Memmert WNE Handleiding

Type
Handleiding
Waterbaden
WNE 7 - 45
WPE 45
Oliebaden
ONE 7 - 45
BEDIENINGSHANDLEIDING
Bladzijde
2
1 Algemene aanwijzingen en veiligheidsinstructies
.................................................................................
4
1.1 Transport
.................................................................................................................................
4
2 Technische gegevens
5
2.1 Materiaalkwaliteit
....................................................................................................................
6
2.2 Elektrische uitrusting
................................................................................................................
6
2.3 Opmerking bij EMC (elektromagnetische compatibiliteit)
..........................................................
6
2.4 Korte technische beschrijving
...................................................................................................
6
2.5 Basisuitrusting
.........................................................................................................................
7
3 Opstelling
...........................................................................................................................................
7
3.1 Eerste inbedrijfstelling
..............................................................................................................
8
3.2 Inbedrijfstelling - waterbaden
..................................................................................................
8
3.3 Inbedrijfstelling - oliebaden
......................................................................................................
9
4 Constructie en functie van het apparaat
............................................................................................
10
4.1 Bedieningselementen en weergaven
.......................................................................................
10
4.2 Apparaat inschakelen
.............................................................................................................
11
4.3 Parameterinstelling
................................................................................................................
11
5 Programmeervoorbeeld van een programmaverloop
..........................................................................
17
6 Bewaking van een programmaverloop
...............................................................................................
18
7 Temperatuurbewaking en beveiligingsinrichting
.................................................................................
19
7.1 Mechanische temperatuurbewaking - temperatuurbegrenzer
.................................................
19
7.2 Elektronische temperatuurbewaking
......................................................................................
19
7.3 Bewakingsrelais
.....................................................................................................................
20
8 Gebruik van het deksel (accessoire)
....................................................................................................
21
9 Waterniveauregeling (accessoire alleen voor waterbaden)
..................................................................
21
10 Koelinrichting (accessoire alleen voor waterbaden)
...........................................................................
22
11 Reiniging en onderhoud
..................................................................................................................
22
12 Checklist voor storingsopheffing
......................................................................................................
23
13 Gedrag bij spanningswegval
............................................................................................................
23
14 Trefwoordenlijst
..............................................................................................................................
23
15 Adressen en klantendienst
...............................................................................................................
25
EXCELLENT
Bladzijde 3
EXCELLENT
Bladzijde
4
Het opvolgen van de aanwijzingen in deze bedieningshandleiding
Het opvolgen van de aanwijzingen in deze bedieningshandleiding
is essentieel voor een storingsvrije bedrijfsvoering en om voor
is essentieel voor een storingsvrije bedrijfsvoering en om voor
garantiewerkzaamheden in aanmerking te kunnen komen.
garantiewerkzaamheden in aanmerking te kunnen komen.
Bij het niet opvolgen van deze handleiding zijn garantie- en
Bij het niet opvolgen van deze handleiding zijn garantie- en
schadevergoedingsclaims uitgesloten!
schadevergoedingsclaims uitgesloten!
Deze markering op het apparaat betekent:
Bedieningshandleiding in acht
Bedieningshandleiding in acht
nemen, wees voorzichtig! Het apparaat wordt heet tijdens bedrijf!
nemen, wees voorzichtig! Het apparaat wordt heet tijdens bedrijf!
Wijzigingen in het technische gedeelte voorbehouden.
Opgegeven maten zijn niet bindend.
1.1 Transport
1.1 Transport
Draag altijd handschoenen!
De modellen W../O.. 22 t/m 45 moeten met twee personen worden gedragen.
Stel het apparaat exact waterpas op en plaats het niet op een
Stel het apparaat exact waterpas op en plaats het niet op een
ontvlambare ondergrond.
ontvlambare ondergrond.
1 Algemene aanwijzingen en veiligheidsinstructies
1 Algemene aanwijzingen en veiligheidsinstructies
U hebt een technisch uitontwikkeld product aangeschaft, dat met hoogwaardige materialen en met
toepassing van de modernste fabricagetechnieken in Duitsland is geproduceerd. Het product is gedurende
vele uren in de fabriek getest.
We garanderen dat er gedurende 10 jaar lang reserveonderdelen voor dit apparaat leverbaar zijn.
EXCELLENT
Bladzijde 5
2 Technische gegevens
2 Technische gegevens
Model
7
10
14
22
29
45
Inhoud [liter]
7
10
14
22
29
45
Lengte nuttige ruimte A [mm]
240
350
350
350
590
590
Breedte nuttige ruimte B [mm]
210
210
290
290
350
350
Hoogte nuttige ruimte C [mm]
140
140
140
220
140
220
Lengte behuizing D [mm]
468
578
578
578
818
818
Breedte behuizing E [mm]
356
356
436
436
516
516
Hoogte behuizing (met vlak deksel) F [mm]
238
238
238
296
238
296
Hoogte behuizing (met schuin deksel) G
[mm]
337
337
347
405
343
401
Gewicht [kg]
11
14
16
17
24
26
Stroomopname [A]
5,2
5,2
7,8
8,7
10,4
12,2
Vermogen [W]
1200
1200
1800
2000
2400
2800
Omgevingscondities
Omgevingstemperatuur 5 ºC tot 40 ºC
Rel. vochtigh. max. 80% (niet-condenserend)
Overspanningscategorie: II
Vervuilingsgraad: 2
Instelbereik temperatuur
10 °C tot 95 °C bij waterbaden
met ingeschakelde kookmodus tot 100 °C (zie hoofdstuk
4.3.1)
20 °C tot 200 °C bij oliebaden
Instelnauwkeurigheid
0,1 °C
Weergavenauwkeurigheid
0,1 °C
Bedrijfstemperatuurbereik
5 ºC boven de ruimtetemperatuur bij water- en oliebaden,
of 15 ºC boven de ruimtetemperatuur bij waterbaden met
circulatiepomp (WPE45) tot de nominale temperatuur (zie
typeplaatje)
EXCELLENT
Bladzijde
6
2.1 Materiaalkwaliteit
Voor de buitenzijde van de behuizing en de werkruimte past MEMMERT roestvrij staal toe (materiaalnr.
1.4301). Dit materiaal onderscheidt zich door een hoge stabiliteit, optimale hygiënische eigenschappen
en corrosiebestendigheid tegen vele (niet tegen alle!) chemische verbindingen (voorzichtigheid is bijv.
geboden bij chloorverbindingen). Het beladingsmateriaal moet nauwkeurig worden gecontroleerd met
betrekking tot de chemische compatibiliteit met de hierboven genoemde materialen.
