Miller MD140014U de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Lasstroombron
XMT 450 CC/CV
OM-257 220C/dut
2013−02
Processen
Beschrijving
Multiproces Lassen
www.MillerWelds.com
R
(400 Volt modellen) CE
HANDLEIDING
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak − u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES 7...............................................................
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities 7............................................
2-2. Diverse symbolen en definities 9.........................................................
HOOFDSTUK 3 − INLEIDING 10................................................................
3-1. Technische gegevens 10.................................................................
3-2. Omstandigheden gebruik en opslag 10.....................................................
3-3. Kenmerken en voordelen 10..............................................................
3-4. Boogregelingen 10......................................................................
3-5. Inschakelduur en oververhitting 11........................................................
3-6. Stroom-spanning grafieklijnen 12..........................................................
HOOFDSTUK 4 − INSTALLATIE 13..............................................................
4-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) 13.................
4-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens 13..............................
4-3. Afmetingen en gewicht 13................................................................
4-4. Een locatie kiezen 14....................................................................
4-5. Aansluitklemmen voor de laskabels en kabelafmetingen bepalen 15.............................
4-6. De lasstroomkabels aansluiten 16.........................................................
4-7. Informatie over de 14-pens stekkerdoos 16.................................................
4-8. 115 V AC dubbele stekkerdoos en bijhorende beveiligingen 17.................................
4-9. Optionele gasklepbediening en beschermgasaansluiting 18....................................
4-10. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud 19...............................................
4-11. Het aansluiten van de netvoeding 20.......................................................
HOOFDSTUK 5 − ALGEMENE WERKING 22.....................................................
5-1. Voorpaneel 22.........................................................................
5-2. Functie-instellingen op de schakelaar 23...................................................
HOOFDSTUK 6 − TIG-LASSEN 24..............................................................
6-1. Meest gangbare aansluiting voor het TIG-proces 24..........................................
6-2. TIG lasfunctie met aanstrijkstart − TIG-proces 25............................................
6-3. Lift−Arc TIG-lasfunctie − TIG-proces 26....................................................
6-4. Afstandbediend TIG-lassen met aanstrijkstart − TIG-proces 27.................................
HOOFDSTUK 7 − GMAW/FCAW-LASSEN 28.....................................................
7-1. Standaard aansluiting van een draadaanvoerapparaat met spanningsregeling voor
GMAW/FCAW-proces 28................................................................
7-2. MIG lasstand − GMAW/FCAW-proces 29...................................................
7-3. Gangbare aansluiting van een draadaanvoerapparaat met spanningsregeling voor
MAW−P-proces 30......................................................................
7-4. Pulserend MIG lasstand − GMAW−P proces 31..............................................
7-5. Standaarde aansluiting voor draadaanvoerapparaten die werken op de lasspanning,
GMAW/FCAW-proces 32................................................................
7-6. V-Sense Feeder lasstand − GMAW/FCAW-proces 33.........................................
HOOFDSTUK 8 − SMAW/CAC-A-LASSEN 34.....................................................
8-1. Meest gangbare aansluiting voor SMAW en CAC-A proces 34.................................
8-2. Afstandbediende beklede elektrodelasstand − SMAW/CAC-A proces 35.........................
8-3. Beklede elektrodelasstand − SMAW/CAC-A proces 36........................................
8-4. Optionele lasfuncties met lage open spanning (OCV) 37......................................
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 9 − ONDERHOUD & PROBLEMEN VERHELPEN 38..................................
9-1. Routineonderhoud 38...................................................................
9-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen 38...........................................
9-3. Behuizing verwijderen en de spanning van de ingangscondensator meten bij modellen voor
400 V AC 39...........................................................................
9-4. Helpmeldingen 40......................................................................
9-5. Storingen 41...........................................................................
HOOFDSTUK 10 − ELECTRISCH SCHEMA 42....................................................
HOOFDSTUK 11 − ONDERDELENLIJST 44......................................................
GARANTIE
DECLARATION OF CONFORMITY
for European Community (CE marked) products.
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the
product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of
the stated Council Directive(s) and Standard(s).
Product/Apparatus Identification:
Product
Stock Number
XMT 450 CC/CV 400V W/AUX POWER (CE) 907525
Council Directives:
2006/95/EC Low Voltage
2004/108/EC Electromagnetic Compatibility
2011/65/EU Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment
Standards:
IEC 609741:2005 Arc welding equipment – Part 1: Welding power sources
IEC 6097410:2007 Arc Welding Equipment – Part 10: Electromagnetic compatibility (EMC) requirements
EN 50445:2008 Product family standard to demonstrate compliance of equipment for resistance welding,
arc welding and allied processes with the basic restrictions related to human exposure to electromagnetic
fields (0 Hz – 300Hz)
Signatory:
_____________________________________ ___________________________________________
David A. Werba
Date of Declaration
MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIANCE
September 28, 2012
257859B
OM-257 220 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELENLEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_2011−10
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
OPGELET − Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd
aan persoonlijk letsel.
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
{+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tij-
dens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen wissel−(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
D Gebruik ALLEEN wissel− (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semi−automatisch
gelijkstroom (draad−) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode−) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
D Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor-
schriften.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Als u het apparaat aansluit op het net, verbind dan eerst de aar-
dingsgeleider en controleer de aansluitingen grondig.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openlig-
gende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is − openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
OM-257 220 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspan-
ning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING
op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroom-
bronnen.
D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
−kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,
schoonmaakmiddelen en ontvetters.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag beschermende kleding, gemaakt van duurzaam, brandwe-
rend materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
D Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes −zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei-
ligheidsvoorschriften).
D Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,
gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag olie-vrije beschermende kleding zoals leren handschoenen
leren schort, broek zonder omslag, hoge schoenen en een helm.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
OM-257 220 Pagina 3
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN
kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde
medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet
kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepas-
sing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het redu-
ceerventiel.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten
behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een voldoen-
de aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,
bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheids-
voorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende capaci-
teit om het apparaat op te tillen en te ondersteu-
nen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant on-
der het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet
in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur
de Amerikaanse ARBO−richtlijn getiteld Applications Manual for
the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110).
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
OM-257 220 Pagina 4
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
D Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en
beschermplaten alleen verwijderen door
bevoegd personeel indien nodig voor
onderhoud en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming voor ogen en ge-
zicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.
Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaams-
bescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de
buurt houden.
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidin-
gen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke gelden-
de regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
D Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische
apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch
compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo
kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de
vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
OM-257 220 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com-
bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global
Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184,
website: www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite
103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cga-
net.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:
800-463-6727, website: www.csa-international.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een
elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur.
Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij
bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die
medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een
risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk bijvoorbeeld de
toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risicobeoordelingen uit
voor lassers. Alle lassers moeten de volgende procedures naleven om
zo blootstelling aan elektro−magnetischevelden van de lasstroomkring
tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-257 220 Pagina 6
OM−257 220 pagina 7
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities
. Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE-producten.
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen).
Safe1 2012−05
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle elektrische en elektronische apparatuur die niet langer wordt gebruikt (WEEE).
Voer het af naar een daarvoor inleverstation.
Neem contact op met de gemeente of met uw lokale dealer voor nadere informatie.
Safe37 2012−05
Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode niet met de blote hand aanraken.
Geen natte of kapotte handschoenen dragen.
Safe2 2012−05
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en aarde.
Safe3 2012−05
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe5 2012−05
Zorg ervoor dat u niet in de rookgassen staat.
Safe6 2012−05
Gebruik actieve ventilatie of een afzuigsysteem om de rookgassen van de werkplek af te voeren.
Safe8 2012−05
Gebruik een ventilator om de rookgassen af te voeren.
Safe10 2012−05
Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen.
Safe12 2012−05
Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat
er een toezichthouder is die klaarstaat om dit gebruiken.
Safe14 2012−05
OM−257 220 pagina 8
Niet op vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe16 2012−05
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 2012−05
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe30 2012−05
Rondvliegende stukken van onderdelen kunnen letsel veroorzaken. Draag altijd een gelaatscherm
als u onderhoud pleegt aan een apparaat.
Safe27 2012−05
Draag altijd lange mouwen en knoop uw kraag dicht, als u onderhoud pleegt aan een apparaat.
Safe28 2012−05
Nadat u de nodige voorzorgsmaatregelen hebt genomen, kunt u het apparaat aansluiten op de stroomvoorziening.
Safe29 2012−05
Het apparaat niet aan één handgreep optillen of ondersteunen.
Safe31 2012−05
?
V
?
A
Bekijk het label met de technische gegevens voor de vereiste ingangsspanning.
Safe34 2012−05
Raak bekend met de machine door de instructies door te lezen, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe35 2012−05
Sluit eerst de groene of groengele aarddraad aan op de aardklem van de werkschakelaar.
Sluit de fasedraden (L1, L2, L3) aan op de faseklemmen.
Safe36 2012−05
OM−257 220 pagina 9
Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren
en knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm
met de juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam.
Safe38 2012−05
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Lees eerst de instructies voordat u aan de machine gaat werken
of gaat lassen.
Safe40 2012−05
V
V
V
> 5 min
Nadat de machine is uitgeschakeld, blijft er gevaarlijke spanning
staan op de primaire condensatoren. Volledig geladen condensatoren
niet aanraken. Wacht altijd 5 minuten na het uitschakelen van de
stroom voordat u gaat werken aan de unit OF controleer eerst de
spanning op de primaire condensator en zorg dat deze nagenoeg
0 volt is voordat u enig onderdeel aanraakt.
Safe43 2012−05
=
<
60°
Til het apparaat altijd aan beide handgrepen op en ondersteun het.
Houd de hoek van het heftoestel altijd kleiner dan 60 graden.
Gebruik een geschikte kar om het apparaat te verplaatsen.
Safe44 2012−05
2-2. Diverse symbolen en definities
A
Stroomsterkte Regelknop Wisselstroom (AC)
V
Spanning
Uitgang
Automatische
zekering
Afstandbediening Aan
Uit TIG lassen Negatief Ingangsspanning
Gelijkstroom (DC) Positief Inductantie Aarding
Constante stroom
Constante
spanning
Voetbediening Netaansluiting
Boogkracht
Beklede
elektrode−lassen
MIG/MAG lassen Driefasen inverter
U
0
Nominale
nullastspanning
(gemiddeld)
U
1
Primaire spanning
U
2
Uitgangsspanning
belast
X
Inschakelduur
Hz
Hertz
IP
Beschermings-
graad
I
2
Nominale
lasstroom
%
Percent
Pulserend
Lift-Arc
triggering met
vasthoudfunctie
(TIG)
Enkelfase Driefasen
I
1ma
x
Maximale nominale
netstroom
I
1eff
Maximale
effectieve
netstroom
Verhogen Lift-Arc (TIG)
OM−257 220 pagina 10
HOOFDSTUK 3 INLEIDING
3-1. Technische gegevens
Netvoeding
Nominale lasstroom
en -spanning
Lasstroom-
bereik
Spannings
-
bereik
Maximum
open
spanning
DC
Stroomverbruik
bij een nominale
uitgangsbelasting,
50/60 Hz,
driefasen
kVA kW
380V 400V 380V 400V 380V 400V
Driefasen 450 A bij 38 V DC,
100% inschakelduur
15 − 600 10 − 38 90 32,6
(0,42*)
32,1
(0,47*)
21,5
(0,28*)
22,3
(0,32*)
19,1
(0,07*)
19,2
(0,07*)
* Onbelast met ingeschakelde ventilator
3-2. Omstandigheden gebruik en opslag
IP-graad
IP23
Deze apparatuur is ontworpen voor buitengebruik. Opslag is toegestaan,
maar buitengebruik bij regen of andere neerslag mag alleen onder een afdak.
3-3. Kenmerken en voordelen
De LVCt netspanningscompensatie is een circuit dat het uitgangsvermogen van de stroombron constant houdt,
ongeacht schommelingen in de netvoeding.
De Windtunneltechnologiet blaast lucht over componenten die koeling nodig hebben, maar niet over
elektronische circuits, waardoor er minder vervuiling optreedt en de betrouwbaarheid wordt verhoogd bij zware
lasomstandigheden.
Het Fan-On-Demandt koelsysteem werkt alleen als het nodig is en vermindert het geluidsniveau,
het energieverbruik en de hoeveelheid verontreiniging die door de machine wordt aangezogen.
De thermische overbelastingsbeveiliging schakelt automatisch het apparaat uit, maar alleen om schade
te voorkomen aan interne componenten als de inschakelduur wordt overschreden of de luchtstroom of de koeling
wordt beperkt (zie Hoofdstuk 3-5).
Met de Auto Remote Sense kan het apparaat automatisch detecteren of er een afstandsbediening is aangesloten.
De werking van de afstandsbediening hangt af van de instelling van de functieschakelaar (zie Hoofdstuk 5-2).
Het starten met Lift−Arct TIG lassen zorgt voor een verontreinigingsvrije las zonder gebruik te maken van HF
(zie Hoofdstuk 6-3).
Adaptive Hot Startt voor beklede elektrode verhoogt de uitgaande stroomsterkte bij de start van de las en voorkomt
het blijven plakken van de elektrode in de CC- en beklede elektrode stand (zie Hoofdstuk 8-2 en 8-3).
3-4. Boogregelingen
Met de DIG-regeling kunnen de boogkarakteristieken − zacht tot hard − worden veranderd voor specifieke
toepassingen en elektrodes in de CC- en beklede elektrode stand (zie Hoofdstuk 8-2 en 8-3).
Inductantie beïnvloedt de hardheid van de boog, de breedte van de lasnaad en de vloeibaarheid van het lasbad
in de MIG- en de V-Sense Feeder-standen (zie Hoofdstukken 7-2 en 7-6).
OM−257 220 pagina 11
3-5. Inschakelduur en oververhitting
De inschakelduur is het percentage
van 10 minuten dat het apparaat
kan lassen met nominaal vermogen
zonder oververhit te raken.
Als het apparaat oververhit raakt, zorgt
een thermostaat (thermostaten) er
voor dat er geen uitgangsspanning
meer is en gaat de koelventilator
draaien. Wacht vijftien minuten om het
apparaat te laten afkoelen. Verlaag de
stroomsterkte of de inschakelduur
voor u weer gaat lassen.
OPGELET − Het overschrijden van
de inschakelduur kan het apparaat
beschadigen en de garantie vervalt
dan.
Oververhitting
0
15
A/V
OF
verminder de
inschakelduur
Minuten
duty1 4/95 − SA−181 560 / 250 541−A
Ononderbroken lassen
100% inschakelduur bij 450 ampère
60% inschakelduur bij 580 ampère
6 minuten lassen 4 minuten rusten
DRIEFASEN-
WERKING
LASSTROOM (A)
% INSCHAKELDUUR
OM−257 220 pagina 12
3-6. Stroom-spanning grafieklijnen
De stroom/spanning grafieklijnen
geven de minimaal en de maximaal
mogelijke uitgangsspanning en
-stroom aan van de lasstroombron.
De grafieklijnen van de andere
instellingen vallen tussen de
aangegeven krommen.
STROOMSTERKTE
SPANNING
CC Mode
SPANNING
CV Mode
STROOMSTERKTE
0
20
40
60
80
100
0 100 200 300 400 500 600 700
MAX
MIN
252 918−A / 252 919−A
0
20
40
60
80
100
0 100 200 300 400 500 600
10
30
50
70
90
AFSTANDBEDIENDE
TIG
TIG MET
STRIJKSTART
TIG
MAX
BEKLEDE ELEKTRODE
MAX
STICK
80 A
TIG
MIN
100%
0%
25%
50%
75%
BOOGREGELING (DIG)
OM−257 220 pagina 13
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE
4-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)
A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het grote publiek aangezien de EMV-grenzen voor het grote publiek mogelijk
kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974-1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het grote publiek geen toegang heeft
of waar toegang zodanig is geregeld dat dit gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die hiertoe
is opgeleid.
Draadaanvoerapparaten en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog ontsteek- en stabilisatieapparatuur)
die onderdeel uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen
van de lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.
S De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
S Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig is van
het openbaar laagspanningsnetwerk. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen met de elektromagnetische
compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.
Deze apparatuur voldoet aan de IEC 61000−3−12 norm, mits het kortsluitvermogen Ssc groter is dan of gelijk aan 3.660.003 op het punt waar
de gebruiker de aansluiting maakt met het openbaar netwerk. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van de apparatuur
om er, eventueel in overleg met de beheerder van het distributienetwerk, voor te zorgen dat de apparatuur alleen wordt aangesloten op een
voeding met een kortsluitvermogen Ssc groter dan of gelijk aan 3.660.003.
ce−emc 1 2011−09
4-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product te vinden op het achterpaneel. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en
het vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde
van deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt.
4-3. Afmetingen en gewicht
Gatmaten
C
D
A
G
14,5 inch
(368 mm)
26,8 inch
(681 mm)
17,2 inch
(437 mm)
B Ref.\ 252\ 018\X0106A
F
E
A 8−11/16 inch (221 mm)
B 11−3/8 inch (289 mm)
C 15−3/4 inch (400 mm)
D 22−7/16 inch (570 mm)
E 2−3/4 inch (70 mm)
F
3−3/8 inch (86 mm)
diameter
G 1/4−20 UNC 2B draad
Gewicht
55,3 kg
OM−257 220 pagina 14
4-4. Een locatie kiezen
Ref. ST−151 556 / 800 611 / Ref. 250 026−B
1 Hefvorken
Gebruik hefvorken om het apparaat te
verplaatsen.
Steek de vorken zo ver in, dat ze aan de
andere kant onder het apparaat uitsteken.
2 Hefgrepen
Gebruik de hefgrepen om het apparaat
op te tillen.
3 Handkar
Gebruik een kar of een soortgelijk
vervoermiddel om het apparaat te
verplaatsen.
4 Werkschakelaar
Plaats het apparaat in de buurt van een juiste
netaansluiting.
