Bauknecht GSXP 7517 Program Chart

Categorie
Vaatwassers
Type
Program Chart
1
NL
GSXP 7517
Lees, voordat u de afwasmachine gebruikt, eerst de
installatie- en onderhoudsinstructies aandachtig door!
5019 496 01050
1) De gegevens over de programma's zijn verkregen in overeenstemming met de Europese Norm EN 50242. De gegevens kunnen
variëren door bijvoorbeeld een andere belading, andere extra functies, andere kalibratie van de sensor (alleen bij programma's met
sensor), andere temperaturen van het toegevoerde water, andere hardheid van het water en een andere voedingsspanning.
2) Programma voor het typeplaatje met de energiegegevens conform de norm EN 50242. - Aanwijzing voor testlaboratoria:
voor meer informatie over de condities van de vergelijkende EN-test en van andere tests kunt u contact opnemen met het
volgende adres: “nk_cu[email protected]”.
1. OVERZICHT
Aan-toets
Uit-toets
Tijd- en storingsdisplay
Geeft bij “Startselectie” de resterende tijd tot de start van het programma
(hh) aan. Tegen het einde van het programma, in de droogcyclus, wordt
op het display de resterende tijd in minuten aangegeven.
Als er een storingsindicatie “F..” – verschijnt, raadpleeg dan
hoofdstuk 5 “Wat moet u in de volgende gevallen doen...”.
Toets “Start selectie”
Druk (meerdere keren) om de start van het programma uit te stellen.
Instelbaar van 1 tot 24 uur. Bij elke druk op de toets zal de
vertragingsindicator de tijd een uur vooruitzetten en na 24 de
nummering weer vanaf 00 starten. Druk vervolgens op de START-
toets. De afwasmachine start na de ingestelde periode.
Instelling van het afwasmiddel bij de eerste ingebruikneming en bij gebruik van een
ander afwasmiddel
1. Houd de programmakeuzetoets ingedrukt, en druk ook op de toets “Start selectie”.
Het als laatste geselecteerde afwasmiddel wordt op het display weergegeven.
2. Stel met de toets “Start selectie” het gewenste afwasmiddel in
(“--” = afwasmiddel in poedervorm, “2 l” = 2 in 1, “3 l” = 3 in 1, “A l” = alle
andere gecombineerde afwasmiddelen (Op deze manier gaat de indicator van het
spoelglansmiddel en/of het zout uit). Het geselecteerde type afwasmiddel wordt
weergegeven op het display.
3. Wacht 5 seconden of schakel het apparaat uit, het geselecteerde type
afwasmiddel wordt opgeslagen in het geheugen. Wordt op het display
weergegeven gedurende ca. 3 seconden na de inschakeling. Bedenk dat het
pas na verandering van het afwasmiddel mogelijk is het gewenste programma
in te stellen en indien nodig de toets “Start selectie” te gebruiken.
Programmakeuzetoets
Druk (meerdere keren) op de toets totdat het lampje van het
gewenste programma gaat branden.
START-toets
Het controlelampje gaat tijdens de werking branden, knippert
wanneer er zich een storing voordoet en gaat uit aan het einde van
het programma.
RESET-functie van de START-toets:
Door deze toets minstens 2 seconden in te drukken, worden het
gestarte programma en de geselecteerde extra functies
geannuleerd. De belangrijkste storingsmeldingen (herhaald
knipperen van het START-lampje) kunnen worden geannuleerd
met een RESET. Raadpleeg hiervoor ook hoofdstuk 5 “Wat moet u
in de volgende gevallen doen...”.
Lampje van de indicator van het spoelglansmiddel en lampje van
het zoutniveau
Als zij branden moet er spoelglansmiddel of zout worden
toegevoegd.
Voeg hen alleen toe vlak voordat u een afwascyclus start.
Tabel 1.1.
Programmatabel
Doseerbakje
afwasmiddel
Verbruik
1)
P
Programma's
Selecteerbare
extra functies
Laadinstructies groot klein Liter kWh Minuten
1
Voorspoelen koud
Vaat die later gewassen moet
worden.
4,0 0,03 14 ±
1)
2
Snel 40°C
Matig vervuild, zonder
opgedroogde resten.
X 10,0 0,65 30 ±
1)
3
Bio
2)
50°C
Matig vervuild. Energiezuinig
programma met verlengde
droogcyclus.
