Zanussi ZWF0147NX Handleiding

Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZWF 0147NX
NL Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie.
Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
Houd alle reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door
kinderen zonder toezicht.
ALGEMENE VEILIGHEID
De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd.
Respecteer het maximale laadvermogen van 10 kg (raadpleeg
hoofdstuk “Programmaschema”).
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen tussen 0,5
bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant (indien van toepassing)
mogen niet worden afgedekt door tapijt.
Het apparaat moet met de nieuwe slangset worden
aangesloten op een kraan. Oude slangsets mogen niet
opnieuw worden gebruikt.
2
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze
vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
Verwijder de verpakking en de transportbouten.
Bewaar de transportbouten. Als u het apparaat
gaat verplaatsen, moet de trommel worden
geblokkeerd.
Wees voorzichtig met het verplaatsen van het
apparaat, het is zwaar. Draag altijd
veiligheidshandschoenen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet als de
temperatuur lager is dan 0 °C of als het is
blootgesteld aan het weer.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u
het apparaat installeert, vlak, stabiel,
hittebestendig en schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de
vloer kan circuleren.
Pas de stelvoeten aan om de nodige ruimte
tussen het apparaat en de vloerbedekking te
creëren.
Plaats het apparaat niet op een plek waar de
deur niet helemaal open kan.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie op het
typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact
op met een elektromonteur.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet aan met
natte handen.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Alleen voor VK en Ierland. Het apparaat heeft
een stekker van 13 ampère. Als het noodzakelijk
is om de zekering in de stekker te vervangen,
gebruik dan een 13 amp. ASTA (BS 1362)
zekering.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-richtlijnen.
AANSLUITING AAN DE WATERLEIDING
Zorg dat u de waterslangen niet beschadigt.
Laat het water stromen tot het schoon is
voordat u het apparaat aansluit op nieuwe
leidingen of leidingen die lang niet zijn gebruikt.
Zorg dat er geen lekkages zijn als u het
apparaat de eerste keer gebruikt.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan het
apparaat.
Gebruik dit apparaat uitsluitend in een
huishoudelijke omgeving.
Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking
van het vaatwasmiddel op.
3
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Zorg dat u alle metalen onderdelen uit het
wasgoed verwijdert.
Plaats geen bak om mogelijke waterlekkage op
te vangen onder het apparaat. Neem contact op
met de servicedienst om te raadplegen welke
accessoires gebruikt mogen worden.
Raak het glas van de deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas kan heet
worden.
SERVICEDIENST
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
APPARAATOVERZICHT
1 2 3
5
6
4
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Stelvoetjes
4
EENVOUDIGE START
BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL
Snel
Aan/Uit
Temp.
Centrif.
Opties
Intensief
Anti-kr
euk
Spoelen
Pompen &
Centrifugeren
Katoen
Synthetica
Fijne Was
Wol/Handwas
Opfrissen 20 min
Katoen ECO
Mix
P
Finish At
6
7 8
1 2 3 4 5
1
Aan/Uit-toets (Aan/Uit)
2
Programma-tiptoets
3
Tiptoets Temperatuur
4
Tiptoets centrifugeerselectie
5
Tiptoets Eindigt op
(Finish At)
6
Tiptoets Start/Pauze
7
Optieselectie tiptoets
8
Display
DISPLAY
A B C E
FG
D
A. Het temperatuurgedeelte:
: Temperatuuraanduiding
5
: Aanduiding koud water
B. : De permanente aanduiding extra spoelen
C. Het centrifugeergedeelte:
: De aanduiding
centrifugeersnelheid
: Aanduiding Niet centrifugeren
: De aanduiding Spoelstop
: De aanduiding Extra stil
D. Het tijdgedeelte:
: De programmaduur
: De eindtijd van de cyclus (als de
is geselecteerd) of de huidige tijd
1)
: De alarmcodes
: De foutmelding
: Het programma is voltooid.
E. : De aanduiding deur vergrendeld
U kunt de deur van het apparaat niet
openen als het symbool brandt.
U kunt de deur van het apparaat openen als
het symbool uit gaat.
F.
: Het aanduidingslampje Eindigt op (Finish
At)
G. : De aanduiding van het kinderslot
PROGRAMMATABEL
Programma
Temperatuurbereik
Maximale bela-
ding
Maximale centri-
fugeersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
30' @ 30°
30°C
3 kg
800 tpm
Een korte cyclus voor synthetische en delicate stoffen
met lichte bevuiling of voor op te frissen kledij.
