Miller SUITCASE X-TREME 12VS CE de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Processen
SuitCase
X-TREME 12VS
CE en niet CE modellen
OM-1500-19/dut 219 185AB
201102
www.MillerWelds.com
HANDLEIDING
Beschrijving
MIG/MAG lassen
Lassen met gevulde draad
Draadaanvoerkoffer
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES 7...............................................................
2-1. Definities voor de waarschuwingslabels 7..................................................
2-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens 8..............................
2-3. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht) 8....................................
2-4. Symbolen en definities 8................................................................
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE 9..............................................................
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) 9.................
3-2. Technische gegevens 9.................................................................
3-3. Overzicht aanbevolen lastoortsen 9.......................................................
3-4. Aansluitschema voor de apparatuur 10.....................................................
3-5. De draadgeleider en de aandrijfrollen installeren en uitlijnen 11.................................
3-6. De lastoorts en de spanningssensorklem aansluiten 12.......................................
3-7. GasHet beschermend gas aansluiten 13...................................................
3-8. De laskabel aansluiten 13................................................................
3-9. Laskabelformaat 14.....................................................................
3-10. De lasdraad installeren en doorvoeren 15...................................................
3-11. Instellingen van de DIP-schakelaar op de displayprint (PC20) 16...............................
3-12. Motorbesturingsprint (PC1) Instellingen van de DIP-schakelaar 17..............................
HOOFDSTUK 4 WERKING 18.................................................................
4-1. Bedieningsfuncties met meters 18.........................................................
4-2. Bedieningsfuncties zonder meters 19......................................................
4-3. Informatie over slijtmaterialen van de toorts 20...............................................
4-4. Instellingen voor de regeling van de draadsnelheid 21........................................
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD EN STORINGEN VERHELPEN 22.................................
5-1. Routineonderhoud 22...................................................................
5-2. Overbelastingsbescherming en thermostaatbescherming 22...................................
5-3. Storingen 23...........................................................................
5-4. Diagnostiek 24.........................................................................
HOOFDSTUK 6 ELECTRISCH SCHEMA 25.....................................................
HOOFDSTUK 7 ONDERDELENLIJST 26.......................................................
GARANTIE
DECLARATION OF CONFORMITY
for European Community (CE marked) products.
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the
product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of
the stated Council Directive(s) and Standard(s).
Product/Apparatus Identification:
Product
Stock Number
SUITCASE XTREME 12VS W/CE,EURO 300659001
Council Directives:
2006/95/EC Low Voltage
2004/108/EC Electromagnetic Compatibility
Standards:
IEC 609741:2005 Arc welding equipment – Part 1: Welding power sources
IEC 609745:2007 Arc welding equipment – Part 5: Wire feeders
IEC 6097410:2007 Arc Welding Equipment – Part 10: Electromagnetic compatibility (EMC) requirements
EN 50445:2008 Product family standard to demonstrate compliance of equipment for resistance welding,
arc welding and allied processes with the basic restrictions related to human exposure to electromagnetic
fields (0 Hz – 300Hz)
Signatory:
_____________________________________ ___________________________________________
David A. Werba Date of Declaration
MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIANCE
January 26, 2011
241470C
OM-150019 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_201101
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel; lees deze voorzorgsmaatregelen en volg ze op.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
OPGELET Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd
aan persoonlijk letsel.
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
{+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tij-
dens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen wissel(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
D Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semiautomatisch
gelijkstroom (draad) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
D Installeer en aard deze installatie volgens de Handleiding voor ge-
bruikers en nationale of locale codes.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Als u het apparaat aansluit op het net, verbind dan eerst de aar-
dingsgeleider en controleer de aansluitingen grondig.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openlig-
gende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron.
OM-150019 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspan-
ning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING
op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroom-
bronnen.
D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,
schoonmaakmiddelen en ontvetters.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag beschermende kleding, gemaakt van duurzaam, brandwe-
rend materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
D Las niet aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, tenzij
ze voldoende voorbereid zijn volgens AWS F4.1 (zie veiligheids-
voorschriften)
D Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,
gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag olie-vrije beschermende kleding zoals leren handschoenen
leren schort, broek zonder omslag, hoge schoenen en een helm.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
OM-150019 Pagina 3
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN
kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde
medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet
kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepas-
sing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het redu-
ceerventiel.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten
behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een voldoen-
de aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,
bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheids-
voorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende capaci-
teit om het apparaat op te tillen en te ondersteu-
nen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant on-
der het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet
in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur
de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld Applications Manual for
the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110).
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
OM-150019 Pagina 4
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en
beschermplaten alleen verwijderen door
bevoegd personeel indien nodig voor
onderhoud en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming voor ogen en ge-
zicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.
Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaams-
bescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidin-
gen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke gelden-
de regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
D Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische
apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch
compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo
kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de
vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Accupolen, -klemmen en soortgelijke accessoires bevatten
lood en loodverbindingen, chemicaliën waarvan het de Staat
Califorrnië bekend is dat ze kanker en geboorteafwijkingen of
andere voortplantingsproblemen veroorzaken. Was uw han-
den na aanraking.
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
Benzinemotoren:
Uitlaatgassen van motoren bevatten chemicaliën waarvan
het de Staat Califorrnië bekend is dat ze kanker, geboorteaf-
wijkingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaken.
Dieselmotoren:
Van uitlaatgassen van dieselmotoren en bepaalde bestand-
delen ervan is het de Staat Califorrnië bekend dat ze kanker,
geboorteafwijkingen en andere voortplantings problemen
veroorzaken.
OM-150019 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 4221 Walney Road, 5th Floor,
Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cganet.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:
800-463-6727, website: www.csa-international.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
U.S. Consumer Product Safety Commission (CPSC), 4330 East West
Highway, Bethesda, MD 20814 (phone: 301-504-7923, website:
www.cpsc.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een
elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur.
Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij
bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die
medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een
risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Alle lassers moeten de
volgende procedures naleven om zo blootstelling aan
elektromagnetischevelden van de lasstroomkring tot een minimum te
beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-150019 Pagina 6
OM-1500-19 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES
2-1. Definities voor de waarschuwingslabels
1 1.1 1.2 1.3
3 3.1 3.2 3.3
4 4.1
+
2
2.1
2.2
+
+
56
+
2.3
S-178 936
Waarschuwing! Pas op! Kans op ge-
vaar (zie de symbolen).
De aandrijfrollen kunnen de vingers
verwonden.
De lasdraad en de onderdelen van de
aandrijving staan tijdens het lassen
op lasspanning houd handen en
metalen objecten uit de buurt ervan.
1 Elektrische schokken kunnen
dodelijk zijn.
1.1 Draag droge, geïsoleerde
handschoenen. De elektrode niet
met de blote hand aanraken.
Geen natte of kapotte
handschoenen dragen.
1.2 Bescherm uzelf tegen
elektrische schokken door uzelf
te isoleren van het werk en de
aarde.
1.3 Haal de stekker van de machine
uit het stopcontact of zet de
machine af, voordat u aan de
machine gaat werken.
2 Het inademen van lasdampen
kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
2.1 Zorg ervoor dat u niet in de rook
staat.
2.2 Gebruik actieve ventilatie of een
afvoersysteem om de dampen
van de werkplek af te voeren.
