Bosch Built-in larder fridge de handleiding

Type
de handleiding
nl Inhoud
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen ............................. 59
Aanwijzingen over de afvoer .............. 61
Omvang van de levering .................... 61
Let op de omgevingstemperatuur
en de beluchting .................................. 62
De juiste plaats ..................................... 62
Apparaat aansluiten ............................ 62
Kennismaking met het apparaat ....... 63
Inschakelen van het apparaat ........... 64
Instellen van de temperatuur ............. 64
Superkoelen .......................................... 64
Alarm function ...................................... 65
Netto-inhoud .......................................... 65
De koelruimte ....................................... 65
Uitvoering .............................................. 66
Sticker „OK” .......................................... 67
Apparaat uitschakelen en buiten
werking stellen ..................................... 67
Ontdooien .............................................. 67
Schoonmaken van het apparaat ...... 68
Luchtjes ................................................. 69
Verlichting (LED) .................................. 69
Energie besparen ................................ 69
Bedrijfsgeluiden ................................... 70
Kleine storingen zelf verhelpen ......... 70
Servicedienst ........................................ 72
nl
59
nlInhoud
nlGebruiksaanwijzing
Veiligheidsbepalingen
en waarschuwingen
Voordat u het apparaat
in gebruik neemt
Lees de gebruiksaanwijzing en het
installatievoorschrift nauwkeurig door.
U vindt daarin belangrijke informatie over
plaatsing, gebruik en onderhoud van het
apparaat.
De fabrikant aanvaardt geen aansprake-
lijkheid als de aanwijzingen en waarschu-
wingen in de gebruiksaanwijzing niet
in acht worden genomen.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en het
montagevoorschrift voor later gebruik
of voor een eventuele latere bezitter.
Technische veiligheid
Het apparaat bevat een geringe
hoeveelheid van het milieuvriendelijke
maar brandbare koelmiddel R600a. Let
erop dat de leidingen van het koelcircuit
bij het transport of de installatie niet
beschadigd worden. Koelmiddel dat naar
buiten spuit kan vlam vatten of tot
oogletsel leiden.
Bij beschadiging
Open vuur of andere
ontstekingsbronnen uit de buurt van
het apparaat houden;
Ruimte gedurende een paar minuten
goed luchten;
Apparaat uitschakelen en de stekker
uit het stopcontact trekken;
Contact opnemen met
de Servicedienst.
Hoe meer koelmiddel het apparaat
bevat, des te groter moet de ruimte zijn
waarin het apparaat wordt opgesteld.
In een te kleine ruimte kan bij een lek
een ontvlambaar mengsel van gas
en lucht ontstaan.
Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
minstens 1 m³ groot zijn. De hoeveelheid
koelmiddel in uw apparaat vindt u op het
typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat.
Als de aansluitkabel van het apparaat
beschadigd raakt, moet deze worden
vervangen door de fabrikant, de klanten-
service of een andere gekwalificeerde
persoon. Onvakkundige installatie en
reparaties kunnen groot gevaar opleve-
ren voor de bezitter.
Reparaties mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door de fabrikant, de
klantenservice of een andere
gekwalificeerde persoon.
Er mogen alleen originele onderdelen
van de fabrikant gebruikt worden.
Alleen bij deze onderdelen garandeert
de fabrikant dat ze aan de
veiligheidseisen voldoen.
Een verlengsnoer voor de aansluitkabel
mag uitsluitend via de klantenservice
worden aangeschaft.
nl
60
Bij het gebruik
Nooit elektrische apparaten in het
apparaat gebruiken (bijv.
verwarmingsapparaten, elektrische
ijsmaker etc.). Gevaar voor explosie!
Het apparaat nooit met een
stoomreiniger ontdooien of
schoonmaken! De hete stoom
kan in de elektrische onderdelen
terechtkomen en kortsluiting
veroorzaken. Kans op een elektrische
schok!
Gebruik geen puntige of scherpe
voorwerpen om een laag ijs of rijp
te verwijderen. Hierdoor kunt u
de koelleidingen beschadigen.
Koelmiddel dat naar buiten spuit kan
vlam vatten of tot oogletsel leiden.
Geen producten met brandbare
drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen
explosieve stoffen in het apparaat
opslaan. Gevaar voor explosie!
Plint, uittrekbare manden of laden,
deuren etc. niet als opstapje
gebruiken of om op te leunen.
Om te ontdooien of schoon te maken:
stekker uit het stopcontact trekken
resp. de zekering uitschakelen of
losdraaien. Altijd aan de stekker
trekken, nooit aan de aansluitkabel.
Dranken met een hoog
alcoholpercentage altijd goed
afgesloten en staand bewaren.
Geen olie of vet gebruiken op
kunststof onderdelen en
deurdichtingen. Ze kunnen poreus
worden.
De be- en ontluchtingsopeningen van
het apparaat nooit afdekken.
Personen (inclusief kinderen) met
fysieke, sensorische of psychische
beperkingen of gebrekkige kennis
mogen dit apparaat uitsluitend
gebruiken indien ze onder toezicht
staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid
of door deze persoon zijn ingelicht
over de wijze waarop het apparaat
dient te worden gebruikt.
Kinderen in het huishouden
Verpakkingsmateriaal en onderdelen
ervan zijn geen speelgoed voor
kinderen.
Verstikkingsgevaar door opvouwbare
kartonnen dozen en folie!
Het apparaat is geen speelgoed voor
kinderen!
Bij een apparaat met deurslot:
sleutel buiten het bereik van kinderen
bewaren!
Algemene bepalingen
Het apparaat is geschikt om
levensmiddelen te koelen.
Dit apparaat is bestemd voor
privégebruik in het huishouden
en de huiselijke omgeving.
Het apparaat is ontstoord volgens
EU richtlijn 2004/108/EC.
Het koelcircuit is op dichtheid
gecontroleerd.
Dit apparaat voldoet aan de
veiligheidsbepalingen voor elektrische
apparaten (EN 60335-2-24).
nl
61
Aanwijzingen over
de afvoer
* Afvoeren van de verpakking
van uw nieuwe apparaat
De verpakking beschermt uw apparaat
tegen transportschade. De gebruikte
materialen zijn onschadelijk voor het
milieu en kunnen opnieuw worden
gebruikt. Help daarom mee en zorg
dat de verpakking milieuvriendelijk wordt
afgevoerd.
U kunt bij uw leverancier of bij de
reinigingsdienst in uw gemeente
informeren hoe u uw oude apparaat
en het verpakkingsmateriaal van het
nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren
voor een milieuvriendelijke verwerking.
* Afvoeren van uw oude
apparaat
Oude apparaten zijn geen waardeloos
afval! Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen worden
teruggewonnen.
m Waarschuwing
Bij afgedankte apparaten
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Aansluitkabel doorknippen en samen
met de stekker verwijderen.
3. Legplateaus en voorraadvakken niet
eruit halen om het kinderen moeilijk
te maken erin te klimmen!
4. Laat kinderen niet met het afgedankte
apparaat spelen. Verstikkingsgevaar!
Koelapparaten bevatten koelmiddel en in
de isolatie gas. Die zorgvuldig moeten
worden afgevoerd. Met het oog op een
doelmatige en milieuvriendelijke afvoer
mogen de leidingen van het koelcircuit
tot het moment van transport niet
beschadigd worden.
Omvang van
de levering
Controleer na het uitpakken
alle onderdelen op eventuele
transportschade.
Voor klachten kunt u terecht bij de winkel
waar u het apparaat hebt aangeschaft of
bij onze klantenservice.
De levering bestaat uit de volgende
onderdelen:
Inbouwapparaat
Uitrusting (modelafhankelijk)
Zakje met montagemateriaal
Gebruiksaanwijzing
Montagevoorschrift
Klantenserviceboekje
Garantiebijlage
Informatie over energieverbruik en
geluiden
Dit apparaat is gekenmerkt
in overeenstemming met
de Europese richtlijn
2002/96/EG betreffende
afgedankte elektrische
en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic
equipment – WEEE).
Deze richtlijn geeft het kader
aan voor een in de EU geldende
terugname en verwerking van
oude apparaten.
nl
62
Let op de omgevings-
temperatuur en de
beluchting
Omgevingstemperatuur
Het apparaat is voor een bepaalde
klimaatklasse geconstrueerd. Afhankelijk
van de klimaatklasse kan het apparaat
bij de volgende omgevingstemperaturen
gebruikt worden.
De klimaatklasse staat op
het typeplaatje, afb. +.
Aanwijzing
Het apparaat is volledig functioneel
binnen de binnentemperatuurgrenzen
van de aangegeven klimaatklasse.
Wanneer een apparaat uit klimaatklasse
SN wordt gebruikt bij een lagere
binnentemperatuur, kunnen
beschadigingen aan het apparaat
worden uitgesloten tot een temperatuur
van +5 °C.
Beluchting
Afb. !/17
De be- en ontluchting van de koelma-
chine vindt uitsluitend via het ventilatie-
rooster in de plint plaats.
Het ventilatierooster nooit afdekken of er
iets voor zetten. Anders moet de koelma-
chine meer presteren waardoor het ener-
gieverbruik toeneemt.
De juiste plaats
Geschikt voor het opstellen zijn droge,
ventileerbare vertrekken. Het apparaat
liefst niet in de zon of naast een fornuis,
verwarmingsradiator of een andere
warmtebron plaatsen. Is plaatsing naast
een warmtebron niet te vermijden, maak
dan gebruik van een isolerende plaat of
neem de volgende minimumafstanden in
acht:
Naast elektrische of gasfornuizen
3 cm.
Naast een CV-installatie 30 cm.
Apparaat aansluiten
Na het plaatsen van het apparaat moet
u minimaal 1 uur wachten voordat u het
apparaat in gebruik neemt. Tijdens het
transport kan het gebeuren dat de olie
van de compressor in het koelsysteem
terecht komt.
Vóór het eerste gebruik de binnenruimte
van het apparaat schoonmaken
(zie hoofdstuk „Schoonmaken van
het apparaat”).
Elektrische aansluiting
Het stopcontact moet zich in de buurt
van het apparaat bevinden en ook na het
opstellen van het apparaat goed
bereikbaar zijn.
Het apparaat voldoet aan
beschermklasse I. Het apparaat aanslui-
ten op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd 220–240 V/50 Hz wissel-
stroomstopcontact met aardleiding. Het
stopcontact moet zijn beveiligd met een
zekering van 10 A tot 16 A.
Klimaatklasse Toelaatbare omgevings-
temperatuur
SN +10 °C tot 32 °C
N +16 °C tot 32 °C
ST +16 °C tot 38 °C
T +16 °C tot 43 °C
nl
63
Bij apparaten die in niet Europese landen
worden gebruikt op het typeplaatje
controleren of de aansluitspanning
en de stroomsoort overeenkomen met
de waarden van uw elektriciteitsnet.
U vindt deze gegevens
op het typeplaatje. Afb. +
m Waarschuwing
Het apparaat mag in geen geval
worden aangesloten op elektronische
energiebesparingsstekkers.
Voor onze apparaten kunnen
netvoedingsinverters en sinusinverters
worden gebruikt. Netvoedingsinverters
worden gebruikt bij fotovoltaïsche
installaties die rechtstreeks zijn
aangesloten op het openbare
elektriciteitsnet. Bij losstaande systemen
(bijv. op schepen of in berghutten) die
geen rechtstreekse aansluiting op het
openbare elektriciteitsnet hebben, moet
een sinusinverter worden gebruikt.
Kennismaking met
het apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
De uitrusting van de modellen kan
variëren.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn
mogelijk.
Afb. !
Bedieningselementen
Afb. "
1–5 Bedieningselementen
6 Verlichting
7 Glasplateau „EasyLift”
8 Vast glasplateau
9 Uittrekbaar glasplateau
10 Delicatessenhouder
11 Groentelade met
vochtigheidsregelaar
12 Groentelade
13 Boter en kaasvak
14 Voorraadvak in de deur „EasyLift”
15 Flessenhouder
16 Vak voor grote flessen
17 Be- en ontluchtingsopening
1 Alarmtoets
Om het alarmsignaal uit te
schakelen (zie hoofdstuk „Alarm
function”).
2 Toets „super”
Dient voor het inschakelen van de
functie superkoelen (zie het
hoofdstuk Superkoelen).
3 Temperatuurinsteltoets
Met deze toets wordt de
temperatuur ingesteld.
4 Temperature display
De cijfers komen overeen met
de ingestelde temperaturen
in de koelruimte in °C.
5 Toets Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit
te schakelen.
nl
64
Inschakelen van
het apparaat
Afb. "
Het apparaat met de toets Aan/Uit
inschakelen, afb. 5.
De temperatuurindicatie 4 knippert, tot in
het apparaat de ingestelde temperatuur
is bereikt.
Het apparaat begint te koelen. De
verlichting is ingeschakeld wanneer
de deur open is.
Wij adviseren een temperatuurinstelling
van +4 °C voor de koelruimte.
Bewaar gevoelige levensmiddelen niet
warmer dan +4 °C.
Aanwijzingen bij het gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
uren duren voordat de ingestelde
temperaturen zijn bereikt.
Vóór die tijd geen levensmiddelen in
het apparaat leggen.
De voorzijde van het apparaat achter
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van de
deurafdichting wordt voorkomen.
Instellen van de
temperatuur
Afb. "
De temperatuur is instelbaar van
+2 °C tot +8 °C.
Temperatuur-insteltoets 3 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de koelruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen. De ingestelde
temperatuur wordt aangegeven op de
temperatuurindicatie 4.
Superkoelen
Tijdens het superkoelen wordt de
koelruimte ca. 6 uur zo koud mogelijk
gekoeld. Hierna wordt automatisch
omgeschakeld naar de vóór het
superkoelen ingestelde temperatuur.
Het superkoelsysteem inschakelen bijv.
vóór het inladen van grote
hoeveelheden levensmiddelen.
om dranken snel te koelen.
In- en uitschakelen
Afb. "
Toets „super” 2 indrukken.
De toets brandt als het superkoelsy-
steem is ingeschakeld.
Aanwijzing
Als het superkoelsysteem is ingescha-
keld kunnen de bedrijfsgeluiden toene-
men.
nl
65
Alarm function
Deuralarm
Het deuralarm (aanhoudend
geluidssignaal) wordt ingeschakeld als
de deur van het apparaat langer dan
twee minuten openstaat. Door de deur
te sluiten wordt het alarmsignaal weer
uitgeschakeld.
Alarm uitschakelen
Afb. "
De alarm-toets 1 indrukken om het
alarmsignaal uit te schakelen.
Netto-inhoud
De gegevens over de netto-inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
Afb. +
De koelruimte
De koelruimte is een ideale plaats
voor het bewaren van vlees, worst, vis,
melkproducten, eieren, toebereide
etenswaren en brood/banket.
In acht nemen bij het bewaren
Bewaar verse, onbeschadigde
levensmiddelen. Zo blijft de kwaliteit
en de versheid langer bewaard.
Bij kant-en-klaarproducten en
afgevulde producten de door de
fabrikant vermelde houdbaarheids- of
gebruiksdatum in acht nemen.
De levensmiddelen goed verpakt of
afgedekt inruimen, om aroma, kleur en
versheid te bewaren. Dit voorkomt
geuroverdracht en verkleuring van de
kunststof onderdelen in de koelruimte.
Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen en pas daarna
in het apparaat zetten.
Aanwijzing
Voorkom dat de levensmiddelen
de achterwand raken. Anders wordt
de luchtcirculatie verminderd.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen
aan de achterwand vastvriezen.
Let op de koudezones
in de koelruimte
Door de luchtcirculatie in de koelruimte
verschillen de koudezones:
De koelste zone bevindt zich tussen
de aan de zijkant afgebeelde pijl en
de glasplaat eronder. Afb. $
Aanwijzing
Bewaar in de koudste zone gevoelige
levensmiddelen (bijv. vis, worst,
vlees).
De warmste zone bevindt zich
bovenaan in de deur en in de
onderste groentelade.
Aanwijzing
Bewaar bovenaan in de deur bijv.
harde kaas en boter. Kaas kan zo zijn
aroma verder ontwikkelen en de boter
blijft goed smeerbaar.
nl
66
Groentelade met
vochtigheidsregelaar
Afb. #
Om optimale omstandigheden te
scheppen voor het bewaren van groente
en fruit, kan de luchtvochtigheid in de
groentelade worden aangepast aan
de hoeveelheid levensmiddelen:
kleine hoeveelheid fruit en groente –
hoge luchtvochtigheid
grote hoeveelheid fruit en groente –
lage luchtvochtigheid
Aanwijzingen
Koudegevoelig fruit (bijv. ananas,
bananen, papaja en citrusvruchten)
en groente (bijv. aubergines,
komkommers, courgettes, paprika,
tomaten en aardappels) dienen voor
een optimaal behoud van kwaliteit en
aroma buiten de koelkast bewaard te
worden op een temperatuur van circa
+8 °C tot +12 °C.
Afhankelijk van de soort
levensmiddelen en de hoeveelheid
kan zich condenswater vormen in de
groentelade. Condenswater
verwijderen met een droge doek en
de luchtvochtigheid in de groentelade
aanpassen met behulp van de
vochtigheidsregelaar.
Uitvoering
(niet bij alle modellen)
Glasplateau „EasyLift”
Afb. %
Het glasplateau kan in de hoogte worden
versteld zonder het te verwijderen.
Rechter hendel uittrekken om het plateau
naar boven te bewegen. Linker hendel
uittrekken om het plateau naar beneden
te bewegen.
Aanwijzingen
Gebruik altijd maar één hendel
tegelijk.
Als het glasplateau met meer dan
5 kg beladen wordt, kan de positie
niet meer gewijzigd worden.
Voorraadvak in de deur
„EasyLift”
Afb. &
De voorraadvakken in de deur kunnen in
de hoogte worden versteld zonder ze te
verwijderen.
De knoppen aan de onderzijde van de
voorraadvakken gelijktijdig indrukken om
de voorraadvakken naar onderen te
bewegen. Naar boven kunnen de vakken
zonder indrukken van de knoppen
versteld worden.
nl
67
Vast glasplateau
Afb. '
Om de positie van het vaste glasplateau
te veranderen, drukt u op de knoppen
aan de onderzijde en maakt u het
glasplateau los uit de bevestiging.
Stopjes omzetten. Glasplateau weer erin
zetten en naar beneden vastdrukken.
Flessenrek
Afb. (
In de flessenrek kunnen flessen veilig
worden bewaard. De houder is variabel.
Sticker „OK”
(niet bij alle modellen)
Met de „OK”-temperatuurcontrole
kunnen temperaturen onder +4 °C
worden geregistreerd. Stel de
temperatuur trapsgewijs kouder in
als de sticker niet „OK” aangeeft.
Aanwijzing
Bij ingebruikneming van het apparaat
kan het tot 12 uur duren voor
de temperatuur is bereikt.
Correcte instelling
Apparaat uitschakelen
en buiten werking
stellen
Uitschakelen van het apparaat
Afb. "
Toets Aan/Uit 5 indrukken.
De temperatuurindicatie gaat uit
en de koelmachine wordt uitgeschakeld.
Buiten werking stellen van
het apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt:
1. Uitschakelen van het apparaat.
2. Stekker uit het stopcontact trekken
of de zekering losdraaien resp.
uitschakelen.
3. Schoonmaken van het apparaat.
4. Deur van het apparat open laten.
Ontdooien
Koelruimte
Wanneer het apparaat in bedrijf is,
vormen zich dooiwaterdruppels of rijp
op de achterwand van de koelruimte.
Omdat de achterwand automatisch
ontdooit, is het niet nodig om de rijp of
de dooiwaterdruppels te verwijderen. Het
dooiwater loopt door het dooiwatergootje
en het afvoergat naar de
verdampingsbak, waar het verdampt.
Aanwijzing
Dooiwatergootje en afvoergaatje
regelmatig schoonmaken, zodat het
dooiwater kan weglopen. Afb. )
nl
68
Schoonmaken van
het apparaat
m Attentie
Gebruik geen schoonmaak of
oplosmiddelen die zand, chloride
of zuren bevatten.
Geen schurende of krassende
sponsjes gebruiken. Op de metalen
oppervlakken kan corrosie ontstaan.
De legplateaus en
voorraadvakken/laden mogen niet
in de afwasmachine gereinigd
worden. Ze kunnen vervormen!
U gaat als volgt te werk:
1. Vóór het schoonmaken het apparaat
uitschakelen.
2. Stekker uit het stopcontact trekken
of de zekering losdraaien resp.
uitschakelen.
3. Levensmiddelen verwijderen en
op een koele plaats bewaren.
De koude-accu (indien aanwezig)
op de levensmiddelen leggen.
4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid.
5. Het apparaat schoonmaken met
een zachte doek en lauw water
met een scheutje pH neutraal
schoonmaakmiddel. Het spoelwater
mag niet in de verlichting of door het
afvoergat in de verdampingsbak
komen.
6. Deurafdichting alleen met schoon
water schoonmaken en grondig
droogwrijven.
7. Na het schoonmaken apparaat weer
aansluiten en inschakelen.
8. Levensmiddelen weer aanbrengen.
Aanwijzingen
Dooiwatergootje en afvoergaatje,
afb. )/B, regelmatig met een
wattenstaafje schoonmaken zodat
het dooiwater kan weglopen.
Het watergootje, afb. )/A, kunt
u ter reiniging verwijderen.
Het stopje in het afvoergaatje van
de koelruimte moet er om technische
redenen na het schoonmaken weer
ingedrukt worden.
Uitvoering
Voor het reinigen kunnen alle variabele
onderdelen van het apparaat worden
verwijderd.
Verwijderen van het glasplateau
„EasyLift”
Afb. %
Glasplateau geheel omhoog bewegen en
verwijderen.
Verwijderen van het voorraadvak in de
deur „EasyLift”
Afb. &
Voorraadvak in de deur geheel omhoog
bewegen en verwijderen.
Verwijderen van het vaste glasplateau
Afb. '
Knoppen aan de onderzijde indrukken
en losmaken uit de bevestiging.
Reservoir verwijderen
Afb. *
Reservoir schuin naar voren houden
en verwijderen.
Bij het terugplaatsen het reservoir
vooraan op de uittrekbare rails zetten
en in het apparaat schuiven. Door het
inschuiven wordt het reservoir vastgeklikt
in het apparaat.
nl
69
Uittrekbare rails demonteren
Afb. ,
1. Uittrekbare rails uittrekken.
2. Vergrendeling in de richting van de pijl
schuiven.
3. Uittrekbare rails van de achterste pen
losmaken.
4. Uittrekbare rails in elkaar schuiven,
boven de achterste pen naar achteren
schuiven en ontgrendelen.
Uittrekbare rails monteren
1. Uittrekbare rails in uitgetrokken
toestand op de voorste pen zetten.
2. Uittrekbare rails om vast te klikken iets
naar voren trekken.
3. Uittrekbare rails op de achterste pen
erin zetten.
4. Vergrendeling naar achteren schuiven.
Luchtjes
Als u onaangename luchtjes ruikt:
1. Apparaat uitschakelen met de
Aan/Uit-knop. Afb. "/5
2. Alle levensmiddelen uit het apparaat
halen.
3. Binnenruimte reinigen (zie hoofdstuk
Schoonmaken van het apparaat).
4. Alle verpakkingen schoonmaken.
5. Sterk ruikende levensmiddelen
luchtdicht verpakken om luchtjes
te voorkomen.
6. Apparaat weer inschakelen.
7. Levensmiddelen inruimen.
8. Na 24 uur controleren of er opnieuw
luchtjes zijn ontstaan.
Verlichting (LED)
Het apparaat is voorzien van een
onderhoudsvrije LED verlichting.
Reparaties aan deze verlichting mogen
alleen door de Servicedienst of een
erkend vakman worden uitgevoerd.
Energie besparen
Het apparaat in een droge, goed
te ventileren ruimte plaatsen! Het
apparaat niet direct in de zon of in de
buurt van een warmtebron plaatsen
zoals een verwarmingsradiator of een
fornuis.
Gebruik eventueel een isolatieplaat.
Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen, daarna in het apparaat
plaatsen.
Diepvrieswaren in de koelruimte
leggen om ze te ontdooien en de kou
van de diepvrieswaren gebruiken om
andere levensmiddelen te koelen.
Deuren van het apparaat zo kort
mogelijk openen.
Om een verhoogd stroomverbruik
te voorkomen, de be- en
ontluchtingsopening af en toe reinigen
met een kwastje of een stofzuiger.
De ordening van de uitrustingsdelen
heeft geen invloed op de
energieopname van het apparaat.
nl
70
Bedrijfsgeluiden
Heel normale geluiden
Brommen
De motoren lopen (bijv. koelaggregaten,
ventilator).
Borrelen, zoemen of gorgelen
Koelmiddel stroomt door de buizen.
Klikgeluiden
Motor, schakelaar of magneetventielen
schakelen in/uit.
Voorkomen van geluiden
Het apparaat staat niet waterpas
De inbouwnis met behulp van een
waterpas stellen. Gebruik hiervoor
de schroefvoetjes van de nis of leg
er iets onder.
Reservoirs of draagplateaus wiebelen
of klemmen
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
Flessen of serviesgoed raken elkaar
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.
Kleine storingen zelf verhelpen
Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept:
Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen.
Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over
de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing
te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek
betalen!
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
De temperatuur wijkt erg af
van de instelling.
In sommige gevallen is het voldoende om
het apparaat gedurende 5 minuten uit
te schakelen.
Als de temperatuur te warm is: na enkele uren
controleren of de temperatuur de temperatuur-
instelling genaderd is.
Als de temperatuur te koud is: de volgende
dag de temperatuur nogmaals controleren.
De bodem van de koelruimte
is nat.
De dooiwatergoot of het
afvoergat is verstopt.
Het dooiwatergootje en het afvoergaatje
schoonmaken (zie „Schoonmaken van het
apparaat”). Afb. )
nl
71
Storing Eventuele oorzaak Oplossing
In de koelruimte is het te
koud.
De temperatuur is te koud
ingesteld.
Temperatuur warmer instellen.
De koelmachine wordt
steeds vaker en langer
ingeschakeld.
De deur van het apparaat
werd te vaak geopend.
Deur van het apparaat niet onnodig openen.
De be en ontluchtings-
openingen zijn afgedekt.
Afdekkingen verwijderen.
Het apparaat koelt niet.
De verlichting functioneert
niet.
De indicatie brandt niet
Het apparaat is
uitgeschakeld.
Toets Aan/Uit indrukken.
Stroomuitval. Controleren of er stroom is.
De zekering is
uitgeschakeld.
Zekering controleren.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Controleer of de stekker goed in
het stopcontact zit.
Het apparaat koelt niet, de
temperatuur-indicatie en
de verlichting branden.
Het presentatielicht
is ingeschakeld.
Alarmtoets, afb "/1, gedurende
10 seconden ingedrukt houden tot een
bevestigingssignaal te horen is.
Na een tijdje controleren of het apparaat koelt.
De verlichting functioneert
niet.
De LED verlichting is kapot. Zie hoofdstuk „Verlichting (LED)”.
De deur stond te lang open.
De verlichting wordt na
ca. 10 minuten
uitgeschakeld.
Na het sluiten en openen van de deur brandt
de verlichting weer.
De temperatuur-indicatie van
de koelruimte knippert.
Afb. "/4
De deur van het apparaat
werd te vaak geopend.
Deur van het apparaat niet onnodig openen.
Er werden te veel
levensmiddelen ingeladen.
Voor het aanbrengen op de „super” toets
drukken.
De be en ontluchtings-
openingen zijn afgedekt.
Afdekkingen verwijderen.
nl
72
Servicedienst
Adres en telefoonnummer van
de Servicedienst in uw omgeving kunt
u vinden in het telefoonboek of
in de meegeleverde brochure met
service-adressen. Geef a.u.b. aan
de Servicedienst het E-nummer (E-Nr.)
en het FD-nummer (FD) van
het apparaat op.
U vindt deze gegevens op
het typeplaatje. Afb. +
Door vermelding van het fabrikaat- en
productnummer kunt u onnodige
voorrijdkosten vermijden. Zo bespaart u
zich de daarmee verbonden meerkosten.
Verzoek om reparatie en advies
bij storingen
De contactgegevens in alle landen vindt
u in de bijgesloten lijst met
Servicedienstadressen.
NL 088 424 4010
B 070 222 141

Documenttranscriptie

nl Inhoud Veiligheidsbepalingen en waarschuwingen ............................. Aanwijzingen over de afvoer .............. Omvang van de levering .................... Let op de omgevingstemperatuur en de beluchting .................................. De juiste plaats ..................................... Apparaat aansluiten ............................ Kennismaking met het apparaat ....... Inschakelen van het apparaat ........... Instellen van de temperatuur ............. Superkoelen .......................................... Alarm function ...................................... Netto-inhoud .......................................... 59 61 61 62 62 62 63 64 64 64 65 65 De koelruimte ....................................... Uitvoering .............................................. Sticker „OK” .......................................... Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen ..................................... Ontdooien .............................................. Schoonmaken van het apparaat ...... Luchtjes ................................................. Verlichting (LED) .................................. Energie besparen ................................ Bedrijfsgeluiden ................................... Kleine storingen zelf verhelpen ......... Servicedienst ........................................ 65 66 67 67 67 68 69 69 69 70 70 72 nl nlInhoudnlGebruiksa nwijzng Veiligheidsbepalingen en waarschuwingen Voordat u het apparaat in gebruik neemt Lees de gebruiksaanwijzing en het installatievoorschrift nauwkeurig door. U vindt daarin belangrijke informatie over plaatsing, gebruik en onderhoud van het apparaat. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid als de aanwijzingen en waarschuwingen in de gebruiksaanwijzing niet in acht worden genomen. Bewaar de gebruiksaanwijzing en het montagevoorschrift voor later gebruik of voor een eventuele latere bezitter. Technische veiligheid Het apparaat bevat een geringe hoeveelheid van het milieuvriendelijke maar brandbare koelmiddel R600a. Let erop dat de leidingen van het koelcircuit bij het transport of de installatie niet beschadigd worden. Koelmiddel dat naar buiten spuit kan vlam vatten of tot oogletsel leiden. Bij beschadiging ■ Open vuur of andere ontstekingsbronnen uit de buurt van het apparaat houden; ■ Ruimte gedurende een paar minuten goed luchten; ■ Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken; ■ Contact opnemen met de Servicedienst. Hoe meer koelmiddel het apparaat bevat, des te groter moet de ruimte zijn waarin het apparaat wordt opgesteld. In een te kleine ruimte kan bij een lek een ontvlambaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m³ groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel in uw apparaat vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat. Als de aansluitkabel van het apparaat beschadigd raakt, moet deze worden vervangen door de fabrikant, de klantenservice of een andere gekwalificeerde persoon. Onvakkundige installatie en reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de bezitter. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de fabrikant, de klantenservice of een andere gekwalificeerde persoon. Er mogen alleen originele onderdelen van de fabrikant gebruikt worden. Alleen bij deze onderdelen garandeert de fabrikant dat ze aan de veiligheidseisen voldoen. Een verlengsnoer voor de aansluitkabel mag uitsluitend via de klantenservice worden aangeschaft. 59 nl Bij het gebruik ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ Nooit elektrische apparaten in het apparaat gebruiken (bijv. verwarmingsapparaten, elektrische ijsmaker etc.). Gevaar voor explosie! Het apparaat nooit met een stoomreiniger ontdooien of schoonmaken! De hete stoom kan in de elektrische onderdelen terechtkomen en kortsluiting veroorzaken. Kans op een elektrische schok! Gebruik geen puntige of scherpe voorwerpen om een laag ijs of rijp te verwijderen. Hierdoor kunt u de koelleidingen beschadigen. Koelmiddel dat naar buiten spuit kan vlam vatten of tot oogletsel leiden. Geen producten met brandbare drijfgassen (bijv. spuitbussen) en geen explosieve stoffen in het apparaat opslaan. Gevaar voor explosie! Plint, uittrekbare manden of laden, deuren etc. niet als opstapje gebruiken of om op te leunen. Om te ontdooien of schoon te maken: stekker uit het stopcontact trekken resp. de zekering uitschakelen of losdraaien. Altijd aan de stekker trekken, nooit aan de aansluitkabel. Dranken met een hoog alcoholpercentage altijd goed afgesloten en staand bewaren. Geen olie of vet gebruiken op kunststof onderdelen en deurdichtingen. Ze kunnen poreus worden. 60 ■ ■ De be- en ontluchtingsopeningen van het apparaat nooit afdekken. Personen (inclusief kinderen) met fysieke, sensorische of psychische beperkingen of gebrekkige kennis mogen dit apparaat uitsluitend gebruiken indien ze onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of door deze persoon zijn ingelicht over de wijze waarop het apparaat dient te worden gebruikt. Kinderen in het huishouden ■ ■ ■ Verpakkingsmateriaal en onderdelen ervan zijn geen speelgoed voor kinderen. Verstikkingsgevaar door opvouwbare kartonnen dozen en folie! Het apparaat is geen speelgoed voor kinderen! Bij een apparaat met deurslot: sleutel buiten het bereik van kinderen bewaren! Algemene bepalingen Het apparaat is geschikt om levensmiddelen te koelen. Dit apparaat is bestemd voor privégebruik in het huishouden en de huiselijke omgeving. Het apparaat is ontstoord volgens EU richtlijn 2004/108/EC. Het koelcircuit is op dichtheid gecontroleerd. Dit apparaat voldoet aan de veiligheidsbepalingen voor elektrische apparaten (EN 60335-2-24). nl Aanwijzingen over de afvoer * Afvoeren van de verpakking van uw nieuwe apparaat De verpakking beschermt uw apparaat tegen transportschade. De gebruikte materialen zijn onschadelijk voor het milieu en kunnen opnieuw worden gebruikt. Help daarom mee en zorg dat de verpakking milieuvriendelijk wordt afgevoerd. U kunt bij uw leverancier of bij de reinigingsdienst in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren voor een milieuvriendelijke verwerking. * Afvoeren van uw oude apparaat Oude apparaten zijn geen waardeloos afval! Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen worden teruggewonnen. Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment – WEEE). Deze richtlijn geeft het kader aan voor een in de EU geldende terugname en verwerking van oude apparaten. m Waarschuwing Bij afgedankte apparaten 1. Stekker uit het stopcontact trekken. 2. Aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker verwijderen. 3. Legplateaus en voorraadvakken niet eruit halen om het kinderen moeilijk te maken erin te klimmen! 4. Laat kinderen niet met het afgedankte apparaat spelen. Verstikkingsgevaar! Koelapparaten bevatten koelmiddel en in de isolatie gas. Die zorgvuldig moeten worden afgevoerd. Met het oog op een doelmatige en milieuvriendelijke afvoer mogen de leidingen van het koelcircuit tot het moment van transport niet beschadigd worden. Omvang van de levering Controleer na het uitpakken alle onderdelen op eventuele transportschade. Voor klachten kunt u terecht bij de winkel waar u het apparaat hebt aangeschaft of bij onze klantenservice. De levering bestaat uit de volgende onderdelen: ■ Inbouwapparaat ■ Uitrusting (modelafhankelijk) ■ Zakje met montagemateriaal ■ Gebruiksaanwijzing ■ Montagevoorschrift ■ Klantenserviceboekje ■ Garantiebijlage ■ Informatie over energieverbruik en geluiden 61 nl Let op de omgevingstemperatuur en de beluchting Omgevingstemperatuur Het apparaat is voor een bepaalde klimaatklasse geconstrueerd. Afhankelijk van de klimaatklasse kan het apparaat bij de volgende omgevingstemperaturen gebruikt worden. De klimaatklasse staat op het typeplaatje, afb. +. Klimaatklasse SN N ST T Toelaatbare omgevingstemperatuur +10 °C tot 32 °C +16 °C tot 32 °C +16 °C tot 38 °C +16 °C tot 43 °C Aanwijzing Het apparaat is volledig functioneel binnen de binnentemperatuurgrenzen van de aangegeven klimaatklasse. Wanneer een apparaat uit klimaatklasse SN wordt gebruikt bij een lagere binnentemperatuur, kunnen beschadigingen aan het apparaat worden uitgesloten tot een temperatuur van +5 °C. Beluchting Afb. !/17 De be- en ontluchting van de koelmachine vindt uitsluitend via het ventilatierooster in de plint plaats. Het ventilatierooster nooit afdekken of er iets voor zetten. Anders moet de koelmachine meer presteren waardoor het energieverbruik toeneemt. 62 De juiste plaats Geschikt voor het opstellen zijn droge, ventileerbare vertrekken. Het apparaat liefst niet in de zon of naast een fornuis, verwarmingsradiator of een andere warmtebron plaatsen. Is plaatsing naast een warmtebron niet te vermijden, maak dan gebruik van een isolerende plaat of neem de volgende minimumafstanden in acht: ■ ■ Naast elektrische of gasfornuizen 3 cm. Naast een CV-installatie 30 cm. Apparaat aansluiten Na het plaatsen van het apparaat moet u minimaal 1 uur wachten voordat u het apparaat in gebruik neemt. Tijdens het transport kan het gebeuren dat de olie van de compressor in het koelsysteem terecht komt. Vóór het eerste gebruik de binnenruimte van het apparaat schoonmaken (zie hoofdstuk „Schoonmaken van het apparaat”). Elektrische aansluiting Het stopcontact moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en ook na het opstellen van het apparaat goed bereikbaar zijn. Het apparaat voldoet aan beschermklasse I. Het apparaat aansluiten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd 220–240 V/50 Hz wisselstroomstopcontact met aardleiding. Het stopcontact moet zijn beveiligd met een zekering van 10 A tot 16 A. nl Bij apparaten die in niet Europese landen worden gebruikt op het typeplaatje controleren of de aansluitspanning en de stroomsoort overeenkomen met de waarden van uw elektriciteitsnet. U vindt deze gegevens op het typeplaatje. Afb. + m Waarschuwing Het apparaat mag in geen geval worden aangesloten op elektronische energiebesparingsstekkers. Voor onze apparaten kunnen netvoedingsinverters en sinusinverters worden gebruikt. Netvoedingsinverters worden gebruikt bij fotovoltaïsche installaties die rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare elektriciteitsnet. Bij losstaande systemen (bijv. op schepen of in berghutten) die geen rechtstreekse aansluiting op het openbare elektriciteitsnet hebben, moet een sinusinverter worden gebruikt. Kennismaking met het apparaat Afb. ! 1–5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 Bedieningselementen Afb. " 1 2 3 4 De laatste bladzijde met de afbeeldingen uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is op meer dan één type van toepassing. De uitrusting van de modellen kan variëren. Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn mogelijk. Bedieningselementen Verlichting Glasplateau „EasyLift” Vast glasplateau Uittrekbaar glasplateau Delicatessenhouder Groentelade met vochtigheidsregelaar Groentelade Boter en kaasvak Voorraadvak in de deur „EasyLift” Flessenhouder Vak voor grote flessen Be- en ontluchtingsopening 5 Alarmtoets Om het alarmsignaal uit te schakelen (zie hoofdstuk „Alarm function”). Toets „super” Dient voor het inschakelen van de functie superkoelen (zie het hoofdstuk Superkoelen). Temperatuurinsteltoets Met deze toets wordt de temperatuur ingesteld. Temperature display De cijfers komen overeen met de ingestelde temperaturen in de koelruimte in °C. Toets Aan/Uit Om het hele apparaat in en uit te schakelen. 63 nl Inschakelen van het apparaat Instellen van de temperatuur Afb. " Het apparaat met de toets Aan/Uit inschakelen, afb. 5. De temperatuurindicatie 4 knippert, tot in het apparaat de ingestelde temperatuur is bereikt. Het apparaat begint te koelen. De verlichting is ingeschakeld wanneer de deur open is. Wij adviseren een temperatuurinstelling van +4 °C voor de koelruimte. Bewaar gevoelige levensmiddelen niet warmer dan +4 °C. Afb. " De temperatuur is instelbaar van +2 °C tot +8 °C. Temperatuur-insteltoets 3 net zo vaak indrukken tot de gewenste temperatuur in de koelruimte is ingesteld. De laatst ingestelde waarde wordt in het geheugen opgeslagen. De ingestelde temperatuur wordt aangegeven op de temperatuurindicatie 4. Aanwijzingen bij het gebruik Tijdens het superkoelen wordt de koelruimte ca. 6 uur zo koud mogelijk gekoeld. Hierna wordt automatisch omgeschakeld naar de vóór het superkoelen ingestelde temperatuur. Het superkoelsysteem inschakelen bijv. ■ ■ Na het inschakelen kan het een aantal uren duren voordat de ingestelde temperaturen zijn bereikt. Vóór die tijd geen levensmiddelen in het apparaat leggen. De voorzijde van het apparaat achter de deur wordt gedeeltelijk licht verwarmd waardoor de vorming van condenswater in de buurt van de deurafdichting wordt voorkomen. Superkoelen ■ ■ vóór het inladen van grote hoeveelheden levensmiddelen. om dranken snel te koelen. In- en uitschakelen Afb. " Toets „super” 2 indrukken. De toets brandt als het superkoelsysteem is ingeschakeld. Aanwijzing Als het superkoelsysteem is ingeschakeld kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen. 64 nl Alarm function ■ Deuralarm Het deuralarm (aanhoudend geluidssignaal) wordt ingeschakeld als de deur van het apparaat langer dan twee minuten openstaat. Door de deur te sluiten wordt het alarmsignaal weer uitgeschakeld. Alarm uitschakelen Afb. " De alarm-toets 1 indrukken om het alarmsignaal uit te schakelen. Netto-inhoud De gegevens over de netto-inhoud vindt u op het typeplaatje in uw apparaat. Afb. + ■ Aanwijzing Voorkom dat de levensmiddelen de achterwand raken. Anders wordt de luchtcirculatie verminderd. Levensmiddelen of verpakkingen kunnen aan de achterwand vastvriezen. Let op de koudezones in de koelruimte Door de luchtcirculatie in de koelruimte verschillen de koudezones: ■ De koelruimte De koelruimte is een ideale plaats voor het bewaren van vlees, worst, vis, melkproducten, eieren, toebereide etenswaren en brood/banket. In acht nemen bij het bewaren ■ ■ Bewaar verse, onbeschadigde levensmiddelen. Zo blijft de kwaliteit en de versheid langer bewaard. Bij kant-en-klaarproducten en afgevulde producten de door de fabrikant vermelde houdbaarheids- of gebruiksdatum in acht nemen. De levensmiddelen goed verpakt of afgedekt inruimen, om aroma, kleur en versheid te bewaren. Dit voorkomt geuroverdracht en verkleuring van de kunststof onderdelen in de koelruimte. Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen en pas daarna in het apparaat zetten. ■ De koelste zone bevindt zich tussen de aan de zijkant afgebeelde pijl en de glasplaat eronder. Afb. $ Aanwijzing Bewaar in de koudste zone gevoelige levensmiddelen (bijv. vis, worst, vlees). De warmste zone bevindt zich bovenaan in de deur en in de onderste groentelade. Aanwijzing Bewaar bovenaan in de deur bijv. harde kaas en boter. Kaas kan zo zijn aroma verder ontwikkelen en de boter blijft goed smeerbaar. 65 nl Groentelade met vochtigheidsregelaar Afb. # Om optimale omstandigheden te scheppen voor het bewaren van groente en fruit, kan de luchtvochtigheid in de groentelade worden aangepast aan de hoeveelheid levensmiddelen: ■ ■ kleine hoeveelheid fruit en groente – hoge luchtvochtigheid grote hoeveelheid fruit en groente – lage luchtvochtigheid Aanwijzingen ■ Koudegevoelig fruit (bijv. ananas, bananen, papaja en citrusvruchten) en groente (bijv. aubergines, komkommers, courgettes, paprika, tomaten en aardappels) dienen voor een optimaal behoud van kwaliteit en aroma buiten de koelkast bewaard te worden op een temperatuur van circa +8 °C tot +12 °C. ■ Afhankelijk van de soort levensmiddelen en de hoeveelheid kan zich condenswater vormen in de groentelade. Condenswater verwijderen met een droge doek en de luchtvochtigheid in de groentelade aanpassen met behulp van de vochtigheidsregelaar. 66 Uitvoering (niet bij alle modellen) Glasplateau „EasyLift” Afb. % Het glasplateau kan in de hoogte worden versteld zonder het te verwijderen. Rechter hendel uittrekken om het plateau naar boven te bewegen. Linker hendel uittrekken om het plateau naar beneden te bewegen. Aanwijzingen ■ Gebruik altijd maar één hendel tegelijk. ■ Als het glasplateau met meer dan 5 kg beladen wordt, kan de positie niet meer gewijzigd worden. Voorraadvak in de deur „EasyLift” Afb. & De voorraadvakken in de deur kunnen in de hoogte worden versteld zonder ze te verwijderen. De knoppen aan de onderzijde van de voorraadvakken gelijktijdig indrukken om de voorraadvakken naar onderen te bewegen. Naar boven kunnen de vakken zonder indrukken van de knoppen versteld worden. nl Vast glasplateau Afb. ' Om de positie van het vaste glasplateau te veranderen, drukt u op de knoppen aan de onderzijde en maakt u het glasplateau los uit de bevestiging. Stopjes omzetten. Glasplateau weer erin zetten en naar beneden vastdrukken. Flessenrek Afb. ( In de flessenrek kunnen flessen veilig worden bewaard. De houder is variabel. Sticker „OK” (niet bij alle modellen) Met de „OK”-temperatuurcontrole kunnen temperaturen onder +4 °C worden geregistreerd. Stel de temperatuur trapsgewijs kouder in als de sticker niet „OK” aangeeft. Aanwijzing Bij ingebruikneming van het apparaat kan het tot 12 uur duren voor de temperatuur is bereikt. Apparaat uitschakelen en buiten werking stellen Uitschakelen van het apparaat Afb. " Toets Aan/Uit 5 indrukken. De temperatuurindicatie gaat uit en de koelmachine wordt uitgeschakeld. Buiten werking stellen van het apparaat Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt: 1. Uitschakelen van het apparaat. 2. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. 3. Schoonmaken van het apparaat. 4. Deur van het apparat open laten. Ontdooien Koelruimte Correcte instelling Wanneer het apparaat in bedrijf is, vormen zich dooiwaterdruppels of rijp op de achterwand van de koelruimte. Omdat de achterwand automatisch ontdooit, is het niet nodig om de rijp of de dooiwaterdruppels te verwijderen. Het dooiwater loopt door het dooiwatergootje en het afvoergat naar de verdampingsbak, waar het verdampt. Aanwijzing Dooiwatergootje en afvoergaatje regelmatig schoonmaken, zodat het dooiwater kan weglopen. Afb. ) 67 nl Schoonmaken van het apparaat m Attentie ■ ■ ■ Gebruik geen schoonmaak of oplosmiddelen die zand, chloride of zuren bevatten. Geen schurende of krassende sponsjes gebruiken. Op de metalen oppervlakken kan corrosie ontstaan. De legplateaus en voorraadvakken/laden mogen niet in de afwasmachine gereinigd worden. Ze kunnen vervormen! U gaat als volgt te werk: 1. Vóór het schoonmaken het apparaat uitschakelen. 2. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. 3. Levensmiddelen verwijderen en op een koele plaats bewaren. De koude-accu (indien aanwezig) op de levensmiddelen leggen. 4. Wachten tot de rijplaag is ontdooid. 5. Het apparaat schoonmaken met een zachte doek en lauw water met een scheutje pH neutraal schoonmaakmiddel. Het spoelwater mag niet in de verlichting of door het afvoergat in de verdampingsbak komen. 6. Deurafdichting alleen met schoon water schoonmaken en grondig droogwrijven. 7. Na het schoonmaken apparaat weer aansluiten en inschakelen. 8. Levensmiddelen weer aanbrengen. 68 Aanwijzingen ■ Dooiwatergootje en afvoergaatje, afb. )/B, regelmatig met een wattenstaafje schoonmaken zodat het dooiwater kan weglopen. Het watergootje, afb. )/A, kunt u ter reiniging verwijderen. ■ Het stopje in het afvoergaatje van de koelruimte moet er om technische redenen na het schoonmaken weer ingedrukt worden. Uitvoering Voor het reinigen kunnen alle variabele onderdelen van het apparaat worden verwijderd. Verwijderen van het glasplateau „EasyLift” Afb. % Glasplateau geheel omhoog bewegen en verwijderen. Verwijderen van het voorraadvak in de deur „EasyLift” Afb. & Voorraadvak in de deur geheel omhoog bewegen en verwijderen. Verwijderen van het vaste glasplateau Afb. ' Knoppen aan de onderzijde indrukken en losmaken uit de bevestiging. Reservoir verwijderen Afb. * Reservoir schuin naar voren houden en verwijderen. Bij het terugplaatsen het reservoir vooraan op de uittrekbare rails zetten en in het apparaat schuiven. Door het inschuiven wordt het reservoir vastgeklikt in het apparaat. nl Uittrekbare rails demonteren Afb. , 1. Uittrekbare rails uittrekken. 2. Vergrendeling in de richting van de pijl schuiven. 3. Uittrekbare rails van de achterste pen losmaken. 4. Uittrekbare rails in elkaar schuiven, boven de achterste pen naar achteren schuiven en ontgrendelen. Uittrekbare rails monteren 1. Uittrekbare rails in uitgetrokken toestand op de voorste pen zetten. 2. Uittrekbare rails om vast te klikken iets naar voren trekken. 3. Uittrekbare rails op de achterste pen erin zetten. 4. Vergrendeling naar achteren schuiven. Luchtjes Verlichting (LED) Het apparaat is voorzien van een onderhoudsvrije LED verlichting. Reparaties aan deze verlichting mogen alleen door de Servicedienst of een erkend vakman worden uitgevoerd. Energie besparen ■ ■ ■ Als u onaangename luchtjes ruikt: 1. Apparaat uitschakelen met de Aan/Uit-knop. Afb. "/5 2. Alle levensmiddelen uit het apparaat halen. 3. Binnenruimte reinigen (zie hoofdstuk Schoonmaken van het apparaat). 4. Alle verpakkingen schoonmaken. 5. Sterk ruikende levensmiddelen luchtdicht verpakken om luchtjes te voorkomen. 6. Apparaat weer inschakelen. 7. Levensmiddelen inruimen. 8. Na 24 uur controleren of er opnieuw luchtjes zijn ontstaan. ■ ■ ■ Het apparaat in een droge, goed te ventileren ruimte plaatsen! Het apparaat niet direct in de zon of in de buurt van een warmtebron plaatsen zoals een verwarmingsradiator of een fornuis. Gebruik eventueel een isolatieplaat. Warme gerechten en dranken eerst laten afkoelen, daarna in het apparaat plaatsen. Diepvrieswaren in de koelruimte leggen om ze te ontdooien en de kou van de diepvrieswaren gebruiken om andere levensmiddelen te koelen. Deuren van het apparaat zo kort mogelijk openen. Om een verhoogd stroomverbruik te voorkomen, de be- en ontluchtingsopening af en toe reinigen met een kwastje of een stofzuiger. De ordening van de uitrustingsdelen heeft geen invloed op de energieopname van het apparaat. 69 nl Bedrijfsgeluiden Heel normale geluiden Brommen De motoren lopen (bijv. koelaggregaten, ventilator). Borrelen, zoemen of gorgelen Koelmiddel stroomt door de buizen. Klikgeluiden Motor, schakelaar of magneetventielen schakelen in/uit. Voorkomen van geluiden Het apparaat staat niet waterpas De inbouwnis met behulp van een waterpas stellen. Gebruik hiervoor de schroefvoetjes van de nis of leg er iets onder. Reservoirs of draagplateaus wiebelen of klemmen Controleer de delen die eruit gehaald kunnen worden en zet ze eventueel opnieuw in het apparaat. Flessen of serviesgoed raken elkaar De flessen of het serviesgoed los van elkaar zetten. Kleine storingen zelf verhelpen Voordat u de hulp van de Servicedienst inroept: Controleer eerst of u aan de hand van de volgende punten de storing kunt verhelpen. Als u om een monteur vraagt, en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek betalen! Storing Eventuele oorzaak Oplossing De temperatuur wijkt erg af van de instelling. In sommige gevallen is het voldoende om het apparaat gedurende 5 minuten uit te schakelen. Als de temperatuur te warm is: na enkele uren controleren of de temperatuur de temperatuurinstelling genaderd is. Als de temperatuur te koud is: de volgende dag de temperatuur nogmaals controleren. De bodem van de koelruimte De dooiwatergoot of het is nat. afvoergat is verstopt. Het dooiwatergootje en het afvoergaatje schoonmaken (zie „Schoonmaken van het apparaat”). Afb. ) 70 nl Storing Eventuele oorzaak Oplossing In de koelruimte is het te koud. De temperatuur is te koud ingesteld. Temperatuur warmer instellen. De koelmachine wordt steeds vaker en langer ingeschakeld. De deur van het apparaat werd te vaak geopend. Deur van het apparaat niet onnodig openen. De be en ontluchtingsopeningen zijn afgedekt. Afdekkingen verwijderen. Het apparaat koelt niet. De verlichting functioneert niet. De indicatie brandt niet Het apparaat is uitgeschakeld. Toets Aan/Uit indrukken. Stroomuitval. Controleren of er stroom is. De zekering is uitgeschakeld. Zekering controleren. De stekker zit niet goed in het stopcontact. Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit. Het apparaat koelt niet, de temperatuur-indicatie en de verlichting branden. Het presentatielicht is ingeschakeld. Alarmtoets, afb "/1, gedurende 10 seconden ingedrukt houden tot een bevestigingssignaal te horen is. Na een tijdje controleren of het apparaat koelt. De verlichting functioneert niet. De LED verlichting is kapot. Zie hoofdstuk „Verlichting (LED)”. De deur stond te lang open. De verlichting wordt na ca. 10 minuten uitgeschakeld. Na het sluiten en openen van de deur brandt de verlichting weer. De temperatuur-indicatie van De deur van het apparaat de koelruimte knippert. werd te vaak geopend. Afb. "/4 Er werden te veel levensmiddelen ingeladen. De be en ontluchtingsopeningen zijn afgedekt. Deur van het apparaat niet onnodig openen. Voor het aanbrengen op de „super” toets drukken. Afdekkingen verwijderen. 71 nl Servicedienst Adres en telefoonnummer van de Servicedienst in uw omgeving kunt u vinden in het telefoonboek of in de meegeleverde brochure met service-adressen. Geef a.u.b. aan de Servicedienst het E-nummer (E-Nr.) en het FD-nummer (FD) van het apparaat op. U vindt deze gegevens op het typeplaatje. Afb. + Door vermelding van het fabrikaat- en productnummer kunt u onnodige voorrijdkosten vermijden. Zo bespaart u zich de daarmee verbonden meerkosten. Verzoek om reparatie en advies bij storingen De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. NL B 72 088 424 4010 070 222 141
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Bosch Built-in larder fridge de handleiding

Type
de handleiding