AEG Electrolux 12843vit Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

LAVAMAT 12843 VIT
Gebruiksaanwijzing Wasautomaat-droger
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 1
2
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over hoe u
schade aan het apparaat kunt voorkomen
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Geachte mevrouw, heer
Hartelijk dank voor het kiezen van een van onze kwaliteitsproducten. U heeft
een goede keuze gemaakt. Zo kunt u dankzij de combinatie van functioneel
design en hoogwaardige technologie rekenen op optimale prestaties en
bedieningsgemak. En onze zorg voor het milieu, komt o.a. tot uitdrukking in het
energiebesparend functioneren van dit apparaat. Om er zeker van te zijn dat uw
apparaat optimaal en onberispelijk presteert, dient u deze gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen. Dan zult u alle processen perfect en zeer efficiënt
kunnen besturen.
Wij raden u aan deze gebruiksaanwijzing goed te bewaren, zodat u nog eens iets
kunt nalezen. En wilt u dit boekje doorgeven aan een eventuele volgende
eigenaar van het apparaat.
Wij wensen u veel succes met uw nieuwe apparaat.
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 2
Inhoud
Gebruiksaanwijzing 6
Veiligheidsinformatie 6
Productbeschrijving 10
Wasmiddellade 10
Bedieningspaneel 11
Display 12
Ingebruikneming 14
Personalisering 14
Geluidssignaal 14
Kinderslot 14
Dagelijks gebruik - Wassen 15
Wasgoed in de machine doen 15
Wasmiddel en wasverzachter doseren 15
Het gewenste programma kiezen met behulp van de programmaknop 15
Het centrifugetoerental kiezen of de optie SPOELSTOP 16
Programmakeuzetoets 16
De optie VLEKKEN kiezen 17
De optie TIJD kiezen 17
De optie EXTRA SPOELGANG kiezen 17
START/PAUZE kiezen 17
STARTUITSTEL kiezen 18
Een optie of lopend programma wijzigen 18
Een programma onderbreken 18
3
Inhoud
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 3
Een programma annuleren 19
De deur openen nadat het programma is begonnen 19
Aan het einde van het programma 19
Alleen drogen 20
Kies het droogprogramma met behulp van de programmakeuzeknop 20
Tijdgestuurd drogen kiezen 20
Aan het einde van het programma 21
Automatisch wassen en drogen 21
Wasprogramma’s 22
Droogtijd’s 25
De wascyclus voorbereiden 26
De was sorteren 26
Temperaturen 26
Voordat u de was in de machine doet 26
Maximale belading 27
Het gewicht van wasgoed 27
Vlekken verwijderen 27
Wasmiddelen en toevoegingen 29
Hoeveelheid wasmiddel 28
Graden van waterhardheid 29
De droogcyclus voorbereiden 30
Maximale belading 30
Wasgoed dat niet geschikt is voor de droger 30
Kledinglabels 31
Duur droogcyclus 31
Extra drogen 31
Onderhoud en reiniging 32
Ontkalken 32
Na elke wasbeurt 32
4
Inhoud
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 4
Onderhoudswasbeurt 32
Schoonmaken van de buitenkant 32
Wasmiddellade 32
Wastrommel 32
Deurrubber 33
Afvoerpomp 33
Watertoevoerzeef 35
Voorzorgsmaatregelen bij vorst 36
Machine legen in geval van nood 36
Wat moet u doen als... 37
Technische gegevens 41
Verbruikswaarden 42
Installatie 43
Uitpakken 43
Plaatsen en waterpas zetten 45
Watertoevoer 45
Waterstopvoorziening 46
Waterafvoer 46
Elektrische aansluiting 47
Vaste aansluiting 47
Inbouwen 48
Het milieu 50
Verpakkingsmaterialen 50
Oude machine 50
Milieutips 50
5
Inhoud
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 5
6
Gebruiksaanwijzing
Veiligheidsinformatie
Voordat u uw wasautomaat in gebruik neemt
De veiligheid van AEG/ELECTROLUX apparaten voldoet aan de voorschriften
en de wettelijke vereisten met betrekking tot de veiligheid van apparaten. Wij
vinden echter dat wij, als fabrikant, de plicht hebben u de volgende
veiligheidsaanwijzingen te geven. U MOET deze gebruiksaanwijzing
aandachtig doorlezen voordat u de machine installeert of in gebruik neemt.
Het is erg belangrijk dat deze gebruiksaanwijzing bij de machine bewaard
wordt zodat u later nog eens iets kunt nalezen. Als het apparaat aan iemand
anders verkocht of geschonken wordt, of als u verhuist en de machine
achterlaat, zorg er dan voor dat de gebruiksaanwijzing bij het apparaat blijft
zodat de nieuwe eigenaar kennis kan nemen van de werking van het apparaat
en de bijbehorende waarschuwingen.
U MOET deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen voordat u de machine
te installeert of in gebruik neemt.
Controleer uw machine op eventuele schade, die ontstaan kan zijn tijdens het
transport, voordat u hem in gebruik neemt. Sluit nooit een beschadigde
machine aan. Als er onderdelen zijn beschadigd, neem dan contact op met uw
leverancier.
Als de machine in de winter wordt afgeleverd, als de temperatuur onder nul
is: zet de wasmachine/droger dan 24 uur in een ruimte met
kamertemperatuur voordat u hem in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om te proberen op
enigerlei wijze veranderingen aan te brengen aan dit apparaat.
Bij was- en droogprogramma’s
met hoge temperaturen kan het deurglas heet
worden. Niet aanraken!
Zorg ervoor dat kleine huisdieren niet in de trommel klimmen. Controleer om
dit te voorkomen de trommel vóór gebruik.
Voorwerpen als munten, veiligheidsspelden, spijkers, schroeven, stenen of
andere harde, scherpe materialen kunnen grote schade aan het apparaat
toebrengen en mogen niet in het apparaat terechtkomen.
Veiligheidsinformatie
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 6
7
Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid wasverzachter en wasmiddel. Als u
te veel doseert, kunnen kledingstukken beschadigd raken. Raadpleeg de
aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot de hoeveelheden.
Was kleine artikelen zoals sokken, veters, wasbare ceintuurs enz. in een
waszak of kussensloop, omdat deze tussen de kuip en de trommel terecht
kunnen komen.
Gebruik uw wasmachine-droger niet om artikelen met baleinen, materialen
zonder zoom of gescheurde materialen te wassen en te drogen.
Trek na gebruik, reiniging en onderhoud van de machine altijd de stekker uit
het stopcontact en draai de kraan dicht.
Probeer in geen geval zelf de machine te repareren. Reparaties uitgevoerd
door ondeskundigen kunnen lichamelijk letsel of ernstige schade aan de
machine veroorzaken. Neem contact op met met onze service-afdeling. Vraag
altijd om originele onderdelen.
Installatie
Controleer bij het uitpakken van het apparaat of dit niet is beschadigd.
Gebruik het apparaat bij twijfel niet en neem contact op met onze service-
afdeling.
Alle verpakkingsmaterialen en transportbouten moeten vóór het gebruik
worden verwijderd. Als dit wordt nagelaten kan dit ernstige schade aan het
product en andere eigendommen tot gevolg hebben. Zie het desbetreffende
hoofdstuk in de gebruiksaanwijzing.
Controleer na installatie van het apparaat of dit niet op het aansluitsnoer, de
toevoerslang of de afvoerslang drukt of staat.
Als het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst, dient de hoogte van de
stelvoetjes te worden aangepast om de lucht toch goed te kunnen laten
circuleren.
Let er altijd op of er na de installatie geen water lekt uit de slangen en de
aansluitingen.
Als het apparaat geïnstalleerd is op een plaats waar het kan vriezen, lees dan
het hoofdstuk “Voorzorgsmaatregelen bij vorst”.
Eventuele voor de installatie van dit apparaat noodzakelijke
loodgieterswerkzaamheden, moeten worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde loodgieter.
Eventuele voor de installatie van het apparaat noodzakelijke elektrotechnische
werkzaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde
elektricien.
Veiligheidsinformatie
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 7
Gebruik
Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Het is niet toegestaan het
apparaat te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor het is bestemd.
Was en droog in de machine alleen textiel dat geschikt is voor machinaal
wassen. Volg de instructies op het wasvoorschrift in de kleding.
Doe niet teveel wasgoed in de machine. Zie het desbetreffende hoofdstuk in
de gebruiksaanwijzing.
Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te zorgen dat alle zakken leeg zijn en
dat alle knopen en ritsen dicht zijn. Was geen gerafelde of gescheurde
artikelen. Behandel vlekken zoals verf, inkt, roest en gras eerst voordat u
artikelen met dit soort vlekken gaat wassen. Beugelbeha’s mogen NIET
machinaal worden gewassen.
Kledingstukken die in aanraking zijn geweest met vluchtige
petroleumproducten mogen niet in de machine gewassen worden. Als
vluchtige reinigingsvloeistoffen zijn gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat de
vloeistof uit het kledingstuk is verwijderd voordat u het in de wasautomaat
doet.
Daar sommige (dons)dekbedden vanwege hun omvang gewassen/gedroogd
moeten worden in grote commerciële machines, dient u bij de fabrikant van
het voorwerp na te gaan of het geschikt is om gewassen te worden in een
wasmachine voor huishoudelijk gebruik.
Gebruikers moeten altijd controleren of zij hun gasaanstekers (wegwerp of
anders) niet in hun kleding hebben laten zitten.
Droog nooit voorwerpen in de droger die in contact zijn geweest met
chemicaliën zoals reinigingsvloeistof. Deze zijn vluchtig en kunnen een
explosie veroorzaken.
Droog alleen voorwerpen in de droger die gewassen zijn in water of die
gelucht
moeten worden.
Kunststof wasmiddeldoseersystemen mogen niet in de trommel blijven zitten
tijdens de droogcyclus, omdat de kunststof waarvan deze gemaakt zijn niet
bestand zijn tegen de hitte. Als u na het wassen onmiddellijk wilt drogen
moet u de gewone wasmiddeldoseerlade gebruiken.
Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact; maar aan de stekker
zelf.
Gebruik de wasautomaat-droger nooit als het elektrische snoer, het
bedieningspaneel, het bovenblad of de sokkel beschadigd zijn, zodat de
binnenkant van de wasautomaat toegankelijk is.
8
Veiligheidsinformatie
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 8
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van
kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke vremogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun
veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon
instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat.
Deze machine is niet bedoeld voor gebruik door jonge kinderen of lichamelijk
zwakke personen zonder toezicht.
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
De verpakkingsmaterialen (zoals plasticfolie en polystyreen) kunnen een
gevaar opleveren voor kinderen - verstikkingsgevaar! Houd deze materialen
buiten het bereik van kinderen.
Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen,
op.
Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren niet in de trommel kunnen klimmen.
Om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnenin vast komen te zitten,
heeft deze machine een speciale
functie.
Om deze functie te activeren draait u
de knop (zonder deze in te drukken)
aan de binnenkant van de deur naar
rechts tot de groef horizontaal staat.
Gebruik zo nodig een muntstuk. Om
deze functie uit te schakelen en de
mogelijkheid te herstellen om de deur
te sluiten, draait u de knop naar links
tot de groef verticaal staat.
9
Veiligheidsinformatie
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 9
10
Productbeschrijving
Productbeschrijving
Uw nieuwe apparaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve
behandeling van wasgoed met een laag verbruik van water, energie en wasmiddel.
Het New Jet-systeem garandeert dat al het wasmiddel wordt gebruikt en
vermindert het waterverbruik , zodat energie wordt bespaard.
Wasmiddellade
Vakje voor wasmiddel of vlekkenzout te gebruiken bij de fase voorwas of
vlekken. Het voorwasmiddel wordt het begin van het wasprogramma
ingespoeld. De vlekkenverwijderaar toevoegen tijdens de vlekkenfase.
Vakje voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel voor de hoofdwas.
Vakje voor vloeibare nabehandelingsmiddelen (wasverzachter, stijfsel).
Typeplaatje
Afvoerpomp
Verstelbare pootjes
Wasmiddellade
Bedieningspaneel
Deurgreep
1
2
3
5
6
4
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 10
Bedieningspaneel
De programmakeuzeknop, de toetsen en het display worden verder in deze
gebruiksaanwijzing aangeduid met de hieronder gebruikte nummers.
Programmakeuzeknop
Toets CENTRIFUGEREN (TPM)
Toets VLEKKEN
Toets TIJD
Toets EXTRA SPOELEN
Toets DROOGTIJD
Display
Toets START/PAUZE
Toets STARTUITSTEL
Controlelampjes:
10.1 HOOFDWAS
10.2 DROGEN
10.3 DEUR
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
11
Bedieningspaneel
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Symbolentoets:
= Handwas
= Koud
=
Kinderslot
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 11
12
Display (7)
Duur van het gekozen programma
:
Nadat u een programma gekozen heeft, wordt de tijdsduur in uren en minuten
weergegeven (bijvoorbeeld
2.05). De duur wordt automatisch berekend op basis
van de aanbevolen maximale lading voor elk type wasgoed. Na de start van het
programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Gekozen droogtijd
Nadat u een droogprogramma gekozen heeft, wordt de droogtijd in minuten
en/of uren (max. 130 min.=
2.10) weergegeven.
Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Alarmcodes
Als de werking van de wasmachine problemen oplevert kunnen er alarmcodes
worden aangegeven, bijvoorbeeld
E20 (zie paragraaf «Wat moet u doen als...»).
Einde programma
Als het programma is afgelopen wordt er een knipperende nul
0 weergegeven,
het controlelampje voor de werking (
10.1) en het controlelampje van toets 8
gaan uit en de deur kan worden geopend.
Als uw wasgoed niet binnen 10 minuten na afloop van het programma uit de
machine wordt gehaald, schakelt het display uit en wordt het energiebesparende
systeem geactiveerd.
Alleen het controlelampje van toets
8 knippert om aan te geven dat de machine
uitgeschakeld moet worden.
Door op een willekeurige toets te drukken haalt u het apparaat uit de
energiebesparende modus en kunt u een ander wasprogramma instellen of het
apparaat uitschakelen.
7.1
7.3
7.2
Indicatie
7.1
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 12
13
Verkeerde optiekeuze
Indien een optie gekozen die niet kan worden gecombineerd met het ingestelde
wasprogramma, wordt de melding Err gedurende ongeveer 2 seconden
weergegeven en begint het gele controlelampje van toets 8 te knipperen.
Starttijd (7.2)
Het gekozen uitstel (max. 20 uur), ingesteld met de betreffende toets, wordt
gedurende 3 seconden op het display weergegeven, daarna verschijnt de duur
van het eerder gekozen programma.
Het symbool
7.2 verschijnt op het display. Het startuitstel loopt met steeds een
uur terug. Als er nog maar 1 uur resteert, loopt de tijd per minuut terug.
Kinderslot (7.3)
Controlelampjes (10)
Wanneer u een wasprogramma kiest, gaat het controlelampje HOOFDWAS (10.1)
branden.
Als u een droogprogramma selecteert, gaat het controlelampje DROGEN (
10.2)
branden en blijft aan tijdens de droogfase.
Het controlelampje DEUR (
10.3) geeft aan of de deur geopend kan worden:
lampje brandt: de deur kan niet geopend worden.
lampje uit: de deur kan nu geopend worden.
Indicatie
7.2
7.3
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 13
14
Gebruik
Ingebruikneming
Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de wateraansluiting voldoen aan de
installatie-instructies.
Verwijder het polystyreenblok en eventuele andere materialen uit de trommel.
Laat vervolgens het katoenprogramma op 90° of 95°C draaien, zonder wasgoed
in de machine, zodat eventuele fabricageresten uit de trommel en de kuip
worden verwijderd. Giet een halve maatbeker wasmiddel in de wasmiddellade en
start de machine.
Personalisering
Geluidssignalen
De wasmachine is voorzien van een geluidssysteem, dat in de volgende gevallen te
horen zal zijn:
aan het eind van een cyclus
in het geval van problemen met de werking
Door ongeveer 6 seconden de toetsen 3 en 4 tegelijk in te drukken, wordt het
geluidssignaal uitgeschakeld (behalve in het geval van problemen met de
werking).
Door nogmaals op dezelfde toetsen te drukken, wordt het geluidssignaal weer
geactiveerd.
Kinderslot
Met deze voorziening kunt u het apparaat onbeheerd achterlaten, u hoeft zich
dan geen zorgen te maken dat kinderen gewond raken of het apparaat schade
toebrengen.
Deze functie blijft ingeschakeld, ook als de wasmachine-droger niet in werking is.
Er zijn twee manieren om deze optie in te stellen:
voor het indrukken van toets 8: de machine kan niet gestart worden.
na het indrukken van toets 8 is het onmogelijk om een ander programma of
optie te kiezen.
Om deze optie in te schakelen (uit te schakelen), dient u gedurende 6 seconden
tegelijkertijd de
4 en 5 toetsen in te drukken, tot het symbool 7.3 op (van) het
display verschijnt (verdwijnt).
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 14
15
Gebruik
Dagelijks gebruik
Wasgoed in de machine doen
1. Open de deur door de deurgreep voorzichtig
naar buiten te trekken. Doe het wasgoed stuk
voor stuk in de trommel; schud het eerst zo
goed mogelijk uit.
2. Doe de deur stevig dicht. U moet bij het
sluiten een klik horen.
Belangrijk! Laat het wasgoed niet tussen de
deur en de rubber pakking terecht komen.
Wasmiddel en wasverzachter doseren
Uw nieuwe apparaat is ontworpen om te
besparen op het verbruik van water, energie
en wasmiddel.
1. Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk
naar buiten. Meet de vereiste
hoeveelheid wasmiddel af , giet het in
het vak voor de hoofdwas . Als u een
programma wilt uitvoeren met voorwas
of vlekkenfase, dient u het wasmiddel in
het vak te gieten.
Als u de functie vlekken wilt gebruiken, giet
de vlekkenverwijderaar dan in het vakje
2. Giet, indien gewenst, wasverzachter in
het vak (de gebruikte hoeveelheid
mag het MAX-teken in de lade niet
overschrijden). Schuif de wasmiddellade
voorzichtig weer naar binnen.
WASSEN
Selecteer het gewenste programma met de programmakeuzeknop
(1)
U kunt het juiste programma voor elke soort wasgoed kiezen door de
aanwijzingen in de programmatabellen op te volgen (zie “Wasprogramma’s”).
Draai de programmakeuzeknop op het gewenste programma. Met de
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 15
16
Gebruik
programmakeuzeknop bepaalt u het soort wascyclus (bijv. waterpeil, beweging
van de trommel, aantal spoelgangen) en de wastemperatuur afhankelijk van het
soort wasgoed.
Het controlelampje van toets 8 gaat knipperen en op het display verschijnt de
duur van het gekozen programma.
De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden
gedraaid. Stand
O/UIT komt overeen met het resetten van het programma of
het uitschakelen van de machine.
Aan het einde van het programma moet de programmakeuzeknop op
stand O/UIT worden gezet, om de machine uit te schakelen.
Raadpleeg, voor de beschrijving van de wasprogramma’s van de
programmakeuzeknop,
het hoofdstuk «Wasprogramma’s».
Belangrijk!
Als u de programmakeuzeknop op een ander programma zet, als de machine in
werking is, zal het gele controlelampje van toets
8 3 keer knipperen en verschijnt
de melding Err op het display, om aan te geven dat er een verkeerde keuze is
gemaakt. De machine zal het nieuw gekozen programma niet uitvoeren.
Selecteer het centrifugetoerental of de optie SPOELSTOP door
toets 2 in te drukken
Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch de
maximale centrifugesnelheid voor dat programma voor.
Druk herhaaldelijk op deze toets om de centrifugesnelheid te veranderen, als u
wilt dat uw wasgoed op een andere snelheid wordt gecentrifugeerd dan het door
de machine voorgestelde toerental.
SPOELSTOP: als u deze optie kiest wordt het laatste spoelwater niet weggepompt,
om te voorkomen dat het wasgoed kreukelt. Aan het einde van het programma
wordt een knipperende «
0» weergegeven, brandt het lampje van de spoelstop,
gaan de controlelampjes
10.1 en het controlelampje van toets 8 uit en wordt
de deur vergrendeld, om aan te geven dat het water weggepompt moet worden.
SPOEL STOP kan niet gekozen worden bij een NON -STOP-programma (zie
onderdeel drogen).
Zie voor het wegpompen van het water hoofdstuk “Aan het einde van
het programma”.
Optietoetsen
Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd
worden. Deze functies moeten gekozen worden nadat u het gewenste
programma gekozen heeft en voordat u toets
8 indrukt.
Als deze toetsen worden ingedrukt, gaan de bijbehorende controlelampjes
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 16
17
Gebruik
branden. Als zij opnieuw worden ingedrukt, gaan de controlelampjes uit.
Als er een verkeerde optie is gekozen, knippert het gele controlelampje van toets
8 3 keer en de melding Err verschijnt gedurende enkele seconden op het display.
Zie voor de mogelijke combinatie van wasprogramma's en opties hoofdstuk
"Wasprogramma's".
DE OPTIE VLEKKEN kunt u kiezen door toets 3 in te drukken
Kies deze optie om sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken te
behandelen met vlekkenverwijderaar (verlengde hoofdwas met
tijdgeoptimaliseerde vlekkenbehandelingsfase). Deze optie is niet beschikbaar bij
een temperatuur lager dan 40°C.
Belangrijk! Als u een programma wilt laten draaien met de optie Vlekken, giet
dan vlekkenzout in het vakje . De optie VLEKKEN kan niet worden gekozen in
combinatie met een voorwasfase.
Kies de optie TIJD door toets 4 in te drukken
Met deze optie kunt u de wastijd veranderen die de wasmachine-droger
automatisch heeft voorgesteld.
DAGELIJKS: bij het indrukken van deze toets gaat het bijbehorende
controlelampje branden en zal de wasduur verkort worden om licht vervuild
wasgoed te wassen.
EXTRA KORT: als u deze toets twee maal indrukt blijft het bijbehorende
controlelampje branden, de wasduur wordt verkort om licht vervuild wasgoed of
artikelen die slechts korte tijd gebruikt of gedragen zijn te wassen. Op het display
wordt de aflopende wastijd weergegeven.
Kies de optie EXTRA SPOELEN door toets 5 in te drukken
Dit apparaat is ontworpen om water te besparen. Voor mensen met een erg
gevoelige huid (allergisch voor wasmiddelen) kan het echter noodzakelijk zijn om
het wasgoed met een extra hoeveelheid water te spoelen.
Druk op START/PAUZE door toets 8 in te drukken
Druk op toets 8, om het gekozen programma te starten, het bijbehorende rode
controlelampje stopt met knipperen. Controlelampje
10.1 of 10.2 brandt om
aan te geven dat het apparaat in werking is.
Om een lopend programma te onderbreken, drukt u op toets
8: het bijbehorende
rode controlelampje gaat knipperen.
Om het programma opnieuw te starten vanaf het punt waarop het werd
onderbroken, dient u nogmaals toets
8 in te drukken. Als u een uitgestelde start
gekozen heeft, begint de machine af te tellen. Als er een verkeerde optie is
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 17
18
Gebruik
geselecteerd, knippert het gele controlelampje van de toets 8 3 keer, de melding
Err wordt gedurende ongeveer 2 seconden weergegeven.
Selecteer de STARTUITSTEL met toets 9
Als u de start wilt uitstellen , druk dan herhaaldelijk op toets 9, voordat u het
programma start. Het bijbehorende symbool verschijnt op het display.
De start van het hoofdwasprogramma kan met 30 min - 60 min - 90 min, 2 uur
en vervolgens steeds met 1 uur tot een maximum van 20 uur met deze toets
worden uitgesteld. De gekozen starttijd verschijnt een paar seconden op het
display, daarna verschijnt de duur van het programma weer.
U moet deze optie kiezen nadat u het programma hebt ingesteld en voordat u de
toets
8 indrukt. U kunt de starttijd op ieder gewenst moment wijzigen of
annuleren, voordat u toets
8 indrukt.
Als u tijdens de starttijd nog wasgoed in de trommel wilt stoppen, druk dan op
toets
8 om de machine op pauze te zetten. De deur kan onmiddellijk geopend
worden of na een paar minuten, dit is afhankelijk van het model (Probeer in geen
geval de deur te openen als deze vergrendeld is!). Nadat u de deur weer gesloten
heeft drukt u weer op toets
8.
De uitgestelde start kiezen:
Kies het programma en de gewenste opties;
Kies de starttijd;
Druk op toets 8: de machine begint de tijd af te tellen in uren. Het
programma zal beginnen als het gekozen uitstel is afgelopen.
De uitgestelde start annuleren
zet de wasautomaat op PAUZE door toets 8 in te drukken;
druk eenmaal op toets 9 tot het symbool 0wordt weergegeven;
druk nogmaals op toets 8 om het programma te starten.
Belangrijk!
De Startuitdstel kan niet worden gekozen bij het programma POMPEN
.
Een optie of lopend programma wijzigen
Het is mogelijk sommige optie te veranderen. Voordat u iets kunt veranderen,
moet u de machine op pauze zetten door toets
8 in te drukken. U kunt een
lopend programma alleen veranderen door het te resetten. Draai de
programmakeuzeknop eerst op
O/UIT en daarna op het nieuwe programma.
Start het nieuwe programma door nogmaals toets
8 in te drukken. Het water in
de kuip zal niet worden weggepompt.
Een programma onderbreken
Druk op toets 8 om een lopend programma te onderbreken. Het bijbehorende
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 18
19
Gebruik
controlelampje begint te knipperen. Druk nogmaals op deze toets om het
programma opnieuw te starten.
Een programma annuleren
Draai de programmakeuzeknop op O/UIT om een lopend programma te
annuleren. U kunt nu een nieuw programma kiezen.
De deur openen nadat het programma is gestart
Zet de machine eerst op pauze door toets 8 in te drukken. De deur kan
onmiddellijk worden geopend.
Als de deur vergrendeld blijft, betekent dit dat de machine al aan het opwarmen
is, dat het waterniveau boven de bodemrand van de deur komt.
Als u de deur niet kunt openen maar als dit toch nodig is, dan moet u de
machine uitschakelen door de programmakeuzeknop op
O/UIT te zetten. Na
een paar minuten kan de deur worden geopend (let op het waterniveau en
de temperatuur!).
Nadat u de deur gesloten heeft, moet u het programma opnieuw selecteren en
op de toets
8 drukken.
Aan het einde van het programma
De machine stopt automatisch, het controlelampje van toets 8, het
controlelampje
10.1 of 10.2 gaat uit en een knipperende «o» verschijnt op het
display. Er klinken enkele geluidssignalen. De deur kan nu geopend worden.
Als er een programma of optie wordt gekozen waarbij het water in de trommel
niet wordt weggepompt, gaan het lampje van de SPOELSTOP en het
controlelampje
10.3 branden en blijft de deur vergrendeld, om aan te geven dat
het water eerst moet worden weggepompt voordat de deur geopend kan
worden.
Volg de onderstaande instructies om het water af te voeren:
draai de programmakeuzeknop op O/UIT
selecteer het programma POMPEN of CENTRIFUGEREN
verlaag, indien nodig, het centrifugetoerental, door de betreffende toets in te
drukken
druk op toets 8
als het programma is afgelopen verschijnt op het display een knipperende «o».
Het contrelampje
10.3 gaat uit. De deur kan nu worden geopend.
Draai de programmakeuzeknop op
O/UIT om de machine uit te schakelen.
Verwijder het wasgoed uit de trommel en controleer goed of de trommel
helemaal leeg is. Als u niet van plan bent om nog een was te doen, sluit dan de
waterkraan. Laat de deur open staan om de vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te voorkomen.
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 19
20
Gebruik
Alleen DROGEN
De aanbevolen ladingen zijn 3 kg voor katoen en linnen en 2 kg voor
synthetische stoffen.
Opmerking! Het is ook mogelijk om 4 kg katoenen wasgoed te drogen (zie de
droogtijdtabel).
De waterkraan moet open staan en de afvoerslang moet in de gootsteen
geplaatst zijn of aangesloten op de afvoerleiding.
Kies het droogprogramma door aan de programmakeuzeknop (1)
te draaien
Draai de programmakeuzeknop op het gewenste programma voor «DROGEN
KATOEN» of «DROGEN SINTH.» in de sector Drogen. Het controlelampje
10.2
brandt.
Kies de tijdsduur voor het drogen door toets 6 in te drukken
Met deze toets kunt u de duur van de droogcyclus kiezen van 10 tot 250
minuten (
4.10) voor Katoen of van 10 tot 130 minuten (2.10) voor
Synthetische stoffen, afhankelijk van het soort textiel.
Druk op toets
6, totdat de door u gewenste droogtijd op het display verschijnt.
Telkens als u deze toets indrukt wordt de droogtijd met 5 minuten verlengd. Druk
vervolgens op toets
8 om het programma te starten.
De geselecteerde droogtijd op het display neemt per minuut met één eenheid af.
Opmerking!
De programmaduur wordt automatisch met maximaal enkele minuten verlengd,
dit is helemaal normaal.
Aan het einde van het programma
Aan het einde van het droogprogramma klinken er enkele geluidssignalen. Een
knipperende «
0» verschijnt op het display. Het lampje van toet 8 gaat uit.
Op dit punt begint er een antikreukfase, die ongeveer 10 minuten duurt.
Tijdens deze fase een knipperende «
0» verschijnt op het display, het
controlelampje
10.2 en 10.3 blijven branden en kan de deur niet geopend
worden.
Aan het einde van het antikreukfase gaat het controlelampje 10.3 uit. De deur
kan geopend worden.
Opmerking!
Als u de deur vóór of tijdens de antikreukfase toch wilt openen, of het program-
ma wilt onderbreken, druk dan op een willekeurige toets of draai de programma-
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 20
keuzeknop op een willekeurig programma (behalve op O/UIT), dan kan de deur
onmiddellijk geopend worden.
Draai de keuzeknop op de
O/UIT stand om de machine uit te schakelen.
De trommel legen.
Automatisch wassen en drogen (NON-STOP-programma)
De aanbevolen ladingen zijn 3 kg voor katoen en linnen en 2 kg voor
synthetische stoffen.
Opmerking! Het is ook mogelijk om 4 kg katoenen wasgoed te drogen (zie de
droogtijdtabel).
Maak geen gebruik van een wasmiddeldoseerbol als u een wassen & dro-
gen programma uitvoert.
Kies het programma wassen en drogen met de
programmakeuzeknop (1) en de toets 6
Schakel de machine in door de keuzeknop op het/de gekozen wasprogramma/
temperatuur te zetten en druk op de toetsen die overeenkomen met de gewenste
opties.
Als u een «automatisch droogprogramma» selecteert, gaan de controlelampjes
10.1 en 10.2 branden.
Als u toets 6 indrukt verschijnt op het display enkele seconden de DROOGTIJD,
daarna verschijnt de volledige duur van de was- en droogcyclus weer.
Kies, indien mogelijk, geen centrifugesnelheid die lager is dan de snelheid die de
machine heeft voorgesteld om een te lange droogtijd te voorkomen en zo
energie te besparen.
Het verlagen van het centrifgugetoerental is hoe dan ook alleen moge-
lijk nadat u “drogen” geselecteerd heeft.
De laagst mogelijke waarden die u kunt selecteren zijn: 900 t.p.m. voor katoen en
700 t.p.m. voor synthetische stoffen.
Start het programma door op toets
8 te drukken. Na de start van het
programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Volg, aan het einde van het programma, de aanwijzingen die in het vori-
ge hoofdstuk staan beschreven.
Draai de keuzeknop op de
O/UIT stand om de machine uit te schakelen. De
trommel legen.
21
Gebruik
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 21
22
Wasprogramma’s
Wasprogramma’s
Programma/
Temperatuur
Soort wasgoed
Opties
Beschrijving van het
programma
KATOEN
95° - 60°
Wit katoen
(zwaar vervuild
katoenen wasgoed)
CENTRIFUGEREN/
SPOELSTOP
TIJD(**), VLEKKEN (*),
EXTRA SPOELEN
Hoofdwas, Spoelen
Lang centrifugeren op
1400 rpm
Max. Belading: kg 6 **
Gered. Belading: 3 kg
BONT KATOEN
60° - 40° - 30°
Bont katoen
(normaal vervuild
wasgoed)
CENTRIFUGEREN/
SPOELSTOP
TIJD(**), VLEKKEN (*),
EXTRA SPOELEN
Hoofdwas, Spoelen
Lang centrifugeren op
1400 rpm
Max. Belading: kg 6 **
Gered. Belading: 3 kg
SYNTHETICA
60° - 50° -
40° - 30°
Synthetische of
gemengde stoffen
CENTRIFUGEREN/
SPOELSTOP
TIJD(**), VLEKKEN (*),
EXTRA SPOELEN
Hoofdwas, Spoelen
Kort centrifugeren op
900 rpm
Max. Belading: 3 kg **
Gered. Belading:1,5 kg
40 ECO
40°
Wit en bont katoen
economy, licht-
normaal vervuild
CENTRIFUGEREN/
SPOELSTOP, VLEKKEN (*),
EXTRA SPOELEN
Hoofdwas, spoelgangen
Lang centrifugeren op
1400 rpm
Max. Belading: 6 kg
* De optie Vlekken kan alleen worden gekozen bij een temperatuur van 40°C of hoger.
** Als u de optie SUPER SNEL selecteert, adviseren wij u de maximale belading te
beperken, zoals aangegeven. (Gered. Belading=Gereduceerde belading). Volledige
belading is mogelijk, de wasresultaten zullen echter minder goed zijn.
KATOEN +
VOORWAS
95° - 60° - 40°
Wit katoen
(zwaar vervuild
katoenen wasgoed)
CENTRIFUGEREN/
SPOELSTOP
TIJD(**), VLEKKEN
EXTRA SPOELEN
Voorwas, hoofdwas,
spoelgangen
Lang centrifugeren op
1400 rpm
Max. Belading: kg 6 **
Gered. Belading: 3 kg
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 22
23
Wasprogramma’s
Wasprogramma’s
Programma/
Temperatuur
Soort wasgoed
Opties
Beschrijving van het
programma
KORT SPOELEN
Met dit programma is het
mogelijk om kledingstukken
die met de hand gewassen zijn
uit te spoelen en te
centrifugeren. De machine
voert 3 spoelgangen uit,
gevolgd door een laatste korte
keer kort centrifugeren. Het
centrifugetoerental kan
worden verlaagd met de
bijbehorende toets.
CENTRIFUGEREN/
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
Spoelen
Kort centrifugeren op
900 rpm
Max. Belading: 6 kg
WOL PLUS
/ZIJDE
30°- Koud
Wasprogramma voor in de
machine te wassen en met de
hand te wassen wollen
artikelen en fijne was waarin
het «handwas»symbool
staat.
Opmerking: Een enkel of groot
stuk wasgoed kan onbalans
veroorzaken. Als de machine de
laatste centrifugefase niet
uitvoert, voeg dan meer wasgoed
toe, verdeel de lading handmatig
opnieuw en kies vervolgens het
centrifugeprogramma.
CENTRIFUGEREN/
SPOELSTOP
Hoofdwas, Spoelen
Kort centrifugeren op
900 rpm
Max. Belading: 2 kg
STRIJKVRIJ PLUS
40°
Kreukherstellend of
gemengde weefsels die
gestreken moeten worden
Als u dit programma kiest wordt
het wasgoed behoedzaam
gewassen en gecentrifugeerd
om eventuele kreukels te
voorkomen. Op deze manier
kunt u gemakkelijker strijken.
Bovendien zal de machine extra
spoelgangen uitvoeren.
CENTRIFUGEREN/
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
Hoofdwas
Spoelen
Kort centrifugeren op
900 rpm
Max. Belading: 1 kg
FIJNE WAS
40° - 30°
Fijne was:
bijvoorbeeld vitrage
CENTRIFUGEREN/
SPOELSTOP
TIJD(**),
VLEKKEN(*),
EXTRA SPOELEN
Hoofdwas, Spoelen
Kort centrifugeren op
900 rpm
Max. Belading: 3 kg **
Gered. Belading: 1,5 kg
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 23
24
Wasprogramma’s
ECO
60°
Wit en kleurecht katoen -
economy (zuinig), licht tot
normaal vervuild wasgoed
Dit programma kan worden
gekozen voor licht of normaal
vervuilde katoenen artikelen.
De temperatuur wordt
verlaagd en de wasduur wordt
verlengd. Hierdoor kunt u een
goede wasefficiëntie bereiken
en tegelijk energie besparen.
CENTRIFUGEREN /
SPOELSTOP
VLEKKEN, EXTRA
SPOELEN
Hoofdwas,
Spoelen
Lang centrifugeren op
1400 rpm
Max. Belading: 6 kg
Programma/
Temperatuur
Soort wasgoed
Opties
Beschrijving van het
programma
O/UIT
Om het lopende programma
te annuleren of om de machi-
ne uit te schakelen
OPFRISSEN
30°
Speciaal programma op 30°C,
duur - ongeveer. 30 minuten,
ideaal om wasgoed op te
frissen: bijv. een sportjack dat
slechts eenmaal gedragen is
of licht vervuilde of nieuwe
kleding.
CENTRIFUGEREN
Hoofdwas
Spoelgangen
Kort centrifugeren op
900 rpm
Max. Belading: 2 kg
CENTRIFUGEREN
Aparte centrifugegang voor
katoenen kledingstukken die
met de hand gewassen zijn en
na programma’s met de optie
SPOELSTOP. Voordat u dit
programma kiest moet de
programmakeuzeknop op
O/UIT worden gezet. U kunt
het centrifugetoerental met
behulp van de betreffende
toets aanpassen aan de
weefsels die gecentrifugeerd
moeten worden.
CENTRIFUGEREN
Water afvoeren en lang
centrifugeren op 1400
rpm
Max. Belading: 6 kg
POMPEN
Om het laatste spoelwater af
te voeren bij programma’s met
de optie SPOELSTOP. Voordat u
dit programma kiest moet de
programmakeuzeknop op
O/UIT worden gezet.
Waterafvoer
Max. Belading: 6 kg
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 24
25
Droogtijd’s
Droogtijd’s
Degré de séchage
Soort weefsel
Max. belading
Centrifuge-
toerental
Aanbevolen
Droogtijd
in minuten
Geschikt voor artike-
len die ongestreken
worden opgeborgen
Geschikt
voor artikelen die
gestreken moeten
worden
Katoen en linnen (bad-
jassen, badhanddoeken,
enz
Synthetische en
gemengde weefsels
(truien, blouses, onder-
goed, huishoudlinnen)
Katoen en linnen
(lakens, tafelkleden, over-
hemden, enz.)
Overeenkomstig de EG-richtlijn EN 50229 moet het referentieprogramma voor
katoen voor de gegevens die op het energielabel staan worden getest, door de maxi-
male belading in twee gelijke delen te verdelen en ieder deel te drogen met de
DROOGTIJD (Toet
6).
Opmerking!
De verschillende soorten katoen (badstof, lakens, overhemden, enz.) en wasgoed dat
zich oprolt tijdens de centrifugefase, kunnen een niet uniforme droogtegraad realiseren.
Zodat in het uitzonderlijke geval aan het einde van de cyclus het wasgoed nog een
beetje vochtig is. Wij raden u daarom aan het wasgoed dat zich heeft opgerold uit te
rollen, het wasgoed gelijkmatig in de trommel te verdelen en vervolgens een extra
droogcyclus van 20-30 minuten te selecteren.
3 kg
1400 100 - 110
1.5 kg
1400 65 - 75
2 kg 900
900
90 - 100
1 kg
55 - 65
4 kg
1400 150 - 170
3 kg
1.5 kg
1400 80 - 90
4 kg
1400 120 - 140
50 - 601400
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 25
De wascyclus voorbereiden
De was sorteren
Houd u aan de wassymbolen op de etiketten, waarvan elk kledingstuk voorzien is, en
de wasvoorschriften van de fabrikant. Sorteer het wasgoed als volgt: wit, bont,
synthetisch, fijne was, wol.
Temperatuur
Voordat u de was in de machine doet
Was witte en bonte was nooit samen. Wit kan in de was zijn “witheid” verliezen.
Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen;
was dit soort kleding de eerste keer dan ook apart.
Zorg ervoor dat er geen metalen voorwerpen in het wasgoed
achterblijven (bijv. haarspeldjes, veiligheidsspelden, spelden).
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind ceintuurs of
lange riemen vast.
Verwijder hardnekkige vlekken vóór het wassen.
Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een speciaal wasmiddel of reinigingspasta.
Behandel vitrage met speciale zorg. Verwijder haken of stop ze in een zak of net.
Maximale belading
De aanbevolen belading is te vinden in hoofdstuk “Wasprogramma’s”. Algemene
regels:
Katoen, linnen: trommel vol maar niet volgepropt;
Synthetica: trommel niet meer dan half vol
;
Fijne was en wol: trommel niet meer dan een derde gevuld.
Indien u wast met een maximale belading maakt u efficiënt gebruik van water en
energie.
26
De wascyclus voorbereiden
95° of 90°
voor normaal vervuild wit katoen en linnen (bijv.
theedoeken, handdoeken, tafelkleden, lakens...).
60°/50°
voor normaal vervuilde kleurechte kleding (bijv.
overhemden, nachthemden, pyjama’s....) van linnen, katoen
of synthetische weefsels en voor licht vervuild wit katoen
(bijv. ondergoed).
40°-30°- Koud
voor tere weefsels (bijv. vitrage), gemengde was inclusief
synthetische weefsels en wollen kledingstukken met het
label «zuiver wol, wasbaar in de machine, krimpvrij».
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 26
Als de kleding sterk vervuild is, verminder dan de belading.
Het gewicht van wasgoed
De volgende gewichten zijn een indicatie:
Vlekken verwijderen
De kans bestaat dat hardnekkige vlekken niet kunnen worden verwijderd met
alleen water en wasmiddel. Het is daarom aan te bevelen vlekken eerst te
behandelen alvorens het kledingstuk te wassen.
Bloed: behandel verse bloedvlekken met koud water. Laat opgedroogde vlekken
een nacht in water met een speciaal wasmiddel inweken; daarna de vlek met het
sop uitwassen.
Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met wasbenzine, leg het kledingstuk op een
zachte doek en dep de vlek; herhaal de behandeling enkele keren.
Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek met terpentine, leg het
kledingstuk op een zacht oppervlak en dep de vlek met de vingertoppen en een
katoenen doek.
Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of een roestverwijderingsproduct dat
koud wordt gebruikt. Wees voorzichtig met oude roestvlekken omdat de
cellulosestructuur in dat geval beschadigd zal zijn en de kans groot is dat de vlek
een gat wordt.
Schimmelvlekken: behandel de vlek met bleekmiddel; goed uitspoelen (alleen
witte en kleurechte weefsels).
27
De wascyclus voorbereiden
1200 gram
badjas
100 gramservet
700 gramdekbedovertrek
500 gramlaken
200 gramkussensloop
250 gramtafelkleed
200 grambadstof handdoek
100 gramtheedoek
200 gramnachthemd
100 gramdamesslip
600 gramherenwerkoverhemd
200 gramherenoverhemd
500 gramherenpyjama
100 grambloes
100 gramherenslip
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 27
Gras: licht inzepen en de vlek met bleekmiddel behandelen (alleen witte en
kleurechte weefsels).
Balpeninkt en lijm: bevochtig de vlek met aceton(*), leg het kledingstuk op een
zachte doek en dep de vlek.
Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton zoals hierboven, vervolgens de
vlekken met brandspiritus behandelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met
bleekmiddel.
Rode wijn: laten inweken in water en wasmiddel, uitspoelen en behandelen met
azijnzuur of citroenzuur, vervolgens uitspoelen. Behandel evt. achtergebleven
sporen met bleekmiddel.
Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het type inkt eerst met aceton (*) en dan
met azijnzuur; behandel evt. achtergebleven sporen op wit textiel met
bleekmiddel; daarna grondig uitspoelen.
Teervlekken: eerst behandelen met vlekkenverwijderaar, brandspiritus of
wasbenzine, vervolgens inwrijven met reinigingspasta.
(*) gebruik geen aceton op kunstzijde.
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de keuze van het wasmiddel en het
gebruik van de juiste hoeveelheden om verspilling te voorkomen en het milieu te
sparen.
Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn bevatten wasmiddelen stoffen die - in
grote hoeveelheden - de broze balans van de natuur kunnen verstoren.
De keuze van het wasmiddel hangt af van het type stof (fijne was, wol, katoen,
enz.), de kleur, wastemperatuur en de mate van vervuiling.
Alle in de handel verkrijgbare machinewas- en droogmiddelen kunnen in deze
machine worden gebruikt:
waspoeder voor alle soorten weefsels,
waspoeder voor fijne weefsels (60°C max.) en wol,
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma’s op lage
temperatuur (60°C max) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen
wol.
De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de
wasmiddellade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart.
A
ls gebruik wordt gemaakt van geconcentreerd waspoeder of vloeibaar
wasmiddel, dient een programma zonder voorwas te worden gekozen.
28
De wascyclus voorbereiden
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 28
De wasmachine-droger is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal
gebruik van het geconcentreerde wasmiddel mogelijk maakt.
Giet vloeibaar wasmiddel in het vakje van de wasmiddellade met het teken
voordat u het programma start.
Wasverzachter of stijfsel moeten in het vakje met het teken worden
gegoten voordat u het wasprogramma start.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken
hoeveelheden en overschrijd het «MAX»-teken in de wasmiddellade niet.
Hoeveelheid wasmiddel
Het type en de hoeveelheid wasmiddel hangen af van het type weefsel, de
hoeveelheid wasgoed, de mate van vervuiling en de hardheid van het water.
Volg de instructies van de wasmiddelfabrikant over de hoeveelheden.
Gebruik minder wasmiddel als:
als u een kleine lading wast,
het wasgoed licht vervuild is,
er veel schuimvorming is tijdens het wassen. Volg de aanwijzingen van de
fabrikant over de te gebruiken hoeveelheden reinigingsmiddel voor de
vlekkenbehandeling voor de wascyclus. Als u een specifiek product gebruikt
voor het verwijderen van de vlekken, moet u de wascyclus onmiddellijk
starten.
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassificeerd in zogenaamde hardheidsgraden.
Informatie over de hardheid van het water in uw omgeving kan worden
verkregen bij het desbetreffende waterleidingbedrijf.
Opmerking: Een waterontharder moet worden toegevoegd als het water een
gemiddeld-hoge hardheidsgraad heeft (vanaf hardheidsgraad II). Volg de
instructies van de fabrikant op. De hoeveelheid wasmiddel kan altijd worden
aangepast aan de hardheidsgraad I (=zacht).
29
De wascyclus voorbereiden
Graad
1
Kenmerk
zacht
Graden van waterhardheid
Duits
°dH
Frans
°TH.
0-7 0-15
2 gemiddeld 8-14 16-25
3 hard 15-21 26-37
4 erg hard
> 21 > 37
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 29
De droogcyclus voorbereiden
De wasdroger werkt op het principe van condensatie
.
Daarom moet de waterkraan open staan en moet de afvoerslang, ook
gedurende de droogcyclus, in een gootsteen of een afvoerleiding
geplaatst zijn.
Belangrijk!
Voordat u het droogprogramma start, moet u de hoeveelheid gewassen
artikelen verminderen, teneinde goede resultaten te verkrijgen.
Wasgoed dat niet geschikt is voor de droger
Bijzonder tere artikelen zoals synthetische gordijnen, wol en zijde, kleding met
metalen onderdelen, nylon kousen, omvangrijke kledingstukken zoals anoraks,
spreien, gewatteerde dekens, slaapzakken en dekbedden mogen niet in de machi-
ne gedroogd worden.
Vermijd het drogen
van donkere kleding met licht gekleurd pluizig wasgoed, zoals
handdoeken, daar donkere kleding pluis kan aantrekken.
Verwijder het wasgoed wanneer het apparaat klaar is met drogen.
Om statische lading na het drogen te voorkomen gebruikt u een wasverzachter
in de wasmachine of een speciaal voor trommeldrogers verkrijgbare wasverzach-
ter.
Kledingstukken gevoerd met schuimrubber of op schuimrubber lijkend materiaal
mogen niet in de machine gedroogd worden; deze kunnen brandgevaar opleve-
ren.
Evenmin mogen stoffen die resten bevatten van haarversteviger of haarlak,
nagellakremover en dergelijke gedroogd worden in de machine om de vorming
van schadelijke dampen te voorkomen.
30
De droogcyclus voorbereiden
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 30
Kledinglabels
Volg voor het drogen de aanwijzingen van de fabrikant op het label op:
mag in de wasdroger
Drogen op hoge temperatuur
Drogen op lage temperatuur
niet geschikt voor de wasdroger.
Duur droogcyclus
De droogtijd kan variëren afhankelijk van:
snelheid van de laatste centrifugegang
gewenste droogtegraad (extra droog, strijkdroog, kastdroog)
soort wasgoed
gewicht van de hoeveelheid wasgoed
De gemiddelde droogtijd voor een tijdgestuurd droogprogramma staat vermeld in
het hoofdstuk «Droogprogramma’s». De ervaring zal u helpen uw wasgoed op de
meest geschikte wijze te drogen, afhankelijk van de verschillende weefsels. Maak
wat aantekeningen over de duur van het drogen van reeds uitgevoerde cycli.
Extra drogen
Als het wasgoed nog vochtig is na afloop van het droogprogramma, selecteer dan
nog een korte droogcyclus.
Let op! Laat het wasgoed niet te droog worden om te voorkomen dat
kledingstukken erg gekreukt raken of krimpen.
31
De droogcyclus voorbereiden
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 31
Onderhoud en reiniging
U moet eerst de stekker van het apparaat uit het stopcontact TREKKEN, voordat
u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat gaat uitvoeren.
Ontkalken
Het water dat wij gebruiken bevat gewoonlijk kalk. Het is aan te bevelen om
regelmatig een waterontharder in de machine te gebruiken. Doe dit apart van
het wassen van wasgoed en volgens de aanwijzingen van de fabrikant van de
waterontharder.
Hiermee voorkomt u de vorming van kalkaanslag.
Na elke wasbeurt
Laat de deur een tijdje open staan. Dit helpt om de vorming van schimmel en
onaangename luchtjes in het apparaat te voorkomen. Door de deur een tijdje
open te laten staan na een wascyclus blijft de afdichting van de deur ook beter
bewaard.
Onderhoudswasbeurt
Bij wasbeurten op lage temperaturen is het mogelijk dat er aanslag aan de
binnenkant van de trommel blijft zitten.
Wij raden u daarom aan regelmatig een onderhoudswasbeurt uit te voeren.
Om een onderhoudswasbeurt uit te voeren:
Moet de trommel leeg zijn.
Moet u het heetste wasprogramma voor katoen kiezen.
Gebruik een normale hoeveelheid wasmiddel, dit moet waspoeder zijn met
biologische eigenschappen
.
Schoonmaken van de buitenkant
Maak de buitenkant van het apparaat alleen schoon met water en zeep, droog
het daarna grondig af.
Belangrijk! Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of soortgelijke producten
om de buitenkant van de machine te reinigen.
Wasmiddellade
De wasmiddellade dient regelmatig te worden schoongemaakt.
1. Verwijder de lade door de vergrendeling naar beneden te drukken en de lade
naar buiten te trekken. Spoel de lade af onder een kraan om eventuele resten
waspoeder te verwijderen.
32
Onderhoud en reiniging
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 32
33
Onderhoud en reiniging
2. Om het schoonmaken te
vergemakkelijken kan het bovenste
gedeelte van het vakje voor
nabehandelingsmiddelen verwijderd
worden.
3. Maak alle onderdelen schoon met
water.
4. Plaats de wasmiddellade in de
geleiderails en duw hem naar binnen.
Draai een wascyclus zonder was in de
trommel.
Wastrommel
Roestaanslag in de trommel kan
voorkomen vanwege roestende vreemde
voorwerpen in de was of door leidingwater dat ijzer bevat.
Belangrijk! Maak de trommel niet schoon met zure ontkalkingsmiddelen,
schuurmiddelen die chloor bevatten of staalwol.
1. Verwijder alle roestaanslag op de trommel met een reinigingsmiddel voor
roestvrijstaal.
2. Draai een wascyclus zonder was in de trommel om restanten van
reinigingsmiddelen te verwijderen (Kort programma
van KATOEN, voeg ongeveer een kwart maatbeker
wasmiddel toe).
Deurrubber
Controleer van tijd tot tijd het deurrubber en haal evt.
aanwezige voorwerpen weg die in de manchet terecht
zijn gekomen.
Afvoerpomp
De pomp moet regelmatig worden gecontroleerd en in het bijzonder als
de machine niet pompt en/of niet centrifugeert
de machine tijdens het pompen een abnormaal geluid maakt als gevolg van
veiligheidsspelden, munten, enz. die de pomp blokkeren.
Ga als volgt te werk:
1. Schakel de wasautomaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 33
2. Wacht indien nodig tot het water is
afgekoeld.
3. Plaats een opvangbak dicht bij de
pomp (A) om het vrijko mende water
op te vangen.
4. Trek de noodafvoerslang (B) naar
buiten, plaats hem in de opvangbak en
verwijder de dop.
5. Als er geen water meer naar buiten
komt, het deksel van de pomp
losschroeven
(A) en verwijderen. Houd
altijd een oude doek bij de hand om
het eventueel gemorste water te
kunnen opvegen.
6. Verwijder eventuele voorwerpen uit het
schoepenrad van de pomp, door dit
rond te draaien.
7. Zet de stop terug op de
noodafvoerslang en zet de slang terug
op zijn plaats.
8. Draai het pompdeksel weer helemaal vast.
34
Onderhoud en reiniging
B
A
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 34
35
Onderhoud en reiniging
Let op!
Als het apparaat in werking is en
afhankelijk van het gekozen programma
kan er heet water in de pomp aanwezig
zijn. Verwijder het pompdeksel nooit
tijdens een wascyclus, wacht altijd tot de
machine de cyclus heeft afgemaakt en u het wasgoed uit de trommel heeft
gehaald. Wanneer u het deksel weer vastschroeft dient u goed te controleren of
het stevig is vastgezet om lekkages te voorkomen en te voorkomen dat jonge
kinderen het kunnen verwijderen.
Watertoevoerzeef
Als u merkt dat het langer duurt om de machine met water te vullen, controleer
dan of het zeefje in de toevoerslang niet is verstopt.
1. draai de waterkraan dicht.
2. Schroef de slang van de kraan.
3. Reinig het zeefje in de slang met een harde
borstel.
4. Schroef de waterslang weer op de kraan.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als de machine op een plaats staat waar de
temperatuur tot beneden het vriespunt kan dalen,
ga dan als volgt te werk:
1. Sluit de kraan en schroef de toevoerslang los van de kraan.
2. Plaats het uiteinde van de noodafvoerslang en van de toevoerslang in een op
de vloer geplaatste opvangbak en laat het aanwezige water weglopen.
3. Schroef de watertoevoerslang weer aan de kraan en zet de noodafvoerslang
weer op zijn plaats na eerst de stop te hebben teruggeplaatst
.
Daardoor wordt evt. in de machine achtergebleven water verwijderd en wordt de
vorming van ijs en daardoor beschadiging van de machine voorkomen.
Als u de machine weer wilt gebruiken, controleer dan of de omgevingstempera-
tuur boven de 0°C ligt.
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 35
Machine legen in geval van nood
Ga, als het water niet wordt afgevoerd, als volgt te werk om de machine leeg te
laten lopen:
1. trek de stekker uit het stopcontact;
2. draai de waterkraan dicht;
3. wacht indien nodig totdat het water is afgekoeld;
4. zet een opvangbak op de vloer en houd het uiteinde van de noodafvoerslang
in de bak. Trek de stop eruit. Het water zou door de zwaartekracht in de
opvangbak moeten lopen. Plaats als de opvangbak vol is de stop terug op de
slang. Gooi de opvangbak leeg. Herhaal deze procedure totdat er geen water
meer uit de slang komt;
5. reinig indien nodig de pomp, zoals hierboven beschreven;
6. plaats de stop terug op de noodafvoerslang en zet de slang terug op zijn
plaats;
7. schroef de pomp weer vast.
36
Onderhoud en reiniging
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 36
37
Wat moet u doen, als...
Wat moet u doen, als...
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een gebrek aan eenvoudig onderhoud of van
onoplettendheid; dergelijke problemen kunnen zonder de hulp van een monteur
gemakkelijk worden opgelost. Controleer eerst de hieronder staande checklist, voordat u
contact opneemt met onze service-afdeling.
Als de machine is ingeschakeld, is het mogelijk dat het gele controlelampje van toets 8
knippert, een van de volgende alarmcodes op het display verschijnt en tegelijkertijd
iedere 20 seconden geluidssignalen te horen zijn, om aan te geven dat de machine niet
werkt:
E10 : probleem met de watertoevoer
E20 : probleem met de waterafvoer
E40 : deur open.
Druk, nadat het probleem is verholpen, op toets
8 om het programma opnieuw te
starten. Neem als het probleem ondanks alle controles aanhoudt, contact op met
ELECTROLUX SERVICE.
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
De wasmachine-droger start niet:
De deur is niet goed gesloten. E40
Doe de deur stevig dicht.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
Controleer de elektrische installatie in uw woning.
De hoofdzekering is doorgebrand.
Vervang de zekering.
De keuzeknop staat niet op de juiste stand en toets
8
is niet ingedrukt.
Draai aan de keuzeknop en druk nogmaals op toets
8.
De uitgestelde start is gekozen.
Als het wasgoed meteen gewassen moet worden,
annuleer dan de uitgestelde start.
Het Kinder slot is geactiveerd.
Schakel deze voorziening uit.
De machine wordt niet met water
gevuld:
De waterkraan is dicht. E10
• Draai de waterkraan open.
De toevoerslang is bekneld of geknikt.
E10
Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
Het filter in de toevoerslang is verstopt.
E10
Maak het zeefje van de toevoerslang schoon.
De deur is niet goed gesloten.
E40
Doe de deur stevig dicht.
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 37
38
Wat moet u doen, als...
De deur gaat niet open:
Het programma loopt nog.
Wacht tot de wascyclus is afgelopen.
De deur is niet ontgrendeld.
Wacht tot de «
0» op het display verschijnt.
Er staat water in de trommel.
Kies programma POMPEN of CENTRIFUGEREN.
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
Er stroomt water in de machine en
dat loopt meteen weer weg:
Het uiteinde van de afvoerslang bevindt zich te laag.
Zie het hoofdstuk “Waterafvoer”.
De machine pompt het water niet
weg en/of centrifugeert niet:
De afvoerslang is bekneld of geknikt. E20
Controleer de aansluiting van de afvoerslang.
De afvoerpomp is verstopt.
E20
Maak de afvoerpomp schoon.
Er is een optie of programma gekozen waarbij het
water in de trommel niet wordt weggepompt of een
programma waarbij niet wordt gecentrifugeerd.
Kies het programma POMPEN of CENTRIFUGEREN.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel
verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Er ligt water op de vloer:
Er is te veel of ongeschikt wasmiddel gebruikt (te veel
schuimvorming).
Verminder de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een
ander middel.
Controleer of een van de koppelingen van de
toevoerslang lekkage vertoont. Dit is niet altijd
gemakkelijk te zien, omdat het water langs de slang
naar beneden loopt; controleer of de slang vochtig is.
Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang.
De afvoerslang is beschadigd.
Vervang deze door een nieuwe.
De dop op de noodafvoerslang is na het schoonmaken
niet teruggeplaatst of het filter is niet goed
vastgeschroefd.
Plaats de dop terug op de noodafvoerslang of
schroef het filter helemaal vast.
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 38
39
Wat moet u doen, als...
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
De machine staat te schudden of
maakt lawaai:
De transportbouten en het verpakkingsmateriaal zijn
niet verwijderd.
Controleer of het apparaat correct geïnstalleerd is.
De voetjes zijn niet afgesteld
Controleer of het apparaat goed waterpas staat.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel
verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Misschien zit er maar heel weinig wasgoed in de
trommel.
Doe meer wasgoed in de trommel.
Centrifugeren begint traag of de
machine centrifugeert niet:
De elektronische voorziening voor onbalans is
ingeschakeld omdat het wasgoed niet gelijkmatig in
de trommel is verdeeld. Het wasgoed wordt
herverdeeld doordat de machine de trommel in
tegenovergestelde richting ronddraait. Dit kan
verschillende keren nodig zijn voordat de onbalans
verdwijnt en het normale centrifugeren kan worden
hervat. Als na enkele minuten het wasgoed nog
steeds niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld, zal
de machine niet centrifugeren.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Voeg meer wasgoed toe, verdeel de lading
handmatig opnieuw en kies vervolgens het
centrifugeprogramma.
Onbevredigende wasresultaten:
Er is te weinig of ongeschikt wasmiddel gebruikt.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander
middel.
Hardnekkige vlekken zijn niet vóór het wassen
behandeld.
Gebruik normaal in de handel verkrijgbare
producten om hardnekkige vlekken te behandelen
.
De juiste temperatuur was niet gekozen.
Controleer of u de juiste temperatuur heeft gekozen.
Te veel wasgoed in de trommel.
Stop wat minder wasgoed in de trommel.
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 39
40
Wat moet u doen, als...
Probleem Mogelijke oorzaak/Oplossing
Als u het probleem niet kunt vinden of oplossen,
neem dan contact op met onze service-afdeling.
Noteer alvorens te bellen het model, serienummer
en de aankoopdatum van de machine: onze service-
afdeling zal om deze informatie vragen.
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
Mod. ......
....
Prod. No. ...........
Ser. No. ......
...
P0042 BD
De machine droogt niet of droogt
niet goed
De droogtijd is niet geselecteerd.
Selecteer de droogtijd.
De waterkraan staat niet open (
E10)
Draai de waterkraan open.
Het afvoerfilter is verstopt (
E20)
Maak de afvoerpomp schoon.
Er zit teveel wasgoed in de machine.
Stop wat minder wasgoed in de trommel.
Het geselecteerde droogtijd was niet geschikt voor het
wasgoed
Selecteer het geschikte droogprogramma, tijd voor
het wasgoed.
Er is geen water zichtbaar in de
trommel:
Machines die gebaseerd zijn op moderne technologie
werken erg zuinig en verbruiken weinig water zonder
dat dit van invloed is op de prestatie van de machine.
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 40
41
Technische gegevens
Technische gegevens
Afmetingen
Breedte
Hoogte
Diepte
60 cm
85 cm
54 cm
Elektrische aansluiting
Leidingwaterdruk
Minimaal
Maximaal
0,05 MPa
0,80 MPa
Maximale belading
Katoen 6 kg
Centrifugetoerental Maximaal 1400 rpm
Maximum belading
(droge was)
Katoen
Hoge capaciteit katoen
Synthetica (kreukherstellend)
3kg
4kg
2 kg
Voltage/frequentie netspanning
Totaal opgenomen vermogen
Minimale zekeringbeveiliging
220-230 V/50 Hz
2200 W
10 A
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 41
42
Verbruikswaarden
Verbruikswaarden
De verbruiksgegevens op deze kaart zijn zuiver indicatief, ze kunnen variëren
afhankelijk van de hoeveelheid en soort wasgoed, de temperatuur van het
aangevoerde water en van de omgevingstemperatuur.
(*) «Eco» (zuinig) op 60°C met een belading van 6 kg is het referentieprogramma
voor de gegevens die op het energielabel staan, overeenkomstig de richtlijnen
van de EEC 92/75.
Programma
Waterverbruik
(liter)
Energieverbruik
(kWh)
Programmaduur
(minuten)
Wit katoen 95° 57 2.1
Raadpleeg voor de duur
van de programma’s, het
display op het
bedieningspaneel.
Katoen 60° 53 1.2
(*)Katoen ECO 60° 42 1.02
Katoen 40° 53 0.7
Synthetica 60° 44 0.9
Fijne was 40° 56 0.55
Wol Plus (Handwas) 30° 55 0.4
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 42
43
Installatie
Installatie
Uitpakken
Alle transportbouten en verpakkingsmaterialen moeten worden verwijderd
alvorens de machine in gebruik te nemen.
Wij raden u aan alle transportbeveiligingen te bewaren, zodat zij kunnen worden
gemonteerd als de machine ooit nog eens moet
worden vervoerd.
1. Nadat u al het verpakkingsmateriaal
verwijderd heeft, de machine voorzichtig op
zijn achterkant leggen, om het piepschuim
aan de onderkant te kunnen verwijderen.
2. Verwijder het aansluitsnoer en de afvoerslang van de
slanghouders op de achterkant van het apparaat.
3. Verwijder de middelste bout
A op de
achterkant met een geschikte moersleutel.
HEC0008
A
HEC00022
HEC0001
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 43
4. Draai de twee grote bouten aan de achterkant B
en de zes kleinere bouten C los en verwijder ze.
5. Verwijder de beugel D en draai de zes kleine
bouten C vast. Schuif het betreffende plastic
afstandsstuk E naar buiten.
6. Open de vuldeur, neem de watertoevoerslang uit de
trommel en verwijder het polystyreen blokje dat op de
afdichting van de deur zit.
7. Maak het kleine gaatje aan de bovenkant en de twee
grotere gaten dicht met de plastic doppen die in het
zakje zitten van de gebruiksaanwijzing.
8. Sluit de watertoevoerslang aan zoals beschreven in
paragraaf «Watertoevoer».
Alle verschillende doppen zijn meegeleverd in het plastic
zakje van de gebruiksaanwijzing.
44
Installatie
C
C
B
D
HEC0003
B
C
C
HEC0023
E
HEC0010
HEC0005
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 44
45
Installatie
Plaatsing en waterpas zetten
Installeer de machine op een vlakke harde vloer.
Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rondom de
machine niet wordt belemmerd door tapijten,
vloerbedekking, enz. Voordat u de machine op kleine
tegels plaatst, een rubber mat gebruiken.
Probeer nooit oneffenheden in de vloer te corrigeren
door houten blokjes, karton of iets dergelijks onder
de machine te plaatsen.
Als het onvermijdelijk is om de machine naast een gasfornuis of kolenkachel te
plaatsen, moet er een isolatieplaat bedekt met aluminiumfolie aan de kant van
het fornuis of de kachel tussen beide apparaten geplaatst worden. De machine
mag niet geïnstalleerd worden in ruimtes waar de temperatuur onder het
vriespunt kan komen.
De watertoevoer- en afvoerslang mogen niet geknikt zijn. Zorg ervoor dat het
apparaat na installatie makkelijk bereikbaar is voor de reparateur voor het geval
er een storing moet worden verholpen.
Zet de machine zorgvuldig waterpas door de stelvoetjes in of uit te draaien. Leg
nooit karton, hout of iets dergelijks onder de machine om oneffenheden
van de
vloer te compenseren.
Als de machine waterpas is gezet, draai dan de sluitmoe-
ren vast.
Watertoevoer
Een toevoerslang is meegeleverd en deze is te vinden in de trommel van de
machine.
Gebruik voor aansluiting op de waterleiding niet de slang van uw vorige
machine.
Dit apparaat moet aangesloten worden op een koudwatertoevoer.
1. Open de vuldeur en neem de toevoerslang uit de trommel.
2. Sluit de slang met de haakse aansluiting op de machine aan.
Bevestig de toevoerslang niet naar beneden
gericht. Bevestig de slang altijd onder een hoek
naar links of naar rechts, afhankelijk van de
plaats waar de waterkraan zich bevindt.
3. Breng de slang in de juiste positie door de
ringmoer los te draaien.
Als de toevoerslang zich in de juiste positie
bevindt, draai de ringmoer dan weer vast om
lekkage te voorkomen.
HEC0006
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 45
4. Sluit de slang aan op een kraan met 3/4”-
schroefdraad. Gebruik altijd de bij de machine
geleverde slang.
De toevoerslang mag niet worden verlengd. Als de
slang te kort is en u de kraan niet wilt verplaatsen,
zult u een nieuwe, langere slang moeten kopen die
speciaal voor dit doel is gemaakt.
Waterstop
De toevoerslang is voorzien van een waterstop, een
beveiligingsvoorziening tegen schade veroorzaakt
door waterlekkage die kan ontstaan door
natuurlijke slijtage van de slang. Deze storing wordt
aangegeven door een rood vlak in venster “A”.
Indien dit gebeurt, de kraan dichtdraaien en
contact opnemen met onze service-afdeling om de
slang te laten vervangen.
Waterafvoer
Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie manieren
worden geplaatst:
Over de rand van een gootsteen; gebruik
hiervoor de bij de machine geleverde
slanggeleider van kunststof.
Zorg er in dit geval voor dat het uiteinde niet van de
rand kan losschieten als de wasautomaat aan het
leeglopen is.
U kunt de slang met een stuk touw aan de kraan vastbinden of aan de wand
bevestigen.
In een aftakking van een gootsteenafvoer. De aftakking dient zich boven de
sifon te bevinden, zodat de bocht zich ten minste 60 cm boven de grond bevindt.
Rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet
meer dan 90 cm.
Het einde van de afvoerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de binnen-
diameter van de afvoerpijp groter moet zijn dan de buitendiameter van de afvoer-
slang.
De afvoerslang mag niet geknikt zijn.
46
Installatie
A
P0352
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 46
Belangrijk!
De afvoerslang kan verlengd worden tot een maximum van 4 meter. Een extra
afvoerslang en koppelstuk is verkrijgbaar bij onze service-afdeling.
Elektrische aansluiting
Informatie over de elektrische aansluiting vindt u op het typeplaatje aan de
binnenkant van de deur van het apparaat en in het hoofdstuk «Technische
gegevens»
Controleer of de elektrische installatie in uw woning geschikt is voor het
maximale vereiste vermogen; houd hierbij rekening met andere apparaten die in
gebruik zijn.
Sluit de machine aan op een stopcontact met randaarde.
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of letsel
die voortkomt uit het niet opvolgen van bovengenoemde
veiligheidsvoorschriften.
Het aansluitsnoer moet na de installatie van de machine toegankelijk
zijn.
Indien het aansluitsnoer moet worden vervangen, dan dient dit te
gebeuren door onze service-afdeling.
Vaste aansluiting
In het geval van een vaste aansluiting is het noodzakelijk dat u een bipolaire scha-
kelaar installeert tussen het apparaat en de elektriciteitsvoorziening (hoofdleiding),
met een minimumafstand van 3 mm tussen de contactpunten, die geschikt is voor
de vereiste belasting en die in overeenstemming is met de geldende elektriciteits-
voorschriften.
De schakelaar mag de geel/groene aardleiding nergens onderbreken.
Deze handeling moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien.
47
Installatie
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 47
48
Imbouwen
Inbouwen
Dit apparaat is ontworpen voor het inbouwen in de keuken. De inbouwruimte
moet zo groot zijn als in tekening A.
Voorbereiding en deurmontage
De machine is in de fabriek klaargemaakt voor de
montage van een deur die van rechts naar links
opengaat.
In dit geval hoeft u slechts de bijgeleverde
scharnieren (1) en de contramagneet (6) op de juiste
plaats vast te schroeven (Tekening B).
a) Deur
De deur moet de volgende afmetingen hebben:
- breedte 595-598 mm
- dikte 16-22 mm
De hoogte (C Tekening C) is afhankelijk van de
hoogte van de aangrenzend meubelbasis.
b) Scharnieren
Voor het monteren van de scharnieren moet u twee
gaten boren in de binnenkant van de deur (Ø 35 mm,
diepte 12.5-14 mm). De afstand tussen de gaten
moet 416 mm bedragen.
De afstand (B) vanaf de bovenste rand van de deur
tot aan het midden van het gat is afhankelijk van de
afmetingen van de aangrenzende meubels.
De benodigde afmetingen vindt u in tekening C. De
scharnieren moeten met houtschroeven (2 Tekening
B) op de deur worden geschroefd.
820 min
600
min.
600
596
416
176
,
5
818
541
195
490
160
120
90
8
515
165
A
600
4
1
2
3
6
1
2
3
5
7
8
B
35 mm Ø 14 prof.
16-22
B
C
22+1,5
595-598
416
C
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 48
C) Het monteren van de deur
De scharnieren op het apparaat schroeven met
behulp van de M5x15 schroeven (3 Tekening B).
De scharnieren kunnen worden afgesteld voor het
compenseren van ongelijke deurdikte.
Om de deur uit de richten, moet u de schroef
losser draaien (3 Tekening B), de deur afstelen en
de schroef weer vastdraaien.
D) Contramagneet
Het apparaat is uitgerust met een magnetische
deursluiting. Voor een goede werking moet u de
contramagneet (6) (stalen schijfje + rubberenring)
zodanig aan de binnenkant van de deur
schroeven, dat hij tegenover de magneet (4) op
het apparaat komt te liggen (zie Tekening D).
Als de deur van links naar rechts moet worden
geopend, de posities van de plaatjes (5 en 7) en
de magneet (4) (Tekening B en E) omdraaien. De
contramagneet (6) en de scharnieren (1)
monteren zoals hierboven beschreven.
49
Imbouwen
6
4
8
D
4
6
5
1
2
3
7
8
E
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 49
Het milieu
Verpakkingsmaterialen
De materialen met het symbool kunnen gerecycled worden.
>PE<=polyethyleen
>PS<=polystyreen
>PP<=polypropyleen
Dit betekent dat ze gerecycled kunnen worden als u ze netjes weggooit in de
daarvoor bestemde containers.
Oude machine
Breng uw oude machine naar speciaal daarvoor bestemde inzamelpunten. Help
het milieu een handje!
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product
niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij
een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd,
voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden
kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere
informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de
gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Milieutips
Om water en energie te besparen en om het milieu te helpen beschermen, raden
wij u aan de volgende tips ter harte te nemen:
Normaal vuile was kan zonder voorwas worden gewassen om wasmiddel, water
en tijd te besparen (ook het milieu wordt zo beschermd!).
De machine werkt economischer als hij volledig wordt gevuld.
Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en vuil worden verwijderd; het
wasgoed kan daarna bij een lagere temperatuur worden gewassen.
Doseer het wasmiddel aan de hand van de waterhardheid, de mate van
vervuiling van het wasgoed en de hoeveelheid wasgoed.
50
Het milieu
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 50
51
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 51
www.electrolux.com
132960220-00-372008 Aan verandering onderhevig zonder voorafgaande waarschuwing
www.aeg-electrolux.nl
132960220_NL.qxd 04/09/2008 9.38 Pagina 52
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

AEG Electrolux 12843vit Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor