16
AFSTELLING
Binnenkabel leggen en vastmaken
16
Wordt vervolgd op de volgende pagina
2
(A)
(C)
(D)
(B)
(A)(E)
Draai aan de stelbout voor de laagste
versnelling en zet het platte deel van de
buitenste plaat van de kettinggeleider
evenwij dig aan het platte deel van het
grootste kettingblad en voer vervolgens
de kabel door zoals aangegeven in de
afbeelding.
Controleer of het uitsteeksel van de
stelcilinder contact maakt met het
ingangsverbindingsstuk.
Als er geen contact wordt gemaakt,
maak dan de kabelstelcilinder los tot
contact wordt gemaakt en geleid
vervolgens de kabel.
Voer de kabel door de kabelgroef.
(A)
Binnenkabel
(B)
Kabelgeleider
(C)
Uitsteeksel kabelstelbout
(D)
Ingangsverbindingsstuk
(E)
Groef
(F)
Buitenkabelhouder
(G)
Buitendop ('resin' type)
(H)
Buitenkabel
NOTITIE
•
Controleer of de binnenkabel door de
kabelgeleider wordt gevoerd.
•
Als een volledige buitenkabel wordt
gebruikt, sluit dan het eind met het de
buitendop ('resin' type) aan op de
derailleur.
•
Als de fi ets wordt gebruikt in een koud
gebied, gebruik dan het afgesloten
buitenkabeleinde ('resin' type) om te
beschermen tegen bevriezing.
Buitendop ('resin' type)
Dop met lange tong
Derailleurkant
TECHNISCHE TIPS
Als u de kabel vastzet terwij l de buitenste
plaat van de kettinggeleider uitgelij nd is met
de bovenkant van het grootste kettingbladm,
kunt u tij dens het verstellen van de
schakelfunctie de hoeveelheid kabelspanning
verkleinen.
Kettinggeleider
1 - 3mm
Grootste kettingblad
Bij gebruik van een volledige buitenkabel
(F)
(G)
(H)
Zet de buitenkabel voor gebruik vast
opde buitenkabelhouder.