POWX1731 NL
Copyright © 2020 VARO P a g i n a | 5 www.varo.com
▪ Bij het losdraaien van de slangkoppeling moet het koppelingsgedeelte van de slang met
de hand worden vastgehouden teneinde verwondingen door de terugsspringende slang te
vermijden.
▪ Bij het werken met de uitblaaspistool veiligheidsbril dragen. Door vreemde lichamen en
weggeblazen deeltjes kunnen gemakkelijk verwondingen worden veroorzaakt.
▪ Met de uitblaaspistool geen personen aanblazen of kleren aan het lichaam schoonmaken.
5.2 Veiligheidsvoorschriften voor het verfspuiten
▪ Geen lakken of oplosmiddelen met een vlampunt van minder den 55° C verwerken.
▪ Lakken en oplosmiddelen niet verwarmen.
▪ Indien vloeistoffen worden verwerkt die schadelijk zijn voor de gezondheid, zijn
filtertoestellen (gezichts-masker) vereist. Volg eveneens de aanwijzingen van de fabrikant
van dergelijke stoffen op wat betreft veiligheidsmaatregelen.
▪ Tijdens het spuiten alsook in de werkruimte mag niet worden gerookt. Ook verfdampen
zijn brandbaar.
▪ Stookplaatsen, open licht of vonkenslaande machines mogen niet voorhanden of in
werking zijn.
▪ Spijs en drank niet in de werkruimte bewaren of consumeren. Verfdampen zijn schadelijk.
▪ De op de verzamelverpakkingen van de verwerkte materialen aangegeven informatie en
aanduidingen van de verordening omtrent gevaarlijke stoffen dienen in acht te worden
genomen. Indien nodig dienen bijkomende veiligheidsmaatregelen te worden genomen, in
het bijzonder dienen gepaste kledij en maskers te worden gedragen.
▪ De werkruimte moet groter zijn dan 30 m3 en bij het spuiten en drogen moet een
voldoende luchtverversing gewaarborgd zijn. Niet tegen de wind spuiten. Principieel
dienen bij het spuiten van brandbare of gevaarlijke spuitgoederen de bepalingen van de
locale politieautoriteiten te worden opgevolgd.
▪ In verbinding met de PVC-drukslang geen medium zoals white spirit, butylalcohol en
methyleenchloride verwerken (verminderde levensduur).
5.3 Gebruik van drukvaten
▪ Wie met een drukvat werkt is verplicht deze in behoorlijke toestand te houden, naar
behoren te gebruiken, in het oog te houden, noodzakelijke onderhoudsen
herstelwerkzaamheden onmiddellijk uit te voeren en alle veiligheidsmaatregelen te nemen
die naargelang de omstandigheden vereist zijn.
▪ De inspectiedienst kan per geval vereiste controlemaatregelen verordenen.
▪ Een drukvat mag niet worden gebruikt als het gebreken vertoond waardoor werknemers of
derden in gevaar worden gebracht.
▪ Het drukvat dient regelmatig op beschadigingen zoals b.v. roest te worden gecontroleerd
.Indien u beschadigingen vaststelt, gelieve zich tot de servicewerkplaats te wenden.
6 AANWIJZINGEN OMTRENT DE INSTALLATIE
▪ Controleer het toestel op transportschade. Eventuële schade onmiddellijk aangeven aan
de vervoeronderneming waarmee de compressor werd geleverd.
▪ De compressor dient nabij de verbruikers te worden geïnstalleerd.
▪ Vermijd lange luchtkabels en toevoerleidingen (verlengingen).
▪ Let op droge en stofvrije aanzuiglucht.
▪ De compressor niet in een vochtige of natte ruimte installeren.
▪ De compressor mag slechts in gepaste ruimten (goed geventileerd,
omgevingstemperatuur +5°C - +40°C) worden gebruikt. In de ruimte mogen geen stof,
zuren, dampen, explosieve of ontvlambare gassen zijn.
▪ De compressor is geschikt voor gebruik in droge ruimten. Hij mag niet worden gebruikt in
zones waarin met spatwater wordt gewerkt.