Whirlpool IWE 6108 ECO (WE) Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
1
NL
Nederlands,1
Inhoud
Installatie, 2-3
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Beschrijving van de wasautomaat, 4-5
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Een programma starten
Het uitvoeren van een wascyclus, 6
Programma's en functies, 7
Programmatabel
Wasfuncties
Wasmiddelen en wasgoed, 8
Wasmiddelbakje
Voorbereiden van het wasgoed
Speciale programma's
Balanceersysteem van de lading
Voorzorgsmaatregelen en advies, 9
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Handmatige opening van de deur
Onderhoud en verzorging, 10
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasautomaat
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Storingen en oplossingen, 11
Service, 12
NL
IWE 6108
Gebruiksaanwijzing
WASAUTOMAAT
Português,25
PT
Dansk,37
DK
Español,13
ES
2
NL
Installatie
Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor
latere raadpleging. In het geval u het apparaat
verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de
wasautomaat blijven zodat de nieuwe gebruiker de
functies en betreffende raadgevingen kan doornemen.
Lees de instructies aandachtig door: u vindt er
belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik
en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasautomaat uitpakken.
2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft
geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het
geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u
contact opnemen met de handelaar.
3. Verwijder de 4
schroeven die het
apparaat beschermen
tijdens het vervoer en de
rubberen ring met
bijbehorende
afstandsleider die zich
aan de achterkant
bevinden (zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic
doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat
ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden
aangebracht.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasautomaat op een rechte en
stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een
muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet
volledig horizontaal is
kunt u de
onregelmatigheid
opheffen door de
stelvoetjes aan de
voorkant losser of vaster
te schroeven (zie
afbeelding); de
inclinatiehoek, gemeten
ten opzichte van het werkvlak, mag de niet
overschrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en
voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van
de automaat tijdens de werking. In het geval van
vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes
zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is
voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis aan
op de koudwaterkraan
met een mondstuk met
schroefdraad van 3/4 gas
(zie afbeelding).
Voordat u de
wasautomaat aansluit
moet u het water laten
lopen totdat het helder is.
2. Verbind de
watertoevoerbuis aan de
wasautomaat door hem
op de betreffende
watertoevoer te
schroeven, rechtsboven
aan de achterkant
(zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de
buis zijn.
De waterdruk van de kraan moet zich binnen de
waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden
(zie bladzijde hiernaast).
Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich
wenden tot een gespecialiseerde winkel of een
bevoegde installateur.
Gebruik nooit tweedehands buizen.
Gebruik de buizen die bij het apparaat worden
geleverd.
3
NL
Technische gegevens
Model
IWE 6108
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 53,5
Vermogen
van 1 tot 6 kg
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de technische
eigenschappen dat op het apparaat
is bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 52 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1000 toeren per minuut
Controle-program-
ma's volgens de
norm EN 60456
programma 2; temperatuur 60°C;
uitgevoerd met 6 kg lading.
Deze apparatuur voldoet aan de
volgende CE voorschriften:
- 2004/108/CE (Elektromagnetische
compatiabiliteit)
- 2002/96/CE
- 2006/95/CE (Laagspanning)
65 - 100 cm
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zonder
hem te buigen, aan een
afvoerleiding of aan een
afvoer in de muur tussen
de 65 en 100 cm van de
grond
af of hang hem aan de
rand van een wasbak of
badkuip, en bind de
bijgeleverde steun aan
de kraan (zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit
niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde
doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag
hij niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet
u zich ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
het stopcontact het maximum vermogen van de
wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de
tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens
(zie hiernaast);
de contactdoos geschikt is voor de stekker van de
wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker
of het stopcontact vervangen worden.
De wasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats,
aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en
onweer bloot te stellen.
Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het
stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
De voedingskabel mag alleen door een bevoegde
installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik
neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met
wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2.
4
NL
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en
wasversterkers (zie Wasmiddelen en wasgoed).
Toets AAN/UIT
: druk even op de toets om de
wasautomaat aan of uit te zetten. Het groene START/
PAUZE controlelampje dat langzaam knippert geeft
aan dat de wasautomaat aanstaat. Om de
wasautomaat tijdens de wascyclus uit te zetten moet
u de toets iets langer, circa 2 seconden, ingedrukt te
houden. Als u de toets kort, of per ongeluk indrukt zal
de wasautomaat niet uitgaan. Als u de wasautomaat
tijdens de wascyclus uitdoet wordt de cyclus
automatisch geannuleerd.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van het
gewenste programma (zie "Programmatabel").
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het
selecteren van de beschikbare functies. Het
controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven.
Toets CENTRIFUGE
: druk hierop om het
centrifugetoerental te verminderen of om de
centrifuge in zijn geheel uit te sluiten - de waarde
wordt op het display aangegeven.
Toets TEMPERATUUR
: druk hierop om de
temperatuur te verminderen of om met koud water te
wassen: de waarde wordt op het display
aangegeven.
Beschrijving van de wasautomaat
CENTRIFUGE
toets
Toets met
controlelampje
START/PAUZE
Bedieningspaneel
Toets UITGESTELDE START : druk hierop om
een uitgestelde start van het gekozen programma in
te stellen. De vertraging wordt door het display
aangegeven.
Toets met controlelampje START/PAUZE
: als het
groene controlelampje langzaam knippert, moet u op
de toets drukken om de wascyclus te starten. Als de
cyclus is gestart blijft het controlelampje vast
aanstaan. Als u de wascyclus wilt pauzeren drukt u
nogmaals op de toets; het controlelampje wordt
oranje en gaat knipperen. Als het symbool
niet aan
is kunt u de deur openen. Om het programma te
hervatten drukt u opnieuw op de toets.
Stand- by modus
Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met
de nieuwe normen betreffende de energiebesparing,
over een systeem wat het apparaat automatisch na
30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet
gebruikt. Druk kort op de AAN/UIT toets en wacht tot
de wasautomaat weer aangaat.
DISPLAY
Wasmiddelbakje
AAN/UIT
toets
PROGRAMMAKNOP
TEMPERATUUR
toets
Toetsen met
controlelampjes
FUNCTIE
UITGESTELDE
START
toets
5
NL
Display
Het display is nodig om de wasautomaat te programmeren en geeft meerdere soorten informatie.
In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma's en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd
tot het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start
van het geselecteerde wasprogramma. Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, het
apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of
de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen programma.
In de sectie B verschijnen de "wasfases" voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de
lopende "wasfase".
Hoofdwas
Spoelen
Centrifuge
Waterafvoer
In de sectie C staan, van boven naar onder, de symbolen betreffende de "temperatuur"
, de "UITGESTELDE
START"
en de "centrifuge" :
Het verlichte symbool
geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde "temperatuur" wordt getoond.
Het verlichte symbool
geeft aan dat er een "UITGESTELDE START" is ingesteld.
Het verlichte symbool
geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde "centrifuge" wordt getoond.
Symbool Deur geblokkeerd
Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het
symbool uitgaat voordat u de deur van de wasautomaat opent.
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUZE toets. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD
uit is kunt u de deur openen.
B
C
A
6
NL
Het uitvoeren van een wascyclus
1. DE WASAUTOMAAT AANZETTEN. Druk op de
toets
. Het groene controlelampje START/PAUZE
zal langzaam knipperen.
2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad
het wasgoed in en zorg ervoor nooit de
laadhoeveelheid te overschrijden aangegeven in de
programmatabel op de volgende bladzijde.
3. WASMIDDEL DOSEREN. Trek het bakje naar
buiten en doe het wasmiddel in de speciale bakjes,
zoals aangegeven in "Wasmiddelen en wasgoed".
4. SLUIT DE DEUR.
5. KIES HET PROGRAMMA. Stel het gewenste
programma in met de PROGRAMMAKNOP;
hieraan worden automatisch een temperatuur en
een centrifugesnelheid gekoppeld die naderhand
kunnen worden gewijzigd. Op het display verschijnt
de duur van de cyclus.
6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de
speciale toetsen:
Wijzigen van de temperatuur en/of de
centrifuge. Het apparaat toont automatisch de
maximale temperatuur en centrifuge die voor het
ingestelde programma gelden of de laatst
geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn
met het gekozen programma. Door op de toets
te drukken kunt u de temperatuur langzaamaan
verlagen, tot aan de koude wascyclus "OFF". Door
op de toets
te drukken kunt u het toerental van
de centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan de
complete uitsluiting "OFF". Als u nogmaals op de
toetsen drukt zult u op de maximaal toegestane
waarden terugkeren.
Een uitgestelde start instellen.
Om de uitgestelde start van het gekozen
programma in te stellen drukt u op de betreffende
toets totdat u de gewenste vertraging heeft
bereikt. Als deze optie is geactiveerd verschijnt op
het display het symbool
. Om de uitgestelde start
te annuleren drukt u net zolang op de toets tot op
het display de tekst OFF verschijnt.
De eigenschappen van
de cyclus wijzigen.
Druk op de toets om de functie te activeren.
Het controlelampje dat bij de toets hoort gaat
aan.
Druk nogmaals op de toets om de functie te
deactiveren. Het controlelampje gaat uit.
Als de gekozen functie niet geschikt is voor het
ingestelde programma gaat het controlelampje
knipperen en zal de functie niet worden
geactiveerd.
Als de geselecteerde functie niet compatibel is met
een optie die daarvòòr is ingesteld, zal het
controlelampje van de eerder geselecteerde functie
gaan knipperen en zal alleen de tweede functie
worden geactiveerd; het controlelampje van de
geactiveerde functie zal aangaan.
De functies kunnen van invloed zijn op de
aanbevolen washoeveelheid en/of de duur van de
cyclus.
7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets
START/PAUZE. Het betreffende controlelampje zal
aangaan met een groen licht en de deur wordt
geblokkeerd (het symool DEUR GEBLOKKEERD
is aan). Om een programma te wijzigen terwijl de
cyclus bezig is moet u de wasautomaat pauzeren
door middel van de toets START/PAUZE (het
controlelampje START/PAUZE gaat langzaam
knipperen met een oranje licht); selecteer daarna
de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets
START/PAUZE.
Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is,
drukt u op de START/PAUZE toets. Als het symbool
DEUR GEBLOKKEERD
uit is kunt u de deur
openen. Druk nogmaals op de START/PAUZE toets
om het programma te hervatten vanaf het punt dat
het werd onderbroken.
8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst "END"
verschijnt op het display. Als het symbool DEUR
GEBLOKKEERD
uitgaat kunt u de deur openen.
Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel
het apparaat uit.
Als u een reeds gestarte cyclus wilt annuleren drukt
u langere tijd op de toets
. De cyclus wordt
onderbroken en het apparaat gaat uit.
7
NL
Programma's en functies
Wasfuncties
Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging,
de temperatuur en het water geoptimaliseerd worden voor
een beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch
wasgoed (zie "Programmatabel"). Met
kunt u
wassen in een kortere tijd en kunt u water en energie
besparen. We raden u aan een hoeveelheid vloeibaar
wasmiddel te gebruiken die voldoet voor een halve lading.
Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programmas
1, 2, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13,
, , .
De functie draagt bij aan energiebesparing door
het voor het wassen van het wasgoed niet te verwarmen:
een voordeel voor zowel het milieu als de energierekening.
De versterkte werking en het geoptimaliseerde
waterverbruik garanderen uitstekende resultaten met een
gelijke gemiddelde tijdsduur als een standaardcyclus.
Om betere wasresultaten te verkrijgen, wordt het gebruik
van een vloeibaar wasmiddel aanbevolen.
Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de
programma's 1, 7, 8, 10, 11, 12, 13,
, , .
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het
spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van
wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij
personen met een gevoelige huid.
Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de
programmas 10,
, .
Gemakkelijker strijken
Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge
dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden
gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat
de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes
van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en die van START/
PAUSE gaan knipperen (de eerste groen, de tweede oranje).
Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUSE
toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het
cyclus 8 beëindigt de wasautomaat de cyclus door het
wasgoed in de week te laten staan. Het controlelampjes van de
functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan
knipperen. Om het water af te voeren en de was uit de
automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken
of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.
Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programmas
7, 10, 11, 12, 13,
, .
U kunt de duur van de wasprogrammas op het
display controleren.
De gegevens in de tabel geven slechts geschatte waarden weer.
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 60456: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C.
Programmatabel
Programmas
Beschrijving van het Programma
Maxi-
male
Te m p
(°C)
Maximaal
toerental
(toeren per
minuut)
Wasmiddel
Maximale
lading (kg)
Duur
cyclus
Voorwas Wassen
Wasver-
zachter
Normaal
Eco
Time
Dagelijks was
1
Katoen met voorwas:
Zeer vuile witte was.
90° 1000
lll
6
-
2
Katoen intensief wit:
Zeer vuile witte was.
90° 1000
-
ll
6
-
2
Katoen intensief wit (1):
Zeer vuil wit en kleurecht bont
wasgoed.
60° 1000
-
ll
6
-
2
Katoen intensief wit (2):
Zeer vuile witte en bonte fijne was.
40° 1000
-
ll
6
-
3
Katoen:
Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed.
60° 1000
-
ll
63,5
4
Katoen bont delicaat (3):
Niet zo vuile witte en bonte was.
40° 1000
-
ll
63,5
5
Synthetisch intensief:
zeer vuile kleurvaste bonte was.
60° 800
-
ll
2,5 2
6
Synthetisch delicaat:
niet zo vuile kleurvaste bonte was.
40° 800
-
ll
2,5 2
Speciaal was
7
Wol:
voor wol, kasjmier, etc.
40° 600
-
ll
1,5
-
8
Zijde/Gordijnen:
voor zijde, viscose, lingerie.
30° 0
-
ll
1
-
9
Jeans
40° 800
-
ll
3
-
10
Express:
voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed
(niet geschikt voor wol, zijde en handwas).
30° 800
-
ll
1,5
-
Sport
11
Sport Intensief
30° 600
-
ll
3
-
12
Sport Licht
30° 600
-
ll
3
-
13
Sport Schoenen
30° 600
-
ll
Max. 2
paar.
-
Delprogramma's
Spoelen
-
1000
- -
l
6
-
Centrifugeren
-
1000
- - -
6
-
Afpompen
-
0
- - -
6
-
8
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste
dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het
wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de
binnenzijde van de wasautomaat zitten en zorgt voor
het vervuilen van het milieu.
Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien
die te veel schuim vormen.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of
de wasversterker er als
volgt in:
bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder)
bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas
(poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in
het bakje worden gegoten.
bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje
uitkomen.
Voorbereiden van het wasgoed
Verdeel het wasgoed volgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
Leeg de zakken en controleer de knopen.
Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend
voor droog wasgoed, nooit:
Kleurechte stoffen: max 6 kg
Synthetische stoffen: max 2,5 kg
Fijne stoffen: max 2 kg
Wol: max 1,5 kg
Zijde: max 1 kg
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Speciale programma's
Wol: met het programma 7 is het mogelijk alle wollen
kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook die
met het etiket "alleen handwas"
. Voor de beste
resultaten dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken
en nooit de 1,5 kg wasgoed te overschrijden.
1
2
3
Zijde: gebruik het speciale programma 8 om alle
zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan
een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de
bijgeleverde zak. Gebruik het programma 8.
Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor
u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel.
Gebruik het programma 9.
Express: is bedoeld voor het snel wassen van niet
zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en
bespaart dus elektriciteit en tijd. Met het programma
(10 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen
samen wassen (behalve zijde en wol) met een lading
van max. 1,5 kg.
Sport Intensief (programma 11) is ontwikkeld voor
het wassen van zeer vuile sportkleding
(trainingspakken, sportbroeken, enz.). Om optimale
resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de
maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden
die staat aangegeven in de "Programmatabel".
Sport Licht (programma 12) is ontwikkeld voor het
wassen van niet zo vuile sportkleding
(trainingspakken, sportbroeken, enz.). Om optimale
resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de
maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden
die staat aangegeven in de "Programmatabel". We
raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken,
met een hoeveelheid die voldoende is voor een halve
lading.
Sport Schoenen (programma 13) is ontwikkeld voor
het wassen van sportschoenen. Voor optimale
resultaten dient u nooit meer dan 2 paar tegelijk te
wassen.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de
automaat de lading voor het centrifugeren op een
gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te
laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan
de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de
lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de
wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid
uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit
balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren
in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere
distributie van de waslading en een juiste balancering
te bereiken raden wij u aan kleine en grote
kledingstukken te mengen.
9
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
De wasmachine is ontworpen en geproduceerd
volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze
aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven
en moeten aandachtig worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor
huishoudelijk niet-professioneel gebruik.
Het apparaat mag niet worden gebruikt door
personen (kinderen inbegrepen), met beperkte
lichamelijke, sensorische of mentale vermogens of
met onvoldoende ervaring en kennis, tenzij het
gebruik plaatsvindt onder het toezicht of volgens de
instructies van een persoon die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten
worden gehouden om te verzekeren dat ze niet
met het apparaat spelen.
Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of
met natte of vochtige handen of voeten.
Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken, maar altijd door de stekker
zelf beet te pakken.
Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in
werking is.
Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer
heet kan zijn.
Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme
dat een ongewild openen van de deur voorkomt,
kan beschadigd worden.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van de wasautomaat te repareren.
Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de
machine komen als deze in werking is.
De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden.
Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan
met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig.
Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet
u controleren of hij leeg is.
Afvalverwijdering
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt
u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal
hergebruikt kan worden.
De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti
ging van Electrische en Electronische Apparatuur,
vereist dat oude huishoudelijke electrische appa
raten niet mogen vernietigd via de normale
ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het
hergebruik van de gebruikte materialen te optima
liseren en de negatieve invloed op de gezondheid
en het milieu te reduceren. Het symbool op het
product van de afvalcontainer met een kruis
Handmatige opening van de deur
Mocht er in het huis geen stroom aanwezig zijn en u
wilt het deurtje openen om de was op te hangen, dan
dient u het volgende te doen:
1. haal de stekker uit het
stopcontact.
2. controleer dat het
waterniveau in de automaat
lager is dan het deurtje; als
dat niet het geval is kunt het
water weg laten lopen door
middel van de afvoerbuis en
dit opvangen in een emmer,
zoals aangegeven in de
afbeelding.
3. verwijder het
afdekpaneel aan de
voorkant van de
wasautomaat met behulp
van een schroevendraaier
(zie afbeelding).
4. trek het lipje dat wordt aangegeven in de
afbeelding naar voren totdat het plastic bandje
loskomt; trek hem daarna naar beneden en open
tegelijkertijd de deur.
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed
bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel
tegen de machine aandrukt.
20
erdoor herinnert u aan uw verplichting, dat
wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat
apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de
locale autoriteiten voor informatie over de juiste
wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
10
NL
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee
beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de
wasmachine en voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de
wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende
onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasautomaat
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen
met een spons en een lauw sopje worden
schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of
oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het bakje door
het op te lichten en
naar voren te trekken
(zie afbeelding).
Was het onder
stromend water. Dit
moet u regelmatig
doen.
Onderhoud van deur en trommel
Laat de deur altijd op een kier staan om nare
luchtjes te vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende
pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het
kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes,
knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en
zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal
de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het
afdekpaneel aan de
voorkant van de
wasautomaat met behulp
van een
schroevendraaier
(zie afbeelding);
2. draai het deksel eraf,
tegen de klok in
(zie afbeelding): het is
normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed
bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel
tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de
watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten
moet hij vervangen worden: gedurende het wassen
kan de hoge waterdruk onverwachts breuken
veroorzaken.
Gebruik nooit tweedehands buizen.
11
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie Service)moet u
controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasautomaat gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasautomaat heeft geen
watertoevoer (Op het display
verschijnt de knipperende tekst
"H2O").
De wasautomaat blijft water
aan- en afvoeren.
De wasautomaat voert het water
niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasautomaat lekt.
De controlelampjes van de
"opties" en het controlelampje
"start/pauze" gaan knipperen en
op het display verschijnt een
storingscode (bv.: F-01, F-..).
Er ontstaat teveel schuim.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken.
Het hele huis zit zonder stroom.
De deur zit niet goed dicht.
De AAN/UIT toets is niet ingedrukt.
De START/PAUZE toets is niet ingedrukt.
De waterkraan is niet open.
De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan.
De buis is gebogen.
De waterkraan is niet open.
Het hele huis zit zonder water.
Er is onvoldoende druk.
De START/PAUZE toets is niet ingedrukt.
De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af
geïnstalleerd (zie Installatie).
Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie Installatie).
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de
waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst
inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een
flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de
wasautomaat voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te
verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop.
Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programmas moet dit
met de hand worden gestart (zie Programma's en functies).
De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het
beëindigen van het programma drukt u op de START/PAUZE toets
(Programma's en functies).
De afvoerbuis is gebogen (zie Installatie).
De afvoerleiding is verstopt.
De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd
(zie Installatie).
De wasautomaat staat niet goed recht (zie Installatie).
De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie Installatie).
De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie Installatie).
Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie Onderhoud en
verzorging).
De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie Installatie).
Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht
circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet voor
wasautomaat, handwas en machinewas, of dergelijke op staan).
U heeft teveel wasmiddel gebruikt.
12
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie Storingen en oplossingen).
Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen;
Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het
telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat.
Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
het type storing;
het model van de machine (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u
het deurtje opendoet.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WASAUTOMAAT Inhoud NL Nederlands,1 ES Español,13 PT Português,25 NL Installatie, 2-3 Uitpakken en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Eerste wascyclus Technische gegevens Beschrijving van de wasautomaat, 4-5 DK Dansk,37 Bedieningspaneel Controlelampjes Een programma starten Het uitvoeren van een wascyclus, 6 Programma's en functies, 7 Programmatabel Wasfuncties IWE 6108 Wasmiddelen en wasgoed, 8 Wasmiddelbakje Voorbereiden van het wasgoed Speciale programma's Balanceersysteem van de lading Voorzorgsmaatregelen en advies, 9 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Handmatige opening van de deur Onderhoud en verzorging, 10 Afsluiten van water en stroom Reinigen van de wasautomaat Reinigen van het wasmiddelbakje Onderhoud van deur en trommel Reinigen van de pomp Controleren van de buis van de watertoevoer Storingen en oplossingen, 11 Service, 12 1 Installatie NL  Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor latere raadpleging. In het geval u het apparaat verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasautomaat blijven zodat de nieuwe gebruiker de functies en betreffende raadgevingen kan doornemen. Een correcte nivellering geeft de machine stabiliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen van de automaat tijdens de werking. In het geval van vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.  Lees de instructies aandachtig door: u vindt er belangrijke informatie betreffende installatie, gebruik en veiligheid. Hydraulische en elektrische aansluitingen Uitpakken en waterpas zetten Aansluiting van de watertoevoerbuis Uitpakken 1. De wasautomaat uitpakken. 2. Controleer of de wasautomaat geen schade heeft geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u contact opnemen met de handelaar. 3. Verwijder de 4 schroeven die het apparaat beschermen tijdens het vervoer en de rubberen ring met bijbehorende afstandsleider die zich aan de achterkant bevinden (zie afbeelding). 4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde plastic doppen. 5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasautomaat ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht. 1. Sluit de toevoerbuis aan op de koudwaterkraan met een mondstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u de wasautomaat aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is. 2. Verbind de watertoevoerbuis aan de wasautomaat door hem op de betreffende watertoevoer te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding).  Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor 3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de buis zijn. Waterpas zetten  De waterdruk van de kraan moet zich binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens bevinden (zie bladzijde hiernaast). kinderen. 1. Installeer de wasautomaat op een rechte en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen een muur, meubel of dergelijke. 2. Als de vloer niet volledig horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant losser of vaster te schroeven (zie afbeelding); de inclinatiehoek, gemeten ten opzichte van het werkvlak, mag de 2° niet overschrijden. 2  Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of een bevoegde installateur.  Gebruik nooit tweedehands buizen.  Gebruik de buizen die bij het apparaat worden geleverd. Aansluiting van de afvoerbuis 65 - 100 cm Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen de 65 en 100 cm van de grond  Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. NL  Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt worden.  De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen. Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. af of hang hem aan de rand van een wasbak of badkuip, en bind de bijgeleverde steun aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen. Eerste wascyclus Na de installatie en voor u de wasautomaat in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit te voeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, op het programma 2.  Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnede hebben als de oorspronkelijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm. Elektrische aansluiting Technische gegevens Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat: Model IWE 6108 • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; Afmetingen breedte cm 59,5 hoogte cm 85 diepte cm 53,5 Vermogen van 1 tot 6 kg Elektrische aansluitingen zie het typeplaatje met de technische eigenschappen dat op het apparaat is bevestigd Aansluiting waterleiding max. druk 1 MPa (10 bar) min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) Inhoud trommel 52 liters Snelheid centrifuge tot 1000 toeren per minuut Controle-programma's volgens de norm EN 60456 programma 2; temperatuur 60°C; uitgevoerd met 6 kg lading. • het stopcontact het maximum vermogen van de wasautomaat kan dragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de spanning zich bevindt tussen de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast); • de contactdoos geschikt is voor de stekker van de wasautomaat. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden.  De wasautomaat mag niet buitenshuis worden geïnstalleerd, ook niet op een beschutte plaats, aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen.  Als de wasautomaat is geïnstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn. Deze apparatuur voldoet aan de volgende CE voorschriften: - 2004/108/CE (Elektromagnetische compatiabiliteit) - 2002/96/CE - 2006/95/CE (Laagspanning) 3 Beschrijving van de wasautomaat NL Bedieningspaneel AAN/UIT toets TEMPERATUUR toets Toetsen met controlelampjes FUNCTIE Toets met controlelampje START/PAUZE DISPLAY Wasmiddelbakje CENTRIFUGE PROGRAMMAKNOP Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers (zie “Wasmiddelen en wasgoed”). Toets AAN/UIT : druk even op de toets om de wasautomaat aan of uit te zetten. Het groene START/ PAUZE controlelampje dat langzaam knippert geeft aan dat de wasautomaat aanstaat. Om de wasautomaat tijdens de wascyclus uit te zetten moet u de toets iets langer, circa 2 seconden, ingedrukt te houden. Als u de toets kort, of per ongeluk indrukt zal de wasautomaat niet uitgaan. Als u de wasautomaat tijdens de wascyclus uitdoet wordt de cyclus automatisch geannuleerd. PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van het gewenste programma (zie "Programmatabel"). Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecteren van de beschikbare functies. Het controlelampje van de gekozen functie zal aanblijven. : druk hierop om het Toets CENTRIFUGE centrifugetoerental te verminderen of om de centrifuge in zijn geheel uit te sluiten - de waarde wordt op het display aangegeven. Toets TEMPERATUUR : druk hierop om de temperatuur te verminderen of om met koud water te wassen: de waarde wordt op het display aangegeven. 4 UITGESTELDE START toets toets Toets UITGESTELDE START : druk hierop om een uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen. De vertraging wordt door het display aangegeven. : als het Toets met controlelampje START/PAUZE groene controlelampje langzaam knippert, moet u op de toets drukken om de wascyclus te starten. Als de cyclus is gestart blijft het controlelampje vast aanstaan. Als u de wascyclus wilt pauzeren drukt u nogmaals op de toets; het controlelampje wordt niet aan oranje en gaat knipperen. Als het symbool is kunt u de deur openen. Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op de toets. Stand- by modus Deze wasautomaat beschikt, in overeenkomst met de nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een systeem wat het apparaat automatisch na 30 minuten uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort op de AAN/UIT toets en wacht tot de wasautomaat weer aangaat. Display NL B A C Het display is nodig om de wasautomaat te programmeren en geeft meerdere soorten informatie. In de sectie A verschijnt de duur van de beschikbare programma's en, als de cyclus is gestart, de resterende tijd tot het einde ervan. Indien een UITGESTELDE START is geselecteerd verschijnt de resterende tijd tot aan de start van het geselecteerde wasprogramma. Bovendien verschijnen, na het drukken op de betreffende toets, het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen programma. In de sectie B verschijnen de "wasfases" voor de geselecteerde cyclus en, als het programma reeds is gestart, de lopende "wasfase". Hoofdwas Spoelen Centrifuge Waterafvoer In de sectie C staan, van boven naar onder, de symbolen betreffende de "temperatuur" , de "UITGESTELDE en de "centrifuge" : START" geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde "temperatuur" wordt getoond. Het verlichte symbool geeft aan dat er een "UITGESTELDE START" is ingesteld. Het verlichte symbool geeft aan dat op het display de waarde van de ingestelde "centrifuge" wordt getoond. Het verlichte symbool Symbool Deur geblokkeerd Het verlichte symbool geeft aan dat de deur is geblokkeerd. Om schade te voorkomen moet u wachten tot het symbool uitgaat voordat u de deur van de wasautomaat opent. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUZE toets. Als het symbool DEUR uit is kunt u de deur openen. GEBLOKKEERD 5 Het uitvoeren van een wascyclus NL 1. DE WASAUTOMAAT AANZETTEN. Druk op de toets . Het groene controlelampje START/PAUZE zal langzaam knipperen. 2. HET WASGOED INLADEN. Open de deur. Laad het wasgoed in en zorg ervoor nooit de laadhoeveelheid te overschrijden aangegeven in de programmatabel op de volgende bladzijde. 3. WASMIDDEL DOSEREN. Trek het bakje naar buiten en doe het wasmiddel in de speciale bakjes, zoals aangegeven in "Wasmiddelen en wasgoed". 4. SLUIT DE DEUR. 5. KIES HET PROGRAMMA. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP; hieraan worden automatisch een temperatuur en een centrifugesnelheid gekoppeld die naderhand kunnen worden gewijzigd. Op het display verschijnt de duur van de cyclus. 6. DE WASCYCLUS AANPASSEN. Druk op de speciale toetsen: Wijzigen van de temperatuur en/of de centrifuge. Het apparaat toont automatisch de maximale temperatuur en centrifuge die voor het ingestelde programma gelden of de laatst geselecteerde waarden, mits deze compatibel zijn met het gekozen programma. Door op de toets te drukken kunt u de temperatuur langzaamaan verlagen, tot aan de koude wascyclus "OFF". Door te drukken kunt u het toerental van op de toets de centrifuge langzaamaan verlagen, tot aan de complete uitsluiting "OFF". Als u nogmaals op de toetsen drukt zult u op de maximaal toegestane waarden terugkeren. Een uitgestelde start instellen. Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen drukt u op de betreffende toets totdat u de gewenste vertraging heeft bereikt. Als deze optie is geactiveerd verschijnt op . Om de uitgestelde start het display het symbool te annuleren drukt u net zolang op de toets tot op het display de tekst OFF verschijnt. de cyclus wijzigen. De eigenschappen van • Druk op de toets om de functie te activeren. Het controlelampje dat bij de toets hoort gaat aan. • Druk nogmaals op de toets om de functie te deactiveren. Het controlelampje gaat uit.  Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het controlelampje knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. 6  Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de geactiveerde functie zal aangaan.  De functies kunnen van invloed zijn op de aanbevolen washoeveelheid en/of de duur van de cyclus. 7. HET PROGRAMMA STARTEN. Druk op de toets START/PAUZE. Het betreffende controlelampje zal aangaan met een groen licht en de deur wordt geblokkeerd (het symool DEUR GEBLOKKEERD is aan). Om een programma te wijzigen terwijl de cyclus bezig is moet u de wasautomaat pauzeren door middel van de toets START/PAUZE (het controlelampje START/PAUZE gaat langzaam knipperen met een oranje licht); selecteer daarna de gewenste cyclus en druk opnieuw op de toets START/PAUZE. Om de deur te openen terwijl de cyclus bezig is, drukt u op de START/PAUZE toets. Als het symbool uit is kunt u de deur DEUR GEBLOKKEERD openen. Druk nogmaals op de START/PAUZE toets om het programma te hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken. 8. EINDE VAN HET PROGRAMMA. De tekst "END" verschijnt op het display. Als het symbool DEUR uitgaat kunt u de deur openen. GEBLOKKEERD Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het apparaat uit.  Als u een reeds gestarte cyclus wilt annuleren drukt u langere tijd op de toets . De cyclus wordt onderbroken en het apparaat gaat uit. Programma's en functies Programma’s Programmatabel Beschrijving van het Programma Maximale lading (kg) Maximale Temp (°C) Maximaal toerental (toeren per minuut) 90° 90° 1000 1000 l - l l l l 6 6 - 60° 1000 - l l 6 - 40° 60° 40° 60° 40° 1000 1000 1000 800 800 - l l l l l l l l l l 6 6 6 2,5 2,5 3,5 3,5 2 2 40° 30° 40° 600 0 800 - l l l l l l 1,5 1 3 - 30° 800 - l l 1,5 - 30° 30° 600 600 - l l l l - 30° 600 - l l 3 3 Max. 2 paar. - - 1000 1000 0 - - l - 6 6 6 - Wasmiddel WasverEco Normaal Voorwas Wassen Time zachter NL Duur cyclus Dagelijks was 1 Katoen met voorwas: Zeer vuile witte was. 2 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Katoen intensief wit (1): Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. Katoen intensief wit (2): Zeer vuile witte en bonte fijne was. Katoen: Zeer vuil wit en kleurecht bont wasgoed. Katoen bont delicaat (3): Niet zo vuile witte en bonte was. Synthetisch intensief: zeer vuile kleurvaste bonte was. Synthetisch delicaat: niet zo vuile kleurvaste bonte was. Speciaal was Wol: voor wol, kasjmier, etc. Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. Jeans Express: voor het snel opfrissen van niet zo vuil wasgoed (niet geschikt voor wol, zijde en handwas). Sport Sport Intensief Sport Licht 13 Sport Schoenen Delprogramma's Spoelen Centrifugeren Afpompen - U kunt de duur van de wasprogramma’s op het display controleren. 2 Katoen intensief wit: Zeer vuile witte was. De gegevens in de tabel geven slechts geschatte waarden weer. Voor alle Test Institutes: 1) Controleprogramma volgens de norm EN 60456: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C. 2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C. 3) Programma katoen kort: selecteer het programma 4 met een temperatuur van 40°C. Wasfuncties Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging, de temperatuur en het water geoptimaliseerd worden voor een beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch ” kunt u wasgoed (zie "Programmatabel"). Met “ wassen in een kortere tijd en kunt u water en energie besparen. We raden u aan een hoeveelheid vloeibaar wasmiddel te gebruiken die voldoet voor een halve lading.  Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 1, 2, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, , , . De functie draagt bij aan energiebesparing door het voor het wassen van het wasgoed niet te verwarmen: een voordeel voor zowel het milieu als de energierekening. De versterkte werking en het geoptimaliseerde waterverbruik garanderen uitstekende resultaten met een gelijke gemiddelde tijdsduur als een standaardcyclus. Om betere wasresultaten te verkrijgen, wordt het gebruik van een vloeibaar wasmiddel aanbevolen.  Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de , , . programma's 1, 7, 8, 10, 11, 12, 13, Extra Spoelen Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.  Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 10, , . Gemakkelijker strijken Als u deze functie selecteert zullen het wassen en de centrifuge dusdanig worden aangepast dat er minder kreuken worden gevormd. Aan het einde van de wascyclus zal de wasautomaat de trommel langzaam laten ronddraaien. De controlelampjes van de optie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en die van START/ PAUSE gaan knipperen (de eerste groen, de tweede oranje). Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUSE toets of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN. Bij het cyclus 8 beëindigt de wasautomaat de cyclus door het wasgoed in de week te laten staan. Het controlelampjes van de functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN en START/PAUSE gaan knipperen. Om het water af te voeren en de was uit de automaat te halen moet u op de START/PAUSE toets drukken of op de toets GEMAKKELIJKER STRIJKEN.  Deze optie kan niet worden geactiveerd bij de programma’s 7, 10, 11, 12, 13, , . 7 Wasmiddelen en wasgoed NL Wasmiddelbakje Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet beter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasautomaat zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.  Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen. Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel of de wasversterker er als volgt in: 1 2 3 bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder) bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar) Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het bakje worden gegoten. bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.) De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen. Voorbereiden van het wasgoed • • • Verdeel het wasgoed volgens: het soort stof / het symbool op het etiket. de kleuren: scheid de bonte was van de witte was. Leeg de zakken en controleer de knopen. Overschrijd het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed, nooit: Kleurechte stoffen: max 6 kg Synthetische stoffen: max 2,5 kg Fijne stoffen: max 2 kg Wol: max 1,5 kg Zijde: max 1 kg Hoeveel weegt wasgoed? 1 1 1 1 1 laken 400-500 g. sloop 150-200 g. tafelkleed 400-500 g. badjas 900-1200 g. handdoek 150-250 g. Speciale programma's Wol: met het programma 7 is het mogelijk alle wollen kledingstukken in de wasautomaat te wassen, ook die . Voor de beste met het etiket "alleen handwas" resultaten dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de 1,5 kg wasgoed te overschrijden. 8 Zijde: gebruik het speciale programma 8 om alle zijden kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal wasmiddel voor fijne was te gebruiken. Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgeleverde zak. Gebruik het programma 8. Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het programma 9. Express: is bedoeld voor het snel wassen van niet zo vuil wasgoed: het duurt slechts 15 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met het programma (10 op 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen samen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 1,5 kg. Sport Intensief (programma 11) is ontwikkeld voor het wassen van zeer vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de "Programmatabel". Sport Licht (programma 12) is ontwikkeld voor het wassen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken, enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die staat aangegeven in de "Programmatabel". We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid die voldoende is voor een halve lading. Sport Schoenen (programma 13) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u nooit meer dan 2 paar tegelijk te wassen. Balanceersysteem van de lading Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen. Voorzorgsmaatregelen en advies  De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor huishoudelijk niet-professioneel gebruik. • Het apparaat mag niet worden gebruikt door personen (kinderen inbegrepen), met beperkte lichamelijke, sensorische of mentale vermogens of met onvoldoende ervaring en kennis, tenzij het gebruik plaatsvindt onder het toezicht of volgens de instructies van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten in de gaten worden gehouden om te verzekeren dat ze niet met het apparaat spelen. • Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Trek de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken. • Open het wasmiddelbakje niet terwijl de machine in werking is. • Raak het afvoerwater niet aan aangezien het zeer heet kan zijn. • Forceer de deur nooit: het veiligheidsmechanisme dat een ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd worden. erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat. NL Handmatige opening van de deur Mocht er in het huis geen stroom aanwezig zijn en u wilt het deurtje openen om de was op te hangen, dan dient u het volgende te doen: 20 1. haal de stekker uit het stopcontact. 2. controleer dat het waterniveau in de automaat lager is dan het deurtje; als dat niet het geval is kunt het water weg laten lopen door middel van de afvoerbuis en dit opvangen in een emmer, zoals aangegeven in de afbeelding. 3. verwijder het afdekpaneel aan de voorkant van de wasautomaat met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding). • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van de wasautomaat te repareren. • Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is. • De deur kan tijdens het wassen zeer heet worden. • Als de machine verplaatst moet worden, doe dit dan met twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar. • Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u controleren of hij leeg is. Afvalverwijdering • Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti ging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische appa raten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optima liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis 4. trek het lipje dat wordt aangegeven in de afbeelding naar voren totdat het plastic bandje loskomt; trek hem daarna naar beneden en open tegelijkertijd de deur. 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. 9 Onderhoud en verzorging NL Afsluiten van water en stroom Reinigen van de pomp • Sluit na iedere wasbeurt de kraan af. Hiermee beperkt u slijtage van de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage. De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen. • Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasautomaat gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden. Reinigen van de wasautomaat De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen. Reinigen van het wasmiddelbakje Verwijder het bakje door het op te lichten en naar voren te trekken (zie afbeelding). Was het onder stromend water. Dit moet u regelmatig doen.  Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en haal de stekker uit het stopcontact. Toegang tot het voorvakje: 1. verwijder het afdekpaneel aan de voorkant van de wasautomaat met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding); 2. draai het deksel eraf, tegen de klok in (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt; Onderhoud van deur en trommel • Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden. 3. maak de binnenkant goed schoon; 4. schroef het deksel er weer op; 5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt. Controleren van de buis van de watertoevoer Controleer minstens eenmaal per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.  Gebruik nooit tweedehands buizen. 10 Storingen en oplossingen Het kan gebeuren dat de wasautomaat niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u controleren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst. Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing: De wasautomaat gaat niet aan. • De stekker zit niet in het stopcontact of niet ver genoeg om contact te maken. • Het hele huis zit zonder stroom. De wascyclus start niet. • • • • De De De De De wasautomaat heeft geen watertoevoer (Op het display verschijnt de knipperende tekst "H2O"). • • • • • • De watertoevoerbuis is niet aangesloten op de kraan. De buis is gebogen. De waterkraan is niet open. Het hele huis zit zonder water. Er is onvoldoende druk. De START/PAUZE toets is niet ingedrukt. De wasautomaat blijft water aan- en afvoeren. • De afvoerbuis is niet op 65 tot 100 cm afstand van de grond af geïnstalleerd (zie “Installatie”). • Het uiteinde van de afvoerbuis ligt onder water (zie “Installatie”). • De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan dichtdraaien, de wasautomaat uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een hevelingsprobleem voordoen, waarbij de wasautomaat voortdurend water aan- en afvoert. Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop. De wasautomaat voert het water niet af of centrifugeert niet. • Het programma voorziet geen afvoer: bij enkele programma’s moet dit met de hand worden gestart (zie “Programma's en functies”). • De functie GEMAKKELIJKER STRIJKEN is ingeschakeld: voor het beëindigen van het programma drukt u op de START/PAUZE toets (“Programma's en functies“). • De afvoerbuis is gebogen (zie “Installatie”). • De afvoerleiding is verstopt. De machine trilt erg tijdens het centrifugeren. • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze gedeblokkeerd (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat niet goed recht (zie “Installatie”). • De wasautomaat staat te krap tussen meubels en muur (zie “Installatie”). De wasautomaat lekt. • De buis van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie “Installatie”). • Het wasmiddelbakje is verstopt (voor reiniging zie “Onderhoud en verzorging”). • De afvoerbuis is niet goed aangesloten (zie “Installatie”). De controlelampjes van de "opties" en het controlelampje "start/pauze" gaan knipperen en op het display verschijnt een storingscode (bv.: F-01, F-..). • Doe de wasautomaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan. Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen. Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasautomaten (er moet “voor wasautomaat”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan). • U heeft teveel wasmiddel gebruikt. deur zit niet goed dicht. AAN/UIT toets is niet ingedrukt. START/PAUZE toets is niet ingedrukt. waterkraan is niet open. 11 NL Service Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Controleer eerst of u het probleem zelf kunt oplossen (zie “Storingen en oplossingen”). • Start het programma opnieuw om te controleren of de storing is verholpen; • Als dit niet het geval is moet u contact opnemen met de erkende Technische Servicedienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs staat. NL  Wendt u nooit tot een niet erkende installateur. Vermeld: • het type storing; • het model van de machine (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasautomaat en aan de voorzijde als u het deurtje opendoet. 12
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Whirlpool IWE 6108 ECO (WE) Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding