• Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met opdrukken
binnenstebuiten.
• Behandel hardnekkige vlekken voor.
• Was delen met zware vervuiling met
een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
• Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (Bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, etc.).
• Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase die
leiden tot overmatige trillingen. Als
dit voorkomt:
a. onderbreek het programma en
open de deur (zie 'Openen van
de deur als er een programma
draait of de uitgestelde start
staat ingesteld');
b. herverdeel de lading met de
hand zodat de items gelijkmatig
over de trommel zijn verdeeld;
c. druk op de toets Start/Pauze. De
centrifugeerfase gaat door.
11.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
11.3 Wasmiddelen en andere
behandelingen
• Gebruik uitsluitend wasmiddelen en
andere middelen die speciaal
bedoeld zijn voor wasmachines:
– waspoeder voor alle
weefselsoorten,
– waspoeder voor fijne was (max.
40°C) en wollen artikelen,
– vloeibare wasmiddelen, voor
wasprogramma's op lage
temperatuur (max. 60 °C) voor alle
weefselsoorten of speciale
middelen voor wollen artikelen.
• Gebruik de verschillende soorten
wasmiddelen niet tegelijkertijd.
• Denk aan het milieu en gebruik niet
meer dan de aanbevolen hoeveelheid
wasmiddel.
• Volg de aanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel of de
andere toevoegingen zonder het
aangegeven maximumniveau ( )
te overschrijden.
• Gebruik de aanbevolen wasmiddelen
voor het type en de kleur van het
wasgoed, voor de
programmatemperatuur en voor de
mate van vervuiling.
11.4 Milieutips
• Stel een programma in zonder de
voorwasfase om wasgoed dat
normaal vervuild is te wassen.
• Start een wasprogramma altijd met
de maximum toegestane hoeveelheid
wasgoed.
• Als u de vlekken voorbehandelt, kunt
u een vlekkenverwijderaar gebruiken
als u een programma op een lage
temperatuur gebruikt.
• Controleer de waterhardheid van uw
plaatselijke systeem om de juiste
hoeveelheid wasmiddel te gebruiken.
Zie "Waterhardheid".
11.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterontharder niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de
waterhardheid in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterontharder. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
www.aeg.com
28