2.3 Gebruik een ventilator om de
dampen af te voeren.
3 Lasvonken kunnen ontploffingen
of brand veroorzaken.
3.1 Houd brandbare stoffen uit de
buurt van het laswerk. Niet
lassen in de buurt van brandbare
stoffen.
3.2 Lasvonken kunnen brand
veroorzaken. Zorg dat er een
brandblusapparaat in de buurt is
en dat er een toezichthouder is
die klaarstaat om dit gebruiken.
3.3 Niet op vaten of dichte containers
e.d. lassen.
4 De stralen uit de boog kunnen
ogen en huid verbranden.
4.1 Draag een hoofddeksel en een
veiligheidsbril. Bescherm uw
oren en knoop de kraag van uw
overhemd dicht. Gebruik een
lashelm met de juiste filtersterkte.
Draag bescherming voor uw hele
lichaam.
5 Zorg dat u geoefend raakt en
lees de aanwijzingen, voordat u
aan de machine gaat werken of
gaat lassen.
6 Verwijder het label niet; verf het
ook niet over en dek het niet af.
OM-1500-19 Pagina 8
2-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de binnenkant te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het
vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van
deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.
2-3. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht)
Voer dit product niet af met het nor-
male afval.
Bezorg elektrisch en elektronisch
(WEEE) afval, bij een recycle de-
pot.
Neem contact op met een recycle-
bedrijf of distributeur voor meer in-
formatie
2-4. Symbolen en definities
. Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE-producten.
Uitgangsspanning Ingangsspanning
A
Ampère
V
Volt
X
Inschakelduur
Toevoer van
elektrodedraad
Percent
IP
Beschermings-
graad
Ingangsspanning
Koude jog (inch)
naar het lasobject
Doorspuiten
met gas
Snel
Constante stroom
Automatische
zekering
Constante
spanning
Langzaam
Houdfunctie van
de trekker uit
Houdfunctie van
de trekker aan
I
2
Nominale
lasstroom
Verhogen
Lees de instructies
U
1
Primaire spanning
U
2
Conventionele
belastingsspanning Hz
Hertz
I
1
Primaire
stroomsterkte
OM-1500-19 Pagina 9
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)
A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 609741 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die
hiertoe is opgeleid.
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog en stabilisatieapparatuur) die onderdeel
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de
lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.
S De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
S Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.
3-2. Technische gegevens
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
Type
ingangs-
vermogen
Type
lasstroom-
bron
Snelheids-
bereik
draadtoe-
voer
Type en
doorsnee
draad
Nominale
invoer
lascircuit
IP
graad
Max.
vermogen
draadspoel
Algehele
afmetingen
Gewicht
Open circuit /
boogspan-
ning,
14 110 Volt
gelijkstroom
Constante
spanning
(CV) of
constante
stroom (CC)
gelijkstroom
1,3 18 mpm
afhankelijk van
de boogspan-
ning
*Massief staal:
0,6 1,6 mm;
Roestvast staal:
0,6 1,3 mm;
Gevulde
draden:
0,8 1,6 mm)
425 A bij 60%
inschakel-
duur
23
20,4 kg,
304 mm
Lengte: 533 mm
Breedte: 229 mm
Hoogte: 394 mm
16 kg
*Maximale toorts lengte is 3,5 mtr. voor massief staal 1,6 mm draad.
3-3. Overzicht aanbevolen lastoortsen
Proces Toorts
MIG (GMAW)
hard of snoerdraad
Bernard Q300 of Q400
FCAW gasloze gevulde draden FC-1260
Dura-Flux
OM-1500-19 Pagina 10
3-4. Aansluitschema voor de apparatuur
Ref. 804 000-C
! Zet de draadtoevoer en de
lasstroombron uit. Zet de
motor van de lasgenerator
uit.
! Voor gebruik met CC/CV ge-
lijkstroom modellen
1 Lasstroomtoevoer constante
stroom (CC) of constante
spanning (CV)
2 Laskabel naar
draadaanvoerkoffer
3 Aardkabel naar werkstuk
Aansluitingen van las en aardkabel
(DCEN/DCEP) zijn afhankelijk van
het soort draad dat gebruikt wordt.
. Omdat de draadaanvoerkoffer
niet polariteit gevoelig is, is het
niet nodig om een polariteit-
schakelaar te gebruiken.
4 Werkstuk
5 Voelspanningsklem
Sluit de voelspanningsklem aan op
het lasobject.
6 Toorts
7 Aansluiting voor de
toortsschakelaar
8 Draadaanvoer
9 Gasslang
10 Gascilinder
Het gebruik van beschermgas is af-
hankelijk van het soort lasdraad dat
wordt gebruikt.
. Druk van het beschermgas
moet lager blijven dan 689 kPa
(6,89 Bar).
1
2
3
4
8
9
10
6
7
5
OM-1500-19 Pagina 11
De draadgeleider en de aandrij-
frollen installeren
1 Borgmoer aandrijfrol
2 Drager aandrijfrol
Draai de moer één klik tot de lipjes
van de moer tegenover de lipjes van
de aandrijfrol komen te zitten.
3 Aandrijfrol
Schuif de aandrijfrol op de drager
voor de aandrijfrol. Draai de moer
één klik.
Herhaal de procedure voor de bo-
venste aandrijfrol.
4 Schroef van de inlaatdraadge-
leider
5 Inlaatdraadgeleider
(Een stuk slijtvast)
Draai de borgschroef los. Installeer
de inlaatgeleider zodanig dat de
schroef van de inlaatdraadgeleider
wordt gecentreerd in de groef in de
geleider of zodanig dat de tip zo dicht
mogelijk tegen de aandrijfrollen zit
zonder dat deze hen raakt. Draai de
schroef stevig vast.
De draadgeleider en de aandrij-
frollen uitlijnen:
Het aanzicht is vanaf de bovenkant
van de aandrijfrollen omlaag gezien
met het druksysteem open.
6 Borgmoer aandrijfrol
7 Aandrijfrol
8 Inlaat draadgeleider
9 Lasdraad
10 Aandrijftandwiel
Draai de schroef naar binnen of naar
buiten tot de rolgroef uitlijnt op de
draadgeleider.
Sluit de drukrol.
Alleen de onderste aandrijfrol kan
worden uitgelijnd. Draai de stel-
schroef naar binnen of naar buiten
tot de groef uitlijnt op de draadgelei-
der zoals op de afbeelding te zien is.
De aandrijfrollen reinigen:
Verwijder de aandrijfrollen en reinig
de groeven met een draadborstel.
3-5. De draadgeleider en de aandrijfrollen installeren en uitlijnen
Ref. 804 001-B
3/16 inch
8
7
6
10
9
De draadgeleider en de
aandrijfrollen installeren
De draadgeleider en de aandrijfrollen uitlijnen
Juist
Onjuist
Benodigde gereedschappen:
2
3
4
5
1
OM-1500-19 Pagina 12
3-6. De lastoorts en de spanningssensorklem aansluiten
246 100 / Ref. 804 002C
! Zet de draadaanvoerunit
en de lasstroombron uit.
Zet de motor van
de lasgenerator uit.
1 Knop om toorts vast
te zetten
2 Toortsaansluitblok
3 Aansluitpen van de toorts
4 Uitsparing in aansluitpen
5 Vergrendelingslipje
voor toorts
Draai de knop los, breng de
aansluitpen aan in het blok.