X X 14,0 1,05 195 ±
1)
4
Intensief 70°C
Aanbevolen programma voor
sterk vervuilde vaat, met name
geschikt voor pannen en
koekenpannen.
X X 14,0 1,55 155 ±
1)
5
Halve belading 50°C
Licht of matig vervuild, voor de
helft van de normale belading.
X X 10,0 1,04 145 ±
1)
2
2. BEKNOPTE HANDLEIDING
Op de volgende bladzijden treft u gedetailleerde aanwijzingen aan. Raadpleeg ook hoofdstuk “5. Wat moet u in
de volgende gevallen doen...”
1. Schakel het
apparaat in
Open de deur van de afwasmachine.
Druk op de toets
ON
.
2. Selecteer het
programma
Druk op de toets o totdat het geselecteerde programma wordt
weergegeven. Selecteer bij deze gelegenheid ook eventuele extra functies.
3. Stel het type
afwasmiddel in
Het type afwasmiddel kan op verschillende manieren worden ingesteld,
afhankelijk van het model van de afwasmachine. In hoofdstuk “1. Overzicht”
wordt uitgelegd hoe deze instelling wordt uitgevoerd.
4. Voeg het
afwasmiddel toe
4a. Poeder/gel/tabletten
Vul de vakken van de doseerbakje in overeenstemming
met het geselecteerde programma.
Groot vak
A
bij elke afwascyclus, bovendien het kleine
vakje
B
voor programma’s met voorspoelen (zie tabel 1.1.).
4b. Gecombineerd afwasmiddel (2 in 1/3 in 1/... enz.)
Voeg afwasmiddel toe in het vakje
A
of in de korf voor
het vaatwerk, volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
5. Controleer het
spoelglansmiddel
6. Controleer het zout
Afhankelijk van het model:
7. Vul de korven
Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen draaien en of er geen vaatwerk of
bestek uit de korven steekt. Gedetailleerde aanwijzingen met betrekking tot
het laden zijn te vinden in hoofdstuk 3 “Gebruik van het apparaat”, in de
paragraaf “Het laden van de korven”.
8. Start het apparaat
Druk op de START-toets.
9. Draai de waterkraan
open en sluit de deur
Het apparaat start nadat de deur gesloten
is.
Afwascyclus
Als de stroom uitvalt of als het apparaat
voortijdig uitgaat, wordt het programma,
wanneer het weer gestart wordt, hervat
vanaf het punt waarop het onderbroken
werd. Wees voorzichtig bij het openen van
de deur, want er komt stoom naar buiten!
10.Einde van het
programma
Aan het einde van het programma klinkt er een geluidssignaal.
Het lampje van de START-toets gaat uit.
11.Open de deur, schakel
het apparaat uit
Druk op de
OFF
-toets. Alle lampjes gaan uit.
12.Draai de waterkraan
dicht, maak de
korven leeg
Begin bij het legen van het apparaat met de onderste korf, om te voorkomen dat
eventueel achtergebleven druppels water op het vaatwerk eronder kunnen vallen.
A
C
B
Optische indicator in de dispenser
C
donker
voldoende spoelglansmiddel aanwezig,
licht
voeg spoelglansmiddel toe (ca. 100 ml).
Het controlelampje op het bedieningspaneel gaat branden wanneer
er spoelglansmiddel moet worden toegevoegd. Dit controlelampje
is niet op alle modellen aanwezig.
Controlevenster in het deksel van het zoutreservoir in de bodem
van het apparaat
oranje
als er voldoende zout aanwezig is,
helder
als er zout moet worden toegevoegd.
Het controlelampje op het bedieningspaneel gaat branden wanneer
er zout moet worden toegevoegd. Nadat het zout is toegevoegd
moeten er enkele afwasprogramma’s worden gedraaid voordat het
lampje uitgaat!
Het draaiende programma
wijzigen:
- Houd de START-toets ongeveer 2
seconden ingedrukt, totdat het
START-lampje uitgaat.
- Sluit de deur.
- (Er wordt max. 60 seconden water
afgevoerd).
- Open de deur.
- Selecteer het programma opnieuw.
- Druk op de START-toets.
3
3. GEBRUIK VAN HET APPARAAT
PROGRAMMAKEUZE
Druk op de toets o totdat het geselecteerde programma wordt weergegeven. Het apparaat moet
ingeschakeld zijn. Selecteer indien nodig de extra functies (indien aanwezig). Het betreffende lampje gaat branden.
Het juiste programma en de functies die geselecteerd kunnen worden, worden vermeld in de tabel 1.1 op pagina 1.
De aangegeven programmatijden gelden voor normale omstandigheden, en kunnen afwijken van
de werkelijke tijden. Bij programma’s met sensor zijn vanwege de automatische kalibratie van
het systeem verschillen mogelijk van maximaal 20 minuten.
HET DOSEERBAKJE VAN HET AFWASMIDDEL VULLEN
Vul het doseerbakje van het afwasmiddel pas vlak voordat u een afwasprogramma start. Gebruik
uitsluitend
afwasmiddelen die specifiek bedoeld zijn voor afwasmachines, en in de hoeveelheid die
door de fabrikant wordt geadviseerd. Houd u aan de veiligheidswaarschuwingen van de fabrikant!
Open de vakken van het afwasmiddel met het linker hendeltje (hendeltje
1
) van het doseerbakje.
a. Poeder/gel/tabletten
Vul de vakken van de doseerbakje in overeenstemming met het geselecteerde programma (tabel 1.1).
Programma’s zonder voorspoelen:
doe de hele aanbevolen hoeveelheid afwasmiddel in het vak
A
.
Programma’s met voorspoelen:
doe 2/3 van de door de fabrikant aanbevolen hoeveelheid
afwasmiddel in het grote vak
A
en 1/3 in het kleine vakje
B
.
Afwasmiddel in tabletten moet, afhankelijk van de aanwijzingen
van de fabrikant, in het vak
A
of in de bestekkorf worden gedaan.
Als de extra functie “Halve belading” wordt geselecteerd, moet
ongeveer 1/3 minder afwasmiddel worden gebruikt.
b. Gecombineerd afwasmiddel (2 in 1/3 in 1/... enz.)
Gecombineerde afwasmiddelen moeten, afhankelijk van de
aanwijzingen van de fabrikant, in het vak
A
of in de bestekkorf
worden gedaan.
Duw het deksel van de afwasmiddelvakken helemaal aan, nadat ze gevuld zijn.
Afwasmiddelen met spoelglansmiddel kunnen alleen effect hebben als er langere programma’s
worden gebruikt. Bij korte programma’s kunnen er restanten afwasmiddel achterblijven (gebruik
eventueel afwasmiddel in poedervorm). Afwasmiddelen met spoelglansmiddel vormen veel schuim.
Er wordt geen enkele garantie verleend in geval van klachten die betrekking hebben op het
gebruik van deze producten.
HET CONTROLEREN/VULLEN/REGELEN VAN HET SPOELGLANSMIDDEL
Niet nodig bij gebruik van gecombineerde afwasmiddelen.
a. Controle van het niveau van het spoelglansmiddel
Controleer de optische indicator
C
in de spoelglansdispenser: donker = voldoende spoelglansmiddel, licht =
spoelglansmiddel toevoegen.
Bij apparaten met elektrische indicator op het
bedieningspaneel gaat het controlelampje van het
spoelglansmiddel rood branden als er spoelglansmiddel
moet worden toegevoegd.
b. De dispenser van het spoelglansmiddel vullen
Open het reservoir van het spoelglansmiddel met het
rechter hendeltje (hendeltje
2
) van de dispenser.
Giet spoelglansmiddel in de opening tot aan de lijn “max”
(ca. 100 ml).
Sluit daarna het deksel weer.
Gebruik uitsluitend spoelglansmiddel voor afwasmachines. Als er spoelglansmiddel gemorst
wordt, moet dit
onmiddellijk
worden verwijderd om overmatige schuimvorming te
voorkomen, want daardoor zou het apparaat slecht kunnen werken.
Hendeltje
1
Vak
groot
A
Vak
klein
B
Hendeltje
2
Indicator
C
max.
4
3. GEBRUIK VAN HET APPARAAT
c. De hoeveelheid spoelglansmiddel instellen
De hoeveelheid spoelglansmiddel kan worden aangepast aan het gebruikte product. Hoe lager
de instelling, des te kleiner is de hoeveelheid spoelglansmiddel (fabrieksinstelling: stand 4).
Duw op het hendeltje
2
om het deksel te openen.
Draai de pijl met behulp van een munt of een soortgelijk voorwerp op de gewenste stand.
Sluit het deksel weer nadat de dosis spoelglansmiddel veranderd is.
