2. Stel het programma opnieuw in.
Het programma annuleren
1. Druk tegelijkertijd op de toets
en de toets totdat
alle programmatoets-indicatielampje
aan gaan.
Controleer of er afwasmiddel in
het afwasmiddeldoseerbakje
aanwezig is voordat u een nieuw
programma start.
Aan het einde van het
programma.
Op het display verschijnt 0.
1. Druk op de aan/uit-toets om het ap-
paraat te deactiveren.
2. Draai de waterkraan dicht.
Als u niet drukt op de knop aan/
uit dan schakelt de functie AUTO
OFF het apparaat automatisch
een paar minuten uit na het ein-
de van het programma.
Dit helpt het energieverbruik te
verminderen,
Let op
• Laat de borden afkoelen voordat u de-
ze uit het apparaat neemt. Hete bor-
den zijn gevoelig voor beschadigin-
gen.
• Ruim eerst het onderrek en dan het
bovenrek uit.
• Er kan water liggen aan de zijkanten
en op de deur van het apparaat.
Roestvrij staal koelt sneller af dan bor-
den.
8. AANWIJZINGEN EN TIPS
8.1 De waterontharder
Hard water bevat een grote hoeveelheid
mineralen die schade aan het apparaat
en slechte schoonmaakresultaten kan
veroorzaken. De waterontharder neutra-
liseert deze mineralen.
Het regenereerzout houdt de wateront-
harder schoon en in goede staat. Het is
belangrijk om het correcte niveau voor
de waterontharder in te stellen. Dit zorgt
ervoor dat de waterontharder de juiste
hoeveelheid regenereerzout en water
gebruikt.
8.2 Met behulp van zout,
glansmiddel en afwasmiddel
• Gebruik alleen zout, glansmiddel en
afwasmiddel voor afwasautomaten.
Andere producten kunnen het appa-
raat beschadigen.
• Het glansmiddel helpt om tijdens de
laatste spoelfase het servies te drogen
zonder strepen en vlekken.
• Gecombineerde afwastabletten bevat-
ten vaatwasmiddel, glansmiddel en
andere middelen. Zorg ervoor dat de-
ze tabletten geschikt zijn voor de wa-
terhardheid in uw omgeving. Zie de
instructies op de verpakking van de
producten.
• Vaatwastabletten worden bij korte
programma's niet helemaal opgelost.
Wij bevelen u aan de tabletten alleen
bij lange programma's te gebruiken,
om restjes afwasmiddel op uw servies-
goed te voorkomen.
Gebruik niet meer dan de juiste
hoeveelheid vaatwasmiddel. Zie
de instructies van de vaatwas-
middelfabrikant.
8.3 De korven inruimen
Zie de meegeleverde folder voor
voorbeelden van het inruimen
van de korven.
• Gebruik het apparaat alleen om voor-
werpen af te wassen die vaatwasbe-
stendig zijn.
• Doe geen voorwerpen in het apparaat
die gemaakt zijn van hout, hoorn, alu-
minium, tin en koper.
• Plaats geen voorwerpen in het appa-
raat die water kunnen absorberen
(sponzen, keukenhanddoeken).
NEDERLANDS 11