Dell XPS 17 L702X Handleiding

Type
Handleiding
Dellâ„¢ XPSâ„¢ L702X
Onderhoudshandleiding
Wettelijk model: P09E-serie Wettelijk type: P09E002
Opmerkingen, waarschuwingen
en gevaar-kennisgevingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor
een beter gebruik van de computer.
WAARSCHUWING: Een WAARSCHUWING geeft aan dat er schade aan
hardware of potentieel gegevensverlies kan optreden als de instructies
niet worden opgevolgd.
GEVAAR: LET OP duidt op een risico op schade aan eigendommen, lichamelijk
letsel of overlijden.
____________________
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
© 2010 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging van dit document op welke wijze dan ook zonder de schriftelijke toestemming
van Dell Inc. is strikt verboden.
Handelsmerken die in dit document worden gebruikt: Dellâ„¢, het DELL-logo en XPSâ„¢ zijn
handelsmerken van Dell Inc.; Microsoft
®
, Windows
®
en het logo op de startknop van Windows
zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft corporation in de Verenigde Staten
en/of andere landen; Bluetooth
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc. en wordt
onder licentie door Dell gebruikt.
Overige handelsmerken en handelsnamen kunnen in dit document gebruikt om te verwijzen naar
entiteiten die het eigendomsrecht op de merken claimen dan wel de namen van hun producten. Dell
Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere handelsmerken of
handelsnamen dan haar eigen handelsmerken en handelsnamen.
Wettelijk model: P09E-serie Wettelijk type: P09E002
Januari 2011 Rev. A00
Inhoud 3
Inhoud
1 Voordat u begint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Aanbevolen hulpmiddelen. . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Uw computer uitschakelen
. . . . . . . . . . . . . . . . 9
Voordat u binnen de computer gaat werken
. . . . . . 10
2 Batterij. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
De batterij verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
De batterij terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . . 14
3 Moduleplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
De moduleplaat verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 15
De moduleplaat terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . 16
4 Geheugenmodule(s) . . . . . . . . . . . . . . . . 17
De geheugenmodule(s) verwijderen . . . . . . . . . . 17
De geheugenmodule(s) vervangen
. . . . . . . . . . . 18
5 Draadloze minikaart(en) . . . . . . . . . . . . . 21
De minikaart(en) verwijderen . . . . . . . . . . . . . 21
De minikaart(en) terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . 23
4 Inhoud
6 Vaste schijven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
De vaste schijven verwijderen . . . . . . . . . . . . . 25
De vaste schijven terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . 28
7 Optisch station. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het optisch station verwijderen . . . . . . . . . . . . . 31
Het optische station terugplaatsen
. . . . . . . . . . . 32
8 Polssteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
De polssteun verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 33
De polssteun verwijderen
. . . . . . . . . . . . . . . . 36
9 Toetsenbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Het toetsenbord verwijderen . . . . . . . . . . . . . . 39
Het toetsenbord terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . 41
10 Printplaat voor de aan-uitknop . . . . . . . 43
De printplaat voor de aan-uitknop verwijderen. . . . . 43
De aan-uitknopkaart terugplaatsen
. . . . . . . . . . . 44
Inhoud 5
11 Knoopcelbatterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
De knoopcelbatterij verwijderen . . . . . . . . . . . . 45
De knoopcelbatterij terugplaatsen
. . . . . . . . . . . 46
12 Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Beeldscherm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Het beeldscherm verwijderen . . . . . . . . . . . 47
Het beeldscherm opnieuw installeren . . . . . . . 50
Montagekader van het beeldscherm . . . . . . . . . . 51
Het montagekader van het beeldscherm
verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Het montagekader van het beeldscherm
terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Beeldschermpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Het beeldschermpaneel verwijderen . . . . . . . 52
Het beeldschermpaneel terugplaatsen . . . . . . 56
Beeldschermkabel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
De beeldschermkabel verwijderen. . . . . . . . . 57
De schermkabel terugplaatsen. . . . . . . . . . . 58
De beugels van het beeldschermpaneel . . . . . . . . 59
De beugels van het beeldschermpaneel
verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
De beugels van het beeldschermpaneel
terugplaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Beeldschermscharnieren . . . . . . . . . . . . . . . . 61
De beeldschermscharnieren verwijderen . . . . . 61
De beeldschermscharnieren terugplaatsen . . . . 62
6 Inhoud
13 Infraroodzenderkaart. . . . . . . . . . . . . . . 65
De infraroodzenderkaart verwijderen. . . . . . . . . . 65
De infraroodzenderkaart terugplaatsen
. . . . . . . . . 66
14 Cameramodule . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
De cameramodule verwijderen . . . . . . . . . . . . . 69
De cameramodule terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . 72
15 Kap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
De kap verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
De kap terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
16 Subwoofer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
De subwoofer verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . 81
De subwoofer terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . 82
17 Connector voor de netadapter . . . . . . . 85
De connector voor de netadapter verwijderen . . . . . 85
De connector voor de netadapter terugplaatsen
. . . . 87
Inhoud 7
18 Ventilator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
De ventilator verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 89
De ventilator opnieuw installeren
. . . . . . . . . . . 91
19 Warmteafleider . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
De warmteafleider verwijderen. . . . . . . . . . . . . 93
De warmteafleider vervangen
. . . . . . . . . . . . . . 95
20 Processormodule . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
De processormodule verwijderen. . . . . . . . . . . . 97
De processormodule terugplaatsen
. . . . . . . . . . . 100
21 I/O-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
De I/O-kaart verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . 103
De I/O-kaart terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . . . 105
22 Tv-antenneaansluiting . . . . . . . . . . . . . 107
De tv-antenneaansluiting verwijderen . . . . . . . . . 107
De tv-antenneaansluiting terugplaatsen
. . . . . . . . 109
8 Inhoud
23 USB-kaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
De USB-kaart verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . 111
De USB-kaart vervangen
. . . . . . . . . . . . . . . . 112
24 Moederbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115
Het moederbord verwijderen . . . . . . . . . . . . . 115
Het moederbord terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . 117
Het serviceplaatje invoeren in het BIOS
. . . . . . . 119
25 Luidsprekers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
De luidsprekers verwijderen . . . . . . . . . . . . . 121
De luidspreker terugplaatsen
. . . . . . . . . . . . . 123
26 Het BIOS flashen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
Voordat u begint 9
Voordat u begint
Deze handleiding bevat procedures voor het verwijderen en installeren van
de componenten in uw computer. Tenzij anders vermeld, wordt voor elke
procedure uitgegaan van de volgende condities:
• U hebt de stappen in "Uw computer uitschakelen" op pagina 9 en "Voordat
u binnen de computer gaat werken" op pagina 10 uitgevoerd.
• U hebt de veiligheidsinformatie geraadpleegd die bij uw computer is
geleverd
.
• U kunt componenten vervangen of, wanneer u deze los hebt aangeschaft,
installeren door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde
uit te voeren.
Aanbevolen hulpmiddelen
Bij de procedures in dit document hebt u mogelijk de volgende
hulpmiddelen nodig:
• Kleine platte schroevendraaier
• Kruiskopschroevendraaier
•Plastic pennetje
• Updateprogramma voor BIOS beschikbaar op
support.dell.com
Uw computer uitschakelen
WAARSCHUWING: U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in
geopende bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit vervolgens
alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
1
Sla geopende bestanden op en sluit deze en eventueel geopende
programma's af.
2
U sluit het besturingssysteem af door op
Start
te en vervolgens
op
Afsluiten
te klikken.
10 Voordat u begint
3
Zorg ervoor dat de computer uitstaat. Als de computer niet automatisch
wordt uitgeschakeld nadat u het besturingssysteem uitschakelt, houdt
u de aan/uit-knop ingedrukt totdat de computer is uitgeschakeld.
Voordat u binnen de computer gaat werken
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te
garanderen en de computer en werkomgeving tegen mogelijke schade
te beschermen.
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om. Raak de
componenten en de contacten op kaarten niet aan. Pak kaarten bij de uiteinden
vast of bij de metalen bevestigingsbeugel. Houd een component, zoals een
processor, vast aan de uiteinden, niet aan de pinnen.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de stekker of aan het treklipje te
trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn voorzien van een connector
met borglippen. Als u dit type kabel loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt
houden voordat u de kabel verwijdert. Als u de connectoren van elkaar los trekt,
moet u ze op evenwijdige wijze uit elkaar houden om te voorkomen dat een van
de connectorpennen wordt verbogen. Ook moet u voordat u een kabel verbindt
controleren of beide connectors op juiste wijze zijn opgesteld en uitgelijnd.
WAARSCHUWING: Om schade aan de computer te voorkomen moet u de
volgende instructies opvolgen voordat u binnen de computer gaat werken.
1
Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen
dat de computerkap bekrast raakt.
2
Schakel de computer (zie "Uw computer uitschakelen" op pagina 9) en alle
op de computer aangesloten apparaten uit.
