Garmin nuvi 150T Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

nüvi
®
140/150 serie
Gebruikershandleiding
Maart 2014 190-01517-35_0B Gedrukt in Taiwan
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke
toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van
deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar
www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin
®
, nüvi
®
en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere
landen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
BaseCamp, HomePort, MapSource
®
, myGarmin, ecoRoute, myTrends, nüMaps Guarantee en nüMaps Lifetime zijn handelsmerken van Garmin
Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
microSD en het microSDHC logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Windows
®
, Windows Vista
®
en Windows XP
®
zijn geregistreerde handelsmerken
van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Mac
®
is een handelsmerk van Apple Inc.
Inhoudsopgave
Aan de slag..................................................................... 1
Het toestel aansluiten op voertuigvoeding................................. 1
Ondersteuning en updates......................................................... 1
Garmin Express instellen...................................................... 1
nüMaps Guarantee™............................................................ 1
Verkeersinformatie en kaartfuncties...................................... 1
Het toestel uitschakelen........................................................ 1
Het toestel resetten............................................................... 1
De slaapstand inschakelen en uitschakelen.............................. 1
De helderheid van het scherm aanpassen................................ 1
Het volume regelen.................................................................... 1
Statusbalkpictogrammen........................................................... 2
Satellietsignalen.................................................................... 2
Transportmodi....................................................................... 2
Batterijgegevens................................................................... 2
Werken met de knoppen op het scherm.................................... 2
Werken met het schermtoetsenbord.......................................... 2
Een snelkoppeling toevoegen.................................................... 2
Een snelkoppeling verwijderen............................................. 2
Locaties zoeken............................................................. 2
Locaties...................................................................................... 2
Een locatie zoeken op categorie........................................... 2
Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk.................. 2
Het zoekgebied wijzigen....................................................... 3
Locatiegegevens wijzigen..................................................... 3
Zoekfuncties............................................................................... 3
Een adres zoeken................................................................. 3
Een plaats zoeken................................................................. 3
Een kruispunt zoeken............................................................ 3
Een locatie zoeken met behulp van coördinaten.................. 3
Een locatie op de kaart zoeken............................................. 3
Een locatie zoeken met behulp van Snel zoeken................. 3
Een thuislocatie opslaan............................................................ 3
Naar huis navigeren.............................................................. 3
De gegevens van uw thuislocatie bewerken......................... 3
Zoeken naar recent gevonden bestemmingen.......................... 3
De lijst met recent gevonden locaties wissen....................... 4
Parkeerplaats zoeken................................................................ 4
Een parkeerplaats opslaan................................................... 4
Een gesimuleerde locatie instellen............................................ 4
Locaties opslaan........................................................................ 4
Een locatie opslaan............................................................... 4
Uw huidige locatie opslaan................................................... 4
Een opgeslagen locatie bewerken........................................ 4
Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen.............. 4
Een opgeslagen locatie delen............................................... 4
Een opgeslagen locatie verwijderen..................................... 4
Navigatie......................................................................... 4
Een route starten....................................................................... 4
Een route naar een opgeslagen locatie starten.................... 4
Meerdere routes vooraf bekijken........................................... 4
Routes voor auto's..................................................................... 4
De navigatiekaart gebruiken................................................. 5
Een punt aan een route toevoegen....................................... 5
Een omweg maken............................................................... 5
De route stoppen................................................................... 5
Afritten met diensten.................................................................. 5
Navigeren naar een afrit........................................................ 5
Nuttige punten verderop zoeken........................................... 5
Punten vermijden op de route.................................................... 5
Typen openbaar vervoer vermijden...................................... 5
Offroad navigeren...................................................................... 5
Routes voor voetgangers........................................................... 5
Een voetgangersroute volgen
............................................... 5
De navigatiekaart voor voetgangers gebruiken..................... 5
Kaartpictogrammen - Voetganger......................................... 5
Kaartpagina's................................................................. 5
De kaartlagen aanpassen.......................................................... 5
Het reislog weergeven.......................................................... 6
Het kaartgegevensveld aanpassen............................................ 6
Het kaartperspectief wijzigen..................................................... 6
Kaartknoppen aanpassen.......................................................... 6
Het kaartdashboard wijzigen...................................................... 6
Een lijst met afslagen weergeven.............................................. 6
De gehele route op de kaart weergeven............................... 6
Volgende afslag weergeven....................................................... 6
Knooppunten weergeven........................................................... 6
Realtime verkeerswaarschuwingen weergeven......................... 6
De pagina Reisinformatie weergeven........................................ 6
Reisinformatie herstellen....................................................... 6
De huidige locatiegegevens weergeven.................................... 6
Nabije services vinden.......................................................... 6
De apps gebruiken......................................................... 7
Help gebruiken........................................................................... 7
Help-onderwerpen zoeken.................................................... 7
ecoRoute.................................................................................... 7
Het voertuigprofiel instellen................................................... 7
De brandstofprijs wijzigen..................................................... 7
Het brandstofverbruik kalibreren........................................... 7
ecoChallenge........................................................................ 7
Het brandstofverbruik weergeven......................................... 7
Afstandsrapporten................................................................. 7
ecoRoute-informatie resetten................................................ 7
Een reis plannen........................................................................ 7
Een routebeschrijving bewerken........................................... 7
Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis................. 7
Een opgeslagen reis bewerken............................................. 7
Afbeeldingen weergeven........................................................... 8
Een diavoorstelling weergeven............................................. 8
Een foto als achtergrond instellen......................................... 8
Foto's verwijderen................................................................. 8
Recente routes en bestemmingen weergeven.......................... 8
De wereldklok gebruiken............................................................ 8
De wereldkaart weergeven................................................... 8
De wekker instellen.................................................................... 8
Uw vorige parkeerplaats vinden................................................. 8
De calculator gebruiken............................................................. 8
Eenheden omrekenen................................................................ 8
Wisselkoersen instellen......................................................... 8
De taalgids gebruiken................................................................ 8
Talen in de taalgids selecteren............................................. 8
Woorden en zinnen vertalen................................................. 8
Een tweetalig woordenboek gebruiken................................. 8
Verkeersinformatie........................................................ 9
Verkeersinformatie uitschakelen................................................ 9
Informatie over het verkeerspictogram...................................... 9
Verkeer op uw route................................................................... 9
Verkeer op uw route weergeven........................................... 9
Handmatig verkeer op uw route vermijden........................... 9
Een alternatieve route nemen............................................... 9
Verkeersinformatie op de kaart weergeven.......................... 9
Verkeer in uw omgeving............................................................ 9
Verkeersproblemen zoeken.................................................. 9
Een verkeersprobleem op de kaart weergeven.................... 9
Verkeersinformatie interpreteren............................................... 9
Verkeersabonnementen............................................................. 9
Abonnement activeren.......................................................... 9
Een abonnement toevoegen................................................. 9
Inhoudsopgave i
Gegevensbeheer.......................................................... 10
Bestandstypen......................................................................... 10
Informatie over geheugenkaarten............................................ 10
Een geheugenkaart installeren........................................... 10
Het toestel aansluiten op uw computer.................................... 10
Gegevens van uw computer overzetten.............................. 10
De USB-kabel loskoppelen................................................. 10
Bestanden verwijderen............................................................ 10
Het toestel aanpassen................................................. 10
Kaart- en voertuiginstellingen.................................................. 10
Kaarten inschakelen............................................................ 10
Navigatie-instellingen............................................................... 10
Berekenmodus......................................................................... 11
Scherminstellingen................................................................... 11
Schermafbeeldingen vastleggen......................................... 11
Verkeersinstellingen................................................................. 11
Informatie over verkeersabonnementen............................. 11
Verkeersabonnementen weergeven................................... 11
Instellingen voor eenheden en tijd........................................... 11
Taal- en toetsenbordinstellingen.............................................. 11
Gevarenzonealarminstellingen................................................ 11
Toestel- en privacyinstellingen................................................. 11
Appendix.......................................................................11
Voedingskabels........................................................................ 11
Toestelonderhoud.................................................................... 12
De behuizing schoonmaken................................................ 12
Diefstalpreventie................................................................. 12
Gebruikersgegevens wissen.................................................... 12
De levensduur van de batterij verlengen................................. 12
De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen.............. 12
Plaatsing op het dashboard..................................................... 12
Het toestel van de steun verwijderen....................................... 12
De zuignap van de voorruit halen............................................ 12
Kaarten en software bijwerken met Garmin Express™........... 12
Extra kaarten kopen............................................................ 13
Flitspaalinformatie.................................................................... 13
Eigen nuttige punten................................................................ 13
POI Loader installeren........................................................ 13
De Help-bestanden van de POI Loader gebruiken............. 13
Eigen nuttige punten zoeken............................................... 13
Accessoires aanschaffen......................................................... 13
Problemen oplossen................................................................ 13
Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen........................ 13
De zuignap blijft niet op de voorruit zitten........................... 13
Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto..................... 13
De batterij blijft niet erg lang opgeladen.............................. 14
De batterijmeter lijkt niet nauwkeurig te zijn........................ 14
Het toestel verschijnt niet als een draagbaar toestel of als
een verwisselbaar station of volume op mijn computer...... 14
Index..............................................................................15
ii Inhoudsopgave
Aan de slag
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Het toestel aansluiten op voertuigvoeding
WAARSCHUWING
Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van
persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van
blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel
buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.
Voordat u uw toestel op batterijen gaat gebruiken, dient u het op
te laden.
1
Steek de voertuigvoedingskabel
À
in de USB-poort op het
toestel.
2
Druk de steun
Á
op de zuignap
Â
totdat de steun vastklikt.
3
Druk de zuignap tegen de voorruit en duw de hendel
Ã
naar
achteren, naar de voorruit toe.
4
Duw het lipje boven op de steun in de gleuf aan de
achterzijde van het toestel.
5
Druk de onderkant van de steun in het toestel totdat u een
klik hoort.
6
Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een
stroomvoorziening in uw auto.
Ondersteuning en updates
Garmin
®
Express biedt eenvoudige toegang tot deze diensten
voor uw toestel.
Productregistratie
Software- en kaartupdates
Producthandleidingen
Voertuigpictogrammen, stemmen en andere extra's
Garmin Express instellen
1
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de poort op
het toestel.
2
Steek het bredere uiteinde van de USB-kabel in een
beschikbare USB-poort op uw computer.
3
Ga naar www.garmin.com/express.
4
Volg de instructies op het scherm.
nüMaps Guarantee
Uw toestel komt mogelijk in aanmerking voor een gratis
kaartupdate binnen 90 dagen nadat u voor het eerst satellieten
hebt gezocht tijdens het rijden. Ga naar www.garmin.com
/numaps voor de voorwaarden.
Verkeersinformatie en kaartfuncties
Op sommige modellen bevinden zich verkeersinformatiefuncties
en levenslange abonnementen op kaarten.
T: Dit model ondersteunt RDS-verkeersinformatie (waar
beschikbaar).
LM: Dit model is inclusief een nüMaps Lifetime abonnement.
U krijgt dan elk kwartaal kaartupdates gedurende de nuttige
levensduur van uw toestel. Ga voor de voorwaarden naar
www.garmin.com/us/maps/numaps_lifetime.
LMT: Dit model is inclusief een nüMaps Lifetime abonnement,
een levenslang abonnement op verkeersinformatie en een
verkeersinformatie-ontvanger.
Levenslange kaartupdates activeren
OPMERKING: Levenslange kaartupdates zijn niet van
toepassing op producten die niet beschikken over vooraf
geladen kaarten.
OPMERKING: Met levenslange kaartupdates kunt u
kaartupdates voor één compatibel Garmin product ontvangen
als en wanneer dergelijke updates door Garmin beschikbaar
worden gesteld totdat de nuttige levensduur van uw product is
afgelopen of (als dit zich eerder voordoet) totdat Garmin geen
kaartgegevens van de externe leverancier meer ontvangt. Een
toelichting op het begrip "nuttige levensduur" en andere
belangrijke voorwaarden en bepalingen vindt u op
www.garmin.com/numapslifetime.
1
Ga naar www.garmin.com/express.
2
Volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Als u uw toestel registreert, kunt u e-
mailmeldingen ontvangen wanneer er een kaartupdate
beschikbaar is.
Het toestel uitschakelen
1
Houd de aan-uitknop ingedrukt tot er een melding op het
scherm verschijnt.
De melding verschijnt na vijf seconden. Als u de aan-uitknop
loslaat voordat de melding verschijnt, schakelt het toestel
over naar de slaapmodus.
2
Selecteer Uit.
Het toestel resetten
U kunt het toestel resetten als het niet meer reageert.
Houd de aan-uitknop 10 seconden ingedrukt.
De slaapstand inschakelen en uitschakelen
U kunt de slaapstand gebruiken om te voorkomen dat de batterij
leeg raakt terwijl het toestel niet wordt gebruikt. In de
slaapstand verbruikt uw toestel zeer weinig stroom en kunt u
het snel activeren voor gebruik.
TIP: Laad uw toestel sneller op door het in de slaapmodus te
zetten tijdens het opladen van de batterij.
Druk op de aan-uitknop
À
.
De helderheid van het scherm aanpassen
1
Selecteer Instellingen > Scherm > Helderheid.
2
Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.
Het volume regelen
1
Selecteer Volume.
Aan de slag 1
2
Selecteer een optie:
Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen.
Selecteer om het geluid te dempen.
Statusbalkpictogrammen
De statusbalk bevindt zich boven aan het hoofdmenu. De
pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de
functies van het toestel. Sommige pictogrammen kunt u
selecteren om instellingen aan te passen of verdere informatie
weer te geven.
GPS-signaalstatus
Transportmodusindicator
Huidige tijd
Batterijstatus
Satellietsignalen
Nadat u het toestel hebt ingeschakeld, gaat het toestel op zoek
naar satellietsignalen. Het toestel dient mogelijk vrij zicht op de
satellieten te hebben om satellietsignalen te kunnen ontvangen.
Als ten minste één balk groen is, ontvangt het toestel
satellietsignalen.
Ga voor meer informatie over GPS naar www.garmin.com
/aboutGPS.
GPS-signaalstatus weergeven
Houd drie seconden ingedrukt.
Transportmodi
De berekening van de route en de navigatie is afhankelijk van
de gekozen transportmodus. De huidige transportmodus wordt
weergegeven door een pictogram op de statusbalk.
Automodus
Voetgangersmodus
Choosing a Transportation Mode
Select or .
Batterijgegevens
Zodra het toestel op de voeding wordt aangesloten, begint het
opladen.
op de statusbalk geeft de status van de interne batterij aan.
Als u de nauwkeurigheid van de batterijmeter wilt vergroten,
dient u de batterij volledig te ontladen en vervolgens volledig op
te laden. Koppel het toestel pas los wanneer het volledig is
opgeladen.
Werken met de knoppen op het scherm
Selecteer om terug te keren naar het vorige menuscherm.
Houd ingedrukt om snel terug te gaan naar het
hoofdmenu.
Selecteer of voor meer keuzes.
Houd of ingedrukt om sneller te bladeren.
Selecteer om het menu met de opties voor het huidige
scherm weer te geven.
Werken met het schermtoetsenbord
Zie "Taal- en toetsenbordinstellingen" als u de
toetsenbordindeling wilt wijzigen (Taal- en
toetsenbordinstellingen).
Selecteer om een zoekitem te verwijderen.
Selecteer als u een teken wilt wissen.
Selecteer om de taal van het toetsenbord te wijzigen.
Selecteer om speciale tekens zoals leestekens op te
geven.
Selecteer om het gebruik van hoofdletters te wijzigen.
Een snelkoppeling toevoegen
U kunt snelkoppelingen toevoegen aan het menu Waarheen?.
Een snelkoppeling kan verwijzen naar een locatie, een
categorie of een zoekfunctie.
Het menu Waarheen? kan tot wel 36
snelkoppelingspictogrammen bevatten.
1
Selecteer Waarheen? > Voeg kortere manier toe.
2
Selecteer een item.
Een snelkoppeling verwijderen
1
Selecteer Waarheen? > > Wis snelkoppeling(en).
2
Selecteer de snelkoppeling die u wilt verwijderen.
3
Selecteer de snelkoppeling opnieuw om te bevestigen.
Locaties zoeken
Locaties
Op de gedetailleerde kaarten op uw toestel staan locaties,
bijvoorbeeld restaurants, hotels, garages en gedetailleerde
straatgegevens. Met behulp van categorieën kunt u naar
bedrijven en attracties in de buurt zoeken. U kunt ook zoeken
naar adressen, coördinaten, steden en kruispunten.
Een locatie zoeken op categorie
1
Selecteer Waarheen?.
2
Selecteer een categorie of selecteer Categorieën.
3
Selecteer indien nodig een subcategorie.
4
Selecteer een locatie.
Zoeken binnen een categorie
Om uw zoekresultaten te beperken, kunt u binnen enkele
categorieën zoeken.
1
Selecteer Waarheen?.
2
Selecteer een categorie of selecteer Categorieën.
3
Selecteer indien nodig een subcategorie.
4
Voer indien nodig een naam of een deel van de naam in de
zoekbalk in.
Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk
U kunt de zoekbalk gebruiken om locaties te zoeken door een
categorie, merk, adres of plaatsnaam in te voeren.
1
Selecteer Waarheen?.
2
Selecteer Voer zoekopdracht in op de zoekbalk.
3
Voer de zoekterm gedeeltelijk of helemaal in.
Onder de zoekbalk worden zoeksuggesties weergegeven.
4
Selecteer een optie:
Als u een type bedrijf wilt zoeken, voer dan een categorie
in (bijvoorbeeld "bioscoop").
Als u een specifiek bedrijf wilt zoeken, voer dan de naam
van het bedrijf gedeeltelijk of helemaal in.
Als u een adres bij u in de buurt wilt zoeken, voer dan een
straatnaam en een nummer in.
Als u een adres in een andere plaats wilt zoeken, voer
dan een straatnaam, het nummer, de plaats en de
provincie in.
Als u een plaats wilt zoeken, voer dan de plaats en de
provincie in.
Als u op coördinaten wilt zoeken, voer dan de breedte- en
lengtecoördinaten in.
2 Locaties zoeken
5
Selecteer een optie:
Als u een zoeksuggestie wilt gebruiken, dient u deze te
selecteren.
Als u wilt zoeken met de door u ingevoerde tekst,
selecteer dan .
6
Selecteer, indien nodig, een locatie.
Het zoekgebied wijzigen
1
Selecteer in het hoofdmenu Waarheen?.
2
Selecteer Zoeken nabij.
3
Selecteer een optie.
Locatiegegevens wijzigen
U kunt het adres en telefoonnummer wijzigen van een locatie
die in de zoekresultaten verschijnt.
1
Zoek naar een locatie.
2
Selecteer een locatie in de zoekresultaten.
3
Selecteer .
4
Selecteer > Wijzig.
5
Selecteer Adres of Telefoonnummer en voer de nieuwe
gegevens in.
Zoekfuncties
Met behulp van de zoekfuncties kunt u bepaalde locatiesoorten
zoeken door instructies te volgen op het scherm.
Een adres zoeken
OPMERKING: De volgorde van de stappen is mede afhankelijk
van de kaartgegevens die op het toestel zijn geladen.
1
Selecteer Waarheen? > Adres.
2
Voer het huisnummer in en selecteer OK.
3
Voer de straatnaam in en selecteer Volgende.
4
Selecteer indien nodig Zoeken nabij om de plaats, staat of
provincie te wijzigen.
5
Selecteer indien nodig de plaats, staat of provincie.
6
Selecteer indien nodig het adres.
Een plaats zoeken
1
Selecteer Waarheen? > Categorieën > Steden.
2
Selecteer Voer zoekopdracht in.
3
Voer de naam van een plaats in en selecteer .
4
Selecteer een plaats.
Een kruispunt zoeken
1
Selecteer Waarheen? > Categorieën > Kruispunten.
2
Selecteer een optie:
Selecteer een staat of provincie.
Selecteer Staat of land en voer een naam in als u een
ander land of andere staat of provincie wilt selecteren.
3
Voer de eerste straatnaam in en selecteer Volgende.
4
Selecteer indien nodig de straat.
5
Voer de tweede straatnaam in en selecteer Volgende.
6
Selecteer indien nodig de straat.
7
Selecteer zo nodig het kruispunt.
Een locatie zoeken met behulp van coördinaten
U kunt een locatie zoeken door de lengtegraad en de
breedtegraad in te voeren. Dit kan handig zijn als u geocaches
zoekt.
1
Selecteer Waarheen? > Categorieën > Coördinaten.
2
Selecteer indien noodzakelijk en wijzig de
coördinaatindeling of datum.
3
Selecteer de coördinaat voor de breedtegraad.
4
Voer de nieuwe coördinaat in en selecteer OK.
5
Selecteer de coördinaat voor de lengtegraad.
6
Voer de nieuwe coördinaat in en selecteer OK.
7
Selecteer Geef weer op kaart.
Een locatie op de kaart zoeken
Voordat u plaatsen kunt zoeken die zijn opgenomen in de
kaartgegevens, zoals restaurants, ziekenhuizen en tankstations,
moet u de kaartlaag voor plaatsen onderweg inschakelen (zie
De kaartlagen aanpassen).
1
Selecteer Bekijk kaart.
2
Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied
weer te geven.
3
Selecteer wanneer nodig en selecteer een
categoriepictogram om een specifieke categorie plaatsen te
bekijken.
Locatiemarkeringen ( of een blauwe stip) worden op de
kaart weergegeven.
4
Selecteer een optie:
Selecteer een locatiemarkering.
Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of
adres.
5
Selecteer wanneer nodig een locatiebeschrijving om
aanvullende informatie te bekijken.
Een locatie zoeken met behulp van Snel zoeken
Nadat u naar een nuttig punt hebt gezocht, worden er mogelijk
bepaalde categorieën in een snelzoeklijst weergegeven met de
laatste vier bestemmingen die u hebt geselecteerd.
1
Selecteer Waarheen?.
2
Selecteer een categorie of selecteer Categorieën.
3
Selecteer indien van toepassing een bestemming in de
snelzoeklijst.
4
Selecteer indien van toepassing de juiste bestemming.
Een thuislocatie opslaan
U kunt een thuislocatie instellen voor de locatie waar u het
vaakst naartoe terugkeert.
1
Selecteer Waarheen? > > Stel thuislocatie in.
2
Selecteer Voer mijn adres in, Gebruik huidige locatie of
Recent gevonden.
De locatie wordt opgeslagen als "Thuis" in het menu
Opgeslagen.
Naar huis navigeren
Selecteer Waarheen? > Naar huis.
De gegevens van uw thuislocatie bewerken
1
Selecteer Waarheen? > Opgeslagen > Thuis.
2
Selecteer .
3
Selecteer > Wijzig.
4
Voer uw wijzigingen in.
5
Selecteer OK.
Zoeken naar recent gevonden
bestemmingen
De vijftig laatste gevonden locaties worden op het toestel
opgeslagen.
1
Selecteer Waarheen? > Recent.
2
Selecteer een locatie.
Locaties zoeken 3
De lijst met recent gevonden locaties wissen
Selecteer Waarheen? > Recent > > Wis > Ja.
Parkeerplaats zoeken
1
Selecteer Waarheen? > Categorieën > Parkeerplaats.
2
Selecteer een parkeerplaats.
Een parkeerplaats opslaan
1
Selecteer Apps > Vorige locatie.
2
Selecteer > Sla op.
Een gesimuleerde locatie instellen
Als u zich binnenshuis bevindt en het toestel ontvangt geen
satellietsignalen, kunt u de GPS gebruiken om een
gesimuleerde locatie in te stellen.
1
Selecteer Instellingen > Navigatie > GPS-simulator.
2
Selecteer Bekijk kaart in het hoofdmenu.
3
Tik twee keer op de kaart om een gebied te selecteren.
Het adres van de locatie wordt onder in het scherm
weergegeven.
4
Selecteer de beschrijving voor de locatie.
5
Selecteer Stel locatie in.
Locaties opslaan
Een locatie opslaan
1
Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie).
2
Selecteer een locatie in de zoekresultaten.
3
Selecteer .
4
Selecteer > Sla op.
5
Voer, indien nodig, een naam in en selecteer OK.
Uw huidige locatie opslaan
1
Selecteer het voertuigpictogram op de kaart.
2
Selecteer Sla op.
3
Voer een naam in en selecteer OK.
4
Selecteer OK.
Een opgeslagen locatie bewerken
1
Selecteer Waarheen? > Opgeslagen.
2
Selecteer indien nodig een categorie.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer .
5
Selecteer > Wijzig.
6
Selecteer een optie:
Selecteer Naam.
Selecteer Telefoonnummer.
Selecteer Categorieën om categorieën aan de
opgeslagen locatie toe te wijzen.
Selecteer Wijzig kaartsymbool om het symbool te
wijzigen waarmee de opgeslagen locatie op de kaart
wordt gemarkeerd.
7
Wijzig de informatie.
8
Selecteer OK.
Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen
U kunt uw eigen categorieën toevoegen om uw opgeslagen
locaties te ordenen.
OPMERKING: Categorieën worden in het menu met
opgeslagen locaties weergegeven nadat u ten minste 12
locaties hebt opgeslagen.
1
Selecteer Waarheen? > Opgeslagen.
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer .
4
Selecteer > Wijzig > Categorieën.
5
Voer een of meer categorienamen in, van elkaar gescheiden
met een komma.
6
Selecteer indien nodig een voorgestelde categorie.
7
Selecteer OK.
Een opgeslagen locatie delen
Als u een bedrijfslocatie opslaat die niet voorkomt in de
kaartgegevens kunt u de locatie delen met Garmin zodat de
locatie in toekomstige kaartupdates kan worden opgenomen en
kan worden gedeeld met andere gebruikers van Garmin.
1
Selecteer Waarheen? > Opgeslagen.
2
Selecteer indien nodig een categorie.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer .
5
Selecteer > Deel plaats.
Een opgeslagen locatie verwijderen
OPMERKING: Verwijderde locaties kunnen niet worden
teruggezet.
1
Selecteer Waarheen? > Opgeslagen.
2
Selecteer > Wis opgeslagen plaatsen.
3
Selecteer het vak naast de opgeslagen locaties die u wilt
wissen en selecteer Verwijder.
Navigatie
Een route starten
1
Zoek naar een locatie (Locaties).
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer Ga!.
Een route naar een opgeslagen locatie starten
1
Selecteer Waarheen? > Opgeslagen.
2
Selecteer indien nodig een categorie of selecteer Alle
opgeslagen plaatsen.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer Ga!.
Meerdere routes vooraf bekijken
1
Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie).
2
Selecteer een locatie in de zoekresultaten.
3
Selecteer Routes.
4
Selecteer een route.
Routes voor auto's
KENNISGEVING
Het pictogram met de snelheidslimiet dient alleen ter informatie
en u bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het opvolgen
van aangegeven snelheidsbeperkingen en veilige deelname
aan het verkeer. Garmin is niet verantwoordelijk voor
verkeersboetes of waarschuwingen die u ontvangt als u zich
niet houdt aan van toepassing zijnde verkeersregels en
verkeersborden.
De route wordt aangegeven met een magenta lijn. Uw
bestemming wordt aangegeven met een geruite vlag.
Tijdens uw reis leidt het toestel u naar uw bestemming met
gesproken berichten, pijlen op de kaart en instructies boven aan
de kaart. Als u de route verlaat, berekent het toestel de route
opnieuw en krijgt u nieuwe instructies.
4 Navigatie
De navigatiekaart gebruiken
1
Selecteer Bekijk kaart.
2
Selecteer een willekeurig punt op de kaart.
3
Selecteer een optie:
Selecteer of als u wilt inzoomen of uitzoomen.
Selecteer als u wilt schakelen tussen Noord boven en
3D-weergave.
Selecteer als u specifieke categorieën wilt weergeven
wanneer u niet navigeert.
Selecteer als u de kaart opnieuw wilt centreren op uw
huidige locatie.
Een punt aan een route toevoegen
Voordat u een punt kunt toevoegen, moet u een route
navigeren.
1
Selecteer op de kaart > Waarheen?.
2
Zoek naar een locatie.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer Ga!.
5
Selecteer Voeg toe aan route.
Een omweg maken
Tijdens het volgen van een route kunt u via omwegen obstakels
vermijden, zoals wegwerkzaamheden.
Selecteer > Omrijden tijdens het navigeren.
De route stoppen
Selecteer op de kaart > .
Afritten met diensten
Wanneer u een route navigeert, kunt u brandstof,
levensmiddelen, logies en toiletten vinden in de buurt van
afritten die u nadert.
Deze diensten zijn per categorie vermeld op tabbladen.
Benzine
Restaurant
Logies
Toiletten
Navigeren naar een afrit
1
Selecteer op de kaart > Afrit met diensten > .
2
Selecteer Ga!.
Nuttige punten verderop zoeken
1
Selecteer op de kaart > Verderop.
2
Selecteer een tabblad.
3
Selecteer een nuttig punt.
Punten vermijden op de route
1
Selecteer Instellingen > Navigatie > Te vermijden.
2
Selecteer de wegonderdelen die u niet op uw routes wilt
tegenkomen en selecteer Sla op.
Typen openbaar vervoer vermijden
OPMERKING: Typen openbaar vervoer zijn alleen beschikbaar
wanneer cityXplorer kaarten zijn geladen.
1
Selecteer Instellingen > Navigatie > Openbaar vervoer.
2
Selecteer de obstakels die u niet op uw routes wilt
tegenkomen en selecteer Sla op.
Offroad navigeren
Als u niet de normale wegen wilt gebruiken, kunt u de Offroad-
modus gebruiken.
1
Selecteer Instellingen > Navigatie.
2
Selecteer Berekenmodus > Offroad > Sla op.
De volgende route wordt berekend als een rechte lijn naar de
locatie.
Routes voor voetgangers
Een voetgangersroute volgen
In de modus Voetganger wordt uw route weergegeven op een
tweedimensionale kaart.
OPMERKING: cityXplorer kaarten worden niet meegeleverd bij
uw toestel. Ga naar http://my.garmin.com om cityXplorer
kaarten te kopen.
OPMERKING: U kunt de typen openbaar vervoer wijzigen en
de loopafstand op een route in de modus Voetganger beperken.
De navigatiekaart voor voetgangers gebruiken
Selecteer
À
om te schakelen tussen verschillende
routedelen.
Selecteer
Á
om de routebeschrijving weer te geven.
Kaartpictogrammen - Voetganger
Als u navigeert in de modus Voetganger, geeft bij
benadering uw positie en richting op de kaart aan waarin u
zich beweegt.
De cirkel rond geeft de nauwkeurigheid van uw positie op
de kaart aan. Hoe kleiner de cirkel, hoe nauwkeuriger de
positie.
De gele pictogrammen geven de navigatiemethode aan die
in elk gedeelte van de route worden gebruikt. Als u
bijvoorbeeld ziet, stapt u op dat punt in de route in een
bus.
De zwarte stippen op de kaart geven de haltes van het
openbaar vervoer langs uw route aan.
Kaartpagina's
De kaartlagen aanpassen
U kunt aanpassen welke informatie op de kaart wordt
weergegeven, zoals pictogrammen voor nuttige punten en
wegomstandigheden.
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Kaartlagen.
2
Selecteer welke lagen u op de kaart wilt weergeven en
selecteer Sla op.
Kaartpagina's 5
Het reislog weergeven
Uw toestel houdt een reislog bij; een overzicht van de door u
afgelegde weg.
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Kaartlagen.
2
Schakel het selectievakje Reislog in.
Het kaartgegevensveld aanpassen
1
Selecteer een gegevensveld op de kaart.
OPMERKING: U kunt Snelheid niet wijzigen.
2
Selecteer welk type gegevens u wilt weergeven.
3
Selecteer Sla op.
Het kaartperspectief wijzigen
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig >
Autokaartweergave.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Koers boven om de kaart tweedimensionaal
weer te geven, met uw reisrichting bovenaan.
Selecteer Noord boven om de kaart tweedimensionaal
weer te geven, met het noorden bovenaan.
Selecteer 3D om de kaart driedimensionaal weer te
geven.
Kaartknoppen aanpassen
Er kunnen maximaal drie pictogrammen rechts van de
hoofdkaart worden weergegeven.
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig >
Kaartknoppen.
2
Selecteer een pictogram en vervolgens OK.
3
Selecteer .
4
Selecteer een ander pictogram.
Het kaartdashboard wijzigen
Het dashboard toont reisinformatie onder aan de kaart. U kunt
verschillende dashboards selecteren om de stijl en de indeling
van de informatie te wijzigen.
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Dashboards.
2
Gebruik de pijlen om een dashboard te selecteren.
3
Selecteer Sla op.
Een lijst met afslagen weergeven
Als u een route aflegt, kunt u alle afslagen voor de volledige
route weergeven, inclusief de afstand tussen de afslagen.
1
Selecteer tijdens het navigeren de tekstbalk aan de
bovenkant van de kaart.
2
Selecteer een afslag.
De details van de afslag worden weergegeven. Op
belangrijke wegen wordt er een afbeelding van de afslag
weergegeven indien deze beschikbaar is.
De gehele route op de kaart weergeven
1
Selecteer tijdens het navigeren de navigatiebalk aan de
bovenkant van de kaart.
2
Selecteer > Kaart.
Volgende afslag weergeven
Tijdens het navigeren van een route voor auto's wordt in de
linkerbovenhoek van de kaart een schatting weergegeven van
de afstand tot de volgende afslag, inclusief de
voorsorteermogelijkheid en andere manoeuvre(s).
De schatting bestaat uit de afstand tot de afslag of manoeuvre
en, indien van toepassing, de rijbaan waarin u zich moet
bevinden.
Selecteer op de kaart om de volgende afslag op de kaart
weer te geven.
Knooppunten weergeven
Tijdens het navigeren van een route kunt u knooppunten op
snelwegen weergeven. Als u een knooppunt op een route
nadert, wordt de afbeelding van het knooppunt kort
weergegeven (indien beschikbaar).
Selecteer op de kaart om het knooppunt weer te geven
(indien beschikbaar).
Realtime verkeerswaarschuwingen
weergeven
Tijdens het navigeren van een route kan er een
verkeerswaarschuwing worden weergegeven op de
navigatiebalk.
Selecteer de melding om meer informatie weer te geven.
De pagina Reisinformatie weergeven
Op de reisinformatiepagina wordt uw huidige snelheid
weergegeven en wordt nuttige informatie over uw reis gegeven.
OPMERKING: Als u onderweg regelmatig stopt, schakel het
toestel dan niet uit. Op die manier kan de verstreken reistijd
nauwkeurig worden vastgelegd.
Selecteer op de kaart Snelheid.
Reisinformatie herstellen
1
Selecteer op de kaart Snelheid.
2
Selecteer > Herstel veld(en).
3
Selecteer een optie:
Selecteer terwijl u niet navigeert Selecteer alles als u alle
gegevensvelden op de eerste pagina, behalve de
snelheidsmeter, opnieuw wilt instellen.
Selecteer Herstel reisgegevens als u de informatie op
de tripcomputer opnieuw wilt instellen.
Selecteer Herstel maximumsnelheid als u de
maximumsnelheid opnieuw wilt instellen.
Selecteer Herstel reis B als u de kilometerteller opnieuw
wilt instellen.
De huidige locatiegegevens weergeven
U kunt de pagina Waar ben ik? gebruiken om informatie over
uw huidige locatie weer te geven. Deze functie komt van pas als
u uw locatie moet doorgeven aan hulpdiensten.
Selecteer het voertuig op de kaart.
Nabije services vinden
U kunt de pagina Waar ben ik? gebruiken om nabije services,
zoals tankstations, ziekenhuizen of politiebureaus, te vinden.
1
Selecteer het voertuig op de kaart.
2
Selecteer een categorie.
6 Kaartpagina's
De apps gebruiken
Help gebruiken
Selecteer Apps > Help om informatie over het toestel weer
te geven.
Help-onderwerpen zoeken
Selecteer Apps > Help > .
ecoRoute
Met ecoRoute kunt u het brandstofverbruik en de
brandstofkosten uitrekenen om een bepaalde bestemming te
bereiken, en beschikt u over hulpmiddelen om het
brandstofverbruik te verlagen.
De gegevens die worden verkregen met ecoRoute zijn alleen
een schatting.
Als u nauwkeurigere brandstofrapporten wilt voor een bepaald
voertuig en de rijgewoonten, kalibreert u het brandstofverbruik
(Het brandstofverbruik kalibreren).
OPMERKING: ecoRoute is alleen beschikbaar in de modus
Auto.
Het voertuigprofiel instellen
Wanneer u de ecoRoute functies voor de eerste keer gaat
gebruiken, moet u de voertuiggegevens invoeren.
1
Selecteer Apps > ecoRoute.
2
Volg de instructies op het scherm.
De brandstofprijs wijzigen
1
Selecteer Apps > ecoRoute > Bij de pomp.
2
Voer de actuele brandstofprijs in en selecteer Volgende.
3
Selecteer Ja.
Het brandstofverbruik kalibreren
U kunt het brandstofverbruik kalibreren om nauwkeuriger
brandstofrapporten voor uw specifieke voertuig en rijgewoonten
te ontvangen. Kalibreer het brandstofverbruik wanneer u uw
tank hebt gevuld.
1
Selecteer Apps > ecoRoute > Bij de pomp.
2
Voer de actuele brandstofprijs in.
3
Voer de hoeveelheid brandstof in die is verbruikt sinds u de
laatste keer de tank helemaal had gevuld.
4
Voer de afstand in die u hebt afgelegd sinds u de tank de
laatste keer helemaal had gevuld.
5
Selecteer Volgende.
Het toestel berekent uw gemiddelde brandstofverbruik.
6
Selecteer Sla op.
ecoChallenge
Met behulp van ecoChallenge kunt u uw rijgedrag beoordelen
en uw brandstofverbruik mogelijk verminderen. Hoe hoger uw
ecoChallenge-scores, hoe meer brandstof u bespaart. Met
ecoChallenge worden gegevens verzameld en wordt een score
berekend als uw voertuig in beweging is en de
verplaatsingsmodus Auto wordt gebruikt.
Uw ecoChallenge-scores bekijken
Selecteer Apps > ecoRoute > ecoChallenge.
Over de ecoChallenge-score
Remmen: Geeft het gemiddelde voor zacht en geleidelijk
remmen weer. U verliest punten wanneer u te hard remt.
Snelheid: Geeft uw score voor rijden met de optimale snelheid
voor brandstofbesparing.
Totaal: Geeft het gemiddelde van de snelheids-, acceleratie- en
remscore weer.
Versnellen: Geeft het gemiddelde voor rustig en geleidelijk
optrekken weer. U verliest punten wanneer u te snel optrekt.
De ecoChallenge score van de kaart verwijderen
Selecteer > > Instellingen > Verberg > Sla op.
De ecoChallenge-scores resetten
1
Selecteer Apps > ecoRoute > ecoChallenge.
2
Selecteer > Herstel.
Het brandstofverbruik weergeven
1
Selecteer Apps > ecoRoute > Brandstofverbruik.
2
Selecteer een deel van de grafiek om in te zoomen.
