelligence automatisch ingeschakeld
tot de normale conserveringsomstandigheden zijn hersteld.
Alarm langdurige stroomstoring
Duidt aan dat de binnentemperatuur waarden boven de -
8°C heeft bereikt na een stroomstoring.
Het geluidsalarm gaat af, het rode lampje (8) knippert en
op de digitale indicator (I) knippert de hoogste bereikte
temperatuur tijdens de stroomstoring. Door op toets (7)
te drukken geeft de digitale indicator opnieuw de huidige
binnentemperatuur weer.
Opmerking: in deze omstandigheden wordt de indicator
Green Intelligence automatisch ingeschakeld.
Sensoralarm
Signaleert een storing van de temperatuursensor.
Het geluidsalarm wordt ingeschakeld, het rode lampje (8)
knippert en de digitale indicator geeft "SF" weer. In dit
geval dient u zich tot de Klantenservice te wenden.
OPMERKING: het temperatuuralarm kan ook afgaan
nadat u verse levensmiddelen in het apparaat heeft
geplaatst, of nadat de deur wat langer open heeft
gestaan; dit heeft verder geen invloed op de perfecte
conservering van reeds ingevroren levensmiddelen.
Een stroomuitval kan echter leiden tot een gevaarlijke
situatie voor wat betreft de conservering; wij
adviseren u in dat geval de staat van conservering van
de levensmiddelen te controleren.
INVRIEZEN VAN LEVENSMIDDELEN
Voorbereiden van verse in te vriezen levensmiddelen
Wikkel en verzegel de in te vriezen verse levensmiddelen
in: aluminiumfolie, plastic folie, waterdichte plastic zakjes,
polyethyleen bakjes met deksel die geschikt zijn voor
levensmiddelen die ingevroren moeten worden.
De levensmiddelen moeten vers, rijp en van een zeer
goede kwaliteit zijn.
Verse groenten en fruit zo mogelijk direct na de oogst
invriezen, om de voedingsstoffen, de consistentie, de
kleur en de smaak te behouden.
Laat warme levensmiddelen altijd afkoelen voordat u ze in
de vriezer zet.
Invriezen van verse levensmiddelen
Leg de in te vriezen levensmiddelen tegen de verticale
wanden van het apparaat (Fig. 5):
A) - in te vriezen levensmiddelen
B) - al ingevroren levensmiddelen.
Leg de in te vriezen levensmiddelen niet direct tegen de
al ingevroren levensmiddelen aan.
Voor beter en sneller invriezen raden wij aan de
levensmiddelen in kleine porties te verdelen; dit zal ook
van pas komen bij het gebruik van het ingevroren voedsel.
Als u minder dan 10-12 kg levensmiddelen in de vriezer
plaatst, wordt de werking van het apparaat automatisch
geregeld door de functie "Green Intelligence" (zie het
hoofdstuk "De functie Green Intelligence"), en hoeft u
verder niets te doen.
Als u de maximale vriescapaciteit van het apparaat wilt
benutten die vermeld staat op het typeplaatje, dan moet
de functie voor het invriezen van grote hoeveelheden 24
uur voordat het in te vriezen voedsel in het apparaat
wordt gelegd, worden ingeschakeld.
Om de vriesfunctie voor grote hoeveelheden in te
schakelen drukt u op toets (4). Het gele lampje (5) gaat
branden.
Na het plaatsen van de verse levensmiddelen adviseren
wij u om de deur van de vriezer 24 uur gesloten te
houden. Na deze periode zijn de levensmiddelen
ingevroren.
De vriesfunctie voor grote hoeveelheden kan
uitgeschakeld worden door op toets (4) te drukken; als u
dit niet doet, wordt de functie na ongeveer 48 uur
automatisch uitgeschakeld.
CONSERVERING VAN LEVENSMIDDELEN
Raadpleeg de tabel op het apparaat.
Classificatie van de ingevroren levensmiddelen
Leg de ingevoren levensmiddelen in de vriezer en classificeer
ze; geadviseerd wordt om de datum van conservering op de
verpakking te schrijven, zodat u weet voor welke datum u
het product moet consumeren. De houdbaarheidsdatum in
maanden wordt in fig. 6 voor iedere voedselcategorie
aangegeven.
Adviezen voor het bewaren van diepvriesproducten
Let bij het kopen van diepvriesproducten op de volgende
punten:
De verpakking moet intact zijn, omdat voedsel in
beschadigde verpakkingen bedorven kan zijn. Als een
pakje bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het
product niet onder optimale omstandigheden bewaard en
kan het al gedeeltelijk zijn ontdooid.
Diepvriesproducten moeten als laatste worden gekocht
en in isolerende tassen worden vervoerd.
Leg de diepvriesproducten bij thuiskomst meteen in de
vriezer.
Variaties in temperatuur moeten vermeden worden of tot
een minimum worden beperkt. De uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking moet worden
gerespecteerd.
De aanwijzingen op de verpakking voor het conserveren
van diepvriesproducten moeten altijd worden opgevolgd.
Opmerking:
Ontdooide of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen
moeten onmiddellijk worden geconsumeerd. Vries
ze niet opnieuw in, tenzij het ontdooide
levensmiddel gebruikt wordt voor de bereiding van
een gerecht dat gekookt wordt. Nadat het
ontdooide levensmiddel gekookt is, mag het
opnieuw worden ingevroren.
Als de stroom gedurende langere tijd uitvalt:
Open de deur van de vriezer niet, behalve om de
vrieselementen (indien beschikbaar) boven op het
ingevroren voedsel aan de rechter- en linkerkant
van de vriezer te plaatsen. Op deze manier kunt u
de snelheid waarmee de temperatuur stijgt
beperken.
VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
Zorg ervoor dat het apparaat tijdens de installatie
de voedingskabel niet beschadigt.
Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak, omdat het
glas kan breken.
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer
komen, omdat deze zo koud zijn dat ze brandwonden
kunnen veroorzaken.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Installeer de vriezer niet op plaatsen waar deze aan direct
zonlicht blootstaat of in de buurt van warmtebronnen;
hierdoor neemt het energieverbruik toe.
Plaats geen spuitbussen of houders die drijfgas of
brandbare stoffen bevatten in het apparaat.
Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht
ontvlambare stoffen in de buurt van het product of
andere elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen
die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies
veroorzaken.
Installeer het product waterpas op een vloer die het
gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor
de afmetingen en het gebruik van het product.
Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde
ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in
ruimten waarin de temperatuur binnen de volgende
waarden ligt, die gebaseerd zijn op de klimaatklasse die
op het typeplaatje staat aangegeven (Fig. 7). Het is
mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert als het
voor een lange tijd in een ruimte wordt gelaten met een
hogere of lagere temperatuur dan het genoemde bereik.
Het is raadzaam het apparaat aangesloten te laten, ook als
het voor korte tijd leeg is.
Let er bij het verplaatsen van het apparaat op dat de vloer
niet beschadigd wordt (bv. parket). Om het apparaat
makkelijker te kunnen verplaatsen, wordt geadviseerd om
het indien mogelijk eerst leeg te maken.
Opmerking: Het apparaat moet door twee of meerdere
personen worden verplaatst en geïnstalleerd.
Gebruik geen andere mechanische systemen of middelen
om het ontdooiproces te versnellen dan door de fabrikant
zijn aanbevolen.
Gebruik geen elektrische apparaten aan de binnenkant
van het apparaat, behalve als dit aanbevolen is door de
fabrikant.
Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te
worden door kinderen onder de 8 jaar en personen
met beperkte fysieke, sensorische of verstandelijke
vermogens, of zonder ervaring of kennis van het
apparaat, behalve als zij tijdens het gebruik
instructies ontvangen van of begeleid worden door
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
Om het risico van opsluiting en verstikking te
vermijden, mag het kinderen niet worden
toegestaan in het apparaat te spelen of zich hierin
te verstoppen.
De voedingskabel mag alleen door gekwalificeerd
personeel of door de Klantenservice worden
gewijzigd of vervangen.
Gebruik geen verlengsnoeren of meervoudige
adapters.
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet kunnen
worden afgekoppeld door de stekker uit het
stopcontact te trekken of via de tweepolige
schakelaar die voor het stopcontact is geplaatst.
Controleer of de spanning op het typeplaatje
overeenkomt met de spanning in uw woning.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen
niet in (indien bijgeleverd).
Open de deur van het apparaat zo weinig mogelijk.