! Mogelijk is een speciale installatie
nodig, wanneer er benzine of
vluchtige vloeistoffen aanwezig zijn −
zie het Amerikaanse NEC Article 511
(National Electrical Code) of het
Canadese CEC Section 20 (Canadian
Electrical Code) en equivalente
Europese voorschriften.
Verplaatsing
2
3
Plaats
4
18 inch
(460 mm)
18 inch
(460 mm)
Omvallen
1
OF
! Verplaats het apparaat niet naar
en gebruik het niet op plaatsen
waar het kan omvallen.
Aantekeningen
OM−257 220 pagina 15
4-5. Aansluitklemmen voor de laskabels en kabelafmetingen bepalen*
OPGELET − De totale kabellengte in het lascircuit (zie onderstaande tabel) is de gecombineerde lengte van beide laskabels. Als bijvoorbeeld
de stroombron is opgesteld op 30 meter van het werkstuk, dan is de totale kabellengte 60 meter (2 x 30 m). Gebruik dan die 60 meter voor het bepalen
van de kabelafmetingen.
! Schakel de voeding
uit voordat u de
laskabels aansluit op
de laskoppelingen.
! Gebruik geen
versleten,
beschadigde,
te dunne of slecht
verbonden kabels.
Aansluitklemmen
van de lasuitgangen
Laskabeldikte** en totale lengte van de kabel (koper) in de lasstroomkring
Niet langer dan***
30 m of minder 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m
Lasstroom
(A)
10 − 60%
inschakelduur
AWG (mm
2
)
60 − 100%
inschakelduur
AWG (mm
2
)
10 − 100% inschakelduur
AWG (mm
2
)
Positief (+)
Negatief (−)
100 4 (20) 4 (20) 4 (20) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 1/0 (60)
150 3 (30) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 3/0 (95)
200 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95)
4/0
(120)
4/0
(120)
250 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95)
4/0
(120)
2x2/0
(2x70)
2x2/0
(2x70)
300 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95)
4/0
(120)
2x2/0
(2x70)
2x3/0
(2x95)
2x3/0
(2x95)
350 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95)
4/0
(120)
2x2/0
(2x70)
2x3/0
(2x95)
2x3/0
(2x95)
2x4/0
(2x120)
400 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95)
4/0
(120)
2x2/0
(2x70)
2x3/0
(2x95)
2x4/0
(2x120)
2x4/0
(2x120)
500 2/0 (70) 3/0 (95)
4/0
(120)
2x2/0
(2x70)
2x3/0
(2x95)
2x4/0
(2x120)
3x3/0
(3x95)
3x3/0
(3x95)
600 3/0 (95) 4/0 (120)
2x2/0
(2x70)
2x3/0
(2x95)
2x4/0
(2x120)
3x3/0
(3x95)
3x4/0
(3x120)
3x4/0
(3x120)
* Dit schema is een algemene richtlijn en is mogelijk niet geschikt voor alle toepassingen. Als de kabel oververhit raakt, gebruik dan een kabel
die één maat dikker is.
** Het laskabelformaat (AWG) is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 mils/A.
Bij metrische kabels gelden de kabeldoorsneden in vierkante millimeter.
*** Raadpleeg voor afstanden die langer zijn dan de afstanden in deze handleiding een vertegenwoordiger van de leverancier. De Amerikaanse
telefoonnummers zijn 920−735−4505 (Miller) en 1−800−332−3281 (Hobart).
Ref. S−0007−J 2011−07
OM−257 220 pagina 16
4-6. De lasstroomkabels aansluiten
803 778−B
! Schakel de voeding uit voordat
u de laskabels aansluit op de
laskoppelingen.
! Als u de laskabels niet goed
aansluit, kan dat sterke verhitting en
brand veroorzaken of uw machine
beschadigen.
1 Laskabelbout
2 Meegeleverde klemmoer
voor de laskabelbout
3 Kabelschoen van de laskabel
4 Koperen zitting
Haal de meegeleverde moer van de
aansluitbout voor de laskabel. Schuif de
kabelschoen op de aansluitbout en zet
het zodanig met de moer vast dat de
kabelschoen strak tegen het koperen vlak
zit. Er mag niets tussen de kabelschoen
en het koperen vlak zitten. Zorg dat de
oppervlakken van de kabelschoen
en het koperen vlak schoon zijn.
Benodigde gereedschappen:
4
2
3
Onjuiste installatie
1
Niets tussen de
aansluitklem van
de laskabel en het
koperen vlak
plaatsen.
3/4 in. (19 mm)
4-7. Informatie over de 14-pens stekkerdoos
AJ
B
K
I
C
L
NH
D
M
G
E
F
Ref. 252 018−A
14-pens
aansluiting
Pen* Functie van de pennen
24 volt AC
UITGANG
(MAGNEET-
SCHAKELAAR
)
A 24 volt AC voor hulpapparatuur, beveiligd door
CB2.
B Verbinding met contact A activeert het
uitgangsvermogen.
AFSTANDS−
BEDIENING
C Uitgangsspanning naar afstandsbediening:
+10 V DC bij MIG; 0 tot +10 V DC bij andere
lasmethoden.
D Nulleiding van de afstandsbediening.
E 0 tot +10 V DC inkomend stuursignaal vanaf
de afstandsbediening.
M CC/CV-instelling (constante stroom/spanning),
signaal 0 tot +10 volt DC.
A/V
STROOM
SPANNING
F Stroomterugkoppeling; +1 volt DC per 100 ampère.
H Spanningsterugkoppeling; +1 volt DC
per 10 boogspanning.
GND
G Gemeenschappelijke voor 24V AC circuit.
K Massa van behuizing.
* De overige contacten worden niet gebruikt.
OM−257 220 pagina 17
4-8. 115 V AC dubbele stekkerdoos en bijhorende beveiligingen
Ref. 257 348−A
1 115 V 7 A AC stekkerdoos
2 Beveiligingsautomaat CB1
3 Beveiligingsautomaat CB2
CB1 beveiligt de dubbel
stekkerdoos.
CB2 beveiligt de 24 volt AC van
de 14-pens stekkerdoos tegen
overbelasting.
Druk op de knop om de
apparatuurbeveiliging te resetten
2
3
1
Aantekeningen
OM−257 220 pagina 18
4-9. Optionele gasklepbediening en beschermgasaansluiting
Ref. 252 021−A / 257 348−A
Bevestig de gasfles met een ketting
aan het wielonderstel, de wand of een
andere vaste ondersteuning, zodat
de cilinder niet kan vallen en de kraan
kan afbreken.
1 Cilinder
2 Drukregelaar/gasstromingsmeter
Installeer deze zodanig dat de
voorzijde verticaal zit.
3 Aansluiting gasslang
De fitting heeft 5/8-18 rechtsdraaiend
schroefdraad. Schaf een gasslang
aan en installeer deze.
4 Fitting gas-in
5 Fitting gas-uit
De fittingen gas-in en gas-uit hebben
5/8-18 rechtsdraaiend schroefdraad.
Schaf een slang aan van het juiste
formaat en type en met de juiste
lengte en maak de aansluitingen als
volgt:
Sluit de slang vanaf de
gasdrukregelaar/flowmeter van de
beschermgastoevoer aan op de
‘gas-in’-fitting.
Sluit de slangkoppeling aan op de
toorts. Sluit één uiteinde van de
gasslang aan op de slangkoppeling.
Sluit het andere uiteinde van de
gasslang aan op de ‘gas-uit’-fitting.
Bediening
De gasklep regelt de gasstroom
tijdens het TIG-proces als volgt:
Afstandsbediend TIG
De gasstroom start met de
afstandsbediende contactor aan.
De gasstroom stopt aan het einde van
de gasnastroom als er lasstroom
werd gedetecteerd, of met de
afstandsbediende contactor uit als er
geen lasstroom werd gedetecteerd.
Lift Arc TIG
De gasstroom start als het wolfraam het
werkstuk raakt (aanraakgevoelig).
De gasstroom stopt aan het einde van
de gasnastroom.
TIG-lassen met strijkstart
De gasstroom start wanneer er
lasstroom wordt gedetecteerd.
De gasstroom stopt aan het einde van
de gasnastroom.
De gasnastroomtijd is in de fabriek
ingesteld op 5 seconden per 100 A
lasstroom. De minimum nastroomtijd
is 4 seconden. De maximum
nastroomtijd is 24 seconden
(nastroominstellingen kunnen niet
worden bijgesteld door de
eindgebruiker).
4
3
1
2
GAS IN
GAS UIT
5
OM−257 220 pagina 19
4-10. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
Elec Serv 2011−08
OPGELET − ONJUISTE NETVOEDING kan deze lasstroombron beschadigen. Deze lasstroombron vereist een CONSTANTE voeding met nominale
frequentie (+10%) en nominale spanning (+10%). De spanning tussen fase en nul mag niet meer bedragen dan +10% van de nominale
ingangsspanning. Gebruik voor de voeding van deze lasstroombron geen generator met een automatische stationairvoorziening (die de motor
stationair laat draaien bij onbelaste generator).
OPGELET − De werkelijke voedingsspanning (ingangsspanning) mag niet lager of hoger zijn dan 10% t.o.v. de spanning zoals aangegeven
in de tabel. Als de werkelijke voedingsspanning buiten dit bereik is, kan er mogelijk geen uitgangsspanning zijn.
Het niet opvolgen van deze elektrische adviezen kan leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen gelden voor een
specifiek circuit ontworpen voor het nominale uitgangsvermogen en inschakelduur van de lasstroombron.
In specifieke circuits staat het Amerikaanse voorschrift de National Electrical Code (NEC) toe om lagere waardes voor stekkerdozen
en geleiders te gebruiken dan de waarde van de circuitbeveiliging. Alle onderdelen van het circuit moeten op elkaar zijn afgestemd.
Zie de NEC-artikelen 210.21, 630.11 en 630.12.
50/60 Hz driefasen
Voedingsspanning (V) 380 400
Stroomopname (A) bij nominaal uitgangsvermogen 32,6 32,1
Max. aanbevolen standaard zekering in ampères
1
Trage zekeringen
2
40 35
Normale zekeringen
3
50 45
Min. afmeting aanvoergeleider in AWG (10 AWG = 6 mm
2
)
4
8 8
Max. aanbevolen lengte aanvoergeleider in meters 279 (85) 309 (94)
Min. afmeting aardgeleider in AWG (10 AWG = 6 mm
2
)
4
10 10
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2011 (met inbegrip van artikel 630)
1 Als er een automatische zekering wordt gebruikt in plaats van een smeltzekering, gebruik dan een automatische zekering met een
tijd/stroomkromme die vergelijkbaar is met de aanbevolen smeltzekering.
2 De “trage” zekeringen zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL 248.
3 De “normale” zekeringen (algemeen toepasbaar, niet vertraagd) zijn van klasse UL “K5” (t/m 60 A), en UL “H” (65 A en meer).
4 De kabelgegevens in dit hoofdstuk geven de doorsnede aan van de geleider (m.u.v. flexibel snoer of kabel) tussen de zekeringkast en de apparatuur
conform NEC-tabel 310.15(B)(16). Als er een flexibel snoer of kabel wordt gebruikt, moet de minimumdoorsnede van de geleider mogelijk groter zijn.
Zie NEC-tabel 400.5(A) voor de vereisten bij een snoer of kabel.
Aantekeningen
OM−257 220 pagina 20
4-11. Het aansluiten van de netvoeding
3
8
1
4
9
7
10
11
L1
L2
L3
= GND/PE veiligheidsaarde
1
Voeding 2012−05 / Ref. 803 766−A / 257 348−A
2
4
3
6
5
7
L1
L2
L3
Benodigde gereedschappen:
5/16 inch
OM−257 220 pagina 21
! Schakel de laststroombron uit
en controleer vóór u verder gaat eerst
de spanning op de voedings-
condensatoren zoals staat beschreven
in hoofdstuk 9-3.
! De installatie moet voldoen aan alle
nationale en lokale regels en
voorschriften − alleen daartoe
bevoegde personen mogen deze
installatie uitvoeren.
! Ontkoppel en vergrendel/schakel de
netvoeding uit voordat u de voedings-
draden op het apparaat aansluit. Volg
de gangbare procedures voor wat
betreft de installatie en het
verwijderen van vergrendel/
uitschakelapparaten.
! Monteer eerst de netaansluitingen
naar de lasstroombron.
! Sluit altijd eerst de groene of
groengele draad aan op een
massaklem en nooit op een faseklem.
Kijk op het label op het apparaat voor
de stroomvereisten en controleer de
aansluitspanning die op de werkplek
beschikbaar is.
1 Geleiders van de netvoeding
(snoer geleverd door klant)
Bepaal de afmeting en de lengte van
de geleiders aan de hand van hoofdstuk 4-5.
De geleiders moeten voldoen aan de
nationale en lokale regels en voorschriften
met betrekking tot elektriciteit. Gebruik
indien nodig aansluitpunten met de juiste
stroomvoorziening en de juiste
gatafmetingen.
Voedingsaansluitingen van lasstroombron
2 Trekontlasting
De kabel door de trekontlasting leiden
en de schroeven aandraaien.
3 Aansluiting veiligheidsaarde
van de lasstroombron
4 Groene of groengele aarddraad
Sluit eerst de groene of groengele aarddraad
aan op de aardklem van de machine.
5 Netfilter
6 Netaansluitklemmen
voor de lasstroombron
7 Ingaande fasedraden L1, L2 en L3
Sluit de voedingsdraden L1, L2 en L3 aan op
aansluitklemmen van de lasstroombron.
Breng het zijpaneel weer aan op de
lasstroombron.
Netaansluitingen van de werkschakelaar
8 Werkschakelaar
(getekend in de UIT-stand)
9 Aardaansluitklem
van de werkschakelaar
10 Fase-aansluitklemmen
van de werkschakelaar
Sluit eerst de groene of groengele aarddraad
aan op de aardklem van de werkschakelaar.
Sluit vervolgens de drie fasedraden L1, L2 en
L3 aan op de daarvoor bestemde klemmen
van de werkschakelaar.
11 Maximale stroombeveiliging
Bepaal het type en de maat van de maximale
stroombeveiliging aan de hand van
hoofdstuk 4-10 (afgebeeld: gezekerde
werkschakelaar).
Sluit en vergrendel de behuizing van de
werkschakelaar. Volg de vastgelegde
vergrendelingsprocedures om het apparaat
in gebruik te nemen.
Input5 2012−05
4-11. Het aansluiten van de netvoeding (vervolg)
Aantekeningen
Werk als een
professional!
Professionals
lassen en snijden
veilig. Lees de
veiligheidsvoor
schriften aan het
begin van deze
handleiding.
OM−257 220 pagina 22
HOOFDSTUK 5 ALGEMENE WERKING
5-1. Voorpaneel
. De hoofdstukken over de werking van
het lasproces beschrijven de functie
van de betreffende onderdelen.
1 14-pens stekkerdoos
voor afstandsbediening
2 Linker Display
3 Rechter Display
. De meters geven de werkelijke
lasuitgangswaarden aan nadat de boog
is gestart. Deze blijven nog circa
drie seconden getoond nadat de boog
is gedoofd.
4 Instelknop
5 Aan/uit schakelaar
6 Boogregeling
7 Optionele gasklep-uitsparing
8 Functieschakelaar
9 Klem lasuitgang (−)
10 Klem lasuitgang (+)
252 022−A / 256 366−A
9
2
3
8
1
5
4
6
7
10
OM−257 220 pagina 23
5-2. Functie-instellingen op de schakelaar
Schakelaarstand
Proces Regeling uitgang Paneelregeling
Regeling via
afstandsbediening
TIG-lassen
met strijkstart
TIG Elektrode Hot Ampèrage % A paneel
Lift Arc TIG TIG
14-polige
stekkeraansluiting
voor afstandsbediening
Ampèrage % A paneel
TIG-lassen
met strijkstart
TIG
14-polige
stekkeraansluiting
voor afstandsbediening
Ampèrage % A paneel
MIG GMAW
14-polige
stekkeraansluiting
voor afstandsbediening
Volt Volt
Pulserend MIG GMAW−P*
14-polige
stekkeraansluiting
voor afstandsbediening
N/A Booglengte (0−100)
Beklede elektrode
Beklede elektrode
CAC−A
14-polige
stekkeraansluiting
voor afstandsbediening
Ampèrage % A paneel
Beklede elektrode
Beklede elektrode
CAC−A
Elektrode Hot Ampèrage % A paneel
Draadaanvoerunit
gevoed door
lasspanning
GMAW Elektrode Hot Volt Volt
* Extern pulsapparaat vereist.
Aantekeningen
OM−257 220 pagina 24
HOOFDSTUK 6 TIG-LASSEN
6-1. Meest gangbare aansluiting voor het TIG-proces
Ref. 252 920−A
! Schakel de stroom uit
voordat u de aansluitingen
maakt.
1 Voetbediening
2 Positieve (+) lasuitgang
3 14-pens stekkerdoos
voor afstandsbediening
Sluit zo nodig de gewenste
afstandsbediening aan op de
daarvoor bedoelde 14-pens
stekkerdoos.
4 Aansluiting gastoevoer (optie)
5 Gascilinder
6 Aansluiting gasuitvoer (optie)
7 Negatieve (−) lasuitgang
8 TIG-toorts
9 Werkstuk
3
7
4
2
6
1
8
5
9
OM−257 220 pagina 25
6-2. TIG lasfunctie met aanstrijkstart − TIG-proces
! De lasklemmen staan altijd onder
spanning in de TIG lasstand met
aanstrijkstart.
1 Functieschakelaar
2 Linker Display
3 Rechter Display
4 Instelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 6-1 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Draai de functieschakelaar op de stand
SCRATCH START TIG zoals aangegeven.
De open spanning wordt weergegeven
in het linkerscherm. De vooringestelde
stroomsterkte wordt weergegeven in het
rechterscherm.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
vooringestelde stroomsterkte in te stellen.
. Als de afstandsbediening wordt
gebruikt voor het instellen van de
stroomsterkte, dan functioneert de
instelling als percentage van de
vooringestelde stroomsterkte.
. Voor de beste resultaten moet u
de wolfraamelektrode zacht over
het werkstuk strijken om een boog
te starten. Om boogflikkering aan het
einde van de las tot een minimum
te beperken moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten
doven.
256 366−A
2
3
1
4
84.5 85
OM−257 220 pagina 26
6-3. Lift−Arc TIG-lasfunctie − TIG-proces
! De lasklemmen krijgen spanning
door de afstandsbediening in de TIG
lasstand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Display
3 Rechter Display
4 Instelknop
5 Werkstuk
6 Wolfraamelektrode
Instellen
Zie Hoofdstuk 6-1 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand LIFT−ARC TIG zoals aangegeven.
Vooringestelde stroomsterkte weergegeven
in het rechterscherm.
De normale openspanning is pas aanwezig
als de elektrode het werkstuk raakt;
daarentegen is een lage meetspanning
aanwezig. Door de meetspanning kan
de elektrode het lasobject raken zonder
te oververhitten, vast te komen zitten of
vervuild te raken.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
vooringestelde stroomsterkte in te stellen.
Voor het activeren van de lasspanning
is een afstandsbediening vereist.
Om te gaan lassen drukt u kort de
toortsschakelaar in. Maak met de
wolfraamelektrode contact met het
werkstuk aan het begin van de las.
Trek langzaam de elektrode omhoog.
Er ontstaat dan een lasboog. Als er niet
binnen 3 seconden een lasboog is, valt de
lasspanning weg. Om met lassen te
stoppen, drukt u nogmaals de
toortsschakelaar in.
. Als de afstandsbediening wordt
gebruikt voor het instellen van de
stroomsterkte, dan functioneert de
instelling als percentage van de
vooringestelde stroomsterkte.
. Maak voor het beste resultaat met
het werkstuk stevig contact met de
wolfraamelektrode op de plek waar de
las moet beginnen. Houd de elektrode
1 à 2 seconden op het werkstuk en til
de elektrode op. Er vormt zich nu een
boog. Om boogflikkering aan het einde
van de las tot een minimum te
beperken moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten
doven.
256 366−A
NIET aanstrijken als een lucifer!
6
5
2
3
1
4
“Aanraken”
1 tot 2
seconden
85
OM−257 220 pagina 27
6-4. Afstandbediend TIG-lassen met aanstrijkstart − TIG-proces
! De lasklemmen krijgen spanning
door de afstandsbediening in de TIG
lasstand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Display
3 Rechter Display
4 Instelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 6-1 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar
de stand TIG zoals aangegeven.
De vooringestelde stroomsterkte wordt
weergegeven in het rechterscherm.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
vooringestelde stroomsterkte in te stellen.
Voor het activeren van de lasspanning
is een afstandsbediening vereist.
. Als de afstandsbediening een regeling
voor stroomsterkte heeft, dan
functioneert de instelling als
percentage van de vooringestelde
stroomsterkte.
. Voor de beste resultaten moet u
de wolfraamelektrode zacht over het
werkstuk strijken om een boog te
starten. Om boogflikkering aan het
einde van de las tot een minimum
te beperken moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten
doven.
256 366−A
2
3
1
4
85
OM−257 220 pagina 28
HOOFDSTUK 7 GMAW/FCAW-LASSEN
7-1. Standaard aansluiting van een draadaanvoerapparaat met spanningsregeling
voor GMAW/FCAW-proces
Ref. 252 921−A
! Schakel de stroom uit voordat
u de aansluitingen maakt.
1 14-pens stekkerdoos
voor afstandsbediening
2 Positieve (+) lasuitgang
3 Negatieve (−) lasuitgang
4 Nulleiding naar het werkstuk
5 Werkstuk
6 Pistool
7 Draadaanvoerapparaat
8 Gasslang
9 Gascilinder
Het gebruik van beschermgas is
afhankelijk van de draadsoort.
. Het aansluitschema laat de DCEP
(omgekeerde polariteit) zien die
geschikt is voor alle draden met
uitzondering van zelfbeschermd
FCAW. De meeste zelfbeschermde
FCAW-draden vereisen DCEN
(normale polariteit).
3
4
5
6
7
8
9
1
2
OM−257 220 pagina 29
7-2. MIG lasstand − GMAW/FCAW-proces
! De lasklemmen komen onder
spanning door de afstandsbediening
in de MIG lasstand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Display
3 Rechter Display
4 Instelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 7-1 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand MIG zoals aangegeven.
De vooringestelde spanning wordt
weergegeven in het linkerscherm.
Bediening
Gebruik de afstelknop om de gewenste
vooringestelde spanning in te stellen.
. De vooringestelde spanning kan
op afstand worden bijgesteld als de
draadaanvoerunit een spannings-
regeling heeft. Deze spannings-
regeling krijgt de voorkeur boven de
regelknop op de lasstroombron.
Boogregeling (inductantie)
Verdraai de boogregelknop om de
gewenste inductantie-instelling te kiezen
van 0 tot 100. Gebruik de lagere
inductantie-instellingen om de boog harder
te maken en de vloeibaarheid van het
lasbad te verminderen. Gebruik de hogere
inductanties om de boog zachter te maken
en de vloeibaarheid van het lasbad
te verhogen.
. Voor zelfbeschermende draad
(FCAW) stelt u met de booginstelknop
de FCAW-instelling in.
256 366−A
2
3
1
4
25.0
OM−257 220 pagina 30
7-3. Gangbare aansluiting van een draadaanvoerapparaat met spanningsregeling
voor GMAW−P-proces
Ref. 252 836−A
! Schakel de stroom uit voordat
u de aansluitingen maakt.
1 Optima − Extern pulsapparaat
2 14-pens stekkerdoos
voor afstandsbediening
3 Positieve (+) lasuitgang
4 Negatieve (−) lasuitgang
5 Nulleiding naar het werkstuk
6 Werkstuk
7 Pistool
8 Draadaanvoerapparaat
9 Gasslang
10 Gascilinder
Het gebruik van beschermgas is
afhankelijk van de draadsoort.
. Het aansluitschema laat de DCEP
(omgekeerde polariteit) zien die
geschikt is voor alle draden met
uitzondering van zelfbeschermd
FCAW. De meeste zelfbeschermde
FCAW-draden vereisen DCEN
(normale polariteit). Bij gevulde draad
wordt pulseren niet toegepast.
Er is geen pulsprogramma beschik-
baar voor FCAW.
4
5
6
7
8
9
10
3
2
1
OM−257 220 pagina 31
7-4. Pulserend MIG lasstand − GMAW−P proces
! De lasklemmen krijgen spanning
door de afstandsbediening in de
Pulserend MIG lasstand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Display
3 Rechter Display
4 Instelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 7-3 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand PULSED MIG zoals aangegeven.
Het linker- en rechterscherm toont PPP
PPP.
Bediening
Dit apparaat heeft een extern pulsapparaat
nodig, bijvoorbeeld een Optima voor MIG
pulslassen. Zie de gebruikershandleiding
van de Optima voor meer informatie.
. Bij een keuze voor pulserend
MIG-lassen is de boogregeling buiten
gebruik.
256 366−A
PP.P PPP
2
3
1
4
OM−257 220 pagina 32
7-5. Standaarde aansluiting voor draadaanvoerapparaten die werken
op de lasspanning, GMAW/FCAW-proces
Ref. 252 924−A
! Schakel de stroom uit
voordat u de aansluitingen
maakt.
1 Positieve (+) lasuitgang
2 Negatieve (−) lasuitgang
3 Nulleiding naar het werkstuk
4 Werkstuk
5 Spanningssensorklem
6 Pistool
7 Stekkeraansluiting
voor de toortsschakelaar
8 Draadaanvoerapparaat
9 Gasslang
10 Gascilinder
Het gebruik van beschermgas
is afhankelijk van de draadsoort.
. Het aansluitschema laat de
DCEP (omgekeerde polariteit)
zien die geschikt is voor alle
draden met uitzondering
van zelfbeschermd FCAW.
De meeste zelfbeschermde
FCAW-draden vereisen DCEN
(normale polariteit).
2
3
9
10
8
7
5
6
4
1
OM−257 220 pagina 33
7-6. V-Sense Feeder lasstand − GMAW/FCAW-proces
! Op de lasklemmen staat altijd
spanning in de V-Sense lasstand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Display
3 Rechter Display
4 Instelknop
Instellen
Zie hoofdstuk 7-5 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand V−SENSE FEEDER zoals
aangegeven.
Het linkerscherm geeft afwisselend de
open-spanning en de vooringestelde
spanning weer.
Bediening
Gebruik de afstelknop om de gewenste
vooringestelde spanning in te stellen.
. Het wisselen van de weergave op het
linker scherm stopt even wanneer
de vooringestelde spanning wordt
ingesteld.
Boogregeling (inductantie)
Verdraai de boogregelknop om de
gewenste inductantie-instelling te kiezen
van 0 tot 100. Gebruik de lagere
inductantie-instellingen om de boog harder
te maken en de vloeibaarheid van het
lasbad te verminderen. Gebruik de hogere
inductanties om de boog zachter te maken
en de vloeibaarheid van het lasbad te
verhogen.
. Voor zelfbeschermende draad (FCAW)
stelt u met de booginstelknop de
FCAW-instelling in.
256 366−A
2
3
1
4
25.0
OM−257 220 pagina 34
HOOFDSTUK 8 SMAW/CAC-A-LASSEN
6
3
4
2
1
8-1. Meest gangbare aansluiting voor SMAW en CAC-A proces
Ref. 252 926−A
! Schakel de stroom uit
voordat u de aansluitingen
maakt.
1 Elektrodehouder
(koolstofboog)
Sluit voor het CAC−A proces
de koolstofboog snijtoorts aan op
de positieve lasuitgangsklem.
2 Elektrodehouder
3 Positieve (+) lasuitgang
4 14-pens stekkerdoos
voor afstandsbediening
Sluit zo nodig de gewenste
afstandsbediening aan op de
daarvoor bedoelde 14-pens
stekkerdoos.
5 Persluchtleiding
6 Negatieve (−) lasuitgang
7 Werkstuk
5
7
OM−257 220 pagina 35
8-2. Afstandbediende beklede elektrodelasstand − SMAW/CAC-A proces
! Bij afstandbediend lassen met
beklede elektrode komen de
lasklemmen onder spanning door
de afstandsbediening.
1 Functieschakelaar
2 Rechter Display
3 Instelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 8-1 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand afstandbediend lassen met
beklede elektrode (remote stick), zoals
aangegeven.
De vooringestelde stroomsterkte wordt
weergegeven in het rechter scherm waarbij
het stroomsterkte-indicatielampje oplicht.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
vooringestelde stroomsterkte in te stellen.
Voor het activeren van de lasspanning
is een afstandsbediening vereist.
. Als de afstandsbediening een regeling
voor stroomsterkte heeft, dan
functioneert de instelling als
percentage van de vooringestelde
stroomsterkte.
Adaptive Hot Start verhoogt automatisch
de lasstroomsterkte bij het starten van de
las. Dit voorkomt dat de elektrode blijft
plakken bij het starten van de boog.
. Voor de beste resultaten aan het einde
van de las moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten
doven.
Boogregeling (Dig)
Verdraai de boogregelknop om de
gewenste Dig-instelling te kiezen van 0
tot 100.
Met de Dig-regeling kunnen de
karakteristieken van de boog − zacht tot
hard − worden veranderd voor specifieke
toepassingen en elektrodes. Verlaag de
Dig-instelling voor soepel lopende
elektrodes als de E7018 en verhoog
de Dig-instelling voor stijvere, meer
penetrerende elektrodes als de E6010.
. Gebruik deze stand voor ‘air carbon
arc’ (CAC−A) snijden en gutsen.
Voor de beste resultaten zet u de
boogregelknop op maximum.
256 366−A
2
1
3
85
OM−257 220 pagina 36
8-3. Beklede elektrodelasstand − SMAW/CAC-A proces
! Op de lasklemmen staat altijd
spanning in de Beklede
elektrodelasstand.
1 Functieschakelaar
2 Linker Display
3 Rechter Display
4 Instelknop
Instellen
Zie Hoofdstuk 8-1 voor gangbare
systeemaansluitingen.
Verdraai de functieschakelaar naar de
stand STICK zoals aangegeven.
De open-spanning wordt weergegeven
in het linkerscherm en de vooringestelde
stroomsterkte wordt weergegeven in het
rechterscherm.
Bediening
Gebruik de regelknop om de gewenste
vooringestelde stroomsterkte in te stellen.
Adaptive Hot Start verhoogt automatisch
de lasstroomsterkte bij het starten van de
las. Dit voorkomt dat de elektrode blijft
plakken bij het starten van de boog.
. Voor de beste resultaten aan het einde
van de las moet u de elektrode snel
terugtrekken om de boog te laten
doven.
Boogregeling (Dig)
Verdraai de boogregelknop om de
gewenste Dig-instelling te kiezen van 0
tot 100.
Met de Dig-regeling kunnen de
karakteristieken van de boog − zacht tot
hard − worden veranderd voor specifieke
toepassingen en elektrodes. Verlaag
de Dig-instelling voor soepel lopende
elektrodes als de E7018 en verhoog
de Dig-instelling voor stijvere, meer
penetrerende elektrodes als de E6010.
. Gebruik deze stand voor ‘air carbon
arc’ (CAC−A) snijden en gutsen.
Voor de beste resultaten zet u de
boogregelknop op maximum.
84.5 85
2
3
1
4
256 366-A
OM−257 220 pagina 37
8-4. Optionele lasfuncties met lage open spanning (OCV)
Werking met lage OCV
De machine kan als optie worden
geconfigureerd voor bediening
met lage open-spanning (OCV)
in de beklede-elektrodestand en
de TIG-functie met aanstrijkstart.
Als het systeem is geconfigureerd
voor bediening met lage OCV, dan
is er slechts een lage meetspanning
(circa 15 V DC) aanwezig tussen de
elektrode en het werkstuk voordat
de elektrode het werkstuk raakt.
Raadpleeg een door de fabriek
erkende service-agent voor
informatie over hoe u het systeem
kunt configureren voor het lassen
met lage open-spanning (OCV).
Aantekeningen
OM−257 220 pagina 38
HOOFDSTUK 9 ONDERHOUD & PROBLEMEN VERHELPEN
9-1. Routineonderhoud
.
Geef vaker een onderhoudsbeurt
als het apparaat zwaar belast
wordt.
! Verbreek de verbinding met de
netvoeding voordat u met het
onderhoud begint.
3 maanden
Vervang
beschadigde
of onleesbare
labels
Vervang
toortsbehuizing
waar scheurtjes
in zitten
Reparen of
vervangen
van kapotte
kabels
Repareer of
vervang kapotte
kabels en snoeren
Schoonmaken
en vastzetten van
lasverbindingen
6 maanden
De binnenzijde schoonblazen
9-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen
! Om het inwendige van het apparaat
schoon te blazen hoeft de behuizing
er niet eerst af.
U blaast de lucht door de ventilatieroosters
aan de voor- en achterzijde. Zie de
afbeelding.
Ref. 252 018−A
OM−257 220 pagina 39
9-3. Behuizing verwijderen en de spanning van de ingangscondensator meten
bij modellen voor 400 V AC
! Schakel de lasstroombron
uit en verbreek de
elektrische verbinding met
de netvoeding.
! Er kan een aanzienlijke
gelijkspanning achterblijven
op de condensatoren nadat
het apparaat is uitgeschakeld.
Controleer voordat u aan de
slag gaat met het onderhoud
aan het apparaat altijd de
spanning op de afgebeelde
wijze om er zeker van te zijn
dat de ingangcondensatoren
zich hebben ontladen.
1 Rechterzijpaneel
Maak de bevestigingsbouten los
om het beschermpaneel van de
rechterkant van het apparaat
af te kunnen halen.
2 Verbindings printplaat PC2
3 Voltmeter
Meet de DC spanning bij de
afgebeelde schroefklemmen op
PC2, totdat de spanning tot vlakbij
0 (nul) volt daalt.
. Als de condensatorspanning
na een paar minuten nog
steeds niet bijna nul is, moet de
condensator ontladen worden.
Gebruik hiervoor een weerstand
van tussen de 25 en 1000 ohm,
minstens 5 watt, en
geïsoleerde draden (geschikt
voor 1000 volt gelijkspanning),
diameter 1,5 mm
2
(AWG 16)
of meer.
4 Voorbeeld van een
ontladingsweerstand
U ziet op deze pagina een
voorbeeld van een geschikte
ontladingsweerstand.
Ga verder met uw werk in het
apparaat. Breng het rechterpaneel
weer aan als u klaar bent.
256 682−A
2
3
Bij 400 VAC voeding: + draad naar de onderste
klem; − draad naar de bovenste klem
Voorbeeld van een
ontladingsweerstand
Weerstand 25 tot
1000 ohm, 5 watt
3
4
1
1,5 mm2, met isolatie
voor 1000 V DC,
lengte ca. 76 mm
OM−257 220 pagina 40
9-4. Helpmeldingen
. Alle richtingen zijn t.o.v. de voorzijde van het apparaat.
Alle schakelingen waarnaar wordt verwezen bevinden
zich in het apparaat.
Hulpscherm 1
Geeft een storing aan in de primaire stroomkring.
Als dit scherm te zien is, neem dan contact op met een door
de fabrikant erkend servicebedrijf.
Hulpscherm 2
Geeft een storing aan in het thermische beveiligingscircuit.
Als dit scherm te zien is, neem dan contact op met een door
de fabrikant erkend servicebedrijf.
Hulpscherm 3
Geeft aan dat de linkerkant van het apparaat oververhit is.
Het apparaat is gestopt om de ventilator de gelegenheid
te geven om het af te koelen (zie Hoofdstuk 3-5). Wanneer
het apparaat is afgekoeld, kunt u verder werken.
Hulpscherm 5
Geeft aan dat de rechterkant van het apparaat oververhit
is. Het apparaat is gestopt om de ventilator de gelegenheid
te geven om het af te koelen (zie Hoofdstuk 3-5). Wanneer
het apparaat is afgekoeld, kunt u verder werken.
Hulpscherm 6
Geeft een storing aan in het ingangscircuit. Als dit scherm
te zien is, neem dan contact op met een door de fabrikant
erkend servicebedrijf.
Hulpscherm 8
Duidt op een storing in de secundaire stroomkring van
het apparaat. Als dit scherm te zien is, neem dan contact
op met een door de fabrikant erkende serviceagent.
Hulpscherm 25
Geeft aan dat de machine de grenzen van de inschakelduur
bereikt heeft (zie hoofdstuk 3-5). De machine moet
ingeschakeld blijven zodat de koelventilator blijft draaien.
De machine kan weer gebruikt worden nadat deze
is afgekoeld.
HE.L
P-1
P-2
P-3
P-5
P-6
P-8
HE.L
HE.L
HE.L
HE.L
HE.L
P25
HE.L
OM−257 220 pagina 41
9-5. Storingen
Probleem Oplossing
Geen lasuitgangsspanning;
het apparaat werkt totaal niet.
Zet de werkschakelaar aan (zie Hoofdstuk 4-11).
Controleer de netzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of reset de automatische zekering
(zie Hoofdstuk 4-11).
Controleer of de netvoeding goed is aangesloten (zie Hoofdstuk 4-11).
Geen lasuitgangsspanning;
display werkt.
De netspanning is buiten het toegestane variatiebereik (zie hoofdstuk 4-10).
Kijk de afstandsbediening na, repareer hem of vervang hem.
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen door de ventilator aan (zie hoofdstuk 3-5).
Onregelmatige of onjuiste
lasuitgangsspanning.
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie hoofdstuk 4-5).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
Controleer of de polariteit juist is.
Geen 115 V AC uitgangsspanning
bij de duplex stekkerdoos.
Reset beveiliging CB1 voor hulpapparatuur (zie hoofdstuk 4-8).
Geen 24 volt AC uitgangsspanning
bij de 14-pens stekkerdoos voor de
afstandsbediening.
Reset beveiliging CB2 voor hulpapparatuur (zie hoofdstuk 4-8).
Aantekeningen
OM-257 220 pagina 42
HOOFDSTUK 10 − ELECTRISCH SCHEMA
Afbeelding 10-1. Stroomkringschema
OM-257 220 pagina 43
256 909-A
OM-257 220 pagina 44
HOOFDSTUK 11 − ONDERDELENLIJST
1
2
5
6
4
7
9
29
31
33
30
35
38
40
41
32
42
43
45
46
47
48
8
11
18
12
16
13
15
14
17
19
20
24
23
22
25
27
28
36
37
44
34
10
3
21
26
39
. De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
Afbeelding 11-1. Hoofdmontage
OM-257 220 pagina 45
257 223-A
49
50
51
54
55
59
52
53
56
57
60
61
62
63
64
65
66
68
69
70
67
71
73
74
75
76
77
59
78
79
81
82
83
84
80
90
91
92
93
58
85
86
87
88
89
72
OM-257 220 pagina 46
Description Quantit
y
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 11-1. Hoofdmontage
1 255 082 Panel, Side Rh W/Nut Insert (Includes) 1... ............. .. .............................
175 256 Insulator, Side 1................... .... .................................................
2 179 310 Label, General Precautionary Wordless Intl Small 2... ............. .... ..................
3 255 081 Panel, Side Lh W/Nut Insert (Includes) 1... ............. .. .............................
178 551 Insulator, Side 1................... .... .................................................
4 +249 111 Cover, Top 1... ............. .. .....................................................
5 135 483 Label, Important Remove These Two Handle Screws 2... ............. .. ................
6 249 848 Handle, Rubberized Carrying 2... ............. .. .....................................
7 179 309 Label, Warning Falling Equipment Can Injure-Wordles 2... ............. .. ................
8 HD1 168 829 Transducer, Current 1000A Module Max Open Loop 1... .... ... .. .................
L5 254 680 Cable Assy, Current Feedback W/Ferrite Core 1........... .... .. ......................
PLG 9, 19 115 094 Housing Plug+Pins (Service Kit) 2........ .. .. ...................................
9 183 827 Bus Bar, Output 1... ............. .. .................................................
10 154 408 Bushing, Snap−In Nyl .562 Id X .875 Mtg Hole Cent 1... ............. .. ..................
11 196 355 Insulator, Screw 4... ............. .. .................................................
12 179 276 Bushing, Snap−In Nyl 1.000 Id X 1.375 Mtg Hole Cent 2... ............. .. ...............
13 252 239 Bracket, Mtg Filter Board Lower 1... ............. .. ...................................
14 PC7 231 563 Circuit Card Assy, Input Filter 1... .... ... .. .....................................
15 252 237 Bracket, Mtg Filter Board Upper 1... ............. .. ...................................
16 145 743 Lug, Univ W/Scr 600V 2−14 Wire .250 Stud 1... ............. .. .........................
17 +249 527 Windtunnel, Lh W/Studs 1... ............ .. ..........................................
18 219 844 Label, Warning Electric Shock/Exploding Parts-Wdles 1... ............. .. ................
19 249 618 Insulator, Heat Sink 1... ............. .. ..............................................
20 RT1 199 798 Thermistor, NTC 30K OHM @ 25 Deg C 18.00In 2500V 1... .... ... .. ..............
21 201 531 Kit, Diode Power Module 4... ............. .. .........................................
22 199 840 Bus Bar, Diode 4... ............. .. ..................................................
23 232 296 Resistor/Capacitor Assy 2... ............. .. ..........................................
C21−C24 180 877 Capacitor Assy 4........ . .. ..................................................
24 204 165 Heat Sink, Rect Dual Diode 1... ............. .. .......................................
25 T1 255 992 XFMR, HF 400V 1... ..... .... .. ................................................
26 249 110 Base 1... .............. .. ..........................................................
27 229 325 Foot, Mtg Unit 4... ............. .. ..................................................
28 176 736 Screw, Mtg Foot 4... ............. .. .................................................
29 PC3 256 967 Circuit Card Assy, Front Pnl & Dspl W/Cover And Label 1... .... ... .. ..............
PLG 18 250 065 Plug, W/Leads (Voltage Feedback) RC2 1......... .. .. ............................
PLG 21 136 810 Housing Plug+Pins (Service Kit) 1......... .. .. ...................................
RC 21 167 640 Housing Plug+Pins (Service Kit) 1......... .. .. ...................................
30 S1 244 920 Switch, Tgl 3Pst 40A 600VAC Scr Term Wide Tgl 1... ..... .... .. ....................
31 176 226 Insulator, Switch Power 1... ............. .. ..........................................
32 010 381 Connector, Rectifier 2... ............. .. ..............................................
33 182 707 Terminal, Pwr Output Black 1... ............. .. .......................................
34 251 594 Panel, Front W/Studs 1... ............. .. ............................................
35 C7, 8 222 488 Capacitor Assy, 2... .... ... .. .................................................
36 181 245 Terminal, Pwr Output Red 1... ............. .. ........................................
37 216 112 Fastener, Panel Receptacle Quick Access 2... .............. .. ..........................
38 256 366 Label, Controls 1... ............. .. ..................................................
39 181 169 Spacer, Output Stud 2... ............. .. .............................................
40 186 621 Boot, Generic Output Stud 2... ............. .. ........................................
41 180 735 Washer, Output Stud 2... ............. .. .............................................
42 231 468 Nut, 375−32 .56Hex .22H Brs Conical Knurl 3... ............. .. .........................
43 174 991 Knob, Pointer 1.250 Dia X .250 Id W/Spring Clip−.21 2... ............. .. .................
44 174 992 Knob, Pointer .840 Dia X .250 Id W/Spring Clip−.21 1... ............. .. ..................
45 257 021 Label, Process 1... ............. .. ..................................................
46 246 919 Door, W/Quick Access Ball Fasteners 1... ............. .. ..............................
47 251 151 Label, XMT 450 CC/CV 1... ............. .. ..........................................
48 175 138 Box, Louver 1... ............. .. ....................................................
49 PC1 256 496 Circuit Card Assy, Control W/Program 1... .... ... .. ..............................
PLG 2, 5, ........
7, 8, 10 131 054 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC2, 5, 7, 8, 10 5......... .. .. ....................
OM-257 220 pagina 47
Description Quantit
y
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Afbeelding 11-1. Hoofdmontage (vervolg)
PLG 3 130 203 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC3 1......... .. .. ..............................
PLG 4 115 093 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC4 1......... ... .. ..............................
PLG 6 115 092 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC6 1......... ... .. ..............................
PLG 9 115 094 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC9 1......... ... .. ..............................
50 219 844 Label, Warning Electric Shock/Exploding Parts-Wdles 1... ............. .. ................
51 +249 237 Panel, Mtg PC Card 1... ............ .. .............................................
RC14 166 679 Plug+Pins (Service Kit) 1.......... ... .. ...........................................
52 T2 256 583 XFMR, Control Toroidal 400 VAC Pri 1160 VA 50 HZ 1... ..... .... .. .................
53 180 105 Bracket, Mtg XFMR Aux 1... ............. .. ..........................................
54 FM2 183 918 Motor, Fan 24VDC 3000 RPM 43 Cfm W/10 Ohm Resistor 1... .... ... .. ............
55 249 236 Bracket, Mtg Capacitor/PC Board/Fan 1... ............. .. ..............................
56 217 040 Nut, Nylon M12 Thread Capacitor Mounting 4... ............. .. .........................
57 251 701 Adapter, Nut Capacitor 4... ............. .. ...........................................
58 251 137 Windtunnel, Cover 1... ............. .. ...............................................
59 153 403 Bushing, Snap−in Nyl .750 Id X 1.000 Mtg Hole Cent 3... ............. .. .................
60 255 855 Bracket, Mtg Ct 1... ............. .. .................................................
61 177 547 Bushing, Snap−in Nyl Ct−Mount 1.093 Mtg Hole 1... ............. .. .....................
62 CT1 181 271 XFMR, Current 500 Turn 1... .... ... .. .........................................
63 250 260 Insulator, Capacitor Mtg 1... ............. .. ..........................................
64 C3, 4, 5, 6 256 680 Kit, Capacitor 230/460 400VAC 1... .. . .. ....................................
65 604 176 Rcpt, Str Dx Grd 2P3W 15A 125V *5−15R 1... ............. .. ..........................
66 CB1 161 078 Supplementary Pro, Man Reset 1P 7A 250VAC Frict 1... .... ... .. .................
67 CB2 083 432 Supplementary Pro, Man Reset 1P 10A 250VAC Frict 1... .... ... .. ................
68 +256 890 Panel, Rear W/Studs 400V 1... ............ .. .......................................
69 252 637 Nameplate, Rear W/Aux & Gas MPa CC/CV 400V 1... ............. .. ...................
70 217 297 Cover, Receptacle Weatherproof Duplex Rcpt 1... ............. .. .......................
71 185 526 Label, Warning Electric Shock And Incorrect Input P 1... ............. .. .................
72 010 311 Clamp, Nyl .750 Clamp Dia X.500 Wide .203 Mtg Hole 3... .............. .. ...............
73 179 930 Heat Sink, Power Module 1... ............. .. .........................................
74 Z1 180 029 Stabilizer, Output 1... ..... .... .. ................................................
75 181 925 Insulator, Stabilizer Lead 1... ............. .. .........................................
76 180 026 Inductor, Input 1... ............. .. ..................................................
77 +249 105 Windtunnel, Rh W/Studs 1... ............ .. .........................................
78 025 248 Stand−Off, Insul .250−20 X 1.250 Lg X .437 Thd 4... ............. .. ....................
79 W1 180 270 Contactor, Def Prp 40A 3P 24VAC Coil W/Boxlug 1... ..... .... .. ....................
80 208 478 Capacitor Module 1... ............. .. ...............................................
81 C1, 2 230 272 Capacitor, Polyp Film .34 UF 1000 VRMS +/−10% 2... .... ... .. ...................
82 185 992 Bus Bar, Capacitor 2... ............. .. ..............................................
83 PC2 256 978 Kit, Circuit Card Assy, Interconnecting With Components 1... .... ... .. .............
84 185 208 Choke, Common Mode 1... ............. .. ...........................................
85 SR1 184 260 Kit, Diode Power Module 1... .... ... .. .........................................
86 RT2 199 798 Thermistor, NTC 30K Ohm @ 25 Deg C 18.00In 2500V 1... .... ... .. ..............
87 PM1, 2 235 309 Kit, Transistor IGBT Module 1... ... .. .. ......................................
88 219 844 Label, Warning Electric Shock/Exploding Parts-Wdles 1... ............. .. ................
89 057 358 Bushing, Snap−In Nyl 1.000 Id X 1.375 Mtg Hole 1... ............. .. ....................
90 218 566 Gasket, Inductor Mounting E70 Ferrite Core 2... ............. .. ........................
91 256 646 Inductor, DI/DT 2... ............. .. ..................................................
92 FM1 175 084 Fan, Muffin 24VDC 3000 RPM 255 Cfm 6.378 Mtg Holes 1... .... ... .. .............
93 251 220 Shroud, Fan 1... ............. .. ....................................................
260 751 Plug W/Leads Gate 1................... .. ..............................................
PLG 3 130 203 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC3 On PC1 1......... .. .. .......................
PLG 11 131 056 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC7, 8 1......... .. .. ............................
PLG 12 115 093 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC2 1......... ... .. ..............................
PLG 13 115 091 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC9 1......... ... .. ..............................
PLG 15, 16 115 094 Housing Plug+Pins (Service Kit) RC1 On PC4, 5 2....... . .. ....................
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
Aantekeningen
Geldig vanaf 1 januari 2013
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MD” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete
waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE − Afhankelijk van de onderstaande bepa-
lingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Apple-
ton, Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties
die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie
geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE
VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EX-
PLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderde-
len of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fa-
bricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen.
Miller moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte wor-
den gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop Miller in-
structies zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop
volgt.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode
zal Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die
hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag
dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of acht-
tien maanden nadat de installatie naar een internationale distribu-
teur gezonden is.
1. 5 jaar onderdelen — 3 jaar arbeidsloon
* Originele gelijkrichters van de hoofdvoeding alleen
thyristoren, diodes en losse gelijkrichtcellen
2. 3 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(uitgezonderd de Classic-serie) (geen arbeidsloon)
* Lasaggregaten met verbrandingsmotor
(LET OP: Motoren vallen onder een aparte garantie
van de motorfabrikant.)
* Voedingsbronnen van invertermachines (tenzij anders
aangegeven)
* Toortsen voor autogeen snijden (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesregelapparatuur
* Semi-automatische en automatische draadaanvoer-
systemen
* Smith 30-serie manometers, stromingsmeters
en reduceerventielen (geen arbeidsloon)
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
* Waterkoelingssystemen (geïntegreerd)
3. 2 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen − alleen
Classic-serie (geen arbeidsloon)
* Rookafzuigers − Filtair 400 en Industrial
Collector-serie
4. 1 jaar — Onderdelen en arbeidsloon tenzij gespecificeerd
* Automatisch bewegende apparatuur
* CoolBelt en CoolBand blaasapparaten (geen
arbeidsloon)
* Externe bewakingsapparatuur en sensoren
* Inbouwopties
(LET OP: Field Options zijn gedekt voor de resterende
garantieperiode van het product waarin ze in
geïnstalleerd zijn, of voor een minimum van één jaar
— afhankelijk van welke van de twee het langste
duurt.)
* Reduceerventielen met manometers en stromings-
meters (geen arbeidsloon)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS-RJ45)
* Rookafzuigers − Filtair 130, MWX- en SWX-serie
* HF units
* ICE/XT plasmasnijdtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
(LET OP: Digitale recorders vallen onder aparte
garantie van de fabrikant.)
* Belastingsbanken
* Motoraangedreven pistolen (m.u.v. de Spoolmate
pistolen)
* PAPR blaasunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings- en regelapparatuur
* Rekken
* Wielonderstellen/trailers
* Puntlasapparatuur
* Draadaanvoer systemen voor onder poederdek
lassen
* Waterkoelingssystemen (niet geïntegreerd)
* Weldcraft TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Draadloze voet-/hand-afstandsbediening en ontvangers
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen
van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen
die niet meer goed werken als gevolg van normale
slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt
bij alle motoraangedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door an-
deren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderde-
len vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of
verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installa-
ties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben ge-
had, of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de
aangegeven toepassingen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN
GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUI-
KERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING
HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASIN-
STALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,
zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2)
vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in
bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of
vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of (4)
krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het
retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met
inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in
Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd
onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden
toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN AN-
DERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE
HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CON-
TRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS,
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GE-
VOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP
DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE
UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS,
EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING
M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN
CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE
DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN,
IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE
OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE
OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU
VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrek-
king tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende
schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus
bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn
voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kun-
nen echter per staat verschillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra
garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin
zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen
zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag wor-
den afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke
rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kun-
nen echter per provincie verschillen.
miller warr_dut 2013−01
Vertaling van de originele instructies − UITGEGEVEN IN DE VS. © 2013 Miller Electric Mfg. Co 2013-01
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International Headquarters−USA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Neem contact op met de transportafdeling van uw
distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur
voor hulp bij het indienen en afhandelen van scha-
declaims.
Service
Papieren van de eigenaar
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens verscheping,
Contacteer een verdeler of een service bureau
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Miller MD140014U de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor