Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Canon-product.
Veiligheidsmaatregelen
1.
Kijk niet door de lens of de camera naar de zon of een andere
heldere lichtbron.
Dit beschadigt uw ogen. Het is vooral
gevaarlijk wanneer u rechtstreeks door de lens naar de zon
kijkt.
2.
Laat het objectief niet zonder lensdop in de zon liggen,
ongeacht of het objectief wel of niet op de camera is
bevestigd.
Dit om te voorkomen dat de lens de zonnestralen
samenbundelt, hetgeen zou kunnen resulteren in brand.
Voorzorgsmaatregelen betreffende de behandeling
Als het objectief van een koude omgeving naar een warme
ruimte wordt gebracht, kan er condens op de lens en de interne
onderdelen ontstaan.
Om condens te voorkomen, raden wij u aan
het objectief in een luchtdichte plastic zak te doen voordat u dit
van een koude omgeving naar een warme ruimte brengt. Neem
het objectief uit de zak nadat dit geleidelijk is opgewarmd. Ga op
dezelfde wijze te werk wanneer u het objectief van een warme
ruimte naar de kou meeneemt.
1. Het objectief bevestigen en verwijderen
Raadpleeg de handleiding van de camera voor informatie
betreffende het bevestigen en verwijderen van het objectief.
• Na het verwijderen van het objectief plaatst u dit met de
achterkant omhoog om te voorkomen dat het lensoppervlak en
de contactpunten worden beschadigd.
• Als de contactpunten vuil of bekrast zijn of als er
vingerafdrukken op zitten, kan dit resulteren in corrosie of een
gebrekkige elektrische verbinding. Dit kan een foutieve werking
van de camera en het objectief tot gevolg hebben.
• Als de contactpunten vuil zijn of als er vingerafdrukken op
zitten, kunt u ze met een zacht doekje schoonmaken.
• Plaats de stofkap op het objectief wanneer u dit verwijdert. Om de
stofkap juist aan te brengen, lijnt u de lensbevestigingsmarkering
uit met de
-markering van de stofkap en vervolgens draait u
de stofkap naar rechts. Volg de aanwijzingen in de omgekeerde
volgorde om de stofkap te verwijderen.
2. De scherpstelmodus instellen
Zet de scherpstelmodusschakelaar op AF voor gebruik van
autofocus (AF).
Voor gebruik van handmatig scherpstellen (MF) zet u de
scherpstelmodusschakelaar op MF, en stelt u scherp door de
scherpstelring te verdraaien. De scherpstelring werkt altijd,
ongeacht de scherpstelmodus.
• Na automatische scherpstelling in de ONE SHOT AF-modus,
kunt u handmatig scherpstellen door de ontspanknop half
in te drukken en de scherpstelring te verdraaien (Continue
handmatige scherpstelling)
.
3. Symbool voor compensatie oneindige afstand
Hiermee compenseert u voor de verschuiving van het
scherpstelpunt oneindig als gevolg van veranderingen in de
temperatuur.
De positie oneindig bij normale temperatuur is het punt waarbij
de verticale lijn van het L-merkteken op een lijn ligt met de
afstandsindicator van de afstandsschaal .
• Voor een nauwkeurige scherpstelling in MF van onderwerpen
op oneindig kijkt u door de zoeker terwijl u aan de scherpstelring
draait.
4. Infraroodindex
Met de infraroodindex wordt de scherpstelling gecorrigeerd als u
fotografeert met zwart-wit infraroodfilm.
Stel scherp op het onderwerp in MF en corrigeer dan de
afstandsinstelling door de scherpstelring naar de corresponderende
infraroodindex te draaien .
• Met sommige EOS-camera’s kunt u geen infraroodfilm
gebruiken.
Raadpleeg de handleiding van uw EOS-camera
.
• De positie van de infraroodindex is gebaseerd op een golflengte
van 800 nm.
• Neem de instructies van de fabrikant in acht bij gebruik van
infraroodfilm.
• Gebruik ook een roodfilter wanneer u de foto maakt.
Benaming van de onderdelen
Afstandsschaal
Infraroodindex
Afstandsmarkering
Contactpunten
Lensbevestigingsmarkering
Scherpstelmodusschakelaar
Scherpstelring
EF-objectieven
EF14mm f/2,8L USM
EF20mm f/2,8 USM
EF24mm f/1,4L USM
EF28mm f/1,8 USM
EF35mm f/1,4L USM
EF50mm f/1,4 USM
EF85mm f/1,8 USM
EF100mm f/2 USM
EF200mm f/2,8L USM
Handleiding