Plaats deze zo dicht mogelijk
tegen de aandrijfrollen, zonder
dat deze worden geraakt.
Monteer de toortspen zo, dat
het vergrendelingslipje in de
uitsparing valt. Draai de knop
vast.
6 Toortsschakelaar stekker
7 Contrastekker
voor de toortsschakelaar
8 Spanningssensorklem
Sluit de stekker van de
toorstsschakelaar aan op de
contrastekker voor de
toortsschakelaar. Sluit de
spanningssensorklem aan op
het werkstuk.
3
6
7
Zicht op binnenzijde
8
Vergrendelingslipje
van toorts zit goed
Vergrendelingslipje
van toorts zit niet goed
5
5
4
2
1
OM-1500-19 Pagina 13
3-7. GasHet beschermend gas aansluiten
Ref. 804 003-A
5/8 inch
1
2
3
4
1 Gasslang met 5/8-18 fittingen
met rechtsdraaiend schroef-
draad (door klant zelf aan te
schaffen)
2 Beschermend-gascilinder
. Druk van het beschermgas
moet lager blijven dan 689 kPa
(6,89 Bar).
3 Ventiel
4 Stroommeter
Sluit het ventiel op de cilinder als u
klaar bent met lassen.
Benodigde gereedschappen:
Achteraanzicht
Vanaf de draadaanvoer
Zicht op binnenzijde
3-8. De laskabel aansluiten
! Zet de draadtoevoer en de
lasstroombron uit. Zet de
motor van de lasgenerator
uit.
1 Door de gebruiker
aangeschafte laskabel
Volg de aanbevelingen van de
draadfabrikant met betrekking tot
de polariteit van de laskabel.
2 Door de gebruiker aangeschaf-
te mannelijke connector
3 Door de gebruiker aangeschaf-
te vrouwelijke connector
Druk de vrouwelijke connector over
de mannelijke connector heen en
draai hem een kwartslag rechtsom.
804 004-A
2
1
3
OM-1500-19 Pagina 14
3-9. Laskabelformaat*
OPGELET De totale kabellengte in het lascircuit (zie onderstaande tabel) is de gecombineerde lengte van beide laskabels. Als bijvoorbeeld de
stroombron is opgesteld op 30 meter van het werkstuk, dan is de totale kabellengte 60 meter (2 x 30 m). Gebruik dan die 60 meter voor het bepalen
van de kabelafmetingen.
Laskabelformaat** en maximale totale lengte van de kabel (koper) in de
lasstroomkring net groter dan***
30 m of minder 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m
Aansluitklemmen van
de lasuitgangs-
spanning
! Aansluitklemmen van
lasuitgangsspanning.
! Gebruik geen versle-
ten, beschadigde, te
korte of slecht verbon-
den kabels.
Las-
stroom
10 60%
inschakel-
duur
AWG
(mm
2
)
60 100%
inschakel-
duur
AWG (mm
2
)
10 100% inschakelduur
AWG (mm
2
)
100 4 (20) 4 (20) 4 (20) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 1/0 (60)
150 3 (30) 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 3/0 (95)
200 3 (30) 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120) 4/0 (120)
250 2 (35) 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks
2/0
(2x70)
2 stuks
2/0
(2x70)
300 1 (50) 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks
2/0
(2x70)
2 stuks
3/0
(2x95)
2 stuks
3/0
(2x95)
350 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks
2/0
(2x70)
2 stuks
3/0
(2x95)
2 stuks
3/0
(2x95)
2 stuks
4/0
(2x120)
400 1/0 (60) 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks
2/0
(2x70)
2 stuks
3/0
(2x95)
2 stuks
4/0
(2x120)
2 stuks
4/0
(2x120)
500 2/0 (70) 3/0 (95) 4/0 (120)
2 stuks
2/0
(2x70)
2 stuks
3/0
(2x95)
2 stuks
4/0
(2x120)
3 stuks
3/0
(3x95)
3 stuks
3/0
(3x95)
* Dit schema is een algemene richtlijn en is mogelijk niet geschikt voor alle toepassingen. Als de kabel oververhit raakt, gebruik dan een kabel
die één maat groter is.
** Het laskabelformaat (AWG) is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 cm/A.
***Voor afstanden die langer zijn dan de afstanden in deze gids moet u een vertegenwoordiger van de fabriek raadplegen op
telefoonnr. 920-735-4505.
Ref. S-0007-G 200908
OM-1500-19 Pagina 15
3-10. De lasdraad installeren en doorvoeren
Ref. 804 005-B
150 mm
HOUT
De draad installeren en de spanning
op de naaf afstellen:
1 Klemmoer
2 Stelmoer voor naafspanning
Verwijder de klemring en installeer de
spoel zodanig, dat de naafpen in het
gat in de spoel past. Breng de klem-
moer weer aan.
Stel de spanningsmoer zodanig aan
dat er slechts lichte kracht nodig is om
de spoel te draaien.
. De aanspanknop niet te strak aan-
draaien. Er is geen gereedschap
nodig om de knop vast te zetten.
De lasdraad doorvoeren:
3 Stelknop voor de drukeenheid
Leg de kabel van de toorts in een
rechte lijn.
Open de drukeenheid, houd de
elektrodedraad stevig vast en snijd het
einde eraf. Druk de draad door de
geleiders in de toorts.
Sluit de drukeenheid en zet hem vast.
Druk op de trekker van de toorts, tot de
draad uit de toorts komt.
Om de juiste druk van de aandrijfrollen
in te stellen moet u deze druk eerst
minimaliseren. Plaats de toorts onder
een hoek van ongeveer 45 graden met
de tip ongeveer vijf centimeter vanaf
een houten ondergrond. Voer de druk
op en blijf de draad doorvoeren tegen
de houten ondergrond tot een halve
krul onstaat en de draad niet meer slipt.
Als de draad slipt bij maximale druk,
kan er sprake zijn van andere proble-
men. Controleer de liner van het pis-
tool, alsmede de weerstand van de
spoelhouder, de contacttip, slijtage aan
aandrijfrollen, uitlijning van de aandrij-
frollen en de draadinvoergeleider, aan-
gezien deze allemaal de oorzaak kun-
nen zijn van aanvoerproblemen.
Knip de draad af en sluit de deur.
. Houd de draad strak om te voor-
komen dat hij uitrafelt.
Rechtsom
vastdraaien
Trek de draad aan en houd hem tegen; snijd het uiteinde eraf.
1
2
3
OM-1500-19 Pagina 16
3-11. Instellingen van de DIP-schakelaar op de displayprint (PC20)
Ref. 804 006-A
Instellingen van de DIP-schakelaar
Display vasthouden AAN
Displays houden hun laatste waarde vijf
seconden vast nadat de toortsschakelaar
is losgelaten. Nadat de vasthoudtijd is
verstreken, geeft het spanningsdisplay de
open spanning aan. Als de draadsnelheid/
ampère-display is ingesteld om de stroom-
sterkte te tonen, wordt de ampèrewaarde
vastgehouden. Nadat de vasthoudtijd
is verstreken, wordt de vooringestelde
draadsnelheid getoond.