Katoen
90°C - Koud
10 kg
1400 tpm
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en licht vervuild.
Katoen
ECO
1)
60°C - 40°C
10 kg
1400 tpm
Wit katoen en kleurvast katoen. Normale vervuiling.
Het energieverbruik daalt en de duurtijd van het waspro-
gramma neemt toe.
Synthetica
60°C - Koud
4 kg
1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen. Normale vervui-
ling.
Fijne Was
40°C - Koud
4 kg
1200 tpm
Delicate stoffen zoals acryl, viscose en polyester.
Normale vervuiling.
Wol/Handwas
40°C - Koud
1,5 kg
1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwasbestendige
wol en delicate stoffen voorzien van het symbool
«handwas».
2)
Opfrissen 20 min
40°C - 30°C
1 kg
1200 tpm
Een zeer korte cyclus voor katoenen en synthetische
kleding met lichte vervuiling of slechts eenmaal ge-
dragen.
1) Slechts 2 seconden zichtbaar als u het apparaat activeert.
6
Programma
Temperatuurbereik
Maximale bela-
ding
Maximale centri-
fugeersnelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Mix
60°C - Koud
2 kg
1200 tpm
Speciaal programma voor katoenen, synthetische en
gemengde stoffen die licht vervuild zijn. Zorg dat als u
een koudewascyclus instelt u wasmiddel gebruikt dat is
bestemd voor lage temperaturen.
1) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regelgeving
1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenprogramma» en het «stan-
daard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterver-
bruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven
voor het geselecteerde programma.
2) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trom-
mel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
Toepasbaarheid programma-opties
Programma
Snel
1)
Intensief
Anti-kreuk
Spoelen
Pompen & Centrifugeren
30' @ 30°
Katoen
Katoen
ECO
Synthetica
Fijne Was
Wol/Hand-
was
Opfrissen
20 min
7
Programma
Snel
1)
Intensief
Anti-kreuk
Spoelen
Pompen & Centrifugeren
Mix
1) Als u gebruik maakt van deze optie, raden we aan om de hoeveelheid wasgoed te beperken. Het is mo-
gelijk om de volledige lading te gebruiken, maar een goed wasresultaat kan niet worden gegarandeerd.
Aanbevolen lading: katoen: 5 kg, synthetische en delicate stoffen: 2,5 kg.
VERBRUIKSWAARDEN
De gegevens van deze tabel zijn gemiddelden. Verschillende variabelen kunnen van in-
vloed zijn op de gegevens: de hoeveelheid en het type wasgoed, het water en de omge-
vingstemperatuur.
Bij start van het programma toont het display de programmaduur voor de maximale laad-
capaciteit.
Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en deze kan flink
worden verlaagd als de wasgoedlading lager is dan de maximale laadcapaciteit (bijv. ka-
toen 60°C, maximale laadcapaciteit 10 kg, de programmaduur is langer dan 2 uur, werke-
lijke lading 1 kg, de programmaduur is minder dan 1 uur).
Als het apparaat de echte programmaduur berekent, knippert er een punt in het display.
Programma’s Lading (kg)
Energiever-
bruik (kWh)
Waterverbruik
(liter)
Gemiddelde
programma-
duur (minuten)
Resterend
vocht (%)
1)
Katoen 60°C 10 2,04 87 240 52
Katoen 40°C 10 1,40 83 210 52
Synthetica 40°C 4 0,80 61 140 35
Fijne Was 40°C 4 0,56 75 95 35
Wol/Handwas
30°C
2)
1,5 0,42 62 75 30
Standaard katoenprogramma's
8
Programma’s Lading (kg)
Energiever-
bruik (kWh)
Waterverbruik
(liter)
Gemiddelde
programma-
duur (minuten)
Resterend
vocht (%)
1)
Standaard 60°C ka-
toen
10 1,02 57 252 52
Standaard 60°C ka-
toen
5 0,75 46 205 52
Standaard 40°C ka-
toen
5 0,67 46 205 52
1) Aan het einde van de centrifugeerfase.
2) Niet beschikbaar voor sommige modellen.
Uit-modus (W) Modus aan laten (W)
0.48 0.48
De gegevens in de bovenstaande grafiek zijn in overeenstemming met de EU verordening 1015/2010
die richtlijn 2009/125/EC implementeert.
