Electrolux EWT1540 Handleiding

Type
Handleiding
WASAUTOMAAT
GEBRUIKSAANWIJZING
EWT 1540
146 7354 01 - 05/05
NL
2
INHALTSVERZEICHNIS
VOOR DE GEBRUIKER ................................. 3
Waarschuwingen ........................................... 3
Gebruik ....................................................... 3
Voorzorgsmaatregelen tegen vorst ............ 3
Afdanken ....................................................3
Milieubescherming ..................................... 3
Beschrijving van het apparaat ..................... 4
Bedieningspaneel ....................................... 4
Display ....................................................... 4
Configureren van het apparaat .................... 5
Taal ............................................................ 5
Klok ............................................................ 5
Permanente extra spoelgang ..................... 5
Helderheid .................................................. 5
Contrast ...................................................... 6
Volume geluidssignaal ............................... 6
Een was doen ................................................ 7
Wasgoed in de machine doen .................... 7
Wasmiddel doseren ................................... 7
Programma kiezen ..................................... 7
Temperatuur kiezen ................................... 7
Centrifugetoerental, Spoelstop of .................
Nachtcyclus kiezen .................................... 7
Extra opties kiezen ..................................... 8
Programma starten .................................... 9
Lopend programma wijzigen ...................... 9
Programma annuleren ............................... 9
Deksel openen tijdens een programma ..... 9
Einde van het programma .......................... 9
Voorkeurprogramma's ................................ 9
Programmatabel .......................................... 11
Voordat u gaat wassen ............................... 12
Wasgoed sorteren en voorbereiden ......... 12
Hoeveelheid wasgoed .............................. 12
Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen ......................... 12
Internationale behandelingsetiketten ....... 13
Onderhoud en reiniging ............................. 14
Machine ontkalken ................................... 14
Buitenkant ................................................ 14
Wasmiddelbakje ....................................... 14
Afvoerfilter ................................................ 14
Hulp bij storingen ........................................ 15
Klantenservice ............................................. 16
Garantievoorwaarden ................................. 17
VOOR DE INSTALLATEUR .........................20
Waarschuwingen ......................................... 20
Technische gegevens ................................. 20
Installatie ...................................................... 21
Uitpakken .................................................21
Opstellen .................................................. 21
Machine verplaatsen ................................21
Waterpas stellen ......................................21
Watertoevoer ............................................21
Waterafvoer .............................................. 22
Elektrische aansluiting .............................22
3
A. VOOR DE GEBRUIKER
U bent nu in het bezit van een Electrolux product. Vanzelfsprekend kunt u ook tijdens het gebruik van uw product op
Electrolux rekenen. Daarom nodigen wij u van harte uit u te registreren op onze internetsite electrolux.nl.
Wij kunnen u dan nog beter van dienst zijn met informatie over producten, tips, innovaties, oplossingen voor storingen
etc. U vindt de Electrolux productregistratie onder 'Consumentenbelangen' op de homepage van www.electrolux.nl.
1. WAARSCHUWINGEN
Houd deze gebruiksaanwijzing bij uw wasautomaat. Als u het apparaat verkoopt of weggeeft, zorg er dan voor dat
de gebruiksaanwijzing bij de machine zit. De nieuwe gebruiker beschikt dan over de aanwijzingen m.b.t. gebruik en
de waarschuwingen.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. Lees de gebruiksaanwijzing aan-
dachtig voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. Wij danken u voor uw aandacht.
1.1. Gebruik
De machine zo snel mogelijk na ontvangst uitpak-
ken en op schade controleren. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten.
Dit apparaat is ontworpen voor het gebruik door
volwassenen. Zorg ervoor dat kinderen het appa-
raat niet aanraken of als speelgoed gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te verande-
ren.
Deze wasautomaat is bedoeld voor normaal huis-
houdelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet voor
commerciële of industriële doeleinden of voor
andere doeleinden dan waarvoor het ontworpen is:
wassen, spoelen en centrifugeren.
Na het gebruik altijd de stekker uit het stopcontact
trekken en de waterkraan dichtdraaien.
Was alleen artikelen die voor machinaal wassen
geschikt zijn. Raadpleeg het behandelingsetiket.
Was geen ondergoed met baleinen, kledingstukken
zonder zoom of gescheurde kledingstukken in de
machine.
Verwijder alle munten, veiligheidsspelden, naalden,
spijkers, schroeven enz. voordat u het wasgoed in
de machine doet. Dergelijke voorwerpen kunnen
aanzienlijke schade veroorzaken als ze in het was-
goed achterblijven.
Het wasgoed mag geen oplosmiddelen, alcohol,
vlekoplossers enz. bevatten. Wacht totdat het mid-
del verdampt is voordat u het wasgoed in de trom-
mel doet.
Doe kleine artikelen zoals sokken, stofceintuurs,
enz. in een wasnetje of kussensloop.
Gebruik de hoeveelheid wasmiddel die wordt aan-
bevolen in "Wasmiddel doseren".
Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u
de wasautomaat gaat schoonmaken.
1.2. Voorzorgsmaatregelen tegen vorst
Als de wasautomaat wordt blootgesteld aan temperatu-
ren beneden 0°C, dient u de volgende maatregelen te
nemen:
Waterkraan dichtdraaien en toevoerslang loskoppe-
len.
Uiteinde van de toevoerslang en van de afvoer-
slang in een bak op de vloer leggen.
Programma Pompen kiezen en helemaal laten
afwerken.
Wasautomaat uitschakelen door de program-
makiezer op de uit-stand
*
te draaien of door de
aan/uit-toets* in te drukken.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Toevoerslang en afvoerslang weer aanbrengen.
Restwater in de slangen wordt dan verwijderd. Zo
wordt voorkomen dat zich ijs vormt waardoor de machi-
ne kan worden beschadigd.
De volgende keer dat u de wasautomaat wilt gebruiken,
dient u te controleren of de temperatuur in de ruimte bo-
ven 0°C is.
1.3. Afdanken
Alle materialen met het symbool zijn geschikt voor
recycling. Informeer bij uw gemeente naar de moge-
lijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats.
Als u het apparaat afdankt, maak het dan onbruikbaar:
trek de stekker uit het stopcontact, maak het deurslot
onbruikbaar, snijd het aansluitsnoer af en gooi stekker
en snoer weg.
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag
worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij
een verzamelpunt waar elektrische en elektronische
apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt
u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu
die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeer-
de afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie
over het recyclen van dit product, kunt u contact opne-
men met de gemeente, de gemeentereiniging of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
1.4. Milieubescherming
U wast zo zuinig en milieuvriendelijk mogelijk, als u de
volgende tips opvolgt:
Was zo veel mogelijk met het maximale vulgewicht
van het betreffende programma (doe de trommel
echter niet te vol).
Voorwassen en inweken alleen bij erg vuil was-
goed.
Doseer wasmiddel aan de hand van waterhardheid
(zie paragraaf 4.2), mate van verontreiniging en
hoeveelheid wasgoed.
*afhankelijk van model
4
2. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
1 - Bedieningspaneel
2 - Greep om het deksel te openen
3 - Stelvoeten
4 - Filterdeurtje
5 - Hendel voor de wielen
2.1. Bedieningspaneel
1 - Programmakiezer en uit-stand 3 - Toetsen en hun functies
2 - Multidisplay 4 - Toets START/PAUZE
2.2. Display
COTTON 12.45
Cycle end 15.05
95 1000
3
2
4
5
1
3
2
1
3
4
Was- en nabehandelingsmiddelbox
1 - vak voorwasmiddel of ontharder of vlekken-
zout
2 - vak hoofdwasmiddel (poedervormig) en
evt. ontharder
3 - vak vloeibare nabehandelingsmiddelen
(wasverzachter, stijfsel)
(niet verder dan markering MAX)
4 - overloop wasverzachter (in geval van overdo-
sering).
4
1
3
2
Aanwijzingen m.b.t. het gekozen programma
Dagtijd
Eindtijd
Temperatuur
Centrifugetoerental
Spoelstop / Nachtcyclus
Extra opties
5
Langage :
ENGLISH
Centrifugeren Wijzigen
Terug
Temperatuur Opties
3. CONFIGUREREN VAN HET
APPARAAT
Als het apparaat aan het stroomnet is aangesloten, zet u
de programmakiezer op Witte/Bonte was. U kunt de ma-
chine dan configureren volgens onderstaande parame-
ters:
3.1. Taal
Als u de wasautomaat voor de eerste keer inschakelt (pro-
grammakiezer op Witte/Bonte was), is de taal die in het
display verschijnt Engels.
Attentie: Als u deze taal wilt veranderen, gaat u als volgt te
werk:
Druk toets Centrifugeren en Opties tegelijk mins-
tens 2 seconden in.
Druk toets Wijzigen in om de gewenste taal te kiezen.
Druk toets Terug in om uw keuze te bevestigen.
3.2. Klok
Het is belangrijk om de tijd in te stellen omdat de eindtijd
ervan afhangt. Om de tijd in te stellen:
Druk toets Opties in totdat optie Instellingen verschijnt.
Druk toets Wijzigen 1 maal in om in optie Instellingen
te komen.
Druk toets Opties in om menu Klok te kiezen.
De tijd gaat verder in stappen van een minuut als u
toets Wijzigen indrukt. De tijd gaat verder in stappen
van 10 minuten als u toets Wijzigen ingedrukt houdt.
Druk toets Terug in om uw keuze te bevestigen. Druk
de toets nogmaals in om terug te gaan naar de pro-
grammakeuze.
3.3. Permanente extra spoelgang
Deze wasautomaat gaat zuinig met water om. Maar in
sommige gevallen, afhankelijk van de hardheid van het
water of als u een gevoelige huid hebt, kan het nuttig zijn
om met meer water te spoelen.Press the "Options" button
until the "Setup" option appears,
Druk toets Opties in totdat optie Instellingen verschijnt.
Druk toets Wijzigen 1 maal in om in optie Instellingen
te komen.
Druk toets Opties in om menu Extra spoelen te kiezen.
Druk toets Wijzigen in om optie Extra spoelen wel of
niet te kiezen (ja/nee in het display).
Druk toets Terug in om uw keuze te bevestigen. Druk
de toets nogmaals in om terug te gaan naar de pro-
grammakeuze.
Als u Extra spoelen hebt gekozen, worden bij witte/bonte
was twee extra spoelgangen uitgevoerd en bij kreukhers-
tellend goed en fijne was een extra spoelgang. Bovendien
verschijnt symbool in de optieregel in het display.
3.4. Helderheid
Om de helderheid van het display in te stellen :
Druk toets Opties in totdat optie Instellingen verschijnt.
Druk toets Wijzigen 1 maal in om in optie Instellingen
te komen.
Druk toets Opties in om menu Helderheid te kiezen.
Druk toets Wijzigen in om de gewenste helderheid in
te stellen.
Druk toets Terug in om uw keuze te bevestigen. Druk
de toets nogmaals in om terug te gaan naar de pro-
grammakeuze.
Clock : 16.04
Set time :
Rinse +
Yes
Brightness :
I--------->--------I
Centrifugeren Wijzigen
Terug
Temperatuur Opties
Centrifugeren Wijzigen
Terug
Temperatuur Opties
Centrifugeren Wijzigen
Terug
Temperatuur Opties
6
3.5. Contrast
Om het contrast van het display in te stellen :
Druk toets Opties in totdat optie Instellingen verschijnt.
Druk toets Wijzigen 1 maal in om in optie Instellingen
te komen.
Druk toets Opties in om menu Contrast te kiezen.
Druk toets Wijzigen in om het gewenste contrast in te
stellen.
Druk toets Terug in om uw keuze te bevestigen. Druk
de toets nogmaals in om terug te gaan naar de pro-
grammakeuze.
3.6. Volume geluidssignaal
Om het volume van het geluidssignaal in te stellen :
Druk toets Opties in totdat optie Instellingen verschijnt.
Druk toets Wijzigen 1 maal in om in optie Instellingen
te komen.
Druk toets Opties in om menu Signaalvolume te kie-
zen.
Druk toets Wijzigen in om het gewenste volume in te
stellen: normaal, laag, signaaltoon uit.
Druk toets Terug in om uw keuze te bevestigen. Druk
de toets nogmaals in om terug te gaan naar de pro-
grammakeuze.
SOUND :
Normal
Contrast :
I--------->--------I
Centrifugeren Wijzigen
Terug
Temperatuur Opties
Centrifugeren Wijzigen
Terug
Temperatuur Opties
7
4. EEN WAS DOEN
Voordat u de machine in gebruik neemt, raden wij u aan
een wasgang op 90°C zonder wasgoed uit te voeren om
de kuip schoon te maken.
4.1. Wasgoed in de machine doen
Machinedeksel openen.
Trommel openen door grendeltoets A in te drukken; de
twee kleppen gaan vanzelf uit elkaar.
Wasgoed in de machine doen, trommel sluiten en
machinedeksel sluiten.
Waarschuwing: voordat u het
machinedeksel sluit, dient u te
controleren of de trommel goed
gesloten is:
de twee kleppen goed geslo-
ten,
grendeltoets A niet ingedrukt.
4.2. Wasmiddel doseren
Deze wasautomaat is ontworpen om water- en wasmiddel-
verbruik zo laag mogelijk te houden, reduceer daarom de
door de fabrikanten van wasmiddel aanbevolen hoeveel-
heid.
Doseer wasmiddel in vak en voorwasmiddel in vak
als u wilt voorwassen. Doseer indien gewenst wasver-
zachter in vak .
Als u een ander type wasmiddel gebruikt lees dan "Was-
middelen en nabehandelingsmiddelen".
4.3. Programma kiezen
Draai de programmakiezer op het
gewenste programma. De betref-
fende melding verschijnt in het
display. Het display laat zien wan-
neer het gekozen programma
klaar is. De berekening gaat uit
van de maximale lading wasgoed.
Het lampje in toets START/PAU-
ZE begint te knipperen. Als u een
kleine hoeveelheid wasgoed hebt, geeft het display aan
het begin van het wasproces nog steeds de eindtijd voor
een maximale lading aan. De tijd wordt tijdens het waspro-
ces geleidelijk aangepast.
4.4. Temperatuur kiezen
Houd toets Temperatuur ingedrukt om de temperatuur te
verhogen of verlagen als u wilt dat uw wasgoed wordt
gewassen bij een andere temperatuur dan door de
wasautomaat gekozen. Bij sommige programma's kunt u
de temperatuur niet wijzigen (in het display verschijnt
"Selectiefout").
De maximaal mogelijke temperatuur verschijnt op de
tweede regel van het display (in plaats van "Einde prog.
om"). De gekozen temperatuur verschijnt in de hoek van
de derde regel van het display.
4.5. Centrifugetoerental, Spoelstop of
Nachtcyclus kiezen
Houd toets Centrifugeren ingedrukt om het toerental te
veranderen als u wilt dat uw wasgoed wordt gecentrifu-
geerd met een ander toerental dan door de wasautomaat
gekozen.
Door deze toets in te drukken kunt u ook kiezen voor Niet
centrifug. ("0"), Spoelstop en Nachtcyclus .
Niet centrifugeren: stopt alle centrifugegangen en
verhoogt het aantal spoelgangen voor witte/bonte was
en kreukherstellend goed.
Spoelstop : het laatste spoelwater wordt niet weg-
gepompt, daardoor wordt kreukvorming voorkomen.
Nachtcyclus : het laatste spoelwater wordt niet
weggepompt, daardoor wordt kreukvorming voorko-
men. Omdat er niet wordt gecentrifugeerd, kunt u de
machine 's nachts gebruiken zonder dat u last van het
geluid hebt. Spoelgangen bij witte/bonte was en
kreukherstellend goed gebruiken meer water.
De betreffende melding verschijnt op de tweede regel in
het display. Het gekozen centrifugetoerental wordt aan-
gegeven op de 3e regel boven toets Centrifugeren .
Na spoelstop of nachtcyclus kunt u een van de volgende
programma's kiezen :
Pompen: om het water weg te pompen met de pro-
grammakiezer programma Pompen kiezen en dan
toets START/PAUZE indrukken.
Centrifugeren: om het wasgoed te centrifugeren met
de programmakiezer programma Centrifugeren kiezen
, met toets Centrifugeren het toerental kiezen
en dan toets START/PAUZE indrukken.
A
COTTON 13.45
Cycle end at : 16.07
60°C 1300
COTTON 13.45
Max. 95°C 16.07
60°C 1300
Centrifugeren Wijzigen
Terug
Temperatuur Opties
Centrifugeren Wijzigen
Terug
Temperatuur Opties
8
4.6. Extra opties kiezen
Afhankelijk van het gekozen programma zijn alleen be-
paalde opties beschikbaar en zichtbaar tijdens de keu-
zeperiode. Bovendien kunnen niet alle opties met
elkaar gecombineerd worden. De niet te combineren
opties verdwijnen van het display.
Met toets Opties kunt u van het ene naar het andere sym-
bool gaan, met toets Wijzigen kunt u de status van de vers-
chillende symbolen kiezen of veranderen en met toets
Terug kunt u teruggaan naar de vorige keuze. De vers-
chillende opties moeten worden gekozen nadat u het pro-
gramma hebt gekozen en voordat u toets START/PAUZE
indrukt.
Als u toets Opties indrukt verschijnen de symbolen van alle
met het gekozen programma te combineren opties in het
display.
De eerste optie begint te knipperen. Naam en status vers-
chijnen in het display. Als u de optie wilt veranderen drukt
u toets Wijzigen in. Onder de symbolen verschijnt een
streep om aan te geven dat de optie is gekozen. Om ande-
re opties te kiezen toets Opties nogmaals indrukken en te
werk gaan zoals hierboven beschreven.
Als u klaar bent met het kiezen van opties toets Terug in-
drukken. De gekozen symbolen blijven in het display
staan.
Aanwijzing: om reeds gekozen opties te veranderen he-
rhaalt u bovenstaande procedure.
Belangrijk: als u tijdens het kiezen van opties toets Tempe-
ratuur, Centrifugeren of START/PAUZE indrukt, worden
deze functies uitgevoerd.
4.6.1. Optie Extra spoelen
Deze optie kan worden gekozen bij alle programma's met
uitzondering van Wol, Handwas en Sport 30°. Bij witte/
bonte was worden twee extra spoelgangen uitgevoerd en
bij kreukherstellend goed en fijne was een extra spoel-
gang.
Deze optie is aan te bevelen als u een gevoelige huid hebt
en in gebieden met zeer zacht water.
U kunt deze optie permanent voor alle programma's kie-
zen (zie paragraaf 3.3) of voor één bepaald programma.
4.6.2. Optie Kort/extra kort
Deze optie kunt u gebruiken om bij licht verontreinigde wit-
te/bonte was, kreukherstellend goed of fijne was in zeer
korte tijd goede wasresultaten te bereiken. De wastijd
wordt afhankelijk van de textielsoort en de gekozen tempe-
ratuur gereduceerd. U kunt uit twee opties kiezen: kort en
extra kort; deze worden in het display aangegeven.
4.6.3. Optie Uitgestelde start
Met deze optie kunt u de start van een wasprogramma 30,
60, 90 minuten, 2-20 uur uitstellen. De tijd die u hebt geko-
zen wordt in het display aangegeven.
Deze optie moet worden gekozen nadat u het programma
hebt gekozen en voordat u toets START/PAUZE indrukt.
Voordat u toets START/PAUZE indrukt, kunt u het star-
tuitstel veranderen of annuleren. Als u toets START/PAU-
ZE al hebt ingedrukt en u wilt het startuitstel veranderen of
annuleren, gaat u als volgt te werk :
Zet de wasautomaat op pauze door toets START/
PAUZE in te drukken.
Annuleer het startuitstel door de status te wijzigen.
Druk toets START/PAUZE in om het programma te
starten.
Belangrijk! Het deksel is tijdens de startuitstelperiode ver-
grendeld. Als u het moet openen eerst de wasautomaat op
pauze zetten door toets START/PAUZE in te drukken. Als
u het deksel weer gesloten hebt, opnieuw toets START/
PAUZE indrukken. Uitgestelde start kan niet in combinatie
met de programma's Pompen en Centrifugeren worden
gekozen.
4.6.4. Optie Voorwas
Kies deze optie als u wilt dat het wasgoed voor de hoofd-
was wordt voorgewassen (niet mogelijk in combinatie met
Wol, Handwas en Sport 30°).
De voorwas eindigt met kort centrifugeren voor katoen en
kreukherstellend goed of met pompen voor fijne was.
4.6.5. Optie Intensief
Voor erg verontreinigd wasgoed. Deze optie kan alleen
worden gekozen voor witte/bonte was en kreukherstellend
goed. De wastijd wordt afhankelijk van de textielsoort en
de gekozen temperatuur verlengd.
4.6.6. Optie Anti-kreuk
Als u deze optie kiest wordt het wasgoed voorzichtig
gewassen en gecentrifugeerd om kreukvorming te voorko-
men. Strijken is daarom makkelijker. Deze optie kan wor-
den gekozen voor witte/bonte was en kreukherstellend
goed. Bovendien voert de machine extra spoelgangen uit.
Als u deze optie bij witte/bonte was kiest, wordt het centri-
fugetoerental automatisch tot 1000 tpm gereduceerd.
COTTON 13.45
Max. 1500 rpm 16.07
60°C 1000
COTTON 13.45
Cycle end at : 16.07
60°C 1000
Centrifugeren Wijzigen
Terug
Temperatuur Opties
Centrifugeren Wijzigen
Terug
Temperatuur Opties
9
4.7. Programma starten
Toets START/PAUZE indrukken.
Het betreffende lampje stopt met
knipperen. In het display verschi-
jnt het programma-onderdeel
waarmee de machine bezig is.
Als u startuitstel hebt gekozen, be-
gint de machine met aftellen.
4.8. Lopend programma wijzigen
Voordat u wijzigingen gaat uitvoeren, moet u de wasauto-
maat op pauze zetten door toets START/PAUZE in te
drukken. Voordat het programma start kunt u elke gewens-
te wijziging doorvoeren.
Als het programma al gestart is, kunt u de wasautomaat al-
leen resetten door de programmakiezer op stand 0 te zet-
ten en dan een nieuw programma te kiezen. Het water in
de kuip wordt niet weggepompt. Om het water voor het
starten van een nieuw wasprogramma weg te pompen, het
programma annuleren en programma Pompen kiezen.
Start het nieuwe programma door op toets START/PAUZE
te drukken.
4.9. Programma annuleren
Om een lopend programma te annuleren draait u de pro-
grammakiezer op stand 0. Nu kunt u een nieuw program-
ma kiezen.
4.10. Deksel openen tijdens een
programma
Tijdens de eerste 10 minuten van een wasproces kunt u
het deksel openen (de meldingen "Nu te openen" / "Was-
sen" verschijnen in het display). U kunt de machine op
pauze zetten: de meldingen "Pauze" / "Trommelposition."
verschijnen in het display.
U kunt het deksel openen als onderstaande veiligheids-
maatregelen in acht zijn genomen :
de wasautomaat is niet bezig met verwarmen boven
55°C,
de trommel draait niet.
U hoort een dubbele klik en daarna verschijnen de meldin-
gen "Pauze" / "Deur te openen" in het display. Nu kunt u
het deksel openen.
Als niet aan de veiligheidsvoorwaarden is voldaan, kan het
deksel niet geopend worden; de meldingen "Pauze" /
"Deur gesloten" verschijnen in het display. Druk op toets
START/PAUZE om het wasproces weer te starten.
4.11. Einde van het programma
Aan het einde van het programma stopt de wasautomaat
automatisch. Er klinkt een akoestisch signaal (als u niet
optie signaaltoon uit hebt gekozen) en de meldingen "Ein-
de programma" / "Deur te openen" verschijnen afwisse-
lend.
Als u functie Spoelstop of Nachtcyclus hebt gekozen, is
het lampje van toets START/PAUZE uit. Om te pompen of
centrifugeren draait u de programmakiezer op programma
Pompen of Centrifugeren. De melding "Deur gesloten"
verschijnt in het display.
Een elektronisch systeem beweegt de trommel na afloop
van het wasproces naar de hoge stand. Dankzij dit sys-
teem kunt u de trommel makkelijker vullen en leeghalen.
Het deksel kan worden geopend als u een dubbele klik
hoort (als de machine niet in balans is, moet u de trommel
met de hand draaien).
Draai de programmakiezer op stand 0 om de wasautomaat
uit te schakelen. Neem het wasgoed uit de machine. Trek
de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan
dicht.
Laat na het wassen het deksel en de trommel open, zodat
de machine kan luchten.
Aanwijzing: na een lange periode moet de tijd op de wa-
sautomaat worden gereset.
4.12. Voorkeurprogramma's
Vaak gebruikte programma's kunt u in het geheugen van
de machine opslaan. Er kunnen 3 programma's worden
opgeslagen. De opgeslagen programma's kiest u net als
de andere wasprogramma's met de programmakiezer.
Stel een programma in.
Druk toets Opties in totdat optie Instellingen verschijnt.
Druk toets Wijzigen 1 maal in om in optie Instellingen
te komen.
COTTON 13.45
Washing 16.07
60°C 1000
COTTON 16.07
Door openable 16.07
60°C 1000
MEMORY 1
Store program ?
Centrifugeren Wijzigen
Terug
Temperatuur Opties
Centrifugeren Wijzigen
Terug
Temperatuur Opties
Centrifugeren Wijzigen
Terug
Temperatuur Opties
10
Kies met toets Opties een van de voorkeurpro-
gramma's: de melding "geheugen 1: progr. opslaan?"
verschijnt in het display.
Druk toets Wijzigen in om het gekozen programma op
te slaan. De melding "Opgeslagen" verschijnt in het
display.
Druk toets Terug 2 maal in om terug te gaan naar de
programmakeuze.
Aanwijzing: om een opgeslagen programma te wijzigen
herhaalt u de procedure vanaf het begin.
De opgeslagen programma's kiest u door de programma-
kiezer op een van de programma's Voorkeur te draaien.
11
5. Programmatabel
Hier vindt u een overzicht van niet alle mogelijke, maar alleen de in het dagelijks gebruik zinvolle instellingen.
Soort
wasgoed
Was-
goed in
kg
Mogelijke
extra
programma’s
Tempera-
tuur
Verbruiks-
waarden
°C Liter kWh
Witte / Bonte was
Wit of gekleurd, bijv. normaal verontreinigde
werkkleding, beddengoed, tafellakens, onder-
goed, handdoeken.
5,0 kg extra spoelen
kort/extra kort
uitgestelde start
voorwas
intensief
anti-kreuk
koud - 95 61 2,00
E-Stand
Energiespaarprogramma op 60°C voor licht tot
normaal verontreinigd wit/bont wasgoed van
katoen/linnen.
5,0 kg
extra spoelen
uitgestelde start
voorwas
intensief
anti-kreuk
60 (*) 39 0,85
40°-60° Mix
Met dit programma krijgt u dezelfde wasresul-
taten als met programma witte/bonte was 60°.
Ook geschikt voor kreukherstellend goed.
4,5 kg / 39 0,85
Kreukherstellend
Programma voor kreukherstellende men-
gweefsels en synthetica
2,5 kg extra spoelen
kort/Extra kort
uitgestelde start
voorwas
intensief
anti-kreuk
koud - 60 39 0,85
Fijne was
Voor alle tere materialen, bijv. vitrages.
2,5 kg extra spoelen
kort/Extra kort
uitgestelde start
voorwas
koud - 40 38 0,55
Wol
In de machine wasbare wol met het etiket "wol,
in de machine wasbaar, krimpt niet".
1,0 kg
uitgestelde start
koud - 40 38 0,35
Handwas
Heel teer wasgoed met de aanduiding «hand-
was»
koud - 40 45 0,50
Sport 30
Voor licht verontreinigd textiel m.u.v. katoen.
2,5 kg 30 40 0,15
Inweken
Voor sterk verontreinigd textiel m.u.v wol.
Afhankelijk van
textielsoort.
Apart inweken ca. 20 minuten op
30°C. Daama Pompen of Centrifuge-
ren kiezen. Evt. laten volgen door
wasprogramma.
16 0,55
Spoelen
Met de hand gewassen goed kan in dit pro-
gramma gespoeld worden.
3 spoelgangen met wasverzachter.
Centrifugeren.
50 0,15
(*) Programma «E-Stand» is het referentieprogramma voor tests volgens IEC 456.
12
6. VOORDAT U GAAT WASSEN
6.1. Wasgoed sorteren en voorbereiden
Wasgoed volgens soort en behandelingsetiket sor-
teren (zie paragraaf 6.4): normale was voor sterk
wasgoed dat krachtig wassen en centrifugeren kan
verdragen; fijne was voor teer wasgoed dat voor-
zichtiger moet worden behandeld. Kies voor
gemengde ladingen programma en temperatuur
passend bij het teerste textiel.
Wit en gekleurd wasgoed apart wassen. Anders
kan het witte goed verkleuren resp. vergrauwen.
Nieuw wasgoed geeft vaak af. Zulke stukken daar-
om de eerste keer liever apart wassen. Houd u aan
de aanwijzingen "apart wassen" en "enkele keren
apart wassen" op het behandelingsetiket.
Zakken leegmaken en het wasgoed uit elkaar
vouwen.
Alle losse knopen, haken en ogen verwijderen. Rit-
sen sluiten, een knoop leggen in veters en riempjes.
Kleding die uit meer lagen bestaat (slaapzakken,
anoraks enz.), gebreid gekleurd textiel en wol en
textiel met applicaties binnenste buiten keren.
Kleine en tere stukken wasgoed (sokken, panty's,
beha's enz.) in een wasnetje wassen.
Vitrages bijzonder voorzichtig behandelen. Haken
verwijderen en de vitrages in een net of zak binden
6.2. Hoeveelheid wasgoed
De hoeveelheid wasgoed die u in de trommel doet mag
het maximale vulgewicht van de wasautomaat niet
overschrijden. Dit vulgewicht hangt af van het soort
wasgoed. Doe minder wasgoed in de machine als het
erg vuil is.
Niet alle textielsoorten hebben hetzelfde volume en
hetzelfde opnemend vermogen. Daarom moet de trom-
mel in het algemeen als volgt gevuld worden:
vol, maar niet overvol voor katoen en linnen,
halfvol voor weefsels gemengd met katoen en syn-
thetische weefsels,
voor een derde gevuld voor tere artikelen zoals
vitrages en wol.
Bij een gemengde was het vulgewicht van het teerste
materiaal aanhouden.
6.3. Wasmiddelen en nabehande-
lingsmiddelen
Gebruik alleen wasmiddelen en nabehandelingsmidde-
len die geschikt zijn voor gebruik in een wasautomaat.
Lees de aanwijzingen van de fabrikant en lees ook pa-
ragraaf 2.1 en 4.2.
Wasmiddelen in poedervorm kunnen zonder beperkin-
gen worden gebruikt. Vloeibaar wasmiddel doseert u in
de doseerbol direct in de trommel of in het wasmiddel-
bakje; in dat geval moet u direct een programma star-
ten. Wasmiddelen in tabletvorm legt u in het vakje voor
hoofdwasmiddel.
De hoeveelheid wasmiddel hangt af van de hoeveel-
heid wasgoed, de waterhardheid en de mate van ver-
ontreiniging van het wasgoed.
Als het water zacht is, kunt u wat minder doseren.
Doseer wat meer als het water hard is (of gebruik liever
een waterontharder) of als het wasgoed erg vuil of ge-
vlekt is.
Informatie over de waterhardheid in uw woonplaats
kunt u bij het waterleidingbedrijf krijgen.
13
6.4. Internationale behandelingsetiketten
NORMAAL
WASGOED
wassen op
95°C
wassen op
60°C
wassen op
40°C
wassen op
30°C teer goed
met de hand
wassen
niet wassen
TEER
WASGOED
BLEKEN koud bleken met bleekwater of chloorbleek-
middel in verdunde oplossing mogelijk
niet bleken
STRIJKEN hoge temperatuur
(max. 200°C)
matige temperatuur
(max. 150°C)
lage temperatuur
(max. 100°C)
niet strijken
CHEMISCH
REINIGEN
chemisch reinigen
(alle gebruikelijke
oplosmiddelen)
chemisch reinigen
(alle oplosmiddelen
m.u.v. trichlooretheen)
chemisch reinigen
(alleen olieoplosmid-
delen en R113)
niet chemisch
reinigen
hoge
temperatuur
matige
temperatuur
DROGEN wasgoed uitge-
spreid drogen
wasgoed han-
gend drogen
wasgoed op han-
gertje drogen
drogen in droog-
trommel mogelijk
niet in de droog-
trommel drogen
14
7. ONDERHOUD EN REINIGING
Voordat u de machine gaat reinigen altijd eerst de stek-
ker uit het stopcontact trekken.
7.1. Machine ontkalken
Als u op de juiste wijze wasmiddel doseert, is ontkalken
niet nodig.
Als ontkalken toch noodzakelijk is, gebruik dan een in
de handel verkrijgbaar niet-bijtend product dat speciaal
voor wasautomaten is bedoeld. Volg de aanwijzingen
m.b.t. dosering op de verpakking op.
7.2. Buitenkant
Maak de buitenkant van de machine schoon met lauw
water en een mild schoonmaakmiddel. Nooit alcohol,
oplosmiddelen of dergelijke producten gebruiken.
7.3. Wasmiddelbakje
Demonteren:
Druk op de lipjes aan weers-
kanten van het wasmiddelbakje
en trek het omhoog.
Maak het bakje onder stro-
mend water schoon en gebruik
een borstel of doekje.
Controleer of de hevels aan de
achterkant van het bakje niet
geblokkeerd worden.
Monteren:
Zet het wasmiddelbakje in de
openingen en klik het vast.
7.4. Afvoerfilter
Maak het filter aan de onderzijde van de machine
regelmatig schoon. Lampje FILTER* gaat branden als
het filter verstopt is. In dit geval het filter onmiddellijk
schoonmaken. Als u erg pluizig wasgoed wast, het filter
in elk geval schoonmaken.
Open het deurtje met bijvoorbeeld een schroe-
vendraaier :
Restwater weg laten lopen:
Zet een bak onder de afvoer.
Draai de dop tegen de wijzers
van de klok in tot hij verticaal
staat en het restwater weg-
loopt.
Filter verwijderen:
Dop helemaal losdraaien.
Goed onder stromend water
schoonmaken. Dop weer aan-
brengen en met de wijzers van
de klok mee vastdraaien.
Als u het filter hebt schoongemaakt, sluit dan het pomp-
deurtje. Het pompdeurtje moet altijd dicht zijn als de
machine ingeschakeld is.
* afhankelijk van model
15
8. HULP BIJ STORINGEN
Tijdens de fabricage van deze wasautomaat zijn vele controles uitgevoerd. Tijdens de werking kan een van onderstaande
meldingen in het display verschijnen :
Probleem met de watertoevoer ............................. «Geen watertoevoer. Controle kraan»
Probleem met de waterafvoer ................................ «Pompt niet. Check afvoerslng/filter»
Deksel open ........................................................... «Deur open. Controleren aub»
Als het probleem opgelost is, toets START/PAUZE indrukken om het programma weer te starten. Als het probleem blijft
bestaan, neem dan contact op met onze service-afdeling.
Probleem Oorzaak
De machine start niet of er wordt geen water
toegevoerd :
de machine is niet correct aangesloten, de elektrische ins-
tallatie werkt niet.
het machinedeksel en de trommelkleppen zijn niet goed
gesloten (Deur open. Controleren aub).
u hebt het programma niet goed gestart.
er is een stroomstoring.
de watertoevoer is afgesloten (Geen watertoevoer. Con-
trole kraan).
de waterkraan is dicht (Geen watertoevoer. Controle
kraan).
de watertoevoer is geblokkeerd (Geen watertoevoer.
Controle kraan).
Er wordt water toegevoerd, maar meteen weer
weggepompt :
de afvoerslang hangt te laag (zie hoofdstuk «Installatie»).
De machine centrifugeert niet of pompte niet : de afvoerslang is verstopt of gedraaid (Pompt niet.
Check afvoerslng/filter).
het afvoerfilter is verstopt (Filter verstopt / Pomp geblok-
keerd).
de onbalansherkenning is in werking getreden ; slechte
verdeling van het wasgoed in de trommel.
u hebt spoelstop, nachtcyclus of niet centrifugeren geko-
zen.
de afvoerslang hangt niet op de juiste hoogte.
Er ligt water op de vloer rond de wasautomaat : te veel wasmiddel heeft te veel schuim gevormd en dat is
overstroomd (Overdosering).
het wasmiddel is niet geschikt voor machinaal wassen.
de afvoerslang hangt niet goed.
het afvoerfilter is niet op z’n plek gezet.
de watertoevoerslang lekt.
Wasresultaten zijn niet tevredenstellend : het wasmiddel is niet geschikt voor machinaal wassen.
er zit te veel wasgoed in de trommel.
u hebt niet het juiste programma gekozen.
u hebt niet voldoende wasmiddel gedoseerd.
De machine vebreert of staat onrustig : niet alle verpakking is verwijderd (zie hoofdstuk «Installa-
tie»).
de machine staat niet waterpas of is niet goed gevuld.
de machine staat te dicht tegen de muur of meubilair.
het wasgoed is niet goed in de trommel verdeeld.
er zit erg weinig wasgoed in de trommel.
16
9. KLANTENSERVICE
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op geeft, kunt u de volgende afdelingen raadplegen.
Service-informatielijn (0172) 468 300
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
Consumentenbelangen (0172) 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie)
Helt programma duurt te lang : de watertoevoer is geblokkeerd (Geen watertoevoer.
Controle kraan).
er is een stroomstoring geweest of het water is afgesloten.
de oververhittingsbeveiliging van de motor is in werking
getreden.
de temperatuur van het leidingwater is lager dan normaal.
het schuimherkenningssysteem is in werking getreden (te
veel wasmiddel) en de machine heeft het schuim verwi-
jderd.
de onbalansherkenning is in werking getreden, een extra
fase is toegevoegd om het wasgoed beter in de trommel te
verdelen.
De machine stopt tijdens een programma : er is een water- of stroomstoring.
u hebt spoelstop, nachtcyclus of niet centrifugeren inges-
teld.
Het machinedeksel kan tijdens een programma
niet geopend worden :
de wasautomaat is boven 55°C aan het verwarmen.
het waterniveau is te hoog.
de trommel draait.
De trommel bevindt zich niet in de hoge stand na
afloop van een wasprogramma :
de trommel kon de juiste positie niet bereiken door een
voortdurende onbalans ; draai de trommel met de hand.
Melding «Geen watertoevoer. Controle kraan»
verschijnt in het display :
het deksel is niet goed gesloten.
Melding «Pompt niet. Check afvoerslng/filter»
verschijnt in het display :
het afvoerfilter is verstopt.
de afvoerslang is verstopt of gedraaid.
de afvoerslang ligt te hoog (zie hoofdstuk «Installatie»).
de afvoerpomp is verstopt.
de installatiesifon is verstopt.
Melding «Geen watertoevoer. Controle kraan»
verschijnt in het display :
de waterkraan is dicht.
de watertoevoer in de woning is afgesloten.
Melding «Foutcode : EA6
*
/ Zie instructies Ge-
bruiksaanwijzing» verschijnt in het display :
de trommelkleppen zijn open.
Wasverzachter komt tijdens het doseren uit de
overloop :
u hebt niet de juiste hoeveelheid gedoseerd.
de hevels aan de achterkant van het wasmiddelbakje zijn
verstopt.
Melding «Overdosering» verschijnt in het dis-
play :
u hebt niet de juiste hoeveelheid gedoseerd.
Melding «Foutcode : E / Zie instructies Ge-
bruiksaanwijzing» verschijnt in het display of de
machine start niet of blijft op pauze staan :
draai de programmakiezer op 0 en neem contact op met
de service-afdeling.
*afhankelijk van model
Probleem Oorzaak
17
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd modelaanduiding, productnummer en serienummer van uw apparaat bij de hand.
Deze nummers vindt u op het typeplaatje van het apparaat (aan de binnenkant van het filterdeurtje en op de achterzijde van
het apparaat) en kunt u het beste hieronder noteren.
Modelaanduiding…..
Productnummer…..
Serienummer…..
Bereid het gesprek altijd goed voor. Zo vergemakkelijkt u de diagnose en de beslissing of bezoek van een servicetechnicus
nodig is.
Geef zo nauwkeurig mogelijk op:
- Hoe doet de storing zich voor?
- Onder welke omstandigheden treedt de storing op?
- Wordt in het display een foutmelding aangegeven?
Aan de hand van deze informatie kan onze service-afdeling de juiste voorbereidingen treffen, zodat het apparaat bij het
eerste bezoek van de servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u slechts één maal thuis te blijven.
Als u toch voor één van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde storingen of vanwege foutieve bediening onze service-
afdeling inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door onze garantiebepalingen gedekt.
10. GARANTIEVOORWAARDEN
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een
defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur
van het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voor-
tvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het product die zich open-
baren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee
gelijk te stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten geldt eveneens een termijn
van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het defect
optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen. De garantieaanspraak vervalt
indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leveringsdatum te worden overlegd. Bij ont-
breken daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber,
die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid
van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a.chemische en elektrochemische inwerking van water,
b.abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c.voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d.contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan,
niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de ge-
bruiks- of montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden die niet be-
voegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn
en daardoor een defect veroorzaken.
10.Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd aan of gezonden naar onze service-
dienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11.Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor het in- en
uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in reke-
18
ning gebracht. Schade die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12.Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de herstellingkosten dispro-
portioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging be-
houden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13.Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang van een nieuwe garantietermijn
tot gevolg.
14.Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15.Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het product, zijn uitgesloten voor
zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16.In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product niet overtreffen, tenzij wettelijk
anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien een product naar
het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a.
spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buiten-
land aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of
gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
www.electrolux.nl
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan
**
.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk binnen één werkdag worden
medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen zeven
werkdagen na de melding zijn uitgevoerd.
Art. 2 a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren naar de vermoedelijke oorzaak van
de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begroting maken van
de totale reparatiekosten inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de tech-
nicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek het te repareren toestel worden te-
ruggebracht in de staat waarin het aan de technicus werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen alleen de kosten
van voorrijden en arbeidsloon in rekening worden gebracht op basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van een
vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden niet tegen het begrote bedrag
kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg met de consument plaatsvinden
en een herziene kostenbegroting worden gemaakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel 2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om het toestel in werkende staat
te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie of door de technicus met de con-
sument de datum voor een tweede bezoek worden afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaatsvinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening worden gebracht, tenzij de noodzaak
voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serienummer van het apparaat,
omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte onderdelen en materialen en een korte omschrijving
van de verrichte werkzaamheden. De betaling van de rekening dient tegen afgifte van een reparatienota direct con-
tant of door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een volledige garantie van minimaal
3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de ui-
tgewisselde en betaalde onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep op garantie op de
reparatie dient de consument op verzoek de gespecificeerde rekening van de voorgaande reparatie aan de technicus
te overleggen.
**.Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland.
19
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huishoudelijk gebruik opnieuw op-
treedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoe-
ren van de reparatie niet verwacht kan worden, zal aan de consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van
hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te bepalen jaarlijks afschrijvings-
percentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met uitzondering van de onder
garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderdelen.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer volledig voldoet aan de vei-
ligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij
het ontbreken daarvan, aan de wettelijke vereisten terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden
uitgevoerd met originele en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -voorschriften gegarandeer-
de onderdelen.
20
B. VOOR DE INSTALLATEUR
1. WAARSCHUWINGEN
Deze wasautomaat is zwaar. Voorzichtig bij het
verplaatsen ervan.
Voor het in gebruik nemen moet de verpakking van
de wasautomaat worden verwijderd. Als niet de
gehele transportbeveiliging wordt verwijderd, kan
dat tot schade aan de wasautomaat of omringende
meubelen leiden. De stekker mag tijdens het uit-
pakken niet in het stopcontact zitten.
De wateraansluiting mag alleen door een erkend
installateur worden uitgevoerd.
De machine moet aan een stopcontact met rand-
aarde worden aangesloten.
Een eventuele wijziging in de elektrische huisinstal-
latie mag alleen door een erkend elektro-installa-
teur worden uitgevoerd.
Lees de aanwijzingen in paragraaf 3.7 aandachtig,
voordat u de machine gaat aansluiten.
Controleer na het installeren of de machine niet op
het aansluitsnoer staat.
Als de machine op vaste vloerbedekking wordt
geïnstalleerd, mogen de ventilatie-openingen aan
de onderkant van de machine niet door het tapijt
worden afgedekt.
Het aansluitsnoer mag alleen door onze service-
afdeling vervangen worden.
Als de machine niet volgens de voorschriften is
geïnstalleerd, wordt eventuele schade niet door de
garantiebepalingen gedekt.
2. TECHNISCHE GEGEVENS
AFMETINGEN hoogte
breedte
diepte
850 mm
400 mm
600 mm
NETSPANNING / FREQUENTIE
AANSLUITWAARDE
230 V / 50 Hz
2300 W
WATERDRUK
Aansluiting aan waternet
minimaal
maximaal
0,05 MPa (0,5 bar)
0,8 MPa (8 bar)
type 20x27
Dit apparaat voldoet aan EG-richtlijn 89-336 (EMC-richtlijn) en EG-richtlijn 73-23 EG
(laagspanningsrichtlijn).
21
3. INSTALLATIE
3.1. Uitpakken
Verpakkingsmateriaal dat is gebruikt om
interne onderdelen van de machine tij-
dens het transport te beschermen moet
verwijderd worden voordat de machine
voor de eerste keer in gebruik wordt ge-
nomen.
Verwijder al het verpakkingsma-
teriaal van de machine. Kantel
de machine naar opzij, verwij-
der dan de verpakking onder de
motor en zet de machine weer
rechtop.
Kantel de machine naar achte-
ren en draai hem een kwart slag
op één van de hoeken om de
transportbodem te verwijderen.
Open het machinedeksel en ver-
wijder de transportbeveiliging
en het plastic. Sluit het deksel.
Gebruik een 10 mm moersleutel
om de twee schroeven en af-
standhouders achterop te ver-
wijderen.
U kunt nu de openingen zien die
moeten worden afgesloten met
de meegeleverde dopjes; ver-
geet niet de dopjes te sluiten.
Controleer of u al deze onder-
delen uit de machine hebt ver-
wijderd en bewaar ze zodat u ze
indien nodig in de toekomst
weer kunt gebruiken.
Als u wilt dat de wasautomaat
op één lijn staat met de keuken-
meubelen ernaast, kunt u de
slanghouder achterop de was-
automaat afsnijden. Laat de
twee plaatjes op hun plek.
3.2. Opstellen
Zet de wasautomaat op een vlakke harde vloer in een
goed geventileerde ruimte.
Zorg ervoor dat de machine niet in aanraking komt met
de muur of meubelen.
3.3. Machine verplaatsen
Als u de machine wilt
verplaatsen, tilt u hem op z'n
rollers door de hendel onderaan
de machine helemaal naar links
te trekken. Als de machine op
de gewenste plek staat, zet u de
hendel weer in z'n
oorspronkelijke stand terug.
3.4. Waterpas stellen
Als de machine waterpas staat voorkomt dat trillen, ge-
luid en beweging tijdens het gebruik.
Zet de machine waterpas door
de stelschroef die te kort is aan
te passen.
Draai de ring los (til de machine
indien nodig op).
Als de machine stabiel staat,
draai dan de ring zo ver moge-
lijk vast.
3.5. Watertoevoer
Het aqua-controlsysteem be-
schermt tegen waterschade. De
watertoevoerslang kan door na-
tuurlijke veroudering bescha-
digd raken: als dat gebeurt,
blokkeert het systeem de water-
toevoer naar het apparaat.
22
In geval van storing verschijnt een rode markering in
venster "A". Draai de waterkraan dicht en neem contact
op met onze service-afdeling.
Installeer de watertoevoerslang op de achterkant van
de wasautomaat:
- Schroef de onderste fitting van
de watertoevoerslang vast zoals
aangegeven in afb. 1 en 2.
- Sluit het koppelstuk aan de wa-
terkraan aan.
- Draai de waterkraan open.
De watertoevoerslang mag niet verlengd worden. Als
de slang te kort is, neem dan contact op met onze ser-
vice-afdeling.
3.6. Waterafvoer
- Monteer de slanghouder op de
afvoerslang.
- Plaats de slang in een afvoer-
pijp (of in een gootsteen) op een
hoogte tussen 70 en 100 cm.
Zorg ervoor dat de slang niet
kan wegglijden.
Het uiteinde van de afvoerslang moet altijd belucht zijn
om te voorkomen dat er water wordt overgeheveld.
Belangrijk: de afvoerslang mag in geen geval verlengd
worden.Als de slang te kort is, neem dan contact op
met een erkend installateur.
3.7. Elektrische aansluiting
Vaste aansluiting aan het elektriciteitsnet mag alleen
door een erkend elektro-installateur worden uitge-
voerd.
Bij het aansluiten moet aan de algemeen en plaatselijk
geldende voorschriften van het elektriciteitsbedrijf strikt
de hand worden gehouden.
Controleer vóór het in gebruik nemen of de op het type-
plaatje aangegeven netspanning en stroomsoort over-
eenkomen met netspanning en stroomsoort op de
plaats van opstelling. Op het typeplaatje vindt u ook de
vereiste waarde van de installatieautomaat of smeltvei-
ligheid in uw groepenkast.
De machine mag niet d.m.v. een verlengsnoer worden
aangesloten.
The Electrolux Group. The world’s No.1 Choice.
The Electrolux Group is the world largest producer of powered appliances for kitchen, cleaning and outdoor use. More than 55 million Electrolux Group products (such
as refrigerators, cookers, washing machines, vaccum cleaners, chain saws and lawn mowers) are sold each year to a value of approx. USD 14 billion in more than
150 countries around the world.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23

Electrolux EWT1540 Handleiding

Type
Handleiding