Voordat u begint 11
WAARSCHUWING: Wanneer u een netwerkkabel wilt verwijderen, moet u eerst
de connector van de netwerkkabel uit de computer verwijderen en daarna de
netwerkkabel loskoppelen van het netwerkapparaat.
3
Verwijder alle stekkers van telefoonsnoeren en netwerkkabels uit
de computer.
4
Druk op eventuele kaarten in de mediakaartlezer om ze uit te werpen.
5
Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit
het stopcontact.
6
Koppel alle op de computer aangesloten apparaten los van de computer.
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
7
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
8
Draai de computer om (bovenkant boven), klap het beeldscherm open
en druk op de aan/uit-knop om het moederbord te aarden.
WAARSCHUWING: Raak een component pas aan nadat u zich hebt geaard door
een ongeverfd metalen oppervlak van het chassis aan te raken, zoals het metaal
rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer. Raak
tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak
aan om eventuele statische elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne
componenten, te ontladen.
12 Voordat u begint
Batterij 13
Batterij
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij
te gebruiken die speciaal voor deze Dell-computer is bedoeld. Gebruik geen
batterijen die voor andere Dell-computers zijn bedoeld.
De batterij verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Draai de computer ondersteboven.
3
Schuif het batterijontgrendelingsmechanisme naar de zijkant.
4
Til de batterij onder een hoek omhoog en til hem uit het batterijvak.
14 Batterij
De batterij terugplaatsen
WAARSCHUWING: U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij
te gebruiken die speciaal voor deze Dell-computer is bedoeld.
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Lijn de lipjes op de batterij uit met de sleuven in het batterijvak en druk
de batterij omlaag totdat hij op zijn plek klikt.
1 batterij 2 batterijontgrendeling
1
2
Moduleplaat 15
Moduleplaat
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De moduleplaat verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Draai de geborgde schroef los waarmee de moduleplaat aan de onderplaat
is bevestigd.
4
Wrik de lipjes op de moduleplaat met uw vingers los van de sleuven
op de onderplaat om de moduleplaat uit de onderplaat te verwijderen.
16 Moduleplaat
De moduleplaat terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Lijn de lipjes op de moduleplaat uit met de sleuven in de basisplaat en klik
de module voorzichtig op zijn plaats.
3
Draai de geborgde schroef vast waarmee de moduleplaat aan de onderplaat
is bevestigd.
4
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
1 onderplaat 2 lipjes
3 moduleplaat 4 geborgde schroef
1
2
3
4
Geheugenmodule(s) 17
Geheugenmodule(s)
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
U kunt het geheugen van uw computer uitbreiden voor geheugenmodules
te installeren op het moederbord. Raadpleeg "Specificaties" in de
installatiehandleiding
die is meegeleverd met uw computer of op
support.dell.com/manuals
voor informatie over welk type geheugen
wordt ondersteund door uw computer.
OPMERKING: Geheugen dat via Dell is aangeschaft, valt onder de garantie van
uw computer.
Uw computer kan over twee of vier voor gebruikers toegankelijke SODIMM-
aansluitingen beschikken, afhankelijk van de configuratie van de computer.
De geheugenmodule(s) verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
WAARSCHUWING: Gebruik geen gereedschap om de bevestigingsklemmetjes
van de geheugenmoduleconnector uit elkaar te duwen. Zo voorkomt u schade
aan de geheugenmoduleconnector.
18 Geheugenmodule(s)
4
Gebruik uw vingertoppen om de bevestigingsklemmetjes aan weerszijden
van de geheugenmoduleconnector voorzichtig uit elkaar te duwen totdat
de module omhoog komt.
5
Verwijder de geheugenmodule uit de connector.
De geheugenmodule(s) vervangen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
WAARSCHUWING: Plaats de geheugenmodules in de juiste aansluitingen, zoals
wordt aangegeven in de volgende tabel, op basis van het aantal geheugenmodules
dat u plaatst. Als u de geheugenmodules niet plaatst zoals wordt aangegeven in de
tabel, is het mogelijk dat de computer niet start.
1 geheugenmoduleconnector 2 bevestigingsklemmetjes (2)
3 geheugenmodule
3
2
1
Geheugenmodule(s) 19
2
Lijn de inkeping op de geheugenmodule uit met het lipje op de
geheugenmoduleconnector.
3
Schuif de geheugenmodule stevig in de aansluiting onder een hoek
van 45 graden en druk de geheugenmodule naar beneden totdat deze
vastklikt. Verwijder de geheugenmodule als u geen klik hoort en installeer
deze opnieuw.
Geheugenmoduleconnector
Aantal
geheugenmodules
DIMM A DIMM B DIMM C DIMM D
1
X
X
2
XX
XX
XX
3
XXX
XXX
4XXXX
20 Geheugenmodule(s)
OPMERKING: Als de geheugenmodule niet op juiste wijze wordt geplaatst,
start de computer mogelijk niet op.
4
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
5
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
6
Sluit de netadapter aan op de computer en op een stopcontact.
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
7
Zet de computer aan.
Bij het opstarten van de computer wordt het extra geheugen gedetecteerd
en worden de systeemconfiguratiegegevens automatisch bijgewerkt.
Controleer hoeveel geheugen in de computer is geïnstalleerd:
Klik op
Start
→
Configuratiescherm
→
Systeem en beveiliging
→
Systeem
.
1 tab 2 inkeping
3 geheugenmoduleconnector
3
1
2
Draadloze minikaart(en) 21
Draadloze minikaart(en)
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
OPMERKING: Dell garandeert geen compatibiliteit met (en biedt geen
ondersteuning voor) minikaarten die niet van Dell afkomstig zijn.
Als u een draadloze minikaart bij uw computer hebt besteld, is deze
al geïnstalleerd.
Uw computer heeft één minikaartsleuf van volledig formaat en één
minikaartsleuf van half formaat:
• Één minikaartsleuf op volledig formaat: ondersteunt WWAN
(Wireless Wide Area Network) of tv-tunermodule.
• Één minikaartsleuf van half formaat: ondersteunt een WLAN/
Bluetooth-combokaart (Wireless Local Area Network) of een
WiMax-kaart (Worldwide Interoperability for Microwave Access).
OPMERKING: Het hangt af van de configuratie van de computer bij verkoop
of er wel of geen minikaart in de minikaartsleuven is geïnstalleerd.
De minikaart(en) verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
22 Draadloze minikaart(en)
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
5
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
6
Verwijder het toetsenbord (zie "Het toetsenbord verwijderen" op
pagina 39).
7
Neem de kabels van de antenne uit de minikaart(en).
8
Verwijder de schroef waarmee de minikaart aan het moederbord is bevestigd.
OPMERKING: De computer kan slechts één WWAN-minikaart of één tv-tunerkaart
in de minikaartsleuf op volledig formaat tegelijkertijd ondersteunen.
1 antennekabels (2) 2 minikaart
3 moederbordaansluiting 4 schroef
1
4
2
3
Draadloze minikaart(en) 23
9
Haal de minikaart(en) uit de moederbordaansluiting.
WAARSCHUWING: Bewaar de minikaart in een beschermende antistatische
verpakking wanneer deze niet in de computer is geplaatst. Zie "Bescherming
tegen elektrostatische ontlading" in de veiligheidsinformatie die bij de
computer is geleverd voor meer informatie.
De minikaart(en) terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Haal de nieuwe minikaart uit de verpakking.
WAARSCHUWING: Druk stevig en gelijkmatig op de kaart om deze op zijn plaats
te schuiven. Als u te veel kracht gebruikt, kunt u de connector echter beschadigen.
WAARSCHUWING: De connectoren zijn zodanig getand dat ze een juiste
installatie garanderen. Als u weerstand ondervindt, moet u de connectors
op de kaart en het moederbord controleren en de kaart opnieuw uitlijnen.
WAARSCHUWING: U voorkomt schade aan de minikaart door de kabels nooit
onder de kaart te plaatsen.
24 Draadloze minikaart(en)
3
Plaats de minikaart onder een hoek van 45 graden in de connector
op het moederbord.
4
Duw het andere uiteinde van de minikaart omlaag in de sleuf van het
moederbord en plaats de schroef terug waarmee de minikaart op het
moederbord wordt bevestigd.
5
Sluit de juiste antennekabels aan op de minikaarten die u installeert. In
de volgende tabel ziet u het kleurenschema van de antennekabels voor
de minikaarten die door de computer worden ondersteund.
6
Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 41).
7
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
8
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
9
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
10
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in de
computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de
computer beschadigd raakt.
11
Installeer eventuele stuur- en hulpprogramma's voor uw computer.
OPMERKING: als u een communicatiekaart van een andere leverancier
installeert, moet u de juiste stuur- en hulpprogramma's installeren.
Connectors op de minikaart Kleurenschema antennekabels
WLAN + Bluetooth (2 antennekabels)
Hoofd-WLAN + Bluetooth (witte driehoek)
Hulp-WLAN + Bluetooth (zwarte driehoek)
wit
zwart
WWAN (2 antennekabels)
Hoofd-WWAN (witte driehoek)
Hulp-WWAN (zwarte driehoek)
witgrijze streep
zwartgrijze streep
Tv-tuner (1 antennekabel) zwart
Vaste schijven 25Vaste schijven 25
Vaste schijven
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Als u de vaste schijf uit de computer verwijdert terwijl deze heet is,
mag u de metalen behuizing van de vaste schijf niet aanraken.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
WAARSCHUWING: Voorkom gegevensverlies door de computer uit te
schakelen (zie "Uw computer uitschakelen" op pagina 9) voordat u de vaste
schijf verwijdert. Verwijder de vaste schijf niet terwijl de computer aan staat of in
de slaapstand staat.
WAARSCHUWING: Vaste schijven zijn bijzonder kwetsbaar. Wees voorzichtig
met de vaste schijf.
OPMERKING: Dell garandeert geen compatibiliteit met, en biedt geen
ondersteuning voor, vaste schijven die niet van Dell afkomstig zijn.
OPMERKING: Als u een vaste schijf installeert die niet van Dell afkomstig is, moet
u een besturingssysteem, stuurprogramma's en hulpprogramma's installeren op de
nieuwe vaste schijf.
De vaste schijven verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
26 Vaste schijven
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder vaste schijf 1 en/of vaste schijf 2 uit de computer:
• Verwijder de vier schroeven waarmee de vaste schijf aan de
systeembasis is bevestigd.
• Gebruik het treklipje om de vaste schijf opzij te schuiven en los
te koppelen van de aansluiting op het moederbord.
• Til de vaste schijf uit de computerbasis.
WAARSCHUWING: Wanneer u de vaste schijf niet gebruikt, dient u deze in
een beschermende antistatische verpakking te bewaren (zie 'Beschermen
tegen elektrostatische ontlading' in de veiligheidsinstructies die bij uw
computer zijn geleverd.)
Vaste schijf 1
1 treklipje 2 vaste schijf
3 schroeven (4)
1
2
3
Vaste schijven 27
Vaste schijf 2
5
Verwijder de vier schroeven waarmee de beugel aan de vaste schijf is
bevestigd.
6
Til de beugel van de vaste schijf.
1 treklipje 2 vaste schijf
3 schroeven (4)
1
2
3
28 Vaste schijven
De vaste schijven terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Haal de nieuwe vaste schijf uit de verpakking.
Bewaar de originele verpakking om de vaste schijf in te bewaren
of te vervoeren.
3
Plaats de beugel op de vaste schijf.
4
Plaats de vier schroeven terug waarmee de beugel aan de vaste schijf
is bevestigd.
5
Plaats vaste schijf 1 en/of vaste schijf 2 in de computer terug:
• Plaats de vaste schijf in de computerbasis.
• Gebruik het treklipje om de vaste schijf in de aansluiting op het
moederbord te schuiven.
• Plaats de vier schroeven terug waarmee de vaste schijf in de computer
is bevestigd.
1 vaste schijf 2 beugel van de vaste schijf
3 schroeven (4)
1
2
3
Vaste schijven 29
6
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
7
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
30 Vaste schijven
Optisch station 31
Optisch station
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
Het optisch station verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder de schroef waarmee het optische station aan de basisplaat
is bevestigd.
5
Schuif het optische station uit het compartiment.
32 Optisch station
Het optische station terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Schuif het optische station in het optische-stationcompartiment totdat
het volledig op zijn plaats zit.
3
Plaats de schroef terug waarmee het optische station aan de basisplaat
is bevestigd.
4
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
5
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
1 schroef 2 optisch station
3 onderplaat
1
2
3
Polssteun 33
Polssteun
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De polssteun verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
5
Verwijder de drie schroeven waarmee het polssteungedeelte aan de
onderplaat wordt bevestigd.
34 Polssteun
6
Keer de computer om en klap het beeldscherm zo ver mogelijk naar achter.
7
Duw met uw vinger tegen het lipje om het polssteungedeelte los te
koppelen van de kap.
Polssteun 35
WAARSCHUWING: Maak het polssteun voorzichtig los van de kap om te
voorkomen dat u de polssteun beschadigt.
8
Gebruik uw vinger om het polssteungedeelte voorzichtig los te wrikken
uit de kap.
9
Draai het polssteungedeelte om en plaats het op de kap zonder veel kracht
te gebruiken.
10
Til de vergrendeling omhoog en trek aan het lipje om de controlestripkabel
van de moederbordaansluiting los te koppelen.
11
Til de vergrendeling omhoog en trek aan het lipje om de touchpadkabel
van de moederbordaansluiting los te koppelen.
12
Til de polssteun van de kap.
1 polssteun 2 kap
3tab
1 3
2
36 Polssteun
De polssteun verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Schuif de kabel van het touchpad in de moederbordaansluiting en druk op
de vergrendeling om de kabel te vergrendelen.
3
Schuif de kabel van de controlestrip in de moederbordaansluiting en druk
op de vergrendeling om de kabel te vergrendelen.
4
Plaats het polssteungedeelte op de bovenplaat en klik het voorzichtig
op zijn plek.
5
Klap het beeldscherm dicht en zet de computer op zijn kop.
6
Plaats de drie schroeven terug waarmee het polssteungedeelte aan de
onderplaat wordt bevestigd.
1 kabelaansluiting controlestrip 2 aansluiting voor de kabel van de touchpad
3 kap 4 polssteun
1
2
3
4
Polssteun 37
7
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
8
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
9
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in de
computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de
computer beschadigd raakt.
38 Polssteun
Toetsenbord 39
Toetsenbord
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
Het toetsenbord verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
5
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
6
Haal het toetsenbord voorzichtig omhoog zonder hard te trekken en schuif
de toetsenbordlipjes uit de sleuven op de kap.
WAARSCHUWING: De toetsen van het toetsenbord zijn kwetsbaar. Ze raken
snel los en het is veel werk om ze terug te plaatsen. Wees voorzichtig met het
verwijderen van het toetsenbord en met het toetsenbord zelf.
WAARSCHUWING: Wees zeer voorzichtig bij het verwijderen van het toetsenbord
en met het toetsenbord zelf. Als u niet oppast, zou u het beeldscherm kunnen
beschadigen.
40 Toetsenbord
7
Draai het toetsenbord om en plaats het op de kap.
8
Til de vergrendeling omhoog en trek aan het lipje om de
toetsenbordverlichtingskabel van de moederbordaansluiting los te koppelen.
9
Til de vergrendeling omhoog en trek aan het lipje om de toetsenbordkabel
van de moederbordaansluiting los te koppelen.
1 toetsenbord 2 lipjes (6)
3kap
1
3
2
Toetsenbord 41
10
Til het toetsenbord uit de kap.
Het toetsenbord terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Schuif de toetsenbordkabel in de connector op het moederbord en druk op
de connectorvergrendeling om de kabel te vergrendelen.
3
Schuif de kabel van de toetsenbordverlichting in de moederbordaansluiting
en druk op de vergrendeling om de kabel te vergrendelen.
4
Schuif de lipjes op het toetsenbord in de sleuven op de kap en laat het
toetsenbord op zijn plaats zakken.
1 kap 2 toetsenbord
3 aansluiting voor de kabel van de
toetsenbordverlichting
4 aansluiting voor de toetsenbordkabel
4
3
1
2
42 Toetsenbord
5
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
6
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
7
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
8
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
Printplaat voor de aan-uitknop 43
Printplaat voor de aan-uitknop
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De printplaat voor de aan-uitknop verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
5
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
6
Draai de polssteun om.
7
Til de vergrendeling op en trek aan het treklipje om de kabel van de
aan-uitknopkaart los te koppelen van de moederbordaansluiting.
8
Verwijder de twee schroeven waarmee de printplaat voor de aan-uitknop
op de polssteun is bevestigd.
9
Til de aan-uitknopkaart van de polssteun.
44 Printplaat voor de aan-uitknop
De aan-uitknopkaart terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Gebruik het uitlijningspunt wanneer u de aan-uitknopkaart op het
polssteungedeelte plaatst.
3
Plaats de twee schroeven terug waarmee de aan-uitknopkaart aan het
polssteungedeelte wordt bevestigd.
4
Schuif de kabel van de aan-uitknopkaart in de aansluiting op de
aan-uitknopkaart en druk de vergrendeling omlaag om de kabel vast te zetten.
5
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
6
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
7
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
8
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
1 schroeven (2) 2 polssteun
3 aan-uitknopkaart 4 kabelaansluiting van de aan-uitknopkaart
1
2
4
3
Knoopcelbatterij 45
Knoopcelbatterij
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De knoopcelbatterij verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
5
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
6
Wrik met een plastic pennetje de knoopcelbatterij uit de batterijhouder op
de computerbasis.
46 Knoopcelbatterij
De knoopcelbatterij terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Duw de knoopcelbatterij in de batterijhouder op het moederbord, waarbij
de pluskant van de batterij omhoog wijst.
3
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
4
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
5
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
6
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
1 knoopcelbatterij 2 plastic pennetje
1
2
Beeldscherm 47
Beeldscherm
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
Beeldscherm
Het beeldscherm verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder de twee schroeven waarmee de beeldschermeenheid aan
de basisplaat wordt bevestigd.
48 Beeldscherm
5
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
6
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
7
Verwijder het toetsenbord (zie "Het toetsenbord verwijderen" op
pagina 39).
8
Maak de antennekabels los van de minikaarten (zie "De minikaart(en)
verwijderen" op pagina 21).
WAARSCHUWING: Wees uiterst voorzichtig bij het openen van het beeldscherm
om de beeldschermconstructie niet te beschadigen.
9
Keer de computer om en klap het beeldscherm zo ver mogelijk naar achter.
10
Noteer hoe de minikaartantennekabels lopen en verwijder de kabels uit de
geleiders.
OPMERKING: De touchscreenkaart is optioneel en is wellicht niet in uw computer
ingebouwd.
11
Trek aan het treklipje om de kabel van het touchscreen los te koppelen
van de moederbordaansluiting.
Beeldscherm 49
12
Maak de geborgde schroef los waarmee de aardingskabel van het beeldscherm
op de kap wordt bevestigd.
13
Trek aan het treklipje om de beeldschermkabel los te koppelen van de
aansluiting op het moederbord.
14
Noteer hoe de beeldschermkabel loopt en verwijder de kabel uit de geleiders.
1 geborgde schroef 2 aardingskabel beeldscherm
3 beeldschermkabel 4 kabelaansluiting touchscreen
5 antennekabels (2)
1
2
3
5
4
50 Beeldscherm
15
Verwijder de vier schroeven waarmee het beeldscherm aan de kap
is bevestigd.
16
Til het beeldscherm van de computer.
Het beeldscherm opnieuw installeren
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Plaats het beeldscherm op de juiste plaats en plaats de vier schroeven terug
waarmee het beeldscherm aan de kap wordt bevestigd.
3
Leid de beeldschermkabel door de geleiders.
4
Sluit de beeldschermkabel aan op de systeemkaartaansluiting.
5
Maak de geborgde schroef vast waarmee de aardingskabel van het
beeldscherm op de kap wordt bevestigd.
6
Sluit de touchscreenkabel, indien nodig, aan op de moederbordaansluiting.
7
Leid de kabels van de minikaartantennes door hun geleiders.
8
Sluit de juiste antennekabels aan op de minikaarten op uw computer
(zie "De minikaart(en) terugplaatsen" op pagina 23).
9
Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 41).
10
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
11
Klap het beeldscherm dicht en zet de computer op zijn kop.
12
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
13
Plaats de twee schroeven terug waarmee de beeldschermeenheid aan
de onderplaat wordt bevestigd.
14
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
15
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
Beeldscherm 51
Montagekader van het beeldscherm
Het montagekader van het beeldscherm verwijderen
WAARSCHUWING: Het montagekader van het beeldscherm is uiterst fragiel.
Wees voorzichtig wanneer u het montagekader verwijdert om beschadiging te
voorkomen.
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
3
Druk het montagekader naar buiten om het los te maken van de lipjes
waarmee het montagekader aan de achterplaat is bevestigd.
4
Gebruik uw vingers om de buitenrand van het montagekader los te wrikken
van de achterzijde.
5
Til het montagekader van de beeldschermconstructie.
1 montagekader beeldscherm
1
52 Beeldscherm
Het montagekader van het beeldscherm terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Lijn het montagekader uit met de achterplaat van het beeldscherm
en klik het voorzichting op zijn plaats.
3
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
Beeldschermpaneel
Het beeldschermpaneel verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
3
Verwijder het montagekader van het beeldscherm (zie "Het montagekader
van het beeldscherm verwijderen" op pagina 51).
4
Verwijder de cameramodule (zie "De cameramodule verwijderen" op
pagina 69).
OPMERKING: De touchscreenkaart is optioneel en is wellicht niet in uw computer
ingebouwd.
5
Verwijder de touchscreenkaart, indien van toepassing:
a
Trek aan het treklipje om de kabel van de touchscreenkaart los te
koppelen van de kaartaansluiting.
Beeldscherm 53
b
Verwijder de acht schroeven waarmee het beeldschermpaneel aan de
achterzijde van het beeldscherm is bevestigd.
1 touchscreenkaart 2 kabel touchscreenkaart
3 beeldschermpaneel
2
3
1
54 Beeldscherm
OPMERKING: De infraroodzenderkaart is optioneel en is wellicht niet in
uw computer ingebouwd.
6
Verwijder de infraroodzenderkaart, indien van toepassing:
a
Trek aan het treklipje om de kabel van de infraroodzenderkaart
los te koppelen van de aansluiting van de infraroodzenderkaart.
1 schroeven (8) 2 scharnieren (2)
3 beeldschermpaneel
1
2
3
Beeldscherm 55
b
Verwijder de zes schroeven waarmee het beeldschermpaneel aan de
achterzijde van het beeldscherm is bevestigd.
7
Noteer hoe de antennekabels lopen en verwijder deze uit de kabelgeleiders
op het rechterscharnier van het beeldscherm.
8
Noteer hoe de beeldschermkabel loopt en verwijder deze uit de
kabelgeleiders op het linkerscharnier van het beeldscherm.
9
Til het beeldschermpaneel uit de achterzijde van het beeldscherm.
1 beeldschermpaneel 2 schroeven (6)
3 Kabel van de
infraroodzenderkaart
4 infraroodzenderkaart
3
4
2
1
56 Beeldscherm
Het beeldschermpaneel terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Plaats de beugels van het beeldschermpaneel terug in de achterzijde van
het beeldscherm.
3
Leid de beeldschermkabel door de geleiders op het linkerscharnier van
het beeldscherm.
4
Leid de antennekabels door de geleiders op het rechterscharnier van
het beeldscherm.
5
Plaats de touchscreenkaart terug, indien van toepassing:
a
Sluit de kabel van de touchscreenkaart aan op de aansluiting van
de touchscreenkaart.
b
Plaats de acht schroeven terug waarmee het beeldschermpaneel aan
de achterzijde van het beeldscherm is bevestigd.
6
Plaats de infraroodzenderkaart terug, indien van toepassing:
a
Sluit de kabel van de infraroodzenderkaart aan op de aansluiting van
de infraroodzenderkaart.
b
Plaats de zes schroeven terug waarmee het beeldschermpaneel aan de
achterzijde van het beeldscherm is bevestigd.
7
Plaats de cameramodule terug (zie "De cameramodule terugplaatsen" op
pagina 72).
8
Plaats het montagekader van het beeldscherm terug (zie "Het
montagekader van het beeldscherm terugplaatsen" op pagina 52).
9
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in de
computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de
computer beschadigd raakt.
Beeldscherm 57
Beeldschermkabel
De beeldschermkabel verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
3
Verwijder het montagekader van het beeldscherm (zie "Het montagekader
van het beeldscherm verwijderen" op pagina 51).
4
Verwijder de cameramodule ("De cameramodule verwijderen" op
pagina 69).
5
Verwijder het beeldschermpaneel (zie "Het beeldschermpaneel
verwijderen" op pagina 52).
6
Draai het beeldschermpaneel om en leg het op een schoon oppervlak.
7
Trek de tape voorzichting van het beeldschermpaneel.
8
Trek aan het treklipje om de beeldschermkabel los te maken van
de aansluiting op het beeldschermpaneel.
58 Beeldscherm
9
Trek de beeldschermkabel voorzichting van de achterzijde van het
beeldschermpaneel.
De schermkabel terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Bevestig de beeldschermkabel langs de rand van het beeldschermpaneel.
3
Sluit de kabel van het beeldscherm aan op de aansluiting op het
beeldschermpaneel.
4
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldschermpaneel
terugplaatsen" op pagina 56).
1 aansluiting beeldschermkabel 2 treklipje
3 tape 4 achterkant van beeldschermpaneel
2
1
3
4
Beeldscherm 59
5
Plaats de cameramodule terug (zie "De cameramodule terugplaatsen" op
pagina 72).
6
Plaats het montagekader van het beeldscherm terug (zie "Het
montagekader van het beeldscherm terugplaatsen" op pagina 52).
7
Plaats de beeldschermconstructie terug ("Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
De beugels van het beeldschermpaneel
De beugels van het beeldschermpaneel verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
3
Verwijder het montagekader van het beeldscherm (zie "Het montagekader
van het beeldscherm verwijderen" op pagina 51).
4
Verwijder de cameramodule ("De cameramodule verwijderen" op
pagina 69).
5
Verwijder het beeldschermpaneel (zie "Het beeldschermpaneel
verwijderen" op pagina 52).
6
Verwijder de acht schroeven (vier aan elke zijde) waarmee de
beeldschermbeugels aan het beeldschermpaneel zijn bevestigd.
7
Verwijder de beeldschermbeugels van het beeldscherm.
60 Beeldscherm
De beugels van het beeldschermpaneel terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Plaats de beeldschermbeugels op hun plek.
3
Plaats de acht schroeven terug (vier aan elke zijde) waarmee de
beeldschermbeugels aan het beeldschermpaneel worden bevestigd.
4
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldschermpaneel
terugplaatsen" op pagina 56).
5
Plaats de cameramodule terug (zie "De cameramodule terugplaatsen" op
pagina 72).
6
Plaats het montagekader van het beeldscherm terug (zie "Het
montagekader van het beeldscherm terugplaatsen" op pagina 52).
7
Plaats de beeldschermconstructie terug ("Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
1 beugels van
beeldschermpaneel (2)
2 schroeven (8)
1
2
Beeldscherm 61
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in de
computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de
computer beschadigd raakt.
Beeldschermscharnieren
De beeldschermscharnieren verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
3
Verwijder het montagekader van het beeldscherm (zie "Het montagekader
van het beeldscherm verwijderen" op pagina 51).
4
Verwijder de cameramodule ("De cameramodule verwijderen" op
pagina 69).
5
Verwijder het beeldschermpaneel (zie "Het beeldschermpaneel
verwijderen" op pagina 52).
6
Verwijder de vier schroeven (twee aan elke zijde) waarmee de scharnieren
van het beeldscherm aan de achterzijde van het beeldscherm zijn bevestigd.
7
Verwijder de beeldschermscharnieren uit de achterzijde van het beeldscherm.
62 Beeldscherm
De beeldschermscharnieren terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Plaats de beeldschermscharnieren op hun plaats.
3
Plaats de vier schroeven (twee aan elke zijde) terug waarmee de
scharnieren van het beeldscherm aan de achterzijde van het beeldscherm
zijn bevestigd.
4
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldschermpaneel
terugplaatsen" op pagina 56).
5
Plaats de cameramodule terug (zie "De cameramodule terugplaatsen" op
pagina 72).
6
Plaats het montagekader van het beeldscherm terug (zie "Het
montagekader van het beeldscherm terugplaatsen" op pagina 52).
7
Plaats de beeldschermconstructie terug ("Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
1 achterzijde van beeldscherm 2 schroeven (4)
1
2
Beeldscherm 63
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in de
computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de
computer beschadigd raakt.
64 Beeldscherm
Infraroodzenderkaart 65
Infraroodzenderkaart
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De infraroodzenderkaart verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
5
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
6
Verwijder het toetsenbord (zie "Het toetsenbord verwijderen" op
pagina 39).
7
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
8
Verwijder het montagekader van het beeldscherm (zie "Het montagekader
van het beeldscherm verwijderen" op pagina 51).
9
Trek aan het treklipje om de kabel van de infraroodzenderkaart los
te koppelen van de aansluiting van de infraroodzenderkaart.
66 Infraroodzenderkaart
10
Haal de infraroodzenderkaart uit de achterzijde van het beeldscherm.
De infraroodzenderkaart terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Sluit de kabel van de infraroodzenderkaart aan op de aansluiting van
de infraroodzenderkaart.
3
Gebruik de uitlijningpunten om de infraroodzenderkaart op de achterzijde
van het beeldscherm te plaatsen.
4
Plaats het montagekader van het beeldscherm terug (zie "Het
montagekader van het beeldscherm terugplaatsen" op pagina 52).
5
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
6
Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 41).
1 Kabel van de infraroodzenderkaart 2 Infraroodzenderkaart
2
1
Infraroodzenderkaart 67
7
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
8
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
9
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
10
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in de
computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de
computer beschadigd raakt.
68 Infraroodzenderkaart
Cameramodule 69
Cameramodule
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De cameramodule verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
5
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
6
Verwijder het toetsenbord (zie "Het toetsenbord verwijderen" op
pagina 39).
7
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
8
Verwijder het montagekader van het beeldscherm (zie "Het montagekader
van het beeldscherm verwijderen" op pagina 51).
9
Til de cameramodule voorzichtig uit de achterzijde van het beeldscherm.
70 Cameramodule
10
Verwijder voorzichtig de tape waarmee de camerakabel is vastgemaakt aan
de cameramodule.
1 cameramodule
1
Cameramodule 71
11
Trek aan het treklipje om de camerakabel los te koppelen van de
aansluiting op de cameramodule.
12
Til de cameramodule voorzichtig uit de achterzijde van het beeldscherm.
1 tape 2 cameramodule
1
2
72 Cameramodule
De cameramodule terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Sluit de camerakabel aan op de connector op de cameramodule.
3
Bevestig de tape waarmee de camerakabel wordt vastgemaakt aan
de cameramodule.
4
Gebruik de uitlijningspunten om de cameramodule op de
beeldschermachterkant te plaatsen.
5
Plaats het montagekader van het beeldscherm terug (zie "Het
montagekader van het beeldscherm terugplaatsen" op pagina 52).
1 aansluiting camerakabel 2 cameramodule
1
2
Cameramodule 73
6
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
7
Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 41).
8
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
9
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
10
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
11
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in de
computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de
computer beschadigd raakt.
74 Cameramodule
Kap 75
Kap
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De kap verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Druk op eventuele kaarten in de mediakaartlezer om ze uit te werpen.
3
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
4
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
5
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
6
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
7
Verwijder het toetsenbord (zie "Het toetsenbord verwijderen" op
pagina 39).
8
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
9
Verwijder de tien schroeven waarmee de bovenplaat aan de onderplaat
wordt bevestigd.
76 Kap
10
Draai de computer ondersteboven.
11
Verwijder de tien schroeven waarmee de kap aan de onderplaat
wordt bevestigd.
12
Koppel de subwooferkabel los van de moederbordaansluiting.
Kap 77
13
Gebruik uw vingers om de bovenplaat voorzichtig los te wrikken
van de onderplaat.
14
Verwijder de kap van de onderplaat.
1
subwooferkabel
1
78 Kap
15
Verwijder de connector van de netadapter (zie "De connector voor de
netadapter verwijderen" op pagina 85).
16
Verwijder de USB-kaart (zie "De USB-kaart verwijderen" op pagina 111).
17
Verwijder de ventilator (zie "De ventilator verwijderen" op pagina 89).
18
Verwijder de warmteafleider (zie "De warmteafleider verwijderen" op
pagina 93).
19
Verwijder de processormodule (zie "De processormodule verwijderen" op
pagina 97).
20
Verwijder de I/O-kaart (zie "De I/O-kaart verwijderen" op pagina 103).
21
Verwijder de tv-antenneaansluiting (zie "De tv-antenneaansluiting
verwijderen" op pagina 107).
22
Verwijder het moederbord (zie "Het moederbord verwijderen" op
pagina 115).
23
Verwijder de luidsprekers (zie "De luidsprekers verwijderen" op
pagina 121).
1kap
1
Kap 79
De kap terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Plaats de luidsprekers terug (zie "De luidspreker terugplaatsen" op
pagina 123).
3
Plaats het moederbord terug (zie "Het moederbord terugplaatsen" op
pagina 117)
4
Plaats de tv-antenneaansluiting terug (zie "De tv-antenneaansluiting
terugplaatsen" op pagina 109).
5
Plaats de I/O-kaart terug (zie "De I/O-kaart terugplaatsen" op pagina 105).
6
Plaats de processormodule terug (zie "De processormodule terugplaatsen"
op pagina 100).
7
Plaats de warmteafleider terug (zie "De warmteafleider vervangen" op
pagina 95).
8
Installeer de ventilator opnieuw (zie "De ventilator opnieuw installeren" op
pagina 91).
9
Plaats de connector van de netadapter terug (zie "De connector voor de
netadapter terugplaatsen" op pagina 87).
10
Plaats de USB-kaart terug (zie "De USB-kaart vervangen" op pagina 112).
11
Leid de subwooferkabel door de sleuf op de kap.
12
Sluit de subwooferkabel aan op de moederbordaansluiting.
13
Lijn de lipjes op de kap uit met de sleuven op de onderplaat en klik de
kap in de onderplaat.
14
Plaats de tien schroeven terug waarmee de kap aan de onderplaat wordt
bevestigd.
15
Draai de computer om en plaats de tien schroeven terug waarmee de
kap aan de onderplaat wordt bevestigd.
16
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
17
Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 41).
18
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
80 Kap
19
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
20
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
21
Plaats alle kaarten of dummi's terug die u uit de sleuf van de
mediakaartlezer hebt verwijderd.
22
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in de
computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de
computer beschadigd raakt.
Subwoofer 81
Subwoofer
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De subwoofer verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder de geheugenmodule(s) (zie "De geheugenmodule(s)
verwijderen" op pagina 17).
5
Volg de instructies in stap 4 in "De vaste schijven verwijderen" op
pagina 25.
6
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
7
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
8
Verwijder het toetsenbord (zie "Het toetsenbord verwijderen" op
pagina 39).
9
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
82 Subwoofer
10
Verwijder de minikaart(en) (zie "De minikaart(en) verwijderen" op
pagina 21).
11
Volg de instructies van stap 9 tot stap 14 in "De kap verwijderen" op
pagina 75.
12
Verwijder de vier schroeven waarmee de subwoofer aan de bovenplaat
is bevestigd.
13
Til de subwoofer samen met de kabel uit de onderplaat.
De subwoofer terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Lijn de schroefgaten op de subwoofer uit met de schroefgaten op
de onderplaat.
3
Plaats de vier schroeven waarmee de subwoofer in de kap is bevestigd, terug.
1 schroeven (4) 2 subwoofer
3 onderplaat
1
2
3
Subwoofer 83
4
Volg de instructies van stap 11 tot stap 15 in "De kap terugplaatsen" op
pagina 79.
5
Plaats de minikaart(en) terug (zie "De minikaart(en) terugplaatsen" op
pagina 23).
6
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
7
Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 41).
8
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
9
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
10
Volg de instructies in stap 5 in "De vaste schijven terugplaatsen" op
pagina 28.
11
Plaats de geheugenmodule(s) terug (zie "De geheugenmodule(s)
vervangen" op pagina 18).
12
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
13
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in de
computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de
computer beschadigd raakt.
84 Subwoofer
Connector voor de netadapter 85
Connector voor de netadapter
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De connector voor de netadapter verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder de geheugenmodule(s) (zie "De geheugenmodule(s)
verwijderen" op pagina 17).
5
Volg de instructies in stap 4 in "De vaste schijven verwijderen" op
pagina 25.
6
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
7
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
8
Verwijder het toetsenbord (zie "Het toetsenbord verwijderen" op
pagina 39).
9
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
86 Connector voor de netadapter
10
Verwijder de minikaart(en) (zie "De minikaart(en) verwijderen" op
pagina 21).
11
Volg de instructies van stap 9 tot stap 14 in "De kap verwijderen" op
pagina 75.
12
Draai de kap om.
13
Noteer hoe de kabel voor de connector van de netadapter loopt
en verwijder de kabel uit de geleiders.
14
Koppel de kabel van de netadapter los van de aansluiting op het
moederbord.
15
Verwijder de schroef waarmee de netadapter aan de kap is bevestigd.
16
Verwijder de netadapteraansluiting uit de kap.
1 schroef 2 connector netadapter
3 kabel voor de connector voor de
netadapter
4kap
1
3
4
2
Connector voor de netadapter 87
De connector voor de netadapter terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Lijn het schroefgat op de netadapterconnector uit met het schroefgat
in de kap.
3
Plaats de schroef waarmee de netadapter aan de kap is bevestigd, terug.
4
Leid de kabel van de netadapterconnector doro de geleiders.
5
Sluit de kabel van de netadapterconnector aan op de connector op het
moederbord.
6
Volg de instructies van stap 11 tot stap 15 in "De kap terugplaatsen" op
pagina 79.
7
Plaats de minikaart(en) terug (zie "De minikaart(en) terugplaatsen" op
pagina 23).
8
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
9
Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 41).
10
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
11
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
12
Volg de instructies in stap 5 in "De vaste schijven terugplaatsen" op
pagina 28.
13
Plaats de geheugenmodule(s) terug (zie "De geheugenmodule(s)
vervangen" op pagina 18).
14
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
15
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
88 Connector voor de netadapter
Ventilator 89
Ventilator
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR:
Als u de ventilator van de computer verwijdert wanneer de warmteaflei
der
warm is, moet u de metalen behuizing van de warmteafleider niet aanraken.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De ventilator verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder de geheugenmodule(s) (zie "De geheugenmodule(s)
verwijderen" op pagina 17).
5
Volg de instructies in stap 4 in "De vaste schijven verwijderen" op
pagina 25.
6
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
7
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
8
Verwijder het toetsenbord (zie "Het toetsenbord verwijderen" op
pagina 39).
90 Ventilator
9
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
10
Verwijder de minikaart(en) (zie "De minikaart(en) verwijderen" op
pagina 21).
11
Volg de instructies van stap 9 tot stap 14 in "De kap verwijderen" op
pagina 75.
12
Draai de kap om.
13
Koppel de ventilatorkabel los van het moederbord.
14
Verwijder de twee schroeven waarmee de ventilator aan de kap is bevestigd.
15
Koppel de kabel van de netadapter los van de aansluiting op het moederbord.
16
Haal de kabel van de netadapter uit de geleider op de ventilator.
17
Neem de ventilator weg van de kap.
1 schroeven (2) 2 ventilator
3 kap 4 ventilatorkabel
2
4
1
3
Ventilator 91
De ventilator opnieuw installeren
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Lijn de schroefgaten op de ventilator uit met de schroefgaten op de kap.
3
Plaats de twee schroeven terug waarmee de ventilator aan de kap wordt
bevestigd.
4
Koppel de ventilatorkabel los van het moederbord.
5
Sluit de kabel van de netadapterconnector aan op de connector op het
moederbord.
6
Volg de instructies van stap 11 tot stap 15 in "De kap terugplaatsen" op
pagina 79.
7
Plaats de minikaart(en) terug (zie "De minikaart(en) terugplaatsen" op
pagina 23).
8
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
9
Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 41).
10
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
11
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
12
Volg de instructies in stap 5 in "De vaste schijven terugplaatsen" op
pagina 28.
13
Plaats de geheugenmodule(s) terug (zie "De geheugenmodule(s)
vervangen" op pagina 18).
14
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
15
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in de
computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de
computer beschadigd raakt.
92 Ventilator
Warmteafleider 93
Warmteafleider
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
GEVAAR: Als u de warmteafleider van de computer verwijdert wanneer deze heet
is, mag u de metalen behuizing van de warmteafleider van de processor
niet aanraken.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De warmteafleider verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder de geheugenmodule(s) (zie "De geheugenmodule(s)
verwijderen" op pagina 17).
5
Volg de instructies in stap 4 in "De vaste schijven verwijderen" op
pagina 25.
6
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
7
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
94 Warmteafleider
8
Verwijder het toetsenbord (zie "Het toetsenbord verwijderen" op
pagina 39).
9
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
10
Verwijder de minikaart(en) (zie "De minikaart(en) verwijderen" op
pagina 21).
11
Volg de instructies van stap 9 tot stap 14 in "De kap verwijderen" op
pagina 75.
12
Draai de kap om.
13
Maak in de juiste volgorde (aangegeven op de warmteafleider) de zes
geborgde schroeven los waarmee de warmteafleider op het moederbord
bevestigd is.
14
Haal de warmteafleider van de kap.
1 geborgde schroeven (6) 2 warmteafleider
3kap
1
2
3
Warmteafleider 95
De warmteafleider vervangen
OPMERKING: De oorspronkelijke koelpasta kan worden hergebruikt als de
oorspronkelijke processor en warmteafleider van de processor samen opnieuw
worden geïnstalleerd. Als u de processor of de warmteafleider vervangt, gebruikt
u de thermische mat die in het pakket is meegeleverd om ervoor te zorgen dat de
warmte wordt afgevoerd.
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder het thermisch vet aan de onderzijde van de warmteafleider
en breng nieuw thermisch vet aan.
3
Lijn de zes geborgde schroeven op de warmteafleider uit met de
schroefgaten op het moederbord en draai de schroeven in opeenvolgende
volgorde vast (aangegeven op de warmteafleider).
4
Volg de instructies van stap 11 tot stap 15 in "De kap terugplaatsen" op
pagina 79.
5
Plaats de minikaart(en) terug (zie "De minikaart(en) terugplaatsen" op
pagina 23).
6
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
7
Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 41).
8
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
9
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
10
Volg de instructies in stap 5 in "De vaste schijven terugplaatsen" op
pagina 28.
11
Plaats de geheugenmodule(s) terug (zie "De geheugenmodule(s)
vervangen" op pagina 18).
12
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
13
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in de
computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de
computer beschadigd raakt.
96 Warmteafleider
Processormodule 97
Processormodule
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De processormodule verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder de geheugenmodule(s) (zie "De geheugenmodule(s)
verwijderen" op pagina 17).
5
Volg de instructies in stap 4 in "De vaste schijven verwijderen" op
pagina 25.
6
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
7
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
8
Verwijder het toetsenbord (zie "Het toetsenbord verwijderen" op
pagina 39).
9
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
98 Processormodule
10
Verwijder de minikaart(en) (zie "De minikaart(en) verwijderen" op
pagina 21).
11
Volg de instructies van stap 9 tot stap 14 in "De kap verwijderen" op
pagina 75.
12
Draai de kap om.
13
Verwijder de warmteafleider (zie "De warmteafleider verwijderen" op
pagina 93).
WAARSCHUWING: U voorkomt contact tussen de schroef van de ZIF-socket
en de processor tijdens het verwijderen of terugplaatsen van de processor door
zachtjes op het midden van de processor te drukken terwijl u aan de schroef draait.
WAARSCHUWING: Houd de schroevendraaier loodrecht ten opzichte van de
processor terwijl u aan de schroef draait om te voorkomen dat de processor
beschadigd raakt.
14
Maak de ZIF-socket los door de schroef met een kleine platte
schroevendraaier linksom te draaien tot aan de stop.
Processormodule 99
WAARSCHUWING: u zorgt ervoor dat de processor maximaal wordt gekoeld,
door de hitteoverdrachtszones op de thermische koeling van de processor niet
aan te raken. Het vet van uw huid kan het warmteoverdrachtsvermogen van de
thermische pads verminderen.
WAARSCHUWING: Verwijder de processormodule door deze recht omhoog te
trekken. Zorg ervoor dat de pinnen op de processormodule niet worden verbogen.
15
Til de processormodule uit de ZIF-socket.
1 ZIF-socket 2 processormodule
3 pin-1-hoek 4 schroef van ZIF-socket
1
2
4
3
100 Processormodule
De processormodule terugplaatsen
OPMERKING: Als u een nieuwe processor installeert, zult u een nieuwe
thermische koeleenheid ontvangen waaraan een thermisch pad is bevestigd,
of een nieuw thermisch pad ontvangen met documentatie die de juiste
installatie beschrijft.
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Lijn de pin-1-hoek van de processor uit met de pin-1-hoek van de ZIF-socket.
OPMERKING: De pin-1-hoek van de processormodule heeft een driehoek die
overeenstemt met de pin-1-hoek van de ZIF-socket.
3
Plaats de processormodule zachtjes in de ZIF-socket en zorg ervoor
dat de processormodule correct is gepositioneerd.
WAARSCHUWING: Houd de schroevendraaier loodrecht ten opzichte van
de processor terwijl u aan de schroef draait om te voorkomen dat de processor
beschadigd raakt.
4
Draai de ZIF-socket vast door de schroef rechtsom te draaien om de
processormodule vast te zetten op het moederbord.
5
Plaats de warmteafleider terug (zie "De warmteafleider vervangen" op
pagina 95).
6
Volg de instructies van stap 11 tot stap 15 in "De kap terugplaatsen" op
pagina 79.
7
Plaats de minikaart(en) terug (zie "De minikaart(en) terugplaatsen" op
pagina 23).
8
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
9
Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 41).
10
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
11
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
12
Volg de instructies in stap 5 in "De vaste schijven terugplaatsen" op
pagina 28.
13
Plaats de geheugenmodule(s) terug (zie "De geheugenmodule(s)
vervangen" op pagina 18).
Processormodule 101
14
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
15
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
102 Processormodule
I/O-kaart 103
I/O-kaart
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De I/O-kaart verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder de geheugenmodule(s) (zie "De geheugenmodule(s)
verwijderen" op pagina 17).
5
Volg de instructies in stap 4 in "De vaste schijven verwijderen" op
pagina 25.
6
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
7
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
8
Verwijder het toetsenbord (zie "Het toetsenbord verwijderen" op
pagina 39).
9
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
104 I/O-kaart
10
Verwijder de minikaart(en) (zie "De minikaart(en) verwijderen" op
pagina 21).
11
Volg de instructies van stap 9 tot stap 14 in "De kap verwijderen" op
pagina 75.
12
Trek de luidsprekerkabel uit de aansluiting op de I/O-kaart.
13
Draai de kap om.
14
Verwijder de drie schroeven waarmee de I/O-kaart aan de kap is bevestigd.
15
Wrik de aansluitingen op de I/O-kaart voorzichtig uit de sleuven in de kap
en verwijder de I/O-kaart.
1 connector luidsprekerkabel
1
I/O-kaart 105
De I/O-kaart terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Lijn de aansluitingen op de I/O-kaart uit met de sleuven op de kap
en plaats de kaart op de kap.
3
Duw op de I/O-kaart om deze te verbinden met de aansluiting van
het moederbord
4
Plaats de drie schroeven terug waarmee de I/O-kaart aan de kap
wordt bevestigd.
5
Sluit de luidsprekerkabel aan op de aansluiting van het moederbord
6
Volg de instructies van stap 11 tot stap 15 in "De kap terugplaatsen" op
pagina 79.
1 schroeven (3) 2 I/O-kaart
3kap
1
2
3
106 I/O-kaart
7
Plaats de minikaart(en) terug (zie "De minikaart(en) terugplaatsen" op
pagina 23).
8
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
9
Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 41).
10
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
11
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
12
Volg de instructies in stap 5 in "De vaste schijven terugplaatsen" op
pagina 28.
13
Plaats de geheugenmodule(s) terug (zie "De geheugenmodule(s)
vervangen" op pagina 18).
14
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
15
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
Tv-antenneaansluiting 107
Tv-antenneaansluiting
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De tv-antenneaansluiting verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder de geheugenmodule(s) (zie "De geheugenmodule(s)
verwijderen" op pagina 17).
5
Volg de instructies in stap 4 in "De vaste schijven verwijderen" op
pagina 25.
6
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
7
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
8
Verwijder het toetsenbord (zie "Het toetsenbord verwijderen" op
pagina 39).
9
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
108 Tv-antenneaansluiting
10
Verwijder de minikaart(en) (zie "De minikaart(en) verwijderen" op
pagina 21).
11
Volg de instructies van stap 9 tot stap 14 in "De kap verwijderen" op
pagina 75.
12
Verwijder de I/O-kaart (zie "De I/O-kaart verwijderen" op pagina 103).
13
Noteer hoe de tv-antenneaansluiting loopt en verwijder de kabel uit de
geleiders.
14
Verwijder de twee schroeven waarmee de tv-antenneaansluiting aan de
kap is bevestigd.
15
Wrik de tv-antenneaansluiting voorzichtig uit de sleuf in de kap.
1 tv-antenneaansluiting 2 kabel voor de tv-antenneaansluiting
3kap
1
2
3
Tv-antenneaansluiting 109
De tv-antenneaansluiting terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Lijn de tv-antenneaansluiting uit met de sleuf op de kap en plaats de
tv-antenneaansluiting.
3
Plaats de twee schroeven terug waarmee de tv-antenneaansluiting aan
de kap wordt bevestigd.
4
Leid de kabel van de tv-antenneaansluiting door de geleiders.
5
Plaats de I/O-kaart terug (zie "De I/O-kaart terugplaatsen" op pagina 105).
6
Volg de instructies van stap 11 tot stap 15 in "De kap terugplaatsen" op
pagina 79.
7
Plaats de minikaart(en) terug (zie "De minikaart(en) terugplaatsen" op
pagina 23).
8
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
9
Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 41).
10
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
11
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
12
Volg de instructies in stap 5 in "De vaste schijven terugplaatsen" op
pagina 28.
13
Plaats de geheugenmodule(s) terug (zie "De geheugenmodule(s)
vervangen" op pagina 18).
14
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
15
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
110 Tv-antenneaansluiting
USB-kaart 111
USB-kaart
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De USB-kaart verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
4
Verwijder de geheugenmodule(s) (zie "De geheugenmodule(s)
verwijderen" op pagina 17).
5
Volg de instructies in stap 4 in "De vaste schijven verwijderen" op
pagina 25.
6
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
7
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
8
Verwijder het toetsenbord (zie "Het toetsenbord verwijderen" op
pagina 39).
9
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
112 USB-kaart
10
Verwijder de minikaart(en) (zie "De minikaart(en) verwijderen" op
pagina 21).
11
Volg de instructies van stap 9 tot stap 14 in "De kap verwijderen" op
pagina 75.
12
Draai de kap om.
13
Til de vergrendeling op en koppel de kabel van de USB-kaart los van
de connector op de USB-kaart.
14
Verwijder de schroef waarmee de USB-kaart op de kap is bevestigd.
15
Wrik de aansluitingen op de USB-kaart voorzichtig uit de sleuven in
de kap en haal de USB-kaart van de kap.
De USB-kaart vervangen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
1 schroef 2 USB-kaart
3 connector USB-kaartkabel
1
2
3
USB-kaart 113
2
Lijn de aansluitingen op de USB-kaart uit met de sleuven op de kap en
plaats de USB-kaart op de kap.
3
Verwijder de schroef waarmee de USB-kaart op de kap is bevestigd.
4
Schuif de USB-kaartkabel in connector op de USB-kaart en druk de
connectorvergrendeling omlaag om de kabel vast te zetten.
5
Volg de instructies van stap 11 tot stap 15 in "De kap terugplaatsen" op
pagina 79.
6
Plaats de minikaart(en) terug (zie "De minikaart(en) terugplaatsen" op
pagina 23).
7
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
8
Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 41).
9
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
10
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
11
Volg de instructies in stap 5 in "De vaste schijven terugplaatsen" op
pagina 28.
12
Plaats de geheugenmodule(s) terug (zie "De geheugenmodule(s)
vervangen" op pagina 18).
13
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
14
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
114 USB-kaart
Moederbord 115
Moederbord
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
WAARSCHUWING: Houd componenten en kaarten bij de zijkanten vast en zorg
ervoor dat u geen pinnen en contacten aanraakt.
Het moederbord verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder alle geïnstalleerde kaarten en dummi's uit de mediakaartlezer.
3
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
4
Verwijder de moduleplaat (zie "De moduleplaat verwijderen" op
pagina 15).
5
Verwijder de geheugenmodule(s) (zie "De geheugenmodule(s)
verwijderen" op pagina 17).
6
Volg de instructies in stap 4 in "De vaste schijven verwijderen" op
pagina 25.
7
Verwijder het optische station (zie "Het optisch station verwijderen" op
pagina 31).
8
Verwijder de polssteun (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 33).
116 Moederbord
9
Verwijder het toetsenbord (zie "Het toetsenbord verwijderen" op
pagina 39).
10
Verwijder het beeldscherm (zie "Het beeldscherm verwijderen" op
pagina 47).
11
Verwijder de minikaart(en) (zie "De minikaart(en) verwijderen" op
pagina 21).
12
Verwijder de knoopcelbatterij (zie "De knoopcelbatterij verwijderen" op
pagina 45).
13
Til de vergrendeling omhoog en trek aan het lipje om de kabel van de
USB-kaart uit de moederbordaansluiting te verwijderen.
14
Volg de instructies van stap 9 tot stap 14 in "De kap verwijderen" op
pagina 75.
15
Verwijder de warmteafleider (zie "De warmteafleider verwijderen" op
pagina 93).
1 connector USB-kaartkabel
1
Moederbord 117
16
Verwijder de processormodule (zie "De processormodule verwijderen" op
pagina 97).
17
Verwijder de I/O-kaart (zie "De I/O-kaart verwijderen" op pagina 103).
18
Koppel de ventilatorkabel en de kabel van de netadapter los van de
aansluitingen op het moederbord.
19
Verwijder het moederbord uit de kap.
Het moederbord terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Plaats het moederbord op de kap.
1 kabel voor de connector
voor de netadapter
2 moederbord
3 ventilatorkabel
1
2
3
118 Moederbord
3
Sluit de ventilatorkabel en de kabel van de netadapter weer aan op
de aansluitingen op het moederbord.
4
Plaats de I/O-kaart terug (zie "De I/O-kaart terugplaatsen" op pagina 105).
5
Plaats de processormodule terug (zie "De processormodule terugplaatsen"
op pagina 100).
6
Plaats de warmteafleider terug (zie "De warmteafleider vervangen" op
pagina 95).
7
Volg de instructies van stap 11 tot stap 15 in "De kap terugplaatsen" op
pagina 79.
8
Schuif de kabel van de USB-kaart in de moederbordaansluiting en druk op
de vergrendeling om de kabel te vergrendelen.
9
Plaats de knoopcelbatterij terug (zie "De knoopcelbatterij terugplaatsen"
op pagina 46).
10
Plaats de minikaart(en) terug (zie "De minikaart(en) terugplaatsen" op
pagina 23).
11
Plaats het beeldschermpaneel terug (zie "Het beeldscherm opnieuw
installeren" op pagina 50).
12
Plaats het toetsenbord terug (zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 41).
13
Plaats de polssteun terug (zie "De polssteun verwijderen" op pagina 36).
14
Plaats het optische station terug (zie "Het optische station terugplaatsen"
op pagina 32).
15
Volg de instructies in stap 5 in "De vaste schijven terugplaatsen" op
pagina 28.
16
Plaats de geheugenmodule(s) terug (zie "De geheugenmodule(s)
vervangen" op pagina 18).
17
Plaats de moduleplaat terug (zie "De moduleplaat terugplaatsen" op
pagina 16).
18
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
19
Plaats alle kaarten terug die u uit de mediakaartlezer hebt verwijderd.
Moederbord 119
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
20
Zet de computer aan.
OPMERKING: Nadat u het moederbord hebt vervangen, voert u het serviceplaatje
van de computer in het BIOS van het vervangende moederbord in.
21
Voer het serviceplaatje in (zie "Het serviceplaatje invoeren in het BIOS" op
pagina 119).
Het serviceplaatje invoeren in het BIOS
1
Controleer of de netadapter is aangesloten en of de hoofdbatterij goed is
geïnstalleerd.
2
Zet de computer aan.
3
Druk tijdens de POST op F2 om het System Setup-programma te openen.
4
Blader naar het tabblad Security (Beveiliging) en typ het serviceplaatje in
het veld
Set Service Tag
(Serviceplaatje instellen).
120 Moederbord
Luidsprekers 121
Luidsprekers
GEVAAR: Volg de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert. Raadpleeg voor meer
informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over wet- en regelgeving
op www.dell.com/regulatory_compliance.
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag reparaties
aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden
die niet door Dellâ„¢ zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door uzelf te aarden met
een aardingspolsbandje of door regelmatig een niet-geverfd metalen oppervlak
aan te raken (zoals een connector van de computer).
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan het moederbord door de hoofdbatterij
te verwijderen (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13) voordat u in de
computer gaat werken.
De luidsprekers verwijderen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Verwijder de batterij (zie "De batterij verwijderen" op pagina 13).
3
Koppel de luidsprekerkabel los van de I/O-kaartaansluiting.
122 Luidsprekers
4
Verwijder het moederbord (zie "Het moederbord verwijderen" op
pagina 115).
5
Noteer hoe de luidsprekerkabel loopt en verwijder de kabel uit de geleiders.
6
Verwijder de vier schroeven (twee op elke luidspreker) waarmee de
luidsprekers aan de kap zijn bevestigd.
7
Til de luidsprekers samen met de kabel uit de kap.
1 luidsprekerkabel
1
Luidsprekers 123
De luidspreker terugplaatsen
1
Volg de instructies in "Voordat u begint" op pagina 9.
2
Leid de luidsprekerkabel door de geleiders.
3
Lijn de schroefgaten op de luidsprekers uit met de schroefgaten op de kap.
4
Plaats de vier schroeven terug (twee op elke luidspreker) waarmee de
luidsprekers op de onderplaat zijn bevestigd.
5
Plaats het moederbord terug (zie "Het moederbord terugplaatsen" op
pagina 117).
6
Sluit de luidsprekerkabel aan op de moederbordaansluiting.
7
Plaats de batterij terug (zie "De batterij terugplaatsen" op pagina 14).
1 luidsprekers (2) 2 schroeven (4)
3 luidsprekerkabel
1
2
3
124 Luidsprekers
WAARSCHUWING: Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
terugplaatsen en vastzetten en controleren of er geen losse schroeven in
de computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat
de computer beschadigd raakt.
Het BIOS flashen 125
Het BIOS flashen
Het kan nodig zijn om het BIOS te flashen als er een update beschikbaar is of als
u het moederbord vervangt. Het BIOS flashen:
1
Zet de computer aan.
2
Ga naar
support.dell.com/support/downloads
.
3
Zoek het bestand met de BIOS-update voor uw computer:
OPMERKING: U vindt de servicetag voor uw computer op een label aan de
onderzijde van de computer.
Als u de servicetag van uw computer hebt gevonden:
a
Klik op
Voer een tag in
.
b
Typ de servicetag van de computer in het veld
Voer een servicetag in
,
klik op
Start
en ga verder met stap 4.
Als u niet over het serviceplaatje van uw computer beschikt:
a
Klik op
Selecteer een model
.
b
Selecteer het producttype in de lijst
Selecteer een productreeks
.
c
Selecteer het merk van het product in de lijst
Selecteer een producttype
.
d
Selecteer het modelnummer van het product in de lijst
Selecteer een
productmodel
.
OPMERKING: Als u een ander model hebt geselecteerd en opnieuw wilt
beginnen, klik dan op Opnieuw rechtsboven in het menu.
e
Klik op
Bevestigen
.
4
Er verschijnt een lijst met resultaten op het scherm. Klik op
BIOS
.
5
Klik op
Downloaden
om het nieuwste BIOS-bestand te downloaden.
Het venster
Bestand downloaden
verschijnt.
6
Klik op
Save
(Opslaan) om het bestand op te slaan. Het bestand wordt
naar het bureaublad gedownload.
126 Het BIOS flashen
7
Klik op
Sluiten
wanneer het venster
Downloaden voltooid
verschijnt.
Het bestandspictogram wordt op het bureaublad weergegeven en heeft
dezelfde naam als het BIOS-updatebestand dat u hebt gedownload.
8
Dubbelklik op het bestandspictogram op het bureaublad en volg de
instructies op het scherm.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126

Dell XPS 17 L702X Handleiding

Type
Handleiding