Froling S3 Turbo de handleiding

Type
de handleiding
Gebruikshandleiding
Stukhoutketel S3 Turbo
Vertaling van de oorspronkelijke gebruikshandleiding voor de bediener in de Duitse taal
De aanwijzingen en veiligheidsinstructies lezen en in acht nemen!
Technische wijzigingen, druk- en zetfouten voorbehouden!
B0610919_nl | Uitgave 15-1-2020
Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
Inhoudsopgave
1 Algemeen 5
1.1 Beschrijving van de werking 5
1.2 Productoverzicht S3 Turbo 6
2 veiligheid 8
2.1 Gevaarniveaus van waarschuwingen 8
2.2 Algemene veiligheidsinstructies 9
2.3 Beoogd gebruik 10
2.3.1 Toegestane brandstoffen 10
Stukhout
10
2.3.2 Voorwaardelijk toelaatbare brandstoffen 11
Houtbriketten
11
2.3.3 Niet-toegestane brandstoffen 13
2.4 Kwalificatie van het bedienende personeel 13
2.5 Persoonlijke beschermingen van het bedienende personeel 13
2.6 Veiligheidsinrichtingen 14
2.7 Resterende risico's 15
2.8 Handelen in noodgeval 16
2.8.1 Oververhitting van het systeem 16
2.8.2 Reuk van rookgas 17
2.8.3 Stroomuitval/uitval van zuigtrekventilator 18
2.8.4 Brand in het systeem 18
3 Aanwijzingen omtrent de werking van het verwarmingssysteem 19
3.1 Installatie en goedkeuring van het verwarmingssysteem 19
3.2 Aanwijzingen betreffende de opstellingsruimte (verwarmingsruimte) 19
3.3 Eisen aan het verwarmingswater 20
3.4 Aanwijzingen voor het gebruik van drukhandhavingssystemen 21
3.5 Terugloopbypass 22
3.6 Combinatie met buffertanks 22
3.7 Schoorsteenaansluiting / Schoorsteensysteem 22
4 Bediening van de installatie 24
4.1 Montage en eerste inbedrijfstelling 24
4.2 Stroomtoevoer inschakelen 25
4.3 Ketel inschakelen 25
4.4 Voor het opstoken van de ketel 25
4.4.1 WOS-hendel bedienen 25
4.4.2 Tussenpozen voor bijvullen bij bedrijf met buffertank 25
4.4.3 Juiste hoeveelheid brandstof bepalen 27
4.4.4 Brandstoftabel 28
4.4.5 Vulniveau in ketel 28
4.4.6 Tussenpozen voor het toevoegen van brandstof bij bedrijf zonder of met een te kleine
buffertank
28
Inhoudsopgave
2 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
4.5 Stukhout handmatig opstoken 29
4.6 Ketel bedienen op het toetsendisplay 30
4.7 Stukhout toevoegen 31
4.8 Ketel uitschakelen 32
4.9 Stroomtoevoer uitschakelen 32
4.10 Asniveau in ketel controleren 33
4.10.1 As verwijderen 33
4.10.2 Gietijzeren rooster reinigen 34
5 Onderhoud van de installatie 35
5.1 Algemene aanwijzingen betreffende het onderhoud 35
5.2 Benodigde hulpmiddelen 36
5.3 Onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker 38
5.3.1 Inspectie 38
Systeemdruk controleren
38
Thermische procesbeveiliging controleren
38
Veiligheidsventiel controleren
38
Snelontluchter controleren
38
5.3.2 Terugkerende controle en reiniging 39
Rookgasvoeler reinigen
39
Zwelgaskanaal reinigen
39
Openingen van de primaire lucht controleren
40
Warmtewisselaarbuizen reinigen
41
Rookgaspijp reinigen
42
Trekregelingsklep controleren
43
Dichtheid van deuren controleren
43
Zuigtrekventilator reinigen
44
5.4 Onderhoud door de vakman 45
5.4.1 Lambdasonde reinigen 46
5.5 Emissiemeting door schoorsteenveger of controleorgaan 46
5.5.1 Algemene wenken voor de meting 47
5.5.2 Emissiemeting uitvoeren 47
Meetvoorwaarden scheppen en meting uitvoeren
47
Emissiemeting starten
48
5.6 Vervangingsonderdelen 48
5.7 Aanwijzingen omtrent afvoer als afval 49
5.7.1 Afvoer van as 49
5.7.2 Afvoer van systeemcomponenten 49
6 Storingen opheffen 50
6.1 Algemene storing in de stroomtoevoer 50
6.1.1 Gedrag van het systeem na een stroomuitval 50
6.2 Te hoge temperatuur 50
6.3 Storingen met storingsmelding - Bedieningsapparaat met toetsen 51
6.3.1 Storingen opheffen 51
Procedure bij storingsmeldingen
51
7 Bijlage 52
7.1 Adressen 52
7.1.1 Adres van de fabrikant 52
Inhoudsopgave
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 3
Klantenservice
52
7.1.2 Adres van de installateur 52
Inhoudsopgave
4 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
1 Algemeen
Het doet ons genoegen dat u gekozen heeft voor een kwaliteitsproduct van het merk
Froling. Het product is vervaardigd volgens de laatste stand der techniek en voldoet
aan alle normen en testrichtlijnen die van kracht waren op het moment van
vervaardiging.
Lees de meegeleverde documentatie, neem deze in acht en houd deze documentatie
altijd beschikbaar in de buurt van het systeem. De inachtneming van de in de
documentatie gestelde eisen en veiligheidsinstructies vormt een wezenlijke bijdrage
aan een veilig, doelmatig, milieuvriendelijk en zuinig gebruik van het systeem.
Door de voortdurende verderontwikkeling van onze producten kunnen afbeeldingen
en inhoud enigszins afwijken. Mocht u fouten constateren, dan verzoeken wij u ons
hiervan op de hoogte te stellen: [email protected].
Technische wijzigingen voorbehouden!
Kwaliteits- en garantiebepalingen
In principe gelden onze verkoop- en leveringsvoorwaarden die de klant ter
beschikking zijn gesteld en waarvan kennis genomen is door het afsluiten van de
overeenkomst.
Bovendien kunt u de garantiebepalingen vinden in het bijgaande garantiebewijs.
1.1 Beschrijving van de werking
De S3 Turbo van Froling is een houtketel waarin op een niet-condenserende manier
stukhout wordt verbrand. Via de vuldeur, die achter de warmte-geïsoleerde deur zit
aan de voorkant van de ketel, wordt de vulruimte voorzien van brandstof. Onder de
vulruimte zit het verbrandingsrooster, waardoor de verbrandingsgassen de
verbrandingskamer in worden gezogen door middel van een zuigtrekventilator. Door
de werking met zuigtrekventilator wordt de verbrandingslucht in het gebied van de
verwarmingsdeur aangezogen en via regelkleppen naar de luchtkasten aan de zijkant
(primaire en secundaire lucht) naar de brandstof gevoerd. De temperatuur van het
ketelwater en het verbrandingsgas wordt geregeld via de zuigtrekventilator. Door
middel van primaire lucht wordt de ketel ingesteld op de brandstof en het benodigde
vermogen. Door de secundaire lucht wordt het verbrandingsmateriaal ingesteld, wat
als optie door middel van de handregelaar of met lambdasonde en servomotor kan
worden gerealiseerd. Het verbrandingsgas wordt door de buiswarmtewisselaar naar
de uitlaat gevoerd, waar bij nominaal lastbedrijf van de ketel een lage onderdruk
aanwezig is bij de aansluiting van het verbindingsstuk naar het schoorsteensysteem,
afhankelijk van de werking. Om de warmteoverdracht en de reiniging te optimaliseren,
zijn de buizen van de warmtewisselaar voorzien van een handbediend
rendementoptimalisatiesysteem (WOS) dat door een hendel aan de buitenkant van de
ketel kan worden bediend. De as die zich ophoopt in het onderste gebied van de
verbrandingskamer en onder de buizen van de warmtewisselaar kan worden
verwijderd via de verbrandingskamerdeur aan de voorkant van de ketel.
Algemeen 1
Beschrijving van de werking
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 5
1.2 Productoverzicht S3 Turbo
1Isolatiedeur
1.1 Onderhoudsoverzicht
2Vuldeur
3Ontstekingsdeur
4Deur verbrandingskamer met kijkglas
5Besturing S-Tronic Plus / S-Tronic Lambda
5.1 Grafisch display voor weergave van bedrijfstoestanden en parameters
5.2 Status – Led voor weergave van de bedrijfstoestand:
- GROEN brandend: KETEL ACTIEF (bedrijfstoestand Opstoken/Verwarmen)
- GROEN knipperend (interval: 5 sec. UIT, 1 sec. AAN): VUUR UIT
- ORANJE knipperend: WAARSCHUWING
- ROOD knipperend: STORING
5.3 Navigatietoetsen voor verplaatsing in de menu's en wijziging van parameterwaarden
5.4 Functietoetsen om individuele ketelfuncties rechtstreeks op te roepen
AANWIJZING! Zie voor de functies van de toetsen de bedieningshandleiding van de
ketelbesturing
1Algemeen
Productoverzicht S3 Turbo
6 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
Onder het achterste isolatiedeksel (9):
6Hendel van de warmtewisselaarreiniging (WOS-systeem)
7 bij S-Tronic Plus: Handregelaar voor primaire en secundaire lucht
bij S-Tronic Lambda: Servomotoren voor primaire en secundaire lucht
(De luchtgeleiding wordt bij de eerste inbedrijfstelling door een vakman ingesteld)
8Reinigingsdeur
9Achterste isolatiedeksel
10 Deksel warmtewisselaar: Onderhoudsopening voor reiniging van het WOS-systeem
en de warmtewisselaar
11 STB - Veiligheidstemperatuurbegrenzer
12 Hoofdschakelaar
Algemeen 1
Productoverzicht S3 Turbo
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 7
2 veiligheid
2.1 Gevaarniveaus van waarschuwingen
Om op onmiddellijke gevaren en belangrijke veiligheidsvoorschriften te wijzen worden
in deze documentatie waarschuwingen gebruikt met de volgende gevaarniveaus:
GEVAAR
De gevaarlijke situatie nadert onmiddellijk en leidt, als niet wordt ingegrepen, tot
ernstige verwonding of ook overlijden. Grijp beslist in!
WAARSCHUWING
De gevaarlijke situatie kan ontstaan en leidt, als niet wordt ingegrepen, tot
ernstige verwonding of ook overlijden. Werk uiterst voorzichtig.
VOORZICHTIG
De gevaarlijke situatie kan ontstaan en leidt, als niet wordt ingegrepen, tot lichte
of matige verwonding.
AANWIJZING
De gevaarlijke situatie kan ontstaan en leidt, als niet wordt ingegrepen, tot
materiële of milieuschade.
2veiligheid
Gevaarniveaus van waarschuwingen
8 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
2.2 Algemene veiligheidsinstructies
GEVAAR
Bij onvakkundige bediening:
Foutieve bediening van het systeem kan tot zeer ernstig letsel en materiële
schade leiden!
Voor de bediening van het systeem geldt:
Aanwijzingen en instructies in de handleidingen in acht nemen
De afzonderlijke activiteiten voor het bedrijf, het onderhoud en de reiniging,
alsook voor het opheffen van storingen in de verschillende handleidingen
uitvoeren volgens de aanwijzingen
Verdere werkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door de
erkende bouwer van verwarmingen of de Froling servicedienst
WAARSCHUWING
Invloeden van buitenaf:
Negatieve invloeden van buitenaf, zoals b.v. ontoereikende verbrandingslucht of
brandstof die niet aan de normen voldoet, kunnen ernstige storing van de
verbranding veroorzaken (bv. spontane ontsteking van smeulgassen / deflagratie)
en hierdoor zeer ernstige ongevallen veroorzaken!
Let voor het bedrijf van de ketel op het volgende:
De informatie en aanwijzingen over de uitvoeringen en minimumwaarden,
alsook de normen en richtlijnen voor de verwarmingscomponenten in de
handleidingen moeten in acht worden genomen
WAARSCHUWING
Zeer zware verwondingen en materiële schade door een defect rookgassysteem!
Problemen met het rookgassysteem, zoals bv. een slechte reiniging van de
rookgaspijp of een onvoldoende schoorsteentrek kunnen een ernstige storing van
de verbranding veroorzaken (bv. spontane ontsteking van smeulgassen /
deflagratie)!
Daarom geldt:
Alleen een probleemloos functionerend rookgassysteem waarborgt de
optimale werking van de ketel!
veiligheid 2
Algemene veiligheidsinstructies
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 9
2.3 Beoogd gebruik
De Stukhoutketel S3 Turbo van Froling is uitsluitend bedoeld voor het opwarmen van
verwarmingswater. Alleen de brandstoffen die worden genoemd in de paragraaf
"Toelaatbare brandstoffen" mogen worden gebruikt.
⇨ Zie "Toegestane brandstoffen" [Pag. 10]
De installatie mag alleen worden gebruikt als zij perfect functioneert, voor de
doeleinden waarvoor zij is ontworpen en met bewustzijn voor de veiligheid en
gevaren! De inspectie- en reinigingsintervallen die in de gebruiksaanwijzing worden
vermeld moeten in acht worden genomen. Storingen die van invloed zijn op de
veiligheid moeten onmiddellijk worden opgeheven!
Voor ander gebruik, of gebruik buiten de specificaties, en daaruit voortkomende
schade kan de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk worden gesteld.
Er moeten originele vervangingsonderdelen, of andere, door de fabrikant
geautoriseerde afwijkende onderdelen worden gebruikt. Als er veranderingen of
wijzigingen van welke aard dan ook aan het product worden aangebracht, die afwijken
van de aanwijzingen van de fabrikant, vervalt de conformiteit van het product met de
geldende richtlijn. In dit geval moet een nieuwe risicoanalyse van het product worden
verricht door de exploitant van de installatie, en moet voor eigen verantwoordelijkheid
een conformiteitsbeoordeling worden uitgevoerd volgens de geldende richtlijn(en) voor
het product, waarna tevens een nieuwe overeenkomende verklaring moet worden
opgesteld. Deze persoon neemt daarmee alle rechten en plichten van een fabrikant
op zich.
2.3.1 Toegestane brandstoffen
Stukhout
Stukhout met een lengte van maximaal 55 cm.
Watergehalte (w) groter dan 15% (komt overeen met een houtvochtigheid u > 17%)
Watergehalte (w) kleiner dan 25% (komt overeen met een houtvochtigheid u < 33%)
EU: Brandstof conform EN ISO 17225 - Deel 5: Stukhout klasse A2 / D15 L50
Aanvullend voor
Duitsland: Brandstofklasse 4 (§3 van de eerste federale verordening inzake
bescherming tegen emissies door kleinere verwarmingsinstallaties in de
geldende versie)
Watergehalte
Verwijzing naar
normen
2veiligheid
Beoogd gebruik
10 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
Als opslagplaats indien mogelijk plekken kiezen die blootstaan aan wind (bv. opslag aan
de rand van het bos in plaats van in het bos zelf)
Bij houtopslag tegen muren van gebouwen liefst de zonkant kiezen
Voor een droge ondergrond zorgen, zo mogelijk met luchtcirculatie (rondhout, pallets
enz. eronder leggen)
Gekloofd hout stapelen en beschermd tegen weersinvloeden opslaan
Indien mogelijk de dagelijks benodigde hoeveelheid brandstof bewaren in een
verwarmde ruimte (bv. de ruimte waar de verwarming is opgesteld) (voorverwarming van
de brandstof!)
Afhankelijkheid van watergehalte v.w.b. de opslagduur
Houtsoort Watergehalte
15 – 25 % minder dan 15
%
Opslag in verwarmde, geventileerde
ruimte (ca. 20°C)
Zacht hout (bv.
dennenhout)
ca. 6
maanden
na 1 jaar
hard hout (bv.
beukenhout)
1– 1,5 jaar na 2 jaar
Opslag in de open lucht (beschermd
tegen neerslag, blootgesteld aan wind)
Zacht hout (bv.
dennenhout)
2 Zomer na 2 jaar
hard hout (bv.
beukenhout)
3 Zomer na 3 jaar
Zojuist gehakt hout heeft een watergehalte van ongeveer 50 tot 60%. Zoals uit
bovenstaande tabel kan worden opgemaakt, neemt het watergehalte van stukhout in
de loop der tijd af, afhankelijk van de droogte en temperatuur van de opslagplek. Het
ideale watergehalte van stukhout ligt tussen 15 en 25 %. Daalt het watergehalte onder
15%, dan wordt aanpassing van de verbrandingsregeling aan de brandstof
aanbevolen.
2.3.2 Voorwaardelijk toelaatbare brandstoffen
Houtbriketten
Houtbriketten voor niet-industriële toepassing met een doorsnede van 5-10 cm en een
lengte van 5-50 cm.
EU: Brandstof conform EN ISO 17225 - Deel 3:
Houtbriketten klasse B / D100 L500 Form 1 - 3
Aanvullend voor
Duitsland: Brandstofklasse 5a (§3 van de eerste federale verordening inzake
bescherming tegen emissies door kleinere verwarmingsinstallaties in de
geldende versie)
Tips voor
opslag van hout
Verwijzing naar
normen
veiligheid 2
Beoogd gebruik
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 11
Voor de verbranding van houtbriketten moeten de instellingen voor zeer droge brandstof
worden gekozen
Het opstoken van houtbriketten moet gebeuren met stukhout conform EN ISO 17225-5
(minstens twee lagen stukhout onder de houtbriketten)
De vulruimte mag maximaal voor 3/4 worden gevuld, want houtbriketten zetten uit tijdens
de verbranding
Bij het verbranden van houtbriketten kunnen er ondanks de instellingen voor droge
brandstof problemen in de verbranding ontstaan. In dat geval zijn verbeteringen nodig
die door vakmensen moeten worden uitgevoerd. Neem hiervoor contact op met de
Froling klantenservice of uw installateur!
Aanwijzingen voor het
gebruik
2veiligheid
Beoogd gebruik
12 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
2.3.3 Niet-toegestane brandstoffen
Het gebruik van brandstoffen die niet vermeld worden in de paragraaf "Toegestane
brandstoffen", in het bijzonder het verbranden van afval, is niet toegestaan.
VOORZICHTIG
Bij gebruik van niet-toegestane brandstoffen:
Het verbranden van niet-toegestane brandstoffen leidt tot hogere eisen aan de
reiniging, en door de vorming van agressieve afzettingen en condens tot
beschadiging van de ketel en verder tot verval van de garantie! Bovendien kan
het gebruik van brandstoffen die niet aan de normen voldoen ernstige storingen in
de verbranding tot gevolg hebben!
Bij het gebruik van de ketel geldt daarom:
Alleen toegestane brandstoffen gebruiken
2.4 Kwalificatie van het bedienende personeel
VOORZICHTIG
Bij betreding van de Opstellingsruimte door onbevoegden:
Kans op materiële schade en verwonding!
De gebruiker heeft de opdracht om onbevoegden, in het bijzonder kinderen,
uit de buurt van het systeem te houden.
Het is alleen geschoold personeel toegestaan het systeem te bedienen! Bovendien
moet de bediener de aanwijzingen in de documentatie gelezen en begrepen hebben.
2.5 Persoonlijke beschermingen van het bedienende personeel
Zorg voor persoonlijke beschermingen conform de voorschriften voor
ongevallenpreventie!
Bij bediening, inspectie en reiniging:
- geschikte werkkleding
- veiligheidshandschoenen
- veiligheidsschoeisel
- stofmasker
veiligheid 2
Beoogd gebruik
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 13
2.6 Veiligheidsinrichtingen
Onder het achterste isolatiedeksel:
11 VEILIGHEIDSTEMPERATUURBEGRENZER (STB)
(bescherming bij oververhitting)
De STB schakelt de verwarming uit bij een keteltemperatuur van 105°C. De pompen
blijven draaien. Zodra de temperatuur onder ca. 75°C is gedaald, kan de STB
mechanisch ontgrendeld worden.
12 HOOFDSCHAKELAAR
(uitschakeling van de stroomtoevoer)
Voor het uitschakelen van de gehele installatie
Alle componenten zijn stroomloos!
LET OP! Alleen uitschakelen bij uitgebrande brandstof en afgekoelde ketel!
TA THERMISCHE PROCESBEVEILIGING
(beveiliging bij oververhitting)
De thermische procesbeveiliging opent bij ca. 100°C een klep en voert koud water
naar de veiligheidswarmtewisselaar, om de keteltemperatuur te laten dalen
SV VEILIGHEIDSVENTIEL
(beveiliging bij oververhitting/overdruk)
Wanneer een keteldruk van max. 3 bar wordt bereikt, gaat het veiligheidsventiel open
en blaast het het verwarmingswater af in de vorm van damp.
2veiligheid
Veiligheidsinrichtingen
14 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
2.7 Resterende risico's
WAARSCHUWING
Bij het uitschakelen van de hoofdschakelaar tijdens verwarmingsbedrijf:
De ketel komt in een ongecontroleerde toestand. De foutieve werking van de
ketel die hieruit volgt, kan tot zeer ernstige verwondingen en materiële schade
leiden!
Daarom geldt:
vuur laten uitbranden en ketel laten afkoelen
De zuigtrek wordt uitgeschakeld, als de bedrijfstoestand "Vuur uit" bereikt
wordt
(temperatuur verbrandingsgas < 80°C, keteltemperatuur < 65°C)
Pas daarna de hoofdschakelaar uitschakelen
WAARSCHUWING
Bij het aanraken van hete oppervlakken:
Kans op ernstige verbrandingen aan hete oppervlakken en de rookgaspijp!
Bij werkzaamheden aan de ketel geldt:
Ketel gecontroleerd uitschakelen (bedrijfstoestand "Vuur uit") en laten
afkoelen
Bij werkzaamheden aan de ketel moeten altijd veiligheidshandschoenen
gedragen worden en de ketel mag alleen aan de voorziene handgrepen
worden bediend
Rookgaspijpen moeten geïsoleerd worden en mogen tijdens het bedrijf niet
worden aangeraakt
WAARSCHUWING
Bij het openen van de deur van de verbrandingskamer, de ontstekingsdeur en de
vuldeur tijdens het bedrijf:
kans op verwonding, materiële schade en rookgasontwikkeling!
Daarom geldt:
Het is verboden de deur van de verbrandingskamer en de ontstekingsdeur te
openen tijdens de werking
De vuldeur moet gedurende de werking in principe dicht blijven en mag alleen
kort worden geopend bij het verstrijken van de navultijden
veiligheid 2
Resterende risico's
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 15
WAARSCHUWING
Bij inspectie- en reinigingswerkzaamheden met ingeschakelde hoofdschakelaar:
Ernstige verwondingen mogelijk door automatisch starten van de ketel resp. door
afzonderlijke componenten (zuigtrek)!
Voor inspectie- en reinigingswerkzaamheden aan/in de ketel:
Brandstof in de ketel laten uitbranden
Ketel laten afkoelen en hoofdschakelaar uitschakelen
WAARSCHUWING
Bij gebruik van een niet-toegestane brandstof:
ongeoorloofde brandstoffen kunnen tot ernstige storing van de verbranding (bv.
spontane ontsteking van smeulgassen / deflagratie) en daardoor tot zeer ernstige
ongevallen leiden!
Daarom geldt:
Alleen brandstoffen gebruiken die vermeld worden in de paragraaf
"Toegestane brandstoffen" in deze gebruikshandleiding.
2.8 Handelen in noodgeval
2.8.1 Oververhitting van het systeem
Als het systeem ondanks de veiligheidsinrichtingen toch oververhit raakt:
AANWIJZING! In geen geval de hoofdschakelaar uitschakelen of de stroomtoevoer
onderbreken!
Alle deuren op de ketel gesloten houden
Alle mengkranen openen, alle pompen inschakelen
De Froling verwarmingscircuitbesturing neemt deze functie in automatisch
bedrijf over
De verwarmingsruimte verlaten en de deur sluiten
Eventueel aanwezige thermostaatventielen van de radiatoren openen en voor
voldoende warmteafvoer uit de ruimten zorgen
Als de temperatuur niet daalt:
De installateur of de Froling-klantenservice inlichten
⇨ Zie "Adressen" [Pag. 52]
2veiligheid
Handelen in noodgeval
16 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
2.8.2 Reuk van rookgas
GEVAAR
Als het in de verbrandingsruimte naar verbrandingsgas ruikt:
Kans op levensbedreigende vergiftigingen door verbrandingsgas!
Als het naar verbrandingsgas ruikt in de opstellingsruimte:
Alle deuren op de ketel gesloten houden
De opstellingsruimte beluchten
De brandwerende deur en deuren naar woonruimten sluiten
vuur laten uitbranden en ketel laten afkoelen
Aanbeveling: Rookmelders en CO-melders aanbrengen in de buurt van de installatie.
veiligheid 2
Handelen in noodgeval
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 17
2.8.3 Stroomuitval/uitval van zuigtrekventilator
Een stroomuitval is onder meer te herkennen aan de hand van de volgende punten:
Het display blijft donker, ook wanneer het wordt aangeraakt
Statusled knippert niet/brandt niet
Geen geluiden van de aggregaten (bv. zuigtrekventilator) te horen
Als de zuigtrekventilator ondanks de stroomtoevoer uitvalt, verschijnt op het display de
foutmelding "Zuigtrek draait niet rond, ondanks volledige
aansturing".
GEVAAR
Bij een stroomuitval of uitval van de zuigtrekventilator tijdens verwarming:
De ketel komt in een ongecontroleerde toestand. Kans op levensbedreigende
verwonding bij het openen van deuren.
Gedrag bij stroomuitval / uitval van de zuigtrekventilator:
Alle deuren op de ketel gesloten houden
De opstellingsruimte beluchten
De brandwerende deur en deuren naar woonruimten sluiten
vuur laten uitbranden en ketel laten afkoelen
Aanbeveling: De ketel uitrusten met een ononderbreekbare stroomtoevoer (UPS, bv.
fotovoltaïsch systeem, etc.). Zo kan worden gewaarborgd dat het stukhout op de juiste
manier wordt verbrand en worden mogelijke ongecontroleerde toestanden vermeden
(teeraanslag op de warmtewisselaar, …).
Aanbeveling: Rookmelders en CO-melders aanbrengen in de buurt van de installatie.
2.8.4 Brand in het systeem
GEVAAR
Bij brand in het systeem:
levensgevaar door vuur en giftige gassen
Gedrag in geval van brand:
Verwarmingsruimte verlaten
Deuren sluiten
Brandweer waarschuwen
2veiligheid
Handelen in noodgeval
18 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
3 Aanwijzingen omtrent de werking van het verwarmingssysteem
In zijn algemeenheid is het verboden wijzigingen aan te brengen op het systeem en
veiligheidstechnische uitrustingen te veranderen of buiten werking te stellen.
Naast de gebruikshandleiding en de bindende voorschriften die van kracht zijn in het
land van gebruik voor wat betreft de opstelling en het gebruik van het systeem,
moeten ook worden voldaan aan de brandweer- en bouwinspectievoorschriften en
elektrotechnische verplichtingen!
3.1 Installatie en goedkeuring van het verwarmingssysteem
De ketel moet worden gebruikt in een gesloten CV-systeem. Bij de installatie moet
aan de volgende normen worden voldaan:
EN 12828 - Verwarmingssystemen in gebouwen
AANWIJZING! Elk verwarmingssysteem moet worden goedgekeurd!
Het opstellen of vernieuwen van een verwarmingssysteem moet worden gemeld aan
de toezichthoudende instantie en worden goedgekeurd door de plaatselijke
bouwkundige autoriteiten:
Oostenrijk: melden bij de bouwkundige autoriteit van de gemeente/college van
burgemeester en wethouders
Duitsland: melden bij de schoorsteenveger/plaatselijke bouwkundige autoriteit
3.2 Aanwijzingen betreffende de opstellingsruimte (verwarmingsruimte)
Kenmerken van de verwarmingsruimte
De ondergrond moeten effen, schoon en droog zijn, en daarnaast voldoende
sterk.
In de verwarmingsruimte mag geen explosiegevaarlijke atmosfeer heersen,
aangezien de ketel niet geschikt is voor gebruik in een explosiegevaarlijke
omgeving.
De verwarmingsruimte moet vorstvrij zijn.
De ketel heeft geen verlichting, daarom moet door de opdrachtgever voor
voldoende verlichting in de verwarmingsruimte worden gezorgd, in
overeenstemming met de nationale voorschriften inzake de inrichting van de
werkplek.
Bij gebruik van de ketel op een hoogte van meer dan 2000 meter boven
zeeniveau dient te worden overlegd met de fabrikant.
Brandgevaar door ontvlambare materialen!
De ondergrond van de ketel mag niet brandbaar zijn. In de buurt van de ketel
mogen geen ontvlambare materialen worden opgeslagen. Er mogen geen
brandbare voorwerpen te drogen worden gelegd op de ketel (bv. kleding).
Verwijzing naar
normen
Aanwijzingen omtrent de werking van het verwarmingssysteem 3
Installatie en goedkeuring van het verwarmingssysteem
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 19
Schade door verontreinigde verbrandingslucht!
In de installatieruimte van de ketel mogen geen chloorhoudende reinigings- of
productiemiddelen (bv. chloorgasinstallaties voor zwembaden) en
halogeenwaterstoffen worden gebruikt.
De luchtaanzuigopening van de ketel moet worden beschermd tegen een te grote
hoeveelheid stof.
De installatie moet worden beschermd tegen knagende en nestelende dieren (bv.
knaagdieren).
Ventilatie van de verwarmingsruimte
De verwarmingsruimte moet rechtstreeks vanuit de buitenlucht be- en ontlucht
worden, waarbij de openingen en de luchtgeleidingen zodanige vorm moeten hebben
dat weersinvloeden (bladeren, sneeuwverstuiving, ...) de luchttransportstroom niet
kunnen beïnvloeden.
Tenzij anders voorgeschreven door de geldende voorschriften voor wat betreft de
bouwkundige inrichting van de verwarmingsruimte, gelden daarbij de volgende
normen voor de vormgeving en dimensionering van de luchtgeleiding:
ÖNORM H 5170 - Bouw- en brandveiligheidstechnische vereisten
3.3 Eisen aan het verwarmingswater
Tenzij op nationaal niveau anders is voorzien, gelden de normen en richtlijnen in de
meest recente uitgave:
Oostenrijk:
Duitsland:
ÖNORM H 5195
VDI 2035
Zwitserland
:
Italië:
SWKI BT 102-01
UNI 8065
De normen in acht nemen en verder rekening houden met de volgende
aanbevelingen:
Gestreefd moet worden naar een pH-waarde tussen 8,2 en 10,0. Komt het
verwarmingswater in aanraking met aluminium, dan moet een pH-waarde van 8,0
tot 8,5 worden aangehouden
Vul- en suppletiewater gebruiken dat behandeld is volgens de eerder geciteerde
normen
Lekken vermijden en een gesloten verwarmingssysteem gebruiken, om de
kwaliteit van het water tijdens het bedrijf te waarborgen
Bij het aanvullen van suppletiewater de vulslang ontluchten alvorens deze aan te
sluiten, om te voorkomen dat er lucht in het systeem komt
Voordelen van behandeld water:
De geldende normen worden in acht genomen
Geringere vermogensdaling door minder kalkvorming
Minder corrosie vanwege minder agressieve stoffen
Aanwijzing omtrent de
normen
3Aanwijzingen omtrent de werking van het verwarmingssysteem
Aanwijzingen betreffende de opstellingsruimte (verwarmingsruimte)
20 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
Langdurig kostenbesparend bedrijf door betere benutting van de energie
Toegestane waterhardheid van het vul- en suppletiewater conform VDI 2035:
Totaal
verwarming
svermogen
Totale hardheid bij
<20 l/kW v. laagste
afzonderlijke
verwarmingsvermogen 1)
Totale hardheid bij
>20 <50 l/kW v. laagste
afzonderlijke
verwarmingsvermogen 1)
Totale hardheid bij
>50 l/kW v. laagste
afzonderlijke
verwarmingsvermogen 1)
kW °dH mol/m³ °dH mol/m³ °dH mol/m³
<50 Geen vereiste of 11,2 2 0,11 0,02
<16,8 2) <3 2)
>50 <200 11,2 2 8,4 1,5
>200 <600 8,4 1,5 0,11 0,02
>600 0,11 0,02
1.Van specifiek systeemvolume (liter nominale inhoud/verwarmingsvermogen; bij installaties met meerdere ketels moet het laagste
afzonderlijke verwarmingsvermogen worden gebruikt)
2.Bij installaties met centrale verwarmingen en voor systemen met elektrische verwarmingselementen
Aanvullende vereisten voor Zwitserland
Het vul- en suppletiewater moet gedemineraliseerd (volledig ontzout) worden
Het water bevat geen bestanddelen meer die kunnen neerslaan en zich in het systeem
kunnen afzetten
Het water is daardoor niet meer elektrisch geleidend, zodat corrosie vermeden wordt
Verder worden alle neutrale zouten zoals chloor, sulfaat en nitraat verwijderd, die onder
bepaalde omstandigheden corroderende materialen aantasten
Als een deel van het systeemwater verloren gaat, bv. door reparaties, dan moet ook het
suppletiewater worden gedemineraliseerd. Ontharding van het water is niet afdoende. Vóór
het vullen van het systeem is een vakkundige reiniging en spoeling van het
verwarmingssysteem nodig.
Controle:
Na acht weken moet de pH-waarde van het water tussen 8,2 en 10,0 liggen. Komt het
verwarmingswater in aanraking met aluminium, dan moet een pH-waarde van 8,0 tot 8,5
worden aangehouden
Jaarlijks, waarbij de waarden moeten worden geregistreerd door de eigenaar
3.4 Aanwijzingen voor het gebruik van drukhandhavingssystemen
Drukhandhavingssystemen in warmwaterverwarmingsinstallaties houden de vereiste
druk binnen ingestelde grenzen en compenseren de volumeveranderingen die
ontstaan door toedoen van temperatuurveranderingen van het verwarmingswater. Er
worden hoofdzakelijk twee systemen gebruikt:
Compressorgestuurde drukhandhaving
Bij compressorgestuurde drukhandhavingsstations vinden de volumecompensatie en
de drukhandhaving plaats via een veranderlijke luchtbuffer in het expansievat. Als de
druk te laag is, pompt de compressor lucht in het vat. Is de druk te hoog, dan wordt er
Aanwijzingen omtrent de werking van het verwarmingssysteem 3
Aanwijzingen voor het gebruik van drukhandhavingssystemen
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 21
lucht afgelaten via een magneetklep. De installaties worden uitsluitend gerealiseerd
met gesloten membraanexpansievaten en verhinderen zodoende een schadelijke
toevoeging van zuurstof in het verwarmingswater.
Pompgestuurde drukhandhaving
Een pompgestuurd drukhandhavingsstation bestaat in principe uit een
drukhandhavingspomp, een omloopklep en een drukloze opvangtank. Bij overdruk
laat de klep verwarmingswater in de opvangtank stromen. Als de druk onder een
ingestelde waarde daalt, dan zuigt de pomp het water uit de opvangtank en stuwt het
terug in het verwarmingssysteem. Pompgestuurde drukhandhavingssystemen met
open expansievaten (bv. zonder membraan) brengen zuurstof uit de lucht over in het
wateroppervlak, waardoor er corrosiegevaar ontstaat voor de aangesloten
systeemcomponenten. Deze systemen bieden geen zuurstofverwijdering in de zin van
corrosiebescherming conform VDI 2035 en mogen om corrosietechnische redenen
niet worden gebruikt.
3.5 Terugloopbypass
Zolang de temperatuur van de heetwaterterugloop onder de minimum
teruglooptemperatuur ligt, wordt een deel van het aangevoerde verwarmingswater
bijgemengd
VOORZICHTIG
Daling onder het dauwpunt / vorming van condenswater bij bedrijf zonder
terugloopbypass!
In verbinding met verbrandingsresten vormt condenswater een agressief
condensaat en veroorzaakt schade aan de ketel!
Daarom geldt:
Het gebruik van een terugloopbypass is verplicht!
De minimum-teruglooptemperatuur bedraagt 60 °C. Aanbevolen wordt een
controlemogelijkheid (bv. thermometer) in te bouwen!
3.6 Combinatie met buffertanks
Nadere informatie over het aanleggen van een buffertanks vindt u in de montage-
instructies van de ketel.
AANWIJZING! Zie de paragraaf "Aanwijzingen voor de uitvoering" in de montage-
instructies S3 Turbo
3.7 Schoorsteenaansluiting / Schoorsteensysteem
Volgens EN 303-5 moet het gehele rookgassysteem zo worden uitgevoerd dat
mogelijke roetvorming, onvoldoende persdruk en condensatie voorkomen worden. In
dit verband wijzen we erop dat in het toegelaten werkgebied van de ketel
rookgastemperaturen kunnen optreden die lager dan 160 K boven de rooktemperatuur
zijn.
3Aanwijzingen omtrent de werking van het verwarmingssysteem
Terugloopbypass
22 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
AANWIJZING! Verdere aanwijzingen betreffende normen en voorschriften, alsook
rookgastemperatuur in gereinigde toestand en de overige rookgaswaarden zijn te
vinden in de technische gegevens in de montagehandleiding!
Aanwijzingen omtrent de werking van het verwarmingssysteem 3
Schoorsteenaansluiting / Schoorsteensysteem
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 23
4 Bediening van de installatie
4.1 Montage en eerste inbedrijfstelling
De ketel mag uitsluitend gemonteerd, geïnstalleerd en in gebruik genomen worden
door gekwalificeerd personeel, en de aanwijzingen hiertoe worden in de bijgevoegde
montagehandleiding beschreven.
AANWIJZING! Zie de montagehandleiding S3 Turbo
AANWIJZING
Alleen de instelling van het systeem door een vakman en handhaving van de in
de fabriek ingestelde standaardinstellingen kunnen een optimaal rendement en
dus een efficiënt bedrijf met weinig emissies waarborgen!
Daarom geldt:
De eerste inbedrijfstelling laten uitvoeren door een geautoriseerde installateur
of de Froling servicedienst
De afzonderlijke stappen voor de eerste inbedrijfstelling worden uiteengezet in de
bedieningshandleiding van de besturing
AANWIJZING! Zie de bedieningshandleiding van de ketelbesturing!
Vóór de inbedrijfstelling door de Froling-klantenservice moeten de volgende
voorafgaande werkzaamheden zijn uitgevoerd op de installatieplek:
Elektrische installatie
Installatie van waterleiding
Aansluiting voor verbrandingsgassen incl. alle isolatiewerkzaamheden
Werkzaamheden voor naleving van alle plaatselijke brandweervoorschriften
Juiste montage en instelling van de luchtgeleiding, afgestemd op het gebruikte
stukhout, zie de montagehandleiding van de ketel
Voor de eerste opstookprocedure om het chamottebeton te drogen, moet in het
gebouw ca. 0,5 m³ droog stukhout ter beschikking staan.
De uitvoerende elektricien moet bij de inbedrijfstelling beschikbaar zijn om
eventuele veranderingen in de bedrading aan te brengen.
In het kader van de inbedrijfstelling wordt een eenmalige training gegeven voor de
gebruiker/het bedienend personeel. De betreffende persoon/personen moet(en)
aanwezig zijn voor een goede overdracht van het product!
AANWIJZING
Uittrede van condenswater tijdens de eerste verwarmingsfase wijst niet op een
storing in de werking.
Tip: eventueel poetsdoeken neerleggen!
4Bediening van de installatie
Montage en eerste inbedrijfstelling
24 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
4.2 Stroomtoevoer inschakelen
Hoofdschakelaar inschakelen
Op alle componenten van de ketel staat spanning
Na de systeemstart van de regeling is de ketel bedrijfsgereed
4.3 Ketel inschakelen
Voor andere bedrijfswijzen moet op de overeenkomende functietoets worden
gedrukt
Informatie over de functietoetsen is te vinden in de bedieningshandleiding bij
de ketelbesturing
AANWIJZING! Het vullen van de buffer functioneert bij alle bedrijfswijzen, om een
continue warmteafname te garanderen!
4.4 Voor het opstoken van de ketel
4.4.1 WOS-hendel bedienen
Hendel van de reinigingsvoorziening meerdere malen bedienen voor het opstoken
(telkens 5– 10 maal omhoog en omlaag)
4.4.2 Tussenpozen voor bijvullen bij bedrijf met buffertank
Voor efficiënt, milieuvriendelijk verwarmen moeten de tussenpozen voor het bijvullen
en de bijvulhoeveelheden uitsluitend worden afgestemd op de buffertank.
Laadtoestand van de buffer controleren op het display
Bediening van de installatie 4
Stroomtoevoer inschakelen
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 25
Laadtoestand Procedure
Geen of één streepje in de laadtoestand van de buffer betekent
dat de buffertank met ca. 35°C moet worden verwarmd.
⇨ Zie "Juiste hoeveelheid brandstof bepalen" [Pag. 27]
Twee streepjes in de laadtoestand van de buffer betekenen dat
de buffertank met ca. 20°C moet worden verwarmd.
⇨ Zie "Juiste hoeveelheid brandstof bepalen" [Pag. 27]
Drie of vier streepjes in de laadtoestand van de buffer betekenen
dat de buffertank geen tot weinig verdere warmte kan opnemen.
In dit geval geen brandstof toevoegen!
4Bediening van de installatie
Voor het opstoken van de ketel
26 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
4.4.3 Juiste hoeveelheid brandstof bepalen
De hoeveelheid brandstof moet zo worden bemeten, dat de buffertank voortdurend op
de max. buffertemperatuur (= ingestelde keteltemperatuur) wordt verhit. Daarbij moet
in aanmerking worden genomen dat de toe te voegen hoeveelheid ook afhankelijk is
van het soort brandstof.
Voorbeeld: Buffertank van 2000 liter verwarmen met 30°C
Bij de volgende berekening wordt alleen de buffertank in aanmerking genomen! Er is
geen rekening gehouden met het ketelrendement, leidingverliezen en de energie die
nodig is om de ketel en de omgeving te verwarmen!
Veronderstelling: de buffertank heeft momenteel een temperatuur van 50 °C en moet
worden verwarmd tot 80 °C. De volgende berekening geeft aan hoeveel brandstof er
nodig is voor de verwarming. Ten eerste wordt bepaald hoeveel energie er nodig is:
Aangezien het medium dat verwarmd moet worden water is, en de massa dus ongeveer
overeenkomt met het volume (2000 liter = 2000 kg), wordt de vereenvoudigde formule Q = m
x c x Δt toegepast.
Q = benodigde energie
m = massa van het te verwarmen medium
c = warmtecapaciteit van het te verwarmen medium (constante voor water)
Δt = temperatuurverschil tussen begin- en eindtemperatuur1)
massa (m) x warmtecapaciteit (c) x temperatuurverschil (Δt) = energie (Q)
2000 kg x 1,163 Wh/kgK x 30 K = 69 780 Wh
69 780 Wh = 69,8 kWh
Voor het verwarmen van een buffertank van 2000 liter van 50 °C tot 80 °C is een energie van
ongeveer 69,8 kWh nodig.
1.Temperatuurverschil in graden Kelvin (K). Aangezien het hier niet om absolute temperaturen gaat, kan hier de waarde in graden Celsius
(°C) worden gebruikt. (30 °C komt overeen met 30 °K)
Aan de hand van de benodigde energie kan nu de benodigde hoeveelheid brandstof
worden berekend:
Voor ons rekenvoorbeeld wordt beukenhout met een watergehalte w=20% gebruikt. De
energie-inhoud van de brandstof varieert afhankelijk van de houtsoort en het watergehalte.
(⇨ Zie "Brandstoftabel" [Pag. 28])
Benodigde energie = 69,8 kWh (volgens bovenstaande berekening)
Energie-inhoud van de brandstof = 3,8 kWh/kg (beuk, w=20%)
Benodigde energie / Energie-inhoud van de brandstof = Hoeveelheid brandstof
69,8 kWh / 3,8 kWh/kg = 18,4 kg
Voor het verwarmen van een buffertank van 2000 liter van 50 °C tot 80 °C is ongeveer 18,4
kg beukenhout (w=20%) nodig.
Bediening van de installatie 4
Voor het opstoken van de ketel
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 27
4.4.4 Brandstoftabel
In de volgende tabel wordt een overzicht van houtsoorten gegeven met hun energie-
inhoud, afhankelijk van het watergehalte:
Houtsoort Energie-inhoud bij watergehalte [kWh/kg]
w = 15% w = 20% w = 25%
Dennenhout 4,3 4,0 3,7
Grenenhout 4,3 4,0 3,7
Beukenhout 4,1 3,8 3,5
Eikenhout 4,1 3,8 3,5
4.4.5 Vulniveau in ketel
In de volgende tabel wordt de verhouding aangegeven tussen vulniveau en gewicht.
Met elkaar vergeleken worden beukenhout (voorbeeld van hardhout) en dennenhout
(voorbeeld van zachthout) met een watergehalte van ongeveer 20%. Uitgaande van
ons vorige voorbeeld met beukenhout zou bij een S3 Turbo 40 dus een vulniveau van
ongeveer één derde resulteren.
Vulniveau Gewicht bij vulniveau
S3 Turbo 20/30 S3 Turbo 40/45
3/3 Beukenhout ca. 40 kg ca. 65 kg
Dennenhout ca. 24 kg ca. 39 kg
2/3 Beukenhout ca. 27 kg ca. 43 kg
Dennenhout ca. 16 kg ca. 26 kg
1/3 Beukenhout ca. 13 kg ca. 22 kg
Dennenhout ca. 8 kg ca. 13 kg
4.4.6 Tussenpozen voor het toevoegen van brandstof bij bedrijf zonder of met een
te kleine buffertank
AANWIJZING
Vermogensgerelateerd bijvullen:
Brandstof toevoegen wanneer er energie nodig is!
Als er teveel brandstof wordt toegevoegd, dan daalt de ketel onder zijn
minimale vermogensgrens en gaat hij over naar de bedrijfstoestand
"Instandhouding van het vuur“ (de ventilator gaat uit)
Tijdens de instandhouding van het vuur daalt het rendement, stijgen de
emissies en kan er teeraanslag ontstaan in de ketel (pekvorming!)
4Bediening van de installatie
Voor het opstoken van de ketel
28 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
4.5 Stukhout handmatig opstoken
Isolatiedeur en vuldeur openen
Geadviseerd wordt om de as op de verbrandingskamer niet elke keer bij het
opstoken te verwijderen, maar alleen wanneer de middelste rij gaten niet meer
zichtbaar is. Dit om de verbrandingskamer te beschermen
~7 cm
2-3 cm
Een laag stukhout plaatsen
Stukhout met een lengte van ca. 50 cm in de lengte naar binnen schuiven
De vlamgleuf moeten vrij blijven (2 -3 cm)!
Na de eerste laag stukhout, karton over het hele oppervlak leggen
Bediening van de installatie 4
Stukhout handmatig opstoken
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 29
De vulruimte vullen in overeenstemming met het gewenste vermogen, en de deur
van de vulruimte dichtdoen
⇨ Zie "Juiste hoeveelheid brandstof bepalen" [Pag. 27]
De ontstekingsdeur openen, opgefrommeld papier erin doen en dit aansteken
Als de door de zuigtrekventilator veroorzaakte onderdruk te sterk is om het
opstookmateriaal te kunnen aansteken:
Kort op de pijl OMLAAG van de navigatietoetsen (5.3) drukken
De zuigtrekventilator gaat uit
Het opstookmateriaal aansteken
Kort op de pijl OMHOOG van de navigatietoetsen (5.3) drukken
De zuigtrekventilator gaat aan
2-3 cm
~5min
Ontstekingsdeur ongeveer 5 min. open laten
Het gloeibed wordt gevormd
Ontstekingsdeur en isolatiedeur sluiten
Temperatuur van het verbrandingsgas moet > 130 °C zijn!
4.6 Ketel bedienen op het toetsendisplay
Voor de nodige stappen alsook de weergave en verandering van parameters:
AANWIJZING! Zie de bedieningshandleiding van de ketelbesturing!
4Bediening van de installatie
Ketel bedienen op het toetsendisplay
30 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
4.7 Stukhout toevoegen
WAARSCHUWING
Bij aanraking van hete oppervlakken achter de isoleerdeur:
Kans op verbrandingen door hete oppervlakken!
Afhankelijk van de werking worden de oppervlakken en/of de
bedieningselementen in het gebied achter de isoleerdeur heet! Bovendien bestaat
er bij het werken met stukhout gevaar voor verwondingen door houtsplinters!
Bij werkzaamheden aan de ketel terwijl deze in werking is, in het bijzonder bij
het toevoegen van brandstof, moeten altijd veiligheidshandschoenen worden
gedragen
WAARSCHUWING
Bij het openen van de vuldeur:
Kans op verwonding, materiële schade en rookgasontwikkeling!
Vuldeur langzaam en voorzichtig openen
Vuldeur na de controle resp. na het toevoegen onmiddellijk sluiten
Vuldeur langzaam openen en de brandstof controleren
Als de brandstof in de ketel uitgebrand is:
brandstof toevoegen
⇨ Zie "Juiste hoeveelheid brandstof bepalen" [Pag. 27]
Als er voldoende brandstof in de ketel is:
Vuldeur onmiddellijk sluiten
Bediening van de installatie 4
Stukhout toevoegen
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 31
4.8 Ketel uitschakelen
Standby-toets indrukken (Bedieningsapparaat met toetsen)
De ketel gaat volgens het uitschakelprogramma naar de bedrijfstoestand "Vuur
uit"
De verbrandingseenheid is uitgeschakeld, de afvoer uit de ruimte en het gehele
hydraulische systeem blijven actief
4.9 Stroomtoevoer uitschakelen
WAARSCHUWING
Bij het uitschakelen van de hoofdschakelaar tijdens verwarmingsbedrijf:
De ketel komt in een ongecontroleerde toestand. De foutieve werking van de
ketel die hieruit volgt, kan tot zeer ernstige verwondingen en materiële schade
leiden!
Daarom geldt:
vuur laten uitbranden en ketel laten afkoelen
De zuigtrek wordt uitgeschakeld, als de bedrijfstoestand "Vuur uit" bereikt
wordt
(temperatuur verbrandingsgas < 80°C, keteltemperatuur < 65°C)
Pas daarna de hoofdschakelaar uitschakelen
Hoofdschakelaar uitschakelen
Ketelregeling is uitgeschakeld
Alle componenten van de ketel zijn zonder stroomtoevoer
AANWIJZING! Vorstbeschermingsfunctie is niet meer actief!
4Bediening van de installatie
Ketel uitschakelen
32 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
4.10 Asniveau in ketel controleren
AANWIJZING
Afhankelijk van de werking kunnen er barsten in de verbrandingskamer ontstaan.
Voor zover de chamotte-elementen en de afdichtingen over de omtrek in de
oorspronkelijke positie blijven, veroorzaken aanwezige barsten geen storing in de
werking!
4.10.1 As verwijderen
Aanbeveling: De as op de verbrandingskamer niet elke keer bij het opstoken
verwijderen, maar alleen wanneer de middelste rij gaten van de beschermpanelen van
de verbrandingskamer niet meer zichtbaar is. Zodoende wordt de verbrandingskamer
beschermd en functioneert het opstoken beter.
In deze samenhang ook alle andere reinigingswerkzaamheden uitvoeren die in dit
hoofdstuk zijn opgegeven.
Isolatiedeur, ontstekingsdeur en deur van vulruimte openen
As in de vulruimte met de pook overbrengen naar de verbrandingskamer eronder
Deur van verbrandingskamer openen en as verwijderen met ronde asschep
1.
2.
3.
Bediening van de installatie 4
Asniveau in ketel controleren
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 33
Doorgang links en rechts op de verbrandingskamer reinigen met een kleine
borstel en de as verwijderen
De ontstane as legen in een klaargezette houder
Vuurvaste houder met deksel gebruiken
4.10.2 Gietijzeren rooster reinigen
Isolatiedeur en deur van vulruimte openen
Tweedelig gietijzeren rooster wegnemen
Asafzettingen onder het gietijzeren rooster verwijderen om een probleemloze
toevoer van de secundaire lucht te waarborgen!
Tip: asstofzuiger gebruiken!
4Bediening van de installatie
Asniveau in ketel controleren
34 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
5 Onderhoud van de installatie
5.1 Algemene aanwijzingen betreffende het onderhoud
GEVAAR
Bij werkzaamheden aan elektrische componenten:
Levensgevaar door elektrische schok!
Voor werkzaamheden aan elektrische componenten geldt:
de werkzaamheden alleen laten uitvoeren door een gekwalificeerd elektricien
De geldende normen en voorschriften in acht nemen
Werken aan elektrische componenten door onbevoegden is verboden
WAARSCHUWING
Bij inspectie- en reinigingswerkzaamheden op een hete ketel:
kans op ernstige verbranding door hete onderdelen en het afvoerkanaal van
rookgassen!
Daarom geldt:
bij het werken op de ketel moeten altijd veiligheidshandschoenen worden
gedragen
De ketel mag uitsluitend worden bediend aan de hiervoor bestemde
handgrepen
Alvorens te beginnen met werken, de ketel uitschakelen en minstens 1 uur
laten afkoelen
WAARSCHUWING
Bij inspectie- en reinigingswerkzaamheden met ingeschakelde hoofdschakelaar:
Ernstige verwondingen mogelijk door automatisch starten van de ketel resp. door
afzonderlijke componenten (zuigtrek)!
Voor inspectie- en reinigingswerkzaamheden aan/in de ketel:
Brandstof in de ketel laten uitbranden
Ketel laten afkoelen en hoofdschakelaar uitschakelen
Onderhoud van de installatie 5
Algemene aanwijzingen betreffende het onderhoud
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 35
WAARSCHUWING
Bij onvakkundige bediening, inspectie en reiniging:
foutieve of verzuimde inspectie en reiniging van de ketel kunnen tot ernstige
storing van de verbranding (bijv. spontane ontsteking van smeulgassen /
deflagratie) en daardoor tot zeer ernstige ongevallen leiden!
Daarom geldt:
De ketel reinigen overeenkomstig de aanwijzingen. Daarbij de aanwijzingen
van de gebruikshandleiding van de ketel in acht nemen!
AANWIJZING
Wij adviseren een onderhoudsregister bij te houden conform ÖNORM M7510!
5.2 Benodigde hulpmiddelen
Om de reinigings- en onderhoudswerkzaamheden uit te voeren zijn de volgende
hulpmiddelen nodig:
Het geleverde materiaal omvat:
1Pook met drager
2Sleutel voor deurbeslag
3Asschep
4Reinigingsborstel (30x20) om het zwelgaskanaal te reinigen
5Reinigingsborstel (Ø54) om de warmtewisselaar te reinigen
Het geleverde materiaal omvat niet:
6Steek - of ringsleutel SW 13
7Schroevendraaierset (kruiskop, rechte kop, Torx T20)
8Kleine bezem of reinigingsborstel
9Asstofzuiger
5Onderhoud van de installatie
Benodigde hulpmiddelen
36 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
Onderhoud van de installatie 5
Benodigde hulpmiddelen
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 37
5.3 Onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker
Een regelmatige reiniging van de ketel verlengt de levensduur en is een
fundamentele voorwaarde voor een storingsvrije werking!
Aanbeveling: bij reinigingswerkzaamheden een asafzuiger gebruiken!
5.3.1 Inspectie
Systeemdruk controleren
Systeemdruk aflezen van de manometer
De waarde moet ongeveer 20% boven de voorspandruk van het expansievat
liggen
AANWIJZING! De informatie van uw installateur met betrekking tot de stand
van de manometer en de nominale druk van het expansievat moet in acht
worden genomen!
Als de systeemdruk daalt:
Water bijvullen
AANWIJZING! Als dit vaak gebeurt, dan is het verwarmingssysteem niet dicht!
Installateur inlichten
Als er grote drukschommelingen worden waargenomen:
expansievat laten controleren door een vakman
Thermische procesbeveiliging controleren
Dichtheid van de afvoerklep controleren
De afvoerpijp mag niet druppelen
AANWIJZING! Uitzondering: Keteltemperatuur > 100 °C
Druppelt er water uit de afvoerpijp:
Procesbeveiliging reinigen volgens de instructies van de fabrikant, of eventueel
laten controleren/vervangen door de installateur
Veiligheidsventiel controleren
Veiligheidsventiel regelmatig controleren op dichtheid en vervuiling
AANWIJZING! De inspectiewerkzaamheden moeten worden verricht volgens de
opgaven van de fabrikant!
Snelontluchter controleren
Regelmatig controleren of alle snelontluchters van het hele verwarmingssysteem
dicht zijn
Snelontluchters verwisselen als er vloeistof naar buiten komt
AANWIJZING! De ontluchtingskap (A) moet los zijn (ca. twee slagen openschroeven)
om een goede werking te waarborgen.
5Onderhoud van de installatie
Onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker
38 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
5.3.2 Terugkerende controle en reiniging
De ketel moet met geschikte tussenpozen gecontroleerd en gereinigd worden,
afhankelijk van het aantal bedrijfsuren en de kwaliteit van de brandstof.
De terugkerende controle en reiniging moet na maximaal 1500 bedrijfsuren, of
minstens eenmaal per jaar, worden verricht. Bij problematische brandstoffen (bv. met
een hoog asgehalte), moeten de werkzaamheden naar behoefte vaker worden
verricht.
Rookgasvoeler reinigen
1. Isolatiedeksel en warmte-isolatie wegnemen
2. Bevestigingsschroef losdraaien en de verbrandingsgasvoeler uit de
verbrandingsgasleiding trekken
3. Verbrandingsgasvoeler schoonmaken met een schone doek
4. De verbrandingsgasvoeler bij de montage zo ver naar binnen schuiven dat nog ca.
20 mm van de voeler uit de bus steekt en borgen met een bevestigingsschroef
Zwelgaskanaal reinigen
Isolatiedeur en deur van vulruimte openen
Zuigtrekventilator uitschakelen
Beschadigingen van beluchtingsrotor met de reinigingsborstel worden
verhinderd!
Zwelgaskanaal met een kleine borstel schoonmaken
Onderhoud van de installatie 5
Onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 39
Openingen van de primaire lucht controleren
Isolatiedeur en deur van vulruimte openen
Beschermpanelen van de verbrandingskamer losmaken en verwijderen
Luchtdoorlaat van de primaire-luchtopeningen controleren
Indien nodig, doorgang reinigen
Ketelwanden reinigen met een vlakke schraper
De beschermpanelen van de verbrandingskamer op de oorspronkelijke positie
bevestigen en de deuren van de ketel sluiten
5Onderhoud van de installatie
Onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker
40 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
Warmtewisselaarbuizen reinigen
Achterste isolatiedeksel wegnemen en deksel van warmtewisselaar demonteren
De meegeleverde sleutel (A) gebruiken
Verende borgpennen (B) demonteren en WOS-hendel wegtrekken
Turbulatoren met beugel omhoog naar buiten trekken
Asafzettingen uit de buizen verwijderen met een reinigingsborstel
Reinigingsborstel moet voordat hij omhoog getrokken worden helemaal
doorgestoten worden!
De borstels kunnen niet gedraaid worden in de buis!
Onderhoud van de installatie 5
Onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 41
S3 Turbo 20-30
S3 Turbo 40-45
Voor montage in de warmtewisselaarbuizen controleren of de WOS-veren goed in
het paneel zijn gehaakt
De schuin opstaande strook moet naar boven gericht zijn en de turbulatoren
moeten er zoals afgebeeld in worden gehaakt
Turbulatoren in warmtewisselaarbuizen steken
WOS-hendel naar binnen schuiven en vastzetten met een verende borgpen (B)
Deksel van warmtewisselaar en achterste isolatiedeksel monteren
De meegeleverde sleutel (A) gebruiken
Reinigingsdeur aan de zijkant openen en as verwijderen
Rookgaspijp reinigen
Aansluitkabel van de zuigtrekventilator losmaken
Beschadigingen van beluchtingsrotor met de reinigingsborstel worden
verhinderd!
Revisiedeksel bij verbindingspijp demonteren
Verbindingspijp tussen ketel en schouw reinigen met schoorsteenborstel
Afhankelijk van de aanleg van het afvoerkanaal van de verbrandingsgassen en
de schouwtrek is een jaarlijkse reiniging mogelijk niet voldoende!
Aansluitkabel van de zuigtrekventilator vastzetten
5Onderhoud van de installatie
Onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker
42 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
Trekregelingsklep controleren
Soepele beweging van trekregelingsklep controleren
Dichtheid van deuren controleren
De dichtheid, bijvoorbeeld van de vuldeur, moet als volgt worden gecontroleerd (dit
dient bij andere keteldeuren op dezelfde manier te worden gedaan).
Aan de kant van de deuraanslag alsook aan de kant van de deurklink:
De deur openen en een stuk papier in het bovenste en onderste gebied van de
deuraanslag tussen de deur en de ketel schuiven
Deur sluiten en proberen of het stuk papier naar buiten kan worden getrokken
Als het stuk papier naar buiten getrokken kan worden:
de deur is niet dicht en moet ingesteld worden!
Deuren stellen
De moeren op de sluitplaat of scharnier boven en beneden met een zeskantsleutel
(SW 13 mm) losdraaien
De sluitplaat of het scharnier met geschikt gereedschap (bv. schroevendraaier en
hamer) naar behoefte naar voren resp. naar achteren verschuiven
Let op: de sluitplaat of scharnier moeten boven en beneden gelijk uitgelijnd
zijn!
De moeren boven en onder weer vastzetten
Onderhoud van de installatie 5
Onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 43
Zuigtrekventilator reinigen
Zuigtrekventilator controleren op verontreinigingen en eventueel reinigen.
AANWIJZING! Door afzettingen op het loopwiel raakt de zuigtrek onder
omstandigheden uit balans, wat leidt tot lawaai en in het ernstigste geval tot
lagerbeschadiging.
Reiniging (indien nodig):
Aansluitkabel van de zuigtrekventilator losmaken
Zuigtrekventilator aan de achterkant van de ketel demonteren
Erop letten dat de afdichting niet wordt beschadigd!
Loopwiel controleren op beschadigingen
Ventilatorwiel met een zachte borstel of kwast van binnen naar buiten reinigen
AANWIJZING! Balanceergewichten op ventilatorwaaier niet verschuiven!
Verontreinigingen en afzettingen in de zuigtrekbehuizing verwijderen met een
plamuurmes
De veroorzaakte as verwijderen met een asopzuiger
Zuigtrekventilator monteren
Aansluitkabel vastkoppelen en vastzetten met kabelbinders
5Onderhoud van de installatie
Onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker
44 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
5.4 Onderhoud door de vakman
VOORZICHTIG
Bij onderhoudswerkzaamheden door ongeschoolden:
Kans op materiële schade en verwondingen!
Voor het onderhoud geldt:
De aanwijzingen en opmerkingen in de handleiding in acht nemen
Werkzaamheden aan de installatie alleen laten uitvoeren door mensen die
voldoende gekwalificeerd zijn
De onderhoudswerkzaamheden in dit hoofdstuk mogen uitsluitend worden verricht
door gekwalificeerde personen:
Verwarmingstechnici / Gebouwentechnici
▪ Elektromonteurs
▪ Froling-klantenservice
Het onderhoudspersoneel moet de aanwijzingen in de documentatie gelezen en
begrepen hebben.
AANWIJZING! Een jaarlijkse inspectie door de Froling servicedienst of een erkende
partner (externe onderhoudsdienst) wordt aanbevolen!
Regelmatig onderhoud door een vakman is een belangrijke voorwaarde voor een
duurzaam, betrouwbaar bedrijf van het verwarmingssysteem! Hierdoor wordt
gewaarborgd dat dit systeem milieuvriendelijk en zuinig werkt.
In het kader van het onderhoud wordt het hele systeem, in het bijzonder de regeling
en besturing van de ketel, gecontroleerd en geoptimaliseerd. Bovendien kunnen door
de uitgevoerde emissiemeting conclusies worden getrokken over het
verbrandingsmateriaal en de bedrijfstoestand van de ketel.
Om deze reden biedt FROLING een onderhoudsovereenkomst aan ter optimalisatie
van de bedrijfsveiligheid. De bijzonderheden kunt u vinden in het bijgevoegde
garantiecertificaat.
De servicedienst van Froling adviseert u hierover graag.
AANWIJZING
De nationale en regionale bepalingen inzake regelmatige controle van het
systeem moeten in acht worden genomen. Wij wijzen erop dat industriële
systemen met een nominaal warmtevermogen vanaf 50 kW in Oostenrijk volgens
de verordening inzake verwarmingssystemen regelmatig moeten worden
gecontroleerd!
Onderhoud van de installatie 5
Onderhoud door de vakman
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 45
5.4.1 Lambdasonde reinigen
AANWIJZING! Lambdasonde alleen aanwezig bij de S3 Turbo met S-Tronic Lambda!
Lambdasonde met kunststof bus voorzichtig verwijderen
Op de kabel van de lambdasonde letten!
De meetopeningen met een fijne kwast en asstofzuiger voorzichtig bevrijden van
verontreinigingen
Daarbij de lambdasonde met de punt naar beneden houden, zodat afzettingen
uit de meetopeningen kunnen vallen
Kunststof bus controleren op verontreiniging en barsten en indien nodig
verwisselen
BELANGRIJK: Het afdichtvlak van de kunststof bus (B) moet na de montage
vlak liggen met de mof (A)
LET OP:
De lambdasonde niet uitblazen met perslucht
Geen chemisch reinigingsmiddel (remreiniger, etc.) gebruiken
De lambdasonde voorzichtig hanteren, niet afkloppen of reinigen met
draadborstels
5.5 Emissiemeting door schoorsteenveger of controleorgaan
Verschillende wettelijke bepalingen schrijven regelmatige controles van
verwarmingsinstallaties voor. In Duitsland wordt dit geregeld door de eerste federale
verordening inzake de bescherming tegen emissies door kleinere
verwarmingsinstallaties en in Oostenrijk door verschillende deelstaatwetten.
Voor een succesvolle meting moet minstens aan de volgende voorwaarden worden
voldaan door de gebruiker van de installatie:
Grondige reiniging van de ketel 2 verwarmingsdagen (1 verwarmingsdag = 1 dag
waarop de ketel die gemeten moet worden in bedrijf is) vóór de meting
Voor voldoende brandstof zorgen
Alleen kwalitatief hoogwaardige brandstoffen gebruiken die voldoen aan de
eisen van de bedieningshandleiding van de ketel (hoofdstuk "Toelaatbare
brandstoffen")
Op de dag van de meting voor voldoende warmteafname zorgen (bv. de buffer
moet de warmte kunnen opnemen zolang de meting duurt)
Voor de meting moet een geschikte meetopening met rechte verbrandingsgasbuis
beschikbaar zijn. De meetopening moet tweemaal de doorsnede van de
verbrandingsgasbuis verwijderd zijn van de laatste voorgaande bocht.
5Onderhoud van de installatie
Onderhoud door de vakman
46 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
Een onjuiste positie van de meetopening levert een onbetrouwbaar
meetresultaat op
5.5.1 Algemene wenken voor de meting
Aan de volgende randvoorwaarden moet zijn voldaan:
Alleen toelaatbare brandstoffen gebruiken, in overeenstemming met de
bedieningshandleiding
Erop letten dat het watergehalte (w) minimaal 15% en maximaal 25% moet
zijn!
Voor het scheppen van de meetvoorwaarden en tijdens de meting zelf klein
gekloofd hout gebruiken (kantlengte KL < 10 cm)
Klein gekloofd hout met een kantlengte KL < 10 cm
De gebruikte benaming "klein gekloofd hout" is door Froling
gedefinieerd in deze handleiding, er bestaat geen
brandstofnorm of soortgelijke richtlijn hieromtrent.
De brandstof moet droog, schoon en onbelast (ongeverfd, ongelijmd enz.) zijn
Het verbrandingsproces mag tijdens de meting niet worden verstoord
Verstoringen van het verbrandingsproces zijn:
- Openen van de keteldeuren
- Poken in het brandmateriaal
- Uitschakelen van de zuigtrek (bv. door te weinig warmte-afname)
5.5.2 Emissiemeting uitvoeren
Meetvoorwaarden scheppen en meting uitvoeren
De ketel voor ongeveer 1/4 vullen en met klein gekloofd hout opstoken volgens de
aanwijzingen in de bedieningshandleiding
TIP: Hoe kleiner het hout gekloofd is, des te beter en sneller wordt het gloeibed
gevormd
Verzekeren dat de juiste bedrijfsomstandigheden bereikt worden
Teruglooptemperatuur min. 60 °C, keteltemperatuur min. 70 °C,
schoorsteentrek in het bereik van 8-10 Pa
Brandstof laten verbranden tot er een basisgloeibed ontstaat
Afhankelijk van de gebruikte brandstof en vermogensafname duurt dit minstens
1 uur
Vuldeur openen, het gloeiende materiaal gelijkmatig verdelen met de pook en de
hoogte van het gloeibed beoordelen
De bovenste rij gaten van de beschermpanelen van de verbrandingskamer
moet zichtbaar zijn
Onderhoud van de installatie 5
Emissiemeting door schoorsteenveger of controleorgaan
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 47
Vuldeur sluiten
Nadat het basisgloeibed is gevormd (bovenste rij gaten van de beschermpanelen van
de verbrandingskamer is zichtbaar, de beide onderste rijen gaten van de
beschermpanelen zijn bedekt door het gloeibed):
Bij gesloten deuren op de schoorsteenvegertoets drukken (ketel met
toetsendisplay) resp. de schoorsteenvegerfunctie (ketel met touchdisplay)
activeren
De insteltemperatuur van de ketel wordt 45 minuten lang automatisch op 85 °C
gezet
Alle geconfigureerde verwarmingscircuits worden 45 minuten lang geactiveerd
met de maximale voorlooptemperatuur
Vuldeur openen en ketel met de maximaal toegestane hoeveelheid brandstof
vullen
Bij een ketel waarvoor de berekening van de navulhoeveelheid is geactiveerd,
wordt de benodigde hoeveelheid brandstof weergegeven op het display
Deuren sluiten en ca. 10 minuten wachten, tot het verbrandingsproces is
opgebouwd
Meting bij de beoogde meetopening uitvoeren
Gereedheid voor de meting wordt op het display weergegeven
Daarbij regelmatig de stationaire toestand controleren:
- Keteltemperatuur > 70 °C
- Verbrandingsgastemperatuur in het bereik van ca. 170 °C
Emissiemeting starten
In het basisdisplay het "Schoorsteenvegerbedrijf" activeren
In het menu het punt "SH nom. bel." selecteren
Op het display wordt aangegeven dat de ketel gereed is voor een meting,
zodra aan alle voorwaarden voor de meting is voldaan
5.6 Vervangingsonderdelen
Met de originele onderdelen van Froling gebruikt u vervangingsonderdelen in uw ketel
die ideaal op elkaar zijn afgestemd. De optimale nauwkeurigheid waarmee de
onderdelen passen verkort de montagetijd en handhaaft de levensduur.
AANWIJZING
De inbouw van andere dan originele onderdelen leidt tot verval van de garantie!
Bij het vervangen van componenten / onderdelen uitsluitend originele
vervangingsonderdelen gebruiken!
5Onderhoud van de installatie
Emissiemeting door schoorsteenveger of controleorgaan
48 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
5.7 Aanwijzingen omtrent afvoer als afval
5.7.1 Afvoer van as
As afvoeren als afval conform de afvalbeheerswet (Abfallwirtschaftsgesetz - AWG)
De as afvoeren als afval in overeenstemming met de voorschriften die van land tot
land gelden
5.7.2 Afvoer van systeemcomponenten
Voor een milieuvriendelijke afvoer zorgen conform de AWG (Oostenrijk) resp. de
voorschriften die van land tot land geldig zijn
Recyclebare materialen kunnen gescheiden en in schone toestand worden
gebruikt voor recycling
De verbrandingskamer moet als bouwafval worden verwerkt
Oostenrijk:
Overige landen:
Onderhoud van de installatie 5
Aanwijzingen omtrent afvoer als afval
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 49
6 Storingen opheffen
6.1 Algemene storing in de stroomtoevoer
Foutsituatie Oorzaak van de fout Oplossen van de fout
Geen weergave op het
display
Besturing stroomloos
Algemene stroomuitval
Hoofdschakelaar
uitgeschakeld
FI-veiligheidsschakelaar of
lijnbeveiliging uitgeschakeld
Zekering van de besturing
defect
Hoofdschakelaar inschakelen
FI-veiligheidsschakelaar resp.
lijnbeveiliging inschakelen
Zekering vernieuwen, hierbij
op de stroomsterkte letten
(6,3AT)
6.1.1 Gedrag van het systeem na een stroomuitval
Na terugkeer van de stroomtoevoer bevindt de ketel zich in de eerder ingestelde
bedrijfswijze en regelt het bedrijf volgens het ingestelde programma.
Na de stroomuitval controleren of de VTB gevallen is!
Tijdens en na de stroomuitval moeten de deuren van de ketel minstens tot de
automatische start van de zuigtrekventilator gesloten blijven!
6.2 Te hoge temperatuur
De veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) schakelt de ventilator bij een
keteltemperatuur van max. 105 °C uit. De pompen blijven draaien.
Zodra de temperatuur onder ca. 75°C is gedaald, kan de STB mechanisch
ontgrendeld worden:
kap van de STB losschroeven
STB ontgrendelen door hem naar beneden te duwen met de schroevendraaier
6Storingen opheffen
Algemene storing in de stroomtoevoer
50 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
6.3 Storingen met storingsmelding - Bedieningsapparaat met toetsen
6.3.1 Storingen opheffen
Het begrip "Storing" is een verzamelnaam voor waarschuwingen, fouten of alarmen.
De drie soorten meldingen zijn te onderscheiden door het gedrag van de ketel:
WAARSCHUWIN
G
Bij waarschuwingen knippert de statusled oranje, de ketel gaat daarbij
eerst gecontroleerd verder.
FOUT Bij fouten knippert de statusled rood, de ketel slaat gecontroleerd af en
blijft totdat de storing is opgelost in de bedrijfstoestand "Vuur uit ".
Nadat de storing is opgeheven gaat de ketel weer naar de
bedrijfstoestand „Vuur uit„
ALARM Een alarm leidt tot een noodstop van het systeem. De statusled knippert
rood, de ketel slaat daarbij onmiddellijk af, het verwarmingscircuit en de
pompen blijven verder actief.
Procedure bij storingsmeldingen
Bij het optreden van een storing:
Statusled knippert rood of oranje
Het display toont de huidige storingsmelding en het waarschuwingssymbool in de
statusregel
Na indrukken van de invoertoets wordt de storing
erkend.
Het waarschuwingssymbool in de statusregel geeft
aan dat de storing nog steeds actief is.
Bij het indrukken van de info-toets wordt de storing
weergegeven als info-tekst met het overeenkomende
storingsnummer.
Het waarschuwingssymbool verdwijnt pas als de
storing is opgeheven.
Na het indrukken van de enter-toets verschijnt er een
informatietekst over de oorzaak van de storing.
Aanwijzingen voor het oplossen van storingen
verschijnen wanneer de enter-toets nogmaals wordt
ingedrukt.
Als een storing meerdere oorzaken heeft of als de
oorzaak meerdere mogelijke oplossingen heeft, kan
verdergebladerd worden met de navigatietoetsen.
Storingen opheffen 6
Storingen met storingsmelding - Bedieningsapparaat met toetsen
Gebruikshandleiding S3 Turbo | B0610919_nl 51
7 Bijlage
7.1 Adressen
7.1.1 Adres van de fabrikant
FRÖLING
Heizkessel- und Behälterbau GesmbH
Industriestraße 12
A-4710 Grieskirchen
AUSTRIA
TEL 0043 (0)7248 606 0
FAX 0043 (0)7248 606 600
INTERNET www.froeling.com
Klantenservice
Oostenrijk 0043 (0)7248 606 7000
Duitsland 0049 (0)89 927 926 400
Wereldwijd 0043 (0)7248 606 0
7.1.2 Adres van de installateur
Stempel
7Bijlage
Adressen
52 Fröling GesmbH | A-4710 Grieskirchen, Industriestraße 12 | www.froeling.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Froling S3 Turbo de handleiding

Type
de handleiding