Nautilus R626 Assembly & Owner's Manual

Type
Assembly & Owner's Manual
MONTAGE- / GEBRUIKERSHANDLEIDING
Dit product voldoet aan de geldende
CE-eisen.
2
Belangrijke veiligheidsvoorschriften - Montage 3
Waarschuwingsklevers / serienummer 4
Specicaties 5
Voorafgaandaandemontage 5
Onderdelen 6
Montagemateriaal 7
Gereedschap 7
Montage 8
Het toestel verplaatsen 18
Het toestel nivelleren 19
Belangrijke veiligheidsvoorschriften 20
Kenmerken 21
Consolekenmerken 22
Bluetooth
®
-connectiviteit 25
Op afstand bediende hartslagmeter 26
Bedieningen 28
Afstellingen 28
Opstart/Stand-by-modus 28
Initiële installatie 29
Snelstartprogramma 29
Gebruikersproelen 29
Proelprogramma's 31
Pauzeren of stoppen 34
Resultaten/Afkoel-modus 35
GOALTRACK-statistieken 35
Onderhoudsmodus console 37
Onderhoud 38
Onderhoudsonderdelen 39
Problemen oplossen 40
Nautilus,Inc.,www.NautilusInc.com-Klantenservice:[email protected]|Nautilus,Inc.,18225NERiversideParkway,Portland,OR97230
USA | Gedrukt in China | © 2013 Nautilus, Inc. | ® wijst op handelsmerken die in de Verenigde Staten onder Nautilus, Inc. zijn geregistreerd.
Deze merken mogen in andere landen worden geregistreerd of anderszins worden beschermd door het gemeen recht. Polar
®
, OwnCode
®
,
Bluetooth
®
, iTunes® en MyFitnessPal
®
zijn handelsmerken van hun respectieve rechthebbenden.
INHOUDSOPGAVE
Bewaar het oorspronkelijke bewijs van aankoop en noteer de volgende informatie om de garantieondersteuning
te valideren:
Serienummer __________________________
Datum van aankoop ____________________
Neem contact op met uw lokale verdeler om uw productgarantie te registreren.
Voor meer informatie over uw productgarantie of als u vragen hebt of problemen ondervindt met uw product,
neem dan contact op met uw lokale Nautilus-verdeler. Om uw plaatselijke verdeler te vinden kunt u terecht op:
www.nautilusinternational.com
3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
-MONTAGE
Dit pictogram wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
Neem de volgende waarschuwingen in acht:
Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel.
Lees aandachtig de montage-instructies.
Houd omstanders en kinderen altijd uit de buurt van het toestel dat u aan het monteren bent.
Sluit het toestel niet op het elektriciteitsnet aan totdat u dit gevraagd wordt.
Monteer het toestel niet buiten of in een vochtige of natte plaats.
Zorg ervoor dat u voldoende werkruimte hebt, uit de buurt van voorbijgangers en zonder blootstelling van omstanders.
Sommige componenten van het toestel kunnen zwaar of moeilijk hanteerbaar zijn. Roep de hulp in van een tweede
persoon wanneer u deze onderdelen monteert. Monteer geen zware of moeilijk hanteerbare onderdelen zonder de
hulp van een tweede persoon.
Installeer het toestel op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond.
Probeer het design of de functionaliteit van het toestel niet te wijzigen. Dit zou de veiligheid van het toestel in gevaar
kunnen brengen en maakt de garantie ongeldig.
Als u vervangingsonderdelen nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele vervangingsonderdelen en
montagemateriaal van Nautilus. Als u geen originele vervangingsonderdelen gebruikt, dan kan dit een risico inhouden
voor de gebruikers, het toestel verhinderen om correct te functioneren en de garantie ongeldig maken.
Gebruik het toestel niet totdat het volledig gemonteerd en gecontroleerd is op correcte werking in overeenstemming
met de handleiding.
Lees voor de eerste ingebruikneming aandachtig de volledige handleiding die bij dit toestel is meegeleverd. Bewaar
de handleiding voor later gebruik.
Voer alle montagestappen in de opgegeven volgorde uit. Onjuiste montage kan leiden tot lichamelijke letsels of
onjuiste werking.
Dit product bevat magneten. Magnetische velden kunnen interfereren met het normale gebruik van bepaalde
medische hulpmiddelen in de directe nabijheid. Gebruikers kunnen in de nabijheid van de magneten komen bij de
montage, het onderhoud en/of het gebruik van het product. Vanwege het voor de hand liggende belang van deze
hulpmiddelen, zoals een pacemaker, is het belangrijk dat u uw arts om advies vraagt in verband met het gebruik van
dezeapparatuur.Raadpleegdesectie'WaarschuwingskleversenSerienummer'omdelocatievandemagnetenop
dit product te bepalen.
4
WAARSCHUWINGSKLEVERS EN SERIE-
NUMMER
Serienummer
Productspecicatie
5
SPECIFICATIES
ZetdittoestelNIETbijhetafval.Ditproductmoetwordengerecycled.Volgdevoorgeschrevenmethodenopeen
erkend afvalinzamelpunt om dit product correct te recyclen.
Voorafgaand aan de montage
Kies de plaats waar u het toestel wilt installeren en gebruiken. Voor een veilige werking moet het toestel op een harde en
vlakke ondergrond worden geïnstalleerd. Voorzie een trainingsruimte van minimaal 2 x 2,9 m.
Basisprincipes bij het monteren
Volg deze basisprincipes bij het
monteren van uw toestel:
Leesaandachtigde'Belangrijkeveilig-
heidsvoorschriften'voordemontage.
Verzamel alle onderdelen die u nodig
hebt bij iedere montagestap.
Met behulp van de aanbevolen moer-
sleutels draait u de bouten en moeren
naar rechts (met de klok mee) om aan
te spannen en naar links (tegen de
klok in) om los te draaien.
Wanneer u twee onderdelen vast-
maakt, heft u de constructie voorzich-
tig op en kijkt u door de boutgaten. Op
die manier kunt u de bout gemakkelij-
ker door de gaten glijden.
Voor de montage zijn mogelijk twee
mensen nodig.
2.9m ( 114” )
2m
( 77” )
0.6m
( 24” )
0.6m
( 24” )
0.6m
( 24” )
0.6m
( 24” )
126 cm
(49.6”)
165.9 cm
(65.3”)
71.8 cm
(28.3”)
Maximaal gebruikersgewicht: 136 kg
Totale benodigde ruimte (voetafdruk) van de apparatuur: 11.912 cm
2
Gewicht van het toestel: 41,7 kg
Stroomvoorziening:
Werkspanning: 12 V DC
Werkstroom: 1,5A
Wisselstroomadapter: 220V-240VAC,50Hz
Voldoet aan de volgende norm:
ISO20957.
Connectiviteit:
6
ONDERDELEN
Item Aantal Omschrijving Item Aantal Omschrijving
1 1 Console 10 1 Achterste stabilisatiesteun
2 1 Bidonhouder 11 1 Linkerpedaal
3 1 Rugleuning 12 1 Voorste stabilisatiesteun
4 1 Kap voor de stoel 13 1 Rechterpedaal
5 1 Gemonteerd stoelframe 14 1 Bovenste beschermkap
6 1 Zitvlak 15 1 Consolemast
7 1 Hendel voor het verstellen van de stoel 16 1 Mp3-snoer
8 1 Frame 17 1 Wisselstroomadapter
9 1 Eindkapstoelrail
17
9
1
15
7
13 (R)
11 (L)
4
3
6
5
10
2
14
12
16
8
7
Item Aantal Omschrijving Item Aantal Omschrijving
A 8 Bolkopinbusbout, M8x16 F 2 Kruiskopschroevendraaier,M5x12
B 10 Bolkopinbusbout, M6x12 G 14 Borgring, M6
C 8 Vlakke sluitring, M8 H 4 Verende sluitring, M6
D 8 Borgring, M8 I 4 Kruiskopschroevendraaier,M6x25
E 10 Vlakke sluitring, M6
MONTAGEMATERIAAL / GEREEDSCHAP
Gereedschap
Inbegrepen Niet inbegrepen
(aanbevolen)
4 mm
6 mm
A B C D E F
G H
I
8
8
10
12
*
6mm
*
*
X2
*
6mm
*
*
X2
MONTAGE
1a. Bevestig de stabilisatiesteunen op het frame
Opmerking: Het montagemateriaal(*) is vooraf geïnstalleerd op de stabilisatiesteunen en is dus niet aanwezig
op de montagekaart. Zorg dat de transportwielen op de voorste stabilisatiesteun naar voren zijn
gericht.
1b. Bevestig de eindkap van de stoelrail op het gemonteerde frame
9
9
5
B
E
G
4mm
X2
A
C
D
6mm
X4
2. Bevestig het gemonteerde stoelframe op de stoelrail
NB: Krimp de hartslagkabel niet. Vergeet het montagemateriaal niet vast te draaien zodra het allemaal is aan-
gebracht.
10
3. Bevestig de stoelkussens aan het gemonteerde stoelframe
3
6
H
X4
#2
G
I
X8
4mm
B
E
G
11
4. Bevestig de kap op het gemonteerde frame
4
12
5. Bevestig de hendel voor het verstellen van de stoel aan het gemonteerde frame
7
13
6. Sluit de kabels aan en bevestig de consolemast aan het gemonteerde frame
NB: Krimp de kabels niet.
15
14
A
C
6mm
X4
D
14
7. Schroef het montagemateriaal uit de console
Opmerking: Het montagemateriaal (*) is vooraf geïnstalleerd en is
niet aanwezig op de montagekaart.
1
*
X4
8. Sluit de kabels aan en bevestig de console aan het gemonteerde frame
NB: Plaats de clips tegenover de kabelconnectoren en zorg dat de connectoren vastklikken. Krimp de kabels niet.
X4
#2
*
1
15
9. Bevestig de pedalen op het gemonteerde frame
NB: Het linkerpedaal is uitgerust met een omgekeerde schroefdraad. Zorg dat de pedalen aan de juiste kant
van de fiets worden bevestigd. De richting moet worden bepaald vanuit een zithouding op de fiets. Het linker-
pedaalisgemarkeerdmeteen'L';hetrechterpedaalmeteen'R'.
13 (R)
11 (L)
16
10. Bevestig de bidonhouder aan het gemonteerde frame
2
X2
F
#2
17
11. Sluit de wisselstroomadapter op het gemonteerde frame aan
12. Laatste controle
Zorg dat al het montagemateriaal goed vastzit en dat de componenten correct gemonteerd zijn.
Noteer het serienummer in het daarvoor bedoelde veld vooraan in deze handleiding.
Gebruik het toestel niet totdat het volledig gemonteerd en gecontroleerd is op correcte werking, in overeenstemming met de
gebruikershandleiding.
17
18
Het toestel verplaatsen
Het toestel kan door één of meerdere personen worden verplaatst, afhankelijk van hun fysieke mogelijkheden en capaciteiten.
Zorg dat u en de andere personen allemaal fysiek fit zijn en in staat zijn om het toestel veilig te verplaatsen.
1. Verwijder het stroomsnoer.
2. Gebruik de transportgreep om het toestel voorzichtig op de transportwielen te tillen.
3. Duw het toestel naar zijn plaats.
4. Laat het toestel voorzichtig op zijn plaats zakken.
NB: Wees voorzichtig wanneer u de ets verplaatst. Abrupte bewegingen kunnen de werking van de computer
beïnvloeden.
VOORDAT U VAN START GAAT
19
Het toestel nivelleren
Aan weerszijden van de achterste stabilisatiesteun en op het framerail bevinden zich stelpootjes. Draai op de achterste
stabilisatiesteun aan de stabilisatievoet om te verstellen.
Verstel de stelpootjes niet te hoog, waardoor ze loskomen of van het toestel worden afgeschroefd. Dit zou lichame-
lijk letsel of schade aan het toestel kunnen veroorzaken.
Het stelpootje op de framerail verstellen:
1. Maak de bovenste borgmoer los.
2. Draai aan het stelpootje om de hoogte te verstellen.
Verstel de stelpootjes niet te hoog, waardoor ze loskomen of van het toestel worden afgeschroefd. Dit zou
lichamelijk letsel of schade aan het toestel kunnen veroorzaken.
3. Draai de bovenste borgmoer aan om het stelpootje vast te zetten.
Zorgdatdeetswaterpasstaatenstabielisvoordatubeginttetrainen.
20
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit pictogram wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
Neem de volgende waarschuwingen in acht voordat u dit toestel in gebruik neemt:
Lees aandachtig de volledige handleiding. Bewaar de handleiding voor later gebruik.
Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel. Als de waarschuwingsklevers op een gegeven moment
niet meer goed kleven, onleesbaar worden of loskomen, neem dan contact op met uw lokale verdeler om de klevers
te vervangen.
Laat kinderen niet alleen op of in de buurt van dit toestel. Bewegende onderdelen en andere voorzieningen van het
toestel kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen.
Niet geschikt voor gebruik door kinderen jonger dan 14 jaar.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma begint. Staak de training als u pijn of benauwdheid op
deborstvoelt,kortademigwordtofuauwvoelt.Vraaguwartsomadviesvoordatuhettoestelopnieuwbegintte
gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter
informatie.
Controleer voor elk gebruik of het toestel geen losse onderdelen heeft of tekenen van slijtage vertoont. Gebruik het
toestel niet als u een probleem vaststelt. Controleer het zadel, de pedalen en de crankarmen grondig. Neem contact
op met uw lokale verdeler voor informatie over een eventuele reparatie.
Maximale gebruikersgewicht: 136 kg. Gebruik het toestel niet wanneer u meer weegt.
Dit toestel is alleen geschikt voor thuisgebruik.
Draag geen losse kleding of sieraden. Dit toestel heeft bewegende onderdelen. Plaats uw vingers of andere
voorwerpen niet in de bewegende onderdelen van de trainingsapparatuur.
Installeer en gebruik dit toestel op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond.
Maak de pedalen stabiel voordat u erop gaat staan. Wees voorzichtig bij het op- en afstappen van het toestel.
Bij onderhoud zorgt u ervoor dat het toestel niet meer op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Gebruik dit toestel niet buiten of in vochtige of natte plaatsen. Houd de voetpedalen schoon en droog.
Bewaar aan beide zijden van het toestel een vrije ruimte van ten minste 0,6 m. Dit is de aanbevolen veiligheidsafstand
voor toegang en doorgang rond het toestel en voor het afstappen bij noodgevallen. Houd omstanders buiten deze
ruimte tijdens het gebruik van het toestel.
Span uzelf niet overdreven in tijdens het trainen. Gebruik het toestel in overeenstemming met de voorschriften in deze
handleiding.
Verstel en bevestig alle verstelbare onderdelen op een correcte en veilige manier. Zorg dat de verstelbare onderdelen
de gebruiker niet kunnen raken.
Het gebruik van dit toestel vereist coördinatie en evenwicht. Tijdens het trainen kunt u snelheids- en
weerstandsveranderingen verwachten. Wees dus voorzichtig om evenwichtsverlies en mogelijk letsel te voorkomen.
Dit toestel is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of personen met een verminderd lichamelijk, gevoels- of
mentaal vermogen, of personen zonder kennis over en ervaring met dit toestel, tenzij dit gebruik plaatsvindt onder het
toezicht van, of nadat men is geïnstrueerd over het gebruik van het toestel door, iemand die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
21
KENMERKEN
A Console L Volledig overkapt vliegwiel
B Mp3-ingang M Pedaal
C USB-poort N Opslagbak
D Bidonhouder O Hendel voor het verstellen van de stoel
E Transportgreep P Handvat,verticaalsteunproel
F Stabilisatiesteun Q Luidsprekers
G Stelpootje R Ventilator
H Handvat, zijkant S Mediadraagblad
I Contactsensoren voor hartslagmeting (CHR) T Telemetrische hartslagontvanger (HR)
J Stroomaansluiting U Bluetooth
®
-connectiviteit (niet afgebeeld)
K Transportwielen V Mp3-snoer
R
Q
S
T
L
K
J
F
M
G
G
F
E
I
H
O
D
P
B
C
A
N
V
A
P
WAARSCHUWING! Hartslagmeetsystemen kunnen onnauwkeurig zijn. Overmatig trainen kan ernstig letsel of de
dood veroorzaken. Staak de training onmiddellijk als u zich zwak voelt.
22
Consolekenmerken
De console verstrekt belangrijke informatie over uw training en verleent u controle over de weerstandsniveaus tijdens
het trainen. De console is voorzien van het Nautilus Dual Track™-display met aanraaktoetsen waarmee u door de
trainingsprogramma'skuntnavigeren.
TIMESPEED DISTANCE LEVEL CALORIESRPM HEART RATE
MPH km/h Hr MIN AVG MILES KM AVG BPM AVG
DISTANCE
QUICK START PAUSE/END
PROGRAMS
GOAL TRACK
USER
OK
100%
Anaerobic
80-90%
Aerobic
70-80%
Fat burn
50-70%
Warm up
Less than
50%
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
LONGEST WORKOUT LAST 7 DAYS
LAST 30 DAYSCALORIE RECORD
LAST WORKOUTCURRENT WORKOUT
1
21
15
9
25
18
7
3
5
12
SHARE AND TRACK
YOUR PROGRESS
Bovenste display
Onderste display
Sneltoetsen weerstandsniveau
Sneltoetsen weerstandsniveau
Prestatie-indicatielampjes
Ventilator
Toetsenblokfuncties
Toets weerstandsverhoging () - Verhoogt het weerstandsniveau van de training
Toets weerstandsverlaging () - Verlaagt het weerstandsniveau van de training
QUICK START-toets - Start een Quick Start-training
USER-toets-Voorhetselecterenvaneengebruikersproel
PROGRAMS-toets - Voor het selecteren van een categorie en een trainingsprogramma
PAUSE/END-toets-Pauzeerteenactievetraining,beëindigteenonderbrokentrainingofgaat terug naar het vorige
scherm
GOALTRACK-toets-Geeftdetrainingsresultatenenprestatiesvoorhetgeselecteerdegebruikersproelweer
Verhoogtoets () - Verhoogt een waarde (leeftijd, tijd, afstand of calorieën) of beweegt door de opties
Toets Links () - Geeft de verschillende trainingswaarden tijdens een training weer en beweegt door de opties
OK-toets - Start een programmatraining, bevestigt informatie of hervat een onderbroken training
Toets Rechts () - Geeft de verschillende trainingswaarden tijdens een training weer en beweegt door de opties
Verlaagtoets () - Verlaagt een waarde (leeftijd, tijd, afstand of calorieën) of beweegt door de opties
FAN-toets - Bedient de ventilator met drie snelheden
23
Sneltoetsen weerstandsniveaus - Verschuift de weerstandsniveaus snel tijdens een training naar de instelling
Prestatie-indicatielampen - wanneer een prestatieniveau wordt bereikt of een trainingsresultaat wordt bekeken, gaat de
prestatie-indicatielamp aan
Nautilus Dual Track™-display
Gegevens van het bovenste display
Programmadisplay
Hetprogrammadisplaygeeftinformatievoordegebruikerweerenhetrasterdisplaygebiedgeefthettrajectproelvanhet
programmaweer.Elkekolominhetproelgeeftéénintervalweer(trainingssegment).Hoehogerdekolom,hoehogerde
weerstand. De knipperende kolom geeft uw huidige interval weer.
Intensiteitsdisplay
Het intensiteitsdisplay toont het intensiteitsniveau op dat moment op basis van de huidige weerstand.
Hartslagzonedisplay
Het hartslagzonedisplay toont in welke zone de huidige hartslagwaarde valt voor de huidige gebruiker. Deze
hartslagzones kunnen worden gebruikt als een trainingsrichtlijn voor een bepaalde doelzone (anaeroob, aeroob of
vetverbranding).
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwdheid op
deborstvoelt,kortademigwordtofuauwvoelt.Vraaguwartsomadviesvoordatuhettoestelopnieuwbegintte
gebruiken. De hartslag die wordt weergegeven, is een benadering en mag alleen ter referentie worden gebruikt.
Opmerking: Als er geen hartslag wordt gedetecteerd, dan is het display leeg.
NB: Plaats geen persoonlijke elektronische apparaten aan de linkerkant van het mediadraagblad om interferentie met
de telemetrische hartslagontvanger te voorkomen.
Doeldisplay
Het Doeldisplay geeft het geselecteerde type doel (Afstand, Tijd of Calorieën) weer, de huidige waarde voor het bereiken
van het doel en het voltooide percentage van het te bereiken doel.
Gebruikersdisplay
HetGebruikersdisplaytoontwelkgebruikersproelmomenteelisgeselecteerd.
Prestatiedisplay
Het Prestatiedisplay wordt geactiveerd wanneer een trainingsdoel is bereikt of wanneer een trainingsmijlpaal wordt
overtroffen ten opzichte van vorige trainingen. Het consoledisplay zal de gebruiker feliciteren en hem informeren van zijn
prestatie. Dit gaat gepaard met een feestelijk geluidje.
Gebruikersdisplay
Prestatiedisplay
Programmadisplay
TIMESPEED DISTANCE LEVEL CALORIESRPM HEART RATE
MPH km/h Hr MIN AVG MILES KM AVG BPM AVG
DISTANCE
QUICK START PAUSE/END
PROGRAMS
GOAL TRACK
USER
OK
100%
Anaerobic
80-90%
Aerobic
70-80%
Fat burn
50-70%
Warm up
Less than
50%
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
LONGEST WORKOUT LAST 7 DAYS
LAST 30 DAYSCALORIE RECORD
LAST WORKOUTCURRENT WORKOUT
1
21
15
9
25
18
7
3
5
12
SHARE AND TRACK
YOUR PROGRESS
24
Gegevens van het onderste display
Het onderste display toont de trainingswaarden en kan voor iedere gebruiker worden aangepast. (Raadpleeg de sectie
'Gebruikersproelbewerken'indezehandleiding.)
Snelheid
Het Snelheidsdisplay toont de snelheid van het toestel in mijl per uur (mph) of kilometer per uur (km/u).
Tijd
HetTijdsdisplaytoontdetotaleduurvandetraining,degemiddeldeduurvoorhetgebruikersproelofdetotalewerkings-
tijd van het toestel.
Opmerking: IngevalvaneenQuickStart-trainingvanmeerdan99minutenen59seconden(99:59)verspringende
tijdseenheden naar uren en minuten (1 uur, 40 minuten).
Afstand
Het Afstandsdisplay toont de afgelegde afstand (mijl of km) tijdens de training.
Opmerking:Raadpleegdesectie'Instelmodusvandeconsole'vandezehandleidingomdemeeteenhedenteverande-
rennaarEngelseofmetrischematen.
Niveau
Het Niveaudisplay toont het huidige weerstandsniveau tijdens de training.
TPM
Het TPM-display toont de pedaalomwentelingen per minuut (TPM).
Hartslag (pols)
Het Hartslagdisplay toont het aantal slagen per minuut (BPM) vanaf de hartslagmeter. Wanneer de console een hartslag-
signaal opvangt, begint het pictogram te knipperen.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwdheid op
deborstvoelt,kortademigwordtofuauwvoelt.Vraaguwartsomadviesvoordatuhettoestelopnieuwbegintte
gebruiken. De hartslag die wordt weergegeven, is een benadering en mag alleen ter referentie worden gebruikt.
Calorieën
Het Calorieëndisplay toont het aantal calorieën dat u naar schatting tijdens het trainen hebt verbrand.
TIMESPEED DISTANCE LEVEL CALORIESRPM HEART RATE
MPH km/h Hr MIN AVG MILES KM AVG BPM AVG
DISTANCE
QUICK START PAUSE/END
PROGRAMS
GOAL TRACK
USER
OK
100%
Anaerobic
80-90%
Aerobic
70-80%
Fat burn
50-70%
Warm up
Less than
50%
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
LONGEST WORKOUT LAST 7 DAYS
LAST 30 DAYSCALORIE RECORD
LAST WORKOUTCURRENT WORKOUT
1
21
15
9
25
18
7
3
5
12
SHARE AND TRACK
YOUR PROGRESS
25
Connectiviteit op uw fitnesstoestel
Dit tnesstoestel van Nautilus
®
is uitgerust met Bluetooth
®
-connectiviteit en kan draadloos synchroniseren met de tness-app op ondersteunde
apparaten.
Opmerking: Ga naar www.nautilusconnect.com voor een volledige lijst van ondersteunde apparaten.
Fitness-app ('Nautilus
®
Trainer')
De app synchroniseert met uw tnesstoestel voor het volgen van het totale aantal verbruikte calorieën, de duur, de afstand en nog veel meer.
Elke training wordt geregistreerd en opgeslagen voor snelle consultatie. Bovendien synchroniseert de app uw trainingsgegevens automatisch met
MyFitnessPal
®
, waardoor het bereiken van uw dagelijkse doelen gemakkelijker wordt dan ooit tevoren! Volg uw resultaten en deel ze met vrienden
en familie.
1. Download de app, 'Nautilus
®
Trainer', gratis van de iTunes
®
App Store.
Opmerking: Ga naar www.nautilusconnect.com voor een volledige lijst van ondersteunde apparaten.
2. Volg de instructies op de app om uw apparaat met uw tnesstoestel te synchroniseren.
Op www.nautilusconnect.com kunt u een gids met informatie en veelgestelde vragen over de app vinden.
Exporteer uw trainingsresultaten naar een USB-stick
Dit tnesstoestel van Nautilus
®
is uitgerust met een USB-poort en kan uw trainingsresultaten automatisch naar een USB-stick exporteren. Sluit de
USB-stick na het exporteren van de trainingen op een computer aan en upload het bestand naar uw Nautilus Connect™-account.
1. Steek de USB-stick in de USB-poort op de console.
2. Druk op de GOAL TRACK-toets. Op de console worden de meest recente trainingswaarden weergegeven en wordt het overeenkomstige pres-
tatielampje geactiveerd.
3. Druk op de toets Lager () om naar de boodschap 'CLEAR WORKOUT DATA - OK?' (Trainingsgegevens wissen - OK?) te gaan.
4. Druk op de toets Lager () om naar de boodschap 'SAVE TO USB - OK?' (Opslaan op USB - OK?) te gaan. Druk op OK. Nu verschijnt de
boodschap 'ARE YOU SURE? - NO' (Bent u zeker? - Nee'). Druk op de toets Hoger () om 'Ja' te selecteren, en druk op OK. De console zal
u vragen om de USB-stick in te voeren ('INSERT USB'). Steek een USB-stick in de USB-poort. De console zal de statistieken op de USB-stick
opslaan.
Op de console verschijnt eerst 'SAVING' (Bezig met opslaan), en vervolgens 'REMOVE USB' (Verwijder USB-stick) wanneer het veilig is om de
USB-stick te verwijderen.
Opmerking: Druk op de PAUSE/END-toets om de boodschap 'SAVING' te stoppen.
5. Druk op GOAL TRACK om terug te keren naar het opstartscherm.
Volg uw resultaten op www.nautilusconnect.com
Haal projt uit Nautilus Connect™ om uw vooruitgang in de tijd te zien en uw gegevens te delen met MyFitnessPal®. Bekijk uw trainingen en
resultaten op afstand wanneer het u past. Met Nautilus Connect™ kunt u een trainingswaarde kiezen en deze in een week-, maand- of jaargraek
voorstellen.
Indien u een Bluetooth
®
-apparaat gebruikt om trainingsresultaten naar Nautilus Connect™ te importeren:
1. Meld u aan bij Nautilus Connect™ om uw trainingsgegevens direct te synchroniseren. Zodra u een account hebt, zullen uw trainingen onmid-
dellijk na een training via uw Bluetooth
®
-apparaat naar Nautilus Connect™ worden geüpload.
2. Om uw trainingsgegevens met MyFitnessPal
®
te synchroniseren kiest u 'Menu' in de linkerbovenhoek van de webpagina en klikt u op 'Sync to
MyFitnessPal
®
' (Synchroniseren naar MyFitnessPal
®
).
Opmerking: Nautilus Connect™ zal uw trainingen automatisch synchroniseren met MyFitnessPal
®
na de eerste synchronisatie.
Indien u een USB-stick gebruikt om trainingsresultaten naar Nautilus Connect™ te importeren:
1. Steek de USB-stick met uw trainingsgegevens in een apparaat dat is aangesloten op het internet.
26
2. Meld u aan bij Nautilus Connect™.
3. Klik op de toets 'Upload' op de website.
4. In het 'Upload'-venster zoekt u uw USB-stick. Selecteer de map met de trainingsgegevens en klik op de uploadtoets. Uw trainingsgegevens
worden naar uw account geüpload.
5. Om uw trainingsgegevens met MyFitnessPal
®
te synchroniseren kiest u 'Menu' in de linkerbovenhoek van de webpagina en klikt u op 'Sync to
MyFitnessPal
®
' (Synchroniseren naar MyFitnessPal
®
).
Opmerking: Nautilus Connect™ zal uw trainingen automatisch synchroniseren met MyFitnessPal
®
na de eerste synchronisatie.
Op www.nautilusconnect.com kunt u een gebruikershandleiding voor Nautilus Connect™ vinden.
Draadloze hartslagmeter
Het volgen van uw hartslag is een van de beste procedures om de
intensiteit van uw training te beheersen. De aanwezige Contact Heart
Rate-sensoren (CHR) verzenden uw hartslagsignalen naar de console. De
consolekanooktelemetrischehartslagsignalenaezendoormiddelvan
eenhartslagborstbanddieuitzendtopeenfrequentievan4,5-5,5kHz.
Opmerking: De borstband moet een ongecodeerde hartslagborstband van
PolarElectrozijn,ofeenongecodeerdPOLAR
®
-compatibel
model. (Gecodeerde Polar
®
-hartslagbanden zoals POLAR
®
OwnCode
®
-borstbanden zullen niet werken met deze
apparatuur.)
Vraag uw arts om advies voordat u een draadloze borstband of een andere telemetrische hartslagmeter gebruikt als
u een pacemaker of een ander geïmplanteerd elektronisch apparaat draagt.
NB: Plaats geen persoonlijke elektronische apparaten aan de linkerkant van het mediadraagblad om interferentie
met de telemetrische hartslagontvanger te voorkomen. *
Contactsensoren voor hartslagmeting
Contact Heart Rate-sensoren (CHR) verzenden uw hartslagsignalen naar de console. De CHR-sensoren zijn de roestvrij-
stalen onderdelen van de handgrepen. Om deze te gebruiken plaatst u uw handen comfortabel rond de sensoren. Zorg
dat uw handen de boven- en de onderkant van de sensoren aanraken. Houd de handgrepen stevig vast, maar niet te vast
of te los. Beide handen moeten contact maken met de sensoren, opdat de console een hartslag zou kunnen detecteren.
Zodra de console vier stabiele pulssignalen detecteert, wordt uw initiële hartslag weergegeven.
Zodradeconsoleuwinitiëlehartslagheeft,blijftugedurende10tot15secondenstilstaanzonderuwhandentebewegen.
De console gaat de hartslag nu valideren. Heel wat factoren hebben een invloed op het vermogen van de sensoren om
uw hartslag te detecteren:
Beweging van de spieren van het bovenlichaam (met inbegrip van de armen) produceert een elektrisch signaal (spier-
artefact) dat de pulsdetectie kan verstoren. Lichte beweging van de handen tijdens het contact met de sensoren kan
ook storingen veroorzaken.
Eeltopdehandenenhandlotionvormeneenisolatielaagenverminderendesignaalsterkte.
SommigepersonenwekkeneenonvoldoendesterkECG-signaalop,datnietkanwordengedetecteerddoordesenso-
ren.
De nabijheid van andere elektronische apparaten kan storing veroorzaken.
Als uw hartslagsignaal op enig moment verstoord lijkt te zijn na validatie, maakt u uw handen en de sensoren schoon en
probeert u het opnieuw.
*
27
Hartslagberekeningen
Uw maximale hartslag daalt typisch van 220 slagen per minuut (BPM) als kind tot ongeveer 160 BPM op de leeftijd
van60.Dezedalingvandemaximalehartslagverlooptmeestallineair,metongeveeréénBPMperjaar.Erzijngeen
aanwijzingen dat de daling van de maximale hartslag door training kan worden beïnvloed. Mensen van dezelfde leeftijd
kunnen verschillende maximale hartslagen hebben. Om deze waarde nauwkeurig te berekenen legt u dus beter een
stresstest af in plaats van de formule op basis van de leeftijd toe te passen.
Uw hartslag in rusttoestand wordt beïnvloed door duurtraining. De doorsnee volwassene heeft een hartslag in
rusttoestand van ongeveer 72 slagen per minuut, terwijl intensief getrainde lopers 40 slagen per minuut of lager kunnen
halen.
De hartslagtabel is een schatting van welke hartslagzone (HRZ) effectief is om vet te verbranden en uw cardiovasculaire
systeem te verbeteren. Fysieke omstandigheden variëren. Daarom is het mogelijk dat uw individuele HRZ verschillende
slagen hoger of lager ligt dan wat wordt weergegeven.
Demeestefciënteprocedureomvetteverbrandentijdenshettrainenistebeginnenopeenlaagtempoendeintensiteit
geleidelijkteverhogentotdatuwhartslag60-85%vanuwmaximalehartslagbereikt.Gadooropdattempo,waarbijuuw
hartslag in die doelzone houdt gedurende meer dan 20 minuten. Hoe langer u uw doelhartslag aanhoudt, hoe meer vet
uw lichaam verbrandt.
Degraekiseenbeknopterichtlijnmetdedoorgaansvoorgesteldedoelhartslagwaardenvoorpersonenvanuwleeftijd.
Zoals we hierboven reeds vermeldden, kan uw optimale doelhartslag hoger of lager liggen. Vraag uw arts om advies in
verband met uw persoonlijke doelhartslagzone.
Opmerking:Zoalsmetalletrainingenentnessprogramma'shetgevalis,moetuookhierdeintensiteitendeduurvan
de training naar eigen goeddunken verhogen.
20-24
Doelhartslag voor vetverbranding
Hartslag BPM (slagen per minuut)
Leeftijd
25-29
0
50
100
150
200
250
30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70+
196
191
186
181
176
171
166
161
156
151
146
167
162
158
154
150
145
141
137
133
128
126
Maximale Hartslag
Doelhartslagzone
(blijf binnen deze zone voor
een optimale vetverbranding)
118
115
112
109
106
103
100
97
94
91
88
28
BEDIENINGEN
Wat te dragen
Draag sportschoenen met rubberen zolen Om te trainen hebt u geschikte kleding nodig waarin u vrij kunt bewegen.
Hoe vaak moet u trainen
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwdheid op
deborstvoelt,kortademigwordtofuauwvoelt.Vraaguwartsomadviesvoordatuhettoestelopnieuwbegintte
gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter
informatie. De hartslag die op de console wordt weergegeven, is onnauwkeurig en mag alleen ter referentie worden
gebruikt.
3 keer per week gedurende 30 minuten per dag.
Plan trainingen op voorhand en probeer het schema te volgen.
Afstellen van de stoel
Dejuisteafstellingvandestoelhelptumaximaletrainingsefciëntieen-comforttegaranderen,
terwijl het risico op lichamelijk letsel wordt verminderd.
1. Metéénpedaalnaarvorenplaatstudebalvanuwvoetinhetmiddenvanhetpedaal.Uw
been moet licht gebogen zijn ter hoogte van de knie.
2. Als uw been te recht staat of uw voet het pedaal niet raakt, dan moet u de stoel meer naar
voren zetten. Als uw been te veel gebogen is, zet de stoel dan wat meer naar achteren.
Stapvandeetsafvoordatudestoelverstelt.
3. Duw de hendel voor het verstellen van de stoel omlaag en verstel de stoel tot op de
gewenste hoogte.
4. Trek de hendel voor het verstellen van de stoel weer omhoog om het vergendelmechanisme te activeren. Zorg dat de
hendel volledig omhoog staat.
Positionering van de voet / afstelling van de pedaalriem
Voetpedalen met riemen zorgen voor veiligheid tijdens het trainen.
1. Draaidepedalentotdateréénkanwordenbereikt.
2. Plaats de bal van elke voet op de pedalen.
3. Maak de riem over uw schoen vast.
4. Herhaal dit voor de andere voet.
Richt uw tenen en knieën recht naar voren om bij het trappen maximaal rendement te
garanderen. U kunt de pedaalriemen verschillende trainingen na elkaar gebruiken zonder ze te
verstellen.
Opstart/Stand-by-modus
De console zal in de Opstart/Stand-by-modus worden geplaatst wanneer hij op een stroombron wordt aangesloten, wan-
neer er een toets wordt ingedrukt of wanneer hij een signaal ontvangt van de toerentalsensor als gevolg van trapbewegin-
gen op het toestel.
Automatisch uitschakelen (slaapstand)
Alsdeconsoleineentijdspannevanongeveer5minutengeenenkeleinputontvangt,danwordthijautomatischuitge-
29
schakeld. Het lcd-display is uitgeschakeld wanneer de console in de slaapstand staat.
Opmerking: De console heeft geen Aan/Uit-schakelaar.
Initiële installatie
Wanneer de console voor de eerste keer wordt opgestart, moeten de datum, de tijd en uw voorkeur van de meeteenhe-
den worden ingesteld.
1. Datum: Druk op de toetsen Hoger/Lager om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de toet-
sen Links/Rechts om de selectie van de huidige actieve waarde (maand/dag/jaar) te veranderen.
2. Druk op OK om in te stellen.
3. Tijd: Druk op de toetsen Hoger/Lager om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de toetsen
Links/Rechts om de selectie van de huidige actieve waarde (uur/minuten/AM of PM) te veranderen.
4. Druk op OK om in te stellen.
5. Meeteenheden:DrukopdetoetsenHoger/Lageromtekiezentussen'MILES'(Engelsematen)of'KM'(metrische
maten).
6. Druk op OK om in te stellen. De console keert terug naar het Opstart/Stand-by-scherm.
Opmerking: Omdezeinstellingenaantepassengaatunaardesectie'Instelmodusvandeconsole'.
Snelstartprogramma (handmatig)
Met het handmatige snelstartprogramma kunt u een training starten zonder enige informatie in te voeren.
Bij een handmatige training staat iedere kolom voor een periode van 2 minuten. De actieve kolom zal om de 2 minuten
verder over het scherm verschuiven. Als de training langer duurt dan 30 minuten, dan wordt de actieve kolom vastgezet
op de verste kolom aan de rechterkant en worden de vorige kolommen van het display geduwd.
1. Ga op het toestel zitten.
2. Drukopde'User'-toetsomhetjuistegebruikersproeltekiezen.Alsunoggeengebruikersproelhebtingesteld,dan
kuntueenproelzonderaangepastegegevenskiezen(alleenstandaardwaarden).
3. Druk op de QUICK START-knop om het handmatige programma te starten.
4. Om de weerstand te veranderen drukt u op de toetsen voor het verhogen of verlagen van de weerstand. Het huidige
interval en de daaropvolgende intervallen worden ingesteld op het nieuwe niveau. De standaardwaarde van de
weerstand voor het handmatige programma is 4. De klok telt op vanaf 0:00.
Opmerking: Ingevalvaneenhandmatigetrainingvanmeerdan99minutenen59seconden(99:59)verspringende
tijdseenheden naar uren en minuten (1 uur, 40 minuten).
5. StopmettrappenendrukopPAUSE/ENDomdetrainingtepauzerenwanneeruklaarbent.DruknogmaalsopPAU-
SE/ENDomdetrainingtebeëindigen.
Opmerking: De trainingsresultaten worden in het huidige gebruikersprofiel opgeslagen.
Gebruikersprofielen
Op de console kunt u 4 gebruikersprofielen opslaan en gebruiken. De resultaten van iedere training worden automatisch
in de gebruikersprofielen opgeslagen, waar ze kunnen worden bekeken.
De volgende gegevens worden in het gebruikersprofiel opgeslagen:
Naam - maximaal 10 tekens
Leeftijd
Gewicht
Lengte
Geslacht
Gewenste trainingswaarden
30
Een gebruikersprofiel kiezen
Iederetrainingwordtopgeslagenineengebruikersproel.Zorgdatuhetjuistegebruikersproelkiestvoordatueentrai-
ning start. De laatste gebruiker die een training heeft voltooid, wordt standaard geselecteerd.
Gebruikersproelenzijningesteldopdestandaardwaardentotdatzewordenaangepast.Vergeetuwgebruikersproeldus
niet te bewerken voor meer accurate informatie over calorieverbruik en hartslagwaarden.
KiesophetOpstartschermeenvandegebruikersproelenmetbehulpvande'User'-toets.Opdeconsolewordtdenaam
enhetpictogramvanhetgebruikersproelweergegeven.
Gebruikersprofiel bewerken
1. Kies op het Opstartscherm een van de gebruikersprofielen metbehulpvande'User'-toets.
2. Druk op OK om het profiel te selecteren.
3. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'EDIT'(Bewerken)endenaamvanhethuidigegebruikersprofiel.
DrukopOKomdeoptie'Gebruikersprofielbewerken'testarten.
DrukopdetoetsPAUSE/ENDomdeoptie'Gebruikersproelbewerken'teverlaten.Deconsolezalnaarhet
Opstartscherm terugkeren.
4. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'NAME'(Naam)endenaamvanhethuidigegebruikersprofiel.
Opmerking: Het veld voor de naam van de gebruiker is leeg als dit de eerste bewerking is. De naam van een gebrui-
kersprofiel is beperkt tot 10 tekens.
Het huidige actieve segment knippert. Gebruik de toetsen Hoger/Lager om door het alfabet en een spatie (te vinden
tussen A en Z) te navigeren. Voor het instellen van elk segment gebruikt u de toetsen Links () of Rechts () om van
het ene segment naar het andere te gaan.
Druk op OK om de weergegeven gebruikersnaam te accepteren.
5. Voorhetbewerkenvandeanderegebruikersgegevens(EDITAGE,EDITWEIGHT,EDITHEIGHT,EDITGENDER)
gebruikt u de toetsen Hoger/Lager om de waarden aan te passen en drukt u op OK om iedere invoer vast te leggen.
6. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'SCAN'(Scannen).Metdezeoptiecontroleertuhoede
trainingswaarden tijdens een training op het onderste display worden weergegeven. Wanneer deze optie is
uitgeschakeld,kandegebruikermetbehulpvandetoetsenRECHTSofLINKSdeanderetrainingswaarden
bekijken wanneer hij dat wenst. Wanneer de optie is ingeschakeld, geeft de console om de 6 seconden een andere
trainingswaarde weer.
De optie is standaard uitgeschakeld.
Druk op de OK-toets om de manier waarop de trainingswaarden worden weergegeven, vast te leggen.
7. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'WIRELESSHR'(Draadlozehartslagmeting).Alsudeluidsprekers
van de console gebruikt met hoge instellingen en/of een groter persoonlijk elektronisch apparaat gebruikt, dan
wordt de hartslagmeting op de console mogelijk verstoord door interferentie. Met deze optie kunt u de telemetrische
hartslagontvanger uitschakelen om de interferentie te blokkeren.
Ophetbovenstedisplayzietudehuidigewaarde-instelling:'ON'of'OFF'.DrukopdetoetsenHoger() of Lager ()
om de waarde te veranderen.
De optie is standaard ingeschakeld.
Druk op de OK-toets om de telemetrische hartslagontvanger te activeren.
8. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'EDITLOWERDISPLAY'(Onderstedisplaybewerken).Metdeze
optie bepaalt u welke trainingswaarden worden weergegeven tijdens een training.
Op het onderste display verschijnen alle trainingswaarden, waarbij de actieve trainingswaarde knippert. Op het
bovenstedisplayzietudeactievewaarde-instelling:'ON'of'OFF'.DrukopdetoetsenHoger() of Lager () om de
actieve trainingswaarde te verbergen en gebruik de toetsen Links () of Rechts () om de actieve trainingswaarde te
veranderen.
31
OPMERKING: Om een verborgen trainingswaarde zichtbaar te maken herhaalt u de procedure en verandert u de instel-
lingvoordiewaardeophetbovenstedisplaynaar'ON'.
Wanneer u klaar bent met het bewerken van het onderste display, drukt u op OK om de instellingen vast te leggen.
Hr
9. De console keert terug naar het Opstartscherm met de geselecteerde gebruiker.
Een gebruikersprofiel resetten
1. Kies op het Opstartscherm een van de gebruikersprofielen metbehulpvande'User'-toets.
2. Druk op OK om het profiel te selecteren.
3. Ophetconsoledisplayverschijntdenaamvanhethuidigegebruikersprofielendeboodschap'EDIT'(Bewerken).
Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de boodschap te veranderen.
Opmerking: DrukopdetoetsPAUSE/ENDomdeoptie'Gebruikersproelbewerken'teverlaten.Deconsolezalnaar
het Opstartscherm terugkeren.
4. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'RESET'(Resetten)endenaamvanhethuidigegebruikersprofiel.
DrukopOKomdeoptie'Gebruikersprofielresetten'testarten.
5. De console zal nu vragen om het verzoek voor het resetten van het gebruikersprofiel te bevestigen (de
standaardkeuzeis'NO').Drukopde toetsen Hoger () of Lager () om de keuze aan te passen.
6. Druk op OK om uw keuze te maken.
7. De console keert terug naar het Opstartscherm.
De weerstand aanpassen
Druk op de toetsen voor het verhogen () of verlagen () van het weerstandsniveau om de weerstand op ieder
gewenst moment in een trainingsprogramma te wijzigen. Om de weerstand snel aan te passen drukt u op de gewenste
weerstandssneltoets. De console zal de weerstand aanpassen tot het ingestelde weerstandsniveau van de sneltoets.
Profielprogramma's
Dezeprogramma'sautomatiserenverschillendeweerstands-entrainingsniveaus.Deproelprogramma'szijngeorgani-
seerd in categorieën (Fun Rides, Mountains en Challenges).
Opmerking:Zodraeengebruikerallecategorieënziet,wordenzeuitgevouwenzodatdeprogramma'sbinnenelke
categorie worden weergegeven.
FUN RIDES
Rolling Hills Ride in the Park
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
EasyTour StreamCrossing
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
32
MOUNTAINS
Pike’s Peak Mount Hood
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Pyramids Summit Pass
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
CHALLENGES
Uphill Finish Cross-Training
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Interval Stairs
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Trainingsprofiel en doelprogramma
Opdeconsolekuntuhetproelprogrammaenhettypedoelvooruwtrainingkiezen(Afstand,DuurofCalorieën).Ukunt
ook de doelwaarde instellen.
1. Ga op het toestel zitten.
2. Drukopde'User'-toetsomhetjuistegebruikersproeltekiezen.
3. Druk op de toets Programs.
4. Druk op de toetsen Links () of Rechts () om een trainingscategorie te kiezen.
5. DrukopdetoetsenHoger () of Lager () om een profieltraining te kiezen, en druk op OK.
6. Gebruik de toetsen Hoger () of Lager () om een doeltype (Afstand, Duur of Calorieën) te kiezen, en druk op OK.
7. Gebruik de toetsen Hoger () of Lager () om de trainingswaarde aan te passen.
8. Druk op OK om de doelgerichte training te starten. De GOAL-waarde neemt af naarmate de waarde voor voltooid
percentage toeneemt.
Opmerking: Bij een caloriedoel staat iedere kolom voor een periode van 2 minuten. De actieve kolom zal om de 2
minuten verder over het scherm verschuiven. Als de training langer duurt dan 30 minuten, dan wordt de actieve
kolom vastgezet op de laatste kolom aan de rechterkant en worden de vorige kolommen van het display geduwd.
Conditietestprogramma
De Fitness Test meet de verbeteringen van uw fysieke conditie. De test vergelijkt uw afgeleverde vermogen (in watt) met
uw hartslag. Als uw conditie verbetert, dan zal uw afgeleverde vermogen bij een bepaalde hartslag stijgen.
Opmerking: Voor een goede werking moet de console de hartslaggegevens van de Contact Heart Rate-sensoren
(CHR) of de hartslagmeter (HRM) kunnen aflezen.
33
UkuntdeFitnessTeststartenvanuitdecategorieFEEDBACK.HetFitnessTest-programmavraagtueerstomuwcondi-
tieniveautekiezen-Beginner('BEG')ofAdvanced('ADV').Deconsolezalopbasisvandeleeftijds-engewichtwaarden
vanhetgeselecteerdegebruikersproeluwconditiescoreberekenen.
Start de training en houd de hartslagsensoren vast. Wanneer de test start, wordt de intensiteit van de training langzaam
opgevoerd. Dit betekent dat u harder moet werken en uw hartslag zal toenemen. De intensiteit blijft automatisch
toenementotdatuwhartslagde'TestZone'bereikt.Dezezoneisindividueelberekendopongeveer75procentvande
maximalehartslagvanuwgebruikersproel.Wanneerude'TestZone'bereikt,houdthettoesteldeintensiteitconstant
gedurende 3 minuten. Hierdoor kunt u een stabiele toestand bereiken (waarin uw hartslag constant wordt). Na deze 3
minuten meet de console uw hartslag en het afgeleverde vermogen. De computer gebruikt deze waarden, samen met uw
leeftijd en gewicht, om een conditiescore te berekenen.
Opmerking: Fitness Test-scores mogen alleen worden vergeleken met uw vorige scores en niet met andere
gebruikersprofielen.
Vergelijk uw conditiescores om uw vooruitgang te zien.
Hersteltestprogramma
De'RecoveryTest'geeftaanhoesneluwhartzichvanuiteentrainingstoestandhersteltnaareenmeerrustigetoestand.
Eenhogerhersteliseenindicatorvantoenemendeconditie.
Opmerking: Voor een goede werking moet de console de hartslaggegevens van de Contact Heart Rate-sensoren
(CHR) of de hartslagmeter (HRM) kunnen aflezen.
Kiesbijeenverhoogdehartslaghethersteltestprogramma.Opdeconsoleverschijnt'STOPEXERCISING'(Stopmet
trainen),waarbijdedoelwaardebegintaftetellen.Stopmettrainen,maarblijfdehartslagsensorenvasthouden.Na5
secondenverschijnter'RELAX'(Ontspan)ophetdisplayenwordterafgeteldtot00:00.Gedurendedeheleminuutwordt
ook uw hartslag op de console weergegeven. U moet de hartslagsensoren gedurende de hele test vasthouden als u geen
draadloze hartslagmeter gebruikt.
Ophetdisplayblijftdeboodschap'RELAX'enuwhartslagtezientotdathetdoel00:00bereikt.Deconsolezalvervolgens
uw herstelscore berekenen.
Herstelscore = uw hartslag bij 1:00 (het begin van de test) minus uw hartslag bij 00:00 (het einde van de test).
Hoehogerde'RecoveryTest'-score,destesnelleruwhartslagterugvaltnaareenmeerrustigetoestand,wateenindicatie
is van een verbeterende conditie. Wanneer u deze waarden registreert over een langere periode, kunt u een tendens zien
naar een betere gezondheid.
Wanneeruhet'RecoveryTest'-programmakiestenergeenhartslagsignaalof-weergaveis,verschijnteropdeconsole
'NEEDHEARTRATE'(Hartslagnodig).Dezeboodschapwordtgedurende5secondenweergegeven.Alsergeensignaal
wordt gedetecteerd, wordt het programma beëindigd.
Praktische tip: Voor een meer relevante score probeert u gedurende 3 minuten een stabiele hartslag te verkrijgen voordat
u het herstelprogramma start. Dit is gemakkelijker in het handmatige programma, waar u de beste resultaten verkrijgt,
omdat u er het weerstandsniveau kunt regelen.
Trainingsprogramma's met hartslagcontrole (HRC)
Indeprogramma'smethartslagcontrole(HRC)kuntueenhartslagdoelvooruwtraininginstellen.Hetprogrammabe-
waakt uw hartslag in slagen per minuut (BPM) door middel van de CHR-sensoren op het toestel of een hartslagborstband,
en past de training zo aan dat uw hartslag in de geselecteerde zone blijft.
Opmerking: Voor een goede werking van het HRC-programma moet de console de hartslaggegevens van de CHR-
sensoren of de HRM-borstband kunnen aflezen.
Deprogramma'smetdoelhartslaggebruikenuwleeftijdenanderegebruikersinformatieomdehartslagzonewaardenvoor
uw training in te stellen. Op het consoledisplay verschijnen vervolgens boodschappen voor het instellen van uw training:
34
1. KieshetniveauvandeHeartRateControl-training:BEGINNER('BEG')ofADVANCED('ADV'),endrukopOK.
2. Gebruik de toetsen Hoger () of Lager () omhetpercentagevandemaximalehartslagteselecteren:50–60%,
60–70%,70–80%,80–90%.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwdheid op
deborstvoelt,kortademigwordtofuauwvoelt.Vraaguwartsomadviesvoordatuhettoestelopnieuwbegintte
gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter
informatie. De hartslag die op de console wordt weergegeven, is onnauwkeurig en mag alleen ter referentie worden
gebruikt.
3. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
4. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de doelwaarde voor de training in te stellen.
Opmerking: Voorzie bij het instellen van het doel tijd voor het bereiken van de gewenste hartslagzone.
5. DrukopOKomdetrainingtestarten.
Eengebruikerkaneenhartslagzoneinstelleninplaatsvaneenwaardedoorhet'HeartRateControl-User'-programmate
kiezen. De console zal de training aanpassen om de gebruiker in de gewenste hartslagzone te houden.
1. KiesHEARTRATECONTROL-USERen druk op OK.
2. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de hartslagzone voor de training in te stellen, en druk op OK. Op de
console verschijnen links de hartslagzone (procent) en rechts het hartslagbereik voor de gebruiker.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwdheid op
deborstvoelt,kortademigwordtofuauwvoelt.Vraaguwartsomadviesvoordatuhettoestelopnieuwbegintte
gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter
informatie. De hartslag die op de console wordt weergegeven, is onnauwkeurig en mag alleen ter referentie worden
gebruikt.
3. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
4. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de waarde voor de training in te stellen.
5. DrukopOKomdetrainingtestarten.
Van trainingsprogramma veranderen tijdens een training
Via de console kunt u vanuit een actieve training een ander trainingsprogramma starten.
1. Druk tijdens een actieve training op PROGRAMS.
2. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het gewenste trainingsprogramma te kiezen, en druk op OK.
3. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
4. Druk op de toetsen Hoger () of Lager () om de waarde voor de training in te stellen.
5. DrukopOKomdeactievetrainingtestoppenendenieuwetrainingtestarten.
Devorigetrainingswaardenwordenopgeslageninhetgebruikersproel.
Pauzeren of stoppen
DeconsolewordtindepauzestandgezetalsdegebruikertijdenseentrainingstoptmettrappenenopPAUSE/ENDdrukt,
ofwanneerergedurende5secondengeentoerentalsignaalmeeris(gebruikertraptniet).Deconsoledoorloopteenreeks
berichten die om de 4 seconden veranderen:
-WORKOUTPAUSED(Trainingoppauzegezet)
35
-PEDALTOCONTINUE(Trapomverdertegaan-indieneenets)/STRIDETOCONTINUE(Stapomverderte
gaan - indien een crosstrainer)
-PUSHENDTOSTOP(DrukopENDomtestoppen)
Tijdens een onderbroken training kunt u de toetsen Hoger/Lager gebruiken om handmatig door de resultaten te navige-
ren.
1. StopmettrappenendrukopdetoetsPAUSE/ENDomuwtrainingteonderbreken.
2. Om uw training voort te zetten drukt u op OK of begint u te trappen.
OmdetrainingtestoppendruktuopdePAUSE/END-toets.DeconsolewordtindeResultaten/Afkoel-modusge-
plaatst.
Resultaten/Afkoel-modus
Na een training wordt op het GOAL-display de resterende tijd van de afkoelperiode weergegeven, waarbij er wordt afge-
teld vanaf 03:00. Tijdens deze afkoelperiode verschijnen de trainingsresultaten op de console. Alle trainingen, behalve
Quick Start, hebben een afkoelperiode van 3 minuten.
Op het lcd-scherm worden de huidige trainingswaarden weergegeven in drie kanalen:
a.) TIJD(totaal),AFSTAND(totaal)enCALORIEËN(totaal)
b.) SNELHEID(gemiddeld),TPM(gemiddeld)enHARTSLAG(gemiddeld)
c.) TIJD(gemiddeld),NIVEAU(gemiddeld)enCALORIEËN(gemiddeld).
Druk op de toetsen Links () of Rechts () om handmatig door de resultaten te navigeren.
Tijdens de afkoelperiode wordt de weerstand aangepast naar een derde van het gemiddelde niveau van de training. De
weerstand in de afkoelperiode kan met behulp van de toetsen voor het verhogen en verlagen van de weerstand worden
aangepast. De console zal de waarde echter niet weergeven.
MetdePAUSE/END-toetskuntudeafkoelperiodeonderbrekenennaardeopstartmodusterugkeren.Zondertoerental-of
hartslagsignaal wordt de console automatisch in slaapstand gezet.
GOAL TRACK-statistieken (en prestaties)
Destatistiekenvanelketrainingwordenopgeslagenineengebruikersproel.
De Nautilus Dual Track™-console geeft de Goal Track-trainingsstatistieken weer op het onderste display in drie kanalen:
a.) TIJD(totaal),AFSTAND(totaal)enCALORIEËN(totaal)
b.) SNELHEID(gemiddeld),TPM(gemiddeld)enHARTSLAG(gemiddeld)
c.) TIJD(gemiddeld),AFSTAND(gemiddeld)ofNIVEAU(gemiddeld)*enCALORIEËN(gemiddeld)
*AlsdeGoalTrack-statistiekeenenkeletrainingbetreft,danwordtNIVEAU(gemiddeld)weergegeven.Als
de Goal Track-statistiek een combinatie van meerdere trainingen betreft, dan wordt AFSTAND (gemiddeld)
weergegeveninplaatsvanNIVEAU(gemiddeld).
DeGOALTRACK-statistiekenvaneengebruikersproelbekijken:
1. Druk vanaf het opstartscherm op de 'User'-toetsomhetjuistegebruikersproeltekiezen.
2. Druk op de GOAL TRACK-toets. Op de console worden de meest recente trainingswaarden weergegeven en wordt
het overeenkomstige prestatielampje geactiveerd.
Opmerking: Goal Track-statistieken kunnen zelfs tijdens een training worden bekeken. Druk op GOAL TRACK om
de meest recente trainingswaarden weer te geven. De trainingswaarden voor de huidige training zullen
worden verborgen, behalve voor het GOAL-display. Druk nogmaals op GOAL TRACK om terug te keren
naar het opstartscherm.
36
3. Druk op de toets Hoger ()omnaardevolgendeGOALTRACK-statistiektegaan,'LAST7DAYS'(afgelopen7
dagen).Opdeconsolewordendeverbruiktecalorieënweergegeven(50calorieënpersegment)voordeafgelopen
zeven dagen, samen met de totalen van de trainingswaarden. Gebruik de toetsen Links () of Rechts () om door
alle trainingsstatistieken te navigeren.
4. Druk op de toets Hoger ()omnaar'LAST30DAYS'(afgelopen30dagen)tegaan.Opdeconsoleverschijnende
totale waarden van de afgelopen dertig dagen. Gebruik de toetsen Links () of Rechts () om door alle trainingssta-
tistieken te navigeren.
5. Drukopdetoets Hoger ()omnaar'LONGESTWORKOUT'(Langstetraining)tegaan.Opdeconsoleverschijnen
de trainingswaarden met de hoogste Tijd-waarde. Gebruik de toetsen Links () of Rechts () om door alle trainings-
statistieken te navigeren.
6. Druk op de toets Hoger ()omnaar'CALORIERECORD'(Calorierecord)tegaan.Opdeconsoleverschijnende
trainingswaarden met de hoogste Calorie-waarde. Gebruik de toetsen Links () of Rechts () om door alle trainings-
statistieken te navigeren.
7. Druk op de toets Hoger ()omnaar'BMI',ofBody Mass Index, te gaan. Op de console wordt de BMI-waarde weer-
gegeven op basis van de gebruikersinstellingen. Zorg ervoor dat uw lengte correct is ingevoerd in uw gebruikerspro-
el,endatuwgewichtactueelis.
De BMI-meting is een nuttig hulpmiddel dat de verhouding tussen gewicht en lengte aantoont, die verband houdt met
lichaamsvet en gezondheidsrisico. In de onderstaande tabel vindt u een algemene beoordeling van de BMI-score:
Ondergewicht Onder18,5
Normaal 18,5–24,9
Overgewicht 25,0–29,9
Zwaarlijvigheid 30,0 en hoger
Opmerking: De beoordeling overschat mogelijk het lichaamsvet bij atleten en andere personen die atletisch gebouwd
zijn. De beoordeling kan het lichaamsvet echter ook onderschatten, onder andere bij oudere mensen en
andere personen die spiermassa hebben verloren.
Raadpleeguwartsvoormeerinformatieoverde'BodyMassIndex'(BMI)enhetgewichtdatvooruideaalis.
Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter informatie.
8. Druk op de toets Hoger ()omnaardeboodschap'SAVETOUSB-OK?'(OpslaanopUSB-OK?)tegaan.Druk
opOK.Nuverschijntdeboodschap'AREYOUSURE?-NO'(Bentuzeker?-Nee'). Druk op de toets Hoger () om
'Ja'teselecteren,endrukopOK.DeconsolezaluvragenomdeUSB-stickintevoeren('INSERTUSB').Steek een
USB-stick in de USB-poort. De console zal de statistieken op de USB-stick opslaan.
Opdeconsoleverschijnteerst'SAVING'(Bezigmetopslaan),envervolgens'REMOVEUSB'(VerwijderUSB-stick)
wanneer het veilig is om de USB-stick te verwijderen.
Opmerking:DrukopdePAUSE/END-toetsomdeboodschap'SAVING'testoppen.
9. Druk op de toets Hoger ()omnaardeboodschap'CLEARWORKOUTDATA-OK?'(Trainingsgegevenswissen-
OK?)tegaan.DrukopOK.Nuverschijntdeboodschap'AREYOUSURE?-NO'(Bentuzeker?-Nee').Drukopde
toets Hoger () om 'AREYOUSURE?-YES'(Bentuzeker?-Ja)teselecteren,endrukopOK. De trainingen van
de gebruiker werden gereset.
10. Druk op GOAL TRACK om terug te keren naar het opstartscherm.
Wanneer een gebruiker tijdens een training de waarden 'LONGESTWORKOUT' of 'CALORIERECORD' van de vorige
trainingen overtreft, zal de console de gebruiker feliciteren met een hoorbaar geluid en hem informeren van de nieuwe
prestatie. Het overeenkomstige prestatie-indicatielampje zal ook gaan branden.
37
INSTELMODUS VAN DE CONSOLE
IndeInstelmodusvandeconsolekuntudedatumendetijdinvoeren,demeeteenhedeninstellenopEngelseof
metrischematen,degeluidsinstellingenregelen(aan/uit)ofonderhoudsstatistiekenbekijken(foutenlogenwerkuren–
alleen voor de onderhoudsmonteur).
1. HouddePAUSE/END-toetsendetoetsRechtsgedurende3secondensameningedruktterwijluindeOpstartmodus
bent om naar de Instelmodus van de console te gaan.
Opmerking: DrukopPAUSE/ENDomdeInstelmodusvandeconsoleteverlatenennaarhetOpstartschermterugte
keren.
2. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'Date'(Datum)metdehuidigeinstelling.DrukopdetoetsenHoger/
Lager om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de toetsen Links/Rechts om de selectie
van de huidige actieve waarde (maand/dag/jaar) te veranderen.
3. Druk op OK om in te stellen.
4. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'Time'(Tijd)metdehuidigeinstelling.DrukopdetoetsenHoger/Lager
om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de toetsen Links/Rechts om de selectie van de
huidige actieve waarde (uur/minuten/AM of PM) te veranderen.
5. DrukopOKomintestellen.
6. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'Units'(Eenheden)metdehuidigeinstelling.Omdezeinstellingte
wijzigendruktuopOKomdeoptie'Units'testarten.DrukopdetoetsenHoger/Lageromtekiezentussen'MILES'
(Engelsematen)of'KM'(metrischematen).
Opmerking: Als de eenheden worden gewijzigd wanneer er in de gebruikersstatistieken gegevens aanwezig zijn, dan
worden de statistieken omgezet naar de nieuwe eenheden.
7. Druk op OK om in te stellen.
8. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'SoundSettings'(Geluidsinstellingen)metdehuidigeinstelling.Druk
opdetoetsenHoger/Lageromtekiezentussen'ON'(Aan)en'OFF'(Uit).
9. Druk op OK om in te stellen.
10. Opdeconsoleverschijnendetotalewerkuren('TOTALRUNHOURS')vanhettoestel.
11. Druk op OK voor de volgende boodschap.
12. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'SoftwareVersion'.
13. Druk op OK voor de volgende boodschap.
14. De console keert terug naar het Opstartscherm.
38
ONDERHOUD
Lees alle onderhoudsinstructies volledig voordat u aan een reparatie begint. Sommige taken kunt u alleen met de hulp
van een tweede persoon uitvoeren.
Het toestel moet regelmatig worden geïnspecteerd om schade vast te stellen en reparaties uit te voeren. De eige-
naar is verantwoordelijk voor het regelmatig uitvoeren van onderhoud. Versleten of beschadigde onderdelen moeten
onmiddellijkwordengerepareerdofvervangen.Ermogenuitsluitenddoordefabrikantaangeleverdeonderdelen
worden gebruikt om het product te onderhouden en te repareren.
Als de waarschuwingsklevers op een gegeven moment niet meer goed kleven, onleesbaar worden of loskomen,
neem dan contact op met uw lokale verdeler om de klevers te vervangen.
!
Om het risico op een elektrische schok of het gebruik van de apparatuur zonder toezicht te beperken trekt
ualtijdhetbestdestekkeruithetstopcontactenhettoestelenwachtu5minutenvoordatuhettoestelbegintschoonte
maken, te onderhouden of te repareren. Bewaar het stroomsnoer op een veilige plaats.
Dagelijks:
Inspecteerhettnesstoestelvoorelkgebruikoploszittende,defecte,beschadigdeofversle-
ten onderdelen. Gebruik het toestel niet als u een probleem vaststelt. Repareer of vervang
alle onderdelen bij de eerste tekenen van slijtage. Veeg na elke training vocht van het toestel
en de console met behulp van een vochtige doek.
Opmerking: Gebruik voor de console niet te veel water.
Wekelijks:
Maak het toestel schoon om eventueel stof of vuil te verwijderen. Controleer of het schuif-
mechanisme van het zadel nog vlot werkt. Desnoods brengt u een zeer dun laagje siliconen-
smeermiddel aan om de werking soepeler te maken.
Opmerking: Gebruik geen producten op basis van aardolie.
Maandelijks
of na 20 uur:
Controleer de pedalen en crankarmen en draai ze eventueel aan. Controleer of alle bouten
en schroeven zijn aangedraaid. Zet ze indien nodig beter vast.
NB: Maak het toestel niet schoon met een oplosmiddel op basis van aardolie of met een reinigingsmiddel voor
auto's.Zorgdatdeconsolenietnatwordt.
39
Onderhoudsonderdelen
S
T
U
V
T
V
A
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
N
O
P
Q
R
W
FF
EE
B
R
Y
X
DD
CC
Z
BB
AA
GG
GG
A Console L Stabilisatiesteun, vooraan W Contactsensoren voor
hartslagmeting (CHR)
B Consolemast M Transportwiel X Vliegwiel
C Rugleuning N Pedalen Y Aandrijfpulley
D Kap voor de stoel O Beschermkap, rechts Z Servomotor
E Bidonhouder P Beschermkap, bovenaan AA Reminrichting
F Handvat, zijkant Q Beschermkap, links BB Aandrijfriem
G Zitvlak R Crankarm CC Snelheidssensormagneet
H Hendel voor het verstellen van
de stoel
S Consolekabel, onderaan DD Snelheidssensor
I Gemonteerd frame T Consolekabel, bovenaan EE Stroomingang
J Achterste stabilisatiesteun U Hartslagkabel, onderaan FF Wisselstroomadapter
K Stelpootje V Hartslagkabel, bovenaan GG Kap, crankschijf
40
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
Geen weergave/gedeelte-
lijke weergave/toestel wil
niet opstarten
Controleer het stopcontact Zorg dat het toestel is aangesloten op een werkend stopcon-
tact.
Controleer de aansluiting
aan de voorkant van het
toestel
De aansluiting moet veilig en onbeschadigd zijn. Vervang de
adapter of aansluiting van een toestel als een van beide be-
schadigd is.
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Controleer of het console-
display niet beschadigd is
Zoek naar zichtbare tekenen dat het consoledisplay gebar-
sten of anderszins beschadigd is. Vervang de console, indien
beschadigd.
Consoledisplay Als alle aansluitingen prima zijn en de console toch niet alles
behoorlijk weergeeft, dan moet u hem vervangen.
Als de bovenstaande stappen het probleem niet oplossen,
neem dan contact op met uw lokale verdeler voor verdere hulp.
Het toestel werkt, maar
de contactsensoren voor
hartslagmeting worden
niet weergegeven
Hartslagkabel aangeslo-
ten op console
Zorg dat de kabel veilig op de console is aangesloten.
Aansluiting aftakdoos van
hartslagkabel
Zorg dat de kabels van het handvat en de kabel naar de con-
sole veilig en onbeschadigd zijn.
Sensorgreep Zorg dat uw handen goed op de hartslagsensoren geplaatst
zijn. U moet uw handen stil houden met een relatief gelijke
drukuitoefening aan beide kanten.
Droge of eeltige handen Sensoren kunnen moeite hebben met uitgedroogde of eeltige
handen.Eengeleidendeelektrodecrème(hartslaggel)kande
geleidingbetermaken.Dezecrèmeszijnverkrijgbaarophet
internet,inmedischewinkelsofinenkelegroteretnesscentra.
Vast handvat Als uit tests blijkt dat er geen andere problemen zijn, dan moet
het handvat worden vervangen.
Het toestel werkt,
maar de telemetrische
hartslagmeting wordt niet
weergegeven
Borstband (optioneel)
Deborstbandmoet'POLAR
®
'-compatibelenongecodeerdzijn.
Zorg ervoor dat de borstband direct contact maakt met de huid
en dat het contactvlak nat is.
Controleer het gebruiker-
sproel
Selecteerdeoptie'EditUserProle'(Gebruikersproelbewer-
ken)voorhetgebruikersproel.Ganaardeinstelling'WIRE-
LESSHR'(Draadlozehartslagmeting)enzorgervoordatde
huidigewaardeisingesteldop'ON'.
Interferentie Probeer het toestel wat verder uit de buurt van storingsbronnen
(tv, magnetron, enz.) te plaatsen.
Vervang de borstband Als de storing is verholpen en de hartslagmeting nog niet
werkt, vervang dan de borstband.
Vervang de console Als de hartslagmeting nog altijd niet werkt, vervang dan de
console.
PROBLEMEN OPLOSSEN
41
Het toestel werkt,
maar de telemetrische
hartslagmeting wordt
verkeerd weergegeven.
Interferentie Zorg dat de HR-ontvanger niet wordt verstoord door een
persoonlijk elektronisch apparaat aan de linkerkant van het
mediadraagblad.
Geen weergave van snel-
heid/toerental, console
geeftfoutmelding'Gelieve
tetrappen'weer
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Controleer de positie van
de magneet (hiervoor
moet de beschermkap
worden verwijderd)
De magneet moet op de katrol bevestigd zijn.
Controleer de
snelheidssensor (hiervoor
moet de beschermkap
worden verwijderd)
De snelheidssensor moet gelijk worden gezet met de magneet
en op de datakabel worden aangesloten. Verplaats de sensor
indien nodig. Vervang de sensor als u schade vaststelt aan de
sensor of de aansluitdraad.
De console wordt uitge-
schakeld (slaapstand)
tijdens het gebruik
Controleer het stopcontact Zorg dat het toestel is aangesloten op een werkend stopcon-
tact.
Controleer de aansluiting
aan de voorkant van het
toestel
De aansluiting moet veilig en onbeschadigd zijn. Vervang de
adapter of aansluiting van een toestel als een van beide be-
schadigd is.
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Reset het toestel Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 3 minuten.
Steek de stekker terug in het stopcontact.
Controleer de positie van
de magneet (hiervoor
moet de beschermkap
worden verwijderd)
De magneet moet op de katrol bevestigd zijn.
Controleer de
snelheidssensor (hiervoor
moet de beschermkap
worden verwijderd)
De snelheidssensor moet gelijk worden gezet met de magneet
en op de datakabel worden aangesloten. Verplaats de sensor
indien nodig. Vervang de sensor als u schade vaststelt aan de
sensor of de aansluitdraad.
De ventilator start of stopt
niet
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden gekrompen of doorgesneden zijn.
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Reset het toestel Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 3 minuten.
Steek de stekker terug in het stopcontact.
42
De ventilator start niet,
maar de console werkt
Controleer of de ventilator
niet geblokkeerd is
Trekdestekkeruithetstopcontactgedurende5minuten.
Verwijder materiaal van de ventilator. Maak de console indien
nodig los om dit te vergemakkelijken. Vervang de console als u
niet in staat bent om de blokkering te verhelpen.
Het toestel schommelt/
staat niet gelijk
Controleer de afstelling
van de stelpootjes
Verstel de stelpootjes totdat het toestel waterpas staat.
Controleer de vloer onder
het toestel
Het verstellen van de stelpootjes is mogelijk niet voldoende in
het geval van een extreem oneffen vloer. Verplaats het toestel
naar een effen ruimte.
De gemonteerde stoel
verschuift/piept wanneer
hij wordt gebruikt
Montagemateriaal Controleer het montagemateriaal waarmee de gemonteerde
stoel is vastgemaakt, en draai al het bevestigingsmateriaal
aan.
Klikgeluid bij het trappen Controleer de aansluiting
tussen het pedaal en de
crankarm
Verwijder de pedalen. Controleer of de schroefdraad niet vuil is
en monteer de pedalen opnieuw.
Losse pedalen/toestel
moeilijk om te trappen
Controleer de aansluiting
tussen het pedaal en de
crank
Het pedaal moet stevig op de crank zijn gedraaid. Controleer of
de aansluiting niet verkeerd is vastgeschroefd.
Controleer de aansluiting
tussen de crank en de as
De crank moet stevig op de as zijn gedraaid.
43
Nautilus® Bowex® Schwinn® Universal®
8008989.090115.D
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Nautilus R626 Assembly & Owner's Manual

Type
Assembly & Owner's Manual