NL
- 43 -
het boorgat groter of kleiner is dan dat van
het zaagblad.
•
Het zaagblad mag niet met de hand of door
zijdelingse druk tegen het zaagblad worden
afgeremd.
•
De pendelbeschermkap mag niet klem zitten
en moet aan het einde van de zaagbeurt zich
weer in de oorspronkelijke positie bevinden.
•
Voor gebruik van de cirkelzaag de werking
van de pendelbeschermkap controleren ter-
wijl de netstekker uit het stopcontact is verwij-
derd.
•
Vergewis u er zich voor elk gebruik van de
machine van dat de veiligheidsinrichtingen
zoals pendelbeschermkap, spouwmes, flen-
zen en verstelinrichtingen werken resp. cor-
rect zijn afgesteld en vastgezet.
•
Op de aansluiting voor spaanderafzuiging
(14) kan u een gepaste stofafzuiging aanslu-
iten. Vergewis u er zich van dat de stofafzu-
iging veilig en naar behoren is aangesloten.
•
De bewegelijke pendelbeschermkap mag
voor het zagen niet in de teruggetrokken be-
schermkap worden vastgeklemd.
•
Zaagbladen waarvan het basislichaam dik-
ker of de schrankbreedte kleiner is dan de
dikte van het spouwmes mogen niet worden
gebruikt.
•
Het spouwmes moet zo zijn ingesteld, dat de
afstand ervan tot de tandkrans van het zaag-
blad 5mm niet overschrijdt. Bovendien mag
de tandkrans niet meer dan 5mm uitsteken
over de onderkant van het spouwmes.
•
Snijbreedte en dikte van het stamblad mogen
niet meer dan 2,5mm bedragen.
Let op! Trek telkens de netstekker uit het
stopcontact voordat u aan de cirkelzaag
werkt!
6.2 Gebruik van de cirkelzaag
•
Pas snijdiepte, snijhoek en parallelaanslag
aan (zie pt. 5.1, 5.2 en 5.5).
•
Vergewis u er zich van dat de AAN/UIT-scha-
kelaar (2) niet ingedrukt is. Sluit pas dan de
netstekker aan op een gepast stopcontact.
•
Zet de cirkelzaag enkel met gemonteerd
zaagblad aan!
•
Plaats de zaagvoet plat op het te bewerken
stuk. Het zaagblad mag het werkstuk niet ra-
ken.
•
Hou de cirkelzaag dan met beide handen
vast.
6.3 In-/uitschakelen (fi g. 11)
Inschakelen:
Grendelknop (3) en AAN/UIT-schakelaar (2) tege-
lijkertijd indrukken.
•
Laat het zaagblad aanlopen tot het de volle
snelheid heeft bereikt. Leidt het zaagblad dan
behoedzaam langs de snijlijn. Oefen daarbij
slechts een lichte druk uit op het zaagblad.
Uitschakelen:
Grendelknop en AAN/UIT-schakelaar loslaten.
•
Bij het loslaten van de handgreep wordt de
machine automatisch uitgeschakeld zodat
onbedoeld draaien niet mogelijk is.
•
Let er goed op dat tijdens het werken de
ventilatieopeningen niet worden afgedekt of
verstopt geraken.
•
Rem het zaagblad na het uitschakelen niet af
door er zijdelings tegen te drukken.
•
Let op! Leg de machine pas neer nadat het
zaagblad helemaal tot stilstand is gekomen.
Let op! Proefsnede met een stuk afvalhout
uitvoeren.
6.4 Verwisselen van zaagblad (fi g. 12-15)
Let op! Trek telkens de netstekker uit het
stopcontact voordat u aan de cirkelzaag
werkt!
Gebruik uitsluitend zaagbladen die overeenko-
men met de norm EN 847-1 en die van hetzelfde
type zijn als het met deze handcirkelzaag meege-
leverde zaagblad. Vraag advies in de gespeciali-
seerde handel.
Om het zaagblad te verwisselen heeft u de mee-
geleverde zaagbladsleutel (13) nodig. De zaag-
bladsleutel (13) wordt bewaard in de behuizing.
Trek indien nodig de zaagbladsleutel (13) uit de
behuizing (zie fi g. 12).
Let op! Om veiligheidsredenen mag de handcir-
kelzaag niet met ingestoken zaagbladsleutel (13)
in werking worden gesteld.
•
Druk op het spilarrêt (11).
•
Schroef ter beveiliging van het zaagblad (17)
losdraaien m.b.v. de zaagbladsleutel (13).
•
Bewegelijke pendelbeschermkap (19) met
hendel voor pendelbeschermkap (20) terug-
schuiven en vasthouden.
•
Met de zaagbladsleutel (12) op de flens (18)
tegenhouden.
Anl_TE_CS_190_1_SPK2.indb 43Anl_TE_CS_190_1_SPK2.indb 43 17.05.2019 13:25:4017.05.2019 13:25:40