Dit apparaat is uitgerust met "skin condenser"-
technologie: de condenseenheid is geïntegreerd
binnen de wanden van de vriezer. Hierdoor kunnen
de wanden aan de zij- en voorkant warm zijn als het
apparaat werkt. Dit verschijnsel is geheel normaal
en vermindert de mogelijke condensvorming in
moeilijke omgevingsomstandigheden (zie de
paragraaf "Storingen opsporen").
ONTDOOIEN VAN HET APPARAAT
Wij raden u aan de vriezer te ontdooien wanneer het ijs op
de wanden 5-6 mm dik is geworden.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Haal de levensmiddelen uit het apparaat en bewaar ze op
een koele plaats of in een isolerende tas.
Laat de deur van het apparaat openstaan.
Verwijder de binnendop van het afvoerkanaal (indien
aanwezig) (Fig. 8).
Verwijder de buitendop van het afvoerkanaal (indien
aanwezig) en plaats hem zoals aangegeven in figuur 8.
Gebruik de scheider als opvangbank voor het dooiwater
(indien aanwezig) en leg deze binnenin het apparaat (D)
zoals in fig. 8. Als er geen scheider aanwezig is, gebruik
dan een lage bak.
U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel het
ijs op de wanden van het apparaat los te maken.
Verwijder het ijs van de bodem van het apparaat.
Gebruik, om onherstelbare schade aan het vriesvak
te voorkomen, geen puntige of scherpe metalen
voorwerpen om het ijs te verwijderen.
Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het
vriesvak niet kunstmatig.
Droog de binnenkant van het apparaat zorgvuldig
af.
Zet na afloop van het ontdooien de dop weer op zijn
plaats.
REINIGING EN ONDERHOUD
Verwijder het ijs dat zich op de bovenste randen gevormd
heeft (zie Storingen opsporen).
Reinig na het ontdooien de binnenkant met een vochtige
spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel.
Reinig het ventilatierooster aan de zijkant (indien
aanwezig).
Voordat u begint met het onderhoud van uw
apparaat, dient u de stekker uit het stopcontact te
halen. Gebruik geen schuurpasta's of schuursponsjes,
vlekkenmiddelen (bv. aceton, trichloorethyleen), of
azijn om het product te reinigen.
Om het apparaat optimaal te laten functioneren,
wordt geadviseerd om het tenminste eenmaal per jaar
te reinigen en te onderhouden.
VERVANGEN VAN HET DEURLAMPJE (INDIEN
AANWEZIG)
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
Verwijder de melkglazen kap aan de hand van de
aanwijzingen van de afbeelding en in de aangegeven
volgorde.
Draai het lampje los en vervang het door een nieuw
lampje met dezelfde spanning en hetzelfde vermogen.
Breng de melkglazen kap weer aan en sluit het apparaat
aan op het elektriciteitsnet.
STORINGEN OPSPOREN
1. Het rode controlelampje knippert.
• Is de stroom uitgevallen?
• Heeft u het apparaat ontdooid?
• Heeft u kort geleden voedsel in de vriezer gelegd?
• Zit de deur van het apparaat goed dicht?
• Staat het apparaat in de buurt van een warmtebron?
• Zijn het ventilatierooster en de condensator schoon?
2. Het apparaat maakt te veel lawaai.
• Is het apparaat perfect waterpas geïnstalleerd?
• Staat het apparaat tegen andere meubels of
voorwerpen aan die trillingen kunnen veroorzaken?
• Is de verpakking van de onderkant van de vriezer
verwijderd?
Opmerking: De circulatie van het koelgas kan een zacht
geluid geven, ook nadat de compressor gestopt is. Dit is
geheel normaal.
3. Het geluidsalarm klinkt.
• Zie het hoofdstuk "Richtlijnen voor de functionering",
paragraaf "ALARMEN".
4. Het display is uit, het binnenlampje gaat niet aan
en de compressor werkt niet (product is warm).
• Controleer of er een stroomstoring is.
• Controleer of de stekker goed in het stopcontact is
gestoken.
• Controleer, nadat u de stekker uit het stopcontact
heeft gehaald, of het netsnoer onbeschadigd is.
5. Het display is uit, het binnenlampje gaat aan en de
compressore werkt onafgebroken.
• Neem contact op met de Klantenservice.
6. Door op een toets te drukken wordt de
bijbehorende functie niet geactiveerd.
• Controleer of de functie toetsenblokkering niet is
ingeschakeld (zie hoofdstuk
"TOETSENBLOKKERING").
7. De compressor werkt onafgebroken.
• Heeft u misschien warm voedsel in de vriezer gezet?
• Heeft de deur van de vriezer langdurig open gestaan?
• Staat het apparaat in een te warme ruimte of in de
buurt van een warmtebron?
• Is de snelvriesfunctie ingeschakeld? (de groene lampjes
knipperen afwisselend)
8. Te veel ijsvorming op de bovenranden.
• Zijn de doppen van het afvoerkanaal voor het
dooiwater correct geplaatst?
• Zit de deur van het apparaat goed dicht?
• Is de afdichting van de deur van het apparaat
beschadigd of vervormd? (Zie het hoofdstuk
"Installatie")
• Zijn de 4 afstandsstukken verwijderen? (Zie het
hoofdstuk "Installatie")
9. Condensvorming op de buitenwanden van de
vriezer.
• Condensvorming is normaal onder bepaalde
klimatologische omstandigheden (luchtvochtigheid
hoger dan 85%) of als het apparaat geïnstalleerd is in
vochtige en slecht geventileerde ruimtes. Dit heeft
echter geen enkele negatieve invloed op de prestaties
van de vriezer.
10. De ijslaag op de binnenwanden van de vriezer is
niet overal even dik.
• Dit is normaal.
MILIEUTIPS
1. Verpakking
Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en
draagt het recyclingsymbool. Voor de verwerking moeten de
plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het
verpakkingsmateriaal (plastic zakken, stukken polystyreen
enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden
gehouden, omdat het een bron van gevaar kan vormen.
2. Afdanken van het apparaat
Het product is vervaardigd van materiaal dat kan worden
gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het merkteken
volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte
elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor
te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt
verwerkt, helpt u mogelijk negatieve consequenties voor het
milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen.
Het symbool op het product of op de bijbehorende
documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk
afval mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het
worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van
elektrische en elektronische apparaten.
Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt
onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de
deuren en schappen te verwijderen, zodat kinderen niet
gemakkelijk in het apparaat kunnen kruipen.
Volg bij het afdanken van het apparaat de plaatselijke
voorschriften voor afvalverwerking en breng het naar een
speciaal afvalverwerkingscentrum, en laat het niet
onbewaakt achter, ook niet voor slechts een paar dagen,
aangezien het voor kinderen een bron van gevaar kan
opleveren. Voor nadere informatie over de behandeling,
terugwinning en recycling van dit product wordt u verzocht
contact op te nemen met het stadskantoor in uw
woonplaats, uw afvalophaaldienst of de winkel waar u het
product heeft aangeschaft.
Informatie:
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat R134a
(HFC) of R600a (HC), zie serienummerplaatje in het
apparaat.
Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een
natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het
milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk
om te controleren of de leidingen van het koelcircuit niet
beschadigd zijn.
Dit product kan een gefluorideerd broeikasgas bevatten dat
onder het Protocol van Kyoto valt; het koelgas zit in een
hermetisch verzegeld systeem.
Koelgas: R134a heeft een globaal verwarmingsvermogen
(GWP) van 1300.
Conformiteitsverklaring
Dit apparaat is bestemd voor het conserveren van
voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming
met de Verordening (EG) nr. 1935/2004
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt
gebracht in overeenstemming met:
- veiligheidsvoorschriften van de "Laagspanningsrichtlijn"
2006/95/EG (die de richtlijn 73/23/EEG en latere
verordeningen vervangt);
- de veiligheidsvereisten van de "EMC"-richtlijn
2004/108/EG.
De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd wanneer het
op de juiste wijze op een efficiënt werkende installatie is
aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is
geaard.
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen.
2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het ongemak
is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het apparaat dan
opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur.
3. Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met de
Klantenservice.
Vermeld de volgende gegevens:
de aard van de storing,
het model,
het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE
op het typeplaatje op de achterkant van het apparaat)
uw volledige adres en
uw telefoonnummer.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5

Bauknecht GTE 220 A3+ Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor