10. Gebruik de hoogsnoeier niet in slechte
weersomstandigheden, vooral wanneer er
een kans is op bliksem. Dit verhoogt de kans
dat u getroffen wordt door bliksem.
1 1. Bij het zagen van een tak die onder spanning
staat kan deze terugveren. Als de spanning
in de houtvezels wordt opgeheven, kan de tak
wegveren en u raken en/of de hoogsnoeier
wegduwen.
12. W ees bijzonder voorzichtig bij het zagen van
struiken en zaailingen. Het dunne materiaal
kan in de zaagketting vast komen te zitten en
naar u toe worden geduwd of uw evenwicht
beïnvloeden.
13. W anneer u de hoogsnoeier draagt terwijl de
machine uitgeschakeld is, moet u ervoor
zorgen dat u geen enkele voedingsschakelaar
bedient en de zaagketting of het zaagblad
uit de buurt van uw lichaam houdt. Het juist
dragen van de hoogsnoeier vermindert de kans
op onbedoeld aanraken van de zaagketting.
14. Breng de kettingbeschermer altijd aan als u
de hoogsnoeier vervoert of opbergt. De juiste
omgang met de hoogsnoeier vermindert de kans
op onbedoeld aanraken van de bewegende
zaagketting.
15. Bij het verwijderen van vastgelopen
materiaal, het opbergen van of het verrichten
van onderhoud aan de hoogsnoeier , moet u
ervoor zorgen dat de schakelaar uit staat en
het accupack verwijderd is. De onverwachte
activering van de hoogsnoeier terwijl u
vastgelopen materiaal verwijdert of onderhoud
verricht, kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel.
16. Gebruik deze zaag alleen voor het zagen
van hout. Gebruik de hoogsnoeier niet voor
iets anders dan de bedoelde toepassing.
V oorbeeld: gebruik de hoogsnoeier niet voor
het zagen van metaal, kunststof, metselwerk
of bouwmaterialen anders dan hout. Gebruik
van de hoogsnoeier voor andere doeleinden dan
die waarvoor deze bedoeld is, kan aanleiding
geven tot een gevaarlijke situatie.
17. Draag de hoogsnoeier met beide handen, met
de hoogsnoeier uitgeschakeld en weg van
uw lichaam. Breng de kettingbeschermer
altijd aan als u de hoogsnoeier vervoert of
opbergt. De juiste omgang met de hoogsnoeier
vermindert de kans op onbedoeld aanraken van
de bewegende zaagketting.
18. V erwijder geen snoeisel en hou geen te
snoeien materiaal vast terwijl de zaagketting
in beweging is. Zet de schakelaar uit en koppel
de accu los als u vastgelopen materiaal wilt
verwijderen. De zaagketting blijft bewegen
nadat de schakelaar uitgezet is.
19. V olg de instructies voor het smeren, het
spannen van de ketting en het veranderen
van de geleider en ketting. Het onjuist
spannen of smeren van de ketting kan leiden tot
kettingbreuk of een hogere kans op terugslag.
20. Deze hoogsnoeier is niet bedoeld voor het
vellen van bomen. Gebruik van de hoogsnoeier
voor andere doeleinden dan die waarvoor deze
bedoeld is, kan leiden tot serieus letsel bij de
bediener of omstanders.
21. V oorkom terugslag (kickback). T erugslag
kan voorkomen als de neus (punt) van de
kettinggeleider een voorwerp raakt, of als het
hout de zaagketting vastklemt tijdens het zagen.
Als de neus van de kettinggeleider iets raakt
kan de kettinggeleider naar boven en naar u toe
worden geduwd.
Als de zaagketting vastloopt aan de bovenkant
van de kettinggeleider kan de kettinggeleider
met hoge snelheid naar u toe worden geduwd.
In beide gevallen kunt u de beheersing over de
zaag verliezen, wat tot ernstige verwondingen
kan leiden. U mag nooit uitsluitend op de
beveiligingen van de zaag vertrouwen. Als
gebruiker van de hoogsnoeier moet u de nodige
voorzorgsmaatregelen nemen om ongelukken
en verwonding te voorkomen.
T erugslag wordt veroorzaakt door onjuist gebruik
van de zaag en/of onjuiste werkprocedures
en omstandigheden. T erugslag kan
worden voorkomen met de volgende
voorzorgsmaatregelen:
22. Hou de hoogsnoeier goed vast met beide
handen, met uw duim en vingers rond
de handgrepen, en met uw lichaam en
armen in een stand waarbij u weerstand
kunt bieden tegen terugslag. Als u de
juiste voorzorgsmaatregelen neemt kunt u de
krachten die bij terugslag van de zaag optreden
beheersen. Laat de hoogsnoeier nooit los.
23. Gebruik alleen vervangende kettinggeleiders
en kettingen die de fabrikant heeft
opgegeven. De onjuiste montage van
kettinggeleiders en zaagkettingen kan leiden tot
kettingbreuk en/of terugslag.
24. V olg de aanwijzingen van de fabrikant met
betrekking tot het slijpen en onderhouden
van de zaagketting. Het verminderen de
hoogte van de dieptesteller van de zaagketting
kan het risico op terugslag vergroten.
BEW AAR DEZE
AANWIJZINGEN
8