Display vasthouden UIT
Displays houden hun laatste waarde niet
vast. Zodra de toortsschakelaar wordt
losgelaten, geeft het spanningsdisplay de
open spanning aan. De draadsnelheid/
ampère-display geeft de vooringestelde
draadsnelheid aan, als de toortsschakelaar
wordt losgelaten.
De stroomsterkte niet tonen
De draadsnelheid/ampère-display geeft
alleen de draadsnelheid aan.
De stroomsterkte tonen
De draadsnelheid/ampère-display toont
de stroomsterkte tijdens het lassen en de
draadsnelheid als er niet wordt gelast.
Als de vasthoudfunctie is ingeschakeld,
wordt de stroomsterkte ook tijdens het
vasthouden getoond.
Draadsnelheid inches per minuut
Toont de draadsnelheid in inches
per minuut.
Draadsnelheid meters per minuut
Toont de draadsnelheid in meters
per minuut.
Informatie UIT
Informatie wordt niet getoond.
Informatie AAN
Als de schakelaar op ON (aan) staat bij
het inschakelen van de draadaanvoeru-
nit, dan geeft het display diverse soorten
informatie. Elke informatie wordt drie se-
conden getoond.
Softwarenummer van de displayprint
(PC 20) Het bovenste display geeft de
eerste drie cijfers, het onderste display
de laatste drie cijfers van het software-
nummer van de displayprint (PC20).
Softwarenummer van de motorprint
(PC 1) Het bovenste display geeft de
eerste drie cijfers, het onderste display
de laatste drie cijfers van het software-
nummer van de motorprint (PC1).
De totale lastijd Dit is de tijd dat de
draadaanvoerunit ook daadwerkelijk is
gebruikt om te lassen. Deze informatie
wordt in twee helften getoond. Eerst de
jaren en dagen, als tweede de uren en
minuten, Het bovenste display toont de
jaren/uren, het onderste display toont de
dagen/minuten.
. De DIP-schakelaar bevindt
zich achter het voorpaneel,
zoals aangegeven.
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
Fabrieksinstellingen DIPschakelaar
Geeft aan dat de schakelaar deze functie niet
beïnvloedt
12345
Toont inches per minuut
Fabrieksinstellingen DIPschakelaar
12345
Toont meters per minuut
1 2 3 4 5
OM-1500-19 Pagina 17
3-12. Motorbesturingsprint (PC1) Instellingen van de DIP-schakelaar
Ref. 247 678A
1 Motorbesturingskaart PC1
2 DIPschakelaar
3 LED5
Als er een beschermende coating
overheen zit, verwijder deze dan
voordat u de DIPschakelaar instelt.
De beschermende coating hoeft niet
opnieuw te worden aangebracht.
Zet schakelaarstanden 1 en 2 zodanig
dat het ingedrukte lipje in de richting
staat van OPEN zoals aangeduid op
de schakelaar. Zie de afbeelding..
Als de DIPschakelaar is ingesteld,
knippert LED 5 op de motor eenmaal
als de draadaanvoerunit wordt
aangezet. Het knipperen duidt erop
dat alles correct functioneert en dat de
DIPschakelaar correct is ingesteld.
2
3
1
OM-1500-19 Pagina 18
HOOFDSTUK 4 WERKING
1 Schakelaar voor de voedingsregeling
2 Houdcontact
Met deze functie kan de operator lassen zonder
de toortsschakelaar ingedrukt te houden.
Om de functie te kunnen gebruiken, moet de
schakelaar in de AANstand worden gezet.
De gebruiker moet de schakelaar minimaal 2
seconden maar niet langer dan 6 seconden
ingedrukt houden alvorens deze weer los te laten.
Als de schakelaar wordt losgelaten, kan de
gebruiker blijven doorlassen.
Druk op de toortsschakelaar en laat deze weer os
om te stoppen met lassen.
3 JOG/PURGEschakelaar.
Door op de Jogschakelaar te drukken kan de
gebruiker de draad doorvoeren zonder de lasbron
of de gasklep in te schakelen.
Door op de Purgeschakelaar te drukken kan de
gebruiker de gasleidingen vullen met gas voordat
men begint met lassen en de gasstroming vooraf
instellen op de flowmeter.
4 Voltmeter
Toont de werkelijke boogspanning of openspan-
ning op de draadaanvoerunit.
5 Draadsnelheid / Stroommeter
Toont de vooringestelde draadsnelheid. Tijdens
lassen in CCstand is de werkelijke draadsnel-
heid afhankelijk van lasspanning. Zie Hoofdstuk
NO TAG voor het instellen van de draadsnel-
heidweergave in inches per minuut of meters per
minuut.
De getoonde stroomsterkte op de draadaanvoer-
unit is een benadering van werkelijke waarde. Zie
de stroombron voor de werkelijke stroomsterkte.
Zie sectie NO TAG om de stroomsterkte te tonen.
6 Draadsnelheidsregeling
Met behulp van de regelknop stelt u de draadsnel-
heid in tussen de waarden die gekozen is met de
draadsnelheid bereik schakelaar die zich bevindt
op het inwendig regelpaneel. Tijdens lassen in
CCstand is de werkelijke draadsnelheid af-
hankelijk van de lasspanning. De maximale
draadsnelheid kan beperkt zijn door de lasspan-
ning.
7 Schakelaar voor HOOG/LAAG
snelheidsbereik
Bepaal het draadsnelheid bereik met behulp van
de schakelaar. Het hoge bereik is van 100 tot 800
inches per minuut (2,5 tot 20,3 meter per minuut).
Het lage bereik is van 25 tot 200 inches per minuut
(0,6 tot 5,1 meter per minuut).
8 CC/CVschakelaar
Gebruik deze schakelaar om de draadaanvoerunit
aan te passen aan de stroombron.
9 Soft Startschakelaar
De Soft Startfunctie zorgt voor een soepele start
onder de meeste lasomstandigheden. Als de
toortsschakelaar wordt ingedrukt, is de draad-
snelheid ongeveer 50% van de snelheid die is in-
gesteld met de regelknop . Als er eenmaal een
lasboog is, loopt de draadsnelheid op naar de in-
gestelde waarde.
Als er draad wordt gebruikt met een kleine diamet-
er of bij gebruik van een inverterstroombron kan
het nodig zijn dat de schakelaar moet worden uit-
geschakeld, om voor een soepele start te zorgen.
Nadat u de schakelaars heeft afgesteld, moet u de
beschermkap sluiten en vergrendelen, voordat u
gaat lassen.
4-1. Bedieningsfuncties met meters
Ref. 804 006-B
Voorpaneel
Intern besturingspaneel
Zicht op binnenzijde
7
1
2
UIT
3
9
8
4
5
6
OM-1500-19 Pagina 19
4-2. Bedieningsfuncties zonder meters
Ref. 804 006-B
5
1
OFF
2
6
4
3
Voorpaneel
Intern besturingspaneel
Zicht op binnenzijde
1 Schakelaar voor de voedingsregeling
2 JOG/PURGEschakelaar.
Door op de Jogschakelaar te drukken kan
de gebruiker de draad doorvoeren zonder de
lasbron of de gasklep in te schakelen.
Door op de Purgeschakelaar te drukken kan
de gebruiker de gasleidingen vullen met gas
voordat men begint met lassen en de
gasstroming vooraf instellen op de flowmeter.
3 Draadsnelheidsregeling
Met behulp van de regelknop stelt u de
draadsnelheid in tussen de waarden die
gekozen is met de draadsnelheid bereik
schakelaar die zich bevindt op het inwendig
regelpaneel. Tijdens lassen in CCstand is
de werkelijke draadsnelheid afhankelijk van
de lasspanning. De maximale draadsnelheid
kan beperkt zijn door de lasspanning.
4 CC/CVschakelaar
Gebruik deze schakelaar om de
draadaanvoerunit aan te passen aan de
stroombron.
5 Schakelaar voor HOOG/LAAG
snelheidsbereik
Bepaal het draadsnelheid bereik met behulp
van de schakelaar. Het hoge bereik is van
100 tot 800 inches per minuut (2,5 tot 20,3
meter per minuut). Het lage bereik is van 25
tot 200 inches per minuut (0,6 tot 5,1 meter
per minuut).
6 Soft Startschakelaar
De Soft Startfunctie zorgt voor een soepele
start onder de meeste lasomstandigheden.
Als de toortsschakelaar wordt ingedrukt, is de
draadsnelheid ongeveer 50% van de
snelheid die is ingesteld met de regelknop Als
er eenmaal een lasboog is, loopt de
draadsnelheid op naar de ingestelde waarde.
Als er draad wordt gebruikt met een kleine
diameter of bij gebruik van een
inverterstroombron kan het nodig zijn dat de
schakelaar moet worden uitgeschakeld, om
voor een soepele start te zorgen.
Nadat u de schakelaars heeft afgesteld, moet
u de beschermkap sluiten en vergrendelen,
voordat u gaat lassen.
OM-1500-19 Pagina 20
4-3. Informatie over slijtmaterialen van de toorts
200 007-B
OM-1500-19 Pagina 21
4-4. Instellingen voor de regeling van de draadsnelheid
Ref. 222 307A
OM-1500-19 Pagina 22
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD EN STORINGEN VERHEL-
PEN
5-1. Routineonderhoud
! Ontkoppel de voeding
voordat u met het on-
derhoud begint.
. Geef vaker een onderhouds-
beurt als het apparaat zwaar
belast wordt.
3 maanden
Vervang
beschadigde
of onleesbare
labels
Vervang
beschadigde
gasslangen
Repareer of
vervang kapotte
kabels en snoeren
6 maanden
Reinig de
aandrijfrollen
Blaas de
binnenzijde uit
of vacuüm
5-2. Overbelastingsbescherming en thermostaatbescherming
Ref. 804 006-B
CB1
1
! Zet de draadtoevoer en de
lasstroombron uit. Zet de
motor van de lasgenerator
uit.
1 Aanvullende beschermer CB1
CB1 beschermt de draadtoevoer
tegen overbelasting. Verhelp het
probleem en re-set CB1.
Sluit de deur en vergrendel ze.
Thermostaatbescherming
Het systeem heeft interne thermos-
taatbescherming en voert geen
draad aan als er oververhitting op-
treedt (zie sectie 5-3).
Zicht op binnenzijde
OM-1500-19 Pagina 23
5-3. Storingen
Probleem Oplossing
Er wordt geen draad aangevoerd; er
is nullastspanning.
Kijk de voedingsschakelaar S1 en de aansluitingen na en vervang deze indien nodig.
Controleer aanvullende beschermer CB1. Re-set CB1.
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen.
Controleer de voeldraadaansluiting.
Kijk de plugaansluiting van de schakelaar van de toorts na.
Kijk de schakelaar van de toorts na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van de toorts.
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur kaart PC1 nazien.
De toevoer van elektrodedraad is on-
regelmatig.
Stel de naafspanning opnieuw af.
Stel de druk van de aandrijfrol opnieuw af.
Reinig of vervang een vuile of versleten aandrijfrol (zie Sectie 3-5).
Verwijder lasspatten rond de opening waar de draad uitkomt.
Vervang de contacttip of de geleiding. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van de toorts.
Vervang de aandrijfrol en gebruik het juiste formaat en type (zie Sectie 3-5)
Onjuist formaat of versleten draadgeleiders (zie Sectie 3-5)
Controleer de koolborstels van de draadaanvoermotor .
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur kaart PC1 nazien.
Spoelhouderweerstand te hoog ingesteld (zie Sectie 3-10).
Motor loopt langzaam.
Controleer de contacttip of de draaddoorvoerspiraal en vervang ze indien nodig.
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur kaart PC1 nazien.
Als de Soft Start niet is ingeschakeld, gaat de motor langzamer lopen als de stroom niet wordt gedetecteerd
door HD1.
Als de Soft Start niet is ingeschakeld, gaat de motor langzaam lopen tot de stroom wordt gedetecteerd door
HD1.
Spoelhouderweerstand te hoog ingesteld (zie Sectie 3-10).
Het apparaat komt niet uit de Soft
Start instelling.
Controleer detector HD1 en de aansluitingen en vervang deze indien nodig.
Er komt draad uit als de jog-schake-
laar wordt ingedrukt, maar niet wan-
neer de schakelaar van de toorts
wordt ingedrukt.
Kijk de aansluiting van de schakelaar van de toorts na bij de draadtoevoer. Kijk de draden van de trekker
van de toorts en de schakelaar na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van de toorts.
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur kaart PC1 nazien.
Stotende draad in lasbad bij gebruik
van een constante stroombron of na
afstelling van de draad aanvoerunit.
Zorg dat de CC/CV-schakelaar in de CC-stand staat (zie Sectie 4-1).
Verhoog de smoorspoel afstelling van de stroombron indien aanwezig.
Verhoog de stroomwaarde van de lasbron of verlaag de snelheid van de draadaanvoer.
Er stroomt geen gas of het gas blijft
doorstromen; de draadtoevoer loopt
door.
Kijk de gasklep na.
Controleer de spoelspanning en de aansluitingen van gasklep GS1. Controleer de werking van de spoel.
GS1 vervangen, indien nodig.
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur kaart PC1 nazien.
Verhelp de verstopping in de gasslang of vervang de slang.
Verhelp de verstopping in de lastoorts.
OM-1500-19 Pagina 24
Probleem Oplossing
De draad blijft onder stroom staan na-
dat de trekker is losgelaten.
Kijk lasschakelaar W1 na om te zien of de contacten vast zijn gaan zitten in de gesloten stand.
De schakelaar van de toorts wordt in-
gedrukt; er stroomt geen gas, er komt
geen spanning op de draad, er is
draadtoevoer.
Als er binnen 3 seconden geen lasboog wordt gevormd nadat de toortsschakelaar is ingedrukt, voert het
apparaat draad aan zonder lasspanning en gas. Als de toortsschakelaar langer dan twee minuten wordt
ingedrukt, stopt de draadtoevoer. Dit is om te voorkomen dat de draad volledig van de spoel afloopt, hetgeen
gebeurt bij een beschadigde toorts.
De informatie op het display is niet
nauwkeurig.
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur kaart PC1 nazien.
Controleer detector HD1 en de aansluitingen en vervang hem indien nodig.
Geen aflezing op het display .
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur kaart PC1 nazien.
Vervang de displayprint.
Er ontbreken onderdelen op de dis-
playprint.
Vervang de displayprint.
De boogspanning op het display is
niet nauwkeurig.
De boogspanning op het display toont de lasspanning bij het draadaanvoersysteem.
