Indesit IN D 2412 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Handleiding
www.indesit.com/register
2
HANDLEIDING
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN INDESIT PRODUCT.
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren op www.indesit.com/register
INDEX
GIDS GEZONDHEID & VEILIGHEID ......................................................... 3
Veiligheidsvoorschriften .................................................................................3
GIDS GEBRUIK & ONDERHOUD ........................................................... 5
Productbeschrijving ......................................................................................5
Bedieningspaneel .......................................................................................... 5
Koelkastverlichting ........................................................................................6
Schappen ..................................................................................................6
Deur ....................................................................................................... 6
Gebruik van het apparaat ................................................................................7
Eerste gebruik .............................................................................................7
Koelvak en bewaren voedsel ...............................................................................7
Opslaan van verse etenswaar en dranken ...................................................................7
Koelvak en bewaren voedsel ...............................................................................8
Bewaartijden voor zelf ingevroren etenswaren ..............................................................8
Hoe het vriesvak ontdooien ................................................................................8
Functionele geluiden ......................................................................................9
Aanbevelingen wanneer het apparaat niet wordt gebruikt ..................................................9
Reiniging en onderhoud ..................................................................................9
Probleemoplossing ......................................................................................10
Consumentenservice ....................................................................................11
INSTALLATIEGIDS ....................................................................... 12
NL
3
Gids Gezondheid & Veiligheid
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
BELANGRIJK MOET WORDEN GELEZEN EN
IN ACHT GENOMEN
Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken deze
veiligheidsinstructies. Bewaar ze in de buurt voor
toekomstige raadpleging.
Deze instructies en het apparaat zelf zijn voorzien van
belangrijke veiligheidsaanwijzingen, die te allen tijde
moeten worden opgevolgd. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor schade die het gevolg
is van het niet opvolgen van deze veiligheidsinstructies,
oneigenlijk gebruik of een foute programmering van de
regelknoppen.
Heel kleine kinderen (0-3jaar) moeten uit de buurt
van het apparaat blijven. Jonge kinderen (3-8 jaar)
moeten uit de buurt van het apparaat blijven, tenzij ze
de hele tijd onder toezicht staan. Kinderen vanaf 8 jaar
en personen met verminderde fysieke, sensorische of
mentale vermogens of gebrek aan ervaring en kennis,
mogen dit apparaat gebruiken indien ze onder toezicht
staan of instructies hebben ontvangen over veilig
gebruik en de mogelijke gevaren ervan begrijpen.
Kinderen mogen niet spelen met het apparaat. De
reiniging en het onderhoud mogen niet door kinderen
worden uitgevoerd zonder toezicht.
TOEGESTAAN GEBRUIK
VOORZICHTIG: Het apparaat is niet geschikt voor
inwerkingstelling met een externe timer of afzonderlijk
systeem met afstandsbediening.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik in huishoudelijke
en gelijkaardige toepassingen zoals: personeelskeukens
in winkels, kantoren en overige werkomgevingen; in
landbouwbedrijven; door klanten in hotels, motels, bed
& breakfast en andere verblijfsomgevingen.
Dit apparaat is niet geschikt voor een professioneel
gebruik. Gebruik het apparaat niet buitenshuis.
De lamp die in het apparaat wordt gebruikt is speciek
ontworpen voor huishoudapparaten en is niet geschikt
voor ruimteverlichting (EG Verordening 244/2009).
Het apparaat is bedoeld voor gebruik op plaatsen
waar de temperatuur binnen het volgende bereik komt,
conform de klimaatklasse op het typeplaatje. Mogelijk
werkt het apparaat niet correct indien het lange tijd op
een temperatuur buiten het aangegeven bereik wordt
gebruikt.
Klimaatklasse Omg. (°C)
SN: Van 10 tot 32°C; N: Van 16 tot 32°C
ST: Van 16 tot 38°C; T: Van 16 tot 43°C
Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat
R600a (HC). Apparaten met Isobutaan (R600a): isobutaan
is een natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft
op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Zorg er daarom
voor dat de koelcircuitleidingen niet beschadigd raken,
vooral wanneer het koelcircuit geledigd wordt.
WAARSCHUWING: Beschadig de koelcircuitleidingen
van het apparaat niet.
WAARSCHUWING: Houd de ventilatieopeningen in
de behuizing van het apparaat of in de ingebouwde
structuur vrij van obstakels.
WAARSCHUWING: Gebruik geen mechanische,
elektrische of chemische middelen behalve de middelen
aanbevolen door de fabrikant om het ontdooiproces te
versnellen.
WAARSCHUWING: Gebruik of plaats geen elektrische
apparaten binnenin de apparaatcompartimenten indien
deze niet het type zijn dat uitdrukkelijk is goedgekeurd
door de Fabrikant.
WAARSCHUWING: IJsmakers en/of waterdispensers
die niet rechtstreeks op het waterleidingnet zijn
aangesloten, mogen uitsluitend met drinkwater worden
gevuld.
WAARSCHUWING: Automatische ijsmakers en/of
waterdispensers moeten worden aangesloten op een
waterleidingnet dat uitsluitend drinkwater levert, met
een waterdruk tussen 0,17 en 0,81MPa (1,7 en 8,1 bar).
Bewaar geen explosieve stoen zoals
aerosolspuitbussen met een ontvlambaar drijfgas in dit
apparaat.
Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen
niet in (bij enkele modellen). Eet geen ijsblokjes of
waterijsjes die net uit de vriezer komen, aangezien deze
vriesbrandwonden kunnen veroorzaken.
Bij producten ontworpen voor gebruik met een
luchtlter in een toegankelijke ventilatorafdekking, moet
het lter altijd zijn aangebracht wanneer de koelkast in
bedrijf is.
Bewaar geen glazen containers met vloeistoen in
het diepvriescompartiment, omdat ze kunnen breken.
Blokkeer de ventilator (indien aanwezig) niet met
levensmiddelen. Nadat de levensmiddelen in het
apparaat zijn geplaatst dient gecontroleerd te worden of
de deuren van de vakken goed sluiten, met name de
deur van het vriesvak.
Een beschadigde afdichting dient zo snel mogelijk
vervangen te worden.
Gebruik het koelkastcompartiment uitsluitend voor
het bewaren van vers voedsel en het
diepvriescompartiment uitsluitend voor het bewaren
van bevroren voedsel, het invriezen van vers voedsel en
het maken van ijsblokjes.
Vermijd het bewaren van onverpakt voedsel in direct
contact met interne oppervlakken van de koelkast- of
diepvriescompartimenten.
Apparaten kunnen over speciale compartimenten
beschikken (vak voor verse etenswaar, nul graden-vak,...).
Indien niet anders gespeciceerd in het betreende
productboekje kunnen deze compartimenten
verwijderd worden en blijven daarbij vergelijkbare
prestaties behouden.
C-pentaan wordt gebruikt als blaasmiddel in het
isolatieschuim en is een licht ontvlambaar gas.
4
Gids Gezondheid & Veiligheid
INSTALLATIE
Het apparaat moet gehanteerd en geïnstalleerd
worden door twee of meer personen - risico van
verwondingen. Gebruik beschermende handschoenen
om uit te pakken en te installeren - risico van snijwonden.
De installatie, inclusief de watertoevoer (als die er is)
en alle elektrische aansluitingen en reparaties moeten
uitgevoerd worden door een gekwaliceerd technicus.
Repareer of vervang geen enkel onderdeel van het
apparaat, behalve als dit expliciet aangegeven wordt in
de gebruikershandleiding. Kinderen moeten ver van de
installatieplaats blijven. Controleer na het uitpakken van
het apparaat of deze tijdens het transport geen
beschadigingen heeft opgelopen. Neem in geval van
twijfel contact op met uw leverancier of de dichtstbijzijnde
Whirlpool Consumenten Service. Na de installatie moet
het verpakkingsmateriaal (plastic, piepschuim, enz.)
opgeslagen worden buiten het bereik van kinderen -
risico van verstikking. Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het elektriciteitsnet, voordat u
installatiewerkzaamheden uitvoert - risico van
elektrocutie. Zorg er tijdens de installatie voor dat het
apparaat het netsnoer niet beschadigt - risico van brand
of elektrocutie. Het apparaat alleen activeren als de
installatie is voltooid.
Zorg dat u de vloer (bijv. parket) niet beschadigt
tijdens het verplaatsen van het apparaat. Installeer het
apparaat op een vloer of steun die sterk genoeg is om
het gewicht te kunnen hebben, en op een plaats die
geschikt is voor grootte en gebruik. Controleer of het
apparaat niet vlak naast een warmtebron staat en of de
vier pootjes stevig op de vloer rusten, stel ze naar wens
af en controleer of het apparaat exact horizontaal staat
en gebruik hiervoor een waterpas. Wacht minstens twee
uur alvorens het apparaat in te schakelen om zeker te
stellen dat het koelcircuit volledig eciënt is.
WAARSCHUWING: om gevaar als gevolg van
instabiliteit te voorkomen, moet de positionering of
bevestiging van het apparaat worden uitgevoerd
volgens de instructies van de fabrikant. Het is verboden
de koelkast dusdanig te plaatsen dat de metalen slang
van de gaskachel, de metalen gas- of waterleidingen of
de elektrische draden in contact komen met de
achterwand van de koelkast (condensatorspoel).
De ruimte die nodig is voor de installatie van het apparaat
is aangegeven in de handleiding.
ELEKTRISCHE WAARSCHUWINGEN
Het moet mogelijk zijn het apparaat van het
elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het
stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar
die bovenstrooms van het stopcontact is geplaatst
conform de nationale veiligheidsnormen.
Gebruik geen verlengsnoeren, meervoudige
stopcontacten of adapters. Als de installatie voltooid is,
mogen de elektrische onderdelen niet meer toegankelijk
zijn voor de gebruiker. Gebruik het apparaat niet
wanneer u natte voeten hebt of blootvoets bent.
Gebruik het apparaat niet als het netsnoer of de
stekker beschadigd is, als het apparaat niet goed
werkt of als het beschadigd of gevallen is.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet het
door de fabrikant, zijn technicus of een gelijkaardig
gekwaliceerd persoon vervangen worden door
een identieke kabel, om gevaarlijke situaties en
risico van elektrocutie te voorkomen.
REINIGING EN ONDERHOUD
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat
uitgeschakeld en losgekoppeld is van het
elektriciteitsnet vooraleer onderhoud uit te voeren;
gebruik nooit stoomreinigers - risico van elektrocutie.
Gebruik op kunststof onderdelen, binnen- en
deurranden of afdichtingen geen schurende of
agressieve schoonmaakmiddelen zoals ruitensprays,
schurende reinigingsmiddelen, brandbare
vloeistoen, schoonmaakwassen, geconcentreerde
schoonmaakmiddelen, bleekmiddelen en
reinigingsmiddelen die aardolieproducten bevatten.
Gebruik geen papieren handdoeken, schuursponsjes
of ander hard schoonmaakmateriaal.
VERWERKING VAN DE VERPAKKING
De verpakking kan volledig gerecycled worden, zoals door het
recyclingssymbool wordt aangegeven
.
De diverse onderdelen van de verpakking mogen daarom niet bij het
gewone huisvuil worden weggegooid, maar moeten worden afgevoerd
volgens de plaatselijke voorschriften.
AFDANKEN VAN HUISHOUDELIJKE APPARATUUR
Dit product is vervaardigd van recyclebaar of herbruikbaar materiaal.
Dank het apparaat af in overeenstemming met plaatselijke
milieuvoorschriften voor afvalverwerking. Voor meer informatie
over behandeling, terugwinning en recycling van huishoudelijke
apparaten kunt u contact opnemen met uw plaatselijke instantie, de
vuilnisophaaldienst of de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht.
Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese
Richtlijn 2012/19/EU inzake Afgedankte elektrische en elektronische
apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product correct wordt
afgedankt, helpt u mogelijke schadelijke gevolgen voor het milieu en de
gezondheid te voorkomen.
Het symbool
op het product of op de begeleidende documentatie
geeft aan dat dit apparaat niet als huishoudelijk afval behandeld
mag worden, maar dat het ingeleverd moet worden bij een speciaal
inzamelingscentrum voor de recycling van elektrische en elektronische
apparatuur.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
Volg de installatie-instructies om voldoende ventilatie te garanderen.
Door onvoldoende ventilatie aan de achterzijde van het product neemt
het energieverbruik toe en neemt de koeleciëntie af.
Wanneer de deur vaak wordt geopend kan dit leiden tot een verhoogd
Energieverbruik.
De interne temperatuur van het apparaat en het Energieverbruik
worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur en de plaats waar
het apparaat opgesteld is. Bij het instellen van de temperatuur moet
rekening gehouden worden met deze factoren.
Beperk het openen van deuren tot een minimum.
Plaats diepgevroren etenswaar die u wilt ontdooien in de koelkast. De
lage temperatuur van de diepgevroren etenswaar koelt de etenswaar in
de koelkast. Laat warme gerechten en dranken eerst afkoelen voordat
ze in het apparaat geplaatst worden.
De positionering van de platen in de koelkast heeft geen invloed op
het eciënte energiegebruik. De etenswaar dient zodanig op de platen
geplaatst te worden om voor voldoende luchtcirculatie te zorgen (de
verschillende etenswaar dient elkaar niet te raken en de afstand tussen
de etenswaar en de achterwand moet behouden blijven).
U kunt de opslagcapaciteit voor ingevroren etenswaar vergroten door
opslagmanden en, indien aanwezig, de Stop Frost-plaat te verwijderen
en daarbij een vergelijkbaar energieverbruik behouden.
Maak u geen zorgen om geluiden die de compressor maakt en die in de
Quick Guide worden omschreven als normale geluiden.
NL
5
Gids Gebruik & Onderhoud
PRODUCTBESCHRIJVING
Diepvriescompartiment
1. Zone voor opslag van ingevroren en
diepgevroren etenswaar
2. Rooster
3. IJsblokjeslade*
4. Binnendeur vriesvak
Koelvak
5. Knop thermostaat/verlichting
6. Schappen
7. Crisperlade
8. Crisperlade
9. Typeplaatje
(aan de zijkant van de crisperlade)
10. Deurvakken
11. Flessenhouder*
12. Deurvak voor essen
4
5
1
2
3
8
9
7
6
10
12
11
INVRIEZEN VAN VERSE LEVENSMIDDELEN
Plaats het vers voedsel dat ingevroren moet worden op het
rooster in het vriesvak. Vermijd rechtstreeks contact met
voedsel dat al bevroren is.
De hoeveelheid verse etenswaar die in 24 uur kan worden
ingevroren, staat aangegeven op het typeplaatje.
Om vers voedsel in te vriezen, plaats de rooster van het
vriesvak bovenin.
TEMPERATUUR KOELVAK EN VRIESVAK
Deze koelkast/diepvriezer wordt aangezet met de
thermostaat in het koelvak.
De temperatuur van beide vakken wordt geregeld door de
thermostaatknop te draaien.
Thermostaat ingesteld op 1/2: minimale koeling
Thermostaat ingesteld op 3-5 : matige koeling
Thermostaat ingesteld op 6/7: maximale koeling
Thermostaat ingesteld op
: geen koeling, geen
verlichting
Door de thermostaatknop in te stellen op
wordt het hele
apparaat uitgezet.
BEDIENINGSPANEEL
1. Referentie thermostaatregeling
2. Temperatuur koelvak en vriesvak
3. LED-lampje
1.
2.
3.
* Alleen beschikbaar op bepaalde modellen
6
Gids Gebruik & Onderhoud
KOELKASTVERLICHTING
Het verlichtingssysteem in het koelkastcompartiment maakt
gebruik van LED-verlichting voor een betere verlichting dan
de traditionele lampjes en een zeer laag energieverbruik.
Neem contact op met het Technische Servicecentrum als u
een vervanging nodig heeft.
Belangrijk: De binnenverlichting van het
koelkastcompartiment gaat branden wanneer de deur van de
koelkast geopend wordt.
SCHAPPEN
Alle laden, deurvakken en schappen kunnen worden
verwijderd.
DEUR
OMKEREN VAN DE DEUR
Opmerking: De richting waarin de deur opengaat kan
worden veranderd. Indien deze actie wordt uitgevoerd door
Consumentenservice valt dit niet onder de garantie.
Volg de instructies in de Installatiegids.
NL
7
Gids Gebruik & Onderhoud
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
EERSTE GEBRUIK
Wacht minstens twee uren na de installatie vooraleer het
apparaat aan te sluiten op het stopcontact.
Nadat u de stekker in het stopcontact gestoken hebt, draai
aan de thermostaatknop om het apparaat aan te zetten.
Na het inschakelen van het apparaat dient u 4-6 uur te
wachten tot de juiste opslagtemperatuur voor een normaal
gevuld apparaat is bereikt. Breng het antibacteriële lter
tegen onaangename geuren op de ventilator aan, zoals
aangeduid in de lterverpakking (indien aanwezig).
KOELVAK EN BEWAREN VOEDSEL
In het koelkastcompartiment kunnen verse etenswaar
en dranken bewaard worden. Het ontdooien van het
koelkastcompartiment vindt geheel automatisch plaats.
De aanwezigheid van waterdruppels op de achterste
binnenwand van het koelkastcompartiment is een teken
van de automatische ontdooifase. Het dooiwater loopt weg
in een afvoeropening en vervolgens in een bak, waar het
verdampt.
Opmerking: de omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur
wordt geopend en de plaats van het apparaat kan een invloed
hebben op de interne temperatuur van de twee vakken. Stel de
temperatuur in aan de hand van deze factoren.
Bij veel vocht in het koelkastcompartiment kan er condensvorming
ontstaan, vooral op de glasplaten.
In dit geval wordt geadviseerd dat u vloeistoen in open
pannen afsluit (bijv. een pan bouillon), etenswaar met een hoog
watergehalte (bijv. groenten) in folie wikkelt en de ventilator
inschakelt (indien hiermee uitgerust).
Alle laden, deurvakken en schappen kunnen worden verwijderd.
VENTILATIE
De natuurlijke circulatie van lucht in het koelvak resulteert in
zones met verschillende temperaturen. Het koudste gedeelte
bevindt zich direct boven de crisperlade voor groente en fruit
en bij de achterwand. Het warmste gedeelte bevindt zich
bovenaan de voorzijde van het koelvak.
Onvoldoende ventilatie resulteert in een hoger
energieverbruik en lagere koelprestaties.
OPSLAAN VAN VERSE ETENSWAAR EN DRANKEN
Levensmiddelen die een grote hoeveelheid ethyleengas
afgeven en de levensmiddelen die gevoelig zijn voor dit gas,
zoals fruit, groenten en salade, moeten altijd worden zodanig
worden gescheiden of verpakt dat de houdbaarheid niet
achteruit gaat; bijvoorbeeld geen tomaten samen met kiwi's
of kool bewaren.
Bewaar verschillende etenswaar niet te dicht bij elkaar om
voor voldoende luchtcirculatie te zorgen. Gebruik houders
van recyclebaar plastic, metaal, aluminium en glas, of wikkel
de levensmiddelen in folie.
Indien u een kleine hoeveelheid etenswaar in de koelkast
opslaat, raden wij aan de platen boven de crisperlade voor
groente en fruit te gebruiken, aangezien dit de koelste plek
in het koelvak is. Gebruik altijd afsluitbare houders voor
vloeistoen en etenswaar die geuren of smaken kunnen
afgeven of opnemen, of dek de vloeistoen of etenswaar
af. Om te voorkomen dat essen omvallen, kunt u gebruik
maken van de essenhouder (beschikbaar op bepaalde
modellen).
Legenda
GEMATIGDE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van tropisch
fruit,blikjes, dranken, eieren, sauzen, augurken,
boter, jam
KOELZONE
Aanbevolen voor het bewaren van kaas, melk,
zuivelproducten, delicatessen, yoghurt
KOUDSTE ZONE
Aanbevolen voor het bewaren van vis, vlees,
vleeswaren
FRUIT & GROENTELADE
8
Gids Gebruik & Onderhoud
KOELVAK EN BEWAREN VOEDSEL
In het diepvriescompartiment kan diepgevroren
etenswaar (gedurende de op de verpakking aangegeven
periode) bewaard en verse etenswaar ingevroren worden.
De hoeveelheid verse etenswaar die in 24 uur kan worden
ingevroren, staat aangegeven op het typeplaatje.
Schik de verse etenswaar in het vriesvak in het
diepvriescompartiment (zie de Beknopte Handleiding) en
zorg voor voldoende ruimte rondom elke verpakking zodat
de lucht kan circuleren. Geadviseerd wordt gedeeltelijk
ontdooide etenswaar niet opnieuw in te vriezen. Het
is belangrijk om etenswaar zodanig te verpakken dat
het binnendringen van water, vocht of condens wordt
voorkomen.
Voor meer opslagcapaciteit kan het
diepdiepvriescompartiment zonder de rooster worden
gebruikt. Zorg dat de deur goed gesloten wordt nadat de
etenswaar op de rooster is geplaatst.
IJSBLOKJES
Vul het ijsbakje voor 2/3 met water en plaats het in het
diepdiepvriescompartiment. Gebruik nooit puntige of
scherpe voorwerpen om het ijs te verwijderen.
Legenda
DIEPVRIESGEDEELTE
BEWAARTIJDEN VOOR ZELF INGEVROREN ETENSWAREN
Product Bewaartijd
Boter of margarine 6 maanden
Kaas 3 maanden
Vis
Schaaldieren
2/3 maanden
1 maand
Fruit (behalve citrus) 8-12 maanden
Roomijs of sorbet 2/3 maanden
Vlees
Ham-worst
Gebraad (rund-varken-lam)
Biefstuk of koteletten (rund-lam-varken)
2 maanden
8/12 maanden
4 maanden
Melk, verse vloeistoen 1-3 maanden
Gevogelte (kip-kalkoen) 5- 7 maanden
Groente 8-12 maanden
HOE HET VRIESVAK ONTDOOIEN
1. Het wordt aanbevolen de temperatuur kouder in te
stellen of Fast Freeze te selecteren vier uur vooraleer het
voedsel uit het vriesvak te halen, om de bewaartijd in de
ontdooiingsfase te verlengen.
2. Om het compartiment te ontdooien, schakelt u
het apparaat uit en verwijdert u de laden. Plaats de
ingevroren etenswaar op een koele plek. Laat de deur
open, zodat het ijs kan smelten. Om te voorkomen
dat er tijdens het ontdooien water wegloopt, wordt
geadviseerd een absorberende doek onderin het
diepdiepvriescompartiment te leggen en regelmatig uit
te wringen.
3. Maak de binnenkant van het diepdiepvriescompartiment
schoon en droog zorgvuldig.
4. Schakel het apparaat weer in en plaats de etenswaar
terug.
NL
9
Gids Gebruik & Onderhoud
FUNCTIONELE GELUIDEN
1. Tijdens de werking van het product is het normaal dat de
compressor af en toe een zoemend geluid afgeeft.
2. Borrelende en krakende geluiden zijn veroorzaakt door
de passage van het koelgas in de koelleidingen. Dit zijn
normale geluiden.
3. Het is normaal krakende geluiden te "horen" wanneer
de compressor actief of niet actief is: Dit is een normaal
geluid van de structuur van het product.
4. Controleer of de vakken aan de binnenkant van de
koelkastdeur, de schappen en de laden in het koelvak
vastzitten en correct geplaatst zijn, om trillingen te
voorkomen.
5. Plaats geen glazen recipiënten (essen, potten, enz.)
in rechtsreeks contact met elkaar, om trillingen te
voorkomen.
6. Dit apparaat is uitgerust met een compressor die werkt
aan een optimale snelheid om het energieverbruik te
optimaliseren. Het kan dus gebeuren dat in bepaalde
situaties (in de zomer of wanneer grote hoeveelheden
voedsel ingebracht worden) de compressor de snelheid
opdrijft en dus ook meer geluiden voortbrengt.
AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT
BIJ GEEN GEBRUIK
Ontkoppel het apparaat van het elektriciteitsnet en leeg,
ontdooi (indien nodig) en reinig het apparaat.
Laat de deuren op een kier staan, zodat lucht in de
compartimenten kan circuleren. Hierdoor voorkomt u de
ontwikkeling van schimmel en onaangename geuren.
BIJ EEN STROOMSTORING
Houd de deuren gesloten, zodat de etenswaar zo lang
mogelijk koel blijft. Vries gedeeltelijk ontdooide etenswaar
niet opnieuw in. Bij een langdurige stroomstoring is het
mogelijk dat het blackout-alarm geactiveerd wordt (bij
producten met elektronica).
REINIGING EN ONDERHOUD
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen. Maak de onderdelen van de koelkast nooit schoon met licht
ontvlambare vloeistoen.
Gebruik geen stoomreinigers.
De toetsen en het display van het bedieningspaneel mogen niet gereinigd worden met middelen op basis van
alcohol of daarvan afgeleide stoen; gebruik in plaats daarvan een droge doek.
Maak het apparaat regelmatig schoon met een doek met een
oplossing van lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel dat geschikt is voor het reinigen van de
binnenkant van een koelkast.
Om de constante en correcte afvoer van het dooiwater
te garanderen, dient u de binnenkant van de afvoer
in de achterwand van het
koelkastcompartiment, in de buurt van
de groenten- en fruitlade, schoon te
maken met behulp van het bijgeleverde
gereedschap.
10
Gids Gebruik & Onderhoud
PROBLEEMOPLOSSING
Wat moet u doen als... Mogelijke oorzaken Oplossingen
Het apparaat werkt niet. Er kan een probleem zijn met de
stroomtoevoer naar het apparaat
zijn.
Controleer of:
de stroom niet is uitgevallen;
de stekker correct in het stopcontact zit en de
tweepolige schakelaar (indien aanwezig) in de correcte
stand is (on);
de beschermingstoestellen voor huishoudelijke
elektrische systemen correct werken;
de voedingskabel niet is gebroken;
de thermostaatknop niet op “
” staat.
Het interieurlampje
werkt niet.
Het lampje moet mogelijk
vervangen worden.
Koppel het apparaat los van het elektriciteitsnet en neem
contact op met het Technische Servicecentrum als u een
vervanging nodig hebt.
De interne temperatuur
van de compartimenten
is niet laag genoeg.
De redenen kunnen variëren (zie
"Oplossingen).
Ga na of:
de deuren goed gesloten zijn;
het apparaat niet is geïnstalleerd in de buurt van een
warmtebron;
de ingestelde temperatuur voldoende is;
de circulatie van lucht door de ventilatieroosters onderin
het apparaat niet belemmerd wordt.
Er bevindt zich
water onderin het
koelkastcompartiment.
De afvoer voor dooiwater is
geblokkeerd.
Reinig de drainage van het dooiwater (zie deel "Reiniging en
Onderhoud").
Overmatige
hoeveelheid ijs in het
diepvriescompartiment.
De deur van het
diepvriescompartiment is niet
goed gesloten.
Ga na of niets verhindert dat de deur goed sluit.
Ontdooi het diepvriescompartiment.
Ga na of het apparaat correct geïnstalleerd is.
De voorste rand van
het apparaat, bij de
afdichtingen van de
deur, is heet.
Dit is geen probleem. Hierdoor
wordt de vorming van condens
voorkomen.
Een oplossing is niet nodig.
De temperatuur van het
koelvak is te laag.
De ingestelde temperatuur is
te laag.
Er is mogelijk een grote
hoeveelheid verse etenswaar
in het diepvriescompartiment
geplaatst.
Probeer een minder lage temperatuur in te stellen.
Als verse etenswaar in het diepvriescompartiment
geplaatst is, wacht dan tot het invriezen voltooid is.
Zet de ventilator uit (indien aanwezig) beschreven in de
paragraaf “VENTILATOR”.
NL
11
Gids Gebruik & Onderhoud
CONSUMENTENSERVICE
VOORDAT U DE CONSUMENTENSERVICE BELT
1. Controleer of u het probleem zelf kunt oplossen
aan de hand van de punten die beschreven zijn in
“PROBLEEMOPLOSSING”.
2. Het apparaat aan- en uitzetten om te controleren of het
probleem is opgelost.
ALS NA HET UITVOEREN VAN DEZE CONTROLES DE STORING NOG STEEDS
AANWEZIG IS, CONTACT OPNEMEN MET DE DICHTSTBIJZIJNDE
CONSUMENTENSERVICE
Bel voor assistentie het nummer dat in het garantieboekje
staat, of volg de instructies op de website
www . indesit . com
Wanneer u contact opneemt met de Klantenservice, vermeld
altijd:
een korte beschrijving van de storing;
het type en het exacte model van het apparaat;
het servicenummer (nummer na het woord Service op
het typeplaatje). Het servicenummer staat ook in het
garantieboekje;
uw volledige adres;
uw telefoonnummer.
Wend u tot een erkend Servicecentrum indien reparatie
noodzakelijk is (alleen dan heeft u zekerheid dat originele
vervangingsonderdelen worden gebruikt en de reparatie
correct wordt uitgevoerd).
12
1441 1576 mm
DD 16 M
DD 14M
540
545
1441
30
295
60
1084
57
996
540
545
1576
30
347
60
1166,5
57
1078
DD16M 1580
min. 50mm
0
+ 10
recommended
550
min.
560
560
0
+ 10
DD14M 1443
min. 50mm
0
+ 10
560
recommended
550
min.
560
0
+ 10
min.
2
200 cm
min.
2
200 cm
4mm
18mm
30mm
x 1
x 2
x 3
x 3
x 1
x 1
x 8
x 2
3,5 x 9,5mm
A
3,2 x 13,5mm
B
x 14
x 7x 3
DD12M 1222
0
+ 10
DD 12M
540
545
1220
30
295
60
863,5
57
773,5
1220
x 1
13
x 3
2
200cm
min.
2
200cm
2
.nimmc002
50mm
A
14
2
0mm
B
min.
4
22mm
B
5
6
8
7
1
2
4
6
8
1
46mm
B
3
3
A
15
400011023964
001
1mm
1mm
1mm
x 4
x 7
14
2
3
6
5
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Indesit IN D 2412 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding