NL
93
AANWENDING
PLAATSING
Het product heeft slechts een gering
ontvochtigend eect op aangrenzende
afzonderlijke ruimten waar een goede
luchtcirculatie ontbreekt.
• Gebruik de luchtontvochtiger niet
buitenshuis.
• De luchtontvochtiger is uitsluitend
bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Het is
niet bedoeld voor industrieel of
commercieel gebruik.
• Plaats de luchtontvochtiger op een vlakke,
stabiele ondergrond die het gewicht van
de luchtontvochtiger met vol
waterreservoir kan dragen.
• Laat ten minste 20 cm vrije ruimte aan
alle zijden om voor voldoende
luchtcirculatie te zorgen.
AFB. 5
• Laagste bedrijfstemperatuur is 5 °C. Bij
een lagere temperatuur kan er zich ijs
vormen op de verdamperspiralen,
waardoor de prestaties van de
luchtontvochtiger achteruitgaan.
• Plaats de luchtontvochtiger op enige
afstand van warmtebronnen.
• Gebruik de luchtontvochtiger om de juiste
luchtvochtigheid te verzekeren voor
bijvoorbeeld boeken en waardevolle
voorwerpen, alsook om vochtschade te
voorkomen.
• Gebruik de luchtontvochtiger alleen in
afgesloten ruimten.
• Sluit ramen, deuren en andere
openingen.
• Wielen worden gemonteerd in de hoeken
van de luchtontvochtiger. Rol de
luchtontvochtiger niet over tapijten.
LET OP!
Niet alle modellen zijn voorzien van wielen.
• Verplaats de luchtontvochtiger niet terwijl
er water in het waterreservoir zit. De
luchtontvochtiger zou kunnen omvallen,
waarna het water eruit zou stromen.
GEBRUIK
• Bij het eerste gebruik moet de
luchtontvochtiger continu draaien
gedurende 24 uur.
• Wanneer de luchtontvochtiger wordt
uitgeschakeld, kan hij niet opnieuw
worden gestart voordat er 3 minuten zijn
verstreken.
• Sluit de luchtontvochtiger aan op een
eigen stroomcircuit.
• Plaats de luchtontvochtiger op een
geschikte plaats en zorg ervoor dat het
stopcontact makkelijk bereikbaar is.
• De luchtontvochtiger mag alleen worden
aangesloten op een correct geaard
stopcontact.
• Controleer dat het waterreservoir correct
is geplaatst, zoniet zal de
luchtontvochtiger niet werken.
LET OP!
Verplaats de luchtontvochtiger voorzichtig
wanneer er water in het reservoir zit.
LEGEN
Het water kan op twee manieren worden
afgetapt:
Waterreservoir
• Wanneer het waterreservoir vol is, brandt
het controlelampje Vol.Haal het
waterreservoir voorzichtig uit. Pak de
handgrepen aan de zijkanten stevig vast
en trek het reservoir er recht uit. Zet het
reservoir niet neer, de bodem is oneen
waardoor het reservoir niet stabiel kan
blijven staan.
• Giet het water eruit en plaats het reservoir
terug. Controleer dat het waterreservoir
correct is geplaatst, zoniet zal de
luchtontvochtiger niet werken.