CAFINDKNSGRIPENLFGBD
Om de functie te kiezen de regelknop op het ECO-symbool
zetten.
VENTILATOR (afhankelijk van het model)
De ventilator verbetert de temperatuurverdeling in de
koelkast, waardoor het voedsel beter geconserveerd wordt
Belangrijk:
Blokkeer het gebied van de luchtinlaat niet met
levensmiddelen.
De ventilator draait UITSLUITEND wanneer de
compressor werkt.
Ventilator met drukknop
Druk op knop (1a) om de ventilator in of uit te schakelen.
Geadviseerd wordt om de ventilator aan te zetten als de
luchttemperatuur in de omgeving boven de 27 ÷ 28 °C ligt, als
er waterdruppels op de glazen schappen liggen of als er sprake
is van een hoge luchtvochtigheid.
De ingeschakelde ventilator verbetert de koelomstandigheden.
Om de voorkeursinstellingen van het apparaat te behouden,
met ingeschakelde ventilator, kan het nodig zijn om de
thermostaat aan te passen. Als de koelkast te koud is, kan de
ventilator worden uitgeschakeld.
Belangrijk:
Denk eraan de ventilator uit te zetten als de
omgevingstemperatuur daalt.
Ventilator zonder drukknop
Een elektronisch systeem schakelt de ventilator automatisch in
en uit.
Als het apparaat is voorzien van de ventilator kan het ook
uitgerust worden met het filter.
Haal het filter uit de doos, die zich in de crisper-lade bevindt
(element 6) en plaats het in de afdekking van de ventilator
(element 1b).
De instructies voor de vervanging zijn bij het filter gevoegd.
KOELKAST/VRIEZER BEDIENINGEN VOOR DE
VAKKEN
A. Thermostaatknop
B. Verlichtingsknop
C. Instellingslampje thermostaat
D. Lampje (max. vermogen van het
lampje is vermeld op de afdekking van het lampje)
Met de thermostaat wordt de temperatuur in beide
vakken aangepast.
Thermostaat op 1/MIN: minimale koeling
Thermostaat ingesteld op tussen 1/MIN en 7/MAX : de
intensiteit van de koeling kan aan uw eigen voorkeuren
worden aangepast.
Thermostaat op 7/MAX: maximale koeling.
Voor de beste conservering van levensmiddelen wordt de
stand 3-5/ MED aanbevolen.
Thermostaat op • : koeling en verlichting uitgeschakeld.
Thermostaat ingesteld op ECO GREEN: ECO-functie actief.
INVRIEZEN VAN VERSE LEVENSMIDDELEN
Leg de verse levensmiddelen die ingevroren moeten worden
in de onderste korf. Vermijd rechtstreeks contact met
levensmiddelen die al ingevroren zijn. Om de hoeveelheid
levensmiddelen die vermeld is op het typeplaatje in te vriezen,
vlak voordat u verse levensmiddelen in het vak legt, de
thermostaatknop op een iets warmere stand zetten
(bijvoorbeeld, in het geval van cijfers, als de ingestelde waarde
4 is, deze terugzetten op 3,5).
Na 24 uur zullen de levensmiddelen ingevroren zijn. Zet de
thermostaatknop terug op de vorige stand.
VERVANGEN VAN HET LAMPJE
Haal altijd de stekker van het apparaat uit het stopcontact
voordat u het lampje gaat vervangen.
Om het lampje te verwijderen het naar links draaien, zoals
aangegeven op afbeelding.
HET VRIESVAK ONTDOOIEN
Het vriesvak moet een of tweemaal per
jaar of als de ijslaag te dik geworden is (3
mm dik) ontdooid worden.
De vorming van ijs is normaal.
De hoeveelheid en de mate waarin het ijs
zich ophoopt hangt af van de omstandigheden in de
ruimte en hoe vaak de deur geopend wordt.
Om het vak te ontdooien, het vriesvak of het hele apparaat
uitschakelen, afhankelijk van het model, en alle levensmiddelen
eruit halen.
Laat de deur van de vriezer open, zodat het ijs kan smelten.
Voor apparaten zoals afgebeeld hoeft u alleen de waterafvoer
naar buiten te trekken en er een bak onder te zetten.
Na afloop van de handeling, de waterafvoer weer op zijn
plaats zetten.
Maak de binnenkant van het vriesvak schoon. Goed afspoelen
en afdrogen. Schakel het vriesvak, of het hele apparaat, weer
in en leg de levensmiddelen terug.
HET KOELVAK ONTDOOIEN
Het ontdooien van het koelvak vindt volledig
automatisch plaats.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand
aan de binnenkant van de koelkast geeft aan dat de
automatische ontdooifase bezig is. Het dooiwater loopt
automatisch weg in een afvoergat en vervolgens in een
bak, waar het verdampt.
PRODUCTINFORMATIEBLAD
NL
5019 637 01098 Printed in Poland 04/11