Als de vaat strepen vertoont: stel de dosis spoelglansmiddel in op een lagere stand (1-3). Als de
vaat niet helemaal droog is: stel de dosis in op een hogere stand (5-6). Plastic voorwerpen
worden moeilijker droog, en ook als de dosis spoelglansmiddel op een hogere stand wordt
ingesteld, worden de resultaten niet beter.
HET CONTROLEREN/VULLEN/REGELEN VAN HET ZOUT
Gebruik
uitsluitend
regenereerzout dat specifiek bedoeld is voor afwasmachines.
a. Controle van het niveau van het zout
Controleer de optische indicator , als deze aanwezig is op het model. Het controlevenster is helder in
het gesloten deksel van het zoutreservoir als er zout moet worden toegevoegd, en oranje als er voldoende
zout aanwezig is. Bij apparaten met elektrische indicator op het bedieningspaneel gaat het controlelampje van
het zout rood branden als er zout moet worden toegevoegd.
b. Het zoutreservoir vullen
- Trek de onderste korf naar buiten.
- Draai de dop van het onthardingssysteem tegen de klok in om het te openen.
- Bij het eerste gebruik van de afwasmachine moet het zoutreservoir tot aan de
rand worden gevuld met water.
- Vul het reservoir met behulp van een trechter met regenereerzout tot aan de
rand (de eerste keer min. 1,5 kg/max. 2 kg).
- Meng het zout met het handvat van een lepel om het gemakkelijker te laten oplossen.
- Sluit het deksel van het zoutreservoir door het met de klok mee te draaien.
- Plaats de onderste korf weer terug.
Start
onmiddellijk
na het toevoegen van het zout een afwasprogramma (het programma
Voorspoelen” is
niet
voldoende). Zoutoplossing of korrels buiten het reservoir kunnen diepgaande
corrosie veroorzaken en de roestvrij stalen componenten onherstelbaar beschadigen. Er wordt geen
enkele garantie verleend in geval van klachten die hierdoor ontstaan.
Sommige afwasprogramma’s kunnen duren totdat het controlelampje van het zout op het
bedieningspaneel uitgaat.
Bij een waterhardheid van categorie 1 (zacht) hoeft er
geen
zout te worden gebruikt.
c. Het instellen van de waterhardheid
- Schakel het apparaat in.
- Selecteer het 2e programma “P2” - volgens tabel 1.1 in hoofdstuk 1.
- Druk ten minste 5 seconden op de START-toets totdat het controlelampje START knippert.
- De ingestelde hardheidsgraad wordt aangegeven op het display (indien aanwezig) of door het knipperen van
de START-toets.
- Bij elke lichte druk op de START-toets neemt de instelling toe, en als de waarde 7 is bereikt, begint hij weer bij 1.
- Het apparaat moet uitgeschakeld worden om de gekozen instelling op te slaan in het geheugen.
De fabrieksinstelling is stand 3 gemiddeld-hard (display 4 of 4 keer knipperen van de
START-toets).
Hardheidsgraad van het water 4 met gecombineerd afwasmiddel
Als er gecombineerde afwasmiddelen met zout worden gebruikt moet er ook zout worden
toegevoegd, aangezien de werking van dergelijke producten onvoldoende is voor hard water.
Als het apparaat de functie “Instelling van het type afwasmiddel” heeft (zie hoofdstuk “1. Overzicht”),
dan moet het systeem van de afwasmiddeldispenser worden ingesteld zonder zoutfunctie om het
controlelampje van het zout actief te houden (“Afwasmiddel met spoelglansmiddel”).
Hardheidsgraad Duitse graden
°dH
Franse graden
°fH
Engelse graden
°eH
Instelling aantal keren
knipperen of display
1 zacht 0 - 5 0 - 9 0 - 6,3 1 / 1x
1 - 2 gemiddeld 6 - 10 10 - 18 7 - 12,6 2 / 2x
2 gemiddeld 11 - 15 19 - 27 13,3 - 18,9 3 / 3x
3 gemiddeld-hard 16 - 21 28 - 37 19,6 - 25,9 4 / 4x
4 hard 22 - 28 38 - 50 26,6 - 35 5 / 5x
4 zeer hard 29 - 35 51 - 63 35,7 - 44,1 6 / 6x
4 buitengewoon hard 36 - 60 64 - 107 44,8 - 74,9 7 / 7x
5
3. GEBRUIK VAN HET APPARAAT
HET LADEN VAN DE KORVEN
BOVENSTE KORF
- afhankelijk van het model
Lang keukengerei (keukenmessen) moet met de punt naar de
binnenkant van het apparaat worden gericht.
De twee handgrepen
E
moeten op dezelfde hoogte zitten.
Afwassen zonder bovenste korf
Als het apparaat is voorzien van de afgebeelde verstelbare vergrendelingen, kan
de bovenste korf worden weggehaald om grote borden, dienbladen enz. af te
wassen. Open de twee vergrendelingen
F
en trek de korf uit de geleiders.
Als de bovenste korf op zijn plaats zit, moeten de
vergrendelingen altijd gesloten zijn.
ONDERSTE KORF
- afhankelijk van het model
Keukengerei waaraan men zich zou kunnen verwonden moet met de punt naar beneden worden gezet.
Plaats het vaatwerk zo dat er geen water achterblijft in de holten en dat de sproeiarmen ongehinderd kunnen draaien.
Gebruik uitsluitend vaatwerk dat geschikt is voor afwasmachines. Was in het apparaat geen voorwerpen af van hout,
aluminium, blik, zilveren bestek of gedecoreerd (niet geëmailleerd) vaatwerk.
AFWASCYCLUS
De deur van het apparaat moet dicht zijn en de waterkraan moet open staan.
Open de deur voorzichtig, als u vaat wilt toevoegen:
Er kan stoom uit komen.
Sluit de deur vervolgens weer. Het programma wordt hervat vanaf het punt
waarop het onderbroken werd.
De afwascyclus kan op elk moment worden gestopt door een
RESET uit te voeren.
EINDE PROGRAMMA
Open de deur voorzichtig want er kan
hete
stoom
naar buiten komen.
Druk pas op de
OFF
-toets nadat het lampje van de START-toets uitgegaan is. Alle lampjes gaan uit. Begin bij het legen van de korven met de onderste
korf, om te vermijden dat er eventueel achtergebleven druppels water op de vaat in het apparaat kunnen vallen en dat de overige vaat nat kan worden.
Het droogresultaat kan verbeterd worden door de deur van het apparaat even open te laten alvorens te beginnen met legen,
zodat de stoom kan ontsnappen en de vaat droog wordt. Het onderste deel van het werkblad van de keuken moet beschermd
zijn (zie de instructies voor “Onderhoud en installatie”).
Multifunctionele steun
A
Drie mogelijke standen voor lang keukengerei, kopjes
en glazen.
Vaatrek
B
in horizontale positie: kopjes/lang keukengerei, in
opgeklapte positie voor borden en glazen met voet.
Verstelbaar glazenrek
C
Al naargelang de positie voor kleine glazen of glazen
met voet.
Bestekkorf
D
Plaats hem in de bovenste korf wanneer u de functie
“Halve belading/Multizone” selecteert.
Instelling van de hoogte
van de korf
E
De bovenste korf kan ook in hoogte worden versteld
mèt de lading.
Verstelling naar beneden: trek de twee handgrepen
E
naar
buiten en laat de korf zakken.
Verstelling naar boven: trek de twee handgrepen
E
naar
boven totdat de korf vast komt te
zitten (standaardpositie).
F
F
Vergrendeling
gesloten
Vergrendeling
open
Bordenrek
G
Vast of neerklapbaar (om ruimte te
maken voor koekenpannen en
pannen).
Bestekkorf
H
of
Bestekkorf
J
Het meegeleverde roosterelement
I
kan worden gebruikt om het
bestek gescheiden te houden.
Het draaiende programma wijzigen/de RESET uitvoeren
- Houd de START-toets 2 seconden ingedrukt, totdat het
START-lampje uitgaat.
- (Er wordt max. 60 seconden water afgevoerd).
- Het apparaat kan nu opnieuw worden gestart.
Inbouwapparaten
- Druk op de START/RESET-toets (2 seconden).
- Sluit de deur.
- (Er wordt max. 60 seconden water afgevoerd).
- Het apparaat kan nu opnieuw worden gestart.
6
4. ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
1. Verpakking
De verpakking is 100% recyclebaar, zoals wordt aangegeven door het symbool .
2. Afvoer van de verpakking en controles
Controleer, nadat u de verpakking heeft verwijderd, of de afwasmachine tijdens het transport niet beschadigd is en of
de deur perfect sluit. Neem bij twijfel contact op met een vakman of met de verkoper.
3. Voor het eerste gebruik van de afwasmachine
- Het apparaat kan werken bij temperaturen tussen 5°C en 45°C.
- De perfecte werking van de afwasmachine is in de fabriek getest. Na deze test zouden er wat druppels/
watervlekken achtergebleven kunnen zijn, die na de eerste wascyclus verdwijnen.
4. Energie- en waterbesparing
- Spoel de vaat niet af onder stromend water.
- Gebruik de afwasmachine steeds wanneer hij vol is, of selecteer, als er slechts één korf vol is, de functie “Halve
belading/Multizone” (indien beschikbaar).
- Als er milieuvriendelijke energiebronnen ter beschikking staan, zoals bijvoorbeeld verwarming met zonnepanelen,
warmtepompen of centrale verwarming, dient de afwasmachine te worden aangesloten op de warmwaterleiding
met een temperatuur van hoogstens 60°C. Verzeker dat de watertoevoerleiding van het juiste type is (opschrift
“70°C Max” of “90°C Max”).
5. Veiligheid voor kinderen
- Bewaar het verpakkingsmateriaal van het apparaat buiten het bereik van kinderen.
- Laat kinderen niet met de afwasmachine spelen.
- Bewaar het afwasmiddel, het spoelglansmiddel en het regenereerzout buiten bereik van kinderen.
6. Veiligheidswaarschuwingen
- Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door kinderen of minder begaafden, behalve als dit gebeurt
onder toezicht van een verantwoordelijk iemand die waarborgt dat het apparaat veilig wordt gebruikt.
- Laat het apparaat niet buiten functioneren.
- Bewaar geen ontvlambare materialen in de buurt van de afwasmachine.
- Het water in de afwasmachine is geen drinkwater.
- Gebruik geen oplosmiddelen in de wasruimte:
deze kunnen ontploffingsgevaar opleveren!
- Let op bij geopende deur:
struikelgevaar!
- De geopende deur kan alleen het gewicht van de uitgeschoven korf dragen, met inbegrip van de vaat. Leun niet op
de open deur en ga er niet op zitten of staan.
- Voorwerpen waaraan men zich zou kunnen verwonden (b.v. messen), moeten met de punt naar beneden in de
bestekkorf worden gezet. Lang keukengerei moet horizontaal in de bovenste korf worden geplaatst, met de punt
naar de binnenkant van de afwasmachine gericht.
- Schakel het apparaat altijd uit voordat er reinigings- of onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd, en draai
de waterkraan dicht; doe dit ook na het einde van het programma en als er storingen zijn.
- Reparaties en technische wijzigingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
7. Vorstbestendigheid
Indien het apparaat in een vertrek is geplaatst waar kans is op vorst, moet al het water worden afgevoerd.
Sluit de waterkraan en maak de toe- en afvoerleidingen los, en laat het water vervolgens wegstromen. Verzeker dat er
minstens 1 kg opgelost regenereerzout in het zoutreservoir zit, om het apparaat te beschermen tot -21°C.
Bij de hervatting van het programma kan er een foutmelding worden gegeven op het moment van inschakeling.
Controlelampje “F1”/START knippert 1 keer: giet een halve liter warm water in de bodem.
Controlelampje “F6”/START knippert 6 keer: het apparaat moet zich een dag binnen het temperatuurveld bevinden van
minstens 5°C.
Nadat deze storingen zijn opgelost, is een RESET nodig (zie hoofdstuk “5. Wat moet u in de volgende gevallen doen...”).
8. Afdanken
- Het apparaat is vervaardigd van recyclebaar materiaal. Wanneer het apparaat wordt gesloopt, moet worden
gehandeld volgens de plaatselijke voorschriften voor de afvoer van afval, en moet het onbruikbaar worden
gemaakt door het snoer af te snijden. Om gevaarlijke situaties te vermijden (b.v. verstikkingsgevaar) voor kinderen,
moet het slot van de deur kapot gemaakt worden, zodat het apparaat niet meer worden gesloten.
- Dit apparaat heeft een markering in overeenstemming met de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Door te verzekeren dat dit apparaat op de juiste manier wordt
afgevoerd, draagt de gebruiker bij aan het voorkomen van mogelijke negatieve consequenties voor het milieu en de
gezondheid. Onjuiste afvoer van een apparaat van dit type bij het ongescheiden afval zou negatieve gevolgen kunnen
hebben. Het symbool op het product of op de begeleidende documenten geeft aan dat dit product niet mag
worden behandeld als gewoon huisvuil, maar moet worden afgegeven bij een geschikt verzamelpunt voor de
recycling van elektrische en elektronische apparatuur. Voer het af volgens de plaatselijke voorschriften inzake
gescheiden afvalverwerking. Voor nadere informatie over de behandeling, herwinning en recycling van dit product,
kunt u contact opnemen met het plaatselijke competente kantoor, de vuilnisophaaldienst of de winkel waar dit
product is aangeschaft.
CE conformiteitsverklaring
Dit apparaat is ontworpen, vervaardigd en verkocht in overeenstemming met de volgende richtlijnen:
2006/95/EG, 89/336/EG, 93/68/EG en 2002/95/EG (RoHS-richtlijn).
Capaciteit:
12 couverts.
7
5. WAT MOET U IN DE VOLGENDE GEVALLEN DOEN...
Als het apparaat storingen in de werking vertoont, wordt u verzocht om de volgende punten na te gaan
voordat
u zich tot de Klantenservice wendt. Aan de hand van de volgende aanwijzingen kunnen de meeste storingen
worden opgelost en kan de werking van het apparaat snel worden hersteld.
Het apparaat... Mogelijke oorzaken/oplossingen
...werkt niet/start niet - Het apparaat moet ingeschakeld zijn.
- Controleer de zekering in uw huis als er geen stroom is.
- De deur van het apparaat moet dicht zijn.
- Controleer of de functie “Startselectie” geselecteerd is (indien
aanwezig). In dit geval start het apparaat pas nadat de ingestelde
tijd verstreken is. Stel de start van het programma eventueel in
op “0” (voer de RESET uit).
... geeft “F1” weer op het display of
het START-lampje knippert 1 keer
- De temperatuur van het toegevoerde water moet hoger zijn dan 3°C.
... geeft “F4” weer op het display of
het START-lampje knippert 4 keer
- De filters mogen niet vuil of verstopt zijn.
- De afvoerleiding mag niet geknikt zijn.
- De afsluitschijf van de aansluiting van de sifonleiding moet
verwijderd zijn.
... geeft “F6” weer op het display of
het START-lampje knippert 6 keer
- De waterkraan moet open zijn.
- De toevoerleiding mag niet geknikt zijn, en het bijbehorende
voedingsfilter in de verbinding met de waterkraan mag niet
verstopt zitten.
... geeft “F7” weer op het display of
het START-lampje knippert 7 keer
- De waterkraan moet helemaal open staan terwijl het water wordt
toegevoerd (minimum hoeveelheid: 0,5 liter per minuut).
- De toevoerleiding mag niet geknikt zijn, en het bijbehorende
voedingsfilter in de verbinding met de waterkraan mag niet
verstopt zitten.
... geeft “F8” weer op het display of
het START-lampje knippert 8 keer
- De filters mogen niet vuil of verstopt zijn.
- De vaat moet met de holle kant (b.v. diepe borden, kopjes) naar
beneden in de korven worden gezet.
- De afvoerleiding moet correct geplaatst en gemonteerd worden
(voor verhoogde inbouwapparaten geldt dat er minstens 200-400
mm moet worden gelaten tot de onderkant van het apparaat - zie
de instructies betreffende “Onderhoud en installatie”).
... geeft andere storingen weer met een
“F” op het display of
het START-lampje knippert Xx keer
- Voer een RESET uit (zie hieronder).
Nadat de aangegeven oplossingen zijn toegepast moet de foutmelding geannuleerd worden. In de
meeste gevallen is de storing nu opgeheven.
RESET:
Houd de START-toets ongeveer 2 seconden ingedrukt totdat het lampje uitgaat, of druk op de
RESET-toets (afhankelijk van het model).
Sluit de deur.
Automatische afvoer van het water gedurende maximaal 60 seconden.
Het apparaat kan opnieuw worden gestart.
De vaat... Mogelijke oorzaken/oplossingen
...is niet perfect schoon/er zijn
voedselresten achtergebleven
- Plaats het vaatwerk zo dat het elkaar niet raakt.
De vaat moet met de holle kant (b.v. kopjes) naar beneden in de
korven worden gezet.
- Gebruik eventueel meer afwasmiddel, maar neem de
aanwijzingen van de fabrikant in acht. Bewaar het afwasmiddel
altijd op een droge plaats, en bewaar het niet te lang.
- Voor erg vuile vaat moet een programma met een hogere
temperatuur worden geselecteerd (zie tabel 1.1 op de eerste pagina).
- Als de functie “Halve belading/Multizone” wordt gebruikt
(indien aanwezig), moet
alleen
de bovenste korf of
alleen
de
onderste korf worden gevuld, voor een efficiëntere reiniging en
dus optimale resultaten.
8
5. WAT MOET U IN DE VOLGENDE GEVALLEN DOEN...
De vaat... Mogelijke oorzaken/oplossingen
...is niet perfect schoon/er zijn
voedselresten achtergebleven
- Als het “Eco”-programma op 50°C (indien aanwezig) vaak
wordt gebruikt, moet zo nu en dan het intensieve programma
op 70°C (indien aanwezig) worden gebruikt.
- De sproeiarmen mogen niet verstopt zijn, de filters mogen niet
vuil zijn en moeten goed op hun plaats zitten (zie de instructies
voor “Onderhoud en installatie”).
- De sproeiarmen moeten vrij kunnen draaien en mogen niet
worden gehinderd door de vaat.
...heeft afzettingen:
- restanten regenereerzout
- In gebieden met erg hard water moet de dosis regenereerzout
worden verhoogd (zie pagina 4, “Het controleren/vullen/
regelen van het zout”).
- Sluit het deksel van het zoutreservoir goed.
- Als er gecombineerde afwasmiddelen worden gebruikt waarin
zout is opgenomen, hoeft er verder geen regenereerzout meer
te worden gebruikt.
- roestvlekken - Voedselresten die zout of zuren bevatten kunnen roestvlekken
veroorzaken, ook op roestvrij stalen bestek.
Gebruik daarom altijd het programma Voorspoelen als vaat later
moet worden afgewassen.
- andere vlekken - Als er vlekken op de vaat zitten, moet de dosis spoelglansmiddel
worden verhoogd (zie pagina 3, “Het controleren/vullen/
regelen van het spoelglansmiddel”).
- Als er gecombineerde afwasmiddelen worden gebruikt, moet er
eventueel verder nog spoelglansmiddel worden toegevoegd.
- strepen/lijnen - Als er strepen of lijnen op de vaat te zien zijn, moet de dosis
spoelglansmiddel worden verlaagd (zie pagina 3, “Het
controleren/vullen/regelen van het spoelglansmiddel”). Als er
gecombineerde afwasmiddelen worden gebruikt waarin
spoelglansmiddel is opgenomen, hoeft er verder geen spoelglans
meer te worden gebruikt.
- schuimvorming - Gebruik uitsluitend de benodigde hoeveelheid afwasmiddel/
spoelglansmiddel, aangezien er anders schuim wordt gevormd.
- doffe glazen, enz. - Gebruik uitsluitend vaatwerk dat geschikt is voor afwasmachines.
...heeft verkleurde plastic delen Voedingsmiddelen zoals bijvoorbeeld tomatensaus kunnen verkleuring
van plastic onderdelen veroorzaken. Gebruik hoofdzakelijk afwasmiddel
in poedervorm, dat in grotere hoeveelheden kan worden gebruikt en van
invloed is op het bleekvermogen. Bovendien moeten er programma’s
met hogere temperaturen worden gebruikt.
...wordt niet droog - Zet de vaat schuin, zodat er geen water in de holten blijft staan.
- Verhoog de dosis spoelglansmiddel (zie pagina 3, “Het
controleren/vullen/regelen van het spoelglansmiddel”).
- De vaat wordt droog als de deur van de afwasmachine even
open gelaten wordt voordat de machine wordt geleegd, zodat
de stoom kan ontsnappen.
- Met het programma “Rapid 40°C” (indien aanwezig) kan het
gebeuren dat de vaat niet helemaal droog wordt als er een kort
programma wordt gebruikt. Selecteer eventueel een langer
programma.
Als de storingen ook na de bovenstaande controles nog aanhouden, moet het apparaat uitgeschakeld
worden en moet de waterkraan worden dichtgedraaid. Neem contact op met de Klantenservice (zie
ook de garantie).
Controleer of u over de volgende gegevens beschikt voordat u contact opneemt met de Klantenservice:
- een beschrijving van de storing,
- het type en model van het apparaat,
- het servicenummer, oftewel het nummer op het typeplaatje van de klantenservice aan de binnenkant van
de deur rechts:
Technische wijzigingen voorbehouden.
1 / 1

Bauknecht GSXP 7517 Program Chart

Categorie
Vaatwassers
Type
Program Chart