Vanwege spanningsval in de laskabels is de boogspanning bij het draadaanvoersysteem niet gelijk aan de
boogspanning bij de lasstroombron. Vanwege de berekening van de gemiddelde boogspanning is de
aangegeven spanning bij het draadaanvoersysteem mogelijk niet nauwkeurig als de lastijd minder is dan
8 seconden.
Kijk motorregeling PC1 en de aansluitingen na en vervang deze indien nodig.
De lasstroomsterkte op het display is
niet nauwkeurig.
De lasstroomsterkte die op het draadaanvoersysteem wordt aangegeven komt niet exact overeen met de
lasstroomsterkte die op de lasstroombron wordt aangegeven.
Controleer de instellingen van de DIPschakelaars op de displayprintplaat PC20 (zie Hoofdstuk 3-11).
Kijk omzetter HD1 en de aansluitingen na en vervang de gehele magneetschakelaar indien nodig.
Kijk motorregeling PC1 en de aansluitingen na en vervang deze indien nodig.
De informatie over de software en de
lastijd op het display is niet
nauwkeurig.
Controleer de instellingen van de DIPschakelaars op de displayprintplaat PC20 (zie Hoofdstuk 3-11).
Kijk motorregeling PC1 en de aansluitingen na en vervang deze indien nodig.
5-4. Diagnostiek
Foutmelders
Weergegeven op (optionele) display RODE LED op motorprint PC1 Fout
HLP 11 1 x knipperen Communicatiefout
HLP 12 2 x knipperen Toortsschakelaarfout
HLP 14 4 x knipperen
(constant knipperen)
Motor
Overbelastings fout
HLP 15 3 x knipperen Stroomrail
oververhittings, fout
Foutmeldingen
Foutmeldingen worden aangegeven door een “HLP”-bericht op de display, of doordat de rode LED op motorprint PC1 gaat knipperen. Om de
rode LED te zien, moet u de voeding uitschakelen, de beschermkap verwijderen en de voedingsbron weer inschakelen. De rode LED knippert om
de 2,5 seconden. Het aantal knippersignalen geeft het type fout aan. Als er geen sprake is van een fout op de motorkaart, brandt de rode LED
constant.
Communicatiefout
De communicatiefout treedt op na 2,5 seconden na verlies van de communicatie tussen de motor en de meterprint. De gebruiker mag bij deze fout door-
gaan met lassen. De fout kan worden verholpen door het toestel uit te schakelen, minimaal twee seconden te wachten en daarna het toestel weer
aan te zetten.
Toortsschakelaarfout
De toortsschakelaarfout treedt op als de gebruiker de schakelaar meer dan twee minuten vasthoudt zonder een lasboog te maken. Laat de
toortsschakelaar los om de fout te verhelpen.
Fout, motor overbelast
Een foutmelding voor overbelasting van de motor kan erop duiden dat de motor te lang te veel stroom heeft getrokken. Om dit te verhelpen moet
u de draadaanvoersnelheid of de druk van de draadaanvoerrollen verlagen. De fout kan worden uitgeschakeld door de stroom uit te schakelen,
minimaal twee seconden te wachten en de stroom weer in te schakelen.
Fout, stroomrail oververhit
De foutmelding voor oververhitting van de stroomrail kan worden veroorzaakt door een langdurige en/of te hoge lasstroom. Om dit te verhelpen
moet u de lasstroomsterkte of de inschakelduur verlagen.
OM-1500-19 Pagina 25
HOOFDSTUK 6 ELECTRISCH SCHEMA
S Raak onderdelen die onder stroom staan niet
aan.
S Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat
u deze installatie installeert of nakijkt.
S Niet doen werken met het plaatwerk
verwijderd.
S Enkel bevoegde personen de installatie, het
gebruik en het onderhoud laten doen.
Waarschuwing
Gevaar voor
electrische schok
218 763-F
Figuur 6-1. Aansluitschema voor draadtoevoermechanisme
OM-1500-19 Pagina 26
HOOFDSTUK 7 ONDERDELENLIJST
. De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
3
4
9
6
7
8
11
10
12
14
13
65
5
66
50
37
38
19
20
25
21
22
23
24
17
35
30
49
18
34
33
45
29
32
36
31
28
26
27
15
16
54
53
55
63
68
52
46
47
51
64
58
59
60
62
57
61
62
48
67
56
42
42
39
41
41
44
42
40
43
67
69
70
71
26
72
1 (Afb. 7-2)
2 (Afb. 7-3)
73
74
Ref. 246 717-B
Afbeelding 7-1. Volledige installatie
OM-1500-19 Pagina 27
Afbeelding 7-1. Volledige installatie
Diagram
marking
Item
No.
Part
No. Description Quantity
1 Afbeelding 7-2 Panel Assembly Front (Without Meters) 1............ .. ............................
2 Afbeelding 7-3 Panel Assembly Front (With Meters) 1............ .. ...............................
3 221 050 Case, Control Feeder Plastic 1................. .. ......................................
4 208 015 Handle, Rubberized Carrying 1................. .. .....................................
5 221 051 Chassis, Control Box 1................. .. ............................................
6 248 798 Bushing, Strain Relief .220/.245 Id X .500 Mtg Hole 1................. .. ..................
7 214 011 Cable, Sensing (Includes) 1.................. .. ........................................
600 848 Wire, Strd 12Ga Blk 600v 105C 65x30 Hyp .199Od 16 ft................... .... ...............
208 820 Clamp, Work 1................... .... ..................................................
8 221 998 Cable, Trigger 25 In (Includes) 1................. .. ....................................
PLG6 115 094 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 1......... .... .... ................................
049 445 Cable, Port No 18 2/C Type Sjo Nprn Jkt 3 ft................... .... ........................
RC2 080 328 Rcpt W/Skts, Free Hanging 1.......... .... .... .....................................
048 834 Conn, Circ Cpc Clamp Str Rlf Size 11 .329 Od 1................... .... .....................
9 230 227 Bushing, Strain Relief .300 Id X .550/.625 Mtg Hole 1................. .. ..................
10 208 076 Panel, Inner 1................ .. ....................................................
11 216 315 Nameplate, Inner 1................ .. ................................................
12 CB1 083 432 Supplementary Pro, Man Reset 1P 10A 250VAC Frict 1....... .... .. ................
13 147 195 Nut, 375-27 .54Hex .25h Nyl Flange .62D 1................ .. ...........................
14 S3, S5, S6 217 932 Switch, Rocker Spst .4VA 28VDC On-None-Off .187 Ter 3.... . .. ..............
15 PC1 238 276 Circuit Card Assy, Motor Control W/Program 1....... .... .. ........................
16 HD1 218 339 Transducer, Current 600A Module Supply V +5V 1....... .... .. ....................
17 M1 220 195 Motor, Right Angle 24VDC 145 RPM 37.5 Ratio W/Plug 1....... .... .. ..............
18 124 778 Knob, T 2.000 Bar W/.312-18 Stud 1.000 Lg Plstc 1................ .. ...................
19 079 634 Pin, Hinge 1................ .. ......................................................
20 151 828 Pin, Cotter Hair .042 X .750 3................ .. .......................................
21 240 975 Knob, Adjust Tension 1.250 Dia X .31218 Thrd 1................ .. .....................
22 089 477 Spring, Cprsn .770 Od X .100 Wire X .715 Pld 1................ .. ......................
23 085 244 Washer, Cupped .328idx .812odx16Gax.125 Lip 1................ .. .....................
24 237 842 Fastener, Pinned 1................ .. ................................................
25 166 071 Lever, Mtg Pressure Gear 1................ .. ........................................
26 166 072 Spacer, Gear 1................ .. ...................................................
27 172 075 Carrier, Drive Roll W/Components 24 Pitch 1................ .. .........................
28 602 009 Screw, 25020x1.25 Soc HdHex Gr8 Pln 1................ .. ..........................
29 010 224 Pin, Spring Cs .187 X 1.000 1................ .. ......................................
30 144 172 Ftg, Hose Brs Barbed M 3/16 Tbg X .250-20 1................ .. ........................
31 079 625 Washer, Wave .500idx0.750odx.015T Stl Lbs 2................ .. .......................
32 092 865 Key, Stl .1215/.1230 X .750 1................ .. .......................................
33 172 076 Carrier, Drive Roll W/Components Keyed 24 Pitch 1................ .. ...................
34 121 271 Screw, 250-20x .50 Soc Hd-Hex Gr8 Pln Lkg Patch 1................ .. ..................
35 098 615 Hose, Sae .187 Id X .410 Od X 20.000 1................ .. .............................
36 605 308 Ring, Rtng Ext .500 Shaft X .035 Thk 1................ .. ..............................
37 222 159 Spring, Torsion 1................ .. ..................................................
38 222 396 Insulator, Motor 1................ .. .................................................
39 W1 224 697 Contactor 12VDC W/Bus Bars, (Includes) 1....... .... .. ..........................
40 PLG5 201 665 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 1...... ... .... ................................
41 TP1, TP2 230 471 Thermostat, Nc Open 140C Close 110C Snap Action 2.... .. .... ...............
42 183 387 Washer, Cone .380idx .860odx.109t Stl Pld 4000Lbs 4................ .... ...............
43 232 295 Nut, M101.5 17Hex 10H Stl 2................ .... ....................................
44 222 001 Bracket, Mtg Contactor 1................ .. ...........................................
45 221 347 Grommet, Bus Bar 1................ .. ..............................................
46 600 324 Cable, Weld Cop Strd No 4/0 Epdm Jkt 22 in................ .. ...........................
47 215 980 Bushing, Strain Relief .709/.984 Id X1.375 Mtg Hole 1................ .. .................
48 221 052 Shroud, Wire 1................ .. ...................................................
OM-1500-19 Pagina 28
Afbeelding 7-1. Volledige installatie (vervolg)
Diagram
marking
Item
No.
Part
No. Description Quantit
y
49 207 679 Insert, Corner 1................ .. ...................................................
50 GS1 226 819 Valve, 12VDC 1Way .75014 Thd 2mm Orf 100PSI 1....... .... .. ..................
51 222 067 Insulator, Rear Panel 1................ .. ............................................
52 070 371 Blank, Snap-In Nyl 1.093/1.125 Mtg Hole Black 1................ .. ......................
53 C1, C2 200 606 Capacitor, Elctlt 1200 Uf 300 VDC Can 1.39 Dia 2..... ... .. .....................
54 210 133 Bracket, Capacitor Support SC12 1................ .. ..................................
55 207 678 Insulator, Capacitors 1................ .. .............................................
56 222 103 Support, Spool 1................ .. ..................................................
57 235 608 Hub, Spool 12 Inch 1................ .. ..............................................
58 235 607 Nut, Hub 1................ .. .......................................................
59 237 843 Knob, Brake Adjust 1................ .. ..............................................
60 172 918 Spring 1................ .. .........................................................
61 058 424 Washer, Fiber (Brake) 1................ .. ............................................
62 231 211 Washer, Anti-Turn 2................. .. ...............................................
223 814 Label, Warn Gen Precaution Suitcase 2................... .. ..............................
223 815 Label, Warn Gen Precaution Suitcase (CE Only) 2................... .. ....................
196 956 Label, Warning Electric Shock And Pinch Wordless 1................... .. ..................
222 306 Label, Warning General Precautionary Static Vert 1................... .. ....................
223 034 Label, Warning General Precautionary Static Vert (CE Only) 1................... .. ..........
63 220 805 Nut, 750-14 Knurled 1.68Dia .41H Nyl 1................ .. ..............................
64 234 126 Nut, Conduit 1.000 Npt Knurled 1................ .. ...................................
65 208 000 Washer, Shldr .260id 0.630odx.125t .327odx.062t Nyl 4................ .. ................
66 222 181 Grommet, Scr No 8/10 Panel Hole .281 Sq .031 High 5................ .. ................
67 222 294 Clip, Wire/Cord .380 Bundle .250Hole .105 Thk Blk 2................ .. ..................
68 211 989 Fitting, W/Screen 1................. .. ................................................
69 107 983 Blank, SnapIn Nyl .500 Mtg Hole Black 1................ .. ............................
70 221 030 Guide, Wire Inlet Anti-Wear One Pc (.023 To 5/64) 1................ .. ...................
71 234 073 Pin, Hinge 1................ .. ......................................................
72 234 074 Clamp, Pin Power 1................ .. ...............................................
73 237 188 Lock, Pin Power 1................ .. .................................................
74 231 232 Washer, Flat .344idx0.688odx.065t Stl Pld Ansi.312 Clr 1................ .. ..............
PLG10 131 052 Housing Rcpt+Skts, (Service Kit) 1........ ... .. ..................................
PLG22 115 092 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 1........ .... .. ..................................
PLG8 115 091 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 1......... .... .. ..................................
PLG7 130 203 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 1......... ... .. ..................................
PLG5 201 665 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 1......... ... .. ..................................
PLG3 115 093 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 1......... .... .. ..................................
PLG4 131 054 Housing Rcpt+Skts, (Service Kit) 1......... ... .. ..................................
PLG9, 21 131 055 Housing Rcpt+Skts, (Service Kit) 2....... .. .. ..................................
PLG17 222 397 Housing Plug+Skts, (Service Kit) 1........ ... .. ..................................
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-1500-19 Pagina 29
Ref. 804 007-K
1
2
3
4
5
6
7
. De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
Afbeelding 7-2. Front Panel Assembly without Meters
Item
No.
Part
No. Quantity
Description
Afbeelding 7-2. Front Panel Assembly without Meters (Afbeelding 7-1
Item 1)
Dia.
Mkgs
.
1 171 007 Knob, Pointer 1.670 Dia X .250 Id W/Set ScrewSplstc 1.. ............. .. .................
2 S1 111 997 Switch, Rocker SPST 10A 250VAC OnOff Visi Red Rock 1.. ..... .... .. .............
3 222 797 Blank, SnapIn Nyl Rect Mtg Hole Black 1.. ............. .. .............................
4 S2 216 295 Switch, Rocker SPDT .4VA 28VDC (On)Off(On) .187T 1.. ..... .... .. ..............
5 Nameplate, Without Meters (Order By Model And Serial Number) 1.. ........................ .......
6 220 442 Panel, Front 1.. ............. .. ......................................................
7 R1 208 399 Pot, Cp Std Slot 1T 2. W 10K Linear W/Frict Tabs 1.. ..... .... .. .....................
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-1500-19 Pagina 30
Ref. 804 007-K
1
2
3
4
5
7
6
. De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
Afbeelding 7-3. Front Panel Assembly with Meters
Item
No.
Part
No. Quantity
Description
Afbeelding 7-3. Front Panel Assembly with Meters (Afbeelding 7-1 Item
2)
Dia.
Mkgs
.
1 179 851 Knob, Pointer 1.670 Dia X .250 Id Push On W/Spring 1.. ............. .. ..................
2 S1 111 997 Switch, Rocker SPST 10A 250VAC OnOff Visi Red Rock 1.. ..... .... .. .............
3 S4 217 932 Switch, Rocker SPST .4VA 28VDC OnNoneOff .187 Ter 1.. ..... .... .. .............
4 S2 216 295 Switch, Rocker SPDT .4VA 28VDC (On)Off(On) .187T 1.. ..... .... .. ..............
5 Nameplate, With Meters (Order By Model And Serial Number) 1.. ........................ ..........
6 220 442 Panel, Front 1.. ............. .. ......................................................
7 PC20 233 837 Circuit Card Assy, Meter Suitcase W/Program 1.. ... ... .. ........................
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturers Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-1500-19 Pagina 31
Table 7-1. Drive Roll & Wire Guide Kits (2 Drive Roll)
. Base selection of drive rolls upon the following recommended usages:
1. V-Grooved rolls for hard wire.
2. U-Grooved rolls for soft and soft shelled cored wires.
3. U-Cogged rolls for extremely soft shelled wires (usually hard surfacing types).
4. V-Knurled rolls for hard shelled cored wires.
5. Drive roll types may be mixed to suit particular requirements (example: V-Knurled roll in combination with U-Grooved).
TypePart No.
.023/.025 in
.030 in
.035 in
.045 in
.052 in
1/16 in
.035 in
.045 in
.052 in
1/16 in
.035 in
.045 in
.052 in
1/16 in
.045 in
.052 in
1/16 in
.023/.025 in
.030 in
.035 in
.045 in
.052 in
.062 in
.035 in
.045 in
.052 in
.062 in
.035 in
.045 in
.052 in
.062 in
.045 in
.052 in
.062 in
0.6 mm
0.8 mm
0.9 mm
1.2 mm
1.3 mm
1.6 mm
0.9 mm
1.2 mm
1.3 mm
1.6 mm
0.9 mm
1.2 mm
1.3 mm
1.6 mm
1.2 mm
1.3 mm
1.6 mm
087 130
053 695
053 700
053 697
053 698
053 699
072 000
053 701
053 702
053 706
083 489
083 490
053 708
V-Grooved
V-Grooved
V-Grooved
V-Grooved
V-Grooved
V-Grooved
U-Grooved
U-Grooved
U-Grooved
U-Grooved
V-Knurled
V-Knurled
V-Knurled
V-Knurled
U-Cogged
U-Cogged
U-Cogged
221 030
221 030
221 030
221 030
221 030
221 030
221 030
221 030
221 030
221 030
221 030
221 030
221 030
221 030
221 030
221 030
221 030
S-0859
132 958
132 957
132 956
132 955
.040 in .040 in 1.0 mm 053 696 V-Grooved 221 030
Wire Diameter
Fraction Decimal Metric
Inlet Wire
Guide
Drive Roll (2 Required)
U-Cogged 221 030053 7102.0 mm.079 in.5/64 in.
5/64 in. .079 in. 2.0 mm 053 704 U-Grooved 221 030
5/64 in.
.079 in.
2.0 mm
132 960 V-Knurled 221 030
.068-.072 in. .068-.072
1.8 mm 132 959
V-Knurled
221 030
Aantekeningen
Aantekeningen
Aantekeningen
Geldig vanaf 1 januari 2011
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MB” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete
waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE Afhankelijk van de onderstaande bepa-
lingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Apple-
ton, Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties
die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie
geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE
VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EX-
PLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderde-
len of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fa-
bricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen.
Miller moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte wor-
den gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop Miller in-
structies zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop
volgt.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode
zal Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die
hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag
dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of acht-
tien maanden nadat de installatie naar een internationale distribu-
teur gezonden is.
1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon
* Bij originele hoofdstroomgelijkrichters alleen de thyristo-
ren (SCR’s), de diodes en de afzonderlijke gelijkrichter-
modules
2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon
* Lasaggregaten met aandrijfmotor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte
garantie, bij de fabrikant van de motor.)
* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesbeheersingsapparatuur
* Semiautomatische en automatische draadaanvoereen-
heden
* De Flowregelaar en Flowmeter uit de Smith 30 Serie
(geen arbeidsloon)
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
* Waterkoelingsystemen (geïntegreerd)
3. 2 jaar — op onderdelen
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(geen arbeidsloon)
4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders
aangegeven
* Automatisch bewegende apparatuur
* CoolBelt en CoolBandventilatorunit (geen arbeidsloon)
* Externe controleapparatuur en sensoren
* Opties van onderdelen achteraf ingebouwd
(OPMERKING: Opties van onderdelen die achteraf zijn
ingebouwd zijn gedekt voor de resterende garantieperi-
ode van het product waarin ze in zijn geïnstalleerd of
voor een minimum van één jaar — afhankelijk van welke
van de twee het langste duurt.)
* Flowregelaars en Flowmeters (geen arbeidsloon)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCSRJ45)
* Rookgasafzuigers
* HF Units
* ICE plasmasnijtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers en
elektronische regelapparatuur/recorders
* Elektrische belastingsbanken
* Motoraangedreven laspistolen
(m.u.v. de Spoolmate laspistolen)
* PAPRventilatorunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings en regelapparatuur
* Rekken
* Laskarren/trailers
* Puntlasapparaten
* Onderpoederdekdraadaanvoersystemen
* Waterkoelsystemen (nietgeïntegreerd)
* Weldcraft TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Draadloze voet- en handafstandsbedieningen met
ontvangers
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
* Bernard pistolen (geen arbeidsloon)
* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet
elektronische regelapparatuur
*Mpistolen
* MIG pistolen en onderpoederdek (SAW) pistolen
* Afstandsbedieningen en RFCSRJ45
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Roughneckpistolen
* Spoolmate pistolen
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen
van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen
die niet meer goed werken als gevolg van normale
slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt
bij alle motoraangedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door an-
deren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderde-
len vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of
verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installa-
ties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben ge-
had, of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de
aangegeven toepassingen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN
GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUI-
KERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING
HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASIN-
STALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,
zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2)
vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in
bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of
vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of (4)
krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het
retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met
inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in
Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd
onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden
toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN AN-
DERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE
HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CON-
TRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS,
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GE-
VOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP
DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE
UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS,
EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING
M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN
CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE
DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN,
IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE
OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE
OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU
VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrek-
king tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende
schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus
bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn
voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kun-
nen echter per staat verschillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra
garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin
zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen
zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag wor-
den afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke
rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kun-
nen echter per provincie verschillen.
miller warr_dut 201101
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. © 2011 Miller Electric Mfg. Co 2011-01
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International HeadquartersUSA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Neem contact op met de transportafdeling van uw
distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur
voor hulp bij het indienen en afhandelen van scha-
declaims.
Service
Papieren van de eigenaar
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens verscheping,
Contacteer een verdeler of een service bureau
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Miller SUITCASE X-TREME 12VS CE de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor