Juno JKSI808F5 Handleiding

Type
Handleiding
JKSI808F5
Gebruik‐
saanwijzing
Kookplaat
Notice d'utili‐
sation
Table de
cuisson
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 3
Beschrijving van het product 6
Dagelijks gebruik 7
Aanwijzingen en tips 10
Onderhoud en reiniging 12
Probleemoplossing 12
Montage 15
Technische informatie 17
Energiezuinigheid 17
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie.
Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig
gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging,
raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door
kinderen zonder toezicht.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Algemene veiligheid
Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden
heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet
aanraken.
2
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart
afstandbedieningssysteem.
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan
gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in
plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z.
met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische
schokken te voorkomen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montage
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag
het apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door
vocht.
Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat valt
als de deur of het raam wordt geopend.
Als het apparaat geïnstalleerd is boven
lades zorg er dan voor dat de ruimte
tussen de onderkant van het apparaat
en de bovenste lade voldoende is voor
luchtcirculatie.
De onderkant van het apparaat kan heet
worden. Wij raden aan om een
onbrandbaar scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan
worden aangeraakt.
Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte
van 2 mm vrij is tussen het werkblad en
3
de voorkant van de onderste unit. De
garantie dekt geen schade veroorzaakt
door het gebrek aan een adequate
ventilatieruimte.
Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u
welke werkzaamheden dan ook uitvoert.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt geïnstalleerd.
Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het hete
apparaat of heet kookgerei niet aanraakt
als u het apparaat op de nabijgelegen
contactdozen aansluit
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt.
Neem contact op met onze service-
afdeling of een elektromonteur om een
beschadigde hoofdkabel te vervangen.
De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op
zo'n manier worden bevestigd dat het
niet zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen moeten
uit de houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar op
letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
Gebruik dit apparaat in een
huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
Vertrouw niet alleen op de pandetector.
Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
4
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van het
apparaat gebroken is. Dit om elektrische
schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker moeten
een afstand van minimaal 30 cm
bewaren van de inductiekookzones als
het apparaat in werking is.
Als u eten in de hete olie doet, kan het
spatten.
WAARSCHUWING! Risico op
brand en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen uit
de buurt van vet en olie als u er mee
kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op
het apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glas / glaskeramiek.
Til deze voorwerpen altijd op als u ze
moet verplaatsen op het kookoppervlak.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
Onderhoud en reiniging
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
Trek voor onderhoudswerkzaamheden
de stekker uit het stopcontact.
Gebruik geen waterstralen of stoom om
het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t. correcte
afvalverwerking van het apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af en
gooi dit weg.
Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
5
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Indeling kookplaat
1
211
1
210 mm
210 mm 145 mm
300 mm
1
Inductiekookzone
2
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel lay-out
7652 431
9 811 10
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tip-
toets
-functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Toetsblokkering / Het kind-
erslot
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgren-
delen.
3
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
4
Bridge De functie in- en uitschakelen.
5
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
6
- Timerindicatie voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
6
Tip-
toets
-functie Opmerking
7
- Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
8
- Kookzone selecteren:
9
/
- De tijd verlengen of verkorten.
10
Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.
11
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
Kookstanddisplays
Weergave Omschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO -functie is in werking.
Automatisch opwarmen -functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
+ cijfer
Er is een storing.
Er is nog een kookzone heet (restwarmte).
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de
kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen -functie is in werking.
Restwarmte-indicatie
WAARSCHUWING! Er
bestaat verbrandingsgevaar
door restwarmte.
De inductiekookzones creëren de voor het
kookproces benodigde warmte direct in de
bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt
verwarmd door de warmte van de pannen.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
In- en uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
7
Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
alle kookzones zijn uitgeschakeld.
u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
u iets hebt gemorst of iets langer dan 10
seconden op het bedieningspaneel hebt
gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt
een geluidssignaal en de kookplaat
wordt uitgeschakeld. Verwijder het
voorwerp of reinig het bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (b.v. als een
pan droogkookt). De kookzone moet
afgekoeld zijn voordat u de kookplaat
weer kunt gebruiken.
u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd gaat
branden en wordt de kookplaat
uitgeschakeld.
De verhouding tussen warmte-
instelling en de tijd waarna de
kookplaat uitschakelt:
Temperatuurins-
telling
De kookplaat
schakelt uit na
, 1 - 2
6 uur
3 - 4 5 uur
5 4 uur
6 - 9 1,5 uur
De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand
heeft bereikt.
Bridge-functie
Deze functie verbindt twee linker kookzones
en werken dan samen als één kookzone.
Stel eerst de kookstand in voor een van de
linker kookzones.
Om de functie in te schakelen: Raak
aan. Raak één van de bedieningssensors
aan om de warmte-instelling in te stellen of
te wijzigen.
Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De kookzones werken onafhankelijk.
Automatisch opwarmen
Als u deze functie activeert, kunt u in
minder tijd een benodigde kookstand
verkrijgen. De functie schakelt even de
hoogste kookstand in en verlaagt dan naar
de juiste kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone koud
zijn.
Om de functie voor een kookzone te
activeren: raak aan ( gaat aan). Raak
meteen de juiste kookstand aan. Na 3
seconden gaat
branden.
Om de functie uit te schakelen: wijzig de
kookstand.
Powerfunctie
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones. De
functie kan voor een beperkte tijdsduur
voor uitsluitend de inductiekookzone
worden geactiveerd. Daarna wordt de
inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste
kookstand.
8
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
Om de functie voor een kookzone te
activeren: raak aan. gaat aan.
Om de functie uit te schakelen: wijzig de
kookstand.
Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone moet werken
voor een kooksessie.
Stel eerst de kookzone in en dan de
functie. U kunt de kookstand vóór of na
het instellen van de functie instellen.
Kookzone instellen:raak
meerdere
malen aan tot het lampje van de gewenste
kookzone brandt.
De functie inschakelen of de tijd
wijzigen: raak
of van de timer aan
om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als
het lampje van de kookzone langzaam gaat
knipperen, wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer de
kookzone met . Het indicatielampje van
de kookzone gaat sneller knipperen. Op het
display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om de functie uit te schakelen: stel de
kookzone in met en raak aan. De
resterende tijd telt terug tot 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt er
een geluidssignaal en knippert
00. De kookzone wordt
uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als een
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet werken
(het display van de kookstand toont
).
Om de functie in te schakelen: Raak
aan. Raak of van de timer aan om de
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal en knippert 00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
De functie heeft geen invloed op
de werking van de kookzones.
STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones in voor de
laagste warmhoudstand.
Als de functie loopt, kunt u de warmte-
instelling niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Toetsblokkering
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookzones in werking zijn.
Hiermee wordt voorkomen dat de
kookstand per ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden
aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt
u deze functie ook.
Het kinderslot
Deze functie voorkomt dat het kooktoestel
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: zet de
kookplaat aan met . Stel geen kookstand
in. Raak 4 seconden aan. gaat aan.
Zet de kookplaat uit met .
9
Om de functie uit te schakelen: zet de
kookplaat aan met . Stel geen kookstand
in. Raak 4 seconden aan. gaat aan.
Zet de kookplaat uit met .
Het opheffen van de functie voor maar
één kooktijd: zet de kookplaat aan met
. gaat aan. Raak 4 seconden aan.
Stel de kookstand in binnen 10
seconden. U kunt het kooktoestel
bedienen. Als u de kookplaat met
uitzet
werkt de functie weer.
Vermogensbeheer-functie
De kookzones zijn gegroepeerd volgens
locatie en aantal fasen van de kookplaat.
Zie afbeelding.
Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3700 W.
De functie verdeelt het vermogen tussen
de kookzones aangesloten op dezelfde
fase.
De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een enkle
fase de 3700 W overschrijdt.
De functie verlaagt het vermogen naar
de andere kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
Het warmte-instellingsdisplay van de
verlaagde zone verandert tussen twee
niveaus.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Kookgerei
Bij een inductiekookzone zorgt
een sterk elektro-magnetisch
veld ervoor dat het kookgerei
erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones
met geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem
(aangemerkt als geschikt voor inductie
door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Het kookgerei is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
een beetje water op een zone met de
hoogste kookstand binnen korte tijd
wordt verwarmd.
een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de grootte
van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter die
kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat door
de kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
10
Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
krakend geluid: de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van de
kookzone met een hoge kookstand en
als de pan is gemaakt van verschillende
materialen (sandwich-constructie)
Zoemen: als u hoge kookstanden
gebruikt.
Klikken: er treedt elektrische schakeling
op.
Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect van de kookplaat
te maken.
Voorbeelden van
kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van de
warmte-instelling en de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de warmte-instelling
verhoogt, is dit niet proportioneel met de
toename in stroomverbruik van de
kookzone. Het betekent dat de kookzone
met de medium warmte-instelling minder
dan de helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als richtlijn.
Verwar-
mingsstand
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhou-
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten: bot-
er, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 2 Stollen: luchtige omeletten, ge-
bakken eieren.
10 -
40
Met deksel bereiden.
2 - 3 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
25 -
50
Voeg minstens tweemaal zo-
veel vloeistof toe als rijst, melk-
gerechten tijdens het bereiden
tussendoor roeren.
3 - 4 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 -
45
Een paar eetlepels vocht toe-
voegen.
4 - 5 Aardappelen stomen. 20 -
60
Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
4 - 5 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
60 -
150
Tot 3 l vloeistof plus ingrediënt-
en.
6 - 7 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees, ko-
teletten, rissoles, worstjes, lev-
er, roux, eieren, pannenkoeken,
donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
11
Verwar-
mingsstand
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
7 - 8 Door-en-door gebraden, opge-
bakken aardappelen, lenden-
biefstukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash,
stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Power-functie is geacti-
veerd.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Algemene informatie
Reinig de kookplaat na elk gebruik.
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op de
werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het oppervlak
van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor de
glazen plaat.
De kookplaat schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie en suikerhoudende
gerechten. Anders kan het vuil de
kookplaat beschadigen. Plaats de
speciale schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het blad
over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende verkleuringen.
Reinig de kookplaat met een vochtige
doek en een beetje afwasmiddel. Droog
de kookplaat na reiniging af met een
zachte doek.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
De kookplaat is niet aan-
gesloten op een stopcontact
of is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het aans-
luitdiagram.
12
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
De zekering is doorgebrand. Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Schakel de kookplaat op-
nieuw in en stel de kook-
stand binnen 10 seconden
in.
U hebt 2 of meer tiptoetsen
tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets te-
gelijk aan.
STOP+GO -functie is in
werking.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
Er ligt water of vetspatten op
het bedieningspaneel.
Reinig het bedieningspaneel.
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uitge-
schakeld.
Er weerklinkt een geluids-
signaal als de kookplaat
wordt uitgeschakeld.
U hebt een of meer tiptoet-
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit.
U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Restwarmte-indicatie gaat
niet branden.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is be-
diend.
Als de kookzone lang genoeg
in werking is geweest om
heet te zijn, neemt u contact
op met de klantenservice.
Automatisch opwarmen func-
tie werkt niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende af-
koelen.
De hoogste verwarmings-
stand is ingesteld.
De hoogste kookstand heeft
hetzelfde vermogen als de
functie.
De kookstand schakelt tus-
sen twee kookstanden.
Vermogensbeheer -functie is
in werking.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
De tiptoetsen worden warm. Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie-
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op de
achterste kookzones indien
nodig.
gaat branden.
Automatisch uitschakelen is
in werking.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
13
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
gaat branden.
Het kinderslot of de Toets-
blokkering functie werkt.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
gaat branden.
Er staat geen kookgerei op
de zone.
Zet kookgerei op de zone.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
De diameter aan de bodem
van het kookgerei is te klein
voor de zone.
Gebruik kookgerei met de
juiste afmetingen.
Zie het hoofdstuk 'Techni-
sche informatie'.
en een getal gaat bran-
den.
Er heeft zich een fout in de
kookplaat voorgedaan.
Ontkoppel de kookplaat
enige tijd van de stroomtoe-
voer. Maak de zekering los in
de meterkast van het huis.
Sluit het apparaat opnieuw
aan. Als weer gaat bran-
den, neem dan contact op
met de klantenservice.
gaat branden.
Er is een storing in de kook-
plaat opgetreden, omdat het
kookgerei is droog gekookt
Automatisch uitschakelen en
de oververhittingsbescherm-
ing van de zones in werking
is getreden.
Schakel de kookplaat uit.
Verwijder het hete kookgerei.
Schakel na ongeveer 30 sec-
onden de kookzone opnieuw
in. Als het kookgerei het pro-
bleem was, dan moet het
foutbericht van het display
verdwijnen, maar Rest-
warmte-indicatie kan aan
blijven. Laat het kookgerei
voldoende afkoelen. Control-
eer of uw kookgerei geschikt
is voor de kookplaat.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
Als u het probleem niet kunt
oplossen...
Als u het probleem zelf niet kunt oplossen,
neem dan contact op met uw leverancier of
met de klantenservice. Zie voor deze
gegevens het typeplaatje. Geef ook de
driecijferige code voor het glaskeramiek
(bevindt zich op de hoek van het glazen
oppervlak) en de foutmelding die wordt
weergegeven. Controleer of u de kookplaat
op de juiste manier gebruikt hebt. Bij onjuist
gebruik van het apparaat wordt het bezoek
van de onderhoudstechnicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in
rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het
service center en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
14
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg
de hoofdstukken Veiligheid.
Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient u
de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
Aansluitkabel
De kookplaat is voorzien van een
aansluitsnoer.
Vervang de beschadigde voedingskabel
door het volgende netsnoer (of hoger):
H05BB-F Tmax 90°C. Neem contact op
met een klantenservice bij u in de buurt.
Assemblage
min.
50mm
min.
500mm
min.
2mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min
30 mm
min. 500 mm
< 20 mm
> 20 mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min. 500 mm
15
R 5mm
min.
55mm
490
+1
mm
750
+1
mm
min.
38 mm
min.
2 mm
min.
12 mm
min.
2 mm
Beveiligingsdoos
Als u een beveiligingsdoos (een additioneel
toebehoren) gebruikt, zijn de ruimte van 2
mm op de vloer voor de luchtstroom en de
beschermingsvloer direct onder het fornuis
niet noodzakelijk. De beveiligingsdoos is als
toebehoren niet in elk land verkrijgbaar.
Neem contact op met uw plaatselijke
leverancier.
U kunt de beveiligingsdoos niet
gebruiken als u de kookplaat
boven een oven installeert.
16
TECHNISCHE INFORMATIE
Typeplaatje
Model JKSI808F5 PNC productnummer 949 594 393 00
Type 58 GBD CB AU 220 - 240 V 50 - 60 Hz
Inductie 7.4 kW Vervaardigd in Duitsland
Ser.nr. ................. 7.4 kW
JUNO
Specificatie kookzones
Kookzone Nominaal
vermogen
(max warmte-
instelling) [W]
Powerfunctie
[W]
Powerfunctie
maximale
duur [min]
Diameter van
het kookgerei
[mm]
Linksvoor 2300 3200 10 180 - 210
Linksachter 2300 3200 10 180 - 210
Middenvoor 1400 2500 4 125 - 145
Rechtsachter 2400 3700 10 210 - 300
Het vermogen van de kookzones kan
enigszins afwijken van de gegevens in de
tabel. Het verandert met het materiaal en
de afmetingen van het kookgerei.
Gebruik voor optimale kookresultaten alleen
kookgerei met een diameter niet groter dan
vermeld in de tabel.
ENERGIEZUINIGHEID
Productinformatie volgens EU-richtlijn 66/2014
Modelidentificatie JKSI808F5
Type kooktoestel Ingebouwde
kookplaat
Aantal kookzones 4
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter ronde kookzones
(Ø)
Linksvoor
Linksachter
Middenvoor
Rechtsachter
21,0 cm
21,0 cm
14,5 cm
30,0 cm
Energieverbruik per kook-
zone (EC electric cooking)
Linksvoor
Linksachter
Middenvoor
Rechtsachter
183,6 Wh / kg
172,7 Wh / kg
184,1 Wh / kg
171,6 Wh / kg
17
Energieverbruik van de
kookplaat (EC electric hob)
178,0 Wh / kg
EN 60350-2 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - Deel 2: Kookplaten -
Methodes voor het meten van de prestatie
Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
Zet het kookgerei op de kookzone
voordat u deze inschakelt.
Zet kleinere pannen op kleinere
kookzones.
Plaats de pan precies in het midden van
de kookzone.
Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel op
de pan.
Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool .
Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen. Help
om het milieu en de volksgezondheid te
beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
18

Documenttranscriptie

Gebruik‐ saanwijzing Notice d'utili‐ sation Kookplaat JKSI808F5 Table de cuisson 2 INHOUDSOPGAVE Veiligheidsinformatie Veiligheidsvoorschriften Beschrijving van het product Dagelijks gebruik Aanwijzingen en tips 2 3 6 7 10 Onderhoud en reiniging Probleemoplossing Montage Technische informatie Energiezuinigheid 12 12 15 17 17 Wijzigingen voorbehouden. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen • • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren. Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht. Algemene veiligheid • Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken. 3 • • • • • • • • • Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem. Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren. Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken. Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten. Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden. Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector. Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is, schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Montage WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. • Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. • Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht. • Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht. • Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend. • Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie. • De onderkant van het apparaat kan heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan worden aangeraakt. • Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte van 2 mm vrij is tussen het werkblad en 4 de voorkant van de onderste unit. De garantie dekt geen schade veroorzaakt door het gebrek aan een adequate ventilatieruimte. Aansluiting aan het elektriciteitsnet • • WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt. • Gebruik de juiste stroomkabel. • Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken. • Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd. • Gebruik het klem om spanning op het snoer te voorkomen. • Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met onze serviceafdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen. • De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het • • niet zonder gereedschap kan worden verplaatst. Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting. Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken. • Verwijder voor gebruik (indien van toepassing) de verpakking, labels en beschermfolie. • Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik. • Vertrouw niet alleen op de pandetector. • Leg geen bestek of pannendeksels op de kookzones. Deze kunnen heet worden. • Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. 5 • Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen. • Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is. • Als u eten in de hete olie doet, kan het spatten. WAARSCHUWING! Risico op brand en explosie • Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt. • De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken. • Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel. • Laat kookgerei niet droogkoken. • Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen. • Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop. • Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen. • Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glas / glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer. Onderhoud en reiniging • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. • Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen voordat u het schoonmaakt. • Trek voor onderhoudswerkzaamheden de stekker uit het stopcontact. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. Servicedienst • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. 6 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT Indeling kookplaat 1 1 Inductiekookzone 2 Bedieningspaneel 1 210 mm 300 mm 210 mm 145 mm 1 1 2 Bedieningspaneel lay-out 1 2 3 4 5 11 6 7 10 9 8 Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt. Tiptoets -functie Opmerking 1 AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen. 2 Toetsblokkering / Het kinderslot Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgrendelen. 3 STOP+GO De functie in- en uitschakelen. 4 Bridge De functie in- en uitschakelen. - Kookstanddisplay De kookstand weergeven. - Timerindicatie voor de kookzones Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt. 5 6 7 7 Tiptoets -functie Opmerking - Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer. - Kookzone selecteren: - De tijd verlengen of verkorten. Powerfunctie De functie in- en uitschakelen. Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand. 8 / 9 10 11 - Kookstanddisplays Weergave Omschrijving De kookzone is uitgeschakeld. De kookzone wordt gebruikt. - STOP+GO -functie is in werking. Automatisch opwarmen -functie is in werking. Powerfunctie is in werking. + cijfer Er is een storing. Er is nog een kookzone heet (restwarmte). Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking. Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst. Automatisch uitschakelen -functie is in werking. Restwarmte-indicatie WAARSCHUWING! Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. De inductiekookzones creëren de voor het kookproces benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de pannen. DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. In- en uitschakelen Raak 1 seconde aan om de kookplaat in– of uit te schakelen. 8 Automatisch uitschakelen De functie schakelt de kookplaat automatisch uit als: • alle kookzones zijn uitgeschakeld. • u de kookstand niet instelt nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld. • u iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel. • De kookplaat te heet wordt (b.v. als een pan droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u de kookplaat weer kunt gebruiken. • u ongeschikte pannen gebruikt. Het symbool gaat branden en na 2 minuten schakelt de kookzone automatisch uit. • u een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd gaat branden en wordt de kookplaat uitgeschakeld. De verhouding tussen warmteinstelling en de tijd waarna de kookplaat uitschakelt: Temperatuurinstelling ,1-2 De kookplaat schakelt uit na 6 uur 3-4 5 uur 5 4 uur 6-9 1,5 uur De kookstand Voor het instellen of wijzigen van de kookstand: Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste kookstand of beweeg uw vinger langs de bedieningsstrip totdat u de jusite kookstand heeft bereikt. Bridge-functie Deze functie verbindt twee linker kookzones en werken dan samen als één kookzone. Stel eerst de kookstand in voor een van de linker kookzones. Om de functie in te schakelen: Raak aan. Raak één van de bedieningssensors aan om de warmte-instelling in te stellen of te wijzigen. Om de functie uit te schakelen: Raak aan. De kookzones werken onafhankelijk. Automatisch opwarmen Als u deze functie activeert, kunt u in minder tijd een benodigde kookstand verkrijgen. De functie schakelt even de hoogste kookstand in en verlaagt dan naar de juiste kookstand. Om de functie in werking te stellen moet de kookzone koud zijn. Om de functie voor een kookzone te activeren: raak aan ( gaat aan). Raak meteen de juiste kookstand aan. Na 3 seconden gaat branden. Om de functie uit te schakelen: wijzig de kookstand. Powerfunctie Deze functie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De functie kan voor een beperkte tijdsduur voor uitsluitend de inductiekookzone worden geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand. 9 Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'. Om de functie voor een kookzone te activeren: raak aan. gaat aan. Om de functie uit te schakelen: wijzig de kookstand. Om de functie in te schakelen: Raak aan. Raak of van de timer aan om de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan. De functie heeft geen invloed op de werking van de kookzones. Timer Timer met aftelfunctie U kunt deze functie gebruiken om in te stellen hoe lang de kookzone moet werken voor een kooksessie. STOP+GO Deze functie stelt alle kookzones in voor de laagste warmhoudstand. Stel eerst de kookzone in en dan de functie. U kunt de kookstand vóór of na het instellen van de functie instellen. Als de functie loopt, kunt u de warmteinstelling niet wijzigen. meerdere Kookzone instellen:raak malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt. Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat branden. De functie inschakelen of de tijd of van de timer aan wijzigen: raak om de tijd in te stellen (00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone langzaam gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld. Resterende tijd weergeven:selecteer de kookzone met . Het indicatielampje van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven. Om de functie uit te schakelen: stel de kookzone in met en raak aan. De resterende tijd telt terug tot 00. Het indicatielampje van de kookzone gaat uit. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00. De kookzone wordt uitgeschakeld. Het geluidssignaal stopzetten: Raak aan. Kookwekker U kunt deze functie gebruiken als een kookwekker terwijl de kookplaat is ingeschakeld en de kookzones niet werken (het display van de kookstand toont ). De functie stopt de timerfunctie niet. Om de functie uit te schakelen: Raak aan. De vorige kookstand gaat aan. Toetsblokkering U kunt het bedieningspaneel vergrendelen terwijl de kookzones in werking zijn. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd. Stel eerst de kookstand in. Om de functie in te schakelen: raak aan. gaat gedurende 4 seconden aan.De timer blijft aan. Om de functie uit te schakelen: Raak aan. De vorige kookstand gaat aan. Als u de kookplaat uitzet, stopt u deze functie ook. Het kinderslot Deze functie voorkomt dat het kooktoestel onbedoeld wordt gebruikt. Om de functie in te schakelen: zet de kookplaat aan met . Stel geen kookstand in. Raak 4 seconden aan. gaat aan. Zet de kookplaat uit met . 10 Om de functie uit te schakelen: zet de kookplaat aan met . Stel geen kookstand in. Raak 4 seconden aan. gaat aan. Zet de kookplaat uit met . Het opheffen van de functie voor maar één kooktijd: zet de kookplaat aan met . gaat aan. Raak 4 seconden aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt het kooktoestel bedienen. Als u de kookplaat met uitzet werkt de functie weer. kookzones aangesloten op een enkle fase de 3700 W overschrijdt. • De functie verlaagt het vermogen naar de andere kookzones aangesloten op dezelfde fase. • Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde zone verandert tussen twee niveaus. Vermogensbeheer-functie • De kookzones zijn gegroepeerd volgens locatie en aantal fasen van de kookplaat. Zie afbeelding. • Elke fase heeft een maximale elektriciteitslading van 3700 W. • De functie verdeelt het vermogen tussen de kookzones aangesloten op dezelfde fase. • De functie wordt geactiveerd als de totale elektriciteitslading van de AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Kookgerei • een beetje water op een zone met de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd. • een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het kookgerei. Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektro-magnetisch veld ervoor dat het kookgerei erg snel heet wordt. Afmetingen van de pannen Gebruik de inductiekookzones met geschikt kookgerei. Inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de grootte van de bodem van de pan aan. Materiaal van het kookgerei • correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant). • niet correct: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein. Het kookgerei is geschikt voor een inductiekookplaat als: De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn. De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd. Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'. 11 Lawaai tijdens gebruik Als u dit hoort: • krakend geluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwichconstructie). • fluitend geluid: bij gebruik van de kookzone met een hoge kookstand en als de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwich-constructie) • Zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt. • Klikken: er treedt elektrische schakeling op. • Sissen, zoemen: de ventilator werkt. Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect van de kookplaat te maken. Verwarmingsstand Voorbeelden van kooktoepassingen De relatie tussen het stroomverbruik van de warmte-instelling en de kookzone is niet lineair. Wanneer u de warmte-instelling verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat de kookzone met de medium warmte-instelling minder dan de helft van het vermogen gebruikt. De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn. Gebruik om: Tijd (min) Tips Bereide gerechten warmhouden. zoals nodig Een deksel op het kookgerei doen. 1-2 Hollandaisesaus, smelten: boter, chocolade, gelatine. 5 - 25 Van tijd tot tijd mengen. 1-2 Stollen: luchtige omeletten, gebakken eieren. 10 40 Met deksel bereiden. 2-3 Zachtjes aan de kook brengen van rijst en gerechten op melkbasis, reeds bereide gerechten opwarmen. 25 50 Voeg minstens tweemaal zoveel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het bereiden tussendoor roeren. 3-4 Stomen van groenten, vis en vlees. 20 45 Een paar eetlepels vocht toevoegen. 4-5 Aardappelen stomen. 20 60 Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen. 4-5 Bereiden van grotere hoeveelheden voedsel, stoofschotels en soepen. 60 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten. 6-7 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon bleu van kalfsvlees, koteletten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, donuts. zoals nodig Halverwege de bereidingstijd omdraaien. -1 12 Verwarmingsstand Gebruik om: Tijd (min) Tips 7-8 Door-en-door gebraden, opgebakken aardappelen, lendenbiefstukken, steaks. 5 - 15 Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet. Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Power-functie is geactiveerd. ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Algemene informatie • Reinig de kookplaat na elk gebruik. • Gebruik altijd pannen met een schone bodem. • Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat. • Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat. • Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat. gerechten. Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen. Plaats de speciale schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven. • Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek. De kookplaat schoonmaken • Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten folie en suikerhoudende PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak oplossing U kunt de kookplaat niet inschakelen of bedienen. De kookplaat is niet aangesloten op een stopcontact of is niet goed geïnstalleerd. Controleer of de kookplaat goed is aangesloten op het lichtnet. Raadpleeg het aansluitdiagram. 13 Probleem Mogelijke oorzaak oplossing De zekering is doorgebrand. Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installateur. Schakel de kookplaat opnieuw in en stel de kookstand binnen 10 seconden in. U hebt 2 of meer tiptoetsen tegelijk aangeraakt. Raak slechts één tiptoets tegelijk aan. STOP+GO -functie is in werking. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. Er ligt water of vetspatten op het bedieningspaneel. Reinig het bedieningspaneel. Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Er weerklinkt een geluidssignaal als de kookplaat wordt uitgeschakeld. U hebt een of meer tiptoetsen afgedekt. Verwijder het voorwerp van de tiptoetsen. De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets geplaatst. Verwijder het object van de tiptoets. Restwarmte-indicatie gaat niet branden. De zone is niet heet, omdat hij slechts kortstondig is bediend. Als de kookzone lang genoeg in werking is geweest om heet te zijn, neemt u contact op met de klantenservice. Automatisch opwarmen functie werkt niet. De zone is heet. Laat de zone voldoende afkoelen. De hoogste verwarmingsstand is ingesteld. De hoogste kookstand heeft hetzelfde vermogen als de functie. De kookstand schakelt tussen twee kookstanden. Vermogensbeheer -functie is in werking. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. De tiptoetsen worden warm. Het kookgerei is te groot of staat te dicht bij het bedieningspaneel. Plaats groter kookgerei op de achterste kookzones indien nodig. Automatisch uitschakelen is in werking. Schakel de kookplaat uit en weer in. gaat branden. 14 Probleem Mogelijke oorzaak oplossing gaat branden. Het kinderslot of de Toetsblokkering functie werkt. Raadpleeg het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'. gaat branden. Er staat geen kookgerei op de zone. Zet kookgerei op de zone. Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'. De diameter aan de bodem van het kookgerei is te klein voor de zone. Gebruik kookgerei met de juiste afmetingen. Zie het hoofdstuk 'Technische informatie'. Er heeft zich een fout in de kookplaat voorgedaan. Ontkoppel de kookplaat enige tijd van de stroomtoevoer. Maak de zekering los in de meterkast van het huis. Sluit het apparaat opnieuw en een getal gaat branden. aan. Als weer gaat branden, neem dan contact op met de klantenservice. gaat branden. Er is een storing in de kookplaat opgetreden, omdat het kookgerei is droog gekookt Automatisch uitschakelen en de oververhittingsbescherming van de zones in werking is getreden. Als u het probleem niet kunt oplossen... Als u het probleem zelf niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw leverancier of met de klantenservice. Zie voor deze gegevens het typeplaatje. Geef ook de driecijferige code voor het glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt Schakel de kookplaat uit. Verwijder het hete kookgerei. Schakel na ongeveer 30 seconden de kookzone opnieuw in. Als het kookgerei het probleem was, dan moet het foutbericht van het display verdwijnen, maar Restwarmte-indicatie kan aan blijven. Laat het kookgerei voldoende afkoelen. Controleer of uw kookgerei geschikt is voor de kookplaat. Zie het hoofdstuk 'Nuttige aanwijzingen en tips'. weergegeven. Controleer of u de kookplaat op de juiste manier gebruikt hebt. Bij onjuist gebruik van het apparaat wordt het bezoek van de onderhoudstechnicus van de klantenservice of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De instructies over het service center en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje. 15 MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. geschikte inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen. Aansluitkabel Voor montage Voordat u de kookplaat installeert, dient u de onderstaande informatie van het typeplaatje te noteren. Het typeplaatje bevindt zich onderop de kookplaat. Serienummer ........................... • De kookplaat is voorzien van een aansluitsnoer. • Vervang de beschadigde voedingskabel door het volgende netsnoer (of hoger): H05BB-F Tmax 90°C. Neem contact op met een klantenservice bij u in de buurt. Ingebouwde kookplaten Inbouwkookplaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in Assemblage min. 500mm min. 50mm min. 2mm min. 2 mm A min. 2 mm B < 20 mm B 57 mm 41 mm 31 mm B > 20 mm min. 500 mm A 12 mm 28 mm 38 mm A min 30 mm min. 500 mm A 12 mm 28 mm 38 mm B 57 mm 41 mm 31 mm 16 min. 38 mm min. 2 mm R 5mm min. 55mm +1 490+1mm 750 mm min. 12 mm min. 2 mm Beveiligingsdoos Als u een beveiligingsdoos (een additioneel toebehoren) gebruikt, zijn de ruimte van 2 mm op de vloer voor de luchtstroom en de beschermingsvloer direct onder het fornuis niet noodzakelijk. De beveiligingsdoos is als toebehoren niet in elk land verkrijgbaar. Neem contact op met uw plaatselijke leverancier. U kunt de beveiligingsdoos niet gebruiken als u de kookplaat boven een oven installeert. 17 TECHNISCHE INFORMATIE Typeplaatje Model JKSI808F5 Type 58 GBD CB AU Inductie 7.4 kW Ser.nr. ................. JUNO PNC productnummer 949 594 393 00 220 - 240 V 50 - 60 Hz Vervaardigd in Duitsland 7.4 kW Specificatie kookzones Kookzone Nominaal vermogen (max warmteinstelling) [W] Powerfunctie [W] Powerfunctie maximale duur [min] Diameter van het kookgerei [mm] Linksvoor 2300 3200 10 180 - 210 Linksachter 2300 3200 10 180 - 210 Middenvoor 1400 2500 4 125 - 145 Rechtsachter 2400 3700 10 210 - 300 Het vermogen van de kookzones kan enigszins afwijken van de gegevens in de tabel. Het verandert met het materiaal en de afmetingen van het kookgerei. Gebruik voor optimale kookresultaten alleen kookgerei met een diameter niet groter dan vermeld in de tabel. ENERGIEZUINIGHEID Productinformatie volgens EU-richtlijn 66/2014 Modelidentificatie JKSI808F5 Type kooktoestel Ingebouwde kookplaat Aantal kookzones 4 Verwarmingstechnologie Inductie Diameter ronde kookzones (Ø) Linksvoor Linksachter Middenvoor Rechtsachter 21,0 cm 21,0 cm 14,5 cm 30,0 cm Energieverbruik per kookzone (EC electric cooking) Linksvoor Linksachter Middenvoor Rechtsachter 183,6 Wh / kg 172,7 Wh / kg 184,1 Wh / kg 171,6 Wh / kg 18 Energieverbruik van de kookplaat (EC electric hob) EN 60350-2 - Elektrische huishoudelijke kookapparaten - Deel 2: Kookplaten Methodes voor het meten van de prestatie Energiebesparing U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken door de onderstaande tips te volgen. • Zet het kookgerei op de kookzone voordat u deze inschakelt. 178,0 Wh / kg • Zet kleinere pannen op kleinere kookzones. • Plaats de pan precies in het midden van de kookzone. • Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig heeft. • Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan. • Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Juno JKSI808F5 Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen