• Afhankelijk van de wijze van transport kan olie vanuit
de compressor in het koelcircuit gevloeid zijn. Wacht,
na het plaatsen van het apparaat, ten minste een half
uur alvorens de steker in het stopcontact te steken.
Na achteroverliggend vervoer ten minste een halve
dag. Daarmee geeft u de olie de gelegenheid in de
compressor terug te vloeien. Apparaten welke van
een absorptie-unit voorzien zijn kunnen direct in
bedrijf genomen worden. Controleer circa 24 uur na
het in bedrijf stellen of het apparaat naar behoren
werkt.
Milieubescherming
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in
de isolatie, geen ozononvriendelijke stoffen. Het
apparaat mag niet samen met huisvuil of ges-
loopte apparaten weggegooid worden.
Afgedankte koelen vriesapparaten moeten vol-
gens de plaatselijke regelingen op deskundige
wijze verwerkt worden. Informeer bij uw gemeente
naar de mogelijkheden in uw woonplaets. Vermijd
dat het koelcircuit wordt beschadigd, vooral aan
de achterkant in de buurt van de warmtewisselaar.
De materialen in dit apparaat die voorzien zijn van
het symbool zijn geschikt voor recycling.
27
• Tracht, in geval van storing of een defect, dit apparaat
niet zelf te repareren. Reparaties welke door niet-
deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden. Raadpleeg ELECTROLUX
SERVICE.
Gebruik
• Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn uitslui-
tend bedoeld voor het bewaren en/of invriezen van
eet- of drinkbare producten.
• De beste resultaten worden bereikt bij een omgeving-
stemperatuur tussen +18°C en +43°C (klasse T);
tussen +18°C en 38°C (klasse ST); tussen +16°C en
32°C (klasse N); +10°C en 32°C (klasse SN); de
klasse staat op het kenplaatje vermeld.
Attentie: u dient niet alleen rekening te houden met
de omgevingstemperatuur voor dit type product maar
tevens met de volgende aanwijzingen: wanneer de
omgevingstemperatuur onder de aangeduide mini-
mum waarde daalt, wordt de bewaartemperatuur in
het vriesvak niet meer gegarandeerd; u kunt de be-
waarde levensmiddelen dan het beste zo snel mo-
gelijk nuttigen.
• Volg de raadgevingen van de fabrikant op met be-
trekking tot waar en hoe u spijzen en dranken bewaart
of invriest. Ontdooide diepvriesproduc-ten mogen, om
gezondheidsredenen, niet wederom ingevroren wor-
den.
• De vriezende binnenwanden of - vlakken in het appa-
raat bevatten koelmiddel. Plaats geen scherpe voor-
werpen tegen zon wand of vlak en schraap evenmin
met metalen voorwerpen rijp of ijs af. Lekkage kan het
gevolg zijn, hetgeen een onherstelbare schade aan
het apparaat en bederf van de levensmiddelen
veroorzaakt.
• Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende
dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de
vriezer; de blikjes of flesjes kunnen door bevriezing
van de inhoud exploderen.
Installatie
• Overtuig u er van dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Belangrijk: Als de voedingskabel beschadigd raakt,
moet de kabel, eventueel met stekers, vervangen wor-
den; deze onderdelen zijn verkrijgbaar bij de fabrikant
of het servicecentrum.
• De warmte welke het apparaat aan de spijzen en
dranken ontrekt, moet onbelemmerd aan de omgev-
ing afgestaan kunnen worden. Slechte ventilatie
onder, achter en boven het apparaat resulteert in
slechte koelen/ of vriesrestaties door ongewild tijdelijk
iutschakelen van de kompressor of onjuiste werking
van de absorptieunit .
• Plaats het apparaat met z’n achterkant zo dicht mo-
gelijk bij een muur. Hiermee voorkomt u verbrand-
ingsletsel door aanraking van hete tot zeer hete delen.