OPTIES
TEMPERATUUR
Met deze optie kunt u de standaardtemperatuur
wijzigen.
Aanduiding
= koud water.
Het controlelampje van de ingestelde temperatuur
gaat branden.
CENTRIFUGEREN
Met deze optie kunt u de
standaardcentrifugeersnelheid verlagen.
Het symbool van de ingestelde snelheid wordt op
het display weergegeven.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen te
verwijderen.
Instellen voor fijne was.
De spoelfase verbruikt meer water voor
sommige wasprogramma's.
Op het display verschijnt het symbool
.
Spoelstop
Stel deze optie in om kreukvorming in stoffen te
voorkomen.
Het wasprogramma stopt met water in de
trommel. De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld. U moet het water
afvoeren om de deur te kunnen openen.
Op het display verschijnt het symbool .
Zie om het water weg te pompen 'Aan
het einde van het programma'.
Extra Stil
Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen te
verwijderen en een stil wasprogramma uit te
voeren.
De spoelfase verbruikt meer water voor
sommige wasprogramma's.
Het wasprogramma stopt met water in de
trommel. De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld. U moet het water
afvoeren om de deur te kunnen openen.
Op het display verschijnt het symbool
.
Zie om het water weg te pompen 'Aan
het einde van het programma'.
9
SNEL
Met deze optie kunt u de programmaduur inkorten.
Gebruik deze optie voor wasgoed met lichte
vervuiling of om wasgoed op te frissen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
INTENSIEF
Met deze optie kunt u erg vervuild wasgoed
wassen.
De wascyclus duurt langer met deze optie.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
ANTI-KREUK
Het apparaat wast en centrifugeert het wasgoed
voorzichtig om te voorkomen dat het wasgoed
kreukt.
Het apparaat vertraagt de centrifugeersnelheid,
gebruikt meer water en past de programmaduur
aan het type wasgoed aan.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
SPOELEN
Met deze optie kunt u alleen de laatste spoeling van
een geselecteerd wasprogramma uitvoeren.
Als u ook de optie Extra spoelgangen (
)
selecteert, voegt het apparaat twee of meer
spoelgangen uit.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
POMPEN & CENTRIFUGEREN
Met deze optie kunt u de centrifugeer- en
afvoercyclus uitvoeren.
De centrifugeerfase is geschikt voor het ingestelde
wasprogramma.
Als u ook de optie Niet centrifugeren
( ) selecteert, dan voert het
apparaat alleen de pompcyclus uit.
FINISH AT
Met deze optie kunt u precies de tijd instellen
waarin u uw wasprogramma wilt laten beëindigen.
De start van het wasprogramma wordt uitgesteld.
Het wasprogramma eindigt binnen de ingestelde
tijd.
U kunt tot maximaal 20 uur van te voren de eindtijd
instellen.
Het display toont de ingestelde tijd van de
beëindiging van de cyclus en het indicatielampje
gaat aan.
EXTRA SPOELING
Met deze optie kunt u spoelingen toevoegen aan
een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die allergisch zijn
voor wasmiddelen en in gebieden waar het water
erg zacht is.
Het betrokken indicatielampje gaat branden.
1)
INSTELLINGEN
PERMANENT EXTRA SPOELEN
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt instellen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op
en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
KINDERSLOT
Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met
het bedieningspaneel spelen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op
en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
Activeer deze optie na het indrukken van de toets
: de toetsen worden vergrendeld (behalve toets
) .
Deze optie blijft actief, zelfs als u het
apparaat uitschakelt.
GELUIDSSIGNALEN
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
Het programma is voltooid.
Er een storing in het apparaat optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van de
geluidssignalen raakt u gedurende 4 seconden
tegelijkertijd toets
en aan.
1) Raadpleeg "Instellingen" voor meer informatie over het activeren van deze optie.
10
Als u de geluidssignalen uitschakelt,
werken ze wel als er een storing
optreedt.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
1. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
2. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en start
het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en
de kuip.
KLOK INSTELLEN
1. Raak toets
en enkele seconden
tegelijkertijd aan.
De uurcijfers knipperen.
2. Raak de knop aan om de uren te wijzigen
(of te bevestigen). De uren wijzigen met
stappen van een uur.
1)
3. Raak de toets
aan om de selectie te
bevestigen.
De minuutcijfers knipperen.
4. Raak de knop aan om de minuten te
wijzigen (of te bevestigen). De minuten wijzigen
met stappen van een minuut.
1)
5. Raak de toets aan om de selectie te
bevestigen.
Het apparaat schakelt automatisch in
de modus voor klokinstelling als:
u het apparaat voor de eerste keer na de
installatie activeert;
u het apparaat voor de eerste keer activeert
nadat het langer dan twee weken van het
stroomnet afgesloten is geweest;
u de tijd niet binnen 15 seconden na de laatste
aanraking van een knop heeft bevestigd;
u het apparaat heeft uitgeschakeld voordat de
tijd werd bevestigd.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
Draai de waterkraan open. Steek de stekker in het
stopcontact.
1. Trek aan de deurhendel om de deur van het
apparaat te openen.
2. Plaats het wasgoed een voor een in de
trommel.
3. Schud de items voor u ze in de wasautomaat
plaatst.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel
plaatst. Raadpleeg de maximale ladingen in de
"Programmatabel".
4. Sluit de deur.
LET OP!
Zorg ervoor
dat er geen
wasgoed
tussen de
deur blijft
klemmen. Er
kan water-
lekkage of
beschadigd
wasgoed
ontstaan.
1) Als u de knop ingedrukt houdt wijzigen de cijfers sneller.
11
WASMIDDEL EN TOEVOEGINGEN
GEBRUIKEN
1. Meet het wasmiddel
en wasverzachter af.
2.
Doe het wasmiddel
en de wasverzachter
in de compartimen-
ten.
3. Sluit de wasmiddel-
doseerlade voorzich-
tig.
WASMIDDELDOSEERBAKJES
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Als u een vloeibaar wasmiddel
gebruikt, dient u dit direct voor
het starten van het programma te
plaatsen.
Vakje voor vloeibare toevoegin-
gen (wasverzachter, stijfsel).
LET OP! Vul de
bakjes nooit tot bo-
ven het niveau
MAX.
Klep voor waspoeder of vloei-
baar wasmiddel.
VLOEIBAAR WASMIDDEL OF POEDER
A
De standaardpositie van
de klep is A (waspoeder).
Om vloeibaar wasmiddel
te gebruiken:
1. Verwijder de lade. Duw
de rand van de lade op
de plaats van de pijl
(PUSH) om de lade mak-
kelijk te verwijderen.
B
2. Zet de klep in stand B.
3. Plaats de wasmiddel-
doseerlade terug in de
ruimte.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel ge-
bruikt:
Gebruik geen gelatineachtige of
dikke vloeibare wasmiddelen.
Gebruik niet meer dan 120 ml.
Stel de startuitstelfunctie niet in.
A
Wanneer de klep zich in
stand B bevindt en u
waspoeder wenst te ge-
bruiken:
1.
Verwijder de lade.
2. Zet de klep in stand
A.
3. Plaats de wasmiddel-
doseerlade terug in
de ruimte.
Meet het wasmiddel en wasverzachter af.
Doe het wasmiddel en de wasverzachter in de
compartimenten.
Sluit de wasmiddeldoseerlade voorzichtig.
HET APPARAAT INSCHAKELEN
Houd de toets
enkele seconden ingedrukt om
het apparaat in of uit te schakelen.
Er klinkt een geluid als het apparaat wordt
ingeschakeld. Het apparaat toont een
opstartanimatie. De animatie toont snel elk
wasprogramma en de standaardtemperatuur en
centrifugeerinstellingen.
Het display toont het woord AAN.
EEN PROGRAMMA INSTELLEN
1. Druk op programmatoets en stel het
volgende programma in:
Het lampje van de toets
knippert.
Het display geeft de programmaduur weer.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de
centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde optie
branden.
12
Als u iets niet goed instelt, toont het
display de melding .
HET STARTEN VAN EEN PROGRAMMA
ZONDER DE OPTIE FINISH AT
Druk op toets .
Het indicatielampje stopt met
knipperen en blijft branden.
Het programma start, de deur wordt
vergrendeld, het lampje
brandt.
Bij het begin van een wascyclus kan de
afvoerpomp een tijdje werken.
Na ongeveer 15 minuten na de start
van het programma:
Het apparaat past automatisch de
programmaduur aan aan de
wasgoedbelading.
Op de display verschijnt de nieuwe
waarde.
EEN PROGRAMMA STARTEN MET DE OPTIE
FINISH AT
Controleer of op het apparaat de goede tijd is
ingesteld. Raadpleeg 'Klokinstelling' om te zien hoe
de klok van het apparaat wordt ingesteld.
Stel eerst het programma in (en voeg opties toe) en
daarna de optie
.
1. Druk op de toets
om de gewenste tijd in te
stellen. Bij de eerste aanraking wordt de tijd
afgerond naar het meest dichtbijgelegen uur of
halfuur. Bij iedere volgende aanraking wordt de
eindtijd verhoogd met segmenten van 30
minuten tot een maximaal bereik van 20 uur.
1)
Het display toont de eindtijd die u ingesteld hebt
(bijv.
) en het indicatielampje brandt om
aan te geven dat deze optie actief is.
2. Druk op toets :
De deur blijft vergrendeld.
De machine begint de tijd af te tellen.
Als het aftellen is voltooid, start het
programma automatisch en telt de actuele
programmaduur de minuten af tot de cyclus
beëindigd.
U kunt de instelling van de optie
annuleren of wijzigen voordat u op de
toets drukt. Na het indrukken van
de toets kunt u de optie alleen
nog annuleren.
Om de optie Finish At
te annuleren:
a. Druk op toets om het apparaat in te
stellen op de pauzestand. Het
indicatielampje van toets knippert.
b. Druk meerdere keren op de knop totdat
het indicatielampje van het display
uitgaat.
Druk nogmaals op toets om het
programma onmiddellijk te starten.
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE
OPTIES WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze
gaan werken.
1. Tik op .
Het lampje van deze toets knippert.
2. Wijzig de opties.
Als u een optie wijzigt, zal de optie (indien
geselecteerd) worden uitgeschakeld.
3. Druk nogmaals op .
Het wasprogramma gaat verder.
EEN PROGRAMMA ANNULEREN
1. Druk een paar seconden op de toets om
het programma te annuleren en om het
apparaat uit te schakelen.
2. Druk weer op dezelfde toets om het apparaat in
te schakelen. U kunt nu een nieuw
wasprogramma kiezen.
Het apparaat voert het water af
voordat u een nieuw programma start.
Zorg er in dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het doseerbakje zit,
zo niet vul het dan bij.
DE DEUR OPENEN
Als een programma (of ) in werking is, is de deur
van de wasmachine vergrendeld. Het -lampje
brandt.
1) Als u de knop ingedrukt houdt wijzigen de cijfers sneller.
13
LET OP! Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te hoog zijn,
kunt u de deur niet openen.
Om de deur tijdens de eerste minuten van de
cyclus te openen (of wanneer
in werking
is) :
1. Druk op om het apparaat te pauzeren.
2. Wacht tot het lampje dooft.
3. U kunt de deur openen.
4. Sluit de deur van de machine en nogmaals druk
op de toets . Het programma (of de )
gaat verder.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het apparaat stopt automatisch.
Als het geluidssignaal actief is, weerklinkt het
signaal.
In het display gaat het symbool
aan.
Het lampje van toets
gaat uit.
Het deurvergrendelingssymbool
gaat uit.
U kunt de deur openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor
dat de trommel leeg is.
Druk een paar seconden op de knop voor
om het apparaat uit te schakelen.
Draai de waterkraan dicht.
Laat de deur iets open staan om de vorming van
schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat
water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
Het indicatielampje
knippert om u eraan te
herinneren het water af te voeren.
Het indicatielampje van de deur
brandt. Het
indicatielampje van toets knippert. De deur
blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de deur te
kunnen openen.
Het water afvoeren:
1. Om het water weg te pompen.
Druk op toets
. Het apparaat pompt het
water weg en centrifugeert met maximale
centrifugeersnelheid voor het geselecteerde
wasprogramma.
Of, druk op de toets
om de
centrifugeersnelheid aan te passen en druk
dan op toets . Het apparaat voert het
water af en centrifugeert. Als u instelt,
pompt het apparaat alleen.
2. Als het programma is voltooid, gaat het
deurvergrendelingssymbool uit en kunt u
de deur openen.
3. Druk een paar seconden op de knop voor
om het apparaat uit te schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het afvoeren
van water en centrifugeren (behalve bij
het wolprogramma).
AUTO-UIT OPTIE
De AUTO UIT-optie schakelt het apparaat
automatisch uit om het energieverbruik te beperken.
Alle indicatielampjes en het display doven als:
U het apparaat niet gebruikt binnen 5 minuten
na het aanraken van de toets
.
Druk opnieuw op de toets om het apparaat
in te schakelen.
5 minuten na afloop van het wasprogramma.
Druk opnieuw op de toets
om het apparaat
in te schakelen.
De tijd van het laatst ingestelde programma
wordt weergegeven op het display
Druk op de toets als u een nieuwe cyclus
wenst in te stellen.
AANWIJZINGEN EN TIPS
VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL
DOET
Verdeel het wasgoed in: wit, bont, synthetisch,
fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de waslabels
van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet samen.
Sommige bonte weefsels kunnen uitlopen als zij
de eerste keer worden gewassen. We raden
daarom aan om dit soort kleding de eerste keer
dan ook apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes
en drukknopen. Rol riemen op.
Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen
open.
14
Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met
geverfde opdrukken binnenstebuiten.
Verwijder hardnekkige vlekken.
Was delen met zware vervuiling met een
speciaal wasmiddel.
Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de
haken of stop de gordijnen in een zak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om kleine
items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit
gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen
in de trommel en de centrifugefase opnieuw
starten.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
gebruik in een wasautomaat:
waspoeder voor alle soorten weefsels,
waspoeder voor delicate stoffen (40 °C
max) en wol,
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur (60
°C max.) voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu te
beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van deze producten.
Gebruik de juiste producten voor het type en de
kleur stof, de programmatemperatuur en de
mate van vervuiling.
Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje
heeft met klepje, voeg dan het vloeibare
wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd
bij het wasmiddel).
MILIEUTIPS
Stel een programma in zonder de voorwasfase
om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met de maximum
toegestane hoeveelheid wasgoed.
Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar
als u een programma met een lage temperatuur
instelt.
Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke
systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken. Zie "Waterhardheid".
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterverzachter voor wasautomaten aan. In
gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het
gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw
gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het product.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met zeep en
warm water. Maak alle oppervlakken volledig droog.
LET OP! Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of chemische
producten.
ONTKALKEN
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterontharder voor wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig om kalk en
roestdeeltjes te voorkomen.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te verwijderen. Doe
dit apart van het wassen van wasgoed.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
15
ONDERHOUDSWASBEURT
Bij programma's met lage temperaturen is het
mogelijk dat er wat wasmiddel achterblijft in de
trommel. Voer regelmatig een onderhoudswasbeurt
uit. Ga als volgt te werk:
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Kies het katoenprogramma met de hoogste
temperatuur met een kleine hoeveelheid
wasmiddel.
DEURRUBBER
Controleer het deurrub-
ber regelmatig en verwij-
der voorwerpen uit de
binnenkant.
HET AFWASMIDDELDOSEERBAKJE REINIGEN
1 2 3 4
5 6
HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN
1
2
3
1 2 3
45°
20°
4
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar
de temperatuur lager is dan 0 °C, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en de
afvoerpomp te verwijderen.
Voer deze procedure ook uit als u de
noodafvoer wilt gebruiken.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de watertoevoerslang.
3. Schroef de afvoerslang los van de achtersteun
en maak de slang los van de gootsteen of tap.
4. Leg de uiteinden van de afvoer- en
toevoerslang in een opvangbak. Laat het water
uit de slangen stromen.
16
5. Als er geen water meer stroomt, plaats de
toevoerslang en de afvoerslang terug.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0 °C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade die door
lage temperaturen is veroorzaakt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
INTRODUCTIE
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact
op met de Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display een
alarmcode:
- Het apparaat wordt niet goed gevuld
met water.
- Het apparaat pompt geen water weg.
- De deur is open of niet goed gesloten.
Controleer de deur!
Als het apparaat overladen is,
neemt u wat voorwerpen uit de
trommel en/of duwt u tegen de
deur en drukt u tegelijkertijd op de
knop totdat de aanduiding
stopt met knipperen (zie de
afbeelding hieronder).
- De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht
tot de stroomtoevoer stabiel is.
- Geen communicatie tussen de
elektronische elementen van het apparaat.
Schakel uit en terug aan.
- Het beschermingssysteem tegen
waterlekkage is in werking getreden. Koppel het
apparaat los en draai de waterkraan dicht.
Neem contact op met de erkende servicedienst.
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit voordat u controles
uitvoert.
MOGELIJKE FOUTEN
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start niet. Zorg dat de stekker in het stopcontact zit.
Zorg dat de deur van het apparaat is gesloten.
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorgebrand.
Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
Als de uitgestelde start is ingesteld, annuleert u deze functie of
wacht u tot de afloop van de afteltijd.
Schakel het kinderslot uit.
17
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat wordt niet
goed gevuld met water.
Controleer of de waterkraan is geopend.
Zorg dat de waterdruk niet te laag is. Neem hiervoor zo nodig con-
tact op met uw lokale waterleidingbedrijf.
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
Zorg dat de filter van de toevoerslang en de filter van de klep niet
verstopt zijn. Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang
aanwezig zijn.
Zorg dat de positie van de watertoevoerslang correct is.
Het apparaat pompt geen
water weg.
Controleer of de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Controleer of er geen knikken of bochten in de waterafvoerslang
aanwezig zijn.
Zorg dat de aansluiting van de waterafvoerslang correct is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder afvoerfa-
se instelt.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in
de trommel blijft.
Als hogervermelde oplossingen niet helpen, neem dan contact met
de Servicedienst (aangezien de filter van de afvoerpomp verstopt
kan zijn).
De centrifugeerfase werkt
niet of de wascyclus duurt
langer dan normaal.
Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de centrifu-
geerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroorzaakt door
problemen met de balans.
Stel de centrifugeersnelheid in.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in
de trommel blijft.
Verdeel het wasgoed handmatig in de trommel en start de centrifu-
geerfase opnieuw. Dit probleem wordt mogelijk veroorzaakt door
problemen met de balans.
Als hogervermelde oplossingen niet helpen, neem dan contact met
de Servicedienst (aangezien de filter van de afvoerpomp verstopt
kan zijn).
Er ligt water op de vloer. Zorg dat de aansluitingen van de waterslangen goed vast zitten en
dat er geen lekken zijn.
Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd
zijn.
Zorg dat u het juiste wasmiddel en de juiste hoeveelheid gebruikt.
U kunt de deur van het ap-
paraat niet openen.
Zorg dat het wasprogramma voltooid is.
Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de
trommel bevindt.
Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voorzorgsmaatre-
gelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging").
Het apparaat maakt een
abnormaal geluid.
Zorg dat het apparaat waterpas staat. Raadpleeg 'Montage-instruc-
ties'.
Zorg dat de verpakking en/of de transportbouten verwijderd zijn.
Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Voeg meer wasgoed aan de trommel toe. De lading is te klein.
18
Probleem Mogelijke oplossing
Het apparaat vult zich met
water en pompt dit direct
weg.
Zorg dat de afvoerslang zich op de juiste hoogte bevindt. Het uit-
einde van de afvoerslang bevindt zich te laag. Raadpleeg 'Montage-
instructies'.
De cyclus is korter dan de
weergegeven tijd.
Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de was-
goedlading. Zie het hoofdstuk "Verbruikswaarden".
De cyclus is langer dan de
weergegeven tijd.
Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is nor-
maal gedrag van het apparaat.
Het wasresultaat is niet
bevredigend.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel.
U hebt de hardnekkige vlekken niet voor het wassen uit het was-
goed gehaald.
Zorg dat u de juiste temperatuur instelt.
Verminder de hoeveelheid wasgoed.
U kunt geen optie instellen. Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt.
Schakel het apparaat na de controle in. Het
programma gaat verder vanaf het punt waar het
werd onderbroken.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u
contact op met het geautoriseerd servicecentrum.
Als de display andere alarmcodes aangeeft. Het
apparaat uit en weer aanzetten. Als het probleem
opnieuw optreedt, neemt u contact op met de
Servicedienst.
SERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele
onderdelen aan.
Zorg dat u deze gegevens bij de hand hebt als u
met de servicedienst contact opneemt. U vindt
deze op het classificatieplaatje: model,
productnummer en serienummer. (Mod., Prod. No.,
Ser. No.)
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen Breedte / hoogte / diepte /
totale diepte
600 mm/ 850 mm/ 600 mm/ 660 mm
Aansluiting op het elektri-
citeitsnet
Spanning
Totale stroom
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stof-
fen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laag-
spanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht
biedt
IPX4
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0.8 MPa)
Watertoevoer
1) Koud water
Maximale belading Katoen (Cotton) 10 kg
Energiebesparingsklasse A+++ -20%
Centrifugeersnelheid Maximum 1400 tpm
1) Sluit de watertoevoerslang aan op een kraan met 3/4" schroefdraad.
19
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
20
*
21
22
23
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
192958460-A-442015
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Zanussi ZWF0147NX Handleiding

Type
Handleiding