Een tabel met bestendigheden van materialen kan bij de firma MEMMERT worden opgevraagd.
LET OP!
Voordat het deksel van de behuizing kan worden geopend,
Voordat het deksel van de behuizing kan worden geopend,
moet altijd de stekker van het netsnoer uit het stopcontact worden
moet altijd de stekker van het netsnoer uit het stopcontact worden
getrokken!
getrokken!
2.2 Elektrische uitrusting
2.2 Elektrische uitrusting
Voor de bedrijfsspanning zie het typeplaatje 50/60 Hz, WPE 45: 50 Hz
Beschermingsniveau 1, d.w.z. bedrijfsisolatie met veiligheidsaarde-aansluiting conform EN 61010
Beschermingsgraad IP 20 conform DIN EN 60 529
Ontstoring conform EN 55011 Klasse B
Voor de beveiliging van het apparaat moet een smeltzekering 250 V/15 A snel worden toegepast
De regelaar is beveiligd met een miniatuurzekering van 80 mA (200 mA bij 115 V)
Als een MEMMERT-apparaat op het elektriciteitsnet wordt aangesloten, moeten de landspecifieke
voorschriften worden nageleefd (bijvoorbeeld in Duitsland geldt DIN VDE 0100 met aardlekschakelaar)
2.3 Opmerking bij EMC (elektromagnetische compatibiliteit)
2.3 Opmerking bij EMC (elektromagnetische compatibiliteit)
Dit apparaat is ontworpen voor de bedrijfsvoering op een elektriciteitsnet met een systeemimpedantie Z
max
op het overdrachtspunt (huisaansluiting) van maximaal 0,292 Ohm. De gebruiker moet ervoor zorgen
dat het apparaat uitsluitend op een elektriciteitsnet wordt aangesloten dat aan deze eisen voldoet. Indien
noodzakelijk kan de systeemimpedantie bij het lokale energiebedrijf worden opgevraagd.
Opmerking: werkzaamheden aan een geopend apparaat mogen
Opmerking: werkzaamheden aan een geopend apparaat mogen
uitsluitend door elektromonteurs worden uitgevoerd.
uitsluitend door elektromonteurs worden uitgevoerd.
2.4 Korte technische beschrijving
2.4 Korte technische beschrijving
MEMMERT-water- en oliebaden worden elektrisch verwarmd en elektronisch geregeld.
De temperatuur van de tempereervloeistof wordt continu geregeld door een microprocessorregelaar
met pulspakketbesturing. De regelaar is voorzien van een permanente vermogensaanpassing en een
tijdbesparend zelfdiagnosesysteem voor een snelle storingsopsporing (zie hoofdstuk 12), alsmede van een
geïntegreerde klok ten behoeve van de digitale invoer van programmatijden.
De temperatuurmetingen worden uitgevoerd met Pt100-temperatuursensoren (4-draads uitvoering).
Hierbij gelden de volgende kerngegevens:
WNE
ONE
Instelnauwkeurigheid
0,1 ºC
0,1 ºC
Regelnauwkeurigheid
±0,1 ºC
±0,2 ºC
De onderdelen van de temperatuurregeling worden bewaakt door de geïntegreerde storingsherkenning.
Omdat de verwarming aan de buitenzijde is geplaatst, kan deze niet vervuild raken of verkalken.
EXCELLENT
Bladzijde 7
2.5 Basisuitrusting
2.5 Basisuitrusting
Elektronische fuzzy-ondersteunde PID-procesregelaar met vertraagde programmastart en
programmeerbare handhavingstijd. De regelaar is voorzien van een permanente vermogensaanpassing
en een tijdbesparend zelfdiagnosesysteem voor een snelle storingsopsporing
Een weg te drukken druk-/draaitoets voor een gemakkelijke bediening van het apparaat
Optische alarmweergave
Mechanische temperatuurbegrenzer (TB klasse 1)
Bewakingsrelais voor uitschakelen verwarming bij storingen
Kookmodus voor temperaturen hoger dan 95 °C
Wachttijd afhankelijk van gewenste waarde
Digitale overtemperatuurbewaking (bij waterbaden TWB klasse 2 of TWW klasse 3.1 instelbaar, bij
oliebaden TWB klasse 2)
Extra digitaal display voor bewakingstemperatuur
Twee afzonderlijke Pt100-temperatuursensoren van roestvrij staal (mat.nr. 1.4571) DIN kl. A in 4-draads
uitvoering Uitvoering voor regeling en voor bewaking
Ingebouwde claxon als alarmering bij grenswaardeoverschrijding, als akoestisch signaal bij programma-
einde en voor invoerbevestiging
Waarschuwing bij een te laag vloeistofniveau
Comfortabele kalibratie direct op de regelaar voor een vrij te kiezen temperatuur
Handmatig in- en uitschakelbare circulatiepomp, met pompafschakeling bij programma-einde (alleen
bij WPE45)
Speciale uitrusting (als accessoire afzonderlijk te bestellen): vlak deksel met concentrische ringensets,
condensafvoerend schuin deksel, koelinrichting, diverse rekken voor reageerbuisjes, flessen enz.
3 Opstelling
3 Opstelling
Het apparaat moet worden
opgesteld op een horizontale,
niet-kantelende en onbrandbare
ondergrond.
De ventilatie-openingen in de
linkerzijwand en achterwand
moeten worden vrijgehouden.
De afstand tussen alle andere
zijwanden en de muur moet ten minste 80 mm bedragen. Aan de bovenzijde moet een vrije ruimte van ten
minste 750 mm worden aangehouden, vanaf de bovenkant van het bad tot het eerstvolgende grensvlak
(bijvoorbeeld opbergschap, plafond enz.).
moet vrij
blijven
moet vrij
blijven
min. 750
mm
min. 80
mm
min. 80
mm
min. 750
EXCELLENT
Bladzijde
8
Bij de eerste inbedrijfstelling mag het apparaat tot het bereiken van de stationaire toestand niet zonder
toezicht worden achtergelaten.
3.2 Inbedrijfstelling - waterbaden
3.2 Inbedrijfstelling - waterbaden
3.1 Eerste inbedrijfstelling
3.1 Eerste inbedrijfstelling
Vullen
Ter bescherming van de roestvrijstalen bak is het noodzakelijk om gedemineraliseerd
water te gebruiken als tempereervloeistof.
Stroomaansluiting: De netkabel moet zo worden geïnstalleerd dat deze niet in
aanraking komt met hete oppervlakken van het apparaat.
Aftappen
De inhoud van het bad kan worden afgetapt door middel van het aftapventiel. De
tempereervloeistof mag niet worden afgetapt als deze nog heet is. U kunt de vloeistof
rechtstreeks in een geschikt reservoir met voldoende inhoud laten lopen, of u kunt een
geschikte slang op het aftapventiel aansluiten, die u vervolgens in een reservoir laat
uitkomen.
Het gebruik is alleen toegestaan met onbrandbare
Het gebruik is alleen toegestaan met onbrandbare
tempereervloeistoffen!
tempereervloeistoffen!
Aftapventiel
LET OP!
Het bad moet zodanig worden gevuld dat het vloeistofniveau zich
Het bad moet zodanig worden gevuld dat het vloeistofniveau zich
tussen de beide vulmarkeringen aan de rechterbinnenzijde van
tussen de beide vulmarkeringen aan de rechterbinnenzijde van
de bak bevindt. Waterbaden kunnen worden voorzien van een
waterniveauregeling (zie hoofdstuk 9).
waterniveauregeling (zie hoofdstuk 9).
Opmerking: Verontreinigde vloeistoffen mogen niet rechtstreeks
Opmerking: Verontreinigde vloeistoffen mogen niet rechtstreeks
via het openbare riool worden afgevoerd! Mocht de verbruikte
via het openbare riool worden afgevoerd! Mocht de verbruikte
tempereervloeistof verontreinigd zijn, dan moet deze eerst op een
tempereervloeistof verontreinigd zijn, dan moet deze eerst op een
adequate manier worden gefilterd en/of volgens voorschriften worden
adequate manier worden gefilterd en/of volgens voorschriften worden
afgevoerd.
afgevoerd.
afgevoerd.
Max. vulniveau
Min. vulniveau
EXCELLENT
Bladzijde 9
3.3 Inbedrijfstelling - oliebaden
3.3 Inbedrijfstelling - oliebaden
Netvoeding:
De netkabel moet zo worden geïnstalleerd dat deze niet in aanraking komt met hete oppervlakken van het
apparaat.
LET OP!
Het bad moet zodanig worden gevuld dat het vloeistofniveau zich
Het bad moet zodanig worden gevuld dat het vloeistofniveau zich
tussen de beide vulmarkeringen aan de rechterbinnenzijde van de
tussen de beide vulmarkeringen aan de rechterbinnenzijde van de
bak bevindt. De afstand tussen de bovenkant van het oliebad en het
vloeistofniveau moet ten minste 30 mm bedragen, omdat de olie bij
vloeistofniveau moet ten minste 30 mm bedragen, omdat de olie bij
verwarming sterk uitzet.
verwarming sterk uitzet.
Aftappen
De inhoud van het bad kan worden afgetapt door middel van het aftapventiel. De
tempereervloeistof mag alleen worden afgetapt in lauwwarme toestand. U kunt de
vloeistof rechtstreeks in een geschikt reservoir met voldoende inhoud laten lopen, of u
kunt een geschikte slang op het aftapventiel aansluiten, die u vervolgens in een reservoir
laat uitkomen.
Uit veiligheidsoverwegingen moet het vlampunt van de gebruikte olie
Uit veiligheidsoverwegingen moet het vlampunt van de gebruikte olie
hoger zijn dan 300 °C. Houd tevens altijd rekening met de gegevens
hoger zijn dan 300 °C. Houd tevens altijd rekening met de gegevens
van de oliefabrikant over een mogelijke verlaging van het vlampunt
van de oliefabrikant over een mogelijke verlaging van het vlampunt
als gevolg van verontreinigingen, en de daaruit voortvloeiende
als gevolg van verontreinigingen, en de daaruit voortvloeiende
noodzakelijke intervallen voor olievervanging.
noodzakelijke intervallen voor olievervanging.
Vullen
Blus branden nooit met water! Gebruik geschikte blusmiddelen (bijv.
Blus branden nooit met water! Gebruik geschikte blusmiddelen (bijv.
een blusdeken). Een oververhit bad mag nooit worden (bij)gevuld!
een blusdeken). Een oververhit bad mag nooit worden (bij)gevuld!
Let op! Het apparaat wordt heet tijdens bedrijf!
Let op! Het apparaat wordt heet tijdens bedrijf!
Aftapventiel
Opmerking: Verontreinigde vloeistoffen en olie mogen niet
Opmerking: Verontreinigde vloeistoffen en olie mogen niet
rechtstreeks in het openbare riool worden afgevoerd! Zorg voor een
rechtstreeks in het openbare riool worden afgevoerd! Zorg voor een
voorschriftmatige afvoer van de verbruikte tempereervloeistof.
voorschriftmatige afvoer van de verbruikte tempereervloeistof.
Max. vulniveau
Min. vulniveau
EXCELLENT
Bladzijde
10
4 Constructie en functie van het apparaat
4 Constructie en functie van het apparaat
relatief grootste warmteverlies
(vanwege de grootste afstand tot
de verwarmde ribben)
kleinste warmteverlies (van-
wege de kleine afstand tot
de verwarmde ribben)
Bak
Isolatie
Verwarmingselementen
Tijdsymbool
Delay-symbool
(inschakelvertraging)
Hold-symbool
(handhavingstijd)
Alarm-symbool
set-toets
Bewakings-
temperatuurweergave
Temperatuurweergave
Verwarmingssymbool
Niveausymbool
Pompsymbool
Druk-/draaitoets
Als gevolg van de aan drie zijden opgestelde verwarming van het badreservoir (bodem en beide
zijwanden) ontstaat een natuurlijke circulatie van de badvloeistof en daarmee een optimale en homogene
temperatuurverdeling.
4.1 Bedieningselementen en weergaven
4.1 Bedieningselementen en weergaven
7 5. 0
7 7. 0
EXCELLENT
Bladzijde 11
4.2 Apparaat inschakelen
4.2 Apparaat inschakelen
Het apparaat wordt ingeschakeld door het indrukken van de druk-/draaitoets
en kan in combinatie met de set-toets
worden bediend.
Apparaat uitschakelen: De druk-/draaitoets
is verzonken en daarmee beschermd tegen
beschadigingen.
4.3 Parameterinstelling
4.3 Parameterinstelling
Een parameter kan worden geselecteerd door de druk-/draaitoets te draaien, daarbij worden alle andere
parameters donker weergegeven.
De geselecteerde parameter knippert in een lichte kleur en kan nu, met gelijktijdig ingedrukte set-toets
(beveiliging tegen onbedoeld verstellen) met de druk-/draaitoets worden versteld.
Als de druk-/draaitoets snel wordt gedraaid, wijzigt de gewenste waarde in grote stappen. Bij een
langzamere bediening wijzigt de instelwaarde in afzonderlijke stappen.
Als de set-toets wordt losgelaten, wordt de nieuw ingestelde waarde opgeslagen.
Als de druk-/draaitoets opnieuw wordt gedraaid, kan de volgende parameter worden geselecteerd.
Door het draaien van de druk-/draaitoets kunnen de volgende parameters in de onderstaande volgorde
worden geselecteerd en worden gewijzigd, zoals hierboven is omschreven:
1.
Gewenste temperatuurwaarde
2.
Inschakelvertraging (Delay)
3.
Handhavingstijd van de gewenste temperatuurwaarde (Hold)
4.
Handhavingstijd afhankelijk van de gewenste temperatuurwaarde (SP)
5.
Circulatiepomp (alleen bij WPE45)
6.
Temperatuurbewaking
EXCELLENT
Bladzijde
12
4.3.1 Gewenste temperatuurwaarde
4.3.1 Gewenste temperatuurwaarde
Het apparaat begint direct te
verwarmen tot de ingestelde
temperatuur.
Instelbereik:
Waterbaden:
10
°C tot
95
°C of ca.
100
°C bij
inschakeling van kookmodus
Oliebaden:
20
°C tot
200
°C
Instel- en weergavenauwkeurigheid:
Instel- en weergavenauwkeurigheid:
Water-/oliebaden:
0,1
°C
Draai de druk-/draaitoets tot het
°C
-symbool knippert.
De gewenste temperatuur kan nu, met ingedrukte set-toets, worden ingesteld
zoals beschreven in hoofdstuk 4.3. Na het loslaten van de set-toets geeft het
apparaat nog kort de gewenste waarde knipperend weer. Daarna wordt de
actuele werkelijke waarde op het display weergegeven en begint de regelaar met
het regelen van de temperatuur naar de ingestelde gewenste temperatuur.
Tijdens het verwarmen knippert het
-symbool evenredig met het actuele
verwarmingsvermogen.
Alleen voor waterbaden:
Voor het bereiken van watertemperaturen van hoger dan 95 °C (kookpunt),
zijn waterbaden voorzien van de kookmodus. Als deze is ingesteld wordt de
verwarming continu ingeschakeld.
De kookmodus wordt geactiveerd door de druk-/draaitoets voorbij de maximale
waarde te draaien, totdat
CCC
op het display wordt weergegeven.
De instelling "kookmodus" wordt niet permanent opgeslagen. Na uitschakelen
en weer inschakelen van het apparaat geeft de regelaar opnieuw de eerder
ingestelde gewenste waarde weer.
°C
°C
4.3.2 Inschakelvertraging
4.3.2 Inschakelvertraging
Het apparaat begint pas met verwarmen naar
de ingestelde temperatuur als de tijd van de
inschakelvertraging is afgelopen.
Instelbereik:
1
min. t/m
999
uur
Instelnauwkeurigheid:
Instelnauwkeurigheid:
< 100 uur:
1
min
≥ 100 uur:
1
uur
Weergavenauwkeurigheid:
Weergavenauwkeurigheid:
< 10 uur:
1
min
≥ 10 uur:
1
uur
Draai de druk-/draaitoets tot het
(Delay)- en het
-symbool knipperen.
De duur van de inschakelvertraging kan nu, met ingedrukte set-toets, worden
ingesteld zoals beschreven in hoofdstuk 4.3. Na het loslaten van de set-toets
geeft het apparaat nog kort de gewenste waarde van de inschakelvertraging
knipperend aan.
Daarna is de inschakelvertraging actief. Op het display worden afwisselend de
gemeten temperatuur en de looptijd van de inschakelvertraging weergegeven.
De tijd wordt met een minteken weergegeven en wordt teruggeteld. Hierdoor
kan men op elk moment zien hoe lang het nog duurt voordat het apparaat
begint met verwarmen.
Als er geen inschakelvertraging nodig is, kan deze met de instelling
OFF
worden
gedeactiveerd.
°C
°C
°C
ϑ
t
90°C
ϑ
t
delay 12h
90°C
EXCELLENT
Bladzijde 13
4.3.3 Handhavingstijd van de gewenste temperatuurwaarde
4.3.3 Handhavingstijd van de gewenste temperatuurwaarde
Het apparaat schakelt de verwarming uit na
afloop van de ingestelde handhavingstijd.
De handhavingstijd is in dit geval inclusief de
opwarmtijd.
Instelbereik:
1
min. t/m
999
uur
Instelnauwkeurigheid:
Instelnauwkeurigheid:
< 100 uur:
1
min
≥ 100 uur:
1
uur
Weergavenauwkeurigheid:
Weergavenauwkeurigheid:
< 10 uur:
1
min
≥ 10 uur:
1
uur
Draai de druk-/draaitoets tot het
(Hold)- en het
-symbool knipperen.
De duur van de handhavingstijd kan nu, met ingedrukte set-toets, worden
ingesteld zoals beschreven in hoofdstuk 4.3. Na het loslaten van de set-toets geeft
het apparaat nog kort de gewenste waarde van de handhavingstijd knipperend
aan.
Als er geen inschakelvertraging is geprogrammeerd, is de handhavingstijd direct
actief. Op het display worden afwisselend de gemeten temperatuur en de looptijd
van de handhavingstijd weergegeven. Net als bij de inschakelvertraging wordt de
resterende tijd met een minteken weergegeven en wordt teruggeteld.
Als er geen handhavingstijd nodig is, kan deze met de instelling
OFF
worden
gedeactiveerd.
°C
°C
°C
4.3.4 Handhavingstijd afhankelijk van gewenste temperatuurwaarde
4.3.4 Handhavingstijd afhankelijk van gewenste temperatuurwaarde
Het apparaat schakelt de verwarming uit na
afloop van de ingestelde handhavingstijd. De
handhavingstijd begint pas als de gewenste
temperatuur is bereikt.
Instelling:
Instelling:
ON
of
OFF
Draai de druk-/draaitoets tot
knippert.
Met gelijktijdig ingedrukte set-toets kan de van de gewenste temperatuurwaarde
afhankelijke handhavingstijd nu worden geactiveerd of gedeactiveerd.
°C
°C
ϑ
t
90°C
hold 6h
ϑ
t
hold 6h
90°C
EXCELLENT
Bladzijde
14
4.3.5 Circulatiepomp (alleen bij WPE 45)
4.3.5 Circulatiepomp (alleen bij WPE 45)
Door een circulatiepomp toe te passen kan de temperatuurverdeling in een groot waterbad worden
verbeterd. De pomp zuigt het water in het midden van het bad aan en verdeelt het via de leidingen
naar het voorste en achterste gedeelte van de bak. De continue watercirculatie zorgt ervoor dat de
temperatuurverschillen minimaal zijn. Bij een watertemperatuur van bijv. 90 °C is het temperatuurverschil
in het volledige bad minder dan 0,36 °C.
Let op:
Let op:
Bij ingeschakelde kookmodus
Bij ingeschakelde kookmodus
CCC
is geen circulatiebedrijf mogelijk!
is geen circulatiebedrijf mogelijk!
Instelling:
Instelling:
ON
of
OFF
Draai de druk-/draaitoets tot het
-symbool knippert.
Met gelijktijdig ingedrukte set-toets kan de circulatiepomp nu worden in- of
uitgeschakeld.
°C
Openingen naar
circulatiepomp
Leiding
Circulatiepomp
Waterbad WPE 45
(bovenaanzicht)
EXCELLENT
Bladzijde 15
4.3.6 Temperatuurbewaking
4.3.6 Temperatuurbewaking
(zie ook hoofdstuk 4.3.8.2 en 7)
Instelbereik:
tot
10
°C boven nominale temperatuur
Instel- en weergavenauwkeurigheid:
Instel- en weergavenauwkeurigheid:
< 100 °C:
0,1
°C
≥ 100 °C:
1
°C
Draai de druk-/draaitoets tot de weergave van de temperatuurbewaking knippert.
De bewakingstemperatuur kan nu, met ingedrukte set-toets, worden ingesteld
zoals beschreven in hoofdstuk 4.3. Tijdens het indrukken van de set-toets wordt
op het bovenste display ter informatie opnieuw de eerder ingestelde gewenste
temperatuur weergegeven.
Houd er rekening mee dat de bewakingstemperatuur altijd met een voldoende
verschil boven de maximale werktemperatuur moet worden ingesteld.
°C
4.3.7 Niveaubewaking
4.3.7 Niveaubewaking
Als het niveau zo ver is gedaald, dat de bovenste van de twee Pt100-
temperatuursensoren boven het vloeistofniveau van het bad is gekomen, wordt
er een temperatuurverschil vastgesteld tussen beide temperatuursensoren. Het
-symbool gaat knipperen, de claxon wordt ingeschakeld en de verwarming wordt
uit veiligheidsoverweging uitgeschakeld.
Het bad moet zodanig worden gevuld dat het vloeistofniveau zich tussen de
beide vulmarkeringen aan de rechterbinnenzijde van de bak bevindt. (zie ook
hoofdstuk 3.2 of 3.3)
Door het uit- en weer inschakelen van het apparaat of door de set-toets in te
drukken, is het bad weer bedrijfsgereed.
4.3.8 Setup-menu
4.3.8 Setup-menu
In het Setup-menu kan bovendien noch een éénpuntskalibratie en de keuze voor
de temperatuurbewaking worden ingesteld.
Als u het Setup-menu wilt openen, moet de set-toets ingedrukt worden gehouden
tijdens het inschakelen van het apparaat.
Na het inschakelen wordt de versie van de regelaarsoftware weergegeven.
°
C
°
C
Bewakingstemperatuur
Gewenste temperatuur
ϑ
t
EXCELLENT
Bladzijde
16
4.3.8.1 Kalibratie
Het bij de klant kalibreren van het apparaat via de regelaar op basis van een zelf gekozen kalibratietemperatuur,
waarvoor een positieve of negatieve compensatiewaarde kan worden ingesteld.
Algemene kalibratiehandleiding:
1.
Stel de gewenste kalibratietemperatuur in en stel de compensatiewaarde in op
0,0
°C (zie hieronder bij
"Kalibratietemperatuur en/of compensatiewaarde instellen").
2.
Meet de afwijking in stationaire toestand bij de gekozen kalibratietemperatuur met behulp van een
referentiemeetapparaat.
3.
Stel de compensatiewaarde in. Als de gemeten referentietemperatuur lager is dan de aangegeven
waarde, moet de compensatiewaarde met een
minteken
worden ingevoerd.
4.
Voor een controlemeting uit met het referentiemeetapparaat.
Voorbeeld: het temperatuurverschil tussen de regelaarweergave (bijv.
70,0
°C) en de temperatuur van de
badvloeistof (bijv. 69,0 °C) moet worden gecorrigeerd.
1.
Stel de kalibratietemperatuur in op
70,0
°C en stel de compensatiewaarde in op
0,0
°C.
2.
Bij een ingestelde gewenste temperatuur van
70,0
°C wordt met een gekalibreerd referentiemeetapparaat
een werkelijke temperatuur van 69,0 °C gemeten.
3.
Stel de compensatiewaarde in op
-1,0
°C.
4.
Met het referentiemeetapparaat moet na het inregelen nu een temperatuur van 70,0 °C worden gemeten.
Instelbereik kalibratietemperatuur:
Instelbereik kalibratietemperatuur:
Waterbaden:
10
°C tot
95
°C
Oliebaden:
20
°C tot
200
°C
Instelbereik compensatiewaarde:
Instelbereik compensatiewaarde:
Water-/oliebaden:
-5,0
°C tot
5,0
°C
Kalibratietemperatuur instellen:
Kalibratietemperatuur instellen:
Draai de druk-/draaitoets tot
knippert.
De kalibratietemperatuur kan nu, met ingedrukte set-toets, worden ingesteld
zoals beschreven in hoofdstuk 4.3.
Compensatiewaarde instellen:
Compensatiewaarde instellen:
Draai de druk-/draaitoets tot
knippert.
De compensatiewaarde kan nu, met ingedrukte set-toets, worden ingesteld zoals
beschreven in hoofdstuk 4.3.
°C
°C
°C
°C
Opmerking:
Opmerking:
Als de compensatiewaarde wordt ingesteld op
Als de compensatiewaarde wordt ingesteld op
0,0
0,0
°C, is de fabrieksmatige kalibratie
°C, is de fabrieksmatige kalibratie
weer ingesteld!
weer ingesteld!
[°C]
0
100
50
Compensatiewaarde
-1 °C
Kalibratietemperatuur 70 °C
Fabriekstemperatuurmeting
Fabriekstemperatuurmeting
Gecorrigeerde
temperatuurmeting
EXCELLENT
Bladzijde 17
4.3.8.2 Keuze van de temperatuurbewaking (alleen bij waterbaden)
4.3.8.2 Keuze van de temperatuurbewaking (alleen bij waterbaden)
Instelling:
Instelling:
2
of
3.1
Draai de druk-/draaitoets tot
knippert.
Met ingedrukte set-toets kan als temperatuurbewaking worden gekozen tussen de
instelbare temperatuurbegrenzer (TWB) met beschermingsklasse 2 conform DIN
12880 en de instelbare temperatuurbewaking (TWW) met beschermingsklasse
3.1. (zie ook hoofdstuk 4.3.6 en 7)
°C
°C
5 Programmeervoorbeeld van een programmaverloop
5 Programmeervoorbeeld van een programmaverloop
1. Gewenste temperatuur instellen
1. Gewenste temperatuur instellen
Draai de druk-/draaitoets tot het
°C
-symbool knippert. Houd de set-toets ingedrukt
en stel de gewenste temperatuurwaarde met de druk-/draaitoets in op bijv.
90,0
°C.
°C
2. Inschakelvertraging (Delay) instellen
2. Inschakelvertraging (Delay) instellen
Draai de druk-/draaitoets naar rechts tot het
(Delay)- en het
-symbool
knippert. Houd de set-toets ingedrukt en stel de tijd met de druk-/draaitoets in
op bijv.
6:00
uur.
°C
3. Handhavingstijd instellen
3. Handhavingstijd instellen
Draai de druk-/draaitoets naar rechts tot het
(Hold)- en het
-symbool
knippert. Houd de set-toets ingedrukt en stel de tijd met de druk-/draaitoets in
op bijv.
4:00
uur.
°
C
4.Van gewenste temperatuurwaarde afhankelijke handhavingstijd instellen
4.Van gewenste temperatuurwaarde afhankelijke handhavingstijd instellen
Draai de druk-/draaitoets naar rechts tot
knippert. Houd de set-toets ingedrukt
en stel met de druk-/draaitoets in op
on
.
°C
°C
5. Circulatiepomp inschakelen (alleen bij WPE 45)
5. Circulatiepomp inschakelen (alleen bij WPE 45)
Draai de druk-/draaitoets naar rechts tot het
-symbool knippert. Houd de set-
toets ingedrukt en stel met de druk-/draaitoets in op
on
.
°C
6. Bewakingstemperatuur instellen
6. Bewakingstemperatuur instellen
Draai de druk-/draaitoets tot de weergave van de temperatuurbewaking knippert.
Houd de set-toets ingedrukt en stel de bewakingstemperatuur met de druk-/
draaitoets in op bijv.
91,5
°C.
°C
°C
Bewakingstemp.
Gewenste temp.
Bewakingstemp.
Gewenste temp.
Klasse 2
Klasse 3.1
ϑ
t
ϑ
t
EXCELLENT
Bladzijde
18
6 Bewaking van een programmaverloop
6 Bewaking van een programmaverloop
Het apparaat verwarmt niet
Tijdens de inschakelvertraging knippert het
-symbool. Op het display worden afwisselend
de resterende tijd en de gemeten temperatuur
weergegeven.
°C
°C
Het apparaat warmt op tot de
gewenste waarde
SP geactiveerd:
SP geactiveerd:
Als de inschakelvertraging is afgelopen, dooft
het
-symbool en wordt het bad opgewarmd
tot de ingestelde gewenste temperatuur. Het
display geeft afwisselend de werkelijke waarde
en "
SP
" weer totdat de gewenste waarde is
bereikt. Het verwarmen wordt met het
-symbool aangegeven.
°C
°C
Het apparaat handhaaft de
gewenste temperatuur
SP gedeactiveerd of als de gewenste waarde
SP gedeactiveerd of als de gewenste waarde
is bereikt:
Tijdens de handhavingstijd knippert het
-symbool. Op het display worden afwisselend
de resterende tijd en de gemeten temperatuur
weergegeven.
°C
°C
Verwarming wordt uitgeschakeld
Na afloop van de handhavingstijd dooft
het
-symbool en de verwarming wordt
uitgeschakeld. Op het display worden
afwisselend de gemeten temperatuur en
END
weergegeven.
°C
°C
ϑ
t
90°C
hold 4h
delay 6h
ϑ
t
90°C
delay 6h
hold 4h
ϑ
t
90°C
hold 4h
delay 6h
ϑ
t
90°C
delay 6h
hold 4h
EXCELLENT
Bladzijde 19
7 Temperatuurbewaking en beveiligingsinrichting
7 Temperatuurbewaking en beveiligingsinrichting
De bewakingstemperatuur wordt met een aparte Pt100-temperatuursensor in de binnenruimte gemeten.
De bewakingseenheid dient als beveiliging van de belading en als apparaat- en omgevingsbeveiliging.
Het apparaat is uitgevoerd met een dubbele temperatuurbeveiliging (mechanisch/elektronisch) conform
DIN 12880.
7.1 Mechanische temperatuurbewaking - temperatuurbegrenzer
7.1 Mechanische temperatuurbewaking - temperatuurbegrenzer
Alle water- en oliebaden zijn uitgerust met een mechanische temperatuurbegrenzer (TB),
beschermingsklasse
beschermingsklasse
1 conform DIN 12880
.
Als de elektronische bewakingseenheid tijdens bedrijf uitvalt en de af fabriek vast ingestelde
maximumtemperatuur met ca. 30 °C wordt overschreden, wordt de verwarming als
laatste
beveiligingsmaatregel
beveiligingsmaatregel
definitief uitgeschakeld door de temperatuurbegrenzer. Het
-symbool blijft continu
branden als foutmelding.
De TB heeft naast de functie overtemperatuurbeveiliging ook een functie als droogloopbeveiliging. Dit
houdt in dat de verwarming permanent wordt uitgeschakeld als het vloeistofniveau onder een bepaalde
waarde daalt.
Storingsoplossing na activatie van de TB:
1.
Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen
2.
Verhelp de storing (bijv. vloeistof bijvullen, temperatuursensor vervangen) en neem indien nodig contact
op met de klantenservice
3.
Het apparaat is pas na het verhelpen van de storing en na afkoeling weer bedrijfsgereed
7.2 Elektronische temperatuurbewaking
7.2 Elektronische temperatuurbewaking
Bewakingstemperatuur
Bewakingstemperatuur
Instelbereik: tot max. 10 °C boven
de nominale temperatuur
(gegevens nominale temperatuur
zie het typeplaatje)
°C
Kies de bewakingstemperatuur met de druk-/
draaitoets.
Houd de set-toets ingedrukt en stel de
beveiligingstemperatuur in met de druk-/
draaitoets.
Opmerking:
Opmerking:
De bewakingstemperatuur moet altijd ver genoeg boven de maximale werktemperatuur
De bewakingstemperatuur moet altijd ver genoeg boven de maximale werktemperatuur
worden ingesteld.
worden ingesteld.
De handmatig ingestelde bewakingstemperatuur van de elektronische overtemperatuurbeveiliging kan bij
waterbaden naar keuze worden bewaakt door een instelbare temperatuurbewaking (TWW)
beveiligingsklasse
beveiligingsklasse
3.1 conform DIN 12880
of door een instelbare temperatuurbegrenzer (TWB)
beveiligingsklasse 2 conform
beveiligingsklasse 2 conform
DIN 12880
, bij oliebaden door een instelbare temperatuurbegrenzer (TWB).
Bij waterbaden kan de keuze van de temperatuurbewaking in het Setup-menu worden ingesteld (zie
hoofdstuk 4.3.8 of 4.3.8.2).
De gegevens over de temperatuurbewaking en de beveiligingsklasse staan op het typeplaatje.
EXCELLENT
Bladzijde
20
7.2.1 Instelbare temperatuurbewaking (TWW) beveiligingsklasse 3.1 conform DIN 12880
7.2.1 Instelbare temperatuurbewaking (TWW) beveiligingsklasse 3.1 conform DIN 12880
Als de handmatig ingestelde bewakingstemperatuur wordt overschreden, neemt de TWW de
temperatuurregeling over en begint op de bewakingstemperatuur te regelen. Als waarschuwing knippert
het
-symbool.
7.2.2 Instelbare temperatuurbegrenzer (TWB) beveiligingsklasse 2 conform DIN 12880
7.2.2 Instelbare temperatuurbegrenzer (TWB) beveiligingsklasse 2 conform DIN 12880
Als de handmatig ingestelde bewakingstemperatuur wordt overschreden, wordt de verwarming door de
TWB permanent uitgeschakeld. Deze toestand kan uitsluitend met de set-toets opnieuw worden ingesteld.
Als waarschuwing knippert het
-symbool.
7.3 Bewakingsrelais
7.3 Bewakingsrelais
Bovendien is het apparaat voorzien van een elektronisch bewakingsrelais.
Als er tijdens het bedrijf een storing optreedt, of als de ingestelde gewenste waarde met 10 °C wordt
overschreden, regelt het bewakingsrelais de verwarming deze temperatuur verder in noodbedrijf. Als
waarschuwing knippert het
-symbool.
Storingsoplossing na activatie van het bewakingsrelais:
Controleer de regelaar op storingsmeldingen (zie hoofdstuk 12) en neem indien nodig contact op met de
klantendienst.
Voorbeeld:
Als er bij een gewenste temperatuur van 80 °C een storing optreedt in het voedingsdeel (Triac defect),
wordt het apparaat verder in noodbedrijf bestuurd op ca. 90 °C.
EXCELLENT
Bladzijde 21
8 Gebruik van het deksel (accessoire)
8 Gebruik van het deksel (accessoire)
Houd er rekening mee dat het schuine of het vlakke deksel tijdens
Houd er rekening mee dat het schuine of het vlakke deksel tijdens
bedrijf de temperatuur van de tempereervloeistof aanneemt!
bedrijf de temperatuur van de tempereervloeistof aanneemt!
9 Waterniveauregeling (accessoire alleen voor waterbaden)
9 Waterniveauregeling (accessoire alleen voor waterbaden)
Als het apparaat is voorzien van een waterniveauregeling, kunnen twee verschillende vulniveaus constant
worden gehouden. Bij het gebruik van water als tempereervloeistof moet de toevoerleiding door middel
van een slang met de waterleiding worden verbonden. Op de afvoer moet een afvoerslang worden
vastgestoken. De afvoerslang moet zonder knikken en met een gelijkmatig afschot naar een geschikte
opvangbak of rioolaansluiting worden geleid. Zorg ervoor dat de afvoerslang niet kan verstoppen.
Houd er rekening mee dat het weglopende water heet kan zijn!
Houd er rekening mee dat het weglopende water heet kan zijn!
De toevoer en de afvoer zijn met pijlen gemarkeerd. Het
materiaal van de toevoer- en afvoerleidingen moet voldoende
hittebestendig zijn.
De tweede, niet-gebruikte overloop moet met een rubberen
stop worden afgesloten.
Het verdampingsverlies kan worden gecompenseerd via de
watertoevoer, die druppelsgewijs moet worden ingesteld. Het
waterniveau kan via het kijkglas in de gaten worden gehouden.
Een niveauregeling kan niet achteraf worden gemonteerd!
Let op! Het apparaat wordt heet tijdens bedrijf!
Let op! Het apparaat wordt heet tijdens bedrijf!
Schuin deksel
Ter voorkoming van ongewenste verdamping van de tempereervloeistof en om een zo
gelijkmatig mogelijke temperatuurverdeling te bereiken, moet het apparaat tijdens
gebruik altijd worden afgesloten met het schuine deksel (verkrijgbaar als extra uitrusting -
gemonteerd). De gevelvorm van het deksel zorgt er daarbij voor dat gevormd condens niet
op de belading drupt.
Vlak deksel
Voor de plaatsing van testkolven op het oppervlak van de tempereervloeistof kan het
vlakke deksel worden gebruikt, dat eveneens als extra uitrusting verkrijgbaar is. Door
het plaatsen of wegnemen van ringen kunnen de uitsparingen worden aangepast aan
de kolfafmetingen. De ringen mogen echter uitsluitend in afgekoelde toestand worden
geplaatst of weggenomen.
Kijkglas
Toevoer
Afvoer
Afvoer
EXCELLENT
Bladzijde
22
10 Koelinrichting (accessoire alleen voor waterbaden)
10 Koelinrichting (accessoire alleen voor waterbaden)
Als het waterbad met een koelinrichting is
uitgerust om de vloeistof sneller te kunnen
afkoelen, moet de watertoevoer door middel van
een slang op bijvoorbeeld een koudwaterleiding
worden aangesloten. De afvoer moet met
een slang naar een rioolaansluiting worden
gevoerd.
(Het materiaal van de afvoerleiding moet
voldoende hittebestendig zijn)
Houd er rekening mee dat het weglopende water heet kan zijn!
Houd er rekening mee dat het weglopende water heet kan zijn!
De afvoerslang moet zonder knikken en met een gelijkmatig afschot naar een geschikte opvangbak of
rioolaansluiting worden geleid. Zorg ervoor dat de afvoerslang niet kan verstoppen.
11 Reiniging en onderhoud
11 Reiniging en onderhoud
Een regelmatige reiniging van de onderhoudsvriendelijke
Een regelmatige reiniging van de onderhoudsvriendelijke
tempereerruimte voorkomt residuen, die het uiterlijk en de
tempereerruimte voorkomt residuen, die het uiterlijk en de
functionaliteit van het water-/oliebad bij langdurige inwerking
functionaliteit van het water-/oliebad bij langdurige inwerking
negatief kunnen beïnvloeden. Gebruik voor de reiniging
negatief kunnen beïnvloeden. Gebruik voor de reiniging
van het binnenreservoir en van de behuizing reinigings- en
van het binnenreservoir en van de behuizing reinigings- en
ontkalkingsmiddelen die speciaal geschikt zijn voor roestvrij staal (vrij
ontkalkingsmiddelen die speciaal geschikt zijn voor roestvrij staal (vrij
verkrijgbare reinigingsmiddelen voor roestvrij staal)!
verkrijgbare reinigingsmiddelen voor roestvrij staal)!
Alleen voor waterbaden:
Na het reinigen of na het aftappen van het water moet de
Na het reinigen of na het aftappen van het water moet de
roestvrijstalen bak grondig met schoon water worden uitgespoeld en
roestvrijstalen bak grondig met schoon water worden uitgespoeld en
zorgvuldig worden afgedroogd.
zorgvuldig worden afgedroogd.
Toevoer
Afvoer
Let er bijzonder goed op dat er geen roestende voorwerpen in contact komen met de binnenruimte of met
de roestvrijstalen behuizing. Roestplekken leiden tot infecties.
Mochten er roestplekken op het oppervlak ontstaan als gevolg van verontreinigingen, dan moeten deze
plekken onmiddellijk worden gereinigd en gepolijst.
Bij apparaten met schuin deksel wordt aanbevolen om de scharnierbouten (bij intensief gebruik) periodiek
te voorzien van olie.
EXCELLENT
Bladzijde 23
12 Checklist voor storingsopheffing
12 Checklist voor storingsopheffing
Neem na het optreden van een storing aan het apparaat contact op met een geautoriseerde klantendienst
voor Memmert-apparaten of met de klantendienstafdeling van de fa. Memmert (zie hoofdstuk 16).
Geef bij vragen altijd het model en het apparaatnummer op (zie het typeplaatje).
13 Gedrag bij spanningswegval
13 Gedrag bij spanningswegval
Na een spanningswegval wordt het bedrijf met de eerder ingestelde parameters voortgezet.
14 Trefwoordenlijst
14 Trefwoordenlijst
Nominale temperatuur = de maximaal instelbare gewenste temperatuur van het bad.
Omgevingstemperatuur = de temperatuur die over een langere periode heerst in de ruimte waar het
apparaat is opgesteld.
Van de gewenste waarde afhankelijk bedrijf = de interne klok voor de handhavingstijd loopt alleen
dan af, als het apparaat de gewenste temperatuurwaarde heeft bereikt, verminderd met 0,5 ºC bij een
nominale temperatuur van 95 ºC, of met 2 ºC bij een nominale temperatuur van 200 ºC.
Hoofdschakelaar ingeschakeld,
geen weergave op het display
Apparaatzekering 15 A of miniatuurzekering T 80 mA 250 V~ op
printplaat 55167.x defect
Regelaar defect
Elektriciteitsvoeding onderbroken
-symbool brandt niet
Omgevingstemperatuur is te hoog
Temperatuur in apparaat is hoger dan de ingestelde gewenste
temperatuur
-symbool brandt
De temperatuurbeveiliging (TB) is geactiveerd
-symbool knippert
De temperatuurbeveiliging (TWW/TWB) is geactiveerd
Bewakingsrelais is geactiveerd
-symbool knippert
Vloeistofniveau te laag
C O N F
Storing tijdens zelftest
E - 1
Voedingsdeel servomotor Triac defect
E - 2
Voedingsdeel defect
E - 3
Pt100-temperatuursensor defect
E - L
Communicatiestoring met voedingsdeel
EXCELLENT
Bladzijde
24
EXCELLENT
Bladzijde 25
Standaardapparaten zijn getest op veiligheid en zijn voorzien van het kenmerk:
Dit product valt onder de Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement
en de Europese Raad betreffende afgedankte elektrische en elektronische
apparatuur (AEEA). Dit apparaat is in landen, die deze richtlijn inmiddels in
nationaal recht hebben omgezet, na 13 augustus 2005 in omloop gebracht.
Het mag niet met het normale huishoudafval worden meegegeven. Neem
voor het verwijderen contact op met uw distributeur of met de fabrikant.
Geïnfecteerde, besmettelijke of met gezondheidsbedreigende stoffen
vervuilde apparaten kunnen niet worden teruggenomen. Let in deze context
ook op alle andere voorschriften.
Opmerking voor Duitsland
Opmerking voor Duitsland
Lever het apparaat niet af bij openbare of gemeentelijke afvalverzamelplaatsen.
15 Adressen en klantendienst
MEMMERT GmbH+Co.KG
Postbus 17 20
91107 Schwabach
Bondsrepubliek Duitsland
Telefoon: 09122 / 925-0
Fax: 09122 / 14585
E-mailadres: [email protected]
Internet: www.memmert.com
Klantenservice:
Telefoon: +49 (0)9171 9792 911
Fax: +49 (0)9171 9792 979
E-mailadres: [email protected]
Geef bij vragen altijd het model en het apparaatnummer op (zie het typeplaatje).
© by MEMMERT GmbH+Co.KG
EXCELLENT
Bladzijde
26
EXCELLENT
Bladzijde 27
Memmert GmbH + Co. KG | Postbus 1720 | D-91107 Schwabach | Tel. +49 (0) 9122 / 925 - 0 | Fax +49 (0) 9122 / 145 85 | E-mailadres: [email protected] | www.memmert.com
13-6-2016
Water-/oliebad EXCELLENT
Nederlands
D33460
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Memmert WNE Handleiding

Type
Handleiding