NL
11
TEMPERATUUR* aanwijzer: hiermee onderscheidt u het
koudste gedeelte van de koelkast.
1. Controleer of op de aanwijzer het woord OK verschijnt (zie
afbeelding).
2. Als er geen OK verschijnt, betekent het dat de temperatuur te
hoog is: zet de knop WERKING KOELKAST op een hogere
stand (kouder) en wacht circa 10 uur tot de temperatuur
stabiel is.
3. Controleer de aanwijzer nogmaals: indien nodig, kunt u de
koelkast opnieuw regelen. Als u grote hoeveelheden
etenswaren in de koelkast heeft geplaatst, de deur
herhaaldelijk heeft geopend of open heeft gelaten, is het
normaal dat de aanwijzer geen OK aangeeft. Wacht minstens
10 uur voordat u de knop WERKING KOELKAST op een
hogere stand zet.
Rek voor BLIKJES: voor het horizontaal opbergen van meerdere
blikjes (zie afbeelding). U kunt hier ook yoghurt, boter, of andere
verpakkingen neerzetten.
Optimaal gebruik van de koelkast
• Gebruik voor het regelen van de temperatuur de knop
TEMPERATUURREGELING(zie Beschrijving).
• Zet alleen koude of lauwe levensmiddelen in de koelkast,
nooit warme (zie Voorzorgsmaatregelen en advies).
• Denk eraan dat u gekookte etenswaren niet langer kunt
bewaren dan rauwe.
• Zet geen vloeistoffen in open flessen of bakken in de koelkast:
dit brengt een toename van de vochtigheidsgraad teweeg en
een daaropvolgende condensproductie.
Hygiëne van de etenswaren
1. Na aankoop van de etenswaren verwijdert u de papieren/
kartonnen of andere verpakking , die bacteriën of vuil in de
koelkast kunnen introduceren.
2. Bescherm de etenswaren (vooral die niet lang houdbaar zijn
en die een sterke lucht verspreiden) op zodanige wijze dat ze
niet met elkaar in contact komen; zo vermijdt u de
mogelijkheid van besmetting onder elkaar door kiemen/
bacteriën zowel als het verspreiden van geuren in de koelkast
3. Zorg voor voldoende vrije luchtcirculatie om de etenswaren
heen
4. Houd de binnenkant van de koelkast schoon maar vermijd
gebruik van bijtende of schuurmiddelen
5. Als de vervaldatum is afgelopen moeten de etenswaren uit de
koelkast worden verwijderd
6. Voor een correcte manier van conserveren moeten de minder
houdbare etenswaren (verse kazen, rauwe vis, vlees enz…)
op de koelste plaats worden gezet, namelijk bovenop de
groenteladen, waar de temperatuurindicator zich bevindt.
Optimaal gebruik van de diepvrieskast
• Vries nooit etenswaar in die op het punt staat te ontdooien of
al is ontdooid; dergelijke etenswaar moet gelijk worden
gekookt en gegeten (binnen 24 uur).
• Verse etenswaren die moeten worden ingevroren mogen nooit
in contact raken met etenswaren die al bevroren zijn; verse
etenswaren moeten op het rooster van het diepvriesgedeelte
worden geplaatst, mogelijkerwijs tegen de zijkant of de
achterwand, waar de temperatuur de -18°C of lager bereikt
en waar ze snel worden ingevroren.
• Plaats nooit glazen flessen met vloeistof in de diepvrieskast,
vooral niet als er een dop op zit of als ze hermetisch zijn
afgesloten, ze zouden kunnen barsten.
• De maximum hoeveelheid die men dagelijks kan invriezen is
aangegeven op het typeplaatje links onderin de koelkast
(voorbeeld: Kg/24h 4).
! Open de deur van de diepvrieskast niet tijdens het invriezen.
! Wanneer de stroom wegvalt of wanneer er een storing optreedt,
dient u de deur van de diepvrieskast niet te openen: de
levensmiddelen blijven op deze manier nog ongeveer 9 à 14 uur
goed bewaard.
! Als de kamertemperatuur zich voor langere tijd onder de 14°C
bevindt, bereikt het diepvriesgedeelte niet de temperatuur die
nodig is voor het langdurig bewaren van de levensmiddelen en
zal de bewaartijd van de etenswaren als gevolg korter zijn.
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Tijdens schoonmaak of onderhoud moet u het apparaat afsluiten
van de elektrische stroom door de stekker uit het stopcontact te
halen. Het is niet voldoende de knop van de temperatuurregeling
op stand
te zetten (apparaat uit) om alle elektrische contacten
uit te schakelen.
Het apparaat reinigen
• De buitenkant, de binnenkant en de rubberen afdichtingen
kunnen worden schoongemaakt met een lauwe spons en
soda of een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen
oplosmiddelen, schuurmiddelen, chloor of ammonia.
• Het uitneembare toebehoren kan worden afgewassen met warm
water en schoonmaak- of afwasmiddelen. Spoel en droog alles
goed af.
• De achterkant van het apparaat vangt veel stof op. Na het
apparaat te hebben uitgezet en de stroom te hebben
afgesloten kunt u dit opzuigen met de lange buis van de
stofzuiger, op middelmatig vermogen.
Het vermijden van schimmel en vervelende
luchtjes
• Het apparaat is vervaardigd uit hygiënisch materiaal dat geen
luchtjes absorbeert. Teneinde deze eigenschappen te
behouden moet u levensmiddelen altijd goed bewaren en