! Als u een reeds gestarte wascyclus wilt annuleren, moet u de ON/OFF-toets
langdurig ingedrukt houden. De cyclus zal worden onderbroken en de
wasautomaat gaat uit.
EINDE VAN HET PROGRAMMA
De tekst ‘END’ verschijnt op het display. Als het symbool uit gaat, kunt u de
deur openen. Open het deurtje, laad het wasgoed uit en schakel het apparaat uit.
Als u niet drukt op de toets “ON/OFF” zal de wasmachine automatisch uitgaan
na ongeveer een half uur. Draai de waterkraan dicht en doe het wasgoed uit de
machine. Laat de deur op een kier om de trommel te laten drogen.
OPTIES
- Als de geselecteerde optie niet compatibel is met het ingestelde
programma, gaat het controlelampje knipperen en zal de optie niet
worden geactiveerd.
Antivlek
Met deze optie kunt u het type vuil selecteren zodat u de cyclus zo goed
mogelijk kunt instellen om de vlekken te verwijderen. De type’s vuil zijn:
- Voedsel, voor bv. vlekken van voeding of drank.
- Werk, voor bv. vlekken van vet of inkt.
- Outdoor, voor bv. vlekken van modder of gras.
! De duur van de wascyclus varieert aan de hand van het soort gekozen vuil.
Uitgestelde start
Om de uitgestelde start van het gekozen programma in te stellen, drukt u
op de betreende toets totdat u de gewenste vertraging heeft bereikt.
Wanneer deze optie geactiveerd is, wordt op het display het symbool
verlicht. Om de uitgestelde start te verwijderen, drukt u op de toets totdat
op het display de tekst ‘OFF’ verschijnt.
Temperatuur
Elk programma heeft een standaard temperatuur. Druk op de toets als u de
temperatuur wilt wijzigen. De waarde wordt op het display aangegeven.
Centrifugeren
Elk programma heeft een standaard centrifugesnelheid. Druk op de toets
, als u de centrifugesnelheid wilt wijzigen. De waarde wordt op het
display aangegeven.
Het drogen instellen
De eerste keer dat u op de toets drukt zal het apparaat automatisch het
maximale droogniveau selecteren dat past bij het geselecteerde programma.
Elke volgende keer dat u op de toets drukt zal het niveau dalen, waarna ook de
droogtijd, totdat het zal worden uitgesloten, aangegeven door “OFF”.
Het is mogelijk het drogen in te stellen:
A- Aan de hand van het gewenste droogniveau:
Kast : geschikt voor wasgoed dat direct in de kast kan worden gelegd,
zonder te worden gestreken.
Hanger : ideaal voor die kledingstukken die geen volledige droging
nodig hebben.
Strijk : geschikt voor wasgoed dat naderhand moet worden gestreken.
De overgebleven vochtigheid zal de vouwen verzachten en het
verwijderen ervan vergemakkelijken.
B - Op tijdsbasis: van 210 tot 30 minuten.
Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor wassen en drogen
meer is dan het toegestane maximum (zie Programmatabel), dan voert u
eerst het wassen uit. Aan het einde hiervan verdeelt u de lading en laadt u
één gedeelte in de trommel. Volg nu de aanwijzingen voor het uitvoeren
van “Alleen drogen”. Herhaal deze handelingen met de rest van de lading.
Aan het einde van de droogcyclus wordt altijd een afkoeltijd ingezet.
Alleen drogen
Druk op de toets als u het wasgoed alleen wilt drogen.
Nadat u het gewenste programma heeft geselecteerd, dat compatibel is met
het te behandelen wasgoed, kunt u op de toets drukken. Hiermee sluit u
de wasfase uit en wordt de droogcyclus gestart met de maximaal voorziene
droogtegraad die bij het gekozen programma kan worden uitgevoerd. Het is
mogelijk de droogtegraad of de droogtijd te wijzigen door op de toets drogen
te drukken. (Deze optie is niet compatibel met de programma’s 13 en 14).
Push & Wash+Dry
Met deze functie kunt u een automatische was- of droogcyclus starten
terwijl de automaat uit is, zonder dat u daarvóór op de toets ON/OFF hoeft
te drukken of, nadien, als u de automaat aanzet, zonder dat u andere toetsen
en/of knoppen in hoeft te drukken (als u dit niet doet zal het programma
Push&Wash+Dry worden uitgeschakeld). Om de Push&Wash+Dry cyclus
te starten houdt u de knop 2 seconden lang ingedrukt. Het ontstoken
controlelampje geeft aan dat de cyclus is gestart. Deze was- en droogcyclus
is ideaal voor het wassen van katoenen en synthetisch wasgoed en werkt
op een wastemperatuur van 30° met een maximale centrifugesnelheid
van 1000 toeren per minuut. Tijdens het drogen is de maximaal bereikbare
temperatuur 60°C. Aan het einde van het programma is de overgebleven
vochtigheidsgraad van het wasgoed “ ”. Max. aangeraden lading 3 kg.
De duur die op het display wordt weergegeven is de maximaal toegestane
duur van de cyclus Push&Wash+Dry. In het geval de lading minder weegt
dan de maximale lading of als het wasgoed voornamelijk bestaat uit
synthetische stoen, zal de uiteindelijke duur van de cyclus minder zijn.
Hoe werkt dit?
1. Laad het wasgoed in (katoenen en/of synthetisch wasgoed) en sluit de deur.
2. Wasmiddel en/of wasversterkers toevoegen.
3. Start het programma door 2 seconden op de toets Push&Wash+Dry te
drukken. Het betreende controlelampje zal groen worden en de deur zal
worden geblokkeerd (het symbool deur geblokkeerd gaat aan).
N.B.: Als u het programma start met de Push&Wash+Dry toets wordt een
automatische was- en droogcyclus geactiveerd, aangeraden voor katoen en
synthetisch wasgoed. Deze cyclus kan niet worden gepersonaliseerd.
4. Het is mogelijk het automatische programma alleen voor het wassen te
gebruiken en niet voor het drogen. Nadat u op de toets Push&Wash+Dry heeft
gedrukt, drukt u op e toets drogen . Het symbool van het niveau “ ” gaat uit.
De maximale lading voor alleen wassen is 4 kg. Het is niet mogelijk het programma
verder aan te passen. Om de deur te openen terwijl de automatische cyclus bezig is,
drukt u op de START/PAUSE toets. Als het symbool deur geblokkeerd uit is kunt u de
deur, alleen tijdens de wasfase, openen. Druk nogmaals op de START/PAUSE toets
om het programma te hervatten vanaf het punt dat het werd onderbroken.
5. Aan het einde van het programma verschijnt de tekst END.
TIPS EN ADVIEZEN
Verdeel het wasgoed volgens:
het soort stof (katoen, gemengde vezels, synthetische materialen, wol,
handwas). de kleuren (scheid de bonte was van de witte was, was nieuwe
kledingstukken apart). jne stoen (doe kleine kledingstukken - zoals
nylon kousen - elementen met haakjes - zoals bh’s - in een stoen zakje).
Leeg de zakken
Voorwerpen zoals munten of aanstekers kunnen de wasautomaat en de
trommel beschadigen. Controleer de knopen.
ONDERHOUD EN VERZORGING
Schakel de machine uit en koppel hem los van het elektriciteitsnet voor alle
reinigings- en onderhoudswerkzaamheden. Gebruik geen brandbare
vloeistoen voor het reinigen van de wasautomaat.
Water en elektrische stroom afsluiten
Draai de waterkraan na elke gebruik dicht. Hiermee beperkt u slijtage van
de waterinstallatie van de wasmachine en voorkomt u lekkage.
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasmachine gaat schoonmaken
en gedurende onderhoudswerkzaamheden.
De wasautomaat schoonmaken
De buitenkant en de rubberen onderdelen kunnen met een spons en een
lauw sopje worden schoongemaakt. Gebruik nooit schuurmiddelen of
oplosmiddelen.
De wasautomaat beschikt over een programma ‘Zelfreiniging’ voor het
reinigen van de binnenkant van de automaat. Dit moet worden uitgevoerd
als de automaat volledig leeg is.
Het wasmiddel (circa 10% van de hoeveelheid die wordt aanbevolen voor
een niet zo vuile was) of de speciale reinigingsmiddelen voor wasautomaten
kunnen worden gebruikt als hulpmiddelen tijdens dit wasprogramma. We
raden u aan dit reinigingsprogramma elke 40 wascycli uit te voeren.
Om dit programma te activeren drukt u tegelijkertijd 5 sec. op de toetsen en .
Het programma start automatisch en heeft een duur van circa 70 minuten.
Om de cyclus te beëindigen drukt u op de START/PAUSE-toets .
De wasmiddellade schoonmaken
Maak de lade onder stromend water schoon; deze reiniging moet
regelmatig worden uitgevoerd.
De deur en de trommel verzorgen
Laat de deur altijd op een kier staan om nare luchtjes te vermijden.
De pomp reinigen
De wasautomaat is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus
niet te worden onderhouden. Het kan echter gebeuren dat kleine
voorwerpen (muntjes, knopen) in het voorvakje dat de pomp beschermt
en zich aan de onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzekert u zich ervan dat de wascyclus klaar is en trek de stekker uit het
stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. verwijder het afdekpaneel aan de voorzijde van de wasautomaat door
er op het midden op te drukken. Duw beide zijkanten naar beneden toe
en verwijder het paneel;
2. draai het deksel van de afvoerpomp los door hem linksom te draaien:
het is normaal dat er een beetje water wegstroomt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes goed bevestigd in de juiste
openingen, voordat u het paneel tegen de machine aandrukt.
De watertoevoerslang controleren
Controleer minstens een keer per jaar de slang van de watertoevoer. De slang
moet worden vervangen als er scheuren of barsten te zien zijn: gedurende
het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands slangen.
BALANCEERSYSTEEM VAN DE LADING
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat de lading voor het
centrifugeren op een gelijkmatige manier. Dit gebeurt door de trommel te laten
draaien op een snelheid die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke
pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal de wasautomaat
de centrifuge op een lagere snelheid uitvoeren dan die voorzien was. Als de
lading zeer uit balans is zal de wasautomaat een verdeling uitvoeren in plaats van
een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de waslading en een juiste
balancering te bereiken raden wij u aan kleine en grote kledingstukken te mengen.
TOEBEHOREN
Neem contact op met de klantenservice om te controleren of de volgende
accessoires beschikbaar zijn voor dit model wasautomaat.
Stapelkit
Met dit accessoire kunt u de droger op de wasautomaat bevestigen om ruimte
te besparen en om het in- en uitladen van de droger gemakkelijker te maken.
TRANSPORT EN VERPLAATSING
Til de wasautomaat niet op aan het bovenblad.
Haal de stekker uit het stopcontact en draai de waterkraan dicht. Controleer
of de deur en de wasmiddellade goed dicht zijn. Koppel de afvoerslang los
van de waterkraan en maak daarna de afvoerslang los. Verwijder het
restwater uit de slangen en bevestig ze zodanig dat ze tijdens het transport
niet kunnen worden beschadigd. Breng de transportbouten weer aan. Volg
de procedure door de verwijdering van de transportbouten die in
‘Installatie-instructies’ is beschreven in omgekeerde volgorde uit.