Afstandsrapporten
Het afstandsrapport biedt gegevens over de afstand, de tijd, het
gemiddelde brandstofverbruik en de brandstofkosten van de
route naar een bestemming.
Voor elke route die u rijdt, wordt een afstandsrapport gemaakt.
Als u een route beëindigt op uw toestel, wordt een
afstandsrapport gemaakt voor de afstand die u hebt afgelegd.
Een afstandsrapport bekijken
U kunt opgeslagen afstandsrapporten op het toestel bekijken.
TIP: U kunt het toestel aansluiten op uw computer en
afstandsrapporten openen in de map Rapporten op het toestel.
1
Selecteer Apps > ecoRoute > Afstandsrapport.
2
Selecteer een rapport.
ecoRoute-informatie resetten
1
Selecteer Apps > ecoRoute > Voertuigprofiel.
2
Selecteer > Herstel.
Een reis plannen
U kunt de Reisplanner gebruiken om een reis met meerdere
bestemmingen te maken en op te slaan.
1
Selecteer Apps > Reisplanner.
2
Selecteer Nieuwe reis.
3
Selecteer Selecteer startlocatie.
4
Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie).
5
Selecteer Kies.
6
Selecteer om locaties toe te voegen.
7
Selecteer Volgende.
8
Voer een naam in en selecteer OK.
Een routebeschrijving bewerken
1
Selecteer Apps > Reisplanner.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer een optie.
Als u de aankomst- of vertrektijd wilt wijzigen, selecteer
dan een locatie op de route.
Als u wilt vastleggen hoe lang u op een locatie wilt blijven,
selecteer dan een locatie op de route en selecteer Duur.
Als u de transportmodus wilt wijzigen of routevoorkeuren
voor een routedeel wilt wijzigen, selecteer dan een
routedeel en selecteer vervolgens Transportmodus.
Selecteer Kaart om de reis op de kaart weer te geven.
Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis
1
Selecteer Apps > Reisplanner.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer Ga!.
4
Selecteer uw volgende bestemming en selecteer Start.
Een opgeslagen reis bewerken
1
Selecteer Apps > Reisplanner.
De apps gebruiken 7
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer .
4
Selecteer een optie:
Selecteer Wijzig naam van reis.
Selecteer Bewerk bestemmingen om locaties toe te
voegen of te verwijderen, of om de volgorde van locaties
te wijzigen.
Selecteer Verwijder reis.
Selecteer Optimaliseer volgorde om uw
reisbestemmingen in de meest efficiënte volgorde te
plaatsen.
Afbeeldingen weergeven
U kunt foto's bekijken die u op het toestel of een geheugenkaart
hebt opgeslagen. Zie Gegevensbeheer voor meer informatie
over het laden van foto's op uw toestel.
1
Selecteer Apps > Fotoalbum.
2
Selecteer of om door de foto's te bladeren.
3
Selecteer een foto.
Een diavoorstelling weergeven
1
Selecteer Apps > Fotoalbum.
2
Selecteer .
3
Selecteer het scherm terwijl er een diavoorstelling wordt
weergegeven om de diavoorstelling te stoppen.
Een foto als achtergrond instellen
1
Selecteer Apps > Fotoalbum.
2
Selecteer een foto.
3
Selecteer > Stel in als achtergrond.
4
Gebruik de knoppen op het scherm om de achtergrond te
wijzigen.
5
Selecteer OK.
Foto's verwijderen
1
Selecteer Apps > Fotoalbum.
2
Selecteer een foto.
3
Selecteer > Verwijder > Ja.
Recente routes en bestemmingen
weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de functie voor
reisgeschiedenis inschakelen (Toestel- en privacyinstellingen).
U kunt uw voorgaande routes en plaatsen waar u bent gestopt
op de kaart bekijken.
Selecteer Apps > Waar ik ben geweest.
De wereldklok gebruiken
1
Selecteer Apps > Wereldklok.
2
Selecteer, indien nodig, een stad, voer de naam in en
selecteer OK.
De wereldkaart weergeven
Selecteer Apps > Wereldklok > .
De nachtelijke uren worden in het schaduwgebied
weergegeven.
De wekker instellen
1
Selecteer Apps > Wekker.
2
Stel een tijd in.
3
Schakel het selectievakje Alarm aan in.
Uw vorige parkeerplaats vinden
Als u het toestel loskoppelt van de voertuigvoeding terwijl het
toestel is ingeschakeld, wordt uw huidige locatie als
parkeerplaats opgeslagen.
Selecteer Apps > Vorige locatie.
De calculator gebruiken
Selecteer Apps > Calculator.
Eenheden omrekenen
1
Selecteer Apps > Eenheden.
2
Selecteer zo nodig de knop naast Reken om, selecteer een
eenheidcategorie en selecteer Sla op.
3
Selecteer zo nodig een maateenheidknop, selecteer een
eenheid en selecteer Sla op.
4
Selecteer het veld onder de eenheid die u wilt omrekenen.
5
Voer een getal in en selecteer OK.
Wisselkoersen instellen
Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
U kunt de wisselkoers bijwerken voor het omrekenen van
eenheden.
1
Selecteer Apps > Eenheden.
2
Selecteer de knop naast Reken om.
3
Selecteer Valuta en vervolgens Sla op.
4
Selecteer zo nodig een valutaknop, selecteer een andere
valuta en selecteer Sla op.
5
Selecteer de knop onder aan het scherm met de
wisselkoersen.
6
Selecteer het vakje naast een valuta.
7
Voer een waarde in en selecteer OK.
8
Selecteer OK.
De taalgids gebruiken
Gebruik de taalgids om woorden en zinnen op te zoeken en te
vertalen.
Selecteer Apps > Taalgids.
Talen in de taalgids selecteren
U kunt de talen selecteren die u wilt gebruiken als u woorden en
zinnen vertaalt.
1
Selecteer Apps > Taalgids > Woorden en zinnen.
2
Selecteer > Taal.
3
Selecteer Van, selecteer de taal waaruit u wilt vertalen en
selecteer Sla op.
4
Selecteer Naar, selecteer de taal waarin u wilt vertalen en
selecteer Sla op.
Woorden en zinnen vertalen
1
Selecteer Apps > Taalgids > Woorden en zinnen.
2
Selecteer een categorie en een of meer subcategorieën.
3
Selecteer indien nodig, voer een trefwoord in en selecteer
OK.
4
Selecteer een woord of zin.
5
Selecteer om de vertaling te beluisteren.
Een tweetalig woordenboek gebruiken
1
Selecteer Apps > Taalgids > Tweetalige woordenboeken.
2
Selecteer een woordenboek.
3
Selecteer, indien nodig, , voer een woord in en selecteer
OK.
4
Selecteer een woord.
8 De apps gebruiken
5
Selecteer om de vertaling te beluisteren.
Verkeersinformatie
KENNISGEVING
Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de
verkeersinformatie.
Op sommige plaatsen en in sommige landen is
verkeersinformatie mogelijk niet beschikbaar. Ga voor meer
informatie over verkeersinformatie-ontvangers en
dekkingsgebieden naar www.garmin.com/traffic.
Een verkeersinformatie-ontvanger wordt meegeleverd in
sommige producten, ingebouwd in ofwel de
voertuigvoedingskabel of het toestel, en is een optioneel
accessoire voor alle modellen.
Er verschijnen verkeerswaarschuwingen op de kaart
wanneer er sprake is van verkeersproblemen op uw route of
in uw gebied.
Het toestel moet zijn aangesloten op de voertuigvoeding om
verkeersinformatie te kunnen ontvangen via een
verkeersinformatie-ontvanger.
Om verkeersinformatie te ontvangen, moeten de
aangesloten verkeersinformatie-ontvanger en het toestel zich
in het gegevensbereik van een station bevinden dat
verkeersinformatie uitzendt.
U hoeft het abonnement dat bij uw toestel of
verkeersinformatie-ontvanger werd geleverd, niet te
activeren.
Als uw toestel gebruikmaakt van een externe antenne voor
verkeersinformatie, dient u deze externe antenne altijd
aangesloten te laten voor de beste ontvangst.
Verkeersinformatie uitschakelen
1
Selecteer Instellingen > Verkeersinformatie.
2
Schakel het selectievakje Verkeersinformatie uit.
Informatie over het verkeerspictogram
Er verschijnt een verkeerspictogram op de kaart als er
verkeersinformatie wordt ontvangen. Het verkeerspictogram
verandert van kleur om de ernst van de verkeerssituatie aan te
geven.
Geel: Het verkeer rijdt maar er zijn opstoppingen. Er is sprake
van enige filevorming.
Grijs: Geen verkeersinformatie beschikbaar.
Groen: Het verkeer stroomt normaal door.
Rood: Het verkeer staat stil of rijdt zeer langzaam. Er zijn
ernstige opstoppingen.
Verkeer op uw route
Wanneer er zich een vertraging op uw route voordoet, wordt
een waarschuwing weergegeven op de kaart en berekent het
toestel een alternatieve route om de vertraging te vermijden. U
kunt kiezen of u de alternatieve routes automatisch of op
verzoek wilt gebruiken. Zie Verkeersinstellingen voor meer
informatie (Verkeersinstellingen). Het kan zijn dat het toestel
een druk traject voorstelt als er geen beter alternatief
voorhanden is. De tijd van de vertraging wordt dan
meegenomen bij het berekenen van de geschatte aankomsttijd.
Verkeer op uw route weergeven
1
Selecteer tijdens het navigeren.
2
Selecteer Files op route.
Er wordt een lijst met verkeerssituaties op uw route
weergegeven, gesorteerd op locatie op uw route.
3
Selecteer een gebeurtenis.
Handmatig verkeer op uw route vermijden
1
Selecteer op de kaart.
2
Selecteer Files op route.
3
Gebruik zo nodig de pijlen om andere vertragingen op uw
route weer te geven.
4
Selecteer > Vermijd.
Een alternatieve route nemen
1
Selecteer tijdens het navigeren.
2
Selecteer Alternatieve route.
3
Selecteer een route.
Verkeersinformatie op de kaart weergeven
Op de kaart met verkeersinformatie worden met kleurcodes de
verkeersstroom en vertragingen op wegen in de buurt
weergegeven.
1
Selecteer op de kaart.
2
Selecteer Problemen.
Verkeer in uw omgeving
Verkeersproblemen zoeken
1
Selecteer in het hoofdmenu Apps > Verkeersinformatie.
2
Selecteer > Problemen.
3
Selecteer een item in de lijst.
4
Als er meerdere problemen zijn, gebruikt u de pijlen om de
overige problemen weer te geven.
Een verkeersprobleem op de kaart weergeven
1
Selecteer op de verkeerskaart .
2
Selecteer een probleem.
Verkeersinformatie interpreteren
De legenda voor verkeersinformatie bevat een uitleg van de
pictogrammen en kleuren die worden gebruikt op de
verkeerskaart.
1
Selecteer op de kaart > Verkeersinformatie.
2
Selecteer Legenda.
Verkeersabonnementen
Abonnement activeren
U hoeft het abonnement dat bij uw FM-verkeersinformatie-
ontvanger werd geleverd, niet te activeren. Het abonnement
wordt automatisch geactiveerd nadat uw toestel
satellietsignalen heeft ontvangen en ook
verkeersinformatiesignalen ontvangt van de provider van de
betaalservice.
Een abonnement toevoegen
U kunt abonnementen voor verkeersinformatie in andere regio's
of landen aanschaffen.
1
Selecteer in het hoofdmenu Verkeersinformatie.
2
Selecteer Abonnementen > .
3
Noteer de toestel-id van de FM-ontvanger voor
verkeersinformatie.
4
Ga naar www.garmin.com/fmtraffic om een abonnement af te
sluiten en een code van 25 tekens op te halen.
De verkeersabonnementcode kan niet opnieuw worden
gebruikt. Elke keer dat u de service wilt verlengen, hebt u
een nieuwe code nodig. Indien u meerdere FM-
verkeersinformatie-ontvangers hebt, hebt u voor elke
ontvanger een nieuwe code nodig.
5
Selecteer Volgende op uw toestel.
Verkeersinformatie 9
6
Voer de code in.
7
Selecteer OK.
Gegevensbeheer
U kunt bestanden opslaan op uw toestel. In de
geheugenuitsparing van het toestel kan een extra
geheugenkaart worden geplaatst.
OPMERKING: Het toestel is niet compatibel met Windows
®
95,
98, ME, Windows NT
®
, en Mac
®
OS 10.3 en ouder.
Bestandstypen
Het toestel biedt ondersteuning voor de volgende
bestandstypen.
Kaarten en GPX-waypointbestanden van myGarmin
kaartsoftware, waaronder MapSource
®
, BaseCamp en
HomePort (Eigen nuttige punten).
GPI-bestanden met eigen nuttige punten van Garmin POI
Loader (POI Loader installeren).
Informatie over geheugenkaarten
Geheugenkaarten zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels. U kunt
ook geheugenkaarten met vooraf geladen kaarten van Garmin
aanschaffen (www.garmin.com). U kunt op de geheugenkaarten
behalve kaarten en kaartgegevens ook afbeeldingsbestanden,
geocaches, routes, waypoints en eigen nuttige punten opslaan.
Een geheugenkaart installeren
Het toestel biedt ondersteuning voor microSD en microSDHC-
geheugenkaarten.
1
Plaats een geheugenkaart in de uitsparing op het toestel.
2
Druk op de kaart totdat deze vastklikt.
Het toestel aansluiten op uw computer
Sluit het toestel aan op uw computer via een USB-kabel.
1
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de poort op
het toestel.
2
Steek het bredere uiteinde van de USB-kabel in een USB-
poort op uw computer.
Er verschijnt een afbeelding van uw toestel dat op een
computer is aangesloten op het scherm van het toestel.
Het toestel wordt op uw computer weergegeven als
draagbaar toestel, verwisselbaar station of verwisselbaar
volume, dit is afhankelijk van het besturingssysteem.
Gegevens van uw computer overzetten
1
Verbind het toestel met uw computer (Het toestel aansluiten
op uw computer).
Het toestel wordt op uw computer weergegeven als
draagbaar toestel, verwisselbaar station of verwisselbaar
volume, dit is afhankelijk van het besturingssysteem.
2
Open de bestandsbrowser op de computer.
3
Selecteer een bestand.
4
Selecteer Bewerken > Kopiëren.
5
Blader naar een map op het toestel.
OPMERKING: Plaats geen computerbestanden in de
Garmin map op verwisselbare stations en volumes.
6
Selecteer Bewerken > Plakken.
De USB-kabel loskoppelen
Als uw toestel als een verwisselbaar station of volume is
aangesloten op uw computer, dient u het toestel op een veilige
manier los te koppelen om gegevensverlies te voorkomen. Als
uw toestel als een draagbaar toestel is aangesloten op uw
Windows-computer, hoeft u het niet op een veilige manier los te
koppelen.
1
Voer een van onderstaande handelingen uit:
Op Windows-computers: Selecteer het pictogram
Hardware veilig verwijderen in het systeemvak en
selecteer uw toestel.
Op Mac-computers: Sleep het volumepictogram naar de
prullenbak.
2
Koppel de kabel los van uw computer.
Bestanden verwijderen
KENNISGEVING
Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan
niet. Het geheugen van het toestel bevat belangrijke
systeembestanden die niet mogen worden verwijderd.
1
Open het Garmin station of volume.
2
Open zo nodig een map of volume.
3
Selecteer een bestand.
4
Druk op het toetsenbord op de toets Delete.
Het toestel aanpassen
Kaart- en voertuiginstellingen
Als u de kaart- en voertuiginstellingen wilt wijzigen, selecteert u
vanuit het hoofdmenu Instellingen > Kaart en voertuig.
Voertuig: Hiermee kiest u een ander pictogram voor het
aangeven van uw positie op de kaart. Ga naar
www.garmingarage.com voor meer pictogrammen.
Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief van de
kaart in.
Kaartweergave - lopen: Hiermee stelt u het perspectief van de
kaart in.
Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in.
Als er meer details worden weergegeven, wordt de kaart
mogelijk langzamer opnieuw getekend.
Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de kaartgegevens
wijzigen.
Kaartknoppen: Hiermee bepaalt u welke knoppen op de kaart
worden weergegeven. Er kunnen maximaal drie knoppen
worden weergegeven.
Kaartlagen: Hiermee stelt u de gegevens in die op de
kaartpagina worden weergegeven (De kaartlagen
aanpassen).
Dashboards: Hiermee stelt u de indeling in van het
kaartdashboard.
Mijn Kaarten: Hiermee stelt u in welke geïnstalleerde kaarten
het toestel gebruikt.
Kaarten inschakelen
U kunt kaartproducten inschakelen die op het toestel zijn
geïnstalleerd.
TIP: Ga voor het aanschaffen van andere kaartproducten naar
http://buy.garmin.com.
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Mijn Kaarten.
2
Selecteer een kaart.
Navigatie-instellingen
Als u de pagina met navigatie-instellingen wilt openen,
selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Navigatie.
Berekenmodus: Hiermee stelt u uw routevoorkeur in.
10 Gegevensbeheer
Te vermijden: Hiermee stelt u in welke wegonderdelen u op
een route wilt vermijden.
Aangepast vermijden: Hiermee kunt u opgeven welke
specifieke wegen en gebieden u wilt vermijden.
Geavanceerde omwegen: Hiermee kunt u de lengte van een
omweg selecteren.
Lopen beperken: Hiermee stelt u de maximale loopafstand in
voor voetgangers.
Openbaar vervoer: Hiermee kunt u typen openbaar vervoer in-
of uitschakelen.
Veilige modus: Hiermee schakelt u alle functies van het
navigatiesysteem uit die veel aandacht van de gebruiker
vragen en u tijdens het rijden kunnen afleiden.
GPS-simulator: Hiermee stelt u in dat het toestel geen GPS-
signalen meer ontvangt, waarmee u de batterij spaart.
Berekenmodus
Selecteer Instellingen > Navigatie > Berekenmodus.
De routeberekening is gebaseerd op de snelheidsgegevens van
een weg en de versnellingsgegevens van een voertuig voor een
bepaalde route.
Snellere tijd: Hiermee berekent u routes die sneller worden
afgelegd, maar mogelijk langer zijn.
Kortere afstand: Hiermee berekent u routes die korter zijn,
maar mogelijk langzamer worden afgelegd.
Zuinig rijden: Hiermee berekent u routes waarvoor minder
brandstof nodig is dan voor andere routes.
Offroad: Hiermee berekent u een rechte lijn van uw huidige
locatie naar uw bestemming.
Scherminstellingen
Als u de pagina met scherminstellingen wilt openen, selecteert
u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Scherm.
Kleurmodus: Hiermee stelt u in of het toestel dag- of
nachtkleuren weergeeft. U kunt Auto selecteren om het
toestel automatisch te laten overschakelen naar dag- of
nachtkleuren op basis van de tijd van de dag.
Helderheid: Hiermee past u de helderheid van de weergave
aan.
Time-out voor scherm: Hiermee kunt u opgeven hoe lang het
moet duren voordat het toestel in de slaapstand wordt gezet.
Schermafdruk: Hiermee maakt u een opname van het
toestelscherm. Schermafbeeldingen worden op het toestel in
de map Screenshot opgeslagen.
Schermafbeeldingen vastleggen
1
Selecteer Instellingen > Scherm.
2
Schakel het selectievakje Schermafdruk in.
3
Selecteer om een schermafdruk te maken.
Het bestand van de afbeelding wordt bewaard in de map
screenshots op het toestelstation.
Verkeersinstellingen
Als u de pagina met verkeersinstellingen wilt openen, selecteert
u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Verkeer.
Verkeersinformatie: Hiermee wordt verkeersinformatie
ingeschakeld.
Huidige aanbieder: Hiermee wordt de verkeersinfoprovider
ingesteld voor verkeersinformatie. Auto selecteert
automatisch de beste verkeersinformatie.
Abonnementen: Hiermee worden de huidige
verkeersabonnementen vermeld.
Informatie over verkeersabonnementen
U kunt extra abonnementen aanschaffen of een abonnement
vernieuwen wanneer het verloopt. Ga naar
http://www.garmin.com/traffic.
Verkeersabonnementen weergeven
Selecteer Instellingen > Verkeersinformatie >
Abonnementen.
Instellingen voor eenheden en tijd
Als u de pagina met instellingen voor eenheden en tijd wilt
openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen >
Eenheden en tijd.
Huidige tijd: Hiermee stelt u de tijd van het toestel in.
Tijdweergave: Hiermee kunt u een 12-uurs, 24-uurs of UTC-
tijdweergave selecteren.
Eenheden: Hiermee stelt u de eenheid voor afstanden in.
Taal- en toetsenbordinstellingen
Als u de pagina met instellingen voor taal en toetsenbord wilt
openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Taal
en toetsenbord.
Taal voor spraak: Hiermee stelt u de taal van de gesproken
aanwijzingen in.
Taal voor tekst: Hiermee wijzigt u de taal voor alle tekst op het
scherm in de geselecteerde taal.
OPMERKING: Als u de teksttaal wijzigt, blijft de taal van de
kaartgegevens, zoals straatnamen en plaatsen, of door de
gebruiker ingevoerde gegevens, ongewijzigd.
Taal voor toetsenbord: Hiermee wijzigt u de taal van het
toetsenbord.
Toetsenbordindeling: Hiermee stelt u de toetsenbordindeling
in.
Gevarenzonealarminstellingen
Selecteer Instellingen > Gevarenzonealarm.
Audio: Hiermee kunt u het type alarm instellen dat klinkt
wanneer u een gevarenzone nadert.
Waarschuwingen: Hiermee stelt u het type gevarenzone in
waarvoor een alarm klinkt.
Toestel- en privacyinstellingen
Als u de pagina met toestelinstellingen wilt openen, selecteert u
vanuit het hoofdmenu Instellingen > Toestel.
Over: Hiermee geeft u het versienummer van de software, het
id-nummer van het toestel en informatie over verschillende
andere softwarefuncties weer.
EULA's: Geeft de licentieovereenkomsten voor eindgebruikers
weer die op uw keuze van toepassing zijn.
OPMERKING: U hebt deze gegevens nodig om de
systeemsoftware bij te werken of aanvullende kaartgegevens
aan te schaffen.
Reisgeschiedenis: Hiermee kan het toestel informatie
registreren voor de functies myTrends, Waar ik ben
geweest en Reislog.
Wis reisgeschiedenis: Hiermee wordt uw reisgeschiedenis
gewist voor de functies myTrends, Waar ik ben geweest en
Reislog.
Appendix
Voedingskabels
Uw toestel kan op diverse manieren van stroom worden
voorzien.
Appendix 11
Voertuigvoedingskabel
USB-kabel
Netadapter (optionele accessoire)
Toestelonderhoud
KENNISGEVING
Laat uw toestel niet vallen.
Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan
extreme temperaturen kan worden blootgesteld omdat dit
onherstelbare schade kan veroorzaken.
Gebruik nooit een hard of scherp object om het aanraakscherm
te bedienen omdat het scherm daardoor beschadigd kan raken.
De behuizing schoonmaken
KENNISGEVING
Vermijd chemische schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die
de kunststofonderdelen kunnen beschadigen.
1
Maak de behuizing van het toestel (niet het aanraakscherm)
schoon met een doek die is bevochtigd met een mild
schoonmaakmiddel.
2
Veeg het toestel vervolgens droog.
Het aanraakscherm schoonmaken
1
Gebruik een zachte, schone, pluisvrije doek.
2
Bevochtig de doek zo nodig licht met water.
3
Als u een vochtige doek gebruikt, schakel het toestel dan uit
en koppel het los van de voeding.
4
Veeg het scherm voorzichtig met de doek schoon.
Diefstalpreventie
Om diefstal te voorkomen raden we u aan het toestel en de
bevestiging uit het zicht te verwijderen wanneer u deze niet
gebruikt.
Verwijder de afdruk van de zuignapsteun op de voorruit.
Bewaar het toestel niet in het handschoenenvak.
Registreer uw toestel op http://my.garmin.com.
Gebruikersgegevens wissen
OPMERKING: In dit proces worden alle items die u op het
toestel hebt opgeslagen, gewist.
1
Zet het toestel aan.
2
Houd uw vinger op de rechterbenedenhoek van het scherm
tot er een bericht wordt weergegeven.
3
Selecteer Ja om alle gebruikersgegevens te wissen.
Alle oorspronkelijke instellingen worden hersteld.
De levensduur van de batterij verlengen
Stel uw toestel niet bloot aan sterke
temperatuurschommelingen.
Zet het toestel in de slaapmodus (De slaapstand inschakelen
en uitschakelen).
Verminder de helderheid van het scherm
(Scherminstellingen).
Laat het toestel niet in direct zonlicht liggen.
Verlaag het volume (Het volume regelen).
Verkort de time-out voor het scherm (Scherminstellingen).
De zekering in de voertuigvoedingskabel
vervangen
KENNISGEVING
Bij het vervangen van zekeringen moet u ervoor zorgen dat u
geen onderdeeltjes verliest en dat u deze op de juiste plek
terugplaatst. De voertuigvoedingskabel werkt alleen als deze op
juiste wijze is samengesteld.
Als het toestel in het voertuig is aangesloten maar niet kan
worden opgeladen, moet u misschien de zekering aan het
uiteinde van de voertuigadapter vervangen.
1
Schroef de dop
À
los.
TIP: U dient wellicht een munt te gebruiken om de dop te
verwijderen.
2
Verwijder de dop, het zilverkleurige pinnetje
Á
en de
zekering
Â
.
3
Installeer een snelle zekering van 2 A.
4
Zorg dat het zilverkleurige pinnetje in de dop zit.
5
Schroef de dop vast in de voertuigvoedingskabel
Ã
.
Plaatsing op het dashboard
KENNISGEVING
De permanente plakstrip is zeer moeilijk te verwijderen nadat
deze is geïnstalleerd.
Gebruik de montageschijf om het toestel op het dashboard te
monteren en zo aan de regelgeving in bepaalde landen te
voldoen. Zie www.garmin.com voor meer informatie.
1
Reinig en droog de plaats op het dashboard waar u de schijf
wilt plaatsen.
2
Verwijder de beschermfolie van de plaklaag aan de
achterkant van de schijf.
3
Plaats de schijf op het dashboard.
4
Verwijder de doorzichtige plastic laag van de bovenkant van
de schijf.
5
Plaats de zuignapsteun op de schijf.
6
Duw de hendel naar beneden (in de richting van de schijf).
Het toestel van de steun verwijderen
Kantel het toestel naar voren.
De zuignap van de voorruit halen
1
Kantel de hendel op de zuignap naar u toe.
2
Trek het lipje van de zuignap naar u toe.
Kaarten en software bijwerken met Garmin
Express
Gebruik Garmin Express software om de nieuwste kaart- en
software-updates voor uw toestel te downloaden en installeren.
Kaartupdates bevatten de meest recente kaartgegevens zodat
uw toestel de routes naar uw bestemmingen accuraat en
efficiënt kan blijven berekenen. Garmin Express is beschikbaar
voor Windows en Mac computers.
1
Ga op de computer naar www.garmin.com/expres.
2
Selecteer een optie:
Als u wilt installeren op een Windows computer,
selecteert u Download voor Windows.
12 Appendix
Als u wilt installeren op een Mac computer, selecteert u
Mac-versie.
3
Open het gedownloade bestand en volg de instructies op het
scherm om de installatie te voltooien.
4
Start Garmin Express.
5
Sluit uw Garmin toestel met een USB-kabel aan op de
computer.
De Garmin Express software detecteert uw toestel.
6
Voer een e-mailadres in voor productregistratie (optioneel).
7
Klik op Sla toestel op.
8
Klik op Controleer op updates.
Er wordt een lijst met beschikbare kaart- en software-
updates weergegeven.
9
Selecteer de updates die u wilt installeren.
10
Klik op Installeer nu.
De Garmin Express software downloadt en installeert de
updates op uw toestel. Kaartupdates zijn erg groot en dit proces
kan veel tijd in beslag nemen met een langzame
internetverbinding.
Extra kaarten kopen
1
Ga naar de productpagina van uw toestel op
(www.garmin.com).
2
Klik op het tabblad Kaarten.
3
Volg de instructies op het scherm.
Flitspaalinformatie
KENNISGEVING
Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van of
consequenties van het gebruik van een database met eigen
nuttige punten of flitspaalinformatie.
Informatie over flitspaallocaties en snelheidslimieten is in
bepaalde gebieden beschikbaar. Ga naar www.garmin.com
/safetycameras om de beschikbaarheid te controleren of een
abonnement of eenmalige update aan te schaffen. U kunt op elk
gewenst moment de gegevens van een nieuwe regio
aanschaffen of een bestaand abonnement uitbreiden.
U kunt flitspaallocaties voor een huidig flitspaalabonnement
bijwerken op http://my.garmin.com. Werk uw toestel regelmatig
bij om de meest recente flitspaalgegevens te ontvangen.
Voor sommige toestellen en gebieden zijn algemene
flitspaalgegevens mogelijk al inbegrepen bij uw toestel. Updates
of een abonnement vallen niet onder de inbegrepen gegevens.
Eigen nuttige punten
Eigen nuttige punten zijn punten die u zelf hebt ingesteld op de
kaart. Dit kunnen waarschuwingen zijn dat u zich dicht bij een
aangewezen punt bevindt of bijvoorbeeld sneller gaat dan een
bepaalde snelheid.
POI Loader installeren
U kunt eigen lijsten met nuttige punten maken of op uw
computer downloaden en die op uw toestel installeren met
behulp van de POI Loader-software.
1
Ga naar www.garmin.com/poiloader.
2
Volg de instructies op het scherm.
De Help-bestanden van de POI Loader gebruiken
Raadpleeg het Help-bestand voor meer informatie over de POI
Loader.
Open de POI Loader en klik op Help.
Eigen nuttige punten zoeken
Voordat u eigen nuttige punten kunt zoeken, moet u eigen
nuttige punten op uw toestel laden met behulp van de POI
Loader-software (POI Loader installeren).
1
Selecteer Waarheen? > Categorieën.
2
Schuif naar de sectie Andere categorieën en selecteer een
categorie.
Accessoires aanschaffen
Ga naar http://buy.garmin.com.
Problemen oplossen
Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen.
Controleer of de GPS-simulator is uitgeschakeld (Navigatie-
instellingen).
Neem uw toestel mee naar een open plek, buiten
parkeergarages en uit de buurt van hoge gebouwen en
bomen.
Blijf enkele minuten stilstaan.
De zuignap blijft niet op de voorruit zitten
1
Reinig de zuignap en de voorruit met schoonmaakalcohol.
2
Droog af met een schone, droge doek.
3
Bevestig de zuignap (Het toestel aansluiten op
voertuigvoeding).
Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto
Controleer de zekering in de voertuigvoedingskabel (De
zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen).
Het voertuig moet zijn ingeschakeld om stroom aan de
stroomvoorziening te kunnen leveren.
Controleer of de binnentemperatuur in het voertuig tussen 0°
en 45°C (tussen 32° en 113°F) ligt.
Controleer of de zekering van de voertuigvoeding niet kapot
is.
Appendix 13
De batterij blijft niet erg lang opgeladen
Verminder de helderheid van het scherm
(Scherminstellingen).
Verkort de time-out voor het scherm (Scherminstellingen).
Verlaag het volume (Het volume regelen).
Zet het toestel in de slaapstand als het niet wordt gebruikt
(De slaapstand inschakelen en uitschakelen).
Stel uw toestel niet bloot aan sterke
temperatuurschommelingen.
Laat het toestel niet in direct zonlicht liggen.
De batterijmeter lijkt niet nauwkeurig te zijn
1
Ontlaad het toestel volledig.
2
Laad het toestel volledig op zonder de oplaadcyclus te
onderbreken.
Het toestel verschijnt niet als een draagbaar toestel
of als een verwisselbaar station of volume op mijn
computer
1
Koppel de USB-kabel los van de computer.
2
Schakel het toestel uit.
3
Sluit de USB-kabel aan op een USB-poort van uw computer
en op het toestel.
TIP: Uw toestel moet rechtstreeks op een USB-poort van uw
computer worden aangesloten, en niet op een USB-hub.
Het toestel wordt automatisch ingeschakeld en schakelt over
naar de MTP-modus of de USB-massaopslagmodus.
Vervolgens verschijnt er een afbeelding van het toestel dat op
een computer is aangesloten op het scherm van het toestel.
14 Appendix
Index
Symbolen
2D-kaartweergave 6
3D-kaartweergave 6
A
aan-uitknop 1
aanpassen 6
aanraakscherm schoonmaken 12
aanwijzingen 6
abonnementen
nüMaps Lifetime 1
verkeer 1
accessoires 13
achtergrond 8
adressen, zoeken 3
afrit met diensten 5
afstandsrapporten 7
alarm 8
audio, gevarenzones 11
B
batterij
maximaliseren 12, 14
opladen 1, 2, 13
problemen 14
bestanden
ondersteunde typen 10
overbrengen 10
bestemmingen. Zie locaties
brandstof, prijzen 7
brandstofprijs, wijzigen 7
brandstofverbruik. 7 Zie ook ecoRoute
brandstofverbruik kalibreren 7
breedtegraad en lengtegraad 3
C
calculator 8
camera's, veiligheid 13
computer
aansluiten 14
verbinden 10
coördinaten 3
D
dashboardsteun 12
diefstal, vermijden 12
E
ecoChallenge 7
ecoChallenge-score 7
resetten 7
ecoRoute 7
afstandsrapport 7
afstandsrapporten 7
brandstofverbruik kalibreren 7
ecoChallenge-score 7
voertuigprofiel 7
eenheden omrekenen 8
eigen nuttige punten 13
EULA's 11
extra's, eigen nuttige punten 13
F
flitspaalinformatie, abonnementen 13
fotoalbum 8
foto's verwijderen 8
G
Garmin Express 1
software bijwerken 1, 12
toestel registreren 1
gebruikersgegevens, verwijderen 10, 12
geheugenkaart 10
geocaching 3
gesimuleerde locaties 4
gevarenzonealarmen, instellingen 11
GPS 2
H
helderheid 1
help. 7 Zie ook productondersteuning
herstellen, reisgegevens 6
het toestel schoonmaken 12
huidige locatie 6
I
id-nummer 11
instellingen 10, 11
K
kaart
gegevensveld 6
voetganger 5
kaarten 5, 10
bijwerken 1, 12
bladeren 3
detailniveau 10
gegevensopmaak 6
kopen 13
lagen 5
levenslang 1
nüMaps Guarantee 1
nüMaps Lifetime 1
routes weergeven 6
thema 10
verkeerssituaties 9
voetganger 5
kaartlagen, aanpassen 5
kaartperspectief 6
kaartweergave
2-D 6
3D 6
kabels, voeding 11
klok 8
Knooppuntbeeld 6
kruispunten, zoeken 3
L
levenslange kaartupdates 1
lijst met afslagen 6
locaties 2, 3, 8
bewerken 3
gesimuleerd 4
huidige 4, 6
opslaan 4
recent gevonden 3
thuis instellen 3
zoeken naar 3
locaties zoeken. 2 Zie ook locaties
adressen 3
categorieën 2
coördinaten 3
kaart gebruiken 3
kruispunten 3
steden 3
zoeken op de kaart 3
M
microSD-kaart, installeren 10
N
naam van reizen wijzigen 7
naar huis 3
navigatie
instellingen 10
offroad 5
routes vooraf bekijken 4
voetganger 5
nüMaps Guarantee 1
nüMaps Lifetime 1
nuttige punt, eigen 13
nuttige punt (POI Loader) 13
nuttige punten
eigen 13
extra's 13
POI Loader 13
O
offroad-navigatie 5
omrekenen
eenheden 8
valuta, omrekenen 8
omwegen 5
onderhoud van uw toestel 12
opgeslagen locaties 4, 7
bewerken 4
categorieën 4
verwijderen 4
Opgeslagen locaties 4
opslaan, huidige locatie 4
P
parkeerplaats 4
vorige parkeerplaats 4, 8
pictogrammen, verkeer 9
POI (nuttig punt). 13 Zie ook nuttig punt (POI)
POI Loader 13
problemen oplossen 13, 14
productondersteuning 7
productregistratie 1
R
rapporten, afstand 7
recent gevonden locaties 3
reisgeschiedenis 11
reisinformatie
herstellen 6
weergeven 6
reislog, weergeven 6
reisplanner 7
een reis bewerken 7
resetten, toestel 1
routebeschrijvingen 6
routes 4
bekijken 4
berekenmodus 11
punt toevoegen 5
starten 4
stoppen 5
weergeven op de kaart 6
S
satellietsignalen 2
weergeven 2
scherm, helderheid 1
schermafbeeldingen 11
vastleggen 11
scherminstellingen 11
schermknoppen 2
services zoeken, verderop 5
slaapstand 1
Snel zoeken 2
snelkoppelingen
toevoegen 2
verwijderen 2
software
bijwerken 1, 12
versie 11
T
taal 8
spraak 11
toetsenbord 11
te vermijden 5
wegkenmerken 5
thuis
gaan 3
locatie bewerken 3
locaties instellen 3
tijdinstellingen 11
toestel aanpassen 10
toestel bevestigen
auto 1
dashboard 12
van steun verwijderen 12
zuignap 1, 12
toestel opladen 1, 2, 13
toestel registreren 1
toestel schoonmaken 12
Index 15
toestel-id 11
toetsenbord 2
indeling 11
taal 11
transportmodi 2
tripcomputer 6
U
updates
kaarten 12
software 12
USB, loskoppelen 10
V
verderop, services zoeken 5
verkeer 9, 11
abonnement activeren 9
abonnementen toevoegen 9
alternatieve route 9
gegevens 9
levenslange abonnementen 1
pictogrammen 9
problemen 9
uitschakelen 9
vermijden 9
waarschuwingen 6
zoeken naar vertragingen 9
verwijderen
alle gebruikersgegevens 10
reizen 7
voedingskabels 11
voertuig 1
zekering vervangen 12
voertuigprofiel 7
voertuigvoedingskabel 1
volgende afslag 6
volume, aanpassen 1
W
Waar ben ik? 4, 6
waarschuwingen
audio 11
flitspaalinformatie 11
gevarenzones 11
verkeer 6
Z
zekering, wijzigen 12
zoekbalk 2
zoekgebied wijzigen 3
zuignap 12
16 Index
www.garmin.com/support
+43 (0) 820 220230 + 32 2 672 52 54
0800 770 4960 1-866-429-9296
+385 1 5508 272
+385 1 5508 271
+420 221 985466
+420 221 985465
+ 45 4810 5050 + 358 9 6937 9758
+ 331 55 69 33 99 + 39 02 36 699699
(+52) 001-855-792-7671 0800 0233937
+47 815 69 555
00800 4412 454
+44 2380 662 915
(+35) 1214 447 460 +386 4 27 92 500
0861 GARMIN (427 646)
+27 (0)11 251 9999
+34 93 275 44 97
+ 46 7744 52020 +886 2 2642-9199 ext 2
0808 238 0000
+44 (0) 870 8501242
+49 (0)180 6 427646
20 ct./Anruf. a. d.
deutschen Festnetz,
Mobilfunk max. 60 ct./Anruf
913-397-8200
1-800-800-1020
© 2012–2014 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Garmin